Printversie digitale vragenlijst Gezondheidsonderzoek klas 4 VO Cohort Leeftijd. Geografische indicator. Herkomst

Printversie digitale vragenlijst Gezondheidsonderzoek klas 4 VO Cohort 2015-2016

Vraag 1. Ben je een jongen of een meisje? Jongen Meisje

Vraag 2.

  

Wat is je geboortedatum?

-

-

Leeftijd Vraag 3.

Hoe oud ben je?



jaar

Geografische indicator Vraag 4.

Wat is de postcode van het adres waar je woont?

 

Herkomst Vraag 5. In welk land ben je geboren? Nederland Marokko Turkije Suriname (Voormalige) Nederlandse Antillen of Aruba Duitsland België Indonesië Ander land, namelijk ____ Vraag 6. In welk land is je moeder geboren? Nederland Marokko Turkije Suriname (Voormalige) Nederlandse Antillen of Aruba Duitsland België Indonesië Ander land, namelijk ____

Printversie digitale vragenlijst – gezondheidsonderzoek klas 4 VO, cohort 2015-2016

Pagina 1

Vraag 7. In welk land is je vader geboren? Nederland Marokko Turkije Suriname (Voormalige) Nederlandse Antillen of Aruba Duitsland België Indonesië Ander land, namelijk ____

Gezinssamenstelling Vraag 8. Bij wie woon je de meeste dagen van de week? Je mag één antwoord geven. Bij mijn ouders (samen) Ongeveer de helft van de tijd bij mijn ene ouder en de helft van de tijd bij mijn andere ouder Bij mijn moeder en haar partner Bij mijn vader en zijn partner Alleen bij mijn moeder Alleen bij mijn vader Bij anderen (bijv. pleegouders, andere familie, internaat) Ik woon op mezelf Ga naar vraag...

Relatie ouders Vraag 9. Beantwoord de volgende vragen voor de vader en moeder bij wie je (de meeste tijd) in huis woont. Denk aan de afgelopen week...

Helemaal niet Heb je het gevoel gehad dat je ouders je begrijpen? Heb je het gevoel gehad dat je ouders van je houden?

Bijna niet

Gemiddeld

Nogal

Helemaal





















Vraag 10. Nooit Heb je je thuis gelukkig gevoeld? Hebben je ouders voldoende tijd voor je gehad? Hebben je ouders je eerlijk behandeld? Heb je met je ouders kunnen praten als je dat wilde?

Zelden (bijna nooit)

Zo nu en dan (soms)

Redelijk vaak

Altijd









































Printversie digitale vragenlijst – gezondheidsonderzoek klas 2 VO, cohort 2015-2016

Pagina 2

Opleiding kind Vraag 11. In welke klas/leerjaar zit je? 1 2 3 4 5 6

Vraag 12. Welk soort onderwijs volg je? Je mag meer dan één antwoord geven.  Vmbo-b (basis)  Vmbo-k (kader)  Vmbo-g (gemengd)  Vmbo-t (theoretisch, mavo)  Havo  Vwo (atheneum, gymnasium)  Ander soort onderwijs

Functioneren in opleiding Vraag 13. Hoeveel dagen ben je de laatste 4 weken dat er school was thuis gebleven, omdat je ziek was? Vakantieweken niet meetellen bij die 4 weken.



schooldagen

Vraag 14. Hoeveel lesuren heb je de laatste 4 weken dat er school was gespijbeld? Vakantieweken niet meetellen bij die 4 weken.



lesuren

Vraag 15. Hoe vind je het op school? Hartstikke leuk Ga naar vraag... Leuk Ga naar vraag... Gaat wel Niet leuk Vreselijk

Vraag 16. Waardoor vind je het niet zo leuk op school? Je mag meer dan één antwoord geven.  De sfeer is niet gezellig  Mijn klas/groep is niet leuk  Ik heb geen vrienden/vriendinnen op school  Ik word gepest  De docenten zijn niet aardig  De manier van lesgeven is niet leuk  Ik heb veel moeite met leren, vind het (te) moeilijk  Ik vind de meeste vakken niet leuk  Ik zie het nut er niet van in  Ik voel me onveilig op deze school  Er is weinig aandacht voor problemen van leerlingen  Anders Printversie digitale vragenlijst – gezondheidsonderzoek klas 2 VO, cohort 2015-2016

Pagina 3

Pesten op school Vraag 17. Hoe vaak ben je de laatste 3 maanden gepest op school? Nooit Minder dan 2 keer per maand 2 of 3 keer per maand Ongeveer 1 keer per week Meerdere keren per week

Vraag 18. Hoe vaak heb je de laatste 3 maanden zelf een andere leerling op school gepest? Nooit Minder dan 2 keer per maand 2 of 3 keer per maand Ongeveer 1 keer per week Meerdere keren per week

Cyberpesten Vraag 19. Hoe vaak ben je de laatste 3 maanden gepest via internet of mobiele telefoon? Nooit Minder dan 2 keer per maand 2 of 3 keer per maand Ongeveer 1 keer per week Meerdere keren per week

Vraag 20. Hoe vaak heb je de laatste 3 maanden zelf een ander gepest via internet of mobiele telefoon? Nooit Minder dan 2 keer per maand 2 of 3 keer per maand Ongeveer 1 keer per week Meerdere keren per week

Gamen Vraag 21. Hoe vaak speel je games? (Bijna) nooit Ga naar vraag... Minder dan 1 dag per week 1 dag per week 2 of 3 dagen per week 4 of 5 dagen per week (Bijna) elke dag

Printversie digitale vragenlijst – gezondheidsonderzoek klas 2 VO, cohort 2015-2016

Pagina 4

Vraag 22. Kun je van de onderstaande ervaringen aangeven hoe vaak je deze hebt? Kruis op iedere regel één vakje aan. Nooit Hoe vaak vind je het moeilijk om met gamen te stoppen? Hoe vaak zeggen anderen (bijvoorbeeld ouders of vrienden) dat je minder tijd zou moeten besteden aan gamen? Hoe vaak ga je liever gamen dan dat je in het echt tijd met anderen doorbrengt (bijvoorbeeld vrienden of ouders)? Hoe vaak voel je je onrustig, gestrest of geïrriteerd wanneer je niet kunt gamen? Hoe vaak raffel je je huiswerk af om te gaan gamen? Hoe vaak ga je gamen omdat je je rot voelt? Hoe vaak kom je slaap te kort door gamen?

Zelden

Soms

Vaak

Zeer vaak









































  

  

  

  

  

Sociale media gebruik Vraag 23. Hoe vaak ben je actief op sociale media? (Bijna) nooit Ga naar vraag... Minder dan 1 dag per week 1 dag per week 2 of 3 dagen per week 4 of 5 dagen per week (Bijna) elke dag

Vraag 24. Kun je van de onderstaande ervaringen aangeven hoe vaak je deze hebt? Kruis op iedere regel één vakje aan.

Nooit Hoe vaak vind je het moeilijk om met sociale media te stoppen? Hoe vaak zeggen anderen (bijvoorbeeld ouders of vrienden) dat je minder tijd zou moeten besteden aan sociale media? Hoe vaak gebruik je liever sociale media dan dat je in het echt tijd met anderen doorbrengt (bijvoorbeeld vrienden of ouders)? Hoe vaak voel je je onrustig, gestrest of geïrriteerd wanneer je geen sociale media kunt gebruiken? Hoe vaak raffel je je huiswerk af om sociale media te gebruiken? Hoe vaak ga je sociale media gebruiken omdat je je rot voelt? Hoe vaak kom je slaap te kort door sociale media?

Printversie digitale vragenlijst – gezondheidsonderzoek klas 2 VO, cohort 2015-2016

Zelden

Soms

Vaak

Zeer vaak









































  

  

  

  

  

Pagina 5

Sexting Vraag 25. Heb je zelf wel eens seksueel getinte en/of naakt foto's of filmpjes van jou verspreid? (Bijvoorbeeld op internet gezet of via mobiele telefoon naar anderen gestuurd.) Ja Nee

Vraag 26. Heeft iemand anders wel eens seksueel getinte en/of naakt foto's of filmpjes van jou verspreid? (Bijvoorbeeld op internet gezet of via de mobiele telefoon naar anderen gestuurd.) Ja Nee

Vraag 27. Heb je zelf wel eens seksueel getinte en/of naakt foto's of filmpjes van anderen doorgestuurd? Ja Nee

Printversie digitale vragenlijst – gezondheidsonderzoek klas 2 VO, cohort 2015-2016

Pagina 6

Ingrijpende gebeurtenissen Vraag 28. Heb je de volgende ingrijpende gebeurtenissen ooit meegemaakt of maak je die nu mee? Kruis op iedere regel één vakje aan. Let op: wanneer het gaat over je ouders worden ook pleeg- of stiefouders bedoeld.

Nee, nooit meegemaakt 1. Overlijden van broer of zus 2. Overlijden van je vader en/of je moeder 3. Overlijden van iemand anders van wie je veel hield 4. Langdurige ziekte of ziekenhuisopname van jezelf 5. Langdurige ziekte of ziekenhuisopname van (één van) je ouders 6. Langdurige ziekte of ziekenhuisopname van (één van ) je broers of zussen 7. Psychische ziekte van één van je ouders 8. Psychische ziekte van een broer of zus 9. Regelmatige ruzies tussen je ouders onderling 10. Echtscheiding van je ouders 11. Problemen met nieuwe ouder 12. Geweld of mishandeling tussen je ouders 13. Zelf mishandeld door (één van) je ouders 14. Mishandeld door andere volwassenen 15. Seksueel misbruik (bijvoorbeeld: tegen je wil tot seksuele handelingen gedwongen, aangerand, verkracht) 16. Zelf gediscrimineerd worden 17. Zelf gepest worden 18. Zelf problemen met geld/inkomen hebben 19. Problemen met geld/inkomen van je ouders 20. Zelf problemen met drank, verslaving 21. Problemen met drank, verslaving van (één van je) ouders 22. Zelf problemen met school, werk/werkloosheid 23. Problemen met werk/werkloosheid van (één van je) ouders 24. Verhuizing of migratie 25. Woonproblemen/ Problemen met huisvesting of verblijf in Nederland 26. Vlucht (vanwege bijvoorbeeld oorlog of politieke situatie) vanuit een ander land naar Nederland 27. Alleen voor meisjes: zwanger geworden 28. Alleen voor jongens: een meisje zwanger gemaakt 29. Andere problemen, namelijk....................

Ja, meegemaakt of maak ik nu mee

             

             





         

         





  

  

Vraag 29. Je hebt aangegeven dat je de volgende ingrijpende gebeurtenis hebt meegemaakt of nu nog meemaakt: “Overlijden van broer of zus”. Heb je daar nu nog problemen mee? Nee Ja

Vraag 30. Je hebt aangegeven dat je de volgende ingrijpende gebeurtenis hebt meegemaakt of nu nog meemaakt: “Overlijden van je vader en/of je moeder”. Heb je daar nu nog problemen mee? Nee Ja

Printversie digitale vragenlijst – gezondheidsonderzoek klas 2 VO, cohort 2015-2016

Pagina 7

Vraag 31. Je hebt aangegeven dat je de volgende ingrijpende gebeurtenis hebt meegemaakt of nu nog meemaakt: “Overlijden van je iemand anders van wie je veel hield”. Heb je daar nu nog problemen mee? Nee Ja

Vraag 32. Je hebt aangegeven dat je de volgende ingrijpende gebeurtenis hebt meegemaakt of nu nog meemaakt: “Langdurige ziekte of ziekenhuisopname van jezelf”. Heb je daar nu nog problemen mee? Nee Ja

Vraag 33. Je hebt aangegeven dat je de volgende ingrijpende gebeurtenis hebt meegemaakt of nu nog meemaakt: “Langdurige ziekte of ziekenhuisopname van (één van) je ouders”. Heb je daar nu nog problemen mee? Nee Ja

Vraag 34. Je hebt aangegeven dat je de volgende ingrijpende gebeurtenis hebt meegemaakt of nu nog meemaakt: “Langdurige ziekte of ziekenhuisopname van (één van) je broers of zussen”. Heb je daar nu nog problemen mee? Nee Ja

Vraag 35. Je hebt aangegeven dat je de volgende ingrijpende gebeurtenis hebt meegemaakt of nu nog meemaakt: “Psychische ziekte van één van je ouders”. Heb je daar nu nog problemen mee? Nee Ja

Vraag 36. Je hebt aangegeven dat je de volgende ingrijpende gebeurtenis hebt meegemaakt of nu nog meemaakt: “Psychische ziekte van een broer of zus”. Heb je daar nu nog problemen mee? Nee Ja

Vraag 37. Je hebt aangegeven dat je de volgende ingrijpende gebeurtenis hebt meegemaakt of nu nog meemaakt: “Regelmatige ruzies tussen je ouders onderling”. Heb je daar nu nog problemen mee? Nee Ja

Vraag 38. Je hebt aangegeven dat je de volgende ingrijpende gebeurtenis hebt meegemaakt of nu nog meemaakt: “Echtscheiding van je ouders”. Heb je daar nu nog problemen mee? Nee Ja

Vraag 39. Je hebt aangegeven dat je de volgende ingrijpende gebeurtenis hebt meegemaakt of nu nog meemaakt: “Problemen met je nieuwe ouder”. Heb je daar nu nog problemen mee? Nee Ja

Printversie digitale vragenlijst – gezondheidsonderzoek klas 2 VO, cohort 2015-2016

Pagina 8

Vraag 40. Je hebt aangegeven dat je de volgende ingrijpende gebeurtenis hebt meegemaakt of nu nog meemaakt: “Geweld of mishandeling tussen je ouders”. Heb je daar nu nog problemen mee? Nee Ja

Vraag 41. Je hebt aangegeven dat je de volgende ingrijpende gebeurtenis hebt meegemaakt of nu nog meemaakt: “Zelf mishandeld door (één van) je ouders”. Heb je daar nu nog problemen mee? Nee Ja

Vraag 42. Je hebt aangegeven dat je de volgende ingrijpende gebeurtenis hebt meegemaakt of nu nog meemaakt: “Mishandeld door andere volwassene”. Heb je daar nu nog problemen mee? Nee Ja

Vraag 43. Je hebt aangegeven dat je de volgende ingrijpende gebeurtenis hebt meegemaakt of nu nog meemaakt: “Seksuele mishandeling (bijvoorbeeld tegen je wil tot seksuele handelingen gedwongen, aangerand of verkracht)”. Heb je daar nu nog problemen mee? Nee Ja

Vraag 44. Je hebt aangegeven dat je de volgende ingrijpende gebeurtenis hebt meegemaakt of nu nog meemaakt: “Zelf gediscrimineerd worden”. Heb je daar nu nog problemen mee? Nee Ja

Vraag 45. Je hebt aangegeven dat je de volgende ingrijpende gebeurtenis hebt meegemaakt of nu nog meemaakt: “Zelf gepest worden”. Heb je daar nu nog problemen mee? Nee Ja

Vraag 46. Je hebt aangegeven dat je de volgende ingrijpende gebeurtenis hebt meegemaakt of nu nog meemaakt: “Zelf problemen met geld/inkomen”. Heb je daar nu nog problemen mee? Nee Ja

Vraag 47. Je hebt aangegeven dat je de volgende ingrijpende gebeurtenis hebt meegemaakt of nu nog meemaakt: “Problemen met geld/inkomen van je ouders”. Heb je daar nu nog problemen mee? Nee Ja

Vraag 48. Je hebt aangegeven dat je de volgende ingrijpende gebeurtenis hebt meegemaakt of nu nog meemaakt: “Zelf problemen met drank, verslaving”. Heb je daar nu nog problemen mee? Nee Ja

Printversie digitale vragenlijst – gezondheidsonderzoek klas 2 VO, cohort 2015-2016

Pagina 9

Vraag 49. Je hebt aangegeven dat je de volgende ingrijpende gebeurtenis hebt meegemaakt of nu nog meemaakt: “Problemen met drank, verslaving van één van je ouders”. Heb je daar nu nog problemen mee? Nee Ja

Vraag 50. Je hebt aangegeven dat je de volgende ingrijpende gebeurtenis hebt meegemaakt of nu nog meemaakt: “Zelf problemen met school, werk / werkloosheid”. Heb je daar nu nog problemen mee? Nee Ja

Vraag 51. Je hebt aangegeven dat je de volgende ingrijpende gebeurtenis hebt meegemaakt of nu nog meemaakt: “Problemen met werk/werkloosheid van (één van) de ouders”. Heb je daar nu nog problemen mee? Nee Ja

Vraag 52. Je hebt aangegeven dat je de volgende ingrijpende gebeurtenis hebt meegemaakt of nu nog meemaakt: “Verhuizing of migratie”. Heb je daar nu nog problemen mee? Nee Ja

Vraag 53. Je hebt aangegeven dat je de volgende ingrijpende gebeurtenis hebt meegemaakt of nu nog meemaakt: “Woonproblemen / problemen met huisvesting of verblijf in Nederland”. Heb je daar nu nog problemen mee? Nee Ja

Vraag 54. Je hebt aangegeven dat je de volgende ingrijpende gebeurtenis hebt meegemaakt of nu nog meemaakt: “Vlucht (vanwege bijvoorbeeld oorlog of politieke situatie) uit een andere land naar Nederland”. Heb je daar nu nog problemen mee? Nee Ja

Vraag 55. Je hebt aangegeven dat je de volgende ingrijpende gebeurtenis hebt meegemaakt of nu nog meemaakt: “Zwanger geworden”. Heb je daar nu nog problemen mee? Nee Ja

Vraag 56. Je hebt aangegeven dat je de volgende ingrijpende gebeurtenis hebt meegemaakt of nu nog meemaakt: “Een meisje zwanger gemaakt”. Heb je daar nu nog problemen mee? Nee Ja Vraag 57. Je hebt aangegeven dat je de volgende ingrijpende gebeurtenis hebt meegemaakt of nu nog meemaakt: “Andere problemen”. Heb je daar nu nog problemen mee? Nee Ja

Printversie digitale vragenlijst – gezondheidsonderzoek klas 2 VO, cohort 2015-2016

Pagina 10

Ervaren gezondheid Vraag 58. Hoe is over het algemeen je gezondheid? Zeer goed Goed Gaat wel Slecht Zeer slecht

Chronische aandoeningen Vraag 59. Wil je bij de volgende ziekten en aandoeningen aankruisen of je die hebt of in de afgelopen 12 maanden hebt gehad. Kruis op iedere regel één vakje aan.

Nee Astma of bronchitis Chronische vermoeidheid Diabetes mellitus (suikerziekte) Eczeem Buikklachten langer dan 3 maanden Migraine of regelmatige ernstige hoofdpijn Een aangeboren hartaandoening ADHD Anorexia of boulimia nervosa Kanker Anders

          

Ja, niet door arts vastgesteld

          

Ja, wel door arts vastgesteld

          

Vraag 60. In welke mate word of werd je hierdoor belemmerd bij het uitvoeren van dagelijkse bezigheden? Sterke mate Lichte mate Niet belemmerd Niet van toepassing

Vraag 61. Ben je allergisch voor: Kruis op iedere regel één vakje aan.

Nee Pollen of stuifmeel (hooikoorts) Huisstof/huismijt Bepaalde huisdieren Bepaalde medicijnen Bepaald voedsel Anders

Ja, niet door arts vastgesteld

Ja, wel door arts vastgesteld







    

    

    

Printversie digitale vragenlijst – gezondheidsonderzoek klas 2 VO, cohort 2015-2016

Pagina 11

Psychosociale gezondheid Vraag 62. Wil je alsjeblieft bij iedere vraag een kruisje zetten in het vakje voor "Niet waar", "Een beetje waar" of "Zeker waar". Het is belangrijk dat je alle vragen zo goed mogelijk beantwoordt, ook als je niet helemaal zeker bent of als je de vraag raar vindt. Wil je alsjeblieft bij je antwoorden denken hoe dat bij jou de laatste 6 maanden is geweest. Niet waar Ik probeer aardig te zijn tegen anderen. Ik houd rekening met hun gevoelens Ik ben rusteloos, ik kan niet lang stil zitten Ik heb vaak hoofdpijn, buikpijn, of ik ben misselijk Ik deel makkelijk met anderen (snoep, speelgoed, potloden, etc.) Ik word erg boos en ben vaak driftig Ik ben nogal op mijzelf. Ik speel meestal alleen of bemoei mij niet met anderen Ik doe meestal wat me wordt opgedragen Ik pieker veel Ik help iemand die zich heeft bezeerd, van streek is of zich ziek voelt Ik zit constant te wiebelen of te friemelen Ik heb minstens één goede vriend of vriendin Ik vecht vaak. Het lukt mij andere mensen te laten doen wat ik wil Ik ben vaak ongelukkig, in de put of in tranen Andere jongeren van mijn leeftijd vinden mij over het algemeen aardig Ik ben snel afgeleid, ik vind het moeilijk om me te concentreren Ik ben zenuwachtig in nieuwe situaties. Ik verlies makkelijk mijn zelfvertrouwen Ik ben aardig tegen jongere kinderen Ik word er vaak van beschuldigd dat ik lieg of bedrieg Andere kinderen of jongeren pesten of treiteren mij Ik bied vaak anderen aan hen te helpen (ouders, leerkrachten, kinderen) Ik denk na voor ik iets doe Ik neem dingen weg die niet van mij zijn thuis, op school of op andere plaatsen Ik kan beter met volwassenen opschieten dan met jongeren van mijn leeftijd Ik ben voor heel veel dingen bang, ik ben snel angstig Ik maak af waar ik mee bezig ben. Ik kan mijn aandacht er goed bij houden

Printversie digitale vragenlijst – gezondheidsonderzoek klas 2 VO, cohort 2015-2016

Een beetje waar

Zeker waar

    

    

    







        

        

        







    

    

    







  

  

  

Pagina 12

Kindermishandeling Vraag 63. Word je wel eens geestelijk mishandeld? (Vaak getreiterd, gekleineerd of uitgescholden). Ja Nee, nu niet meer maar vroeger wel Nee ga naar vraag... Deze vraag wil ik niet beantwoorden ga naar vraag... Vraag 64. Word je wel eens lichamelijk mishandeld? (Bijvoorbeeld geschopt, geslagen, vastgebonden). Ja Nee, nu niet meer maar vroeger wel Nee ga naar vraag... Deze vraag wil ik niet beantwoorden ga naar vraag... Vraag 65. Heb je wel eens zonder dat je dat wilde een seksuele ervaring met iemand gehad? (Met seksuele ervaring bedoelen we alles van zoenen, intiem betasten tot naar bed gaan toe). Ja Nee ga naar vraag... Deze vraag wil ik niet beantwoorden ga naar vraag...

Suïcide Vraag 66. Heb je in de laatste 12 maanden er wel eens serieus over gedacht een eind te maken aan je leven? Nooit ga naar Een enkele keer Af en toe Vaak Heel vaak

Vraag 67. Heb je de laatste 12 maanden een poging ondernomen om een eind te maken aan je leven? Ja Nee

Bewegen Vraag 68. Op hoeveel dagen per week ga je lopend of fietsend naar school of naar je stageplek? (Bijna) nooit 1 dag per week 2 dagen per week 3 dagen per week 4 dagen per week 5 dagen per week

Vraag 69. Op hoeveel dagen per week doe je aan sport bij een club, vereniging of sportschool? Bijvoorbeeld: fitness, zwemmen, voetbal, tennis, dansen etc. Ik sport niet bij een club, vereniging of sportschool Minder dan 1 dag per week 1 dag per week Meerdere dagen per week Elke dag

Printversie digitale vragenlijst – gezondheidsonderzoek klas 2 VO, cohort 2015-2016

Pagina 13

Vraag 70. Op hoeveel dagen per week sport of beweeg je in je vrije tijd zonder club, vereniging of sportschool? Bijvoorbeeld: voetballen op straat, fietsen, hardlopen, skeeleren, zwemmen, thuis dansen, kranten bezorgen etc. (lopen en fietsen naar school niet meetellen). (Bijna) nooit Minder dan 1 dag per week 1 dag per week Meerdere dagen per week Elke dag

Vraag 71. Op hoeveel dagen per week sport of beweeg je minstens 1 uur? (Bijna) nooit 1 dag per week 2 dagen per week 3 dagen per week 4 dagen per week 5 dagen per week 6 dagen per week Elke dag

Voeding ontbijt Vraag 72. Op hoeveel dagen per week ontbijt je? (Bijna) nooit 1 dag per week 2 dagen per week 3 dagen per week 4 dagen per week 5 dagen per week 6 dagen per week Elke dag

Voeding fruit Vraag 73. Op hoeveel dagen per week eet je fruit? (Bijna) nooit 1 dag per week 2 dagen per week 3 dagen per week 4 dagen per week 5 dagen per week 6 dagen per week Elke dag

Printversie digitale vragenlijst – gezondheidsonderzoek klas 2 VO, cohort 2015-2016

Pagina 14

Voeding groente Vraag 74. Op hoeveel dagen per week eet je groente? (Bijna) nooit 1 dag per week 2 dagen per week 3 dagen per week 4 dagen per week 5 dagen per week 6 dagen per week Elke dag

Gewicht Vraag 75. Ben je tevreden met je uiterlijk ja nee

Vraag 76. Wat vind je van je gewicht veel te licht te licht normaal te zwaar veel te zwaar

Vraag 77. Heb je de afgelopen 4 weken serieus gelijnd ?(meerdere maaltijden overgeslagen, bewust minder gegeten dan je eigenlijk wilde, een speciaal dieet gevolgd enz.) ja nee

Vraag 78. Heb je de afgelopen 4 weken een vreetbui gehad (het eten van grote hoeveelheden voedsel buiten de maaltijden om, zonder dat je jezelf kan stoppen)? nee ja, 1-2 keer ja, 3-4 keer ja, meer dan 4 keer

Alcoholgebruik Vraag 79. Heb je ooit alcohol gedronken? Ja, een heel glas of meer Ja, alleen een paar slokjes Nee Ga naar vraag...

Printversie digitale vragenlijst – gezondheidsonderzoek klas 2 VO, cohort 2015-2016

Pagina 15

Vraag 80. Op hoeveel dagen heb je alcohol gedronken? Kruis op iedere regel één vakje aan.

Nooit In je hele leven In de laatste 4 weken

 

1 of 2 dagen

3 t/m 5 dagen

6 t/m 9 dagen

10 t/m 19 dagen

20 t/m 29 dagen

30 dagen of meer

 

 

 

 

 

 

Alcoholgebruik binge en aangeschoten Vraag 81. Hoe vaak heb je in de laatste 4 weken VIJF OF MEER drankjes met alcohol gedronken bij één gelegenheid (bijvoorbeeld op een feestje of op één avond)? Nooit 1 keer 2 keer 3 of 4 keer 5 of 6 keer 7 of 8 keer 9 keer of vaker

Vraag 82. Hoe vaak ben je dronken of aangeschoten geweest door het drinken van alcohol? Kruis op iedere regel één vakje aan. Nooit In je hele leven In de laatste 4 weken

 

1 keer

2 keer

3 keer

4 t/m 10 keer

 

 

 

 

11 keer of vaker

Alcohol 16 + Vraag 83. Koop je wel eens zelf alcohol? nooit ga door naar vraag soms regelmatig vaak

Vraag 84. Waar koop je meestal alcohol? je mag één antwoord kiezen supermarkt slijterij café/bar discotheek restaurant sportkantine ik koop nooit alcohol, ik krijg het ergens anders

Vraag 85. Wanneer je van plan bent om uit te gaan, drink je dan vooraf alvast alcohol ('indrinken')? ja, altijd ja, meestal ja, soms nee ga door naar vraag Printversie digitale vragenlijst – gezondheidsonderzoek klas 2 VO, cohort 2015-2016

Pagina 16

 

Vraag 86. Waar ga je dan meestal indrinken? je mag één antwoord kiezen thuis of bij vrienden thuis in een keet ergens anders

Vraag 87. Wat vinden je ouders/verzorgers ervan dat je alcohol drinkt? ze weten het niet ze verbieden het ze raden het af ze vinden dat ik minder alcohol zou moeten drinken ze vinden het goed ze zeggen er niets van

Vraag 88. Hoe oud was je toen je voor het eerst minimaal één glas alcohol dronk?



jaar

Vraag 89. Waar was je toen je voor het eerst minimaal één glas alcohol dronk? thuis bij vrienden thuis in een keet in een uitgaansgelegenheid anders

Roken actief Vraag 90. Heb je ooit gerookt? Ja, een hele sigaret of meer Ja, alleen een paar trekjes Nee Ga naar vraag... Vraag 91. Hoe vaak rook je nu? Elke dag Minstens 1 keer per week, maar niet elke dag Minder dan 1 keer per week Ik rook niet

Softdruggebruik Vraag 92. Heb je ooit wiet (marihuana) of hasj aangeboden gekregen? Ja Nee Ga naar vraag... Vraag 93. Waar heb je wiet (marihuana) of hasj aangeboden gekregen? Je mag meer dan één antwoord geven.  Op school  Thuis of bij vrienden thuis  Op straat, in een park of bij een hangplek  In een café of disco, op een feest of bij een concert  Ergens anders

Printversie digitale vragenlijst – gezondheidsonderzoek klas 2 VO, cohort 2015-2016

Pagina 17

Softdruggebruik Vraag 94. Heb je ooit wiet (marihuana) of hasj gebruikt? Ja Nee Ga naar vraag... Vraag 95. Op hoeveel dagen heb je wiet (marihuana) of hasj gebruikt? Kruis op iedere regel één vakje aan.

Nooit In je hele leven In de laatste 4 weken

 

1 of 2 dagen

3 t/m 5 dagen

6 t/m 9 dagen

10 t/m 19 dagen

20 t/m 29 dagen

30 dagen of meer

 

 

 

 

 

 

Harddruggebruik Vraag 96. Heb je ooit één van de volgende middelen aangeboden gekregen: XTC (ecstasy, MDMA), cocaïne, paddo’s, amfetamine (uppers, pep of speed), LSD, GHB, heroïne en/of lachgas? Ja Nee Ga naar vraag... Vraag 97. Waar heb je (één van) deze middelen aangeboden gekregen? Je mag meer dan één antwoord geven.  Op school  Thuis of bij vrienden thuis  Op straat, in een park of bij een hangplek  In een café of disco, op een feest of bij een concert  Ergens anders

Vraag 98. Heb je ooit één van de volgende middelen gebruikt: XTC (ecstasy, MDMA), cocaïne, paddo’s, amfetamine (uppers, pep of speed), LSD, GHB, heroïne en/of lachgas? Ja Nee Ga naar vraag...

Printversie digitale vragenlijst – gezondheidsonderzoek klas 2 VO, cohort 2015-2016

Pagina 18

Vraag 99. Welke van de volgende middelen heb je gebruikt? Kruis op iedere regel één vakje aan.

Niet gebruikt XTC (ecstasy, MDMA) Cocaïne (coke of wit) Paddo’s (hallucinogene paddenstoeltjes of magic mushrooms) Amfetamine (uppers, pep of speed) LSD GHB Heroïne Lachgas

In de laatste 4 weken gebruikt

Wel gebruikt, maar langer dan 4 weken geleden

 

 

 







    

    

    

Seksualiteit Vraag 100. Heb je ooit met iemand gezoend (tongzoenen)? Ja Nee, nooit Ga naar vraag... Vraag 101. Heb je ooit geslachtsgemeenschap gehad? Ja, regelmatig Ja, een paar keer Ja, 1 keer Nee, nooit Ga naar vraag... Vraag 102. Heb je altijd een condoom gebruikt toen je geslachtsgemeenschap had? Ja, altijd Nee, niet altijd Nee, nooit Ik weet het niet meer

Vraag 103. Heb je wel eens geslachtsgemeenschap gehad tijdens of vlak na gebruik van alcohol en/of drugs? Ja Nee

Printversie digitale vragenlijst – gezondheidsonderzoek klas 2 VO, cohort 2015-2016

Pagina 19

Homoseksualiteit Vraag 104. Voor de JONGENS: Stel dat er in jouw klas een jongen zit die op jongens valt (homo is). Wat zou je wel, misschien of juist niet doen? Voor de MEISJES: Stel dat er in jouw klas een meisje zit dat op meisjes valt (lesbisch is). Wat zou je wel, misschien of juist niet doen? Geef op iedere regel een antwoord.

Zeker wel Ik zou rustig vriendschap met hem/haar sluiten Ik zou laten merken dat hij/zij van mij af moet blijven Ik zou in de pauze liever naast iemand anders gaan zitten

Wel

Misschien wel, misschien niet

Niet

Zeker niet

 

 

 

 

 











Vraag 105. Als een jongen of een meisje op jouw school homoseksueel is, denk je dan dat diegene dat op school eerlijk zou kunnen vertellen? Ja, tegen iedereen op school Ja, alleen tegen zijn of haar vrienden Nee Dat weet ik niet

Overige Vraag 106. Heb je nog vragen of zijn er dingen die je graag (zelf) met de verpleegkundige of arts van de GGD wilt bespreken? Ja Nee

E-mailadres Vraag 107. Wil je hier je e-mailadres neerzetten? Dit e-mailadres zal alleen gebruikt worden voor eventueel contact tussen de jeugdverpleegkundige of jeugdarts en jou. Dit e-mailadres wordt niet doorgegeven aan derden. nee ga naar vraag ja

Vraag 108. Mijn e-mailadres is

Printversie digitale vragenlijst – gezondheidsonderzoek klas 2 VO, cohort 2015-2016

Pagina 20