prevent.pack k ate r n 2
Preventie van verpakkingen: voorbeelden
inhoud Het tweede katern van Prevent.pack toont aan de hand van concrete voorbeelden aan hoe bedrijven verpakkingspreventie in de praktijk zetten.
k ate r n 2 water en frisdranken Spadel Coca-Cola Enterprises Belgium Delhaize Colruyt Lidl Sources Chaudfontaine koffie Colruyt Douwe Egberts JAVA Ko;e Kàn was- en onderhoudsproducten Unilever - Lever Fabergé Belgium Henkel Procter & Gamble Carrefour Belgium Mc Bride Colgate Palmolive Belgium koekjes en wafels Lotus Bakeries LU Benelux (Groep Danone) Vondelmolen industriële producten A. Schulman Plastics Borealis Isobar / FeboConstruct Deceuninck
In dit katern komen vijf productgroepen aan bod. Op de website www.preventpack.be vindt u ook voorbeelden van andere productgroepen.
3 4 8 11 11 12 12 13 14 17 20 20 21 22 25 28 31 34 34 35 36 39 42 43 44 48 52 56
De preventievoorbeelden werden ingediend naar aanleiding van een brede oproep en beoordeeld door een adviescomité, bestaande uit vijf onafhankelijke experts: ➔ Theo Geerken, VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek) ➔ Leo Goeyens, BVI (Belgisch Verpakkingsinstituut) ➔ Jacques Halleux, WTCM (Wetenschappelijk en Technisch Centrum van de Metaalverwerkende Nijverheid) ➔ Ad Lansink, consulent en voormalig lid van de Nederlandse Tweede Kamer ➔ Raymond Wallaert, CNE (Conseil National de l’Emballage)
Water en frisdranken
3 3 3 3 3 3
Spadel Coca-Cola Enterprises Belgium Delhaize Colruyt Lidl Sources Chaudfontaine
prevent.pack 3
Mee aan de bron van preventie S pa d el
H
et gamma van Spadel bevat zowel eenmalige verpakkingen als herbruikbare flessen. De producent stelt zich daarmee neutraal op in de discussie over de milieu-impact van beide verpakkingen. Toch vindt Spadel dat dankzij het hoge recyclagepercentage van de eenmalige flessen de beide types verpakkingen op milieuvlak gelijkwaardig zijn. De eenmalige verpakkingen bieden echter meer flexibiliteit. De vorm ervan kan immers vrij eenvoudig en snel worden aangepast, zonder al te
De mineraalwatergroep Spadel brengt in België onder meer Spa op de markt. Het bedrijf speelt al jaren een voortrekkersrol in verpakkingspreventie. Het verbeterde doorheen de jaren de verpakkingsratio van de meeste van zijn dranken, en is nu ook een van de eerste producenten die zijn eenmalige plastic PET-flessen voor een deel uit gerecycleerd materiaal vervaardigt.
hoge investeringen. Dat is zowel belangrijk vanuit het oogpunt van marketing, als van preventie en kostenreductie. De aanpassingen gebeuren immers stapsgewijs, waardoor de producent sneller kan inspelen op de dynamiek van de markt en tegelijk de milieu-impact en de kosten kan terugdringen. Een herbruikbare verpakking is daarentegen ‘statisch’: ze circuleert ongeveer vijftien jaar in ongewijzigde vorm. Die duurtijd volgt uit het feit dat elke aanpassing van het ontwerp enorme investeringen vraagt in
de productie-installaties en de logistieke keten. De duurtijd verkorten, en dus het aantal hergebruikcycli beperken, zou dus financieel moeilijk te verantwoorden zijn en zou de milieu-impact verhogen. Men kan zich bovendien de vraag stellen of er dan nog wel sprake kan zijn van ‘hergebruik’.
Lange preventietraditie Sinds haar ontstaan in 1971 veranderde de eenmalige plastic SPA Reine-fles van
Spadel volgt voor elke nieuwe ontwikkeling, project of procesoptimalisering een strikt beleid dat erop gericht is kwaliteit, voedselveiligheid en milieu te integreren.
4
prevent.pack
1971 56,6 g
1978 48,8 g
1988 47,3 g
1990 45,6 g
1993 42,3 g
1996 41,1 g
2000 37,3 g
Sinds haar ontstaan in 1971 veranderde de eenmalige plastic SPA Reine-fles van anderhalve liter zes keer van vorm, met telkens een significante gewichtsvermindering tot gevolg.
Kwaliteit, voedselveiligheid en milieu Spadel volgt voor elke nieuwe ontwikkeling, project of procesoptimalisering een strikt beleid dat erop gericht is kwaliteit, voedselveiligheid en milieu te integreren. Dat gebeurt onder de directie van Jean Renson, verantwoordelijk voor het departement R&D van Spadel. Spadel schakelt daarbij steeds de best beschikbare technieken in, voor zover het om verantwoorde investeringen gaat. Verder waakt het bedrijf over de bescherming van het water en stelt het alles in het werk om het gebruik van grondsto=en en energie te beperken. Spadel heeft in ons land altijd een voortrekkersrol gespeeld op het vlak van afvalpreventie. De kost van de
verpakking (de materiaalkost en de bijdrage aan FOST Plus) vertegenwoordigt immers een flink stuk van de totale productiekost. Bij een natuurlijk product zoals mineraalwater maakt de verpakking een significant deel uit van de milieu-impact omdat er weinig andere productiestappen zijn dan het bottelen van het water. Heel wat inspanningen van Spadel op milieuvlak en op kostenvlak situeren zich daarom logischerwijze in de verpakkingssfeer. Spadel blijft zoeken naar nieuwe verbeteringen. Nochtans moet een fles functioneel blijven en heeft preventie dus ook grenzen.
grote maatschappelijke en politieke druk. Bovendien bleek PET in dit geval zowel kwalitatief als technisch interessanter dan PVC. Een flessenwand uit PET laat minder gassen door, weerstaat beter aan de hoge druk van koolzuurhoudende dranken en is onbreekbaar. Bovendien is PET transparanter dan PVC en voldoet het in die zin beter aan de wensen van de markt. Deze evolutie noopte Spadel tot zware investeringen. Het hele machinepark moest worden vervangen, zowel voor de injectie van de ‘preforms’ als voor het blazen van de flessen. Sinds ’71 is ook de secundaire verpakking sterk geëvolueerd. Oorspronkelijk werden twaalf flessen verpakt in een kartonnen doos. Vandaag worden de flessen aangeboden in een sixpack met plastic wikkel.
Meer gerecycleerd materiaal anderhalve liter zes keer van vorm, met telkens een significante gewichtsvermindering tot gevolg. De huidige fles is 34% lichter dan haar oudste voorouder
van 56,6 g. Een mijlpaal in de geschiedenis van de fles was de omschakeling van PVC (polyvinylchloride) naar PET in 1978. Het gebruik van PVC kwam onder
Het recycleren van PET-flessen en vooral het gebruik van gerecycleerd materiaal in de productie van Spa Reine-flessen, betekende voor Spadel een nieuwe mijlpaal in de ontwikkeling en de preventie
prevent.pack 5
“Bij een natuurlijk product als mineraalwater situeren kostenbesparingen zich vaak op het vlak van de verpakking.”
Bernard Michotte, Manager Environmental A≈airs - Corporate Advisor
6
SPA Barisart, bruisende transportwinst
van verpakkingen. Spadel neemt daarbij de meest strikte voorzorgsmaatregelen in acht, en garandeert zo dat de verpakking perfect beantwoordt aan de kwaliteits- en de zuiverheidseisen van natuurlijk mineraalwater. Het bedrijf maakt daarbij gebruik van recente technologische evoluties, in het bijzonder op het vlak van recyclageprocédés en de zuivering van PET. Om deze nieuwe technologieën verder ingang te doen vinden, is echter een harmonisering
SPA Reine blauw spaart het leefmilieu
Spadel wijzigde de secundaire verpakking van twaalf plastic flessen van anderhalve liter bruisend water (SPA Barisart). Het verving de kartonnen tray van 85 g door een eenvoudig kartonnen vel van 36 g. Naast een gewichtsreductie van 58%, betekent dat ook een transportwinst van 27% omdat er nu 672 flessen op een pallet kunnen worden gestapeld, in plaats van de vroegere 528.
De 1,5 l PET-fles van SPA Reine is 9% lichter dan de vorige fles en bevat nu meer dan 25% gerecycleerde PET.
Recent realiseerde Spadel een materiaalreductie van 9% op zijn SPA Reinefles van anderhalve liter. De gewichtsvermindering zat zowel in de PET-fles zelf (34 g in plaats van 37,5 g) als in het etiket (van 1,3 g naar 1 g). De dop uit HDPE (high density polyethyleen) heeft, ondanks de grotere diameter (van 28 naar 30 mm), zijn oorspronkelijke gewicht behouden. Verder bestaat de fles voor minimum 25% uit gerecycleerde PET, wat op zich geen gewichtsverandering teweegbrengt, maar wel een milieuverbetering is. Dat Spadel een relatief hoog percentage gerecycleerde PET kan gebruiken, wordt vergemakkelijkt door de typische blauwe kleur van de flessen. Maar Spadel koos vooral voor deze blauwe tint om het merk duidelijk van dat van de concurrenten te onderscheiden. Bovendien is er geen verschil in transparantie tussen een fles met of een fles zonder gerecycleerde PET.
De kartonnen tray voor twaalf SPA Barisartflessen van 1,5 liter werd vervangen door een kartonnen vel, met een gewichtsvermindering en een belangrijke transportwinst tot gevolg.
prevent.pack
nodig van de Europese wetgeving rond het gebruik van gerecycleerde plastics voor direct contact met voedingsmiddelen. Sommige lidstaten, zoals Duitsland, gebruiken steeds meer dit soort gerecycleerde plastics, terwijl er in andere landen beperkingen gelden door een te strikte wetgeving.
Door de geschrankte schikking kunnen er nu 28 in plaats van 24 flesjes van 20 cl in een bak en 18 flesjes van 0,50 cl in plaats van 12. Dat betekent een winst van respectievelijk 48% en 64% meer product per pallet.
Meer herbruikbare flesjes per krat Spadel biedt herbruikbare glazen flesjes van zowel 20 cl als 50 cl aan op de markt. Een tiental jaar geleden voerde het voor beide flesjes een nieuw ontwerp in dat 20% minder woog dan zijn voorganger. Recent paste de waterproducent ook de kratten aan, waardoor nu ook de opslag en het transport van de flesjes e;ciënter gebeuren. Door de geschrankte schikking kunnen er nu 28 in plaats van 24 flesjes van 20 cl in een bak en 18 flesjes van 0,50 cl in plaats van 12. Dat betekent een winst van respectievelijk 48% en 64% meer product per pallet. ■
S pa d el Pr o d u c te n De kernactiviteit van de groep Spadel is het beschermen, opvangen, bottelen en commercialiseren van natuurlijke mineraalwaters. Spadel biedt ook een uiteenlopend gamma van limonades en vruchtensiropen aan.
A lg e m e e n Pr eve n t i e pl a n Spadel participeert in het sectorale preventieplan van Fevia, de federatie van de voedingsindustrie.
Re al i s at i e s 3 1,5 l fles SPA Reine: gewichtsvermindering van 9% 3 1,5 l fles SPA Reine: gebruik van meer dan 25% gerecycleerde PET 3 SPA Barisart: kartonnen tray vervangen door kartonnen vel (58% gewichtsreductie) 3 SPA Barisart: 27% meer product per pallet (winst op het vlak van opslag en transport) 3 Krat met 20 cl glazen flesjes: 48% meer product per pallet 3 Krat met 50 cl glazen flessen: 64% meer product per pallet
prevent.pack 7
PET-flessen herbekeken van dop tot teen Co c a- Co l a E n te r p r i se s B elg i u m Coca-Cola Enterprises Belgium brengt in België een heel gamma aan nietalcoholische dranken op de markt. Ze komen voor in de meest uiteenlopende verpakkingsvormen, maar vooral de PET-flessen werden de voorbije jaren voortdurend bijgeschaafd. Het totale gewicht van de anderhalveliterfles daalde sinds 1995 met zo’n 30%. Ook de recycleerbaarheid is gevoelig verbeterd.
V
eel van de dranken die Coca-Cola Enterprises Belgium op de markt zet, bevatten koolzuurgas (CO2). Dat stelt specifieke eisen aan de PETfles waarin de drank verpakt wordt. Door de hoge druk moet de fles over de hele oppervlakte voldoende stevig zijn. Bovendien is PET doorlaatbaar voor koolzuurgas, dat langzaam uit de drank ontsnapt. Hoe kleiner de fles, hoe groter de verhouding tussen oppervlakte en inhoud, en hoe meer dit probleem zich dus stelt. Om een aanvaardbare houdbaarheid van de frisdrank te waarborgen, moet daarom een CO2-barrière worden ingebouwd. Deze beperkingen zorgen ervoor dat er grenzen zijn aan de gewichtsvermindering en de gebruikte materialen van de drankverpakkingen.
Van haar voetstuk gehaald Van alle veranderingen aan de ‘look’ van de fles sprong het verdwijnen van de ‘basecup’ in 1995 wellicht het meest in het oog van de consument. Die harde beker in HDPE onderaan de fles was nodig omdat de fles bolvormig was om de hoge interne druk op te vangen. Door de bolle vorm kon de fles niet rechtop staan zonder die basecup. De huidige flessen staan nu op ‘voetjes’, plaatselijke verdikkingen die de fles de nodige stevigheid bezorgen. Deze ‘petaloid’-vorm is een verbetering op twee terreinen van de afvalpreventie: een grotere recycleerbaarheid doordat de nieuwe fles uit één enkele preform wordt geblazen, en een
8
prevent.pack
vermindering van het gewicht dankzij het elimineren van de basecup, die ongeveer 15 tot 20 gram woog, afhankelijk van het flessenformaat.
Schroefdop teruggeschroefd Ook aan de hals van de fles werd de laatste jaren duchtig gesleuteld. CocaCola schakelde over naar een nieuwe neckfinish. Die weegt 1 g per fles minder dan de vorige dankzij het verbeterde ontwerp van de schroefdraad, de verticale sleuven waarlangs de overdruk in de fles ontsnapt tijdens het openen, en de ‘neck support ring’ waarmee machi-
nes de fles grijpen tijdens het vormen en afvullen. Uiteraard zijn er ook hier limieten aan de gewichtsbeperking, vooral omdat de flessenhals nog voldoende stevig moet zijn om de druk bij het sluiten te weerstaan. Ook de dop zelf werd verbeterd met het oog op afvalpreventie. Zo wordt het extra schijfje uit plastic binnenin de dop achterwege gelaten, zonder negatieve invloed op de afdichting. Bij de grote flessen heeft de dop haar minimale gewicht volgens Coca-Cola ongeveer bereikt, maar voor de kleinste flessen bestaat er nog potentieel. Die krijgen tot
nu toe dezelfde dop opgeschroefd als hun grotere soortgenoten. Hoewel esthetisch weinig aantrekkelijk, was die dop ook bij kleinere flessen nodig om ervoor te zorgen dat de overdruk via de sleuven geleidelijk uit de fles ontsnapt tijdens het openen. Onderzoek naar een verbeterd concept resulteerde nu in een nieuwe, kleinere dop voor flesjes van 0,5 liter en minder, die Coca-Cola Enterprises Belgium binnenkort op de markt brengt. De kleinere dop en de bijhorende flessenhals zijn samen goed voor een gewichtsreductie van 1,5 g.
Betere materialen en coatings Zoals eerder vermeld, moet de wand van de fles dik genoeg zijn om te vermijden dat het CO2-gas te snel uit de frisdrank ontsnapt. Door het PET te vervangen door nieuwe granulaten die minder koolzuurdoorlatend zijn, zou de wand dunner kunnen worden gemaakt.
Dergelijke materialen zijn in volle ontwikkeling. Er bestaan al toepassingen, zoals het polyethyleen naftalaat (PEN), maar ten opzichte van PET blijven deze nieuwe granulaten echter nog te duur om een economisch haalbaar alternatief te vormen en ook de impact op de recyclageketen vormt een knelpunt. Ook veelbelovend is het aanbrengen van een ‘coating’ op de PET-wand. Dit deklaagje houdt koolzuurgas in de fles en zuurstof erbuiten en kan de nylonlaag die in sommige multilayerflessen aanwezig is, vervangen. De fles kan dan worden vervaardigd uit een monomateriaal en dat verhoogt de recycleerbaarheid.
Nieuw procédé voor PET-recyclage PET-flessen worden in België selectief ingezameld en gerecycleerd. Bovendien bevatten de Coca-Cola-flessen van 0,5 liter zelf 25% gerecycleerd PET-
“Veel van onze PET-flessen bestaan nu al voor minstens 25% uit gerecycleerd materiaal. Op heel korte termijn is 50% haalbaar.” figuur 1 8,8
Tom Delforge, Communications Director materiaal. Het is de bedoeling om dat percentage te verhogen tot 50%. Afhankelijk van het gebruikte gerecycleerde materiaal kan bij nog hogere percentages het risico ontstaan dat de fles verkleurt. Coca-Cola was overigens een van de drijvende krachten achter de ontwikkeling van het URRC (United Resource Recovery Corporation)-procédé, een duurzame techniek voor de recyclage van PET-flessen. De beschikbaarheid van dit hoogwaardig gerecycleerd PET blijft voorlopig eerder beperkt, gezien het kleine aantal verwerkingsinstallaties in Europa op dit ogenblik.
CO2 - verlies voor een 0.5 l PET-fles in functie van het gewicht van de fles
Koolzuurgas ontsnapt langzaam uit een PET-fles. Hoe dikker de wand, hoe groter de CO2-barrière en hoe langer de houdbaarheid van de frisdrank.
volume CO2 in g/l
8,4 8,0 7,6 7,2 20 g 18 g 15 g
6,8 6,4 6,0 5,6 0
20
40
60
80
100
120
tijd in dagen 140
prevent.pack 9
De nieuwste generatie PET-flessen zijn veel lichter, gemakkelijker te recycleren, en bevatten een hoger percentage aan gerecycleerd materiaal.
Preventie is kwestie van samenspraak Wereldwijd hanteert Coca-Cola een eigen kwaliteitszorgsysteem (The CocaCola Quality System) dat een duidelijk milieuluik bevat. Toch is milieuzorg ook voor de drankenproducent een regiospecifieke bekommernis. Zo heeft Coca-Cola Enterprises Belgium een uitdrukkelijk neergeschreven milieubeleid dat onder meer veel aandacht schenkt aan de con-
tinue verbetering van hun activiteiten, producten en verpakkingen, met het oog op preventie van milieu-overlast. Coca-Cola ontwerpt en ontwikkelt zijn verpakkingen overigens per marktregio. Afvalpreventie is voor Coca-Cola Enterprises Belgium dan ook een vast agendapunt op de wekelijkse productievergaderingen. Daarin overleggen alle betrokkenen hoe ze de verpakkingen, het productieproces en de logistieke
keten verder kunnen optimaliseren om afval te voorkomen. Voor Coca-Cola is samenspraak tussen alle betrokkenen hierbij het sleutelelement. Afvalpreventie kan pas succesvol zijn als leveranciers, machinebouwers en productieverantwoordelijken samen rond de tafel zitten en elk vanuit hun visie aan oplossingen werken. ■
Co c a- Co l a E n te r p r i se s B elg i u m Pr o d u c te n Coca-Cola Enterprises Belgium is een merkenfabrikant van een gevarieerd aanbod van niet-alcoholische dranken voor de Belgische en Luxemburgse markt, onder licentie van ‘The Coca-Cola Company’. Dat gaat van frisdranken en sportdranken, over fruitsappen en vitaliserende dranken, tot ijsthee en mineraalwater (bruisend of niet).
A lg e m e e n p r eve n t i e pl a n Coca-Cola Enterprises Belgium participeert in het sectorale preventieplan van Fevia, de federatie van de voedingsindustrie.
Re al i s at i e s 3 basecup van de PET-fles vervangen door petaloid-bodem (gewichtsreductie, monomateriaal) 3 nieuwe neckfinish (gewichtsreductie) 3 nieuwe schroefdop (gewichtsreductie, monomateriaal) 3 25% gerecycleerd PET (gerecycleerde materialen)
10
prevent.pack
Delhaize Delhaize heeft de papieren etiketten van de PET-flessen voor limonade vervangen door etiketten in OPP (georiënteerd polypropyleen). Deze etiketten verbeteren de recycleerbaarheid omdat ze tijdens de recyclage gemakkelijker te scheiden zijn van de PET-flessen en terecht komen bij de doppen (eveneens in PP). Bovendien weegt het nieuwe etiket slechts 1,06 g in vergelijking tot 2,95 g voor het papieren etiket. ■
Colruyt Colruyt heeft de kartonnen tussenvellen voor het stapelen van flessen bronwater vervangen. De vorige vellen waren nog 1,8 kg zwaar, de nieuwe vellen wegen amper 400 g. Deze maatregel is van toepassing voor het huismerk van Colruyt, het water Louise. In de sector van waters en frisdranken hebben ook andere bedrijven tijdens de voorbije jaren gelijkaardige maatregelen genomen. ■
prevent.pack 11
Lidl Lidl heeft de flessen van 1,5 liter voor bronwater en frisdranken vervangen door flessen met een inhoud van 2 liter. De nieuwe flessen zijn iets zwaarder, maar per eenheid product is er wel minder verpakking. Een lege cola-fles bijvoorbeeld weegt vandaag 51,1 g (tweeliterfles) in vergelijking tot 45,3 g voor een fles van 1,5 liter. Omgerekend naar een liter drank betekent dat een gewichtsbesparing van 4,65 g/l of ruim 15%.
Ook de folie rond een sixpack (zes flessen) geniet het zelfde voordeel. Vroeger woog de folie 20 g voor 9 liter, vandaag 24 g voor 12 liter. Per liter drank is er dus een extra gewichtsbesparing van 0,22 g/l. De nieuwe flessen worden ook efficiënter gestapeld op een pallet. Vandaag gaat er 768 liter op een pallet in vergelij-
Sources Chaudfontaine Chaudfontaine wijzigde de verpakkingen van mineraalwater. Het bedrijf verminderde het gewicht van de PETflessen met een inhoud van 1.5 l. De flessen, die voordien 41 g wogen, wegen nu nog slecht 31 g. Dat levert een besparing op van 400 ton plastic per jaar. Chaudfontaine realiseerde deze gewichtsvermindering door de vorm van de fles aan te passen en te investeren in een nieuwe blaasmachine voor de flessen. Dankzij de nieuwe vorm van de fles, kunnen er nu 112 pakken van elk zes flessen (sixpacks) op een pallet in
12
prevent.pack
plaats van 104 voorheen. Dat levert een transportwinst op van 8%. Bovendien gebruikt Chaudfontaine nu een dunnere folie voor de sixpack. De dikte van de folie werd verlaagd van 75 µ tot 65 µ, wat op jaarbasis een impact betekent van 4 ton plastic. Niet alleen is de fles vanuit preventieoogpunt een verbetering, de fles loopt ook gemakkelijker door de productieketen. De vorige fles leverde soms technische problemen op, die nu van de baan zijn. ■
king tot 756 liter vroeger, een transportwinst van 1,6%. Een gelijkaardige aanpassing is gebeurd voor de andere frisdranken en voor het bronwater. ■
Ko÷e
3 3 3 3
Colruyt Douwe Egberts Java Ko÷e Kàn
prevent.pack 13
Lage kosten en preventie gaan gaansamen samen Co l ruy t
Colruyt, één van de grote distributiebedrijven in België, biedt naast een groot aantal nationale merken, ook een aantal eigen merken aan. Voor die eigen merken besteedt Colruyt veel aandacht aan verpakkingspreventie. Voor de ko÷e die Colruyt zelf brandt bijvoorbeeld, werden in de loop van de jaren heel wat aanpassingen gedaan aan de verpakking. Al die aanpassingen samen hebben geleid tot aanzienlijke besparingen in materiaal. Daarbij is bovendien vaak gebleken dat milieu en lage kosten hand in hand gaan.
V
erpakkingspreventie is volgens Colruyt de verantwoordelijkheid van verschillende partijen samen. Het bedrijf dat een product verpakt of laat verpakken is natuurlijk de eerste verantwoordelijke. Daarnaast is ook de distributie betrokken bij het samenstellen van het assortiment. Ook de consument speelt een rol, aangezien hij voor bepaalde producten en verpakkingen kiest. Ten slotte is het de taak van de overheid om controle uit te oefenen en te sensibiliseren. Preventie van verpakkingen wordt bij Colruyt gedreven vanuit een sterk kostenbewustzijn. De onderneming zoekt constant naar manieren om kosten te besparen. Als er kan bespaard worden op de hoeveelheid verpakkingsmateriaal, heeft dat ook voordelen op andere vlakken: minder verpakkingsmateriaal, minder milieu-impact, minder transport en minder afval achteraf.
E÷ciënte communicatie Voorstellen om een verpakking aan te passen, kunnen van verschillende doelgroepen komen. De leverancier van een product is natuurlijk goed geplaatst om zelf verbeteringen aan de verpakking voor te stellen, maar er komen ook suggesties van de Colruyt-medewerkers, die dagelijks met de producten omgaan, en zelfs van consumenten. Daarvoor beschikt Colruyt over een e;ciënt communicatiesysteem. De voorstellen worden verzameld door de verpakkingsverantwoordelijke van
14
prevent.pack
Colruyt, die ze analyseert en samen met de leverancier nagaat of de verpakking verbeterd kan worden. Daarbij is ook de mening van andere interne partijen belangrijk, zoals de aankopers, de verkoopsafdeling en de milieuverantwoordelijke.
Resultaten inventariseren Elke preventiemaatregel vraagt een testperiode. Na een aanpassing van de laminaatverpakking van ko;e bleek bijvoorbeeld dat er veel verpakkingen beschadigd werden bij het in de winkelrekken zetten. Ook hier komt het interne communicatiesysteem van Colruyt goed van pas. Medewerkers hebben een instrument om problemen snel door te geven, zodat de testperiode tot een
minimum herleid kan worden. Het probleem werd verholpen door het personeel nieuwe aanwijzingen te geven voor het vullen van de rekken. Na de invoering van een preventiemaatregel, maakt de verpakkingsverantwoordelijke een preventiebalans op. Dat is een berekening van de besparing aan materiaal, zowel voor de primaire, secundaire als tertiaire verpakking. Op basis van de preventiebalansen maakt de verpakkingsverantwoordelijke jaarlijks een overzicht van alle preventiemaatregelen, waarbij de impact van maatregelen uit het verleden geactualiseerd wordt in functie van recente verkoopcijfers. Zo’n preventiebalans stimuleert om nieuwe maatregelen te nemen.
Colruyt wijzigde de verpakking van Graindor-ko÷e in verschillende fasen. In de laatste fase werd dankzij een nieuw openingssysteem een gewichtsvermindering gerealiseerd en werden de kartonnen trays verlaagd.
Preventievoorbeelden uit eigen productielijn Voor ko;e heeft Colruyt een eigen productieafdeling in Halle. Daar wordt onder meer het huismerk Graindor gebrand en verpakt in cilindervormige blikken. Colruyt heeft die verpakking op verschillende vlakken aangepast met significante materiaalbesparingen tot gevolg. Wanneer de ko;e in Halle toekomt, heeft hij per schip en per vrachtwagen al een lange weg afgelegd. Dat transport gebeurt in juten zakken, die in de productieafdeling van Colruyt worden leeggemaakt en samengeperst tot balen. Colruyt verkoopt de balen aan een bedrijf dat instaat voor de recyclage, waar ze verwerkt worden tot matten of tot opvulmateriaal voor autosturen. Na het branden en malen, wordt de koffie verpakt. Een goede ko;everpakking moet vooral het aroma bewaren en het ontgassen van de ko;e mogelijk maken, maar de verpakking moet natuurlijk ook commercieel aantrekkelijk zijn. De Graindor-ko;e wordt verpakt in blikken, een verpakking die de klanten sinds jaren gewoon zijn. De verpakking is makkelijk te hersluiten en kan worden gerecycleerd. De blikken worden aan de winkels geleverd per zes of per twaalf in kartonnen trays. Die trays hebben standaardmaten die passen in het zogenaamde colomodule-systeem, zodat er geen plaats verloren gaat op een pallet.
Preventie in stappen In 1999 werd de dikte van de Graindorblikken verminderd van 0,28 mm tot 0,22 mm, een daling met ruim 21% of een besparing van 50 ton metaal per jaar. Ook het gewicht van het plastic deksel verminderde met 31% van 9,3 g tot 6,4 g. In een volgende fase werd het openingssysteem van het blik aangepast, wat opnieuw leidde tot een materiaalbesparing van 10 ton metaal per jaar. Verder werden de kartonnen trays, waarin de blikken verpakt zaten, verlaagd van 7,5 cm naar 5 cm, een daling met 33%. Door die verschillende maatregelen bespaart Colruyt jaarlijks ongeveer 60 ton metaal, 1 ton karton en 10,8 ton kunststof.
Naast deze verbeteringen aan het eindproduct, heeft Colruyt ook nog andere maatregelen genomen die helemaal buiten het gezichtsveld van de consument vallen. Zo worden de papieren etiketten voor de blikken niet meer in dozen geleverd, maar los op een pallet. De omwikkeling van de pallets met lege blikken werd eveneens aangepast, met een gewichtsvermindering tot gevolg. Vandaag worden ook de kartonnen vellen tussen de gestapelde blikken hergebruikt en wordt de omwikkelfolie apart gehouden en gerecycleerd. Naast de productielijn voor de Graindorblikken beschikt Colruyt ook over een productielijn waar ko;efilters voor individuele kopjes ko;e worden gemaakt en verpakt. Ook voor dat product heeft Colruyt al preventiemaatregelen
Colruyt heeft een eigen productieafdeling voor ko÷e, waar het huismerk Graindor gebrand en verpakt wordt.
prevent.pack 15
figuur
Evaluatie van preventievoorstellen Economisch haalbaar 3 betaalbaar 3 logistiek: ‘distribueerbaar’
verpakkingen
Ecologisch “Zo weinig mogelijk, zo veel als noodzakelijk”
Maatschappelijk verantwoord 3 voedselveiligheid 3 informatie 3 bewaring 3 comfort: afgestemd op het gebruiksdoel 3…
Bij de evaluatie van een voorstel gaat Colruyt na wat de impact is op de drie factoren ecologie, economie en maatschappij. De aanpassing van de verpakking moet natuurlijk ecologisch verantwoord zijn. Dat wil zeggen dat er gezocht wordt naar een zo klein mogelijke negatieve impact op het milieu. De aanpassing moet ook economisch haalbaar zijn (laagste kosten), zowel qua materiaal, qua transport als qua verwerking achteraf. Ten slotte moet de aanpassing aan de verpakking ook maatschappelijk aanvaardbaar zijn: de kwaliteit van het product moet bewaard blijven en de verpakking moet beantwoorden aan de wensen en de behoeften van de klant. Koen De Maesschalck, Adviseur Public A≈airs genomen, zoals een gewichtsvermindering van de plastic filterhouders. De plastic korrels voor de vervaardiging van de filters worden aangeleverd in zogenaamde octabin-containers, die meermaals worden gebruikt. De restjes filterpapier die na het stansen van de filters overblijven, gaan terug naar de leverancier en worden gerecycleerd.
Investering Gezien zijn dubbele rol als producent en distributeur, is Colruyt goed geplaatst om aanpassingen aan de Graindor-verpakking door te voeren. Voor andere producten is de verantwoordelijkheid van externe leveranciers groter. Wie het initiatief ook neemt, het uitvoeren van een preventiemaatregel vraagt ook een investering. Daarbij is men in zekere mate beperkt door keuzes die in het verleden zijn gemaakt. Een productielijn bijvoorbeeld heeft een levensduur van tien tot twintig jaar. De vervanging van een installatie is dan ook de uitgelezen kans om preventiemaatregelen uit te werken. ■
16
prevent.pack
“Na de invoering van een maatregel, maken we een preventiebalans op.” Co l ruy t Pr o d u c te n Colruyt is een Belgisch familiebedrijf dat de voorbije decennia is uitgegroeid tot een belangrijke discounter in voeding. Colruyt biedt als distributeur naast een groot aantal nationale merken, ook eigen merken aan. Zo heeft Colruyt voor ko;e het huismerk Graindor, dat in een eigen productieafdeling gebrand en verpakt wordt.
A lg e m e e n Pr eve n t i e pl a n Colruyt participeert in het sectorale preventieplan van Fedis, de Belgische federatie van de distributieondernemingen.
Re al i s at i e s 3 dunnere metalen verpakking (-20%) 3 gewichtsvermindering plastic deksel (-31%) 3 nieuw openingssysteem (gewichtsvermindering) 3 lagere kartonnen trays (33% gewichtsvermindering) 3 losse aanlevering van de papieren etiketten 3 hergebruik van de kartonnen tussenlagen voor palletstapeling
Aroma bewaren met metminder minder verpakkingsmateriaal verpakkingsmateriaal D o u we E g b e r t s
D
ouwe Egberts, dat deel uitmaakt van de groep Sara Lee, maakt verschillende merken van ko;e, zoals Jacqmotte, Zwarte Kat, Senseo en natuurlijk Douwe Egberts. Hoewel menige Belg dagelijks één of meerdere kopjes ko;e drinkt, staan we zelden of nooit stil bij de verpakking. Nochtans zorgt die er voor dat de ko;e haar aroma behoudt en we ten volle kunnen genieten van het bakje troost.
Het klassieke pakje ko÷e in een vacuümverpakking bestaat al tientallen jaren. Douwe Egberts kent dat product door en door en heeft de verpakking geoptimaliseerd. Dankzij de jarenlange ervaring is Douwe Egberts er in geslaagd om de foliedikte van de verpakking verder te verminderen van 90 micrometer naar 60 micrometer. Ook de verpakking van Senseo, een nieuwer ko÷eproduct, heeft een belangrijke gewichtsvermindering ondergaan.
Het vrijwaren van het aroma is het meest kenmerkende en tegelijk het moeilijkste aan het verpakken van ko;e. Dat hangt samen met de manier waarop ko;e geproduceerd wordt. Bij het branden van de ko;e zetten de bonen uit en vormen er zich gassen in de ko;ebonen. Die gassen komen daarna geleidelijk vrij. De kunst is nu om juist lang genoeg te wachten alvorens de ko;e te verpakken. Als men de ko;e onmiddellijk vacuüm verpakt na het branden en malen, verliest het pakje naderhand zijn harde vorm door de vrijkomende gassen. Dat zou de indruk wekken dat het pak lek is. Als men echter te lang wacht alvorens de ko;e te verpakken, is ook het aroma verdwenen.
Flinterdunne barrière De belangrijkste functie van een ko;everpakking is om het aroma binnen te houden en tegelijk vocht en zuurstof buiten te houden. Zuurstof is namelijk verantwoordelijk voor de veroudering van ko;e, omdat het oxidatie veroorzaakt van de vetzuren die in de ko;ebonen aanwezig zijn. Die oxidatie maakt de aanwezige oliën en vetten ranzig, een e=ect dat te vergelijken is met boter die te lang blijft staan.
Het klassieke pakje ko÷e bestaat al dertig jaar en heeft in die tijd een hele evolutie meegemaakt.
Om de ko;e goed te kunnen bewaren, moet het pakje ko;e natuurlijk luchtdicht zijn. Er mogen dus geen kleine openingen zijn, waarlangs lucht of vocht
kunnen binnendringen. Een luchtdichte verpakking bekomt men door de verpakking dicht te lassen. De gassen stromen echter niet enkel door openingen, maar migreren ook door het verpakkingsmateriaal zelf. De verpakking moet daarom een voldoende barrière vormen tegen de migratie van gassen. Vroeger gebruikte Douwe Egberts een combinatie van een plastic folie, die als drager dient, en een aluminium folie, die de feitelijke barrière vormt en een houdbaarheid opleverde van twee tot drie jaar. Die lange houdbaarheid was echter niet nodig omdat de ko;e bijna nooit langer dan één jaar blijft staan. Toen de techniek het toeliet, heeft Douwe Egberts daarom de barrièrelaag gewijzigd. Vandaag wordt in een vacuümkamer een zeer dun laagje aluminium gedampt op een plastic folie, wat een aanzienlijke besparing oplevert in de gebruikte hoeveelheid aluminium.
Vacuümpakje heeft geen geheimen De wijziging van de barrièrelaag dateert al van enkele jaren geleden. Het klassieke pakje ko;e bestaat immers reeds dertig jaar en heeft in die tijd een hele evolutie meegemaakt. Spectaculaire revoluties moet men hier niet meer verwachten. Toch is Douwe Egberts er een paar jaar geleden nog in geslaagd de foliedikte van het pakje ko;e verder te verminderen.
prevent.pack 17
“We zochten een dunnere folie die in alle vestigingen gebruikt kon worden.”
Jef Van Dijck, Packaging Engineer Douwe Egberts heeft in 2001 de foliedikte van de ko;epakjes van 250g kunnen verminderen van 90 micron naar 60 micron. Dat gebeurde in het kader van een groots project waar alle Europese vestigingen bij betrokken waren en dat bijna één jaar voorbereiding heeft gevraagd. Het belangrijkste doel van dat project was om het grondstoffenverbruik voor de folie van vacuümverpakte ko;e te verminderen. Douwe Egberts wilde echter ook een grotere uniformiteit bekomen en streefde ernaar om een foliekwaliteit te vinden die in alle vestigingen kon gebruikt worden, namelijk in België, Nederland, Frankrijk, Spanje en Hongarije. Bovendien moest de folie zowel bruikbaar zijn voor de pakjes van 250g als voor de pakjes van 500g.
Op basis van deze testen werden drie combinaties weerhouden, waarmee testen werden uitgevoerd op grotere schaal. Het ging telkens om een combinatie van twee types plastic folies, waarvan de buitenfolie gemetalliseerd was. Het type plastic en de dikte van de folies varieerden. De bedoeling van de industriële testen was om na te gaan welke van de drie versies het beste resultaat gaf. Bij het uitvoeren van die testen bleek onder meer dat verschillende machines moesten bijgesteld worden om op normale snelheid de nieuwe folies te verwerken.
Materiaalwinst en uniformiteit De hele reeks van testen toonde uiteindelijk aan dat het beste resultaat werd bekomen met een film die een combina-
tie is van gemetalliseerd OPA met een dikte van 15 micrometer en PE met een dikte van 45 micrometer. Deze film weegt 60,7 g/mC ten opzichte van de vroegere 88,6 g/mC, een besparing van 31,5%. Men kan natuurlijk ook de materiaalwinst per ko;epakje berekenen, waarbij men rekening moet houden met de papieren bedrukte wikkel, die ongewijzigd is gebleven. De papieren wikkel blijft nodig omdat geen kwalitatief hoogstaande bedrukking van de binnenverpakking mogelijk is zonder een extra laag te voorzien in de plasticfolie. Per ko;epakje van 250 g komt de materiaalwinst op ongeveer 1,6 g of 17% vermindering. De nieuwe folie werd geleidelijk in alle vestigingen ingevoerd, samen met de optimalisering van de verpakkingsmachines. In België gaat het om zes productielijnen.
Europese zoektocht De bestaande folie van het pakje van 250g was een combinatie van een gemetalliseerde plastic folie (OPA, georiënteerde polyamide) met een dikte van 15 micrometer en een tweede plastic folie (PE, polyethyleen) met een dikte van 75 micrometer. De zoektocht naar een nieuwe verpakking begon met het identificeren van 22 mogelijke alternatieven voor de bestaande folie. Uit deze groep van 22 werden er eerst dertien geselecteerd die goed bevonden werden om er een aantal machinetesten mee uit te voeren. De testen gebeurden in de verschillende productievestigingen en met verschillende types ko;e. Daarnaast vonden er ook een aantal transporttesten plaats.
18
prevent.pack
De Senseo-zakken werden verlaagd, zodat nu 17 % minder folie nodig is. Dankzij de lagere zakken kunnen er bovendien 13 lagen op een pallet gestapeld worden in plaats van 11.
De nieuwe folie van het pakje ko÷e is 31,5 % dunner dan de vorige folie en toch blijven de barrière-eigenschappen behouden.
Senseo Douwe Egberts heeft onlangs ook de verpakking van de Senseo ko;epads aangepast. Dat is een relatief nieuw product, dat bestaat uit een kussentje uit filterpapier dat de benodigde ko;e voor één kopje ko;e bevat. De ko;epads passen in een speciaal ontworpen ko;emachine. Bij het op de markt brengen van Senseo, koos Douwe Egberts voor verpakkingsmachines die standaard verkrijgbaar waren. Die machines zorgden er wel voor dat de ko;epads degelijk verpakt werden, maar de verpakking was niet geoptimaliseerd vanuit preventieoogpunt. In de gebruikte zakken was er nog vrije ruimte boven de ko;epads. Op korte termijn heeft Douwe Egberts een studie opgezet om de zakken te verlagen. Het projectteam slaagde erin om de zakken met ongeveer drie centimeter te verlagen, zodat nu slechts 190 mm folie nodig is tegenover de 228 mm bij
de start. Dat komt overeen met een besparing van liefst 17%. De kleinere zakken hadden bovendien gevolgen voor de hele verpakkingsketen. De hoogte van de omverpakking uit
golfkarton werd verminderd van 150 naar 120 mm. Het verlagen van de dozen had tot gevolg dat er nu 13 lagen op een pallet kunnen gestapeld worden in plaats van 11. Dat levert een extra winst op van ruim 15% bij het transport. ■
D o u we E g b e r t s Pr o d u c te n Douwe Egberts behoort tot de groep Sara Lee/DE, een wereldwijde groep van ondernemingen gespecialiseerd in verpakte merkproducten voor consumenten. Die producten omvatten onder meer ko;e, thee, huishoud- en lichaamsverzorgingsproducten.
A lg e m e e n p r eve n t i e pl a n Douwe Egberts participeert in het sectorale preventieplan van Fevia, de federatie van de voedingsindustrie.
Re al i s at i e s 3 Dunnere folie voor het vacuümpakje ko;e (-31,5%) 3 Lagere zakken voor Senseo 3 E;ciëntere palletstapeling van Senseo
prevent.pack 19
Java Java heeft de verpakking vereenvoudigd van een pakje ko;e van 250 g. De ko;e is vandaag enkel verpakt in een plastic folie met een gewicht van 6 g. Voor de wijziging was het pakje nog omgeven door een doosje in vlakkarton met een gewicht van 27,5 g. Dat doosje is nu weggelaten, wat een aanzienlijke gewichtsbesparing oplevert. Bovendien kunnen er nu meer pakjes ko;e in de secundaire verpakking. In eenzelfde golfkartonnen doos (210 g) gaan nu twintig pakjes ko;e in vergelijking tot zestien vroeger, een transportwinst van 25%. ■
Ko÷e Kàn Ko;e Kàn heeft de pakjes ko;e van 500 g vervangen door pakjes van 250 g omdat die beter beantwoorden aan de marktvraag. Door het kleinere volume van de pakjes zou men verwachten dat de verpakkingsratio stijgt, of met andere woorden, dat er meer verpakking nodig is per eenheid product. Toch is Ko;e Kàn er in geslaagd de verpakkingsratio te doen dalen dankzij het gebruik van een nieuw laminaat, dat bestaat uit een combinatie van plastics en een dun laagje gedampt aluminium (0,03 micrometer). De vorige verpakking bestond uit een kraftpapieren verpakking met een aluminiumfolie van 9 micrometer dik. De nieuwe verpakking weegt nog slechts 7,1 g per pakje, terwijl de vorige verpakking 22 g woog. De verpakkingsratio daalt hierdoor met 35%. Bovendien werden ook de productieverliezen tot een minimum beperkt dankzij de investering in een nieuwe verpakkingsmachine. ■
20
prevent.pack
Was- en onderhoudsproducten 3 3 3 3 3 3
Unilever – Lever Fabergé Belgium Henkel Procter & Gamble Carrefour Belgium Mc Bride Colgate Palmolive Belgium prevent.pack 21
Preventie per wasbeurt U n il eve r – Leve r F ab e r g é B elg i u m SUN, OMO en CIF zijn enkele bekende merken uit het gamma was- en reinigingsproducten van Unilever. De recente aanpassingen aan de verpakkingen van deze drie producten illustreren tre≈end het preventiebeleid van de producent. Maar niet alleen de verpakkingen zijn een stuk milieuvriendelijker. Ook de productontwikkelaars hebben niet stilgezeten en brengen formules op de markt die de milieu-impact per wasbeurt sterk terugschroeven.
E
én van de verpakkingen die Unilever aanpaste, is het vaatwaspoeder van SUN. Dat wordt verkocht in een blauwe flacon met een inhoud van 1,3 kg. De plastic flacon en de bijbehorende dop wegen vandaag nog 79 g, tegenover 93 g vóór de aanpassing – een daling met 15%. De flacon is donkerblauw, en die kleurkeuze maakt het mogelijk de fles voor een kwart uit gerecycleerd materiaal te vervaardigen. Een nog groter aandeel gerecycleerd materiaal zou onvoldoende zekerheid bieden over de stevigheid van de flacon, door de onvermijdelijke variatie op de kwaliteit van deze secundaire grondstof.
Lichter in het hoofd Bij de ontwikkeling van de nieuwe flacon schonk Unilever bijzondere aandacht aan de dop. Naast het afsluiten van de flacon, speelt de dop ook een belangrijke rol bij het doseren van het poeder. De dop doet immers dienst als schenktuit die het voor de consument gemakkelijk maakt om het poeder in de vaatwasser te gieten, een handeling die meestal op een oncomfortabele hoogte gebeurt. Het gieten van het poeder veronderstelt naast een goede schenktuit ook een stevige greep van de fles met behulp van een handvat. De dop daalde in gewicht van 21 g naar 10 g en heeft daarmee het grootste aandeel in de gewichtsdaling van de hele
22
prevent.pack
verpakking. De dop kan ook volledig worden losgeschroefd, zodat het mogelijk is om de flacon na te vullen. Omdat de navulmogelijkheid in sommige landen, zoals België, niet blijkt aan te slaan, biedt Unilever die mogelijkheid nu enkel nog aan in de Scandinavische landen. De vulopening moet ook groot genoeg zijn voor het vullen in de productielijn. Door de vorm van de flacon aan te passen, kon Unilever ook op de secundaire verpakking besparen. De ontwerpers kozen voor een iets smallere en hogere flacon, een keuze die onder meer rekening houdt met de beschikbare schaphoogte. Er gaan vandaag twaalf flacons in een groepsverpakking in plaats van
tien, en dat levert een besparing op aan karton, want de nieuwe omdoos weegt juist evenveel als de vorige doos.
Doos OMO wastabletten weegt net wat minder Unilever heeft ook de verpakking van OMO-wastabletten gewijzigd. De tabletten zitten nog altijd per 24 verpakt, maar de nieuwe verpakking is een stuk kleiner. De kartonnen doos weegt nog 59 g in plaats van 69 g, een daling met 15%. Dankzij de kleinere doos kunnen er nu ook meer dozen op een pallet, namelijk 600 in plaats van de vroegere 560. In elke doos zat tot voor kort een netje om de tabletten in de wastrommel te brengen en zo de waskwaliteit te verbeteren. De
Naast het afsluiten van de flacon, speelt de dop van de SUN-verpakking ook een rol bij het doseren van het poeder.
De vulopening van de SUN-flacons moet groot genoeg zijn voor het vullen in de productielijn. maar moeizaam ingang vinden. In ZuidEuropa is de drempel zelfs nog een stuk groter. Vloeibare wasmiddelen winnen langzaam terrein, de tabletten in mindere mate. De consument moet duidelijk nog meer bewust worden gemaakt van de milieuvoordelen van geconcentreerde wasmiddelen. Minder product betekent natuurlijk ook minder verpakking. Het is wellicht een langzame evolutie, maar iedereen heeft er belang bij. De bewustmaking zou bijvoorbeeld gestimuleerd kunnen worden door de marketing van wasproducten te baseren op een prijs per wasbeurt, en niet op een prijs per kilogram product. netjes gaan lang mee, zodat het eigenlijk niet nodig is om bij elke doos een netje te voegen. Daarom laat Unilever, na de periode van de lancering, het netje nu achterwege. Consumenten kunnen wel nog altijd een netje aanvragen.
“Consumenten zijn zich nog te weinig bewust van de milieuvoordelen van geconcentreerde wasmiddelen. Een prijs per wasbeurt in plaats van per kg product, kan helpen bij de sensibilisering.”
Minder product per wascyclus Verpakkingsontwikkeling en productontwikkeling gaan hand in hand. En dus wijzigen niet alleen de verpakkingen, maar ook de producten. In de sector van was- en vaatwasproducten zijn er enkele opvallende tendensen. Zo worden vaatwasproducten vandaag vooral verkocht onder de vorm van tabletten die al dan niet drie functies (wassen, spoelen en ontharden) combineren. Het marktaandeel van deze tabletten bedraagt inmiddels 70% en stijgt nog, ten koste van de poeders. Die verschuiving heeft op zich een milieuvoordeel, omdat de hoeveelheid product per wasbeurt bij een tablet ongeveer 18 g bedraagt, terwijl dat bij poeder gemiddeld 30 g is. Met tabletten gebruikt de consument dus minder product per wasbeurt.
De multifunctionele dop (afsluiting en schenktuit) zorgde voor de opvallendste gewichtsvermindering in het nieuwe ontwerp van de SUN-flacon (rechts de nieuwe verpakking).
De kleinere doos van OMO-wastabletten laat zich e÷ciënter stapelen en weegt 15% minder (rechts de nieuwe verpakking).
Bij de textielwasproducten blijven de poeders het grootste segment. De Belgische consument blijft trouw aan de grote waspoederdozen waarmee hij is opgegroeid. Hoe moeilijk het is om hem daarvan af te brengen, blijkt onder meer uit het feit dat geconcentreerde poeders
prevent.pack 23
Zo is de flacon van 750 ml nu 15% lichter en weegt nu 51 g. Zijn kleinere broertje van 500 ml werd 6% lichter en weegt nog 36 g. Door de ronde vorm is de nieuwe flacon bovendien steviger. De nieuwe
fles van 750 ml laat zich ook e;ciënter stapelen. Vroeger gingen er 800 flessen op een pallet, vandaag 840. Voor de 500ml-fles is er op dat vlak geen wijziging. ■
Engagement van medewerkers én leveranciers
Henk Kielman, Technical Manager
CIF blijft herkenbaar Ook het reinigingsmiddel CIF Crème zit sinds enige tijd in een nieuw kleedje. Het nieuwe design betekende voor de verpakkingsontwerpers een hele uitdaging. De vroegere flacon was wat verouderd, maar de typische vorm verleende de fles een sterke herkenbaarheid. De nieuwe flacon moest dus een even sterke uitstraling hebben, zonder de herkenbaarheid van het merk verloren te laten gaan. Het hele ontwikkelingsproces leidde tot een rondere vorm. Die maakt een betere spreiding van de kunststof mogelijk en heeft een gewichtsbesparing tot gevolg.
Unilever gaat bij de ontwikkeling van een verpakking niet over één nacht ijs. Een speciaal team in het Technologie Centrum van Unilever in Nederland ontwikkelt de verpakkingen voor de huishoudelijke was- en reinigingsproducten. Elk ontwerp streeft naar een minimum aan materiaalgebruik met behoud van alle functies van de verpakking. Tijdens de ontwikkeling bespreekt en toetst het team verschillende ontwerpen met consumentengroepen. Die tests gebeuren in meerdere fasen. Daarnaast onderwerpt Unilever de prototypes van de verpakking ook aan de nodige mechanische tests om, onder andere, de stevigheid na te gaan. Het personeel van Unilever beschikt over een gedetailleerde interne hand-
leiding voor de ontwikkeling van nieuwe verpakkingen. Onder de titel “Verpakking en milieu” beschrijft die handleiding zowel de technische aspecten als het wettelijke kader. Op die manier zijn de medewerkers gewapend om aan preventie te werken. Ook van zijn leveranciers vraagt Unilever een engagement. Ze moeten een overeenkomst afsluiten waarin ze zich ertoe verbinden in hun verpakkingen geen schadelijke componenten te gebruiken. Verder geeft Unilever zijn leveranciers de nodige autonomie om te zoeken naar de beste oplossing, door te werken met functionele in plaats van technische specificaties. Die bepalen bijvoorbeeld wel hoe sterk een doos moet zijn, maar niet de minimale dikte van het karton.
U n il eve r – Leve r F ab e r g é B elg i u m Pr o d u c te n Lever Fabergé Belgium maakt deel uit van de wereldwijde groep Unilever, producent van snelroterende consumentengoederen. Lever Fabergé Belgium behoort tot de divisie Huishoudelijke en Persoonlijke verzorging. De huishoudelijke verzorgingsproducten omvatten merken als CIF, Coral, Glorix, OMO, Robijn en SUN.
A lg e m e e n p r eve n t i e pl a n Lever Fabergé Belgium participeert in het sectorale preventieplan van Detic, de Belgisch-Luxemburgse vereniging van de producenten en verdelers van zepen, cosmetica, wasmiddelen, onderhoudsproducten, hygiëne- en toiletartikelen, kleefsto=en en aanverwante producten.
Re al i s at i e s 3 Nieuwe flacon voor SUN (15% gewichtsvermindering) 3 E;ciëntere groepsverpakking voor SUN 3 Kleinere doos voor 24 OMO-tabletten (15% gewichtsvermindering)
De nieuwe CIF-fles moest een sterke uitstraling hebben, maar de herkenbaarheid van het merk mocht niet verloren gaan. (Rechts de nieuwe verpakking)
24
prevent.pack
3 Nieuw design voor CIF-flacon: 750 ml-flacon werd 15% lichter, 500 ml-flacon werd 6% lichter. 3 E;ciëntere palletstapeling voor 750 ml-flacons van CIF
Kleintjes worden groot H e n kel
H
enkel produceert was- en reinigingsproducten, cosmetica en kleefsto=en. Door hun chemische eigenschappen vragen deze producten speciale voorzorgen bij het verpakken en transporteren. Die specifieke eisen botsen wel eens met het economische en ecologische principe van het streven naar een minimale hoeveelheid verpakking. Sommige verpakkingsmaterialen kunnen bijvoorbeeld chemisch reageren met de actieve sto=en in het product, wat de keuze aan verpakkingsmateria-
Producenten van zeep, detergenten en onderhoudsproducten sloegen de handen in elkaar en stelden in 1996 op Europees niveau een ‘Code van goede milieupraktijken’ op onder de leiding van hun Europese branchevereniging AISE, wat staat voor ‘Association Internationale de la Savonnerie, de la Détergence et des Produits d’Entretien’. Eén van de doelstellingen was de hoeveelheid verpakkingsmateriaal in de sector op vijf jaar tijd met tien procent te verminderen. Henkel werkte actief mee aan dit initiatief en realiseerde voor een aantal producten een aanzienlijke daling van de verpakkingsratio.
len beperkt. Ontwerpers moeten zich ook houden aan wettelijke voorschriften omtrent de minimale dikte van het materiaal. Ook de stevigheid van de fles, in casu de bodem, is een belangrijke randvoorwaarde bij een nieuw design. De combinatie van mechanische druk en chemische inwerking van oppervlakteactieve sto=en kan de fles op gevoelige plaatsen doen barsten of scheuren (stress cracking). De verpakking moet verder de nodige ruimte bieden om de consument te informeren
over de gebruiksaanwijzingen en eventuele risico’s van het product bij verkeerd gebruik. De sluiting van de fles verdient extra aandacht. Als de schroefdop en de fles uit hetzelfde materiaal zijn vervaardigd, ontstaat er een soort ‘kleverig’ e=ect tussen beide, waardoor het openen stroef verloopt. Daarom bestaat de dop vaak uit een ander materiaal dan de fles, of worden weekmakers gebruikt om een hermetische sluiting mogelijk te maken.
De milieupraktijken van de sector Henkel werkte actief mee aan de ‘Code van goede milieupraktijken’ van de AISE, de ‘Association Internationale de la Savonnerie, de la Détergence et des Produits d’Entretien’. Met die code realiseerde de sector de voorbije jaren een aanzienlijke vermindering van de milieu-impact van wasmiddelen, onder meer door de ontwikkeling van krachtigere formules en door de consument tot lagere dosering aan te zetten.
Eén halveliterfles ‘Bref Vitro-Ceramik’ vervangt twee flessen ‘Sidol Brilliant’. Dat spaart 54% verpakkingsmateriaal uit en maakt een wikkelfolie overbodig.
prevent.pack 25
Welzijn, veiligheid, milieu en kwaliteit Henkel dankt zijn groei van de voorbije decennia niet alleen aan interne groei, maar ook aan diverse acquisities. Elk van de overgenomen bedrijven ontwikkelde voorheen zelf zijn producten en verpakkingen. Henkel startte reeds jaren geleden met de centralisatie van het verpakkingsbeleid, maar het spreekt voor zich dat dat proces niet in één vingerknip is afgerond. De bestaande productielijnen kunnen niet zomaar elk type verpakking aan, hetgeen voor bijkomende randvoorwaarden zorgt bij het ontwerp van een nieuwe verpakking. Sinds de centralisatie wordt het wereldwijde verpakkingsbeleid gestuurd vanuit het hoofdkantoor in Duitsland. De verantwoordelijken daar zien er in de eerste plaats op toe dat alle wettelijke voorschriften worden gerespecteerd. Informatie over de lokale wetgeving in de verschillende
tab el
landen waar Henkel-producten in de rekken staan, krijgen ze via plaatselijke verantwoordelijken. Zo houdt Henkel zoveel mogelijk rekening met de bestaande recyclagesystemen, maar die verschillen van land tot land. Dat maakt het ontwerp van één standaardverpakking voor alle Europese markten er niet eenvoudiger op. Specifiek voor België moeten bedrijven uit de sector elke drie jaar een preventieplan opstellen en jaarlijks evalueren. Verder is er ook de wet productnormen. Volgens het zogenaamde standstillprincipe in deze wet mag de verhouding verpakking/product niet stijgen. Een sterk principe volgens Henkel, zolang het concept van de verpakking niet wijzigt. Wanneer echter het concept van de verpakking wijzigt, bijvoorbeeld om de verkoop van een product nieuw leven in te blazen, is
het niet altijd gemakkelijk om aan het principe te voldoen. Het verpakkingsbeleid van Henkel gaat verder dan de wettelijke normen. Duitse onderzoekers werken voortdurend aan preventie. Tot op vandaag gebeuren concrete acties eerder ad hoc, maar Henkel werkt eraan om preventie ook expliciet in te bedden in de aanpak en de procedures van zijn productontwikkeling. Henkel spreekt overigens niet van preventie, maar van optimalisering van de producten binnen zijn overkoepelend SHEQ-beleid (Safety, Health, Environment, Quality). Verpakking is immers slechts één van de milieu-indicatoren waarop Henkel de levenscyclus van zijn producten evalueert. Zo werkt het bedrijf ook continu aan de vermindering van de hoeveelheid wasmiddel en de energie nodig per wasbeurt.
De gezamenlijke inspanningen van de sector resulteerden in een duidelijke vermindering van de milieu-impact van de verpakkingen van wasmiddelen in de periode 1996–2001.
Verpakking Productvolume Traag biodegradeerbare organische componenten Energie
Doelstelling voor periode 1996–2001 -10% per capita -10% per capita -10% per capita -5% per wascyclus
Realisatie per capita (in 2001) -6,7% -7,9% -23,7% n.b.
Realisatie per wascyclus (in 2001) -14,9% -16,0% -30,4% -6,4%
Transport en opslag
De nieuwe doos van ‘Dixan Tabs’ wastabletten is 18% lichter en dankzij de achthoekige vorm ook steviger.
26
prevent.pack
Het chemische karakter van was- en reinigingsproducten beïnvloedt ook de secundaire en de tertiaire verpakking. Er moet immers rekening worden gehouden met de toegestane opslag- en transportvolumes van één bepaald product om ontbrandings- of explosiegevaar uit te sluiten. Deze veiligheidsmaatregelen, hoewel onbetwistbaar, hebben vaak een verhoging van de hoeveelheid verpakkingsmateriaal tot gevolg. Toch realiseerde Henkel de voorbije jaren een daling van het verpakkingsmateriaal voor was- en reinigingsproducten. Voor twee producten deed Henkel dat door het volume per fles te vergroten.
“Verpakkingspreventie is een onderdeel van de productoptimalisering binnen het kader van een overkoepelend duurzaamheidsbeleid.”
Jannick Clinkemalie, Manager Professional Relations & Consumers A≈airs Benelux
Twee in één ‘Sidol Brilliant’ was een reinigingsproduct voor vitrokeramische kookplaten, dat per twee flessen van 250 ml werd verkocht. Toen Henkel in 2001 de productenlijn ‘Bref Ultra Clean’ voor keuken en sanitair lanceerde, nam ze ‘Sidol Brillant’ in dit Gamma op. Daardoor wij-
zigde niet alleen de naam van het product, ook het design van de verpakking werd in lijn gebracht met de rest van het gamma. ‘Bref Vitro-Ceramik’ staat nu per fles van 500 ml in de rekken. Die nieuwe fles is dan wel groter, ze is dunner en weegt daardoor een stuk minder dan de kleinere voorganger. Voor dezelfde verkoopeenheid (500 ml) is nu 54% minder polyethyleen (PE) nodig: één keer 38 g in plaats van twee keer 41 g. Ook de plastic wikkelfolie voor de duoverpakking viel weg.
Trio wordt koppel Een gelijkaardige metamorfose onderging ‘Bref WC Gel’, uit dezelfde productenlijn. In plaats van de consument drie flessen van een halve liter aan te bieden, schakelde Henkel over op een duoverpakking van twee maal 750 ml. Henkel creëerde een fles met een nieuwe look, die lichter is dan de oude fles. Het totale gewicht van primaire, secundaire en ter-
tiaire verpakking samen verminderde daardoor van 218 g naar 181 g voor anderhalve liter product, of een verbetering van de verpakkingsratio met 17%.
Tabletten in lichtere doos Een heel andere ingreep voerde Henkel door bij de ‘Dixan Tabs’ wastabletten, waar de kartonnen verpakking een stuk lichter werd. De 64 tabletten zitten nu in een kartonnen doos van 118 g in plaats van de vroegere 144 g – of een besparing op karton van 18%. Tegelijk verbetert de achthoekige vorm (in plaats van de rechthoek) de stevigheid van de doos. Elk tablet was voordien afzonderlijk verpakt in een plastic zakje van 0,77 g, terwijl ze nu per twee in een zakje van slechts 0,60 g zitten (- 61%). Een gebruik van een ander polymeer zorgde voor de gewichtsvermindering op het plastic zakje. De reductie van karton en plastic samen zorgen voor een gewichtsvermindering van 29% per verpakking. ■
H e n kel Pr o d u c te n De merkartikelen van de Henkel Groep zijn onderverdeeld in drie activiteitensectoren: was- en reinigingsmiddelen, cosmetica- en verzorgingsproducten en kleefsto=en voor de particulier en de professional.
Pr eve n t i e pl a n Henkel participeert in het sectorale preventieplan van Detic, de BelgischLuxemburgse vereniging van de producenten en verdelers van zepen, cosmetica, wasmiddelen, onderhoudsproducten, hygiëne- en toiletartikelen, kleefsto=en en aanverwante producten.
Re al i s at i e s 3 Gewichtsvermindering: kartonnen doos van ‘Dixan Tabs’ is 18% lichter. De tablets worden per twee verpakt in een plastic zakje (61% gewichtsvermindering). 3 Verhoging verpakkingsinhoud + gewichtsvermindering: ‘Sidol Brillant’ 2 x 250 ml werd ‘Bref Vitro-Ceramik’ 1 x 500 ml (-54% verpakkingsmateriaal en geen wikkelfolie meer nodig) 3 Verhoging verpakkingsinhoud + gewichtsvermindering: ‘Bref WC Gel’ 3 x 500 ml werd 2 x 750 ml (totaal aan primaire, secundaire en tertiaire verpakking daalde van 218 naar 181 g, of een vermindering van 17%)
Met de nieuwe verpakking van ‘Bref WC Gel’ realiseerde Henkel een gewichtsbesparing van 17%.
prevent.pack 27
Nieuwe fles is lichter en
milieuvriendelijker Pr o c te r & G a m bl e
A
CE Delikaat is een bleekmiddel op basis van waterstofperoxide (zuurstofwater). Waterstofperoxide is een onstabiele molecule die langzaam ontbindt tot water en zuurstof. In uitzonderlijke gevallen zou dit kunnen gebeuren in de fles, waarbij de vrijgestelde zuurstof zou kunnen leiden tot druk in de fles. De veiligheid van de consument staat voorop en daarom is er een verpakking nodig die mogelijke problemen uitsluit. Initieel was de verpakking uitgerust met een speciale ventieldop die potentiële overdruk uitsluit. Nieuwe verpakkingstechnologie en een steeds evoluerende formulering van het product, hebben deze ventieldop overbodig gemaakt. De verpakkingstechnologie speelt daarbij een cruciale rol, omdat de verpakking de onstabilteit van waterstofperoxide in de hand kan werken. Zo mag de flessenwand geen materialen bevatten die de ontbindingsreactie bevorderen, zoals metaalionen. Hierdoor zou, naast het potentiële probleem van overdruk, het product ook sneller zijn reinigende werking verliezen.
Procter & Gamble ontwierp een nieuwe fles voor ACE Delikaat. Ze is lichter, stapelt e÷ciënter voor transport en is steviger. Uit een levenscyclusanalyse blijkt de nieuwe verpakking voor alle bestudeerde milieu-indicatoren beter te scoren dan de vorige fles.
computertechnieken die toelaten om de invloed van mechanische krachten te simuleren op virtuele prototypes. Dankzij die simulaties moet men minder echte prototypes bouwen, wat zowel tijd als geld bespaart.
Heldere kijk op milieu-impact Bij elke significante wijziging aan een product of een verpakking, voert Procter & Gamble een levenscyclusanalyse (LCA) uit. Een dergelijke analyse neemt de milieu-impact onder de loep van alle
stappen in de levenscyclus van het product, van grondstof tot afvalproduct (‘van wieg tot graf’). P&G drukt de resultaten van een LCA bij voorkeur uit ten opzichte van een referentie, bijvoorbeeld een vroeger product, eerder dan absolute cijfers weer te geven die moeilijk te interpreteren zijn. De voorstelling van de resultaten bevat bijvoorbeeld niet de vrijgekomen CO2 in kilogram, of de verbruikte energie in kWh, maar wel het procentuele verschil van deze parameters voor het bestudeerde product ten opzichte van de referentie.
Lichter, steviger, e÷ciënter transport Net zoals de vorige fles bestaat ook de nieuwe voor honderd procent uit HDPE (High Density Polyethylene). Het nieuwe ontwerp zorgt voor een gewichtsreductie van 16% (van 62 naar 52 g). Er is niet alleen minder materiaal nodig, door de nieuwe vorm kunnen er op een pallet nu 25% meer flessen worden gestapeld. Deze verbetering was mogelijk dankzij
28
prevent.pack
Dankzij een nieuw ontwerp weegt een lege fles ACE Delikaat nu 16% minder en kan ze e÷ciënter gestapeld en vervoerd worden (rechts de nieuwe verpakking).
Vincent Vandepitte, milieudeskundige Volgens dit concept vergeleek Procter & Gamble de milieu-impact van de nieuwe fles met die van het vorige ontwerp uit 1996. Het beschouwde daarbij de productie van de grondsto=en waaruit de verpakking wordt vervaardigd (polypropyleen, polyethyleen, karton, …) en het fabricageproces van de fles zelf (het blazen). Ook het omverpakken en het transporteren van de fles tot aan de distributiecentra werden beide in de analyse opgenomen. Stappen in de levenscyclus die voor de nieuwe fles niet anders zijn dan voor de vroegere ontwerpen, hielden de onderzoekers buiten beschouwing om de analyse niet nodeloos uitgebreid en complex te maken. Zo lieten ze de levenscyclus van de ACE-fles eindigen op het moment waarop ze in de rekken belandt (‘van wieg tot winkelrek’). Voorbij dit punt verschilt de levensloop van de nieuwe fles immers niet van die volgens het oude design, behalve dat de lichtere fles leidt tot minder emissies en minder afval.
Goed rapport over de hele lijn Procter & Gamble becijferde de milieuimpact van de nieuwe fles volgens tien sleutelindicatoren (zie figuur). De impact voor elke indicator wordt procentueel weergegeven tegenover de referentiefles uit 1996. Het spinnenwebdiagram toont hoe de nieuwe verpakking op elk van de beschouwde indicatoren beter scoort dan het vorige design. Een opmerkelijk resultaat, want vaak moet een verbetering op één as worden ingeruild voor een achteruitgang bij één of meerdere
“Verpakkingspreventie is een onderdeel van de optimalisering van de hele productieketen.” andere indicatoren. Naast een aanzienlijke vermindering van de hoeveelheid verpakkingsmateriaal (-12%), scoort de nieuwe ACE Delikaat-fles vooral goed op het vlak van energieverbruik en klimaatverandering (-14%), vaste afvalsto=en (-12%), verzuring (-11%) en eutrofiëring B (-11%).
Optimaliseren van wieg tot graf Het verpakkingsbeleid van Procter & Gamble is erop gericht de totale kost voor verpakking (zowel het materiaal als het transport) te minimaliseren, rekening houdende met drie basisvoorwaarden: een verpakking moet steeds de veiligheid garanderen (zowel tijdens het transport als bij de consumptie), ze moet het productverlies tijdens het transport minimaliseren, en ze moet tegelijk functioneel blijven als communicatiemiddel met de consument. Verpakkingspreventie is voor het bedrijf dan ook geen doel op zich, maar maakt deel uit van een ruimere aanpak. Het is maar één aspect van de continue optimalisering van de levenscyclus van het product.
ontwerp bestuderen de onderzoekers uitvoerig een virtueel model in alle stadia van zijn levenscyclus: de verwerkingssnelheid in de productielijnen, de weerstand bij verschillende transportomstandigheden, tot zelfs de waarneming door de consument in de rekken van een ‘virtual shop’. Eens deze simulaties tot een optimaal prototype hebben geleid, wordt ook een fysisch model aan heel wat tests onderworpen. Lasertechnologie brengt bijvoorbeeld de mechanische spanning en de druklasten in de verpakking nauwkeurig in beeld, waardoor de dikte en de spreiding van het materiaal in de verpakking verder kan worden geoptimaliseerd. Procter & Gamble voert ook ‘real life’ transporttests uit, waarbij testloten naar de andere kant van de aardbol worden getransporteerd.
Levenscyclusanalyse geeft evolutie weer Binnen Procter & Gamble bestaat een tendens om instrumenten zoals levens-
1 Eutrofiëring is de natuurlijke verrijking van waterlo-
Virtueel ontwerpen Voor die optimalisering bedient Procter & Gamble zich van geavanceerde technologieën. Daarin spelen simulatiepakketten een cruciale rol. Van elk nieuw
pen en rivieren met voedingssto=en, voornamelijk fosfaten en nitraten. Menselijke activiteiten kunnen deze verrijking versterken en het natuurlijke ecosysteem verstoren (bijvoorbeeld door overmatige algengroei).
prevent.pack 29
cyclusanalyses steeds vroeger in het ontwikkelingsproces van nieuwe producten en verpakkingen te integreren. Waar vroeger een LCA enkel werd uitgevoerd na significante wijzigingen in het design, leggen ontwerpers nu vaker de nadruk op ‘ecodesign’ en integreren ze LCA’s al in de ontwerpfase. Via interne seminars probeert Procter & Gamble deze manier van denken, die niet enkel materiaalreductie maar wel de optimalisering van de hele levenscyclus centraal stelt, overal in het bedrijf ingang te doen vinden. Procter & Gamble ziet LCA’s als een technisch hulpmiddel, eerder dan een beslissingsinstrument. LCA’s gebeuren volgens ISO-richtlijnen, op basis van internationaal aanvaarde modellen en databestanden die regelmatig worden bijgewerkt. De meeste studies die het bedrijf uitvoert worden door externe, onafhankelijke partijen doorgelicht en de resultaten gevalideerd. Toch bestaat er op de resultaten van een LCA steeds een onzekerheid. Een LCA is een complexe oefening en de berekeningsmethode is nog niet op alle vlakken even betrouwbaar. Zo is de module die de emissies van de afvalverwerking becijfert zeker nog voor verbetering vatbaar. Precies door die onzekerheid, gebruikt Procter & Gamble de resultaten niet als absolute cijfers, maar wel om evoluties in kaart te brengen. De richting waarin de impact evolueert is immers wel betrouwbaar. De evolutie wordt gevisualiseerd in een spinnenwebdiagramma,
figuur
Resultaten LCA
100 fotochemische smog
80
vast afval 20 0 verzuring
humane toxiciteit
klimaatwijziging
aquatische toxiciteit eutrofiëring
Procter & Gamble vergeleek aan de hand van een LCA de milieu-impact van de nieuwe fles voor ACE Delikaat met die van het vorige ontwerp uit 1996. De nieuwe fles heeft een lagere impact voor elk van de tien bestudeerde indicatoren. dat ook communicatie met niet-experten toelaat. Het spinnenwebdiagram toont voor elke milieu-indicator of er sprake is van een verbetering of een verslechtering ten opzichte van een referentiesituatie. Deze voorstelling vervangen door absolute cijfers of door één totaliserende ‘milieu-impact-index’, zou een verregaande vereenvoudiging zijn en wellicht een vertekend beeld geven. Bovendien is het moeilijk op een objectieve manier vast te stellen hoe zwaar
Procter & Gamble produceert consumentenartikelen van hoge kwaliteit in de sectoren van was- en reinigingsmiddelen, farmaceutica, voeding, papierwaren en cosmetica.
Pr eve n t i e pl a n Procter & Gamble participeert in het sectorale preventieplan van Detic, de Belgisch-Luxemburgse vereniging van de producenten en verdelers van zepen, cosmetica, wasmiddelen, onderhoudsproducten, hygiëne- en toiletartikelen, kleefsto=en en aanverwante producten.
3 aantal flessen per pallet: +25%
30
prevent.pack
energie
40 effect op de ozonlaag
Pr o d u c te n
3 gewichtsreductie: -16%
1996 (100) 2000 2001
60
Pr o c te r & G a m bl e
Re al i s at i e s
verpakking
elke indicator zou moet doorwegen in dit uiteindelijke resultaat. Naast LCA’s die toegepast worden op concrete producten, investeert P&G ongeveer 30% van zijn beschikbaar LCAbudget en -mankracht in onderzoek naar verbetering van de LCA-methodiek. Dit gebeurt in samenwerking met universiteiten, andere firma’s en de Europese Commissie. ■
Verpakking Verpakkingonthardingszout onthardingszout
lichter en handiger Carr e fo u r
Carrefour Belgium verdeelt niet alleen een breed gamma consumentengoederen, maar ontwikkelt ook producten onder de merken GB en Carrefour. Dat het bedrijf verpakkingspreventie daarbij ter harte neemt, blijkt onder meer uit de verbeteringen aan verpakking van onthardingszout voor vaatwasmachines. De nieuwe verpakking bevat minder verschillende materialen, is lichter en maakt e÷ciënter transport mogelijk.
D
e vorige verpakking was een voor de sector van waspoeders eerder traditioneel ‘valiesje’: een kartonnen doos met deksel, waaraan met metalen hechtnagels een draagriem uit polypropyleen was bevestigd. In de doos zat het poeder nog eens afzonderlijk verpakt in een zak uit LDPE (Low Density Polyethylene). De nieuwe verpakking bestaat uit papier en karton, met een dunne deklaag uit polyethyleen. Ook de draagriem bestaat grotendeels uit papier, zij het versterkt met polypropyleen.
Ongezouten gewichtsvermindering Zowel in de GB Supermarkten als in de Carrefour hypermarkten stond het onthardingszout in dozen van 4 kg in de rekken. Het nieuwe verpakkingsconcept van GB en Carrefour bevat nog steeds 4 kg, maar is samengesteld uit vier kartonnen doseringseenheden van 1 kg zout elk. Met deze ingreep verhoogden de ontwerpers in de eerste plaats het gebruiksgemak voor de consument. Het onthardingszout heeft dus een verpakking met kleinere gebruiksvolumes, maar toch is de globale verpakkingsratio verbeterd. Waar het gewicht van de oude verpakking 233,5 g bedroeg, weegt het nieuwe concept slechts 171,6 g, een reductie van 26,5% voor dezelfde producthoeveelheid (4 kg). Ook aan de transporte;ciëntie werd gewerkt. Zo worden de dozen per drie
De nieuwe verpakking is lichter en het onthardingszout is tegelijk eenvoudiger te gebruiken. – in plaats van de vroegere twee – eenheden in een PE-film gewikkeld. Die wijziging alleen al bespaart 69% aan polyethyleen. De totale besparing aan verpakkingsmateriaal komt daarmee op meer dan 22 ton per jaar. De nieuwe doos is ook stabieler, waardoor elke pallet nu een extra laag kan dragen, in totaal 234 dozen in plaats van de vroegere 200. De nieuwe palletstapeling houdt een e;ciëntiewinst in van 12% op het vlak van logistiek en transport.
Op het kruispunt van vereisten Een verpakkingsontwerp is gemiddeld na twee tot drie jaar aan vervanging toe. De ontwikkeling van een nieuwe verpakking gebeurt bij Carrefour Belgium voor elk product afzonderlijk, of per productgroep indien alle referenties eenzelfde verpakking hebben. De reden hiervoor is dat verpakking en product onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Bij Carrefour Belgium gebeurt optimalisering van de verpakking op drie assen:
prevent.pack 31
Concrete cijfers, meetbare objectieven Het verpakkingsbeleid van Carrefour Belgium kadert in een ruimer engagement van duurzame ontwikkeling. Daarbij staan drie assen centraal: kwaliteit en veiligheid, respect voor het leefmilieu, en economische en sociale verantwoordelijkheid. Hoewel het verpakkingsbeleid centraal vanuit de groep wordt aangestuurd, ontwikkelen de lokale landenorganisaties zelf concrete preventieinitiatieven. Zo drongen de Carrefour-winkels in Frankrijk, Spanje, Italië en België de voorbije jaren, onafhankelijk van elkaar, de milieu-impact van hun verpakkingen fors terug. Om die lokale initiatieven zo goed mogelijk te laten renderen, stimuleert het centrale management de informatie-uitwisseling tussen de landen via tweemaandelijkse vergaderingen met de lokale deskundi-
gen. Verder beschikken de verpakkingsverantwoordelijken in de verschillende landen sinds 2002 over een ‘witboek’. Daarin vinden ze aanbevelingen rond best practices, concrete richtlijnen en producteisen bij het ontwerp en de aankoop van verpakkingen en verpakkingsmaterialen. Elke aankoper wordt bovendien ondersteund door een kwaliteitsmanager en een verpakkingsmanager. Om de betrouwbaarheid van de verpakkingsleveranciers te controleren, baseert de groep Carrefour zich op de audits van het British Retail Consortium. Hoewel hoofdzakelijk gericht op voedselveiligheid, bevatten die audits ook een aantal milieucriteria. In België moet Carrefour Belgium jaarlijks een preventieplan opstellen. De opvolging en de uitvoering van dat plan gebeurt aan de hand van concreet cijfer-
materiaal. Zo krijgt elke productmanager meetbare objectieven mee. Een intern monitoringsysteem – met vragenlijsten en interne audits – brengt de geboekte vooruitgang in beeld. De prestaties per land worden gebundeld in het milieuluik van het jaarlijkse Sustainability Report van de groep. De consument informeren Met haar uitgebreid netwerk van supermarkten en hypermarkten , bereikt Carrefour Belgium een omvangrijk doelpubliek. De groep wil dan ook een actieve rol spelen in de bewustmaking van de consument inzake afvalpreventie. Klantenfolders, campagnes in de media en acties in scholen moeten aanzetten tot een bewuster aankoopgedrag met minder afval.
“De opvolging van het preventieplan gebeurt aan de hand van concreet cijfermateriaal.”
Geneviève Bruynseels, woordvoerster economie (de beste prijs-kwaliteitverhouding), mensgerichtheid (gebruiksgemak, communicatie met de klant, veiligheid) en milieu (minimale verpakking, hoge recycleerbaarheid). Die criteria worden in de eerste plaats geëvalueerd voor de consumptiefase van het product, maar ook de productiefase en de logistieke keten wegen door bij het ontwerp van een nieuwe verpakking. Dat
32
prevent.pack
Het nieuwe verpakkingsconcept van het onthardingszout is samengesteld uit vier kartonnen doseringseenheden van 1 kg product elk.
resulteert uiteindelijk in een uitgebreide technische fiche van elke verpakking. Voor feedback uit het terrein baseert Carrefour Belgium zich op consumentenreacties en op gegevens over productverlies in de bevoorradingsketen.
Potentieel in nieuwe materialen Tot nog toe concentreerde het onderzoek zich vooral op het terugdringen van de hoeveelheid verpakkingsmateriaal en de verhoging van de transporte;ciëntie. Volgens Carrefour Belgium is op deze beide vlakken voor de meeste producten (zeker in de voedingssector) het plafond bereikt. Daarom focussen de onderzoekers zich nu op het gebruik van nieuwe materialen, waar wel nog potentieel in zit. Zo verpakken GB en Carrefour hun biologische groenten en fruit sinds de zomer van 2003 in een voor 100% composteerbare folie uit cellulose. De groep zorgt hiermee na twee jaar onderzoek voor een primeur op de Belgische markt. Niet alleen de folie, maar ook de bedrukking, de lijm en het etiket zijn volledig afbreekbaar. Het totaalconcept werd overigens gecertificeerd door AIB-Vincotte en draagt het OK Compost-merkteken. ■
Carr e fo u r Pr o d u c te n De groep Carrefour is een internationale distributieonderneming die in België 56 hypermarkten en 353 supermarkten omvat. De producten ‘Carrefour’ en ‘GB’ zijn twee huismerken van de groep.
A lg e m e e n Pr eve n t i e pl a n Carrefour participeert in het sectorale preventieplan van Fedis, de Belgische federatie van de distributieondernemingen.
Re al i s at i e s 3 gewichtsreductie: totale verpakking per 4 kg product van 233,5 g naar 171,6 g (-26,5%) 3 gewichtsreductie van de omverpakking: PE-omverpakking van 35 g per 2 dozen naar 16,5 g per 3 dozen (-69%) 3 verbeterde palletstapeling: van 200 naar 234 dozen per pallet (optimalisatie logistiek en transport: +12%)
prevent.pack 33
Mc Bride Mc Bride heeft de verpakking van het wasproduct ‘Acti= gel’ gewijzigd. De verpakking bestaat nog steeds uit een plastic fles (polypropyleen) van 1,5 liter, maar de fles weegt nog slechts 55 g in vergelijking tot de vroegere 75 g. Dat is een gewichtsvermindering van 27%. Mc Bride heeft ook de kartonnen omverpakking aangepast. De flessen worden nu per negen in een kartonnen doos verpakt in plaats van per zes. De wijzigingen op het vlak van de primaire en de secundaire verpakking, maken het nu mogelijk om 486 flessen op een pallet te stapelen in vergelijking tot 360 flessen voorheen. Dat levert een transportwinst op van 35%. (Rechts de nieuwe verpakking)
Mc Bride heeft ook de verpakking van het reinigingsproduct voor vensters ‘Acti=’ aangepast. De PET-fles met een inhoud van een liter kreeg een nieuwe vorm en werd 5 g lichter. Vroeger woog de fles 45 g, vandaag nog 40 g, een gewichtsbesparing van 11%. De nieuwe flessen kunnen ook e;ciënter gestapeld worden op een pallet. Er gaan 60 flessen meer op een pallet, een transportwinst van 9%. De invoering van de verpakking ging bovendien gepaard met een verbetering van de productie-e;ciëntie bij het blazen en het vullen van de flessen. (Rechts de nieuwe verpakking) ■
Colgate Palmolive Belgium Colgate Palmolive Belgium heeft de literverpakking van de wasverzachter Soupline gewijzigd. Het bedrijf heeft ingegrepen op de verschillende componenten van de verpakking. De fles zelf werd 9 g lichter (van 35 g naar 26 g), de dop werd 2,6 g lichter (van 9 g naar 6,4 g) en het etiket werd 3,4 g lichter (van 5 g naar 1,6 g). In totaal weegt de verpakking nu 34 g in vergelijking tot 49 g voorheen, een vermindering met ruim 30%. De huidige fles is gemaakt uit PET, de vorige fles uit HDPE.
34
prevent.pack
De flessen zijn niet alleen lichter, ze zijn ook beter samendrukbaar na het ledigen, zodat ze minder plaats innemen bij de afvalinzameling. De wasverzachter Soupline is bovendien een geconcentreerd product. Dat wil zeggen dat er minder product en dus minder verpakking nodig is per wasbeurt. (Rechts de nieuwe verpakking) ■
Koekjes en wafels
3 Lotus Bakeries 3 LU Benelux (Groep Danone) 3 Vondelmolen
prevent.pack 35
Dunnere verpakking voor zachte wafels Lo t u s B a ke r i e s
L
otus Bakeries (het vroegere Corona Lotus) produceert speculoos, wafels & galetten, en cakes. Lotus Bakeries leverde vroeger haar individueel verpakte koekjes hoofdzakelijk aan restaurants, hotels of catering (scholen, ziekenhuizen bedrijfscafetaria’s, enz.). De particuliere consument kocht vooral gezinsverpakkingen. Maar de laatste jaren schakelt ook de particulier over op individueel verpakte koekjes. Hij kan zo vrijer kiezen wanneer hij welk koekje wil
Sinds midden 2002 verpakt Lotus Bakeries zijn Softwafels in een dunnere folie. Het gewicht van de primaire verpakking verminderde daardoor met 17 procent. De huidige dikte is een perfect huwelijk tussen de lange houdbaarheid van de wafel en de preventie van verpakkingsafval. Een mooie realisatie, zeker in een markt die steeds harder roept om individueel verpakte producten.
consumeren, zonder zich zorgen te maken over de versheid van de andere koekjes in de aangesproken gezinsverpakking. Een markttendens die in zekere zin ingaat tegen de filosofie van verpakkingspreventie. Daarom werkt Lotus Bakeries voortdurend aan nieuwe verpakkingen die de eisen die kwaliteits- en marketingverantwoordelijken stellen, zo goed mogelijk verzoenen met ecologische en economische criteria.
De Softwafels worden per twee verpakt in een onbedrukte folie die nog 25 µm dik is in plaats van de vroegere 30 µm.
36
Dunnere folie Een recent voorbeeld daarvan is de ‘Lotus Soft’, een zachte eierwafel, die per zes pakjes van twee wafels in een omverpakking zit. Op de individuele pakjes bespaarde Lotus Bakeries 17% aan gewicht, door de dikte van de folie te verminderen van 30 naar 25 micrometer. De folie is onbedrukt en bestaat uit één materiaal (polypropyleen). Ook in Nederland schakelde Lotus al voor meerdere producten over op verpakkin-
De pakjes worden per zes gebundeld in een omverpaking.
gen uit monomateriaal. Tevens werden acrylcoatings weggelaten waar mogelijk. Die coating aan beide zijden van de folie diende als bijkomende barrière tegen lucht en vocht.
Kwaliteit voorop De verpakking nog dunner maken, zou op een aantal vlakken voor problemen kunnen zorgen. Zo garandeert de huidige dikte, in combinatie met de omverpakking, de kwaliteit van het product gedurende de aangeduide houdbaarheidsperiode. Tests hebben uitgewezen
dat een nog dunnere plasticlaag een te kleine barrière zou vormen voor lucht en vocht (zie figuur), waardoor de wafel zijn versheid te snel zou verliezen. De verpakking moet verder voldoende stevig zijn, zodat ze ook tijdens transport het product goed beschermt. Bovendien lopen verpakkingsinstallaties vaak vast op te dunne folies, met mogelijke productiestilstanden en -verliezen tot gevolg.
“Verpakkingspreventie is een continue evolutie en het resultaat van multidisciplinair samenwerken.” figuur 1 8
Magd Havermans, Marketing Manager en Geert Verkinderen, Commercieel Directeur België
Barrière eigenschappen van de folie
De vochtdoorlaatbaarheid van de verpakkingsfolie neemt toe naarmate de folie dunner wordt. Een vermindering van de foliedikte van 30 micrometer naar 25 micrometer leidt tot een 10% hogere vochtdoorlaatbaarheid. Testen hebben uitgewezen dat die toename van 10% geen nadelige gevolgen heeft op het product in functie van de bewaringstermijn. Bij een verdere vermindering van de foliedikte zou de vochtdoorlaatbaarheid echter sterk stijgen, wat afbreuk zou doen aan de gewenste houdbaarheid.
vochtdoorlaatbaarheid in g/m2/24h
7 6 5 4 3 2 1 0 30
25
20
foliedikte in micrometer
prevent.pack 37
Preventie is continu aandachtspunt Lotus Bakeries pakt het probleem van verpakkingsafval continu en multidisciplinair aan, volgens hen de enige e=ectieve werkwijze. Het bedrijf beschikt over een verantwoordelijke die het verpakkingsbeleid coördineert en zo de spil vormt tussen de productie-, marketing-, aankoop- en onderzoeksafdeling. Door continu aandacht te hebben voor preventie, boekt het bedrijf voortdurend vooruitgang, zij het met kleine stapjes die op korte termijn zelden spectaculair ogen. Over langere termijn genomen is er
echter een hele evolutie zichtbaar. Zo maakte Lotus Bakeries haar primaire verpakkingen steeds dunner en schakelde het zowel voor de primaire verpakkingen als voor de omdozen over naar monomaterialen. Lotus Bakeries heeft de laatste jaren meerdere bedrijven overgenomen. Elke overname is een opportuniteit om het bestaande verpakkingsbeleid in de lokale vestiging onder de loep te nemen en het af te stemmen op het verpakkingsbeleid van de groep.
Verder valt het op dat de ‘blisters’, de plastic schaaltjes waarin veel koekjes vroeger werden gepresenteerd, bij veel van de Lotus-producten verdwenen zijn (bijvoorbeeld bij de Luikse Wafels) of dat ze werden vervangen door een kartonnen schuitje (zoals bij de Marshmallow). Omwille van de stevigheid en stapelbaarheid blijft voor sommige producten de blister wel aanwezig.
Omdozen en logistiek Lotus Bakeries werkt ook aan preventie van secundaire en tertiaire verpakkingen. Zo gebruikt de koekjesfabrikant steeds karton met het laagst mogelijke gewicht en het hoogst mogelijke aandeel gerecycleerd materiaal. Verder berekent gespecialiseerde software hoe groot de omdozen moeten zijn om zo veel mogelijk koekjes per pallet te kunnen stapelen. Beperkingen hier zijn het maximale aantal dozen dat op een pallet kan worden gestapeld zonder dat de onderste dozen worden platgedrukt, en ergonomische overwegingen met het oog op de medewerkers op de werkvloer die de dozen manueel moeten verplaatsen. ■
De dunnere folie zorgt voor een gewichtsvermindering van 17% op de verpakking van de Softwafels.
Lo t u s B a ke r i e s Pr o d u c te n Lotus Bakeries produceert speculoos, wafels & galetten en cakes (gebak).
A lg e m e e n p r eve n t i e pl a n Lotus participeert in het sectorale preventieplan van Fevia, de federatie van de voedingsindustrie.
Re al i s at i e s 3 Gewichtsreductie: verpakkingsfolie van Softwafels van 30 naar 25 micrometer teruggebracht. Een gewichtsvermindering met 17%, wat overeenstemt met een besparing van bijna 3 ton plastic per jaar. 3 Gebruik van onbedrukt polypropyleen zonder acrylcoating. 3 Voor sommige Lotus-producten zijn de plastic blisters weggelaten.
38
prevent.pack
Tien procent minder in tien jaar L U B e n elu x ( G r o e p D A N O N E ) De Groep Danone nam zich in 2001 voor om voor het totaal van hun producten wereldwijd, de verhouding verpakking/product in tien jaar tijd met tien procent te doen dalen. Die doelstelling leverde al enkele opmerkelijke resultaten op. Ook in de koekjesmarkt, waar de groep vooral met haar topmerk LU in de rekken staat. Zowel de folie als de kartonnen omdozen van enkele LU-producten daalden merkelijk in gewicht.
L
U maakt deel uit van de wereldwijde Groep Danone. Het hoofdkantoor voor de Benelux werd opgericht in 1986 en is gevestigd in Herentals. LU Benelux produceert er koekjes, crackers, toasts en tussendoortjes. Als producent van één van de topmerken van Danone, werken ook zij aan de realisatie van de 10%-doelstelling van de hele groep. Verpakkingspreventie is voor LU Benelux een belangrijk aandachtspunt, al blijft het ondergeschikt aan voedselveiligheid. De verpakking moet het risico op contaminatie zo veel mogelijk uitsluiten en bederf tegengaan. Verder moet de verpakking ook de kenmerkende eigenschappen van het koekje (smaak, knapperigheid, smeuïgheid, enz.) voldoende lang kunnen garanderen. De verpakking moet ook stevigheid bieden, want de consument stelt gebroken koekjes niet op prijs. Ten slotte mag ook de functie als informatie-
Voor het verpakken van de ‘Prince Pocket’ gebruikt LU Benelux nu een kartonsoort die 350 g/m2 weegt in plaats van 380 g/m2, een vermindering met 8%. drager niet uit het oog worden verloren. Bij het ontwerp van nieuwe verpakkingen gaat LU steeds op zoek naar een optimum tussen het voldoen aan deze
De plastic folie rond drie pakjes ‘Prince Fourré’ werd 17% lichter. De golfkartonnen omverpakking werd ook een stuk lichter, namelijk 11%.
basisfuncties en een aanvaardbare verpakkingskost.
De kleren van de prins Bij ‘Prince’, de ronde, dubbele wafeltjes met een vanille- of chocoladevulling, realiseerde LU op drie vlakken een aanzienlijke besparing. Zo wordt de ‘Prince Fourré’ verkocht per drie pakjes van 3 x 330 g, samengehouden door een wikkel uit georiënteerd polypropyleen (OPP). LU bracht de dikte van die folie terug van 40 micrometer naar 30 micrometer. De gewichtsbesparing wordt voor een klein deel gecompenseerd doordat de nieuwe folie meer inkt vraagt voor de bedrukking, zodat de folie uiteindelijk 17% lichter is dan de vorige. Op de Belgische markt betekent dat jaarlijks
prevent.pack 39
figuur
Rapport vochtopname van verschillende soorten verpakkingsmaterialen
vochtopname in g vocht/100g product/dag
42MH648 52MH648 + Acryl 42MH648 + Acryl Standaard 52MH648
0,06
0,05
0,04
0,03
Bescherming tegen vocht speelt een belangrijke rol bij het verpakken van koekjes. Deze grafiek is het resultaat van een vergelijkende test, waarbij de vochtopname in functie van de tijd werd gemeten voor vijf verschillende verpakkingsmaterialen. Hoe hoger de vochtopname, hoe sneller de kwaliteit van de koekjes achteruit gaat.
0,02
0,01
0,00
tijd in dagen 0
5
10
15
20
een reductie van plasticafval met bijna een halve ton. LU verbeterde ook de golfkartonnen omverpakking van de ‘Prince Fourré’. Het stelde de productiemachines zo af dat de machines een lichter (en daardoor fragieler) golfkarton aankunnen. De nieuwe dozen wegen slechts 388 g in plaats van de vroegere 436 g, een besparing van 11%. LU gebruikt het nieuwe golfkarton ook voor de omdozen van andere koekjes, goed voor een totale besparing van bijna 12 ton kartonafval per jaar in België.
25
30
Ook ‘Prince Pocket’, dezelfde wafeltjes maar dan per twee in een pakje, doet mee aan de gewichtsvermindering. De omdoos bestaat nu uit een lichter karton: 350 g/mC tegenover 380 g/mC vroeger. Voor de Belgische markt betekent dat een besparing van zes ton karton.
continu door aan de verbetering van de product-verpakkingsratio, al blijft de voedselveiligheid primeren en kijkt het preventiebeleid voor sommige producten daardoor stilaan tegen zijn limieten aan.
De Belgische markt is goed voor zo’n 10% van de afzet van Prince, de wereldwijde gewichtsbesparing ligt dus ongeveer tien keer hoger.
Verpakkingspreventie is voor de Groep Danone geen milieu-indicator op zich, maar het maakt wel deel uit van het overkoepelende milieubeleid. Zo vermeldt het ‘Handvest voor het leefmilieu van de Groep Danone’ dat “de vennootschappen van de Groep Danone (…)
Net als de andere vennootschappen uit de Groep Danone werkt LU Benelux
Globale stimulans, lokale acties
Danone maakte een praktische gids over ecodesign van verpakkingen, die als leidraad kan dienen voor de lokale verantwoordelijken.
40
prevent.pack
deelnemen aan de plannen inzake de beperking van verpakkingen en de valorisatie ervan aan het eind van hun levenscyclus.” Het management van de Groep Danone stimuleert en sensibiliseert de lokale productieafdelingen tot preventiemaatregelen, maar legt geen concrete doelstellingen op. Door de grote diversiteit aan producten (verse zuivel, water en koekjes) en de grote lokale verschillen in de wetgeving zijn uniforme doelstellingen voor alle producten immers weinig relevant. Door het aantal referenties binnen elke productgroep zoveel mogelijk te beperken, probeert Danone een schaalvoordeel te creëren in de aankoopcontracten waardoor het interessanter wordt te investeren in verpakkingsoptimalisering. De groep verspreidt praktische gidsen rond milieuthema’s – zoals ecodesign van verpakkingen – die als leidraad kunnen dienen voor de lokale verantwoordelijken. Maar het eigenlijke preventiebeleid wordt op lokale schaal uitgewerkt. Verpakkingscoördinatoren en aankopers proberen de verpakkings-
Preventie als deel van overkoepelend milieubeleid In elk land waar DANONE produceert, stelt het een milieuverantwoordelijke aan, bovenop de meestal verplichte milieucoördinatoren. Eén keer om de zes weken zitten deze milieuverantwoordelijken rond de tafel om ervaringen uit te wisselen. Zij rapporteren op regelmatige tijdstippen over de evolutie van enkele vaste milieuindicatoren (energie, water, afval, enz.). Dat laat de groep een voortdurende benchmarking toe tussen de verschillende productiesites. Bovendien betekent het een extra stimulans voor de lokale verantwoordelijken, aangezien ze deels worden geëvalueerd op basis van de geboekte vooruitgang voor deze indicatoren. Dat zorgt voor een gezond competitiegevoel tussen de vestigingen en het heeft al voor verrassend positieve resultaten gezorgd.
Philippe Diercxsens, Verantwoordelijke Milieu en Externe Relaties Belux
“Sensibilisering van de ontwikkelingsafdelingen is een cruciale factor in verpakkingspreventie.” ratio voor hun producten te optimaliseren, al moeten ze daarbij rekening houden met de richtlijnen rond merkimago die de globale marketingafdeling hun oplegt. De lokale leveranciers van verpakkingsmaterialen worden nauw bij die optimalisering betrokken: van hen wordt verwacht dat ze pro-actief de voor- en nadelen van nieuwe materialen rapporteren. Verder beschikt Danone in elk land over een eigen laboratorium dat
specifiek onderzoek verricht rond verpakkingsmaterialen. Op die manier kan elke producent maximaal inspelen op de eisen van de plaatselijke markt en wetgever. De labo’s werken nauw samen met Danone Vitapole, het internationale R&D-centrum dat alle opgedane expertise — niet alleen op het vlak van verpakkingen — centraliseert en de uitwisseling ervan verzekert tussen de verschillende afdelingen. ■
L U B e n elu x ( G r o e p D A N O N E ) Pr o d u c te n De groep Danone is een belangrijke speler op de markt van verse melkproducten, waters en koekjes & graansnacks. Enkele bekende merken zijn Danone, Evian en LU. Bovendien is de groep één van de belangrijkste actoren op het gebied van bereide gerechten en sauzen.
A lg e m e e n p r eve n t i e pl a n Danone participeert in het sectorale preventieplan van Fevia, de federatie van de voedingsindustrie.
Re al i s at i e s 3 Gewichtsreductie: OPP bundelwikkel ‘Prince Fourré’ 3 x 330 g van 40 naar 30 micrometer (-17%) 3 Gewichtsreductie: golfkartonnen omverpakking ‘Prince Fourré’ 3 x 330 g van 436 g naar 388 g (-11%) 3 Gewichtsreductie: volkartonnen omdoos ‘Prince Pocket’ van 380 g/mC naar 350 g/mC (-8%)
prevent.pack 41
Vondelmolen Het bedrijf Vondelmolen heeft de verpakking gewijzigd van de ‘Vondelmolen Peperkoek’. Gelijktijdig met de invoering van een nieuw firmalogo, werd de plastic laminaatfolie met een totale dikte van 40 micrometer vervangen door een enkelvoudige folie met een dikte van 30 micrometer. De verpakking van een peperkoek van 500 g weegt daardoor nog 3,6 g of 1 g minder dan de vorige verpakking. ■
Meer preventievoorbeelden op nieuwe website PREVENT.pack is niet alleen de naam van deze publicatie, maar ook van een nieuwe website (www.preventpack.be), waar u nog meer preventievoorbeelden terugvindt. Alle recente voorbeelden zijn er op een overzichtelijke manier samengebracht. De preventievoorbeelden werden ingedeeld volgens een aantal categorieën. De website beschikt over een handige zoekfunctie, zodat u snel de voorbeelden vindt die aan uw criteria beantwoorden. Wellicht hebt u als bedrijf ook interessante voorbeelden van verpakkingspreventie. Laat het ons weten via het antwoordformulier dat u vindt bij deze publicatie of op de website www.preventpack.be. De preventievoorbeelden die u ons bezorgt, komen in aanmerking voor de eerstvolgende update van de website. Dankzij uw voorbeelden wordt preventie zichtbaar en blijft de website actueel.
42
prevent.pack
w w w. p r eve n t pack . b e Via de website kunt u ook uw bevindingen over PREVENT.pack doorsturen. ■
Industriële producten 3
C
ommerciële functies zoals het aanbieden van producten in kleine hoeveelheden of het motiveren van de koper via merknamen en reclameboodschappen zijn bij bedrijfsmatige verpakkingen nauwelijks of niet aanwezig of vaak zelfs onwenselijk. Bedrijfsmatige verpakkingen hebben in eerste instantie tot doel het product efficiënt te kunnen aanleveren aan de gebruiker en ze veilig te kunnen opslaan. Marketingelementen zijn hierbij nauwelijks van tel. Een industriële verpakking zorgt voor de bescherming van het verpakte product tegen omgevingsfactoren én voor de bescherming van de omgeving tegen elke impact van het verpakte product. Daarom staat het thema verpakking centraal in kwaliteitszorg, veiligheidszorg en milieuzorg. Houden veiligheidsen kwaliteitscriteria vooral verband met
Bedrijfsmatige verpakkingen nemen in het economisch circuit een heel specifieke plaats in. Marketingelementen zijn hierbij nauwelijks van tel.
de gebruiksfase (stevigheid, veiligheid, werkbaarheid – ook bij het ontpakken), dan richten primaire milieu-overwegingen zich eerder op de nabestemmingsfactoren als: reinigbaarheid, geschikt zijn voor hergebruik, recycleerbaarheid. Elk element in deze multi-functionele omgeving is een argument om aan preventie te doen en maakt vaak deel uit van de preventieplannen die ondernemingen en sectorale federaties aan de Interregionale Verpakkingscommissie voorleggen. Filmdiktes van verpakkingsfolies spelen een belangrijke rol bij kwaliteitsoverwegingen, maar ook in de hoeveelheid verpakkingsmateriaal die wordt aangekocht én die nadien ter verwerking wordt aangeboden. Ook door het aantal verpakkingen te verminderen heeft men een grote impact op de hoeveelheid verpakkingsafval die ont-
staat. Dit heeft bovendien een belangrijke invloed op de ontpakkingstijd: hoe groter de verpakkingseenheid, hoe kleiner de uitpaktijd… Door het aantal verschillende materialen te beperken werkt men niet alleen de recycleerbaarheid in de hand. Ook het sorteren vergt minder investeringen. De bedrijfsgetuigenissen die hierna volgen, geven een duidelijk beeld van de concrete aanpak in verschillende takken van de industrie. Zowel grondstofproducenten, verwerkers van hal=abrikaten als de eigenlijke producenten van gebruiksmaterialen komen daarbij aan het woord. Vallen er in de verschillende getuigenissen duidelijke parallellen te ontdekken, dan illustreren deze cases ook dat elke specifieke situatie zijn eigen creativiteit genereert. Stuk voor stuk voorbeelden van efficiëntie en rationalisering: bruikbare voorbeelden. ■
prevent.pack 43
A . S c h u l m a n Pl a st i c s Pr o d u c te n Masterbatches voor de kunststofverwerkende industrie.
A lg e m e e n p r eve n t i e pl a n A. Schulman participeert in het sectorale preventieplan van Fechiplast. (Vereniging van Kunststofverwerkers)
Re al i s at i e s 3 Aanlevering van grondsto=en in silo’s bespaart 315 ton pallets, 100 ton zakken en 27.000 vorkliftbewegingen. 3 Wassen van vervuilde pallets geeft 280 ton hout een nieuw leven als pallet.
44
prevent.pack
Verpakking, ook een zaak van manipulatie en transport A . S ch u l m a n Pl a st i cs
Beweren dat A. Schulman Plastics geprefabriceerde polymeermengsels aanmaakt zou een grof understatement zijn. “Het productiegamma bevat méér dan 15 000 formuleringen”, aldus Theo Kohn, environmental and regulatory a≈airs manager bij A. Schulman Plastics.
A. Theo Kohn is environmental & regulatory a≈airs manager bij A. Schulman Plastics.
Schulman maakt in feite concentraten aan voor de kunststofverwerkende industrie. De vakterm is: masterbatches. Basisproducten zijn hoofdzakelijk polyethyleen, polypropyleen en polystyreen (PE, PP of PS). Aan de grondstof worden additieven toegevoegd, zodat het mengsel de geschikte eigenschappen krijgt voor verdere verwerking. Het gaat daarbij om producten die bijzondere karakteristieken induceren zoals lichtstabilisatoren (UV-bestendigheid), elektrische eigenschappen (geleidbaarheid), antistatische, slip, anti-slip of anti-block
eigenschappen enz. of gewoon pigmenten/kleursto=en. Een enkele masterbatch kan tot zeven additieven en/of pigmenten bevatten. Theo Kohn: “De producten die wij aanmaken, zijn preformuleringen, die door de uiteindelijke kunststofverwerkers zelf slechts in kleine hoeveelheden (1–20%) gebruikt worden als additief of inkleuring bij hun productie. Belangrijkste afzetmarkten zijn o.a. de verpakkingsindustrie, voedingsverpakkingsnijverheid, elektronica, kabelindustrie, farmaceutische nijverheid, textiel, landbouw.”
Door bulkaanvoer tot bij de productiemachines, worden heel wat vorkliftbewegingen uitgespaard.
prevent.pack 45
Omwille van de zeer grote volumes aan grondsto≈en die het bedrijf verwerkt, koos Schulman Plastics voor toelevering in bulk.
Zakverpakkingen Grondsto=en worden aangevoerd in relatief grote hoeveelheden – A. Schulman heeft een verwerkingscapaciteit van ca 60 000 ton per jaar. Masterbatches hebben een relatief hoge toegevoegde waarde, en dat heeft belangrijke gevolgen ter hoogte van de hoeveelheid verpakkingsmateriaal. “Vroeger zijn er experimenten gebeurd om de zakverpakkingen (25 kg PE zakken) dunner te maken. Al vlug bleek de gehanteerde 200 µm de minimale filmdikte te zijn. Proefnemingen met 160 of 180 µm leverden slechte resultaten. Belangrijkste oorzaken houden verband zowel met stapelbaarheid als met de individuele sterkte van de zakverpakkingen. Omdat de eindproducten relatief duur zijn – ze bevatten alle additieven en ondergingen alle bewerkingen – kan men zich niet veel verliezen permitteren. Klanten eisen immers een goed
Door te reinigen kunnen heel wat pallets herbruikt worden.
46
prevent.pack
beschermd hoogwaardig product in een stevige verpakking. Aan de hoeveelheid verpakkingsmateriaal die A. Schulman gebruikt als ‘verpakker’ kan daardoor niet zo veel meer veranderd worden”, stelt Theo Kohn.
Silo’s Anders is het gesteld met de aanvoer van grondsto=en. Reeds bij de uitbreiding van de fabriek in 1996, werd ervoor
geopteerd zoveel mogelijk over te schakelen op aanvoer in bulkwagens welke in silo’s worden gelost. Dit had een tweevoudige reden. Eerst en vooral waren de nieuwe productiemachines ontworpen en gebouwd om een continue aanvoer toe te laten. De capaciteit die de onderneming vandaag nodig heeft zou met individueel verpakte producten niet echt haalbaar zijn.
Verder had een en ander ook te maken met het transport. Nu al schuiven dagelijks vier tot vijf vrachtwagens aan. De bouw van elf nieuwe silo’s staat immers niet alleen gelijk aan de preventie van ± 13 400 pallets (ca 315 ton) en ± 672 000 zakken (ca 100 ton) verpakkingsafval. Vooral de besparingen door het vermijden van lossen en transporteren binnen het bedrijf zijn aanzienlijk. Een voorzichtige raming spreekt van 27 000 vorkliftbewegingen (op jaarbasis).
Verfijning Naast de belangrijkste preventie-initiatieven die hierboven vermeld werden, blijft A. Schulman alert voor bijkomende preventieopties. Zo bijvoorbeeld werd een regelmatige klacht van klanten aangegrepen om een nieuw initiatief op te starten. Het bleek immers een vrij frequent gegeven dat A. Schulman klachten ontving van klanten over ‘vervuilde’ pallets. Het betrof daarbij meestal pallets waarop de additieven worden aangeleverd en die door A. Schulman opnieuw gebruikt werden om de afgewerkte masterbatches te verzenden. Bij het ontpakken, bijvoorbeeld van pigmenten, raken pallets gemakkelijk vervuild met stof, waardoor ze ook minder geschikt zijn om te worden hergebruikt voor het transport van ‘afgewerkte producten’. Van dit gegeven werd gebruik gemaakt bij de planning van de nieuwe waterzuiveringsinstallatie om een palletwasinstallatie te voorzien. Theo Kohn: “De installatie op zich is bijzonder eenvoudig en bestaat uit een opvangcapaciteit waarlangs het waswater rechtstreeks naar de waterzuiveringsinstallatie wordt geleid. Het wassen zelf gebeurt met een hogedrukreiniger met zuiver water: er worden geen detergenten of additieven toegevoegd. Het rendement van deze preventiemaatregel is verrassend. Jaarlijks worden meer dan 12 000 pal-
lets gereinigd/herbruikt. Aan circa 23,3 kg hout per pallet geeft dit ongeveer 280 ton hergebruikte pallets! Vergelijken we de aankoopprijs van een nieuwe pallet met de kostprijs voor reiniging en waterzuivering, dan halen we nog altijd een nuttig rendement van 2,20 euro per pallet.” Het overschot aan pallets wordt voor nazicht en/of herstelling terug verkocht aan de leverancier. In 2000, 2001 en 2002 waren dit gemiddeld 46 000 stuks per jaar, op zich ook goed voor 1 070 ton hout.
Besluit Ook bij A. Schulman Plastics worden enkele algemene preventieprincipes bewaarheid. Het voorkomen van verpakkingsafval ressorteert e=ect op drie niveaus: ➔ werktijdbesparing door verminderen of vermijden van de tijd anders nodig voor het ontpakken; ➔ verwerkingskosten dalen doordat de te verwerken hoeveelheid verpakkingsafval substantieel verminderd wordt; ➔ transportkosten worden gedrukt, zowel wat betreft aan- en afvoertransporten als wat betreft bedrijfsinterne transporten. Extraatje: door bewust bezig te zijn met de problematiek van verpakkingsafval wordt bovendien een bedrijfsklimaat geschapen waarin ook nieuwe preventie-initiatieven kunnen gedijen zoals –in dit geval – het reinigen van pallets om deze opnieuw te kunnen gebruiken. ■
T!P Vaak volstaat een eenvoudige reiniging om een afvalproduct een tweede leven te geven.
bedrijfsprofiel
A. Schulman Plastics nv A. Schulman Plastics Bornem is een dochter van de Amerikaanse, beursgenoteerde A. Schulman groep. Het bedrijf stelt in België ongeveer 250 personen tewerk. De onderneming is een van de belangrijkste Europese producenten van masterbatches. Méér dan 15 000 formuleringen, waarvan een 5 000-tal actueel actief, worden in het bedrijf aangemaakt. Naast de productie, goed voor circa 60 000 ton granulaat, is in Bornem ook het ontwikkelingslaboratorium gevestigd van A. Schulman. Bovendien worden vanuit Bornem ook enkele A. Schulman vestigingen in andere Europese en niet-Europese landen ondersteund.
prevent.pack 47
B o r e al i s Pr o d u c te n Productie van polyethyleen en polypropyleen granulaten voor de kunststofverwerkende industrie.
Pr eve n t i e pl a n De beschreven preventiemaatregelen kwamen tot stand door de uitvoering van het individueel preventieplan dat Borealis voor de groep opstelde voor de periode 2001-2003.
Re al i s at i e s 3 Diktevermindering van zakken van 200 micron naar 140 micron. 3 Palletbelading zakken: 50 zakken per pallet naar 55 zakken per pallet. 3 Volume octabin verhoogd van 500 kg naar 600 kg. 3 Volume bigbag verhoogd van 1000 naar 1100 kg. 3 Gebruik van het PRS pallet-return systeem. 3 Reductie van 30% van de hoeveelheid rekfolie rond de octabins. 3 Vermindering met 33% van de dikte van de binnenliners in octabins.
48
prevent.pack
De klant is koning … en toch B o real i s
Wie zich bezighoudt met de productie van polymeren zoals polyethyleen of polypropyleen, en bovendien actief is in de Antwerpse haven heeft een groot voordeel. De belangrijkste grondstof – ethyleen en/of propyleen in het geval van Borealis – is gasvormig en kan rechtstreeks van een pijpleiding afgetapt worden. Een van de belangrijke principes met betrekking tot het voorkomen van verpakkingsafval, namelijk het aanvoeren van grondsto≈en in bulk, wordt hier als het ware van nature uit voldaan.
Een tweede hinderpaal is vooral kwalitatief van aard. Grote hoeveelheden aankopen betekent immers tegelijkertijd grotere risico’s lopen, bijvoorbeeld in het geval van technische tekortkomingen of contaminaties.
Carlo Vanroye is aankoper grondsto≈en en verpakkingsmaterialen bij Borealis.
B
orealis maakt meer dan veertig verschillende polyethyleen en polypropyleen granulaten die onderling vooral verschillen door de aard van toegevoegde additieven zoals vulsto=en, pigmenten, UV-stabilisatoren, witmakers en dergelijke. Deze vinden in hun toepassing o.a. in de produktie van bumpers, verpakking (bierkratten, melkflessen, zakken, …) enzovoort. Het principe van bulkverpakking ook bij de klant ingang doen vinden, is dikwijls niet mogelijk. Dit heeft onder andere te maken met de verwerkingsmogelijkheden van de klant. Niet iedere onderneming of ieder ontpakkingsproces is erop ingesteld om bulkmateriaal te verwerken, capacitief noch technisch.
Voor Borealis betekent dit niet dat men verder bij de pakken is blijven zitten. Het preventieplan dat Carlo Vanroye, aankoper grondsto=en en verpakkingsmaterialen bij Borealis, ons voorstelt bevat de toepassing van verschillende preventieprincipes die ook in vele andere sectoren hun nut kunnen bewijzen. Het betreft voornamelijk acties met betrekking tot het verpakken van de afgewerkte producten.
Gewichtsvermindering Bij Borealis wordt al sinds geruime tijd gewerkt aan diktevermindering van verpakkingsfolies. Zo werd de filmdikte van de zakverpakkingen, de FFS-folie (Form, Fill & Seal) in de loop van de jaren teruggebracht van 200 micron tot 140 micron en zijn momenteel tests bezig om over te gaan naar 130 micron. De filmdiktevermindering van 200 micron naar 140 micron levert een besparing op van 22 ton kunststof per jaar. Door het gebruik van nieuwe materialen hoopt men in de loop van de volgende jaren zelfs verder te kunnen gaan naar 120 micron of minder en dit zonder de recycleerbaarheid in gevaar te brengen.
Valtesten bepalen of er wordt overgegaan tot een industriële proef met vijf ton materiaal.
Het spreekt voor zich dat heel wat tests voorafgaan aan de finale implementatie van dergelijke nieuwe specificaties. Het bedrijf ontwikkelde een aantal laboratoriumproeven, het zogenaamde spidermodel, waaraan alle nieuwe verpakkingsspecificaties zorgvuldig getoetst worden vooraleer het materiaal ook in de praktijk gevalideerd mag worden. Na de spider-test wordt de verpakkingsfolie op iets grotere schaal getest: één productielot wordt in de fabriek onderworpen aan valtesten, stapelbaarheid en dergelijke, vooraleer over te gaan tot een industriële proef met 5 ton van het materiaal. Levert ook deze laatste proef
gunstige resultaten op, dan kunnen de nieuwe verpakkingsspecificaties definitief opgenomen worden. Dezelfde tendens inzake diktevermindering werd verwezenlijkt met de stretchfilm waarmee de zakkenstapeling op pallets gestabiliseerd wordt. Een reductie van de filmdikte van 35 micron naar 23 micron werd reeds gerealiseerd, terwijl voor het ogenblik tests bezig zijn om over te gaan naar 20 en 17 micron of om door hogere pre-stretch een lager gewicht per pallet te bekomen.
Beperking Vaak ligt de beperkende factor voor steeds kleinere foliediktes niet bij de afnemer (in casu: Borealis), doch bij de producent. De kostprijs van een kunststo=olie wordt immers bepaald door de grondstofprijs en door de productiekost. Zolang alleen de grondstofprijs speelt, is het een economisch proces om de film steeds dunner te maken: hoe minder materiaal, hoe goedkoper. Vanaf een bepaalde grens zal echter ook de productiekost mee de prijs bepalen. Wordt de film zo dun dat de extrusieblaasmachine regelmatig opnieuw
gereinigd/opgestart moet worden, dan kan de productiekost te hoog oplopen om nog verder te pogen de filmdikte te reduceren.
Betere afstemming op logistiek Sinds begin van de jaren 90 werd bij Borealis ook beslist om materialen, verpakt in 25 kg zakken niet per 50 maar per 55 zakken op een pallet te stapelen, wat heeft geleid tot minder verpakkingen en minder transport. Analoog werden de volumes opgevoerd voor semibulkverpakkingen (octabins van 600 kg in plaats van 500 kg) en voor bigbags: van 1000 kg naar 1100 kg.
Rekenvoorbeeld In 2002 werd in België circa 16.000 ton materiaal geproduceerd en in zakverpakking via wegtransport op de markt gebracht.
prevent.pack
PRS Het ‘Pallet Return System’ waar Borealis bij aansloot, zorgt ervoor dat zo veel mogelijk pallets in een gesloten circuit blijven roteren (lees: herbruikt worden). Vanroye: “Voor het bedrijf is dat een zeer goede oplossing. In plaats van te moeten investeren in steeds nieuwe pallets, wordt de kostprijs nu hoofdzakelijk bepaald door de transportkosten. Bovendien verzekeren we ons op die manier van een goede en constante kwaliteit.”
vroeger
10 x 5 zakken van 25 kg per pallet
➔ 12 800 pallets
nu
11 x 5 zakken van 25 kg per pallet
➔ 11 636 pallets
verschil
Betere afstemming op de logistiek: 55 zakken in plaats van 50 zakken per pallet.
50
Als één truck 18 pallets bevat, betekent dit ongeveer 65 trucks minder, enkel voor materiaal in België geproduceerd om op de Belgische markt te brengen. Dit heeft dus niet enkel een gunstig e=ect op het de hoeveelheid verpakking maar tevens heeft dit een positief milieue=ect tot gevolg door de verlaging van het aantal ritten.
1 164 pallets
Herbruikbare vouwcontainers krijgen de voorkeur op zakverpakking.
De “Association of Plastic Manufacturers in Europe” (APME) heeft een systeem ontworpen dat kunststofverwerkers en polymeerproducenten de mogelijkheid biedt het transport zo e;ciënt mogelijk te maken en tegelijk op Europese schaal bij te dragen tot een actief grondsto=enbeheer en een beperking van het verpakkingsafval. PRS is een Europees uitwisselingsysteem van standaard CP pallets tussen de polymeerproducenten en de kunststofverwerkers. De pallets zijn eigendom van PRS en zijn gemakkelijk te identificeren omdat ze het PRS logo dragen. De PRS manager beheert de pallets volgens geografische zones.
naar 100 micron (33% gewichtsreductie in liners); ➔ de bedrukking op de octabins werd gereduceerd door niet de volledige naam maar enkel het logo weer te geven (30% reductie van inktverbruik); ➔ de recycleerbaarheid van octabins en bigbags wordt vergemakkelijkt door gebruik te maken van etiketten in respectievelijk papier (voor de octabins) en plastic (voor de bigbags); ➔ Aankoop van grondsto=en (additieven voor de productie van granulaten) in opvouwbare kunststofcontainers in de plaats van zakken).
Besluit Uiteraard wordt een en ander zeer strikt opgevolgd vanuit het kwaliteitssysteem. Om de drie maanden wordt de situatie nauwkeurig geëvalueerd.
Andere maatregelen ➔ optimalisatie van het aantal wikkelingen stretchfolie rond octabins (30% gewichtsreductie in rekfolie); ➔ deksels en bodems van octabins worden vervaardigd uit gerecycleerd karton (10% minder verbruik van nieuw karton); ➔ liners aan de binnenzijde van de octabins gereduceerd van 150 micron
Ook in internationale organisaties, waarin de aankoopstrategie van de verschillende dochtermaatschappijen centraal wordt aangestuurd, is het lonend de principes van preventiemaatregelen te introduceren. Door deze elementen op te nemen in de lastenboeken wordt een systematische preventiepolitiek ontwikkeld. Het demotiveren van het gebruik van kleine verpakkingsvormen en het voorzien van technische begeleiding van klanten die op bulklevering willen overschakelen hebben ertoe geleid dat op dit ogenblik reeds 50% van de totale productie in bulk wordt aangeleverd. ■
bedrijfsprofiel
Borealis Belgium Wereldwijd stelt Borealis circa 5 400 personen tewerk bij de productie en verkoop van polyethyleen en polypropyleen granulaten. Deze producten, al dan niet geconditioneerd met vulsto=en, pigmenten of additieven, vinden hun toepassing in zeer diverse sectoren, gaande van de automobielsector en verpakkingsindustrie tot huishoudapparaten, kabels en bedrading. Borealis heeft vestigingen in Finland, Noorwegen, Zweden, Oostenrijk, Portugal, Italië en twee in België. Alle vestigingen beschikken over een ISO 9000 en een ISO 14001 certificaat. Het hoofdkwartier voor Europa is gevestigd in Lyngby (Denemarken), maar vele technische en administratieve diensten zijn Europees gecentraliseerd te Mechelen. Daarnaast heeft Borealis ook nog joint ventures in Abu Dhabi, Brazilië en USA en is Borealis licentiehouder voor nieuwe fabrieken, bv. in China.
prevent.pack 51
I so b ar / Fe b o co n st ru c t Pr o d u c te n Geïsoleerde panelen voor de constructie van koelcellen en koelmagazijnen.
A lg e m e e n p r eve n t i e pl a n De beschreven preventiemaatregelen kwamen tot stand door de uitvoering van het individueel preventieplan dat ISOBAR voor de groep opstelde voor de periode 2001-2003.
Re al i s at i e s 3 Panelen slechts inpakken op vraag van de klant (als de werfomstandigheden het vereisen) geeft een reductie van beschermfolie van 3 ton per jaar. 3 Terugnemen van houten pallets voor hergebruik. 3 Opnieuw gebruiken van eenmalige verpakkingen van aangekochte componenten voor het verpakken van de accessoires die de monteur op de werf nodig heeft.
52
prevent.pack
Verpakking alleen op verzoek I so b ar / Fe b o co n st ru c t
Reeds 25 jaar is het bedrijf Isobar te Kuurne actief in de productie van koelcellen allerhande. Dat impliceert dat ook de verpakkingen nogal uiteenlopend zijn van aard en vooral … van grootte. Toch vond Isobar een strategie om haar hoeveelheid verpakking met meer dan 20% te verminderen.
tot en met de meest gekende toepassingen in de voedingsnijverheid. Voor grote, meer bouwtechnische toepassingen werd zelfs een dochteronderneming opgericht: Febo produceert industriële panelen met lengtes tot 15 meter.
Rudi Bouckaert is kwaliteitsverantwoordelijke bij Isobar/ Feboconstruct.
D
e koelkamers die bij Isobar gefabriceerd worden, vinden hun toepassing in diverse industriële sectoren, van de farmaceutische nijverheid
De fabricatie van thermisch isolerende platen is een relatief eenvoudig procédé. Waar het gaat over koelelementen bestaan de panelen uit twee metalen platen waartussen een laag polyurethaan of PUR geschuimd wordt. Industriële isolatieplaten worden geproduceerd volgens een analoge werkwijze waarbij PUR, polystyreen of rotswol tussen de metaalplaten verlijmd wordt.
Input van verpakkingsmateriaal “Doordat de grondsto=en voor onze productie hoofdzakelijk in bulk worden aangevoerd, hebben wij een relatief kleine stroom aan verpakkingsafval die het bedrijf binnenkomt”, vertelt Rudi
Om de dikte van de beschermfolie verder te verminderen, moet men wachten op de introductie van nieuwe machines.
Bouckaert, kwaliteitsverantwoordelijke bij Isobar. “Ook bij onze dochteronderneming is de instroom aan verpakkingen eerder beperkt.” De grootste input, voor beide bedrijven, bestaat uit de beschermende folie die is aangebracht op de metaalplaten die we aankopen. Op zich kan daar niet veel aan veranderd worden. De beschermlaag op de platen is absoluut noodzakelijk om te voorkomen dat er schade zou optreden tijdens de mechanische bewerkingen.
Output van verpakkingen “Anders is het gesteld met de hoeveelheid verpakkingsmateriaal die we zelf aanwenden”, aldus nog Bouckaert. “Zo worden de leveringen naar klanten wel degelijk goed ingepakt. Alle onderdelen van de geprefabriceerde koelcellen worden verzameld in een ‘bouwpakket’, dat met beschermfolie verzekerd wordt.”
Folie met betere stretcheigenschappen en optimalisatie van de wikkelrobot waren goed voor een besparing van meer dan 20%.
prevent.pack 53
Een gedetailleerde evaluatie van de verpakkingsprocedure én van de gebruikte folie bracht heel wat verbeteringsopties aan het licht. Door over te schakelen op een folie met betere stretcheigenschappen en een optimalisatie van de wikkelrobot kon een besparing gerealiseerd worden van meer dan 20% op de hoeveelheid folie.
Elimineren De preventiemaatregelen die bij de zusteronderneming Febo werden doorgevoerd zijn echter veel spectaculairder. Daar had men immers de gewoonte om afgewerkte isolatieplaten systematisch te verpakken in een zwarte, tamelijk zware stretchfolie. Dit gebeurde omdat leveringen vaak buiten op een werf werden opgeslagen, waar bescherming tegen vocht, zonlicht en stof een absolute noodzaak is. Het probleem van verpakkingsafval op bouwwerven is een gekend gegeven. Een belangrijke bijdrage tot de vermindering van de hoeveelheid verpakkingsafval werd onrechtstreeks door de klanten zelf aangebracht. Daaruit bleek dat de isolatiepanelen van Febo vaak nagenoeg onmiddellijk na de levering gemonteerd worden: het is niet echt nodig deze te verpakken. Voor Febo was dit een niet mis te verstaan signaal. Daar de productie grotendeels op bestelling gebeurt, zou het immers wel eens kunnen dat deze werkwijze zich laat veralgemenen … De cijfers liegen er niet om. Waar in 1998 nog 3,5 ton/jaar beschermingsfolie verbruikt werd, was dit in 2002 gedaald tot 0,5 ton/jaar. Ondertussen is deze ervaring zo ver ingeburgerd dat ze deel uitmaakt van de normale aankoopprocedure. Wanneer de klant een bestelling plaatst, wordt meteen ook nagegaan of de levering verpakt moet worden dan wel op de werf onmiddellijk verwerkt zal worden of misschien in een magazijn of atelier
54
prevent.pack
De klant bepaalt zelf of de levering moet verpakt worden, afhankelijk van de opslagomstandigheden. gestockeerd, waar bescherming overbodig is. Het is een vorm van dienstverlening geworden, die door het cliënteel bijzonder op prijs gesteld wordt.
Standaardiseren De grootste stroom verpakkingen bij Febo & Isobar is nu hout. Doordat de productie bij Febo & Isobar nagenoeg integraal op bestelling gebeurt, wordt ook de verpakking intern vervaardigd: de houten pallets worden in huis
gemaakt op maat van de te verpakken stukken. Dit maakt standaardiseren moeilijk. Toch proberen Febo & Isobar zoveel mogelijk hout uit het afvalcircuit te houden. Dit gebeurt enerzijds door de pallets terug te nemen — alweer klantenservice – en opnieuw te gebruiken, en anderzijds door toch een beperkt aantal standaardmaten te introduceren. Belangrijkste hinderpaal daarbij is niet
het beperken van het aantal verschillende afmetingen of het oplopen van beschadiging, maar wel de benodigde opslagruimte. Het terugnemen en hergebruiken van volumineuze elementen zoals pallets van zes meter vergt heel wat ruimte.
Opnieuw gebruiken van eenmalige verpakking “Eén van de meest e;ciënte vormen van het voorkomen van verpakkingsafval is natuurlijk het opnieuw gebruiken van verloren gewaande verpakkingen. Deze handeling is vaak zodanig vanzelfsprekend, dat je externe input nodig hebt om de mogelijkheden in eigen huis te herkennen”, vertelt Bouckaert. “Kartonnen dozen bijvoorbeeld, waarin accessoires worden aangeleverd als deurkrukken, beslag of andere onderdelen, werden vroeger gewoon weggegooid. Anderzijds werd nieuw verpakkingsmateriaal aangekocht om de montageonderdelen aan klanten te leveren.”
“Door onze ontpakkers aan te leren de binnenkomende dozen netjes open te snijden zonder ze te beschadigen, blijft deze verpakking perfect geschikt om opnieuw gebruikt te worden voor de levering van kleinere accessoires of wisselstukken aan het eigen cliënteel. In plaats van nieuwe dozen aan te kopen, worden nu enkel nieuwe etiketten aangebracht: een belangrijke besparing én een hoop verpakkingsafval minder …”
Perspectieven “Veel meer kunnen we voor het ogenblik niet doen”, stelt Bouckaert. “Als we nog minder verpakkingsmateriaal willen gebruiken, zal dat hoofdzakelijk uit de hoek van automatisering moeten komen. Met nieuwe, volautomatische machines zal het misschien mogelijk worden de beschermfolie op de metaalplaten te verdunnen naar 50 of 60 µ (in plaats van 80 µ nu) of in extremis zelfs volledig weg te laten. Wij houden in elk geval onze ogen open.” ■
Door de pallets steviger te maken, wordt het lonend deze te recupereren bij de klant.
bedrijfsprofiel
Isobar Het bedrijf Isobar te Kuurne produceert een breed gamma aan producten en diensten, waarin ‘isolerende panelen’ een centrale rol spelen. Een belangrijke sector is de koelindustrie, met geïsoleerde sandwichpanelen voor koel- en vriescellen, isotherme constructies, draai-, schuif- en pendeldeuren tot en met turn-key koelopslagruimtes. Het zusterbedrijf FeboConstruct is actief op het vlak van industriële sandwichpanelen voor commerciële en industriële toepassingen, op basis van polystyreen, polyurethaan, polyisocyanuraat of mineraalwol. Beide ondernemingen samen tellen circa 80 werknemers. Ongeveer een derde van de productie is bestemd voor export.
prevent.pack 55
D e ce u n i n ck nv Pr o d u c te n Productie van kunststofprofielen voor het vervaardigen van ramen, deuren, dorpels, plinten.
A lg e m e e n p r eve n t i e pl a n Deceuninck participeert in het sectorale preventieplan van Fechiplast (Vereniging van Kunststofverwerkers)
Re al i s at i e s 3 Jaarlijks worden 150 bijkomende Flow Bins (zeer duurzame metalen verpakkingen) in gebruik genomen voor het stockeren van grondsto=en. 3 Vermindering van de dikte van beschermfolies van 90 micron naar 50 micron of 30 micron. 3 Afscha=en van individuele verpakking in buisfolie waar bescherming minder kritisch is.
56
prevent.pack
Aankopen per meter doet foliedikte dalen D e ce u n i n ck nv
“In gesprekken over preventie, onafhankelijk of men het heeft over arbeidsveiligheid, milieu of afval, schuilt altijd een economische factor. Neem nu het waterbeleid van een bedrijf als voorbeeld. De prijs van water is nog aanvaardbaar in België. De reden om bewust met water bezig te zijn ligt in de toekomst: water zal duurder worden. Een dynamische onderneming wenst met dergelijke anticipeerbare vooruitzichten rekening te houden.”
ders) tot een grote variatie aan kunststofprofielen met hoge toegevoegde waarde (bekleven, coaten, bedrukken) voor diverse toepassingen. De klanten van Deceuninck zijn vooral actief in de bouwnijverheid: fabrikanten van ramen, deuren en dergelijke meer.
Jean-Vasco Degryse is EHS manager bij Deceuninck nv.
P
“
recies dezelfde situatie onderkennen we in de actuele problematiek van industriële verpakkingen. Verpakkingen zelf zijn niet duur. Het prijsprobleem ontstaat pas op het ogenblik dat de klant voor een verantwoorde verwijdering van de verpakking moet zorgen, op het ogenblik dat de verpakking ‘afval’ wordt. Wanneer zich in de markt een groeiend milieubewustzijn ontwikkelt, dan moet het bedrijf daar rekening mee houden en ervoor zorgen dat zo weinig mogelijk verpakkingsafval geproduceerd wordt: preventief.” Aan het woord is Jean-Vasco Degryse, EHSmanager bij Deceuninck nv.
één buisfolie. Kleinere stukken daarentegen, zoals de glaslatjes die gebruikt worden voor het inzetten van glas, worden per tien of per twintig verpakt.
De geproduceerde profielen hebben een standaardlengte van zes meter en worden, soms profiel per profiel, verpakt in polyethyleen buisfolie. Grotere stukken, zoals bijvoorbeeld brede ‘dorpels’, worden inderdaad individueel verpakt in
Een tweede verpakkingsvorm is de beschermfolie die gekleefd wordt op veredelde profielen. Veredelde profielen zijn profielen die, op bestelling, een bijkomende bewerking ondergaan hebben om een ‘speciaal e=ect’ te bekomen, bijvoorbeeld een bekleving met een imitatie-eik aspect. Omwille van de belangrijke meerwaarde van deze veredelde
De producten van Deceuninck vinden hun toepassing in de bouwnijverheid.
Veredelde profielen krijgen een klee≈olie als bescherming.
Waar ontstaat verpakkingsafval Deceuninck nv extrudeert gepreformuleerde compounds (granulaten en poe-
prevent.pack 57
figuur 1
Stapsgewijze overschakeling naar flowbins
1200 1000 1000
860
900
750
720
aantal in omloop
800
De profielen worden per lengte van zes meter verpakt in polyethyleen buisfolie. stukken, die algauw een kwart duurder zijn dan standaardmateriaal, worden deze individueel beschermd door een extra beschermfolie. Deze beschermfolies blijven bovendien op het profiel tot het raam volledig gemonteerd is en dienen om de ramen te beschermen bij plakwerken en andere bouwwerken. Een laatste, belangrijke bron van verpakkingsafval ontstaat bij de aanvoer van grondsto=en. Deceuninck nv koopt grondsto=en aan in vier verschillende verpakkingsvormen. De gemakkelijkste vorm, die bovendien géén verpakkingsafval oplevert, is de levering in bulk. Een tweede, bijna even elegante leveringsvorm zijn flowbins. Deze metalen containers van 1 250 kg worden in de productielijnen onderaan geledigd, terwijl ze bij de leverancier gewoon opnieuw gevuld worden. Flowbins zijn nagenoeg onbeperkt herbruikbaar. De twee andere logistieke kanalen leveren wél een belangrijke bijdrage tot de hoeveelheid verpakkingsafval. Omdat de flowbins te duur zijn om stil te staan – flowbins kunnen omwille van de rentabiliteit niet genoeg roteren – wordt een strategische stock van zoveel honderden ton in octabins geplaatst. Octabins zijn kartonnen verpakkingen, vanbinnen beveiligd met een polyethyleen layer, een grote zak die bij manier van spreken in de octabin hangt. Deze layers worden slechts één maal gebruikt terwijl de kartonnen octabins zelf gemiddeld drie maal herbruikt kunnen worden. Helemaal een probleem zijn de bigbags. Bigbags zijn zeer moeilijk opnieuw te gebruiken door het feit dat ze nooit helemaal geledigd kunnen worden: er blijft altijd wat grondstof achter en zij
58
prevent.pack
600
flowbins octabins & bigbags
600 400 200 0 2002
2003
2004
bestaan meestal ook uit een combinatie van verschillende kunststo=en die vaak moeilijk te scheiden zijn.
Preventie-initiatieven input Verminderen van het aantal verpakkingen De beste manier om ervoor te zorgen dat er geen verpakkingsafval ontstaat, is … niet verpakken. De grootste besparing bestaat erin zoveel mogelijk over te gaan op de aanvoer van grondsto=en in bulkwagens. Om diverse logistieke en productietechnische redenen is dit helaas niet altijd mogelijk. Het gebruik van 100% herbruikbare verpakkingen, zoals de hierboven beschreven flowbins, wordt bij Deceuninck nv beschouwd als een volwaardig alternatief voor bulkaanvoer.
Over de voorbije drie jaar is het aantal octabins en bigbags afgenomen ten voordele van een stijgend gebruik van flowbins. De stapsgewijze overschakeling naar flowbins maakt bij Deceuninck nv deel uit van het totaal investeringsprogramma. “Dat is ook de reden waarom de invoering stapsgewijze gebeurt, want een flowbin kost algauw 3 000 euro”, bevestigt Degryse.
Preventie-initiatieven output Hoeveelheid verminderen door meters te kopen Met betrekking tot de verpakking van afgewerkte producten, de profielen, wordt vooral gewerkt op niveau van de foliedikte. Er wordt naar gestreefd om de filmdikte van alle polyethyleen buisfolie te reduceren van 90 naar 50 micron of zelfs 30 micron. Degryse: “Een zeer belangrijk initiatief is dat wij de zakverpakking niet langer aankopen op
Waar levering in bulk niet mogelijk is, kan men kiezen voor zo goed mogelijk herbruikbare verpakkingen. Van links naar rechts: octabin, flowbin en bigbag.
gewichtsbasis, maar wel per meter. Op die manier dwingen we de leverancier als het ware om de wanddiktes van de geleverde verpakkingsfolie zelf goed ‘in de gaten te houden’.” Dit principe kent Deceuninck nv uit eigen ervaring. Acht jaar terug exploiteerde het bedrijf zelf een blaasextrusie machine. De productiemoeilijkheden zijn dus genoegzaam gekend: als de kern van de matrijs een beetje verschuift, ontstaat aan de ene kant een veel te lichte, aan de andere kant een veel te zware folie. De meest voor de hand liggende oplossing is heel de zaak te verzwaren zodat de lichte kant nog voldoende dik blijft. Nadeel: een dubbele dikte aan de andere kant. Dit probleem van ‘overgewicht’ wordt grotendeels voorkomen door afspraken te maken op basis van een prijs per meter. Toch mag men in deze besparing de essentie niet uit het oog verlie-
gewicht (kg)
Het milieubeleid bij Deceuninck nv wordt niet gezien als een job van de milieudienst, maar als een verantwoordelijkheid van de hele onderneming. Daarom werd een milieuwerkgroep samengesteld, waarin evenveel mensen actief zijn als er thema’s zijn in het totaal milieubeheer. (West Vlaams Milieucharter) “Verpakking is één van de milieuthema’s, en wordt bij ons ingevuld door de dienst logistiek”, vertelt Degryse. “De logistiek verantwoordelijke heeft immers de grootste impact op de aankoop van de soorten folies. Bovendien is hij de persoon bij wie de opmerkingen van de klanten terechtkomen in geval van beschadiging van folies of vracht. Vandaar dat hij best geplaatst is om het verpakkingsgebeuren van dichtbij te volgen.” “Een bijkomend voordeel van de werkgroepstructuur is de cross-over van informatie tussen de verschillende afdelingen. Wat men in de werkgroep hoort over de ene afdeling, werkt vaak inspirerend en zet de mensen aan het denken: als dat bij hen kan, moet dat bij ons ook kunnen …”
Evolutie verpakkingen
500000
45000000
400000
43000000
300000
41000000
200000
39000000
100000
37000000
omzet (kg)
figuur 2
Organisatievorm
kg beschermfolie kg krimpfolie kg zakverpakking totaal kg verpakking omzet div 04 in kg
35000000
0 2000
2001
2002
Het algemene preventieplan resulteerde in een drastische reductie van het verbruik van verpakkingsmaterialen met maar liefst 15%. zen. Wil men bij folies, vaak een paar tientallen micron dik, naar kleinere filmdiktes overschakelen, dan zal de producent vaak de polymeersamenstelling aanpassen door geen zuiver Low Density Polyethyleen te gebruiken maar een mengsel van High Density en Low Density Polyethyleen. Dit maakt het recycleren zeker niet gemakkelijker.
Uniformiseren Een bijkomende manier om de hoeveelheid verpakkingsafval te verminderen, bestaat uit het uniformiseren van verpakkingen, het herleiden van verschillende verpakkingen tot één of enkele varianten. Voorheen werd bij Deceuninck één type verpakkingsfolie voorzien voor elke profielbreedte: was het ene raam 2 mm breder dan het andere, dan waren er twee verschillende folies voorzien. Het aantal foliebreedtes werd op één jaar tijd verminderd van 18 naar 11. Door te werken met gestandaardiseerde breedtes wordt niet alleen het hele logistieke gebeuren sterk vereenvoudigd. Ook de hoeveelheid verpakkingsafval wordt beduidend verlaagd.
T!P Niet enkel preventie in verband met de verpakking van de eigen producten is belangrijk. Er kunnen ook mooie resultaten bereikt worden door de verpakking van aangekochte goederen met de leveranciers kritisch onder de loep te nemen.
Besluit Als gevolg van de hierboven beschreven maatregelen, realiseerde Deceuninck nv een over all reductie van het verbruik van verpakkingsmaterialen van niet minder dan 15%. Deze reductie werd waargemaakt enerzijds door het supprimeren van overbodig gebruik van krimpfolie, maar vooral door gebruik te maken van dunnere kunststo;lm, zowel voor zakverpakkingen als voor beschermfolies. ■
bedrijfsprofiel
Deceuninck nv De activiteiten van Deceuninck nv Gits omvatten het ontwerp en de productie van kunststofprofielen met hoge toegevoegde waarde voor toepassingen zoals raam- en deursystemen, woningafscherming, binnenhuisinrichting, buitenbekleding en multifunctionele producten. Deceuninck, in 1937 nog het eenmansbedrijf van stichter Benari Deceuninck, is uitgegroeid tot een multinational met meer dan twintig afdelingen en een verkoopactiviteit in 32 landen in Europa, NoordAmerika en Azië. Enkele cijfers van de Groep Deceuninck (na de integratie van Thyssen Polymer op 01 juli 2003): • meer dan 3 600 klanten wereldwijd • gespreid over meer dan 32 landen • 22 dochterondernemingen (met en zonder productiecapaciteit) • meer dan 250 000 km extrusieprofielen per jaar • 2 500 productreferenties • 2 700 werknemers • meer dan 195 000 ton grondsto=en
prevent.pack 59
Prevent.pack is een gemeenschappelijke uitgave van: ➔ ➔ ➔ ➔ ➔
Interregionale Verpakkingscommissie (IVC) FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Gemeenschappelijk Platform Verpakking en Verpakkingsafval VAL-I-PAC FOST Plus
Website: www.preventpack.be © 2004 — v.u.: Etienne De Vos, FOST Plus, Martinus V-straat 40, 1200 Brussel