Opdrachtenboekje
Les 1
Introductie
Opdracht 1
Stereotype
Opdracht 2 Voorbeelden van tolerant gedrag
Voorbeelden van intolerant gedrag
2
Les 2
Feit & Mening
Opdracht 1
Feit: Iets wat je kunt controleren. Het is zo, en je kunt er niet over discussiëren. Bijvoorbeeld: Ik heb een appel in mijn hand. De appel is groen. Een appel is gezond. Een appel is fruit.
Mening: Iets wat je vindt. Bijvoorbeeld ik vind appels lekker. Of: Ik vind mijn broek mooi.
Noem nog twee andere voorbeelden van feiten.
Noem nog twee andere voorbeelden van een mening.
!
Opdracht 2 Beschrijf hoe de personen op de foto’s eruit zien. Noem alleen de feiten en probeer je mening voor je te houden. Bijvoorbeeld: ‘Op de foto staat een jongen met zwart haar’. En dus niet: ‘Op de foto staat een aardige jongen met mooi haar.’ Aardig en mooi zijn voorbeelden van een mening.
!
3
!
Opdracht 3
Argument: een uitleg van je mening, redenen waarom je iets vindt. Argumenten kun je beginnen met woorden als ‘want’, ‘vanwege’, ‘omdat’, ‘daarom’, etc. Bijvoorbeeld: Ik vind appels lekker, omdat ze zoet en sappig zijn.
Hoe leg ik een mening uit? Gebruik AUB! A = Argument; Wat is de reden? U = Uitleg; Kun je dit argument uitleggen? B = Bijvoorbeeld; Kun je een voorbeeld geven?
Leg je mening uit opdracht 1 uit door een AUB-tje; Uitleg =
Ik vind...
!
Bijvoorbeeld =
!
Argument = Omdat,
!
Opdracht 4 Noteer het nummer van de foto die jij het beste vindt passen bij de volgende vragen:
• Wie zit op ballet? • Wie kan goed tekenen? • Wie heeft twee moeders? • Wie gaat elke week naar de kerk? • Wie is een echte boekenwurm? • Wie heeft de Thora, het heilige boek van de Joden, gelezen? • Wie is fan van Frans Bauer? • Wie is computerverslaafd? • Wie bidt vijf keer per dag? • Wie is wel eens gepest? • Wie wil graag advocaat worden? • Wiens vader is nooit thuis? • Wie is verliefd op de juf? • Wie luncht dagelijks in de snackbar?
Nr. Nr. Nr. Nr. Nr. Nr. Nr. Nr. Nr. Nr. Nr. Nr. Nr. Nr.
4
2 Opdracht 5 Lees de verhaaltjes goed door en onderstreep wat je belangrijk vindt. Koppel de verhaaltjes aan de foto’s. Dit kun je doen door lijntjes te trekken.
1 Ik woon in Amsterdam met mijn vader en moeder en mijn kleine zusje. Mijn ouders zijn geboren in Marokko. Mijn vader heeft een Islamitische slagerij. Daar verkopen ze halalvlees. Dit vlees komt van een dier dat volgens een vast ritueel geslacht is. Halal is een term waarmee wordt aangegeven wat voor moslims toegestaan is. Het tegenovergestelde van halal is haram. Mijn vader verkoopt geen varkensvlees omdat dat haram is.
5
Ik ga naar een school aan de rand van de stad. Het is een sportieve school. Ik heb een talent voor sporten denk ik. Ik kleed mij dan ook graag zo. Ik ga elke dag met de bus naar school. Ik vind de bus heel gezellig en zou graag later buschauffeur willen worden. Maar één ding vind ik niet leuk. Toen ik gister met de bus naar huis reed, moest ik staan. De bus was namelijk veel te vol. Ik stond vlakbij een vrouw die mij vreemd aankeek. Toen ze me zag drukte ze haar tasje dichter tegen zich aan. Ik zag dat ze zich ongemakkelijk voelde.
4 Al toen ik vier jaar oud was wist ik dat ik danser wilde worden. Ik gaf optredens in huis, op school en op straat. Ik wilde dat iedereen naar me keek. Ik danste vaak op klassieke muziek. Soms lachten mijn buurjongens mij uit. Zij houden namelijk niet van klassieke muziek. Het kan mij niet schelen wat ze vinden. Ik hou van Mozart en wil later naar de balletacademie.
3 Mijn moeders zeggen dat ze atheïst zijn. Als je atheïst bent geloof je niet in God. Mijn moeders zeggen dat ik veel filosofische vragen stel, dat zijn belangrijke vragen over het leven. Maar die vragen kunnen zij nooit goed beantwoorden. Stiekem zou ik het wel fijn vinden om te weten wat er met mij gebeurt als ik dood ben. Daarom lees ik hier graag boeken over. Ik ben een echte boekenwurm.
5 Ik lees het boek de Thora. De Thora is het heilige boek van de joden. Ik zit op een openbare school en daar krijg ik altijd veel vragen waarom ik een keppeltje draag. Ik heb een keer flink ruzie gemaakt toen een klasgenoot mijn keppeltje van mijn hoofd trok. Ik werd er verdrietig van. Ik leg het daarom nu maar eens goed uit. Ik draag een keppeltje uit eerbied voor God. Ook eet ik koosjer. Koosjer is dat mijn geloof, het jodendom, zegt of ik bepaald voedsel wel of niet mag eten.
6
Opdracht 6 Bedenk wat je de peer educators zou willen vragen. In les vier kun je deze vragen stellen.
Naam van de peer educator:
Naam van de peer educator:
! Vragen:
Naam van de peer educator:
! Vragen:
!
! Vragen:
!
!
Opdracht 7 Hier kun je opschrijven wat je hebt geleerd en wat je leuk of niet leuk vond.
Ik heb geleerd:
Ik wist nog niet:
!
7
Ik vond het (niet) leuk:
!
!
Les 3
Vooroordelen
Opdracht 1
Vooroordeel: een oordeel of beeld dat je van iemand of iets hebt, zonder iemand te kennen. Het gaat om gedachten. Bijvoorbeeld: iemand met een bril is een studiebol.
Discriminatie: ‘het maken van onderscheid’, iemand voortrekken of achterstellen omdat diegene behoort tot een groep. Het gaat om gedrag. Bijvoorbeeld: dat een meisje niet bij jullie op school mag komen omdat ze in een rolstoel zit.
Noem nog een voorbeeld van een vooroordeel.
!
Opdracht 2 Wij houden allemaal van
Wij zijn allemaal
!
Wij vinden allemaal
!
Wij vinden allemaal
!
!
belangrijk.
leuk.
8
Opdracht 3a Naam van de peer educator:
! Wat is er gebeurd?
Waarom gebeurde het?
!
Wie waren erbij betrokken?
!
Hoe voelde hij/zij zich hierdoor?
!
9
Hoe reageerde hij/zij?
!
!
Hoe loste hij/zij het op?
!
Opdracht 3b Naam van de peer educator:
! Wat is er gebeurd?
Waarom gebeurde het?
!
Wie waren erbij betrokken?
Hoe reageerde hij/zij?
!
Hoe voelde hij/zij zich hierdoor?
!
!
!
Hoe loste hij/zij het op?
!
10
Opdracht 3c Naam van de peer educator:
! Wat is er gebeurd?
Waarom gebeurde het?
!
Wie waren erbij betrokken?
!
Hoe voelde hij/zij zich hierdoor?
!
11
Hoe reageerde hij/zij?
!
!
Hoe loste hij/zij het op?
!
Opdracht 4 Ben jij wel eens gediscrimineerd?
!
Wat is er gebeurd?
Waarom gebeurde het?
!
Wie waren erbij betrokken?
Hoe reageerde je?
!
Hoe voelde jij je hierdoor?
!
!
Hoe loste je het op?
!
!
12
Hoe reageer ik op iemand? Gebruik ASR!
Opdracht 5 Wat vind jij van hoe één van de peer educators of een klas– genootje heeft gereageerd toen hij of zij werd gediscrimineerd? Leg dit uit. Hoe zou jij het doen? Aanwijzen: Ik wil graag reageren op (naam):
A = Aanwijzen; Begin door te zeggen op welke mening of welk argument je reageert. S = Samenvatten; Je vat samen wat de ander als uitleg heeft gezegd. Daarmee laat je zien dat je hebt geluisterd. R = Reageren; Je legt uit wat je hiervan vindt.
Samenvatten: Hij/zij legde dit uit door:
!
Reageren: Ik vind dat:
!
!
Hij/zij reageerde:
!
toen hij/zij werd gediscrimineerd.
Opdracht 6 Hier kun je opschrijven wat je hebt geleerd en wat je leuk of niet leuk vond.
Ik heb geleerd:
Ik wist nog niet:
!
13
Ik vond het (niet) leuk:
!
!
Les 4
Discriminatie
Opdracht 1a Naam van de peer educator:
! Tegen wie deed hij/zij het?
Waarom deed hij/zij het?
!
!
Hoe voelde de ander zich hierdoor?
!
Wat is er gebeurd?
!
Opdracht 1b Naam van de peer educator:
! Tegen wie deed hij/zij het?
Waarom deed hij/zij het?
!
!
Hoe voelde de ander zich hierdoor?
!
Wat is er gebeurd?
!
14
Opdracht 1c Naam van de peer educator:
! Tegen wie deed hij/zij het?
Waarom deed hij/zij het?
! Wat is er gebeurd?
!
15
!
Hoe voelde de ander zich hierdoor?
!
Opdracht 2 Heb jij wel eens iemand gediscrimineerd?
Waarom deed jij het?
!
Hoe voelde de ander zich hierdoor?
!
!
Tegen wie deed jij het?
! Wat is er gebeurd?
!
Opdracht 3
Oorzaken van discriminatie • • • • • • •
16
Salima en Lisa Opdracht 4 Lees het verhaaltje van jouw groepje goed door en onderstreep wat je belangrijk vindt.
Sophie en Kitty Sophie is 12 jaar en een echt hiphop talent. Ze danst al 6 jaar en twee maanden geleden kwam haar droom uit: ze won de eerste prijs van het Nationale Hiphop Jeugd Toernooi! Maar toch is ze niet gelukkig. Sinds kort merkt Sophie dat ze verliefd is op een meisje uit haar klas. Ze moet de hele tijd aan haar denken en als ze haar ziet krijgt ze vlinders in haar buik. Ze heeft dit verteld aan haar beste vriendin Kitty, maar zij heeft het door verteld en nu weet de hele klas het. Iedereen doet nu heel raar tegen Sophie. Haar beste vriendinnen willen niet meer met haar afspreken en de andere kinderen maken gemene grappen over haar. Vorige week organiseerde Kitty een slaapfeestje voor haar verjaardag. Alle meiden uit de klas werden uitgenodigd, behalve Sophie. Toen Sophie vroeg waarom ze niet was uitgenodigd zei Kitty dat de andere meiden niet zouden komen als zij kwam. Ze willen niet op een feestje komen waar een lesbi bij is want ze zijn bang om zelf ook lesbisch te worden. Sophie is wanhopig. Waarom doen ze zo? Ze wil hier graag met de schooldirecteur over praten.
17
Salima is 12 jaar oud en moslim. De Islam is erg belangrijk voor haar en ze leeft volgens de regels van haar geloof. Zo draagt ze een hoofddoek en gaat ze iedere week naar de moskee. Salima heeft het erg naar haar zin op school en is dol op haar klasgenoten. Binnenkort gaat de hele klas op kamp. De voorbereidingen zijn in volle gang. De leerlingen krijgen de opdracht om een kampactiviteit te bedenken die een hele middag duurt. Lisa, een van de klasgenootjes van Salima, heeft bedacht om naar het zwembad te gaan. Iedereen is erg enthousiast, maar Salima niet. Ze protesteert en zegt dat ze niet kan meedoen omdat ze dan haar hoofddoek af moet doen. En het afdoen van haar hoofddoek in het openbaar mag niet van de Islam, ook niet in het zwembad. Maar Lisa zegt dat het haar probleem is en dat ze de activiteit niet wil afblazen alleen vanwege haar, en haar stomme hoofddoek. Dan doet Salima toch lekker niet mee? Salima en haar Islamitische klasgenootjes proberen Lisa te overtuigen om iets te bedenken wat ze allemaal samen kunnen doen, maar dat lukt niet. Daarom stapt Salima naar de school directeur en vraagt hem of haar om hulp.
Sanne en Gregory
Tim en Adam Tim is 5 jaar oud en is dol op voetbal. Later wil hij heel graag voetballer worden. Elke week gaat hij samen met zijn vader naar de wedstrijden van Feyenoord, hun favoriete club. De wedstrijden tegen hun aartsrivaal Ajax vindt Tim het leukst. Samen met zijn vader en de andere fanatieke supporters schreeuwt hij graag “@#&!-Joden” naar de spelers en supporters van Ajax. Op een dag worden de ouders van Tim gebeld door de schooldirecteur. Tim heeft ruzie gemaakt met zijn Joodse klasgenootje Adam omdat Adam van Tim niet mee mag doen met voetballen. Tim had gezegd dat “@#&!-Joden” niet in zijn team mogen.
Sanne is 10 jaar oud en speelt het liefst buiten. Het veldje in haar straat is favoriet; daar kan ze heerlijk basketballen. In de zomervakantie is er alleen iets gebeurd waardoor Sanne hier niet meer naar toe durft. Shaniqua was hier namelijk met haar Surinaamse vriendinnen. Toen ze Sanne met haar basketbal zagen aanlopen, begonnen ze Sanne uit te schelden voor ‘bleekscheet’ en ‘kaaskop’. Ook schreeuwden ze dat Sanne moest ophoepelen van hun veldje. Sanne rende snel naar huis. De hele vakantie durfde ze niet meer naar het veldje; bang om Shaniqua
weer tegen te komen. Sinds vorige maand is de zomervakantie voorbij en gaat iedereen weer naar school. Bij Sanne is een nieuwe jongen in de klas gekomen. Zijn naam is Gregory. Gregory is de eerste Surinaamse jongen bij haar in de klas. Als Sanne Gregory ziet moet ze gelijk aan Shaniqua denken. Op een dag worden de ouders van Sanne gebeld door de schooldirecteur. Gregory is erg verdrietig bij hem langsgekomen. Sanne heeft tijdens een gymles geroepen dat ze bij iedereen in het basketbalteam wil zitten behalve bij Gregory.
Alexander en Fleur Alexander en Fleur zijn allebei 11 jaar en zitten bij elkaar in de klas. Sinds drie jaar zit Alexander op ballet. Laatst mocht hij optreden en daar kwam hij Fleur tegen. Ze moest ook optreden en vond het heel leuk om de voorstelling van Alexander te zien. Ze vertelt dat ze met haar klasgenootjes op school een balletvoorstelling wil geven en vraagt of Alexander mee wil doen. Dat wil hij wel! De volgende dag vertelt Fleur aan haar klasgenoten dat ze Alexander had gezien bij de balletvoorstelling. Net toen ze wilde zeggen dat hij mee wil doen met hun voorstelling,
barsten haar vriendinnen in lachen uit en gillen ‘ballet is toch voor meisjes?’. Fleur houdt snel haar mond en lacht zenuwachtig met haar vriendinnen mee die grappen maken over Alexander. ’s Middags worden de ouders van Alexander gebeld door het schoolhoofd. Fleur heeft Alexander erg verdrietig gemaakt. Toen hij aan haar had gevraagd wanneer ze zouden gaan oefenen voor de balletvoorstelling had Fleur hem keihard uitgelachen en gezegd dat hij echt niet mee mag doen. Ballet is namelijk voor meisjes.
18
Van de peer educators krijgen jullie een opdracht over deze verhaaltjes. Gebruik de ruimte hieronder om daar aantekenin gen voor te maken.
!
Opdracht 5 Hier kun je opschrijven wat je hebt geleerd en wat je leuk of niet leuk vond.
Ik heb geleerd:
Ik wist nog niet:
!
19
Ik vond het (niet) leuk:
!
!
Les 5/6
Oefenen
In Amsterdam, maar natuurlijk ook in de rest van Nederland, zijn er veel organisaties die ieder op hun eigen manier strijden tegen discriminatie. Voorbeelden van organisaties/ websites zijn:
•M eldpunt discriminatie Nederland: www.meldpunt.nl •M eldpunt discriminatie Amsterdam: www.mdra.nl •C OC Amsterdam: www.cocamsterdam.nl • Art. 1: www.art1.nl
• www.discriminatie.nl • De Politie: www.hatecrimes.nl • Radar: www.radar.nl
Wat kun je allemaal vinden op
Hoe kun je discriminatie melden?
Opdracht 1 Zoek op internet naar een organisatie die zich bezighoudt met het tegen gaan van discriminatie. Je mag natuurlijk ook de adressen die hier boven staan gebruiken! Onderzoek de web site en beantwoord de volgende vragen:
Naam van de website:
!
Wat voor organisatie is het?
!
Wat doen zij tegen discriminatie?
!
!
!
Meer weten? Kijk achter in dit werkboekje. Daar vind je meer informatie over de meldpunten
20
Opdracht 2 Oefen met je klasgenoten voor de afsluiting. De ruimte hieron der kun je gebruiken voor aante keningen. Heel veel plezier!
!
21
Begrippenlijst Het stereotype Is een vaststaand beeld dat mensen van iemand hebben, dat sterk overdreven is.
Het feit Iets wat je kunt controleren. Het is zo, en je kunt er niet over discussiëren.
Over één kam scheren Zeggen of denken dat iedereen hetzelfde is, geen onderscheid maken.
De mening Iets wat jij vindt.
De hokjesgeest De neiging om medemensen in te delen in een bepaalde categorie/ een hokje. Generaliseren Vanuit een bepaald geval of situ atie algemene conclusies trekken. Het vooroordeel Oordeel dat je over iemand of iets hebt, zonder iemand te kennen.
Argument Een uitleg van je mening, redenen waarom je iets vindt. Argumenten kun je beginnen met woorden als ‘want’, ‘van wege’, ‘omdat’, ‘daarom’, etc. Bijvoorbeeld: Ik vind appels lekker, omdat ze zoet en sappig zijn. Discriminatie Betekent letterlijk ‘het maken van onderscheid’; voortrekken en achterstellen.
Het meeloopgedrag Het voorbeeld van anderen volgen, zonder dat je een eigen mening hebt.
Discriminatie volgens de wet Om te bepalen of een gemaakt onderscheid discriminatie is, staat de volgende regel in artikel 1 van de Nederlandse grondwet. ‘Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.’ Volgens het Nederlandse Wetboek van Strafrecht mag het volgende niet: • In het openbaar aanzetten tot haat tegen of discriminatie van mensen, of gewelddadig optre den tegen personen wegens hun ras, hun godsdienst of levens overtuiging, hun geslacht of hun hetero- of homoseksuele gerichtheid. • In het openbaar beledigen van een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levens overtuiging of hun hetero- of homoseksuele gerichtheid.
Meldpunten Discriminatie kun je op drie manieren melden: • via internet • telefonisch • persoonlijk Als je discriminatie meldt, dan kan er wat aan gedaan worden. In Amsterdam kun je discrimi natie op twee plekken melden. Bij de politie en bij het Meldpunt Discriminatie. Hieronder vind je de contactgegevens.
De Politie Internet: www.hatecrimes.nl Telefoon: 0900-8844 (in geval van nood bel je 112) Persoonlijk: je kunt aangifte doen bij een politiebureau bij jou in de buurt. Je kunt dan bellen naar bovenstaand telefoonnum mer om een afspraak te maken.
Meldpunt Discriminatie Amsterdam Internet: www.mdra.nl Email:
[email protected] Telefoon: 020 - 638 55 51 Persoonlijk: je kunt ook persoon lijk langs gaan om een melding te doen. Bel daarvoor eerst met bovenstaand nummer om een afspraak te maken. Tip: ga heel zorgvuldig om met deze meldpunten. Wil je een melding doen? Denk eerst goed na over wat je geleerd hebt tijdens de lessen van Gelijk=Gelijk?. 22
Colofon Gelijk=Gelijk? is een project van stadsdeel Oost en wordt uitgevoerd door Diversion en Nederlands Debat Instituut ontwikkeld door Diversion en Nederlands Debat Instituut projectidee en concept door stadsdeel Oost en Diversion tekst en redactie door Diversion en Nederlands Debat Instituut advies door Klooster Onderzoek & Advies coverfoto door Emilio Troncoso Larrain ontwerp door Glamcult Studio druk door Zwaan Printmedia bijlagen: bij het lesprogramma van Gelijk=Gelijk? horen een leerlingenboekje, docenten handleiding, peer educators handleiding en leskaarten Stadsdeel Oost T 020 253 5900 E
[email protected] W www.oost.amsterdam.nl Contactpersoon: Guido Kroon Diversion T 020 578 7997 E
[email protected] W www.diversion.nl Contactpersoon: Saskia Selen en Mandy Goes Nederlands Debat instuut T 035 6252050 E
[email protected] W www.debatinstituut.nl Contactpersoon: Else van Nieuwkerk