Presterende waterschappen Limburg Terugblik op de bestuurlijke periode '04-'08
Bestuurlijke rapportage Waterschap Roer en Overmaas
Waterschap Roer en Overmaas aug. 2008 definitief
Presterende waterschappen Limburg Terugblik op de bestuurlijke periode '04-'08
Bestuurlijke rapportage Waterschap Roer en Overmaas dossier : B8370 registratienummer : FJ-pm20080093 versie : def. Waterschap Roer en Overmaas aug. 2008 definitief ©
INHOUD
BLAD
BESTUURLIJKE SAMENVATTING, CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
3
1
INLEIDING
7
2
SCHETS BESTUURSPERIODE 2004 - 2008
9
3
TAAKINHOUDELIJK
11
4
DUURZAAM
15
5
PROACTIEF
19
6
INNOVATIEF / CREATIEF
21
7
KLANTGERICHT / SAMENWERKINGSGERICHT
23
8
GOED WERKGEVERSCHAP
25
9
KOSTENBEWUST / EFFICIËNT
27
10
COLOFON
31
BIJLAGEN 1 2 3
Rapportage WBL Geïnterviewde personen Gebruikte documentatie
DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
18 aug 2008, versie def. -1-
DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
18 aug 2008, versie def. -2-
BESTUURLIJKE SAMENVATTING, CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
Vanaf 2004 is gewerkt volgens een aantal bestuurlijke ambities en uitgangspunten die onder meer zijn verwoord in de Kadernota ‘Limburgs Waterschapsbestel’. Eind 2008 loopt de bestuursperiode van de huidige Algemene Besturen van de waterschappen af en wordt de vraag gesteld in hoeverre de bestuurlijke ambities en doelen zijn gerealiseerd c.q. in hoeverre hier opvolging aan gegeven is. Om op deze vragen antwoord te geven is door de waterschappen besloten terug te blikken om: "Meer inzicht te krijgen in de mate van realisatie van bestuurlijke ambities en doelen van de waterschappen en de prestaties die de afgelopen bestuursperiode zijn geleverd (ook in vergelijking met andere waterschappen), zodat op basis daarvan aanbevelingen voor verbetering kunnen worden gedaan.“ Door middel van interviews, documentenanalyse en raadpleging van landelijke rapportage is voor Waterschap Roer en Overmaas (WRO) beschreven hoe uitwerking is gegeven aan de hoofdthema’s van de centrale visie (uit de kadernota Waterschapsbestel, januari 2003): “Veilig, duurzaam, kostenbewust en democratisch aangestuurd functioneel waterbeheer door proactieve samenwerking, innovatie, klantgerichtheid en goed werkgeverschap. Hetzelfde onderzoek heeft ook plaatsgevonden naar de uitwerking die, onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van WRO, door het Waterschapsbedrijf Limburg (WBL) is gegeven aan de centrale thema’s. De conclusies van dit onderzoek bij WBL zijn in deze samenvatting opgenomen. Het verslag van het gehele onderzoek is als bijlage opgenomen. Op basis van de uitgevoerde terugblik en de vergelijking met de landelijke ontwikkeling van waterschappen kunnen ten aanzien van WRO op hoofdlijnen de volgende conclusies worden getrokken: 1. Er gebeurt veel en veel gaat goed De afgelopen jaren zijn er veel externe ontwikkelingen op het gebied van wetgeving en akkoorden op de waterschapen afgekomen. WRO heeft daaraan actief invulling gegeven. In dit verband kunnen onder andere worden genoemd de inzet voor duurzame beekinrichting, opzet watertoetsloket, de heroverweging van de wateroverlastnormen, de uitwerking van de Kaderrichtlijn Water, de inzet voor erosiebestrijding, waaronder niet kerende grondbewerking en grensoverschrijdende plannen. WRO (en WPM) geven al actief invulling aan de van de provincie overgenomen grondwatertaak. Hiermee lopen ze voorop in Nederland. Veel gaat goed en dat wordt ook door externe partijen gezien. Doorgaan met wat goed gaat is voor WRO van toepassing. Daarbij wordt aanbevolen om de wijze waarop binnen de organisatie (o.a. mandaten en planning- en controlesysteem) invulling wordt gegeven aan het grondwaterbeheer, meer zichtbaar te maken. 2. Taakverdeling passend bij aard gebied WRO geeft invulling aan haar taken die is toegesneden op specifieke kenmerken van het Zuid-Limburgse gebied: deels sterk verstedelijkt, glooiend en veel buitenland. Dit komt onder ander naar voren in een aanpaste normstelling voor wateroverlast, doelen voor de Kaderrichtlijn water en de inzet voor grensoverschrijdende samenwerking. 3. Het kan op punten specifieker en meetbaarder (SMART) Er gebeurt veel maar het is niet altijd duidelijk meetbaar wat hiermee wordt bereikt en of dit overeenkomstig de verwachtingen is. Het is lastig om een beeld te krijgen van wat de concrete doelen. En bij de evaluatie van deze voornemens wordt niet aangegeven hoe (on)tevreden WRO over afwijkingen is, en wat er gedaan moet worden om ongewenste afwijking van voornemens in de toekomst te voorkomen.
DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
18 aug 2008, versie def. -3-
Met het oog hierop wordt aanbevolen om beleidsdoelen specifieker en meer meetbaar te formuleren en de voortgang aan de hand van prestatie indicatoren explicieter te evalueren. 4. Klantgerichtheid en samenwerkingsbereid: herkenning en aanscherping De samenwerking van WRO met andere partijen wordt door derden als goed en prettig ervaren. Men weet elkaar te vinden en men ervaart WRO als een samenwerkingsgerichte organisatie. Daarbij geldt dat "een groter oor voor de omgeving", als versterking van deze samenwerkingsgerichtheid, gewenst wordt. Uit de gesprekken met derden kwam naar voren dat de activiteiten van WBL weinig zichtbaar zijn. Dit werd door derden niet als een probleem gezien. Maar aan WRO wordt aanbevolen om samen met WPM, meer aandacht te besteden aan een gezamenlijke communicatiestrategie met betrekking tot taken van WBL en in het bijzonder de zuiveringstaken. Dit kan een belangrijke meerwaarde hebben (voor de waterschappen en WBL) in het beeld dat derden hebben van de waterschappen. 5. Samenwerking met WBL kan intensiever Het wordt aanbevolen de ambtelijke samenwerking met WBL te intensiveren. Dit geldt met name voor: – de communicatie activiteiten, zie voorgaande conclusie; – het benutten van expertise o.a. op het vlak van projectmanagement, het ontwikkelen van gezamenlijke beleidskaders; – gezamenlijk overleg met gemeenten en anderen (hierdoor kan mogelijk het aantal optimalisatiestudies een stimulans krijgen). 6. Taakinhoudelijke prestaties: vakkundigheid combineren met flexibiliteit WRO staat als een vakkundige, degelijke, professionele en gedreven organisatie te boek. Een valkuil van deze kwaliteiten is dat de houding van het waterschap als te weinig flexibel wordt ervaren. Processen worden mede daardoor als onvoldoende voortvarend en soepel ervaren. De uitdaging voor WRO is om zich flexibeler op te stellen naar andere partijen, die hun eigen visie en belangen hebben, zonder haar vakkundigheid te kort te doen. 7. Duurzaamheid meer op de agenda De duurzame inrichting van beken is zondermeer een belangrijke uitwerking van dit thema. Maar binnen WRO is, net als bij veel andere waterschappen, een groot aantal onderwerpen voor een duurzamere bedrijfsvoering nog niet uitgewerkt, zoals duurzaam inkopen, duurzame energie en duurzaam bouwen. Een positief punt is dat de CO2 footprint van WRO in vergelijking met andere waterschappen laag is. Aan WRO wordt aanbevolen de komende jaren, in lijn met de ontwikkelingen bij andere waterschappen, een duurzamere bedrijfsvoering op de beleidsagenda te zetten. 8. Proactie: meer profilering WRO heeft een aantal initiatieven dat als pro-actief kan worden bestempeld, zoals de inzet voor grensoverschrijdende plannen, de erosiebestrijding en de subsidieregeling afkoppelen. Maar derden hebben een wisselend beeld van WRO. Aan WRO wordt aanbevolen om zich meer te profileren op dit vlak en als “waterautoriteit” of “waterpartner” actief te participeren in maatschappelijke ontwikkelingen. 9. Innovatie/creatief WRO heeft een aantal initiatieven dat als innovatief/creatief kan worden bestempeld. In dit verband kan onderr andere worden genoemd het certificeren van een aantal werkprocessen en het watertoetsloket. Ook de wateratlas is innovatief en kan in de toekomst nog meer worden uitgebouwd. Derden herkennen WRO niet als innovatief. Ook bij dit punt wordt aanbevolen dat WRO meer laat zien van haar activiteiten.
DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
18 aug 2008, versie def. -4-
10. Goed werkgeverschap WRO heeft aan de afgelopen jaren invulling gegeven aan een aantal belangrijke personeelsinstrumenten. Het ziekteverzuim is met gemiddeld 2,5% over de gehele periode beduidend lager dan de landelijke gemiddelden voor waterschappen en overheidspersoneel. De medewerkerstevredenheid scoort relatief goed en is vergelijkbaar met het benchmarkcijfer van andere waterschappen. Het wordt aanbevolen, met het oog op de scheve leeftijdsopbouw van de medewerkers, beleid te ontwikkelingen voor arbeidsparticipatie. 11. Kostenbewust / efficiënt Als de totale kosten van WRO worden uitgedrukt in kosten per inwoner dan is WRO goedkoper dan de meeste waterschappen. De tarieven voor waterkwantiteitsbeheer geven in vergelijking met andere waterschappen een wisselend beeld. Vooral het tarief voor onbebouwd is lager dan de meeste waterschappen. Het tarief voor waterkeringen is voor gebouwd en ongebouwd het hoogste van alle waterschappen. Derden zien WRO als efficiënt en kostenbewust. 12. Uitvoeren van taken door WBL gaat goed Op basis van de uitgevoerde terugblik en de vergelijking met de landelijke ontwikkeling van waterschappen kunnen ten aanzien van WBL op hoofdlijnen de volgende conclusies worden getrokken (zie voor de gehele rapportage de seperaat bijgevoegde bijlage over WBL): • Er is een duidelijk zichtbare bedrijfsmatige aanpak geïntroduceerd. De bedrijfsmatige aanpak heeft de basis gelegd voor effciency mogelijkheden, zoals: - uitbesteden van laboratoriumactiviteiten, - samenwerking met gemeenten en waterschappen voor het heffen van belastingen; - beheer van riolering en gemalen voor gemeenten. • Geen invulling waterketen, wel een goede uitgangspositie gemaakt voor overleg en samenwerking. • De zuiveringsprestatie van WBL ligt in 2006 net beneden het landelijk gemiddelde. WBL is de afgelopen periode was gericht op het beheer en onderhoud van de bestaande installaties. • Duurzaamheid is op onderdelen uitgewerkt maak kan meer aandacht krijgen. • Pro-actief vooral met betrekking tot bedrijfsmatig werken. • WBL is Innovatief, maar in de toekomst zijn er nog meer mogelijkheden die WBL kan benutten. • WBL is vanuit haar bedrijfsmatige benadering sterk klantgericht. • Personeelsbeleid is stevig neergezet. • De totale kosten van het zuiveringsbeheer zijn lager dan bij andere waterschappen. • WBL is weinig zichtbaar voor derden. 13. Kwaliteiten, valkuilen en uitdagingen WRO In de interviews kwam een tamelijk consistent beeld van WRO naar voren. Hieruit kwam ook naar voren dat de kwaliteiten van WRO valkuilen worden wanneer die kwaliteit te sterk wordt ingezet en een eigen leven gaat leiden. Op sommige punten bleek dit het geval (bijvoorbeeld 'deskundig' kan resulteren in 'inflexibiliteit'). Onderstaand worden de drie meest prominente kwaliteiten ("het goede") van WRO gepresenteerd, samen met de bijbehorende valkuil ("te veel van het goede") en de bijbehorende uitdaging ("niet te veel en niet te weinig van het goede"). Het presenteren van deze trits kan goed verklaren waarom, wat door het waterschap als een kracht wordt gezien, door een ander soms ook als zwakte wordt ervaren. Bovendien wordt hierdoor duidelijk welke uitdagingen WRO heeft, gegeven aan haar kwaliteiten.
DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
18 aug 2008, versie def. -5-
Van de kwaliteiten van WRO zien wij de volgende als prominent aanwezig: – deskundig; – toegewijd aan het waterschapsbelang; – flexibele beleidsuitvoering; De kwaliteit deskundig wordt in sommige situatie ervaren als perfectionistisch en inflexibele. Dit betekent dat wordt aanbevolen in de toekomst aandacht te houden voor het vinden van een balans tussen deskundigheid en perfectionisme; goed is goed genoeg. De kwaliteit toegewijd aan het waterschapsbelang kan leiden tot een visie die alleen rekening houdt met waterbelangen (kokervisie) en blijven vasthouden aan de waterschapsbelangen. WRO staat voor de uitdaging om met behoud van de waterschapsbelangen meer oog te krijgen voor belangen van derden en op voorhand hiermee rekening te houden door meer speelruimte op te nemen in uitgangspunten, standpunten en visies. Het bieden van een flexibele beleidsuitvoering is een kwaliteit van WRO die ruimte biedt om flexibel in te spelen op ontwikkelingen en inbreng van derden. Maar dit kan echter ook leiden tot onduidelijkheid over de samenhang en voortgang. Aan WRO wordt aanbevolen om voor een aantal beleidsonderwerpen uitgangspunten en programmering meer expliciet vast te leggen. Het gaat hierbij om het zoeken van evenwicht tussen het vastleggen op hoofdlijnen en bieden van vrijheid op details.
Kernkwaliteit deskundig / grondig Valkuil
Uitdaging
perfectionistisch / inflexibel / stroperig
goed is goed genoeg / balanshoudend Kernkwaliteit
toegewijd aan het waterschapsbelang Valkuil
Uitdaging
kokervisie / starheid
ook oog voor andere belangen / bewegingsruimte kernkwaliteit
flexibiliteit in de beleidsuitvoering Valkuil
Uitdaging
Gebrek aan samenhang, onduidelijke voortgang
vastleggen op hoofdlijnen / vrijheid op details
14. Vooruitblik voor WRO Alles overziend komen wij tot de conclusie dat WRO als waterschap hard werkt aan de waterschapstaken en zich inzet voor de waterbelangen. Door derden wordt dit bevestigd en zij geven aan: “doorgaan hiermee”. Maar de uitdaging voor de toekomst ligt vooral in de wijze waarop wordt samengewerkt met derden. Voor de nabije toekomst zien wij, op basis van bovengenoemde kernkwadranten en de voorgaande conclusies, dat WRO de volgende uitdagingen voor zich heeft: – balans vinden op ambtelijk en bestuurlijk niveau tussen hard opstellen voor de waterschapsbelangen en het behouden van een goede samenwerkingsrelatie met derden; – oog hebben voor de belangen van anderen en ruimte zoeken voor compromissen; – specifieker en meetbaarder vastleggen op hoofdlijnen, maar niet teveel regels en in detail regelen. DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
18 aug 2008, versie def. -6-
1
INLEIDING
Per januari 2004 is in Limburg een nieuwe organisatie van het waterbeheer van start gegaan. Vanaf dat moment zijn er twee integrale waterschappen; Waterschap Peel en Maasvallei (WPM) en Waterschap Roer en Overmaas (WRO), die gezamenlijk de bestuurlijke verantwoordelijkheid hebben voor taken die voorheen bij het zuiveringsschap waren ondergebracht. Deze taken zijn ondergebracht in een nieuw opgerichte uitvoeringsorgaan; Waterschapsbedrijf Limburg (WBL). Terugblik op bestuursperiode Vanaf 2004 is gewerkt volgens een aantal bestuurlijke ambities en uitgangspunten die onder meer zijn verwoord in de Kadernota ‘Limburgs Waterschapsbestel’. Eind 2008 loopt de bestuursperiode van de huidige Algemene Besturen van de waterschappen af en wordt de vraag gesteld in hoeverre de bestuurlijke ambities en doelen zijn gerealiseerd c.q. in hoeverre hier opvolging aan gegeven is. Daarbij leeft tevens de vraag ‘wat ging goed en wat ging er wellicht minder goed?’. Om op deze vragen antwoord te geven is door de waterschappen besloten terug te blikken op de afgelopen bestuursperiode. Het doel hiervan is: Inzicht verkrijgen in de mate van realisatie van bestuurlijke ambities en doelen van de waterschappen en de prestaties die de afgelopen bestuursperiode zijn geleverd (ook in vergelijking met andere waterschappen), zodat op basis daarvan aanbevelingen voor verbetering kunnen worden gedaan. De uitkomsten van deze terugblik kunnen bij de komende verkiezingen eventueel worden gebruikt bij het opstellen van een bestuursprogramma voor de volgende bestuursperiode. Werkwijze De beide waterschappen hebben de afdeling Bestuur en Management van DHV opdracht gegeven deze terugblik uit te voeren. De terugblik is door ons als volgt uitgevoerd: 1. gesprekken met de directies en bestuurders van de beide waterschappen en WBL; 2. analyse van de documenten en activiteiten en dit te vergelijken met de ontwikkelingen bij andere waterschappen; 3. gesprekken met gemeenten, provincie en andere instanties en personen die veel contacten hebben met de waterschappen en/of WBL. Rapportage Voor elk van de drie instanties is een rapportage opgesteld waarin de bevindingen van de gesprekken en documentenanalyse zijn opgenomen. Onderhavige rapportage betreft de WRO-rapportage. De WBL rapportage is integraal als bijlage bij dit rapport opgenomen. Elke rapportage begint met een globale schets van de bestuursperiode 2004 - 2008 en wordt vervolgens vormgegeven aan de hand van de thema's die in de missies van de waterschappen zijn benoemd: Taakinhoudelijke prestatie, Duurzaam, Proactief, Innovatief / creatief, Klantgericht / samenwerkingsgericht, Goed werkgeverschap en Kostenbewust / efficiënt. Per thema wordt aangegeven wat hieronder wordt verstaan, welke ontwikkelingen in de afgelopen periode hebben plaatsgevonden, wat de bevindingen van externe partijen zijn en wat de documentenanalyse heeft opgeleverd.
DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
18 aug 2008, versie def. -7-
DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
18 aug 2008, versie def. -8-
2
SCHETS BESTUURSPERIODE 2004 - 2008
De afgelopen jaren heeft een aantal belangrijke ontwikkelingen binnen en buiten WRO plaatsgevonden waardoor de wettelijke beleidskaders voor het waterschap op een aantal onderdelen wezenlijk anders is dan de uitgangspositie in 2004. Deze ontwikkelingen worden hieronder geschetst. Interne ontwikkelingen Met de per 2004 ontstane bestuurlijke setting ontstond de mogelijkheid een aantal taken van de waterschappen, die bestuursluw werden geacht, op afstand te zetten. Hiertoe werden vergunningverlening en handhaving bij WBL ondergebracht. Voortschrijdend inzicht met betrekking tot de bestuurlijke relevantie van deze taken en de nieuwe Waterwet heeft recent geleid tot het terugplaatsen van deze activiteiten bij de waterschappen. Externe ontwikkelingen Recente of al langer lopende ontwikkelingen die de afgelopen bestuursperiode bepalend zijn geweest voor de waterschappen spelen op het gebied van Nederlandse en Europese wetgeving: – Grondwaterbeheer: in 2005 is al een aantal taken met betrekking tot het grondwaterbeheer van de provincie naar het waterschap overgeheveld; – De nieuwe Waterwet: deze is nog niet van kracht maar vooruitlopend hierop is besloten vergunning verlening en handhaving weer onder te brengen bij het waterschap en niet meer bij WBL. – Wet op de Waterkering: met het van toepassing worden van deze wet voor Limburg, stonden de Limburgse waterschappen voor de taak de consequentie van deze wet, een hoger beschermingsniveau, toe te passen; dit betekende onder andere dat de kades nabij bevolkingscentra moesten worden aangepast. – KRW, WB21, NBW en GGOR: deze wetgeving en akkoorden zijn van invloed op de waterbeheertaak van de waterschappen en vraagt, in algemene zin, een integrale benadering van vraagstukken en daarmee afstemming met andere partijen. – De introductie van het watertoetsinstrument. – Nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening en de Wet gemeentelijke watertaken: Hierdoor veranderen verantwoordelijkheden van gemeenten en is het van belang dat waterschappen hierop inspelen en meer afstemmen met gemeenten.
DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
18 aug 2008, versie def. -9-
DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
18 aug 2008, versie def. - 10 -
3
TAAKINHOUDELIJK
Definitie Onder dit thema komen de kerntaken van WRO aan de orde: – Waterbeheer, grondwater en stedelijk waterbeheer – Waterkwaliteit – Waterkeringen – Vergunningen en handhaving, en riolering – Afvalwaterzuivering Bij de terugblik op de taak inhoudelijke invulling is met name de vraag aan de orde of: Het waterschap in hoofdlijnen voldoet aan de wettelijke en gangbare vereisten op het gebied van de primaire taken van een waterschap, te weten waterkwantiteitsbeheer, waterkwaliteitsbeheer, Waterkeringen en afvalwaterzuivering. Ontwikkelingen en activiteiten '04 - '08 Waterbeheer, grondwater en stedelijk waterbeheer WRO heeft de afgelopen jagen beleid ontwikkeld en maatregen genomen gericht op een goede waterhuishouding en om wateroverlast te voorkomen. In hoofdlijnen zijn of worden de volgende maatregelen genomen en/of activiteiten uitgevoerd; Realiseren van 98 regenwaterbuffers; Opstellen van een normeringskaart waarop ook de maatregelen worden aangegeven; Werknormen voor wateroverlast zijn op basis van een kosten/baten afweging aangepast aan de specifieke situatie. Een voorstel voor aanpassing ligt bij de provincie; Actieve inzet van waterschap om niet grondkerende grondbewerking te introduceren, dit voorkomt erosie en piekafvoeren van water. Opstellen van gewenste grond- en oppervlaktewater regimen (GGOR); Zelfregulerend maken van beeksystemen (zie ook onderstaande alinea over waterkwaliteitsbeheer). WRO heeft voor iedere gemeente een digitale Wateratlas gemaakt om de gemeenten te ondersteunen bij het maken van hun ruimtelijke plannen en aan te geven waar rekening gehouden moet worden met welke waterbelangen. Het watertoetsproces binnen het waterschap is in december 2006 volgens ISO-normen gecertificeerd WPM heeft in samenwerking met WRO, de provincie en Rijkswaterstaat een watertoetsloket ingesteld. Voor de uitvoering van de taken geeft WRO ook uitwerking aan grensoverschrijdende samenwerking. Er is een Vlaams-Nederlands Bilateraal Maasoverleg ingesteld naast de Internationale maascommissie, teneinde via kortere lijnen met Vlaanderen te kunnen samenwerken. Bestendig overleg vindt tevens plaats in het Stroomgebiedscomité Thornerbeek-Witbeek-Jeker-Voer. Met Nordrhein-Westfalen (D) vindt formeel overleg plaats in de Sub-commissie Maas-Roer. Er wordt met de buitenlandse partners samengewerkt, en bilateraal overleg gevoerd,. Met 50% van de gemeenten is een waterplan opgesteld en een programma van maatregelen opgesteld. Door de aanleg van regenwaterbuffers wordt een bijdrage geleverd aan het voorkomen van wateroverlast in stedelijk gebied. En er is een subsidieregeling afkoppelen voor gemeenten en particulieren. Er is een nota Stedelijk waterbeheer opgesteld. Met gemeenten is er regelmatig overleg.
DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
18 aug 2008, versie def. - 11 -
Het grondwaterbeheer is overgenomen van de provincies. Intern is dit op orde. De mandaten zijn geregeld en planning- en controlesysteem is opgesteld. Waterkwaliteitsbeheer WRO heeft uitvoering gegeven aan de vereiste planvorming voor de Kaderrichtlijn Water (KRW). Samen met WPM en de provincie zijn doelen en een maatregelenpakket opgesteld. WRO participeert in de aan de KRW verbonden overleggen. Belangrijkste concrete maatregel die in dit kader al is genomen is het volledig zelfregulerend maken van beeksystemen. Op dit moment is dit van toepassing op 40% (ca. 400 km) van de beeksystemen (bron: opgave waterschap). Waterkeringen Per oktober 2005 is Limburg onder de Wet op de Waterkering gekomen. In de wet is voor de betreffende waterkeringen in Limburg een veiligheidsniveau opgenomen van 1/250 jaar. Het in de wet opgenomen veiligheidsniveau wordt in de huidige situatie niet gehaald. Deels door rivierverruiming en deels voor verbetering en verhoging van de (bestaande) waterkeringen welke mogelijk naar verwachting door het waterschap zullen worden uitgevoerd, zal het in de wet opgenomen veiligheidsniveau in 2017 worden gehaald. Het waterschap zal samen met rijkswaterstaat in de komende jaren nagaan wat er moet gebeuren.Tevens heeft het waterschap een beheersplan waterkeringen opgesteld, waarin de belangrijkste beleidskeuzes zijn opgenomen. De volgende activiteiten kunnen worden genoemd: Er is een kadewachtorganisatie die in samenwerking met de gemeente jaarlijks oefent. De muskusratbestrijding is effectief, het aantal vangsten (met gelijke tijdbesteding) neemt af Een toets op de primaire waterkeringen wordt uitgevoerd. Vergunningen en handhaving Deze taken zijn per 1 januari 2008 van WBL naar de waterschappen overgebracht. De redenen hiervoor zijn: verandering van het wettelijk kader door de nieuwe Waterwet, het beter kunnen betrekken van handhavingexpertise bij beleidsontwikkelingen en een grotere bestuurlijke betrokkenheid bij deze taak. Afvalwaterzuivering De taak afvalwaterzuivering is ondergebracht bij het Waterschapsbedrijf Limburg (WBL). Over de wijze waarop WBL hieraan uitvoering is een afzonderlijke rapportage opgesteld, zie bijlage 1. De conclusies met betrekking tot WBL zijn opgenomen in de samenvatting, zie het begin van dit rapport. In hoofdlijnen kan worden geconcludeerd dat: WBL een duidelijke bedrijfsmatige opzet heeft; De zuiveringsprestatie in 2006 net beneden het landelijk gemiddelde ligt. WBL is de afgelopen periode vooral gericht geweest op het beheer en onderhoud van de bestaande installaties. Er zijn geen initiatieven genomen voor het inrichten van nieuwe zuiveringsinstallaties. De kosten voor het zuivering zijn lager dan het landelijk gemiddelde; Doordat de laboratoriumactiviteiten zijn ondergebracht bij derden zijn de kosten hiervoor gedaald. De samenwerking op het gebied van belastingen en heffingen is succesvol. Bevindingen externe partijen In het kader van dit onderzoek zijn gesprekken gevoerd met diverse partijen, zie bijlage 2. De hoofdlijn in de mening van “derden” is dat WRO de taken goed uitvoert. Maar hierbij zijn door een deel van de geïnterviewden kanttekeningen gemaakt over de wijze waarop WRO samenwerkt en communiceert. De beelden met betrekking tot de taakinhoudelijke prestaties worden aan de hand van de aspecten besproken: DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
18 aug 2008, versie def. - 12 -
– –
Vakkundigheid; Flexibiliteit.
Vakkundigheid De geïnterviewde partijen vinden het waterschap zonder uitzondering een organisatie met veel vakkundigheid. Kernwoorden hierbij zijn: degelijk, zorgvuldig, betrouwbaar, robuust. “Het technische doen ze goed. “ Hierbij werd meermalen aangemerkt dat het duidelijk is dat de medewerkers "hart voor de zaak" hebben. Het is een technisch-georiënteerde, degelijke instantie.. Flexibiliteit Een punt waar de externe partijen verbetermogelijkheden zien is flexibiliteit. Hieraan zit een inhoudelijk en een procedurele kant. Ten aanzien van de inhoudelijk kant wordt aangegeven dat het waterschap vaak strak vasthoudt aan de uitgangspunten en regels van het waterschap en weinig ruimte geeft om deze aan te passen om aan de belangen van andere partijen tegemoet te komen. Dit wordt vooral aangegeven voor de ambtelijke samenwerking. Het beeld is dat het waterschap onvoldoende beseft dat zij anderen, het maatschappelijk veld, nodig hebben om de waterdoelen te realiseren. Zij moeten meer aandacht geven aan het creëren van een speelveld voor ontwikkelen van plannen. Documentenanalyse Ten aanzien van de beleidsdocumenten kan worden geconstateerd dat: WRO voor een aantal beleidsontwerpen beleidskaders heeft opgesteld (notitie peilbeheer, Watertoetsprotocol, Nota Recreatief medegebruik, notitie blauw-groene diensten, notitie beheer en onderhoud meanderstroken, gedragscode voor muskusratbestrijding, buitenlandbeleid, toetsingsprotocol baggernoodzaak en een baggerbeleidsplan). deze doelen en maatregelen bevatten maar deze zijn in het algemeen niet meetbaar geformuleerd; in evaluaties zoals van het waterbeheersplan en in jaarverslagen zijn geen meetbare resultaten zijn vermeld. Waar wel meetbare resultaten zijn vermeld, zoals in de evaluatie grondwatertaken, worden geen concrete conclusies getrokken of vervolg acties voorgesteld. WRO in 2006 bij meer dan 50% van de uitgevoerde investeringen het effect meet (bron MVOscan 2006). Landelijk beeld Het landelijk beeld is dat waterschappen in het algemeen actief invulling geven aan het voorkomen van wateroverlast en dijkdoorbraken. De meeste waterschappen hebben de watersystemen getoetst en een uitvoeringsprogramma opgesteld. Ook hebben alle waterschappen uitwerking gegeven aan de KRW verplichtingen. De activiteiten en maatregelen van WRO passen in dit beeld. In vergelijking met het landelijk beeld kan ten aanzien van WRO in positieve zin worden onderscheiden: de actieve inzet voor maatregelen buiten het watersysteem (wijziging van grondbewerking) en daardoor onnodige investering in het watersysteem voorkomt; het opstellen van een kaart waarbij het voor alle betrokkenen helder is wat de normering is en wat de bijbehorende maatregelen zijn; de inzet, mede vanwege de specifieke Limburgse situatie, voor zelfregulerende beeksystemen; het heroverwegen van de NBW werknormen voor wateroverlast. Conclusies De afgelopen jaren zijn er veel externe ontwikkelingen op het gebied van wetgeving en akkoorden op de waterschappen afgekomen. WRO heeft daaraan actief invulling gegeven. In dit verband kunnen onder andere worden genoemd de inzet voor duurzame beekinrichting, de heroverweging van de wateroverlastnormen, de uitwerking van de Kaderrichtlijn Water, de inzet voor voor erosiebestrijding DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
18 aug 2008, versie def. - 13 -
waaronder niet kerende grondbewerking en grensoverschrijdende plannen. Veel gaat goed en dat wordt ook door externe partijen gezien. Doorgaan met wat goed gaat is op dit punt van toepassing. Daarbij wordt aanbevolen om de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het grondwaterbeheer, dat recent is overgenomen van de provincie, meer zichtbaar te maken. Er gebeurt veel maar het is niet duidelijk meetbaar wat hiermee wordt bereikt en of dit overeenkomstig de verwachtingen is. Het is lastig om een beeld te krijgen van wat de concrete doelen zijn van WRO. En bij evaluatie van deze voornemens, hoe (on)tevreden WRO over afwijkingen is, en wat er gedaan moet worden om ongewenste afwijking van voornemens in de toekomst te voorkomen. Met het oog hierop wordt aanbevolen om beleidsdoelen specifieker en meer meetbaar te formuleren en de voortgang aan de hand van prestatie indicatoren regelmatig te evalueren.
DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
18 aug 2008, versie def. - 14 -
4
DUURZAAM
Definitie thema Onder dit thema onderscheiden wij de volgende mogelijke uitwerkingen: − het waterschap zet zich in voor een duurzame inrichting en beheer van het watersysteem; − de bedrijfsvoering van het waterschap is gericht op duurzaamheid c.q. het beperken van negatieve milieueffecten; − een integrale afweging wordt gemaakt (functioneel, milieu, maatschappelijk, financieel) c.q. een MKBA (maatschappelijke kosten-baten afweging) wordt uitgevoerd. Ontwikkelingen '04 - '08 en activiteiten Het waterschap heeft in het waterbeheersplan een duurzame inrichting en beheer van het watersysteem vastgelegd in het waterbeheerplan en andere publicaties (o.a. 25 jaar Waterschap Roer en Overmaas). Belangrijkste concrete maatregelen zijn het volledig zelfregulerend maken van beeksystemen. Op dit moment is dat 40% (ca. 400 km) Ook de inzet voor een ander wijze van grondbewerking (niet-kerend) is een belangrijke bijdrage aan een duurzamere inrichting in Zuid-Limburg. Ten aanzien van een duurzamere bedrijfsvoering moet nog beleid worden ontwikkeld Bevindingen externe partijen Het beeld dat externe partijen hebben van WRO en duurzaamheid is minder scherp en uitgesproken dan bij inhoudelijke expertise. In ieder geval wordt aangegeven dat onduidelijk is hoe duurzaam WRO als bedrijf zelf is. De onderstaande opmerkingen hebben betrekking op de projecten en besluitvorming van WRO en worden aan de hand van de volgende punten besproken: – duurzame projecten – verbeterpunten – onderscheiden en zichtbaar Duurzame projecten Benoemd is dat veel van de plannen en projecten die het waterschap uitvoert, in hun aard al duurzaam zijn. Te denken valt aan plannen en projecten op het gebied van KRW, WB21, beekherstel (systeembenadering), gebiedsplannen. Verbeterpunten "Integraal, maar vanuit het perspectief van het waterschap" was een kanttekening die diverse keren werd gemaakt. Zo werd opgemerkt dat bij de inrichting van kades andere functies (bijvoorbeeld recreatie) moeilijk worden meegenomen. Onderscheiden en zichtbaar In het algemeen geldt dat duurzaamheid door de externe partijen niet als prominent aanwezig werd ervaren. Niet altijd hadden de geïnterviewden een duidelijk beeld hiervan. Documentenanalyse Bij het waterschap staat een duurzame inrichting van het watersysteem centraal. De twee andere onderdelen van duurzaamheid, zie de definitie hierboven, zijn nog niet of beperkt uitgewerkt. Duurzaamheid van de bedrijfsvoering is, zoals kan worden opgemaakt uit de documenten, geen onderwerp dat expliciet wordt meegenomen bij de keuze van maatregelen/plannen. Het waterschap maakt (nog) geen integrale Maatschappelijke Kosten Baten afweging bij grote investeringen.
DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
18 aug 2008, versie def. - 15 -
In onderstaande tabel is aangegeven aan welke duurzaamheid thema’s WRO uitvoering heeft gegeven en welk percentage van de waterschappen in Nederland al uitwerking heeft gegeven. Deze gegevens zijn ontleend aan de scan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen bij de waterschappen over het jaar 2006. Duurzaamheidthema’s “Planet”
WBL nee ja ja nee ja nee ja
WRO
Duurzaam inkopen
nee
Beleid duurzaam energiegebruik
nee
Inkoop groene stroom
nee
Beleid duurzaam bouwen
nee
Beleid duurzaam terreinbeheer
nee
Duurzaam gebruik water
nee
Afvalscheiding en preventie
nee
Overige initiatieven duurzame bedrijfsvoering
nee
Bestedingen buiten kerntaken
±% WS wel 20% 30% <5% 20% 30% 20% 60%
nee nee
ja
30% ±50%
Een belangrijk onderdeel van duurzaamheid is de CO2. In onderstaande tabel is de CO2 productie opgenomen, als maat voor het energieverbruik en de belasting hiervan voor het milieu. In de weergave is bij WRO en WPM, naar verhouding van de inwoneraantallen, de CO2 productie van WBL opgeteld. Uit bovenstaande blijkt dat de CO2 productie van WRO laag is in vergelijking met andere waterschappen. Dit komt vooral omdat WBL 100% groene stroom inkoopt.
CO2 per 1.000 v.e. 30 25 20
Zeeuwse Eilanden
Veluwe
Schieland en de Krimpenerwaard
Brabantse Delta
Rijn en IJssel
Regge en Dinkel
Aa en Maas
Hunze en Aa’s
Groot Salland
Fryslan
Delfland
Peel en Maasvallei
Roer en Overmaas
WBL
5 0
Velt en Vecht
15 10
Landelijk beeld In het algemeen zijn waterschappen de afgelopen jaren zich steeds meer gaan inzetten voor een duurzamere inrichting. Mede als gevolg van de discussie over “de brede kijk” begin jaren negentig, en grootschalige reconstructieprojecten is de inzet voor een duurzame inrichting gangbaar geworden binnen de waterschapswereld. De KRW heeft hieraan een nieuwe impuls gegeven en alle waterschappen hebben, overeenkomstig de KRW richtlijnen, een programma voor maatregelen opgesteld. In vergelijking met het landelijk beeld kan ten aanzien van WRO in positieve zin worden onderscheiden: • Het streven naar zelfregulerende systemen is als een centrale doelstelling opgenomen. De aandacht voor een duurzame bedrijfsvoering groeit bij de meeste waterschappen, maar de meeste maatregelen zijn nog in ontwikkeling. Duurzaam inkopen heeft bij de meeste waterschappen nog geen brede invulling gekregen. DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
18 aug 2008, versie def. - 16 -
Bij de waterschappen is het nog geen gewoonte dat de effecten van uitgevoerde investeringen en maatregelen worden gemeten. Aan het bestuur en bij het waterbeheer betrokken partijen wordt niet gerapporteerd of doelen, waarvoor de maatregelen worden genomen, ook daadwerkelijk na jaren zijn bereikt. Het is te verwachten dat de komende jaren binnen waterschappen steeds meer wordt opgepakt en stapsgewijs methoden worden ontwikkeld In vergelijking met het landelijk beeld kan ten aanzien van WRO in positieve zin worden onderscheiden: • dat bij meer dan 50% van de investeringen de effecten worden gemeten. Conclusies De duurzame inrichting van beken is zondermeer een belangrijke uitwerking van dit thema. Maar binnen WRO is, net als bij veel andere waterschappen, een groot aantal onderwerpen voor een duurzamere bedrijfsvoering nog niet uitgewerkt, zoals duurzaam inkopen, duurzame energie en duurzaam bouwen. Een positief punt is dat de CO2 footprint van WRO in vergelijking met andere waterschappen laag is. Aan WRO wordt aanbevolen de komende jaren, in lijn met de ontwikkelingen bij andere waterschappen, een duurzamere bedrijfsvoering op de beleidsagenda te zetten.
DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
18 aug 2008, versie def. - 17 -
DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
18 aug 2008, versie def. - 18 -
5
PROACTIEF
Definitie thema Onder pro-activiteit wordt initiatiefrijk en leidend gedrag verstaan, onder andere op het gebied van het opsporen van mogelijk relevante ontwikkelingen en in het zoeken van contact met externe partijen. Ontwikkelingen '04 - '08 Ten aanzien van pro-actieve activiteiten kunnen de volgende activiteiten worden onderscheiden. De Watertoets is van toepassing bij alle ruimtelijke plannen, er zijn afspraken gemaakt over kleine plannen, bewaking op naleving wateradvies is niet geregeld. Bij 50% van de gemeenten is uitvoering gegeven aan waterplannen c.q. stedelijk waterbeleid. Het waterschap heeft hiervoor een subsidieregeling. Ten aanzien van grensoverschrijdende watersystemen heeft het waterschap het initiatief genomen tot overeenkomsten/afspraken. Het doel is om één voor één dit op te pakken. Waterpanels (overleggen met bestuurlijke gemeenten) worden periodiek georganiseerd. Het initiatief om te komen tot grensoverschrijdende plannen voor beken. De erosiebestrijding en daarbij behorende inzet voor niet-kerende grondbewerking. Bevindingen externe partijen De geïnterviewden hebben een wisselend beeld van WRO. Deels werd aangegeven dat WRO op onderdelen pro-actief is maar dit in een later stadium weer laat lopen. Soms is het waterschap actief naar gemeenten en voor een ander onderwerp niet. Van het waterschap wordt verwacht dat zij een actievere rol gaan spelen in maatschappelijke en politieke ontwikkelingen. De inbreng in de landelijke discussie wordt gewaardeerd. De specifieke Limburgse situatie wordt niet meer, zoals dat in het verleden gebeurde, gebruikt om afstand te nemen maar om tot een beter landelijk beleid te komen. Documentenanalyse In de documentenanalyse zijn, aanvullend op de ontwikkelingen die hierboven zijn genoemd, geen nieuwe punten met betrekking tot pro-actief naar voren gekomen. Landelijke ontwikkelingen Er is een landelijke ontwikkeling waarin waterschappen zich steeds meer ontwikkelen als ‘waterautoriteit’ en/of als “waterpartner” bij ruimtelijke of andere waterrelevante ontwikkelingen. Stap voor stap en met verschillende vormen wordt hieraan gewerkt. In vergelijking met het landelijk beeld kan ten aanzien van WRO in positieve zin worden onderscheiden: • Het initiatief om samen met de provincie te komen tot grensoverschrijdende plannen. Conclusies WRO heeft een aantal initiatieven dat als pro-actief kan worden bestempeld, zoals de inzet voor grensoverschrijdende plannen, de erosiebestrijding en de subsidieregeling afkoppelen. Maar derden hebben een wisselend beeld van WRO. Aan WRO wordt aanbevolen om zich meer te profileren op dit vlak en als “waterautoriteit” of “waterpartner” actief te participeren in maatschappelijke ontwikkelingen.
DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
18 aug 2008, versie def. - 19 -
DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
18 aug 2008, versie def. - 20 -
6
INNOVATIEF / CREATIEF
Definitie thema Wellicht ten overvloede, maar innovatief en creatief staan voor het betreden van niet-gebaande paden en het benutten van oplossingen en werkwijzen die minder gebruikelijk zijn in waterschapsland. Ontwikkelingen '04 - '08 en activiteiten De volgende innovaties worden onderscheiden: Samen met WBL, provincie en Rijkswaterstaat ontwikkelen van één loket voor de watertoets; Wateratlas op internet; Iso-certificering voor vergunningverlening, maaibeheer en watertoets; Uitbesteden laboratorium en samenwerking op het terrein van heffingen; Klachtensysteem; Verzuimbeleid. Bevindingen externe partijen Ten aanzien van dit thema geven de externe partijen aan dat zij of geen beeld hebben of het beeld van WRO niet direct koppelen aan het thema innovatief. Zij verwachten van WRO meer op dit vlak. Concrete voorbeelden zijn niet genoemd. Documentenanalyse In de documentenanalyse zijn, aanvullend op de ontwikkelingen die hierboven zijn genoemd, geen nieuwe punten met betrekking tot innovatie naar voren gekomen. Landelijk beeld Door andere waterschappen wordt op uiteenlopende manieren uitwerking gegeven aan innovaties. Belangrijk deel van de landelijke innovaties vinden plaats bij de afvalwaterzuivering. Daarnaast zijn veel lokale projecten waarin met particulieren nieuwe vormen van waterbeheer vorm worden gegeven. Geen van de waterschappen beschikt over een certificering voor hun gehele organisatie. Certificering blijft vaak nog beperkt tot het zuiveringsonderdeel. De stand van zaken bij WRO sluit aan bij het landelijk beeld. De hierboven genoemde activiteiten sluiten aan bij de nieuwe ontwikkelingen. In vergelijking met het landelijk beeld kan ten aanzien van WRO in positieve zin worden onderscheiden: WRO beschikt over een ISO9011 certificering voor vergunningverlening, maaibeheer en de watertoets. Conclusies WRO heeft een aantal initiatieven dat als innovatief/creatief kan worden bestempeld. In dit verband kan worden genoemd het certificeren van een aantal werkprocessen. Ook de wateratlas is innovatief en kan in de toekomst nog meer worden uitgebouwd. Derden herkennen WRO niet als innovatief. Ook bij dit punt wordt aanbevolen dat WRO meer laat zien van haar activiteiten.
DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
18 aug 2008, versie def. - 21 -
DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
18 aug 2008, versie def. - 22 -
7
KLANTGERICHT / SAMENWERKINGSGERICHT
Definitie thema Klant- en samenwerkingsgerichtheid hebben betrekking op het consulteren van externe partijen/belanghebbenden ten behoeve van te formuleren beleid, het bewust meewegen van het belang van klanten, externe partijen betrekken bij beleidskeuzen en het tonen van flexibiliteit in zoeken naar aanvaardbare oplossingen voor externe partijen. Ontwikkelingen '04 - '08 en activiteiten De belangrijkste ontwikkelingen die kunnen worden onderscheiden zijn: Klachtenregistratiesysteem Sedert 2004 is bij WRO een klachtenregistratiesysteem ingevoerd waarin alle meldingen en klachten betreffende de waterschapswerkzaamheden worden vastgelegd en waarbij met een work-flow methode de tijdige afhandeling wordt bewaakt en geregistreerd. Per kwartaal wordt er gerapporteerd aan het MT Waterpanels In Limburg is door de waterschappen (samen met de provincie) een struktureel overleg gevoerd met gemeenten in de vorm van waterpanels., Voorbereid door een projectgroep, getoetst bij een stuurgroep , wordt enkele malen per jaar een ambtelijk resp. bestuurlijk waterpanel georganiseerd voor het bespreken van het waterbeheer, zoals WB21, normering, stedelijke wateropgave, veranderende wetgeving, KRW maatregelen, etc. Watertoetsloket Bij het inrichten van het watertoetsloket wordt samengewerkt met de provincie Limburg en Rijkwaterstaat Directie Limburg. Het doel is om een geïntegreerd advies namens alle betrokken overheden uit te brengen. Uit een klantentevredenheidsonderzoek blijkt dat gemeenten en adviesbureaus tevreden zijn over het watertoetsloket. Participatie in gebiedsprojecten WRO neemt deel aan de vier gebieden waarbinnen gebiedsgericht wordt gewerkt: Ons WCL, Westelijke Mijnstreek, Parkstad Limburg en Maastricht en Mergelland. Bevindingen externe partijen Op bestuurlijk niveau wordt aangegeven dat men elkaar weet te vinden en dat WRO bereid is tot samenwerking. Veel gaat daarin goed (bijvoorbeeld samenwerking rond 'heffingen en belastingen'). Daarnaast wordt aangegeven dat de KRW en waterplannen redenen geven tot samenwerking. Ook dat loopt veelal naar tevredenheid. Maar op een aantal punten is het beeld dat WRO kansen laat liggen. Op dit moment is WRO niet goed zichtbaar en hebben derden geen beeld van het beleid en de maatregelen van WRO. Voor gemeenten en burgers kan dit veel beter worden gepresenteerd. Communicatie met externe partijen wordt als een kwetsbaar punt gezien. Voorbeelden van onvoldoende goede communicatie zijn: – lang blijven vasthouden aan technische uitgangspunten van het waterschap; – eenrichtingverkeer in bestuurlijke besluiten; – omgaan met weerstand.
DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
18 aug 2008, versie def. - 23 -
Uit de gesprekken met derden kwam ook naar voren dat de activiteiten van WBL weinig zichtbaar zijn. Dit werd door derden niet als een probleem gezien. Documentenanalyse In de documenten wordt beperkt aandacht gegeven aan onderwerpen die horen bij het thema klantgerichtheid/samenwerking. Wel wordt veel aandacht gegeven aan de klachtenregistratie en een goede klachtenafhandeling. Landelijk beeld Bijna alle waterschappen hebben een goede klachtenregistratie en handelen individuele klachten zorgvuldig af. Maar bijna geen van de waterschappen gebruikt de klachtenregistratie om hieruit conclusies te trekken en structurele verbeteringen aan te brengen. WRO heeft dit wel ontwikkeld. Conclusies De samenwerking van WRO met andere partijen wordt door derden als goed en prettig ervaren. Men weet elkaar te vinden en men ervaart WRO als een samenwerkingsgerichte organisatie. WRO staat als een vakkundig, degelijk, professioneel en gedreven organisatie te boek. Een valkuil van deze kwaliteiten is dat de houding van het waterschap als te weinig flexibel, te rigide wordt ervaren. Processen worden mede daardoor als onvoldoende voortvarend en soepel ervaren. De uitdaging voor WRO is om zich flexibeler op te stellen naar andere partijen, die hun eigen visie en belangen hebben, zonder haar vakkundigheid te kort te doen. Aan WRO wordt aanbevolen om samen met WPM, meer aandacht te besteden aan een gezamenlijke communicatiestrategie met betrekking tot taken van WBL en in het bijzonder de zuiveringstaken. Dit kan een belangrijke meerwaarde hebben (voor de waterschappen en WBL) in het beeld dat derden hebben van de waterschappen. Het wordt aanbevolen de ambtelijke samenwerking met WBL te intensiveren. Dit geldt met name voor: – de communicatie activiteiten, zie de aanbeveling hierboven; – het benutten van expertise o.a. op het vlak van projectmanagement, het ontwikkelen van gezamenlijke beleidskaders; – gezamenlijk overleg met gemeenten en anderen (hierdoor kan mogelijk het aantal optimalisatiestudies een stimulans krijgen).
DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
18 aug 2008, versie def. - 24 -
8
GOED WERKGEVERSCHAP
Definitie thema Goed werkgeverschap betekent aan de ene kant het geven van invulling aan de professionele verantwoordelijkheid die het waterschap richting haar werknemers heeft. Hierbij moet worden gedacht aan het houden van functioneringsgesprekken, het bieden van voldoende opleidingsmogelijkheden. Daarnaast zijn aspecten als verloop, ziekteverzuim en werknemerstevredenheid relevant. Ontwikkelingen '04 - '08 en activiteiten WRO heeft de afgelopen jaren invulling gegeven aan een aantal belangrijke instrumenten voor personeelsbeleid. Dit onder andere met betrekking tot het integriteitsbeleid, opleiding, persoonlijke ontwikkelingsplanen (POP), beleid voor coaching, vastleggen van kennis, medewerkerstevredenheidonderzoek en beoordelings- en beloningsbeleid. Bevindingen externe partijen Op dit thema zijn externe partijen niet bevraagd, omdat dit een waterschap-interne aangelegenheid is waarop externen geen zicht hebben. Documentenanalyse In onderstaande tabel is aangegeven welke onderdelen zijn uitgewerkt en welk percentage van de waterschappen hieraan al uitwerking heeft gegeven. De gegevens zijn ontleend aan de scan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen bij de waterschappen. Thema personeelsbeleid
WRO
%WS
Integriteit
ja
80%
Opleidingen
ja
100%
POP
ja
90%
Traineeship Coaching Beleidsstuk t.a.v. arbeidsparticipatie Kennis en ervaring vastgelegd
nee
10%
ja
100%
nee ja
40% 80%
In onderstaande tabel is het ziekteverzuim aangegeven over een aantal jaren. Het gemiddelde ziekteverzuim is 2,51%. Uit de MVO-scan, in de grafiek op de volgende pagina, blijkt dat in 2007 het gemiddelde ziekteverzuim bij tien waterschappen 4,26% was. Het ziekteverzuim bij WRO ligt ruim onder dit gemiddelde.
2004 2005 2006 2007
Ziekte verzuim WRO (%) 2,34 2,05 2,70 2,96
Het gemiddeld ziekteverzuim in de afgelopen jaren in Nederland is ongeveer 4%. Voor de categorie Openbaar bestuur is dit circa 5%. Voor gemeenten is dit circa 6%. Deze gegevens zijn ontleend aan de Nationale verzuimstatistiek van het CBS.
DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
18 aug 2008, versie def. - 25 -
ziekteverzuim in in 2006
6 5 4 3 2 1
Fr ys la n
R oe W re B n L O ve P ee rm le aa n s M aa sv al le i D el fla nd S ch ie la V nd el te n V ec ht V el uw R e ijn en IJ ss Zu el id er ze el an G ro d ot S al la nd
0
Gemiddeld ziekteverzuim van bovenstaande waterschappen is in 2006 4,26%
Landelijk beeld Door waterschappen wordt hieraan in het algemeen nog beperkt aandacht gegeven. Een beperkt aantal waterschappen heeft hiervoor een beleid vastgesteld. Uit de MVO-scan blijkt dat: er weinig vrouwen een management positie hebben; relatief veel medewerkers binnen 10 tot 15 jaar met pensioen gaan; participatie van gehandicapten en allochtonen niet wordt gemeten of zeer laag is; de idee van traniee, ontwikkelprogramma’s voor jonge medewerkers, nog beperkt wordt toegepast. Het wordt aanbevolen om het beleid voor arbeidsparticipatie de komende jaren meer uit te werken. Ook voor WRO is de leeftijdsopbouw een aandachtspunt, bijna 50% van de medewerkers is ouder dan 45 jaar (bron MVO-scan). Conclusies WRO heeft de afgelopen jaren invulling gegeven aan een aantal belangrijke personeelsinstrumenten. Het ziekteverzuim in 2006 is relatief laag. Het wordt aanbevolen, met het oog op de scheve leeftijdsopbouw van de medewerkers, beleid te ontwikkelingen voor arbeidsparticipatie.
DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
18 aug 2008, versie def. - 26 -
9
KOSTENBEWUST / EFFICIËNT
Definitie thema Centraal staat hier het afwegen van kwaliteit tegen kosten en het zoeken naar mogelijkheden tot efficiëntieverbetering. Ontwikkelingen '04 - '08 en activiteiten Voor het algemeen bestuur is kostenbeperking een voortdurend punt van aandacht. Het waterschap kiest voor: een beperkt budget voor reclamecampagnes; beperkt budget voor reizen buitenland; een jaarlijks plafond voor investering. In totaal wordt 30% subsidie verkregen voor projecten. Een aanzienlijke reductie van kosten door het maaibeheer als één pakket uit te besteden. Het laboratorium is geprivatiseerd en voor het heffen van belastingen wordt samengewerkt met derden (waterschappen en gemeente Venlo). Bevindingen externe partijen Het beeld dat de meeste partijen met betrekking tot dit thema van WRO hebben, is dat het een kostenbewuste organisatie is, waarbij kosten en kwaliteit goed worden afgewogen. Tegelijkertijd wordt dit beeld vaak verwoord als een 'gevoel', niet als een onderbouwde opvatting. Sommigen geven ook aan hierover moeilijk iets te kunnen zeggen, omdat er geen zicht op is. Daarnaast wordt ook aangegeven dat omdat onduidelijk is welke ambities WRO heeft en of die ambities maatschappelijk kostenbewust zijn. Mogelijkheden voor het vergroten van efficiëntie worden vooral gezien in snellere besluitvorming en het beter betrekken van de markt. Documentenanalyse Het aantal medewerkers is in de afgelopen periode met 4 fte gedaald, zie de onderstaande tabel. De kosten van het waterschap zijn gemiddeld met 1,75% per jaar toegenomen. Verloop van de begrootte kosten 2004-2008
WRO Groei in % Gemiddelde groei
2004 2005 2006 2007
Begroting 2004 70.981.100
Begroting 2005 72.140.376
1,63%
Begroting 2006 74.895.000
3,82% 1,75%
Begroting 2007 75.392.000
0,66%
Begroting 2008 76.035.400
0,85%
Bezetting 31/12 (fte) 119,23 116,42 117,95 115,02
Landelijk beeld Het algemene landelijk beeld is dat een deel van de waterschappen, als gevolg van de normen voor wateroverlast, richtlijn voor stedelijk afvalwater en deels voor waterkeringen aanzienlijke investeringen moeten doen of hebben deze gepland. De tarieven bij deze waterschappen zijn gestegen of er wordt een aanzienlijke stijging verwacht.
DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
18 aug 2008, versie def. - 27 -
Een ander deel van de waterschappen kan uitvoering geven aan de wettelijk vereisten. Binnen de reguliere investeringsbudgetten is de (verwachte) stijging van de tarieven beperkt. Daarom zijn er landelijk grote verschillen in totale kosten en kostenstijgingen.
Figuur overgenomen uit: Water in beeld 2008, Rijkswaterstaat In bovenstaand figuur is de ontwikkeling van kosten (en de verwachte kosten) van waterschappen weergegeven. De kosten voor waterschappen zijn gemiddeld over de afgelopen jaren met bijna 3% gestegen. De landelijke inflatie was in 2007 1,6% en in 2006 1,1%. Ook de twee jaren daarvoor was de inflatie kleiner dan 2%.
Vergelijking van kosten Een vergelijking van kosten van waterschappen is niet goed op te stellen.
In onderstaande tabel is voor 16 waterschappen (in totaal zijn er 27 waterschappen in Nederland) berekend wat de kosten zijn per inwoner. Hiervoor zijn de totale kosten van exploitatie en investering gedeeld door het aantal inwoners in het betreffende gebied. Hieruit kan worden geconcludeerd dat van 16 waterschappen er 13 zijn waarbij de kosten per inwoner hoger zijn. De gegevens zijn deels ontleend aan de MVO-scan 2006 en deels aan jaarverslagen en begrotingen van waterschappen.
Er bestaan grote verschillen tussen de kosten vanwege gebiedspecifieke kenmerken, zoals beeksystemen of poldersystemen, en landelijke- of stedelijke gebiedfactoren. Voor een vergelijking van de kosten moet bijvoorbeeld rekening worden gehouden met de grootte van het gebied, de lengte van de watergangen en/of het aantal inwoners. Deze terugblik beoogt om een globaal beeld te geven en niet om een volledige vergelijking met andere waterschappen op te stellen. Daarom is gekozen voor een eenvoudige methode. De totale kosten van een waterschap zijn gedeeld door het aantal inwoners.
DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
18 aug 2008, versie def. - 28 -
Kosten in 2006 per inwoner per euro 250
200
150
100
50
0 WRO WPM
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
In bovenstaande berekening zijn de kosten berekend per inwoner maar dit is niet het bedrag dat de inwoners werkelijk betalen. Alle waterschappen hebben verschillende tarieven vastgesteld en maken daarbij onderscheid tussen ingezetenen/huishoudens, eigenaren van gebouwen (is gerelateerd aan de waarde van de gebouwen) en eigenaren van ongebouwd (het tarief dat is gerelateerd aan de oppervlakte). Onderstaande tabellen zijn ontleend aan de Begrotingsvergelijking 2006 (van de vereniging van directeuren van waterschappen). Tarieven waterkwantiteitsbeheer (2006)
Minimum Maximum Mediaan Roer en Overmaas
ingezetenen/ huishouden 9,90 44,87
gebouwd/2.500 e.w. 0,16 1,04
ongebouwd/hectare 11,89 84,68
25,39 25,23
0,47 0,55
49,32 173,20-86,60-21,65
Uit bovenstaande tabel blijkt dat bij het tarief voor waterkwantiteit: de ingezetenen/huishouden dicht bij de mediaan ligt (50% van de waarden is hoger en 50% is lager). Dit betekent dat de tarieven bij ongeveer 50% van waterschappen hoger is; voor gebouwd boven de mediaan ligt. Het grootste deel van de waterschappen heeft dus een lager tarief; voor onbebouwd het tarief deels lager en deels hoger ligt dan de mediaan.
DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
18 aug 2008, versie def. - 29 -
Tarieven waterkeringszorg (2006)
Minimum Maximum Mediaan Roer en Overmaas
ingezetenen/ huishouden 3,42 22,13
gebouwd/2.500 e.w. 0,05 0,53
ongebouwd/hectare 2,15 40,89
10,50 20,15
0,17 0,53
7,27 40,89
Uit bovenstaande tabel blijkt dat bij het tarief voor de waterkeringen: de inzetenen/huishouden hoger is dan de mediaan. Dit betekent dat de tarieven bij het grootste deel van de waterschappen lager is; voor gebouwd het tarief op het maximum ligt van de waterschappen in Nederland; voor ongebouwd het tarief op het maximum ligt van de waterschappen in Nederland. Inmiddels bestaat deze situatie niet meer omdat in 2007 de solidariteitsheffing is ingevoerd, waarbij niet alleen meer de burgers die in een strook langs de Maas wonen de heffing moeten betalen maar alle burgers in het beheergebied van het waterschap. Het tarief Waterkeringzorg komt te vervallen als in 2009 de wettelijk verplichte Systeemheffing wordt ingevoerd.
Tarief (2006) waterkwaliteits-beheer/v.e. Minimum 42,00 Maximum 70,74 Mediaan Roer en Overmaas
54,71 47,75
Uit de tabel hieronder blijkt dat bij het tarief voor waterkwaliteitsbeheer (o.a. kosten van afvalwaterzuivering: – beneden de mediaan ligt, dit betekent dat meer dan 50% van de waterschappen een hoger tarief heeft. Waterschappen maken in het algemeen, zo blijkt uit het onderzoek dat is uitgevoerd voor het opstellen van de MVO-scan, een grondige afweging van kosten en baten. Maar hierbij worden geen maatschappelijk kosten en baten betrokken. Het wordt aanbevolen om hieraan steeds meer vorm te geven. Conclusies Als de totale kosten van WRO worden uitgedrukt in kosten per inwoner dan is WRO goedkoper dan de meeste waterschappen. De tarieven voor waterkwantiteitsbeheer geven in vergelijking met andere waterschappen een wisselend beeld. Vooral het tarief voor onbebouwd is lager dan de meeste waterschappen. Het tarief voor waterkeringen is voor ‘gebouwd’ (en ongebouwd het hoogste van alle waterschappen. Derden zien WRO als efficiënt en kostenbewust.
DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
18 aug 2008, versie def. - 30 -
10
COLOFON
DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093 Opdrachtgever Project Dossier Omvang rapport Auteur Projectleider Projectmanager Datum Naam/Paraaf
: : : : : : : : :
Waterschap Roer en Overmaas Presterende waterschappen Limburg B8370 31 pagina's Jan Baltissen, François van Ekkendonk, Claire Groosman Jan Baltissen 18 aug 2008
DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
18 aug 2008, versie def. - 31 -
BIJLAGE 1
RAPPORTAGE WBL
Separaat bijgevoegd
DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
bijlage -1-
BIJLAGE 2
Geïnterviewde personen
Instantie WPM
WS Aa en Maas WS De Dommel Unie van waterschappen Provincie Gemeente Venlo Gemeente Venlo
Persoon dhr. Van Alderwegen dhr. Evers dhr. Kickken dhr. Schrijen dhr. Wesdijk dhr. In den Kleef dhr. Stevens dhr. Simons dhr. Fiddelaers dhr. Zuurmond dhr. Pelzer dhr. Verheijen dhr. Glas dhr. Kraaij dhr. Driessen dhr. Freij dhr. Van Weert
Gemeente Maastricht Gemeente Maastricht Gemeente Voerendaal Gemeente Weert WML RWS RWS Maaswerken LLTB Ploegam aannemers Royal Haskoning
dhr. Hazeu dhr. Wanders mw. Winthagen dhr. Sijben mw. Doedel dhr. Martijn dhr. Ruijter dhr. Tobben dhr. Ploegmakers dhr. De Mars
WRO
WBL
Functie voorzitter secretaris-directeur adjunct directeur voorzitter secretaris-directeur adjunct directeur secretaris-directeur hoofd stafafdeling HRM unithoofd waterschapsheffingen hoofd stafafdeling planning en control unithoofd zuiveringsbedrijf voorzitter voorzitter waarnemend directeur gedeputeerde wethouder beleidsmedewerker waterbeheer waterambassadeur wethouder waterambassadeur wethouder wethouder directeur directeur Water directeur ambtelijke medewerker directeur ecoloog
DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
Datum 15-5-08 15-5-08 15-5-08 15-5-08 15-5-08 15-5-08 22-5-08 22-5-08 22-5-08 22-5-08 22-5-08 28-5-08 2-6-08 28-5-08 21-5-08 21-5-08 21-5-08 4-6-08 4-6-08 6-6-08 28-5-08 6-6-08 28-5-08 29-5-08 30-5-08 20-5-08 3-6-08
bijlage -2-
BIJLAGE 3
Gebruikte documentatie
DHV / Waterschap Roer en Overmaas/Presterende waterschappen Limburg FJ-pm20080093
bijlage 3 -1-