INFORMATIEBLAD
Premiekorting 62+
Een gedeelde visie op werkzekerheid leidt in de Sectorale Arbeidsvoorwaarden (SAW) tot het uitwerken van duurzame inzetbaarheid, flexibilisering en m odernisering in afspraken over opleiding en ontwikkeling, loopbaan en het vergroten van de
mogelijkheden om werk en privé in iedere leeftijdsfase Premiekorting 62+ te combineren. Dit kreeg onder andere vorm in de volgende afspraak: Arbeidsparticipatie ouderen en het stimuleren van langer doorwerken. Een onderdeel daarvan is de inzet van de premiekorting 62+ in overleg tussen de werkgever en de medewerker.
Inzet ouderen steeds belangrijker In de sector waterschappen was in 2010 23% van de medewerkers 55 jaar of ouder, Landelijk is het gemiddelde 13%. Het aandeel oudere medewerkers zal de komende jaren verder groeien. Het wordt daarom steeds belangrijker om goed na te denken over de wijze waarop de arbeidsparticipatie van oudere medewerkers zo optimaal mogelijk versterkt kan worden. Daarnaast is het van belang dat de sector blijft beschikken “Sinds 2000 werk ik bij over goed gekwalificeerd het waterschap. Ik blijf zo personeel en optimaal lang mogelijk werken om gebruik blijft maken pensioen op te bouwen.” van de kennis en kwaliteiten van de oudere medewerker. 200.000 180.000 160.000 140.000 120.000 100.000 80.000 60.000 40.000 20.000 0
2003
2004
2005
2006
De Nederlandse overheid stimuleert werkgevers om oudere medewerkers in dienst te hebben. Zo ontvangen werkgevers een premiekorting voor het in dienst hebben van werknemers van 62 jaar en ouder. Per medewerker bedraagt deze fiscale korting € 2.750 per jaar. Waarschijnlijk “Mijn leidinggevende heeft zal de premiekorting per een gesprek met mij gevoerd 1 januari 2013 verlaagd over de manier waarop ik worden naar € 1.750 de laatste drie jaar van per jaar en onderdeel mijn dienstverband bij het gaan vormen van de waterschap invulling wil Vitaliteitsregeling. In geven. Dat was heel prettig.” bijlage 1. Toelichting CAO-afspraak zijn de kaders van de premiekorting 62+ verder uitgewerkt.
CAO-afspraak In de SAW hebben sociale partners afgesproken de premiekorting aan te wenden om te investeren in de inzetbaarheid van oudere medewerkers. Met het geld van de premiekorting kunnen hiervoor instrumenten gefinancierd worden. De premiekorting is geen individueel recht en kan bijvoorbeeld besteed worden aan faciliteiten die meer medewerkers vanuit de
2007
2008
Grafiek 1 Ontwikkeling werkzame beroepsbevolking 62-64 jaar in Nederland (bron CBS)
Pagina 1 van 5
2009
2010
2011
“Ik ben door mijn werkgever g evraagd om na mijn FPU nog een aantal dingen te doen, zoals het geven van rondleidingen aan kinderen. Dat lijkt me leuk. Zeker wanneer het ook betaald wordt.”
doelgroep ten goede komen. Een werkgever die al investeert in de bevordering van de inzetbaarheid van deze doelgroep, is niet verplicht extra maatregelen te nemen. In bijlage 2. Meest gestelde vragen is hierover meer informatie te vinden.
Bevordering inzetbaarheid In opdracht van het A&O-fonds Waterschappen is onderzoek gedaan naar de wijze waarop de CAOafspraak over de premiekorting is toegepast en hoe andere sectoren met de premiekorting 62+ omgaan. In panelsessies met de doelgroep is gesproken met medewerkers uit de sector.
“Veel uitvoerende werkzaamheden zoals snoeien, knippen en grasmaaien worden nu uitbesteed. Met betrekking tot de fysieke belasting is het werk daardoor makkelijker geworden.”
• Schuif op persoonsniveau met werkzaamheden, zodat een takenpakket ontstaat dat aansluit op de capaciteiten van de oudere medewerker. • Bespreek dit in het team ten behoeve van het verdelen van taken en afspraken in de samenwerking.
Voorlichting • Bied een aantal jaren voor de pensioendatum de cursus Pensioen In Zicht (PIZ) aan. De betreffende medewerker krijgt inzicht in de mogelijkheden en (financiële) gevolgen en kan onderbouwd een keuze maken voor doorwerken, geleidelijk afbouwen of eerder stoppen. • Organiseer één keer per jaar een voorlichtings bijeenkomst voor oudere medewerkers over het ABP KeuzePensioen. • Bied aan de kosten te vergoeden van financieel advies bij keuzes rond meer of minder werken en eerder of later met pensioen gaan.
De inzetbaarheid verschilt per persoon Management De conclusie is dat de inzetbaarheid van de oudere medewerker per persoon verschilt. Van invloed zijn de mentale en fysieke mogelijkheden, het type werk, de mate waarin men zelf het gevoel heeft het werk aan te kunnen en het gevoel een toegevoegde waarde te hebben voor de organisatie. Er is dus altijd sprake van maatwerk. Voor de een zijn aanpassingen nodig, voor de ander is dit niet aan de orde. De inventarisatie van ervaringen zijn vertaald in tips die kunnen worden toegepast “Maar je moet geen bij het versterken van de parkeerfunctie arbeidsparticipatie van krijgen. oudere medewerkers en het Je moet wel serieus uitvoering geven aan de genomen worden.” cao-afspraak over de inzet van de premiekorting 62+.
Tips Afspraken inzetbaarheid • De eerste stap is een één-op-één-gesprek tussen de medewerker en de leidinggevende over de mogelijkheden voor inzetbaarheid. • Maak gebruik van de concrete ideeën die de oudere medewerker zelf heeft over de bevordering van de eigen inzetbaarheid. • Maak met alle betrokken medewerkers individuele afspraken over de invulling van de laatste werkzame jaren.
Pagina 2 van 5
• Train leidinggevenden in het stimuleren van de arbeidsparticipatie van oudere medewerkers. • Bied medewerkers die met (vervroegd) pensioen gaan een dienstverband aan voor een beperkt aantal uren voor specifieke taken, zodat de expertise kan worden ingezet en verankerd.
Instrumenten • Bied medewerkers in het jaar dat zij 55 worden standaard een coachingstraject aan waarin kan worden nagedacht over ambities en loopbaanmogelijkheden. • Maak bij interne projecten en/of interim opdrachten gebruk van de kennis van oudere medewerkers. • Zet oudere medewer“De inzetbaarheid zou kers in als mentor vergroot kunnen worden voor eigen medewerals er minder strak kers en eventueel wordt vastgehouden aan voor externen, zoals functieprofielen.” docenten, met het doel gericht kennis over te dragen.
Premiekorting 62+ • De premiekorting is geen individueel budget. Het is ook in te zetten voor collectieve voorzieningen voor alle medewerkers uit de doelgroep. • Breng de CAO-afspraak breed onder de aandacht zodat het bekend is bij de doelgroep, de leidinggevenden en P&O.
• Er is geen sprake van terugwerkende kracht. InforMeer informatie meer alle betrokkenen hierover van tevoren. • Wanneer de medewerker zelf een verzoek indient Meer informatie treft u aan op onze website voor het aanwenden van de premiekorting, is het www.aenowaterschappen.nl en in de raadzaam dat de lijnmanager verantwoordelijk is WERKwijzer A&O-fonds Waterschappen. voor het beoordelen van het verzoek en het maken van afspraken. • Als de inzetbaarheid van de medewerker van 62+ al optimaal is en er geen probleem wordt verwacht ten aanzien van de inzetbaarheid, is het niet nodig het geld van de premiekorting te gebruiken. • Wanneer de premiekorting niet volledig besteed wordt aan de doelgroep 62+, gebruik dan de (resterende) premiekorting voor maatregelen ten behoeve van oudere medewerkers die nog niet tot de doelgroep behoren.
Gezondheid • Bied elke oudere medewerker aan een medische keuring te ondergaan en combineer dit met een persoonlijk advies over gezond zijn en blijven in het werk.
Colofon Opdrachtgever Stichting A&O-fonds Waterschappen
Met dank aan Leden van de klankbordgroep en geïnterviewden
Projectmanager Emma van Vliet, A&O-fonds Waterschappen
Vormgeving RUURD Grafische vormgeving & advies, Rotterdam
Tekst Boom & Bos, Robin van Barneveld/ Mark Mengerink, Den Haag
Drukwerk Printed, copy- & printservice, Den Haag
Eindredactie Emma van Vliet, A&O-fonds Waterschappen
Oplage 150 exemplaren en webdocument
Uitgave Stichting Arbeidsmarkt- en Ontwikkelingsfonds Waterschappen
© Stichting Arbeidsmarkt- en Ontwikkelingsfonds Waterschappen, Den Haag, maart 2012.
Stichting A&O-fonds Waterschappen bevordert en ondersteunt vernieuwende activiteiten op het gebied van arbeidsmarkt en HRM beleid. Actuele informatie over de verschillende projecten treft u aan op www.aenowaterschappen.nl
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enigerwijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de Stichting A&O-fonds Waterschappen. Hoewel aan deze uitgave de grootst mogelijke zorg is besteed, kunnen de samenstellers niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele onjuistheden, noch kunnen aan de inhoud rechten worden ontleend.
Pagina 3 van 5
BIJLAGE 1 BIJ INFORMATIEBLAD
Premiekorting 62+
Toelichting CAO-afspraak arbeidsparticipatie ouderen met inzet van de 62+ Regeling Wetgeving
Belastingdienst
Werkgevers ontvangen een premiekorting voor het in dienst hebben van werknemers van 62 jaar en ouder. Deze fiscale korting is sinds 1 januari 2009 van kracht en is bedoeld werkgevers te stimuleren oudere medewerkers in dienst te houden. De premiekorting betrof een wijziging van de Wet Financiering Sociale Verzekeringen (Wfsv). De premiekorting bedraagt € 2.750 per jaar en is een vast bedrag dat hoort bij een dienstbetrekking van tenminste 36 uur per week. De premiekorting wordt evenredig verminderd indien de werknemer minder dan 36 uur werkzaam is. Voorbeeld: berekening premiekorting bij een dienstverband van 16 uur per week: 16/36 van € 2.750 = € 1.222,22.
De werkgever is verantwoordelijk voor de loonaangifte en beoordeelt zelf of hij de premiekorting kan toepassen of niet. Voorwaarden die de Belastingdienst heeft, zijn: • Er moet sprake zijn van een dienstbetrekking • De medewerker moet 62 jaar of ouder zijn. • De premiekorting gaat naar rato. De premiekorting ontvangt de werkgever door de premiekorting van het totale aangiftebedrag af te trekken. De belastingdienst kan dit controleren. Er hoeft bij de aangifte geen administratieve verantwoording te worden overlegd. Toepasselijkheid van de premiekorting vloeit immers direct voort uit het voortbestaan van de dienstbetrekking en de leeftijd van de werknemer.
In de wet is niet vastgelegd wat een werkgever met de premie korting moet doen. De premiekorting is geen recht waarop medewerkers aanspraak kunnen maken. Het is primair aan de werkgevers en werknemers zelf om de mogelijkheden die de premiekorting biedt te benutten.
De Belastingdienst wijst erop dat als de werkgever de premie korting aanwendt voor het verstrekken van goederen of bepaalde voorzieningen om de inzetbaarheid van de medewerker te vergroten dit als loon kan worden aangemerkt.
CAO Waterschappen
In juli 2011 heeft het kabinet zijn visie geschetst op het vergroten van de arbeidsparticipatie en de duurzame inzetbaarheid van werkenden en de maatregelen die in dit kader getroffen worden. Het voornemen is om in 2013 het Vitaliteitspakket in werking te laten treden. Hiermee zal de premiekorting voor werkgevers voor het in dienst hebben van oudere medewerkers per 1 januari 2013 verlaagt worden naar € 1.750 per jaar. Hier staat tegenover dat er een extra premiekorting komt om de mobiliteit van oudere medewerkers te stimuleren.
In de CAO Waterschappen hebben sociale partners aanvullende afspraken gemaakt over de premiekorting. Er is bepaald dat de premiekorting ‘in overleg met betrokken medewerkers gebruikt wordt voor de verhoging van de inzetbaarheid van medewerkers’. Intentie van de aanvullende CAO-afspraak is dat werkgevers maatregelen nemen die oudere medewerkers in de waterschapssector in staat stellen langer door te werken. Met geld van de premiekorting kunnen instrumenten die hiervoor nodig zijn gefinancierd worden. Een uitkering in geld is dus nadrukkelijk niet de bedoeling. Ook het toekennen van extra verlofuren zonder dat er afspraken zijn gemaakt over het opnemen van het verlof is ongewenst. De premiekorting is geen individueel recht en kan bijvoorbeeld ook besteed worden aan faciliteiten die meer medewerkers ten goede komen. Een werkgever die al veel doet aan de bevordering van de inzetbaarheid van deze doelgroep, is uiteraard niet verplicht extra maatregelen te nemen.
Pagina 4 van 5
Wijziging per 1 januari 2013
BIJLAGE 2 BIJ INFORMATIEBLAD
Premiekorting 62+
Meest gestelde vragen 1. Geldt de premiekorting alleen voor waterschappen? A ntwoord: Nee. De premiekorting geldt voor alle werkgevers in Nederland. Sociale partners hebben, in aanvulling op de algemene wetgeving, in de CAO Waterschappen bepaald dat de premiekorting in overleg met de betrokken medewerkers wordt gebruikt voor de verhoging van de inzetbaarheid van medewerkers. Ook in de CAR-UWO (CAO Gemeenten) is een vergelijkbare afspraak gemaakt.
4. Ons waterschap doet al veel op het gebied van inzetbaarheidsverbetering van medewerkers. Ook 62-plussers maken gebruik van deze instrumenten. Verwacht de CAO van ons dat wij nieuwe middelen ontwikkelen c.q. dat wij verantwoording afleggen over de wijze waarop wij de premiekorting aanwenden? Antwoord: Nee dit hoeft niet. CAO-partijen zijn wel van mening dat het goed is oudere medewerkers actief te betrekken bij de het bepalen van het aanbod van instrumenten. Ook bestaande instrumenten kunnen hiervoor prima geschikt zijn.
2. De CAO is afgesloten in juli 2010, terwijl de looptijd van de CAO de periode 2009-2011 beslaat. Heeft een medewerker recht op de premiekorting in de jaren dat wij 5. In de CAO Waterschappen is bepaald dat de premie dit bedrag nog in de algemene middelen lieten opgaan? korting in overleg met betrokken medewerkers gebruikt wordt voor de verhoging van de inzetbaarheid van Antwoord: Nee, de premiekorting is primair een compensatie medewerkers. Zijn wij verplicht met individuele voor de werkgever. Werknemers kunnen hier geen aanspraak op medewerkers hierover het gesprek aan te gaan? maken, ook niet met terugwerkende kracht. Ook medewerkers die inmiddels uit dienst zijn kunnen geen aanspraak maken op de premiekorting.
Antwoord: CAO-partijen hebben nadrukkelijk bedoeld dat er met oudere medewerkers expliciet wordt gesproken over hun inzetbaarheid. Dit betekent niet dat de medewerker die 62 jaar of ouder is recht heeft op het aanwenden van de premiekorting voor zijn of haar inzetbaarheid.
3. Ons Waterschap heeft de premiekorting wel toegepast, maar het geld dat hiermee werd bespaard in de algemene middelen laten opgaan. Verplicht de CAO ons dit geld in de toekomst aan te wenden voor de verhoging van de 6. Wij besteden de premiekorting al sinds 2009 aan inzetbaarheid van medewerkers? instrumenten die we specifiek inzetten om de inzetbaarheid van oudere medewerkers te verbeteren. Wij Antwoord: CAO-partijen vinden het belangrijk dat werkgevers financieren deze instrumenten vanuit een collectieve in de waterschapssector investeren in de inzetbaarheid van hun pot waarin we de premiekortingen storten. Dit betekent oudere medewerkers. Deze investeringen zouden gefinancierd dat binnen onze organisatie de premiekorting niet kunnen worden vanuit de premiekorting. Echter, in het individueel wordt aangewend. De ene medewerker maakt geval een werkgever besluit de premiekorting niet of slechts ook meer gebruik van deze instrumenten dan de andere. gedeeltelijk aan te wenden voor inzetbaarheidsbevorderende Mag dit? maatregelen is een werkgever wettelijk niet in overtreding. Voor naleving van de CAO zal een bedrag van minimaal de Antwoord: Ja, dit mag. U hoeft de premiekorting niet premiekorting moeten worden ingezet. CAO-partijen geven niet individueel te besteden. aan waarvoor de premiekorting moet worden ingezet. In de CAO is een afspraak gemaakt zonder daar expliciete voorwaarden aan te verbinden hoe dat moet worden besteed. De enige “voorwaarde” is dat het geld niet wordt uitbetaald aan de medewerker.
Pagina 5 van 5