10/04/2013
Praktische handleiding
Inhoud • Kwaliteit in het woonzorgcentrum: historiek • Het referentiekader • De te meten indicatoren voor 2013: wat meet ik en hoe meet ik? • Van meten, naar weten. Van plannen tot verbeteren!
VVSG -
10/04/2013
1
10/04/2013
Kwaliteitsdecreet 2003 Hfdst 2: Intern Kwaliteitsbeleid - Art 5 § 1. Het kwaliteitsbeleid omvat de intenties van een voorziening met betrekking tot kwaliteit en wegen daar naartoe, formeel uitgedrukt in een verklaring van het management. Het kwaliteitsbeleid dient in overeenstemming te zijn met het algemeen beleid van de voorziening en moet een basis leggen voor formulering van de kwaliteitsdoelstellingen. Het steunt op de deelname van alle medewerkers en streeft naar voordelen voor de gebruikers, de medewerkers, de voorziening en de samenleving. Het kwaliteitsbeleid bestaat uit ten minste een missie, een visie, doelstellingen en een strategie. § 2. Het kwaliteitsmanagementsysteem is nodig voor de vaststelling en uitwerking van het kwaliteitsbeleid en de kwaliteitsdoelstellingen en om die doelstellingen vervolgens te bereiken. Het systeem bestaat uit de organisatorische structuur, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, procedures en processen.
VVSG -
10/04/2013
Kwaliteitsdecreet 2003 § 3. Een zelfevaluatie is een systematische evaluatie van de processen, structuren en resultaten van de voorziening en wordt door de voorziening zelf verwezenlijkt. De voorziening toont door middel van een zelfevaluatie aan hoe ze haar processen, structuren en resultaten bewaakt, beheerst en voortdurend verbetert. In deze zelfevaluatie toont de voorziening minimaal aan: 1° hoe ze op systematische wijze gegevens verzamelt en registreert over de kwaliteit van de zorg; 2° hoe ze de gegevens, bedoeld in 1°, aanwendt om kwaliteitsdoelstellingen te formuleren; 3° welk stappenplan met tijdspad ze opstelt om de doelstellingen, bedoeld in 2°, te bereiken; 4° hoe en met welke frequentie ze evalueert of de doelstellingen bereikt zijn; 5° welke stappen ze onderneemt indien een doelstelling niet bereikt is. § 4. Het kwaliteitsbeleid, het kwaliteitsmanagementsysteem en de zelfevaluatie krijgen gestalte in een kwaliteitshandboek, dat bekrachtigd wordt door de hoogste leiding binnen de voorziening. VVSG -
10/04/2013
2
10/04/2013
Kwaliteit in het woonzorgcentrum 1° hoe ze op systematische wijze gegevens verzamelt en registreert over de kwaliteit van de zorg; Het referentiekader integrale kwaliteit voor wonen en zorg in de woonzorgcentra 2° hoe ze de gegevens, bedoeld in 1°, aanwendt om kwaliteitsdoelstellingen te formuleren; Formuleer per indicator wat je in kaart wil brengen – welke kwaliteitsdoelstelling. Laat je hierbij inspireren door de handleiding. Verzamel eventueel extra gegevens
VVSG -
10/04/2013
Kwaliteit in het woonzorgcentrum 3° welk stappenplan met tijdspad ze opstelt om de doelstellingen, bedoeld in 2°, te bereiken; Eerste metingen; interpretatie van indicatoren; vergelijkingen op basis van individueel rapport; mogelijke vergelijking met een referentiewaarde doorheen de tijd; met een groep van gelijkaardige woonzorgcentra; of wetenschappelijke literatuur. 4° hoe en met welke frequentie ze evalueert of de doelstellingen bereikt zijn; Periodieke metingen – specifiek tijdsschema referentiekader 5° welke stappen ze onderneemt indien een doelstelling niet bereikt is. Plan mogelijke verbeteracties Plan – do – check – act (zie ook VVSG-publicatie: verbeteren door zelfevaluatie)
VVSG -
10/04/2013
3
10/04/2013
Kwaliteit in het woonzorgcentrum • Kwaliteitshandboek • Integreer het referentiekader in uw kwaliteitshandboek
• De sectorspecifieke minimale kwaliteitseisen (SMK’s) • 4.3 Evaluatie: De voorziening evalueert op een systematische manier en op geregelde tijdstippen haar hulp- en dienstverlening en gebruikt de resultaten hiervan voor de bijsturing.
VVSG -
10/04/2013
Kwaliteit in het woonzorgcentrum • De sectorspecifieke minimale kwaliteitseisen (SMK’s) • 1.4 Autonomie: De hulp- en dienstverlening stimuleert de eigen mogelijkheden van de gebruiker en respecteert zoveel mogelijk de individuele levensstijl. • 1.5 Inspraak: De voorziening treft de nodige maatregelen voor inspraak in de algemene werking van de voorziening en in de individuele hulp- en dienstverlening • 5.5 Vorming: De voorziening ontwikkelt een vormingsbeleid voor haar personeelsleden. • 5.9 Vrijwilligers, stagiairs en studenten: De voorziening ondersteunt de vrijwilligers, stagiairs en studenten die ze inschakelt.
VVSG -
10/04/2013
4
10/04/2013
Inhoud • Kwaliteit in het woonzorgcentrum: historiek • Het referentiekader • De te meten indicatoren voor 2013: wat meet ik en hoe meet ik? • Van meten, naar weten. Van plannen tot verbeteren!
VVSG -
10/04/2013
Het referentiekader •
•
VVSG -
Een referentiekader is een vastgelegd kwaliteitskader: het standaardiseert de basisnormen voor kwaliteit en koppelt er indicatoren aan om die standaarden te meten en te evalueren. De woonzorgcentra zullen die indicatoren zelf meten en ze 2 maal per jaar doorgeven of indienen bij het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. Elk woonzorgcentrum krijgt daarna een individueel rapport waarin het kan zien hoe het zich positioneert ten opzichte van andere woonzorgcentra. Het kader zal op termijn een duidelijk beeld geven van wat kwalitatieve, verantwoorde zorg eigenlijk inhoudt. Voorzieningen zullen het kader kunnen gebruiken als een instrument voor zelfevaluatie en er hun kwaliteitsbeleid op kunnen baseren.
10/04/2013
5
10/04/2013
Het referentiekader • Werk procedures uit en integreer ze in het kwaliteitshandboek • Wie heeft toegang tot E-health? Wie zal de gegevens doorgeven? • Kijk na welke gegevens waar te vinden zijn (bewonersdossier, personeelsdossier…) • Zelfde definities? • Systematische registratie?
• Contacteer uw softwareleverancier • Communiceer ruim! Het hele personeel, eventueel ook bewoners en familie • Personeel betrekken bij metingen (valpreventie, decubitus…)
• Stel duidelijke procedures op voor het personeel - maak gebruik van de hulpbladen (bij handleiding) • Waar raadplegen ze de werkwijze? • Bij wie kunnen ze terecht voor vragen? • Oefen metingen in
VVSG -
10/04/2013
Het referentiekader • Verzamel gegevens en geef door aan Vlaams Agentschap via E-health • Communiceer over het ontvangen individueel rapport! Personeel, bewoners en familie • Welke werkpunten selecteer je? Wees realistisch! • Vlaamse Overheid zal communiceren over de algemene oefening - publieksrapportage
VVSG -
10/04/2013
6
10/04/2013
Inhoud • Kwaliteit in het woonzorgcentrum: historiek • Het referentiekader • De te meten indicatoren voor 2013: wat meet ik en hoe meet ik? • Van meten, naar weten. Van plannen tot verbeteren!
VVSG -
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: medicatiegebruik Kwaliteitsindicator
Meting
Indienen
Indicator G1
20 maart 2013
31 juli 2013
Percentage bewoners met 5 tot en met 9 verschillende soorten geneesmiddelen voorgeschreven door de huisarts Indicator G2 Percentage bewoners met 10 of meer verschillende soorten geneesmiddelen voorgeschreven door de huisarts Zie handleiding p. 141 VVSG -
10/04/2013
7
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: medicatiegebruik • Doel: betrokkenen sensibiliseren over een zorgvuldig medicatiegebruik => Gedeelde verantwoordelijkheid: directie, het zorgpersoneel, de coördinerende raadgevend arts en de betrokken huisarts
VVSG -
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: medicatiegebruik • Geneesmiddelen op de medicatiefiche voorgeschreven door de (huis)arts. • Elk “actief” geneesmiddel • Geen éénmalige medicatie cfr griepvaccin
VVSG -
10/04/2013
8
10/04/2013
VVSG -
10/04/2013
VVSG -
10/04/2013
9
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: medicatiegebruik • Informatie te halen uit medicatiefiches • Veronderstelt • Visie op zorgverstrekking / medicatiemanagement • CRA werkt medicatiebeleid uit -> bvb in het kader van Multimorbiditeit
VVSG -
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: up-to-date plan rond het levenseinde
Kwaliteitsindicator
Meting
Indienen
Indicator I
20 maart 2013
31 juli 2013
Percentage bewoners dat beschikt over een up-to-date plan voor de zorg rond het levenseinde, dat in overeenstemming is met de voorkeuren van de bewoner
Zie handleiding p. 156
VVSG -
10/04/2013
10
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: up-to-date plan rond het levenseinde • Doel: Goede zorg voor het levenseinde Dit wil zeggen dat er een beleid wordt uitgebouwd op niveau van het woonzorgcentrum én dat er voor elke individuele bewoner op maat gemaakte afspraken worden bijgehouden • Verantwoordelijkheid: directie, sociale dienst
VVSG -
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: up-to-date plan rond het levenseinde • plan rond het levenseinde • besproken met de bewoner en/of vertegenwoordiger • Actueel plan en voorkeur van bewoner • Noteer wanneer (datum) en met wie het plan besproken is. • Laat bewoner (of vertegenwoordiger) het plan dateren en ondertekenen. • Kijk systematisch na of het plan nog beantwoordt aan de verwachtingen van de bewoner en familie
VVSG -
10/04/2013
11
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: up-to-date plan rond het levenseinde •
Uit het plan moet duidelijk zijn dat zoveel mogelijk van de volgende zaken rond het levenseinde besproken zijn • • • • • •
•
Aanduiding van een wettelijke vertegenwoordiger. De wettelijke vertegenwoordiger is diegene die beslissingen zal nemen wanneer de bewoner het zelf niet meer kan zeggen. Aanduiding van een vertrouwenspersoon. Dit kan een andere persoon zijn dan de wettelijke vertegenwoordiger, maar dat hoeft niet. Voorkeur van plaats van overlijden. Wensen over spirituele verzorging, bijvoorbeeld al dan niet ziekenzalving. Specifieke persoonlijke wensen rond het levenseinde bijvoorbeeld aanwezigheid van familie, bepaalde voorkeuren rond voedsel of drank, … Therapiewensen. Het is niet nodig dat er effectief een ‘DNR code’ in beschreven staat, wel moet duidelijk zijn dat er met de bewoner een zorgoriënterend gesprek is doorgegaan waaruit blijkt wat de therapiewensen naar het levenseinde toe zijn.
Up-to-date plan: met up-to-date wordt bedoeld dat het plan besproken is geweest met de bewoner (of zijn/haar vertegenwoordiger) sinds de opname in het woonzorgcentrum. • •
Het is aangeraden dat het plan ondertekend wordt door de bewoner (of zijn/haar vertegenwoordiger). Het is ook aangeraden dat het plan minstens jaarlijks wordt besproken met de bewoner (of zijn/haar vertegenwoordiger).
VVSG -
10/04/2013
VVSG -
10/04/2013
12
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: up-to-date plan rond het levenseinde • Informatie te halen uit bewonersdossier • Veronderstelt: • Visie op levenseinde • Communicatieproces met bewoner
VVSG -
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: decubitus Kwaliteitsindicator
Meting
Indienen
Indicator A1
20 april 2013
31 juli 2013
Percentage bewoners met een decubituswonde categorie 2 tot en met 4
Indicator A2 - optioneel Percentage bewoners met een decubituswonde categorie 2 tot en met 4 ontstaan in het woonzorgcentrum Zie handleiding p. 54 VVSG -
10/04/2013
13
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: decubitus • Doel: Het voorkomen van de aanwezigheid van doorligwonden of decubituswonden. Dit als wezenlijk element van kwaliteitsvolle ouderenzorg: decubituswonden zijn immers niet alleen pijnlijk, ze zijn ook moeilijk behandelbaar en geven op langere termijn aanleiding tot een verminderde gezondheid en kwaliteit van leven www.decubitus.be
• Verantwoordelijkheid: directie, verzorgend en verpleegkundig personeel ism CRA en huisarts
VVSG -
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: decubitus • een decubituswonde categorie 2 tot en met 4/onbepaald • Decubitus categorie 1: Niet-wegdrukbare roodheid van de intacte huid. Verkleuring van de huid,warmte, oedeem en verharding zijn andere mogelijke kenmerken. • Decubitus categorie 2: Gedeeltelijke aantasting van de epidermis (opperhuid), de dermis (lederhuid) of de beide huidlagen. Het letsel of de wonde is oppervlakkig en doet zich voor als een blaar, een schaafwonde, ontvelling, een open blaar of een ondiep gat. • Decubitus categorie 3: Huiddefect (krater) met schade of necrose van de huid en subcutaan weefsel dat zich kan uitstrekken tot aan het onderliggend bindweefselvlies maar niet daaronder. • Decubitus categorie 4: Uitgebreide aantasting, weefselnecrose en/of schade aan de spieren, het bot of ondersteunende weefsels en structuren (bijv., pees, gewrichtskapsel) met of zonder schade aan epidermis en dermis. In dit stadium is er ook sprake van ondermijning en aantasting van de weefsels en van vorming van fistels en sinusvormige letsels. • Decubitus categorie onbepaald: Het stadium van de decubitus kan niet bepaald worden doordat de zweer (ulcus) met necrotisch weefsel bedekt is.
VVSG -
10/04/2013
14
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: decubitus • Aantal decubituswonden wordt niet gemeten, enkel degene in de hoogste graad telt • Decubituswonde vanaf categorie 2 • Optioneel: Ontstaan in het woonzorgcentrum • Dus die decubituswonde die in de thuissituatie of bij ziekenhuisopname ontstaan is, telt niet mee
VVSG -
10/04/2013
VVSG -
10/04/2013
15
10/04/2013
VVSG -
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: decubitus • De meting gebeurt aan het bed • Veronderstelt: • Beleid rond decubitus • Registratie van decubituswonden indien bewoner vanuit thuissituatie/ziekenhuis komt • Goede meting – eventuele opleiding/bijscholing • Preventiemaatregels
VVSG -
10/04/2013
16
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: aantal valincidenten Kwaliteitsindicator
Meting
Indienen
Indicator C1
1 tem 31 mei 2013
31 juli 2013
Percentage bewoners met 1 of meer valincident(en) in de afgelopen maand
Indicator C2 - optioneel Percentage bewoners met 2 of meer valincidenten in de afgelopen maand Zie handleiding p. 100 VVSG -
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: aantal valincidenten • Doel: Het terugdringen van de valincidenten en het vermijden van kwetsuren ten gevolge van het vallen als belangrijk element van kwaliteitsvolle zorg in een woonzorgcentrum. • Van bewoners in een woonzorgcentrum zou 50 tot 70% minstens één keer per jaar ten val komt. www.valpreventie.be • Verantwoordelijkheid: het voltallige personeel en de bewoners
VVSG -
10/04/2013
17
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: aantal valincidenten • Een onverwachte gebeurtenis waarbij de oudere op de grond, de vloer of een lager gelegen niveau terechtkomt, los van de impact of gevolgen van het valincident. • Indien een bewoner of een derde persoon een valincident komt melden, wordt dit ook geregistreerd als een valincident.
VVSG -
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: aantal valincidenten • elke bewoner die minimaal 1 dag aanwezig is in het woonzorgcentrum tijdens de maand mei 20XX, wordt geobserveerd • Registratie van elk valincident • Iedereen weet wat hij/zij moet begrijpen onder een valincident • Iedereen weet hoe te registreren of aan wie te melden
• week van de valpreventie
VVSG -
10/04/2013
18
10/04/2013
VVSG -
10/04/2013
VVSG -
10/04/2013
19
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: aantal valincidenten • Registreren van de valincidenten tijdens de maand mei • Wie registreert • De definitie is gekend • Er kan steeds geregistreerd worden • Veronderstelt: • Duidelijke richtlijnen en een uitgewerkte procedure • Actief voeren van valpreventie-beleid
VVSG -
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: overleden bewoners Kwaliteitsindicator
Meting
Indienen
Indicator H
Januari tem december 2012
31 juli 2013
Overleden bewoners met als overlijdensplaats het woonzorgcentrum
Zie handleiding p. 151
VVSG -
10/04/2013
20
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: overleden bewoners • Doel: Goede zorg vereist een vroegtijdige zorgplanning en houdt onder meer in het rekening houden met de plaats van voorkeur van overlijden. De meeste ouderen wensen te sterven in een vertrouwde, veilige omgeving, het woonzorgcentrum.
• Verantwoordelijkheid: directie en familie
VVSG -
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: overleden bewoners • Hoeveel bewoners zijn er overleden in het woonzorgcentrum ten aanzien van het totaal aantal overleden bewoners Bedenking: Waarom bewoners waar overleden zijn, wordt niet in rekening gebracht. Op vraag van familie of bewoner naar ziekenhuis gebracht bijvoorbeeld is belangrijke informatie om de indicator juist te interpreteren.
VVSG -
10/04/2013
21
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: overleden bewoners • Informatie te registreren bij overlijden bewoner (bewonersdossier) • Veronderstelt: • Visie op levenseinde en afgestemd beleid • Doorgedreven communicatie met bewoners en familie
VVSG -
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: zorgpersoneel dat het wzc vrijwillig of in onderling akkoord heeft verlaten Kwaliteitsindicator
Meting
Indienen
Indicator W
Januari tem december 2012
31 juli 2013
Januari tem december 2013
31 januari 2014
Percentage zorgpersoneelsleden met een contract van onbepaalde duur dat het voorbije kalenderjaar het woonzorgcentrum vrijwillig of in onderling akkoord heeft verlaten.
Zie handleiding p. 175
VVSG -
10/04/2013
22
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: zorgpersoneel dat het wzc vrijwillig of in onderling akkoord heeft verlaten • Doel: personeelsverloop in kaart brengen
een stabiele personeelsequipe geeft garanties op een goede multidisciplinaire teamwerking en een kwalitatief beter aanbod • Verantwoordelijkheid: directie en personeel
VVSG -
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: zorgpersoneel dat het wzc vrijwillig of in onderling akkoord heeft verlaten •
Zorgpersoneel:
• zorgmedewerkers gefinancierd door de overheid • bovennormpersoneel dat mogelijk niet door het RIZIV wordt gefinancierd • animatiepersoneel dat niet gesubsidieerd is door de Vlaamse overheid
•
Het gaat om vijf categorieën van zorgpersoneelsleden:
• Verpleegkundigen (A1 verpleegkundigen, A2 verpleegkundigen en ziekenhuisassistenten) • Verzorgenden /zorgkundigen • Kinesitherapie / ergotherapie / logopedie (kiné/ergo/logo) • Overig personeel voor reactivering • animatiepersoneel (verplicht vanuit Vlaamse overheid)
•
Ook zorgpersoneelsleden die tewerkgesteld zijn voor het centra voor kortverblijf
VVSG -
10/04/2013
23
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: zorgpersoneel dat het wzc vrijwillig of in onderling akkoord heeft verlaten •
Hoeveel zorgpersoneelsleden hebben een contract van onbepaalde duur?
•
Contract van onbepaalde duur:
• Het contract kent geen einddatum • Hierin zitten ook die medewerkers die met het RIZIV een afsprakenovereenkomst hebben en die dus op zelfstandige basis hun beroep uitoefenen. Voorbeeld kinesitherapeut op zelfstandige basis die kan worden ingebracht onder de norm kinesitherapeut. • Huisartsen hebben geen contract met het woonzorgcentrum en worden dus niet meegeteld • Zorgpersoneelsleden die werken op zelfstandige basis hebben geen contract met het woonzorgcentrum en worden dus niet meegeteld
•
Contract van bepaalde duur:
• het contract kent een einddatum
VVSG -
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: zorgpersoneel dat het wzc vrijwillig of in onderling akkoord heeft verlaten • Hoeveel van hen hebben het wzc vrijwillig of in onderling akkoord verlaten? • Vrijwillig of in onderling akkoord
• het gaat om zorgpersoneelsleden die het woonzorgcentrum vrijwillig of in onderling akkoord hebben verlaten • Zorgpersoneelsleden die het woonzorgcentrum hebben verlaten ten gevolge van een ontslag (of om dringende reden) worden niet meegeteld • Zorgpersoneelsleden die tijdens het kalenderjaar het woonzorgcentrum verlaten omwille van (brug) pensioen worden niet meegeteld
VVSG -
10/04/2013
24
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: zorgpersoneel dat het wzc vrijwillig of in onderling akkoord heeft verlaten • Informatie te halen uit personeelsdossier • Veronderstelt: • Registratie van personeel per soort contract • Registratie van reden van ontslag
=> Opvolging personeel – retentiebeleid
VVSG -
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: Influenza-vaccinatie zorgpersoneel Kwaliteitsindicator
Meting
Indienen
Indicator F
december 2013
31 januari 2014
Percentage zorgpersoneelsleden dat het afgelopen kalenderjaar gevaccineerd is tegen influenza en waarbij de vaccinatie betaald is door het woonzorgcentrum
Zie handleiding p. 135
VVSG -
10/04/2013
25
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: Influenza-vaccinatie zorgpersoneel • Doel: Preventie van infectieziekten. • Griep is één van de mogelijke infectieziekten die van belang zijn in het woonzorgcentrum. Een woonzorgcentrum kan een griepvaccin aanbieden aan het personeel. Het staat de medewerkers uiteraard vrij om hier al dan niet gebruik van te maken. • Verantwoordelijkheid: directie en individueel personeelslid
VVSG -
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: Influenza-vaccinatie zorgpersoneel •
Zorgpersoneel: • • •
•
Het gaat om vijf categorieën van zorgpersoneelsleden: • • • • •
•
zorgmedewerkers gefinancierd door de overheid bovennormpersoneel dat mogelijk niet door het RIZIV wordt gefinancierd animatiepersoneel dat niet gesubsidieerd is door de Vlaamse overheid
Verpleegkundigen (A1 verpleegkundigen, A2 verpleegkundigen en ziekenhuisassistenten) Verzorgenden /zorgkundigen Kinesitherapie / ergotherapie / logopedie (kiné/ergo/logo) Overig personeel voor reactivering animatiepersoneel (verplicht vanuit Vlaamse overheid)
Ook zorgpersoneelsleden die tewerkgesteld zijn voor het centra voor kortverblijf
IDENTIEK AAN DEFINITIE BIJ INDICATOR W (personeelsverloop)
VVSG -
10/04/2013
26
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: Influenza-vaccinatie zorgpersoneel • Influenza vaccinatie: Het gaat om het griepvaccin dat in de maand oktober – november toegediend wordt. Deze indicator beperkt zich tot de griepvaccinatie die betaald is door het woonzorgcentrum.
VVSG -
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: Influenza-vaccinatie zorgpersoneel • Informatie te halen uit personeelsdossier • Veronderstelt: • Aanbod van influenza-vaccinaite aan het zorgpersoneel betaald door WZC • Registratie van influenza-vaccinatie van personeel betaald door WZC
=> Preventief beleid ten aanzien van infectieziekten
VVSG -
10/04/2013
27
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: ziekteverzuim Kwaliteitsindicator
Meting
Indienen
Indicator V1
Januari tem december 2013
31 januari 2014
Totaal aantal ziektemeldingen per VTE zorgpersoneelslid in het voorbije kalenderjaar Indicator V2 Aantal ziektemeldingen kortdurend ziekteverzuim per VTE zorgpersoneelslid in het voorbije kalenderjaar Zie handleiding p. 163 VVSG -
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: ziekteverzuim • Doel: Ziekteverzuim in kaart brengen als indicator van het personeelsbeleid. • Interpretatie van de resultaten moet altijd rekening houden met contextuele factoren (sector, regio, enz) en best gecombineerd met tevredenheidsmetingen bij het personeel of ziekteverzuim. • Verantwoordelijkheid: directie - personeelsdienst
VVSG -
10/04/2013
28
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: ziekteverzuim •
Zorgpersoneel: • • •
•
Het gaat om vijf categorieën van zorgpersoneelsleden: • • • • •
•
zorgmedewerkers gefinancierd door de overheid bovennormpersoneel dat mogelijk niet door het RIZIV wordt gefinancierd animatiepersoneel dat niet gesubsidieerd is door de Vlaamse overheid
Verpleegkundigen (A1 verpleegkundigen, A2 verpleegkundigen en ziekenhuisassistenten) Verzorgenden /zorgkundigen Kinesitherapie / ergotherapie / logopedie (kiné/ergo/logo) Overig personeel voor reactivering animatiepersoneel (verplicht vanuit Vlaamse overheid)
Ook zorgpersoneelsleden die tewerkgesteld zijn voor het centra voor kortverblijf
IDENTIEK AAN DEFINITIE BIJ INDICATOR W (personeelsverloop) EN F (influenzavaccinatie)
VVSG -
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: ziekteverzuim •
Ziekteverzuim: Onder ziekteverzuim wordt er verzuim door ziekte, privéongevallen en arbeidsongevallen verstaan. Verzuim als gevolg van bevalling (of zwangerschapsverlof) wordt niet als ziekteverzuim gerekend.
•
Ziekteverzuimdag: Aangezien in de zorgsector er ook gewerkt moet worden op weekenddagen, zon- en feestdagen, wordt elke kalenderdag dat een zorgpersoneelslid afwezig is wegens ziekteverzuim, geteld als een ziekteverzuimdag. Om het aantal ziekteverzuimdagen te tellen, worden dus alle kalenderdagen meegerekend vanaf de begindatum van het ziekteverzuim tot en met de einddatum van het ziekteverzuim. Een ziekteverzuimdag telt vanaf één uur ziekteverzuim per dag.
VVSG -
10/04/2013
29
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: ziekteverzuim •
Kortdurend ziekteverzuim: Indien de tijd van het ziekteverzuim één dag tot en met 30 dagen duurt, spreekt men van kortdurend ziekteverzuim.
•
Langdurend ziekteverzuim: Indien de tijd van het ziekteverzuim meer dan 30 dagen ononderbroken duurt, spreekt men van langdurend ziekteverzuim.
•
Ziektemelding: Een ziektemelding telt vanaf de eerste dag van een ziekteverzuimperiode. Indien een ziekteverzuimperiode verlengd wordt, telt dit voor één ziektemelding. Merk op dat voor deze indicator enkel de ziektemeldingen meetellen die in één kalenderjaar zijn gebeurd. Een zorgpersoneelslid dat in een vorig kalenderjaar/jaren ziek is geworden en in het huidig kalenderjaar nog steeds ziek is, telt dus niet mee als ziektemelding in het huidig kalenderjaar.
VVSG -
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: ziekteverzuim • Informatie te halen uit personeelsdossier • Veronderstelt: • Registratie van ziekteverzuim • Onderscheid tussen kort- en langdurend ziekteverzuim => Beleid rond ziekteverzuim
VVSG -
10/04/2013
30
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: vorming Kwaliteitsindicator
Meting
Indienen
Indicator X1
Januari tem december 2013
31 januari 2014
Aantal uren vorming per VTE zorgpersoneel in het voorbije kalenderjaar
Indicator X2 - optioneel Aantal uren vorming per VTE nietzorgpersoneel in het voorbije kalenderjaar Zie handleiding p. 181
VVSG -
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: vorming • Doel: Deze indicator wil inzicht bieden in de mate waarin medewerkers in het woonzorgcentrum de kans krijgen zich bij te scholen en zo te blijven leren en werken aan kwaliteitsvolle zorg- en dienstverlening. • Door gezamenlijk met medewerkers en directie te werken aan een VTO-beleid (vorming, training en opleiding) kan de kwaliteit van zorg- en dienstverlening hoog worden gehouden of verbeterd worden • Verantwoordelijkheid: directie
VVSG -
10/04/2013
31
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: vorming •
Zorgpersoneel: • • •
•
Het gaat om vijf categorieën van zorgpersoneelsleden: • • • • •
•
zorgmedewerkers gefinancierd door de overheid bovennormpersoneel dat mogelijk niet door het RIZIV wordt gefinancierd animatiepersoneel dat niet gesubsidieerd is door de Vlaamse overheid
Verpleegkundigen (A1 verpleegkundigen, A2 verpleegkundigen en ziekenhuisassistenten) Verzorgenden /zorgkundigen Kinesitherapie / ergotherapie / logopedie (kiné/ergo/logo) Overig personeel voor reactivering animatiepersoneel (verplicht vanuit Vlaamse overheid)
Zorgpersoneelsleden die tewerk gesteld zijn voor centra voor kortverblijf
IDENTIEK AAN DEFINITIE BIJ INDICATOR W (personeelsverloop), F (influenza-vaccinatie) EN V (ziekteverzuim)
VVSG -
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: vorming •
Niet-zorgpersoneel: Onder niet-zorgpersoneel worden de medewerkers bedoeld die niet onder het zorgpersoneel vallen zoals het onderhouds- en keukenpersoneel of het technische personeel. Vrijwilligers vallen hier niet onder.
•
Vorming: Elke vorm van training, bijscholing of opleiding die opdrachtgebonden is, die ten goede komt van de werking van het woonzorgcentrum en die op aansturen van het woonzorgcentrum wordt gevolgd. Het kan gaan om interne vorming georganiseerd door het woonzorgcentrum zelf, of externe vorming buiten de voorziening. Er is een vormingsattest beschikbaar van de gevolgde training, bijscholing of opleiding. Wanneer iemand op vrijwillige basis en met het oog op persoonlijke groei een opleiding volgt, wordt dit niet meegerekend als vorming.
VVSG -
10/04/2013
32
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: vorming • Informatie te halen uit personeelsdossier • Veronderstelt: • Opleidingsprogramma • Bepaal welke opleidingen relevant zijn voor het woonzorgcentrum • Cursus Frans verantwoord in een tweetalige omgeving zoals rand rond Brussel?
• Let op: verplicht aantal uren vorming voor personeel -> erkenningsnormen
VVSG -
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: vrijwilligerswerking Kwaliteitsindicator
Meting
Indienen
Indicator Y
Januari tem december 2013
31 januari 2014
Aantal uren gepresteerd vrijwilligerswerk in het voorbije kalenderjaar per woongelegenheid
Zie handleiding p. 189
VVSG -
10/04/2013
33
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: vrijwilligerswerking •
Doel: Vrijwilligers vormen een welkome en vaak onmisbare aanvulling op de professionele zorg- en dienstverlening in het woonzorgcentrum.
•
Vrijwilligerswerk in het woonzorgcentrum is belangrijk omdat het toont in welke mate een woonzorgcentrum erin slaagt lijnen naar de externe gemeenschap te leggen. Dit biedt een aanvulling op de professionele zorgverlening, maar geeft bewoners ook de kans om sociale contacten te blijven hebben met mensen buiten het woonzorgcentrum
•
Verantwoordelijkheid: directie en ieder personeelslid
VVSG -
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: vrijwilligerswerking • Het gaat bij vrijwilligers om onbetaalde en onverplichte activiteiten voor anderen / de bredere samenleving in georganiseerd verband. • Indien vrijwilliger familie is van een bewoner gaat het om vrijwilligerswerk wanneer de activiteit zich niet beperkt tot het eigen familielid
VVSG -
10/04/2013
34
10/04/2013
Kwaliteitsindicator: vrijwilligerswerking • Informatie te halen uit ? • Veronderstelt: • Registratie van vrijwilligers en hun aantal “gepresteerde” uren => Beleid rond vrijwilligers
• Afsprakennota voor vrijwilligers • Verzekering voor vrijwilligers
VVSG -
10/04/2013
Inhoud • Kwaliteit in het woonzorgcentrum: historiek • Het referentiekader • De te meten indicatoren voor 2013: wat meet ik en hoe meet ik? • Van meten, naar weten. Van plannen tot verbeteren!
VVSG -
10/04/2013
35
10/04/2013
Verbeteren door zelfevaluatie
VVSG -
10/04/2013
Verbeteren door zelfevaluatie • Meten en verbeteren (p64) • Bewaking en meting • Klantentevredenheid • Interne audit • Bewaking en meting van interne processen • Bewaking en meting van dienstverlening en organisatiedoelstellingen • Beheersing van afwijkingen • Analyse van gegevens • Verbetering
VVSG -
10/04/2013
36
10/04/2013
Vragen en bedenkingen Opmerkingen, bedenkingen, bijsturingen, moeilijkheden, mogelijkheden…
[email protected]
Bedankt voor uw aandacht en veel succes! VVSG -
10/04/2013
37