Praktijkonderzoek en Advies voor een stimulerende, samenhangende beloningsstructuur voor dak- en thuislozen binnen de regio Zuid-Holland Noord
Zonder extra kosten valt er nog veel te winnen!
Bureau De Laat Mine de Laat en Ria Dekkers Maart 2011
Colofon Opdrachtgever
Gemeente Leiden
Uitvoering
Bureau De Laat
Titel rapport
Praktijkonderzoek en advies voor een stimulerende en samenhangende beloningsstructuur voor dak- en thuislozen in de regio Zuid-Holland Noord. Zonder extra kosten valt er nog veel te winnen!
Praktijkonderzoek
Mine de Laat
Analyse en advies
Mine de Laat en Ria Dekkers
Contactgegevens
Bureau De Laat Boomgaardhof 73 3012 JJ Rotterdam 010 - 484 65 02
[email protected] www.bureaudelaat.nl
2
Inhoudsopgave 1.
INLEIDING ......................................................................................................... 5
2.
AANPAK PRAKTIJKONDERZOEK BELONINGSSSTRUCTUUR................................... 6 2.1. Dakloosheid in Zuid-Holland Noord ....................................................................... 6 2.2. Verantwoordingskader........................................................................................ 6 2.3. Nadere definiëring ............................................................................................. 7 2.4. Praktijkonderzoek, analyse en advies.................................................................... 7
3.
HUIDIGE BELONINGSSTRUCTUUR ....................................................................... 9 3.1. Beleid beloningsstructuur vijftien gemeenten RK ZHN ............................................. 9 3.1.1. Gemeente Leiden......................................................................................... 9 3.1.2. Gemeente Alphen aan den Rijn .................................................................... 10 3.1.3. Gemeente Katwijk ..................................................................................... 11 3.2. Beleid en uitvoering beloningsstructuur instellingen .............................................. 12 3.2.1. Beleid ...................................................................................................... 12 3.2.2. Uitvoering: activiteiten van activering naar werk ............................................ 12 3.3. Wat vinden de dak- en thuislozen zelf? ............................................................... 15 3.4. Financiële vergoedingen en vergoedingen in natura .............................................. 16 3.4.1. Financiële vergoedingen ............................................................................. 16 3.4.2. Vergoedingen in natura .............................................................................. 17 3.4.3. Overzicht financiële vergoedingen en vergoedingen in natura, conform de piramide van opvang naar werk ......................................................................................... 19
4.
SUCCESSEN, KNELPUNTEN EN OPLOSSINGEN GESPREKSPARTNERS .................. 21 4.1. Gemeenten..................................................................................................... 21 4.1.1. Successen genoemd door gemeenten ........................................................... 21 4.1.2. Vragen, knelpunten en oplossingen genoemd door gemeenten ......................... 21 4.2. Instellingen..................................................................................................... 22 4.2.1. Successen benoemd vanuit management en uitvoerders van instellingen........... 22 4.2.2. Knelpunten en oplossingen vanuit het management en de uitvoerders............... 24 4.3. Deelnemers ................................................................................................... 28 4.3.1. Successen benoemd door de deelnemers ...................................................... 28 4.3.2. Knelpunten en wensen vanuit de deelnemers........................................... 30
5.
ACTIVEREND BELEID GRONINGEN, UTRECHT, ROTTERDAM ............................... 34 5.1. Groningen ...................................................................................................... 34 5.1.1. Beleid Regionaal Kompas Groningen............................................................. 34 5.1.2. Financiële vergoedingen en vergoedingen in natura RK Groningen .................... 35 5.1.3. Succesfactoren uit Groningen ...................................................................... 35 5.2. Utrecht .......................................................................................................... 35 5.2.1. Uitgaan van mogelijkheden in plaats van beperkingen deelnemer ................... 35 5.2.2. Harmonisatie vergoedingen en ontschotten geldstromen ................................. 36 5.3. Rotterdam ...................................................................................................... 36 5.3.1. Beloning vanaf 2010: gelijke beloning binnen de MO....................................... 37 5.3.2. Toolbox stimulerende maatregelen ............................................................... 37
6.
CONCLUSIES BELONINGSSTRUCTUUR ............................................................... 39 6.0. Inleiding......................................................................................................... 39 6.1. Beloningsstructuur ........................................................................................... 39 6.2. Randvoorwaarden ............................................................................................ 41 6.3. Buiten het directe kader van dit onderzoek .......................................................... 43
7. ADVIES OM TE KOMEN TOT EEN STIMULERENDE, SAMENHANGENDE BELONINGSSTRUCTUUR ......................................................................................... 44 7.0. Inleiding......................................................................................................... 44 7.1. Advies beloningsstructuur ................................................................................. 44 7.2. Advies randvoorwaarden................................................................................... 48 7.3. Buiten het directe kader van dit onderzoek .......................................................... 49
3
8.
SAMENVATTING................................................................................................ 50 8.1. Opdracht ........................................................................................................ 50 8.2. Uitvoering onderzoek ....................................................................................... 50 8.2.1. Huidige beloningsstructuur.......................................................................... 50 8.2.2. Successen, knelpunten en oplossingen.......................................................... 51 8.2.3. Activerend beleid daklozen Groningen, Utrecht, Rotterdam .............................. 53 8.3. Conclusies ...................................................................................................... 54 8.4. Advies............................................................................................................ 55 Bijlage 1: Vragenlijst onderzoek beloningsstructuur gemeenten/instellingen....................... 57 Bijlage 2: Vragenlijst onderzoek beloningsstructuur voor de doelgroep .............................. 58 Bijlage 3: Overzicht gesprekspartners, organisaties in alfabetische volgorde ...................... 59 Bijlage 4: Afkortingen ................................................................................................ 62 Bijlage 5: Begrippen .................................................................................................. 63 Bijlage 6: Piramide van opvang – werk, januari 2011...................................................... 67 Bijlage 7: Geraadpleegde literatuur in alfabetische volgorde ............................................ 68 Bijlage 8: overzicht financiële vergoedingen en vergoedingen in natura ............................. 70
4
1.
INLEIDING
Het Regionaal Kompas Zuid-Holland Noord (RK ZHN) wil dak- en thuislozen voldoende samenhangende mogelijkheden bieden voor activering van opvang naar werk. Dat wil zeggen: aanbod op verschillende niveaus, op diverse plaatsen in de regio en met een wisselende intensiteit. Een financiële vergoeding of een vergoeding in natura stimuleert de doelgroep om deel te nemen aan activeringstrajecten. Binnen de regio zijn verschillende vergoedingen gangbaar. Er is geen overzicht van de soorten vergoedingen en de hoogte van vergoedingen binnen activeringstrajecten voor de doelgroep binnen de RK regio ZHN. Doel Het Regionaal Kompas wil een samenhangende en stimulerende beloningssystematiek die: De hele regio van het Regionaal Kompas Zuid-Holland Noord betreft Gedragen wordt door participerende gemeenten, instellingen en een afvaardiging van de doelgroep Deelname van de doelgroep aan activering bevordert De doelgroep aanzet om hoger op de ladder te komen op weg naar werk Als systeem geen grens kent wat betreft het aantal dagdelen inzet van de deelnemers Eerlijk is in beloning Naast een financiële vergoeding ook in beloning in natura voorziet. Resultaat Een overzicht van de bestaande financiële vergoedingen en vergoedingen in nature binnen RK ZHN in relatie tot de activiteit, ingedeeld conform de eerder ontwikkelde piramide van opvang naar werk. Middels dit overzicht wordt een ieder op de hoogte gebracht van elkaars creatieve en succesvolle ervaringen met vergoedingen in de relatie tot activiteiten en kan deze binnen de eigen organisatie c.q. gemeente dan ook gemakkelijker toepassen. Een aanvullend overzicht van financiële vergoedingen en vergoedingen in nature elders in het land. Een overzicht van de hiaten in het huidige aanbod. Een overzicht van de verzamelde ideeën om de hiaten op te vullen. Een advies hoe de beloningssystematiek te vormen is tot een samenhangend en stimulerend onderdeel van het RK ZHN activeringsbeleid. Invoering van de nieuwe beloningssystematiek. Opdracht Centrumgemeente Leiden heeft Bureau De Laat de opdracht gegeven om het onderzoek uit te voeren en te komen met een advies, conform bovenstaande doelstellingen en te verwachten resultaat. Directe opdrachtgever is de verantwoordelijke beleidsmedewerker van de gemeente. Het voorliggende praktijkonderzoek en advies voor een stimulerende en samenhangende beloningsstructuur voor dak- en thuislozen binnen de regio Zuid-Holland Noord, is het resultaat van een periode vol interessante gesprekken met gemeenten, instellingen en de doelgroep, gevolgd door een analyse en een advies. Dit advies zal als basis dienen voor de invoering van de nieuwe beloningsstructuur. De implementatie ervan vindt plaats door de gezamenlijke partners van het Regionaal Kompas Zuid-Holland Noord. Vanuit Bureau De Laat willen we alle gesprekspartners bedanken voor de openheid waarmee de gesprekken plaats vonden. Extra dank gaat uit naar hen die zich hebben ingespannen om gesprekken met de doelgroep en hun directe begeleiders mogelijk te maken. Speciale dank gaat uit naar de daklozen zelf, die bereid waren zeer open op de vragen te reageren. Zonder ieders steun had dit onderzoek niet zo breed en diep aangepakt kunnen worden.
5
2.
AANPAK PRAKTIJKONDERZOEK BELONINGSSSTRUCTUUR
Dit hoofdstuk geeft inzicht in de aanpak van het praktijkonderzoek, de analyse, het advies en de besluitvorming.
2.1. Dakloosheid in Zuid-Holland Noord Het Regionaal Kompas Zuid-Holland Noord (RK ZHN) omvat de volgende vijftien gemeenten: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude. Om de resultaten van de gesprekken en onze conclusies en adviezen m.b.t. een samenhangende en stimulerende beloningsstructuur goed te kunnen plaatsen, volgen hier de basiskenmerken van de doelgroep binnen de regio Zuid-Holland Noord. In 20051 is middels een eerste omvangschatting het aantal feitelijk daklozen2 geschat op 493 binnen de regio ZHN. Een tweede schatting in 20063 kwam op 454 en de derde schatting in 20094 op 313 feitelijk daklozen. Het aantal daklozen is dus in 4 jaar tijd beduidend afgenomen. Ook de duur van de dakloosheid is afgenomen van een gemiddelde van vijf jaar dakloos in 2005 naar gemiddeld drie jaar dakloos in 2009. Het percentage chronisch daklozen (langer dan 5 jaar dakloos) is in 2009 t.o.v. 2005 afgenomen van 38% naar 20%. Het percentage 1 tot 5 jaar dakloos is nagenoeg gelijk gebleven van 39% in 2005 naar 37% in 2009. Het percentage recent daklozen (korter dan een jaar dakloos) is toegenomen van 23% in 2005 naar 43% in 2009. De samenstelling van de populatie daklozen bestaat voor 89% uit mannen en 11% uit vrouwen, met een gemiddelde leeftijd van 41 jaar, een minimale leeftijd van 21 jaar en een maximale leeftijd van 61 jaar. Hoewel het aantal dakloze vrouwen veel kleiner is dan het aantal dakloze mannen, zijn de vrouwen gemiddeld veel langer dakloos (bijna 6 jaar) dan de mannen (3 jaar). Van de feitelijk daklozen komt 60% oorspronkelijk uit Leiden en 17% uit de regio en 23% komt van buiten de regio ZHN, voornamelijk uit de vier grote steden. Naast de feitelijk daklozen zijn er in 2009 in totaal 226 niet-daklozen geteld die gebruik maken van de voorzieningen. Het gaat dan voor een groot deel om thuislozen5 en voormalig daklozen. De woonvorm is b.v. het Sociaal Pension, beschermd of begeleid wonen of een zelfstandige woning. De man-vrouwverhouding van de gehuisveste personen is gelijk aan die van de daklozen, evenals de gemiddelde leeftijd. Van de gehuisvesten woont 83% in Leiden, 15% woont in de regio.
2.2. Verantwoordingskader De werkgroep activering van het Regionaal Kompas Zuid-Holland Noord (RK ZHN), is het platform waaraan voortgang, discussiepunten, concepten en resultaten van het onderzoek, analyse en advies worden voorgelegd. Gestart is met het bespreken van de conceptopzet van Bureau De Laat binnen deze werkgroep. Na goedkeuring is het onderzoek van start gegaan. 1
Hulsbosch L, Nicolas S, Wolf J, Dakloos in Leiden, Onderzoek naar omvang en kenmerken van de daklozenpopulatie, Trimbos-Instituut, Utrecht oktober 2005. 2 Uitleg begrippen: zie bijlage 5. 3 Tielen H, Hulsbosch L en Nicolas S, Dakloos in Leiden: tweede telling, Leiden GGD Hollands Midden, mei 2006. 4 Tielen H, van der Heijden P, van Hemert A, Dakloos in Leiden, telling en omvangschatting van de volwassen populatie 2009, GGD Hollands Midden februari 2010. 5 Uitleg begrippen: zie bijlage 5.
6
De werkgroep activering heeft vervolgens meegedacht over de vragenlijsten, heeft vanuit de eigen organisatie deelgenomen aan de gesprekken en interessante voorbeelden elders uit het land aangedragen. Het beleidsvoorbereidend OGGZ Platform is tussentijds door Bureau De Laat op de hoogte gebracht van de aanpak en de voorlopige conclusies van het onderzoek. Instemmend is gereageerd op de voorlopige conclusies. De eerste versie van het rapport is achtereenvolgend voorgelegd aan de opdrachtgever, de werkgroep activering en het beleidsvoorbereidend OGGZ Platform. Waar nodig wordt in het rapport aangegeven waar op hun verzoek gezocht is naar een andere formulering of aanvullende informatie is ingevoegd. Het definitieve rapport wordt voorgelegd aan het Bestuurlijk OGGZ Platform.
2.3. Nadere definiëring De opdracht te komen tot een stimulerende en samenhangende beloningsstructuur voor daken thuislozen, heeft geleid tot een nadere definiëring van de gehanteerde begrippen. Beloningsstructuur De beloningsstructuur binnen het Regionaal Kompas Zuid-Holland Noord omvat de treden activering tot en met werk binnen de piramide van opvang naar werk en bestaat uit financiële vergoedingen en vergoedingen in natura. Piramide In 2008 is door Bureau De Laat een eerste inventarisatie in piramidevorm opgesteld van bestaande activiteiten van opvang naar werk binnen de regio Zuid-Holland Noord. Sindsdien wordt de piramide gehanteerd door de ketenpartners en worden bijvoorbeeld nieuwe activiteiten gepositioneerd binnen deze piramide. Bureau De Laat heeft in januari 2011 een update van de piramide verzorgd, zie bijlage 6. Stimulerend Onder ‘stimulerend’ verstaan we binnen dit rapport: prikkelen om deel te nemen aan activiteiten en om een volgende stap te zetten op weg naar werk. Samenhangend Met ‘samenhangend’ wordt in het kader van dit rapport bedoeld: voorliggend in het vervolg traject in relatie tot andere activeringsactiviteiten belemmerende factoren zijn opgelost. De doelgroep De doelgroep bestaat uit dak- en thuislozen en zij die het dreigen te worden binnen de regio Zuid-Holland Noord. Binnen de doelgroep dak- en thuislozen bevinden zich alcohol- en drugsverslaafden, ex-gedetineerden en mensen met psychische problemen. Een deel van hen heeft meervoudige problemen. Zowel in het onderzoek als in het advies wordt soms gewezen op de verschillende subgroepen onder de dak- en thuislozen.
2.4. Praktijkonderzoek, analyse en advies Allereerst zijn er twee vragenlijsten opgesteld, een voor gemeenten en instellingen en een voor de doelgroep (zie de bijlagen 1 en 2). De vragen gaan in op het eigen beleid van gemeenten en instellingen m.b.t. de beloningsstructuur voor dak- en thuislozen, de financiële vergoedingen en vergoedingen in natura binnen bestaande projecten van activering naar werk, succesverhalen, knelpunten met betrekking tot de huidige beloningsstructuur met mogelijke oplossingsrichtingen vanuit de gesprekspartners en andere voor hen relevante punten.
7
Alle 15 gemeenten binnen het RK ZHN zijn benaderd. Daaruit bleek dat alleen Alphen aan den Rijn, Katwijk en Leiden een eigen beleid voeren t.a.v. dak- en thuislozen. De andere gemeenten richten zich op de centrumgemeente Leiden. Ze geven aan geen eigen beleid t.a.v. dak- en thuislozen te voeren en geen specifieke organisaties voor hen binnen hun gemeente te hebben en verwijzen de doelgroep voor een uitkering en ondersteuning naar de gemeente Leiden. Deze gemeenten richten zich op de visie van de centrumgemeente en verwezen Bureau De Laat naar de centrumgemeente. Vanuit deze informatie van de betrokken gemeenten zijn vervolgens de drie gemeenten Katwijk, Leiden en Alphen aan de Rijn en hun organisaties met activiteiten van activering naar werk benaderd. Er zijn gesprekken gevoerd met de beleidsmedewerkers van de drie gemeenten en met alle relevante organisaties, vaak op zowel management als op uitvoerend niveau, ondermeer met de directe begeleiders van de relevante projecten, zoals werkmeesters en coaches. In Katwijk en Alphen aan den Rijn werden de gesprekken met de gemeente en instellingen gezamenlijk gevoerd. Vervolgens werd gesproken met een aantal deelnemers aan activiteiten van activering naar werk, zo mogelijk op de werkplek. Daarnaast vonden diverse gesprekken plaats met de gemeenten Groningen, Utrecht en Rotterdam. De VNG heeft Bureau de Laat in contact gebracht met beleidsmedewerkers Stedelijk Kompas in die gemeenten. Met hen is hun beleid t.a.v. dak- en thuislozen besproken, hun aanpak, de beloningsstructuur, hun successen en knelpunten. In Utrecht is deelgenomen aan de Dag van de Activering, georganiseerd door de gemeente, instellingen en de doelgroep. In totaal hebben er uitvoerige gesprekken plaatsgevonden binnen het Regionaal Kompas, met in totaal 6 beleidsmedewerkers van 3 gemeenten, 27 medewerkers van betrokken instellingen en 27 dak- en thuislozen. Het overzicht van de gesprekspartners vindt u in bijlage 3. Vaak vonden de gesprekken op locatie plaats en de vragenlijsten vormden de basis voor ieder gesprek. Daarnaast waren er enkele kortere, vaak telefonische contacten voor aanvullende informatie of ter verificatie. Hieronder valt b.v. de check bij de 12 gemeenten of ze al dan niet een eigen beleid voeren t.a.v. dak- en thuislozen. Er zijn relevante rapporten, onderzoeken en andere documenten binnen de regio Zuid-Holland Noord en van Groningen, Utrecht en Rotterdam verwerkt in de bevindingen. Gezocht is naar onderzoek m.b.t. de beloningsstructuur elders in het land. Dit heeft echter niets opgeleverd. Uit navraag in den lande blijkt dat zo’n onderzoek, zover men weet, nog niet eerder is uitgevoerd. Een eerste analyse van het onderzoek is in oktober 2010 uitgevoerd binnen Bureau De Laat. Aan de hand daarvan hebben nog een aantal aanvullende gesprekken plaatsgevonden. Een tweede interne sessie volgde begin november rondom analyse en advies, waarna het rapport in november in een eerste versie gereed was. Deze versie is in een tweetal bijeenkomsten besproken met de werkgroep activering in december 2010 en januari 2011. Waarna het rapport begin maart 2011 werd voltooid.
8
3.
HUIDIGE BELONINGSSTRUCTUUR
In dit hoofdstuk wordt weergegeven hoe de huidige beloningsstructuur is vormgegeven naar inzicht van gemeenten, instellingen en de doelgroep. Het overzicht van de huidige financiële vergoedingen en vergoedingen in natura bij activiteiten van activering naar werk, vindt u in bijlage 8.
3.1. Beleid beloningsstructuur vijftien gemeenten RK ZHN Zoals vermeld in hoofdstuk 2, hebben de gemeenten Leiden, Katwijk en Alphen aan den Rijn beleid t.a.v. beloning vastgelegd in de vorm van een premieregeling, onkostenvergoeding en/of een vrijwilligersvergoeding. De andere 12 gemeenten binnen de regio Zuid-Holland Noord zijn: Hillegom, Kaag en Braassem, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude. Zij hebben geen eigen beleid ontwikkeld ten aanzien van dak- en thuislozen. Zij verwijzen naar Leiden als centrumgemeente voor zowel het beleid als de uitvoering voor de doelgroep dak- en thuislozen. In een aantal gemeenten onderhouden casemanagers de contacten met de gemeente Leiden over trajectmogelijkheden voor dak- en thuislozen. Veel van deze 12 gemeenten geven aan zich te richten op preventie, waaronder schuldhulpverlening, voorkomen huisuitzetting en participeren binnen het zorgnetwerk. Ook het verbeteren van de nazorg voor de cliënten uit de maatschappelijke opvang werd genoemd.
3.1.1. Gemeente Leiden De gemeente Leiden heeft een Re-integratieverordening 2008 vastgesteld die per 1 juni 2008 in werking is getreden, gericht op de doelgroep WWB6, IOAW7 en IOAZ8. Vanuit deze verordening worden een vrijwilligersvergoeding, een drietal premies en een aantal kosten vergoed, die hier nader worden toegelicht. A. De vrijwilligersvergoeding Vrijwilligerswerk zorgt voor betrokkenheid bij de maatschappij en kan helpen een stap te maken naar een betaalde baan. De vrijwilligersvergoeding wordt, indien de vergoeding betrekking heeft op een voorziening gericht op de arbeidsinschakeling, vrijgelaten binnen de WWB tot ten hoogste € 150,00 per maand met een maximum van netto € 1.500,00 per jaar. De gemeente Leiden stelt als voorwaarde dat de vrijwilligersvergoeding tot de persoon herleidbaar dient te zijn en wordt uitgekeerd aan de hand van de daadwerkelijk gewerkte uren. B.
De premies
De Beleidsregels Premies 2008 WWB, IOAW en IOAZ. bestaan uit de volgende drie premies: o Een premie sociale activering bij activiteiten voor tenminste 8 uur per week. In afwijking kan het gelet op alle omstandigheden ook bij minder dan 8 uur per week. De premie bedraagt per kalenderjaar € 300,-. o Een stimuleringspremie: Bij het met goed gevolg afronden van een onderdeel van een trajectplan gevolgde scholing of educatie die bijdraagt aan arbeidsinschakeling. Bij een werkstage met behoud van uitkering of bijstand, als onderdeel van een op arbeidsinschakeling gericht trajectplan.
6 7 8
WWB: Wet Werk en Bijstand IOAW: wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werkloze Werknemers IOAZ: wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen
9
o
C.
Bij het verrichten van arbeid in deeltijd. Indien de uitkeringsgerechtigde gedurende de bijstands- of uitkeringsperiode in een kalenderjaar, onder aftrek van de periode van vrijlating van inkomsten uit arbeid in deeltijd, tenminste 75% arbeid in deeltijd heeft verricht. Bij het met goed gevolg afronden van een onderdeel van een trajectplan, anders dan de vorige 3 punten, dat voorafgaand aan de uitvoering, met de uitkeringsgerechtigde is overeengekomen. De stimuleringspremie bedraagt € 500,- per onderdeel per kalenderjaar. Een uitkeringsgerechtigde ontvangt een uitstroompremie bij duurzame uitstroom naar regulier of gesubsidieerde arbeid voor een onafgebroken periode van tenminste 6 maanden. Dit geldt ook voor de uitkeringsgerechtigde die een dienstbetrekking op grond van de Wsw9 aanvaardt of heeft. De uitstroompremie bedraagt per kalenderjaar bij een onafgebroken uitkeringsduur korter dan een jaar € 500,00; 1 tot 3 jaar € 1.000,00 en langer dan 3 jaar € 1.500,00. Een onderbreking van maximaal 3 maanden wordt buiten beschouwing gelaten bij de berekening van de uitkeringsduur. Een eenmalige overgangspremie arbeid in deeltijd aan een uitkeringsgerechtigde die niet in aanmerking komt voor een inkomstenvrijlating. De overgangspremie arbeid in deeltijd bedraagt 25% van de verworven inkomsten conform de Beleidsregels inkomstenvrijlating WWB, IOAW, IOAZ, gedurende een aaneengesloten periode van 6 maanden, met een maximum per maand zoals aangegeven in het Inkomensbesluit WWB, IOAW, IOAZ.
Vergoeding kosten
Binnen de Beleidsregels Vergoeding Kosten Arbeidsinschakeling en Re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2008, zijn de volgende onderdelen relevant: o Reiskosten. De gemeente kan een vergoeding voor reiskosten toekennen indien dit vervoer noodzakelijk wordt geacht om te kunnen voldoen aan de verplichtingen van de Re-integratieverordening. Dit geldt vanaf 10 kilometer reisafstand, op basis van de kosten voor openbaar vervoer. Er wordt vanuit gegaan dat men een reisafstand tot 10 kilometer kan lopen of fietsen. De gemeente kan hier vanaf wijken indien om in de persoon gelegen factoren fietsen niet mogelijk is. o Studiemiddelen. De gemeente kan een vergoeding toekennen voor de gemaakte kosten voor studiemiddelen ten behoeve van noodzakelijke scholing binnen de verplichtingen van de Re-integratieverordening. De vergoeding bedraagt maximaal de hoogte van de noodzakelijke kosten volgens de opgave van de instelling die de scholing verzorgt. o Overige kosten. De gemeente kan een vergoeding voor overige kosten toekennen voor het nakomen van de verplichtingen van de Re-integratieverordening. De bedoelde kosten moeten noodzakelijk en aantoonbaar zijn en kunnen redelijkerwijs niet ten laste van de klant komen. Ze mogen bovendien niet vergoed kunnen worden vanuit een voorliggende voorziening. Vergoed wordt maximaal de goedkoopste, adequate oplossing.
3.1.2. Gemeente Alphen aan den Rijn De gemeente Alphen aan den Rijn heeft een Re-integratieverordening, die door de gemeenteraad op 24 september 2009 is vastgesteld. Deze Re-integratieverordening richt zich op de WWB klanten. WIJ10klanten hebben geen recht op premies.
9 10
Wsw: Wet sociale werkvoorziening WIJ: Wet Investering in Jongeren
10
De Re-integratieverordening kent de volgende relevante premies, subsidies en vergoedingen: o Bij duurzame uitstroom, wordt bij volledige uitstroom een premie van € 1.000,00 toegekend. o Bij parttime werkaanvaarding van minimaal 15 uur per week zonder volledige uitstroom, bedraagt de premie € 400,00. o Degene die algemene bijstand ontvangt en onbeloond additionele werkzaamheden verricht ontvangt elke 6 maanden € 300,00 aan premie. Het gaat hierbij om werkzaamheden die niet zorgen voor verdringing op de arbeidsmarkt, dus een gecreeerde plek die eigenlijk niet nodig is of een bestaande plek waarbij zoveel begeleiding nodig is, dat er geen sprake is van verdringing. Het is dus geen vrijwilligerswerk! o Het recht op deze premie wordt elk half jaar beoordeeld. De premie kan worden geweigerd als de aan de werkzaamheden verbonden verplichtingen in de voorafgaande zes maanden zijn geschonden. o Vergoeden van scholing en/of opleiding gericht op arbeidsinschakeling, het behalen van een startkwalificatie of een passende voorziening. Dit kan in de vorm van een subsidie tot maximaal het niveau van een startkwalificatie; danwel op individuele gronden tot maximaal het niveau van hoger beroepsonderwijs. Indien men niet beschikt over een startkwalificatie wordt binnen 6 maanden na aanvang van de onbeloonde additionele werkzaamheden bekeken in hoeverre scholing of opleiding bijdraagt aan het vergroten van de kans op inschakeling in het arbeidsproces. In deze beoordeling wordt het oordeel betrokken van degene in wiens opdracht de belanghebbende de additionele werkzaamheden uitvoert. o Een vergoeding voor kosten die gemaakt zijn door de belanghebbende in het kader van arbeidsinschakeling en sociale activering. SANCTIES Beleidsmedewerker gemeente: daklozen zorgen voor hun eigen sanctie door gewoon te verdwijnen.
3.1.3. Gemeente Katwijk De gemeente Katwijk heeft een Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ, vastgesteld op 1 december 2004; wijzigingen zijn vastgesteld door de gemeenteraad op 18 februari 2010. In deze Re-integratieverordening zijn de volgende premies c.q. vergoedingen opgenomen: o Jaarlijks een activeringspremie van maximaal € 2219,- (norm 01 juli 2009). o Onkostenvergoeding bij het verrichten van vrijwilligerswerk van € 95,- per maand met een maximum van € 764,- per jaar (norm 01 juli 2009). o Scholing kan door de gemeente worden aangeboden als voorziening die door de gemeente ingekocht kan worden, als ook in de vorm van een subsidie. Dit laatste kan van belang zijn als de cliënt met een vorm van scholing komt die noodzakelijk wordt geacht maar niet bestaat binnen het reguliere scholingsaanbod van de gemeente. o Ter stimulering van de arbeidsinschakeling kan de gemeente besluiten kosten te vergoeden die daaraan bijdragen, zoals bijvoorbeeld reiskosten en kosten voor kinderopvang. Beleidsmedewerker gemeente: Essentieel is welke budgetten op welk moment in te zetten. Hoe vul je elkaar aan voor de klant, zodat de klant de participatieladder11 kan bewandelen.
11
Zie bijlage 5 Begrippen, voor de participatieladder en de toelichting erop.
11
3.2. Beleid en uitvoering beloningsstructuur instellingen
3.2.1. Beleid In het kader van dit onderzoek is gesproken met alle instellingen in Katwijk, Leiden en Alphen aan den Rijn, met activiteiten van activering naar werk expliciet voor dak- en thuislozen, danwel activiteiten waaraan ook door dak- en thuislozen kan worden deelgenomen. Het gaat om de volgende instellingen: Alphen aan den Rijn: het Trefpunt. Katwijk: Stichting Kocon; de Brug Midden-Nederland met een inloophuis en het werkervaringsproject de Kringloopwinkel. Leiden: Brijder en De Zaak, Movens en het DAC, Stichting de Binnenvest, Visie-R, de DZB, Re-integratie Leiden, bemiddelingsbureau Samen aan de Slag en Stichting Exodus. Daarnaast is gesproken met Activeringscentrum Doen Ja! en De Kringloop in Alphen aan den Rijn. Zij blijken geen dak- en thuislozen onder hun deelnemers c.q. vrijwilligers te hebben. Ze zijn echter wel bereid tot een gesprek hierover indien de gemeente dit wenselijk acht. Ook met SWA, Spoor 11 en Het Trefpunt in Alphen aan den Rijn en Kringloopbedrijf Het Warenhuis in Leiden is contact opgenomen c.q. is van hen informatie opgenomen. Zij geven aan geen dak- en thuislozen als deelnemer te hebben bij hun activiteiten. Binnen dit onderzoek is ‘opvang’, stap 1 op de piramide van opvang naar werk, buiten beschouwing gelaten, omdat het onderzoek zich richt op de beloningsstructuur van activiteiten vanaf stap 2 ‘ activering’. In bijlage 6 vindt u de Piramide, versie januari 2011. Uit de gevoerde gesprekken blijkt dat iedere instelling wel een eigen beleid heeft ontwikkeld ten aanzien van financiële vergoedingen en vergoedingen in natura. Wat opvalt tijdens de gesprekken is dat niet alleen het management en de uitvoerende begeleiders, maar ook de doelgroep zelf, haarfijn kan aangeven hoe de vergoedingen in elkaar zitten en wat de voorwaarden en de sancties inhouden. Echter geen enkele instelling heeft dit beleid schriftelijk vastgelegd. Het is daardoor niet op te zoeken en na te lezen door derden en daarmee niet optimaal open en transparant.
3.2.2. Uitvoering: activiteiten van activering naar werk Naast gesprekken met managers is er intensief gesproken met een aantal directe begeleiders op de werkvloer en met een coach van Samen aan de Slag in Leiden. De werkmeesters en activiteitenbegeleiders richten zich op het bieden van een dagstructuur en dagritme en het aanleren van vakgerichte en sociale vaardigheden. Veel deelnemers hebben drank-, drugs- en/of psychische problemen. De regels zijn duidelijk en worden streng gehanteerd, met schorsing als sanctie. Er wordt een persoonlijke band gekweekt met de deelnemers om ook de individuele problemen direct aan te kunnen pakken of de deelnemer in contact te brengen met de juiste persoon bij een andere organisatie. Hier volgt een overzicht van de activiteiten, ingedeeld conform de stappen op de piramide, te beginnen bij stap 2 ‘activering’, vervolgens stap 3 ‘arbeidsgewenning’, stap 4 ‘werkervaring’ en stap 5 ‘werk’. A.
Activering
De veegploeg van Stichting de Binnenvest richt zich op dak- en thuislozen en verslaafden. De veegploeg veegt de binnenstad van Leiden gedurende vijf dagen per week. Zowel mannen als vrouwen nemen deel. Van maandag tot en met donderdag zijn er twee ochtend- en twee middagploegen. Op vrijdag is er een ochtend- en een middagploeg. Iedere ploeg bestaat uit 7 deelnemers en een meewerkend activiteitenbegeleider. Tussen de middag is er een gezamen-
12
lijke lunch. Gebruik van alcohol of drugs tijdens het werk is verboden, met een schorsing als sanctie. Per dagdeel kan men zich ter plekke aanmelden. De Zaak van Brijder Verslavingszorg richt zich op dak- en thuislozen en (ex-)verslaafden. Jongeren met hoge schulden vormen een snel groeiende nieuwe doelgroep. Er zijn activiteiten voor een vaste groep deelnemers die wekelijks worden ingeroosterd voor de ochtend en/of de middagdiensten: de wasserij bij de Binnenvest; de keuken van de Zaak, waaronder het bereiden van de dagelijkse warme lunchmaaltijd en taart; schoonmaakwerkzaamheden voor het gebouw de Nieuwe Energie. Daarnaast werkzaamheden waarvoor men zich per dagdeel kan aanmelden, waaronder het vegen rondom het pand de Nieuwe Energie. De Kringloopwinkel van de Brug Midden-Nederland in Katwijk draait op vier betaalde krachten, vrijwilligers en (ex-)verslaafden en ex-gedetineerden. Onder de primaire doelgroep (ex)verslaafden en ex-gedetineerden bevinden zich ook dak- en thuislozen. Op zaterdag is er een groep taakstraffers. Er is een sorteerafdeling, reparatieafdeling, ophaaldienst en een winkel. De mensen die meewerken vanuit het werkervaringsproject in de Kringloopwinkel, werken meestal in de werkplaats waar spullen gebracht en gesorteerd worden. Als vervolgstap kan men meegaan met spullen ophalen, de bus rijden of in de winkel staan. Hieraan worden meer eisen gesteld zoals sociale vaardigheden. Echte loopbaanbegeleiding is er niet binnen de Kringloopwinkel. Wel is er een opbouw in uren en in verantwoordelijkheid mogelijk. De Kringloopwinkel is nog niet zo lang geleden gestart en in ontwikkeling voor wat betreft de fasering en het werken met/aan leerdoelen. De (ex-)verslaafden en ex-gedetineerden moeten zo goed als clean zijn als ze komen werken in de Kringloopwinkel. B.
Activering, arbeidsgewenning en werkervaring
Het dagactiviteitencentrum (DAC) van GGZ Movens richt zich op cliënten van GGZ Rivierduinen. Het DAC biedt werkplekken die een opstap kunnen zijn naar regulier werk of vrijwilligerswerk. Opbouw in het aantal uren is mogelijk. Werkplekken op het DAC zelf zijn: receptie, de bar, de keuken, het Reprocentrum, het Internetcafé, Gered Gereedschap & Recycling, het Administratief centrum, de redactie van het programmaboekje, de Winkel van Sinkel en het eetcafé/restaurant. Externe werkplekken: de Klussenbus, Zorgkwekerij de Kievit, het Landschap Onderhoud Project, de Groengroep op de moestuin, het Theehuis en Fietsenmakerij de Wielewaal. En het interne zowel als het externe vervoersproject op het terrein in Oegstgeest. C.
Arbeidsgewenning, werkervaring, gesubsidieerd- en regulier werk
EKT112, EKT2 en het Klussenteam van Visie-R Het EKT1 staat voor Exodus Kärcher Team en is vijf jaar geleden opgericht om bewoners, die het Exodus programma volgen en al bij binnenkomst zo snel mogelijk werkervaring op willen doen onder leiding van een professionele werkmeester. Het EKT2 staat open voor taakgestraften (geen Exodusbewoners), veelplegers en dak- en thuislozen, die deelnemen aan de onderhoudswerkzaamheden, in overleg met ketenpartners zoals Exodus Leiden,Re-integratie Leiden, Palier en de Binnenvest. EKT2 kan een doorstroommogelijkheid zijn voor deelnemers van de Binnenvest veegploeg. Het Klussenteam is de hoogste stap in de piramide van opvang naar werk, omdat het een erkende werkervaringsplek is voor het ROC Leiden, te combineren met een vakopleiding bij het ROC, met uitstroombegeleiding naar regulier werk. Visie-R heeft van oorsprong contacten binnen de bouwsector en maakt daar gebruik van ter bevordering van de doorstroom naar een reguliere baan. De teams verrichten onderhoudswerkzaamheden aan woningen, gemeentelijke gebouwen of bedrijfspanden. Alle daarmee samenhangende beroepen kunnen worden geoefend, van timmerman of schilder tot bijvoorbeeld loodgieter. Er is een meewerkend werkmeester op iedere 6 deelnemers.
12
EKT: Exodus Kärcher Team
13
Voorwaarde voor deelname is: 4 dagen per week werken (EKT1) of 5 dagen per week (EKT2 en Klussenteam) van 8.00 tot 14.00 uur; geen alcohol en drugs gebruiken tijdens en voor het werk. Bij EKT1 en EKT2 is er geen maximale tijdsduur, bij het Klussenteam kan men maximaal een jaar deelnemen. Project Reïntegratie Katwijk van Stichting Kocon is een samenwerkingsproject met de Brug, Brijder en GGZ Duin- en Bollenstreek. Het project richt zich op het maatschappelijk herstel van ex-gedetineerden en ex-verslaafden in Katwijk, die na detentie of afronding van een opname/behandeling voor verslaving, terugkeren naar de gemeente Katwijk. Hieronder bevinden zich ook dak- en thuislozen. Voor veel deelnemers van het project geldt dat zij bij terugkeer geen grip hebben op hun situatie en onmacht ervaren. Essentieel voor de werkwijze is het persoonlijk contact tussen de casemanager (maatschappelijk werker van de Brug), de mentor (vrijwilliger) en de deelnemer. Wekelijks of tweewekelijks begeleiden de mentoren de deelnemers in een 1-op-1 situatie. Instroomvoorwaarde is clean zijn. Deze werkwijze is gebaseerd op het herstel van de 8 leefgebieden13: huisvesting, financien, dagbesteding, zingeving en praktisch, sociaal, psychisch en lichamelijk functioneren op basis van een individueel behandelplan. Een Koconwoning kan daar onderdeel van uitmaken. Werkervaring kan opgedaan worden bij de Kringloopwinkel. Uitstroom naar regulier werk vindt plaats door middel van contacten met bedrijven in Katwijk, of contacten van de cliënten zelf. De DZB (De Zijl Bedrijven) richt zich op GGZ cliënten, verstandelijk en lichamelijk gehandicapten, wsw-ers, nog een aantal ID-ers, deelnemers vanuit de WWB, Wajong, WAO. Mogelijkheden zijn: arbeidsgewenning, werkervaring, gesubsidieerd werk en begeleiding naar regulier werk bij derden door Re-integratie Leiden. Er zijn verschillende mogelijkheden: montage en verpakkingen, metaal, horeca, schoonmaak en onderhoud, kwekerij. Bij het onderdeel werkervaring is de koppeling met een beroepsopleiding bij het ROC mogelijk. Het bemiddelingsbureau Samen aan de Slag van Re-integratie Leiden begeleidt daklozen op maat naar activering en vervolgens zo mogelijk richting werk en kijkt daarbij wat realistisch en haalbaar is. D.
Activiteiten waaraan (nog) geen dak- en thuislozen deelnemen
Activeringscentrum Doen Ja! in Alphen aan den Rijn Het maatschappelijk activeringscentrum is er voor iedereen die actief wil zijn voor andere mensen in deze gemeente. Iedereen krijgt de kans om eigen kennis en kwaliteiten te laten zien en verder te ontwikkelen. De activiteiten worden zelf bedacht, ontwikkeld en uitgevoerd. De volgende activiteiten zijn ontwikkeld: praat-, schrijf- en leesuurtjes, wandelen, kinderclub, multicultureel koken, kledingreparatie, handwerken en naailes. Activering en re-integratie is het hoofddoel, gericht op wwb-klanten. Subdoel is de wmo-doelgroep bereiken. De klantmanager bepaalt of iemand mee mag doen. Voorwaarden: niet verslaafd zijn. Re-integratie in de maatschappij staat voorop, evenals ervaring opdoen op weg naar werk. Doorgroei mogelijkheden zijn binnen het activeringscentrum belangrijk. Je kunt intern een volgende stap maken en dat feit wordt als zeer prettig ervaren: ‘De klantmanager vindt dat ik toe ben aan een volgende stap: wat een compliment’. Dagactiviteitencentrum Het Trefpunt, Alphen aan den Rijn (Ex-)cliënten uit de langer durende zorg kunnen hier terecht. Naast de inloop voor ontmoeting bij een kopje koffie zijn er dagelijks twee of meer groepsactiviteiten en worden sportactiviteiten en uitstapjes georganiseerd. Bezoekers kunnen er vrijwilligerswerk doen. Spoor 11, Alphen aan den Rijn Spoor 11 is een gezamenlijk initiatief van Nieuwland Re-integratie en GGZ Rijnstreek en richt zich op het re-integreren van mensen met een psychische achtergrond op de arbeidsmarkt. Producten die worden ingezet zijn: Trajectbegeleiding Arbeidsvaardigheden training Leerwerkcentra
13
Het model voor de 8 leefgebieden is ontwikkeld door de landelijke organisatie NIZW, inmiddels opgegaan in de landelijke organisatie Movisie.
14
I Aan de Slag; arbeidsvaardigheden trainen (samenwerken, leiding geven, organiseren, uitvoeren van taken, administreren, produceren) op een snoepafdeling II ICT lab; o.a. websites bouwen en maken van databases Stage/vrijwilligerswerk Steungroep arbeid Psychologisch onderzoek Jobcoach Training aan het werk/behoud van werk
De Kringloop, Alphen aan den Rijn richt zich op mensen met een lichte (fysieke of psychische) beperking, die met minimale begeleiding toe kunnen en snel zelfstandig zijn. Mogelijkheden zijn er in de hele range van activering naar werk, binnen de Kringloop zelf in de schoonmaak, de expeditie, de detailhandel, licht administratief werk en de telefoondienst. Kringloopbedrijf Het Warenhuis, Leiden. Het Warenhuis is een initiatief van de Gevulei (Gemeenschappelijke vuilverwerking Leiden e.o.) waarin vijf van de negen Gevulei-gemeenten participeren (Alkemade, Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude). Doel van Het Warenhuis is het terugdringen van de afvalberg door inzameling van goederen/producten. De ingezamelde goederen worden nagekeken, zo nodig gerepareerd, en weer verkocht in de winkel. Naast een milieudoelstelling heeft Het Warenhuis ook een werkgelegenheidsdoelstelling. Het bedrijf biedt werkgelegenheid aan mensen met een (grote) afstand tot de arbeidsmarkt zoals langdurig werkzoekenden, WAO'ers en gehandicapten. Ook is er een re-integratie afdeling in het bedrijf. Er is instroom op diverse niveaus mogelijk, hierdoor kunnen mensen flexibel ingezet worden. Er wordt ook plaats geboden aan stagiaires van diverse opleidingen, vrijwilligers en medewerkers met een ID baan. Sociale Werkvoorziening Alphen aan den Rijn (SWA) Een bedrijf met ruim 500 medewerkers voor mensen met een beperking van lichamelijke, verstandelijke of psychische aard. De verschillende hoofdactiviteiten liggen op het vlak van productie, assemblage en dienstverlening.
3.3. Wat vinden de dak- en thuislozen zelf? De doelgroep dak- en thuislozen is zeer gemêleerd. Er zijn drugs- en alcoholverslaafden, deelnemers die inmiddels clean zijn, maar ook mensen die niet verslaafd zijn. Er zijn taakstraffers, veelplegers en ex-gedetineerden en daklozen met psychische- en/of fysieke problemen. En een deel van de doelgroep behoort tot de multiproblem groep. De grootste groep bestaat uit mannen, een klein deel uit vrouwen, volgens enkele instellingen gaat het om zo’n 10% vrouwen. Uiteraard is de doelgroep nadrukkelijk betrokken bij het onderzoek. In totaal is er met 27 deelnemers gesproken, grotendeels dak- en thuislozen. Er hebben gesprekken plaats gevonden met: de voltallige deelnemerscommissie van het DAC; 8 deelnemers van de veegploeg; de komende en gaande voorzitter van de cliëntenraad van de Binnenvest; 2 thuislozen vanwege huisuitzetting in Katwijk; 1 kort gesprek met een deelnemer bij het Kringloopwinkel in Katwijk; 1 deelnemer van het Klussenteam; 3 deelnemers van EKT2; 1 deelnemer vanuit de Zaak werkzaam bij de wasserij. Gesproken met twee vrouwen, de rest waren allemaal mannen (waaronder 1 jongere). Er is tijdens de gesprekken niet expliciet naar de (oorspronkelijke) woonplaats gevraagd. Wat opvalt uit de gesprekken, is de betrokkenheid van de doelgroep bij het team en de werkmeesters/activiteitenbegeleiders en het grote enthousiasme over wat de activiteiten bij hen teweeg brengen en door hen als successen worden benoemd. Een aantal zaken werden door
15
hen niet als knelpunten, maar als wensen naar vorige gebracht. Dit alles is op een rijtje gezet in hoofdstuk 4.3. successen, knelpunten, wensen en oplossingen. Nogmaals dient te worden opgemerkt dat gesproken is met dak- en thuislozen die de stap naar activering al gemaakt hebben. Hiervoor is gekozen, omdat het in dit onderzoek gaat om de beloningsstructuur van activiteiten van activering naar werk. De gesprekken zijn door de doelgroep heel open gevoerd. Zo zijn door hen de eigen zwakheden genoemd en zaken die ze aan zichzelf te danken hebben, waarbij huisuitzetting vanwege huurschuld vaak is genoemd. Wat heeft dit opgeleverd? 1. Hun focus is gericht op een eigen woonplek en een reguliere baan. Dat is hun droom en die droom willen ze proberen waar te maken. Pas daarna volgt de wens een levenspartner te vinden. Om dit alles te kunnen realiseren wordt door de verslaafden aangegeven dat drugs en alcohol dan wel teruggedrongen of afgezworen dienen te worden. 2. Het gaat de dak- en thuislozen in het stadium van activering niet meer alleen om de financiële beloning. Geld is wel belangrijk omdat op straat leven duur is, maar hulp bij het verwerven van een eigen woonplek en ondersteuning op weg naar een reguliere baan wordt even belangrijk gevonden. Logisch natuurlijk, want zo kunnen ze hun droom dichterbij halen. De bovengenoemde twee punten vanuit de klanten geven een duidelijke richting aan waar de klant zich op focust en vormen de kern van onze conclusies in hoofdstuk 6 en ons advies in hoofdstuk 7.
3.4. Financiële vergoedingen en vergoedingen in natura
3.4.1. Financiële vergoedingen Uit het onderzoek blijkt een groot verschil binnen het Regionaal Kompas te bestaan in de financiële vergoedingen voor de deelnemers in projecten van activering naar werk. Het varieert van geen financiële vergoeding tot een vergoeding van vijftien euro per dag. Geen financiële vergoedingen bij de volgende projecten: De deelnemers in het EKT1 team ontvangen geen vergoeding voor hun werkzaamheden, omdat zij in traject zitten bij Exodus Leiden. Bij de Kringloopwinkel van de Brug krijgen de deelnemende (ex-)verslaafden en exgedetineerden, waaronder dak- en thuislozen, geen financiële beloning voor hun werkzaamheden. Wel ontvangt men indien nodig bij de start in woning op aanvraag door instellingen een korting van 30% op de spullen van de Kringloopwinkel. De Brug overweegt een beloning voor daklozen in te voeren en wacht de resultaten van dit onderzoek af alvorens een beslissing te nemen. Daarbij dient te worden opgemerkt dat de Brug voor de Kringloopwinkel geen subsidie ontvangt. Geen financiële uurvergoeding voor de deelnemers bij het Project Reïntegratie Katwijk, maar wel de mogelijkheid van een financiële bijdrage voor de inrichting van een woning en het beoefenen van een sport. Beleidsmedewerker gemeente: als je gelijk bent, moet je ook een gelijke vergoeding ontvangen. Financiële vergoedingen Er zijn projecten die uitgaan van een uurvergoeding. Bij het dagactiviteitencentrum van Movens is dat € 0,50 per uur en bij Brijder De Zaak € 2,50. Andere projecten gaan uit van een vergoeding per dagdeel. Een dagdeel kan bestaan uit 2,5 uur per dagdeel zoals bij de Zaak of 3 uur per dagdeel bij de veegploeg. De vergoedingen bij de veegploeg is per dagdeel en bedraagt € 7,50. Of men gaat uit van een werkdag van 6 uren
16
waarin een half uur lunchpauze is opgenomen zoals bij EKT1 en EKT2 en het Klussenteam, met een vergoeding per dag van € 7,50. Om de vergoedingen vergelijkbaar te maken zijn ze allemaal omgerekend naar uurvergoedingen. Daarnaast wordt uitgegaan van daadwerkelijk gewerkte uren, dus zonder lunchpauze. Dan ontstaat het volgende beeld van de uurlonen: bij het DAC en De Zaak wordt men per uur betaald dus het uurloon blijft op respectievelijk € 0,50 en € 2,50. EKT 2 en het Klussenteam komen uit op € 1,36 per uur. En de veegploeg op € 3,00 per uur. De DZB hanteert verschillende vormen van belonen afhankelijk van de afspraken met werkgevers en interne opdrachtgevers. Dit kan o.a. gaan om een onbetaalde proefstage, een leerwerkervaringsplek met een opleiding bij het ROC, een verloningsconstructie, geheel of gedeeltelijk betaald werk met begeleide nazorg. Randvoorwaarden Er zijn diverse randvoorwaarden gesteld voor deelname aan de projecten. Een groot deel van de projecten stellen dat er geen alcohol en drugs mogen worden gebruikt tijdens het werk. Bij EKT1 en 2 en het Klussenteam mag er ook vooraf niet worden gebruikt. Bij de Kringloopwinkel in Katwijk moet men clean zijn. Bij het DAC is dit niet zo’n issue. Een andere randvoorwaarde kan zijn dat men vast 4 dagen (EKT1) of 5 dagen werkt (EKT2 en het Klussenteam. Andere mogelijkheid is dan men dagelijks een vrije keuze heeft voor deelname. Dat is voor een deel van de doelgroep zo bij De zaak. Bij de veegploeg is dat altijd mogelijk. Logisch is dat deze randvoorwaarde mede bepaalt op welke trede in de piramide of op de participatieladder het project zich bevindt.
3.4.2. Vergoedingen in natura De doelgroep werkzaam binnen activiteiten van activering naar werk ontvangt een breed en divers scala aan beloningen in natura. Hier alles op een rijtje per leefgebied, zoals aangegeven door de doelgroep zelf en de instellingen. Huisvesting Nachtopvang o Een slaapplek in de nachtopvang kost vier euro. Voor degenen die een WWBuitkering van de gemeente Leiden ontvangen, wordt dit voor hen vergoed vanuit de bijzondere bijstand o Gratis postadres: alle dak- en thuislozen kunnen gratis de nachtopvang als postadres gebruiken o Klussen doen in ruil voor een overnachting Inloophuis o Gratis postadres en de mogelijkheid om samen met een begeleider je post te ordenen Woning o Hulp bij het zoeken van een woning o Woning als beloning14 o Voorschot sleutelgeld o Noodfonds van Stichting Kocon: o.a. voorkomen huisuitzetting door het bedrag voor te schieten met een maandelijkse terugbetalingsregeling o Bereikbaarheid van de begeleider, ook in het weekend als je net een woning hebt en je drugsvrienden voor de deur staan om te komen logeren Inrichten woning o Eerste keus binnenkomende spullen bij de Kringloopwinkel in Katwijk. o Op aanvraag door instellingen 30% korting in de Kringloopwinkel in Katwijk voor starters in hun woning o Kleine bijdrage voor inrichting ‘Koconwoning’ voor deelnemers van het Project Reïntegratie van Kocon
14
Zie voor nadere uitleg: 4.2. Successen benoemd door het management.
17
o
o o
Twintig procent korting bij de Kringloop in Alphen aan den Rijn; niet onbeperkt, moet in relatie staan tot het aantal dagdelen dat men werkt. De spullen mogen ook alleen voor de persoon zelf zijn (dus niet voor familie, vrienden enz.) en daar wordt streng op toegezien Helpen met verhuizen Overgebleven klusmateriaal bewaren b.v. een paar blikken verf, voor als iemand een kamer krijgt
Financieel Alle uitingen van vergoedingen in natura hebben een financiële impact voor de doelgroep
Dagbesteding (Hobby’s/sport/opleiding/cursus/werkervaringplek/(betaald) werk) Deelnemen aan de Dutch Homeless Cup en alle voorbereidende voetbaltrainingen. Gratis sport: opbouwen van conditie. Tweemaal per week naar de sportschool, als onderdeel van het trajectprogramma. T-shirt, korte broek en gratis sportles bij een sportschool ingehuurd voor deelnemers aan het zorgtraject en sociale activering. Individueel sporten stimuleren door dit te vergoeden vanuit de sociale dienst, als onderdeel van je traject ter bepaling door de casemanager Gratis koffie/thee of frisdrank met iets lekkers erbij. Jaarlijks per instelling verschillend: paaseitjes, kerstpakket, nieuwjaarsfeest, personeelsuitje, barbecuefeest, boottocht, koffietafel, karten, diner. Opleiding en reiskosten betalen. Certificaat mogen behalen, b.v. bomen hakken, omgaan met geld en leren omgaan met klanten bij de kerstboomverkoop. Een fiets in plaats van strippenkaarten kan. Die fiets laten halen bij de kringloopwinkel, zodat ze naar het dagloonproject en de opleiding kunnen fietsen. Werkkleding: schoenen en een doorwerkjas mogen aanschaffen. Heb je geen winterjas meer nodig! De werkkleding mag men houden. Advies om bij het kringloopbedrijf te gaan kopen, dan heb je heel veel waar voor je bon. We geven nooit geld mee Sollicitatiekleding o Bon geven om bij ‘Dressed for Succes’ kleding uit laten zoeken voor een sollicitatiegesprek; word je aangenomen mag je de kleding houden. o Vanuit de kringloopwinkel kleding laten uitzoeken en dat dan wat vermaken, wassen en strijken, zodat iemand goed op een sollicitatie verschijnt. Zingeving door Een plek in de maatschappij hebben, door b.v. de openbare ruimte te onderhouden. Daardoor gezien worden door de maatschappij, deze keer in positieve zin met een lintje van de burgemeester. Daardoor wordt de verbinding met de maatschappij weer tot stand gebracht: maatschappelijke participatie en herstel sociale netwerken. Van bewoners tijdens het werk iets te drinken krijgen op een warme dag. Erg belangrijke omgevingsfactor: de ploeg is lekker bezig en tevreden en blijkbaar de bewoners ook. Eindelijk iemand die niet afwijst! Serieus gewaardeerd worden. Ego een positieve plek geven: een junk op straat wordt als vuil behandeld, loop je met je ploeg dan is dat helemaal anders. In een dagloonproject hoor je ergens bij. Er is veel eenzaamheid onder daklozen, maar ook in het sociaal pension. Het is vechten en overleven. Peptalk: je kan het, aandacht geven, tijd voor nemen als vorm van beloning. Iedere keer bedankt worden door de opdrachtgever (de speeltuinvereniging), door de ondernemers die het ook veel schoner op straat vinden. Een kaartje sturen bij ziekte, verjaardag, als ze in de afkickkliniek zitten en eruit komen, om te feliciteren als ze een volgende stap op de ladder gemaakt hebben, ze een eigen woonplek hebben, maandelijks als ze in de gevangenis zitten (we denken aan je, je bent niet vergeten met een schrijfploeg van vrijwilligers. Daar zit een terugstuurkaartje met een postzegel bij voor als je bezoek wilt hebben in de gevangenis. Twee van de 10 wil dat bezoek graag hebben. En als ze uit de gevangenis gekomen zijn weer een kaartje (kunnen we iets voor je betekenen?)
18
Langs gaan bij iemand op z’n project: positieve aandacht en ondersteuning, laat zien dat ze gewaardeerd worden Meer verantwoording krijgen binnen een project.
Functioneren: psychisch/lichamelijk/sociaal/praktisch Deelnemen aan een vorm van dagbesteding stabiliseert mensen die nergens te vangen zijn. Het structureert mensen die erg ongestructureerd zijn: het biedt rust en regelmaat. Mensen thuis opzoeken als ze niet op komen dagen, dat wordt zeer gewaardeerd: ‘Ik word gemist op het werk’. Letterlijk in beweging zijn, buiten zijn, buitenlopen, is goed voor de gezondheid, ook vanuit de psychiatrie gezien. Het helpt om depressies te voorkomen of er vanaf te komen (speelt bij veel daklozen). Dus dagbesteding b.v. in het landschapsonderhoud, groenonderhoud, de tuinen, de veegploeg. Er is een kapper en die kost maar € 2,-. Gratis van de douches gebruik maken. Wasmachine om gratis de eigen kleding te wassen. Wasserij waar je je kleding kunt laten wassen. De ploeg trakteren op een visje op het eind van de week Jaarlijks per instelling verschillend: paaseitjes, kerstpakket, nieuwjaarsfeest, personeelsuitje, barbecuefeest, boottocht, koffietafel, karten, diner. Wat overblijft bij het schoolontbijt wordt naar de verslavingszorg gebracht. Iedere werkdag een warme lunch als je voor 10.30 uur binnen bent: je hebt een keer goed gegeten en je gebruikt een paar uur geen drugs of alcohol. Iedere dag een koude lunch, zowel voor de ploeg die ’s ochtends gewerkt heeft, als de ploeg die voor de middagploeg komt. Om 13.00 uur een warme maaltijd voor 1 euro in het Inloophuis van maandag tot en met vrijdag en om de week ook op zaterdag. Deelnemer even meenemen naar de kantine voor een boterham als blijkt dat hij van de honger niet kan werken. Iedere dag broodjes kopen tussen de middag voor de ploeg, omdat ze anders niet eten. Een lunch meebrengen wekenlang voor twee deelnemers die in de schulden zitten. De voedselbank krijgt wel eens grote hoeveelheden van iets met tegelijk, b.v. frisdrank en dat delen ze dan uit bij de projecten Iemand wegbrengen naar de afkickkliniek aan de andere kant van het land en ook de reiskosten betalen. Consulent: bij zingeving denk ik meteen aan de relatie met de werkmeester. Hoe lager in de piramide, hoe meer de relatie met de werkmeester voor de dakloze telt. De werkmeester geeft de positieve feedback, is de link naar het bestaande werkveld en weet de hoop levend te houden.
3.4.3. Overzicht financiële vergoedingen en vergoedingen in natura, conform de piramide15 van opvang naar werk Zoals blijkt uit het voorgaande in dit hoofdstuk is er een grote diversiteit aan financiële vergoedingen en vergoedingen in natura. In Bijlage 8 worden de organisaties en hun activiteiten van activering naar werk die zich specifiek richten, of onder andere richten op de doelgroep dak- en thuislozen in een handzaam overzicht op een rijtje gezet uitgaande van de piramide van opvang naar werk zoals die voor het RK ZHN is ontwikkeld. Compleet met financiële vergoedingen, vergoedingen in natura, randvoorwaarden, werktijden en of men al dan niet de vrije keuze heeft om per dag te bepalen of men mee doet. Daarna volgt een kolom met de trede waarop de activiteiten binnen de piramide zijn geplaatst. En de laatste kolom betreft de trede op de participatieladder van diezelfde activiteiten. De participatieladder met een toelich15
Zie Bijlage 5 Begrippen, voor de Piramide en een toelichting erop.
19
ting en een toelichting op de piramide vindt u in Bijlage 5 Begrippen. De piramide zelf is opgenomen in Bijlage 6. De piramide is door Bureau De Laat in 2008 ontwikkeld voor het RK ZHN. Recenter is op initiatief van de VNG een participatieladder ontwikkeld. Beiden zijn gericht op de stappen die men kan maken op weg naar regulier werk. Zowel de piramide als de participatieladder worden gehanteerd binnen de regio. De Participatieladder-indeling van de activiteiten in Bijlage 8, dient gezien te worden als vingeroefening, daar de ladder nog niet volledig geïmplementeerd is binnen de regio en er ook landelijk vervolgmeetings zullen plaatsvinden om op onderdelen zo nodig nog door te ontwikkelen. Daarnaast is er een OGGZ-ladder die ook van belang is voor de doelgroep dak- en thuislozen en meer gericht op zelfredzaamheid en maatschappelijk functioneren. De OGGZ-ladder en een toelichting erop, is opgenomen in Bijlage 5 Begrippen. Binnen de werkgroep activering van het RK ZHN zal worden bezien of de piramide in de participatieladder zal worden opgenomen of ernaast blijft functioneren.
20
4.
SUCCESSEN, KNELPUNTEN EN OPLOSSINGEN GESPREKSPARTNERS
4.1. Gemeenten Uit gesprekken met de beleidsmedewerkers van de gemeenten Katwijk, Leiden en Alphen aan den Rijn komen de hierna genoemde successen, knelpunten en oplossingen naar voren. Beleidsmedewerker: Als mensen een stap maken op de participatieladder16, moet je dit ook als een stap naar werk zien.
4.1.1. Successen genoemd door gemeenten
Financiële vergoedingen worden door beleidsmedewerkers van gemeenten belangrijk gevonden: o als eerste stap op weg naar werk, o als blijk van waardering die de daklozen verder weinig krijgen, o als iets om naar uit te kijken, b.v. de uitstroompremie. Je kunt daar behoorlijke sollicitatiekleding voor kopen en naar de kapper gaan. Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van de premies en vrijwilligersvergoedingen. Dit is te danken aan de scholing voor medewerkers en casemanagers binnen de gemeente. Om te voorkomen dat het alleen bij theoretische kennis blijft, is een vervolgbijeenkomst of concretiseren tijdens casebesprekingen zinvol en stijgt het gebruik van de premies en de vrijwilligersvergoedingen. De activeringsaanpak werkt goed wat betreft empowerment van de doelgroep. Bij Doen Ja! staat het met elkaar bedenken en uitvoeren van activiteiten centraal. Dit stimuleert de zelfredzaamheid bij de deelnemers en de creativiteit om naar oplossingen te zoeken. Preventie is belangrijk en daar wordt door de meeste gemeenten op ingezet, zoals: convenanten voorkomen huisuitzetting, plaatsing spaceboxen in Alphen aan den Rijn en ‘scheve huisjes’ in Leiden, wachtlijsten zijn weggewerkt bij de schuldhulpverlening, de wachttijd was opgelopen tot drie maanden, samenwerking in het netwerk Meldpunt Zorg en Overlast en het Veiligheidshuis.
4.1.2. Vragen, knelpunten en oplossingen genoemd door gemeenten
Zijn medewerkers van de betrokken instellingen voldoende op de hoogte van de vergoedingen en premies, b.v. in het kader van het minimabeleid? Deelnemer: het aantal strippen dat je moet gebruiken om bij de uitvoeringslocatie te komen kost me meer dan ik ontvang vanuit de vrijwilligersvergoeding. Oplossing beleidsmedewerker: mogelijk kan deze deelnemer een reiskostenvergoeding aanvragen bij de gemeentelijke casemanager voor dit vrijwilligerswerk. Conclusie van de beleidsmedewerkers uit bovenstaand voorbeeld is dat het belangrijk is om bij ketenpartners onder de aandacht te brengen welke instrumenten
16
De participatieladder en een toelichting, vindt u in Bijlage 5 Begrippen.
21
er ingezet kunnen worden. Gemeenten zouden tegelijkertijd meer aan hun PR kunnen doen. De samenwerking tussen de afdeling beleid en sociale zaken zou binnen gemeenten nog verder kunnen worden verbeterd t.b.v. de doelgroep. Je hoopt dat deelnemers steeds meer verplaatsingen op de ladder omhoog doen. Er zou een limiet gesteld kunnen worden aan de duur van deelname binnen dezelfde stap op de piramide. Bij die volgende stap horen andere stimuleringsmiddelen, b.v. premies. De premies zou je ook nog kunnen vervangen door vergoedingen in natura. Er is nog geen onderzoek gedaan naar het effect van de premies en vergoedingen. Het beleid is er op gericht dat activering uiteindelijk leidt tot deelname aan de arbeidsmarkt. Er zijn veel goede voorbeelden dat dit is gelukt, maar de vraag is of het als geheel succesvol is. Deze gemeente zet een evaluatie in gang. Regiogemeenten kunnen een postadres in de eigen gemeente toekennen. Dat heeft voordelen, want je wilt ze graag binnen je eigen gemeente houden, zodat ze in de buurt contacten blijven onderhouden.
4.2. Instellingen Vanuit het management en de directe activiteitenbegeleiders, werkmeesters en coaches van de betrokken instellingen komen de volgende successen, knelpunten en oplossingen.
4.2.1. Successen benoemd vanuit management en uitvoerders van instellingen Successen volgens het management van instellingen: Succesvol is dat we de doelgroep binnen hebben, structuur kunnen bieden en met hen kunnen werken aan hun maatschappelijk herstel. Voor een groot deel van de doelgroep is dit ook het maximaal haalbare. Plek in de maatschappij Manager: plek in de maatschappij kan een eigen woning zijn, maar ook een plek in de veegploeg!
Een kleiner deel van de doelgroep heeft voldoende competenties om verder te komen. De combinatie werkervaring opdoen en tegelijk een vakopleiding volgen bij het ROC is succesvol. Project Re-integratie Katwijk, bemiddelingsbureau Samen aan de Slag en Visie-R o.a., hebben goede contacten opgebouwd met reguliere werkgevers. Proefstages bij werkgevers blijken een goed hulpmiddel om werkgevers over de streep te krijgen. Succesvol is de vruchtbare samenwerking tussen de DZB, Visie-R en ROC Leiden. De DZB heeft het netwerk met het ROC over alle vormen van opleiden en Visie-R levert met het klussenteam het werk en de werkbegeleiding en is een erkende leerwerkplaats voor het ROC en het ROC verzorgt de opleidingen voor de klussers. Het biedt ook meer mogelijkheden om deelnemers een kans te bieden op een ander project.
Niks mee te beginnen en nu dakdekker Manager: een jongen was al op meerdere plekken geplaatst maar er was niks met hem te beginnen. Hij kwam bij het klussenteam en daar hebben we de tijd om iemand persoonlijk te leren kennen en zijn mogelijkheden te verkennen. Bleek die jongen niet bang te zijn, durfde op een steiger te staan en is nu dakdekker.
Succesvol is de nauwe samenwerking tussen de afdeling sociale zaken, de Kringloopwinkel, Project Re-integratie Katwijk en De Brug. Dat zorgt ervoor dat de behandeling en de dagbesteding/activering goed op elkaar afgestemd zijn en blijven. Dit is moge-
22
lijk vanwege de korte lijnen: kennis over de doelgroep is gelinkt door de koppeling van behandeling en activering; als iemand niet op komt dagen bij de Kringloopwinkel wordt er naar het Inloophuis gebeld of men hem daar heeft gezien, zo niet wordt er een huisbezoek afgelegd. Als je op de Kringloopwinkel niet van je verslaving af kunt blijven, vindt korting op de uitkering plaats. Als iemand bij de Kringloopwinkel in de activering zit en via sociale zaken aan werk kan komen, dan is dat een mooi doorstroomresultaat. De Kringloopwinkel in Katwijk Coördinator: de Kringloopwinkel biedt diverse mogelijkheden voor de doelgroep en het wordt door inwoners van Katwijk ook erg gewaardeerd want het is er goedkoop, goed en gezellig.
Meer dan een financiële vergoeding, is hulp bieden bij het vinden van een eigen woonruimte een geweldig beloning gebleken voor daklozen, met een grote stimulerende werking om weer een volgende stap te nemen. Door daklozen worden de Koconwoningen in Katwijk en de corporatiewoningen in Leiden als een vorm van beloning ervaren. Er zijn heldere voorwaarden aan verbonden. In Leiden dien je akkoord te gaan met wekelijkse/tweewekelijkse begeleiding gedurende 2 jaren en beheer van je financiën door Stichting de Binnenvest. In Katwijk moet je clean zijn en er worden onverwachte urinecontroles of blaastesten uitgevoerd om drugsgebruik te testen. Daarnaast moeten je financiën, waaronder schulden, in kaart gebracht zijn. Als je niet aan de voorwaarden blijft voldoen, ben je je woning zo weer kwijt. Kun je uiteindelijk wel weer op de wachtlijst gezet worden en het nog een keer proberen.
Hulp bij woning zoeken: groot cadeau! Een consulent van Bemiddelingsbureau Samen aan De Slag hielp een dakloze aan een particuliere woning. Dat valt niet mee want het woningaanbod in Leiden is erg klein. Het werd door de dakloze als een groot cadeau ervaren.
Woning als beloning Een bewoner van het sociaal pension had zich helemaal op een corporatiewoning gefocust. Hij deed er 2 jaar over om aan alle daaraan verbonden voorwaarden te voldoen. Eindelijk lukte het en kreeg hij de woning. Hij viel toen even terug omdat er geen doel meer was om naar te streven. Er moest een nieuw doel komen: werk. Sindsdien gaat het weer in een stijgende lijn met hem en hij heeft inmiddels een baan.
Inrichten als beloning in natura Als de dakloze aan alle zware voorwaarden heeft voldaan en naar een Koconwoning mag, belonen we hem in natura, door vanuit De Kringloopwinkel in Katwijk het huis mee in te richten en als het nodig is 30% korting op de spullen te geven.
Klusmateriaal en vervoer als beloning in natura Bij de klussen die EKT en Klussenteam bij externe opdrachtgevers uitvoeren, blijft wel eens wat over, een blik verf, wat hout e.d. Dat slaan we op en als we tevreden zijn over iemands inzet dan mag hij hier wat uitzoeken als hij een woonruimte heeft gevonden. Een kastje ophalen bij een tante voor de nieuwe woning, wordt ook als beloning ervaren.
23
Successen volgens de werkmeesters, coaches, activiteitenbegeleiders:
Er is vanuit de veegploeg een bootjesproject opgezet: met een schepnetje in een sloep het vuil uit het water vissen. Daklozen vonden dit erg leuk. Er was even een veegploeg+ voor het onderhoud van speeltuinen, als verdere opstap naar werk. De veegploeg+ ging zonder begeleiding naar de speeltuinen. Ze moesten dus zelf meer verantwoording nemen en zelfstandiger gaan werken. Ze kregen er niet extra voor betaald want het was gericht op doorstroom. Het was een groot succes, want die zelfstandigheid en eigen verantwoording sprak de daklozen aan. Zelfredzaamheid, jezelf ontwikkelen en verantwoording leren nemen voor je eigen beslissing. Wat heb je nodig voor je volgende stap: een kapper of een cursus?
Woon-, leef- en werkcarrière maken! Werkmeester: een dakloze maakt in 3 jaar tijd een enorme carrière: was eerst verslaafd en is nu clean, ging van het slaaphuis naar een reguliere woning met begeleiding en van het EKT2 project naar een verloningsbaan bij de DZB.
4.2.2. Knelpunten en oplossingen vanuit het management en de uitvoerders Knelpunten en oplossingen volgens het management:
Doorstroom vanuit activeringsprojecten vindt onvoldoende plaats, daklozen blijven er jarenlang in hangen. Oorzaak is mogelijk de te hoge financiële vergoedingen en het blijven steken in het drugscircuit. Dit is op te lossen door vooraf met iedere dakloze een individueel plan te maken, daarin de daklozen motiveren om een nieuw perspectief te kiezen richting maatschappelijk herstel en duidelijk aangeven dat het activeringsproject één van de eerste stappen kan zijn. Dit traject goed volgen en faciliteren naar de volgende stap en met een feestje afscheid nemen van iedere stap. Er is wel een individueel investeringsbudget nodig en dat is ook een vorm van belonen, b.v. iedereen een eigen woonruimte. Uitval vindt plaats op: verslaving, wonen, werken, relatie, financiën (o.a. huurschuld) en zingeving. Hoofdzaak is de verslaving echt aan te pakken, dan pas maak je kans op een echte baan. Voor die 90% die het niet lukt van de verslaving af te komen, is ‘aan het werk blijven’ het belangrijkste. Voor een aantal daklozen kan het activeringsproject (veegploeg, wasserij, keuken, sorteerwerk Kringloopwinkel e.d.) het eindstation zijn. Daar moet je het op politiek en beleidsniveau dan met alle partners over eens zijn. Dan kunnen we vervolgens de projecten en het individuele plan met de dakloze daar op inrichten. In Katwijk zijn er vanuit het Project Reïntegratie Katwijk goede contacten met het bedrijfsleven. En dan is er nog de crises. Zo ontstond de Kringloopwinkel van de Brug, voor ex-gedetineerden, (ex-)verslaafden, waaronder daklozen die in behandeling zijn en vanuit het Project Reïntegratie Katwijk begeleid worden in overleg met de sociale dienst. Van daaruit wordt de stap naar regulier werk gemaakt. De Kringloopwinkel is overigens ook beschikbaar als werkervaringsplek voor mensen die niet in begeleiding/behandeling zijn bij de Brug. Mensen moeten een wooncarrière kunnen maken. Bij Exodus mag je maximaal een jaar intern wonen en dan moet je elders onderdak kunnen vinden of je staat op straat. Dan doe je dus een stap terug i.p.v. vooruit. Dit gat zou opgevuld moeten kunnen worden. De keten RK ZHN is niet sterk wat betreft: o het aanbieden van gezamenlijke projecten, o het gezamenlijk financieren van projecten, o het delen van financiën met partners die een onderdeel uitvoeren, o het laten doorstromen van deelnemers, waardoor o.a. EKT2 en bemiddelingsbureau Samen aan de Slag te weinig deelnemers binnenkrijgen.
24
Oorzaken die door managers zijn genoemd: De route van het geld is er mede schuldig aan of zelfs de kern van het probleem. Men denkt eerst aan de eigen organisatie omdat men het geld wil binnen halen of binnen houden. Het geheel aan financieringsmogelijkheden is complex, zo mag je bij justitie subsidiegeld stapelen en bij andere financierders weer niet. Instellingen houden zich niet aan hun core business, doen er ineens activiteiten bij die een ander al uitvoert i.p.v. de eigen activiteiten goed uit te voeren en te zorgen voor doorstroom naar een vervolgkans voor de doelgroep. Managers denken dat allemaal van elkaars instellingen, maar vinden dat de eigen organisatie het goed doet. Er zijn verschillende visies binnen de keten over de routing en de regie op individuele klanttrajecten: o Trajectplannen worden vaak door hulpverleners gemaakt en zijn gericht op hulpverlening, pas heel veel later komt activering bij hen in beeld. De vraag is of dat de juiste benadering is. o Onduidelijk is of degenen die de trajectplannen maken op de hoogte zijn van alle activeringsmogelijkheden op verschillende niveaus binnen de piramide. o Trajectplannen worden teveel door één trajectbegeleider opgesteld. Goede afstemming tussen casemanagers van de sociale dienst en coaches van de betrokken instellingen ontbreekt, danwel is nog niet optimaal, daardoor stagneert de doorstroom ook. o Enthousiaste daklozen zoals bij de Dutch Homeless Cup zouden direct een vervolg aangeboden moeten krijgen. Dat lukt echter niet, o.a. omdat de meningen verschillen over wat (hulpverlening of activering) en wie (welke organisatie) leidend is. Oplossingen vanuit de managers: De gemeente moet haar regierol pakken en resultaatafspraken maken met organisaties. De contractafspraken hebben nu b.v. als basis het aantal uren openstelling per week. Geld moet niet leidend zijn voor ons denken en handelen. Er ontbreekt voldoende kennis over de regelingen, de verbinden tussen de financieringsstromen en goede voorbeelden. Voorstel is om door het RK ZHN uit te laten zoeken hoe alle financieringsstromen in elkaar zitten en of ze niet in een gezamenlijke financieringspot ondergebracht kunnen worden, van waaruit de projecten worden gefinancierd, net zoals ze dat in Zuid Limburg doen. Bezien of de we de handen op elkaar kunnen krijgen voor een duidelijke routing voor de klanten, helderheid omtrent de regisseur, werkwijze trajectplannen samen bepalen o.a. onderlinge afstemming om tot completere plannen te komen. Bepalen wat ieders core business is en waar men staat binnen de keten. Vervolgens training en informatieoverdracht voor alle relevante medewerkers van alle betrokken organisaties.
Zorgmijders moeten we nog beter in beeld krijgen binnen de keten. Sancties: o Bij bepaalde groepen die veel overlast geven, kun je er meer druk opzetten, door b.v. te korten op de uitkering. o Korten op de uitkering als ze zich niet houden aan de afspraken die ze met het project maken. De klantmanagers van WIZ moeten daar op handhaven. Als instelling is het moeilijk om alle financiële mogelijkheden die in te zetten voor de doelgroep goed op een rijtje te krijgen. De gemeente kan je daar ook niet goed in helpen. Zou prettig zijn als de financiële kennis op dit gebied gedeeld zou worden. Is dit bij de ambtenaren van de gezamenlijke gemeenten te leggen?
Knelpunten volgens de werkmeesters, coaches, activiteitenbegeleiders:
Er zijn iedere dag meer gegadigden dan beschikbare plekken bij de veegploeg. Daklozen kunnen maximaal 5 dagdelen per week deelnemen aan de veegploeg, zodat men niet boven de grens van de maximale vrijwilligersvergoeding van per jaar
25
€ 1500,00 uitkomt. Voor de middagploeg moet worden geloot, dat levert dagelijks spanningen op en het is jammer dat je mensen teleur moet stellen en geen structuur en dagbesteding kan aanbieden. Het bootjesproject bleek te arbeidsintensief te zijn met een begeleider op drie daklozen per boot. Het was financieel niet rond te krijgen en het is dus helaas weer gestopt. Knelpunt is dat dit project een intern plusproject had kunnen worden en daar is behoefte aan i.v.m. opbouw van de eigen vaardigheden. De doorstroom komt niet op gang. Voor deelnemers aan de veegploeg en hun begeleiders was het een zware teleurstelling dat het experiment met de speeltuinen werd gestopt en de doorstroom naar weer een moeilijker project richting werk niet van de grond kwam. Er is geen sluitende overgang van de ene naar de andere plek op de piramide. Niemand heeft een trajectplan, tenminste niet voor zover deelnemers en begeleiders op de werkvloer weten. De instroom voor EKT1 en het Klussenteam loopt goed. Instroom bij EKT2 stagneert en dat is niet wenselijk, want EKT2 kan veel daklozen een kans bieden de stap te maken van activering naar arbeidsgewenning. Een aantal deelnemers loopt de kantjes ervan af: altijd te laat komen, dingen maar half doen. In Alphen aan den Rijn kan de klantmanager er dan voor kiezen de halfjaarlijkse premie niet toe te kennen. De schulden die veel daklozen hebben zijn enorm. Naast huurschulden gaat het meestal om schulden aan de gemeente: o “wekelijks inkomstenbriefje niet ingeleverd en dan wordt de uitkering over die week teruggeëist door de gemeente terwijl de gemeente weet dat die persoon bij ons in het dagloonproject zit. Dit kan snel oplopen tot een hoge schuld” o “bekeuringen voor wildplassen, alcoholgebruik op straat e.d. soms 6 bekeuringen op een slechte dag” o “een dakloze kreeg een uitstroompremie en die werd meteen weer door de sociale dienst ingehouden voor de openstaande schuld. Had hij nog niks in het handje en dat was erg want hij had kleren nodig voor zijn nieuwe baan en geld voor de woonruimte die hij net gekregen had” De bekeuringen en het terug eisen van de uitkering over dat deel waar geen inkomstenbriefje voor is ingediend, levert de gemeenten inkomsten op, terwijl de schulden bij daklozen hierdoor alleen maar groeien. Kunnen de gemeenten dat niet anders oplossen? De beloning, of het ontbreken daarvan is niet altijd logisch: o “een man ging van de veegploeg naar het Klussenteam en wilde weer terug, want hij verdiende nu in een hele dag wat hij bij de veegploeg in een halve dag verdiende” o “een man stroomde door van EKT1 (Exodus programma dus geen beloning) naar een onbetaalde proefstage bij een Grieks restaurant. In het restaurant moest hij harder werken en had onregelmatige werktijden. Had hij ter stimulering wat kunnen verdienen, dan had dat zeker geholpen om hem bij de Griek te houden. Net als iedereen willen ook daklozen niet voor niets werken bij een werkgever. Blijkbaar is het daarnaast ook een vernederend idee: ik ben niks waard want ik moet het gratis doen!”
Behoefte dakloze: doorstroomresultaat Activiteitenbegeleider: in het begin trek je daklozen met geld voor dagloonprojecten. Zijn ze wat verder dan gaat het de dakloze niet meer alleen om het geld, het gaat ook om resultaat in de doorstroom. Oplossingen van werkmeesters, coaches en activiteitenbegeleiders: Instellingen moeten gedwongen worden om per deelnemer een individueel traject uit te zetten en onderling te overleggen over aanpak en begeleiding en daar ook de dakloze in betrekken en ze dwingen om met een gezamenlijk plan te komen. En zorgen dat het logisch doorloopt, ook financieel: niet ineens bij een vervolgstap 3 maanden gratis moeten werken.
26
Daklozen verplichten iets te doen voor de uitkering helpt mensen die het wel kunnen maar niks doen aan de gang te krijgen. Dat maakt het werk van de begeleiders ook eenvoudiger. Daklozen leren dat WERKEN LOONT! Dat doe je door als ze in geldnood zitten, een klus te laten doen met directe uitbetaling. Dan gaan ze niet uit stelen en inbreken, ze zijn van de straat, doen iets nuttigs en leren dat je door te werken vooruit komt. Bij De Zaak hebben we voor die situatie, b.v. vegen rondom het pand. Iets leuks samen doen helpt ook, want als mensen het naar hun zin hebben verzinnen ze zelf ook dingen, b.v. in de houtwerkplaats iets maken voor de ontmoetingsruimte. Aandacht geven is belangrijk, makkelijk gedaan door een klop op de schouder. Doe dat dan ook! Leren netwerken is belangrijk, zeker ook voor een dakloze. Randvoorwaarden moeten goed zijn: een strippenkaart of een fiets als je ver weg woont om moeilijk kunt lopen en doorgroeimogelijkheden. Er is een pot nodig voor kleine calamiteiten, net zoals Kocon doet: b.v. om diploma’s te verifiëren of op te vragen. Dat kost € 45,00, maar dat heeft de dakloze natuurlijk niet en dus stagneert de doorstroom. Dat er potten zijn voor bepaalde zaken b.v. kleding, dat er een uitstroompremie is, dat zijn allemaal zaken die de ene werkmeester / coach / activiteitenbegeleider wel weet en de ander niet. Kun je uit de stimuleringspremie b.v. ook de onbetaalde proefstage betalen? Hierop weet niemand het antwoord. De directe begeleiders willen graag een overzicht van alles wat er op dat gebied is en hoe je het aanvraagt. Doorgroeimogelijkheden ook intern aanbieden en benoemen, wordt als een compliment ervaren door de deelnemers. De premie van € 300,00 per half jaar in Alphen aan den Rijn voor trajectdeelname, zou ter stimulering van doorgroei nog gedifferentieerd kunnen worden: opbouw in uren koppelen aan opbouw in geld. Vergoedingen stroomlijnen en beter doorlichten van het totale pakket: o Het dagloon moet bij alle ploegen hetzelfde zijn. o Financiële vergoeding op dagbasis in stappen oprekken van betaling op het eind van de dag naar einde van de week, einde van de maand. Zowel financieel als mentaal leert men dan om geld over een langere periode te verspreiden. o Er ontstaat een gat als je van dagloon overgaat naar de DZB of een reguliere werkgever met maandloon. Hoe overbrug je die eerste maand? Dit vraagt om een betere afstemming met de organisatie voor de volgende stap, oprekken binnen dagloonprojecten naar maandprojecten kan een manier zijn, of tijdelijk een beroep doen op een soort calamiteitenpot met terugbetaalregeling. o Geldt ook andersom, premies worden per half jaar uitgekeerd. Verdeel dat in maanduitkeringen. En als men schulden heeft aan de gemeente, geeft ze dan toch een deel contant als stimulering en trek een deel af van de openstaande schulden. o De participatieladder is ook te gebruiken voor de opbouw van de beloning, in activering b.v. een euro per uur en bij arbeidsgewenning iets meer enzovoorts. o Proefstages zijn wettelijk toegestaan: 3 maanden vanuit het UWV en 1 tot 2 maanden vanuit de sociale dienst. Daarna neemt de werkgever die persoon in dienst, meestal op een tijdelijk contract. De proefstage is onbetaald en de dakloze mist dan de daglooninkomsten en moet soms ook nog de reiskosten en werkschoenen zelf betalen en schulden afbetalen. Voor dat laatste wordt het dagloon gebruikt en daarom vindt de overstap naar de proefstage regelmatig niet plaats. We weten dat de werkgever meer tijd aan begeleiding kwijt is in het begin dan anders het geval is, dus gratis werken is begrijpelijk. Voorstel is de vergoeding van het dagloon door te laten lopen en dat door de gemeente te laten betalen, het gaat maar om een korte periode. Zou dat mogelijk zijn?
27
Terugval Activiteitenbegeleider: een dakloze kan doorstromen naar een verloningstraject en blijkt daar sponsjes in te moeten pakken en ook nog de eerste 3 maanden gratis. Die jongen zit bij ons in de buitenploeg. De potentie van die jongen wordt onderschat en gratis werken is natuurlijk ook een grote teleurstelling. Waarom vragen ze ons niet of wij denken dat sponsjes inpakken iets voor die jongen is. Wij gaan tenslotte al 2 jaar met hem om. Nu werkt hij weer bij ons.
Er zijn te weinig begeleiders met specifieke kennis van de doelgroep. In opleidingen redden zij die de theoretische stroming kiezen het wel. Maar er is grote behoefte aan mensen die in de praktijk aan de slag gaan en feeling met de doelgroep hebben. Voorstel: opleiden van ervaringsdeskundigen, als doorstroom vanuit de daklozen zelf. Daklozen spreken de taal, zijn een rolmodel, kennen de valkuilen en krijgen daarom meer voor elkaar bij de daklozen. Er zijn er die de potentie hebben om werkmeester te worden. Hier zou meer gebruik van gemaakt kunnen worden. Het aantal beschikbare woonruimtes voor daklozen zou uitgebreid moeten worden. Er wordt te weinig gedaan aan nazorg, vooral te weinig voor hen die net zijn afgekickt.
4.3. Deelnemers
4.3.1. Successen benoemd door de deelnemers
Clean zijn en blijven Bewoner Koconwoning: ik zorgde dat ik clean werd en clean bleef omdat ik zo graag een eigen woning wilde. Ik deed het eerst alleen voor de woning en nu doe ik het voor mezelf. Uit de gesprekken met de deelnemers blijkt dat ze het los van elkaar unaniem eens zijn over het succes van de activiteiten van activering naar werk. De dagbesteding is voor dak- en thuislozen, waaronder veelplegers, ex-gedetineerden, verslaafden, mensen met psychische problemen en multiproblem deelnemers zeer belangrijk en succesvol om de volgende redenen: Je bent bezig, en daardoor komt er weer regelmaat in je leven door de dagbesteding en je bouwt weer een werkritme en arbeidsritme op. Dus toewerken naar een stabiele situatie. Als je bezig bent kun je geen verkeerde dingen doen.
Deelnemer over het nut van bezig zijn: In het sociaal pension wordt er goed voor je gezorgd. Je hoeft geen slaapplek meer te regelen, je krijgt goed te eten. Je moet dan wel overdag iets te doen hebben anders word je depressief en ga je meer drinken. De veegploeg is dan fijn.
Praktisch buiten bezig zijn is goed voor je hoofd en voor je lijf: je piekert daardoor minder en je gebruikt in werktijd geen drugs of alcohol want dat is verboden.
Deelnemer over verschil in alcoholgebruik: Als ik op straat loop drink ik 40 buizen (halve liters) bier per dag en als ik een hele dag in de dagloonploeg zit 4 buizen!
28
Als je verslaafd bent: je bent eens even niet met je verslaving bezig en door steeds meer dagdelen te werken, voel je je steeds beter en kom je erachter wat je allemaal wel kunt. Als je afgekickt bent, helpt de dagbesteding enorm om niet weer terug te vallen. Door de dagbesteding heb je weer collega's waar je bij terecht kunt. Je hebt geld en daar kun je je schulden van betalen. Persoonlijk contact is belangrijk met de werkmeesters en door hen niet gezien worden als dakloze, maar als iemand van de werkploeg. Collega’s zijn belangrijk: de dagloonprojecten bieden je de mogelijkheid om nieuwe contacten te leggen en vast te houden met medecliënten, je hebt steun aan elkaar, we stimuleren elkaar en vangen elkaar op, want je leeft op straat en je snapt wat de ander meemaakt (b.v. even een warme maaltijd van de Zaak brengen bij een collega die ziek in bed ligt). De werkmeesters zijn goed maar wel streng. Ze houden je aan je afspraken en aan de regels. Ze helpen je bovendien bij je andere problemen zoals schulden aan te pakken en brengen je in contact met de juiste instanties. Je vertrouwt weer iemand en dat was lang geleden.
Dakloze over de Visie-R werkmeester: Eindelijk iemand die om je uiterlijk en je schulden heen kijkt en vraagt naar je oude beroep.
Je hebt een gat in je cv door dakloos te zijn. Dit gat kun je dichten door praktijkervaring op te doen in de projecten. Specifiek vanuit de veegploeg: het wordt door bewoners en ondernemers erg gewaardeerd dat wij de rommel opruimen, vooral het zwerfvuil. Je doet dus iets nuttigs voor de stad! En de complimentjes zijn geweldig: ‘ Nog nooit zo schoon geweest hier’ en ‘Er ligt geen rotzooi meer in het portiek’. Specifiek vanuit het DAC (o.a. landschapsonderhoud, fietswerkplaats, tuin, keuken): door de vele projecten kun je uitzoeken wat je leuk vindt en waar je goed in bent. Specifiek vanuit EKT en het Klussenteam (alle voorkomende onderhoudswerkzaamheden): je leert een vak, of je krijgt de kans je oude vak weer op te pakken. Als dat goed gaat en je genoeg praktijkervaring hebt opgedaan, doen de werkmeesters hun best je te helpen aan een proefbaan in het bedrijfsleven. Of aan een reguliere baan met scholing bij het ROC met uiteindelijk een vakdiploma.
Dakloze: speciaal voor mij Dakloze die bij de Kringloopwinkel in Katwijk werkt: ze denken echt aan me de dames van de kleding. Eentje heeft een t-shirt speciaal voor mij uit de stapel gehaald en bewaard voor me: ‘dit is nou echt iets voor jou’ . De dames zelf: logisch toch dat je dat doet, die jongen hoort er bij. Zo heeft een ander hier een goed pak gevonden voor zijn sollicitatiegesprek, maar het was te groot. Hebben we voor hem de manchetten verzet en de broek wat korter gemaakt. Leuk toch om dat te doen voor een ander.
Andere successen volgens de deelnemers:
Die man die bij ons in de keuken werkte en nu een baan heeft bij de DZB, de man die dakloos was en nu onze straatadvocaat is. Als je een zwaardere baan krijgt, met meer verantwoordelijkheden dan mag je ook meer verdienen. Dat moet dan wel duidelijk zijn voor iedereen, zoals een collega taakwerker in de keuken van het DAC. Die was zo goed, hij kon veel meer uren maken dan wij ooit zullen kunnen, nam meer verantwoordelijkheid en is nu als kok in dienst bij de DZB en werkt bij ons. Dat is een goede manier: je bent in dienst van de DZB en
29
geen taakwerker meer bij het DAC, je hebt ook meer verantwoordelijkheden en dat is voor iedereen duidelijk. De gezamenlijke lunch (warme lunch bij de Zaak en koude lunch bij de veegploeg) is belangrijk: eindelijk behoorlijk eten en gezelligheid. De ‘On the road/off the road’ kalender van de Binnenvest. Er zou elk jaar een nieuwe gemaakt moeten worden, omdat het de daklozen een kick geeft. Voor bewoners en de politiek is het belangrijk dat ze zien dat daklozen meestal ook ooit een baan hadden en er dan zo uit zouden kunnen zien. De kleding kwam van V&D en die mochten ze houden. Daarnaast kregen ze de kalender en een jaar later kwam er een boekje uit met interviews. De Dutch Homeless Cup was geweldig, lekker voetballen, minder drinken want je bent bezig en andere ploegen uit andere steden ontmoeten. Na huisuitzetting door huurschuld en maanden zwerven, onderdak gekregen bij een gezin, via bemiddeling door de Voedselbank in Katwijk. Met ondersteuning van het gezin, stichting Kocon en de voedselbank ben ik weer aan het werk, doe een opleiding en zit in de schuldsanering. Vier maanden terug gaf ik mezelf nog een 3 en nu een 7: ik doe het best goed allemaal, wel met veel hulp van anderen, maar ik doe het ook zelf. Na huisuitzetting door huurschuld, eten en slapen bij familie en vrienden gecombineerd met buiten slapen en niet eten, eindelijk via via bij een consulent van de Binnenvest terecht gekomen. Ik was haar eerste klant want deze ondersteuning in Katwijk bestaat net. Ze is naar Katwijk gekomen, heeft alles met me op een rijtje gezet en ik denk dat het nu weer goed gaat komen met mij, want ik sta er niet meer alleen voor.
Deelnemer: door de warme maaltijd bij de Zaak weer gaan eten Ik heb 6 jaar op straat geleefd en alleen maar gedronken en helemaal geen trek gehad in eten en nu eet ik weer door de warme maaltijd bij de Zaak.
4.3.2. Knelpunten en wensen vanuit de deelnemers Knelpunten, wensen en oplossingen aangegeven door de deelnemers
Warme maaltijden: een gratis warme maaltijd zoals bij de Zaak zou iedereen moeten krijgen. Maar dat gaat niet want wij (EKT1, EKT2 en het Klussenteam) zijn tot 14.00 uur aan het werk en bij de Zaak moet je voor 11.00 uur binnen zijn voor de warme maaltijd. Wel geprobeerd of wij na het werk konden komen, maar dat kon niet. Jammer want het is er lekker eten en het is ook goed voor de gezondheid. Bij de Schuilplaats kun je op vrijdag en zondag een warme maaltijd krijgen en die is goed en gratis. Oplossingen: o je kunt het budgetneutraal regelen bij de dagopvang van de Binnenvest. Een baliemedewerker zou het klaar kunnen maken. o Kunnen ook het ROC vragen een warme maaltijd te maken. o Daklozen kunnen het ook zelf doen en zelf ook inkopen doen. o In Utrecht kun je een warme maaltijd verdienen als je meehelpt klussen. o Voor de werkprojecten moet je eigenlijk een aparte plek hebben voor maaltijden, niet in het Papegaaisbolwerk, want dan zie je ook weer je oude ‘vrienden’ en daar moet je juist uit de buurt blijven, om niet weer terug te vallen in je verslaving. Kapper: kapperschool vragen als oefening gratis haren te wassen en te knippen. Ook voor de gezondheid belangrijk: het bestrijden en voorkomen van bacteriën en luizen. Tandartsen in opleiding vragen gratis de tanden te controleren van daklozen en gaatjes te vullen. De gebitten van daklozen zien er vreselijk uit en het is ook niet goed voor de gezondheid. In Amsterdam zijn alle daklozen voor de basistandzorg verzekerd via het minimabeleid. Kan dat bij ons ook geregeld worden? Voetbal: voor de volgende Dutch Homeless Cup moeten we veel meer oefenen. Voorstel: net als in Rotterdam eenmaal of tweemaal per week, ‘s avond 1,5 uur voetballen op een goed veld. Dan zijn we sportief bezig, we hebben lol, we zijn van de straat en we drinken minder.
30
Terugval in de verslaving: de terugval is groot voor hen die zijn afgekickt. Dus eigenlijk moet je ver weg blijven van het Papegaaisbolwerk (dag- en nachtopvang de Binnenvest en dagbesteding De Zaak). Dus weg bij je drugs- en drankvrienden. Een man die net afgekickt is, probeert in een andere stad een plek te krijgen, want hij voelt zich niet sterk genoeg om in Leiden van de drugs af te blijven. Drugverslaving aanpakken en nog beter parallel laten lopen aan dagbesteding door intensievere samenwerking met Brijder. Op straat vanwege huurschuld: op een dag komt er iemand die je op straat gooit vanwege je huurschuld, plaatst al je spullen in een container en rijdt weg. Het is mijn eigen schuld, maar ik wist niet wat ik moest doen.
Op straat vanwege huurschuld: op zoek naar informatie Toen ik op straat was gezet vanwege mijn huurschuld, ben ik naar de gemeente gegaan want ik dacht dat daar wel een folder zou staan over wat ik moest doen. Info bij de balie vragen durfde ik niet. Ik keek in de folderrekken en zag wel een heel rek met folders over ‘Wat te doen als je kind ADHD heeft’ , maar geen enkele folder over ‘Wat te doen als je acuut op straat bent gezet’!
Preventie m.b.t. huisvesting: meer doen aan preventie: als iemand niet verslaafd is plaats hem dan ook niet op de nachtopvang bij de Binnenvest. Zoek naar een andere oplossing, b.v. voor mensen die wegens een huurschuld op straat gezet zijn maar niet verslaafd zijn. Denk ook aan jongeren, want die groep groeit nog steeds door enorme (telefoon)schulden. Hou ze weg bij de verslaafden, want anders zijn ze binnen twee weken ook verslaafd! Folder maken over en voor daklozen. Doelgroep folder: daklozen zelf en zij die het dreigen te worden, begeleiders en geïnteresseerde bewoners. o Die folder moet overal voor het grijpen liggen. o Degene die je op straat zet bij huurschuld, moet je metéén de folder overhandigen en zeggen: je staat nu op straat en dat is rot, hier heb je een folder om je te helpen aan eten b.v.. o Tips van diverse daklozen over wat er in de folder moet staan: Waar je tijdelijk kunt slapen als je verslaafd bent en als je niet verslaafde bent: organisatie, adres, telefoonnummer, contactpersoon. Waar je spullen worden opgeslagen bij huurschuld, of bij wie je moet zijn om daarachter te komen. Hoe je een daklozenuitkering kunt aanvragen en bij wie. Waar je kunt eten: welke instellingen, wanneer en onder welke voorwaarden en wat het kost. Eten kopen: bij de voedselbank en wat die doet en waar het zit, openingstijden, contactpersonen e.d. Hoe je je huurschuld en andere schulden af kunt betalen: hoe werkt het en bij wie moet je zijn. Wanneer, waar en hoe je je na huisuitzetting weer voor een woning in kunt schrijven en hoe lang dat duurt. Waar je een postadres kunt krijgen en wat dat kost. Welke regelingen er allemaal zijn voor daklozen. Bij wie kun je aankloppen met welk probleem: naam van de contactpersoon en de organisatie en het soort probleem. Het moeten wel professionele en gedreven mensen zijn, die echt iets voor je willen doen en de juiste contacten hebben en met de praktijk bekend zijn. Bovendien graag iemand die niet op je neerkijkt, maar je ondanks alles met respect behandelt. Anders hoeven ze niet in de folder. Waar de opvang zit en wat die doet, welke activeringsmogelijkheden er zijn en welke projecten richting werk, bemiddelingsbureau enz. Hoe je aan een goedkope fiets kunt komen om overal op af te kunnen gaan, of naar een opleiding of naar je werk. De fiets is het goedkoopste vervoermiddel. Betrek daklozen bij het opstellen van de folder, om nog meer items te verzamelen voor de folder.
31
De folder moet leesbaar zijn voor iedereen, dus geen moeilijke woorden gebruiken. Persoonlijke aanpak: iedereen is anders, ook de dakloze! Warme overdracht: als een professional je helpt word je vaak doorgestuurd naar een ander, b.v. voor een uitkering moet je terug naar je woonplaats Den Haag. Maar bij wie moet ik dan zijn in dat grote Den Haag en ik ‘woon’ nu toch in Katwijk, waarom helpen ze me niet hier? Dus die professional zou mee moeten gaan of even voor je moeten bellen met de juiste persoon en alvast uitleggen waarvoor je komt. Dat hoeft niet altijd, maar zeker in het begin is dat wel hard nodig, want je weet ook niet zo goed hoe je het uit moet leggen wat je vraag is, of je schaamt je teveel. Een eigen woning, dat staat boven aan de lijst van iedere dakloze. Het sociaal pension kan een status verbetering zijn, maar het is voor de dakloze met een uitkering duurder dan de nachtopvang en het sociaal pension heeft uiteraard ook regels. Dus iedereen droomt van een echte eigen woonplek om lekker tv te kijken en je terug te kunnen trekken. Baan: je kunt geen baan krijgen als je geen huisvesting hebt. Als je het Papegaaisbolwerk opgeeft als postadres dan willen ze je ook niet, want dan weten ze dat je verslaafd was. Als je solliciteert, word je dus afgerekend op je verleden. Daarom ook zou je een eigen woonplek moeten hebben op een heel andere plek in de stad. Vergoedingen: de financiële vergoeding moet blijven als activering, want de dakloze die er aan begint weet nog niet wat het effect is: dagritme opdoen, collega’s hebben, dus dat je er meer mee kunt bereiken dan alleen geld verdienen. Met die vergoeding moet je ze lokken. Ze moeten er op dat moment meteen iets mee kunnen doen en daarom werkt het goed. En het geld werkt ook preventief b.v. bij voorkoming huisuitzetting.
Geld willen verdienen, dat wil toch heel Nederland! Een voormalig dakloze: de financiële vergoeding is belangrijk. Het moet zichtbaar zijn voor anderen en voelbaar voor jezelf, dat je iets kunt waar je geld mee kan verdienen. Dat is niet raar, want dat wil iedereen in Nederland:kijk eens ik heb met mijn baan een dikke auto bij elkaar gespaard.
Uitbreiding dagloonplekken: je kunt niet altijd mee met de veegploeg omdat er te weinig plekken zijn. Het zou fijn zijn als de veegploeg kon uitbreiden, zodat iedereen die wil ook mee kan doen en dat je je dagdelen steeds verder uit kan breiden. Laat een dakloze als ervaringsdeskundige mee gaan begeleiden en leidt ze daarvoor op. Opbouw moeilijkheidsgraad: een aantal van ons kan veel meer dan alleen vegen. Dus er zouden moeilijkere klussen moeten zijn, zodat je straks een echte baan kunt krijgen. Het zou daarom fijn zijn als er weer een veegploeg+ zou zijn, met moeilijker werk en meer eigen verantwoording en daar dan ook scholing bij krijgen, b.v. zoals indertijd bij de kerstboomverkoop: les in omgaan met mensen, omgaan met geld. Of vorig jaar: werken voor de speeltuinverenigingen. Of de veegploeg op het water: met een bootje het vuil uit het water vissen. Nieuwe ideeën: graffiti verwijderen, rondleidingen door de stad per fiets (ook nog gezond). Deelcertificaten/diploma’s: soms kun je bij het DAC een diploma halen, b.v. voor bomen zagen bij het project landschapsonderhoud. Het zou fijn zijn als je nog meer kunt leren over het project waar je bij hoort en er diploma’s voor kunt halen. Studieboeken over tuinonderhoud, planten en landschapsonderhoud helpen ook om je verder te ontwikkelen, misschien merk je dan dat je meer kunt en ook iets kunt leren. Probleem landelijke eigen bijdrage: de landelijke eigen bijdrage van minimaal € 17,30 per maand die je bij het DAC moet gaan betalen om aan de dagactiviteiten mee te mogen doen gaat grote problemen opleveren, veel mensen zullen wegblijven. Doorstroom: meerdere dagloondeelnemers geven aan dat ze ontevreden zijn over de aanpak van de doorstroom: o Ik ben monteur en ben op een schildercursus gezet. Maar ik ben monteur en ik wil geen schilder worden. Toen ben ik afgewezen en gekort op mijn uitkering. o Ik heb een stoornis en van de buitenploeg stroomde ik door naar inpakwerk. Daar werd ik agressief van, dat ligt aan mezelf maar waarom kijken ze dan niet of ze buitenwerk voor me hebben? o Ik ben heel handig en doe graag verschillende klussen, timmerwerk, een band plakken enzovoorts. Ik ben geplaatst bij het inpakken van rollen en sponsjes. Daar
32
werd ik gek van. Zou ik dan nergens geschikt voor zijn? Gelukkig kon ik weer terugkomen bij de Zaak, anders weet ik niet wat ik in mijn paniek gedaan had. Oplossingen van de daklozen: De deskundigen zouden verplicht moeten worden om ook naar ons te luisteren en te vragen wat we vroeger voor beroep hadden en wat voor werk we toen deden en wat we leuk vonden. En OP MAAT iets voor ons moeten proberen te zoeken. Het kan zijn dat dat niet lukt, maar ze moeten wel verplicht worden om het te proberen. Aanbod op maat, ook met maaltijden Bureau De Laat in gesprek met daklozen: het is moeilijk werken met een lege maag, dus eten is belangrijk, maar iedere dag eten kopen voor 1 persoon is duur. Zou je dan een ontbijt en een warme maaltijd moeten aanbieden? Dakloze: dat vind ik nou een stom idee van je met dat ontbijt, want ik ontbijt mijn hele leven al niet. Ik koop liever een beker yoghurt om 10.00 uur. Een warme maaltijd zou wel te gek zijn.
Wat valt er op tijdens de gesprekken? Werkmeesters, activiteitenbegeleiders en coaches kennen de andere activiteiten op weg naar werk, niet goed genoeg om te weten wat een goede volgende stap zou kunnen zijn voor iedere dakloze en om elkaar daarop te adviseren. Ze werken niet of nauwelijks samen en zijn weinig positief over de invulling en resultaten van andere projecten, wel over het resultaat van hun eigen project. Als Bureau De Laat dat bij ze teruglegt, beamen ze dat en geven aan dat zij verplicht moeten worden om samen de keten te onderhouden. Waarom verplicht? Dan weet iedereen dat het noodzakelijk is dat je daar aan deelneemt.
33
5.
ACTIVEREND BELEID GRONINGEN, UTRECHT, ROTTERDAM
Het onderzoek binnen het Regionaal Kompas Zuid-Holland Noord (RK ZHN) is gericht op het verbeteren van de huidige beloningsstructuur en te komen met een advies voor een samenhangende en stimulerende beloningsstructuur voor de dak- en thuislozen. Logisch is dan om ook eens te rade te gaan bij andere Regionale en Stedelijke Kompassen in den lande. De werkgroep activering van het RK ZHN droeg Groningen, Amsterdam, Utrecht en Rotterdam aan als interessante voorbeelden. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) is bereid gevonden te informeren bij de contactpersonen van de centrumgemeenten of ze genegen waren tot een gesprek en het leveren van de benodigde onderliggende beleidsdocumenten. De gemeente Amsterdam kon niet aan het verzoek tegemoet komen. In dit hoofdstuk is het resultaat van de gesprekken en de ontvangen informatie uit Groningen, Utrecht en Rotterdam opgenomen en toegelicht.
5.1. Groningen Voor ons onderzoek is interessant aan Groningen de meer dan tien jaren ervaring die deze provincie heeft met de bestrijding van dak- en thuisloosheid. De gesprekken zijn gevoerd met de verantwoordelijke beleidsmedewerker van centrumgemeente Groningen.
5.1.1. Beleid Regionaal Kompas Groningen In 2003 is het brede beleidsplan opgezet, waarin naast huisvesting, ondermeer ook activering en nazorg is opgenomen. Er is consequent vanuit dit beleidsplan gewerkt tot nu toe. De wethouder heeft zich er met veel energie ingestort, de financiën zaten mee en zo is een goed geolied systeem opgezet. Uitgangspunten: Alle burgers doen mee aan de samenleving Iedereen doet maatschappelijke activiteiten Verantwoording niet wegnemen bij de dakloze Het cliëntperspectief (cliëntvraag/behoefte) is leidend voor de dienstverlening Binnen een jaar heeft de dakloze een eigen huis. Aanpak: Centrumgemeente Groningen voert de regie en legt vragen neer bij de keten. De keten pakt het op, komt met voorstellen voor de aanpak en deze worden door gemeente al dan niet gehonoreerd. De gemeente geeft geen leiding aan de uitvoering, dat is aan de gezamenlijke instellingen. Ze geeft sturing door aan te geven wat beloond zal worden en waarom en hoe de instellingen beloond zullen worden. Zo is b.v. het klantvolgsysteem gefinancierd voor de gezamenlijke ketenpartners. De keten is verplicht om samen te werken, dat is in de subsidieverordening opgenomen. Vanwege de belangenverschillen is samenwerking binnen de keten niet vanzelfsprekend. Het gaat b.v. om openingstijden op elkaar afstemmen, gezamenlijk een pasjessysteem hanteren en een gezamenlijke aanpak ontwikkelen op de vraag van de gemeente. De Stichting Huis is opgezet. De stichting huurt van de woningbouwcorporatie. Gezorgd wordt dat iedereen binnen een jaar een woning heeft. Binnen de gemeente is de afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid zeer actief en pakt haar taak breed op, zet b.v. in op intensieve schuldhulpverlening. Een individueel trajectplan werd in het begin door de partners onderling opgesteld, nu zit de dakloze er steeds bij en praat mee. Dat heeft een grote meerwaarde: eigen waarde verhogend, de dakloze is medeverantwoordelijk want heeft ingestemd en er worden geen keuzes meer gemaakt die de klant helemaal niet ziet zitten. Stichting Huis is leading want daar woon en werk je. Stichting Huis zorgt voor de basis en zet
34
met de dakloze de lijn uit. Een derde partij komt erbij op onderdelen, b.v. de psychiater. Voorheen was de psychiater leading en dat leidde niet tot activering. Het was teveel gericht op wat iemand mankeerde en te weinig op wat iemand wel kon.
5.1.2. Financiële vergoedingen en vergoedingen in natura RK Groningen Stichting Werk-Pro voert de dagbestedingsprojecten uit binnen het project ‘Meerwerk’. Er is een groenproject en een wasvoorziening. En voor de moeilijke groep: hout kappen met een liter bier erbij. Ze werken met behoud van uitkering. Daklozen houden zo’n € 200,00 over per maand met de zakgeldregeling voor dagloonprojecten.
5.1.3. Succesfactoren uit Groningen -
-
Die eigen woning is een succes: ze lopen niet op straat en dat werkt politiek ook goed. Voor henzelf biedt het veel rust, waardoor ze aan de toekomst kunnen werken. Al zeven jaren lang werken we op eenzelfde manier, dat geeft duidelijkheid en de mogelijkheid jaarlijks verbeterpunten aan te pakken. Wat betreft de keten is alles uniform geregeld, ook met b.v. het Leger des Heils en de vrijwilligersorganisaties. Het geheel is van onderaf opgebouwd samen met de ketenpartners binnen de maatschappelijke opvang (o.a. Zorgkantoor en instellingen). Als gemeenten een duidelijke visie hebben over wat je wel en niet wilt met deze doelgroep en dit zowel politiek (door de wethouder) als ambtelijk (met de instellingen) uitdragen. Vervolgens instellingen oplossingen aan laten dragen. Instellingen belonen voor de samenwerking: b.v. hun verzoek om een goed klantvolgsysteem honoreren door dat te subsidiëren. Rechtvaardig zijn naar de instellingen. Zorgen voor positieve publiciteit. Daar zorgt Stichting de Straat voor, met o.a. de uitgave van het Straatboekje. Maar ook door met elkaar activiteiten te organiseren, zodat ook bewoners en de politiek positief denken over daklozen. De Dutch Homeles Cup was daar een goed voorbeeld van.
5.2. Utrecht De cultuurverandering die in Utrecht heeft plaatst gevonden en de oriëntatie op de harmonisatie van de beloningen voor de doelgroep, vormden de speerpunten voor ons gesprek met de gemeente Utrecht. Gesproken is met de verantwoordelijke beleidsadviseur Maatschappelijke Opvang van de gemeente Utrecht.
5.2.1.
Uitgaan van mogelijkheden in plaats van beperkingen deelnemer
De hoofddoelstelling uit het Plan van Aanpak MO 1e fase van het Stedelijk Kompas: iedere dak- en thuisloze onder dak en in de zorg in 2010. Sinds 2007 is door de ketenpartners, de gemeente Utrecht en de MO- en GGZ-instellingen, hard gewerkt om deze doelstelling te realiseren. Inmiddels is men in de 2e fase aanbeland met ‘doorpakken’ als moto en daaruit is het convenant ‘Naar burgerschap en baan, activering van sociaal kwetsbare groepen in de gemeente Utrecht’, voortgekomen en ondertekend door de hier reeds genoemde ketenpartners. Het convenant heeft een looptijd van juni 2010 tot en met mei 2013 en wordt uitgevoerd onder leiding van een extern projectleider bij aan de Slag in Utrecht. Voorafgaand aan dit convenant heeft er een cultuurverandering plaats gevonden onder de ketenpartners, met als besluit om voortaan uit te gaan van de mogelijkheden van de deelnemer in plaats van haar/zijn beperkingen. Deze cultuurverandering kon plaats vinden doordat enke-
35
le ketenpartners gezamenlijk de trekkersrol op zich namen. Dat heeft uiteindelijk geleid tot een ketenbreed gedragen visie, wat veel energie en enthousiasme opleverde, waardoor deze noodzakelijke cultuurverandering ook daadwerkelijk van start is gegaan. In het convenant is de volgende missie opgenomen: 1. Iedere cliënt van de MO- en OGGZ/GGZ instellingen in Utrecht participeert, binnen de kaders van het convenant, in een zinvol en op maat ingevuld traject gericht op: a. Participatie en/of b. Activering en/of c. Re-integratie. 2. De partijen passen werkwijzen aan c.q. richten organisatievormen in om hetgeen, onder lid 1 genoemd, te realiseren. Het participatie-, activerings- en re-integratieaanbod richt zich niet alleen op het herstel van de cliënt, maar wordt ook doorontwikkeld tot een toegankelijk en vraaggericht aanbod. Er wordt in 2010 een cliëntenpanel opgezet die zich specifiek richt op de ontwikkeling van genoemd aanbod. Uiterlijk in mei 2013 heeft elke cliënt minimaal de keus uit een aanbod op maat van 2 tot 3 dagdelen per week bestaande uit werkzaamheden gecombineerd met opleidingen en cursussen. Een daarmee samenhangend doel is het vergroten van de kennis van de sociaal kwetsbare doelgroepen. Het uitgaan van mogelijkheden van de cliënt en het vergroten van de kennis van de cliënt komt prachtig samen in de Dag van de Activering 2010, die door de ketenpartners samen met de doelgroep is ontwikkeld en georganiseerd, met vele interessante workshops voor ketenpartners en doelgroep.
5.2.2. Harmonisatie vergoedingen en ontschotten geldstromen Uit een gemeentelijke inventarisatie van de vergoedingen die ketenpartners binnen Utrecht hanteren voor werkprojecten, dagbesteding en activering, blijken de vergoedingen te variëren van € 0,00 tot € 4,50 per uur, op jaarbasis variërend van maximaal € 600,00 tot maximaal € 1500,00. Organisaties die geen financiële vergoeding geven bij hun werkprojecten, bieden de deelnemers b.v. een lunch aan als vorm van een vergoeding in natura. Instellingen geven ook aan voor bepaalde activiteiten sowieso geen vergoeding in welke vorm dan ook te bieden. Het gaat daarbij om activiteiten gericht op vrije tijd, basisactivering en om klussen in en om het pand. Gedacht wordt de harmonisatie vorm te geven door duidelijke keuzes te maken bij welke werkzaamheden er een vergoeding tegenover staat en bij welke niet. Mogelijk zou er een onderscheid gemaakt kunnen worden tussen werkzaamheden in het kader van Bed, Bad, Brood en werkzaamheden die meer gericht zijn op Burgerschap of Baan. Daarnaast wordt overwogen bestaand vrijwilligerswerk in te delen in drie of vier gradaties met ieder een eigen beloning. De participatieladder lijkt een te grof instrument voor het vaststellen van die gradaties. Tegelijkertijd vindt er in 2010 conform het convenant een onderzoeksverkenning plaats in Utrecht naar de huidige financieringsstromen. Afhankelijk van de uitkomst van deze verkenning, kan in 2011 een pilot gestart worden met als doel de diverse geldstromen te ontschotten, te bundelen en efficiënt in te zetten. Hierbij onderzoeken de partijen wat nodig is om de verschillende financieringsbronnen zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen.
5.3. Rotterdam Het terugbrengen van de zogeheten dagloonvergoeding van € 1.500,00 naar € 765,00 op jaarbasis in Rotterdam, vormde voor ons de aanleiding om met Rotterdam te gaan praten over de aanleiding, de aanpak, eventuele knelpunten en het resultaat. Gesproken is met twee beleidsmedewerkers van de afdeling Beleid en Strategie van de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
36
5.3.1. Beloning vanaf 2010: gelijke beloning binnen de MO Het Rotterdamse Kompas is een vertaalslag voor Rotterdam van de afspraken en targets die zijn gemaakt op G4 niveau en vastgelegd in een Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang (PvA MO) 1e fase. Dit plan is in februari 2006 tussen de vier grote steden en het Rijk overeen gekomen. De doelstellingen van de dagloonregeling zijn overeenkomstig aan die van het PvA MO en het re-integratiebeleid van SoZaWe: klanten prikkelen tot activering en – indien haalbaar – doorstroom naar betaald werk (dus uitstroom uit de WWB), stabiliseren van de woonsituatie door het hebben van een dagbesteding en overlast verminderen. De dagloonregeling was ingezet als een tijdelijke eindige regeling, gefinancierd vanuit de WWB. De instellingen die deelnamen aan deze regeling betaalden hun deelnemers aan activeringsprojecten een zogeheten dagloon. Het maximum dagloon was € 15,00 per dag (indien maximaal 2 dagen werd gewerkt) en € 30,00 per week. Oftewel € 150,00 per maand en € 1.500,00 per jaar. De instellingen declareerden dit vervolgens op klantniveau bij SoZaWe. Gemiddeld ging het per deelnemer aan dagloonprojecten om een bedrag van € 1250,00 per jaar, b.v. bij de veegploeg. Uit de BSN registratie bleek dat er ook enkele deelnemers waren die op wel zeven verschillende project zaten en zo op € 5.000,00 aan dagloonvergoeding per jaar uitkwamen. Er was sprake van rechtsongelijkheid tussen klanten uit de doelgroep van het PvA MO en de overige WWB-klanten van SoZaWe, die maximaal tot € 765,00 kunnen declareren als vrijwilligersvergoeding. Populair gesteld leek de boodschap: je mag in Rotterdam het dubbele bijverdienen als je dakloos (en verslaafd) bent. Daarnaast bleek in de praktijk dat de dagloonregeling een “gouden kooi” is doordat de vergoeding relatief hoog is. Voor klanten is het dan niet interessant om door te stromen. Daarbij komt nog de vraag of de focus moet liggen op de financiële vergoeding. Zo is er b.v. bij het Leger des Heils slechts een minimale uitval van deelnemers, terwijl zij zich niet zozeer richten op de financiële vergoeding, maar juist op aandacht en ontmoeting. Hun kracht is het binden van cliënten aan hun instelling. Vergoedingen in natura die gebruikelijk zijn in Rotterdam zijn o.a. gezamenlijk eten, pakje shag en bonnen voor Mac Donalds. Besloten is dat iedereen binnen de PvA MO gelijk zal worden behandeld. De maximale bijverdienste van € 1.500,00 per jaar is dan ook met ingang van 1 januari 2010 afgebouwd tot het niveau van de onkostenvergoeding sociale activering en mantelzorg (Bonus Onbenutte Kwaliteiten (BOK) ad € 765,00. Het is maatwerk dus men kan ook b.v. drie dagdelen werken. Per dagdeel ontvangt de dakloze € 1,50, dus € 3,00 per dag en maximaal € 15,00 per week. Dit kan op dagbasis worden uitbetaald. Met deze afbouw worden klanten nu wel (financieel) geprikkeld niet te blijven hangen in het dagloonproject en een stapje hoger in te zetten op de participatieladder op weg naar werk. En essentieel is: iedereen wordt gelijk behandeld! SoZaWe heeft het hele proces geleid en is tevreden over het resultaat. Een aantal instellingen geeft echter aan dat veel daklozen niet meer op het dagloonproject zijn verschenen in januari 2010. SoZaWe verwacht dat dit een tijdelijk effect van de maatregel is. Er zal een onderzoek plaats vinden om de gevolgen van de maatregel in kaart te brengen.
5.3.2. Toolbox stimulerende maatregelen Om te voorkomen dat de keten vastloopt en cliënten in een suboptimale leefsituatie blijven steken, zal sterk ingezet moeten worden op het organiseren van doorstroming. Om die doorstroming te realiseren is samenwerking nodig over de grenzen van instellingen en gemeentelijke diensten heen. De laatste 400 daklozen waarmee nog geen traject is ingegaan, vragen naar verwachting grotendeels om een intensievere aanpak. Het idee ontstond om stimulerende en waar nodig sanctionerende maatregelen in te zetten om juist die groep in traject te krijgen en te houden. Er is een Toolbox “Stimulerende maatregelen
37
voor de doelgroep Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang” samengesteld, maar met name ontwikkeld voor die laatste 400 daklozen. Achterliggende gedachte om dit voor deze klanten mogelijk te maken, is dat zij veel minder dan andere (lees “reguliere”) WWB-klanten profiteren van financiële regelingen zoals de bijzondere bijstand. De Toolbox is bedoeld om de mogelijkheden (van dwang-, drang- en stimuleringsmaatregelen) bij alle professionals bekend te maken. De Toolbox kan b.v. worden gebruikt door zowel de cliëntmanagers van de zorginstellingen, als de klantmanagers van SoZaWe en de trajectregisseurs van de GGD, maar ook de wijkagent en de politie. Kortom door iedereen die in de uitvoering met deze klanten te maken heeft. De Toolbox is opgenomen in de zogeheten digitale boekenkast, die alleen voor deze professionals toegankelijk is. In de Toolbox staan bijvoorbeeld stimulerende instrumenten uit de Bijzondere bijstand: duurzame gebruiksgoederen, (her)inrichtingskosten (WWB art. 35), kleding (WWB art. 35), langdurigheidstoeslag (WWB art. 36) en overbrugging (WWB art. 35); maar ook zaken als de Cursus Beter Nederlands lezen en schrijven en de Rotterdampas. Afhankelijk van de maatregel, is in de Toolbox aangegeven wie erover beslist.
38
6.
CONCLUSIES BELONINGSSTRUCTUUR
6.0. Inleiding In dit hoofdstuk de conclusies die door Bureau De Laat getrokken zijn uit de gevoerde gesprekken en voorgaande hoofdstukken. Het accent ligt hierbij op de gebieden waarop volgens ons winst valt te behalen. Wat werkt en als een succes wordt ervaren door betrokkenen kunt u teruglezen in hoofdstuk 4.1.1 (gemeenten), 4.2.1 (instellingen) en 4.3.1 (deelnemers). Eerst volgen de hoofdconclusies op een rijtje, waarna ze per onderdeel verder worden uitgewerkt. 6.1. Beloningsstructuur 1. Drie van de 15 gemeenten voeren een eigen beloningsbeleid 2. Beloningsbeleid instellingen intern helder, maar niet open en transparant vastgelegd. 3. Doel daklozen: eigen woonplek en regulier werk 3.a. Wooncarrière kunnen maken als dakloze 3.b. Werkcarrière van opvang naar werk 4. Uitgangspunt beloningsstructuur: combinatie in geld en in natura. 5. Activiteiten van activering naar werk worden verschillend beloond, zowel in geld als in natura. 6.2. Randvoorwaarden 1. Een sluitende aanpak van opvang naar werk t.b.v. de werkcarrière van daklozen 2. Kennis ter ondersteuning daklozen. 3. Verslaafden en ex- of niet-verslaafden scheiden. 6.3. Buiten het directe kader van dit onderzoek 1. Huisuitzetting en wat nu?
6.1. Beloningsstructuur 1. Drie van de vijftien gemeenten voeren een eigen beloningsbeleid Leiden, Katwijk en Alphen aan den Rijn hebben een eigen beleid gericht op het belonen van dak- en thuislozen en andere doelgroepen en hebben organisaties die zich op de doelgroep richten. Alle andere gemeenten geven aan zich te richten naar Leiden als centrumgemeente van het Regionaal Kompas. Dit houdt in dat deze 12 gemeenten op dit onderwerp geen eigen beleid voeren en geen organisaties hebben die zich op de doelgroep richten. De doelgroep wordt door hen naar Leiden doorverwezen (voor een uitkering en voor opvang en activering) als ze bij de eigen gemeente aankloppen. Bij betrokken medewerkers van de gemeenten valt op dat men intern elkaar niet vanzelfsprekend informeert of opzoekt. 2. Beloningsbeleid instellingen intern helder, maar niet open en transparant vastgelegd Alle betrokken instellingen hanteren wel financiële vergoedingen en vergoedingen in natura. Dit is mondeling helder voor de direct betrokkenen, maar de instellingen hebben geen van allen hun beleid t.a.v. de beloning schriftelijk vastgelegd. Daarmee is hun beleid t.a.v. belonen niet open en transparant voor zowel de interne organisatie als externen. 3. Doel daklozen: eigen woonruimte en regulier werk Daklozen hopen/zien voor zichzelf een eigen woonruimte en regulier werk als toekomstperspectief en willen graag ondersteund worden bij het maken van stappen in zowel hun woonals hun werkcarrière.
39
3.a. Wooncarrière kunnen maken als dakloze Het hebben van een eigen woonplek is een grote behoefte van veel daklozen. Sinds 2009 stelt de Vereniging Woningcorporaties Holland Rijnland (VWHR) i.s.m. de woningbouwcorporaties in Holland Rijnland een contigent woningen beschikbaar (in 2010: 150 totaal) voor bijzondere huisvesting (doelgroep o.a. daklozen). Vervolgens krijgen instellingen die voldoen aan de kwaliteitswet een aantal woningen toegewezen uit dit contigent onder de minimale voorwaarde dat de instellingen zorg dragen voor twee jaar woonbegeleiding. De instellingen zelf kunnen daaraan nog aanvullende voorwaarden koppelen. Dit geldt b.v. voor de GGZ, Reclassering, de Binnenvest, de Brug en Kocon. Vanuit deze regeling is er voor de doelgroep een contingent woningen beschikbaar gesteld in Alphen aan den Rijn, Katwijk (Koconwoningen geheten) en Leiden (corporatiewoningen genoemd). Er zijn mobiele woningen, ‘spaceboxen’ genoemd in Alphen aan den Rijn en ‘scheve huisjes’ in Leiden, waarvan er twee in Alphen aan den Rijn zijn geplaatst en eentje in Leiden en nog geen in Katwijk. In Leiden is er daarnaast nog het Sociaal Pension, de Nachtopvang en de Crisisopvang van Stichting De Binnenvest. In de Crisisopvang en de Nachtopvang mag men gemiddeld drie maanden verblijven en in het Sociaal Pension gemiddeld 20 maanden. Het is dus mogelijk om een wooncarrière te maken, maar dat is niet altijd even gemakkelijk. Zo geven daklozen aan het vooraf te betalen sleutelgeld niet te hebben en vanwege huurschulden niet in aanmerking te komen voor een woning totdat alle huurschulden zijn voldaan en dan kom je pas weer op de wachtlijst te staan. Verder ontbreekt het daklozen aan geld voor het opknappen en inrichten van de kamer c.q. woning. In Leiden stelt de sociale dienst zich op als een actieve ondersteuner. Met corporaties in Leiden zijn afspraken gemaakt en wordt het voorbehoud van geen huurschulden, niet gemaakt. Het gaat volgens betrokken instellingen en de centrumgemeente waarschijnlijk bij deze voorbeelden uit het onderzoek, om de regio of om particuliere verhuur van woningen of kamers. Om in aanmerking te komen voor een Koconwoning in Katwijk, moet je afgekickt of niet verslaafd zijn en je financiën, o.a. schulden, moeten in kaart gebracht zijn. In Leiden dien je akkoord te gaan met wekelijkse/tweewekelijkse begeleiding gedurende 2 jaren en beheer van je financiën, door Stichting de Binnenvest17. Ondersteuning gericht op een wooncarrière, wordt door daklozen erg gewaardeerd en gezien als beloning in natura. Verschillende tijdelijke oplossingen zijn in omloop, zoals het voorschieten van het sleutelgeld door Visie-R; het Noodfonds van Stichting Kocon en eigen middelen van de Binnenvest. En er wordt gebruik gemaakt van particulieren fondsen. 3.b. Werkcarrière van opvang naar werk Als tweede doel noemen daklozen de mogelijkheid om een werkcarrière te kunnen maken. De diverse activiteiten van activering naar werk worden door daklozen als een succes ervaren vanwege het verdiende geld, de dagstructurering, het hebben van collega’s, een werkmeester waar ze bij terecht kunnen en die hen concreet de weg wijst of brengt naar de juiste instantie, het leren van een vak of het oude vak weer op te kunnen pakken en daarmee invulling geven aan het door dakloosheid ontstane gat in hun cv. Deelnemers aan deze activiteiten zijn minder te spreken over de doorstroommogelijkheden. Er wordt volgens hen onvoldoende tot geen aandacht besteed aan de vroegere beroepservaringen, de persoonlijke kwaliteiten, mogelijkheden en wensen van de daklozen zelf. Maatwerk ontbreekt, waardoor onnodig terugval en uitval plaats vindt met regelmatig ook nog een korting op de uitkering. Daklozen vinden dat professionals van alle betrokken instellingen gedwongen zouden moeten worden om samen te werken en maatwerk te leveren, zodat de doorstroming op gang komt en de dakloze op een plek terecht komt die recht doet aan vroegere ervaringen en uitdaagt om nieuwe ervaringen op te doen. 17
Uit het ‘Extern onderzoek voor Stichting de Binnenvest naar het thema ‘ Hulpverlening aan cliënten bij het zelfstandig wonen in corporatiewoningen’.
40
4. Uitgangspunt beloningsstructuur: combinatie in geld en in natura Door de meeste gesprekspartners (gemeenten, instellingen en daklozen) wordt het uitgangspunt belonen in een combinatie van geld en natura, gedragen. Belonen wordt door de daklozen als stimulerend ervaren. Een aantal daklozen zeggen te stoppen met het werk als de vergoeding sterk verminderd. Anderen geven aan te blijven, omdat het hebben van een dagstructurering belangrijker is. De daklozen gebruiken de beloning in geld, gecombineerd met een daklozenuitkering, om eten te kopen (geen ijskast als je op straat leeft), shag en de afbetaling van de schuldsanering (komt veel voor). Voor hen die geen uitkering ontvangen komen de kosten voor een slaapplek (€ 4,00) iedere dag er nog bij. Voor drugsverslaafden kost daarnaast hun verslaving veel geld. Voor alcoholverslaafden geldt dat veel minder: een halve liter bier heb je al voor 29 eurocent. Financiële vergoedingen zijn dus van belang, omdat op straat leven duur is en het belangrijk is zelf te kunnen beslissen waar je je geld aan uitgeeft en er goed mee om te leren gaan. Daklozen noemen bij beloningen in natura met name de gratis maaltijden bij diverse instellingen en werkkleding die je ook privé mag gebruiken zoals de doorwerkjas als winterjas bij de DZB; de hulp bij het verwerven van een eigen woonruimte en de ondersteuning op weg naar werk. 5. Activiteiten van activering naar werk worden verschillend beloond Uitgangspunt bij de financiële vergoedingen is de maximale toegestane € 1.500,00 op jaarbasis. Zowel de financiële vergoedingen als de vergoedingen in natura worden heel verschillend ingevuld. De financiële vergoedingen bij de dagloonprojecten variëren binnen de regio Zuid-Holland Noord van € 0,00 (De Kringloopwinkel en Project Reïntegratie Katwijk) tot per dag maximaal € 15,00 (de veegploeg). Het ene project rekent met een uurvergoeding van € 0,50 (Movens) of van € 2,50 (De Zaak). Andere projecten gaan uit van dagdelen (de veegploeg), of een combinatie van een uurvergoeding en afrekenen in dagdelen (De Zaak), waarbij een dagdeel kan bestaan uit 2,5 uur (de veegploeg) of 3 uur (De Zaak). De veegploeg en de Zaak hanteren ieder een vergoedingen per dagdeel van € 7,50. Of men gaat uit van een werkdag van 6 uren waarin een half uur lunchpauze is opgenomen (EKT 2 en het Klussenteam) met een vergoeding per dag van € 7,50. Om de vergoedingen vergelijkbaar te maken zijn ze omgerekend naar uurvergoedingen voor daadwerkelijk gewerkte uren, dus zonder lunchpauze. Dan loopt het verschil in uurloon op van € 0,00 per uur bij De Kringloopwinkel en Project Reïntegratie in Katwijk tot aan € 3,00 per uur bij de veegploeg in Leiden. Voor het overzicht van de huidige beloningsstructuur verwijzen we naar Bijlage 8. Ook in natura zijn er grote verschillen. Van een koffiebon per uur bij het DAC tot iedere dag een goede lunch bij de veegploeg, een warme maaltijd bij De Zaak of een broodje betaald door de begeleider bij EKT2. Bij de werkkleding gaat het om enkel een oranje veiligheidsvest bij de veegploeg tot schoenen en een werkbroek bij het Klussenteam. De verschillen in beloning hebben geen relatie met de opbouw in moeilijkheidsgraad, opbouw in dagdelen, inzet van de deelnemer. Niet in geld en niet in natura. Deze verschillen hebben daardoor een remmende werking op de doorstroom naar een volgende stap op weg naar werk.
6.2. Randvoorwaarden 1. Een sluitende aanpak van opvang naar werk t.b.v. werkcarrière daklozen In 2008 is door Bureau De Laat de ‘Eindrapportage haalbaarheidsonderzoek Project van Opvang naar Werk Regio Leiden’ gepresenteerd. Alle betrokken organisaties bleken toen bereid te zijn om mee te werken aan een sluitend aanbod voor de brede doelgroep maatschappelijk
41
zwakkeren in de regio Leiden. Concreet met de deelnemers aan de slag gaan met als slogan ‘ We moeten het gewoon samen gaan doen’ was toen de insteek voor de vervolgaanpak. Uit de huidige gesprekken blijkt een grote betrokkenheid met/bij de doelgroep, echter ook is duidelijk geworden dat de sluitende aanpak in Leiden niet is gerealiseerd: o Activiteiten van organisaties zijn niet tot onvoldoende op elkaar afgestemd en vormen geen doorlopende lijn in het opbouwen van ervaringen op weg naar werk door verschillende visies op activering, de verschillende geldstromen, concurrentie. o Er is geen openheid en transparantie in financiering, in aanpak en in uitwisseling van zaken waar je tegenaan loopt met de klant. Subsidiegevers / gemeenten dwingen dit niet tot onvoldoende af. o Organisaties en gemeenten handelen regelmatig vanuit instellingsbelang. De klant centraal stellen, zoals gezamenlijk is overeengekomen, blijkt in de praktijk moeilijk te realiseren. o Zowel gemeenten, de diverse organisaties als veel daklozen geven de noodzaak van een sluitende keten aan om daklozen te stimuleren een volgende stap te zetten op weg naar werk, uitstroom te kunnen realiseren en terugval en uitval te verminderen. o Er is onvoldoende kennis van elkaars activiteiten en de doorstroommogelijkheden. Zo kunnen werkmeesters, activiteitenbegeleiders en coaches niet tot nauwelijks vertellen wat de andere (dagloon)projecten inhouden en of het al dan niet een vervolg kan zijn op het eigen project. Zelf zien ze dat ook als een verbeterpunt. o Vindt doorstroom wel plaats dan wordt er niet tot onvoldoende gewerkt met een warme18 overdracht naar de volgende organisatie. Zo wordt door beide partijen geen initiatief genomen en de dakloze zelf is er vaak onvoldoende bij betrokken. o Het zelfreflecterend vermogen bij de diverse gesprekspartners is niet tot onvoldoende ontwikkeld. Men zoekt de oorzaak van problemen bij de partners en niet binnen de eigen organisatie. o Als er voorbeelden worden genoemd zijn deze vaak negatief van toonzetting. o Er is geen eenduidigheid over wie regiehouder is. Instellingen weten vaak onderling niet welke partijen er allemaal bij een klant betrokken zijn, wie de regiehouder is van iedere klant; hoe de taken van de behandelaar, de werkmeester, de coach, de woonmaatschappelijk werker en anderen, op elkaar zijn afgestemd en hoe zich die onderling verhouden tot elkaar. o Er wordt verschillend gedacht over of ‘hulpverlening’ of ‘activering’ leidend is. o Het ontbreken van een sluitende keten belemmert de doorstroom. In Katwijk is er een sluitende aanpak t.b.v. ex-gedetineerden gerealiseerd door intensieve samenwerking tussen de klantmanager van de sociale dienst, De Brug Midden-Nederland, Project Reïntegratie Katwijk en de dakloze. Bezien dient te worden of dit en zo ja hoe en met wie, uitgebreid kan worden naar alle dak- en thuislozen. Nog niet duidelijk is of Alphen aan den Rijn de doelgroep ondergebracht heeft binnen de keten in Leiden, dan wel een eigen keten voor de doelgroep heeft. Instellingen waarmee is gesproken richten zich overwegend niet op dak- en thuislozen. De behoefte van zowel de gemeenten, instellingen als de daklozen zelf is dat daklozen een werkcarrière kunnen doorlopen om zo mogelijk uit te komen bij regulier werk. Bovenstaande punten die de sluitende aanpak naar werk belemmeren, dienen dan ook serieus opgepakt te worden vindt Bureau De Laat. In de range van activering naar werk blijkt bovendien dat relatief kleine kostenposten onoverkoombaar zijn, zoals de kosten voor herwaardering van een diploma door het ROC. 2. Kennis ter ondersteuning van daklozen De directe begeleiders van de daklozen en de daklozen zelf kennen niet alle in te zetten mogelijkheden (premies, (voorkomen) huisuitzetting, schuldhulpverlening, bijzondere bijstand e.d.) en weten onvoldoende bij wie je waarvoor moet zijn. Er is behoefte aan info hierover op papier in een leesbare stijl voor ‘Jan met de pet’. Centrumgemeente Leiden heeft intern deskundigheidsbevordering ingezet o.a. aangaande bovengenoemde regelingen en vraagt zich af of dit ook zinvol voor betrokken instellingen zou
18
Warme overdracht: driegesprek(ken) tussen de dakloze, de huidige- en de ontvangende organisatie.
42
kunnen zijn. Zowel een aantal uitvoerende medewerkers, als daklozen geven aan behoefte te hebben aan deskundigheidsbevordering op bovengenoemde gebieden. Vanuit een aantal instellingen wordt door het management aangegeven dat het niet eenvoudig is om alle financiële mogelijkheden t.b.v. daklozen op een rijtje te krijgen. Uitwisseling hiervan zou op prijs gesteld worden, met de vraag of ambtenaren hiervoor het initiatief willen nemen. Voor een aantal partners is onduidelijk of er bij de gemeenten voldoende kennis aanwezig is over wat er bij de dak- en thuislozen en de instellingen speelt. 3. Verslaafden en ex- of niet-verslaafden scheiden Zowel door de directe begeleiders als door de verslaafden zelf wordt benadrukt dat als je bent afgekickt, of als je nooit verslaafd bent geweest, je niet in de buurt moet hoeven komen van voorzieningen voor verslaafden zoals het Papegaaisbolwerk voor nachtopvang, maaltijden en dagloonprojecten. Het risico is volgens hen groot dat je weer terug valt in de verslaving, dan wel verslaafd wordt.
6.3. Buiten het directe kader van dit onderzoek Een eigen woonplek is één van de twee belangrijkste doelen die daklozen aangeven. Er zijn conclusies te trekken rondom wonen die voortkomen uit de gesprekken, een relatie hebben met de onderzoeksvraag, buiten het kader van dit onderzoek vallen en toch ons inziens van zodanig belang zijn, dat we ze hier noemen. 1. Huisuitzetting en wat nu? Uit de gesprekken met de daklozen blijkt dat het pas op het moment dat ze daadwerkelijk hun huis worden uitgezet, beseffen dat ze geen dak meer boven hun hoofd hebben. Ze zijn dus ook niet voorbereid op de vraag wat de eerste stap kan zijn als je uit je huis wordt gezet en bij wie je dan voor hulp terecht kunt. Meestal durven ze niet bij de gemeentebalie om hulp te vragen. Wel zoeken ze bij de gemeente naar folders over huisuitzetting, maar die blijken er niet te zijn. Na wat slaapplekken bij familie en vrienden, komen ze vervolgens op straat terecht. Onze conclusie is dat met eenvoudige ingrepen nog een wereld valt te winnen zowel in preventieve zin ter voorkoming van huisuitzetting als direct na huisuitzetting.
43
7. ADVIES OM TE KOMEN TOT EEN STIMULERENDE, SAMENHANGENDE BELONINGSSTRUCTUUR
7.0. Inleiding In dit hoofdstuk het advies van Bureau De Laat om te komen tot een stimulerende en samenhangende beloningsstructuur. De voorgaande hoofdstukken maken duidelijk, dat het voor de doelgroep niet alleen gaat om beloning in geld, maar dat een beloning in natura zeker zo belangrijk is. Dit gecombineerd met het feit, dat in deze tijd veel gemeenten en organisaties op de kleintjes moeten letten c.q. moeten bezuinigen en er ook meer kan door meer en beter gebruik te (blijven) maken van reeds bestaande successen/mogelijkheden maakt, dat het accent van ons advies niet expliciet op het financiële deel ligt. Waar je dan aan kunt denken wordt in dit hoofdstuk toegelicht. Eerst volgen de adviezen op een rijtje, waarna ze per onderdeel verder worden uitgewerkt. 1. Advies beloningsstructuur 1. Herzie het bestaande beloningsbeleid 2. Breng dagloonprojecten gefaseerd naar dezelfde uurvergoeding 3. Intensiveer het belonen in natura 4. Stel een calamiteitenpot in 5. Wissel bestaande premies in voor realisatie advies. 2. Advies randvoorwaarden 1. Zorg voor een sluitende aanpak van opvang naar werk 2. Verbeter en vernieuw overige randvoorwaarden 3. Advies buiten het kader van dit onderzoek 1. Huurschuld: zet snel persoonlijk contact in
7.1. Advies beloningsstructuur 1. Herzie het bestaande beloningsbeleid De klant staat centraal, zo is het uitgangspunt binnen het Regionaal Kompas Zuid-Holland Noord. De klant, de dak- en thuislozen in dit onderzoek, willen een woon- en werkcarrière kunnen maken. Klant centraal: eigen woonruimte en werk als uitgangspunt! Kies voor regie op wonen en werken en maak de daaruit voortvloeiende keuze: activeringstrajecten zijn leidend, hulpverlening is ondersteunend aan dit doel. Verwerk dit in de ketenaanpak van opvang naar werk: o Ga in dit hele proces uit van de positieve kanten en mogelijkheden van de dakloze. o Geef de gemeenten, de instellingen en met name ook de coaches, begeleiders en de daklozen zelf een voor iedereen heldere rol binnen de keten. o Bouw op dat uitgangspunt verder door de coördinatie op het individuele traject van de dakloze, leidend te laten zijn vanuit het activeringsperspectief. Richt de individuele klantketen daar op in en laat het uitvoeren door de direct betrokkenen: o De direct betrokkenen zijn in Leiden de dakloze zelf, de coach van bemiddelingsbureau Samen aan de Slag c.q. Re-integratie Leiden, de werkmeester van het dagloonproject (of ander activeringsproject) waaraan de dakloze deelneemt of mogelijk deel gaat nemen en de woonmaatschappelijk werker van de Binnenvest. In Katwijk: de dakloze zelf, de coach van het Project Reïntegratie Katwijk, de ‘werkmeester’ van De Kringloopwinkel van De Brug Midden-Nederland en de woonmaatschappelijk werker van de Binnenvest.
44
In Alphen aan den Rijn bezien met de daar aanwezige instellingen en de gemeente hoe de rolverdeling reeds plaatsvindt, plaats zou kunnen vinden, dan wel door Leiden wordt uitgevoerd. Mogelijk heeft de woonmaatschappelijk werker van de Binnenvest er al een rol. Uiteraard ook hier in ieder geval de dakloze zelf. o Voortbordurend op het activeringsperspectief, is ons advies om de coach van het bemiddelingsbureau c.q. Re-integratie Leiden, de coördinatorsrol te laten vervullen van de individuele klantketen. Eerst is door Bureau De Laat gekozen voor het begrip ‘regisseur’. Dit begrip schiep echter verwarring bleek tijdens bespreking van het voorlopig rapport met de werkgroep activering, daar er ook al een regisseur PGA is binnen het RK ZHN en vanwege de associatie met een leider in de zin van ‘de baas zijn’. Gekozen is door Bureau De Laat voor het begrip ‘coördinator’, om de verbindende en organiserende rol van deze persoon te benadrukken. Dit laat echter onverlet dat van de coördinator verwacht wordt het tijdpad te bewaken en de partners aan te spreken op gemaakte afspraken. o Een andere partij kan bij het individuele klantketenoverleg aanschuiven indien relevant, zoals hulpverleners, of de werkmeester van het project waarnaar de dakloze door kan stromen. o De coach van het bemiddelingsbureau c.q. Re-integratie Leiden onderhoudt de contacten met de casemanagers van WIZ en het Zorgkantoor. Benoem binnen het beleid duidelijk de wederzijdse verwachtingen van klanten, de gemeenten en de betrokken instellingen. Daklozen verwachten van gemeenten dat er een woon- en werkcarrière te maken is en dat instellingen zorgen voor een sluitende aanpak in de doorstroom en een individueel plan op maat. Daartegenover staat dat gemeenten verwachten van daklozen dat zij stappen maken op weg naar werk en zich inzetten om het hoogst haalbare te bereiken. Instellingen verwachten van daklozen dat zij ook zichzelf inspannen voor hun eigen maatschappelijk herstel. Vanuit deze wederzijdse verwachtingen komen we tot het volgende voorstel: o De gemeenten zetten zich in om in samenwerking met o.a. woningcorporaties en betrokken instellingen die voor de doelgroep het beheer voeren over de corporatiewoningen in Leiden, de Koconwoningen in Katwijk en de spaceboxen in Alphen aan den Rijn, de mogelijkheden voor het maken van een wooncarrière te optimaliseren, zo nodig met een stappenplan verspreid over meerdere jaren, te beginnen met te benoemen resultaten voor 2011. Groningen zorgt ervoor dat iedere dakloze binnen een jaar een eigen woonruimte heeft. Dat is een helder target voor de gemeente en de corporaties. Of dit in de Randstad haalbaar is kunnen we niet overzien, maar het loont zeker de moeite gebruik te maken van de ervaringen in Groningen. o Wat betreft de werkcarrière, nemen gemeenten in de jaarlijkse contractafspraken met instellingen, resultaatafspraken op t.b.v. de doelgroep gericht op instroom, doorstroom en uitstroom en het voorkomen, dan wel terugdringen van uitval. o De betrokken instellingen zetten al hun kennis en ervaring als ook de individuele trajectketen voor iedere dak- en thuisloze gezamenlijk in, om de keten m.b.t. de woon- en werkcarrière sluitend te maken in 2011. o De betrokken instellingen zorgen ervoor dat iedere dak- en thuisloze een individueel plan heeft eind 2011. Dit plan wordt zoals aangegeven met de individuele ketenpartners en de dakloze opgesteld. En wel zodanig dat de doelen voor een ieder transparant zijn, allen zich medeverantwoordelijk voelen en er gezamenlijk in een zelfde richting wordt gewerkt. o
o
45
Iedere dak- en thuisloze zet zich actief in om samen met de genoemde instellingen een individueel plan op maat voor zichzelf te realiseren. o Iedere dak- en thuisloze zet zich in om het hoogst haalbare te bereiken binnen de piramide van opvang naar werk en op het gebied van wonen. o Ook bij sanctiemaatregelen of schorsingen wordt binnen de individuele keten ervoor gezorgd dat er altijd iemand is, waarbij de dakloze terecht kan en die ook zelf contact blijft houden met de dakloze. o Terugval en uitval kan voorkomen inherent aan de problematiek van deze doelgroep. Echter indien bij herhaling blijkt dat de wil en de inzet ontbreek, dan kan korting op de uitkering als sanctie worden ingezet. Zorg voor doorvertaling van dit beloningsbeleid binnen gemeenten, door in de interne samenwerking binnen de gemeente een koppeling tot stand te brengen tussen o.a. WMO, WIZ en Schuldhulpverlening. Zet het beloningsbeleid van gemeenten en instellingen voor externen helder, kort maar krachtig en leesbaar voor ‘Jan met de pet’ op papier en op de websites. o
o
o
2. Breng dagloonprojecten gefaseerd naar dezelfde uurvergoeding De EKT1 die het Exodus Programma en dus geen vergoeding ontvangen, worden daarom niet meegenomen in dit voorstel. Projecten waaraan nog geen dak- en thuislozen deelnemen worden niet in dit voorstel betrokken, daar met deze instellingen hierover door gemeenten (nog) geen afspraken zijn gemaakt m.b.t. de doelgroep dak- en thuislozen. Danwel dat er (nog) geen subsidierelatie tussen de instelling en de gemeente bestaat. Dat betreft Spoor 11 van Aan de Slag, het ICT Lab, Activeringscentrum Doen Ja!, De Kringloop in Alphen aan den Rijn, Kringloopbedrijf het Warenhuis in Leiden en de Kringloopwinkel van de Brug in Katwijk. Uitgangspunt blijft de maximale toegestane vergoeding van € 1500,00 per jaar. Belangrijk is gebleken dat er een opbouw mogelijk moet zijn in het aantal dagdelen per week tot een maximum van een ervaringsgemiddelde van 30 daadwerkelijk gewerkte uren per week. De ervaring leert dat er nogal wat ziekteverzuim plaatsvindt enerzijds en tijd voor scholing wordt ingeruimd anderzijds. Op jaarbasis gaan we uit van 1200 gewerkte uren. We stellen voor uit te gaan van een zelfde uurvergoeding van € 1,25 per daadwerkelijk gewerkt uur voor alle dagloonprojecten vast te stellen. Op basis van 1200 gewerkte uren per jaar gaat het om het maximaal toelaatbare bedrag aan vergoedingen van in totaal € 1500,00 per jaar. We kiezen voor een zelfde uurvergoeding voor alle projecten omdat je in het begin daklozen trekt met geld voor dagloonprojecten. Zijn ze wat verder dan gaat het de dakloze niet meer alleen om het geld, het gaat dan ook om beloning in natura, resultaat in de doorstroom en op het gebied van wonen. Zie ook 4.2.2. We stellen voor 2011 te nemen als overgangsjaar. Er is een groot verschil tussen de huidige uurvergoeding van € 2,50 bij de Zaak c.q. de € 3,00 bij de veegploeg en de voorgestelde uurvergoeding van € 1,25. EKT2 en het Klussenteam zitten momenteel op een uurvergoeding van € 1,36. We stellen daarom voor het uurloon bij genoemde projecten in twee tussenstappen terug te brengen naar de nieuwe uurvergoeding. Op dezelfde wijze de uurvergoeding voor het DAC in twee stappen te verhogen tot de voorgestelde uurvergoeding van € 1,25. Invoeringsdata 1 september 2011 en 1 januari 2012, of zoveel eerder als realiseerbaar is voor de betrokken instellingen. 3. Intensiveer het belonen in natura Zoals ook al in de conclusies is aangegeven zijn naast een financiële vergoeding vergoedingen in natura essentieel. We stellen voor naast de regulering van de financiële vergoe-
46
dingen die voor een aantal daklozen een teruggang betekent, de beweging naar een volgende stap die we van daklozen verwachten, te realiseren door de vergoedingen in natura verder uit te bouwen. We stellen voor de beloning in natura toe te spitsen op gezondheid o.a. sport en bewegen, ondersteuning bij het vinden van woonruimte en werkkleding. We komen tot deze keuze, omdat gezondheid sowieso de basis vormt en wonen en werken de uitgangspunten van de daklozen zijn. Zoals eerder aangegeven ervaren daklozen ondersteuning bij het zoeken naar een eigen woonruimte en het oplossen bij de daarbij voortkomende belemmeringen een vorm van beloning in natura evenals de ondersteuning op weg naar werk. Beide onderwerpen worden in dit advies geoptimaliseerd zoals hier bij punt 1 is aangegeven. Bezie wat betreft wonen daarnaast samen met betrokken instellingen, mogelijk ook de corporaties en een afvaardiging van de verslaafden, hoe de scheiding van verslaafden en ex- of niet verslaafden, kan worden gerealiseerd op het terrein van nachtopvang, eigen woonruimte en maaltijden. In dagloonprojecten is die scheiding binnen de projecten zelf al gemaakt, echter niet altijd wat betreft de uitvoering van de klus. Zo zou er nog een scheiding gemaakt kunnen worden bij de veegploeg, door de veegploeg+ projecten buiten de binnenstad te houden zodat de doelgroep niet meer direct in contact staat met verslaafden en dealers. De realisatie van die scheiding zou zoveel mogelijk met gesloten beurzen, dan wel met lage kosten gepaard dienen te gaan. Indien de scheiding van verslaafden en ex- of niet-verslaafden in nachtopvang eigen woonruimte en maaltijden kan worden gerealiseerd, dan zou de overgang naar een volgende locatie ook zeker als beloning in natura worden ervaren. In Limburg, betrokken bij ons onderzoek in 2008, bleek dat in ieder geval zo te werken. Met ondersteuning bij het vinden van woonruimte bedoelen we alle vormen van beloning in natura m.b.t. wonen, zie ook de tips in de hoofdstukken 3 en 4. Bij gezondheid stellen we voor te richten op de maaltijden, de kapper, de tandarts en op sport en bewegen. Wat betreft de maaltijden denken we aan de mogelijkheden voor een gratis ontbijt en een gratis warme maaltijd (als lunch of avondeten). Aan de ene kant van Leiden bij De Zaak en De Binnenvest b.v. de locatie van de veegploeg voor de verslaafden. Aan de andere kant van Leiden, b.v. bij het DAC of de DZB voor degenen die niet (meer) verslaafd zijn. Voorstellen die in die richting te gebruiken zijn, hebben al plaatsgevonden, b.v. een idee van Re-integratie Leiden is om te bezien of daklozen eenmaal per week een lunch bij de DZB zou kunnen worden aangeboden. We stellen voor dat de instellingen verzocht worden met een voorstel te komen op het onderwerp gezondheid, conform door het RK ZHN aan te geven randvoorwaarden. Wat betreft sport en bewegen wordt deelname aan de Dutch Homeless Cup gecontinueerd en kan b.v. de fitheidstest en de gezondheidscheck breder worden ingezet. We verwijzen voor de verdere invulling van het onderdeel gezondheid naar de tips in hoofdstuk 3 en 4. Wat betreft de werkkleding stellen we dat goede werkkleding essentieel is, zoals goede schoenen en een doorwerkjas. Voor de doelgroep is het daarnaast stimulerend als de werkkleding ook privé gebruikt mag worden, zodat je ook na het werk op goede schoenen loopt (en daklozen lopen veel) en een warme jas hebt (zeker als je buiten moet slapen). Uiteraard moet misbruik ervan worden voorkomen, daarom stellen we voor dat de regels hieromtrent met de werkmeesters samen worden opgesteld. Voor meer tips zie hoofdstuk 3.4.2. We stellen voor de bij het onderdeel financiële vergoedingen genoemde invoeringsdata van 1 september 2011 en 1 januari 2012, ook te hanteren bij de vergoedingen in natura om het Regionaal Kompas en de betrokken instellingen de mogelijkheid te bieden de beloningen in natura binnen hetzelfde tijdpad te realiseren.
47
4. Stel een calamiteitenpot in Uit deze calamiteitenpot kan sleutelgeld voorgeschoten worden bij particulier woningbezit en zo nodig bij corporatiewoningen in de regio. In Leiden wordt door de corporaties geen sleutelgeld gevraagd. Daarnaast kan vanuit de calamiteitenpot huisuitzetting worden voorkomen en het opvragen van eerdere diploma’s worden gefinancierd. Het is deels een voorfinanciering want de dakloze betaalt het terug in termijnen, dat kan via inhouding op de uitkering. De calamiteitenpot zou kunnen worden gefinancierd vanuit de bijzondere bijstand en worden beheerd door de uitkeringsverstrekker, de casemanager van WIZ. 5. Wissel bestaande premies in voor realisatie advies Zet de bestaande premies die door de gemeenten Leiden, Katwijk en Alphen aan den Rijn worden gehanteerd, geheel of gedeeltelijk concreter in ter stimulering van doorstroom op de participatieladder en uitstroom van de doelgroep naar regulier werk. Denk daarbij bijvoorbeeld aan financiering van onderdelen van de calamiteitenpot, zoals het opvragen van eerder behaalde diploma’s en het realiseren van de bovenstaande ideeën omtrent verbreding van beloning in natura, zoals het verschaffen van werkkleding en werkschoenen.
7.2. Advies randvoorwaarden 1. Zorg voor een sluitende aanpak van opvang naar werk o
o
o
Het Regionaal Kompas Zuid-Holland Noord (c.q. de gemeente Leiden) neemt de voorwaarde op in de subsidievoorwaarden om te komen met/tot een gezamenlijke, sluitende aanpak en honoreert projectaanvragen uitsluitend indien ze minimaal aan deze voorwaarde voldoen. Dit blijkt succesvol te zijn in Groningen. Kies voor coördinatie op wonen en werken en verwerk dit in de ketenaanpak van opvang naar werk. Dit betekent in de ketensamenwerking: o op managementniveau: gedragenheid van geformuleerde uitgangspunten o op uitvoerend niveau. Denk hierbij o.a. aan begeleiders (van de dagloonprojecten) en consulenten (van het bemiddelingsbureau) door casebespreking op individueel niveau met de betrokken dakloze erbij over de volgende stap. o dat de huidige werkgroep activering van het Regionaal Kompas het management ondersteunt door hiaten, knelpunten en voorstellen ter verbetering te bespreken. o dat Leiden de organisaties faciliteert bij de verdere vormgeving van de keten en gebruikt hierbij de werkgroep activering en de werkgroep pga als platform door het gezamenlijke probleem, de aanpak en voorstellen m.b.t. de keten (uit dit onderzoek en nog niet genoemde van de partners zelf) te bespreken c.q. de werkgroepen voorstellen te laten doen. o dat daarbinnen de groep verslaafden en de groep niet- of ex-verslaafden apart worden gehouden conform advies van organisaties en daklozen zelf, maar dat de overstap van de ene naar de andere groep mogelijk gemaakt moet worden als dat kan. Realiseer (meer) plusprojecten om de overstap naar de volgende stap op de piramide spoeler te laten verlopen. Suggesties hiervoor: o vanuit de veegploeg is genoemd een veegploeg op het waterproject en onderhoud van speeltuinen.
2. Verbeter en vernieuw overige randvoorwaarden o o
Realiseer een informatiefolder voor de doelgroep en hun begeleiders. Suggesties hiervoor staan vermeld in hoofdstuk 4.3.2. Zet wederzijdse deskundigheidsbevordering in voor betrokkenen vanuit instellingen en gemeenten op beleids-, management- en uitvoerend niveau en voor de daklozen zelf. Denk daarbij aan:
48
de folder met de mogelijkheden op alle gebieden over en voor daklozen en instellingen o info op de diverse niveaus over wat iedere organisatie doet, hoe de keten in elkaar zit, wat je aan elkaar kan hebben en waar iedere organisatie in de keten zit en waarom o wat betekent “de klant centraal” voor het klantcontact en het proces op organisatieniveau en in de keten? o hoe handel ik vanuit de kracht/wat iemand kan in plaats vanuit de belemmeringen? o De Dag van de Activering die daklozen, de gemeente Utrecht en de instellingen samen georganiseerd hebben is een goed voorbeeld van wederzijdse deskundigheidsbevordering. o De Toolbox stimulerende maatregelen is ontwikkeld door de gemeente Rotterdam om alle betrokken professionals bekend te maken met de diverse mogelijkheden. Als voorbeeld van deskundigheidsbevordering is deze Toolbox interessant voor het RK ZHN. Ga slimmer om met bestaande mogelijkheden, zoals: o meer en breder inzetten van Kringloopcentra in Leiden, Alphen aan den Rijn, Katwijk en de onlangs geopende in Voorschoten, door met hen afspraken te maken over: o doorstroomtrajecten van activering t/m werkervaring; kringloopcentra zijn bereid daar over te praten o goedkoop meubels, kleding, huisraad daar kunnen kopen o daklozen er op wijzen bij inrichting woning o klussen ervoor laten doen en van dat geld als eerste kunnen kopen in het Kringloopwinkel. o breder inzetten/inkopen voor de hele regio bij ‘Dressed for succes’ voor een sollicitatie e.d.. o tips ‘belonen in natura’ gebruiken. o resultaten RK ZHN congres 2009 van werkgroepen en algemeen deel gebruiken. Maak zichtbaar wat er met zeer concrete adviezen (instellingen en daklozen) en met conclusies gebeurt. Zoek creatieve oplossingen voor de hoge schulden van de doelgroep aan de gemeente. o
o
o
7.3. Buiten het directe kader van dit onderzoek 1. Huurschuld: zet snel persoonlijk contact in Uit preventief oogpunt adviseren we dat de woningcorporaties al na 3 maanden huurachterstand persoonlijk op bezoek gaan bij de huurder, om inzicht te krijgen in de achtergrond en samen naar oplossingen te zoek, o.a. automatische maandelijkse afschrijving of maandelijkse incasso van de huur door de corporatie. Mocht dit niet tot resultaten leiden, nog voordat tot huisuitzetting wordt overgegaan een tweede gesprek te voeren en de ernst van de situatie weer mondeling te bespreken met de huurder in de zin van ‘wat gaat u doen als u volgende week op straat staat’ en dezelfde mogelijkheden voor incasso aanbieden. Mocht ook dat niets opleveren, dan door degene die de daadwerkelijke huisuitzetting uitvoert een folder te laten overhandigen waarin tips staan voor als je je huis wordt uitgezet. Op deze folder is ingegaan in hoofdstuk 7.2.
49
8.
SAMENVATTING
8.1. Opdracht Het Regionaal Kompas Zuid-Holland Noord (RK ZHN) wil dak- en thuislozen voldoende samenhangende mogelijkheden bieden voor activering van opvang naar werk. Een financiële vergoeding of een vergoeding in natura stimuleert de doelgroep om deel te nemen aan activeringstrajecten. Centrumgemeente Leiden heeft Bureau De Laat opdracht gegeven om een onderzoek uit te voeren naar een samenhangende en stimulerende beloningssystematiek en er een advies aan te koppelen.
8.2. Uitvoering onderzoek Er zijn twee vragenlijsten opgesteld, een voor gemeenten en instellingen en een voor de doelgroep. Er hebben gesprekken plaats gevonden met beleidsmedewerkers, medewerkers van betrokken instellingen op management- en uitvoerend niveau, dak- en thuislozen en de gemeenten Groningen, Utrecht en Rotterdam. Relevante rapporten, onderzoeken en andere documenten zijn verwerkt.
8.2.1. Huidige beloningsstructuur Beleid beloningsstructuur 15 gemeenten RK ZHN De gemeenten Leiden, Katwijk en Alphen aan den Rijn hebben hun beleid t.a.v. beloning vastgelegd in de vorm van een premieregeling, onkostenvergoeding en/of een vrijwilligersvergoeding. De andere 12 gemeenten binnen de regio Zuid-Holland Noord hebben geen eigen beleid ontwikkeld. Zij verwijzen naar Leiden als centrumgemeente voor zowel het beleid als de uitvoering en richten zich op preventie. Beleid en uitvoering beloningsstructuur instellingen Binnen dit onderzoek is ‘opvang’ buiten beschouwing gelaten, omdat het onderzoek zich richt op de beloningstructuur van activiteiten vanaf stap 2 ‘ activering’. Iedere instelling heeft wel een eigen beleid ontwikkeld ten aanzien van financiële vergoedingen en vergoedingen in natura. Geen enkele instelling heeft dit beleid schriftelijk vastgelegd. De financiële vergoedingen voor de doelgroep bij de dagbesteding, dagloonprojecten, arbeidsgewenning- en werkervaringsprojecten, variëren van geen vergoeding tot 3 euro per uur. Geen financiële vergoedingen bij EKT1 vanwege het door deelnemers gevolgde Exodus programma. Geen uurvergoeding bij de Kringloopwinkel van de Brug (wel korting op de spullen onder bepaalde voorwaarden) en geen uurvergoeding bij het Project Reïntegratie Katwijk (wel financiële bijdrage inrichting woning en beoefenen van een sport). Alle andere activiteiten van activering naar werk hanteren wel een financiële vergoeding, de een per uur de ander per dagdeel of per dag. Uitbetaling vindt per dagdeel, per dag of per maand plaats. Dagdelen omvatten 2,5 dan wel drie uur. Bij de een zit de lunchpauze er in, bij anderen niet. Om de financiële vergoedingen vergelijkbaar te maken zijn ze allemaal omgerekend naar uurvergoedingen, zonder lunchpauze. De laagste uurvergoeding bedraagt € 0,50 (DAC), de hoogste € 3,00 (veegploeg). Het scala aan beloningen in natura op de volgende leefgebieden is breed en divers: Huisvesting; nachtopvang (gratis slaapplek, gratis postadres, klussen doen in ruil voor), woning (hulp bij het zoeken van woning, woning als beloning, voorschot sleutelgeld, voorschot ter voorkoming huisuitzetting, bereikbaar zijn begeleider), inrichten woning (eerste keus binnenkomende spullen Kringloopwinkel, korting bij Kringloopwinkel, hulp bij verhuizing, overgebleven klusmateriaal ter beschikking stellen). Dagbesteding (hobby’s/sport/opleiding/cursus/werkervaringplek/(betaald) werk); deelname aan Dutch Homeless, gratis sporten, - sportkleding, - koffie/thee met iets lekkers erbij, certificaat halen, opleiding en reiskosten betalen, een fiets (van Kringloopwinkel) i.p.v. strippenkaart, werkkleding, sollicitatiekleding
50
Zingeving door iemand serieus te waarderen, iets te drinken krijgen van bewoners, peptalk, bedankt te worden, kaartje sturen bij bepaalde gelegenheden, meer verantwoordelijkheid krijgen Functioneren (psychisch/lichamelijk/sociaal/praktisch): deelnemen aan dagbesteding, mensen opzoeken als ze niet op komen dagen, in beweging zijn/sporten, goedkope kapper, gratis gebruik douches en wasmachine/wasserij, een warme/koude lunch of boterham, iemand wegbrengen naar de afkickkliniek.
Wat vinden de dak- en thuislozen zelf? Gesproken is met dak- en thuislozen die de stap naar activering al gemaakt hebben: 1. Hun focus/droom is gericht op een eigen woonplek en een reguliere baan, daarna een levenspartner vinden. Door verslaafden wordt aangegeven dat drugs en alcohol dan teruggedrongen of afgezworen dienen te worden. 2. In het stadium van activering gaat het niet meer alleen om de financiële beloning, hulp bij het verwerven van een eigen woonplek en ondersteuning op weg naar een reguliere baan wordt even belangrijk gevonden.
8.2.2. Successen, knelpunten en oplossingen Gemeenten Successen Financiële vergoedingen zijn belangrijk Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van de premies en vrijwilligersvergoedingen Activeringsaanpak werkt goed wat betreft empowerment van de doelgroep Het met elkaar bedenken en uitvoeren van activiteiten staat centraal Preventie is belangrijk en daar wordt door de meeste gemeenten op ingezet Vragen, knelpunten en oplossingen Zijn medewerkers van de instellingen op de hoogte van vergoedingen en premies? Samenwerking afdeling beleid en sociale zaken binnen gemeenten verbeteren. Limiet stellen aan duur deelname; bij volgende stap horen andere stimuleringsmiddelen. Beleid is er op gericht dat activering leidt tot deelname aan de arbeidsmarkt. Vraag is of het als geheel succesvol is. Een postadres in de regiogemeenten is mogelijk en heeft voordelen. Instellingen Het management van instellingen Successen Doelgroep binnen hebben, structuur kunnen bieden, met hen kunnen werken aan hun maatschappelijk herstel. Voor een groot deel het maximaal haalbare. Kleiner deel heeft voldoende competenties. Combinatie werkervaring en vakopleiding is succesvol. Proefstages goed hulpmiddel om werkgevers over de streep te krijgen. Vruchtbare samenwerking tussen de DZB, Visie-R en ROC Leiden. Nauwe samenwerking tussen sociale zaken, de Kringloopwinkel, Project Reïntegratie Katwijk en De Brug zorgt ervoor dat behandeling en dagbesteding/activering goed op elkaar afgestemd zijn. Hulp bieden bij het vinden van eigen woonruimte een geweldig beloning. Knelpunten en oplossingen Onvoldoende doorstroom. Vooraf met iedere dakloze een individueel plan maken, daarin de daklozen motiveren om een nieuw perspectief te kiezen richting maatschappelijk herstel. Dit traject goed volgen en faciliteren; wel een individueel investeringsbudget nodig. Uitval vindt plaats op verslaving, wonen, werken, relatie, financiën (o.a. huurschuld) en zingeving. Hoofdzaak is de verslaving echt aan te pakken. Voor een aantal is activeringsproject het eindstation. Het hier op politiek - en beleidsniveau met alle partners over eens zijn.
51
Goede contacten met het bedrijfsleven, deze stelt hoge eisen (fysiek en mentaal) aan de daklozen. Dit past niet bij de doelgroep, kan middels gratis proefwerken en doorbetalen dagloon mogelijk worden opgelost. Mensen moeten een wooncarrière kunnen maken. De keten RK ZHN is niet sterk wat betreft het aanbieden van gezamenlijke projecten, het gezamenlijk financieren van projecten, het delen van financiën met partners die een onderdeel uitvoeren, het laten doorstromen van deelnemers. Oorzaken zwakke keten: men denkt eerst aan de eigen organisatie, geheel aan financieringsmogelijkheden is complex, instellingen houden zich niet aan hun core business vinden managers van elkaars instellingen en de eigen organisatie doet het goed, verschillende visies over de routing en de coördinatie op individuele klanttrajecten. Oplossingen: gemeente pakt haar regierol en maakt resultaatafspraken, geld moet niet leidend zijn voor denken en handelen, uitzoeken hoe alle financieringsstromen in elkaar zitten en/of in een gezamenlijk financieringspot onderbrengen, duidelijke routing voor klanten, helderheid over de regisseur, werkwijze trajectplannen samen bepalen, bepalen wat ieders core business en plaats binnen de keten is, training en informatieoverdracht voor alle relevante medewerkers, zorgmijders beter in beeld krijgen, zo nodig sancties inzetten.
Werkmeesters, coaches, activiteitenbegeleiders Successen Een bootjesproject opgezet vanuit de veegploeg. Een veegploeg+ voor het onderhoud van speeltuinen. Zelfredzaamheid, jezelf ontwikkelen en verantwoording nemen voor eigen beslissing. Knelpunten Instroom stagneert Dagelijks meer gegadigden dan plekken, aantal deelnemers loopt kantjes ervan af Niemand heeft een trajectplan. De schulden die veel daklozen hebben zijn enorm. De beloning binnen de keten, of het ontbreken daarvan, is niet altijd logisch. De doorstroom/sluitende overgang komt niet op gang. Bootjesproject had een intern plusproject kunnen worden. Oplossingen Instellingen dwingen om per deelnemer een individueel traject uit te zetten, te overleggen over aanpak en begeleiding, de dakloze daarin betrekken. Daklozen verplichten iets te doen voor de uitkering en leren dat WERKEN LOONT! Iets leuks samen doen, aandacht geven, leren dat netwerken helpt. Er is een pot nodig voor kleine calamiteiten. Een overzicht van alles wat er op het gebied van premies is en hoe je het aanvraagt, vergoedingen stroomlijnen en beter doorlichten van het totale pakket Doorgroeimogelijkheden ook intern aanbieden en benoemen. Weinig begeleiders met kennis van de doelgroep, opleiden van ervaringsdeskundigen tot werkmeester. Het aantal beschikbare woonruimtes voor daklozen uitbreiden. Nazorg, vooral voor hen die net zijn afgekickt. Deelnemers Successen Je bent (buiten) bezig, daardoor komt er weer regelmaat in je leven, kun je geen verkeerde dingen doen en het is goed voor je hoofd en voor je lijf, je bent even niet met je verslaving bezig en je komt erachter wat je allemaal wel kunt, je hebt weer collega's waar je bij terecht kunt, je hebt geld en daar kun je schulden van betalen, je kunt het gat in je cv dichten, je kunt uitzoeken wat je leuk vindt, waar je goed in bent, je leert een vak, krijgt de kans je oude vak weer op te pakken. Als je afgekickt bent, helpt de dagbesteding enorm om niet weer terug te vallen. Persoonlijk contact met de werkmeesters (zijn goed maar wel streng), door hen niet gezien worden als dakloze, maar als iemand van de werkploeg. Waardering, dat wij op straat de rommel opruimen. De gezamenlijke lunch, de ‘On the road/off the road’ kalender van de Binnenvest, de Dutch Homeless Cup
52
Knelpunten en wensen vanuit de deelnemers liggen op het terrein van warme maaltijden, kapper, tandarts, voetbal, ondersteuning bij terugval in de verslaving, schulden, preventie bij huisuitzetting, folders, persoonlijke aanpak, warme overdracht, eigen woning, baan, vergoedingen, uitbreiding dagloonplekken, opbouw moeilijkheidsgraad, deelcertificaten/diploma’s, landelijke eigen bijdrage, doorstroom. Oplossingen van de daklozen zijn de deskundigen verplichten om ook naar hen te luisteren en OP MAAT een vervolgstap voor hen proberen te zoeken.
8.2.3. Activerend beleid daklozen Groningen, Utrecht, Rotterdam Groningen Groningen heeft meer dan tien jaar ervaring met de bestrijding van dak- en thuisloosheid. Uitgangspunten: alle burgers doen mee aan de samenleving, iedereen doet maatschappelijke activiteiten,verantwoording niet wegnemen bij de dakloze, het cliëntperspectief is leidend voor de dienstverlening, binnen een jaar heeft de dakloze een woning. De aanpak kent de volgende elementen Centrumgemeente Groningen voert de regie en legt vragen neer bij de keten. Keten is verplicht om samen te werken; in de subsidieverordening opgenomen. Stichting Huis huurt van de woningbouwcorporatie; iedereen binnen een jaar een woning. Afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid is actief en pakt haar taak breed op. Individueel trajectplan wordt door de partners onderling opgesteld, de dakloze zit er steeds bij en praat mee. Stichting Huis is leading. Een derde partij komt erbij op onderdelen. Succesfactoren in Groningen zijn de eigen woning, de eenduidige/uniforme (jarenlange) werkwijze, de opbouw van onderaf samen met ketenpartners, de duidelijke visie van de gemeente, die zowel politiek als ambtelijk wordt uitgedragen, positieve publiciteit. Utrecht Hoofddoel binnen het Stedelijk Kompas: iedere dak- en thuisloze onder dak en in de zorg in 2010. Er heeft een cultuurverandering plaats gevonden onder de ketenpartners, met als besluit om voortaan uit te gaan van de mogelijkheden van de deelnemers in plaats van de beperkingen. In een convenant is opgenomen dat iedere cliënt van de MO- en OGGZ/GGZ instellingen participeert in een zinvol op maat ingevuld traject, partijen passen werkwijzen aan c.q. richten organisatievormen in om dit te realiseren. Het participatie-, activerings- en reintegratie aanbod richt zich niet alleen op herstel van de cliënt, maar wordt ook doorontwikkeld tot een toegankelijk en vraaggericht aanbod; een cliëntenpanel richt zich op de ontwikkeling hiervan. De vergoedingen voor werkprojecten, dagbesteding en activering variëren van € 0,00 tot maximaal € 4,50 per uur; op jaarbasis van € 600,00 tot € 1500,00. Organisaties die geen financiële vergoeding geven bieden een vergoeding in natura. Voor activiteiten gericht op vrije tijd, basisactivering en om klussen in en om het pand wordt geen vergoeding aangeboden. Plan om de harmonisatie vorm te geven door duidelijke keuzes te maken bij welke werkzaamheden er wel/geen vergoeding tegenover staat en het bestaande vrijwilligerswerk in te delen in drie of vier gradaties met ieder een eigen beloning. Rotterdam De vergoeding is van € 15,00 naar € 3,00 per dag teruggebracht. De dagloonregeling was ingezet als een tijdelijke regeling, gefinancierd vanuit de WWB, € 15,00 per dag en per jaar € 1.500,00. Uit registratie bleek dat sommige deelnemers op verschillende projecten zaten en er sprake was van rechtsongelijkheid tussen deze klanten en de overige klanten van SoZaWe. De dagloonregeling bleek een “gouden kooi”. Vergoedingen in natura zijn o.a. gezamenlijk eten, pakje shag en bonnen voor Mac Donalds. Besloten is dat iedereen gelijk wordt behandeld. Het maximum van € 1.500,00 per jaar is m.i.v. 1 januari 2010 afgebouwd tot niveau onkostenvergoeding sociale activering en mantelzorg (€ 765,00).
53
Om te voorkomen dat de keten vastloopt en cliënten in een suboptimale leefsituatie blijven steken is organiseren van doorstroming belangrijk. Samenwerking over de grenzen van instellingen en gemeentelijke diensten heen is daarvoor nodig. Er is een Toolbox “Stimulerende maatregelen voor de doelgroep Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang” samengesteld en bedoeld om de mogelijkheden bij alle professionals bekend te maken.
8.3. Conclusies Beloningsstructuur 1. Drie van de 15 gemeenten voeren een eigen beloningsbeleid; Leiden, Katwijk en Alphen aan den Rijn hebben eigen beleid en organisaties die zich op de doelgroep richten. Alle andere gemeenten richten zich naar Leiden als centrumgemeente. 2. Beloningsbeleid instellingen is intern helder, maar niet open en transparant vastgelegd. 3. Doel daklozen: eigen woonplek en regulier werk 3.a. Wooncarrière kunnen maken als dakloze Wooncarrière maken is niet altijd even gemakkelijk. Ondersteuning gericht op een wooncarrière, wordt door daklozen erg gewaardeerd en gezien als beloning in natura. 3.b. Werkcarrière van opvang naar werk Doorstroommogelijkheden beperkt, geen tot onvoldoende aandacht voor vroegere beroepservaringen, persoonlijke kwaliteiten, mogelijkheden en wensen van de daklozen zelf. Maatwerk ontbreekt, waardoor onnodig terugval en uitval plaats vindt met regelmatig korting op de uitkering. Daklozen vinden dat professionals van alle betrokken instellingen gedwongen moeten worden om samen te werken en maatwerk te leveren. 4. Uitgangspunt beloningsstructuur: combinatie in geld en in natura. Belonen wordt door de daklozen als stimulerend ervaren. Beloning in geld om eten en shag te kopen, voor afbetaling van schuldsanering, slaapplek en postadres, drugs en alcohol. Bij beloningen in natura gaat het vooral om de gratis maaltijden, werkkleding, hulp bij het verwerven van een eigen woonruimte en ondersteuning op weg naar werk. 5. Activiteiten van activering naar werk worden zowel in geld als in natura verschillend beloond. Uitgangspunt in geld is € 1.500,00 op jaarbasis. De vergoedingen bij de dagloonprojecten variëren van € 0,00 tot maximaal € 15,00 per dag, van € 0,50 tot € 3,00 per uur, dagdelen van 2,5 uur of 3 uur, vergoedingen per dagdeel van ieder van € 7,50; of werkdag van 6 uren, inclusief lunchpauze, met een vergoeding per dag van € 7,50. Ook in natura grote verschillen. Van een koffiebon per uur tot iedere dag een goede lunch, een warme maaltijd of een broodje, bij de werkkleding gaat het om een oranje veiligheidsvest tot schoenen en een werkbroek. De verschillen in beloning hebben geen relatie met de opbouw in moeilijkheidsgraad, opbouw in dagdelen, inzet van de deelnemer en hebben een remmende werking op de doorstroom naar een volgende stap op weg naar werk. Randvoorwaarden 6. Een sluitende aanpak van opvang naar werk t.b.v. de werkcarrière van daklozen. Er blijkt een grote betrokkenheid met/bij de doelgroep maar de sluitende aanpak is niet gerealiseerd. Ondanks dat door alle betrokken organisaties in 2008 de bereidheid is uitgesproken om mee te werken aan een sluitend aanbod en concreet met de deelnemers aan de slag te gaan met als slogan “We moeten het gewoon samen gaan doen”. 7. Kennis ter ondersteuning daklozen. De directe begeleiders en de daklozen zelf kennen niet alle in te zetten mogelijkheden en weten onvoldoende bij wie je waarvoor moet zijn. Er is behoefte aan info hierover op papier in een leesbare stijl voor ‘Jan met de pet’. 8. Verslaafden en ex- of niet-verslaafden scheiden. Zowel door de directe begeleiders als door de verslaafden zelf wordt benadrukt dat als je bent afgekickt, of als je nooit verslaafd bent geweest, je niet in de buurt moet komen van voorzieningen voor verslaafden. Het risico is te groot voor (terug)val in de verslaving.
54
Buiten het directe kader van dit onderzoek Huisuitzetting en wat nu? Uit de gesprekken met de daklozen blijkt dat het pas op het moment dat ze daadwerkelijk hun huis worden uitgezet beseffen dat ze geen dak meer boven hun hoofd hebben. Met eenvoudige ingrepen valt nog een wereld te winnen zowel in preventieve zin als direct na huisuitzetting.
8.4. Advies Advies beloningsstructuur 1. Herzie het bestaande beloningsbeleid. De klant staat centraal is het uitgangspunt binnen het Regionaal Kompas Zuid-Holland Noord. Concreet betekent dit eigen woonruimte en werk als uitgangspunt! Kies voor regie op wonen en werken: activeringstrajecten zijn leidend, hulpverlening is ondersteunend aan dit doel. Verwerk dit in de ketenaanpak van opvang naar werk. Benoem de wederzijdse verwachtingen van klanten, gemeenten en instellingen. 2. Breng dagloonprojecten gefaseerd naar dezelfde uurvergoeding. Uitgangspunt de maximale toegestane vergoeding van € 1500,00 per jaar op basis van 1200 gewerkte uren d.w.z. € 1,25 per uur voor alle dagloonprojecten. Neem 2011 als overgangsjaar en breng in twee tussenstappen het uurloon terug of verhoog per 1 september 2011 en 1 januari 2012 of zoveel eerder als haalbaar is. 3. Intensiveer het belonen in natura. Vergoedingen in natura verder uitbouwen en toespitsen op gezondheid, ondersteuning bij vinden van woonruimte en werkkleding. Bezie hoe de scheiding van verslaafden en ex- of niet-verslaafden kan worden gerealiseerd op het terrein van nachtopvang, eigen woonruimte en maaltijden. Bij gezondheid richten op de maaltijden, de kapper, de tandarts en op sport en bewegen op basis van een voorstel door de instellingen, rekening houdend met door het RK aan te geven randvoorwaarden. Goede werkkleding is essentieel en stimulerend als werkkleding ook privé gebruikt mag worden. Regels ter voorkoming van misbruik samen met de werkmeesters opstellen. Hanteer invoeringsdata 1 september 2011 en 1 januari 2012 bij de vergoedingen in natura. 4. Stel een calamiteitenpot in. Hieruit kan o.a. voorschotten worden betaald, huisuitzetting worden voorkomen, opvragen van eerdere diploma’s worden gefinancierd. Deels een voorfinanciering, de dakloze betaalt het terug in termijnen via inhouding op de uitkering; financiering vanuit de bijzondere bijstand en beheer door de uitkeringsverstrekker. 5. Wissel bestaande premies in voor realisatie advies. Gebruik de bestaande premies geheel/gedeeltelijk voor instellen van calamiteitenpot en realiseren van de bovenstaande ideeën gericht op werk. Advies randvoorwaarden 1. Zorg voor een sluitende aanpak van opvang naar werk o Regionaal Kompas Zuid-Holland Noord (c.q. de gemeente Leiden) neemt de voorwaarde op in de subsidievoorwaarden om te komen met/tot een gezamenlijke, sluitende aanpak en honoreert projectaanvragen uitsluitend indien ze minimaal aan deze voorwaarde voldoen. o Kies voor regie op wonen/werken en verwerk dit in ketenaanpak van opvang naar werk. o Realiseer (meer) plusprojecten om doorstroom soepeler te laten verlopen. 2.
Verbeter en vernieuw overige randvoorwaarden o Realiseer een informatiefolder voor de doelgroep en hun begeleiders. o Zet wederzijdse deskundigheidsbevordering in voor betrokkenen vanuit instellingen en gemeenten op beleids-, management- en uitvoerend niveau en voor de daklozen zelf. o Ga slimmer om met bestaande mogelijkheden, zoals maaltijdverstrekking.
55
o
Zoek creatieve oplossingen voor de hoge schulden van de doelgroep aan de gemeente.
Advies buiten het kader van dit onderzoek Huurschuld: zet snel persoonlijk contact in uit preventief oogpunt.
56
Bijlage 1: Vragenlijst onderzoek beloningsstructuur gemeenten/instellingen REGIONAAL KOMPAS ZUID-HOLLAND NOORD SAMENHANGENDE BELONINGSSTRUCTUUR VOOR DAK- EN THUISLOZEN EN ZIJ DIE DAT DREIGEN TE WORDEN VRAGENLIJST GEMEENTEN EN INSTELLINGEN RK ZHN 1.
2.
3.
4.
5.
Is er een vastgesteld beleid t.a.v. de beloningsstructuur voor dak- en thuislozen en/of andere doelgroepen? a. Zo ja, document digitaal willen ontvangen b. Zo nee, waarom is het er niet c. Is een gezamenlijk RK beleid zinvol of niet en wil men er aan meewerken. Bestaande vergoedingen ingedeeld conform de piramide van opvang naar werk. a. Financiële vergoedingen: 1. Toelichting per activiteit of doelgroep 2. Financiering en financier. b. Vergoedingen in natura: 1. Gericht op wonen: 1. met klussen overnachting verdienen; 2. organisatie/begeleiding naar b.v. sociaal pension of Koconwoning. 2. Gericht op gezondheid: 1. ontbijt bieden voorafgaand aan gezamenlijke klus, 2. of lunch- dinerbonnen verdienen d.m.v. klussen. 3. Gericht op schuldsanering: 1. huurschuld betalen met terugbetaalregeling. 4. Gericht op welbevinden: 1. betalen kapper, kleding, schoenen d.m.v. klussen. 5. Gericht op dagbesteding c.q. activering en volgende stap in de piramide: 1. tandartsbezoek betalen indien noodzakelijk op weg naar werk 2. werkkleding bieden behorende bij de uit te voeren klus 3. reiskosten bieden b.v. bij deelname aan cursus 4. individuele begeleiding; cursussen en opleidingen op weg naar werk. 5. stage bieden/regelen. 6. Gericht op zingeving: 1. particuliere tuinen onderhouden voor anderen b.v. ouderen 2. onderhouden van openbare ruimte. Daardoor gezien worden door de maatschappij, in positieve zin welteverstaan, b.v. lintje van de burgemeester. Daardoor de verbinding met de maatschappij weer tot stand brengen: maatschappelijke participatie, herstel sociale netwerken Succesverhalen. a. Succesverhalen van medewerkers, doelgroep, politiek. b. Welke organisaties/gemeenten binnen en buiten RK ZHN met succesverhalen m.b.t. uitvoering en/of beleid beveelt u aan (incl. contactgegevens). Knelpunten en hiaten in de huidige aanpak. a. Knelpunten/hiaten: 1. doorstroom wordt belemmerd door hoogte dagloonprojecten 2. financieel 3. in de toeleiding 4. in de samenwerking binnen de keten 5. anders, ….. b. Mogelijke oplossingen. Andere relevante punten.
57
Bijlage 2: Vragenlijst onderzoek beloningsstructuur voor de doelgroep REGIONAAL KOMPAS ZUID-HOLLAND NOORD SAMENHANGENDE BELONINGSSTRUCTUUR VOOR DAK- EN THUISLOZEN EN ZIJ DIE DAT DREIGEN TE WORDEN VRAGENLIJST DOELGROEP 1.
Aan welke activiteiten doe je mee bij De Zaak of bij andere organisaties?
2.
Welke vergoedingen kennen jullie? Hier volgen een aantal voorbeelden: a. Vergoedingen in geld, b.v. dagloon bij de veegploeg. b. Vergoedingen in natura: 1. Gericht op wonen: 1. met klussen overnachting verdienen; 2. organisatie/begeleiding naar b.v. sociaal pension; Koconwoning. 2. Gericht op gezondheid: 1. ontbijt bieden voorafgaand aan gezamenlijke klus, 2. of lunch- dinerbonnen verdienen d.m.v. klussen. 3. Gericht op schuldsanering: 1. huurschuld betalen met terugbetaalregeling. 4. Gericht op welbevinden: 1. betalen kapper, kleding, schoenen d.m.v. klussen. 5. Gericht op dagbesteding en activering: 1. tandartsbezoek betalen indien noodzakelijk op weg naar werk 2. werkkleding bieden behorende bij de uit te voeren klus 3. reiskosten bieden b.v. bij deelname aan cursus 4. individuele begeleiding; cursussen en opleidingen op weg naar werk. 5. stage bieden/regelen. 6. Gericht op zingeving: 1. particuliere tuinen onderhouden voor anderen b.v. ouderen 2. onderhouden van openbare ruimte. Daardoor gezien worden door de maatschappij, in positieve zin welteverstaan, b.v. lintje van de burgemeester. Daardoor de verbinding met de maatschappij weer tot stand brengen: maatschappelijke participatie, herstel sociale netwerken. Stimulering a. Wat en wie heeft je geholpen bij de eerste stap vooruit? b. Wat is belangrijk.
6.
7.
Succesverhalen. a. Succesverhalen van jullie, of van andere deelnemers, of dak- en thuislozen die je kent. b. Welke organisaties of gemeenten in de regio hebben succesvolle projecten volgens jullie?
8.
Zijn jullie tevreden over de huidige aanpak van de beloning? a. Wat gaat er volgens jullie goed in de beloning? b. Wat zien jullie als knelpunt? c. Hebben jullie ideeën hoe je knelpunten op kunt lossen?
9.
Zijn er andere punten over de beloning die jullie belangrijk vinden?
58
Bijlage 3: Overzicht gesprekspartners, organisaties in alfabetische volgorde Organisatie DOELGROEP RK ZHN Brijder De Zaak Cliëntenraad De Binnenvest
Naam Een medewerker van de wasserij Hans der Kinderen Maurice Bekkeringh
Deelnemerscommissie Movens Kringloopwinkel Katwijk Veegploeg van de Binnenvest Via Stichting Kocon Via Stichting Kocon en de Voedselbank Visie-R
Functie
Vertrekkend Voorzitter Nieuwe Voorzitter De voltallige commissie bestaande uit 8 commissieleden
Een deelnemer van de sorteerafdeling Acht van de 15 deelnemers van een ochtendploeg van de veegploeg Een dakloze uit Katwijk Een thuisloze uit Katwijk en de vrouw van het gezin bij wie ze tijdelijk in huis is Twee deelnemers van het Klussenteam, waarvan een vanuit EKT2 is doorgestroomd naar het Klussenteam; drie deelnemers van EKT2
GEMEENTEN RK ZHN Gemeente Alphen aan den Rijn
Karin de Jong
Gemeente Katwijk
Tanja Cowall
Gemeente Leiden
Willeke Lekanne
Gemeente Leiden
Anita van Zeijl
Gemeente Leiden
Anita Toen
Gemeente Leiden
Anneke van Brakel
Overige 12 gemeenten RK ZHN, telefonisch of per mail: Hillegom, Kaag en Braassem, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude.
Gemeente Hillegom, Maaike Pippel Gemeente Kaag en Braassem, Judith van der Zwaan Gemeente Leiderdorp, Marja van Bruggen Gemeente Lisse, Ella Visser Gemeente Nieuwkoop, René van Ommen Gemeente Noordwijkerhout, Elly Bulle Gemeente Noordwijk, Hanane ElAkili Gemeente Oegstgeest, mevr. Stiekema. Gemeente Rijnwoude, Johan Hoogendoorn Gemeente Teylingen, Ronalda van Tilburg Gemeente Voorschoten, Renske Gerca-
59
Beleidsmedewerker Maatschappelijke ontwikkeling Unit Mens en Werk Beleidsmedewerker Afdeling Maatschappelijke zaken Beleidsmedewerker Afdeling Realisatie Team Stadsleven; voorzitter werkgroep dagbesteding, activering en werk van het Regionaal Kompas Zuid-Holland Noord; voorzitter beleidsvoorbereidend platform OGGZ Beleidsmedewerker Afdeling Realisatie Team Stadsleven; voorzitter werkgroep persoonsgerichte aanpak; bevorderen maatschappelijke participatie van het RK ZHN Beleidsmedewerker Afdeling Realisatie Team Stadsleven Beleidsmedewerker Afdeling Realisatie Team Stadsleven beleidsmedewerkers
Organisatie
INSTELLINGEN RK ZHN Activeringscentrum Doen Ja! Alphen aan den Rijn Brijder Verslavingszorg
Naam ma Gemeente Zoeterwoude, Maarten Gerding
Functie
Chi-Yeung Leung
Interim coördinator
Mirjam Poot
Regiomanager
Brijder Verslavingszorg / De Zaak Leiden Brijder Verslavingszorg / De Zaak Leiden Brijder Verslavingszorg / De Zaak Leiden De Brug Midden-Nederland, waaronder de Kringloopwinkel, Katwijk DZB Leiden GGZ Movens, DAC Rivierduinen,locatie Leiden GGZ Movens Locatie Leiden De Kringloop Alphen aan den Rijn Kringloopbedrijf Het Warenhuis in Leiden Libertas Leiden, i-Doe
Elies Kouwenhoven
Projectleider
Peter ’t Hoen
Coördinator
Ivo van den Hof
werkmeester
Diana Bancken
Directeur
Marie José Vielvoye Laura van Schie
Maria van Doornik
Beleidsmedewerker Teammanager Dagbesteding en Arbeid Coach/ ondersteuner deelnemerscommissie Movens Directeur
Piet Philipsen
Interim bedrijfsleider
Paula Verstelle
Coördinator
Re-integratie Leiden
Mischa Prinsenberg
Manager
Re-integratie Leiden
Marianne Brorens
[email protected] Ite van Til
Hoofd Office
Ellen Molenaar
Manager
Peter Ritsema
Dennis Holswilder
(toenmalig)Teamleider dagen nachtopvang en de veegploeg Coördinator en activiteitenbegeleider Activiteitenbegeleider
Fred van Oostenrijk
Coördinator
Re-integratie Leiden, bemiddelingsbureau Samen aan de Slag Stichting De Binnenvest Leiden, Katwijk Stichting De Binnenvest Leiden
Ton Lockhorst
coach
Stichting De Binnenvest Leiden Stichting De Binnenvest Leiden Stichting Exodus Locatie Leiden Stichting Kocon Katwijk
Ronald Vos
Thea Guijt
Secretaris
Stichting Visie-R, Leiden Stichting Visie-R, Leiden
Leslie Riethoven Thijs Riethoven
Stichting Visie-R, Leiden
Wim Klaassen
Bestuur, secretaris Coördinator/werkmeester Klussenteam Werkmeester Klussenteam
Stichting Visie-R, Leiden
Dennis van Gijn
Werkmeester EKT2
Het Trefpunt Alphen aan den Rijn
Elsbeth Veerhoek
Teammanager dagbesteding
Gemeente Leiden, Willeke Lekanne Gemeente Leiden, Anita van Zeijl GGZ Leiden, Jaap Glasbergen Exodus, Pim van Doorn Sensoor, John van de Tuin
Voorzitter
KETEN Beleidsvoorbereidend Platform OGGZ
60
Organisatie
Werkgroep Activering RK ZHN
Naam Brijder, Martin Bos Politie HM, Marielle Jansen De Binnenvest, Ellen Molenaar Gemeente Alphen aan den Rijn, Karin de Jong Gemeente Katwijk, Tanja Cowall Woningbouwcorporatie Ons Doel, Erick Olijerhoek Stichting Zon, Bart Smith Vrouwenopvang Rosa Manus, Gerdien Kiel GGD Hollands Midden, Judith Bierens, Merel Wissink Cardea, Ria van der Plas, Reclassering Parnassia, Ilonka Verkade Gemeente Leiden, Willeke Lekanne GGZ/Movens, Laura van Schie De Binnenvest, Ellen Molenaar Re-integratie Leiden, Mischa Prinsenberg Brijder, Martin Bos Brijder/De Zaak, Elies Kouwenhoven
GEMEENTEN ELDERS IN HET LAND Gemeente Groningen
Onno van der Molen
Gemeente Rotterdam
Frans Bosman
Gemeente Rotterdam
Dieke Otten
Gemeente Utrecht
Martin Bluijs
Gemeente Utrecht
Dag van de activering op 1 december 2010: georganiseerd door instellingen, doelgroep en gemeente.
61
Functie
Voorzitter
Beleidsmedewerker MO, VO en huiselijk geweld Beleidsmedewerker SoZaWe afdeling Beleid en Strategie Beleidsmedewerker SoZaWe afdeling Beleid en Strategie Beleidsadviseur Maatschappelijke Opvang Bureau De Laat nam als genodigde deel aan deze dag
Bijlage 4: Afkortingen AFKORTINGEN BSN
Burger Service Nummer
DAC
Dag Activiteiten Centrum
DZB
De Zijl Bedrijven (wsw-bedrijf)
EKT
Exodus Kärcher Team
IOAW
wet Inkomensvoorziening Ouderen en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werkloze Werknemers
IOAZ
wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen
MO
Maatschappelijke opvang
OGGZ
Openbare Geestelijke Gezondheids Zorg
PGA
Persoons Gerichte Aanpak
PvA
Plan van Aanpak
RK
Regionaal Kompas
SWA
Sociale Werkvoorziening Alphen aan den Rijn
VIPP
Vrijwillige Initiatieven voor mensen met een Psychiatrische Problematiek
VNG
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
WIJ
Wet Investering in Jongeren
Wsw
Wet sociale werkvoorziening
WWB
Wet Werk en Bijstand
ZHN
Zuid-Holland Noord
ZZP
Zelfstandige Zonder Personeel
62
Bijlage 5: Begrippen Inleiding Binnen dit praktijkonderzoek en advies worden een aantal begrippen gehanteerd die in deze bijlage nader worden toegelicht. Allereerst worden de begrippen dakloos en thuisloos toegelicht zoals deze landelijk worden erkend. Daarna volgen de begrippen coördinatie en regie. Deze begrippen worden vaak door elkaar gebruikt. In hoofdstuk 7 wordt in 7.1. geadviseerd het bestaande beloningsbeleid te herzien. Daarbinnen wordt o.a. voorgesteld de coach van het bemiddelingsbureau c.q. Re-integratie Leiden de rol van coördinator hierin te laten vervullen m.b.t. de individuele klantketen. Voor dit onderzoek bleek het zinvol om vast te stellen of het begrip ‘regisseur’ of ‘coördinator’ de lading het beste dekt. Gekozen is voor het begrip ‘coördinatie’. Tenslotte volgen de begrippen piramide, participatieladder en OGGZ-ladder. Alle drie worden ze momenteel gebruikt binnen de regio RK ZHN. BEGRIPPEN DAKLOOS / THUISLOOS Feitelijk dakloos19
Mensen die voor hun overnachting vooral zijn aangewezen op de straat of op een kortdurend verblijf in laagdrempelige opvangvoorzieningen of bij familie, vrienden of kennissen.
Feitelijk daklozen20
Mensen zonder reguliere huisvesting die een zwervend bestaan leiden. Ze brengen hun dagen door op straat of in laagdrempelige voorzieningen als de dag- en nachtopvang.
Residentieel dakloos21 Mensen die als bewoner zijn ingeschreven bij instellingen voor maatschappelijke opvang. Het gaat hierbij om internaten en sociale pensions en dergelijke. Residentieel daklozen of thuislozen22
Mensen die geen reguliere huisvesting hebben, maar wel onderdak hebben gevonden in een opvangvoorziening. Deze doelgroep wordt ook wel ‘thuisloos’ genoemd. Zij verblijven in internaten, pensions en begeleide woonvormen.
BEGRIPPEN COÖRDINATIE / REGIE Coördinatie
Dingen op één lijn brengen; regelen (van Dale synoniemen woordenboek) Rangschikken in onderling verband; het in samenwerkend verband brengen;onderlinge afstemming (van Dale Groot woordenboek)
Coördinator
Iemand die de werkzaamheden rangschikt in onderling verband; tot onderlinge overeenstemming brengt; bij elkaar doet aansluiten (van Dale Groot woordenboek)
Regie
Coördinatie, sturing, leiding (van Dale digitaal woordenboek, Groot synoniemen woordenboek)
19
Deze definitie is ontleend aan het rapport ‘Dakloos in Leiden 2005’ van het Trimbos-instituut. Deze definitie is ontleend aan ‘Leven van uur tot uur’ van het NIZW (NIZW is opgegaan in Movisie). 21 Deze definitie is ontleend aan het rapport ‘Dakloos in Leiden 2005’ van het Trimbos-instituut. 22 Deze definitie is ontleend aan ‘Leven van uur tot uur’ van het NIZW (NIZW is opgegaan in Movisie). 20
63
Regisseur
Leider (van Dale Groot synoniemen woordenboek)
PIRAMIDE VAN OPVANG NAAR WERK RK-ZHN In 2008 is door Bureau De Laat de piramide van opvang naar werk ontwikkeld voor het Regionaal Kompas Zuid-Holland Noord. In januari 2011 volgde de tweede versie, die als bijlage 6 in dit rapport is opgenomen. Het bestaande aanbod aan activiteiten van opvang naar werk binnen de regio Zuid-Holland Noord worden in deze piramide aangegeven in rode letters en het aanbod in ontwikkeling in groene letters. Doel van de piramide is het bestaande aanbod zichtbaar te maken, gaten in dat aanbod te traceren binnen een trede of tussen treden en gezamenlijk te werken aan een sluitend aanbod van opvang naar werk binnen de regio, met en voor de doelgroep dak- en thuislozen. Beginnend bij de hoogste Piramide trede : 5. WERK Het verrichten van taken op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd. In de arbeidsovereenkomst zijn o.a. geregeld salaris/loon, werktijden, vakantiedagen enzovoorts. Het werk kan plaatsvinden: 5a. regulier 5b. gesubsidieerd door de overheid (o.a. wsw-bedrijven). 4. WERKERVARING Het opdoen van ervaring met (onderdelen van) bestaande functies en het ontwikkelen van (aanwezige) talenten vaak in combinatie met een stuk(je) scholing gericht op het verkrijgen van een reguliere betaalde baan. Werkervaring richt zich op het (opnieuw) op laten doen van werknemerscompetenties en beroepscompetenties. Deelname is niet vrijblijvend, is afgebakend in de tijd van 3 tot 12 maanden,vindt plaats: 4a. extern bijvoorbeeld in de zorg, de bouw, de horeca enz. 4b. intern, beschut binnen de eigen organisatie, b.v. op het gebied van groenvoorziening, postbezorging, montage, kantine, receptie, onderhoud, administratie, schoonmaak, enzovoorts. 3. ARBEIDSGEWENNING Het krijgen van inzicht in, en verbetering van praktische arbeidsvaardigheden die voorwaarde zijn voor het krijgen van werk. Arbeidsgewenning richt zich op het (opnieuw) op laten doen van werknemersvaardigheden: arbeidsritme, dag/nachtritme, samenwerken, op afgesproken tijden komen. Deelname is niet vrijblijvend, is al of niet beperkt in de tijd en vindt plaats: 3a. extern, bij partners/gesubsidieerde collega organisatie, MKB 3b. Intern, beschut binnen de eigen organisatie. 2. ACTIVERING Activering is onderverdeeld in de volgende twee varianten: 2.a. Activering als opstap naar werk richt zich op het (opnieuw) op laten doen van préwerknemersvaardigheden: geen alcohol of drugs tijdens het werk, niet liegen en bedriegen, op tijd komen, opdracht uit kunnen voeren. Deelname is keus van de deelnemer. Voorbeeld: dagloonprojecten, vrijwilligerswerk. 2.b. Gericht op het bieden van ontplooiingskansen en het vergroten van mogelijkheden tot maatschappelijke participatie, vooral om sociaal isolement te voorkomen en te bestrijden. Daarnaast het positief beïnvloeden van eigenwaarde en zelfbeeld. Deelname is keus van deelnemer, b.v. aan een activiteit.
1. OPVANG Dagopvang: een inloopvoorziening overdag (voor dak- en thuislozen/ verslaafden / mensen met psychische en/of sociale problemen / lichamelijke en/of geestelijke beperkingen). Nachtopvang: biedt bed, bad en brood, 7 dagen per week van 20.00 tot 9.00 uur
64
Crisisopvang: een 24-uurs opvangvoorziening, die 7 dagen per week mensen in crisissituaties een tijdelijk onderkomen biedt. Sociaal pension: 24-uurs woonvoorziening met begeleiding voor mensen, die niet in staat zijn om (met ambulante woonbegeleiding) zelfstandig te wonen. Begeleid wonen: woonbegeleiding voor mensen, die (nog) niet in staat zijn om zelfstandig te wonen. PARTICIPATIELADDER Het instrument Participatieladder is in opdracht van de VNG ontwikkeld om gemeenten te ondersteunen bij het bevorderen van participatie en de voortgang en resultaten zichtbaar te kunnen maken op zowel individueel cliëntniveau als per doelgroep. De participatieladder bestaat uit 6 niveaus. Economische zelfstandigheid in de vorm van betaald werk is het hoogste doel, maar niet het enige doel.
De 6 niveaus toegelicht23: Niveau 6: Betaald werk. Men heeft een arbeidscontract met een werkgever of is zelfstandige (met of zonder personeel). Deze persoon heeft geen aanvullende uitkering, geen begeleiding bij het werk en maakt geen gebruik van een participatievoorziening. Niveau 5: Betaald werk met ondersteuning. Men heeft een arbeidscontract met een werkgever of is een zzp-er, maar heeft nog een aanvullende uitkering of maakt gebruik van een participatievoorziening. De participatievoorziening kan b.v. een loonkostensubsidie, een inburgeringsvoorziening of begeleiding bij het werk zijn, b.v. een jobcoach of nazorg gedurende een bepaalde periode na de werkhervatting. Ook mensen die een reguliere opleiding volgen met een werkstage worden op deze trede ingedeeld. Niveau 4: Onbetaald werk. Men heeft geen arbeidscontract, maar draagt wel een zekere verantwoordelijkheid voor de taken die men verricht. Mensen die op deze trede zijn ingedeeld werken b.v. met behoud van uitkering, lopen stage of doen vrijwilligerswerk.
23
Uit de Participatieladder MEEDOEN GEMETEN van Eric Dorscheidt en Fedor Heida, uitgave VNG.
65
Niveau 3: Deelname aan georganiseerde activiteiten. Men neemt deel aan georganiseerde activiteiten buitenshuis, b.v. sociaal-culturele activiteiten, activiteiten in verenigingsverband, maar ook cursussen of opleidingen. Iemand op dit niveau neemt deel aan activiteiten in georganiseerd verband, maar voert geen taken uit met verantwoordelijkheden naar anderen (het is dus geen werk). Niveau 2: Sociale contacten buitenshuis. Komen mensen wel buiten de deur, maar hebben zij daar vooral contacten met familie, vrienden en kennissen, dan worden zij ingedeeld op niveau 2. Ook personen die slechts incidenteel deelnemen aan activiteiten buitenshuis (niet in georganiseerd verband) worden ingedeeld op niveau 2. Niveau 1: Geïsoleerd. Personen die geen of vrijwil geen sociale contacten buitenshuis hebben. Zij spreken alleen hun huisgenoten en komen verder nauwelijks in contact met mensen. Ze participeren dus geheel niet in de samenleving.
OGGZ-LADDER24 De OGGZ-ladder geeft het proces van sociale uitsluiting weer. De ladder bestaat uit vijf treden. OGGZ-ladder
Op trede nul staat de algemene bevolking. Men heeft een redelijke tot goede gezondheid, doet actief mee in de maatschappij en kan tegenslagen opvangen dankzij voldoende sociale steun. Bij de eerste trede gaat het om uiteenlopende risicogroepen waarbij sprake is van verminderd welzijn en men is minder goed in staat eigen problemen op te lossen. Dankzij voldoende steun van familie en vrienden, blijven problemen beheersbaar. Op de tweede trede nemen de problemen in ernst toe. Er is sprake van een opeenstapeling van problemen en ze houden langer aan. Steun uit de omgeving is gebrekkig of valt weg. De situatie is kwetsbaar en kan na een ingrijpende gebeurtenis verslechteren. Op de derde trede worden mensen afhankelijker van voorzieningen voor maatschappelijke opvang, psychiatrische- en/of verslavingszorg. Zij hebben uiteenlopende, vaak meervoudige problemen. De afhankelijkheid van opvang en zorg kan tijdelijk of langdurig zijn. Op de vierde trede is de bodem van het bestaan bereikt. Deze feitelijk daklozen hebben geen huisvesting. Zij maken beperkt gebruik van de opvang- en zorgvoorzieningen. Zij overnachten op straat, vinden tijdelijk onderdak bij vrienden, of komen bij de nachtopvang. 24 De OGGZ-ladder is ontwikkeld door Wolf in 2006. Verkorte toelichting overgenomen uit de Monitor OGGZ 2008-2009 Zuid-Holland Noord van de GGD Hollands Midden.
66
Bijlage 6 PIRAMIDE VAN OPVANG – WERK januari 2011 REGIONAAL KOMPAS ZUID-HOLLAND NOORD HUIDIG AANBOD / AANBOD IN ONTWIKKELING
,
5.a regulier
5 werk 5.b gesubsidieerd
4.a extern
4 werkervaring
4.b intern
3.a extern
3 arbeidsgewenning 3.b intern
2 activering
1 opvang
5. WERK 5. a. regulier LEIDEN: RI Leiden Het Warenhuis Movens: Fietsenmakerij Diamantlaan KATWIJK: Kocon project RI RI WWB-klanten ALPHEN RI Spoor 3 aanpak
5.b. gesubsidieerd LEIDEN: Het Warenhuis; RI Leiden ALPHEN: SWA De Kringloop 4. WERKERVARING 4a extern LEIDEN: Movens: fietsenmakerij, landschapsonderhoud, kwekerij+winkel, horeca, receptie , repro+admi Visie-R: Klussenteam: onderhoud panden+ opleiding bij ROC Leiden/proefstages bij werkgevers/ proefstages bij werkgevers met werkgarantie DZB: leerwerkplekken bij werkgevers + opleiding: schilder, beveiliging, hoveniers, catering, onderhoudswerk, vervoer/ project Wees- en fietswrakken. KATWIJK: Kocon: Project Reïntegratie Katwijk De Brug: Kringloopwinkel: ophaaldienst, chauffeur
4b intern LEIDEN: Kringloopbedrijf Het Warenhuis Vrijwilligerswerk Libertas Leiden DZB: instroomtraject begeleid werken (BW) Movens: fietsenmakerij, vervoersproject, landschapsonderhoud, receptie, horeca, kwekerij+winkel, repro+administratie + grafisch ALPHEN: Aan de Slag in Alphen: beschutte werkplekken ICT lab: maken websites e.d. KATWIJK: De Brug Kringloopwinkel: controleren, repareren, winkel 3. ARBEIDSGEWENNING 3a extern LEIDEN: Movens: kwekerij+ winkel, landschapsonderhoud, fietsenmakerij, horeca, receptie, repro+adimistratie+ grafische vormgeving en uitvoering Visie-R: onderhoud panden door EKT1 en EKT2 KATWIJK: De Brug: Kringloopwinkel: ophaaldienst, chauffeur ophaaldienst 3b intern LEIDEN: DZB: Start Werklocatie en op andere afdelingen van DZB via Re-Integratie Leiden; snuffelstage Movens: kwekerij+winkel, horeca, receptie, repro+administratief+grafische vormgeving en uitvoering, fietsenmakerij, landschapsonderhoud Libertas Leiden: vrijwilligerswerk ALPHEN: Aan de Slag in Alphen: beschutte werkplekken: inpakwerkzaamheden. ICT lab: websites e.d. De Kringloop: detailhandel, schoonmaak, licht administratief werk, telefoondienst, exploitatie KATWIJK: De Brug: Kringloopwinkel: sorteren, controleren, schoonmaken, repareren, winkel
2. ACTIVERING LEIDEN: De Zaak: dagloonprojecten: keuken, hout- en metaalwerkplaats schoonmaakploeg, klussen Portaal, wasserij Binnenvest. De Binnenvest: dagloonproject: de veegploeg Movens: dagbesteding: creatief atelier, textiele werkvormen, fotografie, educatie, computerlessen, website bouwen, muziek, sport KATWIJK: De Brug: Kringloopwinkel: sorteerwerk, controleren, schoonmaken, repareren ALPHEN: Activeringscentrum :” Doen ja!”: info+adviesbalie, computercursus, doelgroepenactiviteiten. De Kringloop: detailhandel, schoonmaakwerkzaamheden, licht administratief werk, telefoondienst, exploitatie Het Trefpunt: dagactiviteitencentrum: groepsactiviteiten, cursussen, vrijwilligerswerk 1 OPVANG LEIDEN: Movens: inloop, opvang, ontspannende en creatieve activiteiten. De Binnenvest: 24-uurs dag- en nacht opvang, 24-uurs crisesopvang KATWIJK: De Brug: inloop, opvang, creatieve activiteiten DAC: inloop Stichting Kocon: Koconwoningen; De Brug en de Binnenvest: ambulante woonbegeleiding Katwijk en regio; De Brug: Brugwoningen voor de regio; De Brug: woonvorm met intensieve begeleiding ALPHEN: Het Open Venster i.s.m. de Binnenvest: inloop, opvang, maaltijd mogelijk. Het Trefpunt: dagactiviteitencentrum, inloop, groepsactiviteiten, cursussen
67
Bijlage 7: Geraadpleegde literatuur in alfabetische volgorde
Balder-van Seggelen, Corine. De betekenis van bijstand. Een kwalitatief onderzoek onder bijstandscliënten en medewerkers van de Sociale Dienst van de gemeente Leiden. Leiden, juni 2007. Bureau De Laat, Mine de Laat en Ria Dekkers. Eindrapportage haalbaarheidsonderzoek Project van Opvang naar Werk Regio Leiden. Rotterdam, juni 2008. Bureau De Laat, Ria Dekkers en Mine de Laat. Inventarisatie projecten van Opvang naar Werk in Katwijk, Alphen aan den Rijn en Leiden. En elders in het land in Groningen, Amsterdam, Utrecht, Rotterdam, Landgraaf. Rotterdam, juni 2008. Bureau Onderzoek Gemeente Groningen, Frans Oldersma, Monique Beukeveld. Daken thuislozenmonitor Groningen 2008. Groningen, september 2009. Gemeente Alphen aan den Rijn. Re-integratieverordening Gemeenten Alphen aan den Rijn 2009. Alphen aan den Rijn, september 2009. Gemeente Groningen. Werken, meedoen, erbij horen. Re-integratiebeleid in samenhang met welzijn en zorg 2006-2008. Groningen, november 2006. Gemeente Groningen. ‘Niemand aan de kant’. Plan van aanpak benutting reintegratiebudget. Groningen, november 2006. Gemeente Groningen. Onder Dak. Regionaal Kompas Groningen 2008-2013. Groningen, december 2008. Gemeente Groningen, Dienst OCSW. Uitvoeringsnota: Onder Dak. Regionaal Kompas Groningen 2009-2011. Groningen, september 2009. Gemeente Katwijk. Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ. Katwijk, december 2009. Gemeente Leiden. Iedereen Telt. Beleidsvisie Verslavingszorg & Maatschappelijke opvang 2006 – 2009 Zuid-Holland Noord. Leiden 31 januari 2006. Gemeente Leiden. Meerjarenplan Minimabeleid 2007-2010. Leiden, november 2006. Gemeente Leiden. Re-integratieverordening 2008. Leiden, mei 2008. Gemeente Leiden. Regionaal Kompas Volle kracht vooruit Zuid-Holland Noord 2008-2013. Leiden, mei 2008. Gemeente Leiden. Beleidsregels Premies WWB, IOAW en IOAZ. Gemeente Leiden 2008. Leiden juni 2008. Gemeente Leiden. Beleidsregels Vergoeding Kosten Arbeidsinschakeling en Re-integratie WWB, IOAW en IOAZ. Gemeente Leiden 2008. Leiden juni 2008. Gemeente Leiden. Minimabeleid 2010. Leiden, december 2009. Gemeente Leiden. Regionaal Kompas Zuid-Holland Noord. Iedereen onder dak! Leiden, januari 2010. Gemeente Rotterdam. Het Rotterdams Kompas. Rotterdam, juni 2007. Gemeente Rotterdam Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Frans Bosman en Christl van Gerven. De Toolbox. Stimulerende maatregelen voor de doelgroep Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang. Rotterdam, oktober 2009.
68
Gemeente Utrecht en samenwerkende MO en GGZ-instellingen. Convenant ‘Naar Burgerschap en baan’. Activering van sociaal kwetsbare groep in de gemeente Utrecht 20102013. Utrecht juni 2010. Gemeente Utrecht, Martin Bluijs. Harmonisatie vergoedingen dagbesteding/activering. Utrecht 1e concept oktober 2010. GGD Hollands Midden, M. Wissink. Regionaal Beleidsvoorbereidend Platform OGGZ Zuid Holland Noord. Werkplan 2010-2014. Conceptversie januari 2010. GGD Hollands Midden, Hanneke Tielen; omvangschatting: van der Heijden. Dakloos in Leiden. Telling en omvangschatting van de volwassen populatie 2009. Februari 2010. GGD Hollands Midden, Hanneke Tielen. Monitor OGGZ 2008-2009 Zuid-Holland Noord. Omvang risicogroepen en cliëntgroepen ten aanzien van preventie, signalering, opvang, zorg en rehabilitatie in de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg. Januari 2011. GGZ Leiden en Omstreken, De Beurs en van der Linden. Beter Binnen Bereik. Servicepunt. Leiden oktober 2009. Meander. Meedoen op de participatieladder. Onderzoek VIPP project. November 2010. MSc, Elisabeth Gränz. Eindrapport Extern onderzoek voor Stichting de Binnenvest naar het thema: Hulpverlening aan cliënten bij het zelfstandig wonen in corporatiewoningen. Juli 2008. Nicis Institute, Raffael Argiolu, Coen Geerdes, Elizabeth Wattimena. Arbeidsparticipatie wijken. Analyse praktijkvoorbeelden. November 2007. NIZW, Petra van Leeuwen en Anne-Marie van Bergen. Daklozen als doelgroep van activeringstrajecten. Leven van uur tot uur. Den Haag 2006. (Het NIZW is inmiddels opgegaan in MOVISIE).
Stichting Kocon. Evaluatieverslag Project Reïntegratie 2008. Katwijk, mei 2009. Stichting Kocon. Jaarverslag 2009 Project Reïntegratie. Nazorg voor ex-verslaafden en/of ex-gedetineerden in Katwijk. Katwijk, april 2010. Stichting Rehabilitatie ’92. De Individuele Rehabilitatie Benadering (IRB). De IRB is ontwikkeld door het Center for Psychiatric Rehabilitation van de universiteit van Boston in de Verenigde Staten en in 1992 in Nederland geïntroduceerd door Stichting Rehabilitatie ’92. Trimbos-instituut, Lex Hulsbosch en Sarah Nicholas. Dakloos in Leiden. Onderzoek naar omvang en kenmerken van de daklozenpopulatie. Utrecht, oktober 2005. VNG, Eric Dorscheidt en Fedor Heida. Participatieladder MEEDOEN EN GEMETEN.
69
Bijlage 8: overzicht financiële vergoedingen en vergoedingen in natura