© Copyright 2013 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad. Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt uitdrukkelijk voorbehouden. Zaterdag, 22 maart 2014
Limburgse
EEN EUROPEAAN door Johan van de Beek en Paul van Gageldonk
P
raat je over Europa, dan valt tegenwoordig al snel het woord ‘identiteit’. De angst dat bij een machtig Europa de eigen identiteit verloren gaat. Raja Moussaoui heeft daar geen last van. „Als ik in het buitenland ben, dan ben ik Nederlander. Ben ik in Nederland, dan ben ik Limburger. Een trotse Limburger. Ik voel mezelf nog het meest een Limburgse Europeaan. Als ik wil shoppen met mijn vriendinnen ga ik de grens over, naar Düsseldorf. Of ik ga met mijn man lekker een terrasje pikken in Maaseik. Maar ik rijd echt niet naar Amsterdam om te winkelen. Of naar Den Haag. Ik voel me een Limburgse Europeaan. Marokko is voor mij geen thuis. Ik herken het, omdat ik er als klein kind al op vakantie ging. Maar het is geen thuis. Het is familie, die op een andere plek woont. Als ik bij de grens aankom en ze vragen me of ik mijn tweede paspoort wil overleggen, voel ik me altijd een beetje raar. Onprettig. Alsof ik een vreemdeling ben. Dat is niet thuiskomen. Limburg is mijn thuis. Daar heeft mijn wieg gestaan. Ik heb twee keer ‘nee’ gezegd tegen Den Haag, toen het ging om een plek op de lijst van de Tweede Kamerverkiezingen. Ik voelde me zeer vereerd. Het is de eredivisie van de politiek. Maar ik zag mezelf niet in Den Haag werken. Ik houd van Limburg. Ik houd ervan om bij de bakker een praatje in het Limburgs te maken. Toen Mark Rutte Limburg bezocht, heb ik hem een doosje asperges meegegeven. Ik ben trots op waar ik vandaan kom. Ik maak, volgens mijn vrienden en kennissen, ook het beste zuurvlees. Ik zal hier nooit weggaan. Ook niet gedwongen. Ik zou me vastketenen aan de grootste boom, die je in Limburg kunt vinden.’’ Dat is een positieve uitleg van de Limburgse identiteit. Er zijn er ook die via de identiteitskwestie de tegenstelling opzoeken, zoals Wilders met zijn ‘wel carnaval, maar geen halal’. „Ik begrijp soms die angst van de mensen wel. Maar het is niet nodig. Het is puur de angst voor het onbekende. Ik ben juist nieuwsgierig naar de migranten die hiernaartoe komen. En wijzelf kunnen ook gemakkelijker over de grens gaan werken. Ik ben niet bang om mijn Limburgse identiteit te verliezen. Die zit in je. Dat wordt niet bepaald door wat er om je heen gebeurt. Of de grenzen wel of niet open gaan. Of er wel of geen migranten hiernaartoe komen. Als ik op de banenmarkt moet concurreren met een Roemeense vrouw, dan hoop ik dat de beste wint. Als zij zich hier vestigt, dan betekent dat nog niet dat mijn Limburgse identiteit gevaar loopt. Onzin. Mijn vader was fabrieksarbeider, uit Marokko gehaald om hier te werken. Hij heeft het zwaar gehad. Maar dat gold ook
foto Roger Dohmen
Een groter Europa, een Europa à la carte of geen Europa? Onder de titel Paradijs Europa presenteert deze krant in de aanloop naar de Europese verkiezingen een serie interviews met spraakmakende inwoners van deze provincie over hun Europagevoel. In deel 1: Raja Moussaoui (37), ex-wethouder van de gemeente Roermond en ex-Miss Nederland. voor de Limburgers, die in de mijnen werkten. Ik zou het niet leuk vinden als ik bevoordeeld zou worden tegenover de Limburgers vanwege mijn achtergrond. Of vanwege mijn geslacht. Ik ben daar zo allergisch voor. We zijn niet allemaal gelijk. Maar we zijn wel gelijkwaardig aan elkaar.” Misschien zie je de meerwaarde van Europa pas als je er afstand van kunt nemen. Dat gold voor Raja Moussaoui zelfs letterlijk. „Ik ben voor de VVD gevraagd om een lezing te verzorgen in Tunesië. Ik gaf een training aan parlementsleden. Tamelijk basaal. Hoe is de democratie in Nederland geregeld? Hoe zit het met de rol van Eerste en Tweede Kamer? Hoe zit het met de vertegenwoordiging van mannen, vrouwen, jongeren, ouderen? Dan hoor ik hoe het bij hun is geregeld. Dat jongeren amper een stem hebben. Dat vrouwen nog steeds hard moeten vechten om een plekje te krijgen binnen hun partij. Dan denk ik: potverdorie, dan hebben wij het toch heel anders geregeld in Nederland. Maar ook in Europa. Omdat we één front vormen met andere landen. Zaken als vrijheid worden geborgd en gegarandeerd. Dat vinden we zo vanzelfsprekend, dat we niet meer zien hoe fijn het is om in Europa te wonen.”
“
De vrijheid die we hebben vinden we zo vanzelfsprekend, dat we niet meer zien hoe fijn het is om hier te wonen. Raja Moussaoui
Maar Europa zou nog veel meer voor de Limburgse burgers moeten kunnen betekenen, vindt de Roermondse politica. „Toen ik nog bij AbnAmro werkte, reed ik naar Brunssum, via Koningsbosch een stukje door Duitsland. Dan moest ik mijn telefoon uitzetten, omdat de rekening anders te hoog opliep. Te gek voor woorden, dat wij hier in Limburg aan dat soort dingen moeten denken. Waarom kun je op telefoniegebied geen afspraken met elkaar maken? Probeer maar eens met de bus van Roermond naar Düsseldorf te reizen. Er zijn nog steeds veel barrières in Europa. Onnodige barrières. Pomphouders in onze grensregio lopen veel geld mis door de accijnsverhogingen. Dan wordt er gewezen naar Den Haag. Maar dit is iets dat je in Brussel moet regelen, omdat er drie landen bij betrokken zijn. Zoals de tolwegen in Duitsland. Daar hebben wij ook weer last van.” Nogal wat mensen hebben het gevoel dat ‘Brussel’ eigenlijk alleen maar tegenspoed brengt. Moussaoui behoort weliswaar tot de Eurocritici, maar niet tot de Eurosceptici. „Ik begrijp de opkomst van het populisme heel goed. In de Unie worden besluiten genomen, waar je het niet altijd mee eens bent. Die besluiten kosten geld. Landen die gered moeten worden, waarbij de gigantische bedragen je om de oren vliegen. Griekenland bijvoorbeeld. Ik kan me voorstellen dat je als Limburger dan denkt: tjonge, daar hadden we ook heel andere dingen mee kunnen doen. Zeker als je zelf hard wordt getroffen in de beurs. Mensen gaan zich terecht afvragen: er wordt van alles geregeld in Brussel, maar waar is ons eigen belang dan, ons eigen ik? Neem de wietteelt. Dat zou je bij uitstek in Europees verband kunnen regelen. In Roermond pleiten we voor het reguleren van wietteelt. Toen ik mee schreef aan het VVD-verkiezingsprogramma van 2010 riep ik: waarom zouden we het niet reguleren? Dat werd mij niet in
dank afgenomen. Ivo Opstelten voelde er toen al weinig voor en nu nog steeds niet. Maar wij in Limburg hebben te maken met een andere situatie dan de mensen in de Randstad. Hier is drugstoerisme, met heel kwalijke gevolgen. Je ziet dat er gedeald wordt. Mensen voelen zich onveilig. Op zolderkamertjes worden plantjes gekweekt en verkocht. Wij hebben er last van. Daar moeten we gewoon vanaf. En daarom zouden wij de vrijheid hier moeten hebben om het zelf te regelen. Europa is voor veel mensen nog steeds veraf. Als je mensen vraagt om drie dingen te noemen, die vanuit Brussel geregeld worden, dan denk ik dat heel weinig van hen daar antwoord op kunnen geven. Voor die mensen is nog steeds niet duidelijk wat het nut is van één Europa, wat men in Brussel voor ons doet. Aan wie ligt dat? Wij politici zouden beter ons best moeten doen om aan het volk uit te leggen wat het nut is van de EU, zonder te vervallen in politiek jargon. De gemiddelde burger weet niet wat een vrijhandelsverdrag behelst. Als je zegt: het gaat hier om een pakket maatregelen, waarin afspraken zijn geregeld tussen Europa en Amerika, dan kom je al in de buurt. Als je het verder gaat uitkleden en zegt dat het gaat om afspraken, waarin geregeld is dat je geen invoerrechten meer betaalt als je iets bestelt bij Victoria’s Secret, dan applaudisseren denk ik alle vrouwen in de zaal, want die snappen waar het om gaat.” Moussaoui is een jonge moeder, die zich geen zorgen maakt over de toekomst van haar kind in een groter groeiend Europa. „Die kleine van mij zal die Limburgse identiteit straks ook hebben. Dat weet ik zeker. Dat is niet generatiegebonden. Identiteit heeft niets te maken met Europa, maar alles met de omgeving waarin je bent opgegroeid. Dat maakt wie je bent. Ik zou nergens anders willen wonen. Nu is het nog zaak om te zeggen dat je nergens anders zou willen werken. Trek een cirkel om Limburg: kijk eens wat voor een groot en rijk marktgebied we hebben. Daar wordt te weinig mee gedaan. Dat moeten de politici in Brussel maar eens gaan doen.”
PARADIJS EUROPA
© Copyright 2013 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad. Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt uitdrukkelijk voorbehouden. Zaterdag, 29 maart 2014
Europeaan
ZIJN
EN TOCH JUICHEN VOOR MVV door Johan van de Beek en Paul van Gageldonk
A
ls kind droom je niet dat je diplomaat wilt worden. „Eigenlijk wilde ik toneelspeler worden. Mijn moeder zei: als je dat doet, verhang ik me. Dat wil je ook weer niet, dus dat heb ik maar niet gedaan.” Jan Willem Bertens zwierf als ambassadeur de hele wereld rond. Overal waar hij woonde en werkte riep hij, in Kennedy-stijl: ik ben een Europeaan. „Ik kreeg daar bijna applaus voor. Toen ik ambassadeur in Midden-Amerika was, kreeg ik bezoek van Piet Dankert, destijds voorzitter van het Europees Parlement. Hij werd ontvangen met alle toeters en bellen. Die latino’s riepen: hulde aan het EP; al die landen die nu verenigd zijn en geen oorlog meer met elkaar maken! Hetzelfde zeiden de mensen in Afrika: hoe doen jullie dat? Voor het voelen van Europa is het belangrijk dat je enig historische besef hebt. Dat je weet dat Willem van Oranje niet in Dokkum is vermoord, zoals een Kamerlid invulde (PvdA-er van Zuijlen, bij een proefwerk dat het Historisch Nieuwsblad alle Kamerleden toestuurde). Je moet het zo zien: het staketsel van Europa is opgezet. De tekeningen zijn klaar. Halverwege zeg je: wacht eens, hebben we gedacht aan een fietsenstalling? Ben je belazerd: we hebben straks allemaal een auto. O ja, natuurlijk. Dan bouw je dat erbij. Tegelijkertijd wonen daar al mensen. Europa is nog niet af. Dan vragen ze: is het een federatie of een confederatie? En dan zeg ik: fuck up! Dit is een samenwerkingsverband, ontstaan na de Tweede Wereldoorlog, waarbij we vrijwel meteen terechtkwamen in de Koude Oorlog. Kijk eens wat er inmiddels bereikt is. Ik heb Rutte een missive gestuurd. Op papier, in een envelop en met postzegel. Ja, ik doe dat soort dingen nog. Nooit antwoord op gekregen. Ik reageerde op zijn opmerking: ‘wij geven Nederland weer terug aan de Nederlanders’. Daarmee suggereert de beste man dat het belang van Nederland is afgenomen. Maar Nederland speelt eindelijk juist weer een internationale rol. Waarom wordt zoiets gezegd? Omdat Nederlandse politici weer terugvallen op dat ene nestje, waaruit de eieren al lang weg zijn. Twee dingen kan hij ermee bedoelen. Het gaat eerst om ons. Het kan ook betekenen: rem die migratie wat af. Maar Europa is juist de reddingsboei. Als je dat roept, word je uitgemaakt voor Eurofiel, zo ontzettend beledigend. Je wordt gelijk gesteld met een pedofiel. Ik ben geen Eurofiel. Ik ben Europeaan.” De stemming is omgeslagen sinds hij in de bankjes van het EP zat. „Wij zijn klein en machtig. Onze export. De grote banken. De grootste haven. We tellen mee. Dat willen
foto Roger Dohmen
Een groter Europa, een Europa à la carte of geen Europa? Onder de titel Paradijs Europa presenteert deze krant in de aanloop naar de Europese verkiezingen een serie interviews met spraakmakende inwoners van deze provincie over hun Europagevoel. In deel 2: Jan Willem Bertens (78), ex-Europarlementariër en ex-ambassadeur in Midden-Amerika. we zo graag. En daarom geilen we op die schaatsmedailles. Wij spelen een belangrijke rol in Europa. Maar de populisten hebben nu de grootste mond. Als je in een café praat over dronken Polen, vreselijke boerka’s en hordes die vanuit Roemenië en Moldavië naar hier komen om ons te beroven, dan ben je de populairste man. Woon je in het ‘huis Nederland’ dan kun je zeggen: jongens, ik ga verhuizen. Jammer genoeg kan dat niet. Je kunt het onder water zetten. Dan zijn we nog een toeristische attractie. Maar je kunt geen land verhuizen. Je kunt hoogstens mensen verhuizen. Er is no way out. De wereld houdt niet op. Ook niet voor eurofoben als Fortuyn, de kleine christelijke partijen, de SP en meneer Wilders.” Brussel wordt bestempeld als een moloch. „Ja, als een machteloos instituut, dat zich bezighoudt met futiliteiten, zoals de zes maanden durende onderhandelingen tussen Italië en Griekenland over de omvang van tomatenkistjes. Weten jullie waarom? Omdat de prijs is vastgesteld per kist. In de Griekse zaten acht tomaten, in de Italiaanse twaalf. Wat je vaak hoort: wij worden bestuurd door een politieke, bureaucratische elite, die niet gekozen is. Ik erger me daaraan. Mijn dochter is psychiater. Zij zegt: pa, doe dat nou niet. Dan zeg ik: zolang je je
“
Ik ben Europeaan. Maar ze maken me uit voor Eurofiel. Zo beledigend. Je wordt gelijk gesteld met een pedofiel. Jan Willem Bertens
niet meer kunt ergeren ben je dood.” Wellicht mede door die beeldvorming is het EP voor veel Nederlandse politici niet sexy genoeg, denkt Bertens. Typerend was een uitspraak van Camiel Eurlings toen hij CDA-lijsttrekker werd voor de Europese verkiezingen. „Hij zei: ‘Ik ga de politiek verlaten; ik ga even naar Brussel maar daarna kom ik weer terug’. Ik dacht: ben je helemaal geaborteerd, ... (volgt krachtterm). Ik heb gelijk zijn vader gebeld. Ik zeg: ‘höbste ’t gezeen? Wat is dat mèt Camiel? Is dee gans gek gewore?’ Ach ja, jongelui, hè, zei Martin. Ik zei: dit kan hij niet màken. Binnen twee dagen belde Camiel me op. Hij zei: jij weet toch wat ik bedoelde? Ik zeg: ... (volgt opnieuw krachtterm), natuurlijk weet ik wat jij bedoelt. Maar jij gaat even in de luwte. Even geld verdienen. En daarmee conformeer jij je precies aan het beeld dat veel mensen hebben van het EP.” Er is meer geschreven over wat Europarlementariërs meegemaakt hebben, dan wat ze gedaan hebben, vindt hij. „Iedereen kent de naam van die PvdA-collega en wat ze achterover gedrukt zou hebben. Het declareergedrag. De ruzies. Die klokkenluider Van Buitenen, die aan het licht bracht hoe bij de Rekenkamer in Luxemburg gesjoemeld werd. Allemaal incidenten die dat beeld hebben versterkt: ze rommelen daar maar wat aan. Bij de harmonie, de schutterij en de toneelverenigingen, waarvan ik voorzitter of beschermheer ben, daar zeggen de mensen: Jan Willem, Wilders heeft toch wel gelijk. Dat beeld is zo hardnekkig… ik heb ze (krachtterm) meegenomen, Schutterij ’t Rizzjemint, Sphinxharmonie KDO en Opera Comique, om ze te laten zien wat daar in Straatsburg gebeurt. Dat je niet alleen moet kijken naar die plenaire vergaderingen, maar vooral naar alle commissies. Daar wordt gestemd. Daar worden beslissingen genomen. Dat was een eyeopener voor hen. De mensen reageren op iets wat slecht is. Iemand zegt: straks komen al
die Polen en die krijgen hetzelfde als wij. Dan zeg ik: als hij hetzelfde doet als jij, beste man, dan krijgt hij hetzelfde betaald. Jammer genoeg op dit moment niet. In die lullige tunnel vinden ze over honderd jaar de botten. Niet van de Mosasaurus, maar van een Mosaportugees. Want nu werken er Portugezen voor eenderde van de prijs. Omdat een of andere oplichtersbende dat heeft bedacht.” Wat je nu in de Oekraïne ziet is het Europa zonder Europese Unie, zegt Bertens. „De Koude Oorlog is ook gewonnen door de landen achter het IJzeren Gordijn. Wij hebben altijd, via Radio Free Europe, tegen die landen gezegd: kom in onze armen. Ik zat in de commissie Buitenlandse Zaken van het EP toen de Muur viel. Een maand later bezocht ik Bulgarije, Hongarije en Polen. Het eerste wat ze daar vroegen: of ze overal lid van mochten worden. De EU, de NAVO. Europa is voor mij geen Wiederherstellung van het Romeinse Rijk. Maar er moet een vrij verkeer van personen en zaken zijn. En zelfs als we het niet zouden willen: Nederland kan het niet alleen.” Veel politici verschuilen zich achter de angst voor verlies aan soevereiniteit, de angst voor het verlies van identiteit. „Grote onzin. Amsterdam is Amsterdam geworden dankzij de Spanjaarden. Die hebben de Joden van Lissabon via Antwerpen naar Amsterdam verjaagd. Anders was Amsterdam een soort Winschoten geweest. En wat is nou Limburgse identiteit? Ik ben bij toeval in Limburg geboren. Je moet ergens supporter van zijn. Al is het maar om plezier in het leven te hebben. Ik ga naar alle wedstrijden van MVV. Ik juich mee, scheld mee. Ik kan tranen in de ogen krijgen als een van onze schaatsers een medaille wint. Ik krijg de bibbers als het Nederlands voetbalelftal speelt. Dat is geen nationalisme. Dat is vaderlandsliefde. Je kunt Europeaan zijn en toch juichen voor MVV. Je denkt wel eens: hadden we die stuiver nog maar. Of de dorpspomp. Of de pinautomaat in je dorp. Maar je gaat vooruit. Je kunt niet zeggen: het gebeurt niet. Het gebeurt.”
PARADIJS EUROPA
© Copyright 2013 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad. Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt uitdrukkelijk voorbehouden. Zaterdag, 05 april 2014
ALTIJD OP ZOEK NAAR DE
ander
door Johan van de Beek en Paul van Gageldonk
J
oep Leerssen besteedde het budget, verbonden aan de door hem gewonnen Spinoza-prijs, aan een onderzoek naar nationalisme in Europa. Zijn studie is hyperactueel. „Na de rust van de Koude Oorlog is het steeds duidelijker geworden dat het nationalisme alleen maar in coma heeft gelegen, maar niet echt weg was. De partijen van de etnopopulisten, zoals ik ze maar even noem, hebben daarbij een keus: gaan we ons voornamelijk richten op de immigranten uit de islamitische landen of op de hoge heren in Brussel? Mijn indruk is dat men een beetje uitgekeken is op het immigrantengetoeter van Wilders. De website ‘Mosknee’ is een grote flop. Het spreekkoor in Den Haag wekte afschuw. Mensen beginnen te wennen aan meiden met hoofddoeken. We zijn er niet meer zo kopschuw voor. Wat wel is aangeslagen, dat is het eurosceptische verhaal. Dat heeft het politieke midden sterk geïnfecteerd. Met name bij deftig rechts. Het is een burgerlijke onvrede geworden. In plaats van een onderbuikgevoel van barbecueënd, getatoeëerd Nederland, is het een algemeen burgerlijk patroon geworden bij de gevestigde partijen, met uitzondering van D66. Het is platte electorale politiek. Euroscepsis is een verhaal dat goed verkoopt bij de kiezer. Net zoals elektriciteitsbedrijven werven zij met Hollandse elektriciteit. Holland is een brand die goed in de markt ligt.” Etnopopulisten zoemen graag in op het kernbegrip ‘identiteit’. Veel Limburgers hebben het idee gekregen dat hun eigen identiteit wordt bedreigd. „Identiteit heeft een binnenkant en een buitenkant. Het is iets wat we met elkaar delen. Communicatiemiddelen, waardoor we met elkaar een samenleving vormen. Maar het heeft ook altijd een buitenkant. Het is als de huid van het lichaam. De huid houdt onze organen bij elkaar, zodat onze darmen niet naar buiten vallen. Maar het schermt ons ook af tegen bacteriën van buiten en vormt een kapsel. Er is dus geen sterke identiteit denkbaar zonder een soort buitenkant, waarvan je je wilt onderscheiden. In Limburg was dat altijd de Hollander. In Nederland waren dat vroeger de Duitsers. Tegenwoordig zijn Duitsers cool, dat is dus voorbij. Nu heeft Europa steeds meer de rol gekregen van wat Engelsen the significant other noemen. Die veelbetekenende Ander, tegen wie wij ons afzetten. De achtergrond waartegen wij ons silhouet delen. Het is van alle tijden. Mensen hebben een Ander nodig. In de Koude Oorlog hadden we het Boze Oosten achter het IJzeren Gordijn. Nu zijn we twintig jaar lang een beetje aan het schuiven. Is de Ander de islam? Of is de Ander een mul-
foto Pete Gaffney
Een groter Europa, een Europa à la carte of geen Europa? Onder de titel Paradijs Europa presenteert deze krant in de aanloop naar de Europese verkiezingen een serie interviews met spraakmakende inwoners van deze provincie over hun Europagevoel. In deel 3: Joep Leerssen (58), hoogleraar imagologie en momenteel, in het kader van onderzoeksverlof, in Toronto bivakkerend. tinationale bureaucratie? De Ander is een supermarkt, waarin je kunt shoppen. Door een sterke publiciteitscampagne is de Europese Unie op dit moment de Ander geworden. Het is overigens niet onomkeerbaar. We hebben altijd een heel kruidenrekje met Anderen in ons achterhoofd. In Limburg kunnen we Belgenmoppen vertellen. We kunnen moppen over Duitsers vertellen. Hollandermoppen. Allemaal goed voor het Limburgergevoel. Het zijn processen die veel vloeiender zijn dan je zou denken. Tot in de jaren tachtig zagen we dat over Europa werd gesproken in de eerste persoon- wij zijn Europa - tot en met het Verdrag van Maastricht. Dat is nu omgeslagen. En dat kan ook zo weer veranderen.” Nog nader over identiteit gesproken: voelt Leerssen zich behalve Europeaan ook Maastrichtenaar, Limburger of Nederlander en is er een volgorde? „Ik voel mij dat allemaal. De volgorde is die van een Russisch poppetje in een poppetje, de matroesjka. Die kringen liggen concentrisch rondom mijn familiering. Dat heeft ook te maken met de volgorde waarin je opgroeit. Als baby ken je alleen je gezin. Via de kleuterschool en de lagere school leer je je stad kennen, je omgeving. Vervolgens groei je op tot burger. In mijn generatie vervulde de militaire
“
Europa kun je niet afschaffen. Het is alsof je een ei kookt. Dat ei is nu gekookt. Je kunt het niet weer rauw maken. Joep Leerssen, hoogleraar imagologie
dienst daarin ook een belangrijke rol. Dan komt er om die laag de nationale laag. En als je echt volwassen bent, kun je ook naar het buitenland, met vakantie. Zo groeien die concentrische cirkels om je heen. Heb je het eindresultaat bereikt, dan kun je kijken: welke is het belangrijkste? Ik ken heel veel Limburgers die naar Amsterdam zijn verhuisd. Die blij waren dat ze weg waren uit Limburg; helemaal verhollandst. Je kunt dus iets laten vallen. Ikzelf ben niet zo’n hoera-Nederlander. Ik ben Europeaan. Ik voel mij ten nauwste verbonden met mijn collega’s in Estland en Bulgarije. Wij doen dingen samen en dat geeft mij een Europees wij-gevoel. Ik heb datzelfde gevoelsmatige als ik in Limburg ben en mijn eigen dialect spreek. De volgorde is dus, op de eerste plaats, ex-aequo: Europeaan en Limburger. Tweede plaats: Nederlander. Ik moet er wel iets van Goethe aan toevoegen. Hij zei het volgende: ‘Toen ik jong was had ik een vaderland. Toen ik volwassen werd, werd ik een wereldburger. Nu ik ouder word besef ik steeds meer dat ik overal een vreemdeling ben.’ Zo voel ik het ook. Langzamerhand wordt Maastricht, mijn universiteit in Amsterdam, Nederland en de wereld gerund door snotneuzen die jonger zijn dan ik en die ik bij een examen misschien een vijfenhalf zou geven. Ik word een oude mopperige man! Dat is mijn laatste nieuwe identiteit. En die oude man hoort eigenlijk helemaal nergens bij. Die is dus, zoals Goethe zegt, overal een vreemdeling.” Hoe sterk je je eigen identiteit ook ervaart, volgens Leerssen kan geen Nederlander buiten Europa. „Wij zijn al postnationaal. Met name op het gebied van de economie. Deelname aan Google, Facebook, aan alle nieuwe middelen. De manier waarop wij Nikes-sportschoenen dragen en onze kleren importeren. Alles waar wij geld aan uitgeven, al onze communicatie- infrastructuren zijn postnationaal. De vraag is of wij in dat postnationale bestel hulpeloze consu-
menten zijn die veramerikaniseren of slachtoffers worden van grote bedrijven als Google en Apple, die min of meer soeverein opereren. Of dat Europa een alternatief kan bieden, waarbinnen wij niet alleen consumenten zijn, maar ook burgers. Mondige mensen, die meebeslissen over de politiek en de economie. Een van de voornaamste vijanden van Europa is het neoliberalisme. Dat wil geen staat hebben, alleen maar een bedrijfsleven. Dat is een grote bedreiging van ons burgerschap. Het Nederlandse burgerschap wordt zienderogen uitgehold. De Nederlandse Staat doet ons burgerschap in de uitverkoop. We zagen dat met de trein en de posterijen. De waterleiding, nutsbedrijven, alles wordt geprivatiseerd. Overal wordt de burger tot consument gereduceerd. De enige instantie, die dat niet doet, waar nog een centrale bank echt waakzaam is, dat is Europa. Om die reden krijgt Europa veel tegengas van de neoliberale media en het multinationale bedrijfsleven. Wij hebben een Europees alternatief nodig om ons kwijnende nationale burgerschap aan te vullen. Europa heeft goede overlevingskansen. Vergis je niet. Het engagement voor Europa buiten Nederland is véél sterker dan wij denken. Onze eigen moppersmurfachtige opstelling is niet representatief. Wij lopen uit de pas. Europa kun je niet afschaffen. Net zo goed als je Nederland niet kunt afschaffen. Het is alsof je een ei kookt. Dat ei is nu gekookt. We kunnen het niet weer rauw maken. Wij zijn als Nederlanders Europeaan. Nederland moet het als klein land juist hebben van Europese samenwerking. Als Limburgers, die aan de rand van het land wonen, zijn wij nog veel karakteristieker Europees. Wij wonen dicht bij de grens. De gedachte dat door open grenzen het Nederlanderschap verloren gaat, is net zo idioot als de gedachte dat wij minder Limburgers zijn, omdat wij geen Onafhankelijke Boeren- en Arbeidersrepubliek Limburg hebben. Je identiteit is niet afhankelijk van je politieke soevereiniteit. Die denkfout wordt altijd gemaakt. Daar moeten we nu echt eens vanaf.”
© Copyright 2013 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad. Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt uitdrukkelijk voorbehouden. Zaterdag, 12 april 2014
DIT IS
Europa
,
NIET NEDERLAND door Johan van de Beek en Paul van Gageldonk
‘D
e Eutropoliskaart’ die de Maurers in 2007 bedachten is een inmiddels klassiek ‘statement’ over Limburg geworden. Door de plattegrond van de Londense metro over de Euregio Aken-Luik-Maastricht te leggen, kijk je niet meer naar Limburg als een soort schiereiland, maar naar een deel van Europa met enorme potentie. Een stuk van Europa dat wijlen Thijs Wöltgens liefkozend Charlemagne noemde. Nicole: „Eigenlijk is dit een oefening die je vaak doet binnen de bouwkunde. Als je de grootte van een plein wilt weten, dan pak je een ander plein, bijvoorbeeld het Vrijthof, en dat leg op het plein dat je moet gaan herbestemmen. Zo krijg je gevoel voor schaal. En dat hebben we hier ook gedaan. Pak het metronetwerk en kijk eens hoe groot het gebied eigenlijk is. En dat bleek overeen te komen: 1:1. Dat was…maf. De kaart is heel vaak aangevraagd. Mensen gebruiken hem om te laten zien hoe men de regio eigenlijk zou willen zien. Marc: „Het is een mindset-schakelaar.” Mindsets omschakelen doen de Maurers graag. Er is een fascinerend filmpje op het internet te zien waarin ze, staande bij het NS station in Maastricht, uitleggen dat de wereld, althans in openbaarvervoersopzicht, eigenlijk ophoudt bij de Limburgse hoofdstad. Terwijl je met de auto in een oogwenk in Aken bent, duurt dat met de trein anderhalf uur. Balkon van Europa of Endstation Sehnsucht? De Maurers: „Je hebt Nederland. Maar Zuid-Limburg is een stukje Nederlands Europa. Toen we in 1998 begonnen met Maurer United onderscheidden we ons van veel andere architectenbureaus, omdat we de grenzen van het eigen vakgebied overschreden. We gingen verder dan het bouwen. We vonden dat architectuur zich verheven voelde boven het volk en we schopten graag tegen de elite aan.” Nicole en Marc vonden veel meer gelijkgezinden in kringen van veejays, deejays, grafici en modeontwerpers. „Afgestudeerde architecten gingen in die tijd allemaal naar de Randstad. Maar wij vonden dat daar niet onze oorsprong lag.” Nicole werd geboren in Slenaken en studeerde in Delft, Antwerpen en Eindhoven, terwijl Marc, in Eindhoven geboren, opgroeide in Duitsland en studeerde in Keulen, Leverkusen en Eindhoven. „Waarom zou je als zuiderling naar de
foto Roger Dohmen
Een groter Europa, een Europa à la carte of geen Europa? Onder de titel Paradijs Europa presenteert deze krant in de aanloop naar de Europese verkiezingen een serie interviews met spraakmakende inwoners van deze provincie over hun Europagevoel. In deel 4: het architectenechtpaar Marc en Nicole Maurer (beiden 44) van het prijswinnende en internationaal opererende Maurer United in Maastricht.
Randstad gaan? Wat had je daar vóór op die Randstadarchitecten die in Eindhoven hadden gestudeerd en naar hun eigen plek terugkeerden?”, vroegen ze zich af. „We hebben gekozen voor Limburg omdat je hier - letterlijk - de geografische grenzen kunt overstijgen. De grootste projecten die we tot nu toe, als Nederlands bureau, hebben gedaan waren dan ook in Duitsland. En later in China.” Dat internationale, vitale aspect van Limburg komt in de media vaak niet goed uit de verf. Deze provincie heeft een beetje een suffig imago, stelt het tweetal. „Het beeld is dat er nooit iets gebeurt of dat er alleen maar bejaarden wonen. En dat wordt nog eens benadrukt als bijvoorbeeld de seniorenpartij in Maastricht, de stad die zich wil presenteren als Europees, de grootste wordt in de stad. Wij beleven deze provincie heel anders dan de media haar vaak weerspiegelen. En dat is: veel internationaler, minder Angelsaksisch, meer Rijnlands. Minder snel die mentaliteit van snel scoren en snel wegwezen.
“
Het gaat om de samensmelting van oud, ambachtelijk en traditioneel, met een beleving die verder gaat.
Wat betreft dat zogenaamde behoudende karakter dat vaak wordt toegedicht aan Limburg: ja, er zijn, ook hier, mensen die bang zijn voor verandering. Daar moet je er niet te veel van hebben, want dan sta je stil. Maar er zitten ook goede aspecten aan behoudendheid. Duurzaamheid bijvoorbeeld. Behoudend is ook: iets langer nadenken voordat je handelt. Ga eens naar Wahlwiller. Daar heb je Viva Lanterne. Dat is een Rijksmonumentale carréhoeve die er heel erg traditioneel uitziet. Maar die is wel zodanig mooi gerenoveerd en ligt op zo’n fraaie plek, dat mensen uit de Randstad die op bezoek komen zeggen: wauw, dit is beter dan De Kas (hip restaurant annex kwekerij in Amsterdam). En kijk dan eens, als contrast, naar elke willekeurige gemeente in de Randstad. Weinig behoudends. Maar de nieuwbouw die daar is neergekwakt heeft geen identiteit, geen waarde voor de langere termijn. En die waarde heb je hier wel.” Nicole vervolgt: „Het gaat om de samensmelting van oud, ambachtelijk en traditioneel met een beleving die veel verder gaat. Toen ik opgroeide in Slenaken kwamen in de zomer veel mensen ‘van buiten’. Dat was prettig. Er gebeurde iets. Beweging is nodig om te leren. In Vaals heb je nog cafés met obers van middelbare leeftijd die je bedienen. Je kunt dat oubollig vinden. In Amsterdam loopt immers overal jong en hip personeel. Maar een Amsterdammer die ik nu meeneem naar een café in Vaals krijgt, vaak voor het eerst in zijn leven, een ervaring. Die denkt opeens: hè, dat bedienen is een ambacht... geweest. Kelner.” Het is heel erg jammer dat Maastricht geen culturele hoofdstad van Europa is geworden, vinden de architecten. „Dat zou eigen-
lijk een inkoppertje moeten zijn geweest. Leeuwarden is het bidbook met een kar naar Amsterdam gaan brengen. De hele bevolking stond daar achter. Dat draagvlak was hier niet. Dat is jammer, want het had voor veel meer dynamiek en ontsluiting kunnen zorgen. Wij gaan makkelijk de grens over. We zoeken de verschillen op. Niet alle mensen hebben dat of vinden dat leuk. En dat was juist de opgave van Maastricht culturele hoofdstad, om dat voor elkaar te krijgen.” „We zijn eigenlijk heel erg global ingesteld. We vinden het leuk om in China, Brazilië of Duitsland projecten te doen. We zijn helemaal niet zo bezig met de vraag wat we precies zijn: Limburger, Nederlander, Europeaan of Maastrichtenaar. Grenzeloosheid is, zou je kunnen zeggen, ons ding. In China was er een buddy die de hele tijd aanwezig was om te vertalen. Zij sprak perfect Amerikaans, geleerd via een illegale variant op Google. En ze had Amerikaanse films gezien, maar dan alleen films waarin de American Dream centraal stond. Ze noemde zichzelf Whitney, naar de zangeres, en ze was op zoek naar een ideaal dat niet bestond. Niet in Amerika, maar ook niet in Europa. Het bestond alleen in Hollywood. Soms moet je in een heel groot ondemocratisch land komen, om te begrijpen dat de dichtheid van al die voormalige koninkrijkjes waaruit Europa bestaat, heeft geleid tot allerlei regels en wetten die het individu beschermen.” „Misschien is het over twintig jaar wel heel erg aantrekkelijk om in Limburg te wonen en te leven. Ook omdat het, vanwege de ontwikkelingen van communicatie en media, eigenlijk niet meer zo heel erg veel uitmaakt waar je precies bent, geografisch gezien. Mensen werken dan in globale netwerken. En op zo’n moment is een authentieke plek misschien juist heel erg aantrekkelijk. Zo’n plek als hier dus.” Eutropolis: http://www.eutropolitan.org/
© Copyright 2013 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad. Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt uitdrukkelijk voorbehouden. Zaterdag, 19 april 2014
‘NAAR EEN EUROPA VAN DE
door Johan van de Beek en Paul van Gageldonk
G
erd Leers heeft altijd een breed blikveld gehad. „Ik voel me primair wereldburger. Omdat ik één iemand ben, die op deze aarde mag wonen. Daarnaast heb ik mijn verbintenis vooral met mijn omgeving. Limburg. Maar ik kijk niet alleen maar naar binnen. We hadden vroeger een bedrijf in Duitsland. Ik kom net zo graag in België. Ik zou daar zo kunnen wonen. In Maastricht kom ik nogal eens de neiging tegen om angstvallig aan oude tradities vast te houden. Af en toe schiet dat door. Zeker als daarmee mensen worden uitgesloten. In winkels bijvoorbeeld. Mensen worden bediend in het Maastrichts, terwijl we in toenemende mate een internationale bevolking hebben. Het is goed dat we het dialect in stand houden, maar ook belangrijk om ons open te stellen naar anderen. Wij zijn grensregio pur sang. Hebben altijd Franse invloeden gehad. De Belgen komen in groten getale naar de stad. Maastricht is een internationale stad. Toch is het in de perceptie van sommige Maastrichtenaren aan de grens afgelopen. Zeker voor Hollanders.” Leers vindt dat we veel meer naar een Europa van de regio moeten. En niet naar een Europa van Brussel. „Ik haal in Riemst mijn brood. Riemst is mijn regio. Mijn habitat. We kunnen in kleine stappen die samenwerking tussen Riemst, Maastricht en Lanaken meer inhoudelijk vormgeven, op het gebied van veiligheid, brandweer, gezondheidszorg. Langzaam integreren. Daar moeten we wel wat voor over hebben. Zie Avantis, het industrieterrein bij de grens. Dat gaat kapot aan de starheid van nationale regelgeving op het gebied van belastingen en dergelijke. Niemand is in staat enige flexibiliteit te bieden. Uit angst dat iemand anders gaat bepalen wat wij zogenaamd zelf in de hand moeten hebben. Als je de mogelijkheid had gehad om daar flexibel op in te spelen, om te shoppen in de verschillende wetgevingen, dan was het een groot succes geworden. Dat had het Europa-gevoel van veel mensen dichterbij gebracht.” Met Europa hebben we twee grote fouten gemaakt, stelt Leers. „Eén: we zijn samen de euro gaan vormen, zonder dat daarnaast afspraken zijn gemaakt over onder meer de sociale zekerheid, het pensioenstelsel en de overheidsuitgaven. We hebben wel het geld bij elkaar gegooid, maar nagelaten afspraken te maken over de verantwoordelijkheden die daar tegenover staan. Als we op de genoemde terreinen niet snel ingrijpen, dan zou Europa op een aantal punten wel eens niet kunnen overleven. Neem het
foto Roger Dohmen
regio’
Een groter Europa, een Europa à la carte of geen Europa? Onder de titel Paradijs Europa presenteert deze krant in de aanloop naar de Europese verkiezingen een serie interviews met spraakmakende Limburgers over hun Europa-gevoel. In deel 5: Maastrichtenaar Gerd Leers (67), ex-minister en ex- burgemeester over de fouten die uit naam van Europa zijn gemaakt. pensioensysteem. Ik snap goed dat mensen er zich tegen verzetten dat wij zo langzamerhand met ons pensioensysteem landen als Spanje en Portugal uit de ellende halen. Wij moeten, met het gespaarde geld dat hier bij elkaar is gebracht, de spreekwoordelijke luiheid die daar is betracht, gaan compenseren. Dat is slecht. Solidariteit is prima. Maar moet die solidariteit eenzijdig zijn?” De tweede grote fout, volgens Leers, was de toetreding van landen die er niet klaar voor waren. „Dat gebeurde op een dogmatische manier, met datumfixatie. Landen als Roemenië, Bulgarije en Polen. Het leek af en toe wel een wedstrijd: hoeveel landen kunnen we erbij krijgen? Maar die landen waren er niet rijp voor. Landen als Bulgarije en Roemenië hebben hun rule of law, hun hele staatsrechtelijke organisatie, nog lang niet op orde. En toch komen die landen erbij en praten ze als volwaardig lid mee over regels. Begin 2000 was ik lid van de Raad van Europa. Rusland en andere Oost-Europese landen kwamen erbij. Ik heb gezien wat dat betekent. Een totale omwenteling van de cultuur, de sfeer. Als wij een lunchpauze hadden bij een vergadering werd het na tien minuten een ravage. De hele tafel met eten werd geplunderd. Alsof er een hor-
“
Ik heb voet bij stuk gehouden en tegen landen als Roemenië en Bulgarije gezegd: u bent er nog niet klaar voor. Gerd Leers
de sprinkhanen over de tafel was gelopen. Als je na tien minuten binnenkwam, had je pech. Het zegt iets over de achterstand in verzadigingsniveau, waarmee die landen binnenkwamen. Die mensen zijn van heel ver gekomen. Ze willen snel. Ze willen stappen overslaan. Ik heb daar zelf grote ruzie over moeten maken, toen ik minister was, over toetreding van Roemenië en Bulgarije tot Schengen. Ik stond pal voor mijn overtuiging. Ik hield voet bij stuk: u bent er nog niet klaar voor. Dus stemde ik tegen. Ik was de enige. Daar dook precies het probleem op: Europa heeft alles en iedereen aan elkaar gekoppeld. Jij krijgt dit, als jij mij dat geeft. Voor wat hoort wat. Dealtjes. Dan zeggen de Polen: ja hoor eens, het zijn onze buren; als jullie de Roemenen er niet bij nemen, krijgen wij een probleem. En dan wordt er weer druk gezet op de Duitsers. Je kunt zeggen: dat is politiek. Maar het wordt een hachelijke zaak als de principes wegvallen en de kern van de rechtsstaat wordt geraakt. Ik heb het meegemaakt dat ik zwaar onder vuur werd genomen. Ik was de enige die tegen de toetreding van de Roemenen en de Bulgaren stemde. Gelukkig was er vetorecht. Het gebeurde dus niet. Voor mij was het helder: die rechtsstaat is niet in orde. Hoe moet ik jou nu de sleutels van mijn achterdeur geven en zeggen: jij mag mijn grens bewaken; terwijl ik weet dat er nog veel corruptie bestaat? Dat was de situatie. Ik kreeg heel wat over me heen. Maar nog steeds zijn ze niet toegetreden tot Schengen. Wel komen Bulgaarse en Roemeense criminelen hier naar toe. Voor hen zijn grenzen een gelukzaligheid. Ze maken handig gebruik van de verschillende wetgevingssystemen en shoppen tussen die landen in. Onze eigen schuld, dikke bult. We hadden niet moeten besluiten dat die landen werden toegelaten. Vergelijk het met het Eurovisie Songfestival. Vroeger had je de oorspronkelijke Eurolanden, die de dienst uitmaakten: België, Nederland,
Frankrijk, Duitsland en ook nog Spanje en Portugal. Nu heb je Macedonië en alle andere Oost-Europese landen. Ze hebben een totaal andere cultuur. Spelen elkaar de bal toe en winnen dus vaak. Dan raak je precies het punt van de onderbuikgevoelens van de mensen. Die zeggen: we hoeven niet meer mee te doen; het is allemaal corrupt, onderling geregeld. Die beeldvorming werkt zelfs daar in door. Dat maakt dat mensen sceptisch worden. En dat is doodzonde. Want Europa heeft natuurlijk ook zijn merites.” Voor Limburg waren er kansen om het gezicht nog wat meer naar Europa te richten. Het project Maastricht Culturele Europese Hoofdstad bijvoorbeeld. „Maastricht had zichzelf geweldig op de kaart kunnen zetten. Dat had de stad een enorme boost gegeven. En met name ook voor het Europa van de regio’s, zoals ik dat voorsta. Samenwerken met de Belgen, met Luik, met Aken. Maar dan gaat het dus mis. Ik zal jullie een prachtig voorbeeld geven van hoe ik af en toe met ongeloof kijk naar de kortzichtigheid in onze eigen regio. Toen ik burgemeester was, heb ik ontzettend veel energie ingezet om de Maastricht-Brussel Express voor elkaar te krijgen. Die was echt bedoeld om Maastricht grensoverschrijdend te presenteren. Met zijn Tefaf, met al zijn mogelijkheden. Als je een verbinding hebt met Brussel, dan heb je een verbinding met de rest van de wereld. Dat was dus fantastisch geweest voor de stad. Er was echter één groot probleem: de trein kon niet in Eijsden stoppen. Die trein was te lang om op het korte perron te stoppen. Je houdt het niet voor mogelijk: men koos er eerder voor om de stoptrein terug naar Eijsden te krijgen, dan dat men regionaal de guts had om voor de internationale trein te gaan. Een kleine actiegroep schreeuwt en krijgt haar zin. Die mensen waren veel beter af met een bus. Niemand in de politiek, zelfs niet mijn eigen CDA, heeft het opgenomen voor de internationale verbinding. Europa in een notendop. Zo gauw als het om het eigenbelang gaat, vergeten we gewoon de betekenis voor de rest. Jammer en dom.”
© Copyright 2013 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad. Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt uitdrukkelijk voorbehouden. Zaterdag, 26 april 2014
‘LINKS HEEFT NIET HET MONOPOLIE OP door Johan van de Beek en Paul van Gageldonk
Een groter Europa, een Europa à la carte of geen
W
Europa? Onder de titel Paradijs Europa presenteert deze krant in de aanloop naar de Europese
ilders groeide op in Venlo. Daar is van oudsher een verwantschap met de Duitsers. Daar begint Europa al. „Mijn vader had het, vanwege de oorlog, niet zo op Duitsers. Het was geen pre bij ons thuis om iets aardigs over Duitsers te zeggen. Als ik thuiskwam met een goed rapportcijfer voor Frans, dan vond mijn vader dat leuker dan een goed punt voor Duits. Dat was typisch voor die tijd. Mijn vader was adjunct-directeur bij Océ. We woonden een paar kilometer van de grens, maar hij is in zijn leven maar een paar keer in Duitsland geweest, alleen omdat het moest vanwege het werk. Tegenwoordig heb ik geen verkeerde connotatie met Duitsland, al borrelt het wel eens op met voetballen. Ik heb Europa nooit gezien als een groter geheel. Ik meen het tot in het diepste van mijn ziel: ik voel mij in eerste instantie een Venlonaer, hoewel ik daar al heel lang niet meer woon. Daarna ben ik Limburger en Nederlander. Geen Europeaan. Ik maak wel een onderscheid tussen Europa, waar ik niets op tegen heb, en het instituut Europese Unie. Ik ben er trots op om Nederlander te zijn. Er bestaat een Nederlands volk. Maar er bestaat geen Europees volk. Ik ken het in ieder geval niet. Er zijn in Europa wel bepaalde waarden, die we met elkaar delen. Het christendom bijvoorbeeld. Maar een Zweed is geen Griek. En een Portugees geen Deen. Dat gemeenschappelijke is er niet. We hadden moeten blijven bij hoe we in ’57 begonnen: economische samenwerking, waar iedereen profijt van heeft.” Is het niet de verdienste van de EU dat we decennia geen oorlog meer hebben gehad in Europa? „Nee, dat is geen verdienste. Dat heeft iemand ooit gezegd en dat wordt overal nagetoeterd. Ik ben meer een transatlant. Als er iets voor vrede heeft gezorgd in Europa, dan is het de NAVO. Kijk naar de rol van de NAVO in Bosnië. Wat heeft Europa daar gedaan? De Amerikanen moesten Europa komen helpen. De EU heeft alleen maar voor ellende gezorgd. Kijk naar wat ze met de Oekraïne hebben gedaan. Ik praat niet goed wat de Russen daar gedaan hebben en nog doen. Integendeel. Maar Verhofstadt en Van Baalen riepen in Kiev: jongens, jullie krijgen een kandidaat-lidmaatschap van de EU. De Oekraïne is een wortel voorgehouden, terwijl iedereen wist dat in dat land een zeer fragiel evenwicht is. Europa heeft het vuurtje zelf aangestoken.” De EU en de euro hebben ons geen welvaart gebracht, stelt Wilders. „Wij hebben een gerenommeerd Engels bureau laten onderzoeken hoe wij er voor zouden staan als we de gulden nog hadden gehad. Con-
foto Roger Dohmen
fatsoen’
verkiezingen een serie interviews met spraakmakende Limburgers over hun Europa-gevoel. In deel 6: Venlonaar Geert Wilders (50), leider van de PVV, over het verschil tussen Europa en Europese Unie, de verzorgingsstaat en het idee dat alle culturen gelijk zijn.
clusie: we zouden op termijn 10 procent extra economische groei hebben.” Maar het beeld dat velen nu schetsen, is dat we moeten inleveren, omdat de verzorgingsstaat niet meer te betalen is. „Het is een keus: verzorgingsstaat of immigratieland. Allebei kan niet. We hebben het laten onderzoeken. Immigratie, alleen al van niet-westerse allochtonen, kost Nederland 7,2 miljard per jaar. Dan kunnen we onze verzorgingsstaat niet meer betalen. Nu wordt er miljarden bezuinigd op de ouderenzorg. Als je de beschaving van een land wilt meten, moet je kijken hoe er met de ouderen wordt omgegaan. Ik kan niet snappen dat wij ieder jaar vier miljard netto aan Europa geven en nog eens vier miljard netto aan ontwikkelingshulp, terwijl mensen van zeventig, tachtig, negentig, dadelijk, als ze al niet op straat komen te staan, bijna geen thuiszorg meer krijgen. Dat kun je toch niet uitleggen? Dat is fatsoen. Dat is beschaving. Dan wordt er gezegd: de PVV vaart opeens een linkse koers. Maar links heeft geen monopolie op fatsoen.” Volgens Wilders worden de EU-verkiezingen historische verkiezingen. „In veel landen zie je dat Eurokritische partijen het goed gaan doen. Niet al die partijen willen
“
Iedereen wist dat er in de Oekraïne een zeer fragiel evenwicht is. Maar Europa heeft het vuurtje zelf aangestoken.
precies hetzelfde. De Lega Nord wil uit de Eurozone, maar niet uit de Unie. En als het gaat om buitenlands beleid ben ik het niet altijd eens met wat mevrouw Le Pen zegt. Maar we hebben gemeenschappelijk dat we minder Europa willen. Ja maar, het is wel een heel heterogeen gezelschap, wordt er dan gezegd. Dan zeg ik weer: het CDA heeft jarenlang samengewerkt met de partij van Berlusconi, de meneer van de bunga bunga-party’s.” In het programma voor deze Europese verkiezingen benadrukt de PVV dat ‘onze’ identiteit in gevaar is. „Dat woord is voor mij synoniem met soevereiniteit. De baas zijn over je eigen grenzen. Over je eigen begroting. Over alles wat je zelf wilt doen. Die identiteit hebben we verloren. Neem het voorbeeld van immigratie. Daar zijn we tegenaan gelopen, toen we een paar jaar het kabinet van VVD en CDA gedoogd hebben. Eén van de dingen die wij uitonderhandeld hadden, was dat de richtlijnen voor gezinshereniging aangescherpt zouden worden. Wat bleek nu? In de EU zit een Zweedse commissaris, Cecilia Malmstrøm. Wij noemen haar ‘de Europese hippie’, ze is van een D66-achtige partij. Niemand kent haar in Nederland. Niemand heeft op haar gestemd in Nederland. En die bepaalt wat wij met onze wetten mogen doen. Bij mij thuis - en ik neem aan ook bij jullie thuis - beslis ik zelf wie de logés zijn en wanneer ze weer moeten vertrekken. Maar dat doen wij dus niet meer zelf. Wij hebben dat aan Europa gedelegeerd, overgedragen. De regering, die wij gedoogden, wilde die richtlijnen aanscherpen, maar liep tegen een muur aan. Kijk ook naar de begroting. Wij moeten de Miljoenennota eerst aan Brussel overleggen, voordat die op Prinsjesdag aan de Kamer wordt toegelicht. Europa
zegt dat wij de hypotheekrente moeten aanpakken. Dat wij de WW en het ontslagrecht moeten aanpassen. Dat we het tekort binnen een jaar onder de 3 procent moeten hebben. Dat betekent dat we de belastingen moeten verhogen. Waar heel veel mensen aan de grens, ook in Limburg, last van hebben. Want hoe haal je snel geld op? Alleen door de BTW en de accijnzen te verhogen.” De fractiekamer van de PVV lijkt wel op een war room, met aan de muren een Nederlandse vlag, een Amerikaanse, een Israëlische en een Kruisriddersdundoek. Het vechten tegen de islamisering is hetzelfde gevecht als dat tegen de EU, zegt Wilders. „Het gaat hier ook om baas in eigen huis zijn. De islam is de reden waarom ik de partij heb opgericht. De grootste ziekte van Europa is het cultuurrelativisme. Mensen die zeggen dat alle culturen gelijk zijn. Islam, boeddhisme of christendom: wat maakt het uit? Laten we allemaal Kumbaya zingen en rondjes dansen rond het tapijt, dan worden we allemaal gelukkig. Mensen zijn gelijkwaardig. Maar culturen niet. De identiteit van mensen wordt ontkend. Jij bent geen Zweed, jij geen Nederlander, we zijn allemaal Europeaan. Wat dat is: niemand weet het. Maar we zijn allemaal gelijk, alle culturen zijn gelijk. Vanuit Europa wordt ons dat politiek correcte opgelegd. Je mag niks verkeerds zeggen over de islam. Je krijgt een fatwa. Of ze brengen je voor de rechter. Noemen je een racist. Maar mensen zijn niet dom. Hebben misschien niets tegen moslims. Ik ook niet. Maar zien wel dat die cultuur op heel veel punten niet de onze is. Een achterlijke cultuur, die niet dominant mag worden. Er zit een enorm verschil tussen wat de leiders en de fracties van de partijen hier in Den Haag roepen en wat hun achterban ervan vindt. Daarom was ik ook zo blij met het onderzoek van Maurice de Hond over de ‘minder Marokkanen’-uitspraak waar 43 procent achter staat. Ik ga door, op mijn eigen weg. Ik heb al tien jaar Al Qaeda achter mij aan, maar ik wijk niet. Dat mensen weglopen uit de partij is heel vervelend. Maar uiteindelijk is dat bijzaak.”
© Copyright 2013 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad. Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt uitdrukkelijk voorbehouden. Zaterdag, 03 mei 2014
MET
euroscepsis
HEB IK NIET ZO VEEL door Johan van de Beek en Paul van Gageldonk
Voel je je Limburger, Nederlander of Europeaan? En is er een volgorde? „Ik zeg dit niet om flauw te doen, maar ik ben het alle drie. En dat is nog niet alles: ik ben ook een wereldburger. Ik heb veel door Afrika gereisd en als, zoals onlangs, de genocide van twintig jaar geleden in Rwanda wordt herdacht, dan raakt me dat. Ik ben er in gedachten bij. Soms ben je heel erg Limburger als je in het buitenland bent. Ik heb eens vreselijk om mezelf moeten lachen toen ik in Kampala was en om iets dat gebeurde stond te vloeken, in het dialect. Dat merk je dat het je eerste taal is. Ik vind ook dat ik in het dialect dingen preciezer kan uitdrukken dan in het Nederlands, vooral op het vlak van emoties en intimiteit. Mijn kinderen zijn niet in Limburg geboren, maar in Afrika. Ik heb nooit met ze in Limburg gewoond, dus ik spreek geen dialect met ze en mijn man spreekt ook geen dialect. Dat zou ook gek zijn hier (Broek en Waterland), maar toch is het jammer. Wel gebruiken we sommige Limburgse uitdrukkingen zoals foetelen. Daar is geen beter Nederlands alternatief voor. Nederlands is de taal voor het rationele, het wetenschappelijke, het politieke. En ik ben zeker Nederlander in de zin dat dit het land is waar ik wil wonen. Dat is geen toeval. En dat weet ik omdat ik elders heb geleefd en gewoond. En dat ik ook Europeaan ben, werd ik me heel bewust toen ik in Afrika leefde (Luyten woonde lange tijd in Rwanda en Oeganda waar ze correspondente was). Je beweegt je dan, behalve onder Afrikanen, ook in kringen van expats, vooral Europeanen, Aziaten zoals Indiërs en Amerikanen. Met Spanjaarden, Italianen, Fransen en Duitsers heb je dan sneller een klik dan met bijvoorbeeld Amerikanen. In contacten met Amerikanen merk je hoe zeer Europeanen hechten aan echtheid. En in contacten met Aziaten merk je hoeveel waarde we hechten aan individualiteit en autonomie. Ik besef dat dit generalisaties zijn waar mensen boos om kunnen worden, maar wanneer je langere tijd buiten Europa leeft, kom je er achter dat er een stelsel is van waarden, uitingen en voorkeuren waar je het stempel Europees op zou kunnen plakken.” Identiteit lijkt het verhaal van deze tijd. Limburgse identiteit. Nederlandse identiteit. Het gevoel dat er iets verdedigd moet worden. Of dat er iets afgepakt gaat worden, door ‘Brussel’ bijvoorbeeld. „Dat mensen dat voelen of zich dit soort dingen afvragen, betekent juist dat we steeds Europeser worden. De schaalvergro-
foto Roger Dohmen
Een groter Europa, een Europa à la carte of geen Europa? Onder de titel Paradijs Europa presenteert deze krant in de aanloop naar de Europese verkiezingen een serie interviews met spraakmakende Limburgers over hun Europa-gevoel. In deel 7: Marcia Luyten (Wijnandsrade, 1971), econoom, cultuurhistoricus en presentator van Buitenhof, over Limburgerschap, begrip voor rancune en scepcis.
ting, die uitdijende buitenwereld vertaalt zich naar een behoefte om erachter te komen wie je bent. Dat wordt sterker naarmate de onzekerheid toeneemt. Dus je ziet aan de ene kant een Europeanisering, die onvermijdelijk is, en aan de andere kant een opmars van regionale identiteiten. Er is die gemeenschap waartoe je in het dagelijks leven behoort, maar er is ook een grotere identiteit. Dat zijn geen tegenstellingen voor mij, dat gaat samen. Het zijn lagen, op elkaar. Voor onze kinderen zal dat, denk ik, weer iets anders liggen. Veranderlijkheid is dan de norm geworden. Mijn kinderen zullen opgroeien in een wereld waarin het vermogen je aan te passen cruciaal zal zijn. Voor hen zullen grenzen ook veel diffuser zijn, ook de grenzen van landen of provincies. De generatie na ons zal grenzelozer zijn.”
En de euroscepsis? Een voorbijgaand fenomeen? „Ewald Engelen, een bekende euroscepticus, zit in mijn redactie van Buitenhof. Als we praten over zaken die in Europees verband niet kloppen of die misgaan, zijn we het vaak heel erg eens. Maar dan wil hij terug, weg uit de euro, en ik kies voor meer integratie. We kunnen de concurrentie met China, India of de Verenigde Staten alleen aan als we onze krachten bundelen. Het Verdrag van Maastricht is voor een deel broddelwerk geweest. En bij de invoering van de euro is een historische fout gemaakt: de begrotingsunie stond toen al niet in de steigers. De successen van Europa zijn altijd te danken geweest aan het depolitiseren van hele grote beslissingen. Al die grote stappen, van het oprichten van de EGKS tot alles wat erna gebeurde, zijn nooit echt
aan de bevolkingen van de landen voorgelegd. Tegelijkertijd: als dat wel zou zijn gebeurd, waren we nooit zo ver gekomen. Ik ben daar een beetje dubbel in. De Europese Commissie is een soort zakenkabinet waar Nederlanders altijd naar smachten als er om de twee jaar weer verkiezingen nodig zijn. Die Commissie kan impopulaire maatregelen nemen, die op de lange termijn goed zijn voor een grote meerderheid van de bevolking van de Unie. Het nadeel van dat zakenkabinet is dat je weinig democratische controle hebt. Maar met euroscepsis heb ik niet zo heel veel. You can’t unscramble an egg. Tot ongeveer 2003, 2004 hebben we nooit iets van Europa willen weten. We hebben ons een beetje blind laten meevoeren want alles ging prachtig. Ik sprak toen wel eens met Kees Vendrik (destijds Groen Links-Tweede Kamerlid). Die zei: Marcia, als wij debatteren over Europa is de zaal leeg. Niemand op de publiek tribune, de pers is niet geïnteresseerd, terwijl er ingrijpende beslissingen worden genomen. Bur-
“
De schaalvergroting, die uitdijende buitenwereld, vertaalt zich naar een behoefte om erachter te komen wie je bent.
gers toonden nauwelijks belangstelling. En misschien ligt een deel van de verantwoordelijkheid ook wel bij ons, de journalisten. Wij zijn de schakel tussen politiek en publiek, maar het was geen sexy onderwerp. Het was complex, te technisch en je kon er niet mee scoren. De omslag is rond 2005 gekomen, nog voor de recessie. Mensen waren, zou je kunnen zeggen, eerst ongeïnteresseerd voor en toen sloeg dat om in ongeïnteresseerd tegen Europa.”
Hoe is het met ‘Het Geluk van Limburg’? „Het boek komt volgend jaar uit en wordt waarschijnlijk ook verfilmd als documentaire. Er zit enorm veel research in en het gaat onder meer in op talloze aannames en vooroordelen over Limburg en Limburgers. Zoals dat oude verhaal dat ‘we’ bovengemiddeld fout waren in de oorlog, geen substantieel verzet boden tegen de bezetter enz. enz. Het omspant een tijdperk, begint eind achttiende eeuw en gaat door tot in 2014. Alle boeken die ik tot nu toe schreef waren gebaseerd op materiaal dat ik al verzameld had, zodat ik alleen nog maar hoefde te schrijven. Hier doe ik het onderzoek en het schrijven tegelijkertijd. Het idee werd geboren toen ik zag dat er in streken van Limburg 40 procent van de mensen stemde op Geert Wilders. Ik heb toen uit woede dat verhaal geschreven over Limburg (het beruchte NRC-artikel van 26 april 2011 over deze provincie als een vat vol rancune). Limburg gaat me aan het hart en ik zag mensen stemmen voor een beleid dat Limburg geen goed zou doen. Dat moest er even uit. Het was, zou je kunnen zeggen, mijn gal spuwen. Nu onderzoek ik hoe het precies zit. Het heeft mijn blik op het deel van het land waar ik vandaag kom wel doen kantelen. Mijn begrip voor de man met rancune is enorm toegenomen. Ik praat het niet goed, maar ik kan het Verstehen. Het is een enorm project geworden dat er zonder Wilders nooit was gekomen.”
© Copyright 2013 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad. Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt uitdrukkelijk voorbehouden. Zaterdag, 10 mei 2014
mensen
‘JE KUNT NIET IN EEN VERDOMHOEKJE ZETTEN’ door Johan van de Beek en Paul van Gageldonk
Wat je steeds weer hoort: door die open grenzen pakken Oost-Europeanen onze banen af. Vice-premier Lodewijk Asscher sprak over verdringing. „Er zijn misstanden. En misstanden moeten worden aangepakt. Mijn stelling is: kwaliteit gaat boven nationaliteit. Ik vind dat je een buitenlander niet minder mag betalen dan een Nederlander die hetzelfde werk doet. Dat doen wij als OTTO dus ook niet. Je mag nooit concurreren op arbeidsvoorwaarden. Maar helaas gebeurt dat elders wel, met name in de land- en tuinbouw. Een Nederlander zegt: ik heb recht op 9,50 euro en een toeslag in het weekeinde en in de avond. En dan zegt de baas: ja, maar ik heb een Pool die het voor 8,50 per uur doet en die ik geen toeslagen hoef te betalen. Daar heeft Asscher gelijk. Dan is er sprake van verdringing. Dat is één kant van het verhaal. Wat je ook ziet, is dat er Nederlanders zijn die vinden dat bepaalde soorten werk beneden hun stand zijn, te slecht worden betaald of niet passen in hun levensstijl, omdat ze nog andere bezigheden hebben. Ik ben eens bijna gekielhaald bij een bijeenkomst in Noord-Limburg door iemand die zei dat hij bij ons had gesolliciteerd, maar het niet was geworden en een Pool wel. Ik zei: geef me je naam, ik zoek het uit. Wat bleek? We hadden die persoon een baan aangeboden waarbij in ploegendiensten of in weekends moest worden gewerkt. En dat krijg je dus dik betaald. Op zondag is het bijvoorbeeld 100 procent toeslag. Maar daar had die sollicitant geen zin in. En dan zeg ik: dan houdt het wel een beetje op, dan heb je te maken met wat ik een verwende Nederlander noem. Ik voel me Europeaan. En niet alleen omdat Europa mijn werkterrein is. Toen ik jong was en opgroeide in een tuindersgezin in Berghem (dorp aan de rand van Oss), dacht ik altijd dat ik de zaak zou overnemen van mijn vader. Een reis in die tijd was een dagje op en neer naar de Efteling. Verder reikte je gezichtsveld niet. Nu kijk ik verder. Ik denk dat veel mensen niet voelen of weten hoe belangrijk Europa voor ons is. Ik woon al bijna twintig jaar in Limburg. Ik voel me dus Limburger. En Brabander maar ook Nederlander, vooral als het Nederlandse elftal speelt. Maar let op: bij het schaatsen op de Olympische Spelen heb ik heel hard gejuicht voor de Pool Zbigniew Bródka (die Koen Verweij versloeg op de Olympische 1500 meterfinale in Sotsji). Die jongen hebben wij als bedrijf zes jaar lang gesponsord. Wij hebben hem geholpen een
foto Roger Dohmen
Een groter Europa, een Europa à la carte of geen Europa? Onder de titel Paradijs Europa presenteert deze krant in de aanloop naar de Europese verkiezingen een serie interviews met spraakmakende inwoners van deze provincie over hun Europa-gevoel. In deel 8: Frank van Gool (1965, Oss), oprichter/directeur van arbeidsbemiddelaar OTTO Work Force.
droom waar te maken en er is niets mooiers dan dat: dromen waarmaken.”
Je hebt op het Museumplein een paar jaar geleden een speech gehouden. Er waart een spook door Nederland, zei je toen. Het spook van isolationisme, terug naar de gulden, koekje bij de thee. Ik ben er het laatste half jaar iets minder bang voor geworden, vooral omdat de crisis over zijn dieptepunt heen lijkt. Maar wat me wel zorgen baart, is het bijna achterwege blijven van een heldere boodschap over wat Europa voor Nederland toevoegt. Van onze eigen overheid komt dat verhaal niet, uit electorale overwegingen. Dus zie je dat er een beetje mee wordt geschoven met Wilders. De buitenlanders die moeten worden weggehouden, dat soort verhalen. Dat Polenmeldpunt van de PVV bijvoorbeeld vond ik een gruwel. Ik geloof niet dat iemand zich in Nederland heeft gerealiseerd wat dat in Polen teweeg heeft gebracht. We doen regelmatig onderzoek
“
Een krachtig Europa met duidelijk leiderschap is nu meer dan ooit nodig.
naar wat arbeidsmigranten denken over het buitenland. Aan mensen van zeven verschillende Oost-Europese nationaliteiten hebben we gevraagd waar ze in de toekomst het liefst zouden willen werken. Onder Polen was Nederland altijd populair: derde of vierde plaats na Engeland en de Scandinavische landen. Wij, Limburgers, hebben van oudsher iets met Polen: de katholieke achtergrond, het mijnverleden. Kijk naar het telefoonboek van Brunssum en tel de Poolse achternamen. En vergeet niet dat Poolse strijdkrachten in 1944 ongeveer twintig procent van Nederland hebben bevrijd. Polen integreren vrij gemakkelijk. Als je met Polen spreekt die hier willen blijven, dan heb je te maken met mensen die Nederlands willen leren spreken. Dat kun je niet vergelijken met de Turken en Marokkanen die in de jaren zestig naar Nederland kwamen en altijd dachten dat ze ooit terug zouden gaan. Nu staan we als Nederland bij Polen op de elfde plaats. Van vier naar elf! Dat kwam niet alleen door het Polenmeldpunt van Wilders, maar ook door Henk Kamp met ‘de werkloze Pool moet terug’ en ‘de tsunami van Oost-Europeanen’ van de Haagse PvdA-wethouder Marnix Norder. Dat is allemaal breed uitgemeten in de media in Polen. Het heeft ons land geen goed gedaan. We zijn toen direct de NL loves PL-campagne begonnen in Polen. We moesten duidelijk maken dat er een verschil is tussen wat Wilders zegt en wat Nederland is. We kunnen het niet maken om groepen mensen zomaar in een verdomhoekje te zetten. Toen wij in 1999 begonnen met OTTO, werden Polen gezien als illegale aspergestekers en bollenpellers. Ze werden slecht behandeld, kregen hun overuren niet uitbetaald en werden pover gehuisvest. Wij wilden dat op een goede, nette manier organiseren.
Je moet mensen behandelen zoals je zelf behandeld wilt worden. Respect is een belangrijk deel van onze missie. Het Polenmeldpunt heeft in zekere zin ook goed gedaan, want veel mensen vonden dat echt te ver gaan. Ik ben ook naar Norder gegaan. Ik heb er een hekel aan als Polen worden aangevallen, want dan val je ook mij aan (Van Gool is getrouwd met een Poolse). Ik heb heel veel problemen met dakloze Polen, de hele stad zit er vol mee, zei Norder. Honderden liepen er door de stad, volgens hem. Ik zei: goed, ik kom je helpen, misschien kan ik die mensen wel aan het werk krijgen. Den Haag is natuurlijk het afvoerputje van het Westland. Iemand die een keer een grote mond heeft, wordt naar buiten gezet. Geen werk is geen bed en dan heb je een dakloze. We hebben die groep in kaart gebracht. Ruw gezegd: een derde waren echte criminelen, een derde mensen die niet durfden terug te gaan omdat ze in de ogen van hun familie mislukt waren en de rest hebben we aan baan geholpen. Norder heeft nu ook een andere kant van de wereld gezien.”
Hoe zie je de toekomst? Europa heeft ons veel gebracht. Arbeidsmigratie heeft ons veel gebracht. Europa kan niet zonder. Je hebt al bepaalde regio’s in Polen waar de werkloosheid vrij laag is. Dat kan omdat het economisch vrij goed gaat of omdat de mensen naar het buitenland zijn vertrokken. Er zijn bedrijven in de buurt van Warschau die autostoelen produceren waar we nu mensen uit de Oekraïne werk geven. Dat zijn grote bewegingen: Polen komen naar hier, Oekraïners naar Polen. Wat je in Tsjechië ziet, is dat daar al tussen de zestigduizend en zeventigduizend Vietnamezen in de automobielindustrie werkzaam zijn. En dan zie je dat Europa een stuk dichterbij is. Polen vinden wat er in Oekraïne gebeurt heel bedreigend. Die zijn echt bang dat de Russen weer gaan komen. Dat is geen ver-van-mijn-bedshow meer. Een krachtig Europa met duidelijk leiderschap is nu meer dan ooit nodig.”
© Copyright 2013 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad. Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt uitdrukkelijk voorbehouden. Woensdag, 14 mei 2014
‘WE WORDEN STEEDS
provincialer’ door Johan van de Beek en Paul van Gageldonk
Maastricht en de Euregio als Europese culturele hoofdstad. Was dat een goede zaak geweest? „Dat was een heel goede zaak geweest. Zoiets geeft een enorme boost, vooral ook psychologisch. Het zorgt voor zelfvertrouwen en initiatieven. Van het een komt dan het ander. Maar ik geloof echt dat het een uitgemaakte zaak was, vooraf al. Halbe Zijlstra, een Fries, was staatssecretaris en heeft in de jury uitsluitend noorderlingen gezet. Niemand dus met een beetje affiniteit met de zuidelijke cultuur. Ik ben een dag mee gegaan toen de jury in Maastricht en Luik was. Ik geloof dat ik na een half uur al tegen Huub Smeets (directeur Maastricht Culturele Hoofdstad) zei: dit gaat niet goed. De lichaamstaal verraadde dat een beetje. En cynische opmerkingen of gegniffel over ‘het Roomsche’. In Luik zag je dat de Nederlanders, ook al probeerden ze zich een internationale houding aan te meten, zich geen raad wisten. Luik stuurde drie motards om de bus met juryleden vanuit Maastricht door de drukke middagspits heen te loodsen. Nou, dat was echt overdreven, vonden de juryleden. Terwijl ze in Friesland met een helikopter naar de eilanden vlogen. Luik is in zekere zin al Zuid-Europa en daar zat men duidelijk niet op te wachten. Over twee jaar is zoiets niet meer mogelijk, dan bestaat de jury uit twaalf leden met verschillende nationaliteiten. Nu volgden de buitenlanders de zes Nederlanders die allemaal voor Leeuwarden kozen.” Je hebt een dubbele nationaliteit. „Toen ik in 1993 vanuit Eijsden naar België verhuisde, kwam ik er via een ambtenaar achter dat ik ook recht had op de Belgische nationaliteit. Het had ermee te maken dat mijn grootvader uit de Voerstreek kwam. Ik dacht: als ik nu toch dat recht heb, dan kom ik niet als Hollander het land binnen. Dan ben ik als het ware een van hen, minder vreemdeling. Ik heb nu dus twee paspoorten. Het gevoel dat ik daarbij heb, is aangenaam. Ik ben niet iemand die de oranje vlag buiten hangt. Misschien ben ik iets meer Nederlander dan Belg, maar ik ben ook iemand die de Belgische politiek volgt, niet alleen die van Nederland. Die Nederlandse politiek wordt trouwens steeds ingewikkelder. Als je jong bent, ben je idealistisch. De lijnen zijn dan vaak heel duidelijk. Ik stemde ooit PSP en had discussies met vrienden over de vraag of je nu voor de communisten of voor de socialisten in Portugal moest zijn. Die socialisten vond ik namelijk veel te rechts. Ik las De Groene Amsterdammer en de VPRO was de enige relevante omroep. Ik was ook voor
foto Roger Dohmen
Een groter Europa, een Europa à la carte of geen Europa? Onder de titel Paradijs Europa presenteert deze krant in de aanloop naar de Europese verkiezingen een serie interviews met spraakmakende inwoners van deze provincie over hun Europa-gevoel. In deel 9: Jo Cortenraedt (60, geboren in Eijsden), maker ‘Limbourgeois’ en hoofdredacteur van Chapeau! Magazine. Fidel Castro, totdat ik een paar keer op Cuba was geweest en de feiten onder ogen zag. Mijn vader stemde vroeger PvdA. In het hele dorp waren misschien maar drie mensen die niet KVP stemden. De PvdA sprak toen de taal van de arbeider. Nu doet Roemer dat en de PVV ook. De zogeheten begrijpelijke taal, lekker simpel. Wat de middenpartijen echter permanent onderschatten of niet willen erkennen, is dat er wel degelijk buurten in ons land zijn waar, bijvoorbeeld, Nederlandse meisjes voor hoer worden uitgescholden. Er zijn problemen waar heel lang met een grote boog omheen is gelopen. Ik zie veel liever dat die zaken vanuit serieuze partijen worden aangekaart dan vanuit radicale hoeken die alleen maar kunnen overleven door steeds extremer te worden.”
Je bent fel als het om de islam gaat. „Dat heeft deels te maken met de achtergrond van mijn huidige vrouw die is opgegroeid in een islamitische cultuur. Zij heeft zich in haar jeugd niet zo vrij kunnen ontwikkelen als jij of ik. En zij is niet de enige,
“
Er zijn Nederlanders die worden gediscrimineerd door mensen die uit andere gebieden hier naartoe zijn gekomen.
zo zijn er duizenden vrouwen in Nederland. Uiteindelijk was haar wilskracht zo sterk dat ze toch haar eigen keuzes heeft kunnen maken. Velen lukt dat niet, door de dwang van de gemeenschap. Dan kun je wel zeggen, en dat heb ik gedaan, dat het niet in overeenstemming is met de Nederlandse wet. Maar dan krijg je als antwoord: ja, maar het moet van de islam, wij hebben niets te maken met de Nederlandse wet. We hebben het in dit land heel vaak over discriminatie door Nederlanders van bijvoorbeeld Marokkanen. Dat gebeurt en dat is niet goed te praten. Je moet niet discrimineren. Discrimineren is dommigheid en slaat nergens op. Nooit. Ik heb altijd graag gereisd en ik geniet ervan met andere culturen in aanraking te komen. Maar laten we eerlijk zijn: er zijn Nederlanders die worden gediscrimineerd door mensen die uit andere gebieden hiernaartoe zijn gekomen. En veel van die mensen vinden dat wij helemaal verkeerd bezig zijn. Die hebben opvattingen over homo’s en joden die angstaanjagend zijn. Als de pastoor van Eijsden morgen in een preek roept dat wij ten strijde moeten trekken tegen de islam, dan staat morgen toch jullie krant vol? En terecht. Maar andersom kan het wel. Ik vind dat we daar naïef in zijn. Er zijn in Europa gezamenlijke waarden waar we wat meer voor zouden moeten gaan staan. Ik was kort na 9/11 in de VS en wat me opviel, was dat overal de nationale vlag uithing, ook bij de Russen, de Chinezen, bij alle etnische groepen. Dat ideaal van vrijheid, daar moet je wel voor opkomen. Wat me echt verbijstert, zijn de zogenaamde jihadstrijders die naar Syrië gaan. Uiteindelijk vechten die niet voor vrijheid, ze vechten voor Al Qaida.”
Is Maastricht het Balkon van Europa? „Een stad op de schaal van Maastricht is wat het is: een provinciale stad met extra charme
die gewaardeerd wordt door buitenlandse bezoekers. Als je spreekt met mensen die op de Tefaf (kunst- en antiekbeurs) met hun stand staan, dan kijken ze naar Maastricht als een stad met een mooi, oud centrum, kleinschalig, maar wel in het bezit van kwaliteit. Ik vind wel dat diezelfde stad veel te weinig doet met het Verdrag van Maastricht. Hier, in Limburg, is de Europese Unie geboren. Dat is toch waarde? Een historisch moment met enorme gevolgen. Waarom is er geen museum? Waar zijn de monumenten? Het moet toch mogelijk zijn om met een paar mensen een stel goede ideeën over dit thema te lanceren? Waarom gebeurt dat niet? Ander voorbeeld: het heeft jaren geduurd voordat de gemeente Maastricht ervan doordrongen was dat de Tefaf letterlijk goud was voor de stad en dat het misschien - dit is maar een detail, maar toch - mooi zou zijn om gedurende de beurs vlaggen op te hangen en uit te stralen dat er iets gebeurde. Maar iets dat niet van hier is of het gebruikelijke niveau ontstijgt, wordt al snel weggezet als elitair. Of commercieel. Limburgers zijn heel internationaal in de zin van ‘we rijden even over de grens om een hapje te eten’, maar van de andere kant ook heel erg op zichzelf gericht. Limburgers hebben van oudsher, vanwege de grenzen, meer met het aanpalende buitenland dan de rest van het land. Maar het is ook een feit dat dit minder is geworden. Ook al stond er douane, je had als Limburger vroeger meer contact met het buitenland dan nu. Er is veel weggegooid. Limburgers spraken veel beter Duits en Frans en kwamen ook veel meer in Duitsland en in Wallonië. En nu zijn de grenzen open en is het contact afgenomen. Diep treurig. Een van de redenen is het taalonderwijs dat min of meer is afgeschaft. We hebben dat te weinig gekoesterd, want het is een kwaliteit. Ook de regionale media zijn steeds meer gaan kijken naar de Randstad. Als er nu iets in de Voerstreek gebeurt of net over de grens in Duitsland, dan bericht het ANP in Den Haag daarover. Wij staan met de rug naar het buitenland. In die zin zijn we, zou je kunnen zeggen, steeds provincialer aan het worden.”
PARADIJS EUROPA
© Copyright 2013 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad. Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt uitdrukkelijk voorbehouden. Zaterdag, 17 mei 2014
Paradijs
EUROPA
IS DOENBAAR door Johan van de Beek en Paul van Gageldonk
H
ij groeide op in Hamont-Achel, aan de grens van de beide Limburgen. „Ik heb er mijn kinderjaren graag doorgebracht. Een mooie combinatie van groen, cultuur en een goed ontwikkeld jongerenleven. De fuiven tijdens de weekends. Een gemeenschap in de positieve zin van het woord. Het bewustzijn van het belang van Europa kwam pas toen ik richting Azië trok. Daar werd ik geconfronteerd met de enorme groei. Uitbarstingen van wolkenkrabbers, de meest onvoorstelbare infrastructuurprojecten. En anderzijds ook de cynische houding van de Aziaten ten opzichte van Europa: ons beschouwen als het aftakelende oudje op het randje van dementie; zo nu en dan al een beetje de kluts kwijt. De omgekeerde arrogantie. Dat zette mij aan om na te denken: wat moeten we eigenlijk met Europa, dat kleine staartje van dat grote Euraziatische continent?’’ Holslag schetst drie grote problemen. Europa is minder concurrerend. Steeds afhankelijker van import. En het kampt met een krimpend arbeidsleger. Gevolg: we kunnen onze verzorgingsstaat niet meer in stand houden. „De ondernemerszin, het innovatievermogen en de creativiteit van de Europese burgers staan niet in verhouding tot de baten die wij hebben uit dat samenlevingsmodel. We zijn zelfgenoegzaam geworden, lui. Maar het verhaal is gecompliceerder. De onderlaag van de samenleving, de ‘kommer 40’ noem ik ze, wordt door een aaneenschakeling van economische problemen in de onzekerheid gedwongen. In zo’n situatie worden mensen niet aangezet om creatief te zijn, om te streven naar excellentie. Ze schakelen over in een overlevingsmodus. Dat maakt een samenleving niet concurrentieel. Aan de andere kant heb je de ‘gezapige 60’. De middenklasse, die heel weinig van die uitdagingen voelt, is zelfgenoegzaam aan het worden en richt zich op het toe-eigenen van welvaart en privileges. Ze cocoonen en tonen totaal geen verantwoordelijkheidszin meer. Dat is het grote spanningsveld. We moeten nu een draagvlak creëren, waarin de zin tot innovatie en creativiteit geprikkeld wordt. Want gaan we zo door met de ontmanteling van de welvaartsstaat, zonder nieuwe sociale standaarden en een nieuwe zekerheid te creëren, dan drijf je mensen in angst. Angst wekt verlammend. Ik vrees dat veel beleidsmakers en veel Nederlandse politici dat evenwicht niet goed weten te behouden. Bij hen is het ‘of of’. Maar het is een ‘en en’ verhaal. Ze roepen dat ze meer Europa wil-
foto Roger Dohmen
Een groter Europa, een Europa à la carte of geen Europa? In deel 10 vanonze serie Paradijs Europa een interview met Prof. dr. Jonathan Holslag (Hamont-Achel, 1981), directeur van het Brussels Institute of Contemporary China Studies. Zijn boek De Kracht van het Paradijs is een overweldigend succes. Internationale beleidsmakers hangen aan zijn lippen. len. Maar de man om de hoek wil horen hoe we meer banen creëren. Dat verhaal brengen ze niet. Hoe dat komt? Ik zou de verstandelijke capaciteiten van veel politici niet meteen willen overschatten.” Holslag vindt dat Europa snel moet gaan samenwerken met landen, die hij de ‘gordel van onzekerheid’ noemt: Oost-Europa, Noord-Afrika, het Midden-Oosten en Turkije, van Gibraltar tot en met de Oekraïne en Wit-Rusland. „Een Europa dat geen stabiliteit brengt in haar nabuurschap is een Europa dat vroeg of later opgaat in onzekerheid en de miserie van dat nabuurschap. De onveiligheid en instabiliteit in onze achtertuin werkt zich op naar onze eigen regio. Als wij niet in onze Europese invloedssfeer investeren komen de veiligheid en welvaart van toekomstige generaties in gevaar.” Holslag is optimist en durft het woord ‘paradijs’ te gebruiken. Dat Paradijs Europa schetst hij als de combinatie van de Scandinavische levensstandaard, de Duitse hightech en de Mediterrane spontaniteit. „Dat is niet ironisch bedoeld. Dat is haalbaar. Het is mogelijk om, op basis van de succesverhalen die we in verschillende lidstaten hebben, een project te ontwikkelen om onze bedrijven meer competitief te maken ten opzichte van de concurrenten in Azië. En
“
Ik zou de verstandelijke capaciteiten van veel politici niet meteen willen overschatten. Jonathan Holslag
tezelfdertijd de zorgsamenlevingen zo te moderniseren, dat zij efficiënter zijn, klantvriendelijker. De vergrijzing van Europa is geen dramatisch probleem. Als wij de jeugdwerkloosheid wegwerken, kunnen we onze levensstandaard behouden. Er is veel werkloosheid onder jongeren met een lage opleiding. Maar ook bij die met een hogere opleiding. Ik krijg dagelijks spontane sollicitaties binnen, met lange c.v.’s en doctoraten. Er is veel potentieel. Maar er zijn geen kansen.” Die kansen liggen in wat hij noemt ‘de uitmuntendheid’. „Dat begint bij goed onderwijs. Wij moeten af van het universiteitenfetisjisme. Niet iedereen hoeft naar de universiteit. De landen die het het beste doen, qua concurrentievermogen en welbevinden van werknemers, zijn de landen waar sterk technisch onderwijs is, dat samenwerkt met het bedrijfsleven. En waar de technische beroepen gewaardeerd worden. Durf in Nederland als loodgieter maar eens te verschijnen zonder je smoel vol piercings en je armen vol tattoos. We moeten investeren in onderzoek en technologische vooruitgang. En dat combineren met economische machtspolitiek, om de buitenlandse concurrentie op afstand te houden.” Europa is niet meer het centrum van de wereld. Holslag maakt de vergelijking met een versleten Prada-tasje. Maar hij ziet de dageraad gloren. „We moeten een synthese tot stand brengen van al die grote revoluties uit het verleden: het liberalisme, het humanisme, de sociale omwenteling, de groene omwenteling. Als we die aan elkaar kunnen koppelen, zet Europa opnieuw de toon. Dat is mijn nieuwe beschavingsdroom. En het is doenbaar. Alle ingrediënten zijn aanwezig. Ik heb alle lidstaten bezocht. Overal vind je fascinerende voorbeelden. Ik bezocht technische scholen in Linz en Salzburg. Fenomenaal interessant. Daar is een samenleving waar de werkloosheid onder de 4 procent blijft. Waar de industrie blijft groeien en het welzijn van de arbei-
ders enorm hoog ligt. De enige verklaring daarvoor is het niveau van het onderwijs. Ik ben in Zweden in ziekenhuizen geweest, waar de patiënttevredenheid het dubbele was van Nederland. Het personeel werd goed beloond. Men kreeg de aansporing om levenslang bij te scholen en zich op te stellen als ondernemer: zelf oplossingen bedenken voor problemen en daar ook financieel voor beloond worden. Daar heb je een competitie tussen ziekenhuizen. Niet in winstgevendheid, maar in klanttevredenheid. Dat werkt fantastisch. Zo heb je overal bouwstenen van het paradijs. In Noord-Italië, in Baskenland, in delen van Polen. In Praag heb je clusters van IT-bedrijfjes, spin-offs van de universiteiten. Avonturiers die het fantastisch goed doen. Helaas moeten ze vaak, bij gebrek aan Europees investeringskapitaal, hun inventies verkopen aan grote Amerikaanse bedrijven. Waardoor wij dat in Europa niet kunnen omzetten in banen. Wat de komende Europese leiders dus moeten doen, is dat lompe gewicht van die 500 miljoen burgers daaronder zetten en al die bouwstenen bijeen brengen tot een nieuw Europees huis.” Holslag ziet ook nog een voortrekkersrol weggelegd voor Europese kunstenaars, om dat Europa-gevoel nog wat extra cachet te geven. „Je hebt als samenleving een aantal referentiepunten nodig, symbolen waarmee je je kunt identificeren. Vaak zijn dat mooie gebouwen. Architectuur is een uiting van de fierheid van een samenleving. Muziekgroepen zijn dat ook, voor mijn part een nieuwe generatie Rolling Stones en Beatles. Je moet als samenleving een aantal van die emblemen hebben. Die hebben we op dit moment veel te weinig. Ik was deze namiddag in het Museum voor Schone Kunsten. Daar stond een repliek van Michelangelo’s David. Ik vroeg me af: hoe lang is het geleden dat wij in Europa zo’n statement van esthetiek maakten? Een signaal van de waarden waar we voor staan. Artiesten moeten hun nek durven uitsteken, niet enkel door de samenleving nog lelijker voor te stellen dan zij al is, maar door ons gretig te maken naar schoonheid.”
© Copyright 2013 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad. Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt uitdrukkelijk voorbehouden. Donderdag, 22 mei 2014
WE LEVEN NIET MEER IN HET
dorp
VA N W I M S O N N E V E L D door Johan van de Beek en Paul van Gageldonk
E
uropa zit in zijn bloed. „Mijn vader was marechaussee in Maastricht. Hij had een politietaak, ging achter smokkelaars aan en mensen die illegale abortussen uitvoerden. Dat was het Europa van toen. Hij kwam in Brussel terecht. Ik zat er op een Vlaamse school. Als je je ergens bewust bent van het feit dat je Nederlander bent, dan is het op een Vlaamse school. Je wordt er voortdurend mee geplaagd. Tegelijkertijd, doordat je geconfronteerd wordt met wie je bent, Nederlander, begrijp je ook dat je in een groter geheel met andere Europeanen zit, met wie je dingen zult moeten oplossen. Mijn Europa-gevoel is zoals met een vis in het water. Vraag aan een vis om water te definiëren. Dat kan ie niet. Maar haal ’m even uit het water, dan weet ie meteen wat water is. Dat is met je identiteit ook zo. Ik voel me heel vaak meer Limburger, als ik er in Den Haag op wordt aangesproken, dan als ik in Heerlen thuis ben, waar niemand me erop aanspreekt. Ik kan me alleen maar Europeaan voelen, omdat ik eerst Nederlander ben en ik ben alleen maar Nederlander, omdat ik Limburger ben. Zie het als een Matroesjka-pop. Je kunt die grote pop niet hebben, als er niet van die kleinere in zitten. Iedereen komt uit een plaats.” Of en hoe je je Europeaan voelt, heeft ook te maken met het nationale debat. ,,Duitsers zien Europa als garantie dat we niet dezelfde fouten gaan maken als in het verleden. Ik was de afgelopen dagen in Kerkrade en Herzogenrath. De Nieuwstraat is één straat. Ze spreken hetzelfde dialect. Vraag aan de mensen aan de Kerkraadse kant wat ze met Europa willen, en ze zeggen: we willen geen Europa, weg ermee. Vraag je het aan de Duitsers aan de overkant, dan antwoorden ze: Europa ja, das ist unser Schicksal. Voor Duitsland is Europa de permanente verzekering tegen de herhaling van fouten uit het verleden. De Franse houding is: Europa is een manier om Frankrijk groot te houden. Voor Nederland is Europa altijd een manier geweest om geld te verdienen. Wij zijn in essentie een mercantiel land. Maar nu verkeren we, voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog, in een situatie, dat ouders denken: zouden mijn kinderen het wel net zo goed krijgen als wij? Is het overheersende gevoel dat het minder wordt, dan ga je proberen alles te beschermen wat je hebt. Iedere verandering is een potentiële bedreiging. Dat is het fundamentele gevoel, dat door de globalisering in onze samenleving is geslopen. Europa wordt vaak gezien als onderdeel van de bedreiging en niet als onderdeel van de oplossing.” Volgens Wilders heeft deelname aan de EU automatisch verlies aan soevereiniteit en
foto Roger Dohmen
Een groter Europa, een Europa à la carte of geen Europa? Onder de titel Paradijs Europa presenteert deze krant in de aanloop naar de Europese verkiezingen een serie interviews met spraakmakende inwoners van deze provincie over hun Europa-gevoel. In het elfde en laatste deel: Frans Timmermans (Maastricht 1961), minister van Buitenlandse Zaken en Europapromotor in hart en nieren. ‘dus’ aan identiteit tot gevolg. Onzin, zegt Timmermans. „Ik kan mij niet één Nederlander voorstellen die mij kan aantonen dat ie minder Nederlander is geworden door de Europese integratie. Vóór de Unie was er in Limburg een sterke drang om het Limburgs eruit te drukken. Omdat men het minderwaardig vond. Mijn moeder kreeg slaag van de nonnen, omdat ze op het schoolplein Limburgs sprak. Dat mocht niet. Nu hebben we overal in Limburg tweetalige naambordjes. Nu doen we er alles aan om het Limburgs te stimuleren. Mijn vrouw is Hollandse. Maar toch leren we onze kinderen Limburgs. Nu is er die Unie en zie ik overal de Limburgse cultuur opbloeien. Denk aan het LVK. Dialectpop. Op L1 en TV Limburg wordt regelmatig dialect gesproken. Dat was twintig jaar geleden ondenkbaar. Wat nu gebeurt, is enorm positief. Want als je niet weet waar je vandaan komt, dan kun je ook niet weten waar je naar toe wilt. Plaatsbepaling is voor een mens wezenlijk. Bij het LVK, het carnaval, de harmonie, de voetbalvereniging en de schutterij, daar kun je je plaatsbepaling maken. En dan sta je ook zelfverzekerder tegenover de rest van de wereld. Het
“
Wilders schetst een vals beeld, als hij zegt dat de keuze voor Europese integratie een keuze is tegen je eigen cultuur
is een vals beeld, zoals meneer Wilders schetst, dat als je kiest voor Europese integratie, je dan kiest tegen je eigen cultuur.” Het gevoel van verlies zit volgens Timmermans veel meer in de vraag van mensen: heb ik nog wel greep op mijn eigen toekomst? „Dat heeft te maken met het globaliseringsdenken. Mensen kunnen moeilijk begrijpen dat we bij een bankencrisis die enorm groot geworden banken moeten gaan helpen, omdat anders de hele economie plat gaat. Tegelijkertijd verliezen zij hun baan en wordt er tegen ze gezegd: ja, maar dat is de economie, mensen, daar kunnen wij niks aan doen. Mensen krijgen dan het gevoel: als het gaat om grote multinationale banken, moeten we allemaal dokken. Maar als het om mijn baan gaat, dan zeggen jullie: jammer dan. Als je daar niets aan doet, raak je niet alleen het vertrouwen in Europa kwijt, maar ook het vertrouwen in iedere overheid. Mensen moeten wel beseffen dat terugkeer naar de gulden nostalgie is naar een tijd, die nooit geweest is. Alsof we allemaal in het dorp van Wim Sonneveld woonden. Vroeger, dat is de tijd dat de neef van mijn vader, die homo was, niet uit de kast kon komen. Dat was levensgevaarlijk. De tijd dat mijn moeder ontslagen werd op de dag dat ze trouwde, want dan mocht ze niet meer werken. De tijd dat mensen met mijn achtergrond niet verder kwamen dan de lagere school. Vroeger is niet zo mooi als we het vaak maken. Ja, er was geborgenheid. Maar de pastoor kwam bij ons thuis om mijn ouders op hun kop te geven: ze hadden maar twee kinderen. Is dat een tijd waar we weer naar toe willen?” Timmermans is de hoeder van de erfenis van Thijs Wöltgens. „Je moet die Europese kans pakken en tegelijkertijd, door de kracht van het Europese geheel, je fundamentele waarden daarin verankeren. Ik ben, net als Thijs was, overtuigd fan van het Rijnlandse
model. De Duitsers hebben beter begrepen dan wij dat je, als je de Europese verzorgingsstaat wilt handhaven, een sterke Europese industriële basis nodig hebt. Dertig jaar geleden riep men: ‘Industrie, allemaal ouderwets; we gaan het doen via diensten, dienstverlening en dergelijke!’ Dat leidde tot enorme welvaartsstijging en winst. Maar het bleek in de financiële crisis heel kwetsbaar. En waar wordt in Nederland jaar na jaar 3 procent economische groei gerealiseerd, midden in de crisis? In Zuidoost-Brabant en Noord-Limburg. Omdat we daar nog een Rijnlands industrieel gedachtegoed hebben dat in de praktijk wordt omgezet. Als je iedere Duitse auto die naar China wordt geëxporteerd, uit elkaar peutert, zit daar voor een kwart spul in dat in Nederland gemaakt wordt. Die industriële basis is de toekomst van de Europese economie.” Op 3 mei schreef Timmermans een gedicht op zijn Facebook-pagina. Roda JC was voor het eerst in zijn bestaan gedegradeerd. Een fragment: De mijnstreek werd ontmanteld Of eigenlijk ontmand Behalve dan bij Roda Die mannen houden stand „Voor de mijnstreek is dit een ramp. Interessant: Roda promoveerde juist toen de laatste mijn dicht ging. Heel symbolisch, vind ik. Dat Roda altijd op het hoogste niveau speelde, was voor mij en voor vele anderen zoiets van: we kunnen het wel, we doen mee. Mijn opa ging met mij op de fiets naar Roda, ondanks zijn silicose. Dat is op een of andere manier met mijn identiteit en de streek verbonden. Voor mij is degradatie eigenlijk altijd ondenkbaar geweest. Het is heel moeilijk voor mensen buiten de mijnstreek om te begrijpen wat hiervan de impact is. In Kerkraadse wijken worden flats en huizen afgebroken omdat de bevolking krimpt. In de binnenstad wordt minder gewinkeld dan vroeger. Het gevoel van verlies is al erg in onze samenleving aanwezig. Zo’n degradatie staat er ook nog een beetje symbool voor. Ik blijf bij Roda komen, ook nu ze in de Jupiler League gaan spelen. Ik heb een ontzettend volle agenda. Maar als ik de kans krijg, ga ik naar ze toe. Waar ze ook maar spelen. Roda blijft Roda voor mij.”