SFEER IN BEELD
POËZIE Over wat het decor je vertelt Over poëzie en proza Een schrijver, een dichter, een cineast, een toneelauteur … Allemaal kiezen ze met zorg de plaats, het decor, de achtergrond voor wat ze te vertellen hebben. Ze letten op kleur en geur, kiezen het seizoen en de juiste belichting, bepalen of hun verhaal zich afspeelt in de natuur of de stad, in de engte of in een enorme ruimte, in de beslotenheid van een huis of in een warme tuin. In dit lestraject leer je de elementen die sfeer bepalen, herkennen in verhalen en gedichten en probeer je zelf een sfeer te beschrijven in dichtvorm. Per element krijg je een schrijftechniek om uit te proberen en zelf sfeer te scheppen met woorden. Voor de eindopdracht kies je een van de resultaten van de vijf schrijftechnieken. Je laat deze ruwe versie groeien tot een gedicht aan de hand van de tips bij de eindopdracht.
Het weer maakt je dag
IN EEN VERHAAL
Lees het fragment. Abi wordt wakker van koud regenwater op haar gezicht. Het vuur en de fakkels zijn helemaal gedoofd. Het is aardedonker. Het lijkt of de hel is losgebarsten. De regen valt met bakken uit de lucht, hun afdakje staat op instorten. De donder rommelt oorverdovend boven hun hoofd en de knetterende bliksem snijdt de hemel in twee. ‘Michal, Silla, word wakker! Horen jullie dat niet? Het onweert, kom, we moeten ergens anders schuilen.’ Ze schudt haar vriendinnen wakker. Ze strompelen onder het afdakje uit, nemen hun tassen en dierenhuiden en zoeken naar een grote afhangende rots. ‘Ieek!’ gilt Michal wanneer ze uitglijdt over de gladde stenen en haar knie bezeert. Ze voelt bloed, maar ziet niets. Zo donker is het. Alleen de bliksem licht de omgeving even op. Ze zijn alle drie doorweekt als ze eindelijk een grote afhangende rots bereiken waaronder ze een beetje kunnen schuilen. Hun haren hangen in natte slierten over hun gezicht. De regen plakt hun koude kleren aan hun lijf, ze rillen nog meer van ellende dan van de kou. Abi heeft zin om te huilen. Maar ze gaan op de grond zitten en houden elkaar vast. ‘Zou God boos zijn?’ vraagt Michal rillend. ‘We zijn net vertrokken of het onweer breekt los. Alsof hij ontstemd is over het uitstellen van het brandoffer. Wat gaat hij dan nog met ons doen?’ ‘Doe niet zo dwaas’, zegt Silla bevend. ‘Zo is God niet.’ Uit: Iny Driessen, Abigail
Uit: NNN 3A Werkboek, blz. 199-200
NIEUW NETWERK NEDERLANDS © Van In
SFEER IN BEELD
1
Beschrijf het weer. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Wat brengen de weersomstandigheden bij deze personages teweeg? ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Het weer maakt je dag
IN EEN GEDICHT
Lees de gedichten, liefst een paar keer na elkaar. Meer dan hij rapen kan met blote handen dwarrelen ze door: de stomme bladeren. En van de druivelaar scheurt hij jaar na jaar de dagen af omdat hij weet dat het wel winter wordt. Niet zuchten denkt hij blijven rapen. Kathleen Van Gucht, 13 jaar
Welk seizoen herken je in dit gedicht? Duid alle woorden aan die verwijzen naar het seizoen. Welke strofe verwijst naar het wisselen van de seizoenen? ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Welke gedachte wordt gesuggereerd? Welke gevoelens worden opgeroepen door dit sfeerbeeld? ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
2
SFEER IN BEELD
NIEUW NETWERK NEDERLANDS © Van In
ijskoud raakt zijn sneeuwbal mijn gezicht waarom ijzig is zijn antwoord een hagelbui reusachtige hagelstenen vastgevroren zit ik aan de grond Thibault Mercier, 14 jaar
De dichter gaat in dit gedicht chronologisch te werk. Zijn verhaal verdeelt hij netjes in drie strofen. Kun je per strofe vertellen wat er gebeurt? ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Merk je hoe de letterlijke kou van de sneeuwbal ineens omslaat naar een figuurlijke rilling? Haal je de weersomstandigheden die figuurlijk gebruikt worden, eruit? ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Het weer maakt je dag
IN JOUW TEKST
Schrijf nu zelf. Zoek een foto waarop het weer verantwoordelijk is voor de sfeer van het beeld. Maak een lijst. Geef jezelf een plek op de foto en schrijf alle zintuiglijke waarnemingen op. Denk aan kleur, vorm, geluid, beweging, tastzin, smaak, geur. Zoek synoniemen, werkwoorden, uitdrukkingen die passen bij het beeld. Verzamel symbolische betekenissen voor de weersomstandigheden op de foto. Welk gevoel past bij dit weer? Welk gevoel wil jij graag beschrijven? Maak van je lijst een vormelijk geheel. Kies voor korte verzen en strofen. Zoek klankrijke combinaties (alliteratie, verpersoonlijking).
NIEUW NETWERK NEDERLANDS © Van In
SFEER IN BEELD
3
Geluiden drijven je gevoelens op
IN EEN VERHAAL
Ooit een spannende film bekeken terwijl het geluid was uitgevallen? Flauw, niet? Meestal voeren muziek en geluiden je gevoelens mee naar de spanning die je volgens de makers van de film moet voelen. Lees het fragment en ga mee over tot de aanval. Eén voor één moesten we het bruggetje over. Je hield ongewild de adem in, in de waan dat je dan minder lawaai maakte, maar daardoor hoorde je alleen maar elk kraakje in een plank, elk modderklontertje dat in het water plonsde keihard in je oren bonken. Het zou niet lang meer stil blijven, want het startschot voor onze aanval was een spervuur van bommen en granaten in de Duitse linies. ‘Restons ensembles, gamin’, fluisterde Firmin, in de laatste seconde stilte. ‘Ja, samen, Firmin. Samen.’ En ik greep met een verkrampte klauw nog eens in de schouder van zijn jas. Het volgende ogenblik brak de hel los. Tijdens dat oorverdovende gedonder moesten wij naderbij sluipen. Dat was niet zo vanzelfsprekend. We wogen niet alleen honderd kilo doordat onze zakken vol handgranaten staken, we moesten ook nog prikkeldraad doorknippen en uitkijken dat we niet terechtkwamen in een granaattrechter. Het laatste bulderende salvo werd afgesloten met een groene vuurpijl, het teken voor de inval in de loopgraaf. Firmin en ik en nog twee jongens uit onze compagnie gooiden de ene granaat na de andere op een bunker waar mitrailleurs en een klein kanon opgesteld stonden. Daarna gingen we tot voorbij de rand van de loopgraaf om ook daar nog granaten te gooien. Ondertussen zagen we centraal in de Duitse linie onze kameraden in de loopgracht springen. Tussen de ontploffingen door hoorde je gekerm en soms zelfs het vreselijke geluid van een dolk die zijn weg zocht doorheen een jas, een uniform, een hemd, het kraken van ribben, het gutsen van lichaamsvocht, bloed en meer van dat. Een geluid dat je nooit meer vergeet, ook al word je zo oud als ik nu. Uit: Wim Chielens, Het meisje van de Engelsman
Uit: NNN 3A Werkboek, blz. 200 Welke geluiden herken je in dit fragment? ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Welke rol spelen ze? Welke sfeer moeten ze oproepen? ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
4
SFEER IN BEELD
NIEUW NETWERK NEDERLANDS © Van In
Geluiden drijven je gevoelens op
IN EEN GEDICHT
oorlog de rode zonsopgang schreeuwt door de straten hulpelozen op zoek naar familie gestamp van duizenden laarzen gevloek van ijzeren staven die met hun monden onschuldigen raken een luide slag het schreeuwen stopt de zon gaat onder Nicolas De Keyser, 13 jaar
Welke geluiden vind je in allebei de teksten: in het fragment en in dit gedicht? Vergelijk de manier waarop ze gebruikt worden. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Kunnen staven vloeken? Ken je de naam van deze stijlfiguur? Duid de soortgelijke verzen aan. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Vergelijk het fragment met het gedicht. Waar herken je de sterkste gevoelens? In welke zin of in welk vers beklemt de oorlogsangst je het meest? Verzamel bij klasgenoten hun sterkste vers of zin. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
als je de griezelige grijns van sneeuwwitjes heks lacht en de duistere schaduw van de weerwolf voorbij gromt verdwaal ik met roodkapje in het bos als je dolend als klein duimpje op de krakende trap stapt met je houten pinokkioneus tikkeltakkelt op mijn raam schrik ik van mijn spiegelbeeld en word ik bang van mezelf Tiny Geeroms, 13 jaar
NIEUW NETWERK NEDERLANDS © Van In
SFEER IN BEELD
5
Deze tekst wemelt van de geluiden en van de sprookjesfiguren. Duid ze aan. Welk gevoel wil de dichter beschrijven? ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Merk je hoe ze woorden en klanken kiest die het geluid nabootsen en daardoor de magische sfeer versterken? ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Geluiden drijven je gevoelens op
IN JOUW TEKST
Kopieer het fragment uit ‘Het meisje van de Engelsman’. Verbouw proza tot poëzie: verander doorlopende zinnen in korte verzen, verwijder hoofdletters en leestekens, zoek klankvolle combinaties van woorden, bouw nieuwe samenstellingen, ga op zoek naar een figuurlijke interpretatie. Schrap de woorden in het fragment die je overbodig vindt. Combineer woorden uit het fragment die daardoor een extra betekenis krijgen. Maak alliteraties en vergelijkingen. Probeer alleen de woorden te vatten die de beklemming van het strijdtoneel beschrijven. Zet wat overblijft in verzen.
De plaats krijgt een symbolische betekenis
IN EEN VERHAAL
In ‘Niets was alles wat zei’ van Nic Balthazar wil het hoofdpersonage zelfmoord plegen door zich op de treinsporen te gooien. Zijn ideale meisje ziet hem niet zitten, denkt hij. Lees het fragment dat je ongetwijfeld ook al zag in de bioscoop. Als dit het hiernamaals was, dan leek het verdacht veel op Brussel-Zuid, spoor twaalf. Nee, in feite dertien! De te snelle aanloop en de te harde duw hadden hem niet op de sporen doen terechtkomen, maar er net over. Het horloge aan zijn trillende pols gaf aan: hartslag 145. Het was alsof de golf adrenaline alle vuiligheid had weggespoeld die zich de voorbije dagen in zijn hersenbanen had opgehoopt en nu uit zijn neus wegliep met een prachtige stroom felrood bloed. Hij leefde! ‘Jongen toch. Ge komt te laat, ge springt te ver ... Ge moet echt eens iets doen aan uw timing.’ De lachende stem kwam van het andere perron. Zijn hoofd kwam langzaam omhoog. Aan de schoenen en de kuiten die boven hem stonden, had hij genoeg. ‘Barbie?’ ‘Kom Zorro, jongen’, lachte ze hem toe. ‘Het is tijd voor uwe grote verdwijntruc. Binnen twee minuten komt op dit perron de Intercity naar Amsterdam en ik denk dat ge die misschien ook liever wilt missen.’ Ben voelde aan de andere trein die hij net ‘gemist’ had om te voelen of die wel echt was en hij duizelde naar de andere rand, waar Barbie haar warme handen naar hem uitstak om hem te helpen. Voor de verbaasde ogen van de omstanders kroop Ben omhoog. En toen voelde hij hoe ze haar zachte lippen op zijn gebroken neusbeen drukte. Omdat ze vrij klein was, moest hij zich daarvoor bukken. Ze nam zijn arm en vroeg: ‘En? Het schijnt dat ge op zulke momenten de film van uw leven nog eens voorbij ziet rollen? Hebt ge iets gezien?’ Ben keek haar verbaasd aan. Nu ze op de roltrap stonden, zij een trede hoger dan hij, kwamen hun gezichten voor het eerst dicht bij elkaar. ‘Maar wie? Wie? Wie ...’, stamelde hij. Ze nam zijn hoofd teder tussen haar handen. ‘Wie heeft u die stamp gegeven? Ik natuurlijk, kalf ’, grijnsde ze. ‘Wie anders?’ Uit: Nic Balthazar, Niets was alles wat hij zei
Uit: NNN 3A Werkboek, blz. 202
6
SFEER IN BEELD
NIEUW NETWERK NEDERLANDS © Van In
Beschrijf de posities van de personages ten opzichte van elkaar. Welke symboliek vind je erin? Wie kijkt op wie neer? Wie kijkt naar wie op? ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
De plaats krijgt een symbolische betekenis
IN EEN GEDICHT
de in het nauw gedreven straat staart naar de lege stad zielen dansen hoog in de lucht zuchtend naar nieuw leven en de straat schaamt zich voor zijn naakte waarheid Cedric Tistaert, 15 jaar
Dit gedicht moet je zeker hardop lezen, dan proef je de sfeer die door de klanken wordt opgeroepen. Welke klanken en woorden bepalen de sfeer? Let ook op de werkwoorden die de sfeer versterken. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Herken je in dit gedicht de symbolische positie? Kun je een situatie bedenken waarop dit gedicht van toepassing kan zijn? Kun je van de straat en de zielen mensen maken? ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
als op een foto ik verstil de werkelijkheid totdat hij er net zo verwaarloosd bijstaat als de flatgebouwen in mijn geboortestad waarvan de rolluiken allang niet meer open kunnen en de bewoners gevlucht zijn naar de Costa del Sol
en als het water dan naar je knipoogt en de warmte van het zand lijkt te glimlachen dan denk je niet meer aan vroeger of aan de flatgebouwen in je geboortestad maar ja wat kun je anders dan vergeten, als zelfs de Middellandse Zee niet meer zo blauw is als hij op prentkaarten lijkt?
Kerensa Ghyselbrecht, 16 jaar
Welke verzen spreken je aan? Welke vind je minder geslaagd? ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
NIEUW NETWERK NEDERLANDS © Van In
SFEER IN BEELD
7
Welk gevoel associeer je met de vervallen flatgebouwen? Welk gevoel past bij de Middellandse Zee? Zoek in het gedicht naar woorden die het gevoel bevestigen. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Herlees vanaf ‘maar ja’. Dit is een eigenaardig slot, niet? Als je over een gedicht van gedachten wisselt met andere lezers, begrijp je het meestal beter. Er vallen dan interpretaties op die je zelf over het hoofd zag. Wat denken je klasgenoten ervan? ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
De plaats krijgt een symbolische betekenis
IN JOUW TEKST
Kies een plek met een sterke symbolische betekenis. Beschrijf de plek zintuiglijk en blijf in de realiteit. Kies dan een gevoel dat je associeert met de plek en zoek combinaties in de zintuiglijke waarneming die je gevoel beschrijven. Let vooral op de symbolische tegenstelling tussen licht en donker, hoog en laag, zwaar en licht. Zoek bewegingswerkwoorden die daarbij passen. Beschrijf je gekozen gevoel in de ik-vorm. Denk aan: een cel, een vergeetput, een eindeloze tunnel, het oog van een orkaan, de wand van een berg, een lift, de arena van een circus …
Het landschap versterkt het beeld
IN EEN VERHAAL
In het volgende fragment is de natuur symbolisch voor de gevoelens van Ellen. ‘Wachten op het donker’ van John Marsden gaat over een oorlog in Australië. Ellen en haar vrienden hebben weeskinderen uit de stad gered en ze slagen erin iedereen in leven te houden in een afgelegen stuk bush. Ze hebben het behoorlijk druk, maar alles loopt vlot. Ellen wil even alleen zijn en profiteert ervan, terwijl ze naar een bergtop gaat, om radiocontact te maken met medestrijders. De natuur is symbolisch voor haar gevoelens. Zoek uit hoe de auteur via de natuur zegt dat Ellen: – (1) absoluut alleen wil zijn; – (2) een kind is van haar tijd, gewend aan tv-shows; – (3) in de natuur een geruststelling vindt, alsof iemand haar bewaakt. Onderstreep (1) in het groen, (2) in het blauw en (3) in het rood. Dus liep ik in mijn eentje naar de top en ging zitten boven de boom waarin ons pad eindigde. Mijn god, wat een uitzicht had ik daar. Het topje van de volle maan verscheen net boven de horizon en ik zat ernaar te kijken of het de mooiste show op aarde was. En dat was het ook. Ik kan er nooit over uit hoe enorm de maan is als je ze van heel dichtbij ziet. Ik weet niet veel van aardrijkskunde, maar ik denk dat de maan stukken dichter bij de aarde moet staan als ze opkomt, en daarom lijkt ze zo groot.
8
SFEER IN BEELD
NIEUW NETWERK NEDERLANDS © Van In
Er hingen honderden wolken omheen, allemaal wit en doorschijnend, dus al vormden die een soort lappendeken op de maan, ze verlichtte het landschap voldoende om de bomen en rotsen schaduwen te laten werpen. Aan de andere kant van de hemel stond een heldere ster. Deze ster was beslist helder. Ze hing heel laag en scheen door de wolken alsof ze verlicht werd door neon. Uit: John Marsden, Wachten op het donker
De rust blijkt slechts schijn te zijn: enkele tellen later ontdekt Ellen dat er soldaten in een hinderlaag liggen. Som de elementen op die het vuurgevecht dat volgt juist moeilijker maken voor Ellen. Wat in de natuur dat zo geruststellend leek, zal bedreigend blijken? Uit: NNN 3A Werkboek, p. 202-203
Het landschap versterkt het beeld op haar pad naar vertrouwen gaapt een stilzwijgende afgrond voetje voor voetje schuifelt ze dichterbij op zoek naar een houvast probeert ze aarzelend de brug
IN EEN GEDICHT
naar lonkende vrijheid aan de overkant een knak van verdorven hout doet haar opschrikken uit haar naïviteit met alleen een hand vol splinters duikelt ze de diepte in
Valerie Van der Linden, 15 jaar
Stel je voor dat dit gedicht een videoclip was. – Wie zie je in beeld? – Waar is ze? – Wat doet ze? Duid de woorden aan die je keuze bevestigen. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Wat is de dichter overkomen? Welk gevoel wordt hier beschreven? ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Combineer je antwoorden op de eerste vragen en verwoord waarvoor de brug een beeld is. Welk gevoel wordt versterkt door de brug die knakt? ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
NIEUW NETWERK NEDERLANDS © Van In
SFEER IN BEELD
9
Het landschap versterkt het beeld
IN JOUW TEKST
Zoek reclameteksten en plunder reisgidsen op zoek naar artikels over overweldigend natuurschoon. Zoek een fragment uit een boek waarin een landschap uitgebreid wordt beschreven. Schrijf interessante (klankvolle, meerzinnige) woorden over en lijm ze met je eigen woorden aan elkaar. Knip ze eventueel letterlijk uit en plak je hele blad vol met nieuwe woordengroepjes. Probeer een gevoel te ontdekken in je collage en maak van het landschap een beeld dat je gevoel versterkt.
Het materiaal schept een sfeer
IN EEN VERHAAL
Lees het fragment. De zilverkleurige Rolls Royce was aangekomen. De chauffeur stuurde de bijna geluidloze auto de garage onder het FunFriesgebouw in. De concerncentrale van vijfendertig verdiepingen was pas tien jaar eerder opgetrokken. Een symfonie van glas en metaal. Op de bovenste verdieping van de garage, waar de kaderleden hun auto parkeerden, waren zelfs de muren met marmer bekleed. In het achterste gedeelte ervan, dat voor Margo de Keysers auto gereserveerd was, zorgden kristallen muurlampen en door speciale lampen beschenen planten voor een sfeer van luxe. Uit: Uwe Alfred Otto Heinlein, Besmet
Uit: NNN 3A Werkboek, p. 202 Welke symboliek straalt van het gebruikte materiaal af? ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Het materiaal schept een sfeer
IN EEN GEDICHT
zou het pijn doen als ik je laat vallen mijn versteende verdriet weggooi mijn betonnen eenzaamheid naar de diepte tuimel ik wil vederlicht vooruit maar gebarsten beton laat splinters na Eva De Gelder, 13 jaar
Welke gevoelens associeer je met deze materialen? Waarin schuilt de tegenstelling? ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
10
SFEER IN BEELD
NIEUW NETWERK NEDERLANDS © Van In
het stoffige contrast vloekte met haar dromerige gedachten toen zij zich liet vallen in de sofa tussen verpluisde stukjes verhalen en grimlachende linnen levensdraden om nooit meer op te staan het kanten plaatje van weemoed verbloemde zich in haar hoofd met chrysanten de kerkhofblommen op haar huid tekenden een lederen verhaal het fotoalbum al voorbij en het spiegelen van haar verleden veilig geborgen achter glas brak zich in haar hoofd droog bloed beduimelde haar zicht waardoor ze steken liet vallen in het breiwerk van haar zijn ze vergat het bestaan Charlotte De Fevere, 16 jaar
Wat een opsomming van materialen in dit gedicht! Laat de materialen oplichten in fluo en ontdek waarvoor de dichter ze gebruikte. De dichter tilt een concrete beschrijving van de materialen op een ander niveau door ze telkens te combineren met een abstracter gegeven. Bv.: kanten plaatje (zeer concreet) van weemoed (abstract gevoel) Herken je nog voorbeelden van deze techniek? ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Welke sfeer wordt hier opgeroepen? Waar speelt het verhaal in dit gedicht zich af? ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Het materiaal schept een sfeer
IN JOUW TEKST
Kies een voorwerp of een materiaal. Volg je stream of consciousness. – – – – –
Begin niet na te denken, maar schrijf onmiddellijk je gedachten op. Verlies zo min mogelijk tijd tussen de gedachte herkennen en ze opschrijven. Probeer in een constante beweging te schrijven, besteed geen extra aandacht aan leestekens, hoofdletters, spelling. Laat al je zintuigen los. Gebruik deze tips als je vastzit. Beschrijf het uiterlijk: kleur, vorm, lengte. Waarvoor gebruik je dit voorwerp? Welke gevoelens associeer je ermee? Waaraan doet het je denken? Waarbij past het? Welke herinnering heb je eraan? Welke symbolische betekenis kun je eraan geven?
NIEUW NETWERK NEDERLANDS © Van In
SFEER IN BEELD
11
Markeer in je doorlopende tekst opvallende woorden en woordgroepen. – Opvallend betekent in dit stadium van je gedicht: • woorden met een symbolische betekenis; • woordenreeksen die vlot klinken; • klankvolle of mooie woorden; • vergelijkingen; • woordengroepen waarvan je een vergelijking of een beeld zou kunnen maken; • woorden die gevoelens bij je oproepen. – Schrijf de gemarkeerde woorden en woordengroepen onder elkaar op zonder leestekens of hoofdletters toe te voegen. – Writer’s block kan je overvallen, als je je nu plots realiseert dat je een gedicht gaat schrijven. Misschien ontdek je niet direct een samenhang tussen je woordenlijst of vrees je dat je geen enkel onderwerp zult vinden voor je gedicht.
Eindopdracht: sfeer in jouw poëzie Kies een van de vijf resultaten van de schrijftechnieken. Doorloop het traject hieronder en laat je ruwe versie groeien tot een gedicht. Kies een sfeer die past bij het gevoel dat je wilt beschrijven. Roep die sfeer op via het weer, het geluid, de locatie, het landschap en het materiaal. Focus eerst op de vorm. – korte strofen en verzen (schrap persoonsvormen); – witruimten zorgen voor betekenisvolle pauzes; – alliteratie en vergelijking; – zelfverzonnen woorden (maak samenstellingen); – trage, lange of korte, krachtige woordenreeksen (vul aan, verplaats). Schrap overbodige kleine woorden (en, omdat, maar, is). Vervang versleten woorden en clichés (droefenis, gaan, traan). In deze fase moeten dichter en gedicht wat rusten. – De meeste dichters prutsen eindeloos aan hun gedichten. Sommigen herwerken zelfs gedichten die al uitgegeven werden. Vergelijk je gedichten met de gedichten van leeftijdsgenoten op het werkblad. Je mag natuurlijk niets kopiëren uit die gedichten, maar ze kunnen je wel op ideeën brengen. – Laat het gedicht lezen aan een klasgenoot. Die haalt er de onduidelijkheden uit. – Lees in het AP over poëzie en gebruik de informatie voor jouw gedicht. – Denk na over de betekenis van leestekens en hoofdletters voor je gedicht. Als ze geen extra betekenis aan de inhoud geven, laat ze dan weg. – Wil je een titel of verklapt die te veel? – Kun je je gedicht visueel apart maken door de bladspiegel betekenis te geven? www.jeugdenpoëzie.be Het eindresultaat kun je opsturen naar de Soetendaellewedstrijd, de grootste internationale poëziewedstrijd in Vlaanderen. Jaarlijks bereiken duizenden inzendingen vanuit heel Vlaanderen en Nederland het secretariaat van Jeugd en Poëzie in Merchtem. Voor de bekroning van die gedichten gaat men niet over één nacht ijs. Na een eerste voorselectie door een kleine groep jongeren en volwassenen, gebeurt een uitgebreide jurering door een volwassenenjury en een jury bestaande uit leeftijdsgenoten. Elke jury mag afzonderlijk gedichten bekronen. Meestal weet je in oktober of je met je gedicht een prijs gewonnen hebt. Je gedicht wordt dan opgenomen in de jaarlijkse dichtbundel van de wedstrijd.
12
SFEER IN BEELD
NIEUW NETWERK NEDERLANDS © Van In