Postbus AE Bergen op Zoom. Manager SMA Zeeland B.V

BEM1403755

g e m e e nt e S t e en b e r g e n

Behoort bij beschikking d.d.

31 juli 2014

nr.(s)

ZK14000552

Medewerkster Publiekszaken / vergunningen

Eindrapport vooronderzoek en aanvullend verkennend bodemonderzoek Pelsendijk 9 te De Heen Projectnummer: 23140110 16 juli 2014

Opdrachtgever:

Hattink Advies B.V. Postbus 225 4600 AE Bergen op Zoom

Opgesteld door:

Sagro Milieu Advies Zeeland B.V.

Auteur:

ing. M. van der Klooster

Telefoon:

0113-352 222

Autorisatie:

ir. R. van de Woestijne

2001, 2002

Manager SMA Zeeland B.V. Sagro Milieu Advies Zeeland B.V.

Postbus 25

E

[email protected]

Rabobank Beveland 34.60.39.169

Heinkenszandseweg 22

4453 ZG ‘s-Heerenhoek

I

www.smazeelandbv.nl

BIC RABONL2U

4453 VG ‘s-Heerenhoek

T +31 113 352 222

IBAN NL63 RABO 0346 0391 69

F +31 113 352 208

KvK Middelburg 22038560 BTW nr. NL8044.04.070.B01

Inhoudsopgave SAMENVATTING .......................................................................................................................... 3 1. INLEIDING ................................................................................................................................ 5 1.1. AANLEIDING EN DOEL ................................................................................................................... 5 1.2. REFERENTIEKADER ....................................................................................................................... 5 1.3. BETROUWBAARHEID ..................................................................................................................... 6

2. VOORONDERZOEK ................................................................................................................. 8 2.1. HUIDIGE SITUATIE .......................................................................................................................... 8 2.2. HISTORIE TOT OP HEDEN ............................................................................................................. 8 2.3. TOEKOMSTIG GEBRUIK ............................................................................................................... 14

3. BODEMOPBOUW EN GEOHYDROLOGIE............................................................................ 15 3.1 BODEMOPBOUW EN GEOHYDROLOGIE ..................................................................................... 15 3.2 GRONDWATERSTROMING ........................................................................................................... 15 3.3 GRONDWATERONTTREKKINGEN ................................................................................................ 15

4. UITVOERING AANVULLEND VERKENNEND BODEMONDERZOEK ................................. 16 4.1. HYPOTHESE EN ONDERZOEKSSTRATEGIE ............................................................................. 16 4.2. UITVOERING VELDWERK ............................................................................................................ 16 4.3. RESULTATEN VELDWERK ........................................................................................................... 16

5. CHEMISCHE ANALYSE ......................................................................................................... 18 5.1. ANALYSESTRATEGIE ................................................................................................................... 18 5.2. ANALYSERESULTATEN ................................................................................................................ 19 5.3. INTERPRETATIE RESULTATEN ................................................................................................... 19

6. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN ................................................................................... 20 LITERATUURLIJST .................................................................................................................... 21 LIJST VAN BIJLAGEN ................................................................................................................ 22

23140110


Eindrapport vooronderzoek en aanvullend verkennend bodemonderzoek Pelsendijk 9 te De Heen

2

Samenvatting Door Hattink Advies B.V. is aan SMA Zeeland B.V. de opdracht verstrekt voor het uitvoeren van een vooronderzoek en een aanvullend verkennend bodemonderzoek op een locatie gelegen aan de Pelsendijk 9 te De Heen in de gemeente Steenbergen. De aanleiding voor het onderzoek zijn de resultaten van ten behoeve van voorgenomen nieuwbouw uitgevoerd verkennend bodemonderzoek, alsmede de reactie van de gemeente Steenbergen op de rapportage van het bodemonderzoek. Doel van het vooronderzoek is inzicht te verkrijgen of het voormalige, dan wel huidige gebruik van de onderhavige locatie en zijn omgeving mogelijk geleid kan hebben tot verontreiniging van de bodem (grond en grondwater). Doel van het bodemonderzoek is inzicht te verkrijgen in de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem (grond en grondwater) ter plaatse van de voormalige sloot. Conclusie vooronderzoek: Uit historische luchtfoto’s in combinatie met de bevindingen uit de milieuvergunningen kan worden opgemaakt dat op de locatie, voornamelijk ter plaatse van het achterterrein (perceel E701), diverse (deels bodembedreigende) activiteiten hebben plaatsgevonden. Op de bedrijfslocatie Pelsendijk 13, waar het achterterrein (perceel E701) van de huidige onderzoekslocatie in het verleden onderdeel van uitmaakte, zijn onder andere container(s) aanwezig geweest met opslag van chemisch afval, oliën en verfmaterialen. Het buiten de locatie gelegen woonhuis is vóór 1900 gebouwd met vermoedelijk een gemetselde fundering. De verharding ter plaatse van perceel D689 is vóór 1992 aangelegd. Daarvoor lag waarschijnlijk zand. Volgens de eigenaar van de locatie heeft in ieder geval in de afgelopen 20 jaar geen ophoging van grond plaatsgevonden. Mogelijk hebben in het verleden ter plaatse van/nabij van perceel E701 stookactiviteiten plaatsgevonden. In het verleden is een riolering aangebracht ter plaatse van de voormalige sloot. Tijdens het locatiebezoek zijn in de schuur/garage van de woning asbestverdachte platen aanwezig. Deze schuur/garage is voorzien van vergelijkbare asbestverdachte platen als dakbedekking. Op basis van bovenstaande bevindingen wordt afhankelijk van de toekomstplannen aanbevolen bodemonderzoek uit te voeren zoals hieronder en in bijlage 2 weergegeven:  Voorterrein Pelsendijk 9 te De Heen; verkennend bodemonderzoek conform de NEN 5740, onderzoeksstrategie onverdachte locaties (ONV);  Achterterrein Pelsendijk 9 te De Heen: verkennend bodemonderzoek conform de NEN 5740, onderzoeksstrategie op een verdachte locatie met een heterogene, diffuse bodembelasting (VED-HE);  Voormalige sloot: verkennend bodemonderzoek conform de NEN 5740, onderzoeksstrategie op een

verdachte

locatie

met

een

plaatselijke

bodembelasting

met

een

duidelijke

verontreinigingskern (VEP);  Woning met schuur/garage: verkennend asbest in grondonderzoek conform de NEN 5707.

23140110



3

Conclusie aanvullend verkennend bodemonderzoek ter plaatse van de voormalige sloot: In zowel de boven- en ondergrond als in het grondwater zijn geen verontreinigingen aangetroffen met de geanalyseerde parameters. Voor het onderzoek is uitgegaan van de hypothese verdacht. Deze hypothese kan op grond van de onderzoeksresultaten worden verworpen. De onderzoeksresultaten geven geen aanleiding tot het uitvoeren van aanvullend of nader bodemonderzoek ter plaatse van de voormalige sloot.

23140110



4

1. Inleiding 1.1. Aanleiding en doel Door Hattink Advies B.V. is aan SMA Zeeland B.V. de opdracht verstrekt voor het uitvoeren van een vooronderzoek en een aanvullend verkennend bodemonderzoek op een locatie gelegen aan de Pelsendijk 9 te De Heen in de gemeente Steenbergen (bijlage 1 en 2). De aanleiding voor het onderzoek zijn de resultaten van ten behoeve van voorgenomen nieuwbouw uitgevoerd verkennend bodemonderzoek, alsmede de reactie van de gemeente Steenbergen op de rapportage van het bodemonderzoek. Doel van het vooronderzoek is inzicht te verkrijgen of het voormalige, dan wel huidige gebruik van de onderhavige locatie en zijn omgeving mogelijk geleid kan hebben tot verontreiniging van de bodem (grond en grondwater). Doel van het bodemonderzoek is inzicht te verkrijgen in de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem (grond en grondwater) ter plaatse van de voormalige sloot.

1.2. Referentiekader Onderzoeksopzet Het vooronderzoek wordt uitgevoerd conform de NEN 5725. De voormalige sloot op de locatie wordt conform de NEN 5740 (lit. 4) onderzocht. Het onderzoek bestaat uit: vooronderzoek, veldonderzoek, chemische analyses, interpretatie en toetsing. Toetsingskader De voor de standaardbodem (lutum 25% en organische stof 10%) gecorrigeerde analyseresultaten van de grond worden conform de Wet bodembescherming getoetst aan de achtergrondwaarden (AW2000) en interventiewaarden (lit.1). De analyseresultaten van het grondwater worden getoetst aan de streefwaarden en interventiewaarden. Daarnaast worden de (gecorrigeerde) analyseresultaten van grond en grondwater getoetst aan de tussenwaarden. De achtergrondwaarden hebben betrekking op achtergrondgehalten van stoffen die van nature voorkomen, of op detectiegrenzen bij stoffen die niet van nature voorkomen. In principe is sprake van een onbeïnvloede bodemkwaliteit. De streefwaarden grondwater geven aan wat het ijkpunt is voor de milieukwaliteit op de lange termijn, uitgaande van verwaarloosbare risico’s voor het ecosysteem. De interventiewaarden bodemsanering geven aan wanneer de functionele eigenschappen die de bodem heeft voor mens, dier en plant ernstig zijn verminderd of dreigen te worden verminderd. Ze zijn representatief voor het verontreinigingsniveau waarboven sprake is van een geval van ernstige (bodem) verontreiniging. Er is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging indien voor ten minste één stof de gemiddelde

gemeten

concentratie

van

minimaal

25

m

3

bodemvolume

in

het

geval

van

3

grondverontreiniging, of 100 m bodemvolume in het geval van een grondwaterverontreiniging, hoger is

23140110



5

dan de interventiewaarde. In enkele specifieke situaties kan bij gehalten onder de interventiewaarden ook sprake zijn van een geval van ernstige verontreiniging. Dit geldt voor de zogenaamde gevoelige functies: -

moestuin/volkstuin,

-

plaatsen waar vluchtige verbindingen aanwezig zijn in het grondwater in combinatie met hoge grondwaterstanden en/of in de onverzadigde bodem onder bebouwing.

Als een geval van ernstige verontreiniging is vastgesteld dan is sprake van een potentieel risico dat aanleiding geeft tot een vorm van saneren of beheren. De tussenwaarde is het gemiddelde van de achtergrondwaarde/streefwaarde en de interventiewaarde. De tussenwaarde is de concentratiegrens waarboven in beginsel nader onderzoek moet worden uitgevoerd, omdat het vermoeden van ernstige bodemverontreiniging bestaat (lit. 4). De verhouding van de meetwaarde ten opzichte van de tussenwaarde wordt weergegeven met een index getal. Indien deze index groter is dan 0,5 dan is de (voor de standaardbodem gecorrigeerde) meetwaarde hoger dan de tussenwaarde en is nader onderzoek in principe aan te bevelen. De achtergrond-, streef-, tussen- en interventiewaarden worden in het vervolg, samenvattend, toetsingswaarden genoemd. De norm voor barium in grond is tijdelijk ingetrokken. Gebleken is dat de interventiewaarde voor barium lager was dan het gehalte dat van nature in de bodem voorkomt. Indien er sprake is van verhoogde bariumgehalten ten opzichte van de natuurlijke achtergrond als gevolg van een antropogene bron, kan dit gehalte worden beoordeeld op basis van de voormalige interventiewaarde voor barium van 920 mg/kg ds (interventiewaarde barium voor een standaardbodem (bodem met 10% humus en 25% lutum)).

1.3. Betrouwbaarheid Het hier gerapporteerde bodemonderzoek is uitgevoerd op zorgvuldige wijze, in overeenstemming met de geldende richtlijnen en de gebruikelijke inzichten en methoden. SMA Zeeland B.V. beschikt over een kwaliteitsmanagementsysteem (NEN-EN-ISO 9001: 2008) en veiligheidsmanagementsysteem (VGM Checklist Aannemers) waarbinnen de kwaliteit van de werkzaamheden dusdanig wordt beheerst en gewaarborgd dat haar diensten zo goed mogelijk aan de eisen en doelstellingen van de opdrachtgever voldoen. Het milieukundige veldwerk is uitgevoerd op basis van de richtlijnen van de BRL SIKB 2000 en conform de hierbij van toepassing zijnde protocollen. SMA Zeeland B.V. beschikt hiertoe over het procescertificaat “Veldwerk voor milieuhygiënisch bodemonderzoek” op basis van de Beoordelingsrichtlijn SIKB 2000 voor de protocollen 2001, 2002, 2003, 2018. Dit procescertificaat is uitsluitend van toepassing op de activiteiten inzake het milieukundige veldwerk, beginnend bij de acceptatie van het veldwerk, en eindigend bij de overdracht van de veldwerkgegevens en monsters.

23140110



6

In het kader van de waarborging van de onafhankelijkheid verklaart SMA Zeeland B.V. dat het veldwerk onafhankelijk van de opdrachtgever is uitgevoerd conform de in dit kader gestelde eisen van de BRL SIKB 2000 en de daarbij behorende protocollen. De chemische analyses van dit onderzoek zijn uitgevoerd door een daartoe door de Raad van Accreditatie geaccrediteerd laboratorium. Een

verkennend

onderzoek

is

erop

gericht met beperkte middelen

vast te stellen of er

bodemverontreiniging aanwezig is. Dit impliceert dat de conclusies van het verkennend onderzoek slechts een beperkte reikwijdte hebben. Door het verkennend karakter en het daarmee samenhangende beperkt aantal boringen en analyses, betekent dit concreet dat een mogelijk aanwezige verontreiniging over het hoofd gezien kan worden. Het verkennend onderzoek garandeert derhalve nooit dat de onderzochte locatie geheel schoon is of anderszins, dat met het verkennend onderzoek alle eventueel aanwezige verontreinigingen worden gedetecteerd. Verder geldt dat de resultaten van het onderhavige onderzoek een momentopname vormen van de bodemkwaliteit. Na de uitvoering en rapportage van dit onderzoek zouden activiteiten kunnen plaatsvinden die de milieuhygiënische kwaliteit van grond en grondwater op de onderzoekslocatie kunnen beïnvloeden. Voorbeelden hiervan zijn het bouwrijp maken van de locatie of het aanvoeren van grond van elders. Een andere factor kan bijvoorbeeld zijn het transport van verontreinigende stoffen via het grondwater van buiten

de

onderzoekslocatie.

Gezien

deze

overwegingen,

dienen

de

hier

gerapporteerde

onderzoeksresultaten met meer voorzichtigheid gebruikt en geïnterpreteerd te worden naarmate de tijd toeneemt die verlopen is na de uitvoering van het onderzoek. Op basis van de uit dit bodemonderzoek verkregen gegevens kan geen uitspraak worden gedaan over de aan- of afwezigheid van asbest. Hiervoor dient onderzoek plaats te vinden conform de NEN 5707 (Inspectie, monsterneming en analyse van asbest in bodem en partijen grond) en/of de NEN 5897 (Monsterneming en analyse van asbest in onbewerkt bouw- en sloopafval en recyclinggranulaat). Op basis van de uit dit bodemonderzoek verkregen gegevens kan in principe geen uitspraak gedaan worden over de toepassingsmogelijkheden van eventueel van de locatie af te voeren grond. Hiervoor dient onderzoek plaats te vinden conform het Besluit bodemkwaliteit. SMA Zeeland B.V. kan niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schade of anderszins voor eventuele gevolgen die voortkomen uit het gebruik en de interpretatie van de in dit rapport gepresenteerde onderzoeksgegevens. Dit rapport mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd, tenzij met uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van SMA Zeeland B.V.

23140110



7

2. Vooronderzoek In dit hoofdstuk wordt het voormalige, het huidige en het toekomstige bodemgebruik besproken. Dit heeft geleid tot een hypothese over de mogelijke verontreinigingssituatie van de onderzoekslocatie.

2.1. Huidige situatie De onderzoekslocatie is gelegen aan de Pelsendijk 9 te De Heen (bijlage 2). Deze locatie is kadastraal bekend als gemeente Steenbergen, sectie D, nummers 688 en 689, gemeente Nieuw-Vossemeer, sectie E, nummer 701 (gedeeltelijk). De locatie is op 11 juni 2014 bezocht. Op de locatie zijn een leegstaande woning met garage en een met beton verharde oprit aanwezig. De locatie is grotendeels onverhard.

2.2. Historie tot op heden Voor het verkrijgen van historische informatie zijn diverse bronnen geraadpleegd. In tabel 2.1 is een overzicht en een beschrijving weergegeven van de bronnen zoals die zijn geraadpleegd voor het verkrijgen van informatie ten aanzien van het historisch gebruik van de onderzoekslocatie. Tabel 2.1 Omschrijving geraadpleegde bronnen historisch gebruik Bron (nr.)

Geraadpleegde bronnen

Digitale informatie verstrekt op 10 juni 2014 door gemeente Steenbergen: 1

Omgevingsrapport Pelsendijk 9 en omgeving (Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant)

2

Rapportage verkennend bodemonderzoek Pelsendijk 9 De Heen, Hattink Advies B.V., rapportnummer: 12JDH256-10, d.d. 16 mei 2012

Inzage archief op 11 juni 2014 gemeente Steenbergen Pelsendijk 13 te De Heen, 2 dossiers: *Wet milieubeheer Pelsendijk 13 te De Heen: vergunning 1994 en melding verandering inrichting 1998; *DH vergunning HW provincie 1982, controle 1991-2003, stukken vergunning WM 1994 klachten 1993-2000. 3

Hinderwetvergunning, bouwbedrijf Uijtdewilligen B.V., d.d. 18 december 1981

4

Controle, d.d. 16 februari 1982

5

Controle, d.d. 16 april 1992

6

Hinderwetvergunning, bouwbedrijf Uijtdewilligen B.V., d.d. 17 december 1992

7

Vergunning Wet milieubeheer, bouwbedrijf Uijtdewilligen B.V., d.d. 27 oktober 1993

8

Controle, d.d. 22 april 1996

9

Klacht, d.d. 24 april 1997

10

Controle, d.d. 13 oktober 1998 en 2 juli 2001

11

Melding verandering inrichting, bouwbedrijf Uijtdewilligen B.V., d.d. 12 januari 1999

12

Controle, d.d. 17 juni 1999

13

Controle, d.d. 20 mei 2003

14

Historische luchtfoto’s Pelsendijk 9 en omgeving

23140110



8

Historisch kaarten 15

Historische kaart circa 1902

16


17


18


19


20


21


Locatiebezoek 11 juni 2014 22

Interview eigenaar locatie

Bron 1: Uit het omgevingsrapport blijkt dat op de locatie Pelsendijk 9 te De Heen in 2012 door Hattink Advies B.V. een verkennend bodemonderzoek is uitgevoerd (zie bron 2) welke niet geschikt is voor een bouwprocedure. Het vooronderzoek en de onderzoeksstrategie zouden onjuist zijn. Van de locatie Pelsendijk 13 te De Heen is het volgende bekend: 1934: Wagenmakerij (Uijtdewilligen, P.J.C.); 1956 – 1993: Burgerlijk- en utiliteitsbouwbedrijf (BV Beheermaatschappij Uytdewil); 1981/1982/1992/1994: Timmerwerkplaats (Uytdewilligen bouwbedrijf). Bron 2: In april 2012 is door Hattink Advies B.V. een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd aan de Pelsendijk 9 te De Heen. De aanleiding voor het onderzoek was destijds de voorgenomen bouw van één of meerdere woningen op de locatie. Het doel van het onderzoek was het vastleggen van de chemische kwaliteit van de bodem op de locatie. In 2003 is een historisch onderzoek uitgevoerd aan de Pelsendijk 9 t/m 13 te De Heen (De BodemOnderZoeker, projectnummer: BOZ-2715, d.d. 1 juli 2003). De rapportage van dit vooronderzoek is als bijlage opgenomen in de rapportage van Hattink Advies B.V. De volgende milieubedreigende activiteiten worden genoemd, die van invloed kunnen zijn geweest op de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem:  De gedempte sloot (deze sloot valt binnen de huidige onderzoekslocatie);  Grond onder repac verharding (ligging is niet op tekening aangegeven);  Twee deellocaties waar septic tanks liggen (deze liggen buiten de huidige onderzoekslocatie);  Deellocatie verf/terpentine/petroleum/bekistingolie (exacte locatie is niet bekend);  Overig deel kan als onverdacht worden beschouwd. Uit het in 2012 uitgevoerde vooronderzoek is gebleken dat op de locatie mogelijk een sloot aanwezig is geweest. De voormalige sloot heeft binnen de contour van het onderzoek uit 2012 een lengte van ca. 38 2

meter en een breedte van ca. 2,5 meter en hiermee een oppervlakte van ca. 95 m . Uit het in 2012 uitgevoerde bodemonderzoek is gebleken dat in zowel de boven- als ondergrond geen verhoogde gehalten met de geanalyseerde parameters werden aangetoond. In het grondwater werd een licht

23140110



9

verhoogde concentratie aan molybdeen geconstateerd. Een oorzaak van deze licht verhoogde concentratie is niet bekend. Ter plaatse van de mogelijke voormalige sloot is één boring geplaatst. Het boorprofiel van deze boring wijkt af van de profielen van de overige boringen. In het rapport is het volgende aanbevolen: Hoewel geen verontreinigingen werden waargenomen of aangetoond, kan in overleg met de gemeente Steenbergen worden overwogen aanvullend onderzoek te verrichten door de uitvoering van een slootdempingsonderzoek. De onderstaande bronnen 3 t/m 13 hebben betrekking op de locatie Pelsendijk 13 te De Heen. Bron 3: Op 14 januari 1982 is een vergunningaanvraag binnengekomen d.d. 18 december 1981 van bouwbedrijf Uijtdewilligen B.V. te De Heen om een nieuwe de gehele inrichting omvattende vergunning ingevolge de Hinderwet voor haar timmerwerkplaats met opslag van spaanplaat, multieplex, hout en kleine hoeveelheden chemische bouwproducten op de percelen kadastraal bekend gemeente Steenbergen, sectie D, nummer 686 en gemeente Nieuw-Vossemeer sectie C, nummer 610, gelegen aan de Pelsendijk 13 te De Heen. Bron 4: Uit een op 16 februari 1982 uitgevoerde controle bleken de volgende zaken genoemd in de vergunningsaanvraag te ontbreken:  eventuele toekomstige uitbreiding of verandering van werkwijze is niet opgegeven;  verwarmingstoestellen in de werkplaats ontbreken (gasheaters garagetype);  opslag peteroleum ca. 100 liter;  onder chemische bouwproducten wordt verstaan mengolie 50 st. à 15 kg. en bekistingsolie 3 stuks à 25 kg;  in lasruimte opslag hydraulische olie ca. 100 liter;  opgave los materieel zoals luchtheaters. Er dienden voorwaarden opgenomen te worden voor het gebruik van en de bewaring van acetyleendissous-flessen in de lasruimte. Op 30 maart 1982 is de vergunning verleend door de Provincie Noord-Brabant. Bron 5: Op 16 april 1992 heeft een controle plaatsgevonden. Conclusie: het bedrijf maakt een nette en ordentelijke indruk en heeft zelfs een milieuparkje ingericht ten behoeve van afvalstoffen uit de bouw. De opslag van deze stoffen vinden plaats in drums van 200 liter en zijn geplaatst op het erf, doch deze dienen te zijn geplaatst op een niet vloeistof doorlatende ondergrond. De asbesthoudende materialen dienen te worden afgevoerd of afgedekt te worden opgeslagen, zodat er geen asbestvezels zich in de buitenlucht kunnen verspreiden. Tevens zijn inpandig enkele wijzigingen welke niet op de hinderwetsvergunning zijn bijgewerkt. Dit dient nader te worden geregeld.

23140110



10

Bron 6: Op 17 december 1992 is door bouwbedrijf Uytdewilligen B.V een vergunning aangevraagd voor een nieuwe, de gehele inrichting omvattende vergunning voor een timmerwerkplaats met kantoor. Bron 7: Door bouwbedrijf Uytdewilligen B.V. is op 27 oktober 1993 een vergunning in het kader van de Wet milieubeheer aangevraagd voor een nieuwe, de gehele inrichting omvattende vergunning voor een bouwbedrijf, de opslag van aan de bouw aanverwante materialen en materieel en de productie van beperkt machinaal timmerwerk aan de Pelsendijk 13 te De Heen, sectie D, nummers 686-764. Deze aanvraag is op 10 november 1993 ingekomen bij de gemeente. Tevens is een melding in het kader van de Lozingsverordening ontvangen. In de tekening behorende bij deze vergunning is ter plaatse van de hoofdriolering op perceel D 701, op de huidige onderzoekslocatie, een verfopslag met chemisch afval weergegeven. Verder blijkt uit deze tekening dat ter plaatse van het achterterrein van de huidige onderzoekslocatie, eveneens ter plaatse van perceel D 701, een opslag van bouwmaterialen. Opslag brandbare stoffen: 1.

Verf, bovengrondse opslag 50 liter;

2.

Terpentine, bovengrondse opslag 30 liter;

3.

Bekisting olie, bovengrondse opslag 100 liter;

4.

Petroleum, bovengrondse opslag 100 liter.

Afvalstoffen: 1.

Zaagsel en krullen, afvoerfrequentie per jaar: 15, hoeveelheid per jaar in kg: 3.000, opslag in container, inzamelaar Coppens;

2.

Bouwafval, afvoerfrequentie per jaar: 15, hoeveelheid per jaar in kg: 45.000, opslag in container, inzamelaar Coppens;

3.

Kitkokers/pur bussen: afvoerfrequentie per jaar: 4x, hoeveelheid per jaar in kg: 1.200 kg, opslag in container, inzamelaar Coppens.

Bedrijfsafvalwater: niet van toepassing. Deze vergunning is op 24 maart 1994 verleend. Bron 8: Op 22 april 1996 heeft een controle plaatsgevonden. In vergelijking met de vergunningverlening op 24 maart 1994 zijn de volgende veranderingen geconstateerd:  Inrichting buitenterrein is veranderd: het aantal opslagcontainers ten behoeve van opslag materialen, opslag verf en opslag oliën is uitgebreid. De bestaande containers “verfopslag en chemisch afval” zijn verplaatst;  In het bestaande magazijn is een opslagkluis gebouwd ten behoeve van de opslag van verf.

23140110



11

Binnen de inrichting wordt geen bedrijfsafvalwater geloosd. Het huishoudelijk afvalwater wordt op het gemeentelijk riool geloosd. Naleving algemene voorschriften:  De verfopslag vindt momenteel verdeeld plaats in een opslagcontainer en een bouwkundige kast. Beide voldoen niet aan de eisen zoals opgenomen in de voorschriften van de vergunning, de brandwerendheid is onvoldoende, de vloer vormt geen vloeistofdichte bak. Afgesproken is dat een nieuwe container wordt aangeschaft, die speciaal bestemd is voor de opslag van verven en oplosmiddelen en voldoet aan de voorschriften.  De bekistingsolie en petroleum is niet conform voorschift van de vergunning opgeslagen in een vloeistofdichte lekbak;  Daarnaast is geconstateerd dat op het grondgebied van Nieuw- Vossemeer regelmatig afvalhout verbrand wordt. Uit navraag bij de gemeente is gebleken dat voor dergelijk afval nooit een stookvergunning is verleend dan wel ooit verleend zal worden. Binnen de inrichting ontstaan de volgende gevaarlijke afvalstoffen:  halogeenhoudende oplosmiddelen;  verfrestant;  poetsdoeken verontreinigd met olie;  met olie verontreinigd absorpiemiddel;  afgewerkte olie;  lijmen, kitten en hars. Het afval wordt regelmatig naar een erkend inzamelaar Coppens afgevoerd. De afvoerbonnen zijn gecontroleerd en in orde bevonden. Bron 9: Op 24 april 1997 is bij de Regionale MilieuDienst een klacht ingebracht over het storten van sloopafval op eigen terrein aan de Pelsendijk 13 te De Heen. Geconstateerd werd dat op het achterterrein van de inrichting ongebroken bouw- en sloopafval is gestort, wat reeds gedeeltelijk is vlakgereden. Op het vlakgereden bouw- en sloopafval zijn enkele mobiele bouwketen geplaatst. Het puin was afkomstig van enkele bouwprojecten en daar gestort met de bedoeling dit vlak te rijden om te dienen als funderingslaag voor een asfaltverharding. Bron 10: Op 13 oktober 1998 en op 2 juli 2001 heeft een controle plaatsgevonden. Uit het bezoek van 2 juli 2001 is gebleken dat chemisch afval en de verfstoffen in een opslagcontainer werden opgeslagen op het buitenterrein. De container is voorzien van een lekbak en ontluchting naar de buitenlucht. Bron 11: Op 12 januari 1999 is door bouwbedrijf Uytdewilligen B.V. een verandering van de inrichting gemeld met betrekking tot de verleende vergunning van 24 maart 1994. Het betrof het plaatsen van een container voor

23140110



12

de opslag van chemisch afval, oliën en verfmaterialen. Reden: verbetering van de huidige opslagruimte, tijdstip realisering: 5 januari 1999. Bron 12: Op 17 juni 1999 heeft naar aanleiding van de opslag van puin op het terrein een controle plaatsgevonden. Hierbij is geconstateerd dat het storten van puin niet structureel plaatsvindt. Om te kunnen aantonen dat het puin geen schadelijke stoffen bevat is verzocht een onderzoek te laten verrichten. Dit onderzoek is door De Bodemonderzoeker uitgevoerd. Het rapport is beoordeeld, waaruit blijkt dat het niet voldoet aan de normen van het Bouwstoffenbesluit. Tijdens het bezoek heeft de heer C. Snepvangers aangegeven dat het aanwezige puingranulaat als zodanig niet afkomstig is van een bedrijf. Het puingranulaat zal afkomstig zijn van eigen uitgevoerde bouwprojecten, rond 1990-1998. Het restafval wordt opgeslagen in een container van Coppens milieuservice. Het chemisch afval, bestaande uit PUR- bussen, kitten en verfafval wordt frequent door Coppens milieuservice opgehaald. Tijdens het bezoek is door de heer Snepvangers te kennen gegeven om de gehele bedrijfsvoering naar het industrieterrein Reinierpolder II te Steenbergen over te brengen. Dit zal rond september/oktober 2001 plaatsvinden. De gebouwen en opstallen blijven eigendom van de heer P.W.M. Uytdewilligen. De vergunning van 24 maart 1994 is niet meer toereikend. Binnen de inrichting hebben zich veranderingen/wijzigingen voorgedaan ten opzichte van de vigerende vergunning. Bron 13: Op 20 mei 2003 heeft een controle plaatsgevonden. Bevonden is dat het bedrijfspand met bijbehorende opstallen te koop wordt aangeboden. Geadviseerd werd de locatie nauwlettend in de gaten te houden dat er geen bedrijfsactiviteiten zullen of gaan plaatsvinden. Bron 14 t/m 21: De historische kaarten- en luchtfoto’s zijn opgenomen in bijlage 6. Uit historische kaarten kan worden opgemaakt dat op de locatie sinds omstreeks 1900 bebouwing aanwezig is. Tevens is het sloottraject zichtbaar. Uit historische luchtfoto’s in combinatie met de bevindingen uit de milieuvergunningen kan worden opgemaakt dat op de locatie, voornamelijk ter plaatse van het achterterrein (perceel E701), diverse (deels bodembedreigende) activiteiten hebben plaatsgevonden. Op de bedrijfslocatie Pelsendijk 13, waar het achterterrein (perceel E701) van de huidige onderzoekslocatie in het verleden onderdeel van uitmaakte, zijn onder andere container(s) aanwezig geweest met opslag van chemisch afval, oliën en verfmaterialen. Bron 22: Op 11 juni 2014 is de locatie bezocht. De eigenaar van de locatie was hierbij aanwezig. Het woonhuis is vóór 1900 gebouwd met vermoedelijk een gemetselde fundering. De verharding ter plaatse van perceel D689 is vóór 1992 aangelegd. Daarvoor lag waarschijnlijk zand. Volgens de eigenaar van de locatie heeft in ieder geval in de afgelopen 20 jaar geen ophoging van grond plaatsgevonden. Mogelijk hebben in het

23140110



13

verleden ter plaatse van/nabij perceel D701 stookactiviteiten plaatsgevonden. De ligging van de voormalige sloot is in het veld geverifieerd. Het voormalig sloottraject blijkt iets zuidelijker te liggen dan het aangegeven traject uit het onderzoek van 2012. In het verleden is een riolering aangebracht ter plaatse van de voormalige sloot. Tijdens het locatiebezoek zijn in de buiten de locatie gelegen schuur/garage van de woning asbestverdachte

platen

aanwezig.

Deze

kleine

schuur/garage

is

voorzien

van

vergelijkbare

asbestverdachte platen als dakbedekking (zie foto IMG_0674 in bijlage 7). Dit deel van de locatie is hiermee verdacht voor asbest. Op basis van bovenstaande bevindingen wordt afhankelijk van de toekomstplannen aanbevolen bodemonderzoek uit te voeren zoals hieronder en in bijlage 2 weergegeven:  Voorterrein Pelsendijk 9 te De Heen; verkennend bodemonderzoek conform de NEN 5740, onderzoeksstrategie onverdachte locaties (ONV);  Achterterrein Pelsendijk 9 te De Heen: verkennend bodemonderzoek conform de NEN 5740, onderzoeksstrategie op een verdachte locatie met een heterogene, diffuse bodembelasting (VED-HE);  Voormalige sloot: verkennend bodemonderzoek conform de NEN 5740, onderzoeksstrategie op een

verdachte

locatie

met

een

plaatselijke

bodembelasting

met

een

duidelijke

verontreinigingskern (VEP);  Woning met schuur/garage: verkennend asbest in grondonderzoek conform de NEN 5707.

2.3. Toekomstig gebruik Het toekomstige bodemgebruik op de locatie is vooralsnog niet bekend.

23140110



14

3. Bodemopbouw en geohydrologie In dit hoofdstuk wordt de bodemopbouw en de geohydrologie van de locatie besproken.

3.1 Bodemopbouw en geohydrologie Uit de grondwater en geologische kaarten van Nederland kan een bodemopbouw voor het plangebied worden afgeleid, zoals is weergegeven in tabel 3.1. Tabel 3.1 Geohydrologisch overzicht ter plaatse van de onderzoekslocatie Typering

Diepte (m-mv)

Lithologie

Formatie(s)

Deklaag

0-15

Klei – Marien

Naaldwijk (0 – 5 m-mv)

Klei - Fluviatiel

Waalre (5 – 15 m-mv)

1e watervoerend pakket

15-30

Zand / Grind – Fluviatiel

Waalre

Scheidende laag

30-40

Klei / Leem – Fluviatiel

Waalre

Zand / Grind – Fluviatiel

Waalre (40 – 50 m-mv)

Zand – Marien

Maassluis (50 – 90 m-mv)

e

2 watervoerend pakket

40-90

Scheidende laag

90-105

Klei– Marien

Oosterhout

3e watervoerend pakket

105 -210

Zand – Marien

Oosterhout (105 – 180 m-mv)

Zand - Marien

Breda (180 – 210 m-mv

Klei – Marien

Breda

Hydrologische basis

210->

3.2 Grondwaterstroming De grondwaterstroming in het watervoerend pakket zal worden beïnvloed door een groot aantal lokale en sub-regionale factoren rond de planlocatie. In het kader van de huidige bespreking is het niet noodzakelijk op dit punt nadere vaststellingen te doen. De kD-waarde van het watervoerend pakket is vermoedelijk 2

gelegen rond de 100 m /dag. Exacte gegevens met betrekking tot de (verticale) weerstand van slecht doorlatende lagen ter plaatse van het plangebied zijn niet voorhanden (lit. 5 en lit. 7).

3.3 Grondwateronttrekkingen Het onderzoeksgebied bevindt zich niet binnen een grondwaterbeschermings- of zoetwatergebied. Ook ligt het

niet

binnen

de

infiltratiezone

van

een

waterwingebied.

Geregistreerde

particuliere

grondwateronttrekkingen in de directe omgeving, die eventueel van invloed zouden kunnen zijn op de grondwaterstroming, zijn niet bekend.

23140110



15

4. Uitvoering aanvullend verkennend bodemonderzoek In dit hoofdstuk worden de hypothese met onderzoeksstrategie en de uitvoering met de resultaten van het veldwerk besproken met betrekking tot het aanvullend verkennend bodemonderzoek ter plaatse van de voormalige sloot.

4.1. Hypothese en onderzoeksstrategie De onderzoekslocatie betreft een voormalig sloottraject. De aanwezigheid van eventuele slibresten of in het dempingsmeteriaal aanwezige bodemvreemde bestanddelen zijn verdacht voor bodemverontreiniging. Voor het onderzoek ter plaatse van de voormalige sloot wordt dan ook uitgegaan van de hypothese “verdacht”. Het onderzoek wordt uitgevoerd volgens de strategie voor bodemonderzoek op een verdachte locatie met een plaatselijke bodembelasting met een duidelijke verontreinigingskern (VEP). De grond en het grondwater worden op een breed pakket aan stoffen geanalyseerd. Deze onderzoeksopzet is op 26 juni 2014 afgestemd met de gemeente Steenbergen.

4.2. Uitvoering veldwerk Het veldwerk is uitgevoerd door de erkende monsternemer de heer R. Snijder op 27 juni 2014 conform de in paragraaf 4.1 vermelde onderzoeksstrategie. Er zijn in totaal drie boringen geplaatst, zoals hieronder weergegeven: -

Twee boringen tot 2,5 m-mv én;

-

Eén boring tot in het freatische grondwater afgewerkt met peilbuis.

De boorlocaties zijn weergegeven in bijlage 2. De boringen zijn verdeeld over het voormalige sloottraject geplaatst. Van het opgeboorde bodemmateriaal is per halve meter en/of per (zintuiglijk afwijkende) bodemlaag een monster genomen. Het grondwater is bemonsterd op 4 juli 2014 door de erkende monsternemer de heer R. Snijder.

4.3. Resultaten veldwerk Tijdens het veldwerk is het opgeboorde bodemmateriaal zintuiglijk beoordeeld. Uit veldwaarnemingen blijkt dat de bodem tot 1,0 m-mv bestaat uit (kleiig) zand. Hieronder wordt tot ca. 2,0 m-mv sterk zandige klei aangetroffen. Daaronder wordt tot de maximale onderzoeksdiepte van 2,7 mmv matig siltig en matig humeus zand aangetroffen. Aan de oppervlakte van het terrein zijn geen verontreinigingen waargenomen. Het opgeboorde bodemmateriaal is zintuiglijk beoordeeld. Ter plaatse van de boringen 01 en 03 worden in de grond tot een

23140110



16

maximale diepte van 1,0 m-mv zwakke bijmengingen met puin aangetroffen. In de ondergrond ter plaatse van boring 03 wordt tot een diepte van 2,0 m-mv sporen puin aangetroffen. De grondwaterstand is tijdens het veldwerk bepaald op 120 cm-mv. Tijdens de bemonstering van het grondwater zijn geen afwijkingen geconstateerd. In peilbuis 02 is een grondwaterstijghoogte gemeten van 160 cm-mv. Voor gedetailleerde informatie met betrekking tot de bodemopbouw en de eventuele aanwezigheid van bodemvreemde bijmengingen wordt verwezen naar de boorprofielen in bijlage 3. De zuurgraad (pH), de elektrische geleidbaarheid (EC) en de troebelheid van het grondwater zijn in het veld gemeten. De resultaten van deze metingen zijn weergegeven in de toetsingstabellen in bijlage 4.

23140110



17

5. Chemische analyse In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de keuze van de geanalyseerde monsters en de parameters waarop deze zijn geanalyseerd. Vervolgens worden de analyseresultaten gepresenteerd evenals de eventuele overschrijdingen van de toetsingswaarden.

5.1. Analysestrategie De analysestrategie is op 30 juni 2014 afgestemd met de gemeente Steenbergen. In de onderstaande tabel is weergegeven welke monsters ter analyse zijn ingezet. Ook is weergegeven op welke parameters geanalyseerd is. De zuurgraad (pH), de elektrische geleidbaarheid (EC) en de troebelheid van het grondwater zijn tijdens de monstername in het veld bepaald. De resultaten van deze bepalingen zijn weergegeven in de toetsingstabellen in bijlage 4 en geven geen aanleiding de analysestrategie te wijzigen. Tabel 5.1 Inzet monsters ter analyse (Meng)

Boring /

Bodemlaag

Grond

Reden Analyse

monster

Peilbuis

(cm-mv)

soort

01

0-50

zand

03

0-100

plaatse van voormalige sloot

02

Filter: 170-270

bepalen grondwaterkwaliteit ter

Analyse (parameters)

Grond MM01

zwak puinhoudende grond ter

pakket A

Grondwater 02-1-1

pakket B

plaatse van voormalige sloot Opmerkingen: Pakket A:

standaardpakket onderzoek landbodem: barium, cadmium, kobalt, koper, lood, nikkel, zink, kwik, molybdeen, PCB’s, PAK (10-VROM), minerale olie (GC), percentages lutum en organische stof;

Pakket B:

standaardpakket grondwater: barium, cadmium, kobalt, koper, lood, nikkel, zink, kwik, molybdeen, vluchtige aromaten en naftaleen, vluchtige gehalogeneerde koolwaterstoffen, minerale olie.

23140110



18

5.2. Analyseresultaten De resultaten van de toetsing van de analyseresultaten aan het toetsingskader uit de Wet bodembescherming zijn weergegeven in tabel 5.2. In bijlage 2 is de situatietekening opgenomen. De toetsingstabellen, waarin de getoetste analyseresultaten zijn opgenomen, zijn vermeld in bijlage 4. De analyserapporten van het laboratorium zijn weergegeven in bijlage 5. Tabel 5.2 Toetsing analyse grond en grondwater (meng)monsters (Meng)

Boring /

Bodemlaag

Reden Analyse

Toetsing Wbb*

monster

Peilbuis

(cm-mv)

01 03

0-50

zwak puinhoudende grond ter plaatse

alle parameters < AW

0-100

van voormalige sloot

02

Filter: 170-270

bepalen grondwaterkwaliteit ter plaatse

Grond MM01 Grondwater 02-1-1

alle parameters < S

van voormalige sloot *

= kleiner achtergrondwaarde grond

>S

<S

= kleiner dan streefwaarde grondwater

>T

>AW

= groter dan achtergrondwaarde grond

>I

= groter dan streefwaarde grondwater = groter dan tussenwaarde (= Index > 0,5) = groter dan interventiewaarde

5.3. Interpretatie resultaten In zowel de boven- en ondergrond als in het grondwater zijn geen verontreinigingen aangetroffen met de geanalyseerde parameters.

23140110



19

6. Conclusies en Aanbevelingen In dit hoofdstuk wordt de verontreinigingssituatie beschreven op basis van de onderzoeksresultaten. Vervolgens worden deze getoetst aan de hypothese. Tenslotte wordt de conclusie van het onderzoek weergegeven. Conclusie vooronderzoek: Uit historische luchtfoto’s in combinatie met de bevindingen uit de milieuvergunningen kan worden opgemaakt dat op de locatie, voornamelijk ter plaatse van het achterterrein (perceel E701), diverse (deels bodembedreigende) activiteiten hebben plaatsgevonden. Op de bedrijfslocatie Pelsendijk 13, waar het achterterrein (perceel E701) van de huidige onderzoekslocatie in het verleden onderdeel van uitmaakte, zijn onder andere container(s) aanwezig geweest met opslag van chemisch afval, oliën en verfmaterialen. Het buiten de locatie gelegen woonhuis is vóór 1900 gebouwd met vermoedelijk een gemetselde fundering. De verharding ter plaatse van perceel D689 is vóór 1992 aangelegd. Daarvoor lag waarschijnlijk zand. Volgens de eigenaar van de locatie heeft in ieder geval in de afgelopen 20 jaar geen ophoging van grond plaatsgevonden. Mogelijk hebben in het verleden ter plaatse van/nabij van perceel E701 stookactiviteiten plaatsgevonden. Tijdens het locatiebezoek zijn in de schuur/garage van de woning asbestverdachte platen aanwezig. Deze schuur/garage is voorzien van vergelijkbare asbestverdachte platen als dakbedekking. Op basis van bovenstaande bevindingen wordt afhankelijk van de toekomstplannen aanbevolen bodemonderzoek uit te voeren zoals hieronder en in bijlage 2 weergegeven:  Voorterrein Pelsendijk 9 te De Heen; verkennend bodemonderzoek conform de NEN 5740, onderzoeksstrategie onverdachte locaties (ONV);  Achterterrein Pelsendijk 9 te De Heen: verkennend bodemonderzoek conform de NEN 5740, onderzoeksstrategie op een verdachte locatie met een heterogene, diffuse bodembelasting (VED-HE);  Voormalige sloot: verkennend bodemonderzoek conform de NEN 5740, onderzoeksstrategie op een

verdachte

locatie

met

een

plaatselijke

bodembelasting

met

een

duidelijke

verontreinigingskern (VEP);  Woning met schuur/garage: verkennend asbest in grondonderzoek conform de NEN 5707. Conclusie aanvullend verkennend bodemonderzoek ter plaatse van de voormalige sloot: In zowel de boven- en ondergrond als in het grondwater zijn geen verontreinigingen aangetroffen met de geanalyseerde parameters. Voor het onderzoek is uitgegaan van de hypothese verdacht. Deze hypothese kan op grond van de onderzoeksresultaten worden verworpen. De onderzoeksresultaten geven geen aanleiding tot het uitvoeren van aanvullend of nader bodemonderzoek ter plaatse van de voormalige sloot.

23140110



20

Literatuurlijst 1.

Circulaire Bodemsanering 2013. Staatscourant nr. 16675, 27 juni 2013

2.

Ministeries van VROM en VW, Regeling Bodemkwaliteit, Staatscourant nr. 247, 20 december 2007

3.

Ministeries van VROM en VW, Wijziging Regeling Bodemkwaliteit, Staatscourant nr. 122, 27 juni 2008

4.

Nederlands Normalisatie Instituut, NEN 5740, Bodem - Landbodem - Strategie voor het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek - Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grond, ICS 13.080.05, Delft, januari 2009

5.

Provincie Zeeland, samen omgaan met (grond)water, Grondwaterbeheersplan 2002-2007, Middelburg, juni 2002

6.

Topografische dienst, Grote Provincie Atlas Zeeland, schaal 1:25 000, tweede editie, Wolters-Noordhoff Atlasprodukties, Groningen, november 1995

7.

TNO-dienst grondwaterverkenning, Grondwaterkaart van Nederland, Delft, juni 1985

8.

Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer, Beoordelingsrichtlijn voor het SIKB procescertificaat Veldwerk bij Milieuhygiënisch Bodemonderzoek, BRL SIKB 2000, versie 3.2, Gouda, 13 maart 2007

9.

Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer, Plaatsen van handboringen en peilbuizen, maken van boorbeschrijvingen, nemen van grondmonsters en waterpassen, protocol 2001, versie 3.1, Gouda, 13 maart 2007

10. Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer, Het nemen van grondwatermonsters, protocol 2002, versie 3.2, Gouda, 13 maart 2007

23140110



21

Lijst van Bijlagen Bijlage 1 Kadastrale gegevens met overzichtskaart onderzoekslocatie Bijlage 2 Situatietekening Bijlage 3 Boorbeschrijvingen en profielen Bijlage 4 Toetsingstabellen Bijlage 5 Analyseresultaten Bijlage 6 Historische kaarten en luchtfoto’s Bijlage 7 Foto’s huidige situatie

23140110



22

Bijlage 1 Kadastrale gegevens met overzichtskaart onderzoekslocatie

23140110



Kadastraal bericht object Dienst voor het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand van kadastrale objecten, met uitzondering van de gegevens inzake hypotheken en beslagen Betreft:

STEENBERGEN D 688 Pelsendijk 9 4655 TK DE HEEN Uw referentie: MvdK/23140110 Toestandsdatum: 8-7-2014

9-7-2014 14:34:32

Kadastraal object Kadastrale aanduiding: Grootte: Coördinaten: Omschrijving kadastraal object: Locatie: Koopsom: Oorspronkelijke koopsom is NLG Ontstaan op:

STEENBERGEN D 688 7 a 70 ca 75890-400131 WONEN Pelsendijk 9 4655 TK DE HEEN € 119.117

Jaar: 1998

262.500 2-2-1987

Aantekening kadastraal object LOCATIEGEGEVENS ONTLEEND AAN BASISREGISTRATIES ADRESSEN EN GEBOUWEN Ontleend aan: ATG 75256 d.d. 2-9-2011

Publiekrechtelijke beperkingen Er zijn geen beperkingen bekend in de Landelijke Voorziening WKPB en de Basisregistratie Kadaster.

Gerechtigde EIGENDOM Bv Beheermaatschappij Uytdewilligen STEENBERGEN DR Postadres: Vizier 12 4661 MC HALSTEREN Zetel: STEENBERGEN Recht ontleend aan: HYP4 11442/3 reeks BREDA Eerst genoemde object STEENBERGEN D 688 in brondocument:

d.d. 6-5-1998

Einde overzicht De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt ten aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht voor als bedoeld in artikel 2 lid 1 juncto artikel 6 lid 3 van de Databankenwet.

Kadastraal bericht object Dienst voor het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand van kadastrale objecten, met uitzondering van de gegevens inzake hypotheken en beslagen Betreft:

STEENBERGEN D 689 PELSENDK DE HEEN Uw referentie: MvdK/23140110 Toestandsdatum: 8-7-2014

9-7-2014 14:36:54

Kadastraal object Kadastrale aanduiding: Grootte: Coördinaten: Omschrijving kadastraal object: Locatie: Ontstaan op:

STEENBERGEN D 689 1a 75872-400123 WEGEN PELSENDK DE HEEN 2-2-1987

Publiekrechtelijke beperkingen Er zijn geen beperkingen bekend in de Landelijke Voorziening WKPB en de Basisregistratie Kadaster.

Gerechtigde EIGENDOM Bv Beheermaatschappij Uytdewilligen STEENBERGEN DR Postadres: Vizier 12 4661 MC HALSTEREN Zetel: STEENBERGEN Recht ontleend aan: HYP4 5642/40 reeks BREDA Eerst genoemde object STEENBERGEN D 689 in brondocument: Einde overzicht De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt ten aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht voor als bedoeld in artikel 2 lid 1 juncto artikel 6 lid 3 van de Databankenwet.

Kadastraal object STEENBERGEN D 701 is overgegaan in: 9-7-2014 14:38:57

STEENBERGEN D 899 bij Oude Heijdijk DE HEEN 95 Gerechtigde: Emiel René Helena Maria Mol STEENBERGEN D 900 Oude Heijdijk DE HEEN Gerechtigde: Petrus Johannes Machiel Gorissen

Uittreksel Kadastrale Kaart

Uw referentie: 12JDH256-10 699

928

7

926

13

92

701

9

18

689

688

16

7

3 82

0 69

jk di

P

n se el

0m

12345 25

Deze kaart is noordgericht Perceelnummer Huisnummer Kadastrale grens Voorlopige grens Bebouwing Overige topografie

Voor een eensluidend uittreksel, Apeldoorn, 29 maart 2012 De bewaarder van het kadaster en de openbare registers

5m

25 m

Schaal 1:500 Kadastrale gemeente Sectie Perceel

STEENBERGEN D 688

Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend. De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectuele eigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.

922

Omgevingskaart

Klantreferentie: 12JDH256-10

0m

125 m

Deze kaart is noordgericht.

625 m

Schaal 1: 12500

Hier bevindt zich Kadastraal object STEENBERGEN D 688 Pelsendijk 9, 4655 TK DE HEEN © De auteursrechten en databankenrechten zijn voorbehouden aan de Topografische Dienst Kadaster.

Bijlage 2 Situatietekening

23140110



VED-HE

VED-HE 11 E 701

03

asbestverdacht 9

02

D 688 voormalige sloot

ijk nd e ls Pe

01

VED-HE

ONV

16

D 689

7

locatie vooronderzoek

LEGENDA

nr.

nr.

Onderzoekslocatie Hattink Advies BV 2012 Bebouwing Betonverharding Strategie ONV Strategie VED-HE Asbestverdacht Diepe boring Peilbuis maten in meters 1:500 schaal 0

5

10

15

20

Postbus 25 4453 ZG 's-Heerenhoek tel.: 0113 - 35 22 22 MILIEU EN RUIMTE Project:

Pelsendijk 9 De Heen

www.smazeelandbv.nl Projectnr.:

23140110

Schaal:

Opdr.gever: Hattink Advies B.V.

Formaat:

A4

Tekeningnr.: 1 van 1

Onderdeel:

Getekend:

S. Mous

Datum:

Vooronderzoek en aanvullend verkennend bodemonderzoek

1:500 16-07-2014

Bijlage 3 Boorbeschrijvingen en profielen

23140110



Boring:

01

Boring:

02

X:

75874.92

X:

75884.98

Y:

400130.15

Y:

400139.93

Datum:

27-06-2014

Datum:

27-06-2014

Veldwerker:

R. Snijder

Veldwerker:

R. Snijder

0

0

Zand, uiterst fijn, kleiïg, zwak puinhoudend, grijsbruin 1

Zand, uiterst fijn, kleiïg, neutraalgrijs

Zand, uiterst fijn, kleiïg, neutraalgrijs 2

-100

Klei, sterk zandig, grijsbruin

-100

100

3

Klei, sterk zandig, grijsbruin 3

150

150 4

4 -200

200

Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, neutraalbruin

-200

200

5 250

-50

50

2 100

Zand, uiterst fijn, kleiïg, grijsbruin 1

-50

50

0

0

Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, neutraalbruin 5

-250

250 -270

Projectnaam: Pelsendijk 9 De Heen

Projectcode: 23140110 Bijlage: 3

Boring:

03

X:

75894.8

Y:

400149.57

Datum:

27-06-2014

Veldwerker:

R. Snijder 0

0

Zand, matig fijn, matig siltig, zwak puinhoudend, grijsbruin 1 -50

50

Zand, matig fijn, matig siltig, zwak puinhoudend, brokken klei, grijsbruin

2 -100

100

Klei, sterk zandig, sporen puin, donkergrijs 3

150 4 -200

200

Klei, sterk zandig, donkergrijs 5

250

-250

Projectnaam: Pelsendijk 9 De Heen

Projectcode: 23140110 Bijlage: 3

Bijlage 4 Toetsingstabellen

23140110



Tabel 1: Gemeten gehalten in grond met beoordeling conform de Wet Bodembescherming in mg/kg ds Grondmonster Certificaatcode Boring(en) Traject (m -mv) Humus (% ds) Lutum (% ds)

MM01 A138166 01, 03, 03 0,00 - 1,00 2,2 3,1 Meetw

GSSD

Index

Barium [Ba] Cadmium [Cd] Kobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mo] Nikkel [Ni] Zink [Zn]

<20,0 <0,20 1,9 <5,0 <0,0500 17 <1,5 4,4 37

<47,7 (6) <0,23 6,0 <6,9 <0,0493 26 <1,1 11,8 83

-0,03 -0,05 -0,22 0 -0,05 0 -0,36 -0,1

PAK 10 VROM

1,2

1,2

-0,01

PCB (som 7)

0,0039

Minerale olie C10 - C40 8,88 8,88 8,88 6 GSSD Index

<0,0178

<20,0

<63,6

0 -0,03

: <= Achtergrondwaarde : <= Interventiewaarde : > Interventiewaarde : Heeft geen normwaarde : Gestandaardiseerde meetwaarde : (GSSD - AW) / (I - AW)

Tabel 2: Normwaarden conform de Wet Bodembescherming AW

WO

IND

I

Cadmium [Cd] Kobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mo] Nikkel [Ni] Zink [Zn]

mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds

0,6 15 40 0,15 50 1,5 35 140

1,2 35 54 0,83 210 88 39 200

4,3 190 190 4,8 530 190 100 720

13 190 190 36 530 190 100 720

PAK 10 VROM

mg/kg ds

1,5

6,8

40

40

PCB (som 7)

mg/kg ds

0,02

0,04

Minerale olie C10 - C40

mg/kg ds

23140110

190

190

0,5 500

1 5000



Tabel 3: Gemeten concentraties in grondwater met beoordeling conform de Wet Bodembescherming in µg/l Watermonster Datum Filterdiepte (m -mv) GWS (cm-mv) EC (µS/cm) pH Troebelheid (NTU)

02-1-1 17-3-2004 1,70 - 2,70 160 966 7,02 6 Meetw

Barium [Ba] Cadmium [Cd] Kobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mo] Nikkel [Ni] Zink [Zn]

GSSD

Index

<50,0 <0,4 <20,0 <15,0 <0,050 <15,0 <5,0 <15,0 <65,0

35,0 0,3 14,0 10,5 <0,035 10,5 3,5 10,5 45,5

-0,03 -0,02 -0,08 -0,08 -0,06 -0,08 -0,01 -0,08 -0,03

Benzeen Ethylbenzeen Tolueen Xylenen (som) meta-/para-Xyleen (som) ortho-Xyleen Styreen (Vinylbenzeen)

<0,20 <0,30 <0,30 0,18 <0,17 <0,08 <0,30

<0,14 0,21 0,21 <0,18 <0,12 <0,06 0,21

0 -0,03 -0,01 0

Naftaleen

<0,05

Vinylchloride Dichloormethaan 1,1-Dichloorethaan 1,2-Dichloorethaan 1,1-Dichlooretheen cis + trans-1,2-Dichlooretheen 1,2-Dichloorethenen (som ) cis-1,2-Dichlooretheen trans-1,2-Dichlooretheen Dichloorpropaan 1,1-Dichloorpropaan 1,3-Dichloorpropaan 1,2-Dichloorpropaan Trichloormethaan (Chloroform) 1,1,1-Trichloorethaan 1,1,2-Trichloorethaan Trichlooretheen (Tri) Tetrachloormethaan (Tetra) Tetrachlooretheen (Per) Monochloorbenzeen Dichloorbenzenen (som) 1,2-Dichloorbenzeen 1,3-Dichloorbenzeen 1,4-Dichloorbenzeen Chloorbenzenen (som)

<0,10 <0,20 <0,60 <0,60 <0,10


23140110

0,14 <0,10 <0,10 0,53 <0,25 <0,25 <0,25 <0,60 <0,10 <0,10 <0,60 <0,10 <0,10 <0,60 1,3 <0,60 <0,60 <0,60

<50,0

0,04*

-0,02 0

<0,07 0,01 <0,14 0 0,42 -0,01 0,42 -0,02 <0,07 0,01 <0,14 0,01 0,14 (6) <0,07 <0,07 0,53 0 0,18 0,18 0,18 0,42 -0,01 <0,07 0 <0,07 0 0,42 -0,05 <0,07 0,01 <0,07 0 0,42 -0,04 1,3 -0,04 0,42 0,42 0,42 0,028 (11) <35,0

-0,03



8,88 8,88 8,88 11 6 GSSD Index *

: <= Streefwaarde : > Streefwaarde : > Interventiewaarde : Enkele parameters ontbreken in de berekening van de somfractie : Heeft geen normwaarde : Gestandaardiseerde meetwaarde : (GSSD - S) / (I - S) : Het door het laboratorium gemeten gehalte is kleiner dan de detectielimiet. De te toetsen waarde is 0,7 x de detectielimiet (0,7 x 0,05 = 0,04). Deze waarde ligt boven de streefwaarde maar omdat er geen streefwaarde-overschrijdingen van de overige vluchtige aromaten en minerale olie zijn geconstateerd, wordt ervan uitgegaan dat er ook voor naftaleen geen sprake is van een streefwaarde-overschrijding

Tabel 4: Normwaarden conform de Wet Bodembescherming in µg/l S Barium [Ba] Cadmium [Cd] Kobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mo] Nikkel [Ni] Zink [Zn]

50 0,4 20 15 0,05 15 5 15 65

S Diep 200 0,06 0,7 1,3 0,01 1,7 3,6 2,1 24

Indicatief

I 625 6 100 75 0,3 75 300 75 800

Benzeen Ethylbenzeen Tolueen Xylenen (som) Styreen (Vinylbenzeen)

0,2 4 7 0,2 6

Naftaleen

0,01

70

Vinylchloride Dichloormethaan 1,1-Dichloorethaan 1,2-Dichloorethaan 1,1-Dichlooretheen cis + trans-1,2-Dichlooretheen Dichloorpropaan Trichloormethaan (Chloroform) 1,1,1-Trichloorethaan 1,1,2-Trichloorethaan Trichlooretheen (Tri) Tetrachloormethaan (Tetra) Tetrachlooretheen (Per) Monochloorbenzeen Dichloorbenzenen (som)

0,01 0,01 7 7 0,01 0,01 0,8 6 0,01 0,01 24 0,01 0,01 7 3

5 1000 900 400 10 20 80 400 300 130 500 10 40 180 50


50

23140110

30 150 1000 70 300

600



Bijlage 5 Analyseresultaten

23140110



SMA Zeeland BV M. van der Klooster Postbus 25 's-Heerenhoek 4453 ZG Nederland

RAPPORTAGE AS-3000 rapportnummer datum opdracht

datum rapportage datum reprint pagina Project

23140110

A138166

30/06/2014 08/07/2014 1


Geachte, Hierbij zenden wij u de analyse resultaten van het door Envirocontrol uitgevoerde laboratoriumonderzoek. De gerapporteerde analyseresultaten hebben enkel betrekking op de door u aangeleverde monsters en voorzien van uw referenties. Het analyserapport mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd tenzij met uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Envirocontrol. De analyses zijn uitgevoerd conform de methode zoals omschreven op het analyserapport waarbij geldt: Q AS3xxx

behorende tot de IEC-ISO 17025 accreditatie behorende tot de AS-3000 erkenning gevolgd door referentie methode

Op aanvraag zenden wij u een overzicht van de analysemethodieken met een beschrijving van de meetonzekerheid. Er wordt standaard een blancocorrectie uitgevoerd voor de volgende bepalingen in het AS3000-bodempakket: minerale olie en EOX. De resultaten worden gerapporteerd op 2 significante cijfers behalve voor de parameters Indamprest, droge stof, Electrisch geledingsvermogen en Chloride CFA welke op 3 significante cijfers worden gerapporteerd. Indien er minder dan 2 significante cijfers zijn gerapporteerd betekent dit dat het laatste cijfer "0" is. Verificatieprocedure bevoegd gezag Ter verficatie van de authenciteit van het door Envirocontrol afgeleverde analyserapport is er de mogelijkheid voor het bevoegd gezag om via www.envirocontrol.be en envirocontrol@nalyse toegang te krijgen tot een verificatiemodule. Hiertoe kunt u de algemene accountgegevens aanvragen via +32 51 656297. De te gebruiken verificatiecode voor dit rapport is: 19A1381662314011002

Voor eventuele vragen en/of opmerkingen omtrent het uitgevoerde onderzoek, kunt u ons altijd contacteren. In vertrouwen u hiermede te hebben geïnformeerd, verblijven wij hoogachtend, namens Envirocontrol J.J.J.H. van Kammen directeur

P. Ghyssaert hoofd laboratorium

Envirocontrol NV Venecoweg 5 9810 Nazareth België telefoon +32 51 656297 [email protected] geaccrediteerd conform EN-ISO 17025:2005 voor gebieden zoals nader beschreven in de scope 439-TEST

van

001 2

SMA Zeeland BV

pagina

2

M. van der Klooster

datum opdracht datum rapportage

30/06/2014 08/07/2014

Rapportnummer

A138166

Project

23140110

L14063958

grond

30/06/2014

datum reprint

Pelsendijk 9 De Heen MM01

01 (0-50) 03 (0-50) 03 (50-100) L14063958

drogestof (veldnat)

Q AS-3010

2 NEN-ISO 11465 NEN 6499

%

87.3

Organische stof (humus)

Q AS-3010

4 NEN 5753/C1

% op DS

2.2

Lutum

Q AS-3010

4 NEN 5753/C1

% op DS

3.1

Barium [Ba]

Q AS-3010

5 NEN 6961 / NEN 6966:C1

mg/kgds

<20.0

Cadmium [Cd]

Q AS-3010

5 NEN 6961 / NEN 6966:C1

mg/kgds

<0.20

Cobalt [Co]

Q AS-3010

5 NEN 6961 / NEN 6966:C1

mg/kgds

1.9

Koper [Cu]

Q AS-3010

5 NEN 6961 / NEN 6966:C1

mg/kgds

<5.0

Kwik niet-vluchtig (Hg)

Q AS-3010

5 NEN 6961 / NEN-ISO 16772

mg/kgds

<0.0500

Lood [Pb]

Q AS-3010

5 NEN 6961 / NEN 6966:C1

mg/kgds

17

Molybdeen [Mo]

Q AS-3010

5 NEN 6961 / NEN 6966:C1

mg/kgds

<1.5

Nikkel [Ni]

Q AS-3010

5 NEN 6961 / NEN 6966:C1

mg/kgds

4.4

Zink [Zn]

Q AS-3010

5 NEN 6961 / NEN 6966:C1

mg/kgds

37

Naftaleen

Q AS-3010

6 NEN 6972 NEN 6974 NEN-ISO 18287

mg/kgds

0.01

Fenanthreen

Q AS-3010

6 NEN 6972 NEN 6974 NEN-ISO 18287

mg/kgds

0.093

Anthraceen

Q AS-3010

6 NEN 6972 NEN 6974 NEN-ISO 18287

mg/kgds

0.027

Benzo(a)anthraceen

Q AS-3010

6 NEN 6972 NEN 6974 NEN-ISO 18287

mg/kgds

0.13

Chryseen

Q AS-3010

6 NEN 6972 NEN 6974 NEN-ISO 18287

mg/kgds

0.2

Fluorantheen

Q AS-3010

6 NEN 6972 NEN 6974 NEN-ISO 18287

mg/kgds

0.31

Benzo(k)fluorantheen

Q AS-3010

6 NEN 6972 NEN 6974 NEN-ISO 18287

mg/kgds

0.09

Benzo(a)pyreen

Q AS-3010

6 NEN 6972 NEN 6974 NEN-ISO 18287

mg/kgds

0.15

Benzo(g,h,i)peryleen

Q AS-3010

6 NEN 6972 NEN 6974 NEN-ISO 18287

mg/kgds

0.087

Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen

Q AS-3010

6 NEN 6972 NEN 6974 NEN-ISO 18287

mg/kgds

0.1

PAK 10 VROM som 0,7

Q AS-3010

6 NEN 6972 NEN 6974 NEN-ISO 18287

mg/kgds

1.2

Minerale olie C10-C40

Q AS-3010

7 NEN 6978 / NEN 6972 / NEN 6975

mg/kgds

<20.0

PCB28

Q AS-3010

8 NEN 6980 / NEN 6972 / NEN 6974

mg/kgds

<0.0008

PCB52

Q AS-3010

8 NEN 6980 / NEN 6972 / NEN 6974

mg/kgds

<0.0008

PCB101

Q AS-3010

8 NEN 6980 / NEN 6972 / NEN 6974

mg/kgds

<0.0008

PCB118

Q AS-3010

8 NEN 6980 / NEN 6972 / NEN 6974

mg/kgds

<0.0008

PCB138

Q AS-3010

8 NEN 6980 / NEN 6972 / NEN 6974

mg/kgds

<0.0008

PCB153

Q AS-3010

8 NEN 6980 / NEN 6972 / NEN 6974

mg/kgds

<0.0008

PCB180

Q AS-3010

8 NEN 6980 / NEN 6972 / NEN 6974

mg/kgds

<0.0008

PCB som 7 factor 0.7

Q AS-3010

8 NEN 6980 / NEN 6972 / NEN 6974

mg/kgds

0.0039


van

2

Analyserapport minerale olie m.b.v. gaschromatografie

Monster: L14063958_14 Verdunning : / Index Name 1 2 3 4 5 6 7

Time Quantity [Min] [mg/l] 6,16 0,08 6,79 0,18 7,74 0,80 8,81 0,65 9,76 0,72 10,66 0,69 11,44 0,37

C10-C12 C12-C15 C15-C20 C20-C25 C25-C30 C30-C35 C35-C40

Total

Area % Area [%] [µV.Min] 2,296 1474,1 5,233 3360,2 22,892 14700,1 18,562 11919,6 20,707 13296,9 19,759 12688,1 10,552 6775,9

3,50 100,000

Height [µV] 24357,6 64698,6 71355,6 53168,6 40714,6 38594,6 12575,6

64214,8 305465,5

L14063958_14.DATA - Rear (FID)

1.000.000 950.000 900.000 850.000 800.000 750.000 700.000 650.000 600.000 550.000

450.000 400.000 350.000 300.000 250.000 200.000

0

C35-C40

C30-C35

C25-C30

C20-C25

50.000

C12-C15

100.000

C15-C20

150.000 C10-C12

µV

500.000

-50.000 5

6

7

8

Envirocontrol

9 Min

10

Gravestraat 9G 8750 Wingene

11

12

13

SMA Zeeland BV M. van der Klooster Postbus 25 's-Heerenhoek 4453 ZG Nederland

RAPPORTAGE AS-3000 rapportnummer datum opdracht

datum rapportage datum reprint pagina Project

23140110

B138344

04/07/2014 10/07/2014 1


Geachte, Hierbij zenden wij u de analyse resultaten van het door Envirocontrol uitgevoerde laboratoriumonderzoek. De gerapporteerde analyseresultaten hebben enkel betrekking op de door u aangeleverde monsters en voorzien van uw referenties. Het analyserapport mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd tenzij met uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Envirocontrol. De analyses zijn uitgevoerd conform de methode zoals omschreven op het analyserapport waarbij geldt: Q AS3xxx

behorende tot de IEC-ISO 17025 accreditatie behorende tot de AS-3000 erkenning gevolgd door referentie methode

Op aanvraag zenden wij u een overzicht van de analysemethodieken met een beschrijving van de meetonzekerheid. Er wordt standaard een blancocorrectie uitgevoerd voor de volgende bepalingen in het AS3000-bodempakket: minerale olie en EOX. De resultaten worden gerapporteerd op 2 significante cijfers behalve voor de parameters Indamprest, droge stof, Electrisch geledingsvermogen en Chloride CFA welke op 3 significante cijfers worden gerapporteerd. Indien er minder dan 2 significante cijfers zijn gerapporteerd betekent dit dat het laatste cijfer "0" is. Verificatieprocedure bevoegd gezag Ter verficatie van de authenciteit van het door Envirocontrol afgeleverde analyserapport is er de mogelijkheid voor het bevoegd gezag om via www.envirocontrol.be en envirocontrol@nalyse toegang te krijgen tot een verificatiemodule. Hiertoe kunt u de algemene accountgegevens aanvragen via +32 51 656297. De te gebruiken verificatiecode voor dit rapport is: 19B1383442314011002

Voor eventuele vragen en/of opmerkingen omtrent het uitgevoerde onderzoek, kunt u ons altijd contacteren. In vertrouwen u hiermede te hebben geïnformeerd, verblijven wij hoogachtend, namens Envirocontrol J.J.J.H. van Kammen directeur

P. Ghyssaert hoofd laboratorium


van

001 2

SMA Zeeland BV

pagina

2

M. van der Klooster

datum opdracht datum rapportage

04/07/2014 10/07/2014

Rapportnummer

B138344

Project

23140110

L14070658

grondwater

04/07/2014

Pelsendijk 9 De Heen 02-1-1

datum reprint 02 (170-270) L14070658

Barium [Ba]

Q AS-3110

3 NEN 6966/C1

µg/l

<50.0

Cadmium [Cd]

Q AS-3110

3 NEN 6966/C1

µg/l

<0.4

Cobalt [Co]

Q AS-3110

3 NEN 6966/C1

µg/l

<20.0

Koper [Cu]

Q AS-3110

3 NEN 6966/C1

µg/l

<15.0

Kwik niet-vluchtig (Hg)

Q AS-3110

3 NEN-EN-ISO 17852

µg/l

<0.050

Lood [Pb]

Q AS-3110

3 NEN 6966/C1

µg/l

<15.0

Molybdeen [Mo]

Q AS-3110

3 NEN 6966/C1

µg/l

<5.0

Nikkel [Ni]

Q AS-3110

3 NEN 6966/C1

µg/l

<15.0

Zink [Zn]

Q AS-3110

3 NEN 6966/C1

µg/l

<65.0

Minerale olie C10-C40

Q AS-3110

5 NEN-EN-ISO 9377-2

µg/l

<50.0

Benzeen

Q AS-3130

1 NEN-EN-ISO 15680

µg/l

<0.20

Tolueen

Q AS-3130

1 NEN-EN-ISO 15680

µg/l

<0.30

Ethylbenzeen

Q AS-3130

1 NEN-EN-ISO 15680

µg/l

<0.30

2-Xyleen (ortho-Xyleen)

Q AS-3130

1 NEN-EN-ISO 15680

µg/l

<0.08

Xyleen (som meta + para)

Q AS-3130

1 NEN-EN-ISO 15680

µg/l

<0.17

Xyleen (som)

Q AS-3130

1 NEN-EN-ISO 15680

µg/l

0.18

Styreen

Q AS-3130

1 NEN-EN-ISO 15680

µg/l

<0.30

Naftaleen

Q AS-3130

1 NEN-EN-ISO 15680

µg/l

<0.05

Dichloormethaan

Q AS-3130

1 NEN-EN-ISO 15680

µg/l

<0.20

Trichloormethaan (Chloroform)

Q AS-3130

1 NEN-EN-ISO 15680

µg/l

<0.60

Tetrachloormethaan (Tetra)

Q AS-3130

1 NEN-EN-ISO 15680

µg/l

<0.10

1,1-Dichloorethaan

Q AS-3130

1 NEN-EN-ISO 15680

µg/l

<0.60

1,2-Dichloorethaan

Q AS-3130

1 NEN-EN-ISO 15680

µg/l

<0.60

1,1,1-Trichloorethaan

Q AS-3130

1 NEN-EN-ISO 15680

µg/l

<0.10

1,1,2-Trichloorethaan

Q AS-3130

1 NEN-EN-ISO 15680

µg/l

<0.10

1,1-Dichlooretheen

Q AS-3130

1 NEN-EN-ISO 15680

µg/l

<0.10

cis-1,2-Dichlooretheen

Q AS-3130

1 NEN-EN-ISO 15680

µg/l

<0.10

trans-1,2-Dichlooretheen

Q AS-3130

1 NEN-EN-ISO 15680

µg/l

<0.10

Trichlooretheen (Tri)

Q AS-3130

1 NEN-EN-ISO 15680

µg/l

<0.60

Tetrachlooretheen (Per)

Q AS-3130

1 NEN-EN-ISO 15680

µg/l

<0.10

1,1-Dichloorpropaan

Q AS-3130

1 NEN-EN-ISO 15680

µg/l

<0.25

1,2-Dichloorpropaan

Q AS-3130

1 NEN-EN-ISO 15680

µg/l

<0.25

1,3-Dichloorpropaan

Q AS-3130

1 NEN-EN-ISO 15680

µg/l

<0.25

Dichloorpropaan (som)

Q AS-3130

1 NEN-EN-ISO 15680

µg/l

0.53

Monochloorbenzeen

Q AS-3130

1 NEN-EN-ISO 15680

µg/l

<0.60

1,2-Dichloorbenzeen

Q AS-3130

1 NEN-EN-ISO 15680

µg/l

<0.60

1,3-Dichloorbenzeen

Q AS-3130

1 NEN-EN-ISO 15680

µg/l

<0.60

1,4-Dichloorbenzeen

Q AS-3130

1 NEN-EN-ISO 15680

µg/l

<0.60

Dichloorbenzenen (som)

Q AS-3130

1 NEN-EN-ISO 15680

µg/l

1.3

Vinylchloride

Q AS-3130

1 NEN-EN-ISO 15680

µg/l

<0.10

Tribroommethaan (bromoform)

Q AS-3130

1 NEN-EN-ISO 15680

µg/l

<0.60

1,2-Dichlooretheen (som cis + trans)

Q AS-3130

1 NEN-EN-ISO 15680

µg/l

0.14


van

2

Analyserapport minerale olie m.b.v. gaschromatografie

L14070658.0032.RAW C:\CPData\GC07\140708\L14070658.0032.BND 350

300

250

Response - MilliVolts

200

150

100

olie totaal

50

0

8

10

12

14

16

18

Concentratie C10-C40 in extract bedraagt 0.97 mg/l Totale oppervlakte C10-C40 bedraagt 1013169.0 Fractieverdeling fractie C10-C12 fractie C12-C20 fractie C20-C30 fractie C30-C40

28.01 45.99 20.3 5.7

% % % %

20 22 Time - Minutes

24

26

28

30

32

34

Bijlage 6 Historische kaarten en luchtfoto’s

23140110



HISTORISCHE KAART CIRCA 1902

Onderzoekslocatie:

Pelsendijk 9 te De Heen

Kenmerk:

23140110

23140110




Onderzoekslocatie:


Kenmerk:

23140110

23140110




Onderzoekslocatie:


Kenmerk:

23140110

23140110




Onderzoekslocatie:


Kenmerk:

23140110

23140110




Onderzoekslocatie:


Kenmerk:

23140110

23140110




Onderzoekslocatie:


Kenmerk:

23140110

23140110




Onderzoekslocatie:


Kenmerk:

23140110

23140110



HISTORISCHE LUCHTFOTO’S

Locatie Pelsendijk 9 met omgeving.

23140110



Locatie Pelsendijk 7 met links op de foto een gedeelte van Pelsendijk 9.

23140110



Bijlage 7 Foto’s huidige situatie

23140110



IMG_0650;

IMG_0647;

23140110



IMG_0648;

IMG_0671;

23140110



IMG_0667, voormalig sloottraject is globaal weergegeven;

IMG_0665;

23140110



IMG_0664;

IMG_0674, asbestverdachte platen als dakbedekking van garage.

23140110



Postbus AE Bergen op Zoom. Manager SMA Zeeland B.V

Recommend Documents