Post- en bezoekadres: Bomkade 16-18 3311 JD Dordrecht T 078-6326200 E
[email protected] W www.skoba.nl
JAARVERSLAG 20133 Juli 2012
Inhoudsopgave
2
1. Voorwoord 3 2. Organisatie 4 2.1 Bestuurlijke inrichting 4 2.2 Bestuurlijke samenstelling 4 2.3 Code Goed Bestuur 4 2.4 De scholen 4 2.5 De peuteropvang 4 2.6 Voorzitter College van Bestuur & bestuursbureau 5 2.7 Directieberaad 5 2.8 Voorzitter College van Bestuur & Raad van Toezicht 5 2.9 Stichting Steunfonds Katholiek Onderwijs Dordrecht 5 3. Missie en visie 6 4. Diverse ontwikkelingen 7 4.1 Het (nieuwe) strategisch beleidsplan 7 4.2 ICT 7 4.3 Financiële en personele administratie 8 4.4 Huisvestingszaken 8 4.5 Medezeggenschap 9 4.6 Stichting Gildenplein Gorinchem 9 4.7 Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs 9
5. Ontwikkelingen op de scholen 10 5.1 Leerlingenaantal, gewichtenleerlingen en uitstroom naar vervolgonderwijs 10 5.2 Anne Frankschool (speciale school voor basisonderwijs) 11 5.3 Don Bosco (basisonderwijs) 13 5.4 Geert Groote (basisonderwijs) 14 5.5 John F. Kennedy (basisonderwijs) 15 5.6 Mariaschool (basisonderwijs) 17 5.7 Mariëngaarde (basisonderwijs) 19 5.8 Pius 10 (basisonderwijs) 20 5.9 De Satelliet (basisonderwijs) 22 5.10 De Toermalijn (basisonderwijs) 23 6. Samenwerkingspartners 26 6.1 Peuteropvang en kinderopvang 26 6.2 Samen opleiden (stagiaires) 26 7. Peuteropvang 28 7.1 Peuteropvang Mariaschool 28 7.2 Peuteropvang John F. Kennedy 29 8. De zorg voor kwaliteit 30 8.1 Kwaliteitszorginstrument 30 8.2 Bevindingen van de Inspectie 30 8.3 Eindresultaten 30 8.4 Tevredenheid ouders en personeel 31 8.5 Klachten 31
9. Ontwikkelingen op het gebied van personeel 9.1 Interne mobiliteit 9.2 Formatie 9.3 Functiemix 9.4 Ziekteverzuim 10. Raad van Toezicht 11. Financieel beleid 11.1 Ontwikkelingen m.b.t. de administratie 11.2 Planning en control-cyclus 11.3 Gewichtenregeling 11.4 Nog steeds noodzaak tot bezuinigen 11.5 Investeringsbeleid 11.6 Financieringsbehoefte 11.7 Treasury 11.8 Beleid beheersing uitgaven inzake uitkeringen na ontslag 12. Financiële resultaten 12.1 Financiële positie op balansdatum 12.2 Analyse exploitatie 2013 versus exploitatie 2012 en begroting 2013 12.3 Kengetallen 12.4 Continuïteitsparagraaf
32 32 32 33 33 34 35 35 35 35 35 36 36 36 36 37 37 38 40 42
1. Voorwoord Hierbij presenteren wij u het jaarverslag over 2013 van de Stichting Katholiek Onderwijs Bernardus Alfrink (SKOBA). Het was in diverse opzichten een bijzonder jaar. We hebben een locatie in Zwijndrecht gesloten omdat die te klein was om voort te laten bestaan, we hebben onverwacht aan het eind van het jaar extra middelen vanuit het Herfstakkoord ontvangen, we hebben een start gemaakt met nieuw beleid inzake interne mobiliteit en de ontwikkeling van Passend Onderwijs is in een stroomversnelling geraakt, om maar enkele zaken te noemen. Verder is er in 2013 een stevige slag gemaakt met het nieuwe strategische beleidsplan voor de periode 2014-2018. De kaders waarbinnen wij ons als organisatie de komende jaren verder willen ontwikkelen en de speerpunten daarbij zijn beschreven. Het was ook een bijzonder jaar vanwege het feit dat wij vanuit het externe administratiekantoor niet de gewenste en noodzakelijke ondersteuning hebben gekregen. Dat is duidelijk merkbaar geweest bij o.a. het opstellen van een adequate afvloeiingslijst (is niet gelukt in 2013), bij het niet kunnen leveren van goede managementrapportages per kwartaal en bij het opstellen van de jaarrekening over 2012. Dat we, net als in voorgaande jaren, in 2013 geen RDDF-plaatsingen hebben hoeven laten resulteren in ook daadwerkelijk ontslag stemt ons tevreden, maar het baart ons wel zorgen dat we al lange tijd geen nieuwe medewerkers hebben kunnen aanstellen. Vers bloed binnen de organisatie kan stimulerend werken op de verdere ontwikkeling.
Jaarverslag SKOBA 2013
Dat neemt niet weg dat we heel tevreden mogen zijn over de inzet en de kwaliteit daarvan die het overgrote deel van het SKOBA-personeel ook weer in 2013 heeft laten zien. Het financiële resultaat is positief, maar dat is wel voor een deel te danken aan de extra middelen uit het Herfstakkoord. We zullen in meerjarenperspectief nog steeds scherp moeten blijven om inkomsten en uitgaven goed met elkaar in balans te houden.
Wij hopen dat u via dit jaarverslag en de jaarrekening een goed beeld krijgt van onze activiteiten en de daarmee bereikte resultaten in 2013. mr drs Loek van Noort Voorzitter College van Bestuur
3
2. Organisatie 2.1 Bestuurlijke inrichting De Stichting Katholiek Onderwijs Bernardus Alfrink (SKOBA) is op 28 december 1951 opgericht en is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Rotterdam onder dossiernummer 41118080. De stichting kent sinds januari 2011 een bestuurlijke structuur met een éénhoofdig College van Bestuur en een Raad van Toezicht. Onder de stichting vallen zowel scholen als peuteropvang.
4
2.2 Bestuurlijke samenstelling De bestuurlijke samenstelling is in 2013 als volgt: Voorzitter College van Bestuur: de heer mr drs Loek van Noort Raad van Toezicht: de heer Peter van Steekelenburg (voorzitter) de heer Frans Wevers MBA (vice-voorzitter) mevrouw drs Angela Lijmbach de heer Tom Selij MMS de heer ir Herald Zwartkruis de heer Martijn van Es de heer Adri Hoekstra (op voordracht van de GMR) De expertise binnen de Raad van Toezicht is zeer divers: onderwijs, beleidsontwikkeling, juridisch, huisvesting en financiën 2.3 Code Goed Bestuur SKOBA hanteert de Code Goed Bestuur zoals die door de PO-raad is vastgesteld.
2.4 De scholen De volgende scholen vallen onder het bevoegd gezag van SKOBA: School
BRIN
Anne Frankschool (speciaal basisonderwijs)
20NG
Don Bosco (basisonderwijs)
12JX
Geert Groote (basisonderwijs)
13KI
John F. Kennedy (basisonderwijs)
12BR
Mariaschool (basisonderwijs)
11DD
Mariëngaarde (basisonderwijs)
05HA
Pius 10 (basisonderwijs)
12AP 00
De Satelliet (basisonderwijs)
12AP 01
De Toermalijn (basisonderwijs)
11QX
Stichting Katholiek Onderwijs Bernardus Alfrink verzorgt onderwijs in de gemeenten Dordrecht, Zwijndrecht, Hendrik-Ido-Ambacht en Gorinchem. De 9 scholen samen hebben in totaal 13 vestigingen; twee scholen worden op basis van de gemiddelde schoolgrootte in stand gehouden. Op 1 oktober 2013 namen 1985 leerlingen deel aan het onderwijs. De scholen worden geleid door een directeur die in principe volledig is vrijgesteld van lesgevende taken. 2.5 De peuteropvang Aan drie van de SKOBA-scholen is ook eigen peuteropvang verbonden: de Mariaschool, De Toermalijn en de John F. Kennedy (locatie Steenbakkersstraat en Buizerdstraat). In totaal hadden we in 2013 een gemiddelde weekbezetting aan peuters in dagdelen van 286. Dat is nagenoeg evenveel als in de voorgaande twee jaren.
2.6 Voorzitter College van Bestuur & bestuursbureau De leiding van de stichting ligt in handen van de voorzitter van het College van Bestuur. Hij wordt ondersteund door 3 beleidsmedewerkers (personeel & organisatie, financieel beleid en algemene zaken), een systeembeheerder en een directiesecretaresse (in totaal 3,8 fte). Gezamenlijk vormen zij het bestuursbureau. De directeuren van de scholen en andere personeelsleden kunnen een beroep doen op de medewerkers van het bestuursbureau voor ondersteuning. 2.7 Directieberaad De voorzitter van het College van Bestuur vormt samen met de directeuren van de scholen het directieberaad. Eén van de directeuren is voorzitter van dit directieberaad. In dit overleg worden beleidsvoorstellen besproken, wordt advies gegeven over voorgenomen beleid en worden afspraken gemaakt over de implementatie van beleid. Een deel van de beleidsvoorstellen wordt voorbereid door werkgroepen waarin directeuren participeren. Daarnaast wordt in het directieberaad gesproken over de gang van zaken binnen de scholen en de stichting. In 2013 is het directieberaad 8 keer bijeen geweest en hebben we o.a. gesproken over: • de stand van zaken in de Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs in oprichting; • de normjaartaak in relatie tot het vakantierooster; Jaarverslag SKOBA 2013
• de vakantieregeling 2013-2014; • de uitvoering van en het opleiden voor het bewegingsonderwijs; • het samen opleiden (ontwikkelingen binnen de PABO In-Holland); • de evaluatie van het eerste jaar van interne mobiliteit; • de invulling van de SKOBA-middag; • het inrichten van een eigen vervangingspool; • de ontwikkeling van het leerlingenaantal; • de schoolplanning binnen WMK; • de resultaten van de ouderenquête die eind 2012 is afgenomen; • een overzicht SKOBA-breed van de tussen- en eindopbrengsten vanaf 2009-2010; • een proeve van een toezichtkader; • de ontwikkelingen en problemen op ICT-gebied; • het Innofunproject; • de begroting 2014. 2.8 Voorzitter College van Bestuur & Raad van Toezicht Aan het eind van 2012 heeft SKOBA zich aangemeld voor een pilot van de PO-raad (tweede tranche) over bestuurlijke visitatie. Samen met vier andere schoolbesturen richt deze visitatie zich op het sturen op onderwijskwaliteit. De onderzoeksvraag van SKOBA luidde: “Hoe zou het toezichtkader wat betreft kwaliteit van het onderwijs en van de organisatie er uit kunnen zien?” De voorbereidingen van dit visitatietraject zijn eind 2012 gestart. Daarbij hebben o.a. alle leden van de Raad van Toezicht een vragenlijst ingevuld. De feitelijke visitatie heeft in februari 2013 plaatsgevonden. De voorzitter College van Bestuur en de voorzitter van de Raad van Toezicht zijn door een collega-bestuurder, ondersteund door twee externe deskundigen vanuit de PO-raad, een hele dag bevraagd. Dit heeft een rapport opgeleverd dat de basis heeft gevormd voor het toezichtkader dat in 2013 verder is ontwikkeld.
In 2013 zijn de voorzitter van het College van Bestuur, de voorzitter van de Raad van Toezicht en een ander lid van de Raad van Toezicht, zoals inmiddels gebruikelijk is, op gesprek gegaan bij de teams van de diverse scholen. Centraal thema van deze gesprekken was dit jaar “het SKOBA-gevoel”. Daarnaast kwamen andere voor het team van de school van belang zijnde zaken aan de orde. De gesprekken zijn over en weer als open, heel plezierig en zinvol ervaren. Eén keer per 4-6 weken heeft een overleg plaatsgevonden tussen de voorzitter van het College van Bestuur en de voorzitter van de Raad van Toezicht. In dit overleg werd de gang van zaken binnen de stichting en de scholen besproken en werden de vergaderingen van de Raad van Toezicht voorbereid. De Raad van Toezicht is in 2013 vijf keer bijeen geweest. Voor het jaarverslag van de Raad van Toezicht verwijzen we naar hoofdstuk 10. 2.9 Stichting Steunfonds Katholiek Onderwijs Dordrecht Sinds 1993 kent SKOBA een steunstichting die als doel heeft werkzaam te zijn in het belang van het katholiek onderwijs in Dordrecht. De voorzitter en vice-voorzitter van de Raad van Toezicht van SKOBA maken deel uit van het bestuur van deze stichting dat daarnaast nog twee andere leden telt. Deze stichting beheert middelen waarop SKOBA een beroep kan doen. Ook in 2013 heeft deze steunstichting middelen beschikbaar gesteld waarmee SKOBA een aantal vervolgstappen heeft kunnen zetten in de modernisering van de ICT-infrastructuur. Ook de komende jaren hopen wij voor dit soort aanvullende maatregelen een beroep te kunnen doen op de steunstichting.
5
3. Missie en visie In de missie en visie van SKOBA is beschreven wat de kerntaken van de stichting zijn, waaraan de stichting waarde hecht, wat zij wil bereiken. De missie is als volgt verwoord:
6
SKOBA is een organisatie die bestaat uit = acht basisscholen en een school voor speciaal basisonderwijs. De stichting biedt kwalitatief goed basis- en speciaal basisonderwijs aan, mede vanuit de katholieke traditie. Nauw gerelateerd aan de scholen zijn de peuterspeelzalen die ook onder het bevoegd gezag van SKOBA vallen. Daardoor kan SKOBA zich richten op een doorgaande ontwikkeling van kinderen van 2 tot 12/13 jaar. SKOBA gelooft in de eigen kracht van kinderen en volwassenen en wil hen helpen het beste uit henzelf naar boven te halen. In ons onderwijs gaat het om het verwerven van kennis, inzichten, vaardigheden en houdingen en is er tegelijkertijd aandacht voor persoonsvorming. Bij die persoonsvorming zijn de ideaalbeelden uit de katholieke traditie mede richtinggevend. Centraal in die katholieke traditie staan de boodschap en het handelen van Jezus van Nazareth. Deze traditie gaat ervan uit dat ieder mens uniek en waardevol is. Bovendien heeft ieder een eigen verantwoordelijkheid, zowel voor zichzelf en voor anderen, als voor de omgeving. Kinderen maken deel uit van een gemeenschap, waar mensen elkaar treffen. In de onderlinge relaties binnen die gemeenschap ontwikkelen de kinderen zich tot wie ze zijn. In de omgang met elkaar zijn respect, rechtvaardigheid, solidariteit en verdraagzaamheid belangrijke waarden.
De missie is uitgewerkt in de visie. Enkele kernelementen, neergelegd in de visie van SKOBA, zijn: • talentontwikkeling van kinderen als lid van een sociale gemeenschap; • wij leiden kinderen er naar toe om een zelfstandig, sociaal en kritisch denkend mens te worden; • wij leiden kinderen op om actief te kunnen en te willen participeren in onze samenleving, waarbij aandacht is voor de katholieke traditie; • het kind is actief betrokken bij zijn eigen leerproces, het zelfontdekkend leren krijgt steeds meer nadruk; • een ononderbroken leer- en ontwikkelingsproces is een voorwaarde; • het welbevinden van het kind is een belangrijke voorwaarde, die het leren ondersteunt; • de school is een gemeenschap en is zelf ook deel van een grotere gemeenschap; • de betrokkenheid van ouders is een voorwaarde; • professionaliteit en bezieling van medewerkers zijn van groot belang. De SKOBA-scholen zijn toegankelijk voor alle leerlingen, ongeacht hun geloofs- of levensovertuiging. Wel wordt van de ouders en de kinderen gevraagd de grondslag van de school te onderschrijven dan wel in ieder geval te respecteren. Verder wordt een actieve deelname verwacht aan activiteiten en vieringen die passen binnen de katholieke traditie, zoals het kerst- en het paasfeest. Iedere school is verantwoordelijk voor de onderwijskundige inrichting van de school, binnen de kaders van de SKOBA-visie. Dit resulteert in een zeer gevarieerd onderwijskundig palet. Iedere school richt het onderwijs op een zodanige manier in dat:
(1) het onderwijs aansluit bij de doelgroep van kinderen waarop zij zich richten; (2) het kind centraal staat en het kind een grote mate van eigen verantwoordelijkheid heeft in het leerproces; (3) zij zich onderscheiden binnen de buurt waar zij zijn gevestigd.
4. Diverse ontwikkelingen In dit hoofdstuk beschrijven enkele ontwikkelingen die hun bijdrage hebben geleverd aan het realiseren van kwalitatief goed onderwijs op de SKOBA-scholen. 4.1 Het (nieuwe) strategisch beleidsplan De SKOBA-scholen zijn, mede met gebruikmaking van WMK-kwaliteitskaarten, verder aan de slag gegaan met de verbetering van het onderwijs. Elke school heeft hierbij eigen accenten gelegd. In het directieberaad zijn op initiatief van de werkgroep O(nderwijs) & K(waliteit) een aantal keer onderwerpen vanuit WMK aan de orde gesteld, waaronder het maken van een schoolplanning voor meerdere jaren. Met de werkgroep E(thiek) & I(dentiteit) hebben we geprobeerd volgende stappen te zetten in de richting van een ethisch kompas. Dat is niet gelukt. We hebben even wat dat betreft een pas op de plaats gemaakt en ons ingezet voor het tot stand brengen van een goed basisstuk over de katholieke identiteit ten behoeve van het nieuwe strategisch beleidsplan. Dat is wel gelukt. Met het Innofunproject inzake de inzet van sociale media in het onderwijs hebben we de bewustwording versterkt bij de directeuren en leerkrachten dat leerlingen in de huidige tijd anders leren dan enkele jaren geleden. De schooloverstijgende werkgroepen hebben een impuls gegeven aan het versterken van de samenhang tussen en de verbinding van medewerkers. Via initiatieven van de samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs in oprichting zijn de directeuren, IBers, andere medewerkers en ouders betrokken geraakt bij de ontwikkelingen op dit gebied.
Jaarverslag SKOBA 2013
Over de verbetering van de beleidscyclus, in het bijzonder de betrokkenheid van de directeuren daarbij, is eind 2013 een intensief gesprek gevoerd tussen de voorzitter CvB en het directieberaad. In 2013 zijn we verder gegaan met het nieuwe Strategisch Beleidsplan 2014-2018. Het is ons niet gelukt dit eind 2013 af te hebben. Afstemming met diverse geledingen (werkgroepen, Directieberaad, Raad van Toezicht, GMR) en vragen van input heeft meer tijd gekost dan we aanvankelijk hadden gedacht. We hebben het hoofdstuk dat over personeel gaat in concept aan alle medewerkers voorgelegd. Daarvoor hebben we gebruik gemaakt van een forumplek op de SKOBA-website. Diverse teams hebben een collectieve reactie gegeven. Omdat we het nieuwe Strategisch Beleidsplan in laten gaan met ingang van het schooljaar 2014-2015, hebben we nog de tijd om het verder te voltooien. Aan het nieuwe plan worden ook direct de nieuwe meerjarige strategische beleidsplannen van de scholen gekoppeld. Zij maken integraal onderdeel daarvan uit. 4.2 ICT ICT is binnen SKOBA een onderwerp dat voortdurend om aandacht vraagt. De scholen zijn in toenemende mate bij het geven van onderwijs afhankelijk geworden van een goed functionerende ICT-omgeving, terwijl daarvoor maar in beperkte mate middelen beschikbaar zijn. En ook voor het vastleggen van gegevens op de scholen en op het bestuurskantoor is ICT onmisbaar geworden. In 2013 hebben we een inhaalslag gemaakt met het vervangen van bordcomputers en leerlingencomputers.
7
Op veel scholen zijn daarnaast de afgeschreven digi-borden met beamers vervangen door moderne touchscreens. Op alle scholen evenals op het bestuurskantoor is een geavanceerde wifi-voorziening aangebracht. Halverwege 2013 hebben de scholen de beschikking gekregen over een drietal verschillende tablets of tabletachtige apparaten waarmee in 2013-2014 bij wijze van proef wordt bekeken welke apparaten het meest geschikt zijn om te gebruiken in de groepen.
8
Dankzij een bijdrage van de Dordtse steunstichting hebben we vervolgstappen kunnen zetten wat betreft een fundamentele wijziging van de hele ICT-infrastructuur, waarbij begrippen als stabiliteit, eenvoudige toegankelijkheid, kostenefficiëntie en duurzaamheid een belangrijke rol spelen. Om de beheersbaarheid en stabiliteit van onze ICT-infrastructuur te optimaliseren is een begin gemaakt met standaardisering van hardware en ondersteunende niet-educatieve software. Met hulp van externe ondersteuning (ITee Solutions) en een interne projectleider is een projectplan opgesteld voor de inrichting van een geheel nieuwe omgeving (VDI = Virtual Desktop Infrastructure) waarin de voor de scholen noodzakelijke educatieve en andere programma’s flexibel beschikbaar komen. Het externe datacentrum waar deze VDI-omgeving geplaats gaat worden is uitgezocht. De uitrol van deze nieuwe omgeving is in pilotvorm voorzien voor eind 2014. Er is, ondersteund door een externe organisatie, een start gemaakt met een project voor het continueren en verder versterken van onderwijsverbetering met behulp van ICT (o.a. educatieve applicaties en sociale media). Dit project helpt ons te komen tot eigentijds opbrengstrijk onderwijs dat is afgestemd op de leerbehoeften en leeruitdagingen van de leerlingen en op de manier waarop zij informatie tot zich nemen en verwerken. In de periode 2014-2016 wordt het uitgevoerd.
4.3 Financiële en personele administratie Vanaf januari 2012 doet OSG Rotterdam voor ons de financiële en personele administratie. Wij zijn over de dienstverlening vanuit OSG niet erg te spreken. De begroting 2013 is pas heel laat in het systeem geplaatst, waardoor wij feitelijk het hele jaar door onvoldoende inzicht hebben gehad in hoe de uitputting van de begroting vorderde. Met de directeuren hebben we door het ontbreken van betrouwbare gegevens geen goede managementgesprekken kunnen voeren wat betreft de financiën. En ook op personeel gebied hebben we ons onvoldoende ondersteund gevoeld door OSG. Vanaf begin 2012 hebben we bijvoorbeeld gevraagd om een correcte afvloeiingslijst op te stellen. Dit is van groot belang voor mogelijke RDDF-plaatsingen en voor correcte interne mobiliteit. In maart 2014 was die lijst nog niet definitief. Met de accountmanager van OSG hebben we geregeld overleg gevoerd over zaken die niet goed verliepen. En we hebben ook betalingen aan OSG opgehouden totdat gewenste oplossingen waren geboden. Ondanks al deze perikelen zijn we toch met ingang van 1 januari 2013 overgestapt op een ander financieel systeem (AFAS). En per 1 januari 2014 stappen we ook over naar AFAS wat betreft de personele administratie. In 2014 zullen we ons beraden op de mogelijkheden van het in eigen beheer gaan uitvoeren van de financiële en personele administratie. 4.4 Huisvestingszaken De begeleiding van onze huisvestingsaangelegenheden wordt als sinds jaren uitgevoerd door Dyade Vastgoed. Met de adviseur van Dyade Vastgoed is geregeld overleg over de lopende zaken. Jaarlijks wordt de meerjarenonderhoudsplanning geactualiseerd. Vast aandachtspunt bij huisvestingszaken is de duurzaamheid van de diverse voorzieningen. Zo is bekeken of het zinvol is om op enkele scholen zonnepanelen te plaatsen. Een besluit daarover is nog niet genomen. Over het algemeen genomen is de staat van de gebouwen waarin de SKOBA-scholen gehuisvest zijn redelijk tot goed.
Met de gemeenten Zwijndrecht en Hendrik-IdoAmbacht is in het kader van de overheveling van de middelen voor groot onderhoud naar de schoolbesturen (per 1 januari 2015) een inventarisatie gemaakt van de staat van het onderhoud (nulmeting). De gezamenlijke schoolbesturen in Hendrik-Ido-Ambacht, waaronder SKOBA, zijn met externe ondersteuning (Building Breda) het gesprek aangegaan met de gemeente over doordecentralisatie van de huisvesting. Ook in Dordrecht is op initiatief van de gemeente een start gemaakt met gesprekken over doordecentralisatie. In de gemeente Zwijndrecht zijn alle schoolbesturen en de gemeente om de tafel gaan zitten om vraagstukken ten aanzien van de huisvesting (leegstand, ouderdom en kwaliteit van sommige gebouwen, gebrek aan ruimte bij bepaalde scholen) op basis van een gezamenlijke visie tot een oplossing te brengen. Een mogelijkheid tot doordecentralisatie is nog niet aan de orde geweest. Door het vertrek van een kinderopvangorganisatie uit een gebouw op het terrein van de Don Bosco bestaat de mogelijkheid dat de school deels in dit gebouw gaat worden gehuisvest in plaats van in de nu nog in gebruik zijnde semi-permanente gebouwen. De gemeente voelt hier wel voor en is de onderhandeling over de aankoop gestart. Deze hebben nog geen resultaat opgeleverd in 2013. 4.5 Medezeggenschap Over de zaken die binnen de diverse MR-en aan de orde zijn geweest, berichten we in het volgende hoofdstuk bij de jaarverslagen van de scholen. Met de GMR is in 2012 gesproken over de begroting 2012 (en het schooljaar 2012-2013), het jaarverslag en de jaarrekening 2011, de stand van zaken m.b.t. de functiemix, een IPAP-verzekering voor rekening van het schoolbestuur, de zorgplannen van de diverse samenwerkingsverbanden, de stimulering van de interne mobiliteit en een geharmoniseerde uitvoering van de normjaartaak. In 2012 heeft de GMR ingestemd met de vernieuwde klachtenprocedure, het formatieplan
Jaarverslag SKOBA 2013
2012-2013 (als onderdeel van de begroting), een IPAPverzekering, de nieuwe reglementen (inclusief statuut) voor de GMR en de MR-en, de zorgplannen van de diverse samenwerkingsverbanden en de normjaartaak. Wat dit laatste betreft is wel de afspraak gemaakt dat de uitvoering goed gemonitord zal worden, dat de GMR dit onderwerp in het kader daarvan geregeld zal agenderen en dat het definitieve besluit over instemming in 2013 zal worden genomen. 4.6 Stichting Gildenplein Gorinchem De SKOBA-school in Gorinchem, de Mariëngaarde, zit sinds oktober 2011 in een multifunctionele accommodatie. In dat gebouw zitten naast een andere (openbare) school ook kinderopvang, cultureel werk en een sporthal. De hoofdgebruikers hebben de Stichting Gildenplein Gorinchem opgericht om het gezamenlijke beheer van het gebouw in goed overleg met de eigenaar van het gebouw, de gemeente Gorinchem, vorm te geven. Ook in 2013 zijn we erin geslaagd de exploitatiekosten binnen de afgesproken kaders te houden. De verhuur van ruimten is achtergebleven bij de verwachtingen, hetgeen deels te wijten is aan de gemeente die potentiële huurders veel te lage, nietkostendekkende tarieven had voorgespiegeld. Evenals in het jaar daarvoor is ook in 2013 de samenwerking zowel op bestuurdersniveau als op werkvloerniveau heel prettig en constructief verlopen. Met de gemeente is overleg gevoerd over o.a. een goede meerjarenonderhoudsplanning voor het gebouw.
4.7 Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs De scholen van SKOBA participeren in drie samenwerkingsverbanden die het afgelopen jaar de transitie hebben doorgemaakt van Weer Samen Naar School naar Passend Onderwijs. Mede dankzij de vereveningsconstructie op landelijk niveau en het gemiddeld lage verwijspercentage springen alle nieuwe samenwerkingsverbanden waarin SKOBA participeert er financieel redelijk gunstig uit en kan het bestaande voorzieningenniveau van de leerlingen die bijzondere zorg behoeven overeind blijven. Er is ook nog (beperkt) ruimte voor nieuw beleid.
9
5. Ontwikkelingen op de scholen 5.1 Leerlingenaantal, gewichtenleerlingen en uitstroom naar vervolgonderwijs
5.1.1 Leerlingenaantal
10
Op de teldatum 1 oktober 2012 volgden in totaal 2036 lOp 1 oktober 2013 volgden in totaal 1985 leerlingen onderwijs op de scholen van SKOBA. Dit is een daling van 2,5% ten opzichte van het voorgaande schooljaar. Deze daling is weliswaar sterker dan de landelijk trend waarbij sprake is van een daling per jaar van gemiddeld ruim 1%, maar is voor een belangrijk deel (ongeveer 1,5%) veroorzaakt door de sluiting van de locatie Buizerdstraat van de John F. Kennedy per 1 augustus 2013. Voor de periode 2013-2018 wordt landelijk een daling voorzien van in totaal 4,8% in het reguliere basisonderwijs1.
•
•
•
Leerlingenaantal SKOBA op teldatum 1-10 08/09
09/10
10/11
11/12
12/13
13/14
2139
2093
2119
2094
2036
1985
De ontwikkeling van de leerlingenaantallen per school laat het volgende beeld zien: • bij de sbo-school Anne Frankschool zet de trend van een lichte daling zich voort, zij het wat minder sterk dan in het voorgaande jaar (9% in 2012, 7% in 2013). De daling is mede het succes van het beleid binnen het samenwerkingsverband om meer leerlingen in het reguliere onderwijs op te vangen; • de Don Bosco heeft met een heel lichte teruggang te maken (1,8%). Het belangstellingspercentage is tussen 2009 en 2013 licht gedaald van 18% naar 16%; • de daling op de Geert Groote zet zich voort (11% in 2012, 10% in 2013), hetgeen voor een belangrijk deel te maken heeft met de 1 Bron: Referentieraming OCW.
•
•
•
ontwikkeling van het leerlingenaantal in de wijk. Het belangstellingspercentage is tussen 2009 en 2013 licht gedaald van 15% naar 14%; de John F. Kennedy heeft door de sluiting van de locatie Buizerdstraat (waar ruim 50 leerlingen zaten) een flinke stap terug gedaan. Voor de twee resterende locaties in Hendrik-Ido-Ambascht is sprake van redelijk stabiel leerlingenaantal. De school profiteert echter minder dan de andere scholen van de groei van het aantal leerlingen in de gemeente (belangstellingspercentage licht teruggelopen van 12% naar 11%); de Mariaschool heeft hetzelfde leerlingenaantal als vorige jaar. Ook het belangstellingspercentage is de laatste 3 jaar constant (11%); op de Mariëngaarde is sprake van een stabilisatie. Dit is overigens tegen de trend die voor Gorinchem geldt waarbij sprake is van een daling van het leerlingenaantal. Het belangstellingspercentage is tussen 2009 en 2013 gegroeid van 11% naar 14%; de Pius 10 heeft de grote daling van het voorgaande jaar voor een belangrijk deel goedgemaakt (een groei van ruim 7%). Het belangstellingspercentage is gelijk gebleven (7%); De Satelliet laat een heel stevige groei zien (22%). Dit is voor een belangrijk deel te danken aan het goed aanslaan van het nieuwe onderwijsconcept (ontwikkelingsgericht onderwijs, geïnspireerd door het Natuurlijk Leren) binnen en buiten de wijk. Ook in de loop van het jaar blijft die groei zich doorzetten. Het belangstellingspercentage is tussen 2009 en 2013 gegroeid van 4% naar 7%, en De Toermalijn laat een lichte stijging zien van het aantal leerlingen (inclusief een contingent schipperskinderen). Het belangstellingspercentage ligt al jaren achtereen op 12%.
Leerlingenaantal per school op teldatum 1-10 08/09
09/10
10/11
11/12
12/13
13/14
Anne Frankschool
94
89
94
75
68
63
Don Bosco
172
166
177
173
169
166
Geert Groote
486
473
468
450
399
359
John F. Kennedy
315
315
320
313
314
265
Mariaschool
189
186
167
158
158
158
Mariëngaarde
350
348
380
398
420
421
Pius 10
141
150
143
141
126
135
De Satelliet
108
110
121
132
138
169
De Toermalijn
263
256
251
254
244
249
5.1.2 Gewichtenleerlingen en cumi-leerlingen In het schooljaar 2013-2014 voor 21,9% van de leerlingen op de SKOBA-scholen een gewicht is toegekend (exclusief de leerlingen van de Anne Frank). Dit is duidelijk lager dan de voorgaande schooljaren toen nog sprake was van 25,4% (2012 ) resp. 25,3% (2011). Voor een belangrijk deel heeft dit te maken met een in opdracht van OCW landelijk uitgevoerde controle op de registratie van gewichtenleerlingen. Met name bij de Mariaschool heeft dit tot een forse bijstelling geleid. Daar is het aantal gewichtenleerlingen gedaald van 59,5% in 2012 naar 38,6% in 2013. Bij de Mariëngaarde is sprake van een lichte bijstelling. Landelijk ligt het percentage gewichtenleerlingen overigens op zo’n 12,5%. Net als vorig jaar heeft ruim 60% van de gewichtenleerlingen bij SKOBA het zwaarste gewicht (1.2); landelijk is dit ruim 40%. De Don Bosco heeft in 2013 het hoogste percentage gewichtenleerlingen (53,0%), daarna volgen de Pius 10 (52,6%), de Mariaschool (38,6%) en de Mariëngaarde (28,3%). De overige scholen hebben tussen de 5,6% en 16,0% gewichtenleerlingen.
De sbo-school Anne Frankschool heeft een percentage cumi-leerlingen dat licht is gestegen tot 38,1% in 2013. In 2012 was dit nog 36,8% en in de jaren daarvoor schommelde het steeds rond de 40% (2009: 39,8%, 2010: 43,6%, 2011: 40,0%).
De Anne Frankschool is een school voor speciaal basisonderwijs waar wordt gewerkt vanuit het hart en waar we ieder kind proberen te zien als een persoon die er mag zijn en daarnaar ook handelen.
5.1.3 Doorstroom vervolgonderwijs
De Anne Frankschool had 63 leerlingen op de teldatum van 1 oktober 2013. De school is gestart met 5 groepen; de gemiddelde groepsgrootte is 11-13 leerlingen. Het team bestaat uit 7 teamleden met een groepstaak, 1 teamlid die zowel een groepstaak heeft als een taak in de extra ondersteuning, 1 intern begeleidster, 1 conciërge ( een persoon met een Wajong-uitkering), 1 administratieve kracht voor 6 uur per week en 1 directeur. De directeur heeft een fulltime dienstverband, de andere collega’s werken parttime. Daarnaast zijn er een fulltime leerkracht en 2 onderwijsassistenten beschikbaar voor de zogenaamde rugzakgroep waaraan, in samenwerking met sboschool Het Noorderlicht, wordt les gegeven. De groep valt onder de verantwoordelijkheid van het Samenwerkingsverband WSNS.
5.2.2 Enkele kengetallen
In 2012-2013 zijn in totaal 248 leerlingen van de SKOBAbasisscholen uitgestroomd naar het vervolgonderwijs. Zo’n 41% van de leerlingen is uitgestroomd naar een van de hogere vormen van het voortgezet onderwijs (havo of vwo). Dat is wat lager dan gemiddeld in de jaren daarvoor. 2009-2010 Aantal uitstromers
2010-2011
Aantal naar havo/vwo
Aantal uitstromers
2011-2012
Aantal naar havo/vwo
Aantal uitstromers
2012-2013
Aantal naar havo/vwo
Aantal uitstromers
Aantal naar havo/vwo
Don Bosco
13
3
14
1
11
2
18
3
Geert Groote
45
25
61
33
66
30
65
30
John F. Kennedy
29
19
30
23
36
26
38
26
Mariaschool
25
1
20
2
14
4
17
2
Mariëngaarde
38
10
40
11
52
23
48
18
Pius 10
16
7
15
4
15
3
15
1
De Satelliet
10
4
8
4
20
11
15
6
De Toermalijn
30
17
25
12
31
13
32
15
Totaal
206
86 (42%)
213
90 (42%)
245
112 (46%)
248
101 (41%)
De doorstroomgegevens vanuit de sbo-school Anne Frankschool zien er als volgt uit: VSO
Praktijkonderwijs
VMBO
2008-2009
-
10
13
2009-2010
-
5
7
2010-2011
-
21
7
2011-2012
1
10
6
2012-2013
1
9
7
Alle SKOBA-scholen hebben ook in 2013, mede op basis van hun eigen schoolplan, gewerkt aan een
Jaarverslag SKOBA 2013
verdere verbetering van het onderwijs. De belangrijkste ontwikkelingen op dat gebied worden hieronder per school beschreven. 5.2 ANNE FRANKSCHOOL (SPECIALE SCHOOL VOOR BASISONDERWIJS) (Directeur: Marjolein Romijnsen)
5.2.1 Korte beschrijving van de school De Anne Frankschool staat in de Dordtse wijk Nieuw Krispijn, maar neemt kinderen op uit heel Dordrecht. Ongeveer 10% van de kinderen komt van buiten de stad.
11
Gedeeltelijk gerealiseerd. In 2014 vindt dit plaats op alle citoonderdelen.
Gedrag binnen school/schoolklimaat
Gerealiseerd, maar blijft een punt van aandacht. Deels gerealiseerd.
De positieve ontwikkeling is doorgezet en zichtbaar/merkbaar, maar blijft aandacht behoeven.
Schoolklimaat: gevoel van veiligheid en betrokkenheid is vergroot
Gerealiseerd; het gevoel van betrokkenheid en veiligheid is vergroot; er vinden nog steeds activiteiten plaats om dit verder te vergroten.
Oudertevredenheidsonderzoek
Gerealiseerd.
Op basis van oudertevredenheidsonderzoek gesprekken met ouders t.a.v. verbeterpunten
Gerealiseerd.
Nog niet gerealiseerd.
Vervangen 8 jaar oude digiborden en beamers door touchscreens
Gerealiseerd.
• borgen communicatiestructuren, beroepshouding; • verder versterken van schoolklimaat; • leerlijn binnen de methode Leefstijl (sociaalemotionele vaardigheden) zichtbaar maken. Dit ter ondersteuning voor het beschrijven van de doorgaande lijn m.b.t. zelfredzaamheid van leerlingen; • de opbrengsten worden 2 keer per schooljaar geanalyseerd op individueel-, groeps- en schoolniveau; • inventarisatie van overeenkomsten en verschillen van het Noorderlicht en de Anne Frankschool in werkgroepen bestaande uit teamleden van beide scholen in kader van fusie; • doen van aanbevelingen op het gebied van didaktiek, organisatie, communicatie, zorg en methoden in kader van fusie;. • MR’s van beide scholen vormen een werkgroep en inventariseren overeenkomsten en verschillen van het Noorderlicht en de Anne Frankschool op het gebied van ouderbetrokkenheid/communicatie met ouders. Zij doen tevens aanbevelingen in kader van fusie; • bij een definitief besluit tot fusie eerste opzet van implementatieplan gereed.
Deels gerealiseerd. De positieve ontwikkeling zet door. Bij nog niet alle groepsleerkrachten is bij alle vakken dit in goede mate gerealiseerd, wel in voldoende mate. Dit onderdeel zal de aankomende jaren onderdeel van het beleid blijven en de verbintenis tussen de diverse onderdelen zal steeds groter/ genuanceerder/meer beredeneerd worden. Niet gerealiseerd. Dit item is geparkeerd tot er duidelijkheid is over de voorgenomen fusie met Het Noorderlicht.
Nieuwe computers
Gerealiseerd.
5.2.5 Medezeggenschap
5.2.3 Plannen voor 2013 en realisatie daarvan Plannen Afstemming instructie en verwerking op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen Verhogen klassenmanagement en daarmee effectieve leertijd Borgen ADI-model (= actieve directe instructie) Opbrengstgericht werken: verzamelen en analyseren van data resultaten, conclusies trekken voor acties tot verbetering. Borgen werken met arrangementen en passende leerlijnen Bevorderen zelfredzaamheid: De leerkrachten bevorderen de zelfredzaamheid van de leerlingen waardoor de zelfstandigheid tijdens de lessen/het werken vergroot wordt. Er is een doorgaande lijn binnen school m.b.t. zelfredzaamheid. De afspraken omtrent de opbouw van zelfredzaamheid zijn helder beschreven. De school beschikt over (streef) doelen van de leesontwikkeling Versterken van werken met OPP’s door leerkrachten en de verbinding tussen OPP- aanbod-Hp’sberedeneerde keuzes
Selectie rekenmethoden
Nog niet 100% gerealiseerd. Loopt door in 2014. Nog niet 100% gerealiseerd; door werken binnen de stamgroep wel al meer effectieve leertijd. M.b.t. ADI vinden er collegiale bezoeken in elkaars groep plaats en dit loopt door in 2014.
Door fusieactiviteiten heeft dit vertraging opgelopen.
PERSONEEL Beroepshouding: teamleden zijn zich bewust van hun eigen houding en het effect daarvan op elkaar, klimaat, interne communicatie.
Een positieve ontwikkeling door iedereen herkenbaar/merkbaar, maar blijft aandacht behoeven.
Gerealiseerd; met elkaar alert blijven is van belang. ZORG
Realisatie
ONDERWIJSKUNDIG (INCL. KWALITEIT)
12
Borgen communicatiestructuren
Werken met intensieve, zeer intensieve en/of verdiepte arrangementen
Gerealiseerd.
Vaststellen of nieuwe SEOL levert waar we behoefte aan hebben (SEOL is methode om sociaalemotionele ontwikkelingen van leerlingen te volgen)
Nog niet gerealiseerd door technisch problemen van computersysteem en SEOL zelf. Loopt door in 2014.
Het ondersteuningsprofiel is beschreven
Gerealiseerd. OVERIG
5.2.4 Doelstellingen voor 2014 Voor 2014 hebben we de volgende doelstellingen die we willen realiseren: • collegiale bezoeken in elkaars groepen ter borging van het ADI- model; • versterken van werken met OPP’s in de groep; met name gericht op verbinding van OPP, aanbod, handelingsplannen en beredeneerde keuzes maken • het borgen van het werken met arrangementen en passende leerlijnen; • grotere diversiteit in werkvormen en daarmee vergroten van betrokkenheid/leertijd • vaststellen of de nieuwe SEOL levert waar we behoefte aan hebben;
Vanaf het begin van schooljaar 2013-2014 bestaat de MR uit 2 ouders en 2 teamleden. Er is een derde ouder die mee is komen draaien, mede gezien de fusieactiviteiten. Onderwerpen die aan de orde zijn geweest: • de begroting; • de verwachte en werkelijkheid geworden terugloop van leerlingen en de oorzaken daarvan; • de bezuinigingen en de gevolgen daarvan; • de personele formatie; • het jaarplan en het vierjarenbeleidsplan; • het ontruimingsplan; • het oudertevredenheidsonderzoek; • de fusieontwikkelingen.
De MR-oudergeleding heeft met een kleine groep ouders die zich aangemeld hadden, een vervolggesprek gehad n.a.v. het oudertevredenheidsonderzoek. De uitkomsten daarvan zijn aan directie en team doorgegeven. Aandachtspunten die geformuleerd zijn betreffen met name de communicatie: naar ouders via de website, website-informatie up-to-date houden, voor rapportgesprekken meer tijd per gesprek.
5.2.6 Overige zaken We hebben door terugloop van het leerlingaantal afscheid moeten nemen van 1 collega. Het aantal groepen is teruggebracht van zes naar vijf. Dit heeft geen directe gevolgen gehad voor de beleidsplannen. Na overleg met de beide bestuurder is in het voorjaar van 2013 door Nanja van Es, de directeur van het Noorderlicht, en Marjolein Romijnsen, directeur van de Anne Frankschool, een fusieplan opgesteld, “Van Samenwerking tot Samensmelting”. Dit plan beschrijft een 3-jarig traject dat in het schooljaar 2015-2016 zou moeten leiden tot een fusie van beide scholen. Het plan is besproken in de teams en de medezeggenschapsraad. Voor de ouders van beide scholen is een informatieavond georganiseerd waar de voorzitters van beide besturen, H3O en SKOBA, de voornemens besproken hebben. Bij de start van het schooljaar 13/14 zijn de beide teams samen op een studietweedaagse geweest om elkaar beter te leren kennen en met elkaar te praten over de toekomstige fusie. De tweedaagse is door beide teams als plezierig en zinvol ervaren en heeft geleid tot meer onderlinge contacten. Het fusietraject wordt begeleid door een extern begeleider.
5.3 DON BOSCO (BASISONDERWIJS) (Directeur: Richard Lentze)
5.3.1 Korte beschrijving van de school De Don Bosco staat in de Dordtse wijk Crabbehof. De school heeft drie gebouwen en een gymzaal. De Don Bosco is een kleurrijke school met veel verschillende nationaliteiten. De school is de laatste jaren steeds meer een afspiegeling geworden van de wijk waarin zij staat. De school wil graag dat de kinderen de kans krijgen om zich optimaal te ontwikkelen naar hun eigen vermogen, dat wil zeggen er “uithalen” wat er in potentie inzit. Om dit te bereiken is het belangrijk dat kinderen zich veilig voelen en weten waar zij aan toe zijn. Rust, Regelmaat en Reinheid zijn hierbij van groot belang. Kinderen moeten zich in een rustige omgeving waarin duidelijke regels zijn gesteld kunnen ontwikkelen. De leeromgeving van de kinderen moet goed gestructureerd zijn zodat zij zo zelfstandig mogelijk kunnen werken. Regels over zowel onderwijskundige zaken als organisatorische zaken worden duidelijk neergezet, zodat de kinderen weten waar ze aan toe zijn.
5.3.2 Enkele kengetallen De Don Bosco had 166 leerlingen op de tel-datum van 1 oktober 2013, van wie ongeveer 58 % leerlingen met gewicht. Ruim 95% van de leerlingen komt uit de wijk of het stadsdeel. Bijna 5 % komt uit de rest van Dordrecht. Van de leerlingen op scholen voor het basisonderwijs in de wijk is het aandeel van de Don Bosco 16%; dat is licht dalend t.o.v. 2011 en 2012 toen het nog om 18% resp. 17% ging. Er zijn 11 instructiegroepen en 8 basisgroepen in de school. De school heeft ook twee schakelklassen. Het team bestaat uit 20 medewerkers. Verder zijn er naast de directeur 2 IB-ers werkzaam in de school. Er zijn 4 personeelsleden met een fulltime dienstverband.
Jaarverslag SKOBA 2013
13
5.3.3 Plannen voor 2013 en realisatie daarvan Plannen
Realisatie
ONDERWIJSKUNDIG (INCL. KWALITEIT)
14
Verdere implementatie van SCOL en groepsplannen hiervoor maken
In werking
Verdere implementatie nieuwe rekenmethode in de school t/m groep 8
Afgerond/in werking
Nieuwe Taalmethode is door heel de school ingevoerd.
Gekozen voor taalactief In werking voor de groepen 4 t/m 8.
Schoolnormeringen voor ieder vakgebied voor het CITO LVSl
Er zijn schoolnormeringen voor iedere CITO LVS toets gemaakt. Tijdens resultaat besprekingen op groeps- en schoolniveau worden er eventueel plannen gemaakt om deze verder te verbeteren
Kiezen van een nieuwe methode voor Begrijpend Lezen
Voorlopig gekozen voor nieuwsbegrip XL Oriëntatie op andere leesmethodes
Opbrengst gericht werken: -- Maken van groepsplannen voor de vakgebieden -- Klassenvisitatie door IB-er en gesprekken voeren n.a.v. de opgestelde groepsplannen -- Structurele besprekingen directeur en IB-ers n.a.v. de opbrengsten van het LVS
In werking In werking In werking
PERSONEEL Nascholing met sprongen vooruit.
Gestart
Bouwcoördinatoren zich verder laten ontwikkelen in vernieuwings- en aansturingsprocessen
Gestart
Kiezen van een registratiesysteem o.l.v. van Edux groepen 1 en 2 Nascholing voor de onderbouw collegae voor KIJK
Gekozen voor KIJK. Verdere implementatie opzetten.
HUISVESTING Gebouwen ruil i.o. met de Gemeente
Nog niet gestart.
ZORG Groepsplannen voor alle vakgebieden
In werking
Maken van een nieuw zorgplan
Bijna gerealiseerd OVERIG
Maken van een nieuw meerjaren Strategisch Beleidsplan
Bijna rond en nu aanpassen aan het nieuwe Strategisch Beleidsplan van SKOBA
5.3.4 Doelstellingen voor 2014 Voor 2014 hebben we de volgende doelstellingen die we willen realiseren: • een nieuwe geschiedenismethode kiezen en invoeren; • nieuwe Estafette leesmethode invoeren; • nieuwe VLL-methode aanschaffen en implementeren; • nieuwe methode voor Engels; • zelfstandig werken evalueren en aanpassen waar nodig is; • VVE doorgaande lijn i.s.m. de Bosuiltjes verder gestalte geven; • VVE : ouderparticipatie verder verstevigen en vergroten; • meerjaren Strategisch Beleidsplan moet af zijn en afgestemd zijn met het plan van SKOBA; • verdere WMK-cyclus goed in werking zetten; • MT-lid intern in het team zoeken en aanstellen. • het zelfstandig werken verder uitwerken en stroomlijnen in de school; • gedragsprotocol en pestprotocol op elkaar afstemmen en wederom invoeren in de school.
5.3.5 Medezeggenschap Door omstandigheden is de MR van de Don Bosco ook in 2013 niet actief geweest. We zijn wel gestart met het weer activeren van de MR; we hebben ouders bereid gevonden zitting te nemen in de MR. Het voornemen is de MR opnieuw op te starten in 2014.
5.4 GEERT GROOTE (BASISONDERWIJS) (Directeur: Annette Goos)
5.4.1 Korte beschrijving van de school De Geert Groote staat in de wijk Stadspolders. De school heeft twee gebouwen waarin 15 groepen worden gehuisvest. Van de leerlingen komt 98% uit de wijk en 2% uit andere delen van Dordrecht. Van de leerlingen op scholen voor het basisonderwijs in de wijk is het aandeel van de Geert Groote 14%; dat is licht dalend t.o.v. 2011 en 2012 toen het nog om 16% resp. 15% ging. Dit jaar vertrekken er voor het laatst grote groepen 8 en als gevolg van de daling van de basisgeneratie in de wijk is de instroom kleiner, waardoor het leerlingenaantal van de Geert Groote nog daalt, vanaf 2014 zal het leerlingaantal stabiliseren De populatie van de Geert Groote is veranderd, hoewel dit niet is terug te zien in de weging (7% gewichtenleerlingen). Toch merkt de school dat het nodig is meer aandacht te besteden aan o.a. de taalontwikkeling van de kinderen. De Geert Groote geeft traditioneel onderwijs, waarbij wordt uitgegaan van de mogelijkheden en behoeften van de leerlingen en wordt ingespeeld op de verschillen tussen de leerlingen.
5.4.2 Enkele kengetallen Op de teldatum van 1 oktober 2013 had de Geert Groote 359 leerlingen, van wie 20 met een gewicht. Cursusjaar 2013-2014 is gestart met 15 groepen. Er is bewust gekozen voor 3 kleine groepen 1-2 om de instroom te stimuleren. Gezien de weer groeiende instroom van 4-jarigen blijkt dit een goed initiatief. In de groepen 3 t/m 8 is de gemiddelde groepsgrootte 2728 leerlingen. De school telt 23 personeelsleden, van wie er 8 fulltime werken.
5.4.3 Plannen voor 2013 en realisatie daarvan Plannen
Realisatie
ONDERWIJSKUNDIG (INCL. KWALITEIT) Handelingsgericht werken
Voor 4 vakgebieden worden 2 groepsplannen per cursusjaar gemaakt, besproken en uitgevoerd.
Invoering nieuwe methode Rekenen en Wiskunde groepen 1 t/m 7
De methode Wereld In Getallen is ingevoerd
Invoering nieuwe methode Engels
In augustus 2013 is de methode Take it easy ingevoerd voor de groepen 1 t/m 7
Streefdoelen per vakgebied
De streefdoelen worden tweemaal per jaar besproken binnen een teamvergadering. Daarnaast komen ze tweemaal per jaar aan de orde bij een parallel groepsbespreking. Waar ze worden aangepast. PERSONEEL
Scholing
De scholing teambreed was gericht op het directe instructiemodel en de gezamenlijke afspraken tijdens het zelfstandig werken. Ook was er een nascholingsdag voor de Kanjertraining. De leerkrachten van de groepen 1-2 volgde een scholing voor “Kijk”. Daarnaast volgt een van de leerkrachten een master SEN (gedrag) en een andere leerkracht een cursus rekencoördinator. ZORG
Document zorg, begeleiding en opbrengsten
Het document wordt up to date gehouden. De afspraken worden geëvalueerd en daar waar nodig aangepast.
Schoolondersteuningsplan (passend onderwijs)
Er is een schoolondersteuningsplan. opgesteld.
Kijk
De leerkrachten van de groepen 1 en 2 hebben een eerste start gemaakt om een nieuw observatiesysteem in te voeren. OVERIG
Samenwerking met partners
Er wordt gewerkt aan nieuwe samenwerkingsafspraken tussen peuterspeelzaal Pinkeltje en de school.
Aanpassen van de website
In december 2013 is de nieuwe website gelanceerd.
Jaarverslag SKOBA 2013
5.4.4 Doelstellingen voor 2014
5.4.6 Overige zaken
Voor 2014 hebben we de volgende doelstellingen die we willen realiseren: • HGW is geïmplementeerd. Er wordt in alle groepen gewerkt met het directe instructiemodel, de afspraken tijdens het zelfstandig werken zijn gelijk. De groepsplannen zijn opgenomen in de weekplanning; • er wordt bezien hoe het zelfstandig werken verder kan worden uitgebreid, er wordt gedacht aan herinvoering van weektaken; • “Kijk” wordt gebruikt in de groepen 1 en 2, de groepsplannen worden opgesteld vanuit de gegevens van “Kijk”; • er wordt bezien of het nodig is een nieuwe methode voor verkeer aan te schaffen; • er wordt bezien of het nodig is een nieuwe methode voor de expressie vakken aan te schaffen; • de laatste nascholingsdag van de Kanjertraining is in november 2014.
De verschillende werkgroepen van de oudervereniging hebben hun jaarlijkse activiteiten met groot enthousiasme georganiseerd. Na een succesvol sinterklaasfeest, was er een kerstmarkt die door bijna alle ouders is bezocht. Daarnaast zijn de schoolreizen georganiseerd en heeft de school weer deelgenomen aan bijna alle sportactiviteiten die door de gemeente werden georganiseerd.
5.4.5 Medezeggenschap In 2012 zijn binnen de MR naast de jaarlijks te bespreken punten (zoals de begroting) de volgende zaken aan de orde geweest: • de pilot Max Class is geëvalueerd. In overleg met het team gaat bekeken worden of er een keuze wordt gemaakt voor Max Class of voor een ander sociaal medium, dat meer mogelijkheden heeft dan alleen de communicatie met de ouders; • binnen de MR is uitgebreid gesproken over passend onderwijs, de communicatie daarover naar de ouders en het schoolondersteuningsplan; • in augustus zijn er twee nieuwe MR-leden gestart, een ouder en een leerkracht, ook de vertegenwoordiging van de Geert Groote binnen de GMR is gewijzigd. De MR was blij dat er meer kandidaten waren dan te vergeven plaatsen; • avoorts is het aangepaste beleid t.a.v. Vervanging bij afwezigheid, Roken en het Protocol gedrag besproken.
5.5 JOHN F. KENNEDY (BASISONDERWIJS) (Directeur: Joep Verduin)
5.5.1 Korte beschrijving van de school De John F. Kennedyschool bestaat sinds 1 augustus 2013 uit 2 locaties; de locatie in Zwijndrecht is met ingang van die datum gesloten. De hoofdlocatie is gelegen in de nieuwbouwwijk van Hendrik-Ido-Ambacht, de Volgerlanden. De tweede locatie is het voormalige hoofdgebouw aan de Steenbakkersstraat in HendrikIdo-Ambacht, in een sterk vergrijzende wijk. Op beide locaties wordt gewerkt met het Jenaplanconcept.
5.5.2 Enkele kengetallen Op de teldatum van 1 oktober 2013 had de John F. Kennedyschool 265 leerlingen. Hieronder zijn weinig leerlingen met gewicht (17 = 6%). Een deel van de leerlingen van de locatie in Zwijndrecht is verspreid over de overgebleven twee locaties. Van de leerlingen op scholen voor het basisonderwijs in Hendrik-Ido-Ambacht is het aandeel van de John F. Kennedy 11%; dat is gelijk aan 2012 maar licht dalend t.o.v. 2011 toen het nog om 12% ging. Het geheel team bestaat uit 21 leerkrachten en 1 onderwijs ondersteunend lid. Hiernaast nog 3 pedagogisch medewerkers. Er zijn 7 personeelsleden met een fulltime betrekking.
15
5.5.3 Plannen voor 2013 en realisatie daarvan
Cursus Jenaplan
Drie leerkrachten hebben hun cursus afgerond en hun diploma Jenaplan bij het NJPV/JAS behaald. Twee leerkrachten staan op de wachtlijst. Zodra er een nieuwe cursus start, zijn zij aan de beurt.
Expertgroepen
Inrichten van expertgroepen. In eerste instantie voor Taal, Rekenen en Wereldoriëntatie. Deze zijn actief. Hiernaast een start met expertgroepen Engels en Zorg.
Voor 2014 hebben we de volgende doelstellingen die we willen realiseren: • het wellicht nieuw starten van twee Jenaplancursisten; • uitbreiden van Expertgroepen met Zorg en Engels; • verder uitwerking van PH-meter: pedagogischdidactisch handelen; • planning maken en uitvoeren van aanpak Social Media met Innofun; • invoeringstraject van KiVa (antipestprogramma); • bepalen van een nieuwe lijn voor Wereldoriëntatie en Taal; • het maken van een goede overgang naar Passend Onderwijs; • door MT te volgen Masterclass Opbrengstgericht werken van Wijnand Gijzen.
Invoering PH-meter
Met de CED gaan we het pedagogisch handelen goed doornemen.
5.5.5 Medezeggenschap
Social media
Met een aantal leerkrachten wordt er gekeken naar de mogelijkheden van gebruik van social media.
In Hendrik-Ido-Ambacht wordt er gewerkt aan een package-deal betreffende alle gebouwen. Het betreft hier nieuwbouw als wel onderhoud.
Langdurig bespreektraject. Getracht wordt om in december 2013 een duidelijker beeld te hebben.
Plannen
Realisatie
ONDERWIJSKUNDIG (INCL. KWALITEIT) Aan de slag met de kernkwaliteiten van het Jenaplanonderwijs.
In dit derde jaar worden de kwaliteiten gecheckt en besproken. Tevens vindt er intervisie plaats met andere Jenaplanscholen.
Aanschaffen nieuwe rekenmethode
Aanschaf en implementatie van WIG voor de groepen 7 en 8 PERSONEEL
16
5.5.4 Doelstellingen voor 2014
HUISVESTING
ZORG 1 stap verder met de 1 zorgroute
Vervolg en uitbreiding. Bespreekbaar houden van Passend onderwijs. OVERIG
Peuterspeelzalen
In Hendrik-Ido-Ambacht wordt er door subsidieverandering overgegaan naar deels peuterspeelzaal, deels kinderopvang. De financieringszaken verlopen moeizaam (subsidie, belastingdienst en ouderbijdrage)
De MR van de John F. Kennedy heeft zich gebogen over een nieuw plan van het College van bestuur betreffende de interne mobiliteit. De inhoud wordt bij de opzet kritisch gevolgd, ook al is dit een aangelegenheid voor de personeelsgeleding van de GMR. In april 2014 wordt dit geëvalueerd. Ook de regeling omtrent de functiemix is diverse malen aan de orde geweest. Verder is er gekeken naar meer mogelijkheden voor publieksbekendheid.
5.5.6 Overige zaken Overgang van peuterspeelzaal naar kinderopvang. Er moet gekeken worden of de verhouding van 50/50 (peuterspeelzaal/kinderopvang) haalbaar is. Momenteel zijn er te veel VVE-kinderen, die het evenwicht in de war brengen. Hieraan is ook de financiering gekoppeld, die zorgelijk is. De subsidie van de gemeente is erg laag en zeker niet toereikend.
5.6 MARIASCHOOL (BASISONDERWIJS) (Directeur: Leny Tholhuijsen)
5.6.1 Korte beschrijving van de school De Mariaschool ligt in de Bleyenhoek, één van de oudste wijken in het centrum van Dordrecht. In de wijk wonen veel mensen die van oorsprong uit Turkije, Marokko, Suriname of een ander niet-westers land komen. De populatie van de school bestaat voor 94 % uit leerlingen die te maken hebben met twee culturen; de grootste groep is van Marokkaanse of Turkse afkomst. De Mariaschool biedt ook opvang aan kinderen die in klemmende situaties zijn terechtgekomen. De Mariaschool behoort tot één van de vijftien beeldbepalende TOM-scholen (Teamonderwijs Op Maat) in Nederland. Dit houdt in dat de school wil leren van en met collega’s van andere scholen en ook de deuren openzet voor die andere scholen. Door een persoonlijke benadering en met behulp van werkwijzen die vanuit wetenschappelijk onderzoek aantoonbaar effectief zijn, zijn de prestaties en de ontwikkeling van ieder kind optimaal. De school doet dit in een leeromgeving die het plezier van leren uitstraalt en een paradijs van woorden is. Door middel van talentontwikkeling laat de Mariaschool kinderen floreren en presteren.
5.6.2. Enkele kengetallen Op de tel datum van 1 oktober 2013 telde de school 158 leerlingen, van wie 61 met een gewicht. Ruim 85% van de leerlingen komt uit de wijk of het stadsdeel. Ruim 12% komt uit de rest van Dordrecht en ruim 3% van buiten de stad. Van de leerlingen op scholen voor het basisonderwijs in de wijk is het aandeel van de Mariaschool 11%; dat is gelijk het percentage in 2011 en 2012. De school kent 8 groepen en verder 2 schakelklassen en 3 peuterspeelzaalgroepen. Gemiddeld is de groepsgrootte 19 leerlingen.
Jaarverslag SKOBA 2013
Het team bestaat uit 28 personeelsleden onder wie 6 peuterleidsters. Van de medewerkers behoren er 3 tot het onderwijsondersteunend personeel. Verder is er naast de directeur 1 IB-er werkzaam in de school. Er zijn 7 personeelsleden met een fulltime dienstverband.
17
5.6.3 Plannen voor 2013 en realisatie daarvan Plannen
ONDERWIJSKUNDIG (INCL. KWALITEIT) Een doorgaande lijn thematisch werken van groep 4 t/m 8 waarbij alle projecten geïmplementeerd zijn.
De 20 projecten van Alles in 1 zijn geïmplementeerd in de groepen 5 t/m 8. Alle 5 de projecten van groep 4 zijn geïmplementeerd.
De basiskwaliteit behouden. Uitgroeien tot excellentie
Meer deskundigheid op het gebied van rekenen/ science en ICT.
Certificering nieuwe medewerkers
Er wordt meer gewerkt met kleine groepen. Er is een beredeneerd aanbod wat terug te zien is in de diverse planningen zoals thema, week -en dag planning.
Opbrengstgericht handelingsgericht aan de slag
3 medewerkers zitten in het tweede jaar van hun Piramide training. Naar verwachting halen zij in april 2014 hun Piramide certificaat. De pedagogisch medewerkers en leerkrachten hebben de observatielijsten van BOSOS voor de peuters en de kleuters uitgeprobeerd.
18
Vanaf september 2013 werken we met het observatiesysteem BOSOS2tot4 en BOSOS voor de kleuters. De observaties samen met de toets uitslagen van Piramide vormen de basis voor het handelingsgericht en opbrengstgericht werken in de onderbouw. Integreren van Social Media in ons onderwijs
Nieuwe rekenmethode uitzoeken
De werkgroep heeft 2 methoden geselecteerd.
Doorgaande lijn stellen Betere schrijfproducten van de kinderen
Er is geëxperimenteerd met Nieuwsbegrip XL.
Stellen: We sluiten aan bij inzichten over schrijfonderwijs die de laatste twintig jaar gemeengoed zijn geworden: schrijven volgens een procesaanpak. Schrijven is een proces met activiteiten voor, tijdens en na het schrijven. Bij schrijven hoort herlezen en herschrijven en schrijven doe je altijd met een bepaald doel en voor een bepaald publiek. Belangrijk is verder: • De Schrijfactiviteiten sluiten aan bij Nieuwsbegrip Basis en XL: onderwerp en tekstsoort • Leerlingen moeten hun schrijfproducten onderling bespreken. • Als leerkracht letten we steeds op het schrijfproces: hoe pakken leerlingen de schrijftaak aan, wat doen ze als ze vastlopen, welke strategieën passen ze toe. • Net als bij lezen geven we schrijfinstructie door dingen voor te doen (strategieën modellen). • Zoveel mogelijk schrijven voor een echt publiek en met een echt doel.
Er is een werkgroep ingesteld die in schooljaar 2013-2014 vijf bijeenkomsten heeft waarbij er een leerlijn stellen van peuters t/m groep 8 wordt opgesteld m.b.v. het boekje: ‘Focus op schrijven’ van de Inspectie van het onderwijs. In dit schooljaar worden de lessen geëvalueerd van schrijven uit Nieuwsbegrip/LIST/Piramide/Alles in 1. De Kwaliteit Scan schrijfonderwijs wordt na een half jaar opnieuw afgenomen binnen de werkgroep.
Actieve en zelfstandige rol van de leerlingen Leraren leren leerlingen coöperatief samen te werken binnen alle vakken
Alle leerkrachten gebruiken minimaal 4 basisstructuren van coöperatief leren. Alle leerkrachten maken minimaal 1 keer per week gebruik van een klas -of teambouwer om te werken aan een positief groepsklimaat
Opbrengstgericht werken c.q. het gebruik van resultaten(data) m.b.v. de volgende 5 stappen: 1. Het vaststellen van de doelen 2. Het verzamelen van de informatie 3. Het registreren van de vorderingen 4. Het interpreteren en analyseren van de vorderingen 5. Het nemen van beslissingen
Het opbrengst gericht werken is gerealiseerd. De 5 stappen van opbrengstgericht werken zijn opgenomen in de jaarplanning. De toets resultaten leveren informatie op voor de evaluatie en planning van de groepsplannen, de individuele handelingsplannen en het onderwijskundig jaarplan van de school.
Realisatie
De Mariaschool heeft samen met andere SKOBA-scholen meegedaan met het Samsung – Innofun traject. 3 Leerkrachten hebben het certificaat excellente leerkracht social media gehaald. Er is een concept visie over het inzetten van social media als didactisch hulpmiddel. 2 Leerkrachten nemen deel aan de Pilot Birdy, werken met een digitale leeromgeving. Deze Birdy wordt vooral ingezet als verlenging van de schooltijd en voor het verbeteren van het schrijfonderwijs (stellen).
Handelingsgerichte aanpak tijdens de leerlingenbespreking
Tijdens de leerlingenbespreking staan de uitgangspunten van Handelingsgericht werken centraal: 1. Onderwijsbehoeften staan centraal 2. Het gaat om de afstemming en de wisselwerking 3. De leerkracht doet er toe 4. Positieve aspecten zijn van groot belang 5. We werken constructief samen 6. Ons handelen is doelgericht 7. De werkwijze is systematisch en transparant. Iedere leerlingbespreking wordt aandacht besteed aan de meldcode.
PERSONEEL Coördinatorenfuncties voor verschillende leer- en vormingsgebieden vormgeven
Functie van coördinatoren is vastgelegd.
Gebruik maken van elkaars kwaliteiten
Klassenconsultatie , intervisie, workshops.
Verbeteren van geven van feedback op leer- en ontwikkelingslijnen (opbrengstgericht werken)
Gaat steeds meer vanzelf, kennis van leerkrachten groeit
Opzetten leer-ontwikkelingslijnen leerkrachten
Scoren en je dossierbewijzen verzamelen.
HUISVESTING Kinderopvang realiseren in gebouw
Nog geen partner gevonden die dit met ons wil realiseren.
ZORG De aandachtsleerlingen planmatig volgen en effecten nagaan
Maken van handelingsplan en ontwikkelingsperspectief loopt goed. Leerlingbespreking verloopt steeds effectiever.
De kwaliteit van handelingsplannen verbeteren
Gezamenlijke momenten gecreëerd, ontwikkelingsperspectieven gemaakt en bespreken toetsen gepland.
Vorderingen structureel vastleggen in dossier, zorg plannen in klassenmap.
Vorderingen worden steeds beter vastgelegd. Aandachtsplannen voor kinderen mogen nog beter in de klassenmap geschreven worden.
Voldoende tijd inruimen voor bespreken van handelingsplannen en hun evaluaties tijdens leerlingbespreking
Ruimte en tijd gecreëerd door plannen van evaluatie. Nu nog kwaliteit verhogen.
Tussenopbrengsten vastleggen voor risico leerlingen
Nog zoekend hoe dit het beste te doen (geen afvinksysteem).
Aanvullende doelen voor hoogbegaafde kinderen vastleggen
Nog niet gerealiseerd.
Invoeren van format opbrengstgericht werken bij groepsbesprekingen.
Nog niet gerealiseerd.
Handelingsplannen en ontwikke lingsperspectieven met ouders en kind bespreken
Met ouders gerealiseerd, nu de slag naar het kind maken
Opstellen ontwikkelingsperspectief
Gerealiseerd voor aandachtsleerlingen.
OVERIG Besluit continurooster
Gerealiseerd, start in 2012-2013
PR-plan maken en uitvoeren
Lezing georganiseerd, film gemaakt, artikel in Pulse.
Rol van ouders als ambassadeurs vergroten
PR-groepje samengesteld.
Visie op levensbeschouwelijke identiteit
Uitdragen van visie besproken.
Afspraken maken over de vreedzame school
Voorlopig in de ijskast gezet.
5.6.4 Doelstellingen voor 2014
• doorgaande lijn op het gebied van stellen;wetenschap, techniek, ICT en woordenschat onderwijs aan elkaar koppelen en verder uitwerken; • deskundigheid vergroten m.b.t. inzet van social media in de klas.
5.6.5 Medezeggenschap De MR heeft in 2013 advies gegeven rondom pestbeleid, PR, spreken van de Nederlandse taal op school, de toegang van de school voor minder validen en de vakantieregeling
5.6.6 Overige zaken Mariaschool 100 jaar oud…maar springlevend! Op 9 mei 2013 bestond de Mariaschool 100 jaar. Over de exacte datum willen de meningen nogal eens verschillen maar na grondig onderzoek door dhr. A. Wijngaarde van Het Gilde in Dordrecht is toch echt 9 mei de datum. Van 21 mei tot en met 24 was er een spetterende feestweek! De week werd afgesloten met een feest voor ouders, kinderen en genodigden. Tijdens de feestweek werd het nieuwe Mariaschool lied gepresenteerd. Dit lied is gemaakt door de leerlingen van groep 8 in samenwerking met Zangmakers. Centrale tekst daarin: Onze wereldschool, al meer dan honderd jaren waar je ook vandaan komt, hier doen we het samen.
Voor 2014 hebben wij de volgende doelstellingen: • keuze nieuwe methode voor rekenonderwijs en implementatietraject opstarten; • deskundigheid vergroten m.b.t. meer -en hoogbegaafdheid; • beleid opstellen m.b.t. meer- en hoogbegaafdheid; • opbrengstgericht werken bij de peutergroepen verder implementeren; • coöperatieve leerstrategieën structureel inzetten tijdens het directe instructiemodel; • naast leerkracht gestuurd onderwijs ook het zelfontdekkend vermogen van de kinderen verder stimuleren;
Jaarverslag SKOBA 2013
Forum, instituut voor multiculturele vraagstukken, heeft een boekje uitgegeven ‘Opvoeden doen we samen’, hier heeft de Mariaschool aan meegewerkt. In het kader van “Van werkdruk naar werkplezier” heeft het hele team een workshop mindful at work gevolgd. Dit is zeer positief ervaren en krijgt in 2014 een vervolg.
5.7 MARIËNGAARDE (BASISONDERWIJS) (Directeur: Theo Merkx)
5.7.1 Korte beschrijving van de school De Mariëngaarde staat in een wat oudere wijk (jaren ‘60) in het westelijk deel van Gorinchem. Het is de enige katholieke basisschool van de gemeente. Het merendeel van de leerlingen komt uit de wijk zelf (Gildenwijk) of naburige wijken. Een klein percentage (ca. 2%) komt van buiten het directe voedingsgebied. De populatie is gemengd en vormt een afspiegeling van de opbouw in de wijk(en). Een derde van de ouders is van allochtone afkomst, een derde lagere of middenklasse en een derde betreft ouders uit de hogere sociale klasse (hoger opgeleide ouders). Mariëngaarde heeft de ambitie optimaal invulling te geven aan inclusief onderwijs. Daarmee loopt de school vooruit op landelijke ontwikkelingen betreffende passend onderwijs. Kernbegrippen zijn: adequate zorg en begeleiding voor ieder kind, groepering naar instructiebehoefte, meervoudige intelligentie en handelingsgericht werken.
5.7.2 Enkele kengetallen Op de teldatum van 1 oktober 2013 telde Mariëngaarde 421 leerlingen, van wie 86 met een gewicht. Van de leerlingen op scholen voor het basisonderwijs in Gorinchem is het aandeel van de Mariëngaarde 14%; dat is licht stijgend t.o.v. 2011 en 2012 toen het om 12% resp. 13% ging. Er zijn 18 groepen. Gemiddeld is de groepsgrootte 25 leerlingen. De school telt 31 teamleden. Naast de directeur en adjunct-directeur zijn er 2 IB/RT-ers werkzaam in de school en 2 onderwijsondersteunende personeelsleden. Vanuit het samenwerkingsverband 41-07 zijn als onderwijsassistent 6 personeelsleden extra ingezet. Er zijn 9 teamleden met een fulltime dienstverband. Voor de ondersteuning van leerkrachten bij de begeleiding van de zgn. inclusieve leerlingen is structureel ambulante hulp inzetbaar.
19
5.7.3 Plannen voor 2013 en realisatie daarvan Plannen
Realisatie
ONDERWIJSKUNDIG (INCL. KWALITEIT) Keuze en invoering nieuwe taalmethode
Er is een nieuwe taalmethode gekozen. De ervaringen van het eerste half jaar zijn bijzonder positief.
Volgende stappen implementatie WMK. Analyse OuderTevredenheidsOnderzoek (=OTO) met vertaling in actiepunten Expertgroep (= EG) Kwaliteitszorg wordt gevormd.
Er is een analyse gemaakt van het OTO. Actiepunten zijn in beeld gebracht. EG Kwaliteitszorg is actief.
PERSONEEL
20
Programmatische afstemming groep 2/3 ontluikende gecijferdheid.
Programma afstemming groep 2/3 betreffende ontluikende gecijferdheid is opgesteld.
Versterking (inhoudelijke) samenwerking parallelgroepen en binnen de bouwen.
Inhoudelijke samenwerking parallelgroepen en binnen de bouwen is uitgebreid. ZORG
Het thema “gedragsmanagement” wordt centraal opgepakt. Er is grote behoefte om meer preventief i.p.v. curatief te werken.
De visie is opnieuw geformuleerd. EG Gedrag maakt met CED programma Er zijn concrete afspraken gemaakt.
OVERIG Afstemming realiseren met partners in Brede School Gildenplein.
Samenwerking met partners in Brede School Gildenplein krijgt vorm. Afstemming is punt van aandacht.
Versterking herkenbare (katholieke) identiteit.
EG Identiteit is gestart en heeft jaarprogramma opgesteld.
Aannamebeleid formuleren i.o.m. andere besturen binnen Gorinchem
Er is nieuw aannamebeleid geformuleerd. De besturen handelen tenminste naar de geest ervan.
5.7.4 Doelstellingen voor 2014 Voor 2014 hebben we de volgende te realiseren doelstellingen: • verbeteren beleid voor de meerbegaafde leerling; • versterken gedragsmanagement in traject van 2 jaar; • uitzetten leerlingtevredenheidsonderzoek LTO 2014. Kernthema: sociale veiligheid; • versterken onderwijs op maat door te werken aan leerkrachtgedrag en ouderbetrokkenheid;
• programmatische afstemming groep 1/2 op gebied van ontluikende geletterdheid en gecijferdheid; • versterken (herkenbare) katholieke identiteit. Thema wordt tevens SKOBA-breed opgepakt.
5.7.5 Medezeggenschap De MR van Mariëngaarde heeft zich in het kalenderjaar 2013 bezig gehouden met: • huisvestingszaken w.o. speelruimte rond de school; • personeelsbeleid – o.a. interne mobiliteit (SKOBA); • financiële positie Mariëngaarde; • problemen met kritische ouders en communicatie; • toename gedragsproblemen bij kinderen; • afstemming MR/OR/GMR; • katholieke identiteit; • groei Mariëngaarde – aannamebeleid - inzet formatie; • algemene zaken (o.a. schoolreisbeleid, beleid goede doelen).
5.7.6 Overige zaken De Mariëngaarde heeft in 2013 te maken gehad met een kleine groei van het aantal leerlingen. De vorming van de kleutergroepen blijft een probleem. Beide flexlokalen zijn inmiddels gebruik bij Mariëngaarde. Een verdere groei veroorzaakt een ruimteprobleem. Nagedacht moet worden over de vraag hoe dit te voorkomen is. Zorgen blijven er bestaan over een toename van de (gedrags)problemen bij sommige leerlingen en de wijze waarop de ouders van deze kinderen daarmee omgaan.
5.8 PIUS 10 (BASISONDERWIJS) (Directeur: Pieter Remeijsen)
5.8.1 Korte beschrijving van de school De Pius 10 is gevestigd in de wijk Oud Krispijn in Dordrecht. De bevolking van Oud Krispijn telt nogal wat nationaliteiten. De school is een afspiegeling van de wijk. Dit betekent dat de school wordt bezocht door kinderen van diverse nationaliteiten en daarmee een kleurrijke school is. Brede school Pius 10 is samen met Kinderopvang “De Miniclub”, peuterspeelzaal “Nijntje” en voor- en naschoolse opvang gevestigd in een ruim gebouw aan de Brouwersdijk. De school wil graag dat alle kinderen de kans krijgen om zich optimaal te ontwikkelen naar hun eigen vermogen. Op veel terreinen worden de lessen gegeven op verschillende niveaus, waarbij vaak gebruik wordt gemaakt van moderne hulpmiddelen. Tevens vindt de school het belangrijk dat er in een rustige sfeer gewerkt kan worden. Hiervoor zijn er duidelijke spelregels ingevoerd, zodat iedereen weet waar hij aan toe is.
5.8.2 Enkele kengetallen Op de teldatum van 1 oktober 2013 had de school 135 leerlingen, van wie 71 met een gewicht. Bijna 95 % van de leerlingen is afkomstig uit de wijk of het stadsdeel. Een aantal leerlingen komt uit andere delen van de stad. Van de leerlingen op scholen voor het basisonderwijs in de wijk is het aandeel van de Pius 10 7%; dat is gelijk aan het percentage in 2012 en licht dalend t.o.v. 2011 toen het om 8% ging. Er zijn 8 groepen en een schakelklas. Gemiddeld is de groepsgrootte ongeveer 19 leerlingen. De school telt 16 personeelsleden onder wie 1 onderwijsondersteunend personeelslid. Naast de directeur is er een IB-er werkzaam in de school. Er zijn 7 personeelsleden met een fulltime dienstverband.
5.8.3 Plannen voor 2013 en realisatie daarvan Plannen
Het zoeken naar een nieuw speerpunt voor naamsbekendheid.
Realisatie
ONDERWIJSKUNDIG (INCL. KWALITEIT) Werken aan een nog betere doorgaande lijn
Gerealiseerd. De doorgaande lijn wordt jaarlijks bijgesteld. Er is een regelmatig overleg tot stand gekomen tussen school, peuterspeelzaal, kinderopvang en voor- en naschoolse opvang.
Uitbouwen van de VVE-activiteit Piramide
Eén loket-functie
Gerealiseerd. De Piramideonderwerpen worden door zowel peuterspeelzaal als school opgepakt. De kinderopvang is 2013 ook met Piramide gaan werken. Gerealiseerd. De drie organisaties werken met een informatiemap met daarin ook de inschrijfformulieren voor deze organisaties.
VVE-thuis
Gerealiseerd op de peuterspeelzaal en op de basisschool
-- Implementeren van het vak techniek
Deels gerealiseerd. Binnen de bestaande lessen wordt techniek als extra speerpunt benadrukt.
Verdere invoering van Handelingsgericht werken
Gerealiseerd. Bij o.a. het maken van de groepsplannen en groepsoverzichten wordt beschreven wat leerlingen nodig hebben.
HUISVESTING Voorbereiden vervangen kozijnen en dubbel glas in dat deel van het gebouw dat in de vijftiger jaren is gebouwd.
Gerealiseerd. De daadwerkelijke uitvoering zal in 2014 plaatsvinden
Verplaatsen fietsenstalling
Niet gerealiseerd. Deze wordt doorgeschoven naar 2014. ZORG
Aanpassen wekelijkse bijeenkomst van het interne zorgteam
Gerealiseerd.
Optimaliseren leerlingenzorg
Gerealiseerd. De groepsoverzichten en groepsplannen voor lezen, taal en rekenen worden door de leerkrachten gemaakt.
Het invoeren van teambesprekingen rondom leerresultaten waarbij gebruik gemaakt wordt van trendanalyses
Overig Het maken van een nieuwe permanente schoolgids
Gerealiseerd.
Invoeren continurooster
Gerealiseerd per 1 maart 2013. De lestijden van de bovenbouw zijn gelijk g Het maken van een nieuwe permanente schoolgids Gerealiseerd. Invoeren continurooster Gerealiseerd per 1 maart 2013. De lestijden van de bovenbouw zijn gelijk gebleven (26 uur) en de tijden van de onderbouw werden uitgebreid naar 24,5 uur. ebleven (26 uur) en de tijden van de onderbouw werden uitgebreid naar 24,5 uur.
Afstemming schoolklimaat met partners van de kinderopvang, peuterspeelzaal en voor- en naschoolse opvang.
Gerealiseerd. Alle partners gaan op gelijksoortige wijze om met kinderen en overal (tot en met groep 2) wordt gebruik gemaakt van dezelfde pictogrammen voor het dagritme.
PERSONEEL Versterken van competenties van leerkrachten t.a.v. handelingsgericht werken
Gerealiseerd. Leerkrachten maken voor begrijpend lezen, taal/spelling en rekenen met groepsoverzichten en groepshandelingsplannen. De informatie over Passend Onderwijs werd regelmatig besproken.
Nascholing BHV
Gerealiseerd. Vier leerkrachten hebben de nascholingscursus met goed gevolg gevolgd. Twee teamleden hebben de basisopleiding met een certificaat afgerond
Groepsoverzichten en groepshandelingsplannen worden omgezet naar Esis
Jaarverslag SKOBA 2013
Deels gerealiseerd. Vanwege technische problemen liep dit vertraging op. De pilot met drie leerkrachten wordt in 2014 doorgezet naar alle groepen.
Gerealiseerd. Tenminste twee maal per jaar vinden deze besprekingen met het gehele team plaats. Daarnaast is er ook een bespreking tot stand gekomen tussen groepsleerkrachten en IB-er (2 maal per jaar)
In 2013 zijn de activiteiten rondom “De Gezonde School” verder uitgebouwd. Het lunchen tractatiebeleid is opnieuw besproken. Tevens is er een actie gestart met de Johan Cruyff Foundation om het schoolplein te voorzien van een sportieve coating waardoor allerlei sporten simpel en snel kunnen worden neergezet. Binnen het gemeentelijke actieplan JOGG (Jongeren Op Gezond Gewicht) is de Pius 10 pilot als het gaat om het uitproberen van ideeën.
5.8.4 Doelstellingen voor 2014 Voor 2014 hebben we de volgende doelstellingen die we willen realiseren: • de verdere invoering van Handelingsgericht Werken zal in 2014 meer gestalte moeten krijgen; • het invoeren van teambesprekingen rondom leerresultaten waarbij gebruik wordt gemaakt van trendanalyses en analyses die een bepaalde groep volgen door de jaren heen; • het verder uitbouwen van de doorgaande lijn met onze partners van de kinderopvang, peuterspeelzaal en voor- en naschoolse organisaties; • het omzetten van de groepsoverzichten en groepshandelingsplannen binnen Esis; • het uitbouwen van de mogelijkheden van JOGG (Jongeren Op Gezond Gewicht); • het invoeren van de methode KIJK binnen de groepen 1 en 2; • het opnieuw opstellen van een pestprotocol, met daarin aandacht voor cyberpesten; • het aanschaffen van een nieuwe geschiedenismethode; • het vervangen van de digitale borden door touch screens; • het aanschaffen van nieuwe leerlingcomputers (thin clients); • het onderzoeken en uitproberen van een ELO (Elektronische LeerOmgeving); • het uitbouwen van de VVE-thuis activiteiten;
21
• het aanschaffen van nieuw meubilair voor de groepen 1 en 2; • het realiseren van de speelvelden op de speelplaats in samenwerking met de Johan Cruyff Foundation; • het vervangen van de kozijnen en het plaatsen van dubbel glas.
5.8.5 Medezeggenschap
22
De MR van de Pius 10 werkt met een cyclisch jaarplan. Diverse punten komen tijdens iedere bijeenkomst aan de orde. Andere punten worden slechts één keer besproken. In 2013 is de MR 6 keer bijeen geweest. Vaste jaarlijks terugkerende bespreekpunten zijn: • taakverdeling; • concept jaarplan; • jaarrekening en jaarverslag; • bestemming gelden ouderraad; • begroting ouderraad; • huisvestingszaken; • formatieplan; • meerjarenbeleidsplan; • begroting; • schoolgids; • zaken vanuit het bevoegd gezag.
5.8.6 Overige zaken De Pius 10 heeft in 2013 nog maar een gedeeltelijke subsidie ontvangen voor activiteiten in het kader van SIS (School In de Samenleving). De naschoolse activiteiten zijn daarom ook gedeeltelijk teruggedraaid, omdat er geen derden meer konden worden ingehuurd. Voor het tweede halve jaar van 2013 is er toch een nieuwe subsidie aangevraagd en toegezegd voor activiteiten in het kader van de ouderbetrokkenheid. Deze subsidie zal worden gebruikt voor voorlichtingsactiviteiten voor ouders, koffieochtenden en het inrichten van een deel van de elektronische leeromgeving, daar waar het gaat over communiceren met ouders via de digitale weg.
5.9 DE SATELLIET (BASISONDERWIJS) (Directeur: Lenneke van Genderen)
5.9.1 Korte beschrijving van de school De Satelliet ligt in de wijk Sterrenburg van Dordrecht. De school is een 5-sterrenschool die werkt volgens het principe van het ontwikkelingsgericht onderwijs en laat zich daarbij inspireren door het Natuurlijk Leren. De school streeft naar maximale ontwikkeling van kinderen binnen hun eigen mogelijkheden. Kinderen worden gestimuleerd tot zelfverantwoordelijkheid. De 5 sterren hebben betrekking op: • Betrokkenheid als standaard • Ontwikkeling naar ieders top • Onderwijs met kwaliteit • Samen leren en ontdekken • Zelf handelend op niveau.
5.9.2 Enkele kengetallen Op de teldatum van 1 oktober 2013 had de school 169 leerlingen, van wie 14 met een gewicht. Van de leerlingen op scholen voor het basisonderwijs in de wijk is het aandeel van de Satelliet 7%; dat is licht stijgend t.o.v. 2011 en 2012 toen het om 6% ging. Er zijn 7 basisgroepen en de gemiddelde groepsgrootte is 24 leerlingen. De school telt 11 personeelsleden. Verder is er naast de directeur 1 IB-er werkzaam in de school. Er zijn 4 personeelsleden met een fulltime dienstverband.
5.9.3 Plannen voor 2014 en realisatie daarvan Plannen
Realisatie
ONDERWIJSKUNDIG (INCL. KWALITEIT) Onderwijsbehoeften voor ieder kind formuleren
Bijgesteld
ll. met specifieke behoeften in kaart brengen
Minimum doelen er aan gekoppeld
Beter aanbod meer-en hoogbegaafden
Expertgroep ingevoerd
Rekenclubs kwaliteit verbeteren
Opbouw / aanpak universeel gemaakt
ICT en sociale media
Tablets en QR codes gebruiken we nu en we proberen een ELO uit
Leren van data tussendoelen
Onmogelijk gebleken PERSONEEL
Bewijzen verzamelen voor leerkracht dossiers
Te weinig van gekomen
Vreedzame school traject
Ingevoerd
Tijd vrij maken voor ICT-er
Niet gelukt, geen vervanging HUISVESTING
Groei school
Ruimte tekort; wordt hopelijk in 2014 opgelost ZORG
Persoonlijkheidsdossier
Alles over een kind er in opgenomen, compleet beeld
Hulpplannen meer eenheid creëren
Kwaliteit verbetert
Ouders meer betrekken bij de zorg
Samen werken, waar nodig thuis ook extra aandacht< huiswerk
OVERIG Wifi aangelegd werkt super. 2e hands computers zijn een ramp. Toekomstplan gebruik laptops, tablets e.d.maken. We worden steeds meer een streekschool, mensen kiezen bewust voor het systeem. De groepsgrootte loopt erg op. Er zitten nu bijna in iedere groep 30 kinderen.
5.9.4 Doelstellingen voor 2014-2015 • Kinderen voorbereiden op de toekomst. Onderwijs van de 21e eeuw realiseren door modern onderwijs m.b.v. ICT en sociale media. Naast gebruik van allerlei middelen willen we ook graag een ELO in gebruik gaan nemen. • Borgen van wat we de afgelopen 4 jaar hebben neergezet aan onderwijsvernieuwingen.
5.9.5 Medezeggenschap In de MR van De Satelliet zijn in 2013-2014 de volgende zaken aan de orde geweest: • onderwijskundig jaarplan; • groei van de school; • nieuwe strategisch beleidsplan van SKOBA; • terugkoppeling vanuit GMR over intern mobiliteitsplan.
5.9.6 Overige zaken Door de groei van de school hebben we ook steeds nieuwe leerkrachten nodig. Binnen SKOBA is het lastig om mensen te vinden die naar De Satelliet durven over te stappen. Ook het vinden van vervangers is erg lastig. 5.10 DE TOERMALIJN (BASISONDERWIJS) (Directeur: Frie Kolen)
5.10.1 Korte beschrijving van de school De Toermalijn heeft in Zwijndrecht twee locaties, een in de Schaepmanlaan (wijk Walburg), de andere in de Emmastraat (wijk het ‘oude centrum’). Op beide locaties zijn de groepen 1 t/m 7 gehuisvest. De leerlingen van groep 8 zitten alleen op de Emmastraat. De meeste leerlingen die op school staan ingeschreven, komen uit de wijken waar de locaties staan. Een aantal leerlingen komt uit wijk Volgerlanden (Hendrik-IdoAmbacht). Een belangrijk kenmerk van de school is dat zij ook aan “schipperskinderen” onderwijs geeft. Deze kinderen zitten gedurende de week op het JuliaInternaat in Zwijndrecht. In het weekend gaan de kinderen veelal naar boord. Jaarverslag SKOBA 2013
Zowel op de locatie Schaepmanlaan als op de locatie Emmastraat is een peuterspeelzaal gevestigd. Bij het leren staat een drietal uitgangspunten centraal: • de kinderen moeten zich competent voelen; het gevoel hebben van ‘ik kan iets’; • ze moeten een goede relatie hebben met elkaar en met de leerkrachten. Daarbij vinden we wederzijds respect erg belangrijk; • ze moeten leren zelfstandig beslissingen te nemen en verantwoordelijkheid te dragen voor de keuzes die ze maken.
5.10.2 Enkele kengetallen Op 1 oktober 2013 telde de school 249 leerlingen, van wie 7 met een gewicht van 0,3 en 11 met een gewicht van 1,2. De leerlingen zijn verdeeld over 13 groepen. De gemiddelde groepsgrootte is ongeveer 20 leerlingen. Van de leerlingen op scholen voor het basisonderwijs in de wijk is het aandeel van De Toermalijn 12%; dat is gelijk het percentage in 2011 en 2012. Het team telt 31 personeelsleden onder wie 2 onderwijsondersteunende personeelsleden en 4 pedagogisch medewerkers. Verder zijn er naast de directeur een managementteam en drie IB-ers werkzaam in de school. Er zijn 4 personeelsleden met een fulltime dienstverband.
23
5.10.3 Plannen voor 2013 en realisatie daarvan Plannen
Realisatie
ONDERWIJSKUNDIG (INCL. KWALITEIT) Implementatie ‘Alles telt’ rekenen
Dit is in 2013 geborgd
Kanjertraining, opzet van de lessen en nascholing
Gerealiseerd; qua nascholing dient er nog één nascholingsdag te worden gevolgd in februari 2014. Vanaf dat moment is de Toermalijn ‘kanjerschool’ en is 80% van de collega’s in het bezit van het certificaat ‘kanjertrainer’.
nvoering van het leerlingvolgsysteem ‘sociaal emotionele ontwikkeling’ kanjertraining
In januari 2014 wordt het leerlingvolgsysteem ‘sociaalemotionele ontwikkeling kanjertraining’ ingevoerd.
Omgaan met morele talenten in groep 7
In juni 2014 wordt het project ‘kinderen en hun morele talenten’ (ethische filosofie) qua begeleiding door de universiteit van Utrecht en de C.E.D. afgerond. In groep 7 is het project in 2013 opgestart. Het project loopt in 2014 in de groepen 7 en 8 door.
24 Nieuwe methodes en leermiddelen voor de vakken geschiedenis en natuur
WMK –zaken: -- Opnieuw een update uitvoeren van de quickscan (uit het kwaliteitsinstrument WMK) . Tevens afnemen van de schooldiagnose ‘didactisch handelen’ -- Afnemen veiligheidsenquête personeel (WMK) -- afname enquête veiligheidsbeleving leerlingen -- oriëntatie op en afname van een identiteitsscan katholiek onderwijs
De ‘geschiedenismethode ‘Brandaan’ is aangeschaft en in september 2013 in gebruik genomen. In november 2013 heeft er een oriëntatie plaatsgevonden op een nieuwe methode natuur. In september 2014 zal de nieuwe methode natuur worden aangeschaft. Beide zaken (afnemen quickscan, afnemen diagnose instrument ‘didactisch handelen’) zijn in 2013 afgerond. De afname van de veiligheidsenquête is in 2013 gerealiseerd. Nog niet gerealiseerd; gebeurt in juni 2014. Nog niet gerealiseerd; gebeurt in juni 2014.
Zorg en ondersteuning in algemene zin: -- Aanpassing van het handelingsgericht werken op basis van ‘de 1-zorgroute, één stap verder’.
-- Definitieve vorm van de groepsplannen en groepsoverzichten voor de groepen 1,2 vaststellen; -- Een universeel systeem ontwikkelen en implementeren voor het invullen van de logboeken in relatie met de groepsplannen en groepsoverzichten; Invoering van het concept ondersteuningsplan (SWV 28.09) -- Vaststellen van het ondersteuningsprofiel op schoolniveau.; Vroeg Vreemde Talen Onderwijs (VVTO) -- Starten met de opleiding ‘basic classroom English’ -- ‘Kick off English’
-- Afmaken opleiding ‘basic classroom English’; -- Verdere implementatie Engels in de groepen 1 t/m 8 conform de richtlijnen van’ Early Bird’, ter verkrijging van het certificaat VVTOschool
Deze aanpassing is voor een deel gerealiseerd in 2013. Er is een andere systematiek ingevoerd om te komen tot de drie arrangementen voor de vakken: rekenen, lezen en spelling. Tevens zijn de ambitieniveaus vastgelegd. Dit is gebeurd conform de richtlijnen ‘De 1-zorgroute, één stap verder’. Dit zal in juni 2014 zijn gerealiseerd.
ICT-zaken -- De aanschaf van dertig nieuwe computers; -- De aanschaf van drie touchscreens in de kleutergroepen. -- Oriëntatie op het werken met tablets
PERSONEEL Teamscholing kanjertraining
Deels gerealiseerd; nog één nascholingsdag gepland in februari 2014.
Teaminstructie ‘één stap verder met de 1-zorgroute
Scholing (teaminstructie) heeft in 2013 plaatsgevonden en is uitgevoerd door Wijnand Gijzen.
Doorontwikkelen ondersteuningsteam
Drie leerkrachten hebben de opleiding voor intern begeleider gevolgd. In 2013 hebben ze zich op schoolniveau in verschillende gremia doorontwikkeld in het kader van Passend Onderwijs. Deze opzet is in maart 2014 gerealiseerd.
Dit zal in juni 2014 zijn gerealiseerd. De vaststelling zal in mei 2014 zijn gerealiseerd Dit is in januari 2014 gerealiseerd De school is in februari 2013 lid geworden van de Stichting ‘Early Bird’ . In mei 2013 is een begin gemaakt met de opleiding ‘basic classroom English’ voor alle collega’s. Deze opleiding wordt in juni 2014 met een diploma afgerond In mei 2013 is gestart met het VVTO (Vroeg vreemde Talen Onderwijs). Dit is gebeurd met een ‘Engelse Dag’ (kick off). In de groepen 1 t/m 8 wordt Engels gegeven conform de richtlijnen van ‘Early Bird’.
In december 2013 zijn er verdeeld over de beide locaties dertig nieuwe computers aangeschaft en in gebruik genomen. In 2013 zijn er voor de drie kleutergroepen touch screens aangeschaft en in gebruik genomen. In september 2014 zal er een begin worden gemaakt met ‘het werken met tablets’. Hierbij wordt ondersteuning gegeven door Innofun.
-- Opzetten expertise teams hoogbegaafdheid en dyscalculie Teamscholing VVTO
Geplande individuele scholing -- Middenmanagement (kweekvijver) -- Master Sen onderdeel gedrag
Gerealiseerd in juni 2014 Gerealiseerd in juni 2015 Routing voortgangs- en beoordelingsgesprekken conform de map ‘regelingen’
De opleiding ‘Basic Classroom English wordt in juni 2014 afgerond. Nog niet gerealiseerd. Een van de collega’s gaat in september 2014 beginnen met een middenmanagement opleiding in het kader van de kweekvijver van SKOBA. In september 2014 beginnen zeven collega’s van de school met de Master SEN opleiding gedrag. In 2013 is er met 80% van de collega’s een voortgangsgesprek gevoerd. De beoordelingsgesprekken zijn met alle collega’s op drie na in 2013 uitgevoerd. In 2014 worden er gesprekken gevoerd met de collega’s waarmee dit nog niet is gebeurd.
HUISVESTING Aanpassing en verzorging van de schooltuin op de locatie Emmastraat.
-- Verdere afronding renovatie schooltuin Emmastraat; -- Achterstallig onderhoud uitvoeren conform de onderhoudsrapporten van Dyade.
In 2013 is er een begin gemaakt met de renovatie van de schooltuin op de locatie Emmastraat. .De berging ‘Klein Duimpje’ is volledig heropgebouwd. In juni 2014 is de renovatie afgerond en zal er ook een nieuwe berging zijn geplaatst. Nog niet gerealiseerd
ZORG/ONDERSTEUNING PER VAKGEBIED 1-zorgroute rekenen (borging)
Dit cursusjaar zijn we begonnen met de 1-zorgroute ‘ één stap verder’. De groepsplannen groepsoverzichten zijn vanaf februari 2014 op deze nieuwe leest geschoeid. Het borgingsdocument is opnieuw vastgesteld.
1-zorgroute spelling (borging) ‘Taal in Beeld’
Voor een groot deel gerealiseerd; diagnostisering d.m.v. didactische gesprekken dient nog verder te worden uitgewerkt.
1-zorgroute technisch lezen (Estafette) (borging)
Het handelingsgericht werken m.b.t. het vak technisch lezen m.b.v. de methode ‘Estafette’ is in 2013 geborgd.
Werken met ontwikkelingsperspectieven
Op dit moment nog steeds in de ontwikkelingsfase. Er is voor een aantal leerlingen een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Het zal voor de leerlingen die het nodig hebben vanaf groep 6 als vaste structuur worden ontwikkeld. Voor leerlingen die de extra ondersteuning krijgen (dus naast de basisondersteuning) zal er in een eerder stadium een ontwikkelingsperspectief worden opgesteld. Overig
Verder opstellen en verbeteren van het protocol ‘onderwijs aan schipperskinderen’.
Gerealiseerd in mei 2013.
Participatie in het bestuur van BSOS (Bestuurlijk Samenwerkingsverband Onderwijs aan Schipperskinderen)
Allerlei activiteiten m.b.t. onderwijs en zorg aan schipperskinderen zijn gerealiseerd.
Jaarverslag SKOBA 2013
5.10.4 Doelstellingen voor 2014
5.10.5 Medezeggenschap
Voor 2014 zien we als belangrijkste doelstelling onder druk van alle onderwijsbezuinigingen en een organisatie met twee locaties kunnen blijven werken in vrij kleine en homogene groepen. Om dit te realiseren zullen we als schoolteam een uiterste inspanning leveren. Ons doel: zoveel mogelijk onderwijsrendement bij de leerlingen brengen en zoveel mogelijk werken vanuit de onderwijsbehoefte van de leerling. Omdat de aantallen van de huidige groepen 6 in 2014 te groot zijn om in september 2014 één groep 7 te vormen moeten we twee groepen 7 vormen. Dit betekent dat we het totaal aantal groepen opnieuw op dertien moeten houden. De andere doelstellingen voor 2014 zijn: • een doorontwikkeling van het handelingsgericht werken. Dit om zo goed mogelijk voorbereid te zijn op de invoering van passend onderwijs; • komen tot het ‘predicaat’ VVTO-school. Dit betekent het volledig afronden van de opleiding Engels met het gehele team (2015); • het werken met de nieuwe methode voor natuur; • het verder implementeren van de ICT-plannen, zoals werken met tablets in de verschillende groepen (inclusief kleutergroepen) van de school; • het minimaal op peil houden, maar liefst verbeteren van onze onderwijsopbrengsten, zowel de tussenopbrengsten als de eindopbrengsten; • het verhogen van de expertise in het team door teamscholing en specifieke scholing (IB, master, management); • het overstappen van de Cito-eindtoets op het Drempelonderzoek (februari 2015).
De MR op De Toermalijn werkt volgens een cyclisch model. Gedurende het gehele jaar staat een vast aantal punten op de agenda. Deze agendapunten worden opgebouwd op basis van een jaarplanning. In 2013 kwamen de volgende zaken aan de orde: a) het meerjarenbeleidsplan; b) het jaarplan; c) het zorgplan; d) het borgingsdocument; e) de WMK-resultaten; f) het formatieplan en de groepsindeling c.q. groepsbezetting; g) het geven van advies over bepaalde pragmatischdynamische zaken, die zich vrij plotseling in school voordoen. h) het informeren van de MR door de directie m.b.t. allerlei schoolse zaken, waaronder de onderwijsopbrengsten. 25
5.10.6 Overige zaken In 2013 hebben wij ons vanwege de veranderde samenstelling van het team nogmaals bezig gehouden met een collectieve waardeoriëntatie. Welke ethische waarden verbinden ons met elkaar? Welke ethische waarden vinden we met elkaar erg belangrijk in school? Daar is overigens hetzelfde uitgekomen als in 2012.
6. Samenwerkingspartners SKOBA verwezenlijkt haar doelstellingen mede in nauwe samenwerking met een aantal partners. Naast samenwerken met schoolbesturen en andere partners binnen de samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs op het gebied van de leerlingen die bijzondere zorg behoeven betreft dit in het bijzonder de samenwerking met kinderopvang- en peuteropvangorganisaties en opleidingen (stagiaires in de scholen en de peuteropvang).
26
6.1 Peuteropvang en kinderopvang Op veel plaatsen is de afgelopen jaren de koppeling van peuteropvang aan de basisscholen gerealiseerd. SKOBA heeft eigen peuteropvang bij drie scholen: de Mariaschool, de John F. Kennedy en De Toermalijn. In hoofdstuk 7 gaan we nader in op de ontwikkelingen bij de eigen peuteropvang. Bij de overige scholen werkt SKOBA nauw samen met diverse peuterorganisaties, ondergebracht in hetzelfde gebouw. Bij de Anne Frank, de speciale school voor basisonderwijs, kunnen peuters die in peuteropvang hebben gezeten op basis van een indicatiestelling geplaatst worden in een groep voor Jonge Risico Leerlingen. In alle gemeenten is het peuterwerk gereorganiseerd. Vanwege de noodzaak tot bezuinigen hebben alle gemeenten waar SKOBA eigen peuteropvang heeft, de peuterorganisaties gedwongen zich om te vormen tot peuteropvang, vallend onder de Wet Kinderopvang. Hierdoor kan een deel van de peuterplaatsen bekostigd worden uit de kinderopvangtoeslag. Dit beperkt het beslag dat wordt gelegd op de gemeentelijke subsidie. Op enkele locaties realiseert SKOBA zelf of in nauwe samenwerking met andere peuterorganisaties VVEgroepen. SKOBA heeft ook in 2013 in samenwerking met de diverse partners en in goede samenspraak met
de betrokken gemeenten verder gewerkt aan het realiseren van een doorgaande leerlijn voor kinderen van 2 tot 12 jaar. In alle SKOBA-scholen is kinderopvang (inclusief buitenschoolse opvang) gerealiseerd met hulp van externe partners. Waar mogelijk in het schoolgebouw zelf. De kinderopvang voor kinderen van 0 tot 4 jaar wordt ook bij de brede schoolontwikkeling betrokken. Inhoudelijke en organisatorische afstemming vindt zoveel mogelijk plaats.
6.2 Samen opleiden (stagiaires) SKOBA werkt samen met de PABO InHolland op het gebied van het opleiden van leerkrachten. De scholen van SKOBA nemen jaarlijks stagiaires op (1e- tot en met 3e- jaars) en leraren-in-opleiding (lio’s: 4e-jaars). Elke school heeft een interne coach die studenten van PABO InHolland begeleidt en beoordeelt en de praktijkbegeleiders aanstuurt en begeleidt. Er is een bovenschoolse coach met o.a. als taak het aansturen van de interne coaches. Naast PABO-studenten lopen ook MBO-studenten stage op de scholen of bij de peuteropvang. In 2013 hebben in totaal 31 PAOBO-studenten stage gelopen op de SKOBA-scholen en 38 stagiaires vanuit het MBO.
27
Jaarverslag SKOBA 2013
7. Peuteropvang SKOBA is ook het bevoegd gezag van enkele peuteropvanglocaties. Deze zijn verbonden aan de basisscholen Mariaschool, John F. Kennedy en de Toermalijn. Wat de bezetting de afgelopen jaren is geweest, is te zien in het volgende overzicht.
Mariaschool De Koekepeer (JFK) Het Toermalijntje Totaal 28
2
2011
2012
2013
134
142
135
86
74
61
65
63
89
284
279
286
In 2013 hebben we vanwege het gewijzigde gemeentebeleid onze peuterspeelzalen allemaal omgevormd tot kinderopvanglocaties. De doelgroep is overigens ongewijzigd gebleven (peuters vanaf 2,5 jaar) evenals het aanbod dagdelen. Vanwege die omvorming spreken we nu over peuteropvang. De Inspectie heeft de locaties beoordeeld en in orde bevonden. De peuterleidsters zijn overgegaan naar de cao Kinderopvang en heten daarom voortaan pedagogisch medewerkers. In 2013 waren er 13 pedagogisch medewerkers (allemaal vrouwen) in dienst bij SKOBA met een vast contract. In totaal betrof het 5,6 fte. In 2012 is in de drie gemeenten waar SKOBA We hebben externe ondersteuning gevraagd bij het goed inrichten van de administratie. Die is ingewikkelder geworden nu wij zowel ouders hebben die voor hun peuter een door de gemeente gesubsidieerde plek hebben als ouders die de financiering laten lopen via de kinderopvangtoeslag. Ook hebben wij ouders moeten helpen bij het aanvragen van de kinderopvangtoeslag. Het (tijdig) innen van de gelden bij de ouders is niet altijd even soepel verlopen. Door het gedeeltelijk wegvallen van de 2
gemeentelijke subsidie is voor ons het risico op het niet binnenhalen van de benodigde middelen via de ouders toegenomen. 7.1 Peuteropvang Mariaschool De 3 peutergroepen van de Mariaschool maken integraal onderdeel uit van het onderwijsaanbod op de Mariaschool. De doorgaande lijnen op het gebied van thematisch werken, woordenschatonderwijs, lezen, zelfstandig werken,begrijpend lezen en coöperatieve leerstrategieën starten dan ook allemaal in de peutergroepen. Speels, liefdevol en vakkundig zijn de kernwaarden die een belangrijke rol spelen De pedagogisch medewerksters en de leerkrachten van de school vormen samen 1 team. Ouderbetrokkenheid is net als bij de school een belangrijk item bij de peuteropvang. De pedagogisch medewerksters zijn getraind om het programma ‘VVE –thuis voor peuters’ te mogen geven aan de ouders. Zesmaal per jaar krijgen ouders uitleg over het programma waardoor ze zelf met hun kind thuis met materialen en boekjes aan de slag kunnen. Naast de pedagogisch medewerkster is tijdens deze bijeenkomsten ook de opvoedingsadviseur aanwezig. De bijeenkomsten worden goed bezocht door de ouders. Sinds augustus 2012 is een van de bestaande peutergroepen de Pilotgroep geworden, ondersteund met subsidie vanuit OCW. Deze groep peuters komen vanaf september 2013 vier dagdelen van 8.45-12.00 uur in plaats van de reguliere vier dagdelen van 8.4511.15 uur naar de peutergroep. Naast het ‘gewone’ programma dat ook in de andere peutergroepen wordt gegeven, wordt in de extra tijd meer aandacht gegeven
Per augustus 2013 is de locatie van de JFK in Zwijndrecht gesloten, dus ook de peuteropvang aldaar. Deze is daarom in dit overzicht niet meer meegenomen.
aan verdieping van de thema’s en het zelfontdekkende vermogen van de peuters. De leiding van de Pilotgroep bestaat uit 1 pedagogisch medewerkster en 1 HBO geschoolde kracht (IB-er). Zowel voor de leiding als de directie zijn er studiemomenten waarop met overige stargroepen ervaringen worden uitgewisseld. Daarnaast wordt de IB-er van de school ingezet bij de peutergroepen voor de versterking van de kwaliteit op de VVE-groep. Dit gebeurt door inzet van de IB-er op onderstaande taken: • opbrengstgericht werken opzetten; • coaching PM-ers op de groep; • coördinatie doorgaande lijn; • coördinatie ouderbetrokkenheid. Alle drie de groepen komen vanaf september 2013 in de ochtend. De lokalen zijn opnieuw ingericht en voorzien van nieuw meubilair. Er is 1 vast en 1 verrijdbaar touch screen. Het binnen halen van de buitenwereld is zo vergroot. De peuters zijn ook al heel handig in het gebruik van het digitale bord en swypen is voor hen al heel gewoon. De pedagogisch medewerksters nemen deel aan de studiebijeenkomsten en teamvergaderingen van de school en participeren in werkgroepen.
Voor 2014 hebben de peutergroepen van de Mariaschool de volgende doelstellingen: • voortzetten van de Pilotgroep 3 jarige peuters; HBOers en pedagogisch medewerksters maken gebruik van elkaars kwaliteiten; • alle pedagogisch medewerksters hebben een Piramide certificaat; • verhogen van het taalniveau van de leiding in de peuterspeelzaal; • doorgaande lijn van het ontwikkeling volgmodel (BOSOS3 ) voor de peuters en kleuters en werken met groeps-groepjesplannen. 7.2 Peuteropvang John F. Kennedy De peuteropvang De Koekepeer, verbonden aan de John F. Kennedy, is in principe voor iedereen toegankelijk. Er is conform het activiteitenplan dat voor 2013 was opgesteld gehandeld. De activiteiten zijn planmatig opgepakt en sluiten op elkaar aan. Kwaliteit en continuïteit worden voor iedereen gewaarborgd. De kinderen verblijven in een pedagogisch aantrekkelijke omgeving, waarin zij tot ontplooiing komen en emotioneel ondersteund worden. Zij krijgen de verzorging die zij nodig hebben. Het welbevinden van de peuter staat voorop. Voortdurend is er oog voor de thuissituatie van de kinderen. Tijdens het halen en brengen van de peuters en tijdens oudergesprekken wordt actuele en relevante informatie uitgewisseld. In sommige gevallen wordt een huisbezoek afgelegd. Er is veel aandacht voor de doorgaande lijn van de peuteropvang naar de basisschool. De kinderen stromen uit naar diverse basisscholen, voor een belangrijk deel ook naar de John F. Kennedy. De aansluiting verloopt soepel en geleidelijk. Er vindt schriftelijke overdracht plaats. Indien noodzakelijk wordt de overdracht ook mondeling ondersteund. De pedagogisch medewerkers zijn allemaal bevoegd en beschikken over een Verklaring omtrent het gedrag 3
(VOG). Zij hebben de Jenaplancursus gevolgd. Er wordt steeds meer rekening gehouden met en gehandeld naar de uitgangspunten van het pedagogisch Jenaplanprincipe. De ontwikkeling van de kinderen wordt bijgehouden en vastgelegd. Indien zich bijzondere situaties voordoen met peuters, wordt de intern begeleider van de basisschool ingeschakeld voor advies.
ons op de peuterspeelzaal. Daarna gaan ze naar een ligplaatsschool voor peuters en kleuters, bijvoorbeeld Het Swanejong in Dordrecht. Wanneer de kinderen niet naar school gaan, krijgen zij onderwijs aan boord van hun ouders. Zij werken met het schoolprogramma Stappen langs het water. In groep 3 zien wij veel van onze toenmalige schipperspeuters weer terug.
Mede door wetswijzigingen, wijziging in de subsidiestroom en toewijzing voor deelname aan ofwel door de gemeente gesubsidieerde peuteropvang ofwel peuteropvang via de kinderopvangtoeslag is de financiële afwikkeling met ouders aan het einde van het jaar niet geheel ordelijk verlopen. Er zijn gelukkig weinig klachten over gekomen, er was algemeen wel begrip, omdat voor ouders de landelijke situatie ook onduidelijk was.
Na een aantal jaar van terugloop en stabiliteit is het aantal peuters op de locatie Emmastraat in 2013 licht gestegen. Door het grote aantal schipperspeuters is de groep redelijk tot goed gevuld. Op de locatie Schaepmanlaan zagen we in de eerste helft van 2013 nog een stijging. In de tweede helft van 2013 is het peuteraantal zich meer gaan stabiliseren. In september 2013 is op deze locatie een vierde dagdeel open gegaan.
7.3 Peuteropvang De Toermalijn
Het overgrote deel van de peuters is doorgestroomd naar basisschool De Toermalijn.
De Toermalijn heeft op beide locaties peuteropvang. In 2013 heeft de gemeente Zwijndrecht 4 dagdelen op de locatie Schaepmanlaan en 3 dagdelen op de locatie Emmastraat gesubsidieerd. Bij de peuteropvang werken we met de methode Puk & Ko. De thema’s worden afgestemd met de kleutergroepen. Binnen elk thema ondernemen de oudste peuters en de kleuters een aantal gezamenlijke activiteiten, zoals samen luisteren naar een themaverhaal of een knutselwerkje maken. De doorgaande leerlijn peuters-kleuters zien we onder andere terug in thematisch werken, ontluikende geletterdheid, ontluikende gecijferdheid en klassenmanagement. De locatie Emmastraat wordt veelvuldig bezocht door peuters van varende ouders. Deze peuters komen naar onze peuteropvang wanneer de ouders met het schip in de buurt zijn. De peuters worden vanaf drie jaar ook begeleid door het LOVK (Landelijk Onderwijs aan Varende Kinderen). Aan boord werken de ouders met een speciaal onderwijspakket voor peuters. De schipperspeuters blijven tot 3,5 jaar bij
BOSOS staat voor een beredeneerd aanbod door gericht observeren en signaleren en opbrengsten goed in kaart brengen die specifiek zijn voor de dagelijkse praktijk.
Jaarverslag SKOBA 2013
29
8. De zorg voor kwaliteit 8.1 Kwaliteitszorginstrument IWMK (Werken met Kwaliteitskaarten) is al sinds 2010 het kwaliteitszorginstrument van SKOBA. Onder andere via diverse besprekingen in het directieberaad zijn we in 2013 verder gegaan met de benutting van dit instrument in het bewaken en borgen van de kwaliteit. 8.2 Bevindingen van de Inspectie Alle SKOBA-scholen zitten in het basisarrangement van de Inspectie. Hieronder staat het overzicht van de meest recent uitgebrachte rapporten van de Inspectie. 30
Scholen
Definitief
Onderzoek
Soort4
Anne Frankschool
januari 2014
november 2013
PKO
Don Bosco
mei 2010
maart 2010
OV 2009-2010
Geert Groote
juli 2012
maart 2012
PKO
School
2008/ 2009
2009/ 2010
2010/ 2011
2011/ 2012
2012/ 2013
Don Bosco
538,5
534,9
532,0
535,9
537,8
Geert Groote
536,1
534,9
532,8
536,1
536,8
535,2
535,9
539,0
John F. Kennedy:
John F. Kennedy5:
4
8.3 Eindresultaten Hieronder geven we de eindresultaten van de SKOBA-scholen over de afgelopen 5 jaren weer, steeds vertaald in een Cito-score en gecorrigeerd voor leerlingengewicht. De John F. Kennedy en de Satelliet gebruiken niet de Cito-toets maar het Drempelonderzoek Kapinga; deze score is voor de vergelijkbaarheid omgezet naar een Cito-score. In 2013 heeft voor het eerst sinds jaren geen enkele school een onvoldoende opbrengst gehaald. Ook de gemiddelde score is gestegen en ligt ruim boven het landelijk gemiddelde (534,8).
-Druivengaarde
april 2009
februari 2009
OV 2008-2009
– Buizerdstr.
536,0
537,3
-Steenbakkersstraat
april 2010
februari 2010
OV 2009-2010
– Steenbakkersstr.
530,6
539,3
Mariaschool
oktober 2010
mei 2010
PKO
– Druivengaarde
536,6
535,8
Mariëngaarde
maart 2011
januari 2011
OV 2010-2011
Mariaschool
532,2
535,4
535,8
533,7
536,6
Pius 10
juni 2011
april 2011
PKO
Mariëngaarde
537,4
537,5
534,7
534,3
538,1
De Satelliet
juli 2011
april 2011
PKO
Pius 10
536,1
537,9
532,9
538,7
536,0
De Toermalijn
maart 2011
februari 2011
OV 2010-2011
De Satelliet
537,5
532,6
536,6
529,4
535,8
De Toermalijn
534,4
535,0
536,5
535,0
535,9
Gemiddelde SKOBA-scholen
536,0
535,7
534,6
535,9
537,0
PKO = Periodiek Kwaliteitsonderzoek; OKV = Onderzoek naar
Kwaliteitsverbetering en OV = Onderwijsverslag. 5
De score van de John. F. Kennedy wordt vanaf 2010-2011 over de gehele school weergegeven, niet meer per locatie.
8.4 Tevredenheid ouders en personeel In het vorige jaarverslag hebben we de resultaten bekend gemaakt van een onderzoek naar de tevredenheid van ouders op basis van het WMKinstrument. Zo’n onderzoek doen wij eens in de 2-3 jaar. Dit jaar kunnen we daar dus niet over rapporteren. In 2009 is voor het laatst een werkbelevingsonderzoek gedaan onder het personeel waarover we in het jaarverslag 2009 hebben bericht. Een nieuw tevredenheidsonderzoek onder het personeel staat op de rol voor 2014, naar verwachting ook op basis van het WMK-instrument. 8.5 Klachten SKOBA maakt gebruik van een landelijke externe klachtencommissie, zowel voor het onderwijs als voor de peuteropvang. In het “Reglement Landelijke Klachtencommissie Katholiek Onderwijs (LKC KO)” wordt de rol van en de procedure bij deze commissie beschreven. Dit reglement maakt onderdeel uit van de interne klachtenprocedure van SKOBA. Voor de peuteropvang zijn we aangesloten bij de ZuidHollandse centrale Klachtencommissie Kinderopvang (ZcKK). In 2013 zijn er geen klachten ingediend bij de externe klachtencommissies. Intern zijn er dit jaar ook geen klachten aan de orde geweest.
Jaarverslag SKOBA 2013
31
9. Ontwikkelingen op het gebied van personeel
32
9.1 Interne mobiliteit In 2013 heeft de nadruk vooral gelegen op de personeelszorg en interne mobiliteit. Eind 2012 is de nota “In beweging” opgesteld waarin het belang van interne mobiliteit beschreven wordt en de randvoorwaarden worden vastgesteld. Dit nieuwe beleid is met instemming van de GMR in 2013 toegepast maar zal nog wel geregeld geëvalueerd worden. Toepassing van dit nieuwe beleid heeft er in 2013 ertoe geleid dat alle verzoeken om interne mobiliteit konden worden gehonoreerd. Door de vrijwillige mobiliteitsverzoeken te honoreren hebben 4 medewerkers niet verplicht hoeven te mobiliseren. Er is 1 fte overgeplaatst zonder dat deze persoon intern heeft gesolliciteerd maar gezien de RDDF-plaatsing was betrokkene vooral blij binnen de Stichting te kunnen blijven. Naast het traject van interne mobiliteit hebben we van 1 conciërge afscheid genomen. Deze persoon wordt door een outplacementbureau geholpen een nieuwe werkkring te vinden. 9.2 Formatie In 2012 zijn 11 personen, 8 fte, in het RDDF geplaatst. Uiteindelijk hebben we al deze medewerkers voor de Stichting kunnen behouden. Wel zijn er in 2013 opnieuw 5 medewerkers (3,7 fte) in het RDDF geplaatst. In 2014 zal moeten blijken of er voor hen formatieruimte beschikbaar is. Hieronder ziet u een overzicht van het SKOBApersoneelsbestand (exclusief de peuterleidsters/ pedagogisch medewerkers) over de afgelopen 4 jaren; enerzijds weergegeven in aantal volledige formatieplaatsen, anderzijds verdeeld over mannen en
vrouwen. Het betreft steeds de stand per 31 december van enig jaar. Het aandeel mannen bij SKOBA loopt geleidelijk af. Dit is helaas een tendens die landelijk ook zichtbaar is. Het aandeel vrouwen onder de SKOBAdirecteuren is ten opzichte van voorgaande jaren ongewijzigd gebleven en ligt nog steeds op 44%; dit is momenteel gelijk aan het landelijk gemiddelde. Aantal fte 2013
2012
2011
2010
Man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
25,4
118,1
143,5
28,1
117,7
145,8
29,6
126,4
156,0
29,1
137,2
166,3
Aantal medewerkers 2013
2012
2011
2010
Man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
27
177
204
30
177
207
40
187
227
41
201
242
De medewerkers zijn als volgt verdeeld over de diverse loonschalen: Verdeling naar schalen 2013 schalen
mannen
vrouwen
totaal
OOP 1
1
1
3
1
1
4
1
10
11
7
1
1
2
8
1 2
2
11
128
139
1
11 OP LA LB
3
26
29
LC
1
2
3
AB
1
3
4
2
2
1
6
2
2
Directie DA DB
5
DC Bestuurder B46
1
1
9.3 Functiemix Gezien de formatieve en financiële ontwikkelingen binnen SKOBA is het momenteel niet verstandig om de functiemix volledig door te voeren. Wel zitten er medewerkers in een traject richting een LB-functie die op grond hiervan bevorderd zullen worden. In 2013 zou er sprake moeten zijn van een percentage LB leerkrachten op bestuursniveau van 32%. Binnen SKOBA is sprake van 12 % (exclusief de leerkrachten binnen het SBO). Dit percentage ligt momenteel onder het landelijke gemiddelde in het primair onderwijs over 2012 dat 18,5% bedraagt. In 2014 wordt nieuw beleid ontwikkeld met betrekking tot de functiemix. De regie voor het verkrijgen van een LB functie komt dan voor een belangrijk deel te liggen bij de leerkracht 6
zelf. Een bepaald percentage LB-functies is dan niet meer leidend, maar bovengemiddelde kwaliteit die van belang is voor de school en voor SKOBA als geheel. 9.4 Ziekteverzuim In 2013 is zeer veel aandacht besteedt aan personeelszorg. Er is gekozen voor een nieuwe partner in het kader van de begeleiding van medewerkers met psychische klachten. Er hebben 5 verwijzingen plaatsgevonden. Ook is er een opstap gemaakt naar het intern aanbieden van een cursus “mindfulness”, een pilot is reeds gestart. Bij elke langdurig zieke probeert P&O als casemanager een maatwerkoplossing te bieden. Bij 1 jaar ziekte vindt er in ieder geval arbeidsdeskundig onderzoek plaats en wordt veelal het tweede spoor opgestart. Er wordt veelvuldig een beroep gedaan op de reintegratiesubsidie van Loyalis en de subsidie pre-advies van het Vervangingsfonds Helaas laat het ziekteverzuimpercentage in 2013 nog geen daling zien ten opzichte van 2012. Het heeft vaak enige tijd nodig voordat een effect van nieuwe maatregelen zich in dergelijke cijfers laat zien. In 2014 zal het effect van de nieuwe samenwerkingspartners naar verwachting wel zichtbaar worden in het verzuimpercentage. Overigens geldt ook voor 2013 dat we er niet zeker van zijn dat het uit het administratieve systeem gerolde percentage ook het werkelijke percentage is. Wij zullen in het kader van de heroverweging van de uitbesteding van onze financiële en personele zaken ook een betrouwbaar systeem van ziekteregistratie meenemen. Ziekteverzuimpercentage Totaal
2013
2012
2011
2010
9,3
9,0
8,8
7,4
Dit betreft de voorzitter College van Bestuur op wie sinds 2013 de CAO Bestuurders PO van toepassing is.
Jaarverslag SKOBA 2013
33
10. Raad van Toezicht Het basisonderwijs in ons land was in 2013 meer dan gemiddeld in het nieuws. Discussies rondom identiteit, kwaliteit, professionaliteit, integriteit, toezicht en financiering vroegen landelijk om aandacht en bewezen eens te meer dat basisonderwijs vele tongen in beweging brengt. Logisch als je bedenkt dat zo veel ouders, kinderen en medewerkers hierbij betrokken zijn. Het gaat om niets meer en niets minder dan de toekomst van een volgende generatie.
34
In 2013 was er intensief overleg tussen Raad van Toezicht en voorzitter CvB over de ontwikkelingen binnen SKOBA op onderwijskundig, financieel en voorwaardenscheppend terrein. De Raad van Toezicht is 5 keer bijeen geweest. Naast de gebruikelijke onderwerpen zoals de jaarrekening en het jaarverslag over 2012 en de begroting voor 2014 en de jaren daarna zijn o.a. de volgende onderwerpen aan de orde geweest: • het resultaat van de voor de bestuurlijke visitatie door de leden van de Raad van Toezicht anoniem ingevulde vragenlijst en de rapportage van de bestuurlijke visitatie; • proeve van kwaliteitsindicatoren en een proeve van een toezichtkader ten behoeve van het nieuwe strategisch beleidsplan 2014-2018; • opzet van nieuwe strategisch beleidsplan 2014-2018 met bijzondere aandacht voor het hoofdstuk over de katholieke identiteit; • transitie van peuterspeelzalen naar peuteropvang; • ontwikkelingen m.b.t. de huisvesting in de diverse gemeenten (overdracht van middelen voor onderhoud en eventuele doordecentralisatie); • voorgenomen fusie van sbo-school Anne Frank; • kwaliteitsslag ICT; • ontwikkeling leerlingenaantal en adviesnotitie van
VKO over scenario’s voor instandhouding; • overschrijdingsregeling Dordrecht i.v.m. financiële problemen bij het openbaar onderwijs; • terugkoppeling uit de algemene overleggen met de schoolteams; • rondje scholen (2x per jaar). Afgesproken is verder dat de Raad van Toezicht jaarlijks gaat overleggen met directeuren gezamenlijk om ook van hen direct te vernemen waar knelpunten zich voordoen. Ook in 2013 bezocht de voorzitter van de Raad van Toezicht vergezeld van een ander lid van de Raad van Toezicht samen met voorzitter CvB wederom alle scholen om in een teamoverleg te discussiëren over het SKOBA-gevoel. Dat laatste hebben we niet aangetroffen maar er was des te meer sprake van een sterk gevoelde identiteit van de eigen school die binnen SKOBA goed tot zijn recht kan komen. We constateren dat SKOBA erin slaagt ondanks een krimpende markt zijn leerlingenaantal redelijk constant te houden, maar ook de SKOBA-scholen ontkomen niet geheel aan de landelijke trend van krimp. Maar tegenover krimp op een aantal scholen staan ook groeiende leerlingenaantallen op andere scholen. Ook de financiële resultaten geven vertrouwen voor de toekomst. Aan de discussie over het Strategisch Beleidsplan 20142018 heeft ook de Raad van Toezicht meegedaan en hopelijk resulteert dat in 2014 in het vaststellen van een ambitieus en authentiek SKOBA-plan voor de komende 4 jaar.
Mede naar aanleiding van de in hoofdstuk 2 vermelde bestuurlijke visitatie heeft de Raad van Toezicht besloten het eigen functioneren eens goed te analyseren door in de vorm van een zelfevaluatie onszelf een spiegel voor te houden. Doen we de goede dingen en doen we die goede dingen ook goed? Bij deze zelfevaluatie hadden we input van daarvoor ontwikkelde modellen en dat heeft ons geholpen om intensief ons doen en laten met elkaar te bespreken Hoe is onze relatie met de voorzitter CvB en met de scholen? Zijn we voldoende kritisch naar de voorzitter CvB en naar elkaar? Focussen we niet te veel op de cijfers en resultaten en te weinig op inhoud en identiteit? In het kader van dit jaarverslag gaat het te ver om de resultaten van de zelfevaluatie uitvoerig toe te lichten, maar de conclusie is gerechtvaardigd dat een kritische basishouding noodzakelijk is en dat we als Raad van Toezicht nog scherper moeten zijn naar onszelf en naar de voorzitter CvB om een goede toekomst voor SKOBA te blijven garanderen. De Raad van Toezicht dankt alle betrokkenen bij SKOBA van harte voor hun inzet en betrokkenheid in 2013. Basisonderwijs is en blijft een fundament in onze maatschappij en dat geldt ook voor SKOBA!
11. Financieel beleid 11.1 Ontwikkelingen m.b.t. de administratie In hoofdstuk vier kwam al aan de orde dat sinds 2012 de personele, salaris- en financiële administratie is ondergebracht bij het administratiekantoor OSG in Rotterdam. In 2013 is de financiële administratie geconverteerd naar het software pakket AFAS. Vanaf 2014 wordt ook de HRM en payroll administratie in hetzelfde pakket verwerkt. In 2012 hadden we te maken met opstartproblemen. De overdracht van het administratiekantoor Dyade naar OSG verliep niet optimaal en ook bij het opstellen van de jaarrekening 2012 ontstonden problemen die niet waren voorzien. In de personele administratie is niet alles naar wens opgepakt en in 2013 kreeg OSG bovendien te maken met een reorganisatie waardoor onze contactpersoon voor financiële administratie weg viel. Een conversie naar een ander systeem in combinatie met een gebrekkige overdracht van werkzaamheden bracht ons wederom in de problemen. Betrouwbare financiële rapportages zijn heel 2013 uitgebleven. Hierdoor is ook (te) laat aan het licht gekomen dat declaraties en aangiften bij het vervangingsfonds, belastingdienst en gemeenten onvolledig, onduidelijk of onjuist zijn gebleken. Waar mogelijk wordt geprobeerd dit te herstellen.
aan middelen op de scholen. Vanaf de begroting van 2016 zullen we ons meer gaan richten op wat echt nodig is om goed onderwijs te geven op de scholen, gerelateerd aan de leerlingen die dat schooljaar onderwijs volgen. Niet alleen het aantal leerlingen maar ook de behoefte aan al dan niet extra ondersteuning per leerling zal in kaart moeten worden gebracht. We willen dit dus onafhankelijk van de beschikbaar gestelde middelen gaan bepalen. Juist omdat de beschikbaar gestelde middelen zijn gebaseerd op een standaard berekening die niet altijd aansluit met de werkelijkheid. Deze benadering is ook meer in lijn met het landelijke project, “Eerst kiezen, dan delen” van de PO-raad. In 2013 werden evenals in de voorgaande jaren de middelen aan de scholen toegerekend op basis van percentages van de bekostiging . De kosten die vielen onder het bovenschools beheer werden ook bovenschools gedragen. De schooldirecteuren blijven integraal verantwoordelijk voor de onderdelen waar zij ook zelf grip op hebben. In 2013 is een begin gemaakt aan een nieuw strategisch beleidsplan. Dit plan is nog niet doorgevoerd in de meerjarenbegroting. In 2014 zal het strategisch beleidsplan worden geïntegreerd in de meerjarenbegroting.
11.2 Planning en control-cyclus Door het achterblijven van betrouwbare financiële en personele rapportages is de focus in 2013 vooral blijven liggen op het plannen zonder goed in staat te zijn geweest dit te toetsen aan de realisatie. De toerekening van middelen aan de scholen zal in de komende jaren worden herzien omdat de standaard berekening van het ministerie en de gemeenten niet goed kan worden vertaald naar de werkelijke behoefte
11.3 Gewichtenregeling Het ministerie stelt middelen ter beschikking voor achterstanden. Hiervoor wordt een gewichtenregeling toegepast die gedurende 2013 is aangescherpt in de controle. Een aanzienlijk deel van de overheidsmiddelen van SKOBA bestaat uit gewichtenmiddelen. Ook de impulsgebiedtoeslag wordt naast de postcode van school mede bepaald door het schoolgewicht. Jaarlijks controleert de inspectie van het onderwijs
Jaarverslag SKOBA 2013
steekproefsgewijs de juistheid van de leerlinggegevens. Gebleken is dat het landelijk percentage van de gewichten dat onjuist wordt opgegeven gestegen is naar 27%. Uit een vrijwillige controle op de Mariaschool en de Mariëngaarde door Deloitte in opdracht van OCW is vastgesteld dat ook op deze scholen het gewicht te hoog stond geregistreerd. Het aangepaste gewicht zou een aanzienlijke invloed op de hoogte van de bekostiging in de komende jaren kunnen hebben. Vanaf schooljaar 2014-2015 gaat de Mariaschool hierdoor al sterk achteruit in de beschikbaar gestelde middelen. Op de Mariëngaarde moeten we hiermee rekening gaan houden vanaf schooljaar 2015-2016. De voorgeschreven procedure voor het vaststellen van het gewicht per ingeschreven leerling werd op deze scholen echter wel degelijk toegepast. Wij hebben vastgesteld dat Deloitte bij zijn controle richtlijnen heeft gehanteerd die veel strakker waren dan scholen op grond van de beschikbare informatie hadden mogen verwachten. Tegen de richtlijnen die Deloitte heeft toegepast in de correctie van het geregistreerde gewicht en de hierop gebaseerde beschikking van achterstandsmiddelen zal dan ook bezwaar worden gemaakt. 11.4 Nog steeds noodzaak tot bezuinigen Eind 2013 werden er door het ministerie extra middelen ter beschikking gesteld voor het onderwijs. Van de extra impuls van het ministerie die ten gunste van 2013 vrijviel, is helaas te weinig overgebleven om niet meer te hoeven bezuinigen. Een deel van de inzet van deze middelen uit het Herfstakkoord zal ook structureel worden uitgekeerd. Wat precies ten gunste van het primair onderwijs gaat komen is echter nog niet duidelijk.
35
Bovendien staan tegenover deze eventuele extra middelen waarschijnlijk ook extra kosten maar ook dit is onzeker want de CAO voor 2014 ligt bijvoorbeeld nog niet vast. Ondanks de extra middelen uit het Herfstakkoord gaan we er daarom niet vanuit dat SKOBA het financieel ook makkelijker gaat krijgen in de toekomst. Vanwege het grillige karakter van de bekostiging moeten we nog steeds voorzichtig zijn met de geplande uitgaven. Voor uitzonderlijke projecten moet een andere financieringsbron worden gevonden. Zo wordt het energieproject en het ICT-project voor een belangrijk deel bekostigd uit extra middelen van het steunfonds.
36
11.5 Investeringsbeleid Dyade Vastgoed maakt een meerjarenplanning Zoals ook al beschreven in hoofdstuk 4 , maakt Dyade Vastgoed een meerjarenplanning voor het preventief onderhoud ten laste van het schoolbestuur en het onderhoud ten laste van de gemeente. De directeur van de school en de voorzitter van het College van Bestuur beoordelen deze meerjarenplanning. Er is naderhand intensief contact tussen Dyade Vastgoed en SKOBA over de uitvoering en gerealiseerde uitgaven aan groot onderhoud. De jaarlijkse kosten voor groot onderhoud worden verwerkt als een dotatie aan de voorziening groot onderhoud. Deze kosten worden bovenschools verwerkt. Een deel van de lumpsum materiële instandhouding wordt hiervoor overgedragen van de scholen naar de bovenschoolse kostenplaats. Vanaf 2015 komt ook het buitenonderhoud ten laste van de scholen. De voorziening onderhoud moet dan ook worden aangepast. De te activeren investeringen worden bijgehouden in een meerjareninvesteringsplan per school. Deze planning maakt onderdeel uit van de meerjarenbegroting per school. Directeuren maken aan de hand van het schoolplan een prognose van de uitgaven over de komende 4 jaar. Bij tussentijdse aanpassingen is er overleg met de voorzitter van het College van Bestuur. Via vastgelegde afschrijvingstermijnen worden de afschrijvingskosten verwerkt in de exploitatie.
11.6 Financieringsbehoefte SKOBA streeft ernaar geen vreemd vermogen aan te trekken voor het financieren van de bedrijfsvoering. Ondanks tekorten over voorgaande jaren is het gelukt deze tekorten op te vangen met eigen middelen. Met behulp van de steunstichting worden momenteel tekortkomingen op de materiële lumpsum opgevangen. De meerjarenbegroting mag, ondersteund door actief en overeenstemmend beleid, geen langdurige begrotingstekorten laten zien zodat kan worden voorkomen dat het weerstandsvermogen verdampt. Een vrijval in effecten in 2014 zal niet worden herbelegd. Voor de financiering van het ICT-project is namelijk extra liquiditeit nodig omdat de inkomsten van de steunstichting voor dit project naar verwachting niet toereikend zullen zijn. Dit zal mogelijk de volgende jaren worden ingelopen. 11.7 Treasury Het treasury statuut van SKOBA is in 2012 aangepast aan de norm. Er wordt belegd conform de regeling “Beleggen en belenen”. Het vastleggen van middelen in effecten is voor SKOBA in de loop der jaren een steeds minder belangrijke rol gaan spelen. Door relatief lage rendementen wordt de invloed van de effectenportefeuille op het resultaat ook kleiner. Aard
Omvang
Looptijd
Effecten
Obligaties
€667.718
Varieert van 5 tot 12 jaar
Banksaldi
Reguliere bankrekeningen
€ 824.892
Per direct opeisbaar
€ 3.292
Per direct opeisbaar
Kasmiddelen
De effectenportefeuille bestaat uit obligaties met een AAA-rating en een garantieproduct met een passende rating en een aflossing per einde looptijd van tegen minimaal 100% van de aankoopwaarde. Gedurende 2013 zijn geen effecten aangeschaft. De bestaande aankopen liggen gemiddeld rond de € 100.000. Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met een geleidelijke, goed gespreide vrijval van effecten.
Van de rekening courant worden de grote maandelijks terugkomende betalingen, zoals de salarissen, afgeschreven. Ook de salarissen van de pedagogisch medewerkers lopen vanaf 2013 via deze rekening. Daarnaast moet rekening worden gehouden met investeringen, reguliere schooluitgaven, uitgaven aan onderhoud en onverwachte uitgaven. Gemiddeld zou er ongeveer een bedrag van € 400.000 op deze rekening moeten staan. Alle scholen hebben daarnaast de beschikking over een schoolrekening voor kleine uitgaven. Er is een maximum afgesproken van € 5.000 op de meeste scholen. Voor de peuteropvang is nog steeds een aparte bankrekening. Deze rekening wordt in principe alleen nog gebruikt voor het bijhouden van de inning van ouderbijdragen van de peuteropvang. Tenslotte wordt er nog een depositorekening aangehouden met direct opeisbaar geld voor effecten of bedrijfsvoering. Hierop staat ongeveer € 300.000. 11.8 Beleid beheersing uitgaven inzake uitkeringen na ontslag De beleidsmedewerker P&O probeert altijd in overleg met de advocaat de uitkering na ontslag zo laag mogelijk te houden. Indien gegevens tijdig voorhanden zijn, wordt hiermee rekening gehouden in de begroting. Meestal wordt een bedrag opgenomen in de begroting ter dekking van het risico op uitbetaling van ontslaguitkeringen.
12. Financiële resultaten 12.1 Financiële positie op balansdatum De balans is een momentopname van de vermogensstructuur van een organisatie. Deze ziet er als volgt uit:
Activa In 2013 is vergeleken met voorgaande jaren flink geïnvesteerd. Met een investering van in totaal € 640.000 en een afschrijving van € 310.000 namen de materiële vaste activa toe met € 330.000 ten opzichte van 2012. Vergeleken met de begroting is ook € 100.000 extra geïnvesteerd. Een deel is te verklaren door het bovenschoolse ICT-project. Er is in 2013 meer uitgegeven aan het ICT-project dan ontvangen van de steunstichting. In 2012 was hiervoor al wel een bedrag ontvangen dat in 2013 vrijviel. Ook op de Mariëngaarde is € 76.000 meer geïnvesteerd dan begroot in leermiddelen en ICT. Voor eerste inrichting op de Mariëngaarde ontvangt SKOBA hiervoor wel een investeringssubsidie. Op de Mariaschool werd € 34.000 meer geïnvesteerd dan begroot. Bij elkaar is ruim € 400.000 geïnvesteerd in ICT verdeeld over de scholen. Veel hiervan stond niet in de begroting omdat, naast het ICT-project inzake de ICT-infrastructuur, tussentijds Jaarverslag SKOBA 2013
ook is besloten een inhaalslag te maken met het vervangen van apparatuur en computers op alle scholen en het inrichten van een geavanceerde wifi-omgeving. De inrichting van de wifi-omgeving is direct in de exploitatie verwerkt. In hoofdstuk 4.2 kunt u hier meer over lezen. Onder de financiële vaste activa valt ook het verstrekte voorschot met betrekking tot de overeenkomst voor breedbandinternet in Dordrecht. Deze activa nemen af door de jaarlijks gelijke aflossing van € 10.338. Het effectensaldo is toegenomen door een positief koersresultaat van € 32.000. In de samenstelling van de effecten is echter niets veranderd ten opzichte van 2012. De liquide middelen namen af gedurende 2013. De extra middelen van het ministerie vingen de hoge uitgaven voor projecten en investeringen deels op. De ontvangsten van de steunstichting komen later dan de uitgaven voor de projecten die hieruit gefinancierd worden.
Passiva Het eigen vermogen is toegenomen door een positief resultaat van € 100.475. De dotatie aan de voorzieningen was in 2013 hoger dan de onttrekkingen. Veel groot onderhoud is doorgeschoven naar volgende jaren of geannuleerd. De dotatie is niet aangepast omdat vanaf 2015 ook het groot onderhoud, tot op heden de verantwoordelijkheid van de gemeente, wordt toegevoegd aan het onderhoudsplan. De dotatie aan de voorziening jubileum was ook iets hoger dan de onttrekking. Onder de langlopende schulden is de subsidie voor eerste inrichting op de Mariëngaarde vrijgevallen in 2013.
37
12.2 Analyse exploitatie 2013 versus exploitatie 2012 en begroting 2013 In het resultaat van 2013 is een verlies verwerkt van bijna € 58.000 voor de peuterspeelzalen. Een positief saldo van € 158.000 betreft de scholen.
Rijksbijdragen Het grootste verschil in de exploitatie van 2013 en 2012 en de begroting wordt veroorzaakt door extra middelen van het ministerie. Aan incidentele middelen is in de jaarrekening van 2013 bijna € 48.000 verwerkt om met name jonge leraren aan het werk te houden. Dit is een voorschot op het Nationaal Onderwijsakkoord dat waarschijnlijk in 2015 geld vrijmaakt voor dit punt. Daarnaast is een extra bedrag toegevoegd aan de lumpsum van € 374.000 uit het herfstakkoord. Voor professionalisering schoolleiders is € 22.000 verwerkt en ongeveer hetzelfde bedrag is boven begroting ontvangen aan leerlinggebonden financiering. In 2012 waren er meer leerlingen dus de reguliere rijksbijdragen waren in 2012 wel hoger dan in 2013.
Overige overheidsbijdragen 38
Werkgevers kregen over 2013 een deel terug van de van de basispremie Arbeidsongeschiktheidsfonds. Een eenmalige teruggaaf van € 47.000 is verwerkt in het resultaat van 2013, extra ten opzichte van 2012 en de begroting. Voor de subsidie School in de Samenleving zijn over de laatste vijf maanden van 2013 geen middelen uitgekeerd en er is over het schooljaar 2012/2013 bovendien een bedrag van ruim € 11.000 teruggevorderd omdat er ook minder was uitgegeven. In 2013 is het peuterwerk gedeeltelijk over gegaan van peuterspeelzaal naar peuteropvang. Ouders die daarvoor in aanmerking komen, kunnen de ouderbijdrage voor een deel terugvorderen bij de belastingdienst. Ten tijde van het opstellen van de begroting was niet helemaal duidelijk welk deel nog zou worden gefinancierd door de gemeenten. In de begroting hadden we met meer gemeentebijdragen gerekend voor peuterwerk en daarnaast moest er ook nog ruim € 20.000 worden terugbetaald over 2012 voor de peuterspeelzalen in Zwijndrecht. Deze afrekening kwam ten laste van 2013.
De lagere baten van de gemeente werden helaas niet in zijn geheel opgevangen door hogere ouderbijdragen uit het hogere tarief voor de peuteropvang, verwerkt onder de overige baten. Voor de schakelklassen ontvingen we € 26.000 meer dan begroot.
bedrag van € 15.000 extra aan kosten voor extern personeel verwerkt. Op de JFK is € 30.000 aan extern personeel verwerkt dat voor een deel was begroot onder de overige lasten. Wegens een ontbinding van een arbeidsovereenkomst, in gang gezet in 2013, is nog een bedrag van € 30.000 ten laste van 2013 gekomen.
Overige baten In de overige baten is een bedrag van € 88.000 extra ten opzichte van 2012 en begroting verwerkt door een vrijval van de bijdrage van de steunstichting voor het energieproject en het ICT-project ontvangen in 2012. Tegenover deze hogere baten staan echter ook hogere kosten ten opzichte van de begroting 2012. Daarnaast is een investeringssubsidie van € 24.000 van de Mariëngaarde vrijgevallen onder de overige baten. De investering is inmiddels afgeschreven en de subsidie had eigenlijk gelijk moeten vrijvallen met deze afschrijvingen.
Afschrijvingen
Personele lasten
Huisvestingslasten
De kosten voor de overige personele baten wijken in totaal meer af van de begroting dan de loonkosten. Het gemiddeld aantal FTE wijkt praktisch niet af van de begroting. Per saldo is namelijk 144 FTE begroot en ook ingezet. Dit is het aantal FTE exclusief de vervangingen. De gemiddelde personeelslast ligt wel wat hoger dan begroot. De arbokosten zijn erg hoog in 2013. Door de wet verbetering poortwachter en de toetsing van het UWV zijn hogere kosten gemaakt waarmee geen rekening was gehouden in de begroting. De hogere kosten voor reis en verblijf ontstaan in 2013 door andere codering in RAET. Een deel van de kosten werd in 2012 verwerkt onder de loonkosten. Een aantal scholen heeft veel meer uitgegeven dan begroot aan scholing. In 2013 is gebruik gemaakt van Payroll op de Mariëngaarde, de Satelliet en de Anne Frank. In vergelijking met de begroting en 2012 zijn dit extra kosten. In totaal was dit in 2013 bijna € 40.000. Voor het ICT-project is in 2013 een bedrag van € 14.000 verwerkt voor extern personeel. Ten dele was dit begroot onder de overige lasten. Bovenschools is verder nog een
Op bijna alle scholen waren de huisvestingslasten hoger dan begroot. De exacte kosten voor het medegebruik Gildenplein in Gorinchem waren bij het opstellen van de begroting nog niet bekend. Deze kosten waren te laag ingeschat. Kosten voor klein en onverwacht onderhoud liepen op veel scholen erg uit de pas. Een locatie van de JF Kennedy is in 2013 gesloten. We hadden daarom verwacht in 2013 al flink te besparen op de huisvestingslasten. Door nakomende kosten was dit effect in 2013 nog niet zichtbaar. Bovenschools zijn een paar grote facturen verwerkt inzake het energieproject op de Satelliet. Hiertegenover staat echter een deel van de vrijval van de ontvangen baten van de steunstichting uit 2012.
Jaarverslag SKOBA 2013
De investeringen zijn ongeveer € 100.000 hoger dan begroot. En toch zijn de afschrijvingen ruim binnen het budget gebleven. Dat komt omdat de afschrijving op nieuwe investeringen in de begroting altijd over het hele jaar wordt berekend. Als de investering bijvoorbeeld in december plaats vindt, wordt er pas vanaf januari van het jaar erop afgeschreven. Veel investeringen vonden later in het jaar plaats. Vanaf 2014 zullen de afschrijvingen wel toenemen door deze investeringen.
De overige instellingslasten Op de Mariëngaarde is een subsidie eerste inrichting verwerkt van € 63.000 onder de overige instellingslasten. Hiertegenover staat een grote investering voor de inrichting van groepen op het Gildenplein. De afschrijving op deze investering zien
we de komende jaren pas terug in de exploitatie. De meeste scholen zijn op de overige instellingslasten binnen budget gebleven. De baten voor SIS (School in de Samenleving) waren te hoog begroot maar de hiermee samenhangende materiële kosten ook. De kosten voor reproductie zijn € 32.000 lager dan begroot door een grote creditnota die ook te maken heeft met 2012. De kosten voor ICT lagen bovenschools maar liefst € 170.000 hoger dan begroot. Op de overige onderwijslasten staat hiertegenover een bedrag van € 79.000 begroot zonder uitputting voor deze projecten. De vrijval uit 2012 van de steunstichting van € 88.000 en het bedrag dat is ontvangen in 2013 dat was begroot van € 124.000 vangen deze kosten op.
De financiële baten en lasten Ten opzichte van de begroting vallen de financiële baten en lasten € 30.000 gunstiger uit. De effecten zijn nu gewaardeerd tegen reële waarde. Het verschil wordt veroorzaakt door een positief koersresultaat dat niet was begroot.
39
12.3 Kengetallen Kengetallen maken (financiële) ontwikkelingen inzichtelijk. In eerste instantie hebben deze kengetallen als doel om een discussie over deze ontwikkelingen op gang te brengen.
Kapitalisatiefactor
40
(Totaal vermogen – gebouwen en terreinen) / totale baten * 100% Met de kapitalisatiefactor wordt kapitaalsbehoefte van een instelling bepaald. Er kan worden uitgegaan van een normatieve of van een meer gespecificeerde benadering van de kapitaalsbehoefte, de instellingskapitalisatiefactor. Omdat SKOBA krap valt onder de grote besturen, is het niet reëel om uit te gaan van de normatieve kapitalisatiefactor. In bovenstaande tabel gebruiken we daarom een instellingsspecifieke signaleringsgrens. Het kapitaal voor het doen van reguliere transacties is bij SKOBA ten opzichte van grote besturen namelijk relatief hoog maar om een juiste specifieke kapitalisatiefactor te kunnen bepalen zou ook de vervangingswaarde van de materiële vaste activa op een andere manier moeten worden bepaald. De materiele vaste activa die nu op de balans staan, moeten worden getoetst aan de werkelijk aanwezige vaste activa. Maar met dit gegeven wordt wel gerekend, ook in deze specifieke factor. SKOBA valt in 2013 binnen de specifieke grens van 38% maar overschrijdt de normatieve grens van 35%.
Solvabiliteit 1 Eigen vermogen/totaal passiva * 100% De solvabiliteit van een organisatie kan inzicht bieden in de mate waarin aan de verplichtingen kan worden voldaan. Het laat ook zien in hoeverre je afhankelijk bent van schuldeisers. De meeste onderwijsinstellingen hebben relatief weinig vreemd vermogen dus de solvabiliteit is hoog. Bij onderwijsinstellingen van dezelfde omvang ligt het percentage tussen de 60 en 70%. Bij SKOBA is de solvabiliteit sinds 2012 48%. Dit is nog steeds ruim boven de signaleringsgrens.
Solvabiliteit 2 Eigen vermogen + voorzieningen / totaal vermogen Deze definitie van de solvabiliteit wordt gehanteerd door Inspectie van het Onderwijs. Geadviseerd wordt echter om bij het beoordelen van de financiële positie van een schoolbestuur uit te gaan van solvabiliteit 1. SKOBA zit met 66% overigens ook hier ruim boven de signaleringsgrens van 30%.
Liquiditeit Vlottende activa/ kortlopende schulden De liquiditeit geeft aan in welke mate een organisatie haar lopende betalingsverplichtingen kan voldoen. De stand van de liquide middelen is binnen een jaar wel aan hevige schommelingen onderhevig. In de loop van de jaren loopt de liquiditeit per 31-12 van SKOBA wel terug maar blijft met 1,15 nog net binnen de grenzen die de inspectie hanteert. Dit is laag gezien de herfstakkoord middelen in december zijn ontvangen. Veel investeringen zijn namelijk vervroegd uitgevoerd, nadat bekend werd dat deze extra middelen zouden worden uitgekeerd. Het wordt wel belangrijk periodiek een liquiditeiten prognose bij te gaan houden.
Weerstandsvermogen (Eigen vermogen –materiële vaste activa )/ totale baten * 100% Met het kengetal weerstandsvermogen wordt in beeld gebracht hoe rijk een bestuur is. Om de financiële positie van een bestuur te beoordelen is de kapitalisatiefactor, samen met de solvabiliteit, hiervoor in de plaats gekomen. Omdat de kapitalisatiefactor echter omstreden is, wordt het weerstandsvermogen toch nog steeds gebruikt om de financiële positie te beoordelen. SKOBA ligt al sinds het derde jaar onder de signaleringsgrens. SKOBA heeft dus volgens dit kengetal weinig ruimte om risico’s op te vangen. Goed financieel beleid en een risico-inventarisatie zijn wel noodzakelijk om deze kleine marge te blijven borgen. De geprognosticeerde resultaten zijn negatief en dit kan een negatieve invloed hebben op de ontwikkeling van een toekomstige buffer.
Rentabiliteit Nettoresultaat / totale baten * 100% Bij een onderwijsinstelling wordt niet naar winst gestreefd dus een rentabiliteit van 0% is prima. Tenzij de buffer moet worden aangevuld, zoals wellicht wel aan te raden is bij SKOBA. Een negatief saldo is niet erg, als er voldoende financiële ruimte is. De commissie Don stelt daarom dat over een range van 3 jaar moet worden gestreefd naar een structureel evenwicht van inkomsten en uitgaven. De inspectie toetst op een signalering van een negatief saldo, gerekend over de laatste drie jaren.
Personele lasten /rijksbijdrage De inspectie hanteert bij dit kengetal een bovengrens van 95%. In de loop van de jaren zijn de personele lasten relatief afgenomen en ook vergeleken met andere instellingen heeft SKOBA minder personele lasten. Er wordt ook veel personeel bekostigd uit overige overheidsbijdragen.
Personele lasten/totale baten Een percentage boven de 90% wordt gesignaleerd bij de onderwijsinspectie. Ook bij dit kengetal blijft SKOBA binnen de grenzen, ook vergeleken met andere besturen ligt het percentage 1% lager.
De lasten per leerling lagen in 2013 relatief hoog. Hiertegenover staan ook hogere baten.
Jaarverslag SKOBA 2013
41
12.4 Continuïteitsparagraaf Hieronder treft u de beleidsarme meerjarenbegroting, inclusief de jaarbegroting peuterspeelzalen/peuteropvang. De geautoriseerde begroting 2014 voor de peuters is eenvoudigweg doorgetrokken over de jaren 2015 en 2016. De getoonde leerlingaantallen betreffen alleen de leerlingaantallen van de scholen. In de meerjarenbegroting zijn de leerlingprognoses verwerkt en ook doorgerekend op basis van gelijkblijvende systematiek van de toerekening van rijksbijdragen. Met een lichte leerlingdaling is ook enigszins rekening gehouden in de geprognosticeerde personele bezetting en de hiermee samenhangende personele lasten. In de bovenschoolse bezetting staat ook de bovenschoolse vervangingspool.
42
Het strategisch beleidsplan is nog in ontwikkeling en daarom nog niet meegenomen in deze meerjarenbegroting. Een financiële paragraaf ontbreekt namelijk nog bij de meeste onderdelen. Onder de bijdragen OCW zijn ook bedragen begroot, vergelijkbaar met de ontvangst van het Herfstakkoordmiddelen zoals die zijn verwerkt in 2013. Het is echter nog onbekend wat we gaan ontvangen en hoogstwaarschijnlijk staan hier ook extra lasten tegenover. Deze extra lasten zijn nog niet begroot. Daarnaast is in verband met de doordecentralisatie groot onderhoud een bedrag opgenomen van € 150.000 in de rijksbijdragen. Hiertegenover staat een gelijk bedrag opgenomen in de lasten huisvesting voor de dotatie aan de voorziening buitenonderhoud. Onder de overige baten is in deze meerjarenbegroting in 2014 een ontvangst van de gemeente Dordrecht voor een overschrijdingsregeling steun OPOD verwerkt van € 396.000. Of we dit ook daadwerkelijk in 2014 gaan ontvangen, wordt nog in overweging genomen door de gemeente Dordrecht. Waarschijnlijk wordt het bedrag echter verdeeld over de jaren 2014, 2015 en 2016. Onder de overige gemeentebaten vallen ook de subsidies voor SIS (School in de Samenleving), schakelklassen, VVE en peuterwerk. De beschikkingen van deze subsidies zijn vaak laat beschikbaar en bij niet volledige besteding kan een deel worden teruggevorderd. Met terugvordering is geen rekening gehouden in de begroting. Met een mogelijkheid van uitbesteding van peuterwerk op één locatie is in de kosten en baten nog geen rekening gehouden, omdat bij het opstellen van de jaarrekening daarover nog geen duidelijkheid bestond. Met het vertrek van de directeur van de Geert Groote is in deze begroting nog geen rekening gehouden. De kosten en de kostenbesparing over 2014 die hiermee samenhangen moeten nog worden berekenend . Over de volgende jaren zullen we wel een besparing in de loonkosten zien van een FTE directeur omdat we de vervanging oplossen met bestaand personeel. Voor investeringen en dus ook afschrijvingen is enige jaren vooruit begroot maar dit is op de meeste scholen Jaarverslag SKOBA 2013
en ook bovenschools nog onvoldoende doorgewerkt tot 2016. Voor het ICT-project is in de begroting van 2014 een te laag bedrag opgenomen. Een goede onderbouwing van de te verwachten kosten was ten tijde van het opstellen van de begroting nog niet klaar. Een besparing op de huisvestingslasten met betrekking tot het sluiten van een locatie op de John F. Kennedy is tegengevallen in 2013 door nakomende kosten maar dit zal vanaf 2014 wel zichtbaar moeten zijn in vergelijking met de voorgaande jaren. In de begroting is hier wel rekening mee gehouden. Een meerjarenonderhoudsplan voor buitenonderhoud is er nog niet. Maar omdat er nulmetingen zijn gedaan, verwachten we geen hoge kosten voor achterstallig onderhoud voor onze rekening te krijgen. Bovendien zou een overgangsregeling dit (deels) moeten opvangen. 43
Balans Onderstaande kengetallen zijn gebaseerd op de meerjarenbegroting, het meerjareninvesteringsplan, het meerjarenonderhoudsplan en de financieringsbehoefte naar aanleiding hiervan. Met het einde van de looptijd van effecten is rekening gehouden. Een eventuele koop van effecten kan pas plaatsvinden als er voldoende liquide middelen aanwezig zijn. Volgens de raming van de baten en lasten lopen het eigen vermogen en ook de liquide middelen sterk terug. Het heeft echter nog geen zin balansverhoudingen voor de meerjarensituatie te beoordelen omdat er in de meerjarenbegroting gedeeltelijk is door gekopieerd en dus maar zeer beperkt beleid is ingecalculeerd.
44
Intern risicobeheersings- en controlesysteem Bij SKOBA is nog geen apart systeem voor risicobeheersing. In het verleden is wel eens een risicoanalyse gemaakt maar dit is nog geen terugkomende activiteit. Er zijn wel diverse modellen voor handen waar nog geen gebruik van is gemaakt. Dit wil echter niet zeggen dat de risico’s onbekend zijn en dat er geen maatregelen worden genomen om deze risico’s in te perken. Op de diverse beleidsterreinen wordt met behulp van ervaring en samenspel gehandeld, ter voorkoming van mogelijk negatieve ontwikkelingen. Risico’s en onzekerheden Het aantal risico’s en onzekerheden voor de stichting is heel omvangrijk. Middels een risicobeheersingssysteem moeten de impact, de kans en de hieraan gekoppelde financiële uitwerking nog in kaart worden gebracht. Hieronder beschrijven we een paar van de onderwerpen. De personele bekostiging is niet gekoppeld aan de arbeidskosten in het primair onderwijs. Over het algemeen komt het erop neer dat de bekostiging minder snel stijgt dan de kosten. Meer dan evenredig zullen de kosten moeten worden gereduceerd om dit te kunnen blijven opvangen. Op voorhand is echter niet in te schatten in welke mate hierop moet worden ingespeeld omdat zowel kosten als baten achteraf pas kunnen worden vastgesteld. De parameters op basis waarvan de bekostiging wordt berekend per school, worden steeds nauwkeuriger getoetst. In 2014 en 2015 zal dit waarschijnlijk een nadelig effect hebben op de bekostiging van de gewichten. Maar het kan ook positief uitpakken, zoals bij de bepaling van de gemiddeld gewogen leeftijd van de leerkrachten. De gemeentelijke subsidies nemen in bedrag en aantal af en worden bovendien steeds scherper beoordeeld. Dit kan leiden tot een terugvordering van middelen op basis waarvan mogelijk al wel uitgaven zijn ingepland.
De scholen voor speciaal basisonderwijs de Anne Frank van SKOBA en het Noorderlicht van H3O zullen gaan fuseren, naar verwachting per 1 augustus 2015. Het ligt nog niet vast onder welk schoolbestuur (SKOBA of H3O) de gefuseerde school zal gaan vallen. Een fusie zal in ieder geval op korte termijn enige extra kosten met zich mee brengen. De verwachting is echter dat de nieuwe sbo-school bedrijfseconomisch gezond zal zijn. De jaarlijkse kosten voor het gebruik van het Gildenplein (Mariëngaarde) waren hoger dan verwacht en de kostenbesparing als gevolg van het sluiten van een vestiging bij de John F. Kennedy was in 2013 nog niet zichtbaar. De toekomst zal uitwijzen hoe de materiële lasten op deze locaties zich per leerling gaan ontwikkelen. Een aantal directeuren op de scholen zal binnen afzienbare tijd de stichting verlaten vanwege hun leeftijd. Zij zullen moeten worden vervangen. De komende periode zullen we daarom jonge leidinggevende talenten in de gelegenheid stellen zich te bekwamen tot schoolleider. We zullen bezien in hoeverre we op dit gebied samen kunnen werken met andere schoolbesturen in de regio die voor eenzelfde vraagstuk staan. Insourcing van de personele en financiële administratie zal op lange termijn een voordelig effect hebben op de daarmee gemoeide kosten en naar verwachting ook op de kwaliteit daarvan. Op korte termijn moet echter voorkomen worden dat vergelijkbare problemen ontstaan zoals die zich hebben voorgedaan bij de overgang van het ene administratiekantoor naar het andere. Het budget voor het buitenonderhoud en de aanpassing van onderwijsgebouwen wordt vanaf 2015 overgeheveld van de gemeenten naar de schoolbesturen. Het belang van goed onderbouwd onderhoudsbeheer komt hierdoor hoger te liggen.
Jaarverslag SKOBA 2013
Rapportage toezichthoudend orgaan Hiervoor verwijzen wij naar hoofdstuk 10 van het bestuursverslag waar de Raad van Toezicht verslag doet over 2013. De Raad van Toezicht confirmeert zich aan de Code Goed Bestuur en heeft gedurende 2013 de voorzitter College van Bestuur ondersteund en geadviseerd over beleidsvraagstukken en financiële vraagstukken binnen SKOBA. Voor de goede orde wijzen wij de lezer erop, dat voorliggende meerjarenbegroting van de exploitatie en de balans uitgaat van de huidige (bekende) weten regelgeving. Daarbij is het risico groot dat de realisatie daarvan in de toekomst zal afwijken, ook mede omdat de praktijk weerbarstig is. Er is in dit verslag niet gewerkt met scenario's, noch hebben wij aan de accountant opdracht gegeven de bovenstaande meerjarenbegroting te controleren 45
Resultaten per kostenplaats 2013 Realisatie 2013 Baten 3.1 Rijksbijdragen OCW
SKOBA
Mariengaarde
Mariaschool
De Toermalijn
Pius 10
De Satelliet
John F. Kennedy
Don Bosco
11,193,718
1,668,537
1,041,192
990,299
825,618
662,454
1,225,347
976,836
3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies
498,188
-
91,448
-
72,603
-
-
71,304
3.5 Overige baten
626,602
46,660
10,325
37,956
18,957
9,824
21,546
12,924
12,318,508
1,715,197
1,142,965
1,028,254
917,178
672,278
1,246,893
1,061,064
9,913,825
1,463,605
1,133,434
933,547
788,936
547,819
1,143,050
892,281
309,888
52,140
34,549
32,846
15,544
19,842
34,051
39,839
1,047,501
144,866
61,748
68,509
61,421
42,307
115,367
83,855
997,128
27,182
69,022
65,033
47,343
31,586
88,865
51,517
Totaal baten Lasten 4.1 Personeelslasten 4.2 Afschrijvingen 4.3 Huisvestingslasten 4.4 Overige lasten Totaal Lasten
12,268,342
1,687,793
1,298,753
1,099,935
913,244
641,554
1,381,333
1,067,491
Saldo baten en lasten
50,166
27,404
155,789-
71,680-
3,934
30,724
134,439-
6,427-
Saldo financiële baten en lasten
50,309
4-
64-
194-
98-
97-
161-
107-
100,475
27,400
155,852-
71,874-
3,836
30,627
134,600-
6,535-
SKOBA
Mariengaarde
Mariaschool
De Toermalijn
Pius 10
De Satelliet
John F. Kennedy
Don Bosco
Resultaat 46 Begroting per kostenplaats 2013 Begroting 2013 Baten 3.1 Rijksbijdragen OCW
10,666,249
1,676,929
1,072,532
986,943
790,960
603,273
1,253,036
962,791
3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies
516,531
-
90,731
-
44,800
-
-
96,000
3.5 Overige baten
475,346
6,915
10,980
35,790
17,175
10,696
15,894
13,373
11,658,126
1,683,844
1,174,243
1,022,733
852,935
613,969
1,268,930
1,072,164
9,528,928
1,386,148
1,082,646
870,047
751,407
525,556
1,061,267
889,742
361,613
50,550
38,471
47,610
17,447
25,224
36,457
40,566
Totaal baten Lasten 4.1 Personeelslasten 4.2 Afschrijvingen 4.3 Huisvestingslasten 4.4 Overige lasten Totaal Lasten Saldo baten en lasten Saldo financiële baten en lasten Resultaat
830,750
91,100
50,300
61,950
55,600
36,800
82,200
82,300
1,025,188
100,700
80,883
62,100
51,400
30,300
94,475
77,800
11,746,479
1,628,498
1,252,300
1,041,707
875,854
617,880
1,274,399
1,090,408
88,353-
55,346
78,057-
18,974-
22,919-
3,911-
5,469-
18,244-
20,000
-
-
-
-
-
-
-
68,353-
55,346
78,057-
18,974-
22,919-
3,911-
5,469-
18,244-
Geert Groote
Anne Frankschool
peuters
Bovenschools
1,379,162
549,765
-
1,874,508
-
-
194,570
68,263
32,906
167,426
53,079
214,999
1,412,068
717,191
247,649
2,157,770
1,229,411
729,959
266,985
784,799
41,680
12,563
1,627
25,207
106,866
57,062
20,013
285,486
93,074
38,046
16,575
468,886
1,471,030
837,631
305,200
1,564,378
58,962-
120,439-
57,552-
593,393
160-
118-
516-
51,827
59,123-
120,557-
58,068-
645,220 47
Geert Groote
Anne Frankschool
peuters
Bovenschools
1,370,452
530,295
-
1,419,038
-
-
285,000
-
32,421
163,102
45,000
124,000
1,402,873
693,397
330,000
1,543,038
1,243,120
688,091
285,820
745,085
50,675
16,867
4,800
32,946
92,600
59,300
14,300
204,300
101,600
42,200
25,200
358,530
1,487,995
806,458
330,120
1,340,861
85,122-
113,061-
120-
202,177
-
-
-
20,000
85,122-
113,061-
120-
222,177
Jaarverslag SKOBA 2013
Resultaten per kostenplaats 2012 Realisatie 2012
SKOBA
Baten 3.1 Rijksbijdragen OCW
Mariengaarde
Mariaschool
De Toermalijn
Pius 10
De Satelliet
John F. Kennedy
Don Bosco
11,044,362
1,544,448
1,156,693
1,051,506
881,119
557,114
1,257,510
1,009,225
3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies
600,275
-
124,692
-
116,156
16,749
-
106,621
3.5 Overige baten
542,760
57,804
17,015
34,302
16,336
13,341
16,701
25,560
12,187,399
1,602,253
1,298,401
1,085,808
1,013,612
587,205
1,274,212
1,141,407
9,840,846
1,316,828
1,092,363
919,392
774,096
500,656
1,091,920
893,736
286,031
46,640
37,877
27,773
16,440
14,361
35,845
32,398
Totaal baten Lasten 4.1 Personeelslasten 4.2 Afschrijvingen 4.3 Huisvestingslasten 4.4 Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Resultaat
958,296
129,928
50,742
63,169
51,762
33,739
117,840
89,566
1,006,275
88,200
99,292
62,140
59,799
33,529
116,924
76,144
12,091,448
1,581,596
1,280,274
1,072,474
902,097
582,286
1,362,530
1,091,844
95,950
20,656
18,127
13,334
111,515
4,920
88,318-
49,564
47,627
158
118-
193-
95-
93-
125-
105-
143,576
20,814
18,010
13,141
111,421
4,826
88,443-
49,459
48 Totaal Baten
Mariengaarde
Mariaschool
De Toermalijn
Pius 10
De Satelliet
John F. Kennedy
Don Bosco
Geert Groote
Anne Frankschool
Realisatie 2013
1,715,197
1,142,965
1,028,254
917,178
672,278
1,246,893
1,061,064
1,412,068
717,191
Begroot 2013
1,683,844
1,174,243
1,022,733
852,935
613,969
1,268,930
1,072,164
1,402,873
693,397
Realisatie 2012
1,602,253
1,298,401
1,085,808
1,013,612
587,205
1,274,212
1,141,407
1,598,643
894,796
Geert Groote
Anne Frankschool
peuters
bovenschools
1,560,930
631,161
-
1,394,656
-
16,749
219,306
-
37,713
246,885
52,862
24,240
1,598,643
894,796
272,169
1,418,897
1,381,151
823,839
264,565
784,879
42,840
9,646
1,540
20,669
109,045
86,364
19,906
206,230
99,845
57,789
18,198
291,822
1,632,881
977,638
304,209
1,303,600
34,238-
82,843-
32,040-
115,297
164-
99-
498-
48,959
34,402-
82,942-
32,538-
164,257 49
peuters
bovenschools
247,649
2,157,770
330,000
1,543,038
272,169
1,418,897
Jaarverslag SKOBA 2013
Totaal lasten
Mariengaarde
Mariaschool
De Toermalijn
Pius 10
De Satelliet
John F. Kennedy
Don Bosco
Geert Groote
Anne Frankschool
Realisatie 2013
1,687,793
1,298,753
1,099,935
913,244
641,554
1,381,333
1,067,491
1,471,030
837,631
Begroot 2013
1,628,498
1,252,300
1,041,707
875,854
617,880
1,274,399
1,090,408
1,487,995
806,458
Realisatie 2012
1,581,596
1,280,274
1,072,474
902,097
582,286
1,362,530
1,091,844
1,632,881
977,638
Totaal Resultaat 50
Mariengaarde
Realisatie 2013
27,400
Begroot 2013
55,346
Realisatie 2012
20,814
peuters
bovenschools
305,200
1,564,378
330,120
1,340,861
304,209
1,303,600
Mariaschool
De Toermalijn
Pius 10
De Satelliet
John F. Kennedy
-155,852 -78,057 18,010
-71,874
3,836
30,627
-134,600
-18,974
-22,919
-3,911
-5,469
13,141
111,421
4,826
-88,443
49,459
Jaarverslag SKOBA 2013
Don Bosco
Geert Groote
Anne Frankschool
peuters
bovenschools
-6,535
-59,123
-120,557
-58,068
645,220
-18,244
-85,122
-113,061
-120
222,177
-34,402
-82,942
-32,538
164,257
51
Colofon Dit is een uitgave van SKOBA.
Post- en bezoekadres: Bomkade 16-18 3311 JD Dordrecht T 078-6326200 E
[email protected] W www.skoba.nl
Tekst mr drs Loek van Noort, voorzitter College van Bestuur SKOBA Vera Diepstraten, beleidsmedewerker Financiën Vormgeving Anneke Saltzmann, directie-secretaresse The Paper Factory Drukwerk Paper Factory Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, overgenomen of openbaar worden gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van SKOBA.
52