Positiespel Er zijn drie redenen om het positiespel te gebruiken:
• noodzaak (om hoger te spelen) •
vereenvoudigen van moeilijke passages
•
expressiviteit – kleur
Verschillende fases voor het aanleren: 1.
spelen in de positie ............................................................................................................. 2 Perpetuum Mobile (Suzuki) ........................................................................................... 2 Tonalisation – sol groot – sol klein (Suzuki) ................................................................. 2 Broeder Jacob in positie !............................................................................................... 3 Au Clair de la Lune ........................................................................................................ 3
2.
Positiewissel via open snaar............................................................................................... 4 Kortjakje......................................................................................................................... 4 Oktaafspel....................................................................................................................... 4 “Position Game”............................................................................................................. 5 “Old Mac Donald” ......................................................................................................... 5
3.
Positiewisselen met één vinger .......................................................................................... 6 Basisprincipe .................................................................................................................. 6 Voorbereidende oefeningen: .......................................................................................... 6 Toonladder met 1 vinger ................................................................................................ 6 Naar 2e positie met 1 vinger ........................................................................................... 7
4.
Positiewisselen van één vinger naar een andere................................................................. 8 HOOFDREGEL: ............................................................................................................ 8 position changing - Suzuki............................................................................................. 8 UITZONDERINGSREGEL........................................................................................... 9 Toonladder op 1 snaar .................................................................................................... 9 Oefening voor betere plaatsing linkerhand .................................................................. 10
5. 6. 7.
Complete Positie oefening ............................................................................................... 11 Vierde Positie ................................................................................................................... 12 Treffen van de vijfde positie ............................................................................................ 12 Tonalisation vanuit 3e naar 5e positie ........................................................................... 12 Vanuit 1e positie ........................................................................................................... 12 Position etude (Suzuki) ................................................................................................ 12 8. Verschillende posities van de hand: ................................................................................. 13 9. Overzicht Positiewissels (Suzuki).................................................................................... 14 10. Aandachtspunten .......................................................................................................... 15 Vibrato...................................................................................................................................... 16 voorbereidende oefeningen .......................................................................................... 16 Een beetje historiek ...................................................................................................... 17 Positiewisselen en vibrato voor de leerling - Filip Verpoest
-
pag. 1
1. spelen in de positie Perpetuum Mobile (Suzuki)
Tonalisation – sol groot – sol klein (Suzuki)
In
1e positie – 2e positie –
3e positie
3
2 1
Positiewisselen en vibrato voor de leerling - Filip Verpoest
-
pag. 2
Broeder Jacob in positie !
Au Clair de la Lune
Wisselen met « open snaar »
Positiewisselen en vibrato voor de leerling - Filip Verpoest
-
pag. 3
2. Positiewissel via open snaar
of ook
Kortjakje
Oktaafspel
Positiewisselen en vibrato voor de leerling - Filip Verpoest
-
pag. 4
“Position Game” Tijdens de rust tik je met je linkerhand op je linkerbil ! (Zie Suzuki boek 4)
Tweede positie
“Old Mac Donald”
Positiewisselen en vibrato voor de leerling - Filip Verpoest
-
pag. 5
3. Positiewisselen met één vinger Basisprincipe Elke positiewissel bestaat uit 3 bewegingen:
- Hef - Wissel - Plaats
Lift Shift Drop
Voorbereidende oefeningen: Bewegen zonder viool (MIME) Oktaven glijden met één vinger Fluittonenspel – flageoletten Toonladder met 1 vinger
Daarna speel je ook arpeggio’s op 1 snaar –zie http://violinmasterclass.com/shifting_qt.php?video=shi_exer2&sctn=Exercises
gebruik 3 ritmes !
Denk aan: Hef – wissel – Plaats (Lift-Shift-Drop) STEEDS LANGZAAM !
Positiewisselen en vibrato voor de leerling - Filip Verpoest
-
pag. 6
Naar 2e positie met 1 vinger
Positiewisselen en vibrato voor de leerling - Filip Verpoest
-
pag. 7
4. Positiewisselen van één vinger naar een andere HOOFDREGEL: - Met laatst gespeelde vinger naar nieuwe positie + nieuwe vinger plaatsen
Op de volgende manier heb je een glissando-effect :
position changing - Suzuki
Positiewisselen en vibrato voor de leerling - Filip Verpoest
-
pag. 8
Het kan ook zo !
UITZONDERINGSREGEL
Enkel bij stijgende richting van hogere naar lagere vinger: 1. naar nieuwe vinger 2. naar nieuwe positie met nieuwe vinger
Toonladder op 1 snaar
Positiewisselen en vibrato voor de leerling - Filip Verpoest
-
pag. 9
Of ook
OPGELET: dalen volgens de Hoofdregel:
Andere figuren:
Oefening voor betere plaatsing linkerhand
Positiewisselen en vibrato voor de leerling - Filip Verpoest
-
pag. 10
5. Complete Positie oefening 1. 2. 3. 4.
elke oefening met de verschillende vingercombinaties eerst zonder vibrato, dan met vibrato gebruik de 3 ritmes (zie hoger) transponeer ook naar de andere snaren
b. 1 2 2 1 c. 1 2 2 1 d. 1 2 2 1
2 1 1 2 2 3 3 2 2 3 3 2
2 1 2 3 2 4
3 4 4 3 3 2 2 3 3 1 1 3
4 4 4
3 2 1
1 2 2 1 1 3 3 1 1 3 3 1
3 2 1
3 3 3
4 4 4
1 2 3 2 4 2
4 2 1
4 2 1
enz. 1 3 3 1 1 4 4 1
2 2 2
3 3 3
4 3 3 4 4 2 2 4 4 1 1 4
1 1 enz… 3 3 2 2 4 4 2 2
3 3 3
4 2 1
4 3 4 2 4 1
1 3 3 1 1 4 4 1
3 4
enz 1 4 4 1
1
4 enz…
enz… 4 2
enz. enz. enz.
enz… enz… enz…
Positiewisselen en vibrato voor de leerling - Filip Verpoest
-
pag. 11
6. Vierde Positie Speel eerst in 1e positie (ook MET vierde vinger)
7. Treffen van de vijfde positie Tonalisation vanuit 3e naar 5e positie
1
1
3
2
3
4
3
2
3
4
3
1
1
Vanuit 1e positie
Position etude (Suzuki) Vanuit de 2e positie
Positiewisselen en vibrato voor de leerling - Filip Verpoest
-
pag. 12
Vanuit 1e positie
of
8. Verschillende posities van de hand: •
lage posities: o basis van de eerste vinger rust zacht tegen de rand van de toets o ontspannen duim
•
middenposities: o pols rust zacht tegen het lichaam van de viool o afstand tussen vingers wordt kleiner o duim is nog steeds ontspannen (eerder onder de hals steunend)
•
hoge posities (vanaf 5e ): o hand wordt meer naar binnen gebracht o vingers strekken zich meer o duim strekt zich meer, en draagt de hals van de viool o i.p.v. drie contactpunten nu slechts 2 : de top van de vinger en de duim o er is dus geen contact meer met de basis van de wijsvinger (magic x)
Positiewisselen en vibrato voor de leerling - Filip Verpoest
-
pag. 13
9. Overzicht Positiewissels (Suzuki)
Positiewisselen en vibrato voor de leerling - Filip Verpoest
-
pag. 14
10. Aandachtspunten •
Kruippositiewisseling gebeuren via uitrekkingen!
•
Sommige kleinere positiewisselingen gebeuren “zonder” de duim te verplaatsen! (Galamian maakt onderscheid in “volledige” positiewissel, en “halve” positiewissel.)
•
Er bestaat ook de “substitutie” van vingers (= Dezelfde noot spelen, maar met verschillende vingers)
•
Een mooie positiewissel is kwestie van de juiste timing met de vinger en de strijkstok, om het gewenste effect te bereiken.
•
Het geheim van positiewisselen zit “tussen” de noten.
•
Uiteindelijk worden de spooknoten gespeeld met minder druk van de vinger (zoals harmoniek), met minder druk van de stok, en heel weinig stoklengte. Dit is aanvankelijk misschien nog niet mogelijk voor de leerling. Laat hem eerst kennismaken door het gebruik van “glissando”, en ga dan over naar een flexibeler overgang. (VINGER-DIEET) – Met “Lift – shift – drop “ principe http://violinmasterclass.com/shifting.php (vinger eerst lichter maken zoals bij een fluittoon, dan pas wisselen - met weinig stok – en dan de vinger plaatsen in de nieuwe positie.)
•
Bij de positiewissel ga je de “gehele” hand (duim incluis) verplaatsen van station A naar B (cfr. “treinreis”)
•
Aanvankelijk blijft de pols misschien statisch, later kan men de polsbeweging versoepelen en laten anticiperen (cfr. Vogelpik – golfspel – basketbal - enz…)
•
Evolueer steeds van “HOORBAAR” naar “ONHOORBAAR”
•
Aanvankelijk géén vibrato gebruiken in de oefeningen (Vibrato = gecontroleerd vals spelen !)
•
De positiewissel is steeds een rustige beweging van de linkerhand. HAASTEN! Zelfs in een snel tempo.
•
Je kan beter eerst grotere wissels aanpakken! (een kleine positiewissel is nl moeilijker uit te voeren dan een grotere – de kleine positiewisselingen zijn nl delicater – de vinger kan “foefelen” om een kleine positiewissel te maken.
•
De aankomstnoot en/of tussennoot moet je vooraf kennen! (cfr. treinticketje kopen – eindbestemming van de trein weten !!)
•
Na verloop kan je ook aandacht besteden aan de voorbereiding door de duim in specifieke gevallen! (Basics p.146) Louis Metz geeft deze regels voor het positiewisselen:
•
NOOIT
1. opgaande wisseling: hand en duim tegelijk 2. neergaande wisseling: voorbereidende duimbeweging gevolgd door de hand. In beide gevallen gaat de beweging uit van de onderarm.
•
“Portamento” leren smaakvol te gebruiken.
Positiewisselen en vibrato voor de leerling - Filip Verpoest
-
pag. 15
Vibrato “vibrato is een gecontroleerde manier om vals te spelen !?!?!” “vibrato is een kruid dat met smaak moet worden toegevoegd.” Charles de Bériot: “ Bij de kunstenaar, bezeten door de koorts van effektzoeken, is het vibrato slechts een krampachtige beweging die de juistheid der intonatie verminkt en hem aldus doet vervallen in een bespottelijke overdrijving. » voorbereidende oefeningen •
ontspannen van de schouder (de arm laten zwaaien)
•
de pols ontspannen ( in en uit bewegen – wind maken!)
•
Handimpuls zonder de viool (mime) en met viool (zonder de stok)
•
Vlekje wegpoetsen – snaren opblinken (eventueel met papiertje tussen snaren en vingertoppen)
•
de duim ontspannen (tikken tegen de hals en voor- en achteruit bewegen)
•
“Tapping” – oefening (zie P.Rolland!!)
•
“Tap en Hold” (zonder en met strijkstok)
•
“Strooibus” -> hulpmiddelen om aan te leren: doosje rijstkorrels om schudbeweging te combineren met strijkbeweging. Zo kan je de regelmaat van het vibrato “horen”, …
•
Met je linkerhand “wind maken” !!
•
Activeren van het vingerkootje (zonder viool; op de duim)
•
“nep-vibrato” : L.H. staat in middenpositie, duim in het hoekje. Maak een regelmatige vibratobeweging zonder de snaren aan te raken. Ondertussen strijk je een open snaar.
Positiewisselen en vibrato voor de leerling - Filip Verpoest
-
pag. 16
•
Rivarde – oefening
enkel met strekken en buigen van het vingerkootje • • • •
Gedeelde oefening: de leerling doet het vibrato – de leraar hanteert de stok. soepelheid van de vingers – pols – elleboog – schouder voortdurend controleren snelheid en amplitude zijn belangrijk (ritmisch oefenen) coördinatie linker en rechterhand is essentieel !! (Zie oefeningen hogerop)
Een beetje historiek Vibrato is behalve bij Ganassi (begin 16de eeuw) ook bij Agricola (1545) aangetroffen: “Auch schafft man mit dem Zittern frey, das süsser laut die Melodey, denn auff den andern geschehen mag”, waarbij hij met ‘den andern’ waarschijnlijk instrumenten met toonrichels bedoelt. Marin Mersenne beschrijft in 1636 het vioolvibrato als “verre cassé”: “diegene die de viool volmaakt bespelen, zoals Bocan en Lazarin, verzoeten haar toon met bepaalde tremblements, die de geest bekoren.” Geminiani kent vibrato’s van verschillende snelheid, waarmede men ‘grootheid of vrees’ kan uitdrukken. Naast dit vibrato als middel tot uitdrukking komt hij ook met een voortgezet vibrato om de toon te verlevendigen. In zijn boek “the Art of Playing on the Violin” van 1751 schrijft hij over “the Shake” (= vibrato): “this cannot be described by Notes as in former Examples. To perform it, you must press the Finger strongly upon the String of the Instrument, and move the Wrist in and out slowly and equally, when it is long continued swelling the Sound by Degrees, drawing the Bow nearer to the Bridge, and ending it very strong it my express Majesty, Dignity, etc. But making it shorter, lower and softer, it may denote Affliction, Fear, etc. And when it is made on short Notes, it only contributes to make their Sound more agreeable and for this Reason it should be made use of as often as possible. …” Tartini en Leopold Mozart vermelden het geleidelijk toenemende vibrato. Leopold Mozart noemt het vibrato “Tremulo”. “De Tremulo is eene versiering die uit de Natuur zelfs ontspringt, en die niet slechts van goede Instrumentisten, maar ook van geschikte Zangers bij eene lange Noot sierlijk kan aangebragt worden. De Natuur zelfs is hier de Leermeester van. Want wanneer wij eene slappe Snaar of Klok sterk aanslaan; zo hooren wij na den slag eene zekere golfgelijke zweeving (ondeggiamento) des aangeslagenen Toons: en deezen beevenden Naaklank noemt men Tremulo, of ook wel Tremulanten. – Men tragt deeze natuurlijke ziddering op de Strijkinstrumenten na te bootsen, wanneer men den Vinger op eene Snaar sterk nederdrukt, en met de gansche hand eene kleine beweeging maakt; die echter niet naar den kant maar voorwaards tegen den Kam en van daar weder terug gaan moet; …” Tegelijkertijd keert Mozart zich tegen een teveel (!) aan vibrato. “Daar zijn zulke Speelers, die bij ieder Noot geduurig beeven, niet anders dan of ze altoos durende Koorts hadden. Men moet de nTremulo maar aan zulke plaatsen aanbrengen, waar hem de Natuur zelfs hervoor brengen zoude: wanneer naamentlijk de gegreepene Noot den Aanslag eener laage Snaar was. … Men kan dus eene Sluitnoot, of ook ieder ander lang uithoudende Noot met den Tremulo versieren. Daar zijn echter een langzaame, een aangroeiende, en een gezwinde Tremulo. …”
Positiewisselen en vibrato voor de leerling - Filip Verpoest
-
pag. 17