Portret van H.
Gerealiseerd door H. en Linde Stael In samenwerking met het SIHO
Dit portret gaat over H., een vrouw die met een evoluerende spierziekte nog lang voor de klas heeft gestaan in het lager onderwijs. Tijdens onze gesprekken hebben we elkaar leren kennen en heb ik haar golven; moeilijkheden en golfbrekers; steunpunten ontdekt. Dit portret is vanuit de ik-persoon geschreven. Het zijn niet de letterlijke woorden van H., maar ze staan er met haar goedkeuring. De keuze van het portret komt voort uit wat nazindert uit de gesprekken. Zo vertelde ze me dat ze graag naar de zee gaat, het is niet zo ver van waar ze woont. En hoewel ze het af en toe laat vallen, gebeurt het niet vaak dat de bedoelde luisteraars erop ingaan en met haar een uitstap naar de zee maken. De zee geeft een grote vrijheid, maar met de zetel wil ik toch weer het huiselijke oproepen, want zoals H. zelf aanhaalt moet er een evenwicht zijn tussen ‘thuis zijn’ en ‘weg zijn’.
Ik begin met het bespreken van de zon omdat zij vertelt vanuit welk oogpunt je dit verhaal moet bekijken, daarna bespreek ik de golven gevolgd door de golfbrekers.
Sterke vrouw
De zon representeert het optimisme waarmee ik in het leven probeer te staan. De aandacht wordt hier naartoe getrokken, in het schilderij, maar ook zelf probeer ik me daarop te focussen. Dat heeft zijn ‘weerschijn’ op de golven, mijn moeilijkheden. Ik probeer met een optimistische blik naar de toekomst te kijken en durf vooruit te gaan.
‘Mijn spieren zijn een beetje ziek’
Ik heb een zeldzame evoluerende spierziekte, het evoluerende vind ik het moeilijkste aspect. Ik moet me constant aanpassen aan mijn eigen kunnen. Als ik mij niet wil forceren, mag ik praktisch niets meer doen. Naar de buitenwereld toe valt het op. Kleuters zijn daar heel open in, ze vragen je zaken zonder omhaal: “Waarom stap jij zo raar?” Dan zei ik altijd: “Mijn spieren zijn een beetje ziek”. En dan waren zij weer weg, gaan spelen.
Schoolbestuur
Toen ik terugkeerde uit ziekteverlof was het voor mij niet meer mogelijk om voor de klas te staan. Ik wist dat de school hierdoor extra uren kreeg voor een administratieve functie, maar het schoolbestuur geloofde dit niet. Ze hebben dan toch de taken die ik, bij het opnemen van een administratieve functie, op mij zou moeten nemen op papier gezet. Taken die ik niet kon, zoals me te voet verplaatsen van het ene gebouw naar het andere. Het stond er expliciet in. Ze zijn heel blij als je als vrijwilliger komt helpen, hen vanalles geeft. Maar op het moment dat zij iets voor jou moeten doen, zijn ze dat allemaal weer vergeten. Ze wilden zichzelf indekken en geen precedenten scheppen voor anderen naar de toekomst toe. Ik vraag me nu toch af hoeveel personen ze al in mijn situatie hebben gehad…
‘Zien zij dat niet?’
Het maakt mij triestig om te merken dat mensen die dicht bij me staan, niet beseffen dat ik sommige dingen niet meer kan. Soms verwachten ze dat ik dingen doe die ik niet kan, terwijl ik mij al vaak forceer en dingen doe die ik eigenlijk niet meer zou mogen doen. Dikwijls maak ik dan de bedenking: ‘Misschien doe ik ook te veel, als ik wat minder doe, zal het meer opvallen en zullen ze het misschien beter begrijpen.’
Vroedvrouw
Mijn eerste keuze was om vroedvrouw te worden, ik was zelfs al ingeschreven. Omwille van mijn spierziekte heb ik dat niet gedaan. Ik dacht dat ik het niet lang zou kunnen doen. Lesgeven was mijn tweede keuze, maar daarom geen mindere keuze. Ik heb altijd heel graag les gegeven.
Constante confrontatie
Ik word altijd geconfronteerd met een fysieke achteruitgang. Dan denk ik ‘dat is weer iets dat ik kwijt ben’. Dat kan me wel triestig maken. Het gaat geleidelijk aan, maar soms schrik ik wel, dat ik het niet voelde aankomen. Voorbeeld: Toen ik de stoep niet meer op of af kon. Je moet eens denken hoeveel keer je de stoep op en af moet, gewoon om naar de bakker te gaan. Ik weet heel goed de bakkers zijn waar je geen stoep op moet. Dan denk ik ‘Waar gaat dat eindigen?’.
Gestart op eigen risico
Bij het begin van de studies aan de normaalschool moest ik eerst langs bij een psycholoog voor een ingangsproef. Hij vertelde me dat ‘de kinderen me zouden uitlachen’ en dat ik ‘geen gezag’ zou hebben. Ik mocht starten met mijn studies ‘op eigen risico’. Het was niet leuk om op die manier te beginnen. Ik heb trouwens nooit geweten wat dat inhield ‘gestart op eigen risico’. Ik ben begonnen met studeren en er is daar nooit meer een woord over gezegd, eigenaardig.
‘Blijven voortdoen tot ik erbij valw’
Ik forceer me vaak, maar anders zou ik nooit gekomen zijn waar ik nu ben. Had ik mij 30 jaar geleden in een rolstoel gezet, zoals mij geadviseerd werd, dan liep ik nu waarschijnlijk niet meer rond. Nu gebruik ik enkel de rolstoel als het echt nodig is. Ik kijk vooruit en ga vooruit.
‘Ik trek mijn plan’
Mensen rondom me zien de evolutie niet, maar ze vragen het ook niet. `Het gaat wel, ze trekt haar plan`. Ze zien niet hoe moeilijk het is, hoe moeilijk het wordt. Toen ik studeerde, was mijn beperking nog niet echt uitgesproken, lukte alles nog op mijn manier. Met het ouder worden heb ik geleerd om zaken die ik niet alleen kan, te vermijden of er een andere oplossing voor te zoeken. Ik probeer alleen hulp te vragen als het niet anders kan.
Evaring leert
Leerkracht leer je al doende, dat geldt voor iedereen. Eigenlijk heb ik het moeten leren door in het werkveld te staan. Door mijn fysieke beperking moest ik leren oplossingen vinden voor de zaken die ik niet kon. Ook anderen hebben dit op andere gebieden moeten doen, iedereen komt zaken tegen waarin hij minder goed is.
Oud-leerlingen & ouders: herkenning
“Jij hebt mij nog geholpen bij het eten in de kleuterklas.” “Gij zijt toch de madam die les gaf aan mijn kleindochter?” Zodra ik de deur uitga, kom ik zo`n situaties tegen. Dat doet wel deugd, die herkenning! Vaak zijn het heel aangename gesprekken.
Aanvoelen
Ik denk dat ik al goede tentakels heb ontwikkeld om te voelen of mensen willen luisteren of niet. Ook omgekeerd voel ik of mensen een luisterend oor nodig hebben. Vroeger kwetste het mij dat mensen in mijn dichte omgeving dit niet aanvoelden. Ik ben ook niet iemand die snel hulp vraagt, maar als het niet gaat, gaat het niet.
Vrienden - collega’s
Een aantal van mijn vroegere collega`s zijn echte vrienden geworden. Zij hielden wel rekening met mijn beperkingen en de evolutie ervan. Zij zagen de evolutie meer, stonden op dat ogenblik ook dicht bij mij. Zo was er een onderlinge verstandhouding dat mijn collega meeliep naar de bibliotheek met de twee klassen, zo kon ik met de fiets. En omgekeerd nam ik dan haar zangles over, want daarin had zij haar `beperking`.
Thuis
Ik kan echt genieten van thuis zijn. Daar kan ik dingen op mijn eigen tempo doen. Ik voel me hier goed. Soms verlang ik echt naar het veilige, vertrouwde van mijn thuis. Dat was niet altijd zo, ik heb geleerd om hier tot rust te komen. Toen ik pas gestopt was met werken, kon ik moeilijk alleen thuis zijn. Ik had de neiging om altijd weg te gaan. Nu heb ik een goed evenwicht gevonden tussen thuis zijn en weggaan en ik geniet ervan.
Respect
Als leerkracht heb ik veel respect gekregen van de kinderen en oudere collega`s. Respect kan zich in vele zaken uiten. Zoals mensen die me spontaan zeggen dat ze vergeten, door mijn manier van zijn, dat ik een handicap heb.
Kinderen
Ik heb altijd heel graag kinderen gezien en ben er ook graag mee bezig; babysitten, leiding staan in de jeugdbeweging, mijn interesse om vroedvrouw te worden en mijn beroep als leerkracht. Kinderen kijken hoe je bent. Het uiterlijk is voor hen veel minder belangrijk. In het begin gaan ze wel vragen stellen over mijn fysiek, maar daarna aanvaarden ze je en zien ze de handicap niet meer.
Samenzijn
Ik haal vreugde uit het tegenkomen van mensen of samen iets doen. Zo is het een opgave om naar het koor te vertrekken, maar eenmaal ik er ben heb ik daar zo`n deugd van. Alleen zijn is voor mij zeker geen probleem, er moet een evenwicht zijn. Na de drukte heb ik ook behoefte aan rust.
Begrip
Begrip is belangrijk op alle gebied. Zo zet mijn buurman elke week mijn vuilniszakken buiten of strooit hij zout van mijn achterdeur naar mijn garage wanneer het vriest. Ook mijn oud-collega`s of vrienden bieden spontaan hulp aan.
H. bedankt om de mooie en moeilijke momenten uit je leven met mij te delen. Je vertrouwen betekent veel voor mij.