Pleegkinderen en de Belastingaangifte Thema-avond Pleegoudersupport Zeeland
Onderwerpen • Op welke punten komen kinderen voor in uw aangifte? • Is er verschil tussen verschillende kind-begrippen? • Veranderingen 2013 en 2014. • Niet vergeten…
Definitie van kind • Voor de toepassing van de wet IB en de daarop berustende bepalingen wordt onder een kind mede verstaan een pleegkind, ook wat betreft bloed‐ en aanverwantschap.
• Een pleegkind is volgens de fiscus een kind als het door de belastingplichtige wordt onderhouden en opgevoed als een eigen kind.
Onderhouden • Er wordt niet aan de onderhoudseis voldaan als er andere bronnen van financiële middelen zijn, zoals alimentatie en uitkeringen van een voogdijvereniging. • Daarop bestaat een uitzondering als de pleegouders - ondanks de vergoeding - zodanig bijdragen in het levensonderhoud dat het kind in belangrijke mate door hen wordt onderhouden. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een pleegzorgvergoeding.
In belangrijke mate onderhouden
• Komt vaker voor in IB.
• Definitie: als de op u drukkende kosten van levensonderhoud ten minste € 408 per kwartaal hebben bedragen.
Welke punten? • Inkomsten: o Niet: Box 1 inkomsten o Wel: Box 3 inkomsten • Aftrekposten: o Wel: Heffingsvrij vermogen o Wel: Kosten levensonderhoud o Wel: Ziektekosten o Niet: Studiekosten kinderen • Heffingskortingen
6
Box 1 • Inkomsten uit werk en uitkering zijn belast bij het kind. • Wezenpensioen wordt belast bij het kind. • ANW-wezenpensioen wordt belast bij het kind. • ANW-halfwezenpensioen komt toe aan de achtergebleven ouder en wordt bij die ouder belast.
Box 3 • Vermogen (spaargeld) van kinderen wordt door de ouders opgegeven. • Pas op: het wordt toegerekend aan de ouder die het ouderlijk gezag over het kind uitoefent! • Van belang hierbij is of de (pleeg) ouder over het geld kan beschikken. • Tot en met 2011: Indien spaargeld bij de (pleeg-) ouder wordt opgegeven geldt een verhoging van het heffingsvrij vermogen met € 2779. 8
Levensonderhoud kinderen • Uw kind was aan het begin van het kwartaal jonger dan 21 jaar (tot en met 2011 30 jaar). • Uw kind kon in dat kwartaal niet zelf in zijn levensonderhoud voorzien. • In dat kwartaal had niemand in uw huishouden voor dit kind recht op kinderbijslag of een vergelijkbare buitenlandse uitkering. • Uw kind had in dat kwartaal geen recht op studiefinanciering, een tegemoetkoming in de studiekosten of recht op een vergelijkbare (buitenlandse) regeling. • Uw uitgaven waren voor dit kind in dat kwartaal minimaal €408. Als u een fiscale partner had, dan mag u de uitgaven van uw fiscale partner meetellen.
9
Levensonderhoud kinderen Leeftijd kind aan het begin van Onderhoudskosten het kwartaal
Aftrekbaar bedrag
jonger dan 6 jaar van 6 tot 12 jaar van 12 tot 18 jaar van 18 tot 21 jaar van 18 tot 21 jaar
minimaal 408 per kwartaal minimaal 408 per kwartaal minimaal 408 per kwartaal minimaal 408 per kwartaal 50% of meer bijdrage in totale kosten én minimaal € 710 per kwartaal
€ 295 € 355 € 415 € 355 € 710
van 18 tot 21 jaar én het kind is uitwonend
90% of meer bijdrage in totale kosten én minimaal €1065 per kwartaal
€ 1065
Ziektekosten • Kosten gemaakt ten behoeve van uzelf, uw fiscale partner en uw kinderen jonger dan 27 jaar. • Ook om kosten ten behoeve van bij u in wonende zorgafhankelijke ouders, broers of zusters. • De kosten moeten op u (of uw fiscale partner) drukken.
Ziektekosten Veranderingen Kostenpost Premie aanvullende verzekering Premie tandartsverzekering Huisapotheek Voorgeschreven medicijnen Hulpmiddelen Kosten thuiszorg Eigen bijdrage awbz-inrichting Aanpassing woning Vervoer zieke, werkelijke kosten Reiskosten ziekenbezoek Dieet volgens tabel Dieet niet voorkomend in tabel Extra uitgaven voor kleding/beddengoed Kronen en bruggen Extra gezinshulp Plastische chirurgie Dokterskosten/specialist Kraamhulp/verloskundige Pedicure bij medische noodzaak Alternatieve genezers Begrafeniskosten / -verzekering
2008 Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja(25%) Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
2009 en later Nee Nee Nee Ja Ja (brillen niet) Nee Nee Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Nee
Nog over Kostenpost
Algemene kosten
Genees en heelkundige zorg reiskosten ziekenbezoek
Specifieke kosten voorgeschreven medicijnen hulpmiddelen vervoer zieke, werkelijke kosten extra gezinshulp
dieet volgens tabel aanpassing woning extra uitgaven voor kleding en beddengoed
Bonus & Drempel • Specifieke zorgkosten: extra 113% of 40% bij inkomen tot € 33.555
Drempelinkomen: Tussen € 0 en € 7.457 (€ 14.914) Onder € 39.618 Boven € 39.618
Drempel: € 125 (€ 250) 1,65% van drempelinkomen € 653 + 5,75% van drempelinkomen
TSZ • Als u echter weinig of geen belasting hoeft te betalen, heeft u weinig of geen voordeel van deze aftrekpost. • Het belastingvoordeel dat u door uw aftrekposten heeft, kan namelijk niet hoger zijn dan het bedrag dat u aan belasting betaalt. • Om het belastingvoordeel dat u hierdoor mist te compenseren, is er de tegemoetkoming buitengewone uitgaven.
15
Voorbeeld
16
Heffingskortingen (1) • Alleenstaande-ouderkorting
U krijgt de alleenstaandeouderkorting als u aan de volgende voorwaarden voldoet: o U had in 2013 meer dan 6 maanden geen fiscale partner. o U had in deze periode een huishouding met alleen 1 of meer kinderen waarvan de jongste is geboren na 31 december 1994. o U onderhield in deze periode voor minimaal € 408 per kwartaal minimaal 1 kind dat tot uw huishouding hoorde. Óf u kreeg kinderbijslag voor dit kind (of een vergelijkbare buitenlandse uitkering). o Het kind stond in deze periode bij de gemeente ingeschreven op uw woonadres. o Het kind had geen eigen inkomen of vermogen. Had het kind wel eigen inkomen of vermogen? Dan krijgt u de alleenstaandeouderkorting als dit inkomen of vermogen voor het kind onvoldoende was om zelf van te leven.
o De alleenstaandeouderkorting is € 947 (of € 435 als u in 2013 AOW gerechtigd was). Dit bedrag wordt verhoogd met 4,3% (of 2,22% als u in 2013 AOW gerechtigd was) van uw arbeidsinkomen als het kind dat u onderhield geboren is na 31 december 1995. De verhoging is maximaal € 1.319 (of € 692 als u in 2013 AOW gerechtigd was).
Heffingskortingen (2) • Inkomensafhankelijke combinatiekorting o U had in 2013 minimaal 6 maanden een kind dat is geboren na 31 december 2000. o Dit kind stond in deze periode bij de gemeente ingeschreven op uw woonadres. Stond het kind ingeschreven op het woonadres van de andere ouder? Dan geldt dat het kind ten minste 3 dagen per week bij uw huishouden moest horen. o Uw arbeidsinkomen (inkomsten uit loondienst, winst als ondernemer of inkomsten uit overig werk) was hoger dan € 4.814. o U had in 2013 geen fiscale partner. Of u had in 2013 6 maanden of meer een fiscale partner, maar uw arbeidsinkomen (inkomsten uit loondienst, winst als ondernemer of inkomsten uit overig werk) was lager dan dat van uw fiscale partner.
Heffingskortingen (3) • Ouderschapsverlofkorting o Nam u in 2013 ouderschapsverlof op? Dan kunt u ouderschapsverlofkorting krijgen. Voorwaarde is dat u een ouderschapsverlofverklaring van uw werkgever hebt. o De ouderschapsverlofkorting is het aantal uur ouderschapsverlof dat u hebt opgenomen in 2013 vermenigvuldigd met € 4,24. Het bedrag van de ouderschapsverlofkorting is maximaal uw belastbaar loon in 2012 min uw belastbaar loon in 2013. o Is het ouderschapsverlof begonnen vóór 2013? Dan mag u de maximale ouderschapsverlofkorting bepalen door uw belastbaar loon in 2013 af te trekken van uw belastbaar loon voorafgaand aan het jaar waarin uw ouderschapverlof begon.
Actualiteiten 2013/2014 • • • •
Partnerbegrip Hypotheek Wijzigingen in aftrekposten Kinderen
20
Fiscale partners vroeger • Gehuwden: o Altijd fiscale partner o 6 maandeneis
• Niet-gehuwden: o Keuze
21
Vanaf 2011: •
Iemand wordt zonder keuzemogelijkheid als fiscaal partner aangemerkt wanneer diegene: o o o o
o o o o
•
Gehuwd of geregistreerd partner is; een notarieel samenlevingsovereenkomst heeft ondertekend; ongehuwd samenwoont op hetzelfde adres en een gezamenlijk kind heeft; ongehuwd samenwoont op hetzelfde adres en een het kind van de ander heeft erkend; ongehuwd samenwoont op hetzelfde adres en zij elkaar voor de pensioenregeling als partner hebben aangemerkt. ongehuwd samenwoont op hetzelfde adres en samen met de partner een eigen woning bezit; er een minderjarig kind van 1 van beide bij u woont; 2012 vorig jaar uw fiscaal partner was.
Wordt niet voldaan aan een van de hiervoor genoemde voorwaarden, dan kan geen sprake meer zijn van fiscaal partnerschap.
22
Hypotheek • Vanaf 2013: aflossen verplicht • Vanaf 2014: aftrek beperkt
23
Aflossen verplicht • Niet meer: o o o o
Spaarhypotheek Levenshypotheek Beleggingshypotheek Aflossingsvrij
• Minimaal annuïtair aflossen
24
Aflossingsschema’s
25
Bruto - netto
• •
Lineair goedkoper in euro Annuïtair goedkoper in netto-contante waarde 26
Netto contante waarde • U moet mij 1500 euro betalen
• Jaar 1 • Jaar 2
Optie 1: € 500 € 1000
Optie 2: € 1000 € 500
• CW:
€ 1480
€ 1490
27
Aftrek beperkt • Maximale tarief waartegen de rente afgetrokken kan worden daalt van 52% naar 38%, in stapjes van 0,5%. • In 2014: o Eigenwoningforfait belast tegen 52% o Aftrekbare kosten tegen 51,5%
28
Wijzigingen in aftrekposten • Studiekosten: drempel in 2013 van € 500 naar € 250 • Ziektekosten: o 2013: rollator en krukken niet meer o 2014: verbouwing niet meer
• Giften o Culturele instellingen 125% (v.a. 2012) o Periodieke gift via onderhandse akte
29
Kinderen • Kinderbijslag verlaagd vanaf 1-1-2015 • Verhoging KGB vanaf 1-1-2015 o Extra verhoging voor 12+ per 1-8-2015 o Verhoging voor alleenstaande ouders
30
Overzicht kindregelingen • • • • • • • • • • •
De kinderbijslag; Het kindgebonden budget; De kinderopvangtoeslag; De inkomensafhankelijke combinatiekorting; Een aanvulling op een sociaal-minimum uitkering voor alleenstaande ouders; De Tegemoetkoming onderwijs- en schoolkosten WTOS; De Tegemoetkoming ouders thuiswonende gehandicapte kinderen TOG; De alleenstaande ouderkorting; De aanvullende alleenstaande ouderkorting; De aftrek levensonderhoud kinderen tot 21 jaar; De ouderschapsverlofkorting.
31
Nalezen?
Boek (à € 10,00) verkrijgbaar bij de spreker.
32
Vragen? • Meer info: www.phillipson.nl
[email protected]