1 PLEEGCONTACT 2009
BLAD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VOOR PLEEGGEZINNEN
PLEEGOUDERVOOGDIJ VALKUILEN, ERVARINGEN EN ADVIEZEN 4 – 12 PLEEGKINDEREN HELPEN MET HECHTING Thema-avond van de NVP 14 GEZIN IN BALANS
Project voor moeders in detentie
16
ALGEMENE LEDENVERGADERING EN ONTMOETINGSDAG VOOR NVP-LEDEN Op naar de Beekse Bergen!
20
VOORWOORD Vorige week spraken wij, mijn vrouw en ik, met een journalist over het pleegouderschap. Ze wilde onder andere weten hoe het is om een kind op te voeden waar je formeel niets over te zeggen hebt. Ach, deden we wat luchtig, het gaat eigenlijk vooral om het paspoort en als er een ingrijpende medische handeling moet plaatsvinden. Nou ja, en natuurlijk de keuze van de school, en laatst toen we … Voor we het wisten hadden we toch aardig wat voorbeelden waarin het lastig is. In de praktijk loopt het meestal wel los met het niet-hebben van gezag, zeker als alle verhoudingen goed zijn en alle betrokkenen vertrouwen in elkaar hebben. Is dat niet het geval, dan kan het verdraaid lastig zijn, voor zowel het kind in kwestie als de ouders, de pleegouders en de hulpverlening. Pleegoudervoogdij kan hier mogelijk oplossingen bieden. Meer over pleegoudervoogdij leest u in dit nummer van Pleegcontact. Veel leesplezier en tot gauw! Want wij zien elkaar vast en zeker in de Beekse Bergen!
Pleegcontact is het blad van de Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen. Het blad verschijnt vier à vijf keer per jaar. De redactie is samengesteld uit pleegouders en beleidsmedewerkers. We zoeken nieuwe redactieleden. • U bent pleegouder • U vindt het boeiend om ook buiten de grenzen van uw eigen pleeggezin mee te denken over pleegzorg • U bent genegen om, uiteraard tegen reiskostenvergoeding, acht keer per jaar naar Utrecht te komen voor een redactievergadering (donderdagen van 10.30 – 13.30 uur) • U vindt de woorden creatief, meedenken, kritisch, ideeën goed bij u passen Op alle stellingen positief geantwoord? Dan lijkt het u leuk om samen met andere redactieleden hèt blad van dè NVP te maken. Dan wil u wel twee keer een vergadering bijwonen. Na die twee keer bespreken we samen de wederzijdse bevindingen. Mail in het kort waarom u zin heeft om zitting te nemen in de redactie:
[email protected] Graag voor 15 april 2009. Wij kijken met spanning iedere dag in de mailbox!
Tanja Ineke, voorzitter NVP
REDACTIELEDEN GEZOCHT 3
NIEUWS
4
VOGELVRIJ MET PLEEGOUDERVOOGDIJ
7
IS PLEEGOUDERVOOGDIJ AAN TE RADEN?
8
PLEEGKIND EN ZORGLAND
10 OMBUSDMAN ONDERZOEKT VERGOEDINGEN 11 SIRE CAMPAGNE: EN DE WINNAAR IS...! 12 WACHTLIJSTONDERSTEUNER 13 TANDHEELKUNDIGE HULP VERSNELD UITVOEREN 14 PLEEGKINDEREN HELPEN MET HECHTING 16 GEZIN IN BALANS 18 KRIEBELS 19 NIEUWS UIT DE REGIO 20 NVP: LANDELIJKE ONTMOETINGSDAG JAARGANG 26 – NUMMER 1
PLEEGCONTACT BLAD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VOOR PLEEGGEZINNEN
PLEEGCONTACT is een uitgave van Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen (NVP) De hoofddomeinen van de NVP zijn: • Informatie en advies • Individuele en collectieve belangenbehartiging • Registratie en onderzoek De regionale afdelingen van de NVP organiseren koffieochtenden, gespreksgroepen, lezingen en andere activiteiten voor pleegouders en pleeggezinnen.
NVP POSTBUS 1139 3500 BC UTRECHT TELEFOON: 030 - 293 1500 E-MAIL:
[email protected] WWW.DENVP.NL
Eindredactie en foto’s: NVP • Ontwerp K E T E N, Rotterdam / Beusichem Lithografie en druk Uitgeverij Zuidam & Zonen Redactiecommissie: Marijke Cnossen (pleegouder) Marijke Klungers (beleidsmedewerker) Marielle Schmitz (beleidsmedewerker /coördinatie redactie) Lidmaatschap NVP € 47,50 per jaar Advertentietarieven op aanvraag • Mailadres
[email protected] De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden stukken in te korten/te wijzigen/niet te plaatsen. De schrijver wordt hiervan op de hoogte gebracht.
NWS
Op 16 mei a.s. zal de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering (ALV) en Landelijke Ontmoetingsdag plaatsvinden in Safaripark de Beekse Bergen. Een groots Afrikaans avontuur voor de hele familie. Het ideale tijdstip en de ideale plaats om mede-leden te ontmoeten, uw stem op de ALV te laten horen en ook een heerlijke dag met uw gezin te beleven. Vanaf 10:00 uur tot 17:00 kunt u met uw gezin als lid van de NVP opgaan in de Afrikaanse sfeer. U kunt zich, vóór 25 april a.s., aanmelden: zie achterzijde van dit nummer of kijk op de website:
WWW.DENVP.NL
KOPEREN JUBILARIS VERLAAT NVP Wiebe Selders, regionaal beleidsmedewerker Gelderland, gaat de NVP na 12,5 jaar verlaten. In 1996 begon Wiebe als regionaal beleidsmedewerker Gelderland aan zijn NVP-loopbaan. Een eigen kantoor in Gelderland en één keer per maand als markante medewerker op het overleg met collega’s in Utrecht. Wiebe heeft als eerste regionaal beleidsmedewerker zijn werkplek in Utrecht gevestigd. Collegiale uitwisseling en samenwerking brachten Wiebe zo’n vijf jaar geleden op het landelijk bureau. Zijn contacten in de regio, met pleegouders, vrijwilligers en vertegenwoordigers van instellingen en provinciale overheid bleven natuurlijk in Gelderland. Veel pleegouders hebben de ondersteuning van Wiebe gekregen in de individuele belangenbehartiging en via de website www.deNVP.nl en het bijbehorende forum zijn er ook ‘digitale’ contacten gegroeid. De werkomgeving is in de loop van de 12,5 jaar veranderd, de eigenzinnigheid, het gevoel voor humor én de slippers niet. Wiebe heeft in overleg met het bestuur
JIP
T
NVP-DAG OPROEP PLEEGOUDERS
besloten gebruik te maken van de mogelijkheid tot pre-pensioen. Over zijn opvolging wordt u op korte termijn geïnformeerd. De NVP bedankt Wiebe voor zijn inzet in de afgelopen 12,5 jaar.
GEZOCHT VOOR ONDERZOEK Bij de afdeling Orthopedagogiek van Universiteit Leiden wordt – in samenwerking met het Expertisecentrum Kind in de Pleegzorg – wetenschappelijk onderzoek verricht naar de ontwikkeling van kinderen in pleeggezinnen. Voor de komende maanden zijn we op zoek naar pleegouders die mee willen doen aan een onderzoek naar het verloop van pleeggezinplaatsingen. Doel van dit onderzoek is meer inzicht te krijgen in het verloop van de plaatsing van het pleegkind gedurende een bepaalde (korte) periode. Bij dit verloop willen we inventariseren tegen welke problemen pleegouders aanlopen met hun pleegkind. Op grond van deze gegevens is het wellicht mogelijk na te gaan of de hulpverlening aan pleeggezinnen verbeterd kan worden. Randvoorwaarde is dat het pleegkind een leeftijd moet hebben tussen 3 en 12 jaar. Wat vragen wij van u? In een tijdsbestek van ongeveer 4 maanden worden de pleegouders twee maal geïnterviewd door studenten orthopedagogiek: één keer aan het begin en één keer op het eind. Daarnaast wordt van u gevraagd dat u wekelijks een gemakkelijk in te vullen vragenlijst digitaal invult en naar de onderzoekers per email opstuurt. Pleegouders die geïnteresseerd zijn – of als men meer informatie wil hebben – kunnen dit doorgeven aan (liefst per email): Dr. P. M. van den Bergh Afdeling orthopedagogiek Universiteit Leiden Wassenaarseweg 52, 2333 AK Leiden
[email protected] U krijgt dan zo spoedig mogelijk bericht over de verdere voortgang van het onderzoek. Namens het onderzoeksteam: Peter van den Bergh
ZOMERKAMP 2009 WANNEER?
DOOR WIE?
WWW.STICHTINGJIP.NL
Van zondag 2 augustus t/m vrijdag 7 augustus 2009 in Ermelo
Het JiP-kamp wordt georganiseerd door een aantal enthousiaste vrijwilligers die voor het merendeel werkzaam zijn binnen de jeugdhulpverlening of pleegzorg, studerend zijn in die richting, zelf pleegouder zijn of veel affiniteit hebben met de doelgroep.
Hier vind je alle informatie, ook kun je hier het aanmeldformulier vinden. Vul het formulier in en stuur het op naar: Koen Melis Doornenburgstraat 19 4834 NK Breda
AANMELDEN
INFORMATIE?
Ga daarvoor naar onze website www.stichtingjip.nl
Koen Melis tel. 06-46199513
VOOR WIE? Het kamp is bedoeld voor pleegkinderen of voor kinderen uit pleeggezinnen in de leeftijd tussen de 12 en de 16 jaar. Behalve inspanning en ontspanning is er veel ruimte (en vanuit de kinderen zeker ook behoefte) om met lotgenoten verhalen en ervaringen te delen.
PLEEGCONTACT
3
VOGE PLEEGKIND VOGELVRIJ MET Wij zijn pleegoudervoogd van onze pleegdochter. Beter: Ik ben pleegoudervoogd en mijn man is pleegvader. Onze pleegdochter A. woont bijna haar hele 15-jarige leven bij ons. In 2003 is de voogdij aan mij overgedragen. Bij die overdracht is mij opgedragen om rust, stabiliteit, veiligheid en betrokkenheid te waarborgen. Ons verhaal voor u. Onze ervaring: de ervaring van onze pleegdochter, de pleegvader en van mij, pleegoudervoogd.
Pleegoudervoogd word je niet zomaar, daar gaat een heel proces aan vooraf. De aanstelling kan voelen als bekroning op je werk als pleegouder. Ik ben goedgekeurd door onze pleegdochter A., de moeder, Bureau Jeugdzorg, de kinderrechter en de kantonrechter. Goedkeuring kan voelen als blijk van waardering en vertrouwen wat je uitstraalt naar het pleegkind toe en naar de moeder. Wat betekent pleegoudervoogdij in de praktijk. Je bent verantwoordelijk voor het welbevinden van je pleegkind. Je blijft je er ook bewust van dat jouw pleegkind ouders heeft. Wij worden daar iedere twee weken aan herinnerd want dan komt de moeder twee uurtjes op bezoek. De vader is al geruime tijd niet meer in beeld. Wij krijgen geen begeleiding meer van de voorziening voor pleegzorg. Dit is niet onze keus maar het beleid van de voorziening. Wij ontvangen wel maandelijks pleegzorgvergoeding. Pleegoudervoogdij betekent dus dat je er als pleegouders alleen voor staat wat betreft de beslissingen die je moet nemen. Het is dus net als bij een eigen kind. Of toch niet? Welke beslissing je ook neemt of niet neemt, er kijkt altijd een moeder mee. Altijd kan de moeder de kinderrechter om een uitspraak vragen. Natuurlijk kun je dit als pleegoudervoogd ook, maar daar zal in de meeste gevallen geen reden voor zijn. Het welbevinden van je pleegkind staat voorop. Een pleegkind blijft vogelvrij, kwetsbaar als iedere belangrijke beslissing gevraagd moet worden aan de kinderrechter. Dat heb je allemaal willen voorkomen door als pleegouder de pleegoudervoogdij op je te nemen. De moeder van onze pleegdochter heeft nooit vrede gehad met de omgangsregeling. Haar verlangen om de omgangsregeling te veranderen is al heel lang bekend bij mij. Alle rapportages gaan daar4
PLEEGCONTACT
over. Ik ben verantwoordelijk voor het welbevinden van A. Die opdracht heb ik van Bureau Jeugdzorg, de kinderrechter, de moeder en de kantonrechter gekregen. Maar het is ook een opdracht die A. ons iedere dag weer geeft gewoon door wie zij is. Ik en A. geven de moeder de ruimte die hoort bij het moederschap op afstand. Wij, ons hele gezin, kunnen niet het verdriet van de moeder wegnemen. Wij kunnen alleen maar wensen dat de begeleiding van de moeder vooral ook gericht is op het leren accepteren van de feiten zoals ze er al jaar liggen Ruim anderhalf jaar geleden werd ik ‘out of the blue’ benaderd door een maatschappelijk werker van de moeder. Het was mij niet bekend dat de moeder weer opnieuw begeleiding kreeg. De moeder vond dat niet nodig om aan mij mee te delen. Wel werd mijn telefoonnummer gegeven aan een vreemde instelling zonder dat ik daarvan af wist. Er moest maar eens gepraat worden over de omgangsregeling. Na veel heen en weer geschrijf is de betreffende maatschappelijk werker bij ons op gesprek geweest. Het werd een vreemd gesprek zonder gewenst effect voor beide partijen. Drie maanden later ligt er een uitnodiging van de advocaat van de moeder om te praten over een wijziging omgangsregeling. Zeer verbaasd maar toch ook verdrietig om de hele gang van zaken hebben wij als pleegouders een beargumenteerde brief teruggeschreven waarom wij niet in kunnen gaan op hun voorstel. Ook toen zijn de bezoeken van de moeder aan A. gewoon doorgegaan. Een half jaar later krijgen A. en ik een uitnodiging om voor de kinderrechter te verschijnen om te praten over het verzoek van de moeder. Nadat ik van de schrik van de uitnodiging ben bekomen, een zeer heftige huilbui, ik was compleet overstuur, word ik vastberaden maar met emoties. De zitting is pas over drie maanden. Ik begin meteen met het aanleggen van een dag-
boekje. Al mijn ervaringen en gevoelens die relevant kunnen zijn voor ons verweer worden genoteerd. Dit heeft geleid tot een processtuk van bladzijden ervaringen met A. en de moeder. Pleegdochter A. krijgt ook een uitnodiging en reageert boos en bang. Ook A. zoekt een schrift uit waarin ze eventueel iets van haar kwaadheid en angst in kan schrijven. Daarnaast is bijna het hele complete dossier van A. weer bij de rechter gekomen om uitleg te geven over de werkelijke situatie van A. Het oude dossier van A. wordt niet gebruikt bij deze zitting. Ik moet zelf als pleegoudervoogd informatie aandragen die ik relevant vind. Ik mag niet mijn eigen verweer doen en moet dus gebruik maken van een advocaat. Dus op zoek naar een advocaat. Wat voor mij heel moeilijk is geweest: wat vertel ik wel en wat niet. Die overweging heeft mij veel hoofdpijn bezorgd. Je praat niet over een pakje boter, maar over een jong mensenkind dat door haar beperking niet in staat is om zelf goed voor haar belangen op te komen. Als onze pleegdochter A. een normale brutale puber was geweest dan was mijn verweer anders geworden. Dat weet ik zeker.
PLEEGOUDERS In 2008 kwamen er bij de helpdesk en de beleidsmedewerkers van de NVP weer meer vragen (totaal 41) binnen over pleegoudervoogdij. Niet alleen vragen van pleegouders, maar ook van medewerkers Bureau Jeugdzorg en zorgaanbieders die vroegen om meer informatie. Pleegouders die door Bureau Jeugdzorg gevraagd werden om de voogdij op zich te nemen en meer informatie wilden over de consequenties. Pleegouders die zelf, soms uit ongenoegen met de werkwijze van Bureau Jeugdzorg, pleegoudervoogdij in overweging namen.
ELVRIJ PLEEGOUDERVOOGDIJ
De wereld van A. staat op zijn kop. A. is sterk veranderd na de uitnodiging van de rechtbank. Zij is gespannen, vraagt voortdurend om bevestiging dat we van haar houden. Zo nu en dan zingt zij “pappie, pappie, mammie, mammie” en dan minstens keer achter elkaar. Sinds zij weet heeft van de rechtszaak is zij ermee bezig in haar hoofd. Het zal A. veel verwarring geven. Zo nu en dan kan ze iets opschrijven wat haar dwarszit, maar meestal kan zij dat niet (zegt zij). Op de vraag waarover zij dan inzit zegt zij: “Alles”. De paar keer dat zij een neerslachtige bui heeft (“ik mag ook niks”), noemde zij ook als één van de eerste dingen: “Ik heb het al zo moeilijk met die rechtszaak”. Onze pleegdochter is meer gespannen en ook meer moe dan anders. A. kan zichzelf ook minder lang vermaken of spelen. Thuis na schooltijd draait zij veelal op de automatische piloot: theedrinken, computeren, tv-kijken, eten, tv-kijken en naar bed. Al deze uitingen van A. doen mij veel pijn. Omdat ik dit voortdurend merk en zie, ben ik ook heel boos over deze actie. De spanning en onrust die het vanaf half
december in het hele gezin veroorzaakt heeft, is groot. Ondertussen proberen we A. zoveel mogelijk uit de wind te houden. Zij voelt zich enorm klem gezet, het schrijven van een brief over de vraag wat zij ervan vindt kost A. zeer veel moeite. Zij was er dagenlang ziek van: hoofdpijn en het voelde ‘als een baksteen in haar maag’. Dit zijn de woorden van onze pleegdochter. Ik denk niet dat het de bedoeling is geweest van de moeder om A. zoveel verdriet te doen. Ze ziet en weet toch als geen ander hoe we A. opvoeden en haar het beste proberen te geven wat zij nodig heeft? Daar hoort geen andere bezoekregeling bij. De goede verstandhouding die A. met de moeder heeft, komt op scherp te staan en dat is heel verdrietig voor alle mensen die er bij betrokken zijn. Er zal alleen maar meer verdriet komen na de uitspraak. Met dat gegeven moet A. verder. Er ligt een grote verantwoording op dit kwetsbare mensenkind. Daar hebben wij als haar ‘pleeg’gezin heel veel verdriet van. Ik denk niet dat de moeder heeft kunnen overzien wat voor een impact haar verzoekschrift heeft betekend voor A.. Mijn pleegdochter
heeft alleen het pleeggezin en de advocaat van ons om haar in bescherming te nemen. Zij kan niet zo als andere meisjes van bijna vijftien jaar zelf wel even vertellen hoe zij over dit alles denkt, maar zij kan het wel opschrijven in haar eigen taal en handschrift en dat heeft onze pleegdochter gedaan. Haar geboortemoeder heeft een plekje in haar leven gekregen. A. vindt het moeilijk dat haar pleegouders verdriet hebben omdat ze haar niet kunnen beschermen. Zij is boos op de moeder. De bezoeken tot aan de zitting zijn moeilijk voor A. Het liefst gaat ze naar bed. Toch wil A. de moeder blijven zien bij A. thuis, als ze maar zou horen dat het goed is. Op dit moment kan zij de moeder niet vertrouwen. Toch ligt er weer opnieuw een verzoek tot wijziging omgangsregeling. De moeder en ik komen samen met onze advocaten bij de kinderrechter. De kinderrechter moet een antwoord geven en de spanning die daaraan voorafgaat is groot. De pleegvader wordt niet uitgenodigd want hij heeft juridisch gezien geen enkele zeggenschap
& PLEEGOUDERVOOGDIJ & PLEEGOUDERS & P Pleegoudervoogdij lijkt te leven onder de betrokkenen bij pleegzorg. Dit kan te maken hebben met het standpunt van het ministerie voor Jeugd en Gezin in het beleidsprogramma “Alle kansen voor alle kinderen” en het wetsvoorstel wijziging kinderbeschermingsmaatregelen. Wat kwam er in 2008 ter sprake: • Pleegouders worden door de begeleidende instellingen vaker niet volledig geïnformeerd. • Het komt nog steeds voor dat pleegouders de gezamenlijke voogdij nemen om er naderhand achter te komen dat dan sprake is van onderhoudsplicht en
dientengevolge geen recht meer bestaat op de pleegvergoeding. • Bureau Jeugdzorg wil vóór voogdijoverdracht een nieuwe verklaring van ‘geen bezwaar’ van pleegouder • De rol/positie van de pleegoudervoogd is niet duidelijk, bijvoorbeeld bij de omgangsregeling of na overplaatsing naar een residentie. • De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van een door de rechter vastgestelde omgangsregeling ligt bij de pleegoudervoogd. Bij conflicten en aanhangig maken bij de rechter is procureurstelling met de daarbij behorende kosten voor pleegouder-
voogd noodzakelijk. Pleegoudervoogd handelt in het belang van het pleegkind, waarvoor hij niet onderhoudsplichtig is. Hij wordt echter wel geacht soms aanzienlijke kosten te maken in het belang van het kind. • De relatie ouders-pleegouders kan onder druk komen te staan als een van beiden de omgangsregeling wil wijzigen. • Bij overplaatsing met indicatie van Bureau Jeugdzorg naar een residentie wordt het vaak door de residentiële instelling vanzelfsprekend of uit onwetendheid gedacht dat ex-pleegouder verantwoordelijk is voor ‘bijkomende’ kosten van pleegkind: o.a. bewassing,
PLEEGCONTACT
5
PLEEGKIND VOGELVRIJ MET PLEEGOUDERVOOGDIJ
over het kind. De pleegoudervoogd, voogdes genoemd, kan de kinderrechter verzoeken om ook de pleegvader uit te nodigen voor de zitting. Hij is als belanghebbende een zeer belangrijk persoon, verdediger van zijn pleegkind. De kinderrechter heeft dit verzoek van mij gehonoreerd. De zitting is geweest. Het duurt nog een tijdje voor de uitspraak komt. Wij kunnen nu alleen maar afwachten. Wij hebben veel steun gehad van de coördinator individuele belangenbehartiging van de NVP en willen haar dan ook hartelijk bedanken. Ja. Mijn man en ik zijn er nog steeds van overtuigd dat wij er goed aan hebben gedaan om de voogdij op ons (mij) te nemen. Ook al zijn de consequenties van de pleegoudervoogdij nog te weinig uitgewerkt. Wij hopen dat nu ook op hoger niveau naar onze positie en die van het pleegkind wordt gekeken. Daarom wilden wij u graag ons verhaal vertellen.
Wij begrijpen heel goed hoe ons verhaal overkomt op alle betrokkenen. Wij proberen geen oordeel te geven, maar alleen te kijken naar de gevoelens en ook de feiten zoals A. ze weergeeft en hoe wij het ervaren. Onze pleegdochter is veranderd. Zij wil van ons graag horen dat alles goed zal komen, maar wij vertellen haar dat wij dat niet kunnen beloven. Alles wat wij zeggen en schrijven wordt opeens beladen en gewikt en gewogen. Wij kennen de moeder al net zo lang als dat wij haar dochter kennen. Wij hebben samen al heel wat meegemaakt. Wij hebben altijd ruimte en tijd vrijgemaakt voor haar. Het enige wat A. wil is dat de moeder bij haar op visite blijft komen en gezellig met haar op de keukenbank zit en spelletjes doet. Zij wil niet naar een andere omgeving en een vreemde mevrouw die zich opeens met haar wil bemoeien, dat wil zij absoluut niet. Daar is ook geen reden voor want de bezoeken gaan goed, alleen de moeder vindt het niet prettig denken wij. A. is heel tevreden over de omgangsregeling. Zij wil echt niet anders. A. is niet een ‘normale puber’ Zij heeft de leeftijd van een puber, maar emotioneel is A. nog een jong kind. Daarnaast heeft zij een stoornis in het autisme spectrum, dat betekent veel structuur en begeleiding en rekening houden met haar beperkingen. Het doet ons verdriet dat wij bij de kinderrechter moeten aangeven dat A. haar beperkingen heeft. A. verdient dit niet.
Onze namen zijn bekend bij de redactie.
DERS & PLEEGOUDERVOOGDIJ schoolkosten, kleding, reiskosten, maar ook voor opvang in weekend en vakantie zonder vergoeding omdat er geen indicatie weekend/deeltijdpleegzorg wordt afgegeven. Ex-pleegoudervoogden lijken voor de opvangende instellingen de verantwoordelijken voor het pleegkind. Maar bij éénhoofdige voogdij bestaat geen onderhoudsplicht. • De rol/positie van de biologische ouders bij pleegoudervoogdij lijkt ook bij de biologische ouders vragen op te roepen. • Pleegoudervoogden vragen wat zij kunnen doen om het kind na overlijden van de pleegoudervoogd ook de
6
PLEEGCONTACT
zekerheid te kunnen geven in het pleeggezin te blijven. Testamentaire voogdij is voor pleegoudervoogden niet mogelijk. • Pleegouders willen de pleegoudervoogdij maar BJZ wil geen medewerking verlenen. De NVP gaat aan de slag met deze punten. In dit nummer van Pleegcontact kunt u lezen over de pleegoudervoogd en de omgangsregeling. Marly de Jong, coördinator individuele belangenbehartiging NVP.
IS PLEEG
Aanleiding tot het artikel. De 14-jarige verstandelijk beperkte pleegdochter A. werd in het kader van een ondertoezichtstelling bij haar pleegouders geplaatst toen zij enkele maanden oud was. In 2002 nam de voogdijinstelling de voogdij op zich. In overleg en met instemming van de ouders van A. werd in 2003 de voogdij overgedragen aan de pleegmoeder. Gedurende al deze jaren werd de bezoekregeling – eenmaal per twee weken een bezoek van twee uur bij de pleegouders – gehandhaafd en leverde geen problemen op. Heden is de situatie drastisch gewijzigd. De moeder heeft, met behulp van een advocaat, een verzoek bij de kinderrechter ingediend om de bezoekregeling uit te breiden, van twee naar vier uur en later eventueel naar 8 uur. De moeder wil de contacten met haar dochter opbouwen omdat zij uiteindelijk wil dat zij weer bij haar komt wonen. (Met de vader zijn sinds enige jaren geen contacten meer.) De advocaat van de moeder benadrukt dat de moeder activiteiten met haar dochter wil ondernemen zonder dat de pleegmoeder (de voogdes) daarbij aanwezig is. De advocaat vermeldt dat de moeder de contacten wil laten begeleiden door een instelling voor maatschappelijk werk. De pleegmoeder kan alleen verweer voeren tegen het verzoek van de moeder middels een advocaat. Gevolgen van het verzoek van de moeder De pleeggezinsituatie van A. was jarenlang stabiel. A. gedijde daarbij. Hoewel de frequentie van de contacten met haar moeder hoog was in het licht van een plaatsing waarbij de bedoeling is dat het kind bij de pleegouders blijft tot zijn volwassenheid, verliepen de contacten zonder problemen op te roepen. Het verzoek van de moeder heeft de leefsituatie van A. nu echter in gevaar gebracht. A. is bang dat haar moeder haar daadwerkelijk ‘meeneemt naar huis’. Zij wil haar daarom nu niet meer zien. Haar bestaanszekerheid is aangetast. Dit brengt A. onzekerheid, angst en stress, hetgeen een negatieve invloed heeft op haar functioneren. Ook voor de pleegouders brengt het verzoek stress: het tast de stabiliteit van de pleegsituatie aan. De pleegouders maken
OUDERVOOGDIJ AAN TE RADEN?
zich zorgen om A. en weten niet hoe zij haar kunnen beschermen. Nog een derde negatief effect is ontstaan. De zorgvuldig opgebouwde relatie tussen de pleegouders en de moeder zet de moeder nu op het spel, waarbij de pleegmoeder gedwongen wordt om stelling te nemen tegen haar tot in de rechtszaal toe. Samen staan voor het ontwikkelingsbelang van het kind wordt op deze wijze onmogelijk gemaakt. (Dit is ook de reden waarom de meeste pleegouders willen vermijden om tegenover de ouder te komen staan en – ter wille van het kind – zich niet willen uitspreken tegen de ouder.) Huidige stand van zaken In de huidige regelingen voor pleegouders en pleegkinderen is niet voorzien in ondersteuningsmogelijkheden voor het pleeggezin in bovengenoemde situaties. Een pleegouder-voogd kan wel bij BJZ hulp vragen als er opvoedingsproblemen zijn met het kind [zie: Regeling Pleegzorg, 2004]. In de Nota: ‘Verschoven gezag’ [Hermanns, 2007] wordt pedagogisch onderbouwd waarom het gezag over het kind moet liggen bij degene die de dagelijkse verzorging en opvoeding van dat kind langdurig op zich heeft genomen. De Nota gaat uitgebreid in op de verantwoordelijkheden van een voogd, aangesteld door Bureau Jeugdzorg. Deze voogd heeft tot taak toe te zien op een veilige en adequate opvoedingssituatie in het pleeggezin, waarbij begeleiding – meestal – nog nodig is, gezien de langdurige negatieve invloeden van verwaarlozing of mishandeling op de ontwikkeling van het kind, ook lang nadat dit is gestopt [p. 27]. Hoewel in de Nota de voorkeur wordt uitgesproken voor een pleegouder als voogd, zijn de consequenties daarvan voor de pleegouder nog te weinig uitgewerkt – zoals voor een situatie van het pleegkind A.. Wel wordt gesteld dat de (Zorgaanbieder voor) Pleegzorg de begeleiding op zich moet nemen, óók in relatie tot de ouders. Wat is nodig? Om de ontwikkeling van het kind te kunnen bevorderen is het nodig dat pleegouders niet gedwongen worden om als ‘partij’ tegen-
over de ouders te staan. Zij kunnen het kind dan moeilijk helpen bij het ontwikkelen van een positieve band met zijn ouder. Ook is het in die situatie moeilijk om de ouder een plaats geven in het leven van het kind, hetgeen voor de emotionele ontwikkeling van het kind dat pleegkind is geworden, wenselijk is. Op welke wijze kan dit worden bereikt? Als een kind niet door zijn ouders kan worden opgevoed, heeft de samenleving de verantwoordelijkheid voor de zorg voor dat kind. Dit gebeurt door het kind te laten opnemen in een pleeggezin. De pleegouder vervult daarmee een taak die voor de samenleving van onschatbare waarde is. Het kind wordt echter niet een ‘eigen’ kind van de pleegouders, ook niet als deze de voogdij over het kind op zich neemt. Dit blijkt ook uit het feit dat de pleegoudervoogd niet onderhoudsplichtig is. De voogd, aangesteld door BJZ heeft als taak het kind te beschermen en te zorgen voor een adequate opvoedingssituatie [Nota Hermanns, 2007]. Vandaar dat de voogd ook de bezoeken van de ouders aan het kind regelt en toezicht daarop houdt. Hij heeft daarbij de kennis en de steun van BJZ achter zich. Hij heeft geen persoonlijke verantwoordelijkheid. Mochten gerechtelijke procedures nodig zijn, dan wordt een advocaat door BJZ bekostigd en is de voogd daarvoor niet aansprakelijk. Voor de pleegouder-voogd blijkt dit geheel anders te liggen. Een pleegouder-voogd, die reeds dag en nacht de zorg voor het kind heeft en daarmee wel een persoonlijke verantwoordelijkheid draagt, kan op geen enkele steun rekenen, noch wat betreft de begeleiding van de ouders noch wat betreft de – hoge – kosten voor een in te schakelen advocaat. Dit is niet alleen onbegrijpelijk vanuit het oogpunt van ‘bescherming van het gedepriveerde kind’ maar ook laakbaar. Het zal pleegouders weerhouden de voogdij op zich te nemen. Het is nodig dat de positie van de pleegouder-voogd wordt ondersteund en beschermd.
Mogelijkheden Hieronder volgen drie mogelijkheden voor bescherming van het pleegkind die, in combinatie met elkaar, zijn opvoedingssituatie kunnen stabiliseren en ‘verzekeren’ als zijn ouders – of mogelijk anderen – zijn ontwikkeling en zijn bestaanszekerheid bedreigen. a Problemen met de ouders hebben een directe negatieve invloed op de ontwikkeling van het kind, die zich meestal uiten in achteruitgang in functioneren en in gedragsproblemen. Als zodanig vallen zij onder ‘opvoedingsproblemen’. Het feit dat deze problemen specifiek zijn voor een kind dat pleegkind is geworden, kan en mag geen belemmering zijn voor jeugdhulp, daar verschillende specifieke groepen kinderen specifiek problemen hebben, zoals verstandelijk of lichamelijk beperkte kinderen, allochtone kinderen of kinderen van een psychiatrische ouder. BJZ kan een indicatie geven voor: ‘Begeleiding van de ouders van een pleegkind onder pleegoudervoogdij geplaatst’. b Het pleegkind is, meer dan een ‘gewoon’ kind, de verantwoordelijkheid van de samenleving. Het veilig stellen van zijn opvoedingssituatie is de taak van de samenleving, gedelegeerd aan BJZ. In het kader van de indicatie ‘Begeleiding van de ouders van een pleegkind’ kan BJZ bij een door de ouders (of anderen) geëntameerde rechtszaak de pleegouders steunen door de ‘huis’-advocaat van BJZ ter beschikking te stellen aan de pleegouder-voogd. Hierdoor wordt niet alleen stress in het pleeggezin verminderd, maar de pleegouders behoeven dan ook geen kosten voor een advocaat te dragen – hetgeen m.i. ver buiten hun taak als opvoeder valt. c De Rechtbank benoemt een bijzondere curator (art 1:250 bw) die de belangen van het kind behartigt. Dit wordt ook gepropageerd door Punselie [2006, pg 103]. Dr. A.M.Weterings, Universiteit Leiden, Afdeling Orthopedagogiek en Expertise Centrum Kind in de Pleegzorg Literatuur Hermanns, J. (2007). Verschoven gezag, methodisch werken in de voogdij. Coact Consult/Collegio. Punselie, E.C.C. (2006). Voor een pleegkind met recht een toekomst. Kluwer, E.M.Meijers Instituut.
PLEEGCONTACT
7
NIEUW BIJ SWP NVP-leden krijgen 19% korting op boeken en tijdschriften van uitgever SWP. Kijk op www.deNVP.nl kopje ledenvoordeel (rechtsboven op de homepage).
KOOSJE EN HET DONKER Koosje is een vrolijk meisje van zeven jaar. Maar als het ’s avonds donker wordt en ze naar bed moet, slaat de angst toe. Gelukkig helpt juf Helmi, die ze zo lief vindt, haar. Koosje krijgt van haar een tas met vakjes. Die vakjes gaan ze samen vullen met alles waar Koosje bang voor is. Weken lang sleept ze haar tas overal mee naartoe en blijft hem vullen met al haar angsten. En dan op een dag is de tas leeg. Met een vrolijke zwaai zwiept Koosje de tas weg. Die heeft ze niet meer nodig. Koosje en het donker Beatrice Keunen en Wieteke Kollhof ISBN: 978 90 8560 548 5 36 pagina’s, gebonden; 1e druk; € 14.90 Prijs voor NVP-leden € 12,47 (zie website NVP: ledenvoordeel):
VERDW
1 WMO Wet maatschappelijke ondersteuning 2 TOG Tegemoetkoming Onderhoudskosten Thuiswonende gehandicapte kinderen 3 SVB Sociale Verzekeringsbank 4 MEE Een organisatie voor iedereen met een handicap, beperking of chronische ziekte.
PLEEGKIND EN ZORGLAND:
WAAL NIET! Gelukkig zijn we er langzaam ingegroeid. Onze pleegzoon Kees was net twee maanden oud toen hij bij ons kwam wonen en behalve ‘uitdroging, zwak en lusteloosheid’ was er schijnbaar niets aan de hand. Al gauw was Kees een baby zoals zoveel, iedereen had plezier aan hem en hij groeide goed op. Toen hij twee jaar was bleek dat hij toch wel bijzonder “bij de hand en druk” was. We maakten in onze hal een echte grote box, daar was hij koning. Met twee en een half jaar naar de peuterspeelzaal, oei! Na een maandje proefdraaien werden we bij de leidster verwacht. Helaas, Kees is een handenbinder, niet te remmen en te temmen, hij mocht niet meer terugkomen. Een orthopedagoog hadden we binnen een paar weken in huis. Zijn conclusie was duidelijk: extreem ADHD. Maar dat kon pas formeel vastgesteld worden na een onderzoek en op zevenjarige leeftijd. Kortom: wij de molen in, via het Kinderdag Centrum en na nader onderzoek naar de ZMLK-school, een school voor Zeer Moeilijk Lerende Kinderen. Dat gaat perfect. Maar inmiddels was ook gebleken dat Kees een verstandelijke beperking heeft en een lichte vorm van epilepsie. Dit alles ter inleiding.
Kees is net acht geworden, alles in en om huis is veilig gemaakt. Kees krijgt alles wat hij nodig heeft, geweldig wat in Nederland hierin mogelijk is. Maar dat kost je wel een dagtaak. Ik zal wat zaken opnoemen waar we mee bezig gingen en nog gaan. Wellicht dat er nog iets tussendoor schiet. Kees kan fietsen, maar denkt dat de weg van hem is, daarom hebben we via de gemeente de WMO 1 ingeschakeld om een duo-bike te krijgen. Een soort tandem: hij voorop en laag, ik achter en sturen. Zo leert hij veiligheid en regels op de weg. Nog een paar jaar oefenen en het is klaar! Een bezoek thuis, allerlei formulieren en ja het is voor elkaar. We fietsen wat af, hartstikke fijn. Natuurlijk hebben we ons Bureau Jeugdzorg (BJZ) met de voogd. Dat gaat goed. Voor speciale zaken als extra ouderbijdragen school, bedplassen en medicijnen (Concerta) krijgen we alle medewerking. Doktersverklaringen en vergoedingen zijn gelukkig geen probleem. Daarnaast onze begeleider van de VVP (Voorziening voor Pleegzorg). We werken al meer dan tien jaar samen en voelen elkaar goed aan. Het participeren in een speciaal Zorgteam VVP met alle disciplines vonden we toch wel indringend. Maar we moeten het wel allemaal zelf doen. De orthopedagoog van de VVP weet het precies te vertellen hoe wij het moeten doen, maar is nog nooit thuis geweest! Inmiddels is dit traject gelukkig afgesloten. Omdat we vonden dat er toch wel veel van ons werd gevraagd, ook financieel, ben ik uiteindelijk zelf de boer op gegaan. Eerst bezig met TOG-regeling 2 bij de SVB 3. Een gedegen enquête verder, met alle bescheiden van onderzoeken en diagnoses is dat ook gelukt. Mooi meegenomen.
Dan een aanvraag voor een persoonsgebonden budget, een PGB. Dat is wel uitgebreid zeg. Via een consulent van de MEE 4 zaken op een rijtje gezet, een sociaal verslag van onze situatie laten opstellen. Enorme medewerking, alles om niet! Dan de aanvraag zelf voor het CiZ (Centrum Indicatiestelling Zorg). Via een achtergrond-enquête de aanvraag zelf ingevuld. Met het nodige aan tips en trucs gaat de aanvraag vrij snel uit. En ja hoor, zes weken later hebben we de indicatie voor activerende en ondersteunende begeleiding. Omdat ik zelf een deel van de begeleiding lever, wordt daarmee een inkomstenderving (ik kan onmogelijk gaan werken of bijverdienen) gecompenseerd. We zijn lid geworden van een geweldige belangenorganisatie Per Saldo, waar je vervolgens alle informatie en adviezen en opleiding kunt krijgen die nodig zijn. In de wereld van professionele zorg moet je als “klant” de instanties net zo professioneel tegemoet treden om te overleven in de “jungle van regels”. Ik moet zeggen, het bevalt eigenlijk wel, maar je moet wel enige aanleg hebben voor formulieren en dossiervorming op de computer. Omdat we Kees per se naar zwemles wilden laten gaan, kwamen we uiteindelijk bij een particuliere zwemschool terecht. Zwemmen is voor Kees zijn lust en zijn leven: daarin kan hij zijn energie kwijt en zelfstandig bepalen wat te doen. Omdat Kees al jaren denkt dat hij kan zwemmen, hebben we onnoemelijk veel met hem gestoeid om hem soms in en vaak uit het water te houden! Het A-diploma haalt hij niet, maar wel een certificaat dat hij goed kan zwemmen en niet meer verdrinkt! Dat is net weer binnen. Alweer een zorg minder. Zijn ZMLK-school doet perfect werk. Dagelijks
wordt in het begeleidend schriftje bijgehouden wat zowel op school als thuis de wederwaardigheden zijn. Ieder kwartaal is er contact op school of thuis. Geweldig. Kees plukt er echt de vruchten van. Gebarentaal ondersteunt zijn toch al goede spraak. Spelen en gym kan hij volop beoefenen in een veilige omgeving. We hebben alle hoop dat Kees straks met 18 jaar, maar altijd met begeleiding, bijvoorbeeld in een sociale werkvoorziening, zinvol kan werken. Aan zijn motoriek zal het niet liggen, hij kan (bijna) alles! Met thuisondersteuning en begeleiding kan hij dan naar zijn mogelijkheden zijn eigen leven leiden. Altijd met zorg omgeven, maar toch. Inmiddels zijn we via de kinderarts bij een Psychiatrisch kindercentrum voor nader onderzoek. We denken namelijk dat er mogelijk nog iets bij Kees zit dat we niet kennen. De kinderarts, waar we al vijf jaar komen, heeft ons doorverwezen. In totaal ongeveer 15 bezoeken. Kees heeft ook een lichte vorm van epilepsie en mogelijk dat dat toch een negatieve uitwerking heeft op zijn soms wel erg agressief gedrag. We zitten weer in de molen, maar we nemen het zoals het is. Als je recente en goede diagnoses hebt, dan is dat alleen maar in het belang van je kind. Alle deuren gaan dan open van (nog meer) hulp. Rest me nog te zeggen dat zo’n situatie alleen te behappen is als je de Nederlandse samenleving en zorg een beetje kent. Dat is geen geringe voorwaarde. Het biedt ook veel kansen. Als je de kanalen kent, zijn heel veel bronnen aan te boren. Ik heb de belastingdienst met zijn kinderkorting en het kindgebonden budget van minister Rouvout nog even laten rusten. Wie weet krijg ik nog de geest en ga hier ook mee aan de slag. Bezint eer ge begint. Wiel Peeters
PLEEGCONTACT
9
Onderzoek toekenning vergoeding voor pleegzorg bij familie of bekenden
OPVANGOUDERS EN NETWERKPLEEGOUDERS Iemand die de zorg van een kind van familie of bekenden op zich neemt, komt net als andere pleegouders in aanmerking voor een vergoeding voor de pleegzorg. Deze zogenaamde netwerkpleegouders, bijvoorbeeld de grootouders van de kinderen, krijgen meestal onverwacht te maken met de opvang van een kind. Dat kan hen financieel in de problemen brengen. De Nationale ombudsman, Alex Brenninkmeijer, heeft een aantal klachten gekregen van mensen die de vergoeding erg laat of zelfs niet ontvangen. Hij begint daarom een onderzoek naar de mogelijke oorzaken.
DE NVP EN OPVANGOUDERS In 2008 namen maar liefst 46 opvangouders met hun signalen en problemen contact met de Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen op. Dat zijn veelal opvangouders die in alle goedheid (en naïviteit) even een kind van een familielid of bekende opvangen, dat ‘even’ wat langer duurt en dan op zoek gaat naar hoe het verder moet. De eerste gang is dan naar Bureau Jeugdzorg. Daar kan het proces al stranden. ‘We regelen het wel intern’, als het een jongere van bijna 17 betreft. Of ‘Als u de oma bent kunt u geen pleegouder worden’. Wordt er wél een indicatie afgegeven, dan zijn er al maanden voorbijgegaan zonder begeleiding en vergoeding. Vergoeding met terugwerkende kracht wordt niet uitbetaald.
De overheid vraagt om meer pleeggezinnen, waarbij de voorkeur uitgaat naar pleegzorg bij familie of bekenden. Op dit moment is ongeveer de helft van de pleegzorg in Nederland op die manier geregeld. Deze pleegzorg wordt wel netwerkpleegzorg genoemd, omdat de zorg in de omgeving van het kind georganiseerd wordt. Verschillende overheidsinstanties zijn betrokken bij deze vorm van opvang en voordat de beslissing voor de toekenning van de vergoeding genomen kan worden, moet een aantal stappen worden gezet. Bureau Jeugdzorg moet eerst beslissen of het voor het kind de beste oplossing is om bij familie of bekenden te blijven. Als dat zo is, dan meldt Bureau Jeugdzorg het kind aan bij een Voorziening voor Pleegzorg, die moet onderzoeken of de pleegouders geschikt zijn. In dat kader vraagt deze instantie aan de Raad voor de Kinderbescherming om een verklaring van geen bezwaar voor de pleegouders. Daarna kan de Voorziening voor Pleegzorg zijn onderzoek doen. Als de pleegouders zijn geaccepteerd, wordt het pleegcontract getekend en wordt de pleegzorgvergoeding verstrekt. Deze vergoeding wordt toegekend vanaf de datum waarop
10 PLEEGCONTACT
Bureau Jeugdzorg het indicatiebesluit heeft afgegeven. De Nationale ombudsman wil met dit onderzoek in kaart brengen waar de oorzaken liggen voor de late betaling van de pleegzorgvergoeding. Doel van het onderzoek is om oplossingen te vinden. De resultaten van het onderzoek worden na de zomer verwacht. De Nationale ombudsman persbericht 3 maart 2009
OPROEP De Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen signaleert veel onduidelijkheid onder netwerkpleegouders. Er heerst een gebrek aan duidelijke informatie. Om goede voorlichting te kunnen geven is het van belang om te weten waar behoefte aan is. Om deze reden richt ik, studente Pedagogiek aan de Hogeschool van Amsterdam, in opdracht van de NVP mijn afstudeeronderzoek op de (informatie)behoefte van netwerkpleegouders. Om het resultaat een afspiegeling te laten zijn van de praktijk is input van netwerkpleegouders hoognodig! Ik ben daarom op zoek naar (ex)netwerkpleegouders die ik mag interviewen. Heeft u interesse? Voor aanmelding of meer informatie kunt u mailen naar:
[email protected]
Daarnaast zijn er de wachtlijstgerelateerde vragen en problemen. Er is een indicatie, maar de wachtlijst bij de pleegzorgaanbieder is het obstakel. De zorgaanbieder moet dan kiezen: de vrijgekomen plek geven aan de vergoeding en begeleiding van een kind dat nog geen plek heeft, of aan het kind dat al een tijdje bij opvangouders zit. Het is een keuze die geen keuze zou moeten zijn vindt de NVP. Onderzoek en voorlichting De NVP heeft eind 2008 een onderzoeksopdracht verstrekt aan de studente pedagogiek, Kirsten Westervaarder. Naar verwachting zijn de resultaten begin juni 2009 bekend. Het onderzoek richt zich onder andere op de informatie die opvangouders nodig hebben. Eén van de resultaten van het onderzoek zal een informatiefolder zijn voor opvangouders. Heeft u ervaring als opvangouder en zou u willen meewerken aan het onderzoek: zie de oproep hiernaast.
EN DE WINNAAR IS…! De Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen zet in op de winnaars van de SIRE-campagne ‘Pleegouders zijn bijzonder nodig’.
PERSBERICHT NVP De Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen (NVP) won in 2008 de ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van SIRE uitgeschreven wedstrijd met de slogan ‘U mag het zeggen’. De NVP zei het met de kreet ‘Pleegouders in beeld’. De campagne ‘pleegouders zijn bijzonder nodig’ is op dit moment te zien en te horen op de tv en radio. Uit voorlopige resultaten blijkt er een toename te zijn van aanmeldingen van nieuwe pleeggezinnen. Om echter te kunnen spreken van echte winnaars, pleegouders en dus pleegkinderen is het noodzakelijk dat er nog een aantal zaken geregeld wordt voor pleeggezinnen. Pas dan zijn er echte winnaars! De belangrijkste zaken die de NVP op korte termijn geregeld wil zien voor pleeggezinnen en waarin de NVP een rol wil spelen: • De juridische positie van pleegouders • De financiering van pleegkinderen die bij pleegouders wonen • De ondersteuning en begeleiding van pleegouders De NVP wil minister Rouvoet van Jeugd en Gezin onder druk zetten. De minister heeft beloofd in maart met voorstellen over de situatie van pleeggezinnen te komen. De NVP heeft daar weinig vertrouwen. Utrecht, januari 2009
Naar aanleiding van het persbericht heeft er eind januari een groot artikel in het Nederlands Dagblad (ND) gestaan.
Minister Rouvoet had toegezegd voor 1 maart 2009 Kamervragen te beantwoorden. Op 5 maart laat de minister aan de Tweede Kamer het volgende weten:
UTRECHT - Als de juridische en financiële positie van pleegouders niet verbetert, verdampt het succes van de huidige wervingscampagne snel. Dat zegt de Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen (NVP). Minister Rouvoet (Jeugd en Gezin) komt in maart met voorstellen over de situatie van pleeggezinnen, maar de NVP heeft “maar weinig vertrouwen” in de minister. Directeur Maria de Vries-Van der Mark: “In 2004 heeft staatssecretaris Ross toezeggingen gedaan die nog steeds niet zijn nagekomen.” Het ministerie van Rouvoet erkent dat er problemen zijn, maar is verbaasd over de actie van de NVP. “De minister werkt op dit moment aan een wetsvoorstel ter verbetering van de rechtspositie van pleegouders. De verbeteringen die de minister wil aanbrengen zijn met diverse partijen al besproken. De NVP toonde zich tot dusverre zeer positief over de voornemens”, aldus een woordvoerder van Rouvoet.
Geachte voorzitter, Ik heb toegezegd u voor 1 maart 2009 te zullen informeren over mijn onderzoek naar de financiële positie van pleegouders. Het aangekondigde onderzoek over de problematiek van de samenloop van kinderbijslag, kindertoeslag en pleegvergoeding is afgerond. Ik ben voornemens om de totale systematiek van ouderbijdragen, pleegvergoeding en overheidsbijdragen in de kosten van (pleeg)kinderen op onderdelen aan te passen. Ik heb hiervoor concrete maatregelen uitgewerkt. Vanwege mogelijke budgettaire consequenties worden deze voorstellen betrokken bij de voorjaarsbesluitvorming in het kabinet over de begroting. Ik zal u daarna zo snel mogelijk informeren. Hoogachtend, de minister voor Jeugd en Gezin, mr. A. Rouvoet
Aldus het ND. Het hele artikel kunt u lezen op www.deNVP.nl, knop archief, januari 2009
Kamerstuk, 5 maart 2009 – JZ/GJ-2915274 De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018, 2500 EA DEN HAAG
Het is nog even langer wachten dus. De NVP houdt de vinger aan de pols en blijft u informeren via de website www.deNVP.nl
PLEEGCONTACT 11
WACHTLIJSTONDERSTEUNER Natuurlijk mogen gezinsvoogden en andere medewerkers van Bureau Jeugdzorg niet worden bedreigd. Terecht dat politieke partijen zich daar druk over maken. In een aantal regio’s staan nog zoveel kinderen en jongeren op de wachtlijst voor een gezinsvoogd en is er al een groot verloop onder gezinsvoogden van de Bureaus Jeugdzorg. We moeten zorgen dat niet nog meer gezinsvoogden het bijltje erbij neergooien. Bovendien doen die mensen gewoon hun zware werk, hopelijk naar beste kunnen.
Maar, even afgezien van calamiteiten en dramatische incidenten, valt soms best wat af te dingen op de kwaliteit van hun werk. Wat te denken van de serie gezinsvoogden die het pleeggezin K. in Amsterdam passeerden? Het pleegkind (12) en haar nieuwe familie hebben, in de acht jaar dat zij samen zijn, al zes voogden en één zeer tijdelijke contactpersoon van Bureau Jeugdzorg voorbij zien komen. De eerste twee gezinsvoogden kunnen model staan voor het vak: ze hebben hart voor de zaak en altijd leuke en ondersteunende adviezen voor het kind, stoeien met haar etc. Nummer één is het kind slechts tijdelijk toegewezen, in afwachting van nummer twee. Nummer twee laat na een jaar onderzoeken waar het pleegkind tot de volwassenheid zal opgroeien en vraagt een verderstrekkende maatregel (gezagsbeëindiging ouders) aan als de uitkomst daarvan is dat het meisje in het pleeggezin blijft. De (biologische) familie protesteert, maar de voogd pakt dat niet op omdat zij doorstroomt naar een andere functie in de organisatie. Nummer drie verdiept zich onvoldoende in het ‘dossier’, heeft daardoor geen in- of overzicht en is slordig bovendien. Hij leert het kind nauwelijks kennen en maakt verschillende fouten. Hij vergeet verlenging aan te vragen van de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing, waardoor het kind juridisch een aantal maanden ‘dakloos’ is en het pleeggezin geen maandelijkse toelage meer krijgt. Ook blijkt zij nooit ingeschreven te zijn bij het pleeggezin. Omdat haar ouders hun huis zijn uitgezet en de burgerlijke stand niet kan achterhalen waar het kind is gebleven, wordt zij na drie maanden uitgeschreven (‘met onbekende bestemming vertrokken’). De Vreemdelingenpolitie moet eraan te pas komen om het in Nederland geboren en getogen kind weer ‘in te voeren’. Vermoedelijk grijpt het management in, want het gezin krijgt een nieuwe gezinsvoogd, nummer vier.
12 PLEEGCONTACT
Deze is uitgesproken partijdig en doet een aantal domme dingen. Zo belooft hij het kind (tegen de uitspraak van de kinderrechter in) terugkeer naar haar ouders als zij weer boven Jan zijn en een eigen huis hebben. Ook trekt hij het verzoek tot gezagsbeëindiging in. Ook geeft hij de familie van herkomst toestemming het kind onder schooltijd mee op reis te nemen zonder het pleeggezin daarover te informeren of raadplegen. Hij beklaagt zich over het pleeggezin op de school van het kind etc. Het kind weet niet waar het aan toe is en komt in ernstig loyaliteitsconflict. Op school gaat het matig. Het verzoek om therapeutische hulp voor het meisje blijft twee jaar liggen en op het moment dat ze, na zes intakegesprekken in de aanpalende mallemolen van de jeugdhulp, een therapeut krijgt toegewezen, wil ze niet meer. De problemen die tussen familie en pleeggezin zijn ontstaan, leiden tot het verdwijnen (ontslag?) van nummer vier, zodat nummer vijf haar entree maakt. Zij past een jaar op de winkel en beperkt zich tot conflictbemiddeling. Na een jaar vertrekt ook zij. Nummer zes ziet de job als een parkeerbaan, maar snapt wel dat de (biologische) familie bij elke wisseling van de wacht met verse tranen probeert gedane zaken te keren. Voogd zes pakt het verzoek aan de kinderrechter om het gezag van de ouders te beëindigen weer op, ook omdat het nu twaalfjarige kind (met zeggenschap) in het pleeggezin wil blijven wonen. Er moet eens een einde komen aan het getrek aan haar. Bureau Jeugdzorg zal het gezag overnemen. Maar ook voogd zes zal de afloop daarvan niet meemaken. Na een half jaar afwezigheid wegens ziekte, accepteert zij een baan elders. In 2008 zijn er tien van de twintig gezinsvoogden bij het betreffende kantoor van Bureau Jeugdzorg vertrokken, dus een nummer zeven, die casemanager zal heten in plaats van gezinsvoogd, komt er voorlopig niet.
Het kantoor heeft een wachtlijst van honderd kinderen/jongeren en de pleegdochter van de familie K. staat daar ook op, na acht jaar pleeggezin. Wel krijgt zij, net als vele andere kinderen, over niet al te lange tijd een wachtlijstondersteuner die later opgevolgd zal worden door een ‘contactpersoon’. Er zijn zes wachtlijstondersteuners aangetrokken, zo laat de wachtlijstcoördinator weten. Wie het gezag over de pleegdochter van de familie K. op zich neemt als de kinderrechter dat van haar ouders beëindigt, is onduidelijk. De veelbesproken en vereiste ketenzorg is hier vooral een aaneenschakeling van professionals die de een na de ander hun biezen (moeten) pakken of onvoldoende hun verantwoordelijkheid nemen. Door het grote verloop en de soms matige kwaliteit van de gezinsvoogden ontbreekt de continuïteit van de bemoeienissen met het kind. Het duurt te lang voordat knopen worden doorgehakt waardoor zij nog steeds moet opgroeien onder slecht gesternte. De situatie is mensenwerk van onder andere de gezinsvoogden en bedreigend voor het welbevinden van het pleegkind. Annemiek Onstenk
GESPECIALISEERDE TANDHEELKUNDIGE HULP VERSNELD UITVOEREN Els de Waard, pleegmoeder, gemeenteraadslid én lid van NVP-regiocommissie Utrecht, liep tegen wachtlijsten van wel 11 maanden aan, toen zij met haar pleegkinderen naar een Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde moest, omdat de kinderen alleen onder volledige narcose behandeld konden worden. Dat vond ze niet kunnen, ze hadden altijd kiespijn! Het Algemeen Dagblad (19 februari 2009) besteedt er aandacht aan: “... De Waard is erachter gekomen dat er zo’n zeshonderd tot achthonderd kinderen met een zeer slecht gebit wachten op behandeling. “En twintig procent van hen moet acuut geholpen worden. De rest eigenlijk binnen acht weken, anders worden ze ook acuut. Het probleem is dat er gewoon te weinig beschikbaarheid van operatiekamers is. En die beschikbaarheid neemt alleen maar af. Dus de wachttijden worden nog langer. Dit wordt bevestigd door het cbt (centrum voor bijzondere tandheelkunde) in Utrecht.
na 1 maart operatiekamerruimte huren op Zonnestraal. De Waard, die zitting gaat nemen in het stichtingsbestuur in oprichting: “Vanaf maart, als we een akkoord hebben met de verzekering, willen we beginnen met het wegwerken van de wachtlijsten en de schrijnendste gevallen aanpakken. Andere tandartsen, die er ook moe van worden dat de wachtlijsten maar zo lang blijven, willen zich aansluiten. Zij lopen er ook tegen aan. Bruins kan twee kinderen per dag behandelen, dat zijn er vierhonderd per jaar! In zijn eentje! Dan vraag ik me af: waarom zijn er zulke lange wachtlijsten?”
Het Soester raadslid richt samen met tandarts Hubert Bruins uit Huizen een stichting op om kinderen met een sterk verwaarloosd gebit sneller te kunnen helpen. Bruins is verbonden aan tandheelkundig centrum Zonnestraal in Hilversum. Hij is als ziekenhuistandarts verbonden geweest aan het UMC in Utrecht en heeft zich gespecialiseerd in bijzondere tandheelkunde. Hij kan
En: er worden Kamervragen gesteld aan de ministers Klink en Rouvoet. Doordat tandheelkunde geen specialisme is dat normaal in een operatiekamer thuishoort, is de beschikbare tijd zo krap. Els en tandarts Bruins hebben dit probleem voorgelegd aan Tweede Kamerlid Antoinette Vietsch van het CDA en zij heeft vragen gesteld aan de ministers Klink en Rouvoet.
In de vragen is er ook specifiek aandacht voor pleegkinderen. Het gebeurt nu regelmatig dat zij bij terugplaatsing naar hun ouders nog niet aan hun gebit behandeld zijn. Els vertelt wat er de laatste weken allemaal gebeurd is: “Het gaat goed met de stichting in oprichting. Naar aanleiding van Kamervragen staat het probleem nu op de politieke agenda. Gesprekken met de zorgverzekeraars zijn positief. Er zijn positieve reacties uit het hele land, van tandartsen tot (pleeg)ouders. Er is besloten om maandelijks tijd te gaan reserveren voor kinderen die (tijdelijk) uit huis geplaatst worden in een crisissituatie. Het is belangrijk dat zij zo snel mogelijk behandeld worden en van hun pijn en schaamte af zijn. Pas dan kunnen ze ook op sociaal-emotioneel gebied weer groeien. Hoe één en ander geregeld gaat worden, daar houd ik u van op de hoogte.” Wie in contact wil komen met Els de Waard kan mailen of bellen met de NVP.i
PLEEGCONTACT 13
Grote belangstelling voor thema-avond van de NVP
PLEEGKINDEREN HELPEN MET In november 2008 organiseerde de NVP Overijssel een thema-avond over pleegkinderen en hechtingsproblematiek. Al vroeg liep de zaal in Nijverdal vol met pleegouders, die meer wilden weten over hoe pleegkinderen te helpen met het ontwikkelen van basisvertrouwen. Ruim tachtig Overijsselse pleegouders, maar ook pleegouders uit omliggende provincies en pleeggezinbegeleiders stroomden binnen. Er hadden zich op de valreep nog veel meer mensen opgegeven, maar omdat er niet meer plaats was in de zaal, heeft de NVP hen moeten teleurstellen.
Hechten leer je vanaf het moment van je geboorte. Om goed te kunnen ontwikkelen hebben kinderen het nodig om aan een volwassene gehecht te zijn. Wanneer bij een kind het hechtingsproces onvoldoende of verstoord op gang is gekomen, heeft dat ernstige gevolgen voor de ontwikkeling van een kind. Ria Kuks en Maaike Klazes, beiden pleeggezinbegeleider bij de Therapeutische Gezinsverpleging (TGV), schetsten in vogelvlucht de hechtingstheorie en gaven met voorbeelden uit de
praktijk aan hoe pleegouders om kunnen gaan met een kind dat onvoldoende basisvertrouwen heeft. Het bleek dat er bij pleegouders veel behoefte is aan informatie over dit onderwerp. De avond heeft er zeker aan bijgedragen dat pleegouders met meer kennis en inzicht (en met een stapel informatie onder de arm) naar huis gingen, maar er was ook behoefte aan meer verdieping. Die vraag is neergelegd bij de pleegzorgaanbieder.
UITGANGSPUNTEN VOOR OMGAAN MET EEN KIND MET HECHTINGSPROBLEMATIEK Klimaat van acceptatie creëren In houding en gedrag het pleegkind laten weten dat het er mag zijn zoals het is. Realistische verwachtingen hebben ten aanzien van het pleegkind. Afstand houden vanuit een grondhouding van betrokkenheid wanneer het pleegkind de intimiteit van het moment niet aankan Respecteer de grenzen die het pleegkind aangeeft en probeer daar bij aan te sluiten. Respecteer dat een pleegkind niet geknuffeld wil worden of op schoot wil en zoek naar andere manieren om contact te maken, zoals samen activiteiten ondernemen, stoeien enz. Reageer rustig en neutraal wanneer het pleegkind na intieme momenten afstand creëert door bijvoorbeeld een conflict uit te lokken. VOORBEELD een adoptiemoeder heeft haar kind naar bed gebracht en het was een gezellig en intiem moment. Ze hebben gezellig samen onder de deken gelegen en moeder heeft het
4
PLEEGCONTACT
kind voorgelezen. Wanneer moeder na afloop naar beneden loopt begint het kind vanuit bed zijn moeder uit te schelden. Negeer het schelden of wens het kind op neutrale toon welterusten en loop door naar beneden. Probeer niet boos te reageren met “Wat doe je nu, we hadden het zo gezellig en nu scheld jij mij uit”. Betrouwbaar zijn Doen wat er gezegd is en wanneer hiervan af geweken wordt, uitleg geven waarom. Voorspelbaar zijn In houding voorspelbaar zijn door zo veel mogelijk hetzelfde te reageren in vergelijkbare situaties. Het pleegkind laten ervaren dat het er mag zijn en gezien wordt Door als opvoeder het pleegkind neutraal en zonder oordeel te benoemen in wat hij in het hier en nu aan het doen is, wordt het pleegkind geholpen zichzelf te
ervaren. Tegelijkertijd weet het zich door zijn opvoeders gezien. VOORBEELD Een kind dat vrolijk zit te wippen in een speeltuin. “Jij zit te wippen en lacht, ik denk dat je het fijn vindt op de wip.” In plaats van: “Leuk hè, op de wip?”. Benoemen en positief voorzeggen VOORBEELD Het gezin zit te eten. Plotseling loopt het pleegkind zonder iets te zeggen van tafel en pakt zijn autootje. “Jij loopt nu van tafel en pakt je autootje. Ik wil graag dat je het weg legt en weer aan tafel komt. Als we het eten op hebben mag je weer spelen”. In plaats van: “Hé, kom eens gauw terug, we zitten nog te eten, leg dat autootje eens gauw weg”. Duidelijke structuur en regels bieden Structuur aanbrengen door een voorspelbaar dagritme. Hanteer regels consequent en overlaadt het pleegkind er niet mee. Beter
een paar duidelijke regels die het pleegkind aankan en die consequent gehanteerd kunnen worden, dan een grote hoeveelheid aan regels die het pleegkind niet kan overzien en die niet consequent gehanteerd kunnen worden. Insteken op cognitie/ verstandelijke vermogens en niet op relationeel en gevoelsniveau Wanneer een pleegkind aangesproken wordt vanuit de verwachting dat het iets voor “jou” of “anderen” zou willen doen, betekent dit dat het pleegkind wordt aangesproken op een innerlijk stuk dat in het verleden beschadigd is geraakt. Emoties als angst, pijn en wantrouwen worden getriggerd en zorgen er voor dat het pleegkind overlevingsgedrag laat zien. VOORBEELD “Het is tijd om te
HECHTING
gaan slapen” of “zo doen we dat hier”. In plaats van: “Ik wil dat jij nu gaat slapen” of “ik wil dat je het doet omdat ik het zeg.” Steek cognitief in bij het aanleren van sociale vaardigheden. Zo leert het pleegkind wat hij kan zeggen en doen in sociale situaties. VOORBEELD “Een volgende keer, als het weer gebeurt, zou je ook ...”. In plaats van: “Hoe denk jij dat het zou voelen als ze zo bij jou doen?”. Zo weinig mogelijk beroep doen op het geweten of het
deed jij toen” enz. Vraag naar concreet gedrag, naar wat er feitelijk is voorgevallen, wie erbij betrokken waren in plaats van naar gevoel en beleving.
inlevingsvermogen van het pleegkind Stel zo min mogelijk “waarom” vragen. Alternatieven kunnen zijn: “Wat is er gebeurd, hoe kwam dat, wie was erbij, wat
Realistische verwachtingen Veel van wat over het algemeen negatief gedrag wordt genoemd, behoort tot de overlevingsmechanismen van het pleegkind. Het kind kan deze gedragingen moeilijk opgeven omdat deze hem helpen gevoelens van angst en pijn te onderdrukken. Wanneer de opvoeder zijn verwachtingen hierop af kan stemmen, helpt dit zowel het pleegkind als de opvoeder. VOORBEELD Wanneer een pleegkind ‘liegt’, zeg dan dat dit
gedrag niet kan. Verlang niet van het pleegkind dat het ‘de waarheid’ gaat vertellen. Benoem stellend dat jij weet dat hij bijvoorbeeld de koek heeft opgegeten en stel voor het opeten van de koek een passende consequentie. Verwacht niet dat dit dan wel de laatste keer geweest zal zijn en dat het pleegkind nu weet dat hij/zij de waarheid moet spreken. Je realiseren dat pleegkinderen slechts kunnen leren door veelvuldige herhaling. Deze herhaling blijft vaak tijdens hun hele ontwikkeling nodig. Voorbespreken en/of nabespreken van nieuwe situaties Concreet vertellen wat er gaat gebeuren en voorbespreken welk gedrag van het pleegkind in deze situatie verwacht wordt. Nabespreken en aan de hand van feitelijke gebeurtenissen en concreet/zichtbaar gedrag helpen zijn eigen heftige emoties onder controle te krijgen.
PLEEGCONTACT
5
GEZIN IN BALANS: PROJECT VOOR MOEDERS IN De mama van Thomas heeft iets gedaan wat niet mag. Nu moet ze hier over nadenken. Daarom woont ze een tijdje ergens anders. Deze plek heet gevangenis. Zo begint het kinderboek ‘Een mama in de gevangenis’. Het is voor kinderen van drie jaar en ouder. Het boek maakt deel uit van het project Gezin in Balans van Humanitas.
Gezin in Balans is in 2002 van start gegaan. Vrijwilligers en beroepskrachten bieden opvoedings- en gezinsbegeleiding aan moeders in detentie. In het algemeen wordt ervan uitgegaan dat contact tussen gedetineerde moeder en haar kind een goede zaak is. Hoe dat contact vorm wordt gegeven varieert en hangt mede af van waar het kind woont. Meestal wonen de kinderen in het netwerk, als daar geen plek is wonen ze in een pleeggezin. De kinderen vinden het lastig om te ver-
tellen dat hun moeder in de gevangenis zit. Naar buiten toe wordt er niet over gesproken. Ook zijn de bezoek- of contactmomenten vaak onder schooltijd, ligt de gevangenis ver weg van de woonplaats van het kind, en: De verantwoordelijkheid voor kinderen van gedetineerde moeders is niet structureel geregeld. [Moeders in detentie, p. 43] Gebrek aan coördinatie tussen hulpverleningsinstanties is daar voor een groot deel debet aan. In de loop der jaren is er vanuit de overheid
al een aantal initiatieven ontplooid om het voor de kinderen van gedetineerde ouders beter te laten verlopen. Gezin in Balans is opgezet om ondersteuning te bieden aan gedetineerde en ex-gedetineerde moeders om een goede terugkeer binnen het gezin en in de samenleving te bevorderen [Moeders in detentie, p. 44] Moeders in detentie en de omgang met hun kinderen Verwey-Jonker Instituut (i.o.v. Humanitas) ISBN 90-5830-241-0
PLEEGOUDERS ROB EN ANNEMIEK Ook voor Rob en Annemiek begon het met ‘Mijn mama zit in de gevangenis’. Zo’n vijf jaar geleden werden Annemiek en haar man gebeld met de vraag of ze plaats hadden voor een jongetje van vijf jaar. Even later kwam zijn broertje erbij. De moeder van de kinderen zat in de gevangenis. Zij gaf aan de pleegouders het prentenboek en vroeg of ze het samen met haar kinderen wilden lezen.
had geen gezag meer. Het gezag ligt bij Bureau jeugdzorg. Het prentenboek hielp om erover te praten. “Praten over waar zijn moeder écht was, deed hij bij ons thuis. Voor de buitenwereld had hij een andere verklaring bedacht. Moeder was ziek. Moest ik in commissie ‘liegen’ als ik op straat werd aangehouden met de vraag of zijn moeder al aan de beterende hand was.”
In de bijna 30-jarige pleegouderloopbaan hadden Annemiek en Rob al vaker crisisopvang gedaan. De kinderen bleven kort en als pleegouder sta je anders in zo’n situatie dan wanneer de kinderen langer blijven. Met de twee broertjes liep het anders. Een crisissituatie die eigenlijk zes jaar ging duren. Het was een uitdaging ervoor te zorgen dat de kinderen straks weer terug konden naar hun moeder. Contacten te onderhouden met de familie, moeder bezoeken enz.
“We hebben een geweldige pleegzorgwerker. Door haar aandringen om mee te gaan op bezoek bij moeder in de gevangenis, is het voor de kinderen makkelijker. We maken hetzelfde mee, maken samen geschiedenis: de kinderen, moeder, de pleegzorgwerker en wij”, vertelt Annemiek. De bezoeken verliepen goed, ook dankzij de medewerkers van de PI.
Moeder moest vijf jaar in de penitentiaire inrichting (PI) blijven. Annemiek: “Bij het begin van de plaatsing hebben we meteen gezegd: ‘moeder kan dan wel in de gevangenis zitten, dat wil niet zeggen dat ze een slechte moeder is’. Daar zijn we steeds heel duidelijk in geweest.” Moeder
16 PLEEGCONTACT
Bij een boekpresentatie kwam Annemiek bij toeval in gesprek met iemand van Gezin in Balans (GiB). Er waren problemen met Bureau Jeugdzorg, Annemiek vertelde daarover. Gezin in Balans bood aan om een mediationtraject in te zetten. En zo geschiedde. Alle betrokkenen werden apart gesproken, daarna rond de tafel: moeder, pleegzorgwerker, voogd, medewerker PI, pleegouders en de medewerker
van Gezin in balans als voorzitter. “Je kon goed merken dat de GiB-medewerker bekend is met hoe het in een gevangenis toegaat. Én ze wist van pleegzorg af. Een ideale combinatie dus.” Pleegouders hadden bij het begin van de plaatsing duidelijk aangegeven dat ze ernaartoe wilden werken dat de kinderen weer bij hun moeder gaan wonen én moeder uiteindelijk het gezag weer terug zou krijgen. BJZ was daar aanvankelijk geen voorstander van. “Dankzij de interventie van Gezin in Balans, is BJZ nu een stuk positiever.” Moeder komt bijna ‘vrij’ en heeft nu weekenden proefverlof. Annemiek houdt zich dan op de achtergrond. “Moeder komt de kinderen halen en gaat logeren bij familie. Meewerken aan ‘Samen erop uit’ of het ‘Moedermaatjesproject’ zie ik niet zo zitten. Dat kan iemand anders beter doen. Als pleegmoeder van haar kinderen, heb ik toch een andere relatie met moeder.” Denkt Annemiek dat alle pleegouders enthousiast zijn over Gezin in Balans en dan met name over de basisgedachte dat ouders na hun detentie weer voor hun kinderen kunnen zorgen? “Nee”, antwoordt ze resoluut, “ik denk dat ik in het begin van mijn pleegouderschap
DETENTIE
GEZIN IN BALANS BIEDT Moeder de Gans Informatiebijeenkomsten m.b.v. levens ganzenbord bij aanvang van de detentie
Bezoekmoeders Vrijwilligers die zelf moeder zijn bezoeken de gedetineerde moeders. Een dag-/werkboek, is hierbij een hulpmiddel.
IK-JIJ-WIJ Training die in detentie gegeven wordt en gericht is op het bieden van opvoedhandvatten voor de periode na de detentie.
Samen er op uit In de overgang naar helemaal ‘naar buiten’ gaan moeders samen met hun kind(eren) en hun maatje erop uit.
Moedermaatjes De vrijwillige ‘moedermaatjes’ gaan na de detentie één tot anderhalf jaar lang zo’n vier uur per week naar het gezin.
Wonen in Balans Bemiddeling woonruimte en ondersteuning bij het vormgeven van de woonsituatie.
anders gedacht zou hebben. Dan had ik denk ik niet uit mezelf gezegd: “Die kinderen kunnen na vijf jaar terug naar moeder.” Een gevangenis zie je niet elke dag van binnen en er zijn toch de vooroordelen. Nu weet ik dat er meer te koop is in de wereld en weet je dat jouw manier van kijken niet de enige is. En ik weet wel dat niet alle moeders weer voor hun kinderen kunnen zorgen. De moeder van onze pleegzoons kàn het, daar ben ik van overtuigd. Ik ben blij dat wij eraan bij hebben kunnen dragen dat er straks weer een gezin meer in balans is.”
De boeken van Gezin in Balans Een mama in de gevangenis prentenboek voor kinderen vanaf 3 jaar Mama woont even ergens anders voorlees/doe-boek voor kinderen van 4 tot 8 jaar Vast eigen verhalen van jongeren die een vader of moeder in de gevangenis hebben
Voor meer info over het project en de publicaties: www.gezin-in-balans.nl U kunt daar ook publicaties over het project downloaden.
BOEKEN GEZIN IN BALANS PLEEGCONTACT 17
NOORD-BRABANT
Onlangs zijn we formeel gastouder geworden voor twee van onze kleinkinderen. Daar komt nog het nodige bij kijken. Niet alleen moet je er tijd voor en zin in hebben, ook gelden er een heleboel regels. Hoe kan het ook anders in Nederland. Beide partijen, gastouder en ouder moeten ingeschreven zijn bij een gecertificeerd bureau op dit gebied. Dit bureau regelt dan de financiële aspecten met werkgever en belastingen. Contracten worden vastgelegd en tenslotte dienen de RIE-zaken te worden geregeld. Risico inventarisatie en evaluatie, afgekort RIE is een fenomeen dat in het bedrijfsleven en bij instanties al jarenlang is ingevoerd. De bedoeling is dat daarmee allerlei basiskwaliteiten op het vakgebied, (brand)veiligheid en omgeving worden afgedekt. In een drietal inventarisaties die door beide partijen dienen te worden gefiatteerd wordt de situatie vastgelegd en gebreken dienen te worden opgepakt met een eraan verbonden termijn. De gecertificeerde organisatie doet steekproeven en bewaakt dus in feite de basiskwaliteit van de gastouderomgeving. Een normale ouder zou er een hele kluif aan hebben, een gastouder kan hiervan schrikken. Een groot gezin en tientallen pleegkinderen zonder kleerscheuren zijn uitgezworven, maar in onze tegenwoordige hooggekwalificeerde maatschappij anno kan het niet meer zonder deze RIE. Hoelang duurt het nog voor dat pleegouders ook aan zo’n verplichte RIE moeten voldoen willen ze pleegkinderen opvangen? Ik denk dat het niet lang meer duurt. Consequentie is echter dat door het stellen van dit soort kwaliteitseisen de risico’s nog beter naar voren komen en dienen te worden betaald met extra facilitering en vergoedingen. Het past behoorlijk in deze tijd van steeds meer regelgeving, maar je krijgt er wel kwaliteit en veiligheid voor terug. Ben benieuwd! Wiel Peeters
KRIEBELS De column Kriebels kunt u regelmatig terugzien in Pleegcontact. Kriebels als snel opgeschreven stukjes. Vervelende Kriebels veroorzaakt door zaken in pleegzorgland. Kriebels die een positieve prikkeling geven. Altijd op persoonlijke titel. Kriebelt er al iets bij u: mail uw kriebels aan de redactie. De redactie behoudt zich het recht voor stukken in te korten/te wijzigen/niet te plaatsen. De schrijver wordt hiervan op de hoogte gebracht.
18 PLEEGCONTACT
In de Noord-Brabant is de werkgroep 18+ ingesteld. In de werkgroep vertegenwoordigers van de provinciale overheid, cliëntenraden en de provinciale raad volksgezondheid en maatschappelijke zorg. Na de 18e verjaardag vervalt het recht op jeugdzorg en voor veel jongeren die in de jeugdzorg zitten, is de stap van volwassenheid erg groot. In het Brabants Dagblad de programmanager jeugdzorg van de provincie, mevrouw Van den Dries: “We wachten niet op de uitslag van een landelijke discussie over het optrekken van de leeftijdsgrens naar 23 jaar. Een wetswijziging gaat nog lang duren, we gaan dus gewoon aan het werk”. Overigens heeft het ministerie van Jeugd en Gezin opdracht gegeven aan het Utrechtse Verweij-Jonkersintituut om de problemen rond 18+ in kaart te brengen. Ook pleegouders zijn gevraagd om te vertellen tegen welke zaken zij aanlopen als hun pleegkind 18 wordt.
Kriebels
RIE VOOR PLEEGOUDERS?
WERKGROEP 18+
NOORD-HOLLAND WEEKENDJE WEG
NVP Noord-Holland gaat weekendje weg Van vrijdagavond 28 augustus tot en met zondag 30 augustus 2009 organiseert NVP Noord-Holland een kampeerweekend voor haar leden in Sint Maartenszee. Het duurt nog even, maar leuk om vast naar uit te kijken. Met uw eigen of geleende tent en met het hele gezin. De NVP krijgt een eigen plekje op de camping. Er zal een programma zijn voor het hele gezin. En er zal natuurlijk veel ruimte zijn om met collega-pleegouders te praten. Schrijf het vast in uw agenda en laat vast weten of u denkt te komen:
[email protected]
NVP
OVERIJSEEL
LIMBURG
Door en voor pleegouders Pleegouders in Overijssel weten steeds beter de weg naar de gespreksgroepen te vinden. In een gespreksgroep kunnen pleegouders van gedachten wisselen over de leuke en moeilijke kanten van de zorg voor een pleegkind. Alle pleegouders die graag eens onderling met andere pleegouders willen praten, kunnen zich aansluiten bij een gespreksgroep. Er zijn gespreksgroepen in Hardenberg, Ommen, Dedemsvaart, Westerhaar, Vriezenveen, Almelo, Hengelo, Enschede, Oldenzaal, Nijverdal, Zwolle, Olst-Wijhe, Deventer en Steenwijk. In Gramsbergen worden koffieochtenden gehouden; in Nijverdal komt een gespreksgroep bij elkaar die speciaal is bedoeld voor grootouders die voor hun kleinkind(eren) zorgen. Als er voldoende belangstelling is start de NVP een nieuwe groep. Nieuwe groepen worden opgezet door de NVP en na verloop van tijd overgedragen aan de deelnemers zelf. De NVP zorgt voor de bekendmaking, coördinatie en ondersteuning en is vraagbaak voor de groepen. De gespreksleiding is in handen van een ervaren pleegouder.
In 2012 heeft Limburg Prima Pleegzorg waar kinderen, ouders, pleegouders, families, sociale netwerken en professionals trots op zijn! Het afgelopen jaar hebben de hierboven genoemden gezamenlijk, onder leiding van Riet Portengen, een eigen invulling gegeven aan het concept ‘integrale pleegzorg’. Het resultaat is te lezen in het Innovatieplan Pleegzorg Limburg 2009-2012. Pleegouders zullen betrokken worden bij het implementatietraject van het plan.
GESPREKSGROEPEN
NIEUW! Gespreksgroep voor pleegouders die zorgen voor een kind met een handicap. In Dedemsvaart e.o. komt een groep bij elkaar die speciaal is bedoeld voor pleegouders die zorgen voor een kind met een handicap. Voor opgave en informatie kunt u terecht bij Marijke Klungers, beleidsmedewerker van de NVP Overijssel (0570) 52 38 31;
[email protected] of bij Frida Kikkert, contactpersoon van de gespreksgroepen (0546) 65 87 20;
[email protected]
UTRECHT EN NOORD-HOLLAND ENQUÊTE
De leden in Noord-Holland en Utrecht hebben een enquête thuisgestuurd gekregen om hun wensen voor de NVP kenbaar te maken. Heeft u de vragenlijst nog niet ingestuurd of bent u hem kwijt: kijk op www.deNVP.nl, vervolgens op regio’s, vervolgens op Noord-Holland of Utrecht. U kunt de lijst kopiëren, in word plakken en mailen aan (afhankelijk van uw woonplaats:
[email protected] of
[email protected]
PRIMA PLEEGZORG
DE HOOFDPUNTEN VAN PRIMA PLEEGZORG Continuïteit voor de jeugdige Bij voorkeur verblijft de jeugdige bij mensen die hij al kent en maakt zo weinig mogelijk wisselingen mee. Continuïteit voor de jeugdige vraagt van pleegouders om zich te committeren aan een jeugdige en niet aan een bepaalde vorm van pleegzorg. Daarmee is de keuze voor kort-verblijfpleegzorg niet meer mogelijk. Vraag daarbij is wat er gebeurt met de huidige kort-verblijf-pleegouders, die voor deze vorm van pleegzorg gekozen hebben bijvoorbeeld gezien hun leeftijd, vaak na jaren perspectiefbiedende pleegzorg gedaan te hebben? Continuïteit in de hulpverlening Dit kunnen pleegouders alleen maar toejuichen. Op dit moment kunnen zij en het pleegkind nog steeds geconfronteerd worden met een andere ingrijpende visie en werkwijze bij wisseling van de begeleiding. Pleegzorg op maat Niet te veel en niet te weinig hulp in begeleiding voor ouders en pleegouders. Ook deze ambitie zullen pleegouders kunnen onderschrijven. Gezien de ervaringen van pleegouders en de NVP verdient de begeleiding van ouders extra aandacht daar waar het gaat om acceptatie en omgaan met hun veranderde ouderrol. Vraaggericht werken vanuit de dialoog Herkenning en erkenning van elkaars expertise. Pleegouders voelen zich nu vaker tekort gedaan in de erkenning van hun expertise als opvoeder 24 uur per dag en 7 dagen van de week. Met vragen van pleegouders om onderzoek, behandeling van hun pleegkind wordt vaak wisselend en niet serieus omgegaan.
Eén kind, één gezin, één familie, één plan, één verantwoordelijke Ook terug te vinden in het beleidskader 2009-2012 van de provincie Limburg. Samenwerken in een gezinsteam, waar ook pleegouders deel vanuit maken. Eén verantwoordelijke lijkt een lastige te zijn. Want wie zou dat moeten zijn? Bureau jeugdzorg spreekt van doorzettingsmacht. De juridische beslissingsbevoegdheid ( bij juridische plaatsingen) lijkt duidelijk, vragen zouden gesteld kunnen worden bij de grenzen van deze bevoegdheid, pleegouders zijn immers belanghebbenden in juridische procedures, ouders hebben bij een ots nog steeds het gezag en bij voogdij ziet het er weer anders uit. Als het om besluitvorming gaat zouden de respectievelijke leden van een gezinsteam zich daarop kunnen beroepen. Meerdere organisaties, één plan Ook hierbij lijkt de vraag van de respectievelijke verantwoordelijkheden te rijzen. In hoeverre zullen partijen zich conformeren aan afspraken met een mogelijk beroep op hun verantwoordelijkheid? En wat is de positie, zijn de mogelijkheden van pleegouders hierbij? Pleegouders worden nog steeds geconfronteerd met de doorzettingsmacht van Bureau jeugdzorg als het om hun pleegkind gaat, zelfs bij vrijwillige plaatsingen. Nog moeilijker wordt het voor pleegouders als zij geconfronteerd worden met een verschil van mening/visie tussen Bureau jeugdzorg en de hen begeleidende pleegzorgaanbieder, die in tegenstelling tot de medewerker van Bureau jeugdzorg regelmatig contact heeft met het pleeggezin. Mogelijk is de pleegzorgwerker die ook het ouderlijk gezin begeleidt daarvoor een oplossing. Maar pleegouders verwachten van de pleegzorgwerker dat hij er voor hen is. Voor het laatste lijkt integrale samenwerking op alle niveaus de oplossing. Daarmee wordt echter geen oplossing geboden voor één verantwoordelijke en de positie van pleegouders. Marly de Jong Beleidsmedewerkster NVP Limburg.
REGIONIEUWS PLEEGCONTACT 19
Safaripark Beekse Bergen mei :
ALGEMENE LEDENVERGADERING EN LANDELIJKE ONTMOETINGSDAG Op 16 mei a.s. zal de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering (ALV) en Landelijke Ontmoetingsdag plaatsvinden in Safaripark de Beekse Bergen. Dankzij de steun van de provincie NoordBrabant kunnen we deze dag zo organiseren en groots uitpakken. Safaripark Beekse Bergen is het grootste “wild-life” park van Nederland waar wel zo’n 1500 dieren rondlopen, kruipen en sluipen. Een groots Afrikaans avontuur voor de hele familie. Het ideale tijdstip en de ideale plaats om mede-leden te ontmoeten, uw stem op de ALV te laten horen en ook een heerlijke dag met uw gezin te beleven. Vanaf 10:00 uur tot 17:00 kunt u met uw gezin als lid van de NVP opgaan in de Afrikaanse sfeer.
LAATSTE NIEUWS Blijf onze site bezoeken! Nieuws, aanvullingen en aanpassingen vindt u het eerst op onze site! www.denvp.nl
Lekker sportief? Doe dan de “Wandelsafari”. Een avontuurlijke route langs brullende leeuwen, olifanten, neushoorns en chimpansees. Maar ook langs uitdagende speeltoestellen, leerzame attracties en nog veel meer. Ook is er de “Safari-bus”. Een speciale gids vertelt alles over wat u ziet en beantwoordt vragen. En dat alles terwijl u zich heerlijk rond laat rijden tijdens een toer van ongeveer 45 minuten. En natuurlijk kunt u nog steeds met eigen auto door het park. Gewoon in eigen rustige tempo genieten van alles om u heen. Maar pas op! Raampjes dicht, niet voeren en niet uitstappen. Speurtocht Voor de speurtocht zijn er door het Safaripark 4 prijzen beschikbaar gesteld. Deze zullen aan het einde van de dag bekend gemaakt worden.
naam straat/huisnummer postcode/woonplaats
■ komt niet 16 mei maar wil wel de vergaderstukken ontvangen volwassenen en
kinderen*
leeftijd(en) kinderen * kinderen jonger dan drie jaar krijgen geen toegangsbewijs, wilt u deze kinderen wel aanmelden a.u.b.. datum handtekening
De Algemene Vergadering (ALV) zal gehouden worden van 11:00 tot 13:00 uur in een speciale vergaderruimte. De ALV is er voor alle leden. Gezinsleden die niet deelnemen aan de vergadering kunnen heerlijk op eigen gelegenheid het park verder onderzoeken. Uiteraard blijft na de vergadering de toegangskaart tot sluitingstijd van het Safaripark (17.00 uur) geldig. De agenda zal op de website www.denvp.nl vermeld worden. De vergaderstukken zullen u op verzoek worden toegestuurd.
Bij het Kongo restaurant is een NVP kraam. Dit is bedoeld als verzamelpunt voor alle leden. Bij aankomst bij het park krijgt u bij de ingang een grote envelop met uw toegangskaarten van ons. U krijgt dus geen toegangskaarten toegestuurd! Ook zitten er in die envelop bonnen voor koffie met appelgebak voor de volwassenen, bonnen voor patat met fritessaus en sisi voor elk gezinslid, een speurtocht voor de kinderen, parkinformatie en een plattegrond. De parkeergelden á € 4,– moet u zelf voldoen.
■ komt wél op 16 mei met
LEDENVERGADERING
AANMELDEN U kunt zich, vóór 25 april a.s., aanmelden: • stuur nevenstaand strookje op naar: NVP, Postbus 1139, 3500 BC Utrecht • via de website: www.denvp.nl Ga naar de site, klik links op de blauwe knop ‘ALV’ en klik op ‘aanmeldingsformulier’. Vul alle velden in en de rest volgt van zelf. Na aanmelding via de website krijgt u een bevestigingsmail. • mail uw naam, adres en aantal personen naar:
[email protected] NB alleen indien u zich via de website of via de mail aanmeldt, krijgt u een bevestiging!
Toegangsbewijzen en informatie over het park dag zelf uitgereikt. Vergaderstukken worden u op verzoek toegestuurd.