2 april 2015
MONUMENTEN IN KOGGENLAND
Avenhorn
Plaquette ter nagedachtenis aan Piet de Haan, voormalige veiling Aan de muur van de oude veiling op Het Hoog hangt vanaf 1954 een plaquette ter nagedachtenis aan Piet de Haan (10 september 1907 – 10 mei 1940). Deze is onthuld door de toenmalige burgemeester van Avenhorn, de heer mr. Diepenveen. Piet de Haan had zich na zijn diensttijd als boekhouder/betaalmeester voor de Coöp. Land- en Tuinbouw- en Marktvereniging Avenhorn bijzonder verdienstelijk gemaakt. Op 2 maart 1939 werd Piet opgeroepen om zich gereed te houden voor een mobilisatie-oproep. Bij de algehele mobilisatie eind augustus kwam uit dat hij naar Utrecht moest afreizen. Daar werd hij gestationeerd op de commandopost die was gelegerd in de villa Amstelwijck in de gemeente Dubbeldam. Hij was door zijn rang als onderofficier ingekwartierd bij de Dubbeldamse familie Van der Made. Dagelijks gingen de militairen op de fiets op pad naar de villa. In de vroege ochtend van 10 mei werden de bewoners van Dordrecht en omgeving opgeschrikt door hevig vliegtuiglawaai. De Duitsers waren de Nederlandse grens overschreden en grote groepen Duitse parachutisten werden in Zuid-Holland gedropt. Piet de Haan besloot meteen de fiets te pakken om naar villa Amstelwijck te gaan. Daar werden zij steeds meer ingesloten en vielen vele gewonden, waaronder Piet de Haan. De familie bleef lange tijd in ongewisse over hetgeen hem was overkomen. Aanvankelijk werden de gevallen militairen begraven in de achtertuin bij de villa naast de restanten bierkratten. In later stadium werden de gevallenen herbegraven op de Algemene Begraafplaats in Dubbeldam. In de jaren na de Tweede Wereldoorlog heeft mevrouw De Haan-Bot meer dan 50 keer het graf van haar gesneuvelde man bezocht. Vele jaren deed zij dat samen met de nog in leven zijnde voormalige militairen van wat toen het 1 – 28 – Regiment Infanterie was.
Bron: gemeentelijk archief
2 april 2015
Berkhout
Gedenkteken Berkhouterkerk Op het gedenkteken bij de Berkhouter kerk staan namen van Engelse vliegeniers (C.A. Saunders, J.M. D’Arcy, J.E. Kehoe en S.G. Mullenger); zie verder 'Monument voor Geallieerde Vliegers' . Daarnaast staan de volgende namen gemeld, inwoners die door oorlogsgeweld zijn omgekomen: Nicolaas Koppes, Cornelis Koppes, Jan Maars Nierop, Arie Groot en Guurtje Bisschop. Op zondag 22 april 1945, rond half vijf ’s middags zijn er bommen neergekomen. Een ontplofte bij de boerderij van Bisschop, waarbij Guurtje Bisschop om het leven kwam. De andere bom had even daarvoor op het land van de buurman een krater geslagen. De derde ontplofte niet, maar sloeg in in de walkant van een slootje dat bij de ruilverkaveling in de jaren tachtig is gedempt. Bij Jan Boots wonend aan de Veldhuizerweg, valt de landmacht in mei 1944 binnen ivm het hebben van een doorgangshuis voor onderduikers en permanent voor een Joods echtpaar. Hij weet te ontvluchten. Het gezin (vrouw, twee kinderen en een kostganger Arie Groot) wordt gegijzeld. Bij een ontzetactie van de knokploeg van Hoorn dd 20 op 21 mei komt Arie Groot om het leven en ook een landwacht, Doede Braaksma uit Haarlem. Vrouw en kinderen worden afgevoerd naar Kamp Vught. Kort daarna krijgt Gerrit Schmidt, blokhoofd van de NSB te Berkhout, bezoek van de SD. Hij maakt een lijst met namen van anti-Duitsgezinde mensen en geeft de lijst aan Maarten Kuiper. Deze Maarten Kuiper schiet vervolgens Jan Maars Nierop neer in de nacht van 1 juni. Dit is een zogenaamde Silbertanne Moord geweest, een wraakactie voor de dood van Doede Braaksma. Jan Maars Nierop was aangesloten bij een verzetsschakel die in Berkhout niet bekend was. Maarten Kuiper is kort na de bevrijding doodgeschoten.
2 april 2015
Nicolaas Koppes woonde in het Oosteinde van Berkhout en werkzaam als tuindersknecht en in de oorlog maakte hij deel uit van een zogenoemde knokploeg van de ondergrondse strijdkrachten. Op 1 juni 1944 raakte deze ploeg slaags met de langwacht in de gemeente Blokker. Hij raakte hier ernstig gewond en zijn kameraden konden hem niet meenemen. Koppes vreesde dat hij geprest zou worden om hen te verraden en verzocht zijn kameraden daarom hem het genadeschot te geven en dat is gebeurd. Cornelis Koppes was zijn broer, door het gebeurde werd hij door de landmacht het huis uitgehaald en naar een Duits concentratiekamp gebracht. Volgens een later ontvangen bericht is hij op 1 december 1944 te Neuengamme overleden.
'Monument voor Geallieerde Vliegers', Westeinde In de nacht van 8 november 1941 stortte een Britse bommenwerper neer in een weiland in Berkhout. Deze was door een Duitse nachtjager geraakt. Alle bemanningsleden kwamen daarbij om het leven. Twee bemanningsleden de piloten Christopher Saunders en James D A’rcy zijn in 1941 op het Britse ereveld van de Algemene Begraafplaats in Bergen begraven. De boordschutters Stanley Mullenger en John Kehoe stonden lange tijd in Engeland als officieel vermist. In 2007 heeft gemeente Koggenland de opdracht gegeven om het vliegtuigwrak te bergen. Toen de hoogbejaarde zus van Kehoe wist dat haar broer daar lag, wilde ze dat hij werd opgegraven. De stoffelijke resten van deze twee bemanningsleden zijn in het wrak gevonden en op 7 mei 2008 vond er een herbegrafenis met alle militaire eer plaats in Bergen.
Bronnen: gemeentelijk archief, Annet Wood
2 april 2015
Obdam
Het monument voor Jozef Buis is een ingemetselde plaquette in het voormalige gemeentehuis van Obdam Jozef Buis was in de oorlog ambtenaar bij de gemeente Obdam. In die functie hielp hij jongelui aan valse persoonsbewijzen om op die manier aan de werkplicht te ontkomen. Op 4 oktober 1944 kwam uit dat Jozef Buis deze vervalste persoonsbewijzen verstrekte en werd hij opgepakt en overgebracht naar de gevangenis aan de Weteringschans in Amsterdam. Nadat verzetsmensen in de Apollolaan in Amsterdam een hoge Duitse officier hadden gedood, werd Buis samen met 28 andere gevangen bij wijze van vergelding op 24 oktober in de Apollolaan door de Duitsers gedood. Hij was toen 35 jaar oud en liet een vrouw en twee kinderen achter.
Het monument voor J.D.A. Hellema is een ingemetselde plaquette in de burgemeester Dekkerstraat Papierwarenfabrikant en verzetsman Johan Hellema, werkte nauw samen met een verzetsgroep uit Spanbroek. Hellema had bedacht hoe je wapens kunt afvoeren in een schip met een dubbele bodem. De Duitsers pakten de verzetsgroep op en onderwierpen hen aan een stevig verhoor. Zij verdachten de verzetsgroep van het smokkelen van wapens, die door de Engelsen aan de Zomerdijk waren gedropt. De verzetsgroep werd opgesloten in het raadhuis in Obdam. Een ontsnapping aan de achterzijde van dit raadhuis liep voor Hellema slecht af. Hij werd door geweervuur getroffen in het achterhoofd en overleed ter plaatse. Dit was op 10 februari 1945, hij was 48 jaar oud.
2 april 2015
‘Andere oorlogsslachtoffers’ De heer A.J.C. Hoep, overleden in Obdam op 14 oktober 1942 bij een beschieting door Engelse vliegtuigen van de trein. De heer Hoep was machinist bij de Nederlandse Spoorwegen. Er hangt een plaquette in het station van Alkmaar. Meer informatie is niet bekend. De heer P. Brakeboer. Door de inspanningen van de historische vereniging Spanbroek-Opmeer prijkt de naam van Piet Brakeboer nu op het oorlogsmonument in Spanbroek. Dat is een paar jaar geleden gebeurd. Daarvoor was hij vergeten oorlogsslachtoffer. Piet is niet alleen van Opmeer, maar ook een beetje van Koggenland. Tot de herindeling van 1979 hoorde dat deel van de Berkmeer bij Opmeer, sindsdien bij Obdam en nu bij Koggenland, vandaar. De familie Brakeboer voelde zich altijd al Obdammer. Sinds 1979 zijn ze het echt. De heer T. (Tobias, Tobs) Biallosterksi is geheim agent die in de jaren ’43 en ’44 vanuit Engeland verschillende missies uitvoerde in Nederland. Hij woonde daarvoor in Santpoort-Dorp, daar is nu ook een straat naar hem vernoemd. Vanaf september 1944 heeft hij de opdracht als verbindingsman op te treden tussen de Nederlandse regering in ballingschap en de Nederlandsche Binnenlandsche Strijdkrachten. Op 10 februari 1945 is Tobs met een aantal anderen per vrachtauto onderweg naar Amsterdam. Bij een controle door de Duitsers lopen ze tegen de lamp en worden gearresteerd. Tobs wordt overgebracht naar het gemeentehuis van Obdam, waaruit hij weet te ontsnappen. Bij het daarop volgende vuurgevecht raakt hij zwaargewond. Hij overlijdt uiteindelijk op 25 februari aan zijn verwondingen in gevangenis het Oranjehotel in Scheveningen. Hij is begraven op de begraafplaats aan de Kerkhoflaan in ’s-Gravenhage, in het massagraf voor de slachtoffers van het bombardement van de Geallieerden op het Bezuidenhout in de hofstad.
Bronnen: Gemeentelijk archief, Nationaal Comité 4 en 5 mei en de uitgave “de oorlog maakte alles anders” van gemeente Obdam, Jaap Kroon van het West-Fries Archief.
2 april 2015
Spierdijk
Plaquette bij de RK kerk, Parochie Sint Georgius, Zuid-Spierdijkerweg In Spierdijk staat bij de pastorie een verzetsmonument met de namen van de omgekomen slachtoffers en de omgekomen Engelse vliegers die in Spierdijk zijn neergestort. De gehele bemanning werd op 24.07.42 als onbekend begraven in Bergen. De namen van de vijf bemanningsleden zijn nu bekend: John Charles Douglas Langley, Leo West, Kenneth Sampson Revell, Leslie Desmond Harris en Harry Robert Hamilton. Het Engelse vliegtuig was een Vickers Wellington. Het afwerpen van de bommen ging allemaal goed totdat ze op de terugweg naar England boven Leeuwarden werden achtervolgd door een nachtjager. Het luchtgevecht speelde zich af boven Heerhugowaard en verplaatste zich in zuidoostelijke richting. De Vickers Wellington werd uiteindelijk in brand geschoten en vloog in oostelijke richting verder. De Wellington kwam bij de Verlaatsweg, tussen de huizen van Jan Vlaar en Jac Blaauw, richting Wogmeer neer om 2.30 uur op het land van toentertijd Jacob Hoedjes. Romp en vleugels apart. De romp belandde op het land van Jacob Hoedjes, maar door de klap waren alle inzittenden reeds overleden. Een vleugel lag aan de Bobeldijk, de afgebroken staart op het toenmalige sportterrein van St. George en dat was toen vlak naast de pastorie. De namen op het verzetsmonument zijn: Th. Mul sscc (Sumatrakamp), P.C. Konijn Pz. (Neustadt), J.F.v.Dam (Berlijn Potsdam). Thomas Mul was priester in de orde van de ‘Witte Paters’ in Indonesië om precies te zijn op het eiland Borneo. Hij was daar al jarenlang missionaris. Hij was niet sterk qua gezondheid en toen de jappen langzamerhand heel Indonesië overnamen werd ook hij afgevoerd naar een concentratiekamp op Sumatra. Hij werd daar aan het werk gezet , vaak lange dagen en veel lichamelijk werk. Vanwege dit vele werk aan de spoorlijnen en ondervoeding is hij op 45-jarige leeftijd overleden op 21 april 1945.
2 april 2015
Piet Konijn was tijdens het begin van de 2e wereldoorlog soldaat en lag bij de Grebbelinie op de Duitsers te ‘wachten’. Maar de overmacht van tanks en oorlogsvliegtuigen waren voor de Nederlandse soldaten teveel van het goede. Zij moesten zich overgeven en werden krijgsgevangen gemaakt. Op 18 juni werd hij ontslagen en kon hij naar huis. Maar het geluk zat Piet niet mee. Tijdens een latere razzia in de polder de Wogmeer was hij aan het melken op de boerderij van Schouten, hun buren. Hij had geen persoonsbewijs bij zich en moest dat thuis ophalen. Maar bij het legen van zijn broekzak viel er een pamflet uit waar de naam Churchill op stond. Dit was voor de Duitsers aanleiding genoeg om hem af te voeren. Bij een latere ontruiming van het concentratiekamp en vervoer via een voormalig cruiseschip werd het schip door de Britste luchtmacht onder vuur genomen, de 5000 gevangen konden geen kant op. Johan van Dam moest in Duitsland werken, net als een andere Spierdijker Henk Groot Sn, omdat er in Duitsland geen Duitse mannen meer waren, omdat die allemaal aan het front werkten. Johan werkte in een slagerij in Berlijn. Maar had het noodlot toen hij tijdens het afleveren van een pakketje vlees in Potsdam werd getroffen door een Amerikaans bombardement. Dit bombardement vond plaats op 24 april 1945. Johan van Dam was toen 29 jaar.
Bronnen: Thomas Laan van de R.K. Kerk in Spierdijk, Jaap Kroon van het West-Fries Archief.
2 april 2015
Ursem
Monument bij H. Bavokerk. Dit is een monument voor Jaap Ruyter en bevindt zich naast de kerk Naast Jaap Ruijter, zijn ook Jan Ruijter (de zoon van Jaap Ruijter) en Jacobus Jonker omgekomen. Dit is in een later stadium pas bekend geworden en de namen zijn dan ook later toegevoegd. De bouwstijl van het monument komt sterk overeen met de bouwstijl van de kerk. Dit is geen toeval, al is het monument vele jaren later ontworpen en geplaatst. Het initiatief kwam van pastoor van Haaster. De parochie heeft ook de kosten betaald en mogelijk heeft de gemeente Ursem hier ook aan bijgedragen. De namen van hen die de Ursemmer gemeenschap ontvielen, blijven ook op andere wijze in het dorp in herinnering, denk aan de Ruijtersstraat.
2 april 2015
Dit monument is geplaatst in de Elf Oktoberstraat Het Elf Oktobermonument refereert naar de slag van Rustenburg die in de nacht van 10 op 11 oktober 1944 plaats vond. Als represaillemaatregel zou het dorp Ursem op 11 oktober 1944 met de grond gelijk gemaakt worden. Bang geworden door deze bedreiging zijn vele Ursemmers met hun hele hebben en houden de polder ingevlucht. Ter blijvende herinnering aan deze bange dagen is dit monument opgericht en in 1958 de straat de naam gegeven ‘Elf Oktoberstraat’.
Het monument voor Gerard Veldman in Rustenburg is een gedenkplaat aan de brug Gerard Veldman was de verzetsman die in de nacht van 10 op 11 oktober 1944 op de brug het leven liet in een onverwacht vuurgevecht met landverraders, ter verdediging van een wapentransport. De ironie was dat de transportploeg niet wist dat er die nacht geen lading was gedropt. Vanuit boerderij “Houtlust” in de Schermer (een vaste opslagplaats) vetrokken zij dus vergeefs naar het Commando Afwerp-Terrein (CAT). Bij de brug werd de ploeg in een hinderlaag gelokt, de auto werd beschoten en Gerard Veldman liet het leven.
Bronnen: gemeentelijk archief, Historische Kring Ursem, Nationaal Comité 4 en 5 mei en de jubileumuitgave van de parochie H. Bavo Ursem 1921-1996.
~*~