Plan van Aanpak Project 166 Gebiedsplannen gemeente Moerdijk Mei 2012-versie 2
Inhoudsopgave 1.
Inleiding .................................................................................................................. 2 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7
2.
Aanleiding en situatieschets...................................................................................................2 Doelstelling .............................................................................................................................2 Het project Gebiedsplannen...................................................................................................2 Uitvoering/fasering .................................................................................................................3 Primair betrokken instanties ...................................................................................................6 Uitgangsdocumentatie (op hoofdlijnen)..................................................................................6 Relaties met andere projecten/werken...................................................................................6
Projectbeheersing .................................................................................................. 7 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Opdrachtgever........................................................................................................................7 Projectafbakening...................................................................................................................7 Organisatie en planning .........................................................................................................7 Communicatie en informatie...................................................................................................8 Financiën ................................................................................................................................9 Risicoparagraaf ......................................................................................................................9
Plan van Aanpak Project 166. Gebiedsplannen Gemeente Moerdijk Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van fotokopie, druk, microfilm of op welke wijze ook en evenmin in een retrievel systeem worden opgeslagen, zonder voorafgaande toestemming van de opsteller.
1
1.
Inleiding
1.1
Uitgangspunten Voor het project 166. Gebiedsplannen Moerdijk is eerder een startdocument opgesteld. In de vergadering van 8 maart 2012 heeft de raad met dit document ingestemd. Op basis hiervan zijn vervolgens de verdere voorbereidingen ter hand genomen. Het resultaat hiervan is verwerkt in onderhavig Plan van Aanpak. Vanwege de overzichtelijkheid en een goede leesbaarheid bevat dit document enerzijds de relevante passages van het startdocument en is tevens op diverse onderdelen hier verder op ingezoomd en vormt het plan van aanpak in feite een nadere uitwerking van het startdocument. Het plan van aanpak zal tevens gebruikt worden bij de selectie van de externe adviseur, waarbij na de selectie het plan in samenwerking met de adviseur omgebouwd zal worden tot een concreet draaiboek voor de 2 pilot-gebiedsplannen Fijnaart en Klundert. Na de afronding van deze 2 pilots zal als onderdeel van de evaluatie hiervan het plan van aanpak verder worden aangescherpt. Op basis van deze dynamische werkwijze ontstaat een helder basisdocument gericht op een vlot verloop van de overige gebiedsplannen. Omdat het plan van aanpak voortborduurt op het startdocument en er inmiddels de nodige werkzaamheden zijn uitgevoerd kan dit tevens worden gezien als een vorm van tussenrapportage in het beoogde open planproces waarin ook de raad wordt betrokken. De kaders De raadsagenda 2010-2014 bepaalt bij het onderwerp Kernen, dat er voor elke kern een geactualiseerd dorpsplan dient te komen, waarmee op basis van een dynamische agenda gewerkt wordt aan verbetering van de sociale en fysieke leefbaarheid in de kernen. In hoofdstuk 3 van de college-agenda staat dat zo snel mogelijk na vaststelling van de Structuurvisie gestart moet worden met de gebiedsontwikkeling per kern. De gemeenteraad van de gemeente Moerdijk heeft op 9 juni 2011 deze nieuwe “Structuurvisie Moerdijk 2030” inmiddels vastgesteld. Bij de vaststelling van de Structuurvisie is een motie aangenomen om ook voor het buitengebied een dergelijk plan te gaan opstellen en vandaar dat in dit plan van aanpak hier ook aandacht aan wordt besteed. Vanuit de gemeenteraad is tevens de wens naar voren gekomen om in de kleine kernen een continue bouwstroom te garanderen en toegezegd is om ook dit onderdeel te betrekken bij de op te stellen dorpsplannen. Deze gebiedsplannen staan dus niet op zichzelf maar vormen onderdeel van een nieuwe brede opgave, mede ingegeven door de bezuinigingen, waarbij de gemeente samen met de strategische partners en niet te vergeten de inwoners aan de slag gaat om de leefomgeving vorm te geven en de kwaliteit ervan te bewaken. De gemeente neemt hierbij als regisseur weliswaar het voortouw maar dit vormgeven is nadrukkelijk een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle betrokken partijen. Het gaat dus om een nieuwe manier van werken waarbij vormgeving, uitvoering en beheer elkaar versterken. Dit perspectief vormt het vertrekpunt voor dit nieuwe project.
1.2
Doelstelling De achterliggende doelstelling van het project is tweeledig: - Het meer betrekken van burgers maar ook verenigingen, strategische partners etc. bij het vormgeven en beheren van de leefomgeving; - Een efficiëntere inzet van menskracht en middelen met als uitgangspunt met minder meer doen.
1.3
Het project Gebiedsplannen Het eindproduct van het project: 1. 12 gebiedsplannen: 11 voor de kernen en een 1 voor het buitengebied. 2. Een nieuwe werkwijze en de implementatie hiervan binnen de gemeentelijke organisatie
Plan van Aanpak Project 166 Gebiedsplannen gemeente moerdijk
2
Wat is een gebiedsplan Een gebiedsplan is een plan voor een bepaald gebied (een kern of een deel ervan, het buitengebied of een deel daarvan), opgesteld door en als het resultaat van een gezamenlijke inspanning van gemeente met betrokken partners en burgers, gericht op behoud en verbetering van de leefomgeving. Het bevat een integrale visie voor dat betreffende gebied, alsmede een programma gericht op gefaseerde uitvoering ervan. Met het begrip leefomgevingkwaliteit wordt aangegeven hoe aantrekkelijk of geschikt een gebied is om te wonen en/of te werken. Het gebiedsplan is de concretisering hiervan per gebied. Deze plannen dragen bij aan de integrale planvorming per gebied en bieden als zodanig een integraal afwegingskader voor diverse afwegingen op gebiedsniveau.
Format Het gebiedsplan van de gemeente Moerdijk bevat, in afwachting van het resultaten van de pilots en het bijbehorende interactieve proces, op hoofdlijnen de volgende hoofdstukindelingen: 1. Inventarisatie Een beschrijving van de bestaande situatie (een “foto” van het gebied met actuele kengetallen), zowel voor wat betreft fysieke aspecten (woningen, inwoners, infrastructuur, etc.), sociale aspecten (bevolkingsopbouw, verenigingen, voorzieningen, etc.) en economische aspecten (werkgelegenheid, etc.). Hierbij gaat het niet alleen om de gemeentelijke informatie, ook de betrokken partners leveren hier hun bijdrage aan. 2. Visie en doelstellingen Een vertaling en uitwerking van eerder vastgestelde gemeentelijke kaders (Structuurvisie, beleidsplannen, etc.) voor het specifieke deelgebied, afgestemd met de visies en doelstellingen van de betrokken partners. 3. Uitvoeringsmaatregelen en prioriteiten Hierbij gaat het om een dynamisch ontwikkelingsprogramma met daarin concrete uitvoeringsmaatregelen met bijbehorende planning en verantwoordelijke uitvoerende instantie. Het gebiedsplan is geen einddoel maar een basisdocument voor de nieuwe kerngerichte werkwijze en wordt om die reden periodiek geactualiseerd.
1.4
Uitvoering/fasering Fase 1. Inventarisatie, orientatie en interne communicatie (januari ’12 - maart ’12) De eerste stap is een inventarisatie van: 1. de ervaringen bij de eerder opgestelde dorpsplannen, en de uitvoering daarvan 2. de bestuurlijk vastgestelde (beleids)kaders 3. per gebied ‘de sociale structuur’ 4. de strategische partners
Ad 1: Wat zijn de belangrijkste lessen uit de eerder opgestelde dorpsplannen en de uitvoering daarvan. Wat zijn de eigen ervaringen en wat zijn de ervaringen van de meest direct (extern) betrokkenen. Als voorlopig resultaat is er inmiddels een redelijk helder beeld van alle uitgevoerde maatregelen uit de stads- en dorpsraden per kern en is er ook een evaluatie beschikbaar. Dit materiaal vormt input voor de op te stellen gebiedsplannen.
Plan van Aanpak Project 166 Gebiedsplannen gemeente moerdijk
3
Ad 2: Een inventarisatie van de vastgestelde beleidsplannen, de Structuurvisie, college- en raadsagenda. Daarnaast zijn de beleidsdocumenten en bijvoorbeeld ook de beheer- en onderhoudsplannen van RBOR relevant basismateriaal. In volgende fase zal ook het basismateriaal van de strategische partners verzameld gaan worden. Op basis van gevoerde gesprekken is inmiddels verzocht aan afd. RMO team advies om de relevante beleidsnota’s te inventariseren en centraal op te slaan. Ook de afd. RBOR gaat aan de slag om de bestaande beheers- en onderhoudsplannen en –programma’s voor de diverse gebieden te verzamelen. Vandaar uit kan straks de uitwerking en vertaling naar de diverse kernen\gebieden plaats gaan vinden. Dit geldt tevens voor de diverse actieprogramma’s die veelal gekoppeld zijn aan deze beleidsnotities. Dit materiaal vormt input en kaderstelling tegelijk voor de op te stellen gebiedsplannen. Binnen die kaders is er de ruimte voor maatwerk per gebied en dit moet helder worden gecommuniceerd. Ook bij de strategische partners (corporaties) is gestart met het verzamelen van relevant basismateriaal. Ad 3: Naast het opstellen van gebiedsplannen behelst dit project te komen tot een nieuwe manier van werken, met meer aansluiting bij hetgeen er binnen een gebied leeft. Vrij vertaald, ‘in gesprek’ komen met een gebied en bij het gemeentelijk handelen daarop in spelen. Een werkwijze in lijn met de eerder door de raad vastgestelde notitie ‘Beginspraak’, als handleiding voor burgerparticipatie. Van groot belang daarbij is om de bestaande netwerken in een gebied te kennen. Hoe is het gebied ‘georganiseerd’? Met wie moeten we in gesprek om te weten wat er leeft? Aansluiten bij bestaande structuren is effectiever dan als gemeente te streven naar het organiseren van een eigen structuur. Bestaande structuren zijn er al van oudsher en hebben een gevestigde functie. Het is zaak om, per gebied, zicht te krijgen op die structuren. e
In de 1 fase is een start gemaakt met het onderzoek naar de sociale gebiedstructuur en dit e krijgt in de 2 fase een vervolg. Ad 4: De gemeente fungeert als regisseur bij het opstellen (en de uitvoering) van de gebiedsplannen, maar is zeker niet de enige partij. Wat zijn onze strategische partners? Wie moeten wij, per gebied, betrekken bij het opstellen van de plannen en de uitvoering daarvan. Zekere partners zijn in ieder geval woningbouwcorporaties, maar ook zorgaanbieders en onderwijsinstellingen. Nadat, per gebied, de strategische partners in beeld zijn gebracht worden in later stadium interviews gehouden om zicht te krijgen op: - De visie van de partners op de gebiedsplannen en de rol die zij daarin kunnen vervullen, het verkrijgen van draagvlak en afstemming; - En de strategische agenda voor de komende jaren (uitbreidingsplannen, strategisch voorraadbeheer etc.). e
Inmiddels zijn in de 1 fase met diverse betrokkenen oriënterende gesprekken gevoerd. Intern is het fenomeen gebiedsplannnen verder uitgerold binnen de gemeentelijke organisatie veelal e aan de hand van presentaties. Dit krijgt in de 2 fase een vervolg. Ook met de externe partijen (corporaties en zorg\welzijnsinstellingen) hebben diverse gesprekken plaatsgevonden en mede op basis van dit voorwerk is er inmiddels draagvlak voor een gezamenlijke aanpak en als voorlopig resultaat hiervan kan waarschijnlijk in fase 2 een gezamenlijke Intentieverklaring worden opgesteld. De resultaten van deze gesprekken zijn verwerkt in het voorlopige organisatiemodel (zie 2.3).
Fase 2: Opstellen concreet plan van aanpak (april ‘12 - juni ’12) Na fase 1 is er: - zicht op de kaders die gelden voor de op te stellen plannen; - zicht op de bij het opstellen te betrekken partners; - en zicht op de belangrijkste lessen uit het eerdere project dorpsplannen.
Plan van Aanpak Project 166 Gebiedsplannen gemeente moerdijk
4
Dat is, met de inhoud van dit startdocument, voldoende basis om te komen tot een concreet plan van aanpak voor het opstellen van de gebiedsplannen. Dit plan van aanpak geeft in ieder geval concreet antwoord op de vragen: 1. Hoe ziet het gebiedsplan er precies uit (inhoud)? 2. Wie gaan we bij het opstellen betrekken? 3. Hoe gaan we dat doen (basis voor het interactieve proces is de eerder vastgestelde richtlijn ‘Communicatie in Projecten en RO-dossiers’)? 4. Wat is de planning? 5. Wat is het bijbehorende urenbeslag? 6. En wat zijn de bijbehorende kosten? e
In de 1 fase is nader onderzoek verricht naar de diverse onderdelen van het uiteindelijke Plan van aanpak. Mede vanwege het experimentele karakter is ervoor gekozen om met 2 pilots eerst meer ervaring op te doen. Als component daarvan zal ook het Plan aanpak e gefaseerd plaatsvinden. In de 2 fase zal ook de selectie van de externe adviseur plaatsvinden die dus in eerste instantie gericht is op het 2 pilots. De adviseur krijgt hierbij tevens de opdracht om het plan van aanpak aan te scherpen en vervolgens zal dit aan de hand van de opgedane ervaringen worden omgezet tot een concreet draaiboek voor de vervolgplanning. Gekoppeld aan het plan van Aanpak zal ook een krediet worden aangevraagd, dat nodig is om de kosten voor het interactieve proces en de inzet van de externe adviseur uit te kunnen dekken. In afwachting van meer duidelijkheid over de definitieve opzet van de gebiedsplannen en om onnodig middelenbeslag te voorkomen wordt nu geen krediet voor het totale project gevraagd, maar wordt voorlopig volstaan met een startkrediet van € 50.000. Op basis van de evaluatie van de 2 pilots Fijnaart en Klundert zal in het voorjaar van 2013 een vervolgkrediet worden gevraagd. Fase 3: Opstellen Ontwikkelplannen per gebied (juni ’12 - maart ’14) Conform het plan van aanpak worden de gebiedsplannen opgesteld. De inzet is erop gericht om binnen deze collegeperiode voor elke kern en het buitengebied een gebiedsplan te hebben. Het opstellen van de plannen gebeurt fasegewijze. Vanwege het experimentele karakter verdient het de voorkeur om voor 2 kernen met dit nieuwe fenomeen allereerst meer ervaring op te doen. Bij de vaststelling van het Startdocument is besloten om hiervoor de kernen Fijnaart en Klundert te benutten. Het betreft hier 2 dynamische kernen waar de nodige fysieke en sociale ontwikkelingen spelen en die daarmee zeker geschikt zijn om de (meer)waarde van deze nieuwe integrale aanpak uit te testen. Het streven is erop gericht om beide gebiedsplannen begin 2013 aan te raad te kunnen aanbieden, samen met een evaluatie van de werkwijze en gekoppeld aan een aanvullend krediet. Tevens wordt de externe adviseurs geselecteerd voor de overige 10 plannen. Aansluitend worden, met gebruikmaking van de ervaringen met het opstellen van de twee bovengenoemde plannen, de overige gebiedsplannen (gefaseerd) opgesteld. Fase 4 Implementatie nieuwe werkwijze binnen interne organisatie (januari ’13 - maart ’14) Gebaseerd op de ervaringen bij het opstellen van de eerste twee gebiedsplannen en parallel aan het opstellen van de overige plannen, wordt in de interne organisatie een nieuwe werkwijze geïmplementeerd. Een werkwijze gericht op: - Het actueel houden van de visie en het uitvoeringsprogramma per deelgebied; - Een efficiënte uitvoering van het programma per gebied, met de gemeente als regisseur en een nauwe samenwerking met de burger en relevante partners; - Een interne afstemming van zaken die van belang zijn voor de realisatie van de visie voor de onderscheidende deelgebieden. Hierbij zal ook antwoord komen op de vraag hoe de uitvoering van het programma per gebied verder zal worden aangestuurd. Project 166. Gebiedsplannen gemeente Moerdijk eindigt met het opstellen van de plannen en de implementatie van de nieuwe werkwijze. Fase 5. Evalueren Gebiedsgericht vormgeven is als werkwijze uiteindelijk een continue proces van monitoren, evalueren en bijsturen. Daarnaast zal het opstellen van de Gebiedsplannen worden geëvalueerd. Plan van Aanpak Project 166 Gebiedsplannen gemeente moerdijk
5
1.5
Primair betrokken instanties Het succes van de gebiedsplannen staat of valt met het draagvlak bij de betrokken partners, die tevens een rol als investeerder kunnen hebben. Naast de woningbouwcorporaties is hierbij bijvoorbeeld ook een belangrijke rol weggelegd voor bij de betrokken zorg- en welzijnsinstanties, onderwijsinstellingen, verenigingen, ondernemers maar ook burgers en stads- en dorpsraden.
1.6
Uitgangsdocumentatie (op hoofdlijnen) Het project start niet blanco, omdat al veel basismateriaal beschikbaar is. Hiervan kan dankbaar gebruik worden gemaakt. Veel van dit materiaal dient echter wel eerst geactualiseerd te worden en daarnaast zal, ook in overleg met de betrokken partners, het materiaal herleid moeten worden tot het geschikte format. Het gaat hierbij niet alleen om ruimtelijke documenten, zoals bijvoorbeeld de Structuurvisie, maar ook om informatie op sociaal/maatschappelijk/cultureel/economisch gebied. Daar waar noodzakelijke basisinformatie ontbreekt, zal dit door middel van onderzoek moeten worden aangevuld. Belangrijkste basismateriaal is in elk geval: - De Strategische Visie; - De Structuurvisie; - De bestaande stads- en dorpsplannen; - Beleids- en beheersplannen; - Richtlijn communicatie, de Notitie beginspraak en het Verbeterplan Communicatie - Burgerenquête. Omdat wordt ingezet op integrale documenten zijn ook visies en uitvoeringsprogramma’s van de belangrijkste partners, zoals woningbouwcorporaties en zorgleveranciers en dergelijke, van belang.
1.7
Relaties met andere projecten/werken Ruimtelijke en maatschappelijke projecten en ontwikkelingen In ruimtelijke zin vormen de nieuwe gebiedsplannen de uitwerking van de recent vastgestelde Structuurvisie. Hierbij is een relatie met de gebiedsgerichte benadering, waarbij wordt ingezet op een integrale aanpak en waarbij naast ruimtelijke aspecten ook maatschappelijke en economische aspecten worden betrokken. Vanuit het integrale karakter hebben de gebiedsplannen met tal van ontwikkelingen en projecten te maken en wordt geprobeerd deze van hieruit te coördineren. Dit geldt dan bijvoorbeeld ook voor de uitvoering van het Bedrijventerreinenprogramma, waarmee in 2012 is gestart. Financiële projecten en ontwikkelingen De gebiedsplannen vormen de basis voor een integrale aanpak, waarbij de gemeente samenwerkt met andere partijen zoals de woningcorporaties en de zorginstellingen. Naast ontwikkelingsfinancieringen is hierbij tevens nadrukkelijk een rol weggelegd voor de inzet van de beheersmiddelen van gemeente en de andere investeerders. Ook de subsidiestromen vormen een belangrijk aandachtspunt. De huidige financiële situatie met de bezuinigingsoperatie vormen hierbij een belangrijk basis- én referentiekader. De kwaliteit van de leefomgeving is immers niet meer alleen de opgave van de gemeente maar kan enkel en alleen door samenwerking met de overige partners succesvol zijn. Hoewel de gemeente als regisseur het voortouw neemt kan de gezamenlijke aanpak enkel succesvol zijn als ook de overige betrokken partners hierin hun verantwoordelijkheid nemen. Relatie met organisatieontwikkelingen De gebiedsplannen en het gebiedsgericht werken vormen onderdeel van het Programma Vormgeven, waarbij tevens sprake is van een relatie met de onderdelen “Burgerparticipatie” en “Netwerkmanagement”. Ook deze onderdelen omvatten instrumenten om te komen tot een betere kwaliteit van visie en uitvoeringsprogramma per onderscheiden deelgebied. De realisatie van een uitvoeringsprogramma is niet meer enkel iets is van de gemeente, maar juist ook iets van haar partners en sociale structuren binnen een deelgebied.
Plan van Aanpak Project 166 Gebiedsplannen gemeente moerdijk
6
2.
Projectbeheersing
2.1
Opdrachtgever De gemeente is de regisseur van de op te stellen gebiedsplannen. Binnen de gemeentelijke organisatie zal dit als een project worden opgepakt binnen de afdeling Ruimtelijke en Maatschappelijke Ontwikkeling. College is bestuurlijk opdrachtgever. Binnen de gemeentelijke organisatie zal het Directieteam als ambtelijk opdrachtgever fungeren en de manager van de afdeling Ruimtelijke en Maatschappelijke Ontwikkeling is de opdrachtnemer.
2.2
Projectafbakening Het project, van de bedenk- tot de afrondingsfase, bevat het totaalpakket van maatregelen dat noodzakelijk is voor het realiseren van het doel van het project. Binnen het project wordt via de gefaseerde aanpak ingezet op het werken van “grof”naar “fijn. Het project is gericht op het opleveren van de eindproducten medio 2014: - 12 gebiedsplannen - een nieuwe kerngerichte werkwijze. Na de oplevering en de evaluatie hiervan eindigt formeel het project en gaan de gebiedsplannen structureel een integraal onderdeel uitmaken van de reguliere bedrijfsvoering binnen de gemeente Moerdijk. In die zin zijn de gebiedsplannen niet zozeer het eindresultaat, maar markeren deze juist de start van een nieuwe manier van werken.
2.3
Organisatie en planning Continue-proces: Gebiedsgericht werken is een continue-proces. De Gebiedsplannen spelen na vaststelling een continue rol spelen in het bewaken van de kwaliteit van de leefomgeving. Dit moet worden gewaarborgd in de gemeentelijke organisatie en dit organisatievraagstuk vormt onderdeel van het project. Hoe dit exact wordt vormgegeven, zal in de loop van dit project duidelijk worden.
Overlegstructuur Stuurgroep Gemeente
Corporaties:
Gemeente Moerdijk
Openbare orde en veiligheid
Brabantse Waard Bernardus Wonen Surplus Stichting Groenhuyzen Politie
Projectgroep Gemeente
Gemeente Moerdijk
Zorg en Welzijn:
Corporaties: Zorg en Welzijn: Openbare orde en veiligheid
Brabantse Waard Bernardus Wonen Surplus Stichting Groenhuyzen Politie
L. Koevoets E; Alderliesten L. Willems R.v.d Boom W. Hector A.. Maranus H. Brons F. Stegman\Burgemeester
L. Willems C. Goos J. Hiel W. Voermans A. Tak G. Luijsterburg Mevr. E. Korse-van Stiphout Mevr. M. Saarloos P. Jobse
Kernteam(s) Leden projectgroep aangevuld met: Burgers, verenigingen, stads- en dorpsraden Onderwijsinstellingen Ondernemers Etc. Plan van Aanpak Project 166 Gebiedsplannen gemeente moerdijk
7
Planning: Fase
Planning
Oriëntatiefase - Inventariseren - Oriënteren - Opstellen Startdocument
Januari ‘12 - maart ‘12
Ontwerpfase - Interne communicatie - Externe communicatie - Opstellen Plan van Aanpak, Intentieverklaring en kredietvoorstel - Selectie externe adviseur
April ’12 - juli ’12
Raad 8 maart “12
Uitvoeringsfase Opstellen Gebiedsplannen - Pilots Fijnaart en Klundert - Evaluatie pilots, definitief Plan van Aanpak plus vervolgkrediet en selectie externe adviseur (vervolgplannen) - Overige 10 Gebiedsplannen
2.4
Raad 28 juni “12 Mei – juli “12
Sept. ‘12 – Januari ’13 Januari ‘13 – Maart “13
Uiterlijk ‘14
Implementatie nieuwe werkwijze
Uiterlijk ‘14
Evaluatie opstellen Gebiedsplannen
2014
Communicatie en informatie In/externe communicatie Het project gebiedsplannen dient twee doelen: het opstellen van de plannen zelf, alsmede het en het opzetten van een nieuwe structurele werkwijze. Om deze doelen te bereiken zal communicatie zorgvuldig ingezet moeten worden. Het project krijgt dan ook intern de zogenaamde A-status. Enerzijds om binnen de ambtelijke organisatie de nieuwe werkwijze goed uit te leggen, anderzijds ook om te zorgen dat een ieder dezelfde betekenis geeft aan het product ‘gebiedsplannen’ In algemene zin vormt de Richtlijn communicatie in projecten en RO-dossiers en de richtlijn “Beginspraak” samen met het Verbeterplan Communicatie de basis voor de in- en externe communicatie. e
e
In de 1 en 2 fase van het proces (periode van december 2011 tot en met juni 2012) lag\ligt de nadruk bij de interne communicatie vooral op het communiceren en promoten van het fenomeen gebiedsplannen en het verder uitrollen van het project vanuit de afdeling RMO. Dit proces is vooral gericht op het verkrijgen van draagvlak binnen de totale gemeentelijke organisatie om de structurele waarde van de plannen te verankeren in de organisatie. Inmiddels zijn de meeste betrokken afdelingen al bijgraat over de gebiedsplannen en krijgen zij een structurele rol in het proces via deelname in de projectgroep. e
Bij de externe communicatie in de 1e en 2 fase van het project was\is de aandacht vooral gericht op het verkrijgen van committment bij de strategische partners, in casu de corporaties Brabantse Waard en Bernardus Wonen en de zorg en welzijnsinstellingen Surplus en Groenhuijzen. Gelet op het belang van sociale en externe veiligheid is ook een nadrukkelijke rol weggelegd voor de politie. Als voorlopig resultaat van deze samenwerking zullen deze partijen een gezamenlijke intentieverklaring ondertekenen. Om de gezamenlijke inzet te bevestigen worden deze partijen ook betrokken bij de selectie e van de externe adviseur. Essentiële taak van dit buro in de 3 fase (uitvoeringsfase) bestaat Plan van Aanpak Project 166 Gebiedsplannen gemeente moerdijk
8
naast het opstellen van de gebiedsplannen zelf, tevens uit het onderzoeken en in kaart brengen van de sociale, lokale structuren. Participatie, externe voorlichting, (sociale) media en pr/marketing zullen als instrumenten adequaat worden ingezet. Ook de communicatiemiddelen van de betrokken partners worden uiteraard ingezet. Doelgroepen worden in beeld gebracht en een krachtenveldanalyse wordt gemaakt. Aan de hand van deze analyse wordt bepaald hoe genoemde communicatie-instrumenten worden ingezet. De nieuwe lijn ten opzichte van de eerder opgestelde dorpsplannen krijgt hierbij bijzondere aandacht. De gemeenteraad zal tijdens het hele proces zorgvuldig worden geïnformeerd en hun betrokkenheid bij het proces zal nader worden bepaald aan de hand van de resultaten van de 2 pilots. Informatie Bij de gebiedsplannen gaat het er vooral om de beschikbare kennis te vertalen naar de specifieke gebieden van de kernen en het buitengebied. Inmiddels is gebleken, dat er heel veel basismateriaal beschikbaar is maar dat dit nog niet allemaal per kern direct beschikbaar of toepasbaar is. De focus in het verdere proces ligt dan ook vooral op het transformeren van dit materiaal zodanig dat dit bruikbaar is voor de gebiedsplannen en tevens dat de structuur ervan een structurele basis geeft voor toekomstige aanpassingen en de monitoring ervan. Dit geldt zowel voor de gemeentelijke informatie als ook voor de informatie door de strategische partners. Voor wat betreft dit laatste is absolute voorwaarde voor het proces de bereidheid bij de partners om samen te werken en kennis te delen en vandaar dat dit principe in de Intentieverklaring is verankerd. 2.5
Financiën In het startdocument is er al op gewezen, dat er geen bestaand budget is voor het opstellen van de gebiedsplannen. Ook is er met ingang van 2012 geen apart budget (meer) voor de uitvoering van deze plannen. Mede gelet op het experimentele karakter van deze nieuwe plannen is het lastig om vooraf een scherpe kostenraming op te stellen voor de 12 op te stellen gebiedsplannen en de implementatie van de nieuwe werkwijze. Gelet hierop en om onnodig middelenbeslag te voorkomen zal in eerste instantie dan ook worden gewerkt met een startkrediet van € 50.000. Dekking hiervoor kan worden gevonden binnen de eenmalige e ruimte in de begroting 2012, zoals gemeld in de 1 kwartaalrapportage. Dit bedrag is in elk geval noodzakelijk voor de inschakeling van de externe adviseur en het interactieve proces van de 2 pilotplannen Fijnaart en Klundert. Op basis van de evaluatie van de 2 pilots zal in het voorjaar van 2013 een vervolgkrediet worden gevraagd, waarbij uiteraard rekening wordt gehouden met het basiskrediet. Omdat de gebiedsplannen structureel onderdeel gaan vormen van de toekomstige werkwijze zal bij toekomstige begrotingen hiermee rekening worden gehouden.
2.6
Risicoparagraaf Financieel In de begroting is geen rekening gehouden met het opstellen van de 12 gebiedsplannen. Ook is er geen (extra) geld beschikbaar voor de uitvoering en de actualisatie van de plannen. De kredietaanvraag is gericht op het verkrijgen van middelen voor de op te stellen plannen. De financiering van de uitvoering van de gebiedsplannen en de actualisatie ervan gaan in de toekomst onderdeel vormen van de reguliere werkwijze en worden ingebed in de begrotingsbehandeling. De op te stellen gebiedsplannen vormen een investering voor de toekomst. Mede vanwege de economische crisis en de daaruit voortvloeiende bezuinigingen bij gemeente kan de gemeente immers niet meer op eigen houtje de leefbaarheid in de kernen garanderen, maar moet - meer nog dan vroeger - de samenwerking met de andere partners worden gezocht. Ook deze partners hebben met bezuinigingen te kampen en door samenwerking wordt ingezet op het behoud van de kwaliteit van de leefomgeving. Kortom: de inzet is om met minder middelen minimaal eenzelfde kwaliteit behouden. Het gebiedsgericht werken betekent in financiële zin ook, dat ontwikkelings- en beheermiddelen van de partners, waaronder corporaties en zorginstellingen, op elkaar moeten worden afgestemd en ook dat moet leiden tot efficiencyvoordelen.
Plan van Aanpak Project 166 Gebiedsplannen gemeente moerdijk
9
Juridische zaken De nieuwe gebiedsplannen hebben geen juridische werking in die zin dat ze burgers niet direct binden. De samenwerking tussen de betrokken partijen is de basis voor de nieuwe gebiedsplannen en de intentie daarvoor is vastgelegd in de Intentieverklaring Overig Hoewel het project zich richt op het opstellen van de gebiedsplannen, staat of valt de toekomstige waarde ervan met de organisatorische inbedding van deze nieuwe werkwijze en de actualiteitswaarde ervan in de interne gemeentelijke organisatie en in de gemeentelijke strategische samenwerking. Voorkomen moet in elk geval worden, dat de nieuwe gebiedsplannen als een incident worden beschouwd in plaats van als de beoogde constante waarde (intern aspect). Omdat het gaat om integrale planvorming en een samenwerking met partijen in het veld vergt dit wel, dat deze partners bereid moeten zijn om samen te werken en de intentie hebben open én tijdig over de eigen plannen te communiceren (extern aspect). Samenwerking met de strategische partners is dus essentieel waarbij het ook gaat om het delen van kennis. Om dit risico te beteugelen is sinds het opstellen van het startdocument dan e ook 2 fase van het project nadrukkelijk ingezet op het vinden van voldoende draagvlak en de intentieverklaring is het voorlopige resultaat hiervan hiervan. Communicatie Het verwachtingspatroon, mede gestoeld op de eerdere ervaringen met de dorpsplannen, vormt een risico. Mede gelet op de financiële beperkingen, dient via een heldere communicatie gewaakt te worden voor overspannen verwachtingen.
Plan van Aanpak Project 166 Gebiedsplannen gemeente moerdijk
10