Plan van Aanpak CO2-footprint conform ISO 14064-1 CO2-reductiedoelen CO2-reductiemaatregelen
Vandervalk+degroot-groep Waalwijk, 24 december 2013
Auteur(s):
Arend-Jan Costermans Ed den Breejen Antoine Steentjes Joni Ann Hardenberg
Geaccordeerd namens directie: Antoine Steentjes
Plan van Aanpak
Inhoudsopgave 1.
Inleiding 1.1. Over dit rapport 1.2. Verantwoordelijken 1.3. Beschrijving van de organisatie 1.4. Rapportageperiode 2. CO2-footprint 2012 2.1. Grenzen 2.1.1. Scopes 2.1.2. Organisatorische grens 2.2. CO2-emissiegegevens 2.3. CO2-footprint 2012 2.4. Analyse CO2-footprint 2.5. Verbranding biomassa 2.6. GHG verwijderingen 2.7. Uitzonderingen in rapportage 3. CO2-reductiebeleid 3.1. Beleidsverklaring van directie 3.2. Kwantitatieve doelen t/m 2017 4. Co2-reductieplan 4.1. Reductiemaatregelen en verantwoordelijken 4.2. Reductie 4.2.1. Brandstoffen (aardgas) voor verwarming (scope 1) 4.2.2. Voertuigbrandstof (scope 1) 4.2.3. Elektriciteit (scope 2) 4.2.4. Zakelijk verkeer met privé-auto’s en vliegtuig (scope 2) 4.3 Duurzame energie 5. Kwantificering methode 5.1. Verklaring gebruik kwantificering methode 5.2. Emissiefactoren 6. Betrouwbaarheid 7. Referentie ISO 14064-1
2 2 2 2 3 4 4 4 4 5 5 6 6 6 6 7 7 7 8 8 10 10 10 11 11 12 13 13 13 14 15
1
Plan van Aanpak
1.
Inleiding
1.1.
Over dit rapport
Dit rapport beschrijft de CO2-footprint, de CO2-reductiedoelstellingen en CO2-reductiemaatregelen van vandervalk+degroot. Tegenwoordig is iedere zichzelf respecterende organisatie bezig zich te ontwikkelen op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Na het reeds jaren gecertificeerd zijn volgens de ISO 14001 (milieumanagement) hebben wij besloten ons te conformeren aan de CO 2-prestatieladder niveau 3. Leeswijzer: Hoofdstuk 2 beschrijft onze CO2-footprint van het referentiejaar 2012 (3.A.1 van CO 2-Prestatieladder). Deze CO2-footprint is opgesteld op basis van de eisen van ISO 14064-1. Hoofdstuk 3 bevat onze kwantitatieve reductiedoelen voor de komende 5 jaar voor scope 1 & 2 emissies van ons bedrijf. Uitgedrukt in percentages ten opzichte van 2012 (3.B.1 van CO2Prestatieladder). Hoofdstuk 4 beschrijft ons CO2-reductieplan. Hierin worden onze reductiedoelstellingen en –maatregelen toegelicht (3.B.1 van CO2-Prestatieladder).
1.2.
Verantwoordelijken
Bij de totstandkoming van dit rapport zijn betrokken: Antoine Steentjes, Operationeel Directeur Arend-Jan Costermans, KMA manager Ed den Breejen, Bedrijfsleider Grootvalk Joni Ann Hardenberg, externe KMA ondersteuning
1.3.
Beschrijving van de organisatie
De vandervalk+degroot groep bestaat uit verschillende bedrijven in Nederland, België en Engeland. De basis van de organisatie ligt in Nederland. Vanaf 1962 is gestaag gebouwd aan een netwerk van vestigingen in bijna alle provincies. Hierdoor is een bedrijf ontstaan met als specialisme niet alleen rioolreiniging en kolkenreiniging, maar ook rioolrenovatie, inspectie en advisering. Vandervalk+degroot bestrijkt in Nederland het complete terrein van reiniging en onderhoud; niet alleen rioolreiniging, rioolinspecties, kolkenreiniging, tunnelreiniging en hogedrukreiniging, maar ook adviesdiensten, algemene beheersdiensten en facility management. Met een landelijke dekking van meer dan tien vestigingen in Nederland: Beverwijk, Echt, Monfoort, Ochten, Poeldijk, Scheemda, Venhorst, Vlissingen, Waalwijk, Wolvega, Goirle en Zutphen. Het bedrijf werkt volgens het veiligheidsvoorschrift VA (Vereniging Afvalbedrijven). Kernwaarden vandervalk+degroot-groep Vakmanschap, betrouwbaarheid, maatschappelijke verantwoordelijkheid, transparantie en innovatie zijn kernwaarden waarmee vandervalk+degroot de afgelopen 50 jaar marktleider is geworden en die
2
Plan van Aanpak nog steeds van toepassing zijn. Wat vandervalk+degroot uniek maakt in Europa is dat al het zware reinigingsmaterieel in eigen beheer ontwikkeld en gebouwd wordt. Met de kernwaarden als basis heeft vandervalk+degroot een managementsysteem ontwikkeld en geborgd. Dit heeft geleid tot het behalen van de volgende certificaten: ISO-9001, ISO-14001, VCA**, BRL K10014, BRL K10015 en NEN 4400-1.
1.4.
Rapportageperiode
Deze rapportage stelt het basisjaar vast en dit loopt gelijk met het boekjaar van 2012: van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012.
3
Plan van Aanpak
2.
CO2-footprint 2012
Deze CO2-footprint is opgesteld op basis van de eisen van ISO 14064-1.
2.1. 2.1.1.
Grenzen Scopes
De CO2-footprint in deze rapportage heeft betrekking op scope 1 en 2, zoals gedefinieerd in de CO2Prestatieladder van SKAO1. Dit is toereikend voor certificering op niveau 3 van de CO 2-Prestatieladder.
Scope 1 (directe emissies): emissies door de eigen organisatie, zoals emissies door verbruik van brandstoffen voor verwarming, emissies door het eigen wagenpark [en facultatief: emissies van koudemiddelen] Scope 2 (indirecte emissies): emissies ten gevolge van het gebruik van elektriciteit en zakelijk verkeer met privé auto’s en vliegtuigen 2.1.2.
Organisatorische grens
Basis voor de certificering voor de CO2-Prestatieladder is de organisatorische grens (Operational Boundary). Dit is het (deel van) het bedrijf waar de prestatieladder betrekking op heeft. Uitgangspunt bij de prestatieladder is dat de organisatorische grens zodanig wordt gekozen dat er zich geen Caanbieders onder de A-aanbieders bevinden. De organisatorische grens voor vandervalk+degroot is 1
Omdat de CO2-footprint alleen betrekking heeft op scope 1 en 2, is in dit rapport het vereenvoudigde scopediagram opgenomen. Bij eventuele stijging op de ladder naar niveau 4 en 5, zullen wij het scopediagram uit het Handboek CO2-Prestatieladder pag. 52 gebruiken, vanwege de uitsplitsing van scope 3emissies naar ‘upstream’ en ‘downstream activities’.
4
Plan van Aanpak bepaald op basis van de laterale methode. Deze methode is een combinatie van het Green House Gas Protocol en maatwerk zoals beschreven in bijlage B van de CO2-Prestatieladder. Voor deze benadering is gekozen omdat vandervalk+degroot onderdeel uitmaakt van vandervalk+degroot Participaties BV. Onder vandervalk+degroot Participaties BV vallen ook de zusterorganisaties die werkzaam zijn in België en Engeland. Deze zusterorganisaties zijn niet actief in Nederland, werken dus niet voor Nederlandse opdrachtgevers en van groter belang zijnde voor de CO2-Prestatieladder: deze zusterbedrijven zijn niet verantwoordelijk voor een belangrijk aandeel in de CO2-uitstoot. Daarom is gekozen om deze buiten de certificering voor de CO2-Prestatieladder te houden. De boundary bevat de volgende firma’s: Vandervalk+degroot BV Grootvalk Materieel BV Leitec Infrascan BV Helma Reinigingsdienst BV Heru BV In de CO2-footprint is meegenomen: Gebouwgebonden energiegebruik van de kantoren, werkplaatsen en stallingen op de volgende locaties: Regio Noord: Wolvega, Schuttevaerstraat 40, 8471 ZZ WOLVEGA Scheemda, Haven Zuidzijde 6, 9679 TD SCHEEMDA Beverwijk, Gooiland 4, 1948 RC BEVERWIJK Regio Midden:
Poeldijk, ABC-Westland 231, 2685 DC POELDIJK Zutphen, Sontstraat 5, 7202 CW ZUTPHEN Montfoort, Tasveld 17 -19, 3417 XS MONTFOORT
Regio Zuid:
Waalwijk, Industrieweg 83, 5145 PD WAALWIJK Vlissingen, Poortersweg 32, 4382 NR VLISSINGEN Echt, Ohmweg 7, 6101 WZ ECHT Ochten, Bonegraafseweg 16, 4051 CH OCHTEN
Helma Reinigingsdienst BV Einsteinstraat 6+8, 5051 DR GOIRLE Nobelstraat 1+1a, 5051 DV GOIRLE Heru BV Statenweg 33, 5428 GD VENHORST Leitec Infrascan BV Tasveld 21f, 3417 XS MONTFOORT Grootvalk Materieel Industrieweg 83, 5145 PD WAALWIJK Brandstoffen voor alle vervoermiddelen en mobiele werktuigen, in eigendom van het bedrijf of lease Zakelijke verkeer met privé auto’s
2.2.
CO2-emissiegegevens
De CO2-footprint is opgesteld met behulp van de Milieubarometer van Stichting Stimular. De gebruikte CO2-emissiefactoren komen overeen met de eisen van de CO 2-Prestatieladder.
2.3.
CO2-footprint 2012
Alle energiegegevens van het referentiejaar 2012 zijn ingevoerd in de Milieubarometer. In tabel 1 staat een overzicht van de energiestromen van het bedrijf en de bijbehorende CO 2-uitstoot van het referentiejaar 2012.
5
Plan van Aanpak Tabel 1: CO2-footprint 2012 2012 CO2- scope 1 Vrachtwagen (in liters) diesel Aardgas voor verwarming Bestelwagen (in liters) diesel Personenwagen (in liters) benzine Personenwagen (in liters) diesel Oplosmiddelen
Milieugegeven Eenheid Goederenvervoer Brandstoffen Goederenvervoer Zakelijk verkeer Zakelijk verkeer Emissies
2.529.270 115.543 123.370 19.983 62.599 44,1
CO2-equivalent
liter m3 liter liter liter kg Subtotaal
CO2- scope 2 Personenwagen in km Ingekochte elektriciteit
Zakelijk verkeer Elektriciteit
53.228 km 563.331 kWh Subtotaal
7.929 211 387 55,6 196 0,353 8.779
ton ton ton ton ton ton ton
CO2 CO2 CO2 CO2 CO2 CO2 CO2
11,2 ton CO2 256 ton CO2 267 ton CO2
Totaal Totaal Compensatie Netto CO2-uitstoot
9.047 ton CO2 0 ton CO2 9.047 ton CO2
CO2-FOOTPRINT 2012
2.4.
Analyse CO2-footprint
In referentiejaar 2012 is in totaal 9.047 ton CO2 uitgestoten. In scope 1 veroorzaakt de diesel voor vrachtwagens de meeste CO 2-uitstoot, namelijk 7.929 ton per jaar (87,6% van de totale CO2-footprint). De bijdrage van diesel voor bestelwagens is 387 ton per jaar (4,3% van de totale CO2-footprint). Samen zijn de diesel van de vrachtwagens en de bestelwagens goed voor 8.316 ton CO2, dit is 24,23 kg CO2 per uur (productie- en reisuur) en 91,9% van de totale CO2-footprint. De bijdrage van personenwagens (lease-auto’s) is 251,6 ton per jaar (2,8 % van de totale CO2footprint). In scope 2 veroorzaakt ingekochte elektriciteit de meeste CO 2-uitstoot, namelijk 256 ton per jaar (2,8 % van de totale CO2-footprint).
2.5.
Verbranding biomassa
Binnen vandervalk+degroot BV heeft in 2012 geen verbranding van biomassa plaatsgevonden.
2.6.
GHG verwijderingen
Binnen vandervalk+degroot BV heeft in 2012 geen binding van CO2 plaatsgevonden.
2.7.
Uitzonderingen in rapportage
Vliegkilometers De zakelijke vliegkilometers zijn niet meegenomen in de CO2-footprint, omdat ze zo laag zijn én betrekking hebben op onze Engelse zustermaatschappij, die buiten de Operational Boundary valt. De invloed hiervan op de CO2-footprint is tevens te verwaarlozen. Lasgassen Acetyleen en Weldap 20 worden gebruikt voor las- en snijwerkzaamheden in de werkplaatsen. Deze worden in dermate kleine hoeveelheden (goed voor minder dan 1% van de totale CO2-uitstoot) gebruikt dat zij niet zijn opgenomen in de CO2-footprint.
6
Plan van Aanpak
3.
CO2-reductiebeleid
3.1.
Beleidsverklaring van directie
Vandervalk+degroot is zich bewust van haar invloed op het milieu en stelt zich als doel om de impact van haar activiteiten hierop te minimaliseren. Dit heeft al bijna 20 jaar geleden geleid tot certificering van onze activiteiten volgens ISO 14001. Door middel van het vaststellen van onze carbon footprint is inzicht verkregen in de CO 2-emissies van onze activiteiten. Dit versterkt het bewustzijn binnen onze organisatie. Door middel van concrete doelstellingen willen we ons energieverbruik terugdringen en waar het verbruik van energie noodzakelijk is, wordt er zoveel mogelijk gezocht naar duurzame alternatieven om zo de uitstoot van CO2 te verminderen. Vandervalk+de groot heeft zich ten doel gesteld om haar energieverbruik te reduceren. De doelstelling voor 2017 is 5% CO2-reductie ten opzichte van 2012. Deze doelstelling is gericht op het totale energiegebruik van de organisatie: bedrijfsgebouwen wagenpark en vervoer Alle medewerkers hebben de taak om bij hun werkzaamheden energie te besparen. Het thema kwaliteit, milieu en arbo is een steeds terugkerend onderwerp in alle vormen van werkoverleg en het MT-overleg.
3.2.
Kwantitatieve doelen t/m 2017
De kwantitatieve doelen t/m 2017 zijn gebaseerd op de CO 2-footprint van 2012 (Hoofdstuk 2) en het CO2-reductieplan (Hoofdstuk 4). scope 1 reductie 5 % op diesel voor vrachtwagens- en bestelwagens per uur (productie- en reisuren)
besparing op totale CO2-uitstoot 415,80 ton CO2
4,60 %
5% op diesel/benzine personenwagens (km’s en verbruik)
12,58 ton CO2
0,14 %
5 % op aardgas voor verwarming (m3/per locatie)
10,55 ton CO2
0,12 %
438,93 ton CO2
4,86 %
subtotaal scope 2 reductie 5 % op elektriciteit (kWh/per locatie
totaal
besparing op totale CO2-uitstoot 12,80 ton CO2
0,14 %
451,73 ton CO2
5 % (4,99 %)
Over 5 jaar is de CO2-uitstoot gereduceerd met 5%. Deze kwantitatieve doelen worden in hoofdstuk 4 toegelicht en uitgezet naar jaardoelen.
7
Plan van Aanpak
4.
CO2-reductieplan
De CO2-uitstoot beperken is het meest (kosten)effectief in de onderstaande volgorde: 1. Energie besparen door: apparatuur/voertuigen minder uren laten maken efficiëntere apparatuur/voertuigen gebruiken apparatuur efficiënter instellen 2. Duurzame energie gebruiken: duurzame energie inkopen, zoals groene stroom (met Milieukeur), biogas of ethanol zelf opwekken met bijv. zonnecellen, houtkachel, zonneboiler of windmolen In dit hoofdstuk staat per scope een overzicht van de belangrijkste energieverbruikers, reeds genomen maatregelen en de geplande reductiemaatregelen.
4.1.
Reductiemaatregelen en verantwoordelijken
De komende 5 jaar voeren we de volgende reductiemaatregelen uit. 1 A. Verlaging van het brandstofverbruik van de vrachtwagens en bestelwagens met 5% per uur (productie- en reisuren) jaar 2012
CO² scope 1
milieugegeven
eenheid
2.529.270 liter
vrachtwagen (in liters) diesel
totaal
7.929 ton CO²
123.370 liter
387 ton CO²
2.652.640 liter
8.316 ton CO²
bestelwagen (in liters) diesel
343.197,85
aantal uren (productie- en reisuren)
24,23
aantal kg CO² / per uur reductiepercentage 2013
Doelstelling t.o.v. referentiejaar 2012
-0,50%
2014
Doelstelling t.o.v. referentiejaar 2012
-1,50%
2015
Doelstelling t.o.v. referentiejaar 2012
-4,00%
2016
Doelstelling t.o.v. referentiejaar 2012
-4,50%
2017
Doelstelling t.o.v. referentiejaar 2012
-5,00%
reductiemaatregelen Beïnvloeden gedrag chauffeurs
bereik
2013
aantal kg CO² / per uur
23,02 2014
2015
2016
2017
verantwoordelijk
Per kwartaal verbruikscijfers publiceren tbv crewmeeting
Iedereen
X
X
X
X
BL/ADM/P&O/ KMA
Publiceren doelstellingen en maatregelen in de Ondergrondse
Iedereen
X
X
X
X
P&O/KMA
Iedereen
X
140 med tot aan 2016
X
In alle bestaande opleidingen zorgen dat CO2 reductie aan bod komt Medewerkers de interne cursus rijoptimalisatie laten volgen Innovaties/aanpassingen nieuwe voertuigen
CO²-equivalent
Reinigingssets vervangen door Combi's
P&O
X X
X
P&O Directie
8
Plan van Aanpak
1 B. verlaging van het gemiddelde brandstofverbruik per km met 5% per lease auto jaar 2012
CO² scope 1
milieugegeven
eenheid
CO²-equivalent
personenwagen (in liters) benzine
19.983
liter
55,6
ton CO²
personenwagen (in liters) diesel
62.599
liter
196
ton CO²
82.582
liter
252
ton CO²
totaal totaal aantal lease auto's
48
totaal aantal gereden km
938.643
gem brandstofverbruik per100 km
8,80
ton CO² / per lease auto
5,25
lease-auto's km liter
gem brandstofverbruik per 100 km
reductiepercentage 2013
Doelstelling t.o.v. referentiejaar 2012
-0,50%
2014
Doelstelling t.o.v. referentiejaar 2012
-1,50%
2015
Doelstelling t.o.v. referentiejaar 2012
-4,00%
2016
Doelstelling t.o.v. referentiejaar 2012
-4,50%
2017
Doelstelling t.o.v. referentiejaar 2012
reductiemaatregelen Per kwartaal verbruiksgegevens Beïnvloeden gedrag rapporteren per chauffeurs lease auto's medewerker Per kwartaal verbruiksgegevens rapporteren van alle lease auto's
-5,00% bereik
8,36
2013
Alle lease rijders
Alle lease rijders
ton CO²/ per lease auto
5,20
2014
2015
2016
2017
verantwoordelijk
X
X
X
X
BL Grootvalk / ADM/P&O/KMA
X
X
X
X
BL Grootvalk / ADM/P&O/KMA
2. 5% reductie op het elektriciteitsverbruik per locatie jaar
CO² scope 1
milieugegeven
2012
eenheid
56331 aantal locaties (*)
kWh
CO²-equivalent 256
ton CO²
10
gem elektriciteitverbruik per locatie
56.333
kWh
ton CO² / per locatie 25,63 (*) Te weten: Wolvega, Scheemda, Beverwijk, Poeldijk, Montfoort (Tasveld 17-19), Waalwijk, Vlissingen, Echt, Helma te Goirle, Heru te Venhorst. Vestiging waarbij een all-in huurcontract geldt zijn niet meegenomen. reductiepercentage ton CO²/ per locatie 2013
Doelstelling t.o.v. referentiejaar 2012
-0,50%
2014
Doelstelling t.o.v. referentiejaar 2012
-1,50%
2015
Doelstelling t.o.v. referentiejaar 2012
-4,00%
2016
Doelstelling t.o.v. referentiejaar 2012
-4,50%
2017
Doelstelling t.o.v. referentiejaar 2012
-5,00%
reductiemaatregelen Sluimerverbruik Campagne opzetten om o.a. computers en beeldschermen uit te zetten Verlichting Campagne opzetten om verlichting uit te zetten als je er niet bent. Doelgroep monteurs, loodsbazen, kantoorpersoneel Verlichting Airco's / klimaatregelingen
Bij nieuwbouw zoveel mogelijk voor LED-verlichting kiezen. Mechanische ventilatie aansluiten op een tijdschakelaar (indien mogelijk).
bereik
2013
2014
24,35 2015
2016
2017
verantwoordelijk
X
KMA/COM/regiodirectie
X
KMA/COM/regiodirectie
X
(regio-) Directie
X
(regio-) Directie
9
Plan van Aanpak
4.2.
Reductie
In deze paragraaf staat per scope een overzicht van de belangrijkste energieverbruikers, reeds genomen maatregelen en de geplande reductiemaatregelen. 4.2.1.
Brandstoffen (aardgas) voor verwarming (scope 1)
Ons aardgasverbruik wordt grotendeels bepaald door de volgende verbruikers. Verbruikers Verwarming van gebouwen
Percentage verbruik 2,3%
Verwarming van gebouwen Geplande reductiemaatregelen: Bij vervanging van verwarmingketels/installaties/heaters toezien op hoog-rendement Verwarmingstemperatuur lager/uit zetten Verwarming op tijdschakelaar zetten (aan van bijvoorbeeld 8.00 – 16.00 uur) Deuren en roldeuren zoveel mogelijk gesloten houden. Indien ventilatie nodig is, zorgen dat zo min mogelijk warmte verloren gaan Bij nieuwbouw onderzoeken welke nieuwe ontwikkelingen er zijn die voor verwarming/ventilatie kunnen zorgen en of deze geïnstalleerd kunnen worden 4.2.2. Voertuigbrandstof (scope 1) Ons verbruik van voertuigbrandstof wordt grotendeels bepaald door de volgende verbruikers. Verbruikers Vrachtwagens Bestelauto’s Personenauto’s
Percentage verbruik 87,6 % 4,3 % 2,8 %
Ontwikkeling van vloot Reeds genomen reductiemaatregelen: Inkoop vrachtauto’s minimaal euro 5 norm Materieel met regelbare hydrauliekpompen Hogedrukwagens zonder drukregelventiel, geen energieverlies Aandrijving zoveel mogelijk direct, niet hydraulisch of elektrisch Geplande reductiemaatregelen: Inkoop vrachtwagens voldoen aan de hoogst mogelijke norm (techniek der tijd) Alternatieve brandstofvormen onderzoeken Nieuw materieel voorzien van start-stop systeem Servicewagens intern transport hoogst mogelijke CO2-normering Indien mogelijk reinigingssets vervangen door combi’s Organisatie en planning Reeds genomen reductiemaatregelen: Landelijk dekkend netwerk van vestigingen om reisafstanden te minimaliseren Techniek training voor machinisten Geplande reductiemaatregelen: Cursus ontwikkelen voor zuinig reinigen (met testopstelling) Onderzoeken vervangen huidige accu’s door Li-On accu’s voor bussen; heel de dag doorwerken zonder voertuigmotor aan!! Zuinig rijden Reeds genomen reductiemaatregelen:
10
Plan van Aanpak Chauffeurs hebben de cursus “het nieuwe rijden” gevolgd of gaan deze nog volgen om energiezuinig te leren rijden Bandenspanning wordt bij elke onderhoudsbeurt door de monteur gecontroleerd en indien nodig aangepast, tevens wordt deze nog driemaal per jaar door de bandenleverancier gecontroleerd Bandenspanning wordt regelmatig door de chauffeur gecontroleerd, tevens ook onderdeel van cursus “het nieuwe rijden” Snelheidsbegrenzer lager afgesteld, was 90 km/u en is nu 85 km/u. Dat geldt voor momenteel (dec 2013) 80% van de wagens en zal voortduren tot ze allemaal afgesteld zijn naar 85 km/u Geplande reductiemaatregelen: Via monitoring van de leaseauto’s (kilometers en liters brandstof) CO2-reductie meten en medewerkers confronteren met hun verbruik om reductie te stimuleren Bandenspanning van leaseauto’s regelmatig laten controleren en indien nodig op juiste spanning brengen Brandstofverbruik maandelijks vergelijken tussen regio’s en voertuigen 4.2.3.
Elektriciteit (scope 2)
Ons elektriciteitsverbruik wordt grotendeels bepaald door de volgende verbruikers. Verbruikers Verlichting, koeling, ICT, overige kantoorapparatuur, apparatuur in de werkplaats
Percentage verbruik 2,8%
Verlichting Geplande reductiemaatregelen: Bij vervanging afwegen toepassen bewegingssensoren Bij vervanging afwegen of gevelverlichting op tijd/schemerschakelaar te plaatsen is Toepassen van energiezuinige verlichting waar mogelijk Verminderen van aantal ingeschakelde lampen per ruimte (uitdraaien van TL-buizen en uitschakelen van spots) Toepassen schemerschakelaar waar mogelijk (entreeverlichting) Onderzoek aanpassen verlichting constructiewerkplaats Waalwijk Koeling Reeds genomen reductiemaatregelen: Mechanische ventilatie is aangesloten op een tijdschakelaar (alleen overdag aan) ICT Reeds genomen reductiemaatregelen: Servers vervangen door een enkele schaalbare VM-ware server Geplande reductiemaatregelen PC’s en beeldschermen uitschakelen aan het einde van de dag, niet op Stand-By laten staan (sluipverbruik) Apparatuur in werkplaats Reeds genomen reductiemaatregelen: Uitschakelen van apparatuur wanneer het niet direct gebruikt wordt 4.2.4. Zakelijk verkeer met privé-auto’s (scope 2) Geplande reductiemaatregelen: Medewerkers stimuleren te carpoolen
11
Plan van Aanpak
4.3
Duurzame energie
Zelf duurzame energie opwekken onderzoeken of opwekking van zonne-energie rendabel is onderzoeken of opwekking van windenergie rendabel is onderzoeken of warmteterugwinning in het riool rendabel is Alternatieve brandstoffen gebruiken Onderzoeken en testen met GTL brandstof Onderzoek naar andere haalbare alternatieven Groene stroom inkopen Groene stroom inkopen voor alle locaties, op het moment dat bestaande contracten opnieuw afgesloten kunnen worden
12
Plan van Aanpak
5.
Kwantificering methode
Voor het kwantificeren van de CO2-emissies (ofwel: footprint, uitstoot) is gebruik gemaakt van de milieubarometer van Stimular. Deze is gebaseerd op de conversiefactoren voor het omrekenen van het energieverbruik naar de CO2-uitstoot van de SKAO. Op deze wijze wordt de CO2-footprint bepaald en kan er analyse plaatsvinden van het energieverbruik.
5.1.
Verklaring gebruik kwantificering methode
Toelichting Milieubarometer: De milieubarometer is een online meetinstrument dat de milieuscore, CO2-footprint en bijbehorende kosten van uw bedrijf of instelling eenvoudig en snel zichtbaar maakt. U vult de gegevens over energie, water, afval, emissies, transport en eventueel papierverbruik in. Het programma toont daarna: De totale milieuscore in één staafdiagram (of taartdiagram); Een kostengrafiek; Een CO2-meter (ofwel Carbon- of CO2-footprint) Kengetallen (ofwel efficiency-indicatoren); Besparingsmaatregelen U ziet in één oogopslag welke milieuaspecten, zoals energie, afval, emissies of papierverbruik, het meest bijdragen aan de totale milieuscore en bijbehorende kosten van uw bedrijf. De CO2-meter berekent en toont de CO2-footprint van uw bedrijfsactiviteiten. Met de grafieken kunt u prioriteiten stellen bij het nemen van milieumaatregelen en het terugdringen van de CO2-uitstoot en bijbehorende kosten. U krijgt een overzicht van maatregelen om milieu en kosten te besparen, waarmee u eenvoudig een praktische actielijst opstelt. Bovendien maakt de Milieubarometer de communicatie over de milieuprestatie makkelijk, zowel intern met medewerkers als extern met bijvoorbeeld de milieudienst.
bron: http://www.milieubaraometer.nl/productinformatie In de milieubarometer staat aangegeven op welke manier de gegevens ten aanzien van het energie verbruik verzameld worden.
5.2.
Emissiefactoren
De CO2-emissiefactoren zijn overgenomen of afgeleid uit de gezamenlijke lijst van CO2emissiefactoren van Stichting Stimular, Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen (beheerder CO2-prestatieladder) en Connectprogramma Lean and Green.
bron: http://www.milieubarometer.nl/productinformatie
13
Plan van Aanpak
6.
Betrouwbaarheid
De gepresenteerde resultaten moeten geïnterpreteerd worden met een bepaalde onzekerheidsmarge, maar op basis van onze gegevens kunnen we stellen dat deze marge klein is. Er zijn geen gegevens opgeschaald, alle gegevens betreffen de 12 kalendermaanden van 2012. Er heeft geen extrapolatie plaatsgevonden. Registraties meterstanden gas-, water- en elektriciteit Voor het gas-, water- en elektriciteitsverbruik van de vestigingen geldt dat deze door verantwoordelijken op de locatie bijgehouden wordt op een overzicht meterstanden. De onzekerheidsmarge zit in de datum waarop de meterstanden opgenomen worden in het overzicht. Dit wordt per locatie in de eerste week van de maand gedaan, op welke dag dat gebeurt wordt niet vastgelegd. In situaties waarbij registraties niet volledig waren, zijn schattingen van eindstanden gemaakt op basis van vergelijking van eigen registraties en meterstanden op jaarafrekeningen van leveranciers. Voor het gas- water- en elektriciteitsverbruik van locaties waar de meterstanden niet worden bijgehouden, is geen schatting gemaakt van de verbruikscijfers. Doordat er voor een aantal locaties ‘all-in huurovereenkomsten’ (inclusief gas-, water- en elektriciteitsverbruik) zijn, zijn daar (vooralsnog) geen gegevens van. Omdat het aandeel van de CO2-uitstoot van deze locaties in de CO2footprint zeer beperkt is (minder dan 1%), heeft dit weinig effect op de onzekerheidsmarge van de totale CO2-footprint. Het betreft hier de volgende locaties met een zogenaamde ‘all-in huurovereenkomst’: Vandervalk+degroot BV, Tasveld 19, 3417 XS Montfoort Leitec Infrascan, Tasveld 21f, 3417 XS Montfoort Vandervalk+degroot BV, Sontstraat 5, 7202 CW Zutphen Vandervalk+degroot BV, Bonegraafseweg 16, 4051 CH Ochten De samenstelling van de vestiging van Helma te Goirle is in 2012 veranderd. In 2011 is Helma overgenomen door vandervalk+degroot BV. De eigen registraties van de meterstanden van de adressen in Goirle waren onvolledig. In september 2012 is de vestiging aan de Nobelstraat gesloten en is de Einsteinstraat 6 toegevoegd. Vanwege gebrek aan gegevens is voor het jaar 2012 voor deze vestiging een schatting gemaakt. Deze schatting heeft minimale invloed op de totale CO2-footprint. Vanaf 2012 worden de registraties van alle meterstanden nauwlettend in de gaten gehouden, zodat de CO2-footprint in de toekomst zonder deze onzekerheidsmarge opgesteld zal worden. Brandstof- en kilometerregistraties van de lease-auto’s De waarnemingen van de brandstofregistraties van de lease-auto’s starten op de dag van de eerste tanking in 2012 en eindigen op de laatste tanking van 2012. Dit betekent dat, als door een lease-auto op 7 januari 2012 voor het eerst in 2012 getankt is, het overzicht die datum overneemt als begindatum en niet 1 januari 2012. Dat geldt tevens voor de laatste tanking van het jaar. Hoeveelheden diesel uit eigen tankinstallaties De hoeveelheden brandstof (diesel) voor de vrachtwagens en bestelwagens levert een onzekerheidsmarge op. Twee vestigingen, te weten: Helma te Goirle en Heru te Venhorst hebben eigen tankinstallaties, met een inhoud van samen 25.000 liter. Vanwege het gebruik van deze tanks wordt een afwijking gehanteerd van 5% (in overleg met leverancier ABC-Olie vastgesteld) op deze 25.000 liter, dus 1.250 liter. Het totaal aantal liters diesel dat voor vrachtwagens en bestelwagens in 2012 is gebruikt is 2.652.640 liter. Een afwijking van 1.250 liter heeft nagenoeg geen effect op het totaal en is daardoor als verwaarloosbaar te beschouwen.
14
Plan van Aanpak
7.
Referentie ISO 14064-1
Dit rapport is opgesteld in overeenstemming met de eisen uit de ISO 14064-1:2006, specifiek te vinden in §7.3. Onderstaande tabel laat zien hoe de rapportage-eisen van de ISO 14064-1 zijn verwerkt in dit rapport. Dit rapport is niet geverifieerd door een erkende CI. Hoofdstuk in ISO 140064-1 §7.3 GHG
Eisnummer ISO 14064-1 §7.3 GHG
Hoofdstuk in dit rapport
A
1.3
Beschrijving van de rapporterende organisatie
B
1.2
Verantwoordelijke personen voor het rapport Rapportageperiode
Rapportage-eis
C
1.4
4.1
D
2.1.2
4.2.2
E
2.3
Directe GHG emissies gerapporteerd in tonnen CO2en per GHG
4.2.2
F
2.5
Beschrijving CO2 uitstoot door verbranding biomassa
4.2.2
G
2.6
GHG verwijderingen beschreven in tonnen CO2
4.3.1
H
2.7
4.2.3
I
2.3
5.3.2
J
2.3
Verklaring voor het uitsluiten van GHG-bronnen en putten Indirecte GHG emissies gerapporteerd in tonnen CO2 afkomstig uit elektriciteit, hitte of stoom GHG emissie - inventaris basisjaar
4.3.3
K
-
4.3.3
L
5 - 5.1
4.3.5
M
-
5.4
N
5.2 – 6
P
7
Q
7
Documentatie Operational Boundaries
Verklaring voor verandering en nacalculaties basisjaar Referentie of beschrijving van berekenmethode met argumentatie voor keuze Verklaring voor verandering in berekenmethode ten opzichte van andere jaren Referentie of documentatie van gebruikte GHG emissiefactoren of verwijderingsfactoren Een verklaring dat het rapport volgens ISO 14064-1 §7.3 GHG is opgesteld Een verklaring dat het rapport is geverifieerd, inclusief het type verificatie
15