PILOT GERECHTSHOF AMSTERDAM AANPASSING VAN HET LANDELIJK PROCESREGLEMENT VOOR CIVIELE DAGVAARDINGSZAKEN BIJ DE GERECHTSHOVEN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Welke zaken? 1
Alleen nieuwe zaken (aangebracht vanaf 1 januari 2013)
Vraag Is het pilotreglement van toepassing op zaken waarbij de appeldagvaarding is aangebracht vóór 1 januari 2013? Antwoord Nee. Het pilotreglement geldt alleen voor zaken die vanaf 1 januari 2013 bij het hof worden aangebracht. 2
Twee procesreglementen
Vraag Als het antwoord op vraag 1 ontkennend luidt, waar vind ik dat dan? Gaat het hof Amsterdam tegelijk twee rolreglementen (oud en nieuw) handhaven? Antwoord Zie de overgangsbepalingen van hoofdstuk 10. Het hof gaat inderdaad twee procesreglementen toepassen: - voor zaken die zijn aangebracht vóór 1 januari 2013: het landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven, - voor zaken die vanaf 1 januari 2013 worden aangebracht: het pilotreglement. 3
Aanzegging peremptoir/akte niet-dienen in oude zaken
Vraag Als de zaak vóór 1 januari 2013 bij het hof aanhangig is en is geplaatst op de rol van 8 januari 2013 voor memorie van grieven, heeft het dan nog zin om de wederpartij peremptoir/akte nietdienen aan te zeggen? Antwoord Ja, want de pilot is niet van toepassing op zaken die vóór 1 januari 2013 bij het hof zijn aangebracht. 4
Ondernemingskamer
Vraag Geldt het pilotreglement ook voor dagvaardingszaken van de ondernemingskamer? Antwoord Ja. Het kan met name in uitkoopzaken voorkomen dat meer tijd nodig is voor het nemen van conclusies. Als dat het geval is, kan op grond van artikel 2:28 een uitstelverzoek worden ingediend, met een voorstel en toelichting ten aanzien van de duur van het uitstel dat nodig is.
1
Regieverzoek/maatwerk 5
Wijziging artikel 1.4
Vraag In welk opzicht is artikel 1.4 van het procesreglement gewijzigd? Antwoord De beperking dat het verzoek vóór het aanbrengen van de zaak moet worden gedaan, is vervallen. 6
Regieverzoek in zaken vóór 1 januari 2013
Vraag Kan een regieverzoek ook worden gedaan als de memorie van grieven al vóór 1 januari 2013 is genomen? Antwoord Ja. Hoewel het pilotreglement van toepassing is op zaken die vanaf 1 januari 2013 worden aangebracht, zal het hof ook voor oude zaken een regieverzoek in behandeling nemen. Dat is onderdeel van het project ‘Maatwerk door regie’ dat bij het hof loopt. 7
Verzoek van een of beide partijen
Vraag Moet een regieverzoek door beide partijen worden gedaan? Antwoord Nee. Ieder partij kan een regieverzoek doen. Het hof zal de wederpartij vragen om een reactie en vervolgens beslissen. Bij die beslissing worden de belangen van partijen tegen elkaar afgewogen. Het verdient overigens aanbeveling vooraf te overleggen met de wederpartij en zo mogelijk een gezamenlijk verzoek te doen. 8
Provisionele tussenvonnissen
Vraag Wat is het beleid ten aanzien van het hoger beroep van in eerste aanleg gewezen provisionele tussenvonnissen (ex art. 223 Rv). Het huidige procesreglement biedt geen aparte verkorte termijnen voor hoger beroep van dergelijke tussenvonnissen. Alleen het hoger beroep van een kort gedingvonnis heeft thans verkorte termijnen. Dat kan tot gevolg hebben dat een partij die een spoedeisend belang heeft bij een verzochte provisionele voorziening die in eerste aanleg wordt afgewezen weliswaar direct van deze afwijzing in beroep kan gaan, maar dan wordt geconfronteerd met de gebruikelijke lange termijnen (al dan niet na gebruikelijk uitstel) die gelden voor een ‘normaal’ hoger beroep. Antwoord Er is geen afzonderlijke regeling of apart beleid voor provisionele tussenvonnissen. Daar staat tegenover dat de termijnenregeling in het pilotreglement ook voor bodemzaken voorziet in betrekkelijk korte termijnen en dat uitstel uitzondering is. Daarnaast is het mogelijk om op basis van artikel 1.4 – al dan niet samen met de wederpartij – het hof te vragen de termijnenregeling voor kortgedingzaken toe te passen. Als een goede reden bestaat voor de toepassing van de termijnenregeling voor kortgedingzaken, kan het hof het verzoek na afweging van de wederzijdse belangen ook toestaan in het geval de wederpartij daarmee niet instemt.
2
Uitstel 9
Pro forma-zaken
Vraag Wat gebeurt er met zaken die ‘pro forma’ worden aangebracht? Op dit moment behoeft voor deze zaken geen uitstel aan het hof te worden gevraagd. De zaak schuift automatisch zes weken verder. Wijzigt deze situatie of blijft dit onveranderd? Antwoord Het huidige, landelijke procesreglement kent geen afzonderlijke regeling voor ‘pro forma’ zaken. Wel is het zo dat automatisch uitstel wordt verkregen als de wederpartij geen peremptoir/akte nietdienen aanzegt. Dat verandert in het pilotreglement. In het pilotreglement is geen sprake meer van automatisch uitstel. Dat geldt voor alle zaken. In alle gevallen is de algemene uitstelregeling van artikel 2:28 van toepassing. Wordt geen uitstel verzocht en verleend, dan vervalt het recht om de proceshandeling te verrichten. Willen beide partijen de procedure tijdelijk stilleggen, dan kunnen zij dat op grond van artikel 2:28 vragen. 10 Termijn indiening uitstelverzoek Vraag Artikel 1.9 zegt dat een verzoek wegens klemmende redenen uiterlijk vier dagen voor de afloop van de lopende termijn moet worden ingediend. Gaat het hier om vier werkdagen? Antwoord Ja, zie artikel 1.2, aanhef en onder d.
Roljournaal 11 Toekomstige processtappen Vraag Hoe wordt in het roljournaal aangegeven dat een termijn loopt voor een reguliere proceshandeling, terwijl tegelijkertijd een incident wordt afgehandeld. Ik vrees dat het journaal slechts de vermelding van één roldatum accepteert, waardoor de reguliere proceshandeling uit beeld verdwijnt. Antwoord Het registratiesysteem van de hoven kent de mogelijkheid om naast de actuele processtap ook een of meer toekomstige processtappen weer te geven. Vanwege IT-redenen zullen de toekomstige processtappen naar verwachting pas in februari 2013 zichtbaar zijn in het roljournaal. Tot die tijd zullen de toekomstige processtappen worden vermeld in het opmerkingenveld.
3
Nevenzittingsplaats 12 Arnhem Vraag Artikel 1.13 van het landelijk procesreglement is in het pilotreglement vervallen. Wil dat zeggen dat de nevenzittingsplaats Arnhem niet meer geldt voor hoger beroep van uitspraken van de rechtbank Utrecht? Antwoord Ja. Ingevolge de Evaluatiewet modernisering rechterlijke organisatie behoort het arrondissement Utrecht al vanaf 1 juli 2011 tot het ressort Arnhem. De Wet herziening gerechtelijke kaart, die met ingang van 1 januari 2013 in werking treedt, brengt mee dat de regeling waarbij Arnhem wordt aangewezen als nevenzittingsplaats voor hof Amsterdam, vervalt.
Algemeen 13 Paginanummering conceptversie Vraag De conceptversie van het pilotreglement eindigt wat abrupt op pagina 13. Ontbreekt er iets? Antwoord In de conceptversie waren alleen de hoofdstukken opgenomen waarin relevante wijzigingen waren aangebracht. De definitieve versie is een compleet reglement. 14 Definitieve versie Vraag Waar vind ik de definitieve versie van het pilotreglement? Antwoord Op rechtspraak.nl op de site van het gerechtshof Amsterdam en onder ‘Procedures/landelijke regelingen’. http://www.rechtspraak.nl/Organisatie/Gerechtshoven/Amsterdam/RegelsEnProcedures/Do cuments/Aangepast%20landelijk%20procesreglement%20pilot%20hof%20Amsterdam.pdf 15 Pilot gerechtshof ‘s-Hertogenbosch Vraag Ook bij het gerechtshof ’s-Hertogenbosch loopt vanaf 1 januari 2013 een pilot. Gaat het om dezelfde aanpassingen? Antwoord Op hoofdlijnen wel, maar er zijn verschillen. Verschil is onder meer: - de pilot van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch betreft alle dagvaardingszaken, dus ook die vóór 1 januari 2013 zijn aangebracht; - in de pilot van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch wordt bij gewone memories nog een (automatisch) uitstel van vier weken verleend; - het gerechtshof ’s-Hertogenbosch zal niet het systeem beproeven van het plannen van de mondelinge behandeling/raadkamer direct al na het aanbrengen van de zaak.
4
16 Doorlooptijden Vraag Aan advocaten worden verplichtingen opgelegd. Wat stelt het hof daartegenover? Antwoord Het hof maakt werk van tijdigheid. Het is zeker niet zo dat uitspraken altijd vele maanden of een jaar op zich laten wachten. Natuurlijk zijn er gevallen waarin het te lang duurt, maar dat zijn gelukkig de uitzonderingen. Waar die uitzonderingen voorkomen, neemt het hof maatregelen. Het is doorgaans geen ‘luiheid’ die ertoe leidt dat partijen te lang op een uitspraak moeten wachten. Rechters hebben hun handen vol om hun zaken zorgvuldig te behandelen en tegelijk te voldoen aan productienormen. Wel zien we dat in de procedures tijd ‘weglekt’ omdat alle processtappen achter elkaar worden doorlopen en er veel tijd verloren gaat als partijen klaar zijn met de schriftelijke fase en de zaak vervolgens op zitting of raadkamer moet worden gezet. Daar wil het hof wat aan doen door bepaalde stappen naast elkaar te laten verlopen (zoals bij betaling griffierecht, incidenten en bezwaar tegen eiswijziging) en door al bij het aanbrengen van de zaak de dag te bepalen waarop de mondelinge behandeling of raadkamer zal plaatsvinden. Het hof hanteert vervolgens een uitspraaktermijn van 6-12 weken na de dag van de mondelinge behandeling of raadkamer. In de meeste gevallen zult u dus kort na het aanbrengen van de zaak weten wanneer de mondelinge behandeling of raadkamer plaatsvindt en dus wanneer u de uitspraak mag verwachten. Die verwachting is niet vrijblijvend. Het hof zal alles doen om de uitspraaktermijnen te behalen. In die zin is er zeker een commitment van het hof. Wat het hof u niet kan bieden, is uitbreiding van het aantal raadsheren om de zaken te behandelen. Daarvoor zijn geen financiële middelen. Het hof heeft de laatste jaren wel een grote stap gemaakt om méér te doen met minder middelen, door maatregelen ter bevordering van efficiency en flexibiliteit.
5