GEBRUIKSAANWIJZING Spuitpomp
Inleiding De grootste zorg werd besteed aan het ontwerpen en produceren van de Pilot C. De Pilot C staat voor een nieuw concept inzake dynamische drukbewaking, occlusie-vooralarm en ontkoppelingsalarm. Duidelijke bedieningen en vanzelfsprekende informatieberichten staan borg voor verregaand gebruiksgemak en bedieningscomfort. Dankzij flexibele configuratiemogelijkheden schept de Pilot C beduidend betere werkomstandigheden ten behoeve van medische teams, wat de veiligheid van de patiënt ten goede komt.
PILOT C
Inhoudsopgave Ingebruikname...........................................................2 Veiligheidsvoorzieningen .........................................3 Prestaties...................................................................5 Technische kenmerken.............................................6 Configuraties.............................................................8 Gebruiksvoorzorgen ...............................................10 Raadgevingen en verklaring producent bij gebruik in electromagnetische omgeving .............11 Onderhoudsinstructies...........................................14 Computer verbindingen ..........................................16 Externe voeding ......................................................16 Werking op interne batterij .....................................16
Dit materieel dient met bijzondere aandacht gebruikt te worden. De gebruiker moet in de bediening ervan opgeleid zijn. Mogen wij u vragen deze gebruiksaanwijzing aandachtig te lezen vooraleer U uw toestel voor het eerst in gebruik neemt.
Accessoires .............................................................17 Disposables.............................................................17 Garantievoorwaarden..............................................18 Nuttige adressen .....................................................20
Ingebruikname Installatie
Geperfundeerd volume
Bijzondere aandacht moet besteed worden aan de perfecte stabiliteit van het toestel tijdens het gebruik.
Opvragen geperfundeerd volume:
Het toestel werd ontworpen voor werking op netspanning of externe voedingsbron.
Wissen geperfundeerd volume:
, batterij
1. Sluit het toestel aan op netspanning: het controlelampje op.
+ (simultaan drukken)
licht
Belangrijk : Gebruik het toestel zoveel mogelijk op netspanning om de batterijen op te laden.
Volume limiet Volume limiet programmeren (ml): 10
Plaatsen van de spuit 1. Sluit de perfusieleiding aan op de spuit volgens de gebruikelijke regels.
Geprogrammeerde volume limiet opvragen:
2. Leg de spuit in de uitsparing, waarbij de vleugels correct aangebracht zijn in de vleugelgroef.
Wissen van de ingestelde volume limiet:
3. Blokkeer de spuit door de spuithouderklem naar beneden te drukken en druk de duwer naar voor tot tegen de zuigerkop van de spuit. Spuithouderklem
0.1
+ (simultaan drukken)
Bolus functie Toedienen van een bolus (ml):
Plaatsingsgroef spuitvleugels
1
(blijvend drukken)
Wijziging van de bolussnelheid (ml/h): (blijvend drukken) Duwer
Druk op de ON-toets
om de Pilot aan te schakelen.
Opmerking : Indien op het display verschijnt, moet een preventief onderhoud overwogen worden. Druk om verder te gaan.
Programmeren van de perfusie Inhoud merk en type van de spuit
1. Selectie van het spuittype :
STOP en Pauze Stop: auditief alarm na 1 minuut. Perfusie voortzetten: Instellen van de pauzeduur: van 1 minuut tot 9 uur 59 minuten: (dubbel drukken)
Herstarten tijdens een pauze:
10 ml
Instelling occlusie-alarmdrempel Medicatie naam selectie (Naargelang toestel configuratie: ) :
(bv : ADRENALINE)
2. Purgeer de leiding :
(blijvend drukken)
3. Koppel de perfusielijn aan de patiënt en controleer de gehele installatie.
Visualisatie van de druk waarde in de spuit ( ) en geprogrammeerde druklimiet ( ).
(alternerende weergave P/L in mmHg)
De Pilot C biedt twee instelmogelijkheden: a) Één variabele drempel:
4. Programmeer debiet (ml/h) : 10
1
0.1
ml/h (bv.: Debiet 5.2 ml/h)
5. Start de perfusie :
(blijvend drukken)
(bv.: limiet 500 mmHg)
b) Vooringestelde drempels: (Naargelang toestel configuratie:
Belangrijk : Het debiet kan gewijzigd worden tijdens de perfusie en moet binnen de 15 seconden bevestigd worden. Herhaal deze handelingen na het vervangen van de spuit.
LIMIT
Laag
)
Midden
Hoog
Selectie dient niet bevestigd te worden
Uitschakelen van de Pilot Uitschakelen van de Pilot :
-2-
(langer dan 2 sec. drukken)
NU PIL C TD NL - 1349 rev 2 – 21/07/05
Veiligheidsvoorzieningen De Pilot C staat onmiddellijk na inschakeling in voor een permanente bewaking van eigen functies. Niettemin dient een abnormale werking van het toestel zonder welbepaalde oorzaak steeds aan het bevoegde personeel van uw instelling of aan onze naverkoopdienst gemeld te worden.
Bovendien is er een tweede controle die een alarm in werking zet bij over-perfusie van 1 ml of een debietverschil van 20%, welke ook het eerst vastgesteld wordt. Bij het ontkoppelen van de netspanning neemt de batterij van de Pilot automatisch over.
Bij primaire defecten, wordt een alarm in werking gezet bij elke debietafwijking van 5% ten opzichte van het nominaal debiet.
Vooralarmen en alarmen Met visueel en auditief signaal. Controles Batterij
Vooralarm Alarm
Perfusie Stop
Alarm stil
NEE
JA
JA
JA (2 min)
Geactiveerd bij
Berichtgeving van de Pilot
Bijna lege batterij
Batterij + vooralarm controlelampjes
Lege batterij
Batterij + alarm controlelampjes Opmerking: Parameters behouden in geheugen (5 min). Toestel op netspanning aansluiten.
Netspanning
Onderbroken
NEE
JA
Netspanning niet aanwezig
Perfusie
Vooralarm einde perfusie
NEE
JA
5 minuten voor einde perfusie Vooralarm + einde perfusie of 10% van de totale inhoud controlelampjes van de spuit.
op display. Druk op onderdrukken
om deze verwittiging te
Opmerking: om de lege spuit mode te activeren VALIDATIE-toets indrukken Alarm einde perfusie
JA
JA
Spuit leeg
Alarm + einde perfusie controlelampjes Opmerking: om de lege spuit mode te activeren VALIDATIE-toets indrukken
Spuit leeg
JA
JA
Spuit volledig leeg
Vooralarm + einde perfusie controlelampjes
NEE
JA
Alarm
KVO
JA (2 min)
Vooralarm bij één variabele drempel
NEE
JA
50 mmHg vóór de geprogrammeerde limiet
Vooralarm controlelampje + 3 segment en LIMIT (LCD display)
Alarm bij één variabele drempel
JA
JA (2 min)
Geprogrammeerde limiet bereikt
Alarm + occlusie controlelampje + 3 segment en LIMIT (LCD display) + waarde ( !) op display
Alarm bij 3 vooringestelde drempels
JA
JA (2 min)
Geprogrammeerde limiet bereikt
NEE
JA
Volume limiet Vooralarm
Drukalarm beheer
Drukval: Bij 1 variabele drempel
NU PIL C TD NL - 1349 rev 2 – 21/07/05
5 minuten voor einde perfusie of 10% van de totale inhoud van de spuit.
Vooralarm + ml controlelampjes
Volume limiet bereikt
Alarm + KVO + ml controlelampjes
Drukval
de
de
Alarm +
occlusie controlelampje
Vooralarm controlelampje + 1ste segment knipperend + 3de segment vast ( LCD display)
-3-
Controles
Geplaatste spuit
Andere alarmen
Perfusie Stop
Alarm stil
Geactiveerd bij
Spuithouderklem Spuitvleugel detectie
JA
JA (2 min)
Foutief geplaatste spuit
Zuigerkop detectie Antihevel systeem
JA
Mechanische ontkoppeling
JA
Niet valideren parameters of debiet = 00.0 ml/hr
---
NEE
Geen spuitselectie
JA
JA
Foutieve druktoets
NEE
Einde ingestelde pauze Technisch alarm
Error bericht:
$%& ' * +&; +*;
'&, ' ; Error berichten: ,&; ,* * **;$% -&, .& ; &,
JA
Foutief geplaatste spuit
Alarm + zuigerkop positie controlelampjes
JA
Ontkoppelde duwermechaniek
Alarm + ontkoppelings controlelampjes
Niet gevalideert binnen de 15 seconden
● Validatie controlelampje knippert
Geen spuitselectie binnen 1 min
● Validatie controlelampje knippert + Spuittype en spuitmerk controlelampjes knipperen
NEE
Indrukken foutieve druktoets
Auditief alarm
JA
NEE
Ingestelde pauze is voorbij
Debietswaarde en
JA
NEE
Toestel kan de perfusie niet controleren
JA
JA
JA
NEE
Electronische foutmelding
()-Error bericht + alarm + technisch alarm controlelampje
Klavier foutmelding
()-Error bericht + alarm + technisch alarm controlelampje ()-Error bericht + alarm + technisch alarm controlelampje
Motorrotatie abnormaal
$%/&
JA
NEE
Error bericht:
$%,+; -+; .+, /+
JA
JA
1 ml afwijking van het te perfuseren volume
JA
JA
Communicatie probleem
NEE
---
Onderhoudsdatum bereikt ( !))
Preventief onderhoud bericht
Alarm + Spuithouderklem controlelampjes
Error bericht:
RS232 communicatie: (In P.C. mode)
Berichtgeving van de Pilot
" #! knipperen op display
Alarm + technisch alarm controlelampjes
()-Error bericht + alarm + technisch alarm controlelampje (druk STOP om normale werking te hernemen)
0#1 op display + technisch alarm + alarm controlelampje (druk STOP om de manuele werking te hernemen) 0 )2 op display. Druk VALIDATIE om dit te bevestigen. Waarschuwing: laat het toestel zo snel mogelijk verifiëren.
Opmerking: na een technisch alarm, noteer het error bericht ( ()3 3 ) en schakel het toestel uit door op de OFF-toets te drukken. (5 - 10 seconden kunnen nodig zijn). Indien het alarm aanhoudt na nieuwe inschakelpoging, contacteer dan het bevoegd technisch personeel van uw instelling of onze naverkoopdienst. Het geluidsniveau kan ingesteld worden door te draaien aan de toets op de onderzijde van het toestel.
-4-
.
NU PIL C TD NL - 1349 rev 2 – 21/07/05
Prestaties Instelbaar debiet via klavier
Medicatie naam op het display
De waarden in onderstaande tabel zijn overeenkomstig met de Pilot configuraties. Spuiten 50/60 ml
20 ml
Perfusie debiet (ml/h)
van 0.1 tot 200.0
van 0.1 tot 120.0
Bolus debiet (ml/h)
van 50.0 tot 800.0
van 50.0 tot 400.0
800.0
400.0
Purgeer debiet (ml/h) Per stap van 0.1 ml/h.
KVO debiet : 1 ml/h of geselecteerde debiet indien dit kleiner was dan 1 ml/h.
Spuiten 50/60 ml
20 ml van 0.1 tot 400.0
van 50.0 tot 800.0
van 50.0 tot 400.0
Per stap van 0.1 ml/h.
Precisie ± 3% met aanbevolen spuiten (volgens de norm NF 90.251) 1% 2%
Van 1 minuut tot 9 uur 59 minuten.
BRAUN PERFUSOR MONOJECT TERUMO
50/60 ml
20 ml
4 4 4 4 4 4
4
20 ml
Instelbare waarde
Laag
300
300
(mmHg)
Midden
500
500
Hoog
900
900
Drukval Een drukval indicatie kan een verwittiging zijn bij een ontkoppeling. Beschikbaar voor alle selecteerbare spuiten.
Visualisatie drukwaarde in de spuit Naargelang toestel configuratie( !)(7).
Spuiten
Debiet
300 mmHg
500 mmHg
900 mmHg
50 ml
1 ml/h
32’ 50’’
47’ 30’’
59’ 30’’
5 ml/h
4’ 50’’
9’
14’ 40’’
22’’
40’’
1’ 15’’
1 ml/h
6’
11’
18’ 10’’
5 ml/h
1’ 30’’
2’ 30’’
4’ 10’’
7’’
12’’
23’’
120 ml/h 20 ml
120 ml/h
4 4 4 4
De op het toestel voorgestelde spuiten lijst correspondeert met de selecteerbare spuiten. Deze lijst kan aangepast worden naargelang de behoeften van de markt. Voor meer informatie, gelieve onze afdeling Verkoop te contacteren. Belangrijk: Fresenius Vial kan niet verantwoordelijk gesteld worden bij eventuele debiet afwijkingen die gelegen zijn aan, veranderingen van de specificaties van de spuit door de fabrikant.
NU PIL C TD NL - 1349 rev 2 – 21/07/05
50/60 ml
Ingestelde waarde
De Pilot herkent de grootte van de geplaatste spuit en stelt het laatst gebruikte merk voor bij het opstarten van het toestel, en dit per spuittype (inhoud). De Pilot stelt een maximum van 6 types, merken voor en dit voor 2 groottes: 50/60ml en 20ml.
BRAUN OMNIFIX
b) 3 Vooringestelde drempels :
Deze waarden zijn alleen representatief voor de spuiten die tijdens de proeven met de Pilot gebruikt werden, en gelden alleen ter informatie
Spuittype lijst
B-D PERFUSION
van 100 tot 900
Inschakeltijd van occlusie-alarm naargelang het perfusiedebiet
Een pauze programeren
B-D PLASTIPAK
20 ml
van 100 tot 900
Opmerking: 1 bar = 750 mmHg = 1000 hPa.
van 0.1 tot 800.0
Merk en type
Instelbare waarde (mmHg)
50/60 ml
Spuiten
Voor meer informatie, raadpleeg het document: RS 232 protocol van de Pilot.
Toestel Spuit
De Pilot C biedt twee methodes voor het instellen van een occlusiealarmdrempel.
Naargelang toestel configuratie ( !)(6).
Instelbaar debiet via RS 232 communicatie
Debiet
Druklimiet
Spuiten
Volume limiet (ml): van 0.1 tot 999.9 ml - per stap van 0.1 ml.
Bolus debiet (ml/h)
Het is mogelijk om tijdens de perfusie de naam van de gebruikte medicatie op het display te laten verschijnen. Via configuratie kunnen 15 medicatie namen geprogrammeerd worden ( !)5).
a) Één variabele drempel :
Volume limiet
Perfusie debiet (ml/h)
Naargelang toestel configuratie ( !)0).
Gebruikte spuiten: B-D Plastipak® Luer-Lok® (B-D Plastipak en Leur Lock zijn geregistreerde handelsmerken van Becton Dickinson & Co).
Bolusvolume na het opheffen van een occlusie (anti-bolussysteem) Spuiten 50 ml 20 ml
Bolus volume ≤ 0.2 ml ≤ 0.1 ml
Opmerking: De vermindering van de bolus bij opheffing van de occlusie wordt gemeld door het rode alarm controlelampje.
-5-
Technische kenmerken Voeding via netspanning
Afmetingen - Gewicht
Netspanning
230 V ~ / 50-60 Hz 100mA
Hoogte / Breedte / Diepte
120 x 330 x 155 mm
Max. verbruik Max. vermogen
23 VA
Gewicht
2.2 Kg
Zekering
100 mAT 250V IEC 127 (intern)
Externe voeding Externe voeding
Werking op netspanning
blijvend geel
Werking op batterij
blijvend of knipperend groen
Validatie lampje
knipperend groen
Perfusie loopt
knipperend groen
Voor-alarm
knipperend oranje
6 V 1,1/1,3 Ah - Gedichte loodaccu
Alarm
knipperend rood
min. 7 uur aan een debiet van 5 ml/h
KVO-debiet
12 à 15 VDC
Vermogen > 15 Watt
Batterij Kenmerken Autonomie
min. 2 uur aan een debiet van 120 ml/h Batterij oplaadtijd
Gedeeltelijk (70% van de capaciteit): 8 uur Volledig (100% van de capaciteit): 16 uur
Communicatieverbindingen RS 232-Verbinding
Conformiteit Conform de Medical Device Directive 93/42 EEC: CE mark: CE 0459 Veiligheid van Medische Electrische Apparatuur: Conform met de normen EN/IEC 60 601-1 en EN/IEC 60601-2-24. Spatwaterbescherming
Electromagnetische Compatibiliteit: Conform EN/IEC 60601-1-2 (tweede editie) en EN/IEC 60601-2-24. Gedetailleerde informatie wordt gegeven in paragraaf 8. Emissie compliantie: 8 Uitgezonden en geleidende RF: CISPR 11/EN 55011, Groep 1, B 8 Klasse EN/IEC 61000-3-2, klasse A 8 Harmonische: Voltage Fluctuaties / Flikkeringen: EN/IEC 61000-3-3 Immuniteit compliantie: 8 Electrostatische Ontladingen (ESD): EN/IEC 61000-4-2 8 Snelle Overgang/Doorslag EC 61000-4-4 8 Golven: EN/IEC 61000-4-5 8 Voltagedips, variaties: EN/IEC 61000-4-11 8 Magnetisch Veld: EN/IEC 61000-4-8 8 Geleidende RF: EN/IEC 61000-4-6 8 Uitgezonden RF: EN/IEC 61000-4-3
knipperend rood blijvend of knipperend groen
Debiet
ml/h
blijvend of knipperend groen
Pauze
min
blijvend of knipperend groen
Display
999:;
3 groene digits 1 oranje digit (decimalen)
Beschikbare spuiten lijst (voorbeeld)
Grootte (ml): blijvend of knipperend groen Merk/type blijvend of knipperend groen
Één variabele drempel (display)
3 segment
3 Vooringestelde drempels (display)
laag: 1 segment midden: 2 segmenten hoog: 3 segmenten
Drukval (display)
1ste segment knipperend 3de segment blijvend
Occlusie
knipperend rood
Spuithouderklem Spuitvleugel detectie
knipperend rood
Zuigerkop detectie Antihevel systeem
knipperend rood
Mechanische ontkoppeling
knipperend rood
Einde perfusie
knipperend oranje
Alarm batterij leeg
knipperend rood
Technisch alarm
blijvend rood
Master verbinding
blijvend groen
PC verbinding
blijvend groen
Bescherming tegen lekstromen type CF Bescherming tegen elektrische schokken: Klasse II
KVO ml
Geprogrammeerde volume limiet of geperfuseerd volume
Standaard PC verbinding
Seriele TTL verbinding Master (PCA) verbinding
IP34
Controlelampjes
de
Gebruikte materialen Behuizing/ Duwer/ Spuithouderklem
Schokbestendige polycarbonaat / polyesterlegering
Klavier / stickers
Polyester
-6-
NU PIL C TD NL - 1349 rev 2 – 21/07/05
Trumpetcurves De kelk van de trompetcurve geeft de precisie en de regelmaat van het debiet aan voor een bepaalde spuit/spuitpomp-combinatie. Het test protocol dat gebruikt werd om deze resultaten te bekomen is beschreven in de EN 60 601-2-24. Voor meer informatie, raadpleeg deze publicatie. Deze curven zijn alleen representatief voor de spuiten die tijdens de proeven gebruikt werden, en gelden alleen ter informatie. Gelieve onze dienst naverkoop te contacteren om de andere curves te verkrijgen . Debiet 1 ml/h
Debiet 5 ml/h Maximaal toegelaten %
Maximaal toegelaten % max.
gemiddeld
Debiet 20 ml/h
Start - en debietcurve Pilot Debiet 5 ml/h
Maximaal toegelaten %
Maximale fout Werkelijke warde Minimale fout
max.
gemiddeld
min.
min.
max.
gemiddeld
min. Minimaal toegelaten %
Minimaal toegelaten %
2
5
11
18
31
Tijdsvensters (min)
2
5
11
Tijdsvensters (min)
18
31
Minimaal toegelaten %
2
5
11
Tijdsvensters (min)
18
31
0
20
40
60
80
100
120
Tijd (min).
Gebruikte spuiten: B-D Plastipak® 50 ml Luer Lok®.
NU PIL C TD NL - 1349 rev 2 – 21/07/05
-7-
Configuraties Fresenius Vial raadt aan dat bij alle configuratieprocedures die u wenst uit te voeren, bevoegd personeel van Fresenius Vial of van de technische dienst van uw instelling , aanwezig zouden zijn. Opmerking: druk
om de wijziging te annuleren - Druk OFF
om de configuratiemodus ten alle tijde te verlaten.
Configuratie van de functies in verband met druk Overschakelen naar de modus drukconfiguratie: druk ON seconden om de configuratiemodus te activeren. Druk
Configuratie mode
Val
Sel
<=> A: keuze van occlusiealarm beheer
+
, dan simultaan
Beschikbare configuraties
Val
<=>? @ verschijnt op het display. Druk
:
Sel
Configuratie bij opstarten
1BCD variabele drempel
bv : 500 mmHg
laatste selectie
G G
3K vooringestelde drempels LM
EN
Sel
<=>R: aanpassen: laag, midden en hoog drempel
<=>X: aanpassen van de
drukval detectie waarde
<=>Y: tonen drukwaarde in de spuit
Configuratie bij opstarten
G
laagste drempel in mmHg (voor alle spuiten)
G
middelste drempel in mmHg (voor alle spuiten)
G
hoogste drempel in mmHg (voor elk spuittype)
G
selectie waarde in mmHg (uitschakelen 0 mmHg)
G G
drukwaarde tonen in mmHg niet tonen
van 100 tot 900
ODPQ).
Display
Selectie
NIIE S bv : 300 mmHg
Val
van 50 tot 300
THIE U bv : 750 mmHg
laagste drempel (+ 400) tot 800
VIIE W bv : 900 mmHg HIE
JJJE J
laatste selectie JJJE J (behalve drempel “hoog”)
Opmerking: de maximum limiet bij 1 variabele = de hoogste limiet bij 3 vooringestelde drempels. (zie Val
Val
vooringestelde limiet: laag, midden of hoog
G Configuratie mode
Selectie
vooringestelde waarde HII
G
E F
binnen de 2
middenste drempel (+ 600) tot 900
bv : 50 mmHg
van 50 tot 900
CZZE K[CE Z
Configuratie van de verschillende parameters Overschakelen naar de parameters coniguratiemodus, druk ON binnen de 2 seconden om de configuratiemodus te activeren. Druk
Configuratie mode
<]= A: opslaan debiet <]=R: spuit selectie type <]=X: max. debiet selecteerbaar via klavier <]=Y: selecteerbare spuiten
Val
Sel
, dan simultaan
Configuratie bij opstarten
G G G G G G
laatste selectie in ml/h steeds 00.0 ml/h automatisch valideren manuele selectie
<]=g: snelstart
-8-
Display
^P^ _[^P `PaN `Pab
voor 50 ml spuiten
HIcc
voor 20 ml spuiten, enz.
QIcc
1ste spuittype 50 ml per merk
G G
selecteerbaar
G G G G
verplichte purge
niet selecteerbaar
verplichte selectie voor alle spuittypes.
<]=d: purge al dan niet verplicht
+
niet verplichte purge met snelstart zonder snelstart
:
<\=?
verschijnt op het display. Druk Selectie
Val
max. debiet
`Pa _[`P OeDf _[Oe HhCD _[`h
NU PIL C TD NL - 1349 rev 2 – 21/07/05
Druk
Val
<]=i: KVO debiet <]=l: RS 232
communicatiesnelheid
<]=]: lege spuit modus <]=p: preventief onderhoud na: <]=q: medicatie naam <]=r : spuitvleugel detectie <]=s: bolus debiet opslaan <]=t: opslaan van
medicatie namen
Sel
Configuratie bij opstarten
G G G G G G G G
KVO debiet
G G G G G G
selecteerbaar
Display
jMk _[jM
geen KVO debiet 19200 Baud 9600 Baud 4800 Baud met lege spuit modus zonder lege spuit modus van 1 tot 9999 uur continu gebruik
niet selecteerbaar spuitvleugel detectie geen spuitvleugel detectie laatste selectie vooringestelde waarde in ml/h (per type spuit)
1ste medicatie naam (15 namen programmeerbaar) Opmerking: bevestig naam 15 om CDf te verlaten. configuratie O
<]=w: netspanning
onderbroken
<]=y: Keuze Datum en
tijd
G G G
onderbroken detectie geen onderbroken detectie
o ^/
Instellen van Datum( / z) dan van tijd ( { / _)
FVjQ VmIE I bnIE I `B Lo _[`B FQNI bv : 1230 h oDBf _[oD C LaP _[C L ^P^ _[^P CoDu bv : ADRENALINE programmeerbaar JJJE J
Selectie
Val
van 1 tot 9999
van 50 tot max.
om naar volgende naam te gaan om C naam te wijzigen ( E E E v)
`Pxh _[`P o : dag ^ : maand z : jaar { : uur _ : minuten
Belangrijk: metingen de piston-wrijvingswaarden van de spuiten geven geen stabiele karakteristieken, wij bevelen dan ook aan om de snelstart modus niet `hCD ( van O|Dm). te gebruiken.
NU PIL C TD NL - 1349 rev 2 – 21/07/05
-9-
Gebruiksvoorzorgen Het symbool dat op de beknopte gebruiksaanwijzing van het toestel staat, beveelt volledige lectuur van deze gebruiksaanwijzing aan, overeenkomstig de norm EN 60 601-1. Fresenius Vial kan in geen geval aansprakelijk gesteld worden voor problemen van medische of andere aard, te wijten aan slecht gebruik van het toestel.
Standaard voorzorgen moeten in acht genomen worden ter voorkoming van contaminatie of blessures bij het opbergen van gebruikte disposables (bv.: spuiten, perfusielijnen, naalden, enz.).
Bijzondere aandacht moet besteed worden aan de perfecte stabiliteit van het toestel tijdens het gebruik Gebruik het toestel in horizontale positie op een tafel of gebruik een Transfix / universele steun voor bevestiging op een statief.
Het gebruik van perfusielijnen of spuiten zonder schroefverbindingen kan resulteren in lekken bij perfusies met een hoge druk of een hoog debiet. De installatie hiervan moet geschieden volgens de procedures die in uw instelling gebruikelijk zijn en volgens de goede medische praktijk . Fresenius Vial beveelt het gebruik aan van de perfusielijnen van het type Luer Lock voorgesteld op pagina 17.
Het is aanbevolen om bij ontvangst van het toestel of na langdurige opslag, de batterij gedeeltelijk of volledig op te laden, om zo vroegtijdige ontlading van de batterij te voorkomen.
Standaard voorzorgen moeten in acht genomen worden ter voorkoming van contaminatie of blessures bij het opbergen van gebruikte disposables (bv.: spuiten, perfusielijnen, naalden, enz.).
Het toestel mag vanwege het explosiegevaar niet gebruikt worden in de buurt van ontvlambare anaesthetica. Het gebruik ervan dient te gebeuren buiten risicozones.
Het toestel is ontworpen voor het perfunderen van alle injecteerbare medicatie. De fysiologische effecten van geneesmiddelen kunnen beïnvloedt worden door de kenmerken van het toestel en de gebruikte disposables. Gelieve de compatibiliteit van het voorschrift te toetsen aan de trompetcurves en de alarminschakeling volgens het ingestelde debiet.
Als ideale omgevingsvoorwaarden voor normaal gebruik van het toestel wordt een temperatuur tussen +10° en +40°C aanbevolen. De aansluiting van de Pilot op het net moet gebeuren met het bijgeleverde netsnoer. Verifieer of de netspanning overeen stemt met de spanning op het identificatie label van het toestel. Zekeringen mogen enkel vervangen worden door equivalente componenten. Dit mag enkel gebeuren door erkende technici. Raadpleeg de wisselstukken lijst in het technisch dossier voor meer specificaties. De toegelaten spanningswaarde niet overschrijden noch voor de netvoeding noch voor de externe voeding noch voor de verschillende externe aansluitingen die op het toestel mogelijk zijn. Het toestel mag niet werken via een DC adaptor.
Het gebruik van een hoger geplaatst toestel ten opzichte van de injectieplaats heeft een negatieve druk in de spuit tot gevolg. Gelieve ook de integriteit van de spuit te controleren (de dichtheid van de gebruikte spuit ) en zo nodig de anti-hevel kleppen toevoegen. Deze kleppen voorkomen ook het risico van lekken bij verwisseling van de spuit. De afwezigheid van een terugslagklep, op de perfusielijn bij een perfusie met meerdere lijnen onderhevig aan zwaartekracht, zal verhinderen een occlusie te detecteren langs patiënt zijde, en kan in de leiding een ophoping van de medicatie ontstaan, hetgeen zonder controle geïnfundeerd kan worden na opheffing van de occlusie. Een luchtlek in de spuit waarvan de infuuslijn niet is uitgerust met een anti-hevel klep kan een oncontroleerbare infuussnelheid veroorzaken.
Gelieve niet te gebruiken samen met toestellen die een positieve druk kunnen Het werken van het toestel op een externe voedingsbron mag alleen gebeuren leveren van meer dan 2000 Hpa. Deze kunnen mogelijk de perfusielijnen bij een voertuig met een spanning van 12-15V - 15W. Deze waarden mogen alsook het toestel beschadigen. niet overschreden worden. Fresenius Vial beveelt het gebruik van de externe voedingskabel voor Pilot aan. Fresenius Vial beveelt bij meervoudige perfusies tegelijk het gebruik aan van terugslagkleppen of toestellen met een positieve perfusiedruk.Plaats de Als voorzorgsmaatregel om het millieu te beschermen is het noodzakelijk om verbinding van de aanvoerleiding en de leiding van de spuitpomp zo dicht de batterij te verwijderen uit het toestel, dit bij het vernietigen van het toestel mogelijk bij de ingang van de catheter om de dode ruimte en eventuele invloed zelf, bij het einde van zijn levenstermijn of bij zijn gebruikelijk onderhoud.De van debietvariaties van de aanvoerleiding te minimaliseren. verwijderde batterijen dienen aan een erkend recyclagebedrijf bezorgd te worden. Volg dezelfde procedure voor het toestel zelf (electronische borden, Deze opstelling niet gebruiken Voorkeursopstelling plastic…). Kortsluitingen en extreme temperaturen moeten vermeden worden. De werking van dit toestel kan worden verstoord door omgevingsdrukken of drukvaraiaties, mechanische schokken, warmtebronnen etc. Gebruik enkel 3-delige spuiten van het type Luer Lock, zoals die voorgesteld worden in de lijst van voorgeprogrammeerde spuiten. Indien een andere spuit gebruikt word dan deze op de spuiten lijst, kan de precisie niet gewaarborgd worden. Gebruik enkel steriele perfusielijnen die een druk van 2000 Hpa aankunnen. Het gebruik van perfusielijnen of spuiten zonder schroefverbindingen kan resulteren in lekken bij perfusies met een hoge druk of een hoog debiet. De installatie hiervan moet geschieden volgens de procedures die in uw instelling gebruikelijk zijn en volgens de goede medische praktijk . Fresenius Vial beveelt het gebruik aan van de perfusielijnen van het type Luer Lock voorgesteld op pagina 17.
- 10 -
Terugslagklep
Een niet-medisch electrisch apparaat dat verbonden wordt met de RS232 interface moet conform zijn met de bijbehorende IEC/EN standaard (b.v.. IEC / EN 60950). In alle gevallen moet de IEC/EN 60601-1-1 internationale standaard gerespecteerd worden. Installatie en gebruik via RS 232 verbinding moet conform zijn met het document: RS232 protocol voor Pilot. Deze handleiding is te verkrijgen op eenvoudig verzoek aan onze dienst naverkoop. Fresenius Vial kan niet aansprakelijk gesteld worden voor het gebruik van een communicatie-interface tussen het Pilot en computersystemen. Het toestel of batterijcompartiment mag alleen door een erkend technicus geopend worden. In dit verband bevelen wij aan om de onderhoudsprocedures te volgen zoals beschreven in de technische onderhoudshandleiding (technisch dossier). Gelieve onze dienst naverkoop te contacteren om dit dossier te verkrijgen. Het niet naleven van deze procedures kan lichamelijke letsels veroorzaken en het toestel beschadigen.
NU PIL C TD NL - 1349 rev 2 – 21/07/05
Raadgevingen en verklaring producent bij gebruik in electromagnetische omgeving De Pilot C is getest en voldoet aan de gestelde standaarden voor Electromagnetische Compatibiliteit voor Medische Apparatuur. Deze standaarden werden ontwikkeld om adequate immuniteit te bieden om ongewenste werking van de Pilot C te voorkomen, alsook een beperking van de emissies van het toestel, welke ongewenste storingen veroorzaken op andere apparatuur, te beperken. Wanneer de Pilot C in bedrijf is in de omgeving van andere apparatuur die hoge interferentie niveau’s hebben (b.v. HF chirurgische apparatuur, Röntgenapparatuur, Nucleaire tomografie units, mobiele telefoons, draadloze toegangspunten etc.),moet de aanbevolen veiligheidsafstand (zie 8.3.1 ), worden gerespecteerd door de Pilot C te verplaatsen. De onderstaande tabellen specificeren de passende electromagnetische omgeving voor gebruik van het toestel en bieden raadgevingen om er zeker van te zijn dat het toestel wordt gebruikt in een dergelijke omgeving.
Raadgevingen en verklaring producent – electromagnetische emissies TABEL 201 De Pilot C is bedoeld voor gebruik in een electromagnetische omgeving zoals in onderstaande tabel is gespecificeerd. De gebruiker van de Pilot C moet er voor zorgen dat de pomp in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. Door het toestel verkregen conformiteit
Emissies test RF emissies CISPR 11 RF emissies CISPR 11
Groep 1 Klasse B
Harmonische emissies IEC 61000-3-2 Voltage fluctuaties Flikkerende emissies IEC 61000-3-3
Conform Klasse A Niet van Toepassing
Electromagnetische omgeving- raadgevingen De Pilot C gebruikt RF energie uitsluitend voor interne functies. Daarom zijn de RF emissies zeer laag en is het niet waarschijnlijk dat deze enige storing bij nabijgeplaatste electronische apparatuur veroorzaken. De Pilot C is geschikt voor gebruik in alle gebouwen, inclusief woonhuizen en ziekenhuizen, die direct op het publieke laag-voltage electriciteitsnetwerk, dat levert aan gebouwen bedoeld voor bewoning, aangesloten zijn. De Pilot C voldoet standaard aan de Harmonische emissies omdat het ingangsvermogen lager is dan het minimum ingangsvermogen gespecificeerd in de IEC 61000-3-2 Standaard. Voltage fluctuaties/flikkerende emissies zijn niet van toepassing omdat de Pilot C geen significante voltage fluctuaties en flikkerende emissies kan genereren volgens de IEC 61000-3-3 Standaard.
Raadgevingen en verklaring producent – electromagnetische immuniteit – TABEL 202 De Pilot C is bedoeld voor gebruik in een electromagnetische omgeving zoals in onderstaande tabel is gespecificeerd. De gebruiker van de Pilot C moet er voor zorgen dat de pomp in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. Immuniteitstest Electrostatische Ontlading (ESD) IEC 61000-4-2
Electrische overgang/ Doorslag IEC 61000-4-4
IEC 60601-1-2 IEC 60601-2-24 Testniveau + 8 kV contact
Door het toestel verkregen niveau conformiteit + 8 kV contact
+ 15 kV lucht
+ 15 kV lucht
+ 2 kV voor netsnoeren
+ 2 kV voor netsnoeren
+1 kV for input output snoeren
+ 1 kV for input output snoeren
NU PIL C TD NL - 1349 rev 2 – 21/07/05
Electromagnetische omgeving – raadgevingen Coatings van houten- tegel- en betonvloeren met een relatieve vochtigheidsgraad van tenminste 30% maken het mogelijk om het gewenste niveau van conformiteit te garanderen. Indien het niet mogelijk is deze omgevingsvoorwaarden te bewerkstelligen moeten aanvullende maatregelen worden getroffen zoals; het gebruik van anti-statisch materiaal, ontlading gebruiker en het dragen van anti-statische kleding. De kwaliteit van de netstroomvoorzieningen moet zodanig zijn als die van een typische huiselijke, commerciële of medische omgeving.
- 11 -
Immuniteitstest Golf IEC 61000-4-5
Voltagedips, korte interrupties en voltagevariaties op de netspanningskabels IEC 61000-4-11
IEC 60601-1-2 IEC 60601-2-24 Testniveau + 1 kV differentiaal mode
Door het toestel verkregen niveau conformiteit + 1 kV differentiaal mode
+ 2 kV standaard mode
Niet van toepassing
< 5 % Ut ( > 95 % dip in Ut ) voor 0,5 cyclus
< 5 % Ut ( > 95 % dip in Ut ) voor 0,5 cyclus
40 % Ut ( 60 % dip in Ut ) voor 5 cycli
40 % Ut ( 60 % dip in Ut ) voor 5 cycli
70 % Ut ( 30 % dip in Ut ) voor 25 cycli
70 % Ut ( 30 % dip in Ut ) voor 25 cycli
< 5 % Ut ( > 95 % dip in Ut ) voor 5 s 400 A / m
< 5 % Ut ( > 95 % dip in Ut ) voor 5 s 400 A / m
Electromagnetische omgeving – raadgevingen De kwaliteit van de netstroomvoorzieningen moet zodanig zijn als die van een typische huiselijke, commerciële of medische omgeving. In een omgeving die erg gevoelig is voor blikseminslag dient men een beveiliging tegen piekbelasting op de netstroomaansluiting te plaatsen om het compliantieniveau te garanderen. Klasse II product en geen aarde aansluiting. De kwaliteit van de netstroomvoorzieningen moet zodanig zijn als die van een typische huiselijke, commerciële of medische omgeving. Voor korte en lange interrupties (< dan batterijlevensduur) van de netspanning kan de interne batterij de continuïteit van service bieden. Voor een zeer lange (> dan batterijlevensduur) interruptie van de netspanning moet de Pilot C van stroom worden voorzien middels een externe Uninterruptible Power Supply (UPS).
Indien noodzakelijk moet het magnetisch veld op de voorziene locatie gemeten worden om er zeker van te zijn dat dit niveau lager is dan het aangegeven conformiteitsniveau. Indien het niveau van het gemeten magnetisch veld op een locatie waar de Pilot C in gebruik is het aangegeven conformiteitsniveau overstijgt moet men de Pilot C observeren en controleren op normale functie. Indien een abnormale werking wordt geconstateerd moeten aanvullende maatregelen worden getroffen, zoals het verplaatsen van de pomp of installatie van een electro-magnetisch schild. Note: Ut is het wisselstroom voltage voorafgaand aan de toepassing van het testniveau. Spannings frequentie (50/60 Hz) Magnetisch veld IEC 61000-4-8
Raadgevingen en verklaring producent – electromagnetische immuniteit – TABEL 204 De Pilot C is bedoeld voor gebruik in een electromagnetische omgeving zoals in onderstaande tabel is gespecificeerd. De gebruiker van de Pilot C moet er voor zorgen dat de pomp in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. Immuniteitstest
geleidende RF IEC 61000-4-6
IEC 60601-1-2 IEC 60601-2-24 Testniveau 3 Vrms
Door het toestel verkregen conformiteitsniveau 10 Vrms
150 KHz to 80 MHz uitgezonden RF IEC 61000-4-3
10 V / m 80 MHz to 2,5 GHz
10 V/m
Electromagnetische omgeving – raadgevingen
Draagbare en mobiele RF communicatie apparatuur mag niet worden gebruikt bij de Pilot C of enig onderdeel van de Pilot C , inclusief kabels, op een afstand die kleiner is dan de aanbevolen scheidingsafstand die berekend is met de vergelijking die van toepassing is op de frequentie van de zender. Aanbevolen scheidingsafstand: } D = 1,2 √ P, voor een frequentie van 150 KHz tot 80 MHz } D = 1,2 √ P , voor een frequentie van 80 MHz tot 800 MHz } D = 2,3 √ P , voor een frequentie van 800 MHz tot 2,5 GHz Waar P het maximum uitgangsvermogen van de zender in Watt (W), volgens de fabrikant van de zender, is en D de aanbevolen scheidingsafstand in meters(m). Veldsterkte van een vaste RF zender, bepaald tijdens een locaal electromagnetisch onderzoek (a), moet minder zijn dan het verkregen conformiteitsniveau. Storing kan voorkomen in de omgeving van apparatuur voorzien van dit
symbool: NOOT : bovenstaande informatie is mogelijk niet toepasbaar in alle situaties. Electromagnetische eigenschappen kunnen worden beïnvloed door absorptie en reflectie door structuren, objecten en personen. (a) De veldsterkte van vaste zenders, zoals basisstatons voor radio (cellulair/draadloos) telefoons en landmobiele telefoons, amateur radio, AM en FM radio uitzending en TV uitzending kan in theorie niet met zekerheid worden voorspeld. Bij gebruik van deze ruimte met vaste RF zenders moet men een electromagnetisch locatie onderzoek overwegen. Wanneer de gemeten veldsterkte in de ruimte waar de Pilot C wordt gebruikt het toepasbare RF conformiteitsniveau overstijgt moet de pomp worden geobserveerd op normale werking. Wanneer een abnormale werking wordt geconstateerd moeten aanvullende maatregelen worden getroffen, zoals verplaatsing van de Pilot C of plaatsing van een magnetisch schild.
- 12 -
NU PIL C TD NL - 1349 rev 2 – 21/07/05
Aanbevolen scheidingsafstanden tussen draagbare en mobiele RF communicatie apparatuur en de Pilot C – TABEL 206 De Pilot C is bedoeld voor gebruik in een electromagnetische omgeving waarin uitgezonden RF verstoringen zijn gereguleerd. De gebruiker van de Pilot C kan bijdragen aan het voorkómen van electromagnetische storing door een minimale afstand tussen draagbare en mobiele RF communicatie apparatuur (zenders) en de Pilot C aan te houden, zoals hieronder aanbevolen, in overeenstemming met het maximum uitgangsvermogen van de communicatie apparatuur. Vastgesteld maximum uitgangsvermogen van de zender (W) 0,01 0,1 1 10 100
Scheidingsafstand overeenkomstig met de frequentie van de zender in meters (m) 150 KHz tot 80 MHz 80 MHz tot 800 MHz 800 MHz tot 2,5 GHz d = 1,2 √ P d = 1,2 √ P d = 2,3 √ P 0,12 0,12 0,23 0,38 0,38 0,73 1,2 1,2 2,3 3,8 3,8 7,3 12 12 23
Voor zenders met een standaard uitgangsvermogen dat niet voorkomt in bovenstaande lijst kan de aanbevolen scheidingsafstand d in meters (m) worden geschat met behulp van de vergelijking toepasbaar op de frequentie van zenders, waarbij P het maximum uitgangsvermogen is in watt (W) volgens de producent van de zender. NOOT: bovenstaande informatie is mogelijk niet toepasbaar in alle situaties. Electromagnetische eigenschappen kunnen worden beïnvloed door absorptie en reflectie door structuren, objecten en personen.
NU PIL C TD NL - 1349 rev 2 – 21/07/05
- 13 -
Onderhoudsinstructies Reiniging en ontsmetting
Onderhoud
De Pilot maakt deel uit van de naaste omgeving van de patiënt. Om deze laatste en ook het personeel tegen besmettingsrisico’s te beschermen, is het aan te bevelen om de buitenzijde van het toestel dagelijks te reinigen en te ontsmetten.
Om de normale werking van het toestel te garanderen is het aan te raden de interne batterij om de 3 jaar te vervangen. Dit dient te gebeuren door een ervaren technicus.
G
Trek de stekker van de Pilot uit het stopcontact vooraleer u met reinigen begint.
G
Plaats het toestel niet in de AUTOCLAAF, DOMPEL het niet onder, en voorkom het binnendringen van vloeistof.
G
Indien het toestel zich bevind in een dienst met een hoog besmettingsrisico, is het aanbevolen om na deze ontsmettende reiniging met een vochtige doek, het toestel in de kamer te laten bij ontsmetting via lucht.
G
Gebruik een in DETERGENT - ONTSMETTINGSMIDDEL gedrenkte vod, zo nodig voordien in water verdunt, om de micro-organismen te vernietigen. Vermijd al te schurend vegen waardoor de kast beschadigd kan raken. De buitenzijde niet spoelen of afdrogen.
G
Gebruik geen producten op basis van:TRICHLOORETHYLEEN DICHLOORETHYLEEN-AMMONIAK-AMMONIUMCHLORIDE GECHLOREERDE en AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFENETHYLEENDICHLORIDE-METHYLEENCHLORIDE-KETONEN. Deze stoffen kunnen de plastic onderdelen beschadigen en tot defecten leiden.
G
Let ook op voor ALCOHOLHOUDENDE SPRAYS(20 tot 40% alcohol), zij veroorzaken vervaling en barsten in het plastic, en hebben niet de reinigende werking die nodig is voor ontsmetting. Bij het ontsmetten met SPRAYS mag dit enkel gebeuren in overeenkomst met de aanbeveling door de fabrikant, van op 30cm van het toestel en voorkom ophoping in vloeibare toestand.
Voor bijkomende informatie gelieve contact op te nemen met de bevoegde dienst van uw instelling die u geschikte reinigings- en ontsmettingsproducten zal leveren.
Het bevoegd technisch personeel van uw instelling of onze Naverkoopdienst dienen op de hoogte gebracht te worden bij eventueel vallen,schade door verkeerd gebruik of abnormale werking van het toestel. In dit geval is het beter het toestel niet meer te gebruiken. Voor meer informatie kan u contact opnemen met onze Naverkoopdienst. Indien het nodig blijkt om het toestel naar onze Naverkoopdienst te sturen, pak het dan zorgvuldig in, zo mogelijk in zijn originele verpakking. Fresenius Vial wijst elke verantwoordelijkheid af bij verlies of beschadiging van het toestel tijdens het transport naar aanleiding van verzending naar onze Naverkoopdienst.
Periodieke inspecties Voor een optimale werking van de Pilot is een periodieke inspectie, om de 12 maand, aanbevolen. Een periodieke inspectie bestaat uit een aantal inspectiebewerkingen zoals in het Technisch dossier beschreven wordt. Deze controles dienen uit gevoerd te worden door een ervaren technicus. Deze inspecties worden door geen enkel contract of overeenkomst met Fresenius Vial bestreken en vallen onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker. Voor meer informatie kan u contact opnemen met onze Naverkoopdienst. Opmerking: niet-naleving van deze procedures kan schade veroorzaken en de goede werking van het toestel beïnvloeden.
Stockage Het toestel moet in een droge koele ruimte opgeslagen worden. Bij langdurige stockage is het aanbevolen om de batterij los te koppelen. Dit gebeurt via het batterijluikje onderaan het toestel. Dit dient te gebeuren door een ervaren technicus.
G G
Stockage temperatuur: -10°C + 60°C. Toegelaten relatieve vochtigheid: max 85%, geen condensatie.
- 14 -
NU PIL C TD NL - 1349 rev 2 – 21/07/05
Quick check - Pilot C Dit protocol laat een quick check toe van de Pilot C.
Serienummer (SN) : ...............…..............
Datum : ....... / ….... / .......
Dienst : .…….....................
Naam : ..…...........................
1.
Controleer de staat van het toestel : uitwendige beschadiging en abnormale geluiden (draai het toestel onderste boven), aanwezigheid van alle etiketten en hun leesbaarheid.
2.
Toestel aanschakelen: Druk ON
3.
Controleer de staat van het netsnoer en sluit het toestel aan op de netspanning: het netspanning controlelampje
4.
Plaats een spuit.
(netsnoer niet aangesloten): het
Auto-control mode: druk simultaan op
en
controlelampje licht op. licht op.
Ja
~ Nee ~
.
Opmerking : deze test zit in het geheugen van het toestel, een samenvatting hiervan kan via P.C. gelezen worden met een specifieke software. Gelieve onze Naverkoopdienst te contacteren voor meer informatie.
Test van de controlelampjes.
1.
Druk
2.
Controleer het oplichten van alle lampjes en druk
3.
Selecteer
om de test te starten. .
(conform) ; (niet conform) or (herbegin) door te drukken op
, en valideer
Druk
2.
Blijvend oplichten van het OCCLUSIE-controlelampje betekend dat de druksensor goed functioneert. (indien niet knippert het lampje)
om de test te starten :
5.
Het MECHANISCHE ONTKOPPELING en ANTIHEVEL contolelampje knipperen. Ontkoppel duwer-mechanisme: .
De SPUITHOUDERKLEM en knipperen. Plaats de spuithouderklem in de hoogste stand: blijvend oplichten van het . controlelampje en . Het validatie controlelampje knippert : druk Op het display knippert . Blokkeer de spuit door de spuithouderklem naar beneden te drukken. Controleer het door het toestel
gedetecteerde type. Het validatie lampje knippert : druk
.
knippert. Verwijder de spuit en plaats de spuithouderklem in de laagste stand: blijvend . Het validatie controlelampje knippert : druk . 7. Selecteer
; no of (herbegin) door te drukken op , en valideer .
6.
verschijnt op display.
controlelampjes lichten blijvend op. Het validatie controlelampje knippert : druk 4.
Ja Nee
Test van de alarmen.
1.
3.
.
De SPUITHOUDERKLEM en
oplichten van het controlelampje en
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Test van de vooruitgang van de duwer. om de test te starten.
1.
Druk
2.
Plaats een 50 of 20 ml spuit gevuld tot 7 cc.
3.
Selecteer spuit en start de test : run verschijnt op het display. Het einde van de test wordt gesignaleerd door : bericht
en (geperfuseerd volume) voor 50 en 20 ml spuiten (controleer de vooruitgang van de zuiger: 5cc ± 0.5 cc).
4.
Selecteer
5.
; no of (herbegin) door te drukken op , en valideer . Na het valideren van
, bericht End indiceert dat de auto-control test ten einde is.
6.
Druk
om het toestel in normale werking te herstarten.
Handtekening :
NU PIL C TD NL - 1349 rev 2 – 21/07/05
Alle controles conform :
- 15 -
Computer verbindingen De installatie alsook het gebruik van het Pilot via een RS232 verbinding moet gebeuren zoals beschreven in het document: RS232 protocol voor de Pilot. Deze handleiding is te verkrijgen op eenvoudig verzoek aan onze dienst naverkoop. Fresenius Vial beveelt het gebruik van de RS232 kabel ref. 073413 of 073414 aan. Gebruik anders een RS232 kabel met een maximum lengte van 3 meter. Voor verdere infomatie, gelieve contact op te nemen met onze commerciële dienst.
Werking op interne batterij De Pilot beschikt over een interne batterij die automatisch overneemt bij het uitschakelen van de netspanning. Bij het uitschakelen van de netspanning hoort men een auditief signaal en knippert het bericht. Druk op verwittiging te onderdrukken.
om deze
Werking op batterij kan herkend worden door het controlelampje op de Pilot.
Herladen van de batterij De batterij laadt automatisch op als het toestel aangesloten is op netspanning. Het herladen van de batterij herkend men aan het controlelampje
Externe voeding Het werken van het toestel op een externe voedingsbron mag alleen gebeuren bij een voertuig met een spanning van 12-15V - 15W.
Werkingsduur bij het werken op batterij Bij gebruik op batterij, kan de werkingsduur op display verschijnen. De werkingsduur op het display is in functie van het perfusiedebiet.
¡
Werking op externe voedingsbron kan herkend worden door het oplichten van het controlelampje. De batterij wordt automatisch opgeladen.
.
autonomie in h/min
£¤¥ ¢
oplaad niveau
Opmerking: gebruik oplaad modus, terwijl het toestel uitgeschakeld is, voor een volledige werkingsduur op batterij.
Oplaad modus Inclusief totale oplaadtijd als het toestel niet in werking is. 1. Verwijder spuit en druk ON-toets
van de Pilot.
2. Oplaad modus activatie:
¦§¨©
blijvend drukken
Opmerking: om de oplaad modus te verlaten druk : blijvend drukken
- 16 -
NU PIL C TD NL - 1349 rev 2 – 21/07/05
Accessoires
Disposables
Fresenius Vial raad het gebruik aan van de accessoires van het Pilot spuitpompen gamma.
De catheter extensiesets zijn vervaardigd van biocompatibele materialen en hebben een bewaartijd van 5jaar.
Transfix systeem ref. 073416
SE 2400Y - 2 wegs-catheterverlengstuk uit PVC.
Samengesteld uit handvat (ref. 073419) en zijn polyvalente klem (ref. 073418). Dit systeem laat toe het toestel snel en makkelijk op rail of perfusiestaander te bevestigen.
Injectomat Line PVC 150 cm - 1 wegs-catheterverlengstuk uit PVC.
Handvat ref. 073419 Injectomat Line PE 200 orange - Amber 1 wegs-catheterverlengstuk.
Polyvalente bevestigingsklem ref. 073418
SE 1500 AR - 1 wegs-catheterverlengstuk uit PVC met Y koppelstuk en terugslagklep.
RS 232-kabel ref. 073413 (9m/9v) ref.. 073414 (9m/25v)
SE 1600 AR AS - 1 wegs-catheterverlengstuk uit PVC met Y koppelstuk, terugslagklep en anti-hevelklep.
Externe voedingskabel ref. 073415
Onze disposables zijn ontworpen en gecontroleerd door Fresenius om een veilige en goede werking van onze pompen te garanderen. De productie ervan wordt gewaarborgd door Fresenius (CE0459) of door gekwalificeerde onderaannemers (CE0123, CE0318) voor rekening van Fresenius per exclusieve verdeling. De CE certificaten zijn verkrijgbaar op aanvraag.
Power Fix 2 - ref. 073428. Power Fix 4 - ref. 073429. 1 voedingskabel om 2 op 4 Pilot ‘s gelijk op het net aan te sluiten. Bevestigingen voor statief zijn inbegrepen.
Power Link - ref. 073430. Om een POWER FIX 2 aan POWER FIX 2 of 4 aan elkaar te koppelen. CE gekeurd - overeenkomstig EN 60-601.1. 230 V ~ - 50/60 Hz (110 V op aanvraag).
NU PIL C TD NL - 1349 rev 2 – 21/07/05
- 17 -
Garantievoorwaarden Fresenius Vial waarborgt zijn producten tegen onderdeel- of fabricagefouten (batterijen en accessoires uitgezonderd)gedurende een periode van één jaar te rekenen vanaf de dag van de levering. De waarborg is alleen van toepassing indien aan onderstaande voorwaarden voldaan is.
ª ª ª ª
Het toestel moet onder normale omstandigheden gebruikt zijn, zoals beschreven in deze handleiding. Het toestel mag geen schade geleden hebben in verband met de stockage, onderhoud of verkeerde behandeling. Het toestel mag niet aangepast of hersteld zijn door personen die door Fresenius Vial niet gemachtigd zijn. Het serienummer op het toestel mag niet gewijzigd, verwisseld of uitgewist zijn.
Indien aan deze voorwaarden niet voldaan is, zal Fresenius Vial voor de herstelling een offerte opmaken voor onderdelen en uurloon. Bij het terugsturen of laten herstellen van het toestel vragen wij u eerst contact op te nemen met de klantendienst of naverkoopdienst van Fresenius Vial.
- 18 -
NU PIL C TD NL - 1349 rev 2 – 21/07/05
Notes
NU PIL C TD NL - 1349 rev 2 – 21/07/05
- 19 -
Nuttige adressen Alle aanvragen tot het bekomen van documentatie of informatie (technische, of commerciële documentatie) moeten gestuurd worden naar:
VERKOOPAFDELING - NAVERKOOPDIENST:
Het is niet onmogelijk dat deze handleiding onnauwkeurigheden of typfouten bevat. Regelmatig kunnen ook wijzigingen aangebracht worden, die in latere edities overgenomen worden. Dit document mag niet, zelfs niet gedeeltelijk, gekopieerd worden zonder toestemming van Fresenius Vial. Fresenius Vial - siège social: Le Grand Chemin - F-38590 BREZINS (FRANCE