Pijn Een filosofische benadering Periode 4, 2011 http://www.phil.uu.nl/~rob/guest.shtml
Rob van Gerwen Departement Filosofie Universiteit Utrecht http://www.phil.uu.nl/~rob/
Inhoudsopgave 1
Inleiding tot de Filosofische Benadering 1.1 Drie thesen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.2 Wat is Filosofie? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.3 Open Vragen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1 2 2 2
2
Wat is Pijn? 2.1 Descartes’ Lichaam-Geest Dualisme . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2 3
3
Pijn Waarnemen 3.1 Wanneer is een zintuig? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2 Waarneming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.3 Conclusies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4 5 6 7
1
Inleiding tot de Filosofische Benadering
Wat is pijn? • Is pijn goed of is pijn slecht? • Wat is dus pijn?
1. pijn is slecht: te vermijden (semantische betekenis van de term) 2. maar pijn is ook goed: heeft ook een signaalfunctie van iets anders wat vermeden moet worden: lichaamsbeschadiging (biologische betekenis van de gewaarwording) 3. Wanneer is een signaal pijn? Hoe lang duurt pijn? • “Ik heb de hele dag al hoofdpijn.” – Blijkt dat achteraf niet mee te vallen? Op sommige momenten voelde je hem niet. – Waar is de pijn als je hem niet voelt? (Als je slaapt)
1
1.1
Drie thesen
Drie thesen 1. Hersenen voelen geen pijn, mensen voelen pijn (en daar hebben ze hersenen voor nodig) 2. Mensen voelen pijn door er aandacht aan te besteden (daar speelt hun angst een grote rol bij) 3. En pijn wordt uitgedrukt vanwege een moreel appèl op anderen (die heeft dus ingang tot jouw pijn)
1.2
Wat is Filosofie?
Het Traditionele Probleem • Is fysieke pijn een geestelijk of een fysiologisch fenomeen? – Doorgaans proberen we pijn te localiseren, en te begrijpen, door in de hersenen te kijken – daar vinden inderdaad noodzakelijke neurale processen plaats, maar . . . – daar zullen we de waarneming van pijn niet vinden
1.3
Open Vragen
Gesloten Vragen • Hoeveel mensen zijn er in de zaal? 1. Rondkijken en tellen (methode) 2. Uitkomst eenduidig en beslisbaar 3. Eventueel: eerst termen afbakenen • Empirisch onderzoek
(Tijdelijk Open) Gesloten Vragen • Zijn er mensen op de planeet Krits (ver sterrenstelsel) • We weten het nog niet 1. Maar de methode is duidelijk: ∗ Vaststellen of atmosfeer leven toelaat, dan ∗ Erheen gaan, rondkijken en tellen 2. Uitkomst eenduidig en beslisbaar 3. Tenzij . . . de (biologische) soorten daar anders gecategoriseerd moeten worden • De vraag lijkt open, maar ze is wel gesloten—we kunnen hem alleen door omstandigheden op dit moment nog niet afsluiten
2
Wat is Pijn?
Mentale Concepten (Pijnen Kwantificeren) • Hoeveel pijnen zijn er in de zaal? Welke methode? Uitkomst eenduidig en beslisbaar?
2
Wat is Pijn? (Is dit een Tijdelijk Open Gesloten Vraag?) • Is dit tijdelijk open gesloten vraag? • Is “pijn” net zo’n concept als “mens”? • Wat is een pijn? Wat voor ding is het? • Dit is een filosofische Open Vraag naar de plaats van het concept tussen andere concepten Waarneming of Emotie? • Is pijn een waarneming? – van welk zintuig dan? Bestaat er kijkpijn? (is lelijkheid pijn?) hoorpijn? (opnieuw: lelijkheid) reukpijn? Tactiele pijn? Ja, die zeker! • Is pijn een soort verdriet? Niet letterlijk – Verdriet is een emotie » • Is pijn een emotie? Nee, eerder een sensatie – Emoties deels begrepen via expressie aan anderen » maar pijn ook! – Emoties vertellen iets over onze omgeving: pijn doet dat ook! Maar op een andere manier
• Verandert pijn als je ernaar “kijkt”? (bv. met Vipassana meditatie-techniek) — dadelijk meer – Hoe is dat een vorm van “kijken”? Hoe verandert het de pijn? ∗ Verandert een stoel als je ernaar kijkt? Filosofische Vragen: Open Vragen Over onze Conceptuele Kaders • “Pijn” is een mentale term—ze wordt anders gebruikt dan “mens” – Er is geen ding op een bepaalde plaats waar een mentale term naar verwijst • “Idee”, “gevoel” en “gedachte” zijn ook mentale termen – maar pijn is weer geen idee of gedachte—heeft een fysiologische component • “Ik heb een idee” lijkt op “ik heb een boek” (maar een boek kun je in je tas stoppen)
2.1
Descartes’ Lichaam-Geest Dualisme
Descartes’ Methodologische Twijfel (Scepticisme) • Alles betwijfelen omwille van een zeker fundament voor wetenschap – Geen objecten; geen zintuigen; geen herinneringen – Alles kan een droom zijn; geen evidentie-transcendente bewijzen mogelijk • Toch besta ik: ik denk dus ik ben [cogito sum] – Maar wie is die ik? Niet dit lichaam 3
Twee Substanties (Uitgebreide en Denkende) • Enige wat niet van mij af te scheiden is – Mijn denken = res cogitans (denkend ding) – Dat is zeker: zolang als ik denk • Lichaam = res extensa (uitgebreid ding) – uitgebreid: neemt bepaalde ruimte in, op bepaalde plaats; kan waargenomen worden met zintuigen Evaluatie van Descartes’ Positie • Wetenschap moet bereid zijn voorbij de verschijnselen te denken – Hoe betrouwbaar mijn lichaam ook is: goed redeneren is belangrijk (wetenschap) • Heeft de rede het laatste woord? – Dan resteert alleen scepticisme: bestaat de werkelijkheid wel? • Descartes heeft met zijn rede de werkelijkheid in tweeën gedeeld: – een werkelijke werkelijkheid (die redelijk is) en een waarnemingswerkelijkheid (die maar schijn is)
3
Pijn Waarnemen • Is er niet veeleer één werkelijkheid? – De zintuigen bieden er de toegang toe (ook al moeten ze soms gecorrigeerd worden) – De zintuigen bewijzen de werkelijkheid van iets (de rede kan dat niet!) • De mate en aard van pijn hangen af van het concept waaronder de pijn begrepen is! (Zo werkt waarneming) – Pijn in mijn linkerarm
Wat is Pijn? • Pijn is een tamelijk ongedifferentieerde natuurlijke soort (niet altijd keurig afgebakend zoals tijgers) – tijgers en apen kun je vinden en classificeren – Maar wat is het verschil in pijn tussen kiespijn en hoofdpijn? Probeer dat maar eens onder woorden te brengen • Pijn is een aandachtskwestie, moelijk te onderscheiden welk aspect we vinden en wat we maken Onze Stellingen 1. Pijn hangt af van aandacht van de persoon 2. Pijn wordt dus niet door de hersenen waargenomen • Aandacht of geen aandacht hangt af a. van ons begrip van onze omgeving (wat veroorzaakte de pijn?) en angst voor de toekomst (van de pijn) b. van hoe anderen onze expressie zien 4
Pijn is niet verborgen voor de ander • “If I see someone writhing in pain with evident cause I do not think: all the same, his feelings are hidden from me.” (Ludwig Wittgenstein: Philosophical Investigations, 223) • “Als ik iemand zie kronkelen van de pijn met een duidelijke oorzaak, dan denk ik niet: even goed zijn zijn gevoelens verborgen voor mij” – Pijn zou verborgen moeten zijn als ze zich in de hersenen bevond Kennis en interactie • Descartes betwijfelde de mogelijkheid van kennis – Ging uit van een onlichamelijk denker • Maar het gaat om de mogelijkheid van interactie—met de dingen – Uitgaan van een belichaamde waarnemer
3.1
Wanneer is een zintuig?
Een zintuig is onderdeel van de waarneming • Waarneming is het belichaamd cognitief vermogen waarmee we de werkelijkheid die ons lichaam omringt begrijpen • Het feit dat jullie hier in deze collegezaal zijn geraakt vanochtend bewijst afdoende dat waarneming werkt! Hoe neemt een zintuig waar? 1. Vijf verschillende zintuigen structureren de ruimte totaal verschillend – Waarom worden we daar niet gek van? 2. Aan het huidoppervlak vinden we drie zintuigen: temperatuur, druk, waarneming van oppervlaktestructuren – Waarom is er maar één zintuig: de tast? Waarom niet drie, en dus een totaal van 7? (Kan zoiets ook bij de andere zintuigen?) 3. De kwestie: – Theorie (filosofie) heeft besloten welke zintuigen we kunnen onderscheiden en die heeft men tot zintuigen gedefinieerd – Eerst haalt theorie de waarneming uiteen en dan vraagt ze ons uit te leggen waarom de zintuigen samenwerken – Of ze vraagt zelfs dat niet, maar ontkent de cognitieve vermogens van de waarneming (Locke, Descartes) Schrikken (Waarnemer en Omgeving) • Wat gebeurt er als je ergens van schrikt? • De werkelijkheid voldoet dan niet aan je verwachtingen
5
3.2
Waarneming
Waarneming is geen Passieve Receptie (“Top down” of “Bottom-up”?) • Aandacht bepaalt de waarneming: “Top down” – Onderweg op de snelweg: hoeveel neem je precies waar? – Alleen de hoofdzaak: het doel: rechtdoor rijden • Soms vraagt iets je aandacht » Een ongeluk, een reclamebord – “Bottom-up”-waarneming is uitzonderlijk ∗ Maar zelfs die is geen waarneming van hersenprocessen, maar van dingen in de werkelijkheid • Waarneming veronderstelt slechts het ontvangen wat via een causale keten in de hersenen geraakt • Waarneming is je als persoon verhouden tot een betekenisvolle werkelijkheid Waarneming Actief • Uitbesteed aan de Werkelijkheid – Wie weet op dit moment hoe de vloer onder zijn voeten eruit ziet? ∗ Waarom voelen we daar geen paniek over? – Op de snelweg vinden we de weg die we er vorige keren hebben achtergelaten • Anticipatie en bevestiging – Hard rijden (in een auto): vooruitkijken, niet te dichtbij – Rennen kan alleen als de werkelijkheid aan je anticipaties beantwoord Waarneming is verwachten (anticiperen) L
Luisteren is vooruitluisteren, anticiperen – de muziek wordt enkele seconden stilgezet – Na hervatting klinkt het alsof hij niet stil- maar achteruit is gezet • Alle waarneming is anticiperen, vooruitzien
• Zo werkt externe waarneming. – Maar is pijnwaarneming niet eerder: verborgen? Nee, denk aan Wittgenstein – Interne gewaarwording is niet afhankelijk van de positie van het lichaam • Ook pijnwaarneming hangt af van verwachtingen – Hoe erg de pijn nog kan worden – Hoe de andere zal reageren (expressie als appèl) – Het jongetje huilt pas als hij het bloed op zijn knie ziet (pas dan is hij klaar voor de pijn; eerder voelde hij geen pijn; eerder bestond de pijn niet)
6
3.3
Conclusies
Conclusies • Waarneming hangt af van zelfplaatsing in omgeving: – synchroniciteit van de zintuigen • Pijnwaarneming: als veroorzaakt door gebeurtenissen (in omgeving) – Pijn hangt af van aandacht en anticipatie; belang bij, en inzicht in omgeving (en angst) – Pijn hangt af van expressie naar anderen: een moreel appèl (veronderstelt hun empathie) ∗ Hard schreeuwen of stil houden is signaal naar anderen, ∗ maar het kan ook de pijn verergeren of verzwakken Pijn heeft vier essentiële componenten 1. Objectief: pijn geeft signaal van fysieke beschadiging (neurofysiologie—tamelijk ongedifferentieerd voor de persoon) 2. Subjectief: pijn hangt af van gewaarwording (identificeren door aandacht en angst voor de schade) 3. Expressief: wie pijn heeft drukt dat uit—aan anderen 4. Responsief: wie pijn ziet voelt morele impuls om de pijn te lenigen
7