1
Pijn Inleiding tot de filosofische benadering http://www.phil.uu.nl/~rob/ Rob van Gerwen Departement Filosofie Universiteit Utrecht http://www.phil.uu.nl/~rob/guest.shtml Periode 4, 2011
Inhoudsopgave 1
2
3
Inleiding 1.1 Inleiding tot de Filosofische Benadering . . 1.1.1 Trage Vragen . . . . . . . . . . . . . 1.1.2 Twee thesen . . . . . . . . . . . . . . 1.1.3 Wat is Filosofie? . . . . . . . . . . . . 1.1.4 Open Vragen . . . . . . . . . . . . . 1.2 Wat is Pijn? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.2.1 Plato en de Grot . . . . . . . . . . . . 1.2.2 Descartes’ Lichaam-Geest Dualisme
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
4 5 5 5 5 5 6 7 7
Pijnwaarneming en Omgeving 2.1 Pijn en Waarneming . . . . . . . . . . 2.1.1 Vorige keer . . . . . . . . . . 2.1.2 Onze Werkelijkheid . . . . . . 2.1.3 Wanneer is een zintuig? . . . 2.1.4 Waarnemer en Omgeving . . 2.1.5 Het Lege Kamer Experiment 2.2 Ik en De Anderen . . . . . . . . . . . 2.2.1 Uitbestede Waarneming . . . 2.2.2 Probleem . . . . . . . . . . . . 2.2.3 Conclusies . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
10 11 11 11 12 12 12 13 13 14 14
Pijn is onrepresenteerbaar 3.1 Kun je Pijn afbeelden? . . . . . 3.1.1 Journalistiek . . . . . . . 3.1.2 Echte Pijn . . . . . . . . 3.1.3 Endlösung . . . . . . . . 3.2 Pijn en Kunst . . . . . . . . . . . 3.2.1 Drie strategieën . . . . . 3.2.2 1. Artistiek iconoclasme 3.2.3 2. Ontkenning . . . . . . 3.2.4 3. Erkenning . . . . . . . 3.3 Afronding . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
15 16 17 17 17 19 19 19 19 20 20
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
. . . . . . . . . .
2
Lijst van figuren 1.1
Plato’s Grot (Politeia, Boek 7) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3.1 3.2 3.3 3.4
Mensen afbeelden—inclusief emoties Iconische Foto’s . . . . . . . . . . . . . Persoonlijke Foto’s? . . . . . . . . . . . Pablo Picasso: “Guernica” . . . . . . .
. . . .
. . . .
. . . .
3
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
7 17 18 18 20
Hoofdstuk 1
Inleiding tot een Filosofische Benadering van Pijn
4
1.1. INLEIDING TOT DE FILOSOFISCHE BENADERING
1.1
5
Inleiding tot de Filosofische Benadering
1.1.1 Trage Vragen Wat is pijn? • Is pijn goed of is pijn slecht? • Wat is dus pijn?
1. pijn is slecht: te vermijden (semantische betekenis van de term) 2. maar pijn is ook goed: heeft ook een signaalfunctie van iets anders wat vermeden moet worden: lichaamsbeschadiging (biologische betekenis van de gewaarwording) 3. Wanneer is een signaal pijn? Hoe lang duurt pijn? • “Ik heb de hele dag al hoofdpijn.” – Blijkt dat achteraf niet mee te vallen? Op sommige momenten voelde je hem niet. – Waar is de pijn als je hem niet voelt? 1.1.2 Twee thesen Twee colleges—twee thesen—en een vraag 1. Hersenen voelen geen pijn, mensen voelen pijn (en daar hebben ze hersenen voor nodig) 2. Mensen voelen pijn door er aandacht aan te besteden » a.s. Maandag: pijn en waarneming 3. 3e college: kunnen we pijn wel representeren? » later Q. Waar moet de farmacie naar zoeken? A1. een pil tegen ieder type pijnprikkel of A2. een enkele pil om de aandacht af te leiden? 1.1.3 Wat is Filosofie? Het Traditionele Probleem • Is fysieke pijn een geestelijk of een fysiologisch fenomeen? – Doorgaans proberen we pijn te localiseren, en te begrijpen, door in de hersenen te kijken – daar vinden inderdaad noodzakelijke neurale processen plaats, maar . . . – daar zullen we de waarneming van pijn niet vinden • . . . gaat op Descartes’ dualisme terug – Dat dualisme is evenwel discutabel • Pijn vinden we niet op de hersenscan—wel, misschien, haar causale mogelijkheidsvoorwaarden 1.1.4 Open Vragen Gesloten Vragen • Hoeveel mensen zijn er in de zaal? 1. Rondkijken en tellen (methode) 2. Uitkomst eenduidig en beslisbaar 3. Eventueel: eerst termen afbakenen • Empirisch onderzoek
6
HOOFDSTUK 1. INLEIDING
(Tijdelijk Open) Gesloten Vragen 1. Zijn er mensen op de planeet Krits (ver sterrenstelsel) 2. We weten het nog niet 1. Maar de methode is duidelijk: – Vaststellen of atmosfeer leven toelaat, dan – Erheen gaan, rondkijken en tellen 2. Uitkomst eenduidig en beslisbaar 3. Tenzij . . . de (biologische ) soorten daar anders gecategoriseerd moeten worden • De vraag lijkt open, maar ze is wel gesloten—we kunnen hem alleen door omstandigheden op dit moment nog niet afsluiten
1.2
Wat is Pijn?
Mentale Concepten (Pijnen Kwantificeren) • Hoeveel pijnen zijn er in de zaal? Welke methode? Uitkomst eenduidig en beslisbaar? Wat is Pijn? (Is dit een Tijdelijk Open Gesloten Vraag?) • Is dit tijdelijk open gesloten vraag? • Is “pijn” net zo’n concept als “mens”? • Wat is Pijn? Wat voor ding is het? • Dit is een filosofische Open Vraag naar de plaats van het concept tussen andere concepten Een Waarneming of een Emotie? • Is pijn een waarneming? – van welk zintuig dan? Bestaat er kijkpijn? (is lelijkheid pijn?) hoorpijn? (opnieuw: lelijkheid) reukpijn? Tactiele pijn? Ja, die zeker! • Is pijn een soort verdriet? Niet letterlijk – Verdriet is een emotie » • Is pijn een emotie? Nee, eerder een sensatie – Emoties deels begrepen via expressie aan anderen » Volgende week – Emoties vertellen iets over onze omgeving: pijn doet dat ook!
• Verandert pijn als je ernaar “kijkt”? (bv. met Vipassana meditatie-techniek) • Hoe is dat een vorm van “kijken”? Hoe verandert het de pijn? – Verandert een stoel als je ernaar kijkt? Filosofische Vragen: Open Vragen Over onze Conceptuele Kaders • “Pijn” is een mentale term—ze wordt anders gebruikt dan “mens” – Er is geen ding op een bepaalde plaats waar een mentale term naar verwijst • “Idee”, “gevoel” en “gedachte” zijn ook mentale termen – maar pijn is weer geen idee of gedachte—heeft een fysiologische component
1.2. WAT IS PIJN?
7
Figuur 1.1: Plato’s Grot (Politeia, Boek 7)
• “Ik heb een idee” lijkt op “ik heb een boek” Tweede College Over Waarneming (van Pijn) • Meer in tweede college: – Pijnwaarneming: intern en/of extern? – Pijnbeleving: intern en/of via externe expressie – meer dan fysiologische storing in het lichaam? (William James) • Vandaag—na de pauze: – Twee-werelden filosofie (betwijfelbare beleving en zekere wetenschap) – Cartesiaans Lichaam-Geest dualisme 1.2.1
Plato en de Grot
Plato (Opinie en Ideeën) • Ideeën – redeneren geeft essenties der dingen – Waarnemingen hun toevallige verschijning
• Twee werelden • opinie van gewone mensen versus de kennis der wetenschappen
1.2.2 Descartes’ Lichaam-Geest Dualisme Descartes’ Methodologische Twijfel (Scepticisme) • Alles betwijfelen omwille van een zeker fundament voor wetenschap – Geen objecten; geen zintuigen; geen herinneringen – Alles kan een droom zijn; geen evidentie-transcendente bewijzen mogelijk • Toch besta ik: ik denk dus ik ben [cogito sum] – Maar wie is die ik? Niet dit lichaam
8
HOOFDSTUK 1. INLEIDING
Twee Substanties (Uitgebreide en Denkende) • Enige wat niet van mij af te scheiden is – Mijn denken = res cogitans (denkend ding) – Dat is zeker: zolang als ik denk • Lichaam = res extensa (uitgebreid ding) – uitgebreid: neemt bepaalde ruimte in, op bepaalde plaats; kan waargenomen worden met zintuigen – Geen zelfbewegend vermogen—dat kan alleen de geest! Het Droom-Argument (Brain in a Vat en The Matrix) • Wat ik denk kan niet afhangen van externe objecten – Het kan immers zijn dat ik alles droom • Maar alles wat ik denk, of lijk waar te nemen, of bedenk, is in het ik dat denkt – Zelfs mijn dromen vinden in mijn geest plaats • Maar wat is dat ik toch? Was • Waarnemingen lijken zoveel onderscheidener—bij voorbeeld een blokje was – Lijken we onderscheiden waar te nemen » ∗ Ik kan erop kloppen en het klinkt; het smaakt; ruikt, ziet er zus of zo uit ∗ Dan verhit ik het en . . . ∗ Het klinkt nu niet meer, wordt vloeibaar, verliest geur en smaak • Wat kende ik dus met zoveel onderscheidenheid? • Alleen als ik goed nadenk weet ik wat het was-ding voor iets is (vgl. Plato) Introspectie • Wat ik ook denk waar te nemen—het bewijst alleen dat ik besta – Mezelf leren kennen via de buitenwereld is overbodig – Ik kan beter naar binnen kijken, daar is zoveel meer te halen (introspectie)
• Het twijfel-experiment leerde: – de oordelen van de externe zintuigen zijn vaak illusoir – Plus: Ik zou alles kunnen dromen – Dus: Mijn “gezond verstand” was niet erg betrouwbaar • Ommekeer » De Omslag (En Enkele Godsbewijzen) • Ik heb een helder en onderscheiden idee dat ik besta: als denkend ding – God heeft het zo in mij geschapen zoals het zich aan mij voordoet (God bedriegt me niet) • Ook heb ik een onderscheiden idee van mijn uitgebreid lichaam • Relatie waarnemingen en ideeën is niet door verstand gemaakt, maar aangeboren God Bedriegt me Niet (Dus: De Dingen Bestaan) • God doet me denken dat waarnemingen van de dingen komen, dus bestaan de dingen • De geest is niet als zeeman op schip, maar innig verbonden met mijn lichaam – Die claim maakt Descartes niet echt waar: hoezo “verbonden”? » dualisme
1.2. WAT IS PIJN?
9
Evaluatie van Descartes’ Positie • Wetenschap moet bereid zijn voorbij de verschijnselen te denken – Hoe betrouwbaar mijn lichaam ook is: goed redeneren is belangrijk (wetenschap) • Heeft de rede het laatste woord? – Dan resteert alleen scepticisme: bestaat de werkelijkheid wel? • Descartes heeft met zijn rede de werkelijkheid in tweeën gedeeld: – een werkelijke werkelijkheid (die redelijk is) en een waarnemingswerkelijkheid (die maar schijn is)
• Is er niet veeleer één werkelijkheid? – De zintuigen bieden er de toegang toe (ook al moeten ze soms gecorrigeerd worden) – De zintuigen bewijzen de werkelijkheid van iets (de rede kan dat niet!) • Volgende keer meer over de werkelijkheid van pijn!
Hoofdstuk 2
Pijnwaarneming en Omgeving
10
2.1. PIJN EN WAARNEMING
2.1
11
Pijn en Waarneming
2.1.1 Vorige keer Filosofische thesen 1. betekenis van de term “pijn”: iets slechts om te vermijden 2. biologische betekenis van pijn: signaal voor schade aan het lichaam dus Hersenen voelen geen pijn—personen voelen pijn, want – De mens kan kiezen voor 1. of 2.—door aandacht (Vipassana) Filosofische thesen 3. Filosofie stelt open vragen naar kader van de begrippen: – Wat is pijn? Hoe lang duurt het? Is het een ding, kunnen we het tellen? Kunnen we pijnen vergelijken? – Een waarneming of een emotie? Een sensatie of een stemming? 4. These: pijn is symptoom (presentatie)—geen representatie 5. mate van pijn hangt af vh concept waaronder de pijn begrepen is! Wat is Pijn? • Pijn is geen natuurlijke soort, die op zichzelf bestaat, zoals tijgers – natuurlijke soorten kun je vinden en classificeren – Maar wat is het verschil (in pijn) tussen kiespijn en hoofdpijn? Probeer dat maar eens onder woorden te brengen • Pijn is een aandachtskwestie, we vinden hem niet; we maken hem Onze Stellingen 1. Pijn wordt niet door de hersenen waargenomen 2. Pijn hangt af van aandacht van de persoon • Aandacht of geen aandacht hangt af a. van ons begrip van onze omgeving en b. van hoe anderen onze expressie zien Pijn is niet verborgen voor de ander • “If I see someone writhing in pain with evident cause I do not think: all the same, his feelings are hidden from me.” (Ludwig Wittgenstein: Philosophical Investigations, 223) • “Als ik iemand zie kronkelen van de pijn met een duidelijke oorzaak, dan denk ik niet: even goed zijn zijn gevoelens verborgen voor mij” 2.1.2 Onze Werkelijkheid Twee werelden . . . a. Schijn (de werkelijkheid van de waarneming) versus de echte werkelijkheid (wetenschappen en Plato) b. Descartes: lichaam-geest dualisme • Deze opdelingen zijn het gevolg van diep nadenken. Heeft de rede het laatste woord? • Beter is: de waarneming » vandaag . . . of één? c. Is er niet veeleer één werkelijkheid? – De zintuigen bieden er de toegang toe
12
HOOFDSTUK 2. PIJNWAARNEMING EN OMGEVING
∗ ook al moeten de zintuigen soms gecorrigeerd worden ∗ Doorgaans corrigeren andere zintuigen (of de toekomst) – De zintuigen bewijzen dat iets bestaat ∗ De rede kan niet bewijzen dat iets bestaat! (alleen dat iets niet kan bestaan) Kennis en interactie • Descartes betwijfelde de mogelijkheid van kennis – Ging uit van een onlichamelijk denker • Maar het gaat om de mogelijkheid van interactie—met de dingen – Uitgaan van een belichaamde waarnemer 2.1.3
Wanneer is een zintuig?
Een zintuig is onderdeel van de waarneming • Waarneming is het belichaamd cognitief vermogen waarmee we de werkelijkheid die ons lichaam omringt begrijpen – niet door redeneren maar door interactie
• Een causale relatie tot dit lichaam is vereist, maar is niet alles • Proprioceptie werkt niet via de zintuigen, maar is noodzakelijke voorwaarde voor zintuiglijkheid Hoe neemt een zintuig waar? 1. Vijf verschillende zintuigen structureren de ruimte totaal verschillend 2. Aan het huidoppervlak vinden we drie zintuigen: temperatuur, druk, waarneming van oppervlaktestructuren – Waarom is er maar één zintuig: de tast? Waarom niet drie, en dus een totaal van 7? (Kan zoiets ook bij de andere zintuigen?) 3. De kwestie: – Theorie (filosofie) heeft besloten welke zintuigen we kunnen onderscheiden en die heeft men tot zintuigen gedefinieerd – Eerst haalt theorie de waarneming uiteen en dan vraagt ze ons uit te leggen waarom de zintuigen samenwerken – Of ze vraagt zelfs dat niet, maar ontkent de cognitieve vermogens van de waarneming (Locke, Descartes) 2.1.4 Waarnemer en Omgeving Schrikken • Wat gebeurt er als je ergens van schrikt? • De werkelijkheid voldoet dan niet aan je verwachtingen Wat verwachten mensen? Een experimentje • Buiten staat een groepje mensen geanimeerd te praten. Jij zit binnen en ziet hen. Je besluit hen te gaan observeren. • Hoe lang zal het duren voordat mensen in het groepje jou opmerken? 2.1.5 Het Lege Kamer Experiment Het Lege Kamer Experiment 1. De Pijn die Je Voelt en Cognitive Science • Je hebt pijn van een klap die je in je gezicht krijgt
2.2. IK EN DE ANDEREN
13
– Cognitive Science: neurofysiologische processen – Stel: de klap is zo en zo hard, de neurofysiologische processen zo en zo krachtig • Onze stelling: Het maakt verschil van wie je hem krijgt – Van een getatoeëerde dronkenlap van 120kg met een mes in zijn hand – Van je 10-jarige zoontje – Van een vrouw die je zojuist obsceen bejegend hebt • De neurofysiologische processen zijn identiek, maar de pijn die je voelt is volstrekt onvergelijkbaar Het Lege Kamer Experiment 2. • Cognitive Science meet in een lege kamer – Je ligt op de bank, krijgt de juiste dosis neurofysiologische stroompjes toegediend – Je zegt “Het voelt alsof ik een klap in mijn gezicht krijg; zus en zo hard” • Die weinige woorden beschrijven al een externe gebeurtenis – waarom kunnen we niet in termen van neurofysiologie praten? • . . . en ze beschrijven die volstrekt abstract Cognitive Science • Vgl. Descartes’s droom-argument » “Brain in a vat” – vgl. The Matrix • Cognitive science – kijkt alleen in het vat – en negeert wat het is om als belichaamd persoon in een omgeving te vertoeven. – kan verschil met hallucinatie en illusie niet verklaren • We mogen er niet vanuit gaan dat wetenschap voor alles het juiste antwoord biedt – Mensen voelen pijn, pijnreceptoren voelen geen pijn
2.2
Ik en De Anderen
Mijn Geest • We kennen eigen geest via de ander! • Tegen Descartes: – Als we geest alleen uit de eerste hand kenden . . . ∗ Zoals zijn twijfel-experiment suggereert – . . . dan zouden we nooit kunnen weten of anderen ook zo’n geest hebben (solipsisme) – Maar dit scenario is zowel onmogelijk als irreëel, dus: • Het kan niet zo zijn dat mijn kennis van mijn geest puur van mijn introspectie afhangt – Ik ken mezelf dankzij de reacties van de anderen 2.2.1 Uitbestede Waarneming Waarneming is geen Passieve Receptie Waarneming “Top down” of “Bottom-up”? • Aandacht bepaalt de waarneming: “Top down” – Onderweg op de snelweg: hoeveel neem je precies waar? – Alleen de hoofdzaak: het doel: rechtdoor rijden • Soms vraagt iets je aandacht » Een ongeluk, een reclamebord – “Bottom-up”-waarneming is uitzonderlijk ∗ Maar zelfs die is geen waarneming van hersenprocessen, maar van dingen in de werkelijkheid
14
HOOFDSTUK 2. PIJNWAARNEMING EN OMGEVING
• Waarneming veronderstelt slechts het ontvangen wat via een causale keten in de hersenen geraakt • waarneming is je verhouden tot een betekenisvolle werkelijkheid Waarneming Actief • Uitbesteed aan de Werkelijkheid – Wie weet op dit moment hoe de vloer onder zijn voeten eruit ziet? ∗ Waarom voelen we daar geen paniek over? – Op de snelweg vinden we de weg die we er vorige keren hebben achtergelaten • Anticipatie en bevestiging – Hard rijden (in een auto): vooruitkijken, niet te dichtbij – Rennen kan alleen als de werkelijkheid aan je anticipaties beantwoord Waarneming is verwachten (anticiperen) • Luisteren is vooruitluisteren, anticiperen – de muziek wordt enkele seconden stilgezet – Na hervatting klinkt het alsof hij niet stil- maar achteruit is gezet • Alle waarneming is anticiperen, vooruitzien 2.2.2
Probleem
• Zo werkt externe waarneming. Is pijnwaarneming niet eerder: verborgen? (maar denk aan Wittgenstein) – Werk die analogie goed uit! • Interne gewaarwording is niet afhankelijk van de positie van het lichaam – maar wel van verwachtingen ∗ Het jongetje huilt pas als hij het bloed op zijn knie ziet (pas dan is hij klaar voor de pijn; eerder voelde hij geen pijn; eerder bestond de pijn niet) ∗ kanker voelt erger dan een tennisarm 2.2.3 Conclusies Conclusies • Waarneming hangt af van zelfplaatsing in omgeving: – synchroniciteit van de zintuigen en proprioceptie • Anderen: in omgeving en hoe ze zich tot ons verhouden • Pijnwaarneming: als veroorzaakt door gebeurtenissen (in omgeving) – Pijn hangt af van aandacht en anticipatie; belang bij, en inzicht in omgeving – Pijn hangt af van expressie naar anderen: ∗ Hard schreeuwen of stil houden is signaal naar anderen, ∗ Kan pijn verergeren of verzwakken Pijn heeft vier essentiële componenten 1. Objectief: pijn geeft signaal van fysieke beschadiging 2. Subjectief: pijn hangt af van waarneming 3. Expressief: wie pijn heeft drukt dat uit—aan anderen 4. Responsief: wie pijn ziet voelt morele impuls om de pijn te lenigen
Hoofdstuk 3
Pijn is onrepresenteerbaar
15
16
HOOFDSTUK 3. PIJN IS ONREPRESENTEERBAAR
3.1
Kun je Pijn afbeelden?
De drie kwesties 1. Pijn is signaal van lichamelijke schade èn kwestie van aandacht 2. Is pijn privé? Of hoort de reactie van anderen erbij?
3. Vandaag: kun je pijn afbeelden? – Het gaat vandaag niet om het wegnemen van pijn . . . maar om het weergeven ervan – Hoe ziet een pijn eruit? Wat moet je afbeelden? Waarom zouden we? • Waarom zouden we pijn willen afbeelden? • Soms over pijn van afwezige mensen: hongersnood in Afrika waarheid en respect • Kunst onderzoekt mogelijkheid Vandaag • Vandaag: waarom is weergeven van pijn een probleem? (in kunst of sowieso) – pijn zelf? – het lijden aan pijn—de beleving? – of de expressie? • Hollywood, soaps, televisie – Krijgt er iemand een klap: dan inzoomen op tranen – Is dat genoeg? Voor bepaalde doelen wel! – De kijker weet dat er pijn is , maar voelt niet mee Intimatie V Robert Bresson: L’Argent • Nemen we de klap waar? • Ja, maar we zien hem niet—hoewel we dat wel verwachten • Dat activeert de verbeelding = Intimatie Intimatie van Beleving • Intimatie van Beleving: maakt beleving intiem—zeer geschikt voor pijn! Is Afgebeelde Pijn Echt? • afbeelding vereist een representationele houding • Is pijn wel weer te geven in een medium dat van een kijker eist dat deze niet handelt – Niets doen om te helpen of troosten » – ís de pijn dan wel echt? • Gaat het in kunst alleen om fictionele pijn, van fictieve personages?
3.1. KUN JE PIJN AFBEELDEN?
a. Bragolin (Afbeelding van pijn?)
17
b. Rembrandt: “Zelf-Portret als de Apostel Paulus”
Figuur 3.1: Mensen afbeelden—inclusief emoties
3.1.1
Journalistiek
• Journalistiek staat indirect in verband met troostend handelen – Geld overmaken, etc. – Politici onder druk zetten • Maar: morele kwestie: kun je het wel maken om iemands pijn af te beelden? 3.1.2 Echte Pijn Echte Pijn • Wat als je niet van (de aard van de) afbeelding uitgaat, maar van pijn? . . . en je je niet bekommert om de vraag of het kunst is
• . . . is echte pijn wel weer te geven? • Heizel-drama – moeten we het wel willen? – Jouw eigen pijn 3.1.3 Endlösung Het Joodse Lijden • vraagt aandacht • maar hoe geven we het weer? • Aantallen noemen? Feiten beschrijven? Alles lijkt te weinig!
18
HOOFDSTUK 3. PIJN IS ONREPRESENTEERBAAR
a. Tsunami
b. Nick Ut, Vietnam, 1972
Figuur 3.2: Iconische Foto’s
a. William Klein: Strand bij Ostia, 1959
Figuur 3.3: Persoonlijke Foto’s?
b. Centraal Museum
3.2. PIJN EN KUNST
“Endlösung” V Schindler’s List (Spielberg) – Kijken • Kritiek Lanzmann: 1. fictionalisering is trivialisering; 2. beelden doden verbeelding; 3. individuen kunnen verschrikkingen niet dragen 4. perspectief van een Duitser Lanzmann’s Shoah • In Shoah geen documentaire beelden (SS-film zou hij zelfs vernietigen) – voorbeeld: Abraham Bomba, de kapper • Tot hier hadden we het over echt lijden • Terug naar (fictieve) pijn in kunst »
3.2
Pijn en Kunst
3.2.1 Drie strategieën Drie Strategieën in de Kunst • Drie strategieën: 1. Overdrijving van het probleem » Artistiek iconoclasme 2. Ontkenning van het probleem » Alles laten zien 3. Erkenning van het probleem » Kunst als uitvoering 3.2.2 1. Artistiek iconoclasme Artistiek iconoclasme • Abstracte kunst • Dadaïsme (vs 1e WO) • Performance-kunst (lijden van de kunstenaar direct) • Installatie-kunst (betrekken van de beschouwer) Artistiek Iconoclasme (Overdrijving) De Gedachtengang 1. Representatie onbetrouwbaar (kan de wereld niet verbeteren) 2. Weigeren afbeeldingen te maken (geen vernietiging) 3. Maken nog wel kunst – wel interessante belevingen opwekken in kunstpraktijk – Iets anders dan de kermis – Kunst gaat via lichamelijkheid over gevoelens en gedachten 3.2.3 2. Ontkenning 2. Het probleem ontkennen (Je Kunt Alles Afbeelden) • Hollywood, soaps, televisie, Schindler’s List – Krijgt er iemand een klap: dan inzoomen op tranen – De kijker weet dat er pijn is, maar voelt niet mee
19
20
HOOFDSTUK 3. PIJN IS ONREPRESENTEERBAAR
Figuur 3.4: Pablo Picasso: “Guernica”
3.2.4 3. Erkenning 3. Erkenning (Bewust dat men afbeeldt) • • • • • •
3.3
Shoah: zwijgen beter dan beschrijven; beschrijven beter dan tonen Rembrandt zelfportretten Picasso: Guernica Beethoven: late Strijkkwartetten Mozart: Requiem film: L’Argent
Afronding
Afronding 1. Echte Pijn • Pijn hebben is geestelijk én lichamelijk; een signaal én aandachtskwestie • Pijn is niet privé, maar wordt gedeeld (met ander belichaamde personen) • Pijn veronderstelt empathie, meevoelen; willen helpen, troosten; en een aanspraak daarop Afronding 2. Gerepresenteerde Pijn • Privacy van pijn-beleving • Afbeelding veronderstelt afzien van handelen, daarom onvolledig – Bij echte pijn is dat ontoelaatbaar – Bij ficties > 1. Gewoon laten zien (“Hollywood”) 2. Helemaal vanaf blijven (Artistiek Iconoclasme) 3. Bewust zijn van het eigen representeren (Intimatie)