Pestprotocol Theo Thijssenschool Waddinxveen
1. Plagen en pesten Het verschil tussen plagen en pesten is duidelijk aan te geven. Bij plagen is sprake van incidenten. Pesten gebeurt systematisch. Een definitie van pesten: “pesten is het systematisch uitoefenen van psychische en/of fysieke mishandeling door een leerling of een groep leerlingen van een of meer klasgenoten, die niet (meer) in staat zijn zichzelf te verdedigen”. Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus aanpakken. Om als school de aanpak van pesten serieus aan te kunnen pakken, zijn enkele voorwaarden nodig: Pesten moet als probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen: leerlingen (gepeste leerlingen, pesters en de zwijgende groep), leerkrachten en de ouders/ verzorgers (hierna genoemd: ouders) De school moet proberen pestproblemen te voorkomen. Los van het feit of pesten wel of niet aan de orde is, moet het onderwerp pesten met de kinderen bespreekbaar worden gemaakt, waarna met hen regels worden vastgesteld. Hiervoor gebruiken we o.a. de sociaalemotionele methode “Kinderen en…hun sociale talenten”. Als pesten optreedt, moeten leerkrachten en ouders in samenwerking met elkaar dat kunnen signaleren en duidelijk stelling nemen. Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, moet de school beschikken over een directe aanpak. (Zie: punt 5: Stappenplan) Wanneer het probleem niet op de juiste wijze wordt aangepakt of de aanpak niet het gewenste resultaat oplevert, dan is de inschakeling van een vertrouwenspersoon nodig. De vertrouwenspersoon kan het probleem onderzoeken, deskundigen raadplegen en het bevoegd gezag adviseren. Op iedere school is een externe vertrouwenspersoon aangesteld. Bij ons op school is dit mw. I. Oey ,werkzaam bij de GGD. Zij is te bereiken op tel.nr. 0182-545691.
2. Doel Het doel van dit pestprotocol is dat alle leerlingen zich bij ons op school veilig voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen.
3. Preventief pestbeleid a. Schoolklimaat Op de Theo Thijssenschool vinden wij een goed pedagogisch klimaat zeer belangrijk. Leerlingen, leerkrachten, directie en ouders zorgen in samenwerking met elkaar voor de bewaking van een goed pedagogisch klimaat. b. Afspraken Op de Theo Thijssenschool houden wij ons aan afspraken die op schoolniveau en op groepsniveau zijn gemaakt. De afspraken op schoolniveau zijn opgesteld door directie en leerkrachten van de school: Afspraak is afspraak Iedereen hoort erbij Zorg voor elkaar Eerst denken, dan doen Veiligheid voor alles Let op je woorden Wees eerlijk Wees zuinig en netjes Aan het begin van ieder schooljaar worden in iedere groep groepsregels opgesteld waaraan iedereen zich moet houden. Na het opstellen van de groepsregels worden deze ‘ondertekend’ door alle leerlingen van de groep en zichtbaar in de klas opgehangen. Deze regels zijn tevens terug te vinden in de klassenmap. Ook worden aan het begin van het jaar de schoolregels met de kinderen besproken. Aan het begin van ieder schooljaar wordt tijdens de informatie-avond in iedere groep aandacht besteed aan dit onderwerp. Tevens zal aandacht worden besteed aan dit onderwerp in de eerste nieuwsbrief van het nieuwe schooljaar. c. Werkvormen Op school werken we wekelijks met de methode ‘Kinderen en …hun sociale talenten’. Een methode die de sociaal- en emotionele ontwikkeling van kinderen stimuleert. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van verschillende werkvormen zoals kringgesprekken, het voorlezen of vertellen van verhalen en rollenspelen. Onderwerpen die aan de orde komen zijn ervaringen delen, aardig doen, samen spelen en werken, een taak uitvoeren, jezelf presenteren, een keuze maken, opkomen voor jezelf en omgaan met ruzie. Daarnaast worden aan het begin van het schooljaar de schoolregels besproken en de groepsregels vastgesteld. Ieder jaar wordt aandacht besteed aan kerndoel 38 middels de methode “Relaties en seksualiteit” gedurende een periode van een week. d. Omgaan met cyberpesten In de methode “Kinderen en…hun sociale talenten” wordt aandacht besteed aan social media en hoe hiermee verantwoord om te gaan. Daarnaast worden in groep 5 – 8 jaarlijks lessen verzorgd door een externe instantie gespecialiseerd in social media. Zie verder: ICT-protocol (in ontwikkeling. Verwachting: eind 2015 gereed).
4. aanpak a. De rol van de leerkracht (signaleren en aanpakken) Vroegtijdig signaleren van pestgedrag wordt door de leerkracht effectief bestreden. Ouders zullen afhankelijk van de ernst van de zorg op de hoogte worden gesteld. b. Hulp en begeleiding aan pester Praten; zoeken naar de reden van het ruzie maken of pesten Laten inzien wat het effect van zijn of haar gedrag is voor de gepeste. Excuses aan laten bieden. Straffen als de leerling wel pest of positief stimuleren als de leerling zich aan de regels houdt. Contact tussen ouders en school; elkaar informeren en overleggen. Zo nodig externe hulp inschakelen zoals sociale vaardigheidstrainingen, Jeugdgezondheidszorg, huisarts of schoolbegeleidingsdienst (OnderwijsAdvies). c. Hulp aan het gepeste kind Medeleven tonen Nagaan hoe de leerling zelf reageert. Wat gaat er aan het pesten vooraf, wat gebeurt er tijdens het pesten en wat gebeurt er na het pesten. De leerling in laten zien hoe je in een bepaalde situatie reageert en zo nodig oefenen. Nagaan welke oplossing het kind zelf wil. Sterke kanten van de leerling benadrukken. Positief stimuleren als de leerling zich anders of beter opstelt. Praten met de ouders van de gepeste leerling Het gepeste kind niet overbeschermen. Hiermee plaats je het gepeste kind juist in een uitzonderingpositie waardoor het pesten zelfs nog toe kan nemen.
d. Hulp en begeleiding aan de zwijgende middengroep De leerlingen middels gesprekken bewust maken van de invloed die ze (kunnen) hebben ten aanzien van het voorbestaan of het stoppen van het pestgedrag. De leerlingen stimuleren om voor zichzelf op te komen. De leerlingen stimuleren om voor een ander op te komen. De sterke kanten van de gepeste leerling(en) benadrukken. Het samenspelen en samenwerken met het gepeste kind stimuleren. Leerlingen aanspreken op hun verantwoordelijkheid voor het behoud van een goede sfeer in de groep. Herhalen van de school- en groepsregels. Benadrukken dat kinderen verschillend mogen zijn. Gericht inzetten van de methode “Kinderen en … hun sociale talenten”. e. Adviezen en tips voor ouders Ouders van de pesters Neem het probleem van uw kind serieus. Raak niet in paniek: elk kind loopt kans pester te worden. Probeer achter de mogelijke oorzaak te komen. Maak uw kind gevoelig voor wat het anderen aandoet. Besteed extra aandacht aan uw kind. Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een buitenschoolse activiteit. Corrigeer ongewenst gedrag en benoem het goede gedrag van uw kind. Maak uw kind duidelijk dat u achter de beslissing van school staat. Ouders van gepeste kinderen Houd de communicatie met uw kind open, blijf in gesprek met uw kind. Als pesten niet op school gebeurt, maar op straat, probeert u contact op te nemen met de ouders van de pester(s) om het probleem bespreekbaar te maken. Pesten op school kunt u het beste direct met de leerkracht bespreken Door positieve stimulering en zgn. schouderklopjes kan het zelfrespect vergroot worden of weer terug komen. Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een buitenschoolse activiteit. Steun uw kind in het idee dat er een einde aan het pesten komt Alle andere ouders Neem de ouders van het gepeste kind serieus. Stimuleer uw kind om op een goede manier met andere kinderen om te gaan. Corrigeer uw kind bij ongewenst gedrag en benoem goed gedrag. Geef zelf het goede voorbeeld. Leer uw kind voor anderen op te komen. Leer uw kind voor zichzelf op te komen.
5. Stappenplan anti pestprotocol Vooraf: Iedere melding van pestgedrag dient serieus genomen te worden en te worden geverifieerd. Op het moment dat een leerling, een ouder of een collega melding maakt van pestgedrag worden de volgende stappen ondernomen. Deze stappen zijn erop gericht om het pestgedrag zo snel mogelijk te stoppen. Stap 1 Gesprek De leerkracht heeft een afzonderlijk gesprek met de leerling die pest (de pester) en de leerling die gepest wordt (de gepeste). Aan de hand van zo concreet mogelijke voorvallen uit het recente verleden wordt een analyse gemaakt en de ernst van de situatie ingeschat. Het team wordt op de hoogte gesteld van het pestgedrag. Stap 2 Afspraken De leerkracht heeft een gezamenlijk gesprek met de pester en de gepeste. Het probleem wordt duidelijk en helder geformuleerd. In overleg met beide partijen worden concrete afspraken gemaakt om pestgedrag tegen te gaan/ te stoppen, die schriftelijk worden vastgelegd. Tevens zal een “incidentenregistratieformulier” moeten worden ingevuld (Zie hiervoor: Arboplan) Als er meerdere kinderen uit de groep betrokken zijn bij het pestgedrag zal de leerkracht klassikaal aandacht schenken aan het probleem, waarbij gebruik gemaakt kan worden van beschikbare methoden. Er zal benadrukt worden dat alle kinderen zich veilig moeten voelen op school. Het melden van pesten is geen klikken. Angst om zaken te melden zal moeten worden weggenomen. Stap 3 Oudercontact In geval dat ouders melding hebben gemaakt van pestgedrag wordt teruggekoppeld naar de ouders. Er worden mededelingen gedaan m.b.t. de afspraken. Met de ouders wordt afgesproken dat er na de eerste evaluatie weer contact opgenomen zal worden. Deze stap zal ook worden genomen als de leerkracht de situatie als ‘ernstig’ inschat, zonder dat ouders melding hebben gemaakt. Stap 4 Tussenevaluatie en vervolgtraject Gesprek met pester en gepeste ( leerkracht kan zelf inschatten wat het beste is: gezamenlijk of afzonderlijk). Is het gelukt om de afspraken na te komen? Zo ja: dan de afspraken handhaven/bijstellen en een afspraak maken voor een vervolggesprek. Zo nee: analyse opstellen, waardoor het mis is gegaan en een afspraak maken voor een volgende evaluatie. Dit wordt met de ouders gecommuniceerd. Het team wordt op de hoogte gebracht.
Stap 5 Evaluatie en vervolgtraject Er vindt een vervolggesprek plaats tussen leerkracht en leerlingen. Verslag wordt uitgebracht aan het team. Zijn de effecten positief: dan langzamerhand afbouwen. Zo niet: inschakelen externe deskundigheid. Opmerkingen: 1 Alle concrete acties en afspraken worden door de leerkracht vastgelegd in het leerlingdossier. 2 Acties en afspraken dienen erop gericht te zijn het pesten onmiddellijk te stoppen en het gedrag te veranderen. 3. Bij aanhoudend pestgedrag kan deskundige hulp worden ingeschakeld zoals de schoolbegeleidingsdienst, de schoolarts van de GGD of schoolmaatschappelijk werk. Stap 6 Ouderavond (optioneel) Gesprek met alle ouders uit de groep over het pestprobleem in de groep. Dit met name als er sprake is van een grote zwijgende groep onder de klasgenoten die niet op het pestgedrag reageert of durft te reageren. Dit gesprek wordt geleid door een directielid en intern begeleider. De leerkracht(en) van de groep zijn op deze avond aanwezig. Doel: informatieverstrekking en wat kunnen ouders doen om het gedrag te beïnvloeden? Er zal ook gestimuleerd worden dat ouders onderling contact zoeken. In het uiterste geval kunnen in goed overleg met alle partijen (leerkracht, team, ouders, ib-er en directie) nog twee stappen gezet worden: Stap 7 Time-out Een leerling (pester of gepeste) wordt tijdelijk in een andere groep geplaatst. Ook het (tijdelijk) plaatsen op een andere school behoort tot de mogelijkheden. Stap 8 Schorsing De pester wordt geschorst voor maximaal vijf dagen. Mocht dit meerdere keren noodzakelijk zijn dan zal er met het Bevoegd Gezag (leerplichtambtenaar) worden overlegd of er een verwijderingsprocedure voor de pester(s) in gang kan worden gezet.
6. Evaluatie Dit pestprotocol is door team, directie en MR vastgesteld en wordt om de vier jaar geëvalueerd. 7. Aanvullende informatie www.pestweb.nl www.rijksoverheid.nl www.pesten.net