Pesten op school: hoe gaan wij daarmee om?
1. Definitie van pesten Onder pesten op school verstaan wij het volgende: “Pesten is een systematische, psychologische, fysieke of sexuele handeling van geweld door een leerling of een groep leerlingen ten opzichte van één of meer klasgenoten, die (niet langer) in staat is/zijn zichzelf te verdedigen.” Pesten heeft duidelijke kenmerken: - pesten gebeurt opzettelijk; – pesten is bedoeld om schade toe te brengen (fysiek, materiaal of mentaal); – bij pesten is er altijd sprake van ongelijke machtsverhoudingen (fysiek of verbaal sterkere personen kiezen minder weerbare personen als slachtoffer); – pesten gebeurt systematisch; – pesten houdt niet vanzelf op, maar wordt eerder erger als er niet wordt ingegrepen; - pesten is van alle tijden en komt in alle groepen en culturen voor. Het is dus een typisch menselijke ondeugd die altijd verborgen aanwezig is en steeds weer de kop kan opsteken. Pesten is niet hetzelfde als plagen. Bij plagen is er sprake van incidenten en zijn de machtsverhoudingen gelijk. Nu eens is de ene “het lijdend voorwerp” en dan de andere. Er is geen winnaar of verliezer en het slachtoffer is in staat zichzelf te verdedigen. Het slachtoffer loopt geen (blijvende) psychische en/of fysieke schade op. Pesten is structureel en brengt kinderen tot wanhoop. Het structurele karakter vraagt om echt beleid. Een kortlopend project of eenmalige activiteiten zetten meestal onvoldoende zoden aan de dijk.
1
2. Voorwaarden tot het aanpakken van pesten en wat onze school hieraan doet Het aanpakken van pesten heeft alleen zin als aan een aantal voorwaarden wordt voldaan: a. Pesten moet als een probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen: leraren, ouders en leerlingen (gepeste kinderen, pesters én de zwijgende middengroep). Op OBS de Schoener wordt pesten, als bedoeld onder punt 1, niet toegestaan of geaccepteerd. (Uw kind heeft recht op een veilige school en u als ouder mag dit eisen!) b. De school moet het pestprobleem voorkomen. Een preventieve aanpak bestaat ondermeer uit de behandeling van het onderwerp met de leerlingen, waarna met hen regels worden vastgesteld. Op OBS de Schoener werken wij met de methode “LEEFSTIJL”, gericht op het leren van vaardigheden m.b.t. de sociaal-emotionele ontwikkeling. Wij hebben, na een tweedaagse training, bewust voor deze methode gekozen om de volgende redenen: - Een kortlopend project of eenmalige activiteiten zetten meestal onvoldoende zoden aan de dijk. Wij hebben er met “LEEFSTIJL” voor gekozen om het onderwerp regelmatig aan de orde te stellen, telkens in andere bewoordingen (buitensluiten, anders-zijn, aanvaarden van verschillen, omgaan met elkaar enz.) Zo bieden we leerlingen ook praktische handvaten hoe men zich “sociaal” behoort te gedragen. Dit doen we trouwens niet alleen binnen de Leefstijl lessen, maar we leggen meteen een link tussen lessen en dagelijkse praktijk. Aanbieden en toepassen tegelijk dus. - Een effectieve methode om pesten binnen de perken te houden, te stoppen of te voorkomen, is het vaststellen van regels voor leerlingen door de leerkrachten (groep 1 t/m 4) of door leerlingen onderling (groep 5 t/m 8). Dit gebeurt altijd aan het begin van het schooljaar en houdt in de loop van het jaar de aandacht. Het voorbeeldgedrag van de leerkracht is hierbij van groot belang. Er zal minder gepest worden in een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar, waar ruzies niet met geweld worden opgelost maar worden uitgesproken, waar agressief gedrag van leerlingen en leerkrachten niet wordt geaccepteerd en waar leerkrachten duidelijk stelling nemen tegen dergelijke gedragingen. - Als wij met de klassen praten over pesten, kiezen wij er niet voor om een pestsituatie in de klas als uitgangspunt te nemen, maar het onderwerp er bovenuit te tillen. Als wij namelijk alleen van situaties uitgaan, dan kan de klas het probleem ontkennen, bagatelliseren, het slachtoffer de schuld geven of zeggen dat het een grapje was of het slachtoffer (en dat vinden wij “gevaarlijk”) buiten school voor zijn “klikken” straffen. Bij plagen bespreken we dit soort zaken wél.
2
- Praten alleen leidt dikwijls niet tot gedragsverandering. Het is soms beter om leerlingen aan den lijve te laten ervaren wat het is om buitengesloten te worden. Binnen de methode “LEEFSTIJL” zijn diverse werkvormen bruikbaar om dergelijke ervaringen op te doen (b.v. rollenspel, kringgesprek, een les lichamelijke opvoeding) Voor verdere achtergrondinformatie over “LEEFSTIJL” verwijzen wij u naar blz. … in schoolgids deel A. c. Als pesten desondanks toch optreedt, moeten leraren dat kunnen signaleren en vervolgens … Op OBS de Schoener zijn de leerkrachten alert op de manier(en) waarop leerlingen met elkaar omgaan. Zij weten op welke signalen men kan letten. Dit geldt zowel bínnen de school als op het schoolplein. Gedurende het buitenspel is er altijd pleinwacht aanwezig. d. duidelijk stelling nemen tegen het pesten. Zie hiervoor punt 3 e. Wanneer pesten, ondanks alle inspanningen, toch weer de kop opsteekt, moet de school beschikken over een directe aanpak. Zie voor de (curatieve) aanpak van OBS de Schoener punt 3. f. Weigert een school of een leerkracht het probleem aan te pakken, gebeurt dit op onjuiste wijze of heeft de aanpak geen resultaat, dan is de inschakeling van een vertrouwenspersoon nodig. In schoolgids deel B vindt u de vertrouwenspersoon(en) van OBS de Schoener.
3
3. De curatieve aanpak van onze school bij pesten. Pesten op school wordt niet getolereerd. Onze school neemt duidelijk stelling tegen pesten door een aanpak van het pesten via vijf sporen: de leerkracht, de pester, het gepeste kind, de zwijgende middengroep en de ouders. 3.1 De leraar: - Wij signaleren pesten door te letten op signalen en tijdens het werken met “LEEFSTIJL” (zie verder punt 2) - Wij voorkomen pesten door sociaal gedrag te versterken, o.a. met behulp van “LEEFSTIJL”(zie verder punt 2) - Wij pakken pesten curatief aan door de volgende aanpak:
de niet confronterende methode: deze methode wordt toegepast als er sprake is van onderhuids pesten. Het heeft geen zin dit vermoeden aan de klas te vertellen: de leerlingen zullen het ontkennen of met een eigen interpretatie komen. We kiezen hiervoor als we een probleem in algemene zin aan de orde willen stellen. Hierbij proberen we de leerlingen ook te laten ervaren wat het is om buitengesloten te worden. Deze methode zit tevens verwerkt in de methode “LEEFSTIJL”. Zie ook punt 2.2.
de no blame aanpak: deze aanpak passen we toe als kinderen actief of passief meedoen aan het pesten. Dat gebeurt meestal met kleine groepjes. We voeren dan gesprekken met deze kinderen waarin we nagaan of ze zich realiseren welk verdriet zij veroorzaken met hun houding. Vervolgens zoeken we samen naar een oplossing t.b.v. de gepeste leerling. Vervolgens houden we in de gaten of dit ook gebeurt en of het effect heeft. De kern van no blame is: Oké, gebeurd is gebeurd, maar wat gaan we nu doen om het veilig te maken?
de confronterende methode: als een leerling voor onze ogen lichamelijk of geestelijk wordt mishandeld gebruiken wij de confronterende methode. Bij deze methode wordt, na duidelijk stelling te hebben genomen, een gesprek met de klas gevoerd over pesten in het algemeen en spreken de leraar en leerlingen regels af. 3.2 Hulp aan de pester:
een straffend gesprek: Dit is een kort gesprek. De leerkracht vertelt de leerling dat hij/zij de regels heeft overtreden en daarom straf verdient. We proberen hierbij te zoeken naar een straf waar de pester ook iets van leert (b.v. bepaald boek over pesten lezen en hier verslag van doen, een dienstbare rol gaan spelen t.o.v de gepeste enz.)
4
een probleemoplossend gesprek: Als een straffend gesprek niet helpt probeert de leerkracht de oorzaak van het pestgedrag bloot te leggen d.m.v. een probleemoplossend gesprek. Dit is nodig om de juiste hulp te kunnen bieden. Is de oorzaak enigszins duidelijk, dan wordt geprobeerd de gevoeligheid van de pester voor wat hij met het slachtoffer uithaalt te vergroten. Hierbij worden afspraken gemaakt m.b.t. gedragsverandering. De naleving van deze afspraken komen daarna regelmatig aan de orde. een gesprek met de ouders: als dit niet leidt tot verbetering, wordt er een gesprek met de ouders aan gegaan. Van hen verwachten wij de medewerking om aan het pestgedrag een einde te maken. Hierbij speelt de ernst van de kwestie echter een belangrijke rol: als een pester andere kinderen echt mishandelt of schade toebrengt aan eigendommen worden de ouders er onmiddellijk bij betrokken. sociale vaardigheidstraining: als het pestgedrag blijft voortduren adviseren wij een sociale vaardigheidstraining. 3.3. Hulp aan het gepeste kind: Kinderen die voortdurend worden gepest, kunnen op twee manieren reageren: ze worden passief, bang of angstig of ze gaan uitdagen. Beide vormen van gedrag zijn reacties op uitstoting. Met behulp van een sociale vaardigheidstraining en eventueel bepaalde sporten kunnen gepeste kinderen geholpen worden. 3.4 Hulp aan de zwijgende middengroep: Onze school werkt dus aan een klimaat waarbij leerlingen het voor elkaar opnemen in plaats van de pesters hun gang te laten gaan door (zie ook 2.2.): - beleidsmatig dit onderwerp aan te pakken (LEEFSTIJL) - het pesten in zijn algemeenheid aan de orde te laten komen (niet uitgaande van bestaande situaties) - een duidelijk klimaat te scheppen - kinderen aan den lijve dingen te laten ervaren door b.v. rollenspelen - vaststellen van (omgangs)regels 3.5 Hulp aan de ouders: De school krijgt te maken met ouders van slachtoffers, pesters en van de zwijgende middengroep. De ouders van de slachtoffers zullen het meest geneigd zijn om de hulp van de school in te roepen, maar ook de ouders van de zwijgende middengroep zullen zich misschien zorgen maken. Pesten verziekt immers de sfeer in de klas. Voor ouders van pesters kan de mededeling dat hun kind pest soms erg confronterend zijn. Hierna volgen enkele adviezen voor ouders:
5
Adviezen van de school aan ouders van pesters: - neem het probleem serieus. Raak niet in paniek: elk kind loopt kans pester te worden. Vat het niet op als een beschuldiging, maar ga na of het waar is; - praat met het kind om achter de mogelijke oorzaak van het pesten te komen; - maak het kind gevoelig voor wat het anderen aandoet; - corrigeer reacties van uw kind als driftig zijn of snel agressief reageren. Straf niet fysiek; - besteed positieve aandacht aan het kind; - stimuleer het kind tot het beoefenen van een sport om zijn/haar agressie vreedzaam kwijt te kunnen; - schakel eventueel deskundige hulp in (b.v sociale vaardigheidstraining) om kinderen te leren hoe je op een normale manier met klasgenootjes moet omgaan. Opmerking: hoe straf ik mijn kind als het pest? Gebruik stevige, maar eerlijke straf. Strenge straffen maken het probleem alleen maar erger. Denk eerder aan het intrekken van voorrechten. Probeer dreigementen te voorkomen. U moet proberen het probleem samen aan te pakken zonder dat er verontwaardiging ontstaat. Probeer uw kind verantwoordelijk te maken voor het eigen gedrag en niet iets te verwijten, en richt u op het pesten, niet op het kind zelf! blijf kalm en probeer een overreactie te vermijden; probeer hem of haar aan het praten te krijgen; beschrijf hoe u er tegenaan kijkt en wat u erbij voelt; maak duidelijk dat u het goed vindt om voor jezelf op te komen, maar dat pesten daar niet bij hoort; vertel duidelijk wat het veroorzaakte leed voor het slachtoffer betekent; denk samen na over het vinden van oplossingen; laat het uw kind op de een of andere manier weer goed maken; prijs goed gedrag tegenover andere kinderen; neem contact op met school om te zien hoe uw kind daar is.
6
Adviezen van de school aan ouders van gepeste kinderen: - bespreek het probleem met de direct betrokken leerkracht of (indien -
-
het vnl. buiten school gebeurt) met de ouders van de pester; zoek uit of uw kind pesten niet uitlokt; houd voorvallen bij: wie, wanneer, waar en hoe; vertel uw kind dat pesten veel voorkomt maar dat het niet mag gebeuren, dat uw kind er niet zelf verantwoordelijk voor is, dat er oplossingen zijn en dat het pesten moet stoppen. Houd de communicatie met het kind open en blijf in gesprek; beloon het kind en help het zijn/haar zelfrespect terug te krijgen; stimuleer het kind tot het beoefenen van een sport; laat het kind opschrijven wat het heeft meegemaakt; laat het kind deelnemen aan een sociale vaardigheidstraining om uit de vicieuze cirkel van “leven in angst” te komen en (zelf)vertrouwen te krijgen.
Opmerking: is terugslaan het antwoord? Veel ouders zeggen tegen hun kinderen dat zij terug moeten slaan als zij worden gepest. Maar denk eens aan het volgende: - is uw kind in staat om terug te slaan? - wil uw kind wel slaan? - is dat nu niet precies wat pesters willen? - ziet u geweld door de vingers? - zal uw kind denken dat je het goedvindt als het als eerste slaat? - brengt het uw kind in de problemen? - is het in staat om ook tegen alle vrienden van de pester te vechten? - schuift u de verantwoordelijkheid op uw kind af?
Adviezen van de school aan alle ouders: -
-
-
pas wanneer het probleem serieus genomen wordt, kan er daadwerkelijk iets aan gedaan worden. Maak het tot een gemeenschappelijk probleem van alle ouders en kinderen; praat met het kind over school, over de relaties in de klas en over wat leraren doen. Vraag hem of haar of er in de klas wordt gepest. koppel informatie van het kind terug naar de school; wie pest er, wat doen zij en waarom; corrigeer het kind als het voortdurend anderen buitensluit of als het meedoet met pesten. Geef als ouder het goede voorbeeld, wees niet neerbuigend of respectloos ten opzichte van anderen. Als zowel ouders als kinderen een kind buitensluiten zal het sneller gepest worden, zowel op als buiten school; leer het kind voor anderen op te komen.
7
4. Conclusie: wat kunnen wij allen tegen pesten doen? Wanneer de school duidelijk stelling neemt tegen pesten, pesten bespreekbaar maakt en hier regelmatig bij stilstaat heeft dit zeker positieve gevolgen. De school krijgt de reputatie van een veilige school voor alle kinderen, een school die actief en preventief optreedt. Natuurlijk profiteren de leerlingen het meest, zij voelen zich veilig en kunnen zich concentreren op het leren. De school moet wel alert blijven en consequent blijven reageren. Kinderen zullen nog al eens uittesten of de afspraken en regels werkelijk nageleefd worden. Ouders leren dat pesten niet mag en geven zelf het goede voorbeeld. Gedrag corrigeren en gewenst gedrag belonen, duidelijke regels hanteren, informatie lezen over pesten en alert zijn op signalen zijn belangrijke maatregelen om pesten te voorkomen. Samengevat:
•
Pesten serieus nemen en er naar streven het nergens te laten gebeuren;
•
De feiten achterhalen als er over pesten wordt gesproken;
•
Kinderen stimuleren er over te praten en hun rugdekking geven;
•
Elk kind dat wordt gepest helpen;
•
Kinderen die pesten, helpen hun gedrag te veranderen;
•
Zowel school als ouders moeten zich verantwoordelijk voelen en blijven communiceren.
8