1
Perstekst ‘De houding van autochtone Vlamingen ten aanzien van Moslim minderheidsgroepen’
Onderzoekscentrum: CSCP (Centrum Sociale en Culturele Psychologie), K.U. Leuven Onderzoekers: Doctoraatsproefschrift Kaat Van Acker Begeleiders: Norbert Vanbeselaere, Batja Mesquita en Karen Phalet Financiering: Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen Contact: Kaat Van Acker, CSCP, Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, Tiensestraat 102, B – 3000 Leuven, België tel. +32 16 32 58 86
[email protected]
2
Vooraf: Technische Fiche ‘Onderzoek naar de houding van autochtone Vlamingen’
Om meer inzicht te verkrijgen in de houding van autochtone Vlamingen ten aanzien van Moslim minderheidsgroepen keken we zowel naar (a) beeldvorming over deze minderheidsgroepen in het publieke debat als naar (b) de houding van individuele Vlamingen ten opzichte van deze minderheidsgroepen. Om de beeldvorming over Moslim minderheidsgroepen in het publieke debat in Vlaanderen in kaart te brengen, voerden we een inhoudsanalyse uit van media en politieke berichtgeving over immigratie en diversiteit. Meer bepaald keken we naar drie bronnen: (1) de verkiezingsprogramma’s van alle politieke partijen die opkwamen in de nationale verkiezingen van 2007; (2) alle relevante opinie-artikelen, interviews en commentaren verschenen in De Standaard en het Laatste Nieuws als twee van de meest gelezen kranten met een
breed maar divers lezerspubliek
(de Bens &
Raymaekers, 2007) tussen Februari en Juli 2009; (3) een toevallige steekproef van alle lezerscommentaren op de nieuwswebsites van De Standaard en Het Laatste Nieuws op artikelen over immigratie en integratie in dezelfde periode. Meer bepaald werden in het totaal 918 tekstsegmenten gecodeerd aan de hand van 18 inhoudscategorieën (interbeoordelaars betrouwbaarheid > .68; percentage overeenkomst > .91%). Vervolgens werd een principale componentenanalyse uitgevoerd op het samen voorkomen van inhoudscategorieën om te achterhalen hoe inhouden georganiseerd zijn in de publieke beeldvorming over moslim minderheden. De inhoudsanalyse kijkt naar de belangrijkste thema’s die aanbod komen in het immigratie- en integratiedebat en naar de manier waarop er over Moslim minderheidsgroepen en hun relatie met autochtone burgers in Vlaanderen gepraat wordt. Om de houding van individuele autochtone Vlamingen in kaart te brengen voerden we verschillende studies uit bij autochtone Vlaamse leerlingen in enkele middelbare scholen met een significante aanwezigheid van moslim medeleerlingen, alsook in een hogeschool bij Vlaamse leerkrachten in opleiding. In totaal namen zo 1050 Vlaamse jongeren en jongvolwassenen deel. In deze studies kijken we naar de houding ten aanzien van Marokkaanse en Turkse minderheidsgroepen als grootste Moslim minderheidsgroepen in België. De studies maken gebruik van verschillende
3
methoden: vragenlijststudies, experimentele studies, en dagboekstudies en van internationaal gevalideerde meetinstrumenten. Op die manier krijgen we een veelzijdig beeld van hoe mediaberichten over moslims vorm geven aan de persoonlijke ervaringen, houdingen en verwachtingen van autochtone jongeren ten aanzien van moslim minderheden. De studies gaan uitgebreid in op de mate waarin autochtone Vlaamse leerlingen zich bedreigd voelen door de aanwezigheid van Moslim minderheidsgroepen, op de verwachtingen die zij hebben omtrent de integratie van culturele minderheidsgroepen en op hun dagdagelijkse ervaringen van contact met leden van minderheidsgroepen.
4
Beeldvorming over Moslim minderheidsgroepen in media en politiek De integratie van Moslim minderheidsgroepen in België is het onderwerp van veel debat en discussie. In die debatten verschijnt de cultuur van Moslim minderheidsgroepen vaak als een bedreiging van de Belgische cultuur en wordt cultuurbehoud gezien als een hinderpaal voor hun integratie. Aldus wordt de verantwoordelijkheid voor integratieproblemen vaak toegeschreven aan minderheidsgroepen die zich niet voldoende zouden ‘aanpassen’ aan de Belgische cultuur. Mijn onderzoek problematiseert een dergelijk eenzijdig met de vinger wijzen naar minderheidsgroepen en pleit voor een alternatieve beeldvorming waarin meer aandacht wordt geschonken aan de verantwoordelijkheid van de Belgische meerderheid als betrokken partij in de maatschappelijke integratie van minderheden. Het eerste deel van mijn doctoraatsonderzoek zoomt in op de beeldvorming over immigratie en culturele diversiteit in de media en politiek. Welk beeld van de relatie tussen ‘allochtonen’ en ‘autochtonen’ krijgen we mee in de media en in politieke communicatie? Welke problemen met immigratie en integratie worden aangehaald en waar wordt de verantwoordelijkheid gelegd? Om deze vragen te beantwoorden voerden we een grootschalige inhoudsanalyse uit. Karakteristiek aan de inhoudsanalyse die wij uitvoerden is dat ze niet alleen een overzicht geeft van welke thema’s er vaak aan bod komen in politieke en media berichtgeving, maar dat ze ook dieper ingaat op de inhoud van de berichtgeving. In lijn met inhoudsanalyses uitgevoerd in Nederland (ter Wal, 2004) vinden we dat cultuur en religie één van de meest belangrijke onderwerpen in de berichtgeving over immigratie en culturele diversiteit is. Van alle berichtgeving ging 20.5% over dit thema. Andere belangrijke thema’s waren migratiebeleid (20.4%), integratiebeleid (19.8%), discriminatie (13.4%), extreem-rechts (10.6%) en criminaliteit (3.7%). De manier waarop de relatie tussen allochtone burgers en autochtone burgers wordt voorgesteld is niet eenduidig. De belangrijkste breuklijn is de mate waarin allochtone burgers zelf dan wel de autochtone meerderheid verantwoordelijk worden geacht voor de problemen omtrent integratie en sociale achterstand. Het valt op dat veel van de publieke discussie over minderheden de relatie tussen ‘autochtonen’ en ‘allochtonen’ problematiseert en de verantwoordelijkheid voor integratieproblemen overwegend bij de cultuur van minderheidsgroepen legt (boodschap: ‘Zij bedreigen ons’). Zo wordt in een aanzienlijk deel van de media en politieke berichtgeving over cultuur, religie en integratie het beeld geschapen dat Islamitische culturen een bedreiging vormen voor de Vlaamse cultuur.
5
Op een dergelijk discours wordt beroep gedaan in 61 % van de lezerscommentaren en 70.6% van de opiniestukken over cultuur, religie en integratie van De Standaard en in 51.9 % van de lezerscommentaren en 80% van de relevante opiniestukken van Het Laatste Nieuws. Voor wat betreft de politieke partijen blijkt, niet geheel onverwachts, dat het verkiezingsprogramma van het Vlaams Belang zeer sterk de nadruk legt op het perspectief dat Islamitische culturen een bedreiging vormen voor de Vlaamse cultuur. De andere partijen doen dat een stuk minder. Tegelijkertijd doen kranten en partijprogramma’s ook beroep op een alternatief discours dat meer aandacht schenkt aan het perspectief van minderheidsgroepen en pleit voor een
sterkere
bewustwording
van
discriminatie
en
stigmatisering
van
minderheidsgroepen (boodschap: ‘Wij discrimineren hen’). Hierbij wordt benadrukt dat vele autochtone Vlamingen een onjuist en stigmatiserend beeld hebben over Moslim minderheidsgroepen. Een dergelijk discours komt vaker voor in opiniestukken dan in lezerscommentaren. Het kwam voor in 47% van de opiniestukken in De Standaard en in 40% van de opiniestukken in Het Laatste Nieuws. Maar het kwam slecht voor in 11.9% van de lezerscommentaren van De Standaard en in 7.7% van de lezerscommentaren van Het Laatste Nieuws. Ook tussen politieke partijen vonden we verschillen. Het perspectief dat vele autochtone Vlamingen een onjuist en stigmatiserend beeld hebben over Moslim minderheidsgroepen kwam opmerkelijk vaker voor in de verkiezingsprogramma’s van SLP en Groen. Aldus verschijnt een tegenstelling tussen Moslim minderheidsgroepen als bedreigend voor de Vlaamse cultuur en tradities of als bedreigd door de stigmatiserende en intolerante houding van autochtone Vlamingen. Op vergelijkbare wijze wordt in een aanzienlijk deel van de berichtgeving over immigratie en discriminatie het beeld geschapen dat allochtone burgers een bedreiging vormen voor de welvaart omdat ze vaak niet de juiste vaardigheden en motivatie zouden bezitten om bij te dragen aan de welvaart. Wederom zijn er echter belangrijke verschillen tussen de gecodeerde bronnen in de mate waarin dit discours wordt aangehaald. In de relevante opiniestukken van De Standaard (13.3%) wordt minder beroep gedaan op een dergelijk discours dan in de relevante opiniestukken van Het Laatste Nieuws (33.3%). In de lezerscommentaren van De Standaard (27.9%) wordt ook minder beroep gedaan op een dergelijk discours dan in de lezerscommentaar van Het Laatste Nieuws (55%). Ten slotte bleek dat in de verkiezingsprogramma’s van de NVA en het Vlaams Belang kwam het perspectief dat allochtone burgers een bedreiging vormen voor de welvaart meer naar voor kwam dan bij de andere partijen.
6
Tegelijkertijd doet een deel van de berichtgeving over immigratie en discriminatie ook beroep op een alternatief discours dat benadrukt dat allochtone burgers vaak gediscrimineerd worden en niet dezelfde kansen krijgen. Opnieuw zijn er belangrijke verschillen tussen de gecodeerde bronnen. Een dergelijk discours komt vaker voor in de opiniestukken van De Standaard (33.3%) en van Het Laatste Nieuws (25%) dan in de lezerscommentaren van De Standaard (11.6%) en Het Laatste Nieuws (0%). Ook tussen politieke partijen vonden we opnieuw verschillen. De idee dat allochtone burgers vaak gediscrimineerd worden, kwam opmerkelijk vaker voor in de verkiezingsprogramma’s van Groen en SPA. Zo verschijnen allochtone burgers ofwel als profiteurs ofwel als slachtoffers van discriminatie. We stellen vast dat deze verschillende beeldvormingen een belangrijke strategische functie kunnen vervullen. Zo biedt het voorstellen van Moslim minderheidsgroepen als een bedreiging voor de Vlaamse cultuur een verantwoording voor de eis tot inburgering en aanpassing, daar waar het voorstellen van Moslim minderheidsgroepen als bedreigd door de stigmatiserende en intolerante houding van autochtone Vlamingen vraagt om meer respect voor de cultuur en identiteit van Moslim minderheidsgroepen. Op analoge wijze biedt het voorstellen van allochtone burgers als profiteurs een verantwoording voor de beperking van sociale rechten, daar waar het voorstellen van allochtone burgers als het slachtoffer van discriminatie vraagt om maatregelen die gelijke kansen waarborgen.
7
Autochtone jongeren aan het woord over moslim minderheden In het tweede deel van ons onderzoek gaan we dieper in op hoe de beeldvorming in media en politiek mee vorm geeft aan wat autochtone Belgen verwachten omtrent de integratie van Marokkaanse en Turkse minderheidsgroepen aan hoe ze contact met minderheidsleden beleven. We argumenteren dat de houdingen en het gedrag van autochtone Vlamingen niet louter individueel zijn, maar eerder begrepen moeten worden als varianten op breed gedeelde maatschappelijke perspectieven. En we laten zien dat de acceptatie van wederzijdse verantwoordelijkheid en het onderkennen van discriminatie op school, en in de bredere samenleving het verschil maken. In wat volgt gaan we dieper in op (1) verwachtingen omtrent de integratie van Marokkaanse en Turkse minderheidsgroepen en (2) de beleving van contact met minderheidsleden.
(1)
Verwachtingen
omtrent
de
integratie
van
Marokkaanse
en
Turkse
minderheidsgroepen
Met betrekking tot de verwachtingen van Vlamingen omtrent de integratie van Marokkaanse en Turkse minderheidsgroepen kijken we naar het belang dat gehecht wordt aan behoud van de cultuur en tradities van het land van herkomst en aan overname van de Vlaamse cultuur en tradities. Uit eerder onderzoek bij Marokkaanse en Turkse minderheidsgroepen zelf is gebleken dat de meeste leden van Marokkaanse en Turkse minderheidsgroepen het
erg belangrijk vinden om hun cultuur en tradities te kunnen
behouden. Tevens, zeggen Marokkaanse en Turkse minderheidsgroepen over het algemeen bereid te zijn om delen van de Belgische cultuur over te nemen, vooral in de publieke sfeer. Bovendien zien zij het mogelijk en achten zij het wenselijk om het behoud van hun traditionele cultuur te combineren met overname van de Belgische cultuur (Güngör, Bornstein, & Phalet, 2012; Güngor, Fleischmann & Phalet, 2011; Snauwaert, Soenens, Vanbeselaere, & Boen, 2003). Uit het huidige onderzoek blijkt dat de autochtone leerlingen in ons onderzoek veel minder positief staan ten aanzien van cultuurbehoud van Marokkaanse en Turkse minderheidsgroepen dan Marokkaanse en Turkse minderheidsgroepen zelf. In de verschillende studies die zijn uitgevoerd was het telkens een minderheid van de respondenten die akkoord ging met cultuurbehoud (36.3% - 42%). Dezelfde respondenten vinden het
8
bovendien heel erg belangrijk dat Marokkaanse en Turkse minderheidsgroepen de Belgische cultuur overnemen. In de verschillende studies die zijn uitgevoerd was het telkens een treffende meerderheid van studenten die het
belangrijk vinden dat Marokkaanse en
Turkse minderheidsgroepen de Vlaamse cultuur overnemen (65% - 95.5%). Daarnaast wees ons onderzoek uit dat daar waar Marokkaanse en Turkse minderheidsgroepen het wenselijk vinden om behoud van hun traditionele cultuur te combineren met overname van de Vlaamse cultuur, onze autochtone respondenten deze twee maar moeilijk te verzoenen vinden. Naarmate deze laatsten meer belang hechten aan overname van de Vlaamse cultuur, staan ze negatiever ten opzichte van de cultuur van herkomst van minderheidsgroepen. Maar in welke mate maakt de publieke beeldvorming een verschil in de houding van autochtonen ten aanzien van cultuurbehoud en cultuurovername? Om dit na te gaan lieten we aan een groep autochtone hogeschool studenten verschillende nieuwsartikelen lezen. Eén nieuwsartikel trok de aandacht naar Moslim minderheidsgroepen als bedreigend voor de Vlaamse cultuur en tradities. Het artikel ging over eremoorden en over seksisme als de motivatie voor deze moorden (Het Laatste Nieuws, 2 februari 2008). Een ander artikel trok de aandacht naar Moslim minderheidsgroepen als bedreigden voor de welvaart. Het artikel stelde dat 2 op drie steungerechtigden in Gent niet in België geboren zijn (Het Laatste Nieuws, 29 juni 2011). Het artikel gaf aan dat velen afkomstig zijn uit Moslim landen. Een derde nieuwsartikel
trok de aandacht naar discriminatie en stigmatisering van Moslim
minderheidsgroepen (De Morgen, 16 juni 2011). Het artikel ging over de rechtszaak rond Adecco interim. Een laatste artikel ging over een onderwerp dat niets met culturele en religieuze diversiteit te maken had. De autochtone studenten die over discriminatie gelezen hadden, stonden positiever ten aanzien van behoud van de cultuur van herkomst van de Marokkaanse minderheidsgroep en eisten minder overname van de Vlaamse cultuur dan studenten die één van de andere artikels gelezen hadden. Met andere woorden, wanneer autochtone studenten bewust gemaakt werden van discriminatie, namen ze een tolerantere houding in ten aanzien van de integratie van de Marokkaanse minderheidsgroep.
(2) De beleving van contact met minderheidsleden
Ten slotte gingen we dieper in op de manier waarop autochtone leerlingen contact beleven met minderheidsleden op school. Eerder sociaal-psychologisch onderzoek heeft
9
aangetoond dat autochtone Vlamingen die meer (positief) contact hebben, positiever staan ten aanzien van minderheidsgroepen (Dhont, Van Hiel, De Bolle, & Roets, 2012; Dhont & Van hiel, 2009; 2011; Van Acker & Vanbeselaere, 2011). Wij vroegen ons af of de omgekeerde richting ook steek houdt. Met andere woorden: Hoe geven ideeën die autochtone jongeren hebben over minderheidsgroepen vorm aan hun ervaringen van contact? Hoe verlopen hun dagdagelijkse interculturele contacten als zij denken dat moslim minderheden bedreigend zijn? En hoe verlopen hun dagdagelijkse interculturele contacten als zij zich bewust zijn van discriminatie door autochtone Vlamingen? Om deze vragen nader te onderzoeken vroegen we een groep van Vlaamse leerlingen op enkele middelbare scholen met veel minderheidsleerlingen om een week lang een dagboek bij te houden van hun interculturele contacten. Vlaamse studenten beschreven elk van de interculturele contacten die ze meemaakten tijdens deze week. Ze gaven ook antwoord op een aantal gestandaardiseerde vragen over hun contactpartner en over hun emoties tijdens het contact. Ten eerste stelden we vast dat de autochtone leerlingen die er van overtuigd waren dat minderheidsgroepen bedreigend zijn voor de Vlaamse cultuur vaker vonden dat hun interactiepartner geen respect had voor hun manier van denken of dat diens gedrag ongepast was. Tevens ervoeren autochtone leerlingen die minderheden als bedreigend zagen voor de Vlaamse cultuur, meer angst en kwaadheid tijdens interculturele contacten. Deze bevindingen uit onze dagboekstudie suggereren dat gevoelens van bedreiging een zelfversterkend karakter hebben. Hoe meer autochtone jongeren ervan overtuigd zijn dat moslim minderheden bedreigend zijn voor de Vlaamse cultuur, hoe groter de kans dat ze zich angstig en bedreigd zullen voelen tijdens persoonlijke contacten met moslims. Ten tweede stelden we vast dat autochtone jongeren naarmate zij meer bewust waren van het feit dat leden van minderheidsgroepen regelmatig gediscrimineerd worden, ook meer bereid waren om iets nieuws te leren tijdens hun contacten met moslims. Bovendien vonden dezelfde autochtone jongeren hun interactiepartner vaker inspirerend en vonden ze het contact veeleer verrijkend. Daarnaast ervoeren ze ook meer plezier tijdens het contact en voelden ze meer bewondering voor hun partner met een andere culturele achtergrond. Deze laatste bevindingen suggereren dat bewustzijn van discriminatie autochtone jongeren aanmoedigt om het perspectief in te nemen van de ‘andere’ en om te proberen iets te leren over die ‘andere’. Het hoopvolle is dat een dergelijke geïnteresseerde houding blijkt samen te gaan met een meer respectvolle en aangename omgang tussen autochtone Vlamingen en culturele minderheidsgroepen.