Perspectiefnota 2016 - 2019
Investeren in een sociaal en economisch sterk Ede
Perspectiefnota 2016-2019
Inhoud 1. Inleiding 1.1. Opzet Perspectiefnota 2016-2019 1.2. Leeswijzer
5 5 6
2. Visie en koers Ede 2.1. Het Convenant 2014-2018 2.2. De Edese speerpunten
9 9 10
3. Actualisatie en noodzakelijke beleidsaanpassingen 3.1. Vertrekpunt: de Programmabegroting 2015 - 2018 3.2. Actualisaties 3.3. Ontwikkeling algemene uitkering gemeentefonds 3.4. Noodzakelijke beleidsaanpassingen 3.5. Samenvattend financieel overzicht
13 13 14 20 23 26
4. mEdemaken en de kerntakendiscussie 4.1. De bezuinigingsopgave 4.2. De thema’s uit mEdemaken 4.3. De thema’s uit de uitvoeringsplannen 4.4. Samenvattend financieel overzicht
27 27 28 42 47
5. De speerpunten van het Convenant 5.1. Wat gaan we per speerpunt doen en waarom 5.2. Samenhang en synergie in de speerpunten 5.3. Financiële claims Convenant
49 49 57 60
6. Overige voorstellen 6.1. Financiële claims overige voorstellen 6.2. Financiële ruimte voor investeringen en intensiveringen
61 61 67
7. Financiële strategie 69 7.1 Gevolgde denklijn 69 7.2 Uitgangspunt is een solide en wendbare financiële begroting 69 7.3 Behouden van voldoende weerstandsvermogen 70 7.4 Financieel dekken van een aantal noodzakelijke beleidsaanpassingen 70 7.5 Vasthouden aan de bezuinigingsopgave 70 7.6 Inspelen op de (financiële) onzekerheden binnen het sociaal domein 71 7.7 Creëren van investeringsruimte voor de speerpunten 71 7.8 Afwegen van overige financiële claims en bezuinigingsvoorstellen 72 7.9 Conclusie: Meerjarenperspectief 2016-2019 75 Bijlage 1. Overzicht meerjarenperspectief Bijlage 2. Overzicht reserves vervolg overzicht reserves Bijlage 3. Overzicht voorzieningen Losse bijlagen: - Ik ben een mEdemaker - Quick Scan Optimalisering Parkeerregulering
3
77 80 82 84
4
Perspectiefnota 2016-2019
1. Inleiding 1.1. Opzet Perspectiefnota 2016-2019 Voor u ligt de Perspectiefnota 2016-2019. Deze perspectiefnota is anders van opzet dan voorheen. eer dan in het verleden hebben we in de Perspectiefnota de verbinding gelegd tussen onze inhoudelijke ambities en speerpunten en de beschikbare financiële middelen. En naast de gewenste inhoudelijke koers is ook de wijze waarop we als gemeente samenwerken met burgers, bedrijven en instellingen in verandering. In deze Perspectiefnota is ook gezocht naar keuzes en een werkwijze die past bij die veranderende setting. Het gaat dan om de veranderende rol van de overheid en ontwikkelingen in de samenleving die zich soms snel ontvouwen en waarop flexibel ingespeeld moet kunnen worden. Zowel de inhoudelijke koers als de veranderende rol van de gemeente is verwerkt in deze Perspectiefnota. Daarnaast hebben we keuzes gemaakt en gekozen voor een werkwijze waarbij we ook de komende jaren flexibel kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen en waarbij we kunnen aansluiten op veranderende verhoudingen tussen de gemeentelijke organisatie en de samenleving. Uitgangspunt voor de Perspectiefnota 2016-2019 is de Programmabegroting 2015-2018 die de gemeenteraad heeft vastgesteld in oktober 2014. Toen was al duidelijk dat er een structurele bezuinigingsopgave noodzakelijk is voor een financieel gezonde begroting. Daarnaast zijn er financiële middelen nodig om naar de toekomst toe te blijven investering in een sociaal en economisch sterke gemeente Ede, zoals verwoord in de Visie Ede 2025 en in het Convenant 2014-2018. Dit vraagt om een integrale afweging. We willen de beperkte middelen zo goed mogelijk inzetten, gericht op groei en rekening houdend met de onzekerheden op bijvoorbeeld op het gebied van de uitvoering van de drie decentralisaties in het sociaal domein. De opzet van deze Perspectiefnota is dus nieuw. We beoordelen de noodzakelijke investeringsimpuls die voortkomt uit de Visie Ede 2025 en het Convenant 2014-2018 in samenhang. De financiële ruimte hiervoor is echter afhankelijk van verschillende zaken. Inmiddels is er een actualisering van de Programmabegroting 2015-2018 nodig op basis van bijvoorbeeld de ontwikkeling van het aantal huishoudens met een uitkering of met een zorgvraag. Deze zaken hebben directe invloed op de financiële ruimte. Daarnaast is gebleken dat er een aantal noodzakelijke beleidsaanpassingen
5
is. Ook die zijn van invloed op de financiële ruimte. Het traject mEdemaken en de discussie rondom de kerntaken hebben vervolgens een aantal bezuinigingsvoorstellen opgeleverd. Daarnaast kunnen we door precario te heffen op ondergrondse leidingen een mogelijkheid creëren om (tijdelijk) extra inkomsten te genereren. Als deze zaken op een rij staan, kunnen we aan u inzichtelijk maken welke financiële ruimte er is om de noodzakelijke investeringsimpuls te doen zoals die is afgesproken in het Convenant 20142018 en om voorstellen uit mEdemaken en de kerntakendiscussie eventueel uit te stellen of te verzachten. Hieronder is een en ander schematisch weergegeven. Mjb-perspectief
+
2015
2016
2017
2018
2019
actualisering
+
noodzakelijke beleidsaanpassingen
+
mEdemaken/kerntaken
* ambities convenant * overige
precario ➔ innovatie/stimuleringsfonds Ede
Schema 1: Van Programmabegroting 2015-2018 naar Perspectief 2016-2019
1.2. Leeswijzer Deze Perspectiefnota 2016-2019 volgt het schema Van Programmabegroting 2015-2018 naar Perspectief 2016-2019. We starten echter in Hoofdstuk 2 met de Visie en de koers van Ede, omdat dat aangeeft wat de visie is voor 2025 en waar we de komende collegeperiode aan willen werken. Het maakt de beleidsmatige samenhang inzichtelijk en helpt om keuzes te kunnen maken.
6
Perspectiefnota 2016-2019 Hoofdstuk 3 bevat de actualisering ten opzichte van Programmabegroting 2015-2018 en de noodzakelijke beleidsaanpassingen. Deze zijn gebaseerd op autonome ontwikkelingen, veranderd beleid van de Rijksoverheid, ontwikkelingen in samenwerkingsverbanden en al genomen besluiten door de gemeenteraad. Dit zijn noodzakelijke ontwikkelingen waar we weinig invloed op hebben. In hoofdstuk 4 staat het resultaat van het traject mEdemaken en kerntakendiscussie. Er is door uw raad een opdracht meegegeven om voorstellen te doen voor een omvangrijke bezuinigingsoperatie, op zowel bedrijfsvoering (€ 5 miljoen) als op beleid (€ 5 miljoen, plus € 2 miljoen om ruimte te maken voor nieuw beleid). De resultaten van dit traject zijn opgenomen in dit hoofdstuk. In samenhang met het totale financiële perspectief kunnen hierin nog enkele keuzes gemaakt worden. Hoofdstuk 5 beschrijft de speerpunten van het Convenant 2014-2018 en de bijbehorende financiële claims. Hoofdstuk 6 bevat de voorstellen die niet voortkomen uit het Convenant 20142018. Ook deze voorstellen vragen om een afweging. Hoofdstuk 7 is de financiële strategie van ons College. We laten u zien op welke wijze we de financiële ruimte willen benutten. Daarvoor maken we keuzes in de bezuinigingsvoorstellen uit mEdemaken en de kerntakendiscussie. En we creëren investeringsruimte voor de speerpunten uit het Convenant 2014-2018.
7
8
Perspectiefnota 2016-2019
2. Visie en koers Ede ‘Ede kiest voor Food in een jonge stad van ontmoeten en verbinden’. Dat is de Visie Ede 2025 die de gemeenteraad in 2012 heeft vastgesteld. De visie is opgesteld na een participatief proces en geeft koers aan de ambitie van Ede. De Visie Ede 2025 is een belangrijk vertrekpunt voor beleid en projecten. Het gaat onder andere om: -- Regio FoodValley: focus op economie en ruimtelijke ontwikkeling. Samenwerking met Wageningen UR en de regiogemeenten. Doel is een Europese topregio Agrofood te worden. -- Levendig centrum: focus op een vitaal stadshart met een levendige mix van detailhandel, wonen en bedrijvigheid. -- Kenniscampus: sterk gebied met onderwijsinstellingen -- Veluwse Poort: grote gebiedsontwikkeling voormalig kazerneterrein met wonen, cultuurhistorisch erfgoed in een groene omgeving. Een nieuwe impuls woon- en leefkwaliteit van Ede. In de Visie Ede 2025 wordt voor het eerst een duidelijke nadruk op de betekenis en mogelijkheden van Food voor Ede gelegd. Het is mooi om te zien dat dit thema daarna steeds meer is gaan leven en in plannen en acties verwerkt is. Naast Food is in de Visie ingezet op de jonge en groene stad waarin het prettig wonen is, jong en oud zich thuis voelt en waar mensen elkaar ontmoeten.
2.1. Het Convenant 2014-2018 Na de verkiezingen van 2014 hebben wij het Convenant 2014-2018 opgesteld. Daarbij hebben we de Visie Ede 2025 als belangrijk vertrekpunt benoemd; de doelstellingen uit de visie zijn ook doelstellingen in het Convenant. Daarnaast is een aantal thema’s in het Convenant specifieker benoemd. Op onderdelen is het een aanscherping en verdere uitwerking van de Visie Ede 2025. En tegelijkertijd is het een convenant op hoofdlijnen, omdat voor veel verdere uitwerkingen juist de samenwerking en co-creatie met partners en bewoners wordt opgezocht. En die uitwerkingruimte is er bij dit convenant op hoofdlijnen. Belangrijke basis in het Convenant is de wens om de economische kracht van Ede te versterken en om de sociale structuur stevig te houden; dit in het verlengde van de Visie Ede 2025. Dit vraagt om blijvend innoveren en investeren met als doel om de werkgelegenheid en de sociale kracht een
9
impuls te geven. Samen met burgers, bedrijven en (onderwijs)instellingen willen we werken aan de verdieping van belangrijke thema’s, waaronder Food, duurzaamheid, buitengebied en het sociaal domein.
2.2. De Edese speerpunten Uit de Visie Ede 2025 en het Convenant 2014-2018 zijn 10 speerpunten te herleiden. Deze speerpunten staan op zich, maar zijn ook onderling met elkaar verbonden. De wijze waarop ze vorm krijgen, bepaalt hoe Ede zich naar de toekomst toe ontwikkelt. In Hoofdstuk 5 worden de speerpunten nader beschreven: Wat gaan we doen en waarom. Hoe draagt het bij aan de visie en gewenste koers van Ede. En hoe het samenhangt met andere speerpunten. En ook welke investeringen nodig zijn om de doelen te bereiken. De Edese speerpunten zijn: 1. Sociale infrastructuur 2. Sterke wijken en Uitmuntend woonklimaat 3. Aantrekkelijk vestigingsklimaat 4. Food 5. Duurzaamheid 6. Vitaal buitengebied 7. KennisAs 8. Veluwse Poort 9. WFC 10. Levendig Centrum Het totaal van deze speerpunten draagt bij aan het motto:
Ede is een jonge en groene stad van ontmoeten & verbinden.
10
Perspectiefnota 2016-2019 De speerpunten in samenhang tot de visie De speerpunten hangen samen met de visie en met elkaar. Dat laten we zien in onder staande figuur.
Deze figuur verbeeldt de opgave uit het Convenant 2014-2018: Ede is een jonge en groene stad van ontmoeten & verbinden. Deze jonge en groene stad is economisch vitaal en sociaal krachtig. We bereiken dit door te bouwen aan de sociale infrastructuur, sterke wijken en het vestigingsklimaat. Er is een sociaal (zorg)vangnet voor wie het nodig heeft en mensen staan voor elkaar klaar. Mensen wonen in prettige wijken in passende woningen in een prachtige groene omgeving. Dit uitmuntende woonklimaat behoudt inwoners en trekt mensen naar Ede. Een aantrekkelijk vestigingsklimaat trekt (food)bedrijven en zorgt voor een variëteit in werkgelegenheid. Om dit te behouden en verder uit te bouwen kiest Ede voor Food en duurzaamheid. Deze speerpunten geven basis, profiel en kleur aan het hele gemeentelijke beleid. We bouwen gemeentebreed aan de sociale en economische kracht van de gemeente, maar De Veluwse Poort, het WFC, de KennisAs, het (vitale) buitengebied en het levendige centrum zijn belangrijke gebieden waar dit tot uitdrukking komt. Food en duurzaamheid zijn op allerlei manieren herkenbaar en beleefbaar bij bedrijven, inwoners en bezoekers. Wij streven ernaar om de speerpunten maximaal te laten bijdragen aan de Visie Ede 2015 en het Convenant 2014-2018 en om de speerpunten elkaar onderling te laten versterken. Waar mogelijk willen we van 1 en 1 samen 3 maken. Daarmee zetten we de financiële claims in relatie tot hun bijdrage aan het grotere geheel.
11
12
Perspectiefnota 2016-2019
3. Actualisatie en noodzakelijke beleidsaanpassingen In november 2014 heeft uw raad de Programmabegroting 2015 - 2018 vastgesteld. Inmiddels zijn we een aantal maanden verder en hebben zich ontwikkelingen voorgedaan die van invloed zijn op het meerjarenperspectief. In dit hoofdstuk lichten wij die ontwikkelingen toe. Wij besteden achtereenvolgens aandacht aan: • Vertrekpunt: de Programmabegroting 2015 - 2018; • Actualisaties; • Ontwikkeling algemene uitkering gemeentefonds; • Noodzakelijke beleidsaanpassingen. Het hoofdstuk sluit af met een conclusie over wat deze ontwikkelingen betekenen voor het meerjarenperspectief.
3.1. Vertrekpunt: de Programmabegroting 2015 - 2018 In november 2014 heeft uw raad de Programmabegroting 2015 - 2018 vastgesteld. Het meerjarenperspectief was meerjarig sluitend met een voordeel van € 3 miljoen in 2019. Meerjarig zag het er als volgt uit: Tabel 1 Vertrekpunt Programmabegroting 2015-2018
bedragen x € 1.000
Omschrijving
2015
2016
2017
2018
2019
Programmabegroting 2015-2018 excl. ombuigingen
6.997 N
4.895 N
6.115 N
6.924 N
6.924 N
Stelpost ombuigingen beleid
2.000 V
3.500 V
5.000 V
5.000 V
5.000 V
Stelpost ombuigingen bedrijfsvoering
2.500 V
3.750 V
5.000 V
5.000 V
5.000 V
Programmabegroting 2015-2018 incl. ombuigingen
2.497 N
2.355 V
3.885 V
3.076 V
3.076 V
In deze Programmabegroting is een aantal voorstellen nieuw beleid opgenomen, waarvan de dekking voor de jaren 2016 e.v. gekoppeld was (en daarmee budgettair neutraal in het perspectief) aan de opbrengsten van het
13
traject mEdemaken. De uitkomsten mEdemaken komen aan de orde in het volgende hoofdstuk. In de tabel hieronder staat een opsomming van reeds verwerkt nieuw beleid. Hierin hebben wij tevens rekening gehouden met door u in de tussentijd vastgestelde voorstellen, zoals het aanvullende budget voor het referendum winkeltijden, handhaving permanente bewoning en Sporthal Zandlaan. Tabel 2 Startpositie Perspectiefnota 2016-2019 Omschrijving Programmabegroting 2015-2018 incl. ombuigingen
bedragen x € 1.000 2015
2016
2017
2018
2019
2.497 N
2.355 V
3.885 V
3.076 V
3.076 V
275 N
275 N
275 N
275 N
22 N
22 N
22 N
22 N
22 N
22 N
22 N
22 N
400 N
pm
pm
pm
Reeds gehonoreerd (maar niet verwerkt) nieuw beleid World Food Center Fietsvoorzieningen Hoenderloseweg Otterlo Sport - voorzieningen MHC Ede Minimabeleid Service voor de wijk Arbeidsmarktregio Food Valley Referendum winkeltijden (aanvullend budget)
90 N
pm
pm
pm
100 N
pm
pm
pm
150 N
150 N
55 N
Handhaving permanente bewoning recreatieverblijven
150 N
Sporthal Zandlaan - kapitaallasten
578 N
578 N
578 N
Sporthal Zandlaan - opbrengsten
578 V
578 V
578 V
subtotaal Startpositie perspectiefnota 2016-2019
205 N
1.059 N
469 N
319 N
319 N
2.702 N
1.296 V
3.416 V
2.757 V
2.757 V
3.2. Actualisaties In deze paragraaf lichten wij een aantal, voornamelijk technische, mutaties ten opzichte van de Programmabegroting 2015-2018 toe. Het zijn actualisaties binnen lopende beleidsterreinen, binnen samenwerkingsverbanden en autonome lastenstijgingen.
14
Perspectiefnota 2016-2019 Tabel 3 Actualisatie
bedragen x € 1.000
Omschrijving
2015
VGGM - rekening resultaat 2014
500 V
2016
2017
2018
Areaal
2019 110 N
Verkeerskredieten UVV
22 N
Parkeren
90 N
Parkeren - onttrekking reserve Parkeren
90 V
35 V
180 N
140 N
100 N
50 N
pm
pm
pm
pm
pm
pm
pm
100 N
50 N
132 N
Zwembad de Peppel Permar *)
1.011 N
BUIG *)
1.100 N
Bijzondere bijstand - inclusief vluchtelingen
35 N
pm
Vluchtelingen - extra begeleidingskosten
50 N
50 N
175 N
350 N
Formatie 3D - WPI - dekking stelpost decentralisaties
175 V
350 V
WMO - herindicatie huishoudelijke hulp
350 N
Formatie 3D - WPI
WMO - garantstelling
58 N
Sociaal maatschappelijk vastgoed
360 V
Gemeentelijke vastgoed exploitatie
280 N
Individueel keuzebudget
pm
1.400 N
Totaal
2.169 N
1.590 N
*) indicatieve mutaties op basis van een eerste inschatting
VGGM De regionalisatie van de brandweer per 1 januari 2014 heeft veel inspanningen gevraagd. Dit heeft er mede toe geleid dat, ook met het oog op de toekomst, investeringen en vervulling van functies zijn gefaseerd. De jaarrekening 2014 van de VGGM sluit met een positief saldo van € 3,1 miljoen. Dit voordeel wordt na rato verdeeld over de deelnemende gemeenten. Voor Ede betekent dit een meevaller van € 500.000. Lopende dit jaar ontstaat meer duidelijkheid over het eventueel structurele deel en de gevolgen hiervan voor Ede.
Areaal De jaarlijkse groei van de gemeente Ede leidt op een aantal beleidsterreinen tot autonome lastenstijgingen. Op basis van eerdere besluitvorming wordt ook voor 2019 hiermee voor beheer openbare ruimte (€ 95.000) en de inwonerbijdrage aan de VGGM (€ 15.000) rekening gehouden.
Verkeerskredieten UVV De afgelopen jaren heeft u jaarlijks € 400.000 aan middelen beschikbaar gesteld ten behoeve van mobiliteitsprojecten. Deze projecten zijn van belang voor een goede bereikbaarheid en dragen bij aan een verhoging van de verkeersveiligheid en een verbetering van de leefbaarheid. Financiering van het totale programma vindt plaats door “werk met werk” te maken en het
15
multipliereffect (doorgaans een subsidie van 50% onder voorwaarde van eigen cofinanciering). Wij stellen voor om voor 2018 eveneens een krediet van € 400.000 beschikbaar te stellen. De kapitaallasten bedragen € 22.000 vanaf 2019.
Parkeren Vanaf 2012 heeft de economische crisis, in combinatie met gewijzigd consumentengedrag (online kopen), een negatief effect op de parkeeropbrengsten. Hierdoor loopt ook de jaarlijkse inkomst uit de concessieprijs van parkeergarage de Markt terug. Daarnaast ontvangen wij sinds 1 januari 2015 niet langer de proces-verbaal-vergoedingen van de handhavende taken van boa’s. Er wordt een landelijk onderzoek gedaan naar de effecten die dit besluit heeft op gemeenten. Op het budget voor de fietsenstalling in Ede-Centrum ook een tekort. Het vertrek van vrijwilligers maakte het noodzakelijk verwachten wij om een alternatieve bezetting tijdens de openingstijden te regelen. We onderzoeken momenteel mogelijkheden voor goedkopere alternatieven. Hierbij wordt onderzocht welke besparing mogelijk is op de huisvestingskosten. Voornoemde ontwikkelingen leiden tot een tekort van € 90.000 op het product Parkeren. Medio 2016 vestigt zich een supermarkt aan het Bunschoterplein. Dit betekent dat de parkeerinkomsten van dit terrein toenemen. Naar verwachting betekent dit dat de teruglopende inkomsten, zoals hiervoor benoemd, gecompenseerd worden. Wij stellen voor om het verwachte tekort in 2015 en 2016 ten laste te brengen van de Reserve Parkeren.
Zwembad de Peppel In 2014 is gestart met het herstelplan van Zwembad De Peppel. Dit plan is opgesteld door De Peppel naar aanleiding van een extern rapport over de financiële situatie van De Peppel. Het herstelplan heeft als doel het tekort van € 200.000 dat is ontstaan door stijgende lasten, het wegvallen van de subsidie schoolzwemmen en inefficiënte roostering, gefaseerd op te lossen. De dalende tekorten die in het herstelplan worden benoemd sluiten aan bij het in het extern onderzoek genoemde bedragen en De Peppel ligt daarmee op koers om uiteindelijk een gezonde exploitatie te krijgen. Tot die tijd heeft Zwembad De Peppel te weinig weerstandsvermogen om de (dalende) tekorten op te vangen en daarom stellen wij u voor om de bedragen benodigd voor de afdekking van de geprognosticeerde tekorten beschikbaar te stellen. Naast deze afdekking van het tekort, is er in het herstelplan ook sprake van incidentele kosten in verband met renovatie van het zwembad. Op dit moment toetsen wij de haalbaarheid van dit plan, ook in relatie tot het totale zwemproduct.
16
Perspectiefnota 2016-2019 Permar Over het jaar 2014 heeft Permar verlies gemaakt. Aangezien de Permar niet beschikt over een eigen weerstandsvermogen wordt het negatieve rekeningresultaat direct afgewikkeld naar de deelnemende gemeenten van de GR-Permar. Het aandeel voor Ede bedraagt 52%. Naar verwachting bedraagt de benodigde bijdrage van Ede € 564.000. In de jaarrekening 2014 van Ede is rekening gehouden met een bijdrage van € 53.000, daarom resteert een nog te dekken tekort van € 511.000. Voor 2015 houden we vooralsnog rekening met een tekort van € 500.000.
BUIG Wij verwachten een nadeel van € 1,1 miljoen op de bijstandsuitgaven. Dit is opgebouwd uit hogere uitgaven voor bijstandsuitkeringen (€ 1,5 miljoen) en extra inkomsten (€ 0,4 miljoen) uit de specifieke rijksdoeluitkering dan wel vangnetregeling van de BUIG. Deze inschatting kent in dit stadium zowel aan de inkomsten- als aan de uitgavenkant nog grote onzekerheden. Bij de halfjaarrapportage actualiseren wij deze inschatting. De stijging van de uitgaven wordt mede veroorzaakt door een hoger aantal te huisvesten statushouders en is inclusief een toename van bijbehorende uitvoeringskosten. Omdat we te maken hebben met een veranderend verdeelmodel waarbinnen de komende jaren verbeteringsvoorstellen worden doorgevoerd, kunnen we voor 2016 en verder nog geen goede inschatting maken en daarom hebben we de uitgaven vooralsnog als PM geschat.
Bijzondere bijstand - inclusief vluchtelingen De uitgaven voor bijzondere bijstand (woninginrichtingen) nemen als gevolg van een sterk gestegen aantal te huisvesten statushouders naar schatting met € 375.000 toe (inclusief € 35.000 uitvoeringskosten). Daarnaast zijn er vanaf 2015 ook andere ontwikkelingen binnen dit product. In de Programmabegroting 2015-2018 is circa € 700.000 toegevoegd. Deels als gevolg van zichtbare stapeling maar deels ook als gevolg van nieuw beleid (kindpakket en participatieregeling kinderen en volwassenen). Verder is vanaf 2015 circa € 1,2 miljoen toegevoegd voor inkomensondersteuning aan de doelgroep voormalige CER/Wtcg –regelingen. Voor dit moment schatten wij het totale financiële effect op PM en komen wij hierop terug in de halfjaarrapportage, onderdeel van de Programmabegroting 2016-2019.
Vluchtelingen - extra begeleidingskosten Het aantal te huisvesten vluchtelingen is in 2015 met 115 (160%) gestegen ten opzichte van 2013. Per volwassen vluchteling ontvangt de gemeente een bijdrage van € 1.000. In een beperkt aantal situaties blijkt dat aanvullende begeleiding nodig is. De extra kosten hiervan worden geschat op € 30.000. toetsen wij de haalbaarheid van dit plan, ook in relatie tot het totale zwemproduct.
17
De verwachting is dat de extra kosten komen op € 20.000. Wij stellen u voor om op basis van deze inzichten een bedrag van € 50.000 beschikbaar te stellen voor 2015 en 2016. Mocht de Staatssecretaris besluiten tot verruiming van de maatschappelijke begeleidingsvergoeding, dan kan volstaan worden met een bedrag van € 20.000.
Formatie 3D - WPI In de Programmabegroting 2015-2018 is voor 2015 en 2016 € 0,4 miljoen beschikbaar gesteld (ten laste van de stelpost regeerakkoord en decentralisaties) voor het werkende weg verfijnen en optimaliseren van het proces, leren en inbedden. Op basis van de huidige inzichten en de eerste ervaring blijkt de impact van de inbedding op de uitvoeringsorganisatie (Sociaal teams, CJG, WPI) groter te zijn. Klantaantallen zijn groter dan begroot, administratieve doorstroom processen zijn complex met de vele stakeholders. Op zowel Jeugd als WMO is de capaciteitsvraag voor de uitvoering groter dan verwacht. Naast de inzet voor inregelen (extra handjes) en leren is het ook noodzakelijk verder te investeren in denk- en ontwikkelkracht om te komen op het gewenste niveau van minimale en efficiënte bedrijfsvoering en kwalitatief goede uitvoering richting burgers. Wij stellen u voor om voor 2015 en 2016 resp. € 175.000 en € 350.000 ter beschikking te stellen, ten laste van de stelpost decentralisaties.
WMO - herindicatie huishoudelijke hulp Als gevolg van de openeindregeling voor huishoudelijke hulp en de 40%-taakstelling vanaf 2015 vanuit het Rijk is het noodzakelijk om sturing te geven aan de indicatie. Om die reden is medio 2014 een proces van herindicaties gestart. De gewenste kanteling wordt bereikt door de maatwerkgesprekken (huisbezoeken). Dit proces vraagt ook in 2015 een continuering van tijdelijk extra capaciteit bij de afdeling WMO. De kosten gaan ook hier nadrukkelijk voor de baten uit. Wij stellen u voor om een bedrag van € 350.000 beschikbaar te stellen.
WMO - garantstelling Op basis van een samenwerkingovereenkomst tussen provincie Gelderland en diverse gemeenten wordt de regiotaxi onder regie van de provincie uitgevoerd. De huidige vervoerder is door een volumedaling, te scherpe inschrijving en veel relatief korte ritten in financiële problemen gekomen. Via een memo d.d. 2 september 2014 is uw raad hierover geïnformeerd. Een overbruggingsregeling is getroffen. Naast de verantwoorde kosten in 2014 is inmiddels ook de bijdrage voor de laatste drie maanden van 2014 ad € 58.000 betaald en in de exploitatie 2015 verantwoord. Op 13 februari 2015 is de vervoerder failliet verklaard. Nog onbekend is of de garantstelling door de provincie op de vervoerder (holding) kan worden verhaald.
18
Perspectiefnota 2016-2019 Sociaal maatschappelijk vastgoed Bij de Perspectiefnota 2012-2015 is een structureel bedrag van € 400.000 beschikbaar gekomen voor de exploitatie van de Amsterdamseweg 56 (voorheen ’t Streek) en kosten van herhuisvesting sociaal/ maatschappelijke organisaties (programma 4 en 9). De verwachting was dat een aantal van de sociaal/maatschappelijke organisaties, dat tegen lage huur en exploitatielasten is gehuisvest, naar andere huisvesting met een kostprijsdekkende huur moest omkijken. Omdat het hier gaat om organisaties die in belangrijke mate opereren met subsidie van de gemeente, heeft dit ook gevolgen voor onze subsidiebijdrage. In 2015 wordt hier grotendeels geen gebruik van gemaakt en daarom kan een bedrag van € 360.000 incidenteel vrijvallen. Op dit moment zijn er ontwikkelingen in de Nuldelijn waarbij ook herhuisvesting wellicht een rol gaat spelen. Ook is het proces van het bepalen van een kostprijsdekkende huur (vastgoed) nog niet afgerond, waarbij organisaties geconfronteerd kunnen worden met hogere huur. Voorgesteld wordt om vooralsnog het structureel beschikbare bedrag te reserveren in de begroting in afwachting van de gevolgen van beide hiervoor genoemde ontwikkelingen voor sociaal maatschappelijke organisaties.
Gemeentelijke vastgoed exploitatie In het afgelopen jaar is hard gewerkt aan het verder inzichtelijk maken van de vastgoedportefeuille van de gemeente Ede. Een zeer diverse portefeuille, bestaande uit verschillende soorten objecten, verhuurde en verpachtte terreinen, rechten van opstal, kunstwerken en gedenktekens. Er zijn grote stappen gezet bij het in beeld brengen van de portefeuille en de bijbehorende financiën. Door middel van een conditiemeting brengen we de staat van onderhoud per object in beeld. Hierdoor kunnen we een goede inschatting maken van de risico’s en de mogelijkheden voor verduurzaming. We stellen een onderhoudsplan op voor de komende jaren. De financiële consequenties hiervan hebben een relatie met de kerntakendiscussie, en komen daar (in Hoofdstuk 4 van deze Perspectiefnota) aan bod. Daarnaast werken we momenteel aan een voorstel voor het wijzigen van ons afschrijvingsbeleid voor gemeentelijk vastgoed. Bij de Programmabegroting 2016-2019 komen wij met een compleet overzicht van de structurele effecten bij u terug. Naast deze structurele effecten is er sprake van een incidenteel tekort in 2015 op de Frisokazerne. Het object is namelijk nog niet volledig verhuurd en verdere verhuur is in afwachting van nog uit te werken ontwikkelingen. Het maximale tekort dat in 2015 zal ontstaan door leegstand is circa € 280.000.
Individueel keuzebudget In de laatste CAO voor gemeenteambtenaren is afgesproken dat uiterlijk vanaf 1 januari 2016 het Individueel Keuzebudget (IKB) moet worden ingevoerd.
19
De invoering van het IKB betekent dat gemeenten per 2016 overgaan op een systeem waarbij werknemers zelf bepalen op welke momenten ze hun gerealiseerde vakantiegeld en vergelijkbare vergoedingen krijgen uitgekeerd in een kalenderjaar. Deze uitkering moet altijd gedurende het kalenderjaar plaatsvinden. Dit heeft gevolgen voor de zeven maanden vakantiegeld die dan nog staan over 2015, die normaal gesproken in mei 2016 zouden worden uitbetaald. De commissie BBV heeft aangegeven dat deze zeven maanden in 2015 als (incidentele) extra last dienen te worden verantwoord in de jaarrekening 2015. Inmiddels is de invoering een jaar uitgesteld. Voor Ede betekent dit een nadeel van € 1,4 miljoen. Dit is een onbedoeld neveneffect van de gesloten CAO.
Reserves en voorzieningen In Bijlage 2 treft u een geactualiseerd overzicht aan van de reserves en voorzieningen. Wij stellen een wijziging voor van de reserve Ede Oost. Deze reserve is ooit opgericht om de gemeentelijke bijdrage ter hoogte van €10 miljoen te kunnen sparen ter dekking van de investeringen Spoorzone. Daarnaast moet een deel van de gemeentelijke dekking voor de Spoorzone komen uit bijdragen vanuit de grondexploitaties. Sinds 2014 (verkoop eerste woningen Kazerneterreinen) vinden de afdrachten plaats vanuit de grondexploitaties. Wij stellen voor om deze afdrachten via deze reserve te laten lopen. en vanuit deze reserve naar rato bij te dragen aan de investeringen in de spoorzone. Tevens worden de ontvangen subsidies en overige bijdragen via de reserve geleid, zodat jaarlijks de dekking voor de te maken kosten vanuit één budget kan worden ingezet. Deze systematiek sluit aan bij de methode die al gehanteerd wordt bij de afdrachten die plaatsvinden voor de Parklaan. Om beter aan te sluiten bij het doel van de reserve stellen wij voor om de naam van de reserve te wijzigen in reserve Veluwse Poort - Spoorzone Ede.
3.3. Ontwikkeling algemene uitkering gemeentefonds Een belangrijk deel van de gemeentelijke inkomsten komen uit het gemeentefonds van de Rijksoverheid. De Rijksoverheid werkt aan een herziening van de verdeling van de middelen in het gemeentefonds over de gemeenten. Deze herziening gebeurt in twee fasen. De eerste fase was al afgerond voor de Programmabegroting 2015-2018, en is daarin ook verwerkt. Inmiddels zijn de eerste uitkomsten van de tweede fase herijking gemeentefonds beschikbaar gekomen. Tevens is de decembercirculaire verschenen. Dit leidt zowel tot een algemene mutatie als tot taak gerelateerde mutaties.
20
Perspectiefnota 2016-2019 Tabel 4 Gemeentefonds
bedragen x € 1.000
Omschrijving
2015
2016
2017
85 N
85 N
85 N
Taakmutatie Implementatie participatiewet
500 V
400 V
Reserveren taakmutatie Implementatie participatiewet
500 N
400 N
Ontwikkeling algemene uitkering (2e fase herijking) Taakmutatie Centra voor Jeugd en Gezin Aframen taakmutatie Centra voor Jeugd en Gezin
Taakmutatie Beschermd wonen *)
1.000 V
Reserveren Taakmutatie Beschermd wonen
1.000 N
Taakmutatie Huishoudelijke hulp toelage
769 V
936 V
Reserveren taakmutatie Huishoudelijke hulp toelage
769 N
936 N
Totaal
85 N
85 N
85 N
2018
2019
700 V
700 V
85 N
85 N
85 V
85 V
700 V
700 V
*) indicatieve mutatie op basis van een eerste inschatting
Groot onderhoud gemeentefonds (2e fase herijking) In 1997 is het verdeelmodel voor het gemeentefonds voor het laatst geactualiseerd. De verdeling van middelen sloot hierdoor niet meer goed aan op de kosten die gemeenten maakten. In eerste instantie wilde de Rijksoverheid een integrale herziening (“herijking”). Deze ambitie is echter teruggeschroefd en er is gekozen voor gefaseerd groot onderhoud. Vorig jaar is de 1e fase afgerond en verwerkt in de Meerjarenbeleidsvisie 2014-2018. Rekening houdend met ingroei, leiden de eerste uitkomsten van de 2e fase tot een voordeel van € 700.000 vanaf 2018. Een gedeelte van de 2e fase heeft betrekking op het onderdeel VROSHV (volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stadsvernieuwing). Dit is nog niet afgerond omdat flinke discussies worden gevoerd over de gehanteerde systematiek.
Taakmutaties Taakmutaties zijn middelen die met een bepaald oogmerk aan het gemeentefonds zijn toegevoegd, maar waar geen bestedingsverplichting aan ten grondslag ligt. Aan de hand van concrete bestedingsvoorstellen maar ook in het licht van het financiële meerjarenperspectief vindt besluitvorming over de aanwending plaats. In het algemeen worden de taakmutaties budgettair neutraal verwerkt, door de betreffende middelen te reserveren. Het betreft de volgende taakmutaties:
Centra voor Jeugd en gezin (preventief jeugdbeleid) De middelen preventief jeugdbeleid staan onder druk. Vanuit de visie om meer te investeren aan de voorkant is dan ook een deel van de decentralisatiemiddelen jeugdzorg beschikbaar voor inzet aan de voorkant zoals inzet in lokaal team, vindplaats gericht werken en praktische gezinsondersteuning. Binnen jeugdpreventie is sprake van tijdelijke middelen
21
die door inzet van het restant uit de reserve CJG pas in 2018 tot een daling van € 2 ton leiden. Hoe deze daling op termijn opgevangen wordt, is mede afhankelijk van de ervaringen in de komende jaren. Vanaf 2015 is er echter ook sprake van een nadelig verdeeleffect van € 85.000 doordat de middelen uit de decentralisatie uitkering CJG aan het gemeentefonds zijn toegevoegd. Wij stellen voor om dit effect vanaf 2018 binnen het bestaande financiële kader op te lossen, maar tot die tijd te compenseren vanuit de algemene middelen.
Implementatie Participatiewet In het kader van de implementatie Participatiewet (c.q. de inrichting van het Regionaal Werk Bedrijf) ontvangen de 35 centrumgemeenten van de arbeidsmarktregio’s voor de periode 2014 – 2016 in totaal € 35 miljoen. De centrumgemeenten worden op deze manier in staat gesteld, in samenwerking met UWV en werkgevers, de regionale werkbedrijven in te richten. Per centrumgemeente gaat het om € 100.000 in 2014, € 500.000 in 2015 en € 400.000 in 2016. Deze middelen worden gereserveerd in de reserve Regionaal Werk Bedrijf. Deze reserve is bij de programmarekening 2014 ingesteld ten behoeve van de ontwikkeling van een Regionaal Werk Bedrijf.
Beschermd wonen Beschermd wonen is een onderdeel van de decentralisatie AWBZ. De gemeente Ede vervult als een regierol en ontvangt hiervoor financiële middelen. Op dit onderdeel heeft de Rijksoverheid geen korting doorgevoerd en is een overgangsrecht van 5 jaar aan de orde. Bij de inkoop van zorg voor 2015 is gebleken dat de beschikbare middelen niet volstaan voor de benodigde zorg. Als tijdelijke oplossing is waar nodig een halfjaarcontract gesloten. Momenteel wordt door de Rijksoverheid en VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) onderzocht of er sprake is van een te laag macrobudget of onjuiste verdeling tussen gemeenten. Het streven is uiterlijk in de meicirculaire de financiële conclusies van dit onderzoek te presenteren. Ongeacht de uitkomst van het onderzoek is de gemeente wel verplicht om op grond van de Wmo 2015 cliënten te voorzien van de maatwerkvoorziening beschermd wonen, als op basis van het onderzoek (zoals omschreven in de Wmo 2015) blijkt dat de cliënt daarvoor in aanmerking komt. Op basis van de meeste actuele informatie zal naar verwachting € 1 miljoen extra zorg nodig. Vooralsnog wordt uitgegaan van een positieve bijstelling van de financiële middelen waardoor het effect per saldo neutraal is.
Huishoudelijke hulp toelage Het kabinet stelt voor 2015 en 2016 in totaal € 190 miljoen extra beschikbaar voor het langer behouden van werkgelegenheid bij aanbieders van
22
Perspectiefnota 2016-2019 huishoudelijke hulp (HH). Het betreft daarbij de zogenaamde Huishoudelijke Hulp Toelage (HHT). In dat kader hebben wij een plan van aanpak bij het ministerie van VWS ingediend. Op basis van het ingediende plan van aanpak heeft het ministerie ons voor 2015 en 2016 bedragen van respectievelijk € 769.175 en € 936.400 toegekend. Uitgangspunt is dat alle geïndiceerde cliënten voor huishoudelijke hulp maximaal één uur huishoudelijke hulp per week extra kunnen inkopen. Daar staat een eigen financiering ad € 8,50 tegenover. Ook wordt in dit plan voor mantelzorgers de mogelijkheid geboden om maximaal 2 uur per week huishoudelijke hulp in te kopen. De kosten hiervan worden vergoed vanuit de HHT en vanuit gemeentelijke middelen die beschikbaar zijn gesteld voor mantelzorg.
Bedrijfsvoering 3 decentralisaties In de programmabegroting 2015 – 2018 is het totaal beschikbare budget voor de decentralisaties verwerkt. Op basis van besluitvorming in inkoopnotities is het totale uitvoeringsbudget nader uitgewerkt en toegewezen aan de verschillende clusters. Een overzicht van het beschikbare uitvoeringsmiddelen per programma is hieronder weergegeven. Programma (€ in mln)
Totaal
Waarvan bedrijfsvoering
Educatie & jeugd
28,5
1,14
Werk, Inkomen & Scholing
14,3
0,14
Maatschappelijke Ondersteuning
30,2
1,31
Totaal
73,0
2,59
Het bedrijfsvoeringsbudget is structureel en gezien de omvang van de opgave en de veranderingen, wordt medio 2016 een evaluatie uitgevoerd om te beoordelen of bijstelling nodig is.
3.4. Noodzakelijke beleidsaanpassingen Na de Actualisaties in paragraaf 3.2 en de ontwikkelingen in het gemeentefonds in paragraaf 3.3, leggen wij in deze paragraaf voorstellen aan u voor, waarvan wij van mening zijn dat ze onontkoombaar zijn. De omvang en de fasering van de voorstellen laten wel enige ruimte voor afweging door uw raad.
23
Tabel 5 Noodzakelijke beleidsaanpassingen
bedragen x € 1.000
Omschrijving
2015
2016
2017
2018
2019
900 N
1.150 N
1.650 N
1.650 N
150 N
300 N
450 N
1.000 V
1.000 V
1.000 V
Bomenbeleidsplan activeren (10 jaar x 6 ton)
30 N
60 N
90 N
Bomenbeleidsplan - voordeel onderhoud
30 V
65 V
100 V
Stelpost decentralisaties - extra dotatie Vervanging Openbare ruimte (excl. bomen; € 3 mln.) Vervanging Openbare ruimte - vrijval € 1 miljoen
Bomenbeleidsplan - vrijval res.vervanging kapgoed Investeringsimpuls ICT
1.000 V
6.000 V 440 N
300 N
300 N
300 N
400 N
800 N
1.200 N
2.400 N
2.400 N
1.700 N
3.160 V
3.000 N
3.100 N
mEdemaken e.d. (frictie- en fasering) Bedrijfsvoering (frictie- en fasering)
Totaal
2.445 N
1.090 N
Stelpost decentralisaties – extra dotatie Met het oog op de (on)mogelijkheden om de effecten van de verdeelmodellen op te kunnen vangen, en de ontwikkeling van de subsidiebijdrage van de Rijksoverheid voor WSW-bedrijven (“oude rechten”) stellen wij voor om de stelpost decentralisaties op te hogen naar € 2,5 miljoen. Met deze verhoging creëren wij een stabiele basis om eventuele tegenvallers op te kunnen vangen.
Vervanging openbare ruimte De komende jaren is sprake van een toename van investeringen in vervanging van de openbare ruimte. Wij stellen u voor om ingaande 2016 voor de komende tien jaar, bovenop het al eerder beschikbaar gestelde bedrag van € 1 miljoen, nog eens € 2 miljoen extra beschikbaar te stellen voor deze vervanging. Gezien de omvang, maar ook in het licht van de aangekondigde wijziging in de regelgeving (“investeringen met maatschappelijk nut moeten eveneens geactiveerd worden”), stellen wij voor om deze € 3 miljoen in zijn geheel te activeren. Dit betekent dat de genoemde € 1 miljoen wordt omgezet in een investeringskrediet en daarom kan vrijvallen.
Bomenbeleidsplan In december 2013 heeft u het bomenbeleidsplan vastgesteld, waarbij de financiële consequenties op een later moment zouden worden meegenomen. Het Bomenbeleidsplan zorgt ervoor om met minder, maar goed gesitueerde, bomen de gemeente Ede toch een blijvend groen beeld te geven. Oplossingen zijn gezocht voor een aanzienlijk aantal bomen dat aan het eind van hun levensduur is, veel overlast veroorzaakt of erg duur is in onderhoud. U hebt gekozen voor het scenario met het accent op structuren. De benodigde omvormingskosten bedragen € 6 miljoen, wat uiteindelijk tot een besparing van ruim € 3 ton moet leiden. We stellen voor om de omvorming in een periode van 10 jaar te realiseren.
24
Perspectiefnota 2016-2019 Hiertoe zijn de kapitaallasten over een jaarlijks bedrag van € 600.000 opgenomen. De omvorming leidt al gedurende die periode tot een voordeel in de onderhoudskosten. Nu de kosten van de omvorming volledig worden gedragen binnen de algemene middelen, stellen wij voor om vanuit de reserve Vervanging kapitaalgoederen een bedrag van € 6 miljoen te laten vrijvallen.
Investeringsimpuls ICT Om verbeteringen te realiseren in de stabiliteit, continuïteit, beheersbaarheid en beveiliging van de ICT voorzieningen zijn de komende jaren extra investeringen nodig. Daarnaast is in afgelopen jaren het experiment van “open office” aangegaan, waarmee besparingen zijn gerealiseerd, dan wel kostenstijgingen zijn voorkomen. De praktijk heeft echter inmiddels uitgewezen dat de geboden kwaliteit en de stabiliteit van onze systemen achterblijven. Tenslotte vragen ook de decentralisaties investeringen in de ICT voorzieningen. Voor het verbeteren van de kwaliteit van de ICT voorzieningen en de I en ICT organisatie is een verbeterplan opgesteld. Ook wordt op dit moment een reorganisatie doorgevoerd binnen de afdelingen bedrijfsvoering waaronder dus de afdeling I en ICT om de formatie kwalitatief en kwantitatief op orde te brengen. Met de reorganisatie van de afdelingen bedrijfsvoering wordt ook een besparing van 20 procent gerealiseerd op de kosten van de totale overhead. De afdeling I en ICT is daarbij ontzien. Voor het uitvoeren van het verbeterplan is voor de jaren 2016 tot en met 2018 een jaarlijks bedrag van € 300.000 noodzakelijk. Daarnaast is het noodzakelijk om de bedrijfsvoeringsreserve op niveau te brengen, zodat ook de vervanging van hard- en software gewaarborgd is. Wij stellen u voor om een eenmalige dotatie van € 440.000 aan de bedrijfsvoeringsreserve te doen. De komende jaren moet blijken in hoeverre het mogelijk is om besparingen te realiseren in de ICT infrastructuur en de ICT organisatie of dat het noodzakelijk is om het budget voor ICT kosten structureel te verhogen. Wij willen daarvoor eind 2017 (opnieuw) een doorlichting laten uitvoeren van het functioneren van de I en ICT organisatie en een benchmark van de hoogte van de kosten van de I en ICT voorzieningen en organisatie in vergelijking met andere gemeenten. De uitkomsten daarvan betrekken wij bij de perspectiefnota 2018.
mEdemaken - frictie- en faseringskosten Het traject mEdemaken leidt tot een structurele opbrengst van € 4,6 miljoen. In de hoofdstukken 4 en 7 gaan wij nader in op voorstellen en keuzes mEdemaken. Om dit te kunnen realiseren, doen zich zowel frictie- als faseringskosten voor. De faseringsverschillen ten opzichte van de begrootte opbrengsten hebben wij al verwerkt in hoofdstuk 7. Vooralsnog stellen wij voor om een frictiebudget van in totaal € 2,4 miljoen op te nemen. Over het precieze verloop hiervan rapporteren wij in de jaarrekening en programmabegroting.
25
Ombuigingen bedrijfsvoering - frictie- en faseringskosten De ombuigingen bedrijfsvoering leidt tot een structurele opbrengst van € 5 miljoen. Om dit te kunnen realiseren doen zich zowel frictie- als faseringskosten voor. Wij stellen voor om in totaal € 6,5 miljoen beschikbaar te stellen. Over het precieze verloop hiervan rapporteren wein de jaarrekening en programmabegroting.
3.5. Samenvattend financieel overzicht Uitgaande van de Programmabegroting 2015 – 2018, en rekening houdend met al door uw raad gehonoreerde voorstellen, de uitkomsten van “actualisatie”, “gemeentefonds” en “noodzakelijke beleidsaanpassingen” leidt dit tot de volgende tussenstand van het meerjarenperspectief. Tabel 6 Tussenstand meerjarenperspectief
bedragen x € 1.000
Omschrijving
2015
2016
2017
2018
2019
2.497 N
2.355 V
3.885 V
3.076 V
3.076 V
205 N
1.059 N
469 N
319 N
319 N
2.169 N
1.590 N
100 N
50 N
132 N
85 N
85 N
85 N
700 V
700 V
Noodzakelijke beleidsaanpassingen
3.160 V
3.000 N
3.100 N
2.445 N
1.090 N
Tussenstand Perspectiefnota 2016-2019
1.796 N
3.379 N
131 V
962 V
2.235 V
Programmabegroting 2015-2018 Reeds gehonoreerd (maar niet verwerkt) nieuw beleid Actualisatie Gemeentefonds
In de tussenstand van het meerjarenperspectief is sprake van een structureel overschot van € 2,2 miljoen in 2019. erwerking van deze tussenstand van het meerjarenperspectief in de algemene reserve betekent datrekening houdend met de gehanteerde 2% norm voor de bodem, sprake is van een surplus van € 19,3 miljoen. Tabel 7 Tussenstand Algemene reserve bodemvoorziening Omschrijving Saldo 1 januari (na resultaatbestemming) Diverse onttrekkingen Resultaat perspectiefnota 2016-2019 Saldo per 31 december
2% norm
Afwijking van bodem
bedragen x € 1.000 2015
2016
2017
2018
2019
27.595 V
25.384 V
22.005 V
22.136 V
23.098 V
415 N 1.796 N
3.379 N
131 V
962 V
2.235 V
25.384 V
22.005 V
22.136 V
23.098 V
25.333 V
6.000 N
6.000 N
6.000 N
6.000 N
6.000 N
19.384 V
16.005 V
16.136 V
17.098 V
19.333 V
26
Perspectiefnota 2016-2019
4. mEdemaken en de kerntakendiscussie 4.1. De bezuinigingsopgave Onderdeel van deze perspectiefnota is het vaststellen van de omvang en inhoud van bezuinigingsmaatregelen op het beleid van onze gemeente. Wij bewegen ons daarbij in het spanningsveld dat we enerzijds moeten en willen zorgen voor een structureel sluitend meerjarenperspectief waarvoor structurele bezuinigingen noodzakelijk zijn. Anderzijds is het ook noodzakelijk om te blijven investeren in de ontwikkeling van een sociaal en economisch krachtige samenleving. Dit vraagt om het vinden van een evenwichtige en
Ik ben een mEde maker www.mEdemaken.nl
flexibele balans mede in het licht van de veranderende verhouding tussen gemeente, samenleving en markt. In 2014 hebben we daarvoor een pakket van bezuinigingsmaatregelen vastgesteld van € 5 miljoen op de bedrijfsvoering. Dit pakket aan bezuinigingen leidt tot opnieuw een reductie van onze organisatie met 100 Fte aan medewerkers. Daarnaast heeft uw Raad in 2014 besloten om eveneens voor € 5 miljoen bezuinigingsvoorstellen te ontwikkelen op beleid en aanvullend € 2 miljoen om ruimte te maken voor nieuw beleid. Daarbij is als opdracht meegegeven om de bezuinigingsvoorstellen zoveel mogelijk uit te werken vanuit het perspectief van de veranderende verhoudingen tussen gemeente, samenleving en markt. Ten behoeve van het ontwikkelen van de bezuinigingsvoorstellen op beleid is eind 2013 een traject gestart binnen de ambtelijke organisatie waarbij op een groot aantal beleidsterreinen in beeld is gebracht vanuit welke rolneming de gemeente Ede haar taken op een bepaald beleidsterrein kan uitvoeren (faciliteren, stimuleren, etc.), welke verschuiving in de rolneming mogelijk is en welke besparingen daarmee worden gerealiseerd. Dit is beschreven in de notitie kerntaken. Op basis van de notitie kerntaken heeft uw Raad bij de Meerjarenvisie 20142018 een aantal keuzes gemaakt en opdrachten geformuleerd voor uit te werken bezuinigingsmogelijkheden. Daarbij is tevens de opdracht verstrekt om dit zoveel als mogelijk uit te werken met de Edese samenleving. Daarvoor
27
is halverwege 2014 het traject mEdemaken gestart. Het proces van de uitvoering van mEdemaken en de uitgewerkte bezuinigingsvoorstellen zijn uitgebreid beschreven in het rapport “Ik ben een mEdemaker”. Naast de bezuinigingsvoorstellen die zijn uitgewerkt in het traject mEdemaken is door ons college een aantal bezuinigingsvoorstellen uitgewerkt dat zich niet goed leende voor een participatietraject met de samenleving. In onderstaand overzicht is aangegeven welke bezuinigingsvoorstellen zijn uitgewerkt binnen het traject mEdemaken en welke in de vorm van uitvoeringsplannen.
KERNTAKEN mEdemaken
&
Uitvoeringsplannen
Openbare ruimte
Cultuur
Parkeeropbrengsten
Ruimtelijke nota’s
Onderhoud vastgoed
€ 2,5 - 3 mln
€ 0,8 - 1,2 mln
€ 400 - 500.000
€ 100.000
€ 300 - 400.000
Buurthuizen & activiteiten
Sportaccommodaties
Leerlingenvervoer
Dienst verlening 2.0
Toezicht
€ 300 - 400.000
€ 350 - 450.000
€ 150 - 200.000
€ 350.000
€ 0 - 50.000
4.2. De thema’s uit mEdemaken Binnen mEdemaken zijn vijf thema’s uitgewerkt, met elk een door uw raad meegegeven bezuinigingsopgave. De vijf thema’s zijn: Openbare ruimte (bezuinigingsopgave € 2,5 – € 3 miljoen), Cultuur (bezuinigingsopgave € 0,8 – € 1,2 miljoen), Leerlingvervoer (bezuinigingsopgave € 150.000 – € 200.000), Sportaccommodaties (bezuinigingsopgave € 350.000 – € 400.000) en Buurthuizen en activiteiten (bezuinigingsopgave € 300.000 – € 400.000). Dit betreft voorstellen die uit de dialoog met de samenleving zijn gekomen.
1. Openbare ruimte (bezuinigingsopgave € 2,5 – € 3 miljoen) In de Meerjarenbeleidsvisie 2014-2018 is over Openbare ruimte het volgende opgenomen:” “Voor de combinatie van producten reiniging openbare ruimte, onderhoud van openbaar groen en openbare verlichting kiezen wij voor een combinatie van stimuleren en kwaliteitsaanpassing. Stimuleren door bijvoorbeeld materieel en materiaal beschikbaar te stellen. En ook menskracht beschikbaar te stellen om initiatieven te bevorderen en te ondersteunen. Denk hierbij aan: opschoonacties in wijken, acties gericht op preventie, zoals zichtbaarheid van BOA’s. De kwaliteitsaanpassing leidt van IBOR niveau B naar een IBOR niveau lager: C. Wij sluiten niet uit dat er door deze keuze een gedifferentieerd beeld
28
Perspectiefnota 2016-2019 kan ontstaan in onderhoud en aanzien van openbare ruimtes in verschillende wijken en buurten. Wij accepteren dat, maar stellen wel als randvoorwaarden dat veiligheid en volksgezondheid niet in het geding mogen komen. Ook mag er geen sprake zijn van onomkeerbaarheid door de veranderingen (desinvestering). Zoals hiervoor gemotiveerd, kiezen wij bij het product wegen voor kwaliteitsaanpassing. Ook hier kan het onderhoudsniveau van IBOR niveau B terug naar niveau C. Eveneens onder voorwaarden van borging van de veiligheid en geen onomkeerbare situaties.” Voor het thema verkeersveiligheid werden mogelijkheden gezien in een mix van verschillende rollen: behoud van de regierol voor onze wettelijke taken en een lichtere rol op de niet-wettelijke taken (ontwikkeltaken).
Invulling bezuiniging Het voorstel in twee hoofdlijnen te splitsen: - Zorg als gemeente voor ‘heel en veilig’ en onderhoud dat alles op een niveau C (volgens CROW systematiek, nu hanteert de gemeente minimaal niveau B). De gemeente laat enkele taken als smalle grasbermen, boomspiegels en speeltuinen los. Faciliteer de inzet van bewoners door middel van een wijkwerkwagen met gereedschap en kleine machines; - Geef ruimte voor enkele pilots om een bewonersbedrijf te starten, waarbij de bewoners de regie krijgen over het onderhoud en kleine investeringen in de hele wijk. Dit heeft geresulteerd in de volgende voorstellen Voorstel
Besparing
De gemeente onderhoud alles op niveau C CROW
€
1.020.000
Gedeelte van voorzieningen weghalen (trottoirs, lantaarnpalen,
€
85.000
Bewoners doen klein onderhoud en oplossen meldingen zelf
€
320.000
Gratis onderhoud van openbare ruimte door scholen en bedrijven
€
20.000
speelvoorzieningen en straat mubilair)
(reclame-uiting) Gemeente onderhoudt geen boomspiegels meer
€
25.000
Verkoop van al het snippergroen
€
20.000
Bewoners richten bewonersbedrijf op
€
20.000
Subtotaal
€
1.510.000
€
1.240.000
Sommige overheadkosten vallen niet weg (gebouw, hardware, enz) Totaal
270.000
Een uitgebreidere omschrijving: 1. Minder of niet onderhouden van de openbare ruimte De gemeente onderhoudt de hele openbare ruimte op een C-kwaliteit (volgens CROW-norm). De gemeente stopt daarnaast met enkele onderhoudstaken
29
(boomspiegels, speelplaatsen, legen van afvalbakken in de bebouwde kom, maaien van smalle grasstroken in de woonstra ten). Bewoners kunnen zelf kiezen of ze meer kwaliteit in hun woonomgeving willen en gaan zelf aan de slag. Bewoners kunnen dit ook meer georganiseerd doen per straat of met de buurtvereniging. De gemeente kan hen hierbij faciliteren met een wijkwerkwagen vol gereedschap en enkele kleine machines, zoals een grasmaaier, heggenknipschaar en bladblazer. 2. Bewonersbedrijven De tweede lijn richt zich op bewonersbedrijven. Bewoners starten een bewonersbedrijf vanuit een dorp, buurt of wijk en nemen de regie voor het onderhoud en kleine investeringen in de wijk. Het bedrijf krijgt de regie over de uitvoering. Ze krijgt van de gemeente een budget en zorgt dat het onderhoud wordt uitgevoerd. Dit kan zijn door een deel zelf uit te voeren (met vrijwilligers), maar ze kunnen ook een bedrijf opdracht geven de uitvoering te doen (of een combinatie van beiden). Een belangrijke voorwaarde is het stimuleren van vrijwillige inzet. Bijvoorbeeld door vrijwilligerswerk te belonen met een extraatje voor de sportclub of voor een extra activiteit in de wijk. Een bewonersbedrijf kan werkloze buurtgenoten aan werkervaring helpen en op deze manier een zinvolle daginvulling geven. Bewonersbedrijven zijn relatief nieuw in Nederland, maar het lijkt het uitproberen waard. Er zijn daarom drie pilots gestart: in De Valk, Wekerom en de Zeeheldenbuurt. Belangrijk is dat er per wijk of buurt wordt gekeken, door bewoners en gemeente, wat daar het beste past. Vooraf moet gezamenlijk worden bepaald welke producten wel en niet tot de verantwoordelijkheden gaan behoren en welk budget wordt meegegeven. Bewoners zullen altijd behoefte hebben aan ondersteuning. Om te beginnen bij het opzetten van een bedrijf of initiatief. Daarna regelmatig voor technische kennis en juridische aspecten bij het werk, vooral op het gebied van aansprakelijkheid. Ook is er behoefte aan diverse evaluatiemomenten in het jaar en aan uitwisseling van ervaringen tussen de buurten en dorpen in de gemeente Ede en bij andere gemeenten.
Aanvullende gemeentelijke voorstellen Om aan de kaders van mEdemaken te voldoen, zijn meer voorstellen nodig dan uit de themagroepen naar voren zijn gekomen. We hebben daarom nog een aantal extra mogelijkheden uitgewerkt en wel de volgende:
30
Perspectiefnota 2016-2019 Voorstel
Besparing
1 Openbare verlichting: 7,5% van areaal wordt afgesloten
€
86.000
2 Onderhoud sloten in buitengebied niet meer geheel voor rekening gemeente
€
50.000
3 Wegen afwaarderen of van functie veranderen
€
10.000
4 75% van de heesters omvormen naar gazon
€
141.000
5 Sponsoring openbare ruimte door bedrijven/ civiele kunstwerken
€
25.000
€
250.000
en straten namen geven van inwoners/bedrijven 6 Werkelijk gemaakte kosten riolering ook aan product riolering toekennen 7 Kostendekkend maken leges kabels en leidingen
€
90.000
8 Bij commerciële evenementen betaalt organisator beheer en
€
50.000
€
702.000
toezicht (grove inschatting) Totaal
2. Cultuur (bezuinigingsopgave € 0,8 – € 1,2 miljoen) In de Meerjarenbeleidsvisie 2014-2018 is over Cultuur het volgende opgenomen: “In het programma ‘Cultuur’ zijn verschillende rolverschuivingen denkbaar. Vooral de scenario’s faciliteren, stimuleren en kwaliteitsaanpassing zijn naar verwachting kansrijk.‘Faciliteren’ is voor veel beleidsonderwerpen binnen Cultuur een te onderzoeken rolneming. Waar kan de gemeente loslaten, maar ruimte houden om initiatieven die passen binnen de visie van de gemeente (eenmalig) te steunen? Voor sommige beleidsonderwerpen betekent een denkbare rolverschuiving richting ‘stimuleren’ een meer resultaatgerichte aanpak. Zo kan bijvoorbeeld in het geval van cultuureducatie worden overgegaan op financiering gebaseerd op het aantal mensen dat daadwerkelijk deelneemt aan een les. Een kwaliteitsaanpassing is denkbaar in het reduceren van het aantal locaties, als het bijvoorbeeld gaat om bibliotheken, musea of podia. Dat kan door locaties te sluiten, selectiever te ondersteunen of over te laten aan de markt. Als college kiezen wij voor een brede discussie met samenleving en instellingen en organisaties over het gehele culturele aanbod in Ede en de regio. Mede in relatie tot de aantrekkelijkheid van Ede als vestigingsplaats voor jongeren en hoger opgeleiden. Vraag en aanbod in Ede en de regio en omliggende steden moet met elkaar in verband worden gebracht. Ook moet duidelijk in beeld worden gebracht wat de specifieke culturele uitingen zijn in Ede en omstreken. Zoals de Heideweek en de verbinding met het Kröller Müller museum”.
Invulling bezuiniging Hieronder vindt u de financiële vertaling van de voorstellen van de themagroep Cultuur. De bedragen zijn inschattingen vanuit de ambtelijke organisatie op basis van de plannen van de themagroep cultuur. Een deel van de voorstellen
31
vraagt om nadere uitwerking, waarna pas een bezuinigingsbedrag kan worden ingevuld. Voorstel
Minimale bezuiging
Maximale bezuining
1. Huisvesten erfgoedcentrum in Cultura
€
20.000
€
20.000
2. Andere invulling Exposeum-ambitie
€ 250.000
€
300.000 #
3. Theater: geen subsidie De Reehorst
€
200.000
€
200.000
4. Concurrerend organiseren muziekonderwijs
€
500.000
€
500.000*
5. Andere inzet CBKE
€
43.000
€
53.000
6. Versobering Lokale Omroep Ede
€
20.000
€
20.000 #
7. Cultuurfonds (afhankelijk van voeding)
€ 60.000
€
200.000
(ambtelijke inschatting#) 8. Betere oppervlakte benutting
onderzoeken
onderzoeken
9. Meer opbrengsten door synergie-effecten
onderzoeken
onderzoeken
10. Minder subsidie door cult.ondernemerschap
onderzoeken
onderzoeken
11. Inzet provinciaal fonds voor cultuureducatie
onderzoeken
onderzoeken
Totaal
€ 1.093.000
€ 1.293.000
* er is een nadere uitwerking nodig om bedrag exacter te kunnen bepalen # meer marktwerking
Een toelichting op specifieke voorstellen: 4. Concurrerend muziekonderwijs Op dit moment is de cultuureducatie nog deels aanbodgestuurd. Het aanbod van cultuureducatie moet beter aansluiten op de vraag. Door gebruik te maken van breed en kwalitatief goed marktaanbod kan beter ingespeeld worden op die vraag. Voorstel is om cultuureducatie op een hernieuwde wijze in te richten. Dit zal met Cultura en andere cultuur educatieve aanbieders moeten worden ontwikkeld. Cultura zal dan voortborduren op het moderniseringsplan van het muziekonderwijs dat in 2012 al in de gemeenteraad van Ede is behandeld. Verwachte structurele bezuiniging: € 500.000 (los van eenmalige frictiekosten, naar verwachting rond de € 2 miljoen). 7. Cultuurfonds Een fonds dat werkt met een financieringsmix kan een belangrijk instrumentarium is om te komen tot vernieuwing. Het doel van een fonds is om culturele activiteiten en evenementen te stimuleren, meer ruimte te bieden voor nieuwe en creatieve initiatieven, prikkels te bieden voor bestaande initiatieven (bijvoorbeeld meer vraaggericht en meer gericht op samenwerking), laagdrempelige financiering mogelijk maken en een mix van financieringsvormen te bieden. Concreet wordt voorgesteld om (voor een gedeelte) af te stappen van de huidige subsidies binnen cultuur. Alleen structurele kosten (welke dat zijn
32
Perspectiefnota 2016-2019 moet worden uitgewerkt), basisvoorzieningen en wettelijke taken worden betaald vanuit gemeentelijke basisfinanciering (wat we voorheen subsidies noemden). Voor andere financiële bijdragen wordt een Cultuurfonds Ede ingericht. Aan bijdragen uit het Cultuurfonds kunnen voorwaarden worden gesteld. 9. Synergie Maak een cultuurvisie op basis van maatschappelijk belang en samenhang: : • Ontwikkel cultura-vestigingen tot aantrekkelijke culturele ontmoetingsplekken, waar altijd iets interessants te zien of te doen is. De wettelijke samenhang en ontmoeten en verbinden is hier de basis. • Ontwikkeling op elkaar afgestemde programmering, zodat de zeggingskracht van cultuur-uitingen en het bereik onder het publiek veel groter is (bijvoorbeeld het erfgoedcentrum). • Benut elkaars sterke kanten en mogelijkheden, werk samen om efficiënt een evenwichtig cultuur-product neer te zetten: afstemming, ontdubbeling, goede benutting van oppervlakte (afspraken met omliggende gemeenten, alternatieve inzet van het Exposeumgebouw voor de lokale kunst en cultuurbeoefening, ontschotting tussen cultuur, jeugdwerk, buurthuizen en welstede et cetera). • Durf te benoemen, wat wel minder kan (Reehorst, Exposeum, LOE) maar benoem ook wat meer aandacht verdient: cultuureducatie, poppodium, Novae Popschool en beeldende kunst. Daarnaast worden mogelijkheden aangedragen voor goedkopere uitvoering, maar zonder dat de kwaliteit van het eindresultaat er onder lijdt (muziekschool, erfgoedcentrum, meer ruimte voor ondernemerschap). De synergie op onderdelen ontstaat niet vanzelf, cultuurbemiddeling is hierin een cruciaal onderdeel. 10. Cultureel ondernemerschap Onder cultureel ondernemerschap wordt verstaan dat producenten van kunst en cultuur zoveel mogelijk betalend publiek interesseren voor hun producten. Waarbij zij tegelijkertijd de kunstzinnige waarde van het ‘product’ net zo hoog waarderen als een sluitende exploitatie. Cultureel ondernemerschap zal de sector minder afhankelijk maken van subsidies: -- Het (nog) meer zelf genereren van inkomsten door culturele instellingen. -- Andere verdienmodellen, gebruiker betaalt (maar wel met sociaal vangnet aan de achterkant) meer ruimte voor culturele instellingen om ook commerciële activiteiten (zoals horeca) te koppelen aan culturele activiteiten. -- Meer ruimte in vergunningen om activiteiten te ontplooien. -- Nieuwe manieren van aanbod (stem presentatie af op veranderend verwachtingspatroon, mensen willen niet meer alleen kijken, maar doen en
33
beleven genereert meer bezoek). -- betere locaties - Waar komen veel mensen en kun je beter in beeld komen? (Wellicht te combineren met tijdelijke leegstand winkels). -- Via een Cultuurfonds Ede nieuwe initiatieven voor cultureel ondernemerschap mogelijk maken Cultuurbemiddeling legt ook hier verbindingen.
3. Leerlingenvervoer (bezuinigingsopgave € 150.000 – € 200.000) In de Meerjarenbeleidsvisie 2014-2018 is over Leerlingenvervoer het volgende opgenomen: “Een scherpere definitie, het gebruik van het begrip ‘passend vervoer’ in combinatie met het stimuleren van toerusting op jongere leeftijd en daarmee vergroting van zelfredzaamheid geeft een kans op een bezuiniging.”
Invulling bezuiniging De resultaten van mEdemaken kunnen worden samengevat in een aantal uitgangspunten: 1. het stimuleren van verzelfstandiging; 2. het versoberen van de uitvoering; 3. het streven naar maatwerk; en 4. een besparing uit Europese aanbesteding en regionale samenwerking. Dat levert de volgende besparingen op: Voorstel
Besparing
Aanpassen kilometercriterium SO van 2 naar 4 kilometer
€
40.000
Aanpassen kilometercriterium SBO van 4 naar 5 kilometer
€
44,000
Uitsluitend OV-vergoeding voor signatuurvervoer
€ 81,000
Maatwerk in de uitvoering van de regeling
€
25.000
Besparing uit aanbesteding en regionale samenwerking
€
10.000
Totaal
€
200.000
Een toelichting op de voorstellen: 1. Stimuleren van verzelfstandiging Uitgangspunt is het streven naar zelfstandige deelname aan het verkeer. Concreet betekent dit, dat kinderen – voor zover hun beperking dat toelaat en eventueel onder begeleiding – gestimuleerd moeten worden om zelf naar school te kunnen gaan. Soms helpt het daarbij om extra training te krijgen of is een app behulpzaam. Ook de scholen kunnen hieraan bijdragen. Bijvoorbeeld door de schooltijden beter op elkaar af te stemmen of het aanbieden van verkeerslessen. Projecten als MEE op Weg dragen er eveneens aan bij dat kinderen (en hun ouders) begeleid worden om deze verzelfstandiging mogelijk te maken.
34
Perspectiefnota 2016-2019 2. Versoberen van de uitvoering De wet schrijft voor waar de gemeentelijke regeling voor leerlingenvervoer aan moet voldoen. Zo stelt de wet dat de gemeenteraad aangeeft welke kilometercriteria er gelden waarbuiten een vervoersvoorziening verstrekt kan worden. De wet gaat daarbij uit van een afstand van 6 kilometer. De gemeenteraad kan een kortere afstand vaststellen. Dat is tot op heden in Ede ook gebeurd. Zo geldt voor het basisonderwijs 6 kilometer, voor het speciaal basisonderwijs 4 kilometer en voor speciaal onderwijs (cluster 1 t/m 4) 2 kilometer. Het aanpassen van de kilometercriteria is in mEdemaken veel besproken. Er is consensus in de themagroep om de kilometergrens voor het speciaal onderwijs (SO) te verhogen van 2 naar 4 kilometer. Dit heeft gevolgen voor ongeveer 36 kinderen. In totaal is daarmee een besparing gemoeid van € 40.000. Minder draagvlak bestaat er voor het ophogen van de kilometercriteria voor het speciaal basisonderwijs (SBO) van 4 naar 5 kilometer. Ouders en de cliëntenraad staan niet achter deze verhoging. Deze maatregel heeft gevolgen voor 34 leerlingen en levert een besparing van € 44.000. In de themagroep is aangegeven dat verhoging van de kilometergrens voor leerlingenvervoer naar speciaal onderwijs naar 4 kilometer weliswaar mogelijk is, zolang er een hardheidsclausule met objectieve criteria bestaat waardoor ouders die niet in staat zijn om hun kinderen zelf te brengen (bijvoorbeeld door zorg voor andere kinderen, of door afwezigheid van voor- of naschoolse opvang) alsnog aangepast vervoer kunnen krijgen, ook binnen de 4 kilometergrens. De huidige verordening kent al een dergelijke clausule. Een duidelijk signaal vanuit mEdemaken is dat er een onderscheid zou moeten worden gemaakt tussen de leerlingen die vanuit een beperking niet zelfstandig naar school kunnen reizen en de leerlingen die een school bezoeken vanwege de signatuur van de school. Deze laatste groep heeft immers een keuze, de eerste groep niet. Zoals beschreven is het signatuurvervoer wettelijk geborgd, maar er zijn andere manieren om deze in te vullen. Zo komen binnen de gemeente Barneveld (ouders van) kinderen die gebruik maken van signatuurvervoer binnen het (reguliere) basisonderwijs in aanmerking voor een OV-vergoeding. De ontvangende school int deze gelden en vergoedt daaruit zelf het vervoer voor deze kinderen. Binnen de gemeente Ede worden nog 47 kinderen vervoerd via het aangepast vervoer. Mocht dezelfde wijze van uitvoering (als in Barneveld) in de gemeente Ede worden ingevoerd, dan brengt dat een besparing mee van € 81.000. De regeling kan nog verder worden versoberd door de kilometercriteria verder op te hogen tot het wettelijk maximum van 6 kilometer. Dat levert een aanvullende besparing op van € 16.000.
35
3. Streven naar maatwerk Vanuit mEdemaken is gevraagd om objectieve criteria die kunnen helpen bij het vaststellen van het maatwerk. Als instrument ligt het opstellen van een beleidsregel, waarin deze criteria staan, het meest voor de hand. Voorgesteld wordt om deze in samenspraak met de Cliëntenraad Leerlingenvervoer Ede (CLVE) op te stellen. Wij gaan ervan uit dat door het integreren van het leerlingenvervoer binnen een bredere uitvoering van taken in het sociaal domein (bijvoorbeeld Wmo, jeugd) en daartoe het opstellen van objectieve criteria in een beleidsregel daadwerkelijk maatwerk kan worden uitgevoerd. Overigens rekenen we tot dit maatwerk ook het contact met de ontvangende school bij een nieuwe intake. Ook vanuit de school moet het vervoer – en vooral ook het ontwikkelperspectief van de leerling (voor zover mogelijk)nadrukkelijk een rol spelen. Ook moet deze tijdens de schoolloopbaan mee kunnen ontwikkelen. 4. Aanbesteding en regionale samenwerking Aangezien het lopende contract met de huidige vervoerder (Noot) nog eenmaal een jaar verlengd kon worden, zal de komende Europese aanbesteding van het vervoer worden voorbereid. Wij gaan ervan uit dat de hierboven genoemde maatregelen leiden tot een versoberd bestek. Hierdoor wordt de regeling leerlingenvervoer meer in lijn gebracht met andere individuele voorzieningen. Een verdere kostenbesparing kan dus nog voortkomen uit de komende Europese aanbesteding van het vervoer. Ook kunnen regionale samenwerking en samenvoegingen met andere vormen van doelgroepenvervoer voor deze aanbesteding nog nader worden onderzocht.
4. Sportaccommodaties (bezuinigingsopgave € 350.000 – € 450.000) In de Meerjarenbeleidsvisie 2014-2018 is over Sportaccommodaties het volgende opgenomen: “- Binnensportaccommodaties: Gezocht wordt naar herbestemming/andere opbrengst voor circa 4 ( van de 35) accommodaties. Gelet op de vraag (schoolgymnastiek) is aan deze accommodaties geen behoefte meer. Hierbij is overleg met de afdeling Vastgoed. Samen met een taakstelling (minder locaties plus grotere duurzaamheid/beperken van energielast) voor Sport Service Ede wordt op binnensportaccommodaties een bezuiniging haalbaar geacht. - Buitensportaccommodaties: Door geleidelijke verhoging van de huurtarieven voor de sportvelden van nu 12,5% van de werkelijke kosten naar uiteindelijk (4 jaar) 25%, kunnen extra inkomsten worden verworven. De tarieven die geheven worden in de omgeving hebben bij dit voorstel een rol gespeeld. Dit laat onverlet dat kwetsbare groepen te allen tijde een beroep kunnen doen op een bijdrage in de kosten.
36
Perspectiefnota 2016-2019 - Zwembaden: Voor het totaal van het ‘zwemproduct’ ( De Peppel, Vrije Slag en Bosbad) gaan wij uit van een bezuiniging. De inzet daarbij is om de zwembaden open te houden en om de samenleving en zakelijk betrokkenen te betrekken bij het bedenken van alternatieven. De bezuiniging op het totale zwemproduct staat los van het herstelplan voor zwembad De Peppel, zoals omgeschreven in Hoofdstuk 3.
Invulling bezuiniging De voorstellen voor bezuinigingen op sportaccommodaties komen deels uit de opgave uit de Meerjarenbeleidsvisie 2014-2018 en deels uit de themagroepen van mEdemaken. De verhoging tegemoetkoming onderhoudslasten en het privatiseren buitenzwembad Lunteren zijn niet door de themagroep geopperd, maar komen voort uit de suggesties uit de Meerjarenbeleidsvisie. De voorstellen voor het privatiseren of het efficiënter inzetten van sportaccommodaties zijn deels ingegeven door de Meerjarenbeleidsvisie, deels door de themagroepen. Voor wat betreft het privatiseren van buitenzwembad Lunteren is het voorstel van ons als college om dit bedrag te laten staan en het gesprek aan te gaan met de 3 zwembaden de Peppel, Bosbad Lunteren en Vrije Slag Bennekom. Samen met deze baden kijken we hoe de € 200.000 bezuiniging kan worden ingevuld. Genoemde € 2 ton is het bedrag dat de gemeente bijdraagt aan de exploitatie van bosbad Lunteren. Dat wordt nu niet bezuinigd op het bosbad Lunteren sec, maar als taakstelling aan de zwembaden meegegeven. De uitwerking gebeurt op weg naar de komende Programmabegroting. Hieronder vindt u een toelichting op de verschillende onderdelen. 1. Meer efficiënte inzet binnensportaccommodaties Kijken of activiteiten efficiënter verdeeld kunnen worden over accommodaties en daarmee binnensportaccommodaties kunnen worden afgestoten, mits dit niet ten koste gaat van activiteiten. Vooralsnog kunnen bij de binnensport drie accommodaties worden afgestoten zonder dat dit ten koste gaat van de activiteiten. Dit zijn Groenendaal, Blijdenstein en de Schoolstraat in Bennekom. Dit plan levert een besparing van ongeveer € 95.000 en is als volgt opgebouwd: Het niet bouwen van een nieuwe accommodatie op het Enka-terrein levert structureel een besparing van € 65.000 op. Het sluiten van de accommodaties levert (bij herbestemming) € 30.000 besparing op de gemeentelijke begroting op. De inschatting is dat door de sluiting van de drie accommodaties ongeveer € 55.000 op de subsidie aan SSE bespaard kan worden.
37
2. Bevorderen van (maatschappelijk) ondernemerschap Dit idee gaat uit van het genereren van extra middelen voor de verenigingen om zo de verhoging van de bijdrage aan onderhouds- en beheerskosten terug te verdienen. Verenigingen kunnen lokaal en regionaal verbindingen leggen met andere verenigingen d.m.v. schaalvergroting en fusies. Hierdoor wordt efficiënter gebruik gemaakt van de beschikbare accommodaties. Ook kan de samenwerking met andere functies zoals bijvoorbeeld buurthuizen, BSO’s et cetera gezocht worden. Daarnaast kunnen andere activiteiten en nevenfuncties, zoals feesten, verhuur en het uitbreiden van het aanbod aan diensten, zoals flexibele werkplekken op de sportclub ontplooid worden. De samenwerking met buurthuizen is apart benoemd. Activiteiten kunnen beter op elkaar afgestemd worden. Door efficiënter gebruik te maken van accommodaties kan bespaard worden. 3. Verduurzaming Verduurzaming wordt als een mogelijkheid gezien om kosten te besparen. Het idee is alle (of zoveel als mogelijk) accommodaties te voorzien van zonnepanelen, zodat ze zo veel mogelijk in hun eigen energie kunnen voorzien. Hiermee besparen ze op energiekosten. Dit vergt wel in eerste instantie een investering, maar deze verdient zich later terug. Naast een investering van de gemeente kunnen verenigingen hierin ook zelf een rol spelen door zelf te investeren (bijvoorbeeld verenigingen die een ‘spaarpot’ hebben, of zelf een leasecontract aangaan). De gemeente kan daarbij faciliteren en adviseren, of verenigingen vragen een eenmalige bijdrage van hun leden, et cetera). Dit idee is vooral goed uit te werken voor de buitensportverenigingen, omdat zij hun eigen energielasten betalen. In het geval van binnensport komen deze besparingen ten goede van SSE. Binnensportverenigingen betalen de energielasten via de huur aan de locatie. Vooralsnog is er extra onderzoek nodig om hier een bedrag aan te hangen. 4. Privatiseren sportaccommodaties Een aantal jaren geleden zijn tennisverenigingen geprivatiseerd. Ook verenigingen als DVO, Sportcombi en MHC Ede kennen een hoge mate van zelfstandigheid. De gemeente bespaart (gedeeltelijk) op onderhoudslasten en kapitaalslasten. De vraag is hierbij wat je privatiseert: eigendom, onderhoud, velden of kleedkamers of een mix daarvan? Als mogelijk onderzoek wordt het verder privatiseren van accommodaties meegegeven. Bij dit idee wordt bewust en ondernemend gedrag verwacht van de verenigingen. De ene vereniging is hier beter op toegerust dan de andere. De kracht van veranderingen zit echter steeds in de verenigingen zelf. Dit moet de gemeente
38
Perspectiefnota 2016-2019 ondersteunen en faciliteren. Er is extra onderzoek nodig om hier een bedrag aan te koppelen. 5. Sport Service Ede De rol van SSE is niet voor alle deelnemers van mEdemaken duidelijk. Onderwerp van gesprek was of dat beter zou kunnen. De vraag die de deelnemers zichzelf stelden: doet SSE wel de goede dingen? Het idee ontstond om op basis van het nieuwe IHP binnensport (integraal huisvestingsplan binnensport), per object te kijken wat de werkelijke lasten zijn en daarop de subsidie aan te passen. 6. Efficiënter inzet budgetten buitensport Er is door deelnemers van mEdemaken aangegeven om te kijken of de budgetten voor de buitensport efficiënter kunnen worden ingezet. De mogelijkheden hiervan zijn globaal door de gemeente verkend. In de huidige onderhoudsbudgetten zit een groot aantal stelposten, die ingezet kunnen worden bij een calamiteit. Voorstel is om de budgetten te beperken tot het hoogst noodzakelijk en daarmee € 50.000 te besparen. Risico daarbij is wel dat bij een calamiteit er een beroep moet worden gedaan op de algemene reserve. Daarnaast kunnen we de bijdrage van de verenigingen voor het onderhoud met in totaal € 50.000 verhogen om de tarieven gelijk te trekken met de regio. Dit laatste komt niet voort uit de themagroep, maar is wel noodzakelijk om de taakstelling te realiseren.
5. Buurthuizen en activiteiten (bezuinigingsopgave € 300.000 – € 400.000) In de Meerjarenbeleidsvisie 2014-2018 is over Jeugdvoorzieningen het volgende opgenomen: “Voor dit onderdeel van het programma kiezen wij voor de rol stimuleren. Wij willen bezien of in samenspraak met de samenleving tot een besparing kan worden gekomen. Een besparing welke gevonden kan worden door bijvoorbeeld het “ontdubbelen” van activiteiten, betrekken van andere spelers/ vrijwilligers en het beter aansluiten van activiteiten op de behoefte. In de Meerjarenbeleidsvisie 2014-2018 is over het programma Maatschappelijke ondersteuning het volgende opgenomen: Het programma ‘Maatschappelijke Ondersteuning’ hangt deels samen met de komende decentralisatie in het sociaal domein. Rolverschuiving is in dit programma denkbaar als het gaat om de inzet van maatschappelijke partners. Kiest de gemeente voor een lichtere rolneming, dan doen wij een groter beroep op onze partners en zoeken wij voordelige samenwerkingsvormen, bijvoorbeeld met welzijnsorganisaties en buurtverenigingen. In maatschappelijke ondersteuning, mantelzorg en
39
vrijwilligerswerk kan de mogelijkheid om te faciliteren ingevuld worden door incidentele subsidies. Ook in dit programma hangt een verandering van rol samen met maatschappelijk vastgoed: het kan betekenen dat vastgoed wordt afgestoten of dat efficiënter gebruik gemaakt wordt van bestaande voorzieningen. Voor het product sociaal cultureel werk kiezen wij voor de rol stimuleren”.
Invulling bezuiniging Er is vanuit drie invalshoeken gekeken naar de toekomst van de buurt- en dorpshuizen. • Invalshoek 1: een wijkbudget voor activiteiten • Invalshoek 2: meer ondernemerschap van de buurt- en dorpshuizen • Invalshoek 3: er komt één centrale voorziening per wijk (2 opties) Voorstel Totale subsidieuitgave buurt- en dorpshuizen inclusief beheerders en
Besparing €
1.513.622
ondersteuning besturen Voor 2/3 van € 1.507.020 = € 1.009.081 kan de subsidie met 20% naar
€
201.816
beneden door stimuleren ondernemerschap Totale uitgave ná invoering
€
1.311.806
Besparingsmogelijkheid
€
201.816
Deze invalshoeken sluiten elkaar niet uit, maar kunnen aanvullend aan elkaar worden ingezet. Hieronder vindt u een toelichting op de verschillende invalshoeken: 1. Een wijkbudget voor activiteiten (0 tot 100 jaar) We stoppen met de financiering van (een gedeelte van) de huidige activiteiten in de wijk en stellen per wijk een budget beschikbaar voor initiatieven van inwoners (jong & oud). De wijken zijn: Veldhuizen/Kernhem, Ede Centraal, Ede-Zuid/ Bennekom, Buitendorpen. Voor de activiteiten voor jeugd en volwassenen is er nú een totaalbudget van € 1,5 miljoen beschikbaar. Dit bestaat uit middelen voor o.a. huiskamerprojecten voor jongeren, meiden- en kinderwerk, jongerenwerk, Move’In, Perron31, diverse activiteiten in de buurthuizen, buurtbemiddeling, opbouwwerkers en speeltuinverenigingen. De activiteiten worden uitgevoerd door Welstede. De taakstelling bedraagt 10%, ofwel: € 150.000 (incl. overhead Welstede). Na aftrek hiervan blijft € 1,35 miljoen over voor activiteiten. Een evenredige verdeling naar de vier wijken van Ede zou betekenen € 337.500 per wijk.
40
Perspectiefnota 2016-2019 Voorstel
Besparing
Totale subsidieuitgave activiteiten
€
1.500.000
Besparing door vraaggericht en effectiever werken
€
150.000
Totale uitgave ná uitvoering
€
1.350.000
Besparingsmogelijkheid
€
150.000
2. Meer ondernemerschap van de buurt- en dorpshuizen Buurthuizen werken meer vraaggericht en worden ondernemender (ook commercieel), zodat zij meer inkomsten zelf genereren. Buurthuizen blijven tot missie hebben om er te zijn voor iedereen, ook voor de meer kwetsbare inwoners van de wijk: “bedruipmodel”. Totale uitgave aan buurt- en dorpshuizen inclusief beheer en ondersteuning van besturen bedraagt € 1,5 miljoen. 1/3 van buurt- en dorpshuizen werkt al ondernemend. Zij kunnen zichzelf beter bedruipen waardoor 65% van het subsidiebedrag nodig is voor exploitatie. 2/3 van de buurthuizen heeft nog geen of beduidend minder ondernemende activiteiten en besteden 85% van de subsidie aan exploitatie. Door ondernemerschap te stimuleren en inkomsten te genereren kan de totale subsidiesom omlaag. Voorstel
Besparing
Totale subsidieuitgave buurt- en dorpshuizen inclusief beheerders en
€ 1.513.622
€ 201.816
Totale uitgave ná invoering
€ 1.311.806
Besparingsmogelijkheid
€
ondersteuning besturen Voor 2/3 van € 1.507.020 = € 1.009.081 kan de subsidie met 20% naar beneden door stimuleren ondernemerschap
201.816
3. Er komt één centrale voorziening (dorps- of buurthuis) per wijk Bij deze invalshoek zijn er twee opties: Optie 1: Per wijk komt er één centrale voorziening waar de inwoners van die wijk gebruik van kunnen maken. Het gaat er hierbij om dat centra sluiten, niet dat activiteiten verdwijnen. In het rapport ‘Ik ben een mEdemaker’ wordt opgetekend dat de wijken Veldhuizen/Kernhem en Maandereng/Rietkampen beide over 2 centra beschikken. Voorstel Totale subsidieuitgave Buurt- en Dorpshuizen inclusief beheerders en
besparing
€ 1.564.520
Sluiting twee buurthuizen
€
307.500
Besparingsmogelijkheid
€
307.500
ondersteuning besturen
Optie 2: De gemeente subsidieert alleen nog de huur van het pand Wat doet de gemeente? • Gemeente betaalt de huur van het pand • Gemeente zorgt voor groot onderhoud
41
Wat doet de stichting • Gas, water, elektra en klein onderhoud voor stichting • Ook de beheerders worden door de stichting betaald, of door vrijwilligers ingevuld. Wat betekent dat financieel • Stichtingen moeten de lasten dekken uit activiteiten, verhuur en barinkomsten. Deze lasten zullen stijgen een aantal centra zal extra inkomsten moeten verwerven.
4.3. De thema’s uit de uitvoeringsplannen In de paragraaf hiervoor hebben we de bezuinigingsvoorstellen uit mEdemaken op een rij gezet. In deze paragraaf staan de bezuinigingsvoorstellen die zijn voortgekomen uit de zogenaamde uitvoeringsplannen. Dit zijn de thema’s waarbij uitwerking in samenwerking met de Edese samenleving minder voor de hand liggend was. Deze thema’s zijn daarom intern opgepakt. Er zijn vijf thema’s binnen de uitvoeringsplannen met de door uw raad meegegeven bezuinigingsopgave: Dienstverlening 2.0 (bezuinigingsopgave € 350.000), Parkeeropbrengsten (bezuinigingsopgave € 400.000 - € 500.000), Ruimtelijke nota’s (bezuinigingsopgave € 100.000), Toezicht (bezuinigingsopgave € 0 - € 50.000) en Onderhoud vastgoed (bezuinigingsopgave € 300.000 - € 400.000).
1. Dienstverlening 2.0 (bezuinigingsopgave € 350.000) In de Meerjarenbeleidsvisie 2014-2018 is over dienstverlening het volgende opgenomen: “Bij dit product kiezen wij ervoor om de burgers actief te sturen naar het goedkoopste (in veelgevallen digitale) kanaal. Als randvoorwaarde geldt daarbij wel dat onze ICT-faciliteiten op orde zijn. Voor het sociaal domein geldt dat bij een aantal activiteiten minder digitaal gewerkt moet worden (behouden van mens-mens-contacten).” Invulling bezuiniging De voorstellen voor wat betreft dienstverlening dalen neer in drie onderdelen van de gemeente: 1. de balies burgerzaken We gaan de openingstijden van de loketten verminderen. De afgelopen jaren hebben we ervaringen opgedaan met een beperkte vrije inloop en een uitgebreidere openstelling voor afspraken. Hierin is geconstateerd dat de
42
Perspectiefnota 2016-2019 burger meer gebruik maakt van de vrije inloop dan de afspraakmogelijkheid. Door daarbij de openingstijden meer af te stemmen op de wensen van de burger, (verlengde avondopenstelling/ zaterdagopenstelling) verwachten wij dat de impact op de dienstverlening nihil zal zijn. Daarnaast zal er de komende periode actief gestuurd worden op het digitale kanaal, mede met behulp van zelfservice zuilen. 2. het archief 3. het klantcontactcentrum (KCC) Alle onderdelen worden ook geraakt door de bezuinigingen op bedrijfsvoering, maar in het geval van het klantcontactcentrum overlappen de twee sporen (kerntaken en bedrijfsvoering) meer. Daarom is ervoor gekozen in deze Perspectiefnota de voorstellen voor wat betreft het archief en burgerzaken al op te nemen (zie hieronder) en de voorstellen voor het klantcontactcentrum in aanloop naar de volgende Programmabegroting verder uit te werken voor de overige benodigde bezuiniging. Deze bezuiniging gaat gerealiseerd worden door meer in de keten te gaan samenwerken, en meer organisatiebreed van buiten naar binnen te kijken. Daarbij gaan mogelijk de afdelingen burgerzaken en KCC samengevoegd worden. Voorstellen Archief en Burgerzaken Voorstel
Mogelijke besparing
Alternatieve wijze van dienstverlening (2 ochtenden per locatie) in
€
Lunteren en Bennekom. Aanpassen/stoppen met geboorteloket Ziekenhuis GVE,
€
momenteel 5 dagen per week. Verminderen openingstijden loket Burgerzaken ten opzichte van
26.500 (maximale variant) 15.000 (maximale variant)
€
de huidige 42 uur.
65.000 (maximale variant)
Stoppen met uitgifte van de eigen verklaring voor rijbewijs.
€
4.000
Wat digitaal kan digitaal verplichten, onder andere verhuizing,
€
30.000
Huwelijksaangifte(ondertrouw) anders organiseren.
€
5.000
Verkiezingsbiljetten niet meer huis-aan-huis verspreiden.
€
10.000
Archief: Fysieke dienstverlening sterk terugdringen tot minimum,
€
vestiging vanuit andere gemeente, aktes en uittreksels aanvragen, verklaring naamgebruik en betalingen niet meer aan de kassa (voorbeelden hiervan zijn belasting en parkeerbetalingen).
digitale beschikbaarstelling van informatie wordt leidend. Totaal:
40.000 (maximale variant)
€
195.500
In de informatiebijeenkomst op 4 juni 2015 bent u nader over deze voorstellen geïnformeerd.
2. Parkeeropbrengsten (bezuinigingsopgave € 400.000 – € 500.000) In de Meerjarenbeleidsvisie 2014-2018 is over parkeeropbrengsten het volgende opgenomen: “De gemeente bepaalt het beleid en de uitvoering van het gereguleerd parkeren. Ordening van parkeermogelijkheid is van groot belang uit
43
een oogpunt van stedelijke kwaliteit en economie. De gemeente krijgt meer vrijheid om de opbrengsten te optimaliseren via verhoging van de (gedifferentieerde) tarieven en het uitbreiden van betaald parkeergebieden. Het gevolg is meer opbrengsten. Dat laat onverlet de in het convenant gemaakte afspraak dat invoering van realtime parkeren in het centrum budgettair neutraal dient te verlopen.”
Invulling bezuiniging Door het uitvoeren van een Quick Scan is op hoofdlijnen onderzocht of en op welke wijze aan deze wens voor 2018 kan worden voldaan. Daarbij is gekeken naar zowel de opbrengsten als de kosten. Hieruit komen voor € 615.000 aan bezuinigingsvoorstellen. De opgave is € 400-500.000, wat betekent dat er keuzeruimte is. In de informatiebijeenkomst op 16 april 2015 bent u nader over deze voorstellen geïnformeerd. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de financiële effecten van mogelijke maatregelen: Maatregel
Jaarlijks resultaat
Kostenbesparende maatregelen Verbeteren contract beheer parkeerapparatuur en geldgaring
€
30.000
Verbeteren afspraken invordering naheffingsaanslagen
€
16.000
Fiscaliseren parkeerterreinen met slagbomen
€
243.000
Fiscaliseren vergunninghoudersgebieden
€
50.000
Verhogen parkeertarieven
€
120.000
Verhogen tarief bewonersvergunning
€
120.000
Reguleren parkeren op BTA12
€
36.000
Totaal
€
615.000
Omzetverhogende maatregelen
Als college kiezen wij van de taakstelling voor € 5 ton, zodat keuze binnen de maatregelen mogelijk is.
Toelichting maatregelen Volgens de Quick Scan kan binnen het parkeerbeheer circa € 46.000 bespaard worden. Daarbij zijn de overheadkosten buiten beschouwing gelaten. Deze overheadkosten liggen op een normaal niveau voor een gemeente. Een parkeerbeheerbedrijf dat op de markt opereert heeft lagere overheadkosten. De vraag hoe de gemeente Ede hiermee wenst om te gaan, vraagt een antwoord met een perspectief op de totale gemeentelijke organisatie. De kostenbesparing van € 46.000 houdt in dat de bezuinigingstaakstelling wat betreft de baten komt te liggen op € 450.000. In de Quick Scan wordt daartoe het volgende advies gegeven:
44
Perspectiefnota 2016-2019 Fiscaliseren slagboomterreinen
€ 243.000
Regulering BTA12
€ 36.000
TOTAAL € 297.000 Met alleen inhoudelijke maatregelen is het niet mogelijk de bezuinigingstaakstelling te behalen. Hiervoor zijn ook tariefsmaatregelen noodzakelijk. 1. Stapsgewijze verhoging tarief bewonersvergunning naar € 100 € 120.000 OF 2. Gelijktrekken parkeertarieven naar € 2,00 per uur
€ 120.000
Bij deze maatregelen is het uitgangspunt een kostenneutrale handhaving. Dit is echter afhankelijk van de wijze waarop hieraan invulling wordt gegeven. Hierbij is een duidelijke relatie tussen de inzet van handhaving, de te hanteren uurtarieven en het aantal naheffingsaanslagen. Het advies is dan ook een business case handhaving op te zetten.
3. Ruimtelijke nota’s (bezuinigingsopgave € 100.000) In de Meerjarenbeleidsvisie 2014-2018 is over het terugbrengen van het aantal ruimtelijke nota’s het volgende opgenomen: “Voor het ruimtelijk relevant beleid wordt gezocht naar een nieuwe aanpak. Vergelijkbaar met de nieuwe werkwijze op het gebied van ruimtelijke plannenmakerij. Daarbij worden 10 à 20 beleidsnota’s die voor ruimtelijk beleid relevant zijn samengevat in één beleidsnota. Deze (super-)nota’s worden actueel gehouden in frequente samenspraak met de samenleving. Daarbij wordt gewerkt vanuit een andere rol van overheid: niet oordelend of mening opleggend. Maar luisterend, overleggend en initiatief en uitvoering overlatend. Door de brede aanpak en frequente aanpassingen worden grote schoksgewijze koersveranderingen voorkomen. Het beleid wordt op een hoger abstractieniveau bepaald; er wordt meer overgelaten aan de samenleving. Gestart wordt met 2 nota’s: Economie (breed) en Wonen & voorzieningen. Mogelijk kan de voorgestelde bundeling van beleid(snota’s) ook op gebied van sociaal domein worden benut. Verwacht wordt dat deze benadering leidt tot minder ambtelijke inzet en een efficiënter werkende organisatie (de uiteindelijk bespaarde inzet geraamd op > 2.500 manuren/jaar)”.
Invulling bezuiniging Het huidige ruimtelijke beleid van de gemeente is gefractioneerd, onoverzichtelijk, niet consistent en voor belangrijke delen niet actueel. Dat leidt tot verwarring bij burgers, bedrijven en bestuurders. Doel is het geïnventariseerde ruimtelijk beleid substantieel terug te brengen in aantal nota’s en in omvang en het beleid op een toegankelijke manier te ontsluiten voor burgers, bedrijven en bestuurders.
45
Ede kent 71 ruimtelijke nota’s. De geïnventariseerde ruimtelijke nota’s exclusief de structuurvisies moeten uiteindelijk landen in drie ruimtelijke nota’s. Uitgangspunt hierbij is wat ziet de burger als hij buiten naar de ruimte kijkt. Dan zijn er eigenlijk drie groepen functies: • wonen en voorzieningen; • werken en economie; • openbare ruimte / leefomgeving. Daarnaast blijven er vooral gebiedskwaliteiten waarderingen en kansen over. Die willen we laten landen in de Gebiedsatlas, de structuurvisie Ede Stad, de structuurvisie Buitengebied en Kernen en de Beeldkwaliteitsplannen gekoppeld aan de bestemmingsplangebieden. Aan de vernieuwing van het Ruimtelijk beleid is een bezuiniging gekoppeld van € 100.000, circa 2.500 uur inzet over het volledig ruimtelijk domein. Tussen de betrokken beleidsafdelingen is afgesproken dat ieder circa een derde van de bezuinigingen voor zijn rekening neemt. We concluderen dat de bezuinigingsdoelstelling van € 100.000 kan worden gerealiseerd.
4. Toezicht (bezuinigingsopgave € 0 - € 50.000) In de Meerjarenbeleidsvisie 2014-2018 is over toezicht het volgende opgenomen: “ Wij willen burgers, ondernemers en andere partners in veiligheid en leefbaarheid stimuleren om (mee) te werken aan de leefbaarheid. In de huidige werkwijze en in de nieuw te ontwikkelen interne organisatie (toezicht in vier wijkteams) worden burgers, ondernemers en andere partners sterk betrokken in het product veiligheid en leefbaarheid. Zij zijn onmisbaar in dit geheel. Ondanks of dankzij dit aspect is en blijft handhaving een wettelijke taak van gemeenten en dit sluitstuk is vaak noodzakelijk voor succes. Stimuleren is belangrijk voor afdoende resultaten en betrokkenheid en heeft een positieve invloed. Daardoor is minder handhaving nodig.”
Invulling bezuiniging Een verdere bezuiniging van € 50.000 op toezicht betekent inkrimping van de formatie van de afdeling Toezicht met 1,15 FTE. Dit houdt in dat voor 1 FTE een contract niet verlengd wordt en 0,15 FTE inkrimping bestaande formatie uit de managementruimte wordt gehaald.
5. Onderhoud Vastgoed (bezuinigingsopgave € 300.000 – € 400.000) In de Meerjarenbeleidsvisie 2014-2018 is over gemeentelijk vastgoed het volgende opgenomen: “De afdeling Vastgoed zal de efficiency van het beheer van gemeentelijk
46
Perspectiefnota 2016-2019 vastgoed verbeteren en verder rationaliseren. Het onderhoudsniveau kan naar beneden worden bijgesteld en afgestemd op gebruik en functie. In de Programmabegroting 2015-2018 wordt een verdere bezuiniging als optie opgenomen.”
Bezuiniging Vanuit een eerste extrapolatie van de benodigde onderhoudsmiddelen op basis van uitgevoerde conditiemetingen, blijkt dan een bezuiniging van € 300.000 - € 400.000 op onderhoud niet te realiseren. De verwachte structurele onderhoudslasten zijn bepaald op basis van conditiemetingen van 30% van de portefeuille. Deze extrapolatie laat een structureel tekort zien van zo’n € 100.000 ten opzichte van de huidige begroting. Bij bepaling van dit structurele tekort is er al vanuit gegaan dat we optreden als regie-organisatie en is het onderhoudsniveau al naar beneden bijgesteld. Zodra van alle objecten de conditiemeting uitgevoerd is en de verwachte onderhoudskosten in beeld zijn, zal gekeken worden of er een optimalisatieslag mogelijk is in het uit te voeren onderhoud en of daarmee een besparing mogelijk is. Op andere elementen binnen het gemeentelijke vastgoed zijn er wel besparingen mogelijk. De afboeking van verschillende accommodaties naar marktwaarde aan het einde van 2014 levert vanaf 2015 een structurele besparing op in kapitaallasten. Daarnaast wordt momenteel onderzocht wat de mogelijkheden zijn om de afschrijving van objecten die veelal lineair plaatsvindt om te zetten naar een annuïtaire afschrijving. Een annuïtaire afschrijving sluit beter aan bij het in rekening brengen van kostprijsdekkende huurprijzen. De jaarlijkse kosten zijn dan meer in lijn met de jaarlijkse huuropbrengsten. Daarnaast zou een wijziging naar annuïtaire afschrijving een structurele besparing op kunnen leveren op de kapitaallasten behorende bij het gemeentelijke vastgoed.
Planning Aan het einde van het tweede kwartaal 2015 zijn alle conditiemetingen uitgevoerd en kan een compleet en geoptimaliseerd beeld geschetst worden van de te verwachten structurele onderhoudskosten. Ook is er aan het einde van het tweede kwartaal een beeld van de verdere besparingsmogelijkheden binnen het gemeentelijke vastgoed. We verwachten hiermee op weg naar de volgende programmabegroting de bezuiniging van € 300.000 te kunnen halen.
4.4. Samenvattend financieel overzicht In onderstaande tabel vindt u een overzicht van de bezuinigingsopgaven uit de Meerjarenbeleidsvisie 2014-2018 en de besparingen die de meest vergaande
47
voorstellen voor de verschillende thema’s opleveren. Waar bekend zijn de benodigde investeringen (incidenteel) aangegeven. Thema
Opgave MJB 2014-2018:
Benodigde eenmalige investering
Voorstellen voor besparing van:
mEdemaken Openbare ruimte
€
2,5 – 3,0 miljoen
€
1.942.000
€
1.870.000
Cultuur
€
0,8 – 1,2 miljoen
€
1.293.000
€
2.000.000
Leerlingenvervoer
€
150 – 200.000
€
216.000
€
70.000
Sportaccommodaties
€
350 – 450.000
€
450.000
Buurthuizen en
€
300 – 400.000
€
1.111.000
€
350.000
€
PM
activiteiten uitvoeringsplannen Dienstverlening 2.0
PM
195.000 + aanvulling KCC
Parkeeropbrengsten
€
400 – 500.000
€ 663.000
Ruimtelijke nota’s
€
100.000
€ 92.865
Toezicht
€
0 – 50.000
€ 50.000
Onderhoud vastgoed
€
300 – 400.000
€ 300.000
Tabel 8 mEdemaken en overige ombuigingen Omschrijving
Begroting x € 1.000 2015
2016
2017
2018
2019
690v
1.325 V
1.525 V
1.940 V
Leerlingenvervoer
200 V
200 V
200 V
200 V
Sportaccommodaties
115 V
200 V
450 V
450 V
60 V
420 V
660 V
mEdemaken: BOR
Buurthuizen en activiteiten Cultuur
460 V
460 V
480 V
1.090 V
1.465 V
2.245 V
3.075 V
4.340 V
Parkeren
250 V
375 V
500 V
500 V
Vastgoed
150 V
300 V
300 V
300 V
Dienstverlening
350 V
Subtotaal mEdemaken (minimale variant)
Overige voorstellen:
150 V
150 V
250 V
Toezicht
25 V
50 V
50 V
50 V
Beleidsnota’s
50 V
100 V
100 V
100 V
Subtotaal overige voorstellen
625 V
975 V
1.200 V
1.300 V
Onderwijsondersteuning
200 V
200 V
200 V
200 V
2.290 V
3.420 V
4.475 V
5.840 V
Totaal Verwerkt in het meerjarenperspectief
3.500 V
5.000 V
5.000 V
5.000 V
Meeropbrengst
1.210 N
1.580 N
525 N
840 V
Per jaar komen we daarmee uit op een meeropbrengst zoals weergegeven in bovenstaande tabel. In hoofdstuk 7 komen wij terug op onze voorstellen.
48
Perspectiefnota 2016-2019
5. De speerpunten van het Convenant Dit hoofdstuk beschrijft de speerpunten uit het Convenant 2014-2018 en de bijbehorende financiële claims. Het doel van alle speerpunten is om de sociale en economische kracht van de gemeente Ede te versterken. Het is belangrijk om blijvend te investeren en te innoveren, voor economische groei van werkgelegenheid. Daarom beoordelen we de 10 speerpunten die voortkomen uit het Convenant 2014-2018 en de Visie Ede 2025 op hun bijdrage aan het grotere geheel en op hun bijdrage aan elkaar. Zo kunnen we zoeken naar synergie (1+1=3). We beantwoorden drie vragen: • Wat gaan we per speerpunt doen en waarom? • Wat is de samenhang en synergie in de speerpunten? • Wat is de financiële claim die voortkomt uit het Convenant 2014-2018? Een deel van de financiering is ‘going concern’ en was dus al opgenomen in de Programmabegroting 2015-2018. Een ander deel van de financiering zit in de noodzakelijke beleidsaanpassingen en/of de actualisatie van de Programmabegroting 2015-2018, en staan dus in Hoofdstuk 3 van deze Perspectiefnota. In dit hoofdstuk staan uitsluitend de claims die voorvloeien uit de Visie Ede 2025 en het Convenant 2014-2018.
5.1. Wat gaan we per speerpunt doen en waarom 1. Sociale infrastructuur In het Convenant 2014-2018 is er ruim aandacht voor de ontwikkelingen in het sociaal domein. De inwoner met zijn zorgvraag staat centraal en tegelijkertijd is er minder geld beschikbaar. De decentralisaties vanuit de Rijksoverheid komen in deze periode naar de gemeente en met de uitvoering is nu gestart. Wij zien onszelf als opdrachtgever in het sociaal domein maar ook als partner. Uitgangspunt is dat we maximaal gebruik maken van de expertise bij de aanbieders, belangenorganisaties en cliëntgroepen. De beoogde vernieuwing is
49
een proces van cocreatie. Daarmee willen we de Visie Ede 2025 ondersteunen: een stad met een sterke sociale cohesie, met toegewijde inwoners die openstaan voor anderen, wat willen doen voor elkaar en zorgzaam zijn. Ede wil een stad zijn van ontmoeten en verbinden, Waarbij vooral persoonlijke ontmoeting telt en bijdraagt aan een samenleving waarin het principe van eigen kracht een fundament krijgt. Bij de transformatie in het Sociaal Domein gaan we uit van een aantal speerpunten: Eigen kracht: Bij het bepalen van welke zorg en ondersteuning gewenst is voor een cliënt wordt beoordeeld over welke mogelijkheden de cliënt zelf in zijn/haar situatie heeft. Ook wordt gekeken naar de mogelijkheden van het gezin, naasten en omgeving. Het gaat om vrijwillige informele hulp van mantelzorgers en vrijwilligers. Wanneer de mogelijkheden van een cliënt beperkt zijn is er een vangnet. Preventie: Er wordt in toenemende mate ingezet op het voorkomen van probleemsituaties of het escaleren daarvan. Dat vraagt om het inrichten van een tijdige signalering en het bieden van mogelijkheden aan mantelzorgers, vrijwilligers, informele organisaties en de Nuldelijnsorganisaties. Substitutie: Het doel is dure en specialistische zorg terug te dringen waar dat verantwoord kan. Dat betekent dat er een alternatief kwalitatief passend aanbod moet zijn dat voorkomt dat opschaling naar dure en specialistische zorg nodig is en andersom bevordert dat cliënten in zware zorgtrajecten kunnen worden afgeschaald naar lichtere vormen. Verbinden: De andere werkwijze vraagt ook dat op een integrale manier naar vragen van cliënten worden gekeken. Waarbij relevante aanbieders dàt bieden waarin zij sterk zijn. Het gaat er om dat dit gebeurt aan de hand van een integraal, dus ontschot, plan van aanpak. Vernieuwde professionaliteit: Meer dan om het systeem gaat het om de mensen die in de praktijk het werk doen. Bij hun competentie en gedragrepertoire is een aantal zaken anders en belangrijker geworden dan voorheen. Niet overnemen maar stimuleren van de eigen kracht. Niet alleen problemen aanpakken maar een probleem zien aankomen en voorkomen. Het kennen van elkaars deskundigheid en creatief verbindingen leggen tussen de actoren rondom een cliënt. In Hoofdstuk 3 van deze Perspectiefnota (Actualisaties en Noodzakelijke beleidsaanpassingen) is al een aantal posten beschreven die samenhangen met de ontwikkelingen in het Sociaal Domein. Bijvoorbeeld de Stelpost decentralisaties – extra dotatie, om tegenvallers op te kunnen vangen. De versterking van de sociale kracht, zoals verwoord in het Convenant 2014-2018 willen we oppakken zonder extra financiële middelen. De aandacht gaat vooral uit naar het goed ‘richten’ van de bestedingen.
50
Perspectiefnota 2016-2019 2. Sterke wijken en Uitmuntend woonklimaat Wijken en vooral de buurten zijn belangrijk voor de inwoners. Het is hun directe fysieke leefomgeving en het zijn ankerpunten voor sociale ontmoeting. We willen dat sociale ondersteuning, zorg en hulp dicht bij de inwoners zijn georganiseerd. Sterke wijken en dorpen zijn nodig in een tijd waarin het niet meer vanzelfsprekend is dat de overheid voor je zorgt en inwoners zelf meer inspraak/ invloed willen hebben op hun leefomgeving. In sterke wijken en dorpen zien wijk- en dorpsbewoners naar elkaar om, is men bereid om met elkaar in hun omgeving te investeren en komen bewoners zelf met krachtige oplossingen voor maatschappelijke problemen in hun omgeving. Er is in sterke wijken sprake van vitale netwerken van inwoners, bedrijven en instanties die zorgen voor wijkgerichte en gedragen initiatieven en oplossingen. Oplossingen die gericht zijn op zowel de sociale als de fysieke infrastructuur in de wijk. Inwoners krijgen een veel grotere rol in wat er in hun wijk gebeurt binnen de Nuldelijn. Wij staan niet naast deze netwerken, maar maken hier onderdeel van uit en we willen met onze kennis en ervaring een bijdrage leveren aan de bewonersinitiatieven. We zetten in op flexibel inzetbare voorzieningen in de wijken en op het samenwerken van organisaties en inwoners in steeds wisselende vraaggerichte netwerken. Wij voelen ons verantwoordelijk voor een goede begeleiding van deze ontwikkelingen. Onze wijkregisseurs en de vraaggerichte wijkagenda zijn hierin belangrijke schakels. En andersom worden wijkbewoners opgeroepen om kritisch mee te denken bij ontwikkeling van gemeentelijk beleid. Of het nu gaat om ingrepen in de bestaande openbare ruimte, gebiedsontwikkeling of wijzigingen in maatschappelijk beleid; wijkbewoners leveren input. Alleen op die manier kunnen wij ervoor zorgen dat gemeentelijk beleid bijdraagt aan de vorming van sterke wijken. We zijn ook in overleg met de gesubsidieerde welzijnsinstellingen om samen met hen en wijkbewoners te onderzoeken op welke wijze deze instanties de meeste meerwaarde hebben voor het creëren van sterke wijken. Een prettige fysieke leefomgeving is daarbij ook belangrijk. In het Convenant 2014-2018 hebben we bovendien afgesproken dat we een kwalitatieve woonvisie maken waarin we de Edese woonambities beschrijven. Dit jaar zal de woonvisie worden vastgesteld. Ede is een gemeente waarin ontmoeten en verbinden belangrijk zijn als tegenhanger van toegenomen individualisering, informatisering en internationalisering. De op handen zijnde woonvisie heeft als doel om de woonvoorraad van de stad en de buitendorpen zo aan te passen dat de sociale cohesie versterkt kan worden en om het woonklimaat af te stemmen op de wensen van toonaangevende food(gerelateerde) bedrijven.
51
3. Aantrekkelijk vestigingsklimaat Ede draagt substantieel bij aan de (inter)nationale ambities van de FoodValley regio. Doel is onder meer kennis van instellingen in Wageningen en Ede te verbinden met bedrijven binnen en buiten de regio. Zo levert Ede een bijdrage aan de topsector Agrofood. De economische betekenis van FoodValley is voor Ede van vergelijkbaar belang als destijds de komst van Enka en Defensie. Duurzame werkgelegenheid en daarmee welvaart zijn van groot belang voor Ede. Wij willen ondernemers een aantrekkelijk klimaat bieden om zich in Ede te vestigen. In het kader van samenwerking binnen de FoodValley regio met bedrijven, onderwijs en kennisinstellingen, stimuleert en ondersteunt Ede de werving van (inter)nationale ondernemingen. Ede heeft een breed aanbod aan vestigingslocaties, waaronder bedrijventerreinen. Met een integrale aanpak van de marketing van bedrijventerreinen en werklocaties willen we de verkoop van kavels en vastgoed aan bedrijven stimuleren. Het aanbod moet nog beter aansluiten op de vraag en de verkoopinspanningen moeten omhoog. Met de acties willen we de rentelasten op bedrijventerreinen laten afnemen. De doelstellingen zijn: • het goede ondernemersklimaat in Ede verder te versterken; • Food(gerelateerde) bedrijven te behouden en aan te trekken; • de geprognosticeerde uitgifte te realiseren. Een aantrekkelijk vestigingsklimaat betekent in eerste instantie aantrekkelijke werklocaties die aansluiten bij de wensen van de huidige en toekomstige ondernemers in Ede. De speerpunten KennisAs, WFC en Veluwse Poort zijn hiervoor van groot belang. Voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat zijn ook toerisme en een internationale school belangrijk.
4. Food Food is het centrale thema voor de economische, sociale en maatschappelijke ontwikkeling van Ede. In de Visie Ede 2025 en het Convenant 2014-2018 is Food het centrale thema: “Wij willen Food als speerpunt verbinden met de belangrijkste strategische dossiers en we willen met de ontwikkeling van een voedselstrategie een onderscheidend food-profiel voor Ede creëren.” We willen Food als thema gebruiken om zowel de sociale, maatschappelijke als de economische vitaliteit van Ede duurzaam te versterken. Food is het onderscheidende kenmerk voor een goede concurrentiepositie van de gemeente Ede als onderdeel van en in aansluiting op de ambities van Regio FoodValley. Het gaat daarbij om het aantrekken van hoogwaardige,
52
Perspectiefnota 2016-2019 kennisintensieve food(gerelateerde) bedrijven en onderzoeksinstituten waar internationaal toonaangevende innovatie plaatsvindt. Deze bedrijven sluiten aan bij, en maken gebruik van, de innovatiekracht van de Wageningen UR. Hieruit ontstaat ook strategische samenwerking tussen grote kennisinstellingen en andere organisaties, zoals het voedingsziekenhuis De Gelderse Vallei. Het gaat ook om de aantrekkelijkheid van de gemeente voor toeristen en (toekomstige) inwoners. Ede heeft Food ook gekozen als thema gericht op het versterken van ‘ontmoeten en verbinden’ en van de wederzijdse band tussen stad en platteland (sociale kracht). Belangrijke onderdelen van de strategische visie zijn verder: gezondheid (stimuleren gezonde voeding, obesitas terugdringen), educatie, voedselverspilling en gezonde voeding voor mensen met een kleine beurs. In de visie Food! staan alle ambities van het college. Uw raad heeft tijdens bijeenkomsten een constructieve bijdrage geleverd aan de inhoud. In de Edese maatschappij zijn de afgelopen jaren op dit vlak heel veel initiatieven rondom Food ontstaan: het WFC, food-festivals, strategische samenwerking tussen lokale producenten, het meerjarige programma De Smaak van Van Gogh (met het Kröller-Müller Museum) en talloze andere grote en kleine ontwikkelingen rond Food. Met een Strategische visie Food wil Ede alle initiatieven waarderen, maar vooral ook stimuleren en nieuwe vergezichten beschrijven.
5. Duurzaamheid We hebben in het Convenant 2014-2018 de doelstelling opgenomen om tot de top van duurzaamste gemeenten te behoren. We willen zuinig op onze leefomgeving zijn, voor nu en voor de generaties die na ons komen. In een gemeente met zulke uitgestrekte kwetsbare natuurgebieden is het vanzelfsprekend dat mensen bewust met natuurlijke hulpbronnen omgaan. Samen met inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties willen we duurzaamheid in Ede verstevigen. Duurzaamheidsbeleid grijpt terug op de circulaire economie van dit gebied waarbij de aarde niet uitgeput werd, maar grondstoffen hergebruikt. Het beleid maakt het DNA van de gemeente Ede weer zichtbaar. Duurzaamheid geeft basis, profiel en kleur aan het gehele gemeentelijke beleid. Het richt zich op een goede balans tussen mens, omgeving en economie (people, planet, profit), ofwel het Triple P-concept: • People: verbeteren sociaal welzijn • Profit: behouden economische levensvatbaarheid • Planet: beschermen van het milieu
53
De Edese speerpunten zijn: • Energiebesparing in bestaande en nieuwbouw • Duurzame mobiliteit / aandacht voor de fiets • Hernieuwbare energie • Meer waarde uit afval • Communicatie van best practices De startnotitie Duurzaamheid verwoordt de ambities van het college. De Taskforce Duurzaamheid leverde een constructieve bijdrage aan de notitie. Allianties met duurzame partners is van groot belang voor het welslagen van duurzaamheidsbeleid. Het speerpunt Duurzaamheid focust nadrukkelijk niet op de sociale dimensie van duurzaamheid (people: o.a. onderwijs, sociale zekerheid, participatie). Deze aspecten zijn belegd in het speerpunt Sociale infrastructuur. De uitvoering van de Food gerelateerde onderdelen uit de Startnotitie Duurzaamheid zijn geïntegreerd in de Strategische visie Food, om overlap in uitvoeringspraktijk en inzet van middelen te voorkomen. Inmiddels ligt er een uitvoeringsprogramma Duurzaamheid. Uw raad heeft hiervan kennisgenomen.
6. Vitaal buitengebied We stimuleren een vitaal en aantrekkelijk platteland met ruimte voor bedrijven en respect voor natuur en milieu. De stimuleringsmaatregelen ontwikkelen we in overleg met de samenleving, in overleg met u en in regionaal verband. De vigerende Visie Buitengebied 2011 is gericht op de kwaliteit van het buitengebied met als zwaartepunt natuur en landschap. Deze visie sluit onvoldoende aan bij de huidige ontwikkelingen in het buitengebied. In het buitengebied van Ede vinden grote veranderingen plaats. Het aantal agrarische bedrijven neemt sterk af en de bedrijven die overblijven, worden steeds groter. Er ontstaan spontaan allerlei niet agrarische bedrijven. Recreatie is een bedrijfstak met toekomst, maar niet alle recreatiebedrijven zijn op die toekomst voorbereid. Een nieuw programma voor het buitengebied moet richting geven aan de aanpak van deze thema’s. Tijdens de eeuwwisseling telde de gemeente Ede nog circa 1.200 agrarische bedrijven. Daar waren er in 2013 nog circa 800 van over. Volgens de officiële schattingen zijn er in 2030 nog maximaal 400 over. Wat moet er gebeuren met alle vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen? Welke bedrijven kunnen doorgroeien? Wat betekent dit voor natuur en landschap en voor “burgerwoningen” in het buitengebied? Een deel van de stoppende agrarische bedrijven begint een andersoortig bedrijf, bijvoorbeeld een transportbedrijf. Passen dit soort bedrijven in het buitengebied, of horen ze op een bedrijventerrein? Wat zijn de gevolgen voor de verkeersveiligheid, het onderhoud van de wegen of de recreatieve mogelijkheden van het landschap?
54
Perspectiefnota 2016-2019 De Veluwe is na de Noordzeekust de belangrijkste toeristische bestemming van Nederland. Recreanten stellen steeds hogere eisen aan en verblijf. Niet alle recreatieondernemers kunnen daar aan voldoen. Op sommige recreatieparken wordt vooral gewoond en nauwelijks meer gerecreëerd. De gemeente Ede pakt deze parken momenteel aan. Maar welke ontwikkelingsmogelijkheden zijn er voor de levensvatbare parken? En hebben de parken waar nu vooral gewoond wordt nog toekomstperspectief? Welke bijdrage kan recreatie leveren aan de economie van het buitengebied?
7. KennisAs Het speerpunt KennisAs draagt als één van de vier speerpunten uit Ede 2025 bij aan het creëren en versterken van een (inter)nationaal vestigingsklimaat voor innovatieve bedrijven en kennisinstellingen op Agrofood. Deze economische clustering versterkt de lokale en regionale werkgelegenheid en draagt bij aan een hoogwaardig voorzieningenniveau. Dit willen wij vormgeven zowel inhoudelijk (versterken onderwijs en kennisontwikkeling, verbeteren relatie bedrijven en kennisinstellingen, bevorderen werkgelegenheid) als ook fysiek (versterken zichtbaarheid, verbeteren bereikbaarheid en realiseren hoogwaardige ruimtelijke kwaliteit). De KennisAs Ede-Wageningen vormt het hart van de FoodValley regio. Het is een zichtbare verbinding tussen Ede en Wageningen zowel op het gebied van onderwijs en kennisontwikkeling als op dat van innovatieve bedrijvigheid en hoogwaardige werkgelegenheid. Hier komt alles samen. Hier zijn de voorzieningen waarmee de food-sector zichtbaar is. Hier wordt inspiratie opgedaan. Hier wordt kennis en ervaring uitgewisseld: onderwijs op de campus, bedrijven en instellingen als Ziekenhuis Gelderse Vallei, congres- en ontmoetingsruimten, innovatieve en eigenzinnige woon- en werkruimten. Het speerpunt KennisAs bevat drie sporen: 1. Versterken concurrentiekracht; complete kolommen bedrijven (kennisintensieve bedrijven Agrofood van starter tot volgroeid) en onderwijs (kennisinstellingen Agrofood van VMBO t/m WO) rondom Agrofood. 2. Community-vorming en daarmee ontwikkelen innovatief ecosysteem; kennisvalorisatie door sterke clustervorming Agrofood (verbinden van hiervoor beschreven kolommen onderwijs en bedrijven). Communityvorming draagt zo bij aan uitwisselen van kennis en bevordert het ambassadeurschap van bedrijven en instellingen. 3. Versterken ruimtelijk kwaliteit; een meer herkenbaar en aantrekkelijk gebied voor wonen, leren en werken (hoogwaardige ruimtelijke kwaliteit)
55
8. Veluwse Poort De Veluwse Poort is een herontwikkelingslocatie binnen Ede-stad en heeft overlap met de KennisAs. De Veluwse Poort omvat de Parklaan, het intercitystation Ede-Wageningen, de voormalige kazerneterreinen en de voormalige kunstzijdefabriek ENKA. Op de Kazerneterreinen worden de komende jaren 1.850 woningen gebouwd en 50.000 m2 (rijks)monumenten herontwikkeld. Een nieuw intercitystation wordt gerealiseerd en er is ruimte voor ontwikkeling van 60.000 m2 commerciële voorzieningen. Met de komst van de Parklaan ontstaat een nieuwe stedelijke ontsluitingsweg naar de A12. Nog eens 1.400 woningen en bijhorende voorzieningen worden gebouwd op het terrein van de voormalige kunstzijdefabriek Enka. Daarnaast ondergaat de Kop van de Parkweg een serieuze metamorfose. Een van de ontwikkelingen die voorzien is in de Veluwse Poort, is het WorldFoodCentre (WFC), dat op zichzelf ook een speerpunt van het Convenant 2014-2018 is. Het jaar 2015 wordt het jaar waarin echt gebouwd en verbouwd gaat worden. Zo wordt in de zomer begonnen met de bouw van de spoortunnels, worden de eerste woningen op de kazerneterreinen opgeleverd en wordt het Mauritsgebouw opgeknapt. Daarnaast gaat het nieuwe bestemmingsplan voor de Parklaan in procedure. In het kader van het vormgeven van de Openbaar Vervoerknoop EdeWageningen wordt er ook een grote gebouwde fietsenstalling voorzien. In het lopende ontwerpproces wordt deze nu in verschillende varianten onderzocht en uitgewerkt. We willen komen tot een oplossing voor de fietsenzee op openbaar gebied (inclusief de overlast en de beheeropgave).
9. WFC Het WorldFoodCenter (WFC) moet dé internationale etalage worden van de Nederlandse topsectoren Agro & Food en Tuinbouw en komt op het kazerneterrein Maurits-Zuid naast Intercitystation Ede/Wageningen. De locatie valt dus zowel binnen de KennisAs als binnen de Veluwse Poort. Een ontmoetingsplek voor bedrijven, kennisinstellingen en consumenten met als
doel kennis over voeding en gezondheid, verduurzaming, productiemethoden en technische ontwikkelingen te verspreiden. Bezoekers beleven op een inspirerende en interactieve manier alles over voedsel: van gezondheid tot duurzaamheid, van herkomst tot innovatie, van lokaal tot internationaal. Het WFC moet tegelijkertijd dienen als vliegwiel voor het realiseren van een WFC Campus met internationale allure voor food-gerelateerde bedrijven en kennisinstellingen. Het WFC heeft aanzienlijke economische effecten, die de nationale (topsector), de regionale (FoodValley) en de gemeentelijke (food) ambities krachtig ondersteunen.
56
Perspectiefnota 2016-2019 10. Levendig centrum Ede Centrum moet (weer) de plek worden waar de Edenaar graag en met trots werkt, winkelt, woont en uitgaat en waar de niet-Edenaar een bestemming vindt voor een dagje uit. Om dit doel te bereiken, krijgt Ede Centrum op korte termijn een positieve impuls met een aantal snelle ingrepen. Op langere termijn wordt een op maat gesneden programma van maatregelen van uiteenlopende aard uitgevoerd. Het Levendig Centrum is één van de speerpunten van het Convenant 20142018: “Wij investeren in een levendig centrum. Het centrum van Ede heeft de afgelopen jaren een facelift ondergaan. Veranderend koopgedrag van consumenten en leegstand vragen echter om een toekomstgericht plan van aanpak. Wij bewandelen hiervoor twee sporen. Op korte termijn werken we aan een breed gedragen aanpak om de aantrekkingskracht van het centrum verder te vergroten. Daarnaast werken we toe naar ruimtelijke oplossingen voor een toekomstbestendig centrum. We sluiten hierbij aan bij de structuurvisie voor Ede Stad.” In nauwe samenwerking met de ondernemers, eigenaren, bewoners en culturele partijen en hun vertegenwoordigende organisaties werken we aan een programma dat: • inspeelt op de huidige problematiek, • antwoorden geeft op structurele en conjuncturele bedreigingen en kansen, • bestaat uit aanbevelingen voor fysieke ingrepen, functionele diversificatie, wijzigingen in planologisch- en beheerskader en organisatievormen. Het is een meerjarig programma en beïnvloedt vele aspecten van werken, winkelen, wonen, uitgaan, recreëren en verblijven in het centrum. Daarbij zullen we enerzijds stimulerend optreden als regisseur en ondersteuner van het proces, anderzijds is de opzet dat de direct belanghebbenden de kar mee trekken en (mede)verantwoordelijkheid nemen voor het aantrekkelijker maken van het centrum. Daarnaast zullen in de loop der tijd plannen worden ontwikkeld, waar mogelijk een grotere financiële inspanning nodig is. Denk hierbij aan grotere ruimtelijke ingrepen (zoals verbetering van de Markt), kwalitatieve ingrepen Er zal dan eerst maximaal op ingezet worden om deze middelen te genereren uit een grondexploitatie, uit subsidies en/of bijdragen van derden. In 2015 wordt al een aantal zichtbare maatregelen genomen.
5.2. Samenhang en synergie in de speerpunten De belangrijkste focus van het Convenant 2014-2018 is een sociaal krachtig en een economisch krachtig Ede. Hierbij zijn een goede sociale infrastructuur,
57
sterke wijken en een aantrekkelijk vestigingsklimaat onderling sterk met elkaar verweven. Ze ondersteunen en versterken elkaar. Een goed opgeleide, gezonde bevolking met de juiste tools en attitude en met een opleiding die aansluit op de (regionale) arbeidsmarkt, is een van de randvoorwaarden voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat. Het speerpunt Sociale infrastructuur zet ook in op sociale cohesie, op inwoners die wat willen doen voor elkaar en op persoonlijke ontmoetingen. Dat versterkt de wijken en het woonklimaat. Vanuit het speerpunt Sterke wijken en Uitmuntend woonklimaat staat het bouwen van vitale netwerken in wijken centraal. Daarmee is dit speerpunt een belangrijke voorwaarde voor het slagen van de opgave die wij hebben in de transformatie van het sociaal domein. Door de ontwikkelingen in het sociaal domein zullen mensen langer zelfstandig blijven wonen. Bij het ontwikkelen van de woonvisie voor Ede anticiperen we hierop. Andersom leidt een aantrekkelijk vestigingsklimaat tot werkgelegenheid en (sociale) kansen voor alle Edenaren. Daarbij gaat het niet alleen om professionals voor de sector zelf maar ook om de participatie van cliënten. Een aantrekkelijk woonklimaat is ten slotte een randvoorwaarde voor een aantrekkelijk en innovatief vestigingsklimaat voor bedrijven. Food en Duurzaamheid kleuren de opgave die we hebben. In alle speerpunten komt Food naar voren als een onderscheidend kenmerk van Ede. Food genereert kansen voor het aantrekken van (foodgerelateerde) bedrijven, voor het bevorderen van sociale samenhang en voor het levendig maken en houden van Ede door middel van foodactiviteiten en –congressen. Binnen dit thema werken we de motie rond schooltuinen uit. Ook nemen we deel aan
58
Perspectiefnota 2016-2019 de Foodbattle, een landelijke actie tegen voedselverspilling. Ede kiest voor economische clustering rondom Food en het wegnemen van belemmeringen en het stimulering van vestiging van food(gerelateerde) bedrijven. We versnellen daardoor de economische clustervorming en dus de economische groei. De duurzaamheidsdoelstellingen worden binnen verschillende speerpunten opgepakt. In de Veluwse Poort is duurzame nieuwbouw voorzien. Ook in de bestaande bouw zijn veel mogelijkheden voor energiebesparing, die bijdragen aan het wooncomfort. Duurzame (fiets)mobiliteit biedt kansen om het vestigingsklimaat te versterken. We bouwen gemeentebreed aan onze speerpunten, maar er zijn vijf (soms overlappende) gebieden waar de inspanningen met name tot uitdrukking komen. Dit zijn het (vitale) buitengebied, Veluwse Poort, WFC, de KennisAs en het (levendige) centrum. Ede Centraal is een bijzondere wijk omdat het centrum er onderdeel van uit maakt. De wensen/behoeftes hier wijken af van de rest van de wijk Centraal. Vandaar dat het nodig is om, naast de wijkagenda, voor het centrum een aparte strategie te ontwikkelen. Zonder het speerpunt Levendig Centrum wordt Ede Centraal geen sterke wijk. Een levendig centrum is ook één van de aspecten van een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven. Ook de ontwikkelingen in de Veluwse Poort zijn belangrijk voor het aantrekkelijke vestigingsklimaat van Ede. Het gaat hier om een optimale bereikbaarheid (Parklaan), een OV-knooppunt met allure (stationsontwikkeling) en verrassende voorzieningen (Akoesticum, Gastronomicum en WFC). WFC, Veluwse Poort en KennisAs hebben een belangrijk food-profiel. In de KennisAs versterken we de verbinding tussen de kennisinstellingen en ondernemers rondom Food in Wageningen en Ede. De focus op Food brengt ontwikkelingen op gang, waar de KennisAs van profiteert. Het versterkt de logica van Ede en Wageningen als vestigingsplaats voor innovatieve bedrijvigheid voor de topsector Agrofood. Daarnaast zorgt deze Edese focus op Food voor de lokale verbinding met de internationaal georiënteerde innovatie. De realisatie van het WFC en de KennisAs draagt bij aan versterking van een innovatief (inter)nationaal vestigingsklimaat voor kennisintensieve bedrijven in de food-sector. Deze economische clustering versterkt de lokale en regionale werkgelegenheid en draagt bij aan een hoogwaardig voorzieningenniveau. De ruimtelijke kwaliteit en bereikbaarheid in de KennisAs worden verbeterd. De toekomst van de primaire agrofood(gerelateerde) bedrijven in Ede ligt onder andere in economische verbreding vanuit het foodprofiel (streekproducten, toeristisch bezoek), samenwerking tussen lokale producenten en samenwerking met andere (kennisintensieve)
59
food(gerelateerde) bedrijven. Aantrekkelijke fietsroutes en alternatieve energie zijn mogelijkheden om de economische functies in een vitaal buitengebied te verbreden. Een vitaal en economisch levensvatbaar platteland zorgt ervoor dat de leefbaarheid in de dorpen op peil blijft. Dat betekent ook dat bedrijfsactiviteiten boven een bepaalde omvang op de daarvoor bestemde bedrijventerreinen terecht dienen te komen. In het buitengebied ligt een grote transitieopgave. Het speerpunt Vitaal Buitengebied is bron èn toepassingsgebied van kennisinstellingen langs de KennisAs.
5.3. Financiële claims Convenant Van elk speerpunt hebben wij in beeld gebracht welke bedragen/claims nodig zijn om de doelen te bereiken. Dit is deels goed in te schatten en deels minder goed. De daadwerkelijke inhoud van projecten en programma’s wordt nergens alleen door de gemeente bepaald. Ook kan er sprake zijn van voortschrijdend inzicht. Niet ieder speerpunt heeft (op dit moment) een financiële claim. Zo is de intentie bij Sterke Wijken en bij het Sociaal Domein om de uitvoering van de afspraken in het Convenant 2014-2018 uit te voeren zonder extra financiële middelen (overigens zijn in andere hoofdstukken van deze Perspectiefnota wel aanpassingen gedaan die verband houden met de ontwikkelingen in het Sociaal Domein). Voor de Veluwse Poort en het WFC zijn op dit moment geen extra financiële middelen nodig, maar dat zou voor de toekomst anders kunnen zijn. Als we de op dit moment de financiële claims op een rij zetten, dan leidt dit tot onderstaande tabel. In hoofdstuk 7 leggen wij een voorstel aan u voor, op welke wijze wij vorm willen geven aan deze impulsen voor de Edese samenleving. Tabel 9 Programmatische voorstellen Convenant
bedragen x € 1.000
Omschrijving
2015
2016
2017
2018
2019
Food
245 N
755 N
355 N
355 N
355 N
500 N
700 N
755 N
Levendig Centrum Levendig Centrum - evenementen
60 N
KennisAs Ede-Wageningen
60 N
60 N
60 N
60 N
275 N
275 N
350 N
350 N
Programma Buitengebied
150 N
200 N
200 N
200 N
Duurzaamheid
165 N
390 N
390 N
390 N
390 N
Citymarketing en evenementen excl. centrum
200 N
pm
pm
pm
pm
200 N
200 N
pm
pm
75 N
75 N
500 N
500 N
500 N
2.955 N
2.755 N
2.610 N
Integrale aanpak bedrijventerreinen en werklocaties Vervolg participatie mEdemaken
50 N
Cofinanciering Totaal
870 N
1.155 N
In totaal vragen de speerpunten uit het Convenant 2014-2018 in de komende jaren een investeringsimpuls van zo’n € 10 miljoen om de sociale en economische
60
structuur van Ede te versterken.
Perspectiefnota 2016-2019
6. Overige voorstellen 6.1. Financiële claims overige voorstellen Afgezien van de “Convenants-voorstellen” is ook op andere terreinen behoefte aan een extra, al dan niet structurele, impuls. Wij leggen de volgende voorstellen aan u voor. Tabel10 Overige voorstellen
bedragen x € 1.000
Omschrijving
2015
2016
KennisAs Ede-Wageningen - kapitaallasten
2017
2018
2019
10 N
150 N
150 N
Flexibele camera’s
10 N
10 N
10 N
10 N
Social Return on Investments
60 N
80 N
55 N
40 N
27 N
27 N
27 N
27 N
Airborne
27 N
Afboeken inrichtingskosten scholen Dierenasiel De Hof van Ede Dierenasiel De Hof van Ede - onderhoud (voorlopige
558 N
64 V
60 V
57 V
55 V
64 N
64 N
64 N
64 N
64 N
250 N
reservering) Extra taken cluster Dienstverlening & Bedrijfsvoering
200 N
200 N
200 N
200 N
Rekenkamer - uitbreiding onderzoeksbudget
100 N
40 N
40 N
40 N
40 N
Raad - beeldvormende vergaderingen en excursies
20 N
20 N
20 N
20 N
320 N
320 N
pm
pm
pm
pm
pm
pm
Integrale aanpak kwetsbare groepen
210 N
210 N
210 N
pm
Internationale school
110 N
100 N
Sociaal Interventie Team Visie fietsmobiliteit
WMO - onderzoek collectief vervoer
20 N
50 N
Gebiedsgerichte uitwerking stikstofproblematiek
100 N
100 N
100 N
Precariobelasting op kabels en leidingen
120 N
2.400 V
3.600 V
pm
pm
1.289 N
1.303 V
2.579 V
819 N
496 N
Totaal
KennisAs Ede-Wageningen Het speerpunt KennisAs draagt als één van de vier speerpunten uit Ede 2025 bij aan het creëren en versterken van een (inter)nationaal vestigingsklimaat voor innovatieve bedrijven en kennisinstellingen op Agrofood. Deze economische clustering versterkt de lokale en regionale werkgelegenheid en draagt bij aan een hoogwaardig voorzieningen niveau.
61
In dit speerpunt zijn investeringen in het fysieke spoor opgenomen. De hiermee gemoeide kapitaallasten bedragen € 150.000.
Flexibele camera’s De ervaring van de laatste jaren met grote evenementen en bepaalde overlastsituaties heeft geleerd dat inzet en gebruik van flexibele camera’s van grote toegevoegde waarde kan zijn. Veiligheid en bereikbaarheid springen hierbij in het oog. Wij stellen u voor om een krediet van € 40.000 beschikbaar te stellen voor de aanschaf van 4 camera’s en een mobiele uitkijkunit. De kapitaallasten bedragen € 10.000.
Social Return on Investments De afgelopen periode is SROI vorm gegeven vanuit een pilot. Deze komt voort uit een motie in de Raad (maart 2012) en geeft invulling aan uitgangspunten van de participatiewet en regionale intensivering van de werkgeversdienstverlening. Deze pilot loopt tot maart 2016. Op basis van de resultaten is structurele inbedding gewenst en stellen u voor hiervoor middelen ter beschikking te stellen. Het is de verwachting dat op termijn de huidige inzet breder in de arbeidsmarktregio kan worden weggezet. Hier zal dan een vergoeding vanuit de deelnemende gemeenten tegenover staan. Verwachting is dat hierdoor de netto kosten voor Ede halveren.
Airborne Bevrijdingstoerisme is sterk in opkomst en Ede kan daar van profiteren. Met de ontwikkeling van de liberationroute is de Airborne een belangrijk onderdeel geworden van deze internationale route. De afgelopen jaren is het evenement in september geprofessionaliseerd. Begonnen we ooit met een paar duizend bezoekers, nu komen jaarlijks meer dan 30.000 mensen naar onze hei. Herdenken is een evenement geworden. Dat moeten we vasthouden en verder brengen Daarvoor is organisatiekracht en communicatie nodig. Het huidige budget is niet voldoende om de kosten voor een goed en veilig evenement te dekken. Daarnaast wordt de Airborne als toeristisch concept nauwelijks gebruikt om toeristen naar Ede te lokken. Niet in september en al helemaal niet in de overige maanden. De gemeente is bezig om een toeristisch concept Dropzone Ede te ontwikkelen. Partner daarin is het vfonds (Nationaal Fonds voor Vrede, Vrijheid en Veteranenzorg). Voor Dropzone Ede (een landmark en het verbinden van onze militaire historie) is de Airborne in september een pijler. Wij stellen voor om een extra budget van € 27.000 beschikbaar te stellen voor organisatie en communicatie.
Afboeken inrichtingskosten scholen In 1997 is de verantwoordelijkheid voor de onderwijshuisvesting (primair en voortgezet onderwijs) gedecentraliseerd naar de gemeenten. Met de
62
Perspectiefnota 2016-2019 decentralisatie zijn de verantwoordelijkheden die bij de rijksoverheid lagen neergelegd bij de gemeenten. Op het over gehevelde budget werd een efficiencykorting toegepast. Mede door invloed van deze korting, maar ook de onzekerheid wat de nieuwe taakverdeling voor onze gemeente zou betekenen, werden voor investeringen de door het Rijk gehanteerde afschrijvingstermijnen (40 jaar) overgenomen. In huidige praktijk lijkt echter een afschrijvingstermijn van 20 jaar realistischer te zijn. Dit betekent dat in de staat van activa boekwaarden staan van 1e inrichting wat er in praktijk al niet meer is, omdat schoolbesturen dit al hebben vervangen met middelen die zij van het Rijk krijgen. Wij stellen u voor om de staat van activa op te schonen, door de boekwaarde van alle activa, 1e inrichting onderwijsleerpakket en meubilair, die ouder zijn dan 20 jaar, af te boeken. Hiervoor is een eenmalig bedrag van € 630.000 nodig. Deze afboeking heeft een structureel voordeel in kapitaallasten tot gevolg.
Dierenasiel De Hof van Ede Op basis van het Burgerlijk Wetboek (boek 5, artikel 8, lid 3) geldt een verplichting voor gemeenten om een gevonden dier, waarvan aangifte is gedaan bij de gemeente, minimaal twee weken te bewaren en te verzorgen. Deze werkzaamheden zijn uitbesteed aan het dierenasiel De Hof van Ede, waarvoor zij een vergoeding van de gemeente ontvangt van jaarlijks € 52.000. Het blijkt dat deze vergoeding de kosten niet dekt, waardoor het asiel zwerfdieren niet adequaat meer kan opvangen. De werkelijke kosten zijn € 116.000. Het verschil tussen huidige vergoeding en de gewenste is daarom € 64.000, zijnde het extra benodigde jaarlijkse bedrag. Wij stellen u voor om dit bedrag beschikbaar te stellen. Daarnaast is bij De Hof van Ede een onderhoudsachterstand aan het gebouw en omliggende terreinen ontstaan van € 416.000. De gemeenten Renkum, Wageningen en Ede (die gebruik maken van de opvangfaciliteiten van het asiel) wordt om een bijdrage gevraagd ter bekostiging van het wegwerken van het achterstallig onderhoud. Op dit moment wordt overlegd met de Hof en de Dierenbescherming over omvang en noodzaak van de genoemde bedragen. Bij de Programmabegroting 2016-2019 komen wij hierop bij u terug.
Extra taken cluster Dienstverlening & Bedrijfsvoering Op verschillende terreinen van organisatie is als gevolg van nieuwe taken versterking noodzakelijk. De uitbreiding van de vennootschapsbelasting richting (delen) van de gemeenten, en de privacybescherming (waarborgen privacy en informatieveiligheid o.a. samenhangend met de taken van de drie decentralisaties) leidt tot extra taken, die niet binnen de huidige bedrijfsvoering kunnen worden opgelost. Wij stellen u voor om hiervoor een structureel bedrag van € 200.000 beschikbaar te stellen (en voor 2015 een bedrag van € 100.000).
63
Rekenkamer - uitbreiding onderzoeksbudget Met de decentralisaties in het sociaal domein zijn de bevoegdheden en middelen van de gemeente fors toegenomen. Dat vergt een navenante mogelijkheid voor de rekenkamer om de controlerende rol van de raad in dit domein structureel te ondersteunen. Inmiddels bedragen de gemiddelde uitgaven van Nederlandse gemeente voor hun rekenkamer € 1,55 per inwoner. De 100.000+ gemeenten zitten daar nog boven. Wij stellen u voor om een bedrag van € 40.000 beschikbaar te stellen. Met deze verhoging kan de rekenkamer de ambities van uw raad verder helpen realiseren.
Raad - beeldvormende vergaderingen en excursies Beeldvormende bijeenkomsten om de burgers op een vroeg moment de gelegenheid te geven invloed uit te oefenen kunnen rekenen op een toenemende belangstelling. Om dit concept verder te ontwikkelen (organisatie, deskundigen en omlijsting) zijn extra middelen nodig. Uw raad wenst op vitale onderdelen haar kennis via werkbezoeken uit te breiden door ongeveer 2 maal per jaar een werkbezoek te brengen. Dit betreft o.a. de komst van het WFC, de ontwikkeling van de Kenniscampus en Stationsgebied, de uitvoering van de startnotities Food en Duurzaamheid, het verlevendigen van het centrum en de uitvoering van de Visie 2025. Hiermee verwacht u beter in staat te zijn om kaders te stellen en te controleren. Wij stellen u voor om een structureel bedrag van € 20.000 beschikbaar te stellen.
Sociaal Interventie Team Vanaf september 2014 is het Sociaal Interventieteam (SIT) operationeel en richt zich op multi-probleem-gezinnen waar in beginsel de nadruk ligt op de repressieve aanpak van deze gezinnen. De aanpak heeft een minder vrijblijvend karakter doordat o.a. ingezet wordt op dwang en drang. Daarnaast is in januari 2014 een project van start gegaan dat zich richt op een moeilijk benaderbare, intimiderende en criminele groep jongeren. Beiden projecten zijn incidenteel gefinancierd tot 2016. Wij stellen u voor om beide projecten te laten integreren en hiervoor voor zowel 2016 als 2017 een bedrag van € 320.000 beschikbaar te stellen. Gezien de kortstondige periode waarin het SIT operationeel is, heeft een evaluatie nog niet plaatsgevonden. Een claim voor structurele gelden is dan ook nu niet opportuun. Op weg naar de Programmabegroting 2016-2019 willen wij bezien of het SIT wordt gecontinueerd en welke middelen daarmee gemoeid zijn.
Visie fietsmobiliteit Tijdens de besluitvorming over het Bestemmingsplan ENKA Westhal, De Fietser (kenmerk 22218) en de Winkeltijdenverordening (kenmerk 19677) heeft u een motie aangenomen met het verzoek om te komen met een samenhangende visie en beleidsvoorstellen met betrekking tot fietsmobiliteit
64
Perspectiefnota 2016-2019 in Ede, buitendorpen en buitengebied. Wij stellen u voor om een bedrag van € 20.000 beschikbaar te stellen voor de te maken kosten ten behoeve van het op te stellen plan. Bij de behandeling volgend jaar van de perspectiefnota kan vervolgens een raming worden opgenomen voor benodigde uitvoeringsbudgetten.
Integrale aanpak kwetsbare groepen, waaronder risicojongeren Na het beëindigen van het project Titan, een aanpak gericht op risicojongeren, hebben wij onderzocht welke aanpak voor deze doelgroep een goede vervanging zou kunnen zijn. Daaruit komt naar voren dat aanpak van kwetsbare jongeren in een bredere groep van kwetsbare volwassenen kansrijk is. Hiervoor bestaat het programma Focus. Dit programma is erop gericht om belemmeringen in gedrag weg te nemen die ervoor zorgen dat iemand niet kan werken of leren. Het betreft een intensieve groepsgerichte aanpak en is succesvol in andere delen van Nederland, waaronder in de gemeente Oss. De kosten voor 2015 zijn inpasbaar binnen de nog beschikbare tijdelijke middelen voor risicojongeren. Voor 2016 en 2017 worden de jaarlijkse kosten geschat op € 300.000 waarvan € 90.000 gedekt kan worden uit het participatiebudget. Tevens zal voor dit project een ESF-aanvraag worden voorbereid. Wanneer deze aanvraag succesvol wordt doorlopen, wordt dit in mindering gebracht op de gevraagde middelen.
Internationale school De provincie Gelderland en de gemeente Arnhem hebben de Regio FoodValley verzocht om een bijdrage te leveren aan de nieuwbouw van de internationale school in Arnhem. Deze school versterkt het vestigingsklimaat in Regio FoodValley voor buitenlandse werknemers en wetenschappers in onze regio en is daarmee een belangrijke voorziening voor onze regio. Om die reden heeft het College van Burgemeester en Wethouders op 9 december 2014 besloten een eenmalige bijdrage van € 110.000 toe te zeggen (€ 1 per inwoner) onder voorbehoud van goedkeuring van de gemeenteraad bij de integrale afweging van de perspectiefnota. De gemeenten Barneveld en Wageningen hebben inmiddels ook een bijdrage toegezegd.
WMO - onderzoek collectief vervoer Het is mogelijk om een deel van het gebruik van het Collectief vervoer (CVV) terug te dringen door collectieve voorzieningen te realiseren. Op individuele basis kan voor een vervoersprobleem wel een vrijwilliger gevonden worden, maar een echte daling van het gebruik kan verder gestimuleerd worden, als er een organisatie is die op doordeweekse dagen tussen 9.00 en 17.00 uur voor vervoer kan zorgen met behulp van vrijwilligers. Wij stellen u voor om € 50.000 beschikbaar te stellen voor het ontwikkelen van een dergelijk collectieve voorziening.
65
Gebiedsgerichte uitwerking stikstofproblematiek Het Rijk komt met een Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Stikstof heeft een negatieve invloed op natuur en natuurgebieden. De stikstofuitstoot wordt vooral veroorzaakt door landbouw en verkeer. De PAS definieert zogenaamde probleemgebieden waarin de depositie van stikstof te hoog is. Dit betreft in Ede enerzijds de omgeving van de Parklaan, anderzijds een groot deel van het landbouwgebied op de grens met de gemeenten Barneveld en Scherpenzeel. In deze gebieden worden ruimtelijke en economische ontwikkelingen belemmerd, doordat er geen ruimte is voor de ingrepen. Na vaststelling van de PAS dient de gemeente Ede in overleg met de provincie, regiogemeenten en de sector een adequaat antwoord te vinden hoe om te gaan met de probleemgebieden, in relatie tot de ruimtelijke ordeningsen milieuregels. Gekeken moet worden hoe ruimte geboden kan worden voor economische activiteiten en ruimtelijke ingrepen in het kader van bestemmingsplan en omgevingsvergunningen. Hierbij betrekken we ook het fijnstof- en geurbeleid. Wij stellen u voor om gedurende 4 jaar een bedrag van € 100.000 beschikbaar te stellen voor deze gebiedsgerichte uitwerking.
Breedband Buitengebied Regio FoodValley Digitalisering van het buitengebied is noodzakelijk om qua werkgelegenheid, zorg, onderwijs en leefbaarheid een vitaal buitengebied te houden. De provincie Gelderland heeft als doelstelling “Heel Gelderland digitaal in 2019”. In haar coalitieakkoord is daarvoor € 70 miljoen beschikbaar gesteld als ondersteunende financiering. Binnen de regio FoodValley richt de provincie zich op de vijf Gelderse gemeenten. Om in aanmerking te komen voor de ondersteunende middelen vanuit de provincie is het nodig een gedetailleerde businesscase op te stellen. Ook stuurt de provincie op samenwerking tussen de regio’s FoodValley en Rivierenland om voldoende schaalgrootte te bereiken. Rivierenland heeft haar businesscase bijna rond. Het is dus noodzakelijk dat regio FoodValley snelheid maakt in het opstellen van haar businesscase. Wij stellen u voor om een bedrag van € 120.000 beschikbaar te stellen, als onze bijdrage in de kosten van de businesscase. De bijdrage per gemeente gaat naar rato van het aantal geprognosticeerde aansluitingen. De middelen worden onder andere besteed aan het nauwkeurig in kaart brengen van het gebied waar staatsteun mogelijk is, toetsing aan marktontwikkelingen, kostendoorrekening en financieringsscenario’s. Op basis van de businesscase vindt op een later moment bestuurlijke en politieke besluitvorming plaats voor de daadwerkelijke aanleg. Binnen het project wordt tevens bekeken of Renswoude, Rhenen en Veenendaal willen
66
Perspectiefnota 2016-2019 aanhaken en op welke manier dat zou kunnen met als randvoorwaarde dat deze gemeenten in eigen middelen voorzien.
Precariobelasting op kabels en leidingen Als gemeente hebben wij de mogelijkheid om precariobelasting op kabels en leidingen te heffen. Landelijk wordt al geruime tijd een discussie gevoerd over het al dan niet afschaffen van deze belasting. Het maakt ook onderdeel uit van de voorstellen voor belastingsherziening op rijksniveau. Vooralsnog is afschaffing niet aan de orde en het biedt ons mogelijkheden om een extra impuls te geven aan de benodigde investeringen. Onze verwachting is dat we, na invoering in Ede, 2 à 3 jaar precariobelasting kunnen innen op kabels en leidingen. Om die reden stellen wij u voor om deze inkomsten vooralsnog incidenteel te ramen. Ons voorstel is: 1. invoering uiterlijk per 1 juli 2016; 2. een tarief van € 3,00 per meter Uitgaande van een tarief van € 3,00 per meter en gelet op de combinatie van invoering (uiterlijk) per 1 juli 2016 en de geschatte extra kosten voor grote projecten, rekenen wij voorlopig met een netto opbrengst van € 2,4 miljoen in 2016. In volgende jaren loopt dit bedrag op; het te verwachten nadelige effect op de projecten zal door gewenning verminderen, en de opbrengst stijgt wanneer over het hele kalenderjaar geheven kan worden. De netto opbrengst in volgende jaren (onder voorbehoud van wettelijke afschaffing) schatten we voorlopig in op € 3,6 miljoen. Zoals gezegd stellen wij u voor om voor 2018 en 2019 een PM-raming op te nemen.
Afschaffen hondenbelasting (netto) Uw raad heeft een motie aangenomen om in kaart te brengen wat de kosten zijn, welke gemoeid zijn met honden en hondenbelasting. De kosten bedragen circa € 200.000. Mocht u besluiten tot het afschaffen van hondenbelasting dan leidt dit tot een nadeel van € 600.000. In hoofdstuk 7 leggen wij de confrontatie van financiële mogelijkheden en wensen naast elkaar. In dat licht stellen wij u voor om de hondenbelasting te handhaven.
6.2. Financiële ruimte voor investeringen en intensiveringen In zowel hoofdstuk 3 en 4, als in dit hoofdstuk zijn de diverse mutaties van ons perspectief geschetst. Als alle voorstellen en claims worden overgenomen, dan leidt dat tot onderstaande tussenstand in het meerjarenperspectief,
67
waarbij sprake is van een voordelig saldo van € 2,5 miljoen in 2019. De Convenantsclaims uit Hoofdstuk 5 zijn hierin nog niet meegenomen. Tabel 11 Tussenstand perspectief
bedragen x € 1.000
Omschrijving Programmabegroting 2015-2018
2015
2016
2017
2018
2019
2.497 N
2.355 V
3.885 V
3.076 V
3.076 V
205 N
1.059 N
469 N
319 N
319 N
2.169 N
1.590 N
100 N
50 N
132 N
85 N
85 N
85 N
700 V
700 V
3.160 V
3.000 N
3.100 N
2.445 N
1.090 N
1.210 N
1.580 N
525 N
840 V
Reeds gehonoreerd (maar niet verwerkt) nieuw beleid Actualisatie Gemeentefonds Noodzakelijke beleidsaanpassingen mEdemaken c.a. Overige voorstellen
1.289 N
1.303 V
2.579 V
819 N
496 N
Tussenstand Perspectiefnota 2016-2019
3.085 N
3.286 N
1.130 V
382 N
2.579 V
Verwerking hiervan in de algemene reserve leidt tot een surplus van € 18 miljoen. Tabel 12 Algemene reserve bodemvoorziening
bedragen x € 1.000
Omschrijving
2015
2016
2017
2018
2019
Saldo 1 januari (na resultaatbestemming)
27.595 V
24.095 V
20.809 V
21.939 V
21.557 V
Diverse onttrekkingen
415 N
Tussenstand Perspectiefnota 2016-2019
3.085 N
3.286 N
1.130 V
382 N
2.579 V
Saldo per 31 december
24.095 V
20.809 V
21.939 V
21.557 V
24.136 V
2% norm
6.000 N
6.000 N
6.000 N
6.000 N
6.000 N
18.095 V
14.809 V
15.939 V
15.557 V
18.136 V
Afwijking van bodem
Rekening houdend met de noodzakelijke realisatie van in totaal € 10 miljoen aan ombuigingen, staat ons dus een structurele ruimte ter beschikking van € 2,5 miljoen. Tevens biedt de omvang van de Algemene reserve een incidentele ruimte van € 18 miljoen voor investeringen en impulsen.
68
Perspectiefnota 2016-2019
7. Financiële strategie In de voorgaande hoofdstukken is achtereenvolgens beschreven: de inhoudelijke visie en koers, het actuele financiele perspectief, de bezuinigingsvoorstellen, de inhoudelijke speerpunten op basis van Visie Ede 2025 en het Convenant en de overige financiele claims. In dit hoofdstuk doen wij als College een voorstel voor de te maken keuzes als basis voor de opzet van de Programmabegroting 2016-2019.
7.1 Gevolgde denklijn Wij hebben bij het maken van keuzes voor de opzet van de Programmabegroting 2016-2019 de volgende denklijn gevolgd: -- het opstellen van een solide en wendbare begroting -- behouden van voldoende buffer en weerstandsvermogen om in te kunnen spelen op risico’s en onverwachte gebeurtenissen -- het financieel dekken van een aantal noodzakelijke beleidsaanpassingen (zie hoofdstuk 3) -- vasthouden aan de bezuinigingsopgave op bedrijfsvoering en kerntaken -- inspelen op (financiële) onzekerheden in het sociaal domein -- creëren financiële ruimte voor investeringen gericht op het realiseren van de speerpunten uit de Visie Ede 2025 en uit ons convenant (zie hoofdstuk 6) -- het afwegen van de overigen financiële claims met de voorgestelde bezuinigingsmaatregelen (zie hoofdstuk 6 en 7). In de onderstaande paragrafen lichten wij deze denklijn verder toe.
7.2 Uitgangspunt is een solide en wendbare financiële begroting Uitgangspunt bij het maken van financiële in beleidsinhoudelijke keuzes is het borgen van een solide en wendbare begroting. Onder een solide begroting wordt daarbij verstaan dat deze structureel sluitend is, het niet onnodig verschuiven van lasten naar de toekomst, het dekken van structurele kosten met structurele middelen en uiteraard voldoen aan de regelgeving.
69
Onder een wendbare begroting wordt verstaan dat met relatief weinig moeite financiële tegenvallers kunnen worden opgevangen door het inbouwen van voldoende financiële flexibiliteit en weerstandsvermogen om ook de komende jaren in te kunnen spelen op veranderende omstandigheden.
7.3 Behouden van voldoende weerstandsvermogen Gezien de opdrachten waarvoor wij staan (ombuigingen, 3 D’s) alsmede de minimale reservepositie van het Grondbedrijf stellen wij voor om de tot nu toe gehanteerde bodem van 2% in de algemene reserve met € 4 miljoen op te hogen tot € 10 miljoen. Hiermee wordt niet alleen de weerstandscapaciteit versterkt, maar het vergroot tevens onze wendbaarheid mocht dit aan de orde zijn. Risico’s in projecten kunnen hiermee flexibeler worden opgevangen, zonder dat daarmee de (andere) strategische thema’s en projecten in het gedrang komen.
7.4 Financieel dekken van een aantal noodzakelijke beleidsaanpassingen Daarnaast willen we een aantal zaken financieel op orde brengen. Het gaat dan om het financieel dekken van de vervanging in de openbare ruimte, het bomenbeleidsplan, een inhaalslag in de kwaliteit van de ICT voorzieningen en het reserveren van de noodzakelijke dekking voor frictiekosten als gevolg van de bezuinigingen op de bedrijfsvoering en kerntaken. In hoofdstuk drie is voor de verschillende onderdelen opgenomen wat hiervoor nodig is en waarom. We stellen voor om deze noodzakelijke beleidsaanpassingen in die vorm en omvang te doen.
7.5 Vasthouden aan de bezuinigingsopgave De bezuinigingsopgave van Ede is belegd in een structurele bezuiniging op de bedrijfsvoering van € 5 miljoen en daarnaast het mEdemaken traject. Aan beide bezuinigingsopgaven willen we vasthouden, omdat dit belangrijk is voor de structurele en financiele stabiliteit en weerbaarheid. De invulling van de bezuiniging op de bedrijfsvoering loopt volop. Ook mEdemaken wordt vervolgd en de bezuinigingsopgave daarvan wordt ingevuld. Wel hebben we daarbij goed gekeken naar het effect van bepaalde voorstellen, die in het mEdemaken traject zijn ingebracht door de werkgroepen. We stellen daarbij
70
Perspectiefnota 2016-2019 voor om enkele ingebrachte voorstellen niet over te nemen. Daarbij is gekeken naar de balans tussen de mate van de bezuiniging en de (maatschappelijke) impact. Hierop wordt verderop in dit hoofdstuk nader ingegaan.
7.6 Inspelen op de (financiële) onzekerheden binnen het sociaal domein Binnen het sociaal domein voeren we nu de taken uit als gevolg van de drie decentralisaties. Dat is een grote opgave die veel van de organisatie en inwoners vraagt. Het is niet mogelijk om alle ontwikkelingen goed en volledig in te schatten, ook wanneer we de verdeelmodellen in ogenschouw nemen. Daarom is al eerder een stelpost opgenomen voor het sociaal domein. We willen de risico’s die gepaard gaan met de 3D’s goed kunnen opvangen. We kiezen er daarom voor om de stelpost op te hogen naar € 2,5 miljoen. Hiermee hebben wij een buffer om de komende jaren in te kunnen spelen op aanpassingen in de organisatie en in het beleid dan wel om financiële tegenvallers, bijvoorbeeld als gevolg van de veranderingen in de verdeelmodellen, op te kunnen vangen.
7.7 Creëren van investeringsruimte voor de speerpunten We willen ook in deze periode stevig investeren in het versterken van de sociale en economische kracht van de gemeente Ede op basis van de ambitie zoals geformuleerde in Visie Ede 2025 en in ons Convenant. Daarvoor hebben wij in deze perspectiefnota onze speerpunten beschreven. Wij zijn daarbij ingegaan op de betekenis voor Ede en ook op de synergie tussen de speerpunten. De benoemde speerpunten dragen bij aan het versterken van de sociale en economische kracht van de gemeente Ede en daarmee aan het verder versterken van de leefbaarheid en de toekomstbestendigheid van onze gemeente. Van elk speerpunt hebben wij in beeld gebracht welke bedragen/claims nodig zijn om de doelen te bereiken. Dit is deels goed in te schatten en deels minder goed. Immers bij vrijwel alle speerpunten is samenwerking met en het inspelen op initiatieven uit de samenleving en het bedrijfsleven belangrijk. Dit past ook in de gewijzigde rolneming die we voorstaan, zoals ook is vastgesteld in de motie Right to challenge.. Ook de daadwerkelijke inhoud van projecten en programma’s wordt nergens alleen door de gemeente bepaald. Dit betekent dat inhoud en proces de komende jaren bij de uitvoering van de speerpunten
71
steeds samen op gaan. Daarvoor is (financiële) flexibiliteit belangrijk zodat kan worden versneld wanneer dat noodzakelijk is of getemporiseerd wanneer dat aan de orde is. Dit meebewegen met de actualiteit is belangrijker geworden ten opzichte van voorgaande jaren. Het vraagt ook een andere, meer flexibele, wijze van financieel plannen. Daarom stellen we voor om een Investeringsfonds Impuls Ede in te stellen waaruit wij de komende jaren de speerpunten uit de Visie Ede 2025 en het Convenant kunnen financieren. Een fonds biedt ook ruimte om in te zetten voor het verkrijgen van externe financiële middelen of om in te zetten als revolverend fonds. De claims vanuit de speerpunten (zie hoofdstuk 5) zijn indicatieve bedragen, die tezamen zo’n € 10 miljoen bedragen. Het fonds voeden we met € 10 miljoen incidentele middelen, waarvan € 6 miljoen uit precario-opbrengsten en € 4 miljoen uit de algemene reserve. Dit wordt gereserveerd voor de periode 2016-2019. Jaarlijks, bij de besluitvorming van de Programmabegroting, stelt de raad het bedrag vast dat voor het dan volgende jaar beschikbaar komt voor de uitvoering van de speerpunten. Dit gebeurt op basis van een (meer)jarige begroting voor de verschillende projecten/onderwerpen en op basis van een evaluatie van de gerealiseerde resultaten in het afgelopen jaar. Het Investeringsfonds Impuls Ede is bestemd voor het (verder) realiseren van de doelen uit de Visie Ede 2025 en zoals aangegeven het Convenant 2014-2018. Dit betekent dat bij de toekenning van gelden steeds de totale opgave centraal staat. Bij de toekenning van de gelden kijken we in hoeverre het bijdraagt aan de Visie 2025 en in hoeverre het de speerpunten onderling versterkt worden.
7.8 Afwegen van overige financiële claims en bezuinigingsvoorstellen Alle andere financiële claims hebben we afgezet tegen de voorgestelde bezuinigingen op beleid in relatie tot de financiële uitgangspunten. We hebben daarbij kans gezien om vooralsnog een aantal mogelijke bezuinigingsmaatregelen uit mEdemaken niet door te voeren. Daarbij hebben we gezocht naar de balans tussen de financiële ruimte en maatregelen uit mEdemaken die belastend zijn voor de samenleving. Hieronder beschrijven wij welke bezuinigingsmaatregelen we nu niet willen doorvoeren.
72
Perspectiefnota 2016-2019 BOR: Voorstel tot verlaging onderhoudsniveau laten vervallen: ➔
Het onderhoudsniveau vinden we in directe relatie staan met de leefbaarheid in wijken. Ook voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat is het van belang. We willen daarmee deze beoogde bezuiniging niet doorvoeren. Daarmee blijven middelen beschikbaar om samen met de wijken en inwoners in een nieuwe rolneming te werken aan een passend onderhoudsniveau.
BOR: Voorstel omvormen heestervakken niet overnemen: ➔
Dit vraagt om een incidentele investering van € 1,9 miljoen. Dat levert een structurele bezuiniging op van € 141.000. We vinden de benodigde incidentele investering te hoog ten opzichte van de bezuiniging.
Cultuur: Voorstel bezuiniging van € 20.000 LOE laten vervallen ➔
Het doorvoeren van deze bezuiniging zou betekenen dat deze voorziening ophoudt te bestaan. We vinden de LOE echter te belangrijk als informatievoorziening naar bewoners.
Cultuur: Voorstel bezuiniging van € 250.000 budget Exposeum niet per 2016 laten ingaan maar per 2019 ➔
Er moet toegewerkt worden naar een nieuwe invulling van het Exposeum. Dit vraagt tijd en is niet binnen enkele maanden gerealiseerd. Er liggen wel kansen. We willen daarom de bezuinigingstaakstelling hiervoor in de tijd schuiven en in laten gaan per 2019.
Dienstverlening: Bezuiniging € 5.000 huwelijksaangifte (ondertrouw) niet overnemen ➔
In ondertrouw gaan is een belangrijk moment in een mensenleven. Gezien het beperkte bedrag dat hiermee bespaard wordt, stellen we voor dit niet over te nemen. Hiermee blijven de huidige mogelijkheden voor een dergelijke belangrijke gebeurtenis in stand.
Dienstverlening: Bezuiniging € 25.000 loketten Burgerzaken buitendorpen niet overnemen. ➔
We willen graag toe naar een klantgericht en efficient gebruik van de loketten. Graag werken we dit verder uit met betrokkenen. We willen dit echter niet financieel gestuurd invullen. En stellen daarom voor om deze bezuiniging nu niet over te nemen.
Privatiseren buitenzwembad Lunteren zetten we om in ‘Totale besparing op het zwemproduct’ € 200.000 ➔
Samen met de zwembaden willen we onderzoeken hoe we de beoogde besparing kunnen realiseren, bijvoorbeeld door andere beheersvormen. Dit werken we nader uit voor het gehele product zwembaden.
73
Parkeren: Bezuiniging € 50.000 door fiscaliseren van vergunninghoudersgebieden niet overnemen ➔
Gezien de impact voor bewoners en bezoekers willen we dit voorstel niet overnemen. Wel willen we € 65.000 reserveren als budget om mogelijke acties in het kader van Levendig centrum te kunnen dekken. De totale bezuiniging binnen het Uitvoeringsplan Parkeren komt daarmee uit op € 500.000, conform de doelstelling.
Bovengenoemde voorstellen willen we dus niet overnemen, maar alle andere uit mEde maken voortgekomen voorstellen wel. Dit leidt uiteindelijk tot een bezuiniging door invoering van de maatregelen geformuleerd in het traject mEdemaken van per saldo € 4,6 miljoen structureel. Tabel 13 mEdemaken en overige ombuigingen, na wijzigingen College Omschrijving
2015
bedragen x € 1.000
2016
2017
2018
2019
BOR
690 V
1.325 V
1.525 V
1.940 V
- maatwerk onderhoud niveau C
255 N
510 N
765 N
1.020 N
mEdemaken:
- vervallen omvorming heesters naar gazon
35 N
70 N
105 N
140 N
Leerlingenvervoer
200 V
200 V
200 V
200 V
Sportaccommodaties
115 V
200 V
450 V
450 V
60 V
420 V
660 V
Cultuur
460 V
460 V
480 V
1.090 V
- Uitstel andere invulling Exposeum-ambitie
250 N
250 N
250 N
Buurthuizen en activiteiten
- Vervallen versobering Lokale Omroep Ede
20 N
20 N
20 N
20 N
Subtotaal mEdemaken (minimale variant)
905 V
1.395 V
1.935 V
3.160 V
Overige voorstellen: Parkeren
250 V
375 V
500 V
500 V
Vastgoed
100 V
200 V
300 V
300 V
Dienstverlening
150 V
150 V
250 V
350 V
5N
5N
5N
5N
- Vervallen voorstel stopzetting dienstverlening
25 N
25 N
25 N
25 N
Toezicht
25 V
50 V
50 V
50 V
Beleidsnota’s
50 V
100 V
100 V
100 V
Subtotaal overige voorstellen
545 V
845 V
1.170 V
1.270 V
Onderwijsondersteuning
200 V
200 V
200 V
200 V
- Vervallen voorstel andere organisatie ondertrouw
Totaal
1.650 V
2.440 V
3.305 V
4.630 V
Verwerkt in het meerjarenperspectief
3.500 V
5.000 V
5.000 V
5.000 V
Meeropbrengst
1.850 N
2.560 N
1.695 N
370 N
74
Perspectiefnota 2016-2019
7.9 Conclusie: Meerjarenperspectief 2016-2019 Verwerking van alle voorstellen leidt tot een voordelig perspectief van € 1,3 miljoen in 2019. Dit vertaalt zich ook door in de ontwikkeling van de algemene reserve. Op basis van deze cijfers resteert een klein surplus in 2019. In 2018 is sprake van een klein tekort ten opzichte van de bodem. Dit vinden wij acceptabel, maar monitoren hierop in de verschillende planning en control rapportages. Tabel 14 Meerjarenperspectief 2016-2019
bedragen x € 1.000
Omschrijving Programmabegroting 2015-2018 Reeds gehonoreerd (maar niet verwerkt) nieuw beleid Actualisatie Gemeentefonds Noodzakelijke beleidsaanpassingen
2015
2016
2017
2018
2019
2.497 N
2.355 V
3.885 V
3.076 V
3.076 V
205 N
1.059 N
469 N
319 N
319 N
2.169 N
1.590 N
100 N
50 N
132 N
85 N
85 N
85 N
700 V
700 V
3.160 V
3.000 N
3.100 N
2.445 N
1.090 N
1.850 N
2.560 N
1.695 N
370 N
1.289 N
1.303 V
2.579 V
819 N
496 N
2.400 N
3.600 N
pm
pm
3.085 N
6.326 N
3.450 N
1.552 N
1.369 V
mEdemaken c.a. Overige voorstellen Precario - storting Investeringsfonds Perspectiefnota 2016-2019
tabel 15 Algemene reserve bodemvoorziening Omschrijving Saldo 1 januari (na resultaatbestemming) Diverse onttrekkingen
bedragen x € 1.000 2015
2016
2017
2018
2019
27.595 V
20.095 V
13.769 V
10.319 V
8.767 V
6.326 N
3.450 N
1.552 N
1.369 V
415 N
Resultaat perspectiefnota 2016-2019
3.085 N
Investeringsfonds
4.000 N
Saldo per 31 december
20.095 V
13.769 V
10.319 V
8.767 V
10.136 V
Bodem
10.000 N
10.000 N
10.000 N
10.000 N
10.000 N
Afwijking van bodem
10.095 V
3.769 V
319 V
1.233 N
136 V
75
76
Perspectiefnota 2016-2019
Bijlage 1. Overzicht meerjarenperspectief Perspectiefnota 2016-2019
bedragen x € 1.000
Omschrijving Programmabegroting 2015-2018 incl. ombuigingen
2015
2016
2017
2018
2019
2.497 N
2.355 V
3.885 V
3.076 V
3.076 V
1. Reeds gehonoreerd (maar niet verwerkt) nieuw beleid 275 N
275 N
275 N
275 N
Fietsvoorzieningen Hoenderloseweg Otterlo
World Food Center
22 N
22 N
22 N
22 N
Sport - voorzieningen MHC Ede
22 N
22 N
22 N
22 N
400 N
pm
pm
pm
90 N
pm
pm
pm
100 N
pm
pm
pm
150 N
150 N 578 N
578 N
Minimabeleid Service voor de wijk Arbeidsmarktregio Food Valley Referendum winkeltijden (aanvullend budget)
55 N
Handhaving permanente bewoning recreatieverblijven
150 N
Sporthal Zandlaan - kapitaallasten
578 N
Sporthal Zandlaan - opbrengsten Subtotaal
205 N
1.059 N
578 V
578 V
578 V
469 N
319 N
319 N
2. Actualisaties VGGM - rekening resultaat 2014
500 V
Areaal
110 N
Verkeerskredieten UVV
22 N
Parkeren
90 N
Parkeren - onttrekking reserve Parkeren Zwembad de Peppel
90 V
35 V
180 N
140 N
Permar *)
1.011 N
BUIG *)
1.100 N
Bijzondere bijstand - inclusief vluchtelingen
35 N
pm
pm
50 N
50 N
Formatie 3D - WPI
175 N
350 N
Formatie 3D - WPI - dekking stelpost decentralisaties
175 V
350 V
WMO - herindicatie huishoudelijke hulp
350 N
Vluchtelingen - extra begeleidingskosten
WMO - garantstelling
100 N
50 N
pm
pm
pm
100 N
50 N
132 N
700 V
700 V
85 N
85 N
85 V
85 V
58 N
Sociaal maatschappelijk vastgoed
360 V
Gemeentelijke vastgoed exploitatie
280 N
Individueel keuzebudget
pm
1.400 N
Subtotaal
2.169 N
1.590 N
3. Gemeentefonds Ontwikkeling algemene uitkering (2e fase herijking) Taakmutatie Centra voor Jeugd en Gezin
85 N
85 N
Aframen taakmutatie Centra voor Jeugd en Gezin Taakmutatie Implementatie participatiewet Reserveren taakmutatie Implementatie participatiewet Taakmutatie Beschermd wonen *)
500 V
400 V
500 N
400 N
1.000 V
77
85 N
Perspectiefnota 2016-2019
bedragen x € 1.000
Omschrijving
2015
Reserveren Taakmutatie Beschermd wonen
2016
2017
2018
2019
1.000 N
Taakmutatie Huishoudelijke hulp toelage
769 V
936 V
Reserveren taakmutatie Huishoudelijke hulp toelage
769 N
936 N
85 N
85 N
85 N
700 V
700 V
900 N
1.150 N
1.650 N
1.650 N
150 N
300 N
450 N
1.000 V
1.000 V
1.000 V
1.000 V
30 N
60 N
90 N
30 V
65 V
100 V
300 N
300 N 1.200 N
Subtotaal 4. Noodzakelijke beleidsaanpassingen Stelpost decentralisaties - extra dotatie Vervanging Openbare ruimte (excl. bomen; € 3 mln.) Vervanging Openbare ruimte - vrijval € 1 miljoen Bomenbeleidsplan activeren (10 jaar x 6 ton) Bomenbeleidsplan - voordeel onderhoud Bomenbeleidsplan - vrijval res.vervanging kapgoed Investeringsimpuls ICT
6.000 V 440 N
300 N 400 N
800 N
Bedrijfsvoering (frictie- en fasering)
2.400 N
2.400 N
1.700 N
Subtotaal
3.160 V
3.000 N
3.100 N
2.445 N
BOR
690 V
1.325 V
1.525 V
1.940 V
- maatwerk onderhoud niveau C
255 N
510 N
765 N
1.020 N
35 N
70 N
105 N
140 N
Leerlingenvervoer
200 V
200 V
200 V
200 V
Sportaccommodaties
115 V
200 V
450 V
450 V
60 V
420 V
660 V 1.090 V
mEdemaken e.d. (frictie- en fasering)
1.090 N
5a. mEdemaken:
- vervallen omvorming heesters naar gazon
Buurthuizen en activiteiten Cultuur
460 V
460 V
480 V
- Uitstel andere invulling Exposeum-ambitie
250 N
250 N
250 N
- Vervallen versobering Lokale Omroep Ede
20 N
20 N
20 N
20 N
905 V
1.395 V
1.935 V
3.160 V
Parkeren
250 V
375 V
500 V
500 V
Vastgoed
100 V
200 V
300 V
300 V
Dienstverlening
150 V
150 V
250 V
350 V
Subtotaal mEdemaken 5b. Overige voorstellen:
5N
5N
5N
5N
- Vervallen voorstel stopzetting dienstverlening
- Vervallen voorstel andere organisatie ondertrouw
25 N
25 N
25 N
25 N
Toezicht
25 V
50 V
50 V
50 V
Beleidsnota’s
50 V
100 V
100 V
100 V
Subtotaal overige voorstellen
545 V
845 V
1.170 V
1.270 V
5c. Onderwijsondersteuning
200 V
200 V
200 V
200 V
Totaal ombuigingsvoorstellen
1.650 V
2.440 V
3.305 V
4.630 V
Verwerkt in het meerjarenperspectief
3.500 V
5.000 V
5.000 V
5.000 V
Meeropbrengst
1.850 N
2.560 N
1.695 N
370 N
10 N
150 N
150 N
10 N
10 N
10 N
10 N
6. Overige voorstellen KennisAs Ede-Wageningen - kapitaallasten Flexibele camera’s
78
Perspectiefnota 2016-2019 Perspectiefnota 2016-2019 Omschrijving
bedragen x € 1.000 2015
Social Return on Investments Airborne
2016
2017
2018
2019
60 N
80 N
55 N
40 N
27 N
27 N
27 N
27 N
27 N
558 N
64 V
60 V
57 V
55 V
64 N
64 N
64 N
64 N
64 N
200 N
200 N
200 N
200 N
Rekenkamer - uitbreiding onderzoeksbudget
40 N
40 N
40 N
40 N
Raad - beeldvormende vergaderingen en excursies
20 N
20 N
20 N
20 N
320 N
320 N
pm
pm
Afboeken inrichtingskosten scholen Dierenasiel De Hof van Ede Dierenasiel De Hof van Ede - onderhoud
250 N
(voorlopige reservering) Extra taken cluster Dienstverlening & Bedrijfsvoering
100 N
Sociaal Interventie Team
pm
pm
pm
pm
Integrale aanpak kwetsbare groepen
Visie fietsmobiliteit
210 N
210 N
210 N
pm
Internationale school
110 N
100 N
100 N
WMO - onderzoek collectief vervoer
20 N
50 N
Gebiedsgerichte uitwerking stikstofproblematiek
100 N
Breedband buitengebied - onderzoek
120 N
Precariobelasting op kabels en leidingen Subtotaal
1.289 N
100 N
2.400 V
3.600 V
pm
pm
1.303 V
2.579 V
819 N
496 N
7. Precario - storting Investeringsfonds
2.400 N
3.600 N
pm
pm
Subtotaal
2.400 N
3.600 N
pm
pm
6.326 N
3.450 N
1.552 N
1.369 V
Perspectiefnota 2016-2019
3.085 N
79
Perspectiefnota 2016-2019
Bijlage 2. Overzicht reserves I/S
Nr.
Omschrijving
Boekwaarde 1-1-2015
Boekwaarde Resultaatbestemming 1/1 na resultaatbestemming vorig jaar
Rente
Realisatie
Afschrijvings- Boekwaarde Boekwaarde Boekwaarde Boekwaarde Boekwaarde bijdrage 31-12-2015 31-12-2016 31-12-2017 31-12-2018 31-12-2019
Programma
Cat.
Bij
Af
1
4
I
R400
Overgangsrecht FLO
814.162
0
814.162
0
0
209.378
0
604.784
359.138
348.575
419.736
419.736
2
4
I
R411
Parkeren
835.825
0
835.825
0
0
146.765
0
689.060
592.573
592.573
592.573
592.573
2
4
S
R416
Begraven
0
306.136
306.136
0
58.930
0
0
365.066
423.230
488.104
552.978
617.852
2
4
I
R496
Vervanging kapitaalgoederen
7.655.602
-500.000
7.155.602
0
1.821.480
1.823.500
0
7.153.582
7.771.918
9.398.364
11.155.810
13.003.256
9.243.510
0
9.243.510
277.305
0
0
771.233
8.749.582
8.255.653
7.761.725
7.267.797
6.773.869
382.072
0
382.072
0
125.000
171.500
0
335.572
289.072
242.572
196.072
196.072
2
6
S
R605
Riolering buitengebied
3
4
I
R420
Werkgelegenheid
4
4
I
R430
Onderwijs - Huisvesting
5.856.743
0
5.856.743
0
0
2.413.743
0
3.443.000
3.036.000
817.000
441.000
-0
4
4
I
R433
Onderwijs - Achterstands-beleid
1.613.139
0
1.613.139
0
0
124.158
0
1.488.981
1.671.510
1.869.039
2.051.568
2.234.097
4
4
I
R434
Eigenheid en eigenzinnig-heid
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
4
4
I
R435
Centrum voor Jeugd en Gezin
388.208
0
388.208
0
0
159.000
0
229.208
116.208
0
0
0
4
6
S
R610
Basisschool Kernhem
221.631
0
221.631
6.649
0
14.291
0
213.989
206.347
198.705
191.062
183.419
4
6
S
R611
Basisschool De Meander
216.880
0
216.880
6.506
0
13.737
0
209.649
202.418
195.189
187.960
180.731
4
6
S
R612
Brede school De Kraats
437.500
0
437.500
13.125
0
25.625
0
425.000
412.500
400.000
387.500
375.000
4
6
S
R613
Basisschool Paasberg/Veld-huizerschool
318.366
0
318.366
9.551
0
19.199
0
308.718
299.070
289.423
279.776
270.128
4
6
S
R614
Basisschool El Inkade
508.836
0
508.836
15.265
0
30.231
0
493.870
478.904
463.938
448.972
434.006
4
6
S
R615
Basisschool Wilhelminaschool
324.147
0
324.147
9.724
0
18.728
0
315.143
306.139
297.135
288.131
279.127
4
6
S
R616
Basisschool Emmaschool
421.600
0
421.600
12.648
0
25.823
0
408.425
395.250
382.074
368.899
355.724
1.265.400
0
1.265.400
37.962
0
71.262
0
1.232.100
1.198.800
1.165.500
1.132.200
1.098.900
0
485.000
485.000
14.550
0
26.675
0
472.875
460.750
448.625
436.500
424.375
4
6
S
R617
Egal.res.school+peuterspeel-zaal Wekerom
4
6
S
R618
VMBO Het Streek Zandlaan
4
6
S
R620
Tijdelijk Jongerenwerk 2015-2017
5
6
S
R630
Sportpark Hoekelumse Eng
180.000
0
180.000
0
0
60.000
0
120.000
60.000
0
0
0
1.517.446
0
1.517.446
45.523
0
0
116.541
1.446.429
1.360.908
1.275.236
1.189.409
1.103.422
5
6
S
R632
5
6
S
R633
Sportpark Bosrand
523.727
0
523.727
15.712
0
0
70.027
469.412
415.138
360.907
306.721
272.581
Sportpark Peppelensteeg
498.991
0
498.991
14.970
0
0
46.638
467.323
435.737
404.235
372.820
341.495
5
6
S
R634
Combiproject Peppelensteeg
189.925
0
189.925
5.698
0
0
2.949
192.674
181.957
171.270
160.614
149.989
5
6
S
R635
Sportpark Inschoten
5
6
S
R636
Sportpark De Eikelhof
5
6
S
R638
Sportpark Allemanskamp
5
6
S
R639
Sportpark De Beek
692.289
0
692.289
20.769
0
0
77.205
635.853
594.909
553.981
513.071
472.180
1.082.874
0
1.082.874
32.486
0
0
134.982
980.378
877.831
775.233
672.581
569.874
432.684
0
432.684
12.981
0
0
45.084
400.581
368.522
336.510
304.545
272.629
72.917
0
72.917
2.188
0
0
7.396
67.709
62.500
57.292
52.084
46.876
5
6
S
R640
Sportpark Harskamp
95.077
0
95.077
2.852
0
0
5.350
92.579
90.081
87.583
85.085
82.588
5
6
S
R641
Sporthal Het Nieuwe Landgoed
832.166
0
832.166
24.965
0
0
45.769
811.362
790.558
769.754
748.950
728.145
5
6
S
R642
Sporthal Otterlo
651.871
0
651.871
19.556
546.000
0
0
1.217.427
1.253.950
1.288.819
1.324.771
1.361.839
5
6
S
R643
Sporthal ‘t Riet
112.576
0
112.576
3.377
0
0
8.738
107.215
101.854
96.494
91.133
85.772
5
6
S
R644
Sportzaal De Peppel
196.651
0
196.651
5.900
0
0
18.190
184.361
172.070
159.779
147.488
135.198
5
6
S
R645
Sporthal De Peppel
375.257
0
375.257
11.258
0
0
22.719
363.796
352.352
340.926
329.518
318.130
5
6
S
R646
Sporthal De Soetendaal
399.336
0
399.336
11.980
0
0
25.750
385.566
371.796
358.026
344.256
330.486
5
6
S
R647
Sporthal Ut Sporthuus
961.278
0
961.278
28.838
0
0
59.767
930.349
899.420
868.492
837.564
806.635
5
6
S
R648
Gymlokaal Ceelman van Ommerenweg
397.637
0
397.637
11.929
0
0
26.131
383.435
369.233
355.032
340.831
326.630
5
6
S
R649
Sportpark Kastanjebos Otterlo
900.000
0
900.000
0
0
0
0
900.000
900.000
927.000
954.810
983.454
6
4
I
R440
Cultuur
76.467
0
76.467
0
45.887
47.250
0
75.104
40.741
33.878
57.015
80.153
6
4
I
R441
Kunst en Cultuur - Ontwikkelfonds
477.418
0
477.418
14.323
3.205
20.000
0
474.946
482.399
490.076
497.983
506.127
6
4
I
R442
Kunstaankopen
738.601
0
738.601
0
88.000
390.583
0
436.018
348.860
432.952
460.264
490.733
80
81
Perspectiefnota 2016-2019
vervolg overzicht reserves Programma
Cat.
I/S
Nr.
Omschrijving
Boekwaarde 1-1-2015
Boekwaarde Resultaatbestemming 1/1 na resultaatbestemming vorig jaar
Rente
Realisatie
Afschrijvings- Boekwaarde Boekwaarde Boekwaarde Boekwaarde Boekwaarde bijdrage 31-12-2015 31-12-2016 31-12-2017 31-12-2018 31-12-2019
6
4
I
R498
Monumenten
0
187.426
187.426
0
120.000
232.640
0
74.786
60.986
67.186
73.386
79.586
6
6
S
R660
Museum Oud Lunteren
34.931
0
34.931
1.048
0
0
2.110
33.869
32.805
31.739
30.671
29.601
6
6
S
R661
Kijk- en Luistermuseum
28.194
0
28.194
846
0
0
2.433
26.607
25.019
23.432
21.844
20.255
7
4
I
R454
Regionaal Werk Bedrijf
0
0
0
0
600.000
600.000
0
0
0
0
0
0
7
4
I
R455
Reserve Arbeidsmarktregio FoodValley
0
63.500
63.500
0
229.504
229.504
0
63.500
31.750
31.750
0
0 364.795
7
4
I
R439
Egalisatiereserve legaat van Lagen
370.374
0
370.374
11.111
0
16.690
0
364.795
364.795
364.795
364.795
7
4
I
R453
Inburgering
360.566
0
360.566
0
0
186.653
0
173.913
110.223
60.757
53.133
53.133
9
4
I
R460
Maatschappelijke opvang
1.267.245
0
1.267.245
0
0
0
0
1.267.245
1.267.245
1.267.245
1.267.245
1.267.245
9
4
I
R461
Vrouwenopvang/aanpak ouderenmish.
348.000
0
348.000
0
0
95.000
0
253.000
253.000
253.000
253.000
253.000
9
6
S
R670
Dorpscentrum De Spil
596.684
0
596.684
17.750
0
25.149
0
589.285
581.664
573.814
565.729
565.729
9
6
S
R672
Egal.res.Proosdijerveldweg 55
427.019
427.019
12.810
0
0
37.929
401.900
376.781
351.662
326.543
301.424
10
4
I
R470
Veluwse Poort - Spoorzone Ede
7.883.170
444.810
8.327.980
249.839
11.180.250
10.209.000
0
9.549.070
11.644.042
12.761.363
-10.058.654
-13.070.887
10
4
I
R471
Veluwse Poort - Parklaan
4.980.505
0
4.980.505
149.415
3.899.750
753.000
0
8.276.670
12.632.470
-10.487.556
-15.762.183
-12.416.048
10
4
I
R475
Landschapsfonds
87.675
0
87.675
0
160.000
174.500
0
73.175
91.925
110.675
129.425
148.175
10
4
I
R476
Stadsuitleg
10
4
I
R477
Starters- en doorstromers
566.578
0
566.578
0
322.758
0
0
889.336
1.005.076
1.355.821
1.748.298
2.164.807
2.817.422
19.000
2.836.422
85.093
150.000
180.000
0
2.891.514
2.959.260
2.955.037
2.878.689
2.872.049 2.660.461
10
7
I
R700
Grondbedrijf
6.688.961
-5.278.000
1.410.961
0
197.000
772.500
0
835.461
1.538.961
4.105.461
3.382.961
11
3
S
R300
Afval
2.212.976
0
2.212.976
0
0
442.768
0
1.770.208
1.277.440
984.672
741.904
741.904
11
4
I
R480
Bodemsanering
537.026
0
537.026
0
50.000
75.000
0
512.026
475.026
513.026
551.026
589.026
11
4
I
R481
Buitengebied - Uitvoering
13
1
I
R100
Algemene reserve
69.562
0
69.562
0
0
69.562
0
-0
-0
-0
-0
-0
16.883.929
10.711.936
27.595.865
0
0
2.912.000
0
24.683.865
27.038.865
30.923.865
33.999.865
34.571.865
13
2
S
R200
Algemene reserve - Begroting
6.858.024
0
6.858.024
205.741
0
282.500
0
6.781.266
6.700.669
6.620.842
6.620.843
6.620.844
13
2
S
R201
Algemene reserve - Rente begroting
9.656.273
0
9.656.273
289.689
0
289.689
0
9.656.273
9.656.273
9.656.273
9.656.273
9.656.273
13
4
I
R472
Woningbouw
254.645
0
254.645
0
40.510
0
0
295.155
331.163
365.470
398.039
428.849
13
4
I
R491
Lokale arbeidsvoorwaarden
370.168
-44.000
326.168
0
58.000
229.198
0
154.970
27.772
0
0
0 7.084.896
13
4
I
R492
BTW - Compensatiefonds
1.902.396
0
1.902.396
0
1.840.000
1.507.500
0
2.234.896
3.404.896
4.674.896
5.854.896
13
4
I
R493
Cofinanciering
4.261.676
0
4.261.676
127.850
0
3.218.272
0
1.171.254
672.142
244.906
252.253
259.821
13
4
I
R494
DOE - Belegd deel
1.106.169
0
1.106.169
0
0
0
0
1.106.169
1.106.169
1.106.169
1.106.169
1.106.169
1.400.594
2.578.529
3.979.123
0
0
3.262.476
0
716.647
696.647
696.647
696.647
696.647
0
1.277.582
1.277.582
0
0
0
0
1.277.582
1.277.582
1.277.582
1.277.582
1.277.582 1.129.094
13
4
I
R495
Overlopende verplichtingen
13
4
I
R497
Matching
13
5
I
R500
Bedrijfsmiddelen - Personeel
4.660.229
293.000
4.953.229
0
308.000
3.120.336
0
2.140.893
1.612.741
1.351.382
1.126.094
13
5
I
R501
Bedrijfsmiddelen - Kapitaallasten
1.815.410
-110.000
1.705.410
51.162
0
417.652
0
1.338.920
-0
-1
-0
-0
13
5
I
R502
Bedrijfsmiddelen - Algemeen
4.942.462
-24.000
4.918.462
147.554
279.422
902.084
0
4.443.354
4.246.559
2.964.739
1.768.649
194.184
13
5
I
R503
Bedrijfsmiddelen - Huisvesting
13
5
I
R504
Bedrijfsmiddelen - Automatisering
R505
Bedrijfsmiddelen - Herbezettingsgelden
Totaal
772.727
135.000
907.727
27.232
114.036
351.060
0
697.935
494.332
284.621
318.619
353.636
3.205.107
-434.866
2.770.241
0
801.232
783.623
0
2.787.851
2.596.189
2.122.234
1.719.342
1.248.392
0
299.000
299.000
0
88.442
135.888
0
251.554
230.829
210.104
298.546
386.988
129.275.508
10.410.053
139.685.561
2.065.731
23.127.406
37.285.693
1.526.941
126.066.064
131.827.590
113.325.624
87.851.675
88.543.295
Catergorieën 1. Algemene reserve 2. Overige algemene reserve 3. Bestemmingsreserve 4. Overige bestemmingsreserves 5. Personeel- en bedrijfsreserve 6. Egalisatiereserve kapitaallasten 7. Bestemmingsreserve Grondbedrijf
82
83
Perspectiefnota 2016-2019
Bijlage 3. Overzicht voorzieningen Nummer
Omschrijving
Cat.
Progr.
Boekwaarde 01-01-2015
Rente
Realisatie Bij
Vrijval
Boekwaarde 31-12-2015
Boekwaarde 31-12-2016
Boekwaarde 31-12-2017
Af
Boekwaarde 31-12-2018
Boekwaarde 31-12-2019
43.100
Voor verplichtingen, verliezen en risico’s V101
Wethouderspens. en uitkeringen
1
12
2.629.176
0
0
0
2.629.176
2.629.176
2.629.176
2.629.176
2.629.176
V103
Personeelbudgetten
1
12
53.389
0
0
36.789
16.600
0
0
0
0
V165
NIEGG - niet in expl.genomen gronden
1
10
795.388
0
0
0
0
795.388
795.388
795.388
795.388
795.388
Beeldende kunst
2
6
5.797
0
5.718
11.062
0
453
2.351
3.794
5.482
5.800
0
0
72.217
0
0
0
0
0
0
0
52.364
0
27.369
13.369
0
0
0
34.298.798
32.056.727
29.309.920
27.159.344
24.923.632
Ter egalisering van kosten V142
Voor middelen van derden w.v. de bestemming gebonden is V127
Nieuwkomers
3
7
72.217
V164
ISV-gelden
3
11
79.733
Rioolaanleg en -beheer
4
2
32.119.114
562.084
6.798.200
5.180.600
V124
Dubieuze debiteuren - WIZ
5
4.860.674
0
0
0
0
4.860.674
4.860.674
4.860.674
4.860.674
4.860.674
V160
Dubieuze debiteuren - Algemeen
5
12
3.186.399
0
92.000
0
0
3.278.399
3.370.399
3.462.399
3.554.399
3.646.399
Negatieve plannen Grondbedrijf
6
10
58.081.161
1.742.435
0
2.494.450
57.329.146
58.072.216
58.225.383
38.887.864
39.895.500
101.883.048
2.304.519
6.895.918
7.847.482
103.236.003
101.800.301
99.286.735
77.892.328
76.756.570
Voor bijdragen aan vervangingsinvesteringen waarvoor een heffing wordt geheven V162
Naar debiteuren
Naar voorraden V161
Totaal Voorzieningen
0
Categorie 1 - Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s Categorie 2 - Voorzieningen ter egalisering van kosten Categorie 3 - Voorzieningen voor middelen van derden w.v. de bestemming gebonden is Categorie 4 - Voor bijdragen aan vervangingsinvesteringen waarvoor een heffing wordt geheven Categorie 5 - Dubieuze debiteuren Categorie 6 - Voorraden
84
85