PERSPECTIEF
Een kijk op de opleiding journalistiek in Plantijn
1ste jaargang nr.1
EENHEIDSWORST OP HET MENU ?
KARL & VTM, GROTE LIEFDE
GVA RECRUTEERT
P. 2
P. 4
P. 8
Journalistiek, het klinkt spannend en uitdagend en dat is het ook. Reportages draaien, research doen, interviews afnemen, politici het vuur aan de schenen leggen, de actualiteit op de voet volgen, je boodschap de ether insturen,... Het hoort er allemaal bij. Maar journalist word je niet zomaar. Er komt een heleboel bij kijken. Eindredactie is veel meer dan teksten verbeteren en het volstaat niet om een spellingsgenie te zijn. Ook artikels schrijven is niet vanzelfsprekend. Je moet een paar elementaire regels respecteren en bepaalde schrijftechnieken beheersen. En een vakantiefilmpje maken ligt nog kilometers verwijderd van een documentaire in elkaar steken. Een opleiding in de journalistiek is dus geen overbodige luxe. En dan zijn er nog de opties in het derde jaar. Kies je voor radio of zegt televisie je meer ? Misschien voel je je wel als een vis in het water op een kranten- of weekbladredactie ? Of heb je zin om als pionier aan de slag te gaan in de nieuwe media. Je hebt in elk geval rustig de tijd om een weloverwogen keuze te maken. Wat je ermee kan doen ? Oneindig veel. Om dat aan te tonen lees je in dit krantje de verhalen van een aantal oud-studenten die hun weg in de mediawereld al gevonden hebben. Ook de visie van een doorwinterd mediawatcher komt aan bod en er is aandacht voor de opmars van de nieuwe media. Wie nog geen flauw idee heeft van wat een eindredacteur doet, komt dat nu te weten. Verder bespreken we kort het profiel van een journalist en wordt de ‘relatie’ tussen Plantijn en de Gazet van Antwerpen belicht. Dit allemaal om een beeld te schetsen van de opleiding ‘journalistiek’ in de Plantijnhogeschool. VERDER IN DEZE KRANT Eindredactie, wat is dat ? Kurt Minnen, webredacteur
p. 2 p. 3
Stagestudenten aan het woord Webjournalistiek in opmars Vademecum voor de journalist
p. 4 p. 5 p. 8
EENHEIDSWORST Als hoofdredacteur van het mediavakblad Argus volgt Guy Freiermuth, tot vorig jaar lector aan Plantijn, de media van heel nabij. Hoe kijkt hij aan tegen de huidige ontwikkeling van de Vlaamse media ? Een vaak gehoorde kritiek is dat de media lijden onder de tirannie van de kijk- en leescijfers. Hoe denkt u daarover ? Vroeger waren de kranten spreekbuizen van politieke partijen, syndicaten,... Dat is nu grotendeels verdwenen. Toen kwam inderdaad die commerciële druk. De hoop dat de pers eindelijk ‘vrij’ zou worden, zijn we dus kwijt. Maar niet alle bladen geven zich zonder slag of stoot gewonnen. Is er dan nog plaats voor journalisten met een ‘boodschap’ ? Jazeker. Er gaat toch nog steeds een educatieve waarde uit van de pers. Maar je moet wel goed het onderscheid maken tussen een educatieve en een opiniërende waarde. Onder educatief versta ik ‘duiding geven’, de mensen het geïsoleerde nieuwsfeit door het plaat-
sen in een context beter laten begrijpen. Opinies zijn minder in, al merk ik dat er weer vaker naar teruggegrepen wordt. Kunnen journalisten nog schrijven wat ze willen ? Dat ligt al moeilijker. Ik stel vast dat, sinds de ideologische grenzen vervaagd zijn, iedereen is opgeschoven naar centrum-links. En dat brengt een ander probleem met zich mee. Er wordt teveel eenheidsworst geserveerd. Iedereen schrijft zowat hetzelfde. Een spijtige evolutie, want ik heb liever een pers waar Guy Freiermuth (Foto Stefanie Van Ryssen) nog wat keuze is, zodat de lezer kennis kan nemen van verschillende stand- juiste conclusies te trekken ? punten en op basis daarvan zijn eigen Dat is het grote probleem. Door de mening kan vormen. Journalisten doen lezers gegevens te onthouden, krijgen al te vaak aan zelfcensuur door over die een vervormd beeld van de reaheikele thema’s te zwijgen, terwijl het liteit en kunnen zij soms moeilijk de juist hun taak is om erover te berichten. ware proporties van iets zien. Maar Dat heeft een averechts effect. Door wat dat betreft is er een kentering op problemen dood te zwijgen krijg je komst. Er zijn een aantal bladen die op een andere manier beginnen te gefrustreerde lezers. berichten over de zaken. Zij durven Verzaken de media dan aan hun man en paard noemen en dat zal taak ? Door te weinig informatie onvermijdelijk een invloed hebben op te verstrekken over bepaalde ge- de andere bladen... voelige thema’s ontnemen zij de Stefanie Van Ryssen lezer misschien de kans om de
HUH? EINDREDACTIE? Een eindredacteur doet veel meer dan teksten corrigeren. Maar waar precies houdt hij zich dan de hele dag mee bezig? We vroegen het aan oud-student Filip Marsboom, eindredacteur van de Gazet van Antwerpen. Filips werk begint al bij het ontbijt: hij leest de belangrijkste Vlaamse en Waalse kranten. Gesterkt door een stevig kopje koffie bekijkt en selecteert hij de binnengelopen nieuwsberichten van persagentschappen zoals Belga en Reuters. Dan is het tijd voor de redactievergadering. Na een korte evaluatie van de krant van de vorige dag gaat de meeste vergadertijd naar de editie van de volgende dag. Er wordt afgesproken wie wat gaat brengen en welke interviews kunnen worden gemaakt.
PERSpectief
Het is al 11 uur en Filip loopt ijverig rond op de redactie. Als een goede officier controleert hij zijn troepen en ziet (hopelijk) dat iedereen goed bezig is en op schema zit. Hij overlegt met de verschillende redacteurs, en stuurt hier en daar wat bij. Ondertussen komen er nog altijd nieuwe persberichten binnen. Als er iets interessants bijzit, geeft Filip opdracht om het bericht te herwerken tot een vlot leesbaar artikel. Om 13 uur bekijkt hij het televisiejournaal.
Filip is niet de enige eindredacteur op de Gazet van Antwerpen: er wordt in shiften gewerkt. Rond half vier wordt de eindredacteur met vroege shift vervangen door twee nieuwe eindredacteurs die nog met een fris kopje zitten. Ze moeten onderling beslissen wie welke pagina zal controleren. De avondac-
tualiteit wordt intussen op de voet gevolgd, terwijl de eerste volledige pagina’s van een nieuwgeboren krant binnenlopen. Alle stukjes worden met een arendsoog nagelezen en aangepast. De eindredacteurs overleggen ook met de mensen van de lay-out: ‘Hoe gaan we de artikels in de krant plaatsen zodat alles precies in elkaar past?’ is de vraag die hierbij centraal staat. Vaak tot na middernacht zitten de eindredacteurs nog naar nieuwe informatie te snuffelen, de laatavondjournaals worden gecheckt op nieuwe feiten. Rond half een stopt de redactie en moet het uitzicht van een nieuwe krant vastliggen, het welverdiende resultaat van een dag hard labeur. Peter Claes
2
“DOEN! DOEN! DOEN!”
KURT MINNEN, REDACTEUR PLANET INTERNET
Kurt Minnen is enkele jaren geleden afgestudeerd in de richting ‘journalistiek’. Na vijf maanden voor ‘De Morgen’ gewerkt te hebben, zocht hij zijn heil als webredacteur op de nieuwsdienst van Planet Internet. Daarnaast schreef hij vorig jaar samen met Jan Vangeel (informaticaconsulent & ex-redacteur Café Belge) en Eric Hulsens (docent Plantijnhogeschool) het boek Webjournalistiek. Je hebt eerst een tijdje geschiedenis gestudeerd aan de universiteit. Vanwaar dan ineens de keuze voor journalistiek ? Ik was op zoek naar iets waar ik mijn ei in kwijt kon. En het had ook wel te maken met de manier waarop ik tegen de dingen aankijk. Ik wou iets doen waardoor ik enige invloed had op de zaken en creatief bezig kon zijn. Zo ben ik op Plantijn terechtgekomen... Hoe kijk je nu terug op die opleiding ? Wat ik nu doe is het resultaat van jaren. Dat is niet alleen te wijten aan één bepaalde opleiding. Maar mijn opleiding in Plantijn heb ik als zeer positief ervaren. Vooral die gezonde chaos en de vrijheid die je kreeg, lagen mij perfect. Ging je ervoor, dan ging je ervoor, dat had je zelf in de hand. Het doet met je wat je er zelf van maakt. Je moet zelf willen, durven en doen. Slagen in je latere professionele leven hangt dan ook voor veertig procent af van je opleiding en voor zestig procent van jezelf. Maar het moet gezegd dat zo’n vrije sfeer je in ieder geval meer stimuleert dan een strakke, sterk geregelde omgeving. Je bent nu webredacteur bij Planet Internet. Wat houdt dat precies in ? Ik zit op de nieuwsredactie en houd me dus vooral bezig met het volgen van, en het schrijven over de actualiteit. Momenteel werken we met twee vaste mensen en één losse medewerker. Dat wil zeggen dat we in shift werken en ook op zondag moeten komen. Productiviteit en flexibiliteit zijn dus erg belangrijk. Dat heeft natuurlijk ook alles te maken met het medium internet.
PERSpectief
Wat vind je het meest aantrekkelijke aan die job? Het leukste is, dat ik voortdurend met internet bezig ben. Het internet vind ik dan ook ongelooflijk interessant en uitdagend. Misschien ben ik er wel een beetje aan verslaafd. Het eerste wat ik doe, als ik thuiskom, is de computer aanzetten. Ik hou van het gevoel dat ik alles binnen mijn bereik heb en dat de hele wereld als het ware aan mijn voeten ligt. Ik zou nooit meer dan vijftig procent van mijn tijd in een ander medium kunnen steken. Ik wil gerust meehelpen aan bijvoorbeeld een televisieprogramma of een maandblad, maar het internet an sich blijft toch hét van hét.
Kurt Minnen
Wat maakt internet dan zo speciaal voor jou? Het is het meest democratische medium, zowel voor de eindgebruiker als voor de maker. Waar ik voor sta en waar ik van hou, is dat, als je over iets nadenkt en je hebt een idee, je het ook zelf uitvoert. Op die manier krijg je geen situaties waar mensen pluimen van andermans
werk op hun hoed steken. Het principe ‘ere wie ere toekomt’ dus. Dat is de manier van werken waar ik mij het best bij voel. En internet is wat dat betreft ideaal. Een andere grote troef van dit medium is de snelheid. Als ik de kranten opensla, dan zie ik onmiddellijk veel nieuwsfeiten die wij ook al hadden, de dag voordien... Wij passen het nieuws voortdurend aan. Dat merk je wel wanneer er ineens iets gebeurt, dan krijgen we binnen de kortste tijd een massa mensen over de vloer. Zijn er bepaalde basiskwaliteiten waarover een webjournalist moet beschikken ? Een webjournalist moet sowieso een goede journalist zijn. Hij moet vlot kunnen schrijven, een goed taalgevoel hebben en rekening houden met het medium en de doelgroep waar hij voor schrijft. Affiniteit met het internet is een voorwaarde. Ook technisch moet je een beetje bedreven zijn: foto’s zoeken en aanpassen, de basis van html beheersen... Nieuwsgierig zijn, een goed inzicht in de zaken hebben en gedrevenheid zijn ook essentieel voor een journalist. En je moet steeds meer doen dan wat van je verwacht wordt ! Heb je enkele tips voor toekomstige studenten ? Ik heb één groot advies: “doen! doen! doen!”. Je moet alle mogelijkheden aangrijpen om je te onderscheiden van de rest. Nog voor je je diploma in handen hebt moet je contacten leggen, artikels schrijven en solliciteren. Durven en doen is de boodschap. Ga je op je bek, dan ga je op je bek. Dat is helemaal niet zo erg. Stefanie Van Ryssen
3
KARL LEENKNEGHT VANUIT PLANTIJN VOOR VTM “Toen ik nog een groentje bij ATV was, heb ik ooit Verhofstadt live in de studio moeten interviewen. Achteraf was ik wel nat van het zweet.” Nadat Karl in 1998 op Plantijn was afgestudeerd, is hij in augustus van dat jaar gaan solliciteren bij ATV. Hij kon daar vrij snel beginnen werken, eerst drie maanden achter de schermen, en daarna op het scherm. Karl werd bekend als presentator van het nieuws en van het sportprogramma ‘Scoren op Zondag’, maar na een tijdje kreeg hij het gevoel dat hij verder wou. Sinds 16 maart 2000 werkt Karl dan bij VTM. Via Kris Borgraeve, nieuwspresentator en ook afkomstig van ATV, had hij vernomen dat VTM mensen zocht. Hij is toen gaan solliciteren en een maand later werd hij gevraagd om aan de Medialaan te komen werken. “Men probeert van mij de opvolger van Kris Borgraeve te maken, dus misschien zal je mij nu meer dan je lief is op het scherm zien.” Momenteel maakt Karl het mooie weer op de VTM-nieuwsdienst, waar in verschillende cellen gewerkt wordt. Er is de cel buitenland, de cel politiek, de cel justitie en de cel ‘reportages’. Karl zit in die laatste cel, en beschouwt het als een troef dat hij een beetje van alles kan doen. Op de redactie werkt hij in een vierdagensysteem. Daarnaast doet hij interviews en maakt hij teksten voor het programma ‘Polspoel & Desmet’. Die combinatie van nieuws en politiek vindt hij ideaal. Op deze manier heeft hij genoeg afwisseling en kan hij intussen nog wat ervaring opdoen. Een tijdje geleden kreeg hij de kans om over te stappen naar de cel politiek, maar daar voelde hij zich nog niet klaar voor. Bovendien was de zin er niet om elke vrijdagochtend rond half zeven in de kou aan het kernkabinet te gaan staan om, gewapend met een micro, die ene quote of “geen commentaar” te gaan registreren. “Misschien later.”, twijfelt hij. “Tegenwoordig ligt er een zakje in mijn auto met twee propere onderbroeken, een T-shirt en een hemd, voor als ik in het buitenland op reportage moet.” Karl beseft dat het leven van een journalist niet altijd rozengeur en maneschijn is. Als hij bijvoorbeeld in de zomer stukken moet maken over de drukte aan de kust, en hij ziet een ruitenwasser, dan denkt hij soms: “Was ik nu maar gewoon ruiten aan het wassen in plaats van hier aan de kust te vertellen dat er veel ijsjes gegeten worden.” Toch heeft Karl een passie voor zijn beroep. Wanneer hij ’s morgens wakker wordt en naar het nieuws luistert, denkt hij steeds: “Kon ik daar maar bij zijn.” Ook de rush tegen de deadline en het zoveel mogelijk informatie proberen meegeven beschouwt hij als enorme uitdagingen. Hij kickt erop om ingewikkelde informatie eenvoudig voor te kunnen stellen en omgekeerd, om iets heel simpels toch nog interessant te maken. Steven Peeters
PERSpectief
IN DE PRAKTIJK WANNES VANSINA (Print) Ik ben erg blij dat ik de kans heb gekregen om als stagiair aan de slag te gaan bij Gazet Van Antwerpen. De stugge schoolbanken en het soms theoretiserende lerarenkorps leren je vaak alleen maar dode letter, geen vlotte pen. Ik ben er dan ook van overtuigd dat je vooral uit je eigenste zelf moet putten om het niveau van woordenkramer te overstijgen. Kwaliteiten als flexibiliteit, woordkunst en een kritische geest zijn onontbeerlijk voor een toekomstig journalist. TIM SPRUYTTE (Radio) Vooral de praktische invulling van de opleiding ligt me wel. Aan de hand van oefeningen en voorbeelden leer je het meest, vind ik. De twee maanden stage zijn daarbij de kers op de taart. Op de redactie van Voor De Dag (Radio 1) werkte ik heel zelfstandig. Ik mocht mijn eigen reportages maken, waardoor je uit de fouten die je maakt veel kunt leren. Bij Radio Antigoon was het nieuwsaandeel eerder miniem. Mijn vier weken daar bleven beperkt tot het schrijven van korte berichtjes. Maar ook dit was een interessante ervaring. TAMARA VAN HASSELT (Televisie) Ik heb mijn stage bij een gerechtelijk persbureau gedaan. Op het eerste gezicht een ongewone keuze voor iemand met als specialisatie TV. Tijdens mijn opleiding heb ik vooral geleerd hoe je een goede reportage moet maken en hoe je al je stukjes aan elkaar moet monteren. Ik vond het dan ook bijzonder leuk om op mijn stage ‘gewoon’ teksten te schrijven. Zo heb ik van allebei de opties iets kunnen meepikken... DAGO VAN BALBERGHE (Televisie) Deadlines, stress, zoeken en niet altijd vinden,...het zijn de minder leuke aspecten van journalistiek. Daarom heb ik bewust gekozen voor een voorlichtingsstage. Ik kwam terecht bij de uitwisselingsorganisatie WEP, World Education Program, en hielp bij het informeren van geïnteresseerde jongeren door middel van info-avonden, reisreportages en brainstormsessies. Ook vertalen en het evalueren van bestaande voorlichtingscampagnes behoorden tot mijn taak. Het was een boeiende en leerrijke ervaring.
4
SPITS AFGEBETEN ... In oktober 2001 verscheen het boek Webjournalistiek van Jan Vangeel en Kurt Minnen (allebei oud-studenten van Plantijn) en Eric Hulsens (lector Plantijn). Het was het eerste boek over internetjournalistiek in het Nederlands. Dat het er tijd voor was, bleek toen een paar weken later in Nederland een boek met een gelijkaardige opzet verscheen.
een reclamefolder voor het boek. Of ze brengt wat oefenmateriaal aan, en bibliografische informatie. Voor de site bij het boek Webjournalistiek werd een heel nieuwe formule bedacht. Het reclame-aspect werd uiteraard behouden. De uitgeverij (De Boeck) zou de productie grotendeels bekostigen en een sponsor zoeken voor de hosting (dat werd Planet Internet). Maar daarnaast zou de site een digitale werkplek worden Bij het boek Webjournalistiek werd voor webjournalisten en tegelijk een ook een website gecreëerd. Zo’n publicatieforum. ‘companion site’ bij een studieboek is in de Amerikaanse boekenproductie Concreet betekent dit dat iedereen die heel gewoon, maar in België nog vrij de site bezoekt, haar kan gebruiken nieuw. Vaak is zo’n site alleen maar als werkplek. De site is een portal
voor webjournalistiek, met een basisaanbod van links om allerlei informatie en nieuws op te sporen, en ook vakliteratuur. En het betekent verder dat Plantijnstudenten van het tweede en het derde jaar een reële praktijkervaring kunnen opdoen in journalistiek. Zij kunnen namelijk berichten en achtergrondartikels maken voor de site, en worden daarbij gecoacht via de lessen redactietechnieken (2de jaar) en webjournalistiek (3de jaar).
Eric Hulsens http://www.webjournalistiek.be
VAN PLANTIJN NAAR STUBRU Pieter Wittstock (21) zag een jongensdroom in vervulling gaan toen hij mocht beginnen werken bij Studio Brussel. Hij omschrijft zijn job als ‘assistgever van presentator Tom Coninx’.
hij afstudeerde, hoe hij een foto moest bewerken of hoe hij moest schrijven voor een website. “De theoretische bagage die je meekrijgt weegt nadien niet zo zwaar door.”, zo vervolgt hij, “Het zijn vooral de praktische vakken die van belang zijn.” Deze praktijkervaring, gecombineerd met een pretAls kind al was Pieter Wittstock geïn- tige sfeer, zijn dan ook de dingen die teresseerd in alles wat met nieuws hem het meeste bijgebleven zijn van te maken had. Hij keek naar het de opleiding. jeugdjournaal en deed geregeld mee aan actualiteitsquizzen op de Maar de meeste praktijkervaring deed lokale radio. Ooit, toen de kleine hij op tijdens zijn stageperiode bij Pieter een quiz won, wilde de Studio Brussel. Daar maakte hij gepresentator aanvankelijk zelfs niet durende een maand het goede weer geloven dat hij nog maar 8 jaar bij het programma ‘Radar’. Achteraf oud was. A new star was born... bleken ze daar zéér tevreden te zijn over de beloftevolle stagiair. Pieter Op zijn 18de vatte hij dan vol kreeg het licht op groen om vast te goede moed de opleiding commu- beginnen bij de populaire jongerennicatiebeheer aan op Plantijn. Hij zender. zou er geen spijt van krijgen: actieve talenkennis, leren monteren, web- Pieters werk bij Studio Brussel is journalistiek, allemaal knepen van erg gevarieerd: informatie vergaren het vak die hij aangeleerd kreeg. voor interviews, studiogasten uitnodiVooral de lessen die gegeven wer- gen, promotiespots maken, interviews den door mensen uit de media uitschrijven en monteren voor het prozelf wekten zijn belangstelling. gramma ‘Catenaccio’,... Bovendien Maar vakken als webjournalistiek verzorgt hij mee de site van Studio en audiovisuele technieken hebben Brussel. Maar deze duizendpoot geniet ook hun nut bewezen. Hij wist, toen nog altijd het meeste van zijn taak
PERSpectief
Pieter Wittstock.
als regisseur tijdens de uitzending zelf: hij bepaalt wanneer de technicus een jingle of plaat moet starten. Om het tot een succesvol journalist te schoppen moet je, volgens Pieter, vooral over een flinke dosis doorzettingsvermogen beschikken. En de beste manier om jezelf te bewijzen is door gewoon ‘goed te zijn’, zo besluit hij. Harold van der Kraan
5
VLEUGELS UITSLAAN DOMINIC DE PREEUW, REPORTAGEMAKER RTV
Dominic De Preeuw werkt al sinds hij in 1994 afstudeerde voor de regionale Kempische televisie (RTV). Wij zochten hem op in Turnhout en hadden een gesprek met hem over zijn Plantijnervaringen en zijn leven als reportagemaker bij de regionale omroep. Je bent eerst begonnen aan een filmstudie. Wat deed je uiteindelijk kiezen voor een communicatie-opleiding? Ik wilde iets doen in de richting van radio en televisie. Wat precies was mij toen nog niet meteen duidelijk. Als het maar met audiovisuele communicatie te maken had. Ik kwam in 1991 naar jullie school, nadat ik op de filmschool mijn draai niet gevonden had. Op Plantijn maakte ik onmiddellijk kennis met een ontspannen sfeer.
Hoe ben je in contact gekomen met de regionale televisie? Ik heb in het voorjaar van 1994 (mijn laatste jaar op Plantijn) twee weken stage gelopen bij TV Kempen (het latere RTV), dat toen juist opgestart was. Ik dacht: ‘Dit is iets voor mij.’ En na mijn studies heb ik meegedaan aan enkele selectieproeven en screentests. Ik kwam jammer genoeg als tweede uit de strijd, maar later dat jaar nam er iemand ontslag op de redactie en toen hebben ze mij gebeld met de vraag of ik nog geïnteresseerd was. Dat moesten ze mij Welke aspecten van onze op- natuurlijk geen twee keer vragen. Ik leiding kwamen je achteraf in je zag een ambitie in vervulling gaan. beroep het meest van pas? We konden constant gebruik maken van film- en montage-apparatuur. Ik was en ben nog altijd enorm geïnteresseerd in alles wat met film te maken heeft. Op Plantijn kreeg ik de mogelijkheid om mijn vleugels uit te slaan. Thuis had ik de apparatuur niet, maar op school kon ik naar hartelust monteren. De opleiding op de filmschool vond ik een beetje te stijf en te theoretisch maar Plantijn legde meer de klemtoon op de praktijk en het eigen initiatief van de student. Dat vond ik de grootste troef ! Wat vond je van de talen en de meer algemene vakken? Ik vind dat vooral mijn Frans op Plantijn sterk verbeterd is. Ook mijn Engels was er na de opleiding grondig op vooruitgegaan. Vakken zoals filosofie, geschiedenis en recht boden mij de algemene vorming die onontbeerlijk is voor een toekomstig journalist. Het vak SES (socio-economische structuren) gaf mij dan weer een idee van hoe het juridisch systeem in België werkt. Als er iemand veroordeeld wordt, moet dat in het nieuws komen, en dan moet je weten hoe het rechtssysteem in elkaar zit. Als je het zo bekijkt heeft elk vak nadien wel zijn nut bewezen. Ik heb er overal wel iets van overgehouden
PERSpectief
ervaar ik het onder de mensen komen als erg aangenaam. Bovendien steek je altijd wel iets op over het onderwerp van de reportage, het is leerrijk. Net als je denkt dat je er alles van weet, leer je weer iets bij. En dan is er nog het kleine avontuurtje, zo wordt een nieuwe reportage meestal toch ervaren, dat je steeds opnieuw mag meemaken. Je kan je zo goed voorbereiden als je wil, maar uiteindelijk weet je nooit helemaal zeker wat je te wachten staat. Er komt altijd voor een groot stuk improvisatiewerk bij kijken. Dat dynamische aspect trekt mij enorm aan. Het maakt bovendien dat het werk nooit saai wordt. Er blijft altijd voldoende afwisseling om het interessant te houden.
Wat zijn de basiskwaliteiten waarover een goed journalist moet beschikken? Het allerbelangrijkste is dat je goed kan luisteren. Daarmee bedoel ik niet alleen zorgen dat je alle informatie hebt, maar ook dat je de belangrijkste uitspraken van de geïnterviewde op de juiste manier naar buiten kan brengen. Je kan je niet veroorloven om zaken verkeerd te interpreteren of weer te geven. Dat vereist soms heel wat inzicht en tijd. Correctheid is dan ook zeer belangrijk. Bovendien moet een goede journalist af en toe een beetje gemeen zijn. Dominic De Preeuw Op de gepaste momenten moet je blijven doorvragen en desnoods tien keer Hoe is je carrière daarna verlo- dezelfde vraag op een andere manier pen? stellen om toch maar het antwoord te In het begin mocht ik enkel achter de krijgen dat je nodig hebt. schermen werken, dat wil zeggen teksten maken voor reportages, afspraken Welk advies zou je toekomstige maken, rondbellen voor informatie… journalisten meegeven? Na twee jaar kreeg ik eindelijk de kans Ik zou zeggen, sta open voor kritiek en om mijn eigen reportages in te spreken. leer daaruit ! Ik kwam op televisie en dat gaf mij wel een boost. Peter Claes Wat vind je vooral aantrekkelijk aan je job? Eerst en vooral het contact met mensen. Omdat ik een sociaal iemand ben,
6
PLANTIJN AAN DE TOP BETTINA GEYSEN, ADJUNCT-NETMANAGER CANVAS/KETNET buiten en verkenden toen al het kleine mediawereldje. Dat was eigenlijk de grote kracht van het le rarenkorps, dat dat soort zaken sterk promootte. Ik heb dan ook warme herinneringen aan verschillende docenten. Het waren bijna vrienden die soms erg dicht bij je stonden.
Is de mediawereld ‘voorbehouden’ voor universitairen? Neen, ik merk toch bij Canvas en Ketnet dat dat niet zo is. Hogeschoolstudenten maken meer kans in onze branche. De bedrijfsleiders zien ook in dat een universitair diploma verre van een garantie is dat iemand het in de mediawereld gaat maken. Het hangt van je persoonlijkheid Hoe kijk je in het algemeen te- en je intellectueel niveau af. Je eigen inzet rug op de vakken tijdens de op- en bewijskracht zijn van kapitaal belang! leiding? Ben De Schrijver Ik vind het een interessante opleiding, maar je moet jezelf ontplooien. Iemand die geen initiatief neemt, zal er niet komen. Ik vond vooral het ruime aanbod van vakken aantrekkelijk. Talen vind ik nu nog heel belangCOÖRDINATIE REDACTIE: rijk. Ook de andere vakken, zoals Stefanie Van Ryssen bijvoorbeeld grafische technieken, komen mij nu nog van pas. We REDACTIE: hebben indertijd een logo moeten Peter Claes ontwerpen. Dat lag mij niet zo, maar Ben De Schrijver als ik nu met een reclamebureau Steven Peeters onderhandel, dan weet ik er toch Harold van der Kraan iets van. En dat geeft mij, vergeleken Stefanie Van Ryssen met anderen, een grote voorsprong. Op de universiteit krijg je niet zoveel MEDEWERKERS: mogelijkheden. Je wordt daar meer Eric Hulsens in één richting geduwd. Filip Marsboom
COLOFON
Bettina Geysen (Foto Stefanie Van Ryssen)
Bettina Geysen is een vertrouwd televisiegezicht. Anderhalf jaar lang was zij omroepster bij de VRT, waar ze ook haar eigen programma ‘Familiezaken’ presenteerde. Momenteel is ze actief als adjunct-netmanager van Ketnet en Canvas, een functie waarin ze zich erg goed voelt. Een interview met een bijzondere ‘mediadame’... Je bent intussen goed vertrouwd met het mediawereldje. Heb je destijds bewust voor de journalistiek gekozen? Toen ik op Plantijn gestart ben, was er enkel sprake van ‘communicatie’ en niet van journalistiek. Ik heb meer op basis van de vakken reclame, public relations en marketing gekozen. Toch ben ik uiteindelijk tien jaar journaliste geweest. Zijn er bepaalde zaken uit je Plantijntijd die je zijn bijgebleven? Ik herinner me nog de vrijheid die je daar had. Je hoefde niet alle dagen op de schoolbanken te zitten. Je werd eigenlijk gestimuleerd om zelfstandig te werken en om heel veel initiatief te nemen. Je kon jezelf op die school ontplooien. Er waren veel studenten die zich beperkten tot het volgen van de lessen, maar anderen traden naar
PERSpectief
Was je dan voldoende voorbereid op een job in de journalistiek? Ik heb eigenlijk nooit problemen ondervonden. Je moet vooral de honger hebben om te studeren, je moet nieuwsgierig zijn, jezelf ontplooien, nieuwe kansen zoeken en jezelf verbeteren. Ik kon toen eigenlijk zelf mijn job invullen. Veel hangt dan ook af van je eigen persoonlijkheid. Op welke professionele prestatie ben je het meest trots? Ik ben heel gelukkig geweest met die interviews van Familiezaken. Zo was er een reportage over een gezin dat een kind verloren had in een auto-ongeluk. Dat vind ik nog altijd een prachtig en beklijvend interview. Verder ben ik ook erg tevreden over de resultaten van Ketnet. Uit alle cijfers blijkt dat Ketnet een succes is. De zender is echt een begrip geworden bij de kinderen.
Tim Spruytte Dago Van Balberghe Tamara Van Hasselt Wannes Vansina EINDREDACTIE: Peter Claes Eric Hulsens FOTOGRAFIE: Stefanie Van Ryssen
ONTWERP & LAY-OUT: Stefanie Van Ryssen MET SPECIALE DANK AAN: Roger Frenssen Eric Hulsens Vero Vanden Abeele Imelda Van Praet VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: Roger Frenssen Broekstraat 32 3680 Maaseik
7
EEN GOED JOURNALIST ... In dit krantje heb je verschillende getuigenissen van journalisten kunnen lezen. Je hebt nu een beeld van hoe je loopbaan er later kan uitzien als je de opleiding ‘Journalistiek’ succesvol weet te beëindigen. Wij willen graag nog even de belangrijkste eigenschappen geven die kenmerkend zijn voor een goede journalist. DOORZETTINGSVERMOGEN Dit is misschien wel het allerbelangrijkste kenmerk van een goede journalist. Wil je aan de informatie geraken die nodig is om een zinnig artikel of reportage te maken, dan moet je blijven bellen, vragen en van afspraak naar afspraak (hard)lopen. Vergeet niet dat je als journalist moeite moet doen om het nieuws te verzamelen en te checken, je krijgt het niet op een presenteerblaadje. De journalist zoekt het nieuws op en niet omgekeerd. KRITISCH INZICHT Iedere dag krijgt een journalist honderden faxen en mails binnen. Slechts een miniem gedeelte daarvan is nieuws. Daarom moet een goed journalist de gegevens met een hoog informatie- en actualiteitsgehalte kunnen onderscheiden van sluw verpakte advertenties en andere ‘nutteloze brol’ die als een paard van Troje de redactie binnensluipen. Denk eraan dat iedereen die ook maar iets te melden heeft, probeert de media-aandacht te trekken. Het is aan de journalist om een selectie te maken en alleen dat over te houden wat de moeite waard is. Ook mag je niet zomaar alles voor waar aannemen. Je moet de feiten achter de feiten kunnen zien. COMMUNICATIEVAARDIGHEID Een vlotte pen of een vlekkeloze uitspraak, het zijn kwaliteiten die journalisten moeten hebben om goed te kunnen communiceren met de lezers, kijkers en luisteraars van hun medium. Het is niet alleen belangrijk wat je brengt; minstens even belangrijk is de manier waarop je dat doet. NIEUWSGIERIGHEID Vanbinnen moet je een onstilbare honger naar nieuws hebben. Als je niet achter de feiten aan wil lopen, moet je voortdurend op zoek gaan naar informatie waar de lezer, kijker of luisteraar nog niet van op de hoogte is. Een goede journalist heeft een neus voor primeurs en voelt aan waar en via wie hij die kan bekomen. VOORZICHTIGHEID Als journalist kan je niet zomaar alles naar buiten brengen waar je zin in hebt. Je moet eerst zeker zijn of de informatie die je hebt betrouwbaar is. Daarom mag je enkel datgene publiceren of uitzenden wat door minstens twee onafhankelijke bronnen bevestigd is. Als je dit niet doet, beland je in het ergste geval voor de rechter. Check en double-check zijn begrippen in de wereld van de journalistiek. Peter Claes
PLANTIJNHOGESCHOOL Departement Communicatiebeheer Meistraat 5 - 2000 Antwerpen Website: www.plantijn.be
PERSpectief
Tel: 03/221.07.00 Fax: 03/221.07.01
PLANTIJN
DOET LICHTJE
BRANDEN
Veel afgestudeerden van onze school komen terecht bij de Gazet van Antwerpen. Er zijn dan ook goede contacten tussen deze twee instituten. Wij interviewden GvA-personeelsdirecteur Karel Mertens over de goede doorstroming tussen de Plantijnhogeschool en de Gazet van Antwerpen. Hoe komt het dat zoveel Plantijn afgestudeerden terechtkomen bij de Gazet van Antwerpen? De Gazet van Antwerpen is niet zomaar een krant, maar een begrip in de journalistieke wereld. Als je in Antwerpen journalistiek studeert, moet je de aantrekkingskracht van onze krant wel voelen. Het is bijna een automatisme dat mensen naar hier komen en zich aanmelden voor een stage. Wanneer blijkt dat die mensen over de juiste ambitie en over talent beschikken dan willen wij hen zeker een kans geven, op voorwaarde dat er plaats vrij is natuurlijk. Onze school staat bij GvA bekend als een degelijk instituut? Zeker weten. Een aantal oud-Plantijnstudenten die bij ons werken zijn vaste waarden geworden en hebben een belangrijke functie, zoals bijvoorbeeld Filip Marsboom (eindredacteur). Verder merk ik dat er een aantal jonge krachten met ambitie zijn die hun stempel op de redactie kunnen drukken. Deze mensen zijn goede referenties voor de school. Zij hebben het in bepaalde mate gemakkelijker gemaakt voor pas afgestudeerden die zich bij ons melden. Als we weten dat iemand op Plantijn gestudeerd heeft, gaat er een lichtje branden. Kunnen afgestudeerden zich vlot integreren binnen de redactie? De integratie in de redactie gebeurt automatisch bij een ambitieuze journalist. Wij weten ook dat je geen journalist wordt van vandaag op morgen, maar als je ambitie hebt, kan je bij ons zeker groeien. Peter Claes
8