Wat
PERSOONLIJK
í k heb ee n k
gegelhuad
Elles die haar onbekende vader vond, Judith die verlamd raakte en toch weer leerde lopen: deze vrouwen hebben allemaal veel geluk gehad! Interviews: Joan Makenbach. Fotografie: Petra Hoogerbrug
49- 71
Edith Andriesse (56) kreeg net op tijd antibiotica, anders had ze een hersenvliesontsteking niet overleefd. “Als Jesse, mijn zoon, geen meivakantie had gehad, me niet een glaasje water op bed had gebracht en geen alarm had geslagen, dan zou ik mijn hersenvliesontsteking zeker niet hebben overleefd. Door domme pech kreeg ik bacteriële meningitis. ’s Avonds was ik nog helemaal gezond. Ik ging vroeg naar bed met een beetje hoofdpijn. ’s Nachts werd ik misselijk. ’s Ochtends probeerde ik een mailtje te sturen aan mijn chef. Ik wilde schrijven: ‘Sorry, ik haal de deadline niet, want ik voel me niet goed’, maar er stond een brij aan onsamenhangende letters, bleek later. De rest van het verhaal weet ik van mijn familie, want ik werd een dag later wakker op de intensive care. Jesse ontdekte dat ik nauwelijks op hem reageerde toen hij mijn slaapkamer binnenkwam. Hij belde zijn vader, die acteur is en net op het punt stond in de bus te stappen op weg naar een theater. Eenmaal thuis zag hij na één blik op mij direct wat er aan de hand was. ‘Jij speelt vanavond geen voorstelling,’ zeiden de artsen, ‘je vrouw kan hieraan overlijden.’ Het publiek werd naar huis gestuurd. Uniek. In het ziekenhuis werd mijn maag leeggepompt en ik moest tien dagen blijven, aan de infusen. Als ik iets later antibiotica had gekregen, was alles mogelijk geweest: blind, doof of afgezette armen of benen, want ik had ook bloedvergiftiging opgelopen. Of dood dus. Vreselijk voor mijn familie en met name voor mijn ouders, die hun twee andere kinderen, mijn zusjes, vijf en tien jaar daarvoor hadden verloren. Maar ik knapte wonderbaarlijk genoeg op. Jesse zegt altijd dat hij verschil wil maken in het leven. Nou, dat heeft hij al. Hij was op het juiste moment níet onverschillig en daarom is hij voor mij speciaal. Hij en zijn tweelingzus Dunja hebben hun moeder nog. Ik ben daar reuze dankbaar voor, want ik ben een enorme levensgenieter.” Top (Didi), rok (C&A), jas (Steps).
49- 72
“ALS MIJN ZOON ME NIET HAD GEVONDEN, HAD IK HET
niet overleefd”
PERSOONLIJK
Elles Hageman (37) vond begin dit jaar door een mix van geluk én wonderlijk toeval haar vader, naar wie ze al vanaf haar veertiende op zoek was. “Waar kom je vandaan? Een simpele vraag, maar het antwoord moest ik schuldig blijven. Ik wist dat ik een kleurtje had, maar miste een identiteit. Ik was geadopteerd en groeide op in een boerengezin in Overijssel. Op mijn zeventiende ontmoette ik mijn biologische moeder, een hoogblonde vrouw. We hadden totaal geen overeenkomsten. Ook wilde ze weinig kwijt over mijn vader. Volgens haar een Surinaamse man, maar ze gaf me verkeerde namen. In mijn officiële adoptiepapieren stond dat de verwekker ‘een twintigjarige Indonesische jongen was uit Winterswijk, bij wie mijn moeder zeven weken had ingewoond’. Die informatie bleek ook te summier voor het tvprogramma Spoorloos, dat ik twee keer aanschreef met de vraag of zij mij wilden helpen. Ik gaf de moed niet op en bleef hopen op een hereniging. Als groepschef bij de politie Groningen maak ik deel uit van het politiewielrenteam. Tijdens een Dolomieten-marathon in Italië vertelde ik vorig jaar voor het eerst aan mijn fietsmaatjes dat ik al jaren zocht naar mijn afkomst. Ik schamperde: ‘De kans dat ik in mijn leven mijn vader ontmoet, is net zo groot als dat deze berg wordt verplaatst.’ Collega Johan luisterde aandachtig. ‘Mag ik voor je speuren? Mijn vrouw is van Molukse komaf en heeft familie in Winterswijk. Als jouw moeder bij een Indonesisch gezin heeft gewoond, is dat na 36 jaar nog bekend. Die gemeenschap is zo klein.’ Het onwaarschijnlijke werd werkelijkheid. De broer van de zwager van Johan, Mingus Tetelepta, herkende mijn moeders naam en bleek na een DNA-test daadwerkelijk mijn vader! Een schat van een man die mij en mijn man Micha in zijn hart heeft gesloten. Sinds onze ontmoeting in februari hebben we elkaar al vaak ontmoet. Ik wil mijn geluk van de daken schreeuwen en mensen aanmoedigen in hun droom te blijven geloven. Ik heb er 121 familieleden bij gekregen, maar bovenal bestaansrecht.” Top (Pri-
geluk
IJN “IK WIL M DAKEN VAN DE EUWEN: IK HEB N!” SCHRE DER GEVONDE MIJN VA
mark), jas (Tony Cohen), broek (Primark), laarsjes (Van Haren), lantaarns (Intratuin), sjaal en kussen (Flink).
49- 73
IE AUTO D IN E M T IE L IK “ KREEG LOKKEN, MAAROEL. EEN RAAR GEV DAT WERD
mijn redding''
49- 74
Liedewij Loorbach (36) kon net op tijd ontsnappen tijdens een ontvoering in Bolivia. “Als ervaren reiziger ken ik alle gevaren. Ik weet dat er criminelen zijn die vallen zetten voor argeloze toeristen en ik las vaak genoeg de waarschuwingen in de Lonely Planet-reisgidsen. Dat zo’n ontvoering dan uitgerekend mij is overkomen, is iets waar ik nog steeds niet bij kan. Ik ben naïef noch dom en wijt het aan het feit dat ik op dat moment niet fit was. Ik was met een vriendin in La Paz, in Bolivia. We zaten in een café in het centrum. Ik voelde me niet lekker, had blaasontsteking en koorts en ik wandelde terug naar ons hostel, dat op een berg lag. Ik liep op het middenpad van een vierbaans autoweg. Al vrij snel werd ik aangesproken. Twee mannen vroegen om mijn paspoort. Ze lieten pasjes zien, zeiden dat ze van de politie waren en dat er iets was gebeurd met een Spaanse toerist. Ze zochten getuigen en daarom moesten alle toeristen mee naar het bureau. Wat een gedoe allemaal, dacht ik, maar oké, ik stapte de auto in. In die auto zat nog een vrouw. Achteraf denk ik dat zij erbij hoorde, want zij speelde het spel mee. Toch vertrouwde ik het niet helemaal. Ik kreeg een raar gevoel. Godzijdank reden we een file in van drie rijen dik. Ik pakte de deurklink, riep dat ik me niet goed voelde en niet meer meewerkte. Die file was mijn redding, mijn ontvoerders zouden nooit weg kunnen komen met een worsteling met zo veel toeschouwers. Vlak na die gebeurtenis was ik heel nuchter en wuifde verschrikte reacties weg. Maar met de tijd besef ik hoeveel geluk ik heb gehad. Toeristen blijken daar vaker met een kulverhaal de auto in te worden gekletst om dan een dag later, naakt en zonder bezittingen wakker te worden in een achterbuurt. Of erger. Ik ben echt aan het noodlot ontsnapt.” Top (Summum), trui (O’Neill), rok (Primark), laarzen (Intratuin), sjaal (Sukha).
PERSOONLIJK
“ER WAREN 250 REACTIES. MET DEZE BAAN ZOU HET OOK WEL WEER
niet lukken''
Hettina Strijbosch-Swart (49) vond onlangs, na bijna vijftien maanden werkeloos te zijn geweest en 150 sollicitaties, toch een vaste baan. “Elke dag struinde ik op internet de banensites af: Monsterboard, Jobbird, Indeed. Ik had een goede week als ik tien sollicitaties de deur uit deed. Ik zocht parttime werk als managementassistente, maar reageerde ook op hotel- en winkelfuncties en op fulltime banen. Meestal kreeg ik binnen twee dagen bericht, soms hoorde ik gewoon niks meer. Buiten mijn leeftijd, had ik de tijd niet mee. Als ik werd uitgenodigd voor een gesprek, bleken er vaak zeshonderd brieven binnengekomen. Het deed me goed dat ik bij de laatste zes zat, maar baalde dat de keuze dan toch niet op mij viel. Je zelfbeeld wordt door al het solliciteren flink teniet gedaan. De baan als personal assistent van de commercieel directeur van V&D leek mij op het lijf geschreven. Tegen mijn gewoonte in besloot ik à la minute te schrijven. Achteraf mijn mazzel, want de volgende dag was de advertentie van de site af: er waren die eerste dag al 250 reacties gekomen. Ik mocht op gesprek komen en ik werd uitgenodigd voor een tweede ronde met mijn toekomstige baas. Maandagochtend acht uur, schikte dat? ‘Al is het om zes uur, ik ben er’, zei ik. Later hoorde ik dat ze die spontaniteit erg waardeerden. Het gesprek met de directeur verliep goed, totdat hij vroeg of ik met bepaalde draaitabellen in Excel kon werken. Eerlijk zei ik van niet. ‘Als je iemand daarvoor zoekt, ben ik niet de juiste persoon.’ Eenmaal weer buiten sms’te ik direct mijn moeder, man en vriendinnen dat ik de baan waarschijnlijk niet had. Maar tot mijn grote verbazing werd ik een uurtje later gebeld: ik kreeg de baan! Mijn leeftijd was in dit geval juist een pluspunt, ze zochten een ervaren kracht die de zware baan aan kon. Een absoluut geluksmoment. Sindsdien ga ik elke dag met plezier aan het werk en voel me weer helemaal meetellen in de maatschappij.” Jurk (H&M), laarzen (Van Haren), jas (Claudia Sträter).
49- 75
breken''
49-76
STYLING: PAULA SCHOUTEN. HAAR EN MAKE-UP: MANONNE BOEREMA. M.M.V. KASTEEL MUSEUM SYPESTEYN
“IK HAD MIJN NEK KUNNEN
Machteld Leistra (45) maakte een doodsmak, toen ze uit het trapgat op zolder viel en plat op de betonnen vloer terecht kwam. “Als er iemand voorzichtig leeft, ben ik het wel. Ik doe niet aan gevaarlijke, rare sporten, ik ben waakzaam in het verkeer en ik werk veilig thuis aan een bureau. Maar inmiddels ben ik er op een harde manier achter gekomen dat statistisch gezien in huis de meeste ongelukken gebeuren. In mijn geval in de vervallen rommelschuur achter onze woning. Dejan, mijn man, was bezig het dak te vervangen en vroeg of ik even kwam kijken. Ik klom de houten vlizotrap op naar de zolder, maar eenmaal daar heb ik waarschijnlijk onbewust twee stapjes achteruit gemaakt. Met een klap viel ik in het trapgat. De hele val duurde een paar seconden, maar er schoten allerlei gedachten door mijn hoofd. Jeetje, is dit nu echt hoe ik aan mijn einde moet komen, wat stom!, dacht ik. En toen ik op de grond lag: Hé, ik leef nog en ik voel geen pijn. Toevallig had Dejan die dag net de schuur opgeruimd en de cirkelzaag, fietsen en grasmaaiers rondom het trapgat weggehaald. Als ik daarop terecht was gekomen, had ik dit niet kunnen navertellen. Sowieso rustte er een engel op mijn schouder. Ik had mijn nek kunnen breken en als kasplantje kunnen eindigen, maar ik bleek ‘slechts’ twee rugwervels te hebben gebroken. In de ambulance beweerde ik nog dat ik niets had en dat ik gewoon weer naar huis kon om verder te werken, maar eenmaal in het ziekenhuis moest ik tien dagen platliggen en daarna een half jaar revalideren. De orthopeed bleef herhalen hoeveel geluk ik had gehad. Dat besef, evenals de pijn, kwam pas toen mijn familie huilend aan mijn ziekenhuisbed stond. Ik ben inmiddels hersteld en buiten een angst voor gladde trappetjes, heb ik er niks aan overgehouden.” Broek (We), laarsjes (C&A), poncho (Zara).
PERSOONLIJK
“HET BLOED SPOOT OVER DE HEG VAN DE BUREN HEEN. IK ZOU
nooit meer kunnen lopen”
Judith Visser (35) kreeg van haar artsen te horen dat ze verlamd was. Door geluk en wilskracht kan ze nu toch weer lopen. “De neuroloog herhaalde het een paar keer: nee, ik zou nooit meer kunnen lopen. Alle pezen en zenuwen in mijn linkerbeen waren doorgesneden en ik was aan één kant verlamd. Zijn secretaresse gaf me een boek van een ballerina die na een ongeluk niet meer kon dansen, ze hoopte dat het me zou helpen bij het verwerkingsproces. Maar ik keek hen ongelovig aan. Uiteindelijk belde mijn arts mijn ouders op. Zij moesten mij vertellen dat het écht zo was: de rest van mijn leven zou ik in een rolstoel doorbrengen. Pas toen drong de afschuwelijke boodschap tot me door. Maar de inzinking die daarop volgde, was van korte duur. Ik besloot me te richten op het schrijven van boeken, thrillers, dat kon ook vanuit bed met een laptop. En ik zou gaan vechten. Hoe dan ook, ooit zou ik weer mijn hond Romy in het park hollen. Op dat moment was ik 22 jaar. Even daarvoor was ik bij mijn ouders door de gesloten schuifpui heen gerend. De schuifpui had tot die tijd open gestaan en in mijn enthousiasme sprong ik – onstuimig als ik toen was – door het glas heen. De klap was enorm. Het bloed spoot over de heg van de buren heen. Omstanders dachten dat er een auto door de ruit van het benzinestation aan het eind van de straat was gereden. Ik was buiten westen en had onder meer een slagaderlijke bloeding. Mijn vaders vuist in dat gat in mijn been, heeft mij gered. Pas in de ambulance kwam ik bij en de operatie onder de microscoop duurde zes uur. Mijn prognose was een rolstoel. Maar na een lange revalidatie, waarbij ik elke dag een stapje verder zette met behulp van een spalk, is het me toch gelukt. Ik wandel nu elke dag buiten met mijn twee honden. Dat noem ik geluk. Maar het was ook zeker wilskracht.” Bloes (H&M), vest (Primark), broek (Primark), omslagdoek (Sukha).
49- 77