Inhoudsopgave Persbericht: El Greco. Domenikos Theotokopoulos 1900 .................................... 3 Zaalteksten......................................................................................................... 5 Introductie: Domenikos Theotokopoulos, bijgenaamd El Greco ................................. 5 Zaal 1: De herontdekking van El Greco in ongeveer 1900 ........................................ 5 Zaal 2: De opening van het El Greco museum in Toledo in 1910 .............................. 6 Zaal 3: Het commercieel succes: El Greco en zijn atelier ......................................... 7 Zaal 4: Zijn artistieke reis ................................................................................... 7 Zaal 5: Het hoogtepunt van zijn kunst: het Apostolaat van het Museo del Greco ........ 8 Interview met Ana Carmen Lavín Berdonces, curator ......................................... 9 Biografie van El Greco ...................................................................................... 12 BOZAR STUDIOS: Familiezoektocht .................................................................. 15 VIVA ESPAÑA ! ................................................................................................. 16 1) EXPO ..........................................................................................................16 El Ángel Exterminador ....................................................................................16 2)
............................16 Paco Cao - Buñuel, en Guerra ..........................................................................16 Rodrigo García ......................................16 Olga Mesa - Suite au dernier mot: au fond tout est en surface ............................17 La Ribot - Laughing Hole .................................................................................17 Esther Ferrer .................................................................................................17
3) MUSIC ........................................................................................................18 El Retablo de Maese Pedro ..............................................................................18 Ensemble Oculum ..........................................................................................18 4) DANCE ........................................................................................................18 This Side Up ..................................................................................................18 5) CINEMA ......................................................................................................18 Los Caminos de la memoria ............................................................................18 Vampyros, Lesbos et Succubus ........................................................................19 Luis Buñuel: El Ángel Exterminador ..................................................................19 Carte-blanche voor Pere Portabella ..................................................................19 6) LITERATURE ...............................................................................................19 Spaanse poëzie van nu door Bart Vonck ...........................................................19 López Velarde (1888-1921) door Stefaan van den Bremt ....................................19 Juan José Arreola (1918-2001) door Guy Posson ...............................................20 SEACEX ............................................................................................................. 21 Praktische informatie ....................................................................................... 23 Contactgegevens persdienst ............................................................................. 24
2
Persbericht: El Greco. Domenikos Theotokopoulos 1900 04.02 > 09.05.2010 Naar aanleiding van het Spaanse voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie pakt het Paleis voor Schone Kunsten uit met El Greco. Domenikos Theotokopoulos 1900. De tentoonstelling verzamelt een 40-tal werken van El Greco en biedt een inzicht in de Europese carrière en de complexe artistieke evolutie van deze uitzonderlijke kunstenaar. El Greco geniet vandaag een onaantastbare status als één van de grondleggers van de Spaanse school. Dit is niet altijd vanzelfsprekend geweest: ondanks zijn succesvolle carrière werd zijn dramatische en expressionistische stijl door zijn tijdsgenoten op gemengde gevoelens onthaald. Bovendien verandert de smaak in de periode rond zijn dood in 1614: Europa raakt in de ban van het Caravaggisme, een stijl met sterk naturalistische inslag. Deze stroming probeert de werkelijkheid vast te leggen zoals ze is unieke maniëristische talent. Zijn werk plots ouderwets en wordt niet langer geäpprecieerd. Daar komt pas verandering in bij het begin van de 20e eeuw, wanneer de moderne artistieke avant-garde zijn naam in ere herstelt. Deze herontdekking kwam er dankzij drie sleutelfiguren uit de Spaanse culturele scène van die tijd: Kunsthistoricus Manuel Bartolomé Cossío (die in 1908 een monografie van El Greco publiceert), markies de la Vega Inclán (die in 1910 in Toledo een museum wijdt aan hem) en fotograaf Mariano Moreno. Al snel neemt de reputatie van El Greco een hoge vlucht, en tot op vandaag geniet hij erkenning als een genie uit de kunstgeschiedenis. El Greco. Domenikos Theotokopoulos 1900, gecureerd door Ana Carmen Lavín Berdonces en José Redondo Cuesta, belicht de essentiële rol die deze drie personen gespeeld hebben in de herwaardering van het werk van El Greco rond 1900. Ook biedt de tentoonstelling een inzicht in de werking van zijn atelier en een boeiend overzicht artistieke evolutie op basis van een selectie van markante schilderijen, waaronder de Lágrimas de San Pedro en het verbluffende El Expolio. Orgelpunt van de tentoonstelling vormt de ultieme reeks El Apostolado (de 12 apostelen) artistieke testament die door een vrijgevochten vormentaal en opvallend kleurgebruik verassend modern aandoet. Deze serie bevat enkele onafgewerkte doeken, die zorgen voor een beter begrip van de meesterlijke techniek van de kunstenaar. De tentoonstelling bevat voornamelijk werken van het Museo del Greco, maar ook bruiklenen van Patrimonio Nacional, Museo Nacional del Prado, Archidiócesis de Toledo en Museo de Santa Cruz Toledo.
De stijl en invloed van El Greco El Greco wordt beschouwd als één van de voorlopers van het expressionisme en het kubisme. Hij ontwikkelde een individuele stijl en eigen esthetische principes, waardoor hij niet in een conventionele stroming past. verbeelding en intuïtie centraal. Hij legde classicistische principes zoals maat en proportie naast zich neer en aarzelde niet om de natuurwetten te omzeilen om een dramatischer effect te creëren. Hij schilderde uitzonderlijk lange, slanke figuren en uitgerokken composities. In plaats van waarheidsgetrouw de werkelijkheid vast te leggen, probeert hij via de sterke spirituele emotie van het schilderij de kijker rechtstreeks in het hart te raken. Ook de diepe kleurschakeringen en zijn specifiek gebruik van het licht, kenmerken zijn stijl.
3
Korte biografie El Greco (1541 1614) is een schilder, beeldhouwer en architect die leefde in de periode van de Spaanse Renaissance. Hij werd geboren in Kreta onder de naam Domenikos Theotokopoulos, maar werd bekend in Italië onder de naam El Greco (de Griek). Er is weinig gedocumenteerd over zijn afkomst en zijn beginjaren. Hij start zijn carrière in een lokaal kunstatelier in Kreta, gespecialiseerd in iconen. Kreta viel in die periode onder het bewind van de Republiek van Venetië, wat zorgde voor een intense artistieke uitwisseling. Veel Griekse kunstenaars trekken naar Venetië, en ook El Greco waagt zijn kans in 1567. In 1570 verhuist hij naar Rome, waar hij werkte in opdracht van Kardinaal Alessandro Farnese. In 1572 start hij aan de Accademia di San Luca, de Academie in Rome voor schilderkunst. Hij richt zijn eigen atelier op en vervult zijn eerste opdrachten. Tijdens zijn verblijf in Italië evolueert zijn schilderstijl: hij pikt invloeden op van het maniërisme en de Venetiaanse Renaissance. Michelangelo en Raphaël waren al wel overleden, maar hun voorbeeld liet weinig ruimte voor vernieuwing en woog zwaar door op jonge kunstenaars. El Greco is echter vastberaden om zijn eigen stempel te drukken en verdedigt zijn persoonlijke ideeën, visie en stijl. Deze houding zorgt voor controversie: hij is een gerespecteerd kunstenaar, maar moet ook vaak kritiek slikken. In 1577 verhuist El Greco naar Toledo in Spanje, waar hij blijft wonen en werken tot aan zijn dood. In Toledo krijgt hij enkele van zijn belangrijkste opdrachten en maakt hij zijn bekendste schilderijen. De periode van 1596 tot 1614 is een gouden tijdperk voor El Greco en zijn atelier. Hij is op het toppunt van zijn kunnen en realiseert grote opdrachten voor verschillende religieuze instellingen, zoals het altaarstuk voor het Colegio de la Encarnación de Madrid. Hij blijft actief tot aan zijn dood in 1614. Curatoren: Ana Carmen Lavín Berdonces en José Redondo Cuesta Coproductie: BOZAR EXPO | SEACEX Sociedad Estatal para la Acción Cultural Exterior | Ministerio de Asuntos Exteriores y de Cooperación | Ministerio de Cultura | Junta de Castilla La Mancha In samenwerking met: de Ambassade van Spanje In het kader van het Spaanse Voorzitterschap van de Europese Unie
4
Zaalteksten Introductie: Domenikos Theotokopoulos, bijgenaamd El Greco (Candia [Kreta] 1541 - Toledo, 1614) El Greco heette in werkelijkheid Domenikos Theotokopoulos. Omdat hij uit een Griekssprekend gebied kwam, werd hij tijdens zijn verblijf in Italië 'de Griek' genoemd, en onder die naam kennen wij hem nog altijd. El Greco stierf in Toledo, 73 jaar oud, op 7 april 1614, in de hoogdagen van het naturalisme van het clair-obscur waartoe Caravaggio omstreeks 1600 in Rome de eerste aanzet had gegeven. Schilders die in deze stijl werkten, wilden de werkelijkheid vatten zoals ze was, ook met haar minder fraaie kanten. De nieuwe taal vormde de antipode van het vergeestelijkte, maniëristische idioom van Theotokopoulos, dat begin zeventiende eeuw al enigszins achterhaald was. Van de aanvang van de barok tot het einde van de negentiende eeuw verdrongen de wisselende modes en smaken de schilderkunst van El Greco naar de achtergrond. De kunsttheoretici van de barok en het neoclassicisme noemden zijn kunst extravagant, belachelijk en vreemd. Geen wonder dat zijn naam een negatieve bijklank kreeg en dat hij een ondergewaardeerd en onbegrepen kunstenaar werd. Acisclo Antonio Palomino, de belangrijkste theoreticus van de Spaanse barok, uitte zich in de levensbeschrijving van El Greco die hij opnam in zijn Parnaso español pintoresco y laureado (1724) in bijzonder kritische bewoordingen. 'Er is zo veel ontwrichting in zijn manier van tekenen en zo weinig pit in zijn kleurgebruik', schreef hij, 'dat hij erin geslaagd is zijn schilderkunst tot een voorwerp van spot en minachting te maken'. Begin negentiende eeuw was de kunst van El Greco in Europa zo goed als onbekend. Van waardering was dus zeker geen sprake. Het is bijzonder veelzeggend dat er bij de vijftig schilderijen van de Spaanse school die koning Jozef Bonaparte in 1814 van Madrid naar het Musée Napoléon in Parijs liet sturen, niet één El Greco was. En toen de Europese kunstcritici in 1838, bij de inhuldiging van de Galerie espagnole (een privéverzameling Spaanse kunst van koning Louis-Philippe) in het Louvre voor het eerst echt in contact kwamen met de Spaanse schildersschool, kwamen zij tot de conclusie dat die vier grote meesters kende: Murillo, Velázquez, Ribera en Zurbarán, in die volgorde. El Greco kwam in het rijtje niet voor.
Zaal 1: De herontdekking van El Greco in ongeveer 1900 Omstreeks het midden van de negentiende eeuw kwamen zowel romantische als moderne artistieke stromingen tot de ontdekking dat El Greco gewoon geniaal was. De herontdekking kende een hoogtepunt in het begin van de twintigste eeuw, toen ook voor de Europese avant-garde de wereld van El Greco openging. Terwijl Frankrijk het eerste land was dat tijdens de romantiek belangstelling toonde voor de schilderkunst van El Greco (de opening van de Galerie espagnole van koning Louis-Philippe in het Louvre betekende een keerpunt in de erkenning van de kunstenaar), waren het aan het eind van de negentiende eeuw vooral Duitse kunsthistorici die zijn werk weer op het voorplan plaatsten. Auteurs als Steinbart en Dvorák maakten van El Greco het prototype van de maniëristische esthetiek en verhieven zijn onversneden moderniteit tot model voor de hedendaagse kunst. Manet, de vader van die kunst, had op zijn reis door Spanje al belangstelling getoond voor El Greco, maar zijn voorkeur ging toch naar Velázquez en Goya. De invloed van El Greco op het impressionisme was miniem. Het was de Franse kunstenaars van de laatste decennia van de negentiende eeuw niet zozeer om de figuur van El Greco te doen als wel om een radicale koersverandering in de kunst van hun tijd. Zonder het te bedoelen waren ze wegbereiders voor de verschillende avant-gardes van het begin van de twintigste eeuw, die zich wel gewonnen
5
gaven aan de grensoverschrijdende kunst van El Greco. Voor het Duitse expressionisme van Der Blaue Reiter (Kandinsky, Marc, enz.) en voor het kubisme van Picasso werd El Greco in het begin van de twintigste eeuw een van de voornaamste esthetische referentiepunten. In Spanje is de herontdekking van El Greco gekoppeld aan de Institución Libre de Enseñanza, zoals zich de groep intellectuelen noemde die vanaf 1876 ijverde voor een vernieuwing van de pedagogie. In 1902 vond in het Museo del Prado de eerste monografische tentoonstelling met werk van El Greco plaats. Zijn rehabilitatie in het vroegtwintigste-eeuwse Spanje zou niet zijn uitgegroeid tot wat ze geworden is zonder de inzet van Manuel Bartolomé Cossío (1857-1935), die in 1908 de eerste wetenschappelijke monografie over El Greco publiceerde, en van markies de la Vega Inclán (1858-1942), die nauw met Cossío bevriend was en in 1910 in Toledo het Museo del Greco oprichtte. Dat men opnieuw de artistieke genialiteit van El Greco had ontdekt, had rechtstreekse gevolgen voor de internationale kunstmarkt: in de eerste decennia van de twintigste eeuw behoorde hij daar tot de onbetwiste top tien en begonnen zijn werken van Spanje te verhuizen naar grote musea overal ter wereld.
Zaal 2: De opening van het El Greco museum in Toledo in 1910 Toen markies Benigno de la Vega Inclán in 1910 in Toledo het Museo del Greco oprichtte, betekende dat een mijlpaal in de rehabilitatie van El Greco. De markies, die tegelijk kunstverzamelaar, -handelaar en -mecenas was, had een grote liefde opgevat voor de schilderkunst van El Greco en hielp Manuel Cossío in zijn zoektocht naar originele werken van de meester die hem in staat moesten stellen een overzichtscatalogus van zijn oeuvre samen te stellen. Tijdens een van zijn verblijven in Toledo besloot hij, aangemoedigd door Cossío, een oud, vervallen huis in de jodenwijk aan te kopen dat slechts een boogscheut verwijderd was van de riante woning van markies de Villena waar El Greco in zijn tijd een onderkomen had gevonden en dat nu verdwenen is omdat op die plaats een van de fraaiste groenzones van de stad is aangelegd. Het project dat markies de la Vega Inclán uitwerkte en integraal aan de Spaanse staat schonk, bestond uit twee delen. Enerzijds was er een huis dat de sfeer moest oproepen van een Castiliaans huis van het soort waarin El Greco had gewerkt. Geholpen door Cossío en een architect, Eladio Laredo, kocht de markies daarvoor tal van meubel- en andere stukken. Anderzijds en dat was minstens even belangrijk, zo niet belangrijker liet hij een nieuw gebouw optrekken dat zou dienstdoen als een heus museum waarin de doeken van El Greco zouden worden samengebracht die op dat ogenblik verspreid waren over een aantal instellingen in Toledo zoals bijvoorbeeld het klooster van San Juan de los Reyes, en daar hingen te verkommeren. Rond het geheel liet hij een tuin aanleggen die bezaaid was met archeologische vondsten, zoals dat de mode was bij de typisch Toledaanse buitenhuizen. Toen het werd opgericht, vormde het Museo del Greco een speerpunt in de internationale herwaardering van de schilderkunst van de meester uit Kreta. Het groeide in korte tijd uit tot een krachtige stimulans voor het culturele leven in een stad die rijk was aan monumenten maar was ingedommeld tot een gezapig provinciestadje. Op het ogenblik waarop Toledo het massaverschijnsel toerisme ontdekte, was dat geen kleine verdienste.
6
Zaal 3: Het commercieel succes: El Greco en zijn atelier In de geschiedenis van de Spaanse kunst heeft geen schilder zijn oeuvre zo goed weten te doen opbrengen als Domenikos Theotokopoulos. Dat heeft alles te maken met de volslagen nieuwe manier waarop hij zijn atelier had georganiseerd, een manier die in Spanje zelfs tijdens de barok en daarna haar gelijke niet zou kennen en die was ingegeven door de sterk ondernemingsgerichte werkwijzen van de ateliers in Venetië. De voornaamste opdrachtgevers van El Greco waren kloosters en particulieren die voor hun privédevotie kleine en middelgrote werken bestelden. In de jaren 1580 begon Theotokopoulos op hun steeds toenemende vraag naar religieuze schilderijen in te spelen door zijn atelier steeds doeltreffender te organiseren. Met behulp van een groot aantal assistenten ging hij over tot het in serie produceren van van het uitgebreide iconografische repertoire dat hijzelf had uitgewerkt. Gewoonlijk schilderde hij helemaal eigenhandig de eerste versie, de zogeheten editio princeps, van een reeks. In de volgende versies had het atelier dan een aandeel dat kon variëren van miniem tot zeer groot. Nieuw in de context van de Spaanse kunst was ook dat El Greco via het verspreiden van gravures zijn composities ruimere bekendheid wilde geven, en dat goedkope middel aanwendde om nieuwe markten te veroveren. Hij volgde daarmee het voorbeeld van Titiaan, die het grootste schilderbedrijf uit de renaissance had opgezet. In 1605 engageerde hij de uit Mechelen afkomstige Diego de Astor om zijn schitterend opgebouwde en hoogst originele werken in prenten om te zetten. De heilige Franciscus en broeder Leo mediterend over de dood, een werk dat op deze tentoonstelling te zien is, is wellicht de meest succesvolle compositie uit de hele Spaanse kunstgeschiedenis.
Zaal 4: Zijn artistieke reis Het artistieke parcours van El Greco is een van de meest complexe en fascinerende ooit. El Greco, geboren in een oosterse cultuur die doordrenkt was van de nalatenschap van het Byzantijnse Keizerrijk en waarin schilders vooral iconen produceerden, maakte zich op magistrale wijze alles eigen wat typisch was voor de westerse kunst (en niet voorkwam op Byzantijnse iconen) van de perspectief en de volumetrie van de figuren tot hun psychologische dimensie en verwerkte dit in zijn rijpe periode tot een geheel eigen, duidelijk herkenbare stijl. Toen hij in 1541 het levenslicht zag in Candia (het huidige Heraklion), de hoofdstad van Kreta, stond dat eiland onder de heerschappij van de Republiek Venetië. Hij werd in zijn geboortestad opgeleid tot iconenschilder, maar er is tot hiertoe slechts één icoon bekend waarop zijn handtekening voorkomt, namelijk De ontslaping van Maria in de kathedraal van Ermoupolis op het Griekse eiland Syros. Van 1567 tot 1576 verbleef hij in Italië, eerst in Venetië en vanaf 1570 in Rome. Zijn eigenlijke vorming ontving hij in Venetië. Uit zijn schilderstijl blijkt dat hij zich het artistieke gedachtegoed van de Venetiaanse school perfect had eigengemaakt: niet lijn en tekening, maar kleurvlekken en coloriet werden zijn voornaamste expressiemiddelen. In Rome ontdekte hij Michelangelo. Daarbij was het hem niet te doen om de schilder met zijn maar Venetiaanse achtergrond stond hij aan de antipode van de Florentijnse esthetiek om de beeldhouwer en tekenaar die als geen ander aan de menselijke figuur een monumentale dimensie wist te geven. Die monumentaliteit is duidelijk aanwezig in El idioom, dat een synthese kan worden genoemd tussen wat hij in Italië had geleerd, de typisch Spaanse tendens om de werkelijkheid te red soort revival van zijn Byzantijnse verleden (als wilde hij nadenken over zijn artistieke wortels).
7
In zijn rijpe jaren (vanaf 1595) trok hij de uiterste consequenties uit die formele kenmerken: zijn schilderijen bestonden alleen nog uit vlekken en penseelstreken die getuigen van een creatieve vrijheid die in de kunstgeschiedenis slechts zelden werd geëvenaard. Op basis van de stijl van die jaren kan El Greco de stichter van de Spaanse schilderschool worden genoemd. Hij legde daarvan immers de wezenlijke kenmerken vast: voorrang van de kleur op de lijn (van het picturale op het tekenkundige), een compositie die zich beperkt tot het essentiële, en een strengheid in het kleurgebruik die soms zelfs naar monochromie neigt. Dat typisch Spaanse (vastgelegd door een Griek!) vinden we later terug bij kunstenaars als Velázquez, Goya, Sorolla, Tàpies, Saura, Antonio López García, Manolo Valdés en anderen.
Zaal 5: Het hoogtepunt van zijn kunst: het Apostolaat van het Museo del Greco Voor zover bekend, zijn er drie volledige Apostolaten (reeksen van dertien schilderijen: Christus en de twaalf apostelen) van El Greco tot ons gekomen. Twee daarvan bevinden zich in Toledo, respectievelijk in het Museo del Greco en in de sacristie van de kathedraal. De apostelen van de derde reeks, die van het Museo de Bellas Artes in Oviedo, zijn en buste afgebeeld. Van de drie ensembles is dat van het Museo del Greco kwalitatief het sterkste, want terwijl in beide andere het atelier een wisselend aandeel heeft gehad, gaat het hier om dertien eigenhandige werken van de meester. Niet alle geportretteerden van deze reeks zijn apostelen: Mattheus heeft plaats moeten precies hoe deze reeksen in hun oorspronkelijke omgeving waren opgesteld, maar het feit dat er altijd zes apostelen naar rechts en zes naar links kijken terwijl Christus frontaal en zegenend is afgebeeld, lijkt erop te wijzen dat ze waren bedoeld voor rechthoekige ruimten, waarbij de tronende Christus tegen de achterwand hing, terwijl de apostelen in twee groepen van zes vanaf de langere zijwanden hun blik op hem gericht hielden. De Apostolaat-reeks van het Museo del Greco dateert uit de jaren 1610-1614 en is een uitstekend voorbeeld expressionistisch wordt gekenmerkt. Omdat deze picturaal zeer hoogstaande reeks onafgewerkt bleef, geeft ze ons als geen andere een idee van de complexe en bewerkelijke schildertechniek van de meester. Slechts drie van de dertien schilderijen zijn voltooid: De Verlosser, De heilige Paulus en De heilige Petrus. Van de tien andere afbeeldingen van apostelen is de ene al verder afgewerkt dan de andere. Die van De heilige Bartholomeus (in witte mantel met in de hand een geketende duivel) is niet veel meer dan een aanzet. De apostelen Mattheus, Andreas en Judas Thaddeus zijn slechts half afgewerkt; zo zijn hun handen en hun baard elke keer niet meer dan een schets. Van de figuur van Paulus heeft El Greco gebruikgemaakt om hulde te brengen hand een papier met daarop, in het Grieks, het begin van zijn Brief aan Titus (Titus was de eerste bisschop van Kreta). Op de bovenste helft van het blad van het zwaard staan de Griekse woorden waarmee El Greco gewoonlijk zijn werk ondertekende: domenikos theotokopoulos epoie (domenikos theotokopoulos heeft mij gemaakt).
8
Interview met Ana Carmen Lavín Berdonces, curator Kunt u ons vertellen hoe de tentoonstelling is opgevat, wat de bezoeker achtereenvolgens te zien krijgt en waarom het parcours eindigt met de Apostelen van het Museo del Greco? twee zalen gaat het om de relatief recente herontdekking van El Greco. Hier komen onderwerpen aan bod als de commerciële herwaardering van zijn oeuvre op de internationale kunstmarkt in het begin van de twintigste eeuw, het feit dat men zijn werken ging kopiëren, en de oprichting in 1910 van het Museo del Greco in Toledo. Daarna zien we hoe de levensomstandigheden van El Greco bepalend zijn geweest voor de evolutie van zijn stijl. Eén zaal is gewijd aan een aspect dat bijzonder belangrijk is om inzicht te krijgen in de man: wegens het succes dat zijn werk kende, zag hij zich verplicht zijn atelier zo efficiënt mogelijk te organiseren, zodat het uitgroeide tot het grootste schilderbedrijf uit de geschiedenis van de Spaanse kunst. De laatste zaal is gewijd aan de Apostolado van het Museo del Greco, een kwalitatief zeer hoogstaande reeks die bij de dood van de schilder in 1614 onafgewerkt werkwijze. Hoe komt het dat men het oeuvre van El Greco zo lang terzijde heeft geschoven en dat het eind negentiende eeuw weer in de belangstelling kwam? Welke rol hebben figuren als de kunstcriticus Cossío en markies de La Vega Inclán bij die herontdekking gespeeld? Toen El Greco in 1614 stierf, trok de naturalistische licht-en donkerschildering waartoe Caravaggio omstreeks 1600 de eerste aanzet had gegeven, als een wervelwind door Europa. De caravaggisten wilden de werkelijkheid vatten zoals ze is en stonden daarmee ellectuele en maniëristische kunst. Met andere woorden: bij zijn dood was El Greco passé. Van het begin van de barok tot het einde van de negentiende eeuw was hij het slachtoffer van telkens nieuwe artistieke modes. Men vond zijn werk extravagant, bizar, vreemd. Rond de voorlaatste eeuwwisseling werd hij eerst herontdekt door de romantici en daarna door de moderne kunsttheoretici en de avant-gardisten. In Spanje werd hij weer voor het voetlicht gebracht door figuren als Manuel Bartolomé Cossío, die als eerste een wetenschappelijke monografie aan hem wijdde (El Greco, 1908), en markies de la Vega Inclán, die in 1910 in Toledo het Museo del Greco oprichtte. Ondanks de miskenning die El Greco na zijn dood te beurt viel, bleef zijn naam circuleren in een vrij gesloten kring van kunstcritici, universitairen en kunstenaars. Welke invloed heeft hij hier uitgeoefend en hoe is die invloed tot bij hedendaagse kunstenaars zoals Picasso geraakt? In de barok en de neoklassieke periode was El Greco voor de kunsttheoretici geen niet de minste invloed uitgeoefend. Spaanse kunstenaars als Ignacio Zuloaga en Bartolomé Cossío niet te na gesproken, was de hernieuwde belangstelling voor de artistieke erfenis van El Greco in Europa vooral een Duitse aangelegenheid. Theoretici als en noemden hem ronduit een van de eerste modernen, wat hem tot een model voor de avant-garde maakte. Manet had zich tijdens zijn reis door Spanje al voor hem geïnteresseerd, en zowel voor Cézanne als voor het Duitse expressionisme van Der Blaue Reiter (met voorop kunstenaars als Kandinsky en Franz Marc) werd hij een van de voornaamste esthetische referentiepunten. Zonder zijn invloed op Picasso, die groter was dan die van Velázquez, kunnen noch het kubisme noch de blauwe periode van deze hedendaagse meester afdoende worden verklaard.
9
El Greco heeft veel gereisd. Was die mobiliteit toen heel gewoon of liep hij daarmee vooruit op zijn ti Een van de meest opvallende kenmerken van El Greco is, zo blijkt uit zijn persoonlijke odyssee, dat hij zichzelf voortdurend vernieuwde en zo aan de spits van de evolutie van zijn tijd stond. Zijn eigen picturale ontwikkeling is beslist een van de meest complexe uit de hele kunstgeschiedenis. Zijn geboorteland behoorde tot de invloedssfeer van het vroegere Byzantijnse Rijk, waar in de eeuwenoude icoonschilderkunst heel andere regels golden dan in de westerse kunst met haar zin voor perspectief, volumetrie en psychologische tekening van de menselijke figuur. De geniale manier waarop hij de nieuwe artistieke code assimileerde, maakt hem tot een unicum in de geschiedenis van de westerse kunst. De stijl van El Greco vertoont zowel invloeden van orthodoxe iconen als van Titiaan, voor wie hij in Italië zou hebben gewerkt, en van Michelangelo. Hoe is het samenspel van die uiteenlopende esthetische invalshoeken kunnen die zo typisch voor hem is? Er is slechts één icoon bekend waarvan we zeker zijn dat ze door El Greco werd geschilderd, namelijk een Ontslaping van Maria in de gelijknamige kerk op het Griekse eiland Syros. Toen de kunstenaar zich de regels van de westerse kunst eigen maakte, evolueerden zijn esthetische inzichten dermate, dat hij de conventies van de Byzantijnse kunst achter zich liet. Zodra hij in Spanje zijn volle artistieke wasdom had bereikt, leek hij echter, als in een bezinning over zijn verleden, een aantal formele elementen van de kunst van zijn kinder- en jeugdjaren gouden achtergronden, iconografische motieven, frontaliteit, veelhoekige aureolen, et cetera in zijn oeuvre te willen integreren. Van Titiaan kan niet worden gezegd dat hij El Greco rechtstreeks heeft beïnvloed. Het is veeleer zo, dat El Greco zich heeft ingewerkt in de artistieke ideologie van de Venetiaanse school waarvoor deze meester zo belangrijk was: de kleur kreeg bij hem voorrang op de lijn, de kleurvlekken op de tekening. Tijdens zijn verblijf in Rome (15701576) ontdekte hij de kunst van Michelangelo. Zo weinig El Greco hem als schilder kon waarderen met zijn Venetiaanse achtergrond stond hij lijnrecht tegenover de esthetica van Florence , zo sterk was hij onder de indruk van zijn teken- en beeldhouwkunst, waarin het monumentale hem zo sterk fascineerde, dat hij het tijdens zijn eerste jaren in Spanje in zijn eigen kunst verwerkte. Het persoonlijke artistieke idioom dat hij in dat land ontwikkelde, was een synthese van zijn Byzantijnse verleden, van wat hij in Italië had geleerd, en van zijn neiging om zich te beperken tot het essentiële. Is het waar dat El Greco Kretenzische en Italiaanse technieken in Spanje heeft binnengebracht? En omgekeerd: zijn er elementen uit de Spaanse traditie die zijn eigen kunst hebben beïnvloed? Zijn technische vorming ontving El Greco in Italië, meer bepaald in Venetië. In de Dogenstad leerde hij wat schilderen is en verving hij het paneel als drager door het doek (in Spanje was hij een van de eersten en in Toledo de allereerste die op deze manier werkten). In de Serenissima begreep hij dat kleur het belangrijkste uitdrukkingsmiddel van een schilder is. Van dan af vormden kleurvlekken de basis van zijn techniek. In Spanje ging hij daarin zeer ver: zijn latere schilderijen bestaan uit niets dan vlekken en krachtige penseelstreken. Zelden heeft een kunstenaar een zo grote creatieve vrijheid bereikt. Kan men hem de stichter van de maniëristische Spaanse school of de vader van de renaissance op het Iberische schiereiland noemen? Spanje heeft noch het maniërisme noch de renaissance aan El Greco te danken. Lang vóór zijn aankomst op het schiereiland hadden beide stromingen daar al vaste voet aan de grond gekregen. Wel was El Greco een van de meest originele en toonaangevende
10
figuren van het Europese maniërisme en de belangrijkste schilder van het zestiendeeeuwse Spanje. Zijn belang voor de Spaanse schilderschool kan moeilijk worden overschat. Met de stijl van zijn rijpe periode ligt hij aan de basis van die school, waarvan hij de wezenlijke kenmerken vastlegde: voorrang van het kleurvlak op de lijn (van het picturale op het tekenkundige), een compositie die zich beperkt tot het essentiële, en een strengheid in het kleurgebruik die soms zelfs naar monochromie neigt. Dat typisch Spaanse (vastgelegd door een Griek!) vinden we later terug bij kunstenaars als Velázquez, Goya, Sorolla, Tàpies, Saura, Antonio López, Manolo Valdés en anderen. Spanje was toen een door en door katholiek land. Hoe kon zijn kunst in die context een zo uitgesproken persoonlijke en subjectieve toets krijgen? Met andere woorden, hoe heeft hij in de tijd van de inquisitie de vrijheid kunnen krijgen om een eigen artistieke visie te ontwikkelen? Dat Spanje in de Gouden Eeuw geïsoleerd was van de rest van Europa en onder de plak van de inquisitie zat, is een even wijdverbreide als simplistische en onwetenschappelijke idee. In heel Europa nam het katholicisme toen militante vormen aan. Dat leek de beste verdediging tegen de bedreiging van het protestantisme. Het protestantse Europa stelde helemaal niet in tegenspraak met wat het Concilie van Trente op artistiek vlak had gestipuleerd. Helaas wordt de historische werkelijkheid in films en andere massamedia nog steeds verdraaid weergegeven. Men zegt dat El Greco er nooit in is geslaagd om de officiële portretschilder van koning Filips II van Spanje te worden. Wat heeft dat betekend voor zijn leven en zijn kunst? Eind 1576 vestigde El Greco zich in Spanje. De bronnen vertellen ons niet waarom, maar gezien zijn ambities als schilder, mogen we veronderstellen dat hij graag door Filips II in dienst was genomen. Zijn eerste opdrachten kwamen evenwel niet van het hof, maar van de stad Toledo. Het initiatief daarvoor ging uit van de deken van de kathedraal, Diego de Castilla, met wiens zoon Luis de Castilla de schilder in Rome vriendschap had gesloten. Toch bleef El Greco aanvankelijk pogingen ondernemen om zich aan het hof in Madrid te vestigen. Het is verbazend dat hij, die toch een getalenteerd portrettist was, voor zover we weten nooit is uitgenodigd om een portret van de vorst te schilderen. Wel merkte die laatste dat El Greco in Toledo succes oogstte met grote altaarstukken voor de kathedraal (Christus wordt ontlkeed) en voor het klooster van Santo Domingo el Antiguo, en dus bestelde hij bij hem voor de basiliek van El Escorial een retabel met De marteldood van de heilige Mauritius en het Thebaanse legioen. El Greco maakte echter een strategische fout en ontnam zichzelf daardoor elke mogelijkheid om ooit nog voor het hof te werken. De koning wilde namelijk een eenvoudig religieus werk dat het gemoed aansprak, maar kreeg een koud, intellectueel devotiestuk. Hoewel het schilderij hem niet beviel, besefte hij dat hij te maken had met een meesterwerk, en werd El Greco royaal betaald. Interview door Xavier Flament
11
Biografie van El Greco 1541. Geboorte van Domenikos Theotokopoulos (El Greco) in Candia (het huidige Heraklion), hoofdstad van Kreta, waar Grieks de voertaal was maar dat vanaf de twaalfde eeuw bestuurd werd door de Republiek Venetië. 28 september 1563. In een document uit Kreta wordt Domenikos Theotokopoulos dat hij een eigen atelier had. Uit zijn Kretenzische periode is één werk met zijn handtekening tot ons gekomen: De ontslaping van Maria in de kathedraal van Ermoupolis op het Griekse eiland Syros. Ca. 1567. Domenikos Theotokopoulos vestigt zich in Venetië. Dat hij een tijd als leerling bij Titiaan zou hebben gewerkt, kan niet met geschreven bronnen worden gestaafd. Beetje bij beetje laat hij de regels van de Byzantijnse kunst varen om zich in te werken in die van de Italiaanse renaissance. De beginselen van de Venetiaanse schilderschool zal hij nooit meer verloochenen. 1568. Domenikos Theotokopoulos stuurt vanuit Venetië een reeks wellicht cartografische tekeningen naar Giorgio Sideni, een cartograaf die op Kreta woonde. 1570. Door bemiddeling van Giulio Clovio, die als miniaturist werkzaam was voor kardinaal Alexander Farnese, treedt Theotokopoulos in Rome bij de kardinaal in dienst. Omdat zijn Griekse naam voor Italianen moeilijk uit te spreken is, wordt hij in kunstenaarskringen gewoon 'il Greco' (de Griek) genoemd, een bijnaam die hij meeneemt naar Spanje. Juli 1572. El Greco wordt door Alexander Farnese ontslagen. De reden daarvoor is ons even onbekend als de rol die de kunstenaar kan hebben gespeeld in de artistieke ondernemingen van de Farneses. El Greco is gefascineerd door de monumentaliteit van de beelden van Michelangelo maar staat kritisch tegenover diens schilderkunst (Sixtijnse Kapel). 18 september 1572. El Greco schrijft zich in aan de Accademia romana di San Luca, want zonder dat lidmaatschap kon hij in Rome geen eigen atelier openen. We weten dat hij in die periode al een leerling had, namelijk Lattanzio Bonastri da Lucignano, een schilder uit Siena. Ca. 1576. El Greco verhuist naar Spanje (hij wordt er vermeld vanaf 1577), naar alle waarschijnlijkheid in de hoop er in dienst van koning Filips II te kunnen werken aan de decoratie van het Real Monasterio de El Escorial. In Rome had hij vriendschap gesloten met een aantal Spaanse geleerden. 1577-1579. De eerste schilderijen die El Greco in Spanje maakt, zijn niet bestemd voor Madrid maar voor Toledo: Christus wordt ontkleed voor de sacristie van de kathedraal en retabels voor het klooster van Santo Domingo el Antiguo. De opdrachtgevers van het eerste werk waren niet onverdeeld enthousiast over het resultaat en zouden nooit meer een beroep doen op El Greco. 1578. Geboorte van zijn zoon, Jorge Manuel Theotokopoulos. Van de moeder, met wie Domenikos niet getrouwd was en die hij nooit zijn echtgenote noemt, kennen we alleen de naam: Jerónima de las Cuevas. Jorge Manuel werkte in het atelier van zijn vader, maar werd nooit een goed schilder; als architect had hij meer verdiensten.
12
1580. Filips II bestelt bij El Greco voor de basiliek van El Escorial een altaarstuk met De marteldood van de heilige Mauritius en het Thebaanse legioen (het bevindt zich nu in het Real Monasterio de El Escorial). De koning vindt het werk te esthetiserend en te moeilijk te interpreteren: het zou meer moeten aansluiten bij de eenvoudige catechetische taal van de contrareformatie. Anderzijds beseft de koning dat hij voor een meesterwerk staat, en El Greco wordt royaal betaald. 1585. El Greco huurt een aantal vertrekken in het (nu verdwenen) paleis van markies de Villena in Toledo. Hij woont daar bijna ononderbroken tot aan zijn dood in 1614. In zijn
1586-1588. El Greco schildert het meesterlijke werk De begrafenis van de graaf van Orgaz voor de kerk van de heilige Thomas in Toledo. Het schilderij hangt nog steeds op zijn oorspronkelijke plaats. 1587. El Greco werkt mee aan de tijdelijke constructies die in de straten van Toledo worden opgericht om de relieken van de heilige Leocadia in te halen. 27 december 1589. El Greco wordt voor het eerst vermeld als 'inwoner' van Toledo. Hij had dus blijkbaar zijn situatie geregulariseerd. Voordien werd hij vernoemd als als tijdelijke bezoeker. Wellicht hoopte hij tot december 1589 nog steeds dat hij zich aan het hof in Madrid kon vestigen. 1591. Manussos Theotokopoulos trekt weg uit Venetië om zijn schuldeisers te ontvluchten en vindt onderdak in Toledo, bij zijn broer, waar hij blijft tot aan zijn dood in 1604. 1595. El Greco maakt een tabernakel voor het hoofdaltaar van het Hospital Tavera in Toledo. Van dat werk is alleen een gebeeldhouwde Verrezen Heer tot ons gekomen. Het beeldje bevindt zich nog steeds in het Hospital Tavera. We mogen niet vergeten dat El Greco ook beeldhouwer was. 1596-1600. Vier jaar lang werkt El Greco aan het hoofdretabel van het Madrileense seminarie van de augustijnen, het Colegio de la Encarnación, ook bekend als Colegio de Doña María de Aragón. Het gebouw bestaat niet meer en de schilderijen zijn nu verspreid over het Museo del Prado in Madrid en het Muzeul National de Arta al României in Boekarest. Met dit ensemble, een van de belangrijkste die hij ooit maakte, begint de rijpe periode van El Greco. 1608. El Greco krijgt opdracht tot het schilderen van een hoofdretabel en zijretabels voor het Hospital Tavera (Hospital de San Juan Bautista) in Toledo. De schilderijen, waaraan hij werkt tot aan zijn dood in 1614, worden voltooid door zijn atelier. Ca. 1610. El Greco schildert een gezicht op Toledo, met stadsplan en stratenlijst. Het werk, Zicht en plan van Toledo, bevindt zich nu in het El Greco museum. Geen Spaanse schilder had ooit een dergelijk overkoepelend stadsgezicht gemaakt. De lijst met straatnamen is de oudste die ooit van een Spaanse stad werd gemaakt en tot ons is gekomen. 1611. El Greco ontwerpt de katafalk die in de kathedraal van Toledo wordt de viering van de uitvaart van Margaretha van Oostenrijk, de echtgenote Filips III. Francisco Pacheco, schilder, kunsttheoreticus en schoonvader Velázquez, brengt, zoals hij zelf vertelt in zijn Arte de la Pintura (Sevilla, bezoek aan het atelier van El Greco.
gebruikt bij van koning van Diego 1649), een
13
1612. Jorge Manuel Theotokopoulos tekent een overeenkomst met de cisterciënzerinnen van het klooster van Santo Domingo el Antiguo in Toledo waarin gestipuleerd wordt dat de familie Theotokopoulos mag worden begraven in een kapel van het klooster. El Greco schildert voor die kapel zijn laatste werk: De aanbidding der herders (nu in het Museo del Prado). 7 april 1614. El Greco sterft in Toledo op 73-jarige leeftijd en wordt begraven in de familiekapel van het klooster van Santo Domingo el Antiguo. 12 april en 7 juli 1614. Jorge Manuel maakt de inventaris op van de nalatenschap van zijn vader. 1619. Onenigheid tussen Jorge Manuel en de monialen van Santo Domingo el Antiguo heeft tot gevolg dat eerstgenoemde de stoffelijke resten van zijn vader doet opgraven en overbrengen naar de kerk van het klooster van San Torcuato, eveneens in Toledo. Als dat klooster in de negentiende eeuw wordt afgebroken, verdwijnt het graf van de schilder voorgoed. 1621. Met het oog op zijn huwelijk met Gregoria de Guzmán stelt Jorge Manuel een inventaris van zijn persoonlijke bezittingen op. Net als de pas genoemde inventaris is dit een belangrijk document voor het wetenschappelijk onderzoek naar El Greco.
14
BOZAR STUDIOS: Familiezoektocht Donderdag 04.02 > zondag 09.05.10 BOZAR STUDIOS, de afdeling kunsteducatie van het Paleis voor Schone Kunsten, stippelde over de hele lengte van de El Greco-tentoonstelling een creatief parcours uit met kijk-, doe- en tekenopdrachten. Treed in de voetstappen van markies de la Vega Inclán, spilfiguur bij de herontdekking van de schilder, en ontdek de tentoonstelling in familieverband aan de hand van een zoektocht en handige informatiepanelen. Spelblaadjes gratis beschikbaar aan de kassa. FR/NL
15
VIVA ESPAÑA ! Ter gelegenheid van het Spaanse voorzitterschap wijdt het Paleis voor Schone Kunsten een brede multidisciplinaire programmering aan het land van Cervantès. Een getuigenis van de rijke culturele traditie van Spanje, zijn bruisende creativiteit vandaag en zijn collectieve geheugen.
1) EXPO El Ángel Exterminador A Room for Spanish Contemporary Art Donderdag 29.04 > zondag 20.06.2010 Paleis voor Schone Kunsten - Terarken Dit project rond hedendaagse kunst gaat terug op de gelijknamige cultfilm van Luis Buñuel. De genodigden van een elegant avondmaal in Mexico kunnen na afloop de woning niet meer verlaten. De tentoonstelling omvat schilderijen, beeldhouwwerken, Ze stelt scherp op claustrofobie, het opeengepakt zijn, kortom op grenservaringen. ,00 Curator: Fernando Castro Flórez Coproductie: BOZAR EXPO | SEACEX - Sociedad Estatal para la Accion Cultural Exterior | Ministerio de Asuntos Exteriores y de Cooperación | Ministerio de Cultura In samenwerking met: Ambassade van Spanje
2) Performanc
El Ángel Exterminador
Paco Cao - Buñuel, en Guerra Donderdag 29.4.2010 - 20:30 Paleis voor Schone Kunsten - Zaal M Doctor in de kunsten Paco Cao wordt hoog aangeschreven door de grootste musea. Hij dankt zijn bekendheid aan zijn scenografieën en conceptuele experimenten, die vaak verband houden met een tentoonstelling. In Buñuel, en Guerra, een niet eerder vertoonde lezing-performance die het resultaat is van langdurig archiefonderzoek, overschouwt hij het leven van Luis Buñuel. Cao zoomt daarbij in op Buñuels geniale doortocht in het MoMa aan het begin van de jaren 40 en zijn zoektocht naar een geschikte locatie voor El Ángel
Rodrigo García Dinsdag 18, woensdag 19 en donderdag 20.5.2010 - 20:30 Paleis voor Schone Kunsten Terarken Sinds hij in 1989 La Carnicería Teatro oprichtte, is Rodrigo García de centrale figuur van het experimentale theater in Spanje. Vorig jaar publiceerde hij de tekst et me faites pas chier. Een scherpzinnige en hekelende tekst over de blik van anderen, in wereldpremière gespeeld door de blinde acteur Melchior. Te bekijken door de ogen van
16
Olga Mesa - Suite au dernier mot: au fond tout est en surface Woensdag 3 & donderdag 4.6.2010 - 20:30 Paleis voor Schone Kunsten - Auditorium Paul Willems Een experimentele solo die het midden houdt tussen een ontmoeting en een pure voorstelling. Suite au dernier mot: au fond tout est en surface van Olga Mesa is een biografisch gedicht in dertien taferelen dat de begrippen territorium, geheugen en visie verkent. De Madrileense artieste is afwisselend onderwerp en voorwerp van haar eigen creatie.
La Ribot - Laughing Hole Woensdag 16.6.2010 - 20:30 Paleis voor Schone Kunsten Terarken Laughing Hole van de Madrileense choreografe La Ribot toont een vloer die bezaaid is met 900 kartonnen stroken met raadselachtige inscripties. Door de ruimte ijsberen drie performers, wiens vallende bewegingen geritmeerd worden door aanhoudend gelach en vreemde woordassociaties. Zo wordt die ruimte tot in de kleinste hoekjes ingenomen en tot haar fysieke dimensie herleid.
Esther Ferrer Zondag 20.6.2010 - 20:30 Paleis voor Schone Kunsten Terarken Esther Ferrer was tijdens de jaren 60 actief binnen het avant-gardistische collectief Zaj, dat het regime van Franco talrijke malen beledigde met zijn radicale performances. gaand onderzoek, ontdaan van al het overtollige, verlost ze de objecten van hun beperkingen door hun een bevrijdende uitweg te bieden. Een unieke benadering zonder toegevingen.
Praktische informatie performances Combiticket 1 performance + expo El Ángel Exterminador: Pass 5 performances + expo El Ángel Exterminador: 25,00 De expo zal na het einde van elke performance een uur later open blijven. (kortingen op www.bozar.be) Coproductie: BOZAR EXPO | SEACEX - Sociedad Estatal para la Accion Cultural Exterior | Ministerio de Asuntos Exteriores y de Cooperación | Ministerio de Cultura In samenwerking met: Ambassade van Spanje
17
3) MUSIC El Retablo de Maese Pedro Manuel de Falla Zaterdag 06.02.2010 - 20:00 Paleis voor Schone Kunsten - Henry Le Boeufzaal In El retablo de Maese Pedro, een prachtige opera in één bedrijf van Manuel de Falla krijgt hier een nooit geziene en visueel indrukwekkende opvoering. Don Quichot neemt het op tegen een legertje reuzenmarionetten. Veertig onvergetelijke, feestelijke minuten!
Ensemble Oculum Musica en Toledo en tiempos del Greco Zondag 14.02.2010 - 18:00 Paleis voor Schone Kunsten Horta Hall Coproductie: Instituto Cervantes Het artistieke parcours van El Greco bracht hem van zijn geboorteland Griekenland naar Italïe en ten slotte Spanje. Hij kruiste het pad van talrijke musici. Ook Morales en Victoria, twee van de bekendste componisten van de Spaanse renaissance, vertoefden een tijdlang in Rome. Deze artiesten getuigen van eenzelfde gevoeligheid. Hun werken zijn doordrongen van een diepgaande mystiek.
4) DANCE This Side Up Vrijdag 16 & zaterdag 17.04.2010 20:30 María Jerez (concept) In samenwerking met La Cambre-Architecture 2.500 kartonnen dozen, daarmee gaan 15 architectuurstudenten van La Cambre op een unieke manier aan de slag. Ze nodigen daarbij de bezoeker uit om samen na te denken over hoe men eigenlijk een theaterruimte benut. Met This Side Up verkent de Madrileense artieste María Jerez, op een charmante manier de idee hoe achter elk object een onzichtbare choreografie schuilgaat.
5) CINEMA Los Caminos de la memoria Maandag 22.02.2010 - 20:00 José-Luis Peñafuerte Avant-première in aanwezigheid van de regisseur Paleis voor Schone Kunsten Zaal M In zijn laatste documentaire, gaat José-Luis Peñafuerte op zoek naar de verhalen van de slachtoffers van het franquisme en licht zo de sluier op van deze dramatische periode uit de Spaanse geschiedenis.
18
Vampyros, Lesbos et Succubus Zaterdag 06.03.2010 20:00 et 22:00 Jess Franco Paleis voor Schone Kunsten Zaal M In het kader van het Off-Screen en van de Museum Night Fever ! Jesús Franco wordt als een van de meesters van de Spaanse griezelfilm beschouwd. In Vampyros Lesbos wordt een jonge vrouw voortdurend belaagd door verontrustende dromen. Elke nacht wordt ze achtervolgd door het beeld van een jonge donkerharige vrouw, die als een vampier te werk gaat, haar het bloed bijna volledig uitzuigt en haar elke wil ontneemt. Ze trekt naar Azië om er een erfeniskwestie te regelen van een jonge Italiaanse gravin, die niemand anders blijkt te zijn... dan de vrouw uit haar dromen.
Luis Buñuel: El Ángel Exterminador Zaterdag 19.05.2010 - 19:00 CINEMATEK Tijdens een receptie ten huize van een notabel persoon doet zich een vreemd voorval voor: niemand kan de luxueuze woonst nog verlaten. Langzamerhand blijkt dat achter het verzorgde voorkomen van het dagelijkse leven een ontmenselijkende wreedheid schuilt.
Carte-blanche voor Pere Portabella 05 > 06.2010 Co-productie BOZAR CINEMA / CINEMATEK In aanwezigheid van Pere Portabella Regisseur en producent Pere Portabella, een verwoed tegenstander van het Francoregime, staat bekend als het geheugen van de Spaanse film. Hij verkent de geschiedenis tijdens een carte blanche die vertrekt van drie legendarische films van Luis Buñuel, zijn compagnon aan het begin van de jaren 60.
6) LITERATURE Reeks Literatuur op de middag Spaanse poëzie van nu door Bart Vonck Dinsdag 09.02.2010 12:40 Kennis maken met grote Spaanse dichters als Antonio Gamoneda (Premio Cervantes 2006) en de Belgisch-Spaanse Chantal Maillard.
López Velarde (1888-1921) door Stefaan van den Bremt Dinsdag 23.02.2010 12:40 Aartsengel van de Mexicaanse poëzie.
-
19
Juan José Arreola (1918-2001) door Guy Posson Dinsdag 16.03.2010 12:40 Borgesiaans auteur van microverhalen, poëtisch proza en een bestiarium.
20
SEACEX Sociedad Estatal para la Acción Cultural Exterior (State Corporation for Spanish Cultural Action Abroad) acts, in collaboration with the Ministries for Foreign Affairs and Cooperation and Culture, as a public agent fostering Spanish cultural reality. Its activity responds to a strategy to internationally disseminate Spanish culture as well as a demand for knowledge, a reflection of our potentialities and an effort to cover all those impulses that form the web of a modern nation, in the most diverse settings of art and knowledge, whose plurality is best identity mark. The principal aims of SEACEX are to improve the position of Spanish culture abroad, increasing and consolidating the presence of Spanish contemporary creation in the international market, establishing the importance of cultural cooperation and offering relationship frameworks between creators and professionals facilitating the creation of sustainable work networks. The programmed activities range from historic contents, with special attention to the encounter with other cultures, to dialogue with art and the more current transgressor creations. During the first semester of 2010, Spain will hold the Presidency-in-turn of the Council of the European Union. SEACEX will contribute to the initiatives set out by the Spanish Government for this period with a series of activities whose objective is to move forward in the construction of the European social space. In this respect, this programme seeks to promote the historical, cultural and artistic heritage of our country and also to contribute to create networks between creators, professionals and the public within the framework of the Union.
PROGRAMME Travesías. Daniel Canogar Consejo de la Unión Europea. Secretaría General. Brussels (Belgium) January 1 - June 30, 2010 Ros Ribas. Stage Photographer Slovenian National Theatre Museum Ciudad Liubliana (Slovenia) April 15 - May 16, 2010 Teatro Nacional São João - Porto (Portugal) May 28 June 11, 2010 Principio Potosí MNCARS, Museo Nacional Centro de Arte Reina Sofía. Madrid (Spain) May 11 - September 6, 2010 A city called Spain National Gallery - Alexandros Soutzos Museum. Atenas (Grecia) May 17 - August 29, 2010 El Ángel Exterminador BOZAR Centre for Fine Arts. Brussels (Belgium) April 28 - June 20, 2010 Antonio Clavé. A world of art. 1934 - 2002 Jakopic Gallery. Ljubljana (Slovenia) January 14 February 28, 2010 Danubiana Meulensteen Art Museum Bratislava (Slovak Republic) March 13 - June 13, 2010
21
El Greco. Domenikos Theotokopoulos 1900 BOZAR Centre for Fine Arts. Brussels (Belgium) February 4 - May 9, 2010 Goya and the Modern World Palazzo Reale. Milan (Italy) March 17 - June 27, 2010 Royal Treasures. Flemish Tapestries in the Spanish Golden Age Galerie des Gobelins. Paris (France) April 15 - July 4, 2010 The art of power Museo Nacional del Prado. Madrid (España) March 8 - May 23, 2010 Affinity Paths. Ten Spanish Photographers Instituto Cervantes en Praga. Prague (Czech Republic) January 27 - February 26, 2010 Instituto Cervantes en Moscú. Moscow (Russia) March 15 - April 30, 2010 National Museum of Contemporary Art of Romania. Bucharest (Romania) June 25 September 30, 2010 Blow up. Bernardí Roig Bruselas. April 27 July 10, 2010 Where do characters go when the exhibition is over? Dora García Index. The Swedish Contemporary Art Foundation. Stockholm (Swedish) February 10 March 3, 2010 Cristina Iglesias. The sense of space Arnaldo Pomodoro Foundation. Milan (Italy) September 29, 2009 - February 7, 2010 Jorge Barbi. 41º 52´59´´ latitude N / 8º 51´12´´ Centro de Arte Moderna José de Azeredo Perdigão. Lisbon (Portugal) May 6 - July 6, 2010 Scaner Oonagh Young Gallery. Dublin (Ireland) March 18
April 30, 2010
Colossal, art facts fiction. Fernando Sánchez Castillo Museum und Park Kalkriese Osnabrück (Germany) April 2009 - December 2011 Cuvèe 2010 Ok, Centrum für Gegenwartskunst. Linz, Austria March 3
May 5, 2010
If I Can't Dance, I Don't Want To Be Part Of Your Revolution. 3th edition, 2009: Simposium Van Abbemuseum. Eindhoven (The Netherlands) March 19 - 21, 2010 Joan Rabascall Neues Museum Weserburg Bremen (Germany) October 31, 2009 - February 14, 2010 Bienal de Lyon. 10ª edition 2009: The Spectacle of the Everyday Dora García, Eulalia Valldosera Lyon city. September 16, 2010 January 3, 2011 More information: SEACEX Communication Department Gran Vía 1, 2º derecha. 28013. Madrid, Spain Tel: + 34 91 7022661 -
[email protected] -
[email protected] www.seacex.es
22
Praktische informatie El Greco. Domenikos Theotokopoulos 1900 Adres Paleis voor Schone Kunsten Koningsstraat 10 1000 Brussel Data 04.02 > 09.05.2010 Openingsuren Van dinsdag tot zondag, 10:00 > 18:00 Donderdag, 10:00 > 21:00 Gesloten op maandag Tickets (kortingen op www.bozar.be) Audiogids Frans
Engels)
Catalogus Hardcover 200 2 taaledities: Nederlands en Frans Uitgeverij BAI
BOZAR info & tickets +32 2 508 82 00-
[email protected] - www.bozar.be
23
Contactgegevens persdienst Paleis voor Schone Kunsten Ravensteinstraat 23 B 1000 Brussel Info & tickets: T. +32 (0)2 507 82 00 - www.bozar.be Leen Daems Press Officer BOZAR EXPO T. +32 (0)2 507 83 89 T. +32 (0)479 98 66 07
[email protected] Hélène Tenreira Press Officer BOZAR THEATRE, DANCE, LITERATURE, CINEMA, STUDIOS T. +32 (0)2 507 83 91 T. +32 (0)476 96 02 01
[email protected] Eric Van Coppenolle Press Officer BOZAR WORLD MUSIC, ARCHITECTURE, CORPORATE T. +32 (0)2 507 82 98 T. +32 (0)476 96 08 97
[email protected] Eve-Marie Vaes Senior Press Officer BOZAR MUSIC, CORPORATE T. +32 (0)2 507 84 27 T. +32 (0)475 75 38 72
[email protected] Annelien Mallems Assistant Press Officer T. +32 (0)2 507 84 48
[email protected]
24