Limburgse kinderopvang misdeeld door huidige Vlaamse Regering. Uit het antwoord vanwege Vlaams minister van Welzijn Heeren op een parlementaire vraag van Vlaams volksvertegenwoordiger Els Robeyns blijkt overduidelijk dat Limburg nog steeds stiefmoederlijk bedeeld wordt door de Vlaamse overheid wat kinderopvang betreft. 2008 bracht voor de Limburgse kinderopvang geen verbetering in de achtergestelde situatie, integendeel in 2008 werd de kloof met de rest van Vlaanderen alleen maar groter. Els Robeyns:
“Per 1.000 kinderen onder de 3 jaar telde Limburg eind 2008 68 opvangplaatsen minder dan het Vlaamse gemiddelde.” Aantal opvangplaatsen per 1.000 kinderen onder de3 jaar in het Vlaams Gewest
Antwerpen Vlaams Brabant West-Vlaanderen Oost-Vlaanderen Limburg Vlaams Gewest
304,1 389,9 444,3 381,5 291,2 359,6
“Rekening houdend met alle vormen van kinderopvang beschikte Limburg einde 2008 slechts over 12 % van alle Vlaamse opvangplaatsen. Dit betekent voor Limburg een tekort van 1.100 opvangplaatsen t.o.v. het Vlaams gemiddelde, rekening houdend met het feit dat alle jonge Limburgers tussen 0 en 12 jaar 13% uitmaken van alle jongeren in deze leeftijdscategorie in Vlaanderen. Aantal plaatsen kinderopvang per provincie in 2008
Antwerpen Limburg Vlaams Brabant Oost-Vlaanderen West-Vlaanderen Brussels H.G. TOTAAL
24.745 13.250 18.493 24.118 20.971 8.343 109.920
“Van de 5.699 bijgekomen plaatsen kinderopvang in Vlaanderen in 2008 kwamen er slechts 544 bij in Limburg, hetgeen overeenkomt met een aandeel van slechts 9,5 %. Limburg krijgt nog steeds niet zijn rechtmatig deel (13%) van de Vlaamse middelen inzake kinderopvang. Limburg gaat er t.o.v. de andere Vlaamse provincies, wat kinderopvang betreft, ieder jaar verder op achteruit (9,5% i.p.v. 13%).” Aantal bijgekomen plaatsen kinderopvang per provincie in 2008 (nettoverschil 2008-2007)
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Oost-Vlaanderen West-Vlaanderen Brussels H.G. TOTAAL
1.439 544 967 1.232 1.012 505 5.699
Els Robeyns: “De huidige Vlaamse Regering heeft onvoldoende middelen vrijgemaakt
voor de Limburgse kinderopvang. De komende Vlaamse Regering zal de Limburgse achterstand inzake kinderopvang moeten wegwerken. Meer kinderopvang, gewaarborgde kwaliteit, flexibiliteit op maat en de betaalbaarheid (inkomens gerelateerd) voor de ouders, dat is voor mij de inzet van de komende Vlaamse verkiezingen.” “Vertrekkende van uit het belang van het kind wens ik met volgende 5 concrete voorstellen een krachtige voorzet te geven aan Vlaanderen, met als doel een duurzame kinderopvang uit te bouwen. Tegelijkertijd roep ik de provincie Limburg en andere partners, zoals Limburg Sterk Merk (LSM), op hieraan mee te werken en er hoge prioriteit aan te geven.” Voorstel 1: Leefbaarheid van zelfstandige initiatieven voor kinderopvang versterken In de loop der jaren zijn veel zelfstandige initiatieven voor kinderopvang (minicrèches, zelfstandige kinderdagverblijven, zelfstandige onthaalouders) gestart maar na een paar jaar gaan ze dicht meestal om financiële redenen en/of vanwege te hoge werkdruk. Dit blijkt ook uit onderzoek van het Hoger Instituut voor de Arbeid (HIVA). Bovendien dienen ze aan normen te voldoen vanuit Kind & Gezin, wat extra financiële inspanningen vergt. Om de leefbaarheid van deze zelfstandige initiatieven te garanderen, is extra ondersteuning nodig. Onderstaande tabellen tonen aan dat de 731 Limburgse opvangplaatsen in minicrèches overeenkomen met minder dan 4% van het totale aantal Vlaamse mini-
crèches en dat Limburg over slechts 251 van de 7.290 Vlaamse opvangplaatsen bij zelfstandige opvangouders beschikt. Aantal opvangplaatsen in mini-crèches per provincie in 2008.
Antwerpen
4.524
Limburg
731
Vlaams-Brabant
3.113
Oost-Vlaanderen
4.310
West-Vlaanderen
4.443
Brussels H.G.
1.819
TOTAAL
18.940
Aantal opvangplaatsen bij zelfstandige onthaalouders in 2008.
Antwerpen
1.002
Limburg
251
Vlaams-Brabant
1.347
Oost-Vlaanderen
1.742
West-Vlaanderen
2.708
Brussels H.G.
240
TOTAAL
7.290
Els Robeyns: “Hierbij kan het gaan om materiele ondersteuning, bijvoorbeeld het aanbieden van speel- en leesboeken enzovoort. Maar evenzeer om pedagogische ondersteuning, bijvoorbeeld het aanbieden van een opleiding, waar de focus ligt op de rol die kinderopvang speelt in de opvoeding van het kind.” Voorstel 2: Investeren in kwaliteitsvolle vakantieopvang Ieder jaar, vlak voor de zomermaanden, trekken tal van ouders aan de alarmbel omdat ze geen gepaste opvang vinden voor hun kinderen in de vakantieperiode. In het verleden berichtte de Provinciale Commissie voor de Buitenschoolse Opvang (PCBO) ook al meermaals over het plaatstekort in de initiatieven voor buitenschoolse opvang tijdens de vakantie. Diverse Initiatieven Buitenschoolse Opvang (IBO’s) gaven aan niet te kunnen voldoen aan de vraag naar opvang tijdens de zomer en op maximumcapaciteit te draaien. Naast de erkende voorzieningen zijn er dan ook allerlei stedelijke en gemeentelijke initiatieven ontstaan. Els Robeyns: “Kinderen hebben recht op een goede kwalitatieve opvang. Kinderen moeten samen kunnen spelen en samen kunnen genieten van een vakantie op een
plaats waar het aangenaam vertoeven is en waar ze kansen krijgen om zich te ontplooien. Begeleiders spelen hierin een belangrijke rol. Dikwijls worden vrijwilligers ingezet om op de kinderen te passen. Om de kwaliteit van vakantieopvang te garanderen en te versterken, zou meer geïnvesteerd kunnen worden in de opleiding van deze vrijwilligers. Bovendien zou de gemeentelijke vakantieopvang (speelpleinwerking, grabbelpasactiviteiten, sportkampen) meer ondersteund kunnen worden door financieel tussen te komen in vervoerskosten, kosten voor aankoop van spelinfrastructuur enz. Voorstel 3: Flexibele en occasionele opvang verankerd in elke regio Flexibele en occasionele opvang beoogt kinderopvang te bieden voor ouders die werken buiten de normale openingsuren of openingsdagen van de opvang; voor ouders die door hun werk of door het woon-werkverkeer niet in staat zijn om hun kinderen tijdig naar de opvang te brengen of af te halen. Vandaag is de behoefte aan flexibele en occasionele opvangmogelijkheden duidelijk merkbaar in alle sectoren. Deze behoefte is ongelijk in Limburg verspreid en wijzigt nog al eens. Els Robeyns: “Dit neemt niet weg dat ze reëel én van zeer groot belang is voor mensen die op onregelmatige tijdstippen en buiten de normale werkuren kinderopvang nodig hebben.” Het tekort aan flexibele en occasionele opvangmogelijkheden zorgt er voor dat een hele groep mensen vandaag moeilijkheden ondervinden om een opleiding te kunnen volgen of om (tijdelijk) werk te aanvaarden. Bijvoorbeeld alleenstaande moeders of vaders die werkloos zijn en die kinderopvang nodig hebben als ze een opleiding volgen die ‘s avonds doorgaat. Een ander voorbeeld is dat van de arbeider die in ploegen werkt en opvang zoekt voor zijn of haar kind. Investeren in flexibele en occasionele kinderopvang zou bijgevolg zeer positief zijn voor de Limburgse tewerkstelling. De PCBO ging in 2002 van start met het pilootproject flexibele buitenschoolse opvang. In totaal hebben 449 verschillende kinderen gebruik gemaakt van de flexibele opvang (schooljaar 2006-2007). Voor initiatiefnemers van kinderopvang stelt zich het probleem dat het vaak niet rendabel is om maximaal in te zetten op dit soort opvang. Dit kost extra inspanningen: een keuken voorzien, bedjes voorzien, een plaats inrichten waar kinderen hun huiswerk kunnen maken, computers plaatsen enzovoort. Investeringen hier zouden daarom echt een meerwaarde kunnen betekenen.
Voorstel 4: Uitbouw van zinvolle tieneropvang Na het basisonderwijs, stopt de behoefte aan opvang niet. Er is ook opvang behoefte voor 12 tot 14 jarigen. Els Robeyns: “Deze tieneropvang is helaas in Vlaanderen, en in Limburg nog niet structureel uitgebouwd.” Door te investeren in infrastructuur voor tieneropvang voor jongeren (bijvoorbeeld in de vorm van een soort ontmoetingsruimtes) kan een bijdrage geleverd worden in de uitbouw hiervan.
Ter illustratie: Diepenbeek heeft zo een gemeentelijke jongerenontmoetingsplaats opgestart. Het gemeentebestuur stelt gebouwen ter beschikking van jongeren om hier elkaar te ontmoeten, muziek te maken, creatief te zijn, nieuwe vrienden te maken... Op woensdag gooien ze de deuren open om 13u en afsluiten gebeurt om 16u. Vrijdag beginnen ze eraan om 15u30 en sluiten om 17u. Net genoeg tijd om wat na te praten en plannen te maken voor het weekend. De plaatselijke jeugddienst houdt een oogje in het zeil. Het is prettig voor ouders om een adres te hebben waar hun kind na school terecht kan. Maar ook voor jongeren is het een ontmoetingsplaats waar ze naartoe kunnen komen puur voor de gezelligheid of voor de activiteiten. Voorstel 5: Overkoepelende Structuur Kinderopvang Met de oprichting van een overkoepelende structuur kinderopvang in Limburg, zou een centraal aanspreekpunt ontstaan, die de belangen behartigt van alle partijen in de kinderopvang (kind, ouders, initiatiefnemers van kinderopvang, lokale besturen,…). Deze overkoepelende structuur kan een belangrijke rol spelen op het vlak van informeren en ondersteunen. Zo kan ze bijvoorbeeld aan opvangvoorzieningen informatie verstrekken rond wat er allemaal concreet bestaat waar de voorziening beroep op kan doen (speelotheken, renteloze leningen,…).