Pensioenbulletin Pensioenfonds productschappen December 2014
PFP deelnemers krijgen bij overgang naar ABP mooie extra toeslag mee
De onderhandelingen zijn afgerond en De Nederlandsche Bank is akkoord. De bij PFP opgebouwde pensioenrechten en –aanspraken gaan per 1 januari 2015 over naar ABP. De deelnemers krijgen bij die overgang een flinke eenmalige toeslag mee. Hiermee komt na 66 jaar een eind aan het bestaan van een pensioenfonds dat in die lange periode voor zijn deelnemers uitstekende prestaties heeft geleverd. Dat werd bevestigd met het luide en lange applaus voor het PFP team aan het eind van de deelnemersvergadering op woensdagmiddag 12 november in Zoetermeer.
Bijeenkomst voor gepensioneerde deelnemers De middag begon met een voorlichtings bijeenkomst voor de gepensioneerde deelnemers. Daar was veel belangstelling voor. Veel van de aanwezigen waren
benieuwd naar de uitleg van het bestuur over de overgang naar ABP. Maar tijdens de lunch voorafgaand aan de bijeenkomst bleek dat nostalgie ook een grote rol speelde. Alom was er teleurstelling over het opheffen van PFP. ”Afschuwelijk”, zo vatte
Een volle zaal bij de bijeenkomst voor actieve en gewezen deelnemers.
een gepensioneerde deelnemer het kernachtig samen. “We gaan van een van de beste pensioenfondsen van Nederland naar een fonds waar veel onzeker is”, zei een ander. Die onzekerheid betrof vooral de indexatie. Waar PFP de pensioenen altijd heeft kunnen indexeren, heeft ABP dat jarenlang niet gekund. De verwachting is dat dit ook de komende jaren niet het geval is. Dat de indexatieperspectieven bij ABP op langere termijn waarschijnlijk beter zijn dan bij PFP indien het fonds zelfstandig was gebleven, maakte op de gepensioneerden geen indruk. “Als over 20 jaar de indexering beter is, maken wij dat niet meer mee”, was de nuchtere constatering. Er werden vele oude herinneringen opgehaald over de ‘goede oude tijd’ toen het pensioen jaren premievrij was. Sommige gepensioneerden wisten zich nog te herinneren dat ze rond Sinterklaas een extra uitkering van 300 gulden van het pensioenfonds kregen.” Naast de teleurstelling over het verdwijnen van PFP was er ook begrip voor de beslissing van het bestuur. “De overgang naar ABP is voor alle betrokkenen gezien het opheffen van de Productschappen de beste oplossing”, vond men. >
PFP secretaris Nico Dijkhuizen: “PFP gaat als een druppel melk op in de kan van ABP”
Voorzitter Cees Kuijvenhoven:
“Alle deelnemers delen mee in de erfenis van PFP”
Cees Kuijvenhoven:
“Onze deelnemers kunnen net als wij als bestuur terugkijken op een pensioenfonds
“Met de overgang naar
dat ondanks zijn kleinschaligheid uitstekend heeft gepresteerd. Wij hebben ook in de afgelopen moeilijke jaren steeds de pensioenen kunnen indexeren. Er is geen
ABP is de continuïteit
achterstand. Verder hebben de deelnemers vele jaren kunnen profiteren van een premievrij pensioen. Nu gaan we over naar ABP en delen alle deelnemers mee in de
van de pensioenen
erfenis van PFP.” Tijdens de informatiebijeenkomsten in Zoetermeer sprak PFP voorzitter Cees Kuijvenhoven van een dubbel gevoel. Als we hem enkele dagen later opzoeken, is dat dubbele gevoel er nog steeds. “Het is natuurlijk jammer dat PFP ophoudt te bestaan”, zegt hij. “Maar het was onontkoombaar. We moeten helaas afscheid nemen van een klein fonds waarin de belangen van de deelnemers altijd voorop hebben gestaan en dat voor die deelnemers van grote toegevoegde waarde is geweest. Door die kleinschaligheid was er veel persoonlijke aandacht voor de deelnemers.
van onze deelnemers
Daar zal in de nieuwe situatie geen sprake meer van zijn. Aan de andere kant zijn we verheugd dat we onze pensioenen kunnen overbrengen naar het grootste fonds van Nederland. Daarmee is de continuïteit van de pensioenen van onze deelnemers gewaarborgd.” Militaire precisie Volgens Cees was de keus voor ABP logisch omdat de Productschappen ook een soort functionele overheidsinstellingen waren. “Toch zijn er behoorlijke verschillen tussen de pensioenregeling van PFP en
gewaarborgd.”
ABP. Ook de manier van werken is heel anders omdat ABP zo groot is. Daardoor was er weinig ruimte voor flexibiliteit. Zo moesten wij onze beleggingsportefeuille van circa een half miljard euro volledig
in contanten overdragen. Eigenlijk wil je liever die beleggingen niet verkopen omdat gedwongen verkopen nu eenmaal altijd extra geld kosten naast de gebruikelijke transactiekosten. Maar we hebben het >
2
Het bestuur van de Vereniging van Gepensioneerden hief formeel de vereniging op.
Vervolg van pagina 1:
Vanaf 1 januari ABP-ers PFP secretaris Nico Dijkhuizen maakte de gepensioneerde deelnemers duidelijk dat zij vanaf 1 januari 2015 ABP-ers zijn. Hij verwees naar een beroemde uitspraak van president John F. Kennedy om dat te onderstrepen. “Het is niet ‘Ich bin ein Berliner, maar ich bin ABP-er’. Vanaf het nieuwe jaar krijgt u uw pensioen en de informatie over uw pensioen van ABP. PFP zal niet meer zichtbaar zijn. Wij gaan als een druppel melk op in de grote kan van ABP.” Nico legde uit dat ABP, omdat het zo groot is ten opzichte van PFP, geen concessies wilde
doen wat de inhoud van de regeling betreft. “De voorwaarden waren duidelijk. Wel is er een concessie gedaan bij de overgang van de aanspraken. Die was gebaseerd op de dekkingsgraad die gold aan het eind van september. De afspraak was dat de dekkingsgraad van ABP op dat moment minimaal 104,2% zou moeten zijn. In werkelijkheid werd die 103,1%. We hebben toen bezwaar gemaakt vanwege het nadeel dat wij hiervan zouden ondervinden en dat is gehonoreerd.” Nico legde uit hoe de eenmalige extra indexatie tot stand was gekomen. Enerzijds
Continuïteit Hoewel de keus voor ABP dus voor de hand lag, is er volgens Cees wel degelijk serieus gekeken naar andere mogelijkheden. “Natuurlijk is er gesproken over het verlies van invloed en identiteit bij een overgang naar ABP en ook over het niet rooskleurige indexatieperspectief voor de komende jaren. Ik zeg daar meteen bij dat dit perspectief door de nieuwe regels voor pensioenfondsen bij PFP evenmin rooskleurig zou zijn geweest als het was blijven bestaan. Het alternatief om PFP nog te laten voortbestaan, was het onder te brengen bij een Algemeen Pensioenfonds. Maar dan heb je ook geen invloed omdat het fonds wordt bestuurd door beroepsbestuurders. Uiteindelijk hebben we geconcludeerd dat, vooral met het oog op de continuïteit en de verwachte beleggingsresultaten, de belangen van onze deelnemers het best waren gediend met een overgang naar ABP.”
het behandeld als een tijdelijk ouderdomspensioen. Verschillende gepensioneerden maakten van de gelegenheid gebruik om vragen te stellen aan Gerard en Nico. Zo vroeg iemand zich af of een mogelijke korting bij ABP ook de nu toegekende extra toeslag zou raken. Het antwoord was bevestigend. Ook waren
echter mogelijk dat een klein, minder liquide deel pas in 2015 verkocht kan worden. Ook die opbrengst komt ten goede aan alle PFP deelnemers zodat er misschien nog een kleine extra toeslag kan volgen in 2015. Compensatie voor verschil in overlijdensuitkering PBO-D directeur Gerard van der Schoor legde uit dat de gepensioneerden in januari een beëindigingsbrief van PFP ontvangen waarin staat hoeveel er aan pensioenrechten aan ABP is overgedragen. In februari volgt dan een startbrief van ABP waarin dezelfde bedragen moeten staan. Gerard gaf ook uitleg hoe het verschil in overlijdensuitkering met ABP is opgelost. “Bij PFP kenden wij een overlijdensuitkering van drie maanden pensioen. Daar hadden je nabestaanden recht op, of je gehuwd was of niet. Bij ABP is de uitkering twee maanden en de uitkering vervalt indien de overleden deelnemer niet gehuwd was. We hebben het opgelost door alle gepensioneerden met een nabestaandenpensioen bij de overgang een compensatie voor een maand mee te geven en alle gepensioneerden zonder nabestaandenpensioen een compensatie voor drie maanden.” Verder vertelde Gerard dat ABP in tegenstelling tot PFP geen vroegpensioenregeling kent. Bij ABP wordt
er vragen over uitruil van nabestaanden pensioen voor ouderdomspensioen en of voor partners met een samenlevingscontract dezelfde regels golden als voor gehuwden.
PFP voorzitter Cees Kuijvenhoven sprak lovende woorden over het pensioenbureau.
Het is mooi geweest
Vervolg van pagina 1:
voor elkaar gekregen op nog wat illiquide beleggingen na. Die hopen we volgend jaar nog te verkopen. Voor de overgang naar ABP is een enorm draaiboek gemaakt dat met een militaire precisie is uitgevoerd. Daarbij hadden we ook te maken met De Nederlandsche Bank, die steeds aanvullende vragen stelde. De druk was behoorlijk hoog en we hebben ons wel eens afgevraagd of we het zouden gaan halen. Nico en Gerard en het team verdienen een enorm compliment voor de professionele manier waarop deze operatie is aangepakt en op tijd is afgerond. Dat was echt grote klasse!”
door het verschil in dekkingsgraad tussen PFP en ABP en anderzijds doordat, zoals hij het omschreef, “een kilo pensioen bij ABP vanwege de schaalgrootte goedkoper is dan bij PFP.” Hij vertelde ook dat het merendeel van de beleggingsportefeuille inmiddels is verkocht en dat het streven is alles te verkopen voor het eind van het jaar. Het is
Vrije middelen eerlijk verdeeld Bij die overgang krijgen alle deelnemers een mooie eenmalige indexatie mee. Cees is tevreden met hoe de beschikbare vrije middelen zijn verdeeld. “Ik denk dat het bestuur er heel goed in is geslaagd hierbij de ‘generatiekloof’ tussen jongere actieve deelnemers en gepensioneerden te dichten. Wij hebben al vele jaren een Raad van Toezicht gehad waarin niet alleen de werkgevers en werknemers, maar ook de gepensioneerden waren vertegenwoordigd. Ook in het bestuur hadden wij al vertegenwoordigers van de gepensioneerden. Dus toen de nieuwe regels kwamen voor pensioenfondsbestuur liepen wij daar al op vooruit. Door de representatie van alle drie de geledingen in bestuur en toezicht is steeds sprake geweest van een evenwichtige besluitvorming.”
Het was best emotioneel in Zoetermeer op 12 november. Het was bijzonder om veel oude bekenden weer te ontmoeten en te spreken. De bijeenkomsten hadden iets van een reünie. Voor de gepensioneerden is dat altijd al zo geweest. Maar dit keer voor de actieve en gewezen deelnemers ook. Velen hadden elkaar niet meer gezien sinds ze op het werk afscheid hadden genomen.
bestuur tevreden over zijn. Van het PFP gevoel zal snel niets meer over zijn. Ook zal de persoonlijke service wellicht minder zijn. Het beleggingsbeleid van ABP is anders dan dat van PFP. Dat kan omdat de gemiddelde leeftijd bij ABP en de continuïteit ook anders is. Verwacht mag worden dat dit leidt tot de benodigde resultaten. Uiteindelijk is dat waar het om gaat.
De Productschappen zijn opgeheven. Die harde politieke realiteit doet pijn, bij mij en bij al die oud-collega’s die in Zoetermeer aanwezig waren. Sommigen hebben gelukkig inmiddels ander werk gevonden, anderen verkeren nog in onzekerheid. Gelukkig is er geen onzekerheid meer over hun pensioen. Dat wordt netjes overgedragen naar ABP.
Dankbaar ben ik voor het team van PBO-D waarmee ik zo lang heb mogen samenwerken. Zij blijven op hun post totdat alles rond de overgang netjes is afgerond. Wat een toewijding! Voor mij persoonlijk betekent het einde van PFP ook het eind van mijn loopbaan na 46 jaar, waarvan 37 bij PFP. Het is letterlijk en figuurlijk mooi geweest. Ik wil u allemaal bedanken voor de fijne samenwerking. Het ga u goed.
Bestuur blijft tot medio 2015 Het bestuur blijft nog tot half 2015 in functie tot alles rond de overgang is afgerond. Voor Cees komt er na 10 jaar, waarvan de meeste jaren als voorzitter, een eind aan zijn bestuurlijke taak bij PFP. Hij kijkt met weemoed maar ook met tevredenheid terug. PFP heeft het al die jaren uitstekend gedaan. Ik wil daarbij nogmaals de grote en deskundige rol benadrukken die Nico daarin zo vele jaren heeft gespeeld. En met hem het hele team dat met grote betrokkenheid tot het laatst toe onze pensioenzaken heeft behartigd. Nu gaat het pensioen van de deelnemers over in veilige, professionele handen bij ABP.
Natuurlijk is er weemoed dat PFP na 66 jaar ophoudt te bestaan. Maar er is ook dankbaarheid. We mogen met trots terugkijken op de prestaties die we als pensioenfonds hebben geleverd. Er is, in tegenstelling tot de meeste fondsen in Nederland, geen indexatieachterstand. We hebben onze deelnemers (en de werkgevers!) tussen 1990 en 2007 zelfs een premievrij pensioen kunnen bieden en hebben pensioenbreuken gerepareerd en de omzetting van de VUT-regeling naar een vroegpensioenregeling gefinancierd. Omdat PFP steeds goed heeft gepresteerd en omdat pensioen door de schaalgrootte bij ABP goedkoper is, krijgen onze deelnemers bij de overgang een flinke verhoging van hun pensioen mee. Daar kunnen zij en ook wij als
Nico Dijkhuizen Secretaris PFP
3
Ed Vermeulen legde uit hoe Robeco het vroegpensioenkapitaal beheert.
Opheffen vereniging Na afloop van de informatiebijeenkomst voor gepensioneerden was er tijd ingeruimd voor het bestuur en de leden van de Vereniging van Gepensioneerden om de vereniging formeel op te heffen. Het bestuur concludeerde dat het tevreden kon zijn over de gemaakte afspraken over de eenmalige toeslag en dat de belangen van de gepensioneerden goed waren behartigd. Voortzetting van de vereniging zou niet zinvol zijn omdat die binnen het grote geheel van ABP geen invloed van betekenis zou
“PFP kende een pensioenleeftijd van 65 jaar. Bij APB is die 67 jaar.”
kunnen hebben. Twaalf jaar lang heeft het bestuur van de vereniging zich binnen PFP ingezet om de belangen van de gepensioneerden zo goed mogelijk te vertegenwoordigen. De leden bedankten de bestuursleden met een welgemeend applaus voor die inzet. Presentaties voor actieve en gewezen deelnemers Verschillen tussen pensioenregelingen ABP en PFP Voor de bijeenkomst van de actieve en gewezen deelnemers was de zaal van het NH Hotel in Zoetermeer bijna te klein. Meer dan 200 belangstellenden hadden zich gemeld voor die bijeenkomst. Een deel van hen heeft ondertussen een andere functie gevonden binnen het Ministerie van Economisch Zaken of andere organisaties. Maar velen van hen zitten in een wachtgeldregeling en hebben nog geen uitzicht op ander werk. Nico Dijkhuizen verwelkomde de deelnemers en vertelde over de verkoop van de beleggings portefeuille en de eenmalige toeslag bij overgang naar ABP.
Gerard van der Schoor schetste enkele van de belangrijkste wijzigingen tussen de regeling van PFP en ABP. Zo kende PFP een pensioenleeftijd van 65 jaar, terwijl die bij ABP 67 jaar is. Hij voegde er meteen aan toe dat vroeger met pensioen gaan mogelijk blijft binnen de keuzemogelijkheden van het ABP. Ook zijn er verschillen in het nabestaandenpensioen. Omdat er diverse verschillen zijn tussen beide regelingen en omdat de regeling van ABP per 1 januari 2015 weer gaat veranderen, was het ondoenlijk om bij de overgang de verschillen te compenseren. “Daarom”, zo legde Gerard uit, “is ervoor gekozen om de compensatie voor de wachtgelders niet vanuit de aansprakenkant te bekijken, maar vanuit de premie. Bij PFP is de premie 28%. Daarvan betaalt de werkgever 19,6% en de werknemer 8,4%. Er is nog niet bekend wat straks bij ABP de premie zal zijn. Maar met de werkgevers is afgesproken dat zij 19,6% van de pensioengrondslag over 2014 beschikbaar stellen als een persoonlijke pensioentoeslag.” Met die toeslag en de eigen bijdrage kan dan de premie bij ABP worden betaald. In een kaderstuk elders in dit bulletin gaan we daar nader op in.
Twee keuzes voor vroegpensioenkapitaal De deelnemers en gewezen deelnemers van PFP kunnen voor hun vroegpensioenkapitaal kiezen tussen twee mogelijkheden. Zij kunnen het geld inbrengen bij ABP en krijgen dan daarvoor extra levenslange aanspraken op ouderdoms/partnerpensioen. Ze kunnen ook ervoor kiezen hun kapitaal als vroegpensioen te behouden, maar dan wordt het ondergebracht bij Robeco. PFP heeft daarvoor een overeenkomst gesloten met Robeco. Ed Vermeulen van Robeco was naar Zoetermeer gekomen om uitleg te geven. Hij vertelde dat de Robeco Premie Pensioen Instelling een beschikbare premieregeling uitvoert voor ca. 10.000 deelnemers met een totaal vermogen van 160 miljoen euro. Het vroegpensioen kapitaal wordt belegd volgens het life-cycle principe. Daarbij wordt het risico van de beleggingen geleidelijk teruggebracht naarmate de deelnemer dichter bij de pensioendatum komt. Er is een keuze tussen volledig beheer en eigen beheer. Bij volledig beheer past Robeco automatisch de portefeuille aan en bij eigen beheer kun je zelf beleggingskeuzes maken of kiezen voor sparen. >
Nostalgie speelde een grote rol bij de bijeenkomst voor de gepensioneerden.
Verschil in pensioenopbouw wachtgelders opgelost via premie Bij de overgang naar ABP is natuurlijk gekeken naar de verschillen tussen de pensioenregelingen van PFP naar ABP. Hoewel beide regelingen middelloonregelingen zijn, bestaan er nogal wat verschillen. Een complicerende factor bij de vergelijking was dat de regeling van ABP in 2015 zou gaan veranderen. Overigens had ook de regeling van PFP vanwege de nieuwe belastingregels moeten worden aangepast als PFP was blijven bestaan. Het compenseren van de verschillen in de pensioenopbouw is hierdoor ondoenlijk gebleken waardoor we moesten kijken naar een andere manier om het effect van de verschillen in pensioenopbouw zoveel mogelijk te vereffenen. De oplossing is gevonden in de premie. Bij PFP is de huidige pensioenpremie 28%. Daarvan betaalt u als deelnemer 8,4% en de werkgever betaalt 19,6%. Met de aangesloten werkgevers is afgesproken dat zij 19,6% van de pensioengrondslag over 2014 aan u beschikbaar zullen stellen als een premietoeslag. Uit die toeslag en uit uw eigen premiebijdrage kan dan de premie bij ABP worden gefinancierd. Voorbeeldberekening De pensioengrondslag is het bedrag dat overblijft als de franchise wordt afgetrokken van het jaarsalaris dat meetelt voor uw pensioen. De franchise is het deel van uw salaris waarover u geen pensioen opbouwt omdat u later ook AOW van de overheid krijgt. Hieronder ziet u een voorbeeld van een fictieve medewerker die nog in dienst is met een salaris van € 40.000 per jaar. Voor deze medewerker betaalt de werkgever dus elk jaar € 5.654,60 aan pensioenpremie. Salaris € 40.000 Franchise € 11.150 Pensioengrondslag € 28.850 x 19,6% = € 5.654,60
Premietoeslag Het werkgeversdeel van de pensioenpremie zal dus aan u beschikbaar worden gesteld. Echter niet meer als een percentage van de pensioengrondslag, maar als een (individueel) percentage van het salaris/wachtgeld. Salaris € 40.000 x 14,1% = € 5.654,00 In de eerste 6 of 10 maanden komt u in een herplaatsingstraject met aansluitend de ontslagperiode van 4 maanden waarin u uw volledige salaris ontvangt. In die periode blijft u voor ABP een actieve deelnemer. Premietoeslag bij wachtgeld Na het herplaatsingstraject kunt u wachtgeld ontvangen. De premietoeslag is dan geen 100% meer, maar afhankelijk geworden van het wachtgeldpercentage. Bij 80% wachtgeld hoort 80% premietoeslag en bij 70% wachtgeld hoort 70% premietoeslag Wachtgeld 80% van € 40.000 = € 32.000 x 14,1% = € 4.512,00 Wachtgeld 70% van € 40.000 = € 28.000 x 14,1% = € 3.948,00 De ex-werkgever moet dus 14,1% van het wachtgeld als premie betalen. Een deelnemer met wachtgeld wordt door ABP niet meer als een actieve deelnemer gezien. De pensioenopbouw wordt dan maar voor 37,5% voortgezet. Wel kunt u extra modules aankopen om gedurende uw wachtgeldperiode een hogere pensioenopbouw te hebben. Of u dat wilt, is uw eigen keus. U kunt met een deel van de premietoeslag ook zelf sparen voor uw oudedag of het geld voor een ander doel gebruiken.
4
Dit team zorgde al die jaren voor uw pensioen
Het team van het Pensioenbureau. Achterste rij van links naar rechts: Bob Pakkert; Els Leenman; Olga Honsbeek; Peter van Tienen. Voorste rij van links naar rechts: Gerard van der Schoor; Helen Drenth; Nico Dijkhuizen; Marc Mertens.
het belegd vermogen. Ook betalen de deelnemers eenmalig tussen 50 en 700 euro aan entreekosten, afhankelijk van de hoogte van het vroegpensioenkapitaal. Iemand vroeg of je zelf nog individueel extra kunt sparen in deze regeling. Dat bleek niet mogelijk te zijn. Elders in dit bulletin gaan we nog wat verder in op de keuzemogelijk heden voor het vroegpensioenkapitaal.
Jacqueline van de Laar gaf uitleg over de regeling van ABP.
In principe komt het vroegpensioenkapitaal tot uitkering op 62-jarige leeftijd en duurt dan tot de 65-jarige leeftijd. De uitkering van het ouderdomspensioen is standaard in combinatie met een partnerpensioen van 70%. Uitruil van het nabestaandenpensioen voor een hoger ouderdomspensioen is mogelijk. Uit de zaal kwamen een paar vragen en opmerkingen over de kosten. Die zijn jaarlijks ongeveer 0,5% van
“Bij PFP waren de kosten wat hoger, maar dan had je ook wat.”
Welkom bij ABP Jacqueline van de Laar van ABP was gekomen om nieuwe deelnemers te verwelkomen en te vertellen over de hoofdlijnen van de regeling van ABP. In een kaderstuk in dit bulletin schetsen we een aantal hoofdpunten van de ABP regeling. Zij vertelde over de inhoud van de regeling en de keuzemogelijkheden die er zijn. Jacqueline vertelde over de indexatie methodiek die ABP hanteert. Ze sprak over een indexatiemandje met een gewogen gemiddelde van de cao ontwikkelingen in de verschillende aangesloten bedrijfstakken dat dient als maatstaf voor de indexatie. Als er indexatie wordt gegeven, is die voor alle groepen deelnemers – actieven, slapers en pensioengerechtigden – gelijk. Ze meldde ook dat de doorsneepremie voor 2015 nog niet bekend is. Wel zal de verdeling van die premie naar verwachting 68% voor de werkgevers en 32% voor de werknemers zijn. Op een vraag uit de zaal of het vroegpensioenkapitaal bij overheveling naar ABP ook betrokken zou kunnen worden bij een eventuele toekomstige korting, antwoordde Jacqueline dat dit inderdaad het geval was. Het vroegpensioen kapitaal wordt namelijk bij ABP omgezet in levenslange pensioenaanspraken. Een eventuele korting gaat over de volledige aanspraken. Waardering voor service De voorzitter van PFP, Cees Kuijvenhoven, sloot de middag af. “Ik sta hier met een dubbel gevoel”, zei hij. “Aan de ene kant is het prima dat we de overgang goed hebben kunnen regelen. Aan de andere kant is er een nadrukkelijk gevoel van teleurstelling dat er aan het bestaan van PFP een einde komt. Hij prees het hoge serviceniveau. Hij gaf toe dat de kosten daardoor wat hoger waren. “Maar”, zo zei hij, “dan had je ook wat.” Cees bedankte de medewerkers van het pensioenbureau die vaak heel lang zich
“Ik ben vandaag zeker wijzer geworden want er kwamen aspecten aan de orde waaraan ik niet had gedacht”
met ziel en zaligheid hadden ingezet voor de deelnemers. Die deelnemers beaamden dat met een klaterend applaus. Na afloop toonden de deelnemers zich tevreden over de bijeenkomst. De overgang
naar ABP op zich leidde niet tot veel reacties. “Daar hebben we immers zelf geen keuze in”, zei een van de bezoekers. Er viel wel iets te kiezen bij het onderbrengen van het vroegpensioenkapitaal. Die keuze bleek de gemoederen danig bezig te houden. “Ik ben vandaag zeker wijzer geworden want er kwamen aspecten aan de orde waaraan ik niet had gedacht. Dat levert ook weer vragen op.” Sommige aanwezigen gaven aan de keuze tussen Robeco of ABP heel lastig te vinden. “Ik moet echt alle voors en tegens nog eens goed op een rijtje zetten”, zei iemand. “Veel tijd is daar niet voor, want voor 1 december moet de keuze zijn gemaakt.” Vrijwel iedereen was het er over eens dat de bijeenkomsten nuttig en informatief waren. “En”, zei een deelnemer, “het was goed om vandaag een aantal van mijn oud-collega’s weer eens te zien en te spreken.”
PBO-D directeur Gerard van der Schoor: “We hebben ervoor gekozen om de compensatie niet vanuit de aansprakenkant te bekijken, maar vanuit de premie.”
5
Hoofdlijnen van de ABP regeling Tijdens de voorlichtingsbijeenkomsten in Zoetermeer gaf Jacqueline van de Laar van ABP een uitleg over de pensioenregeling van ABP. ABP heeft net als PFP een middelloonregeling. Hierbij bouwt u pensioen op over het gemiddelde salaris dat u tijdens uw dienstverband heeft verdiend. Hieronder zetten we in een schema de hoofdpunten van de ABP regeling nog even voor u op een rij. Aantekening daarbij is dat nog niet alle veranderingen per 1 januari 2015 bekend zijn.
Opbouwpercentage
Wordt per 1 janauri 2015 inkomensafhankelijk: Tot jaarsalaris van ca. € 37.000: 1,701% met een franchise van ca. € 10.000; Jaarsalaris boven € 37.000: 1,875% met een franchise van ca. € 12.500; Boven een jaarsalaris van € 100.000 zal er geen pensioenopbouw meer zijn.
Pensioenleeftijd
Wordt per 1 januari 2015 de voor u geldende AOW-leeftijd. De pensioenopbouw wordt berekend op een pensioenleeftijd van 67 jaar.
Soorten pensioen
Ouderdomspensioen; Partnerpensioen; Wezenpensioen; Arbeidsongeschiktheidspensioen
Partnerpensioen
Bij overlijden voor pensioenleeftijd: op risicobasis, 50% van ouderdomspensioen; Bij overlijden na pensioenleefijd: op basis van opbouw, gaat per 1 januari 2015 omhoog van 35% naar 50% en per 1 januari 2016 naar 70% van het ouderdomspensioen; Verder compensatie Anw hiaat en compensatie premie AOW/Anw
Wezenpensioen
1/10 van ouderdomspensioen per kind; Tot 21 jaar of (indien eerder) huwelijk/partnerschap/adoptie
Arbeidsongeschiktheidspensioen
Aanvulling WIA en premievrije opbouw (zie www.apf.nl voor precieze regels)
Premie
Voor 2015 nog niet bekend (verdeling waarschijnlijk 68% werkgever en 32% werknemer)
Toeslagverlening
Volgens een indexatiestaffel (meer informatie op www.abp.nl)
Keuzemogelijkheden
Eerder met pensioen (vanaf 60 jaar); Deeltijdpensioen (vanaf 60 jaar); Later met pensioen (tot 5 jaar na de AOW-leeftijd); Uitruil ouderdoms/partnerpensioen; Hoog/laag constructies
Vrijwillig extra pensioensparen
ABP Extra Pensioen; PartnerPlusPensioen
Heel veel informatie over ABP en de pensioenregeling van ABP is te vinden op de website van het fonds: www.abp.nl.
Deelnemers moesten keuze maken over vroegpensioen Een onderwerp dat tijdens de voorlichtingsbijeenkomst in Zoetermeer veel aandacht kreeg, was de keuze voor het vroegpensioen. In oktober hadden de deelnemers een brief gekregen met de vraag om voor het vroegpensioen een keuze te maken uit twee mogelijkheden. Die keuze moest voor 1 december worden gemaakt.
Robeco PPI De eerste mogelijkheid was het vroegpensioenkapitaal over te dragen aan Robeco PPI. Daarmee blijft het vroegpensioenkarakter behouden. Robeco PPI beheert het kapitaal en op 62-jarige leeftijd kunt u dan met dit kapitaal bij een verzekeraar van uw keuze een vroegpensioenuitkering kopen. Die uitkering loopt in
principe tot uw 65-jarige leeftijd. Vervroeging – vanaf 60 jaar – of uitstel is mogelijk. Als het vroegpensioen op 67-jarige leeftijd nog niet is ingegaan, wordt het omgezet in levenslang pensioen. ABP De tweede mogelijkheid was het vroegpensioenkapitaal aan ABP over te dragen. In dat geval zet PFP uw vroegpensioenkapitaal vlak vóór de overdracht naar ABP om in extra levenslang ouderdoms- en partnerpensioen. Dat wordt toegevoegd aan uw reeds opgebouwde pensioenaanspraken. Die worden vervolgens gezamenlijk overgedragen aan ABP. Hierdoor verliest het opgebouwde vroegpensioenkapitaal het karakter van een vroegpensioen. Wel kunt u bij ABP gebruik maken van de algemene keuzemogelijkheden zoals vervroegd pensioen of hoog/ laag constructies. Daarbij krijgt u eerst een aantal jaren een hoger pensioen en daarna levenslang een wat lager pensioen. Het kan ook omgekeerd.
“De keuze voor het vroegepensioenkapitaal – overdracht naar Robeco of ABP – moest voor 1 december worden gemaakt.”
Keuze moest voor 1 december worden gemaakt Wie het vroegpensioenkapitaal wilde overdragen aan ABP moest dat voor 1 december specifiek aangeven via een formulier. Voor wie dat niet deed, werd het kapitaal overgedragen aan Robeco PPI waarmee dus het karakter van een vroegpensioen werd behouden.
6
U krijgt een extra toeslag mee Bij de overgang van PFP naar ABP krijgen de deelnemers een eenmalige toeslag mee. In dit artikel leggen we uit waaruit die toeslag bestaat. In het vorige Pensioenbulletin hebben we al de verdeling van die toeslag uitgelegd: voor 1/3 gelijk over alle deelnemers en voor 2/3 naar leeftijd. We tonen hieronder
aanmerking komen voor toeslagverlening. Voor 1/3 is de toeslag gelijk verdeeld. Het is een handreiking aan de gepensioneerden omdat die een kortere horizon hebben als indexatie langere tijd achterwege zou blijven.
de tabel waarin u precies kunt zien hoe de verdeling voor u uitwerkt. Uiteindelijk is de verdeling zoals vermeld in onderstaande tabel. Toen u bij de Productschappen werkte, heeft u bij PFP pensioen opgebouwd. Voor gepensioneerden komt ‘de opgebouwde pensioenpot’ al voor een deel tot uitkering. Voor de gewezen deelnemers en actieve deelnemers gebeurt dat in de toekomst. In uw meest recente pensioenoverzicht staat wat u aan pensioen heeft opgebouwd. Uw bij PFP opgebouwde pensioen wordt nu overgedragen aan ABP. Bij die overdracht wordt uw pensioen nog verhoogd.
dekkingsgraad van PFP 113,6%. De dekkingsgraad van ABP was op die datum 103,1%.
Verhoging door verschil in kostprijs en dekkingsgraad De verhoging heeft te maken met twee zaken: • De kostprijs van het pensioen is bij ABP lager dan bij PFP doordat ABP veel groter is • PFP heeft verhoudingsgewijs een betere financiële positie dan ABP. De datum 30 september 2014 is als ijkpunt voor de overgang genomen. Toen was de
Deze verschillen worden bij de overgang gecompenseerd. Deze zogenoemde vrije middelen behoren toe aan de deelnemers en worden dus onder u verdeeld. Deze verhoging kan gezien worden als een compensatie voor de bij ABP waarschijnlijk nog jaren lagere toeslagverlening dan we bij PFP gewend waren. Omdat voor jongeren het potentiele verlies groter is, wordt 2/3 verdeeld naar leeftijd. De resterende 1/3 wordt gelijk verdeeld, waarmee voor iedereen een tegemoetkoming voor het bij ABP ook iets hogere risico op kortingen wordt gegeven.
Misschien nog kleine laatste toeslag in 2015 Op dit moment is nog niet de volledige beleggingsportefeuille verkocht. Er is nog een heel klein deel over met beleggingen die niet makkelijk verhandelbaar zijn. Natuurlijk willen we die toch tegen een zo goed mogelijke prijs verkopen. Dat wordt waarschijnlijk pas in 2015 afgerond. Ook die opbrengst is voor u bestemd. Het kan dus zijn dat u volgend jaar nog een kleine extra toeslag krijgt.
Verdeling deels naar leeftijd en deels gelijk Die verhoging wordt voor 2/3 verdeeld naar leeftijd. De jongeren krijgen daarbij meer omdat zij langer in
Pensioenverhoging (18,3% vrije middelen) Leeftijd
Gelijk 1/3e
Variabel 2/3e (per leeftijd)
Totaal
20
6,3%
17,5%
23,8%
40
6,3%
17,5%
23,8%
60
6,3%
14,3%
20,6%
65
6,3%
10,6%
16,9%
70
6,3%
9,6%
15,9%
75
6,3%
8,4%
14,7%
80
6,3%
6,9%
13,2%
85
6,3%
5,4%
11,7%
90
6,3%
4,1%
10,4%
Colofon Het PFP Pensioenbulletin is een uitgave van PBO-Dienstverlening voor deelnemers en pensioengerechtigden. Redactieadres Postbus 3042 2280 GA Rijswijk Telefoon 070 - 413 86 30 Fax 070 - 413 86 50 E-mail
[email protected] Website www.pbod.nl Redactie, ontwerp en fotografie: Communicatie Montae B.V., Rijswijk Drukwerk: Quantes/Artoos, Rijswijk Oplage: 2950