Pedagogisch beleid KDV Dirksland
Kinderopvang 2BKidz Transparant, betrouwbaar en betrokken!
Versie: 1 september 2014
Pedagogisch beleidsplan KDV 2BKidz Dirksland
Inhoud LOCATIES: 1.1 PEDAGOGISCH BELEID KINDERDAGVERBLIJF 1.2 MISSIE KINDEROPVANG 2BKIDZ 1.3 ALGEMENE VISIE KINDEROPVANG 2BKIDZ. 1.4 PROTOCOLLEN 2 DE ONTWIKKELINGSASPECTEN VAN HET KIND 2.1 DE ONTWIKKELING VAN HET KIND 2.2 SOCIALE ONTWIKKELING EN VEILIGHEID HOE WAARBORGEN WE DE EMOTIONELE VEILIGHEID VAN HET KIND? 2.3 PERSOONLIJKE COMPETENTIES 2.3.1 COGNITIEVE ONTWIKKELING 2.3.2 EMOTIONELE ONTWIKKELING 2.3.3 MOTORISCHE ONTWIKKELING 2.4 ZELFSTANDIGHEID 2.5 PROBLEMEN IN DE ONTWIKKELING 2.6 ONTWIKKELING IN ZINDELIJKHEID 3. PEDAGOGISCHE VUISTREGELS 3.1 NORMEN EN WAARDEN 3.2 CORRIGEREN (STRAFFEN) EN BELONEN 4 GROEPSVORMING 4.1 GROEPSINDELING/ STAMGROEPEN 4.1.1 BABYGROEP: 4.1.2 DREUMESGROEP: 4.1.3 PEUTERGROEP 4.2 DOORSTROMEN NAAR EEN ANDERE GROEP EN WENNEN 4.3 OPEN DEUREN BELEID 4.4 SPLITSEN OF VERLATEN VAN DE STAMGROEP. 4.4.1 UITSTAPJES 4.5 EXTRA DAGEN, RUILEN VAN DAGEN OF DAGEN INHALEN 4.6 HALEN EN BRENGEN 4.7 VIER OGEN PRINCIPE 4.8 ETEN BIJ 2BKIDZ 4.9 SLAPEN BIJ 2BKIDZ 5 OMGAAN MET… 5.1 HYGIËNE & VEILIGHEID 5.2 ZIEKTE VAN HET KIND 5.3 SEKSUALITEIT 5.4 FEESTEN EN VERJAARDAGEN 5.5 BIJZONDERE GEBEURTENISSEN 5.6 ONGEVALLEN 6. KINDERMISHANDELING EN HUISELIJK GEWELD 7. DE ORGANISATIESTRUCTUUR VAN 2BKIDZ 8. HET PERSONEEL 8.1 DE ROL VAN DE PEDAGOGISCH MEDEWERKSTER 8.2 OVERLEG EN INTERNE COMMUNICATIE 8.3 ROOSTERING EN PARTTIME WERKEN 8.4 STAGIAIRES 9. CONTACTEN MET DE OUDERS 9.1 PRIVACY 9.2 PLAATSINGSBELEID 9.3 KENNISMAKINGSGESPREK EN RONDLEIDING
Transparant, betrouwbaar en betrokken! Versie 1 september 2014
4 5 6 6 6 7 7 8 9 11 11 11 11 11 12 12 13 13 13 14 14 14 15 15 16 17 18 18 18 19 19 20 20 21 21 21 21 21 21 21 22 22 23 23 23 24 24 24 25 25 25
2
Pedagogisch beleidsplan KDV 2BKidz Dirksland
9.4 DAGELIJKSE CONTACTEN 9.5 OBSERVATIES 9.6 HET MEDEDELINGENBORD 9.7 DE NIEUWSBRIEF 9.8 DE OUDERAVOND 9.9 DE OUDERCOMMISSIE 9.10 KLACHTENBEHANDELING 9.11 ACHTERWACHT REGELING 10. AFSLUITING
Transparant, betrouwbaar en betrokken! Versie 1 september 2014
25 26 26 26 26 26 27 27 28
3
Pedagogisch beleidsplan KDV 2BKidz Dirksland
1. OVER KINDEROPVANG 2BKIDZ Kinderopvang 2BKidz is een particuliere organisatie met verschillende vestigingen en specifiek gericht op de Gemeenten Goeree-Overflakkee en Rotterdam. Wij bieden kinderopvang van 0-13 jaar in verschillende vormen van kinderopvang. Deze vormen van kinderopvang zijn te onderscheiden in: Kinderdagverblijf Halve en hele dagopvangvoorziening in groepsverband voor kinderen van 0 tot 4 jaar Buitenschoolse opvang Voor- en naschoolse opvang en vakantieopvang in groepsverband voor kinderen van 4 t/m 12 jaar.
Locaties: 2Bkidz Dirksland Akelei 2 3247DD Dirksland
Dagopvang en BSO
2Bkidz Rotterdam ’s Gravendijkwal 68 3014EG Rotterdam
Dagopvang en BSO
2Bkidz Oude Tonge Westachterweg 2B 3255AZ Oude Tonge
BSO
2Bkidz Achthuizen Kloosterstraat 31 3256AH Achthuizen
BSO
Openingstijden: De kinderopvanglocatie Dirksland 2Bkidz is geopend van 6.30 tot 19.00 uur. Locatie Rotterdam is geopend van 6:00 tot 19:00 uur De buitenschoolse opvang locaties (Dirksland/ Oude-Tonge/ Achthuizen, Rotterdam) bieden: Voorschoolse opvang van 6.30 tot 8.30 uur. (Rotterdam van 6:00-19:00 uur) Naschoolse opvang op maandag dinsdag en donderdag van 15.00 tot 19.00 uur. Naschoolse opvang op woensdag en vrijdag van 12.00 tot 19.00 uur.
Transparant, betrouwbaar en betrokken! Versie 1 september 2014
4
Pedagogisch beleidsplan KDV 2BKidz Dirksland
1.1 Pedagogisch beleid kinderdagverblijf In het pedagogisch beleidsplan laten wij zien welke keuzes wij hebben gemaakt en hoe en waarom wij gekomen zijn tot onze specifieke werkwijze. Pedagogisch beleid In het pedagogisch beleid gaat het over het hoe en waarom van het handelen van de leidsters met de kinderen. De definitie hiervan is het volgende: “Alle formele en informele afspraken die tezamen continuïteit en gelijk gerichtheid geven aan het handelen met betrekking tot de opvoeding en ontwikkeling van de kinderen”. Het gaat hierbij dus alleen om het handelen in de opvoeding, zoals: het begeleiden van kinderen in een veilige, sfeervolle en geborgen omgeving, waarin het kind zijn gevoelens kan uiten, leert andere kinderen te respecteren en het aanmoedigen van kinderen in hun ontwikkeling. Pedagogische doelstelling: Door het kind naar een kinderdagverblijf te brengen kiest de ouder/verzorger voor opvang in een groep. Voor het kind betekent dit een andere omgeving met andere mogelijkheden dan in de thuissituatie. Voor kinderen is het kinderdagverblijf een plaats om elkaar te ontmoeten en te leren kennen, met elkaar te spelen, te eten en te slapen, om met elkaar rekening te houden en van elkaar te leren en ervaringen op te doen die anders zijn dan in de thuissituatie. Samengevat betekent kinderopvang in een kinderdagverblijf: een opvoedingssituatie door meer verzorgers en een andere omgeving met andere mogelijkheden. Het wordt zo een aanvulling op de opvoedingsactiviteiten van de ouders/verzorgers. Alle pedagogisch medewerksters kennen dit pedagogisch beleidsplan. Voor ouders ligt het plan ter inzage op de groepen.
Transparant, betrouwbaar en betrokken! Versie 1 september 2014
5
Pedagogisch beleidsplan KDV 2BKidz Dirksland
1.2 Missie kinderopvang 2BKidz. Kinderopvang 2BKidz biedt kinderopvang en speelmogelijkheden aan kinderen van 0 tot 13 jaar. Een uitstekende relatie met de klant en maatschappelijke partners is voor ons vanzelfsprekend. De ruimtes zijn beschikbaar met een aangenaam klimaat en bieden voor zowel kind als leidster ruimschoots ruimte waar kinderen worden geïnspireerd, ontwikkeld en gestimuleerd. 2BKidz kiest ervoor om de kinderen niet alleen primair te voorzien in opvang, maar juist de ontwikkelingsbehoeften van de kinderen te stimuleren, door uitdaging en ondersteuning en door goed en continu opgeleide pedagogisch medewerksters.
1.3 Algemene visie kinderopvang 2BKidz. Kinderopvang 2BKidz vindt het een prioriteit om kwalitatieve uitstekende en breed toegankelijke kinderopvangvoorzieningen te realiseren. In deze uitstekende kinderopvangvoorzieningen wordt het welzijn van het kind gestimuleerd en kan ieder kind, zowel in welbevinden als ontwikkeling, tot zijn recht komen. Kinderopvang 2BKidz ziet samenwerking met ouders, andere kindgerichte voorzieningen en maatschappelijke instanties als een voorwaarde om het welzijn van het kind te kunnen bevorderen en borgen.
1.4 Protocollen Op al onze kinderopvanglocaties (KDV en BSO) werken we met protocollen. Deze protocollen zijn opgesteld naar aanleiding van het werken in de praktijk, worden besproken in het team en met de oudercommissie en vormen met elkaar de werkinstructie. Deze protocollen worden 1 keer per jaar via een jaarplanning ingepland en geëvalueerd. Als in de praktijk blijkt dat bepaalde zaken niet werkbaar zijn of aangepast moeten worden, dan worden deze in het protocol veranderd. Pedagogisch medewerksters worden geacht zich aan de protocollen te houden. Pedagogisch medewerksters zijn ten alle tijden op de hoogte van een verandering in het protocol.
Transparant, betrouwbaar en betrokken! Versie 1 september 2014
6
Pedagogisch beleidsplan KDV 2BKidz Dirksland
2 De ontwikkelingsaspecten van het kind In onze visie staat het kind centraal. Elk kind kent een eigen individuele ontwikkeling. Deze ontwikkeling proberen wij zo goed mogelijk te volgen en te stimuleren. Het is onze visie dat de kinderopvang ook een signalerende functie heeft t.a.v. de ontwikkeling van het kind. De kinderen die het kinderdagverblijf bezoeken worden door de pedagogisch medewerksters met behulp van het observatieprotocol geobserveerd.
2.1 De ontwikkeling van het kind Elk kind kent een eigen ontwikkeling, in tempo en niveau. Wij accepteren kinderen zoals ze zijn en gaan in op hun behoeften. Met onze werkwijze om ons vooral te richten op de mogelijkheden, vaardigheden en capaciteiten leren wij kinderen het zelfvertrouwen op bouwen dat zij nodig hebben. Dit doen we door kinderen te stimuleren en serieus te nemen. Dit kan doormiddel van: Plezier maken:
samen stoeien
grapjes maken
ondeugend zijn
samen spelen
Bewaken:
troosten
bevestigen
verzorgen
uitleggen
aanmoedigen
Vertalen en verwoorden van wat een kind doet en voelt:
begrip tonen
vragen stellen aan het kind
troosten
stille kinderen ook aandacht geven
reageren met respect en aandacht voor ieder kind.
Aansluiten op taal, humor en gedrag van een kind
Kind als een “mens” zien:
Geen conclusies klaar hebben
Transparant, betrouwbaar en betrokken! Versie 1 september 2014
7
Pedagogisch beleidsplan KDV 2BKidz Dirksland
Eigen kenmerken van een kind zien
Positieve kanten benadrukken van een kind
Communiceren met een kind:
Communiceren op het niveau van het kind
Inlevingsvermogen
Rustig praten
Praten in de IK vorm
Uitleg geven
Kind de ruimte geven:
Kind mag zelf initiatieven nemen
Kind mag eigen inbreng hebben in activiteiten
leidster staat open voor eigen mening van het kind
Dagelijkse gang van zaken:
rekening houden met het kind zijn gewoontes
baby’s mogen zich in slaap huilen als de behoefte er is
kind mag boosheid uiten, maar anderen geen pijn doen
aandacht geven aan rituelen van het kind ( kusjes geven voor slapen, knuffel mee naar bed etc)
2.2 Sociale ontwikkeling en veiligheid We vinden het erg belangrijk in de groep een sfeer te creëren van veiligheid en vertrouwen. Elk kind mag er zijn en hoort erbij. We proberen het ‘samen spelen en samen delen’ te stimuleren door gezamenlijke activiteiten te ondernemen zoals met z’n allen samen te spelen of naar buiten te gaan. Maar ook doen we activiteiten met maar een paar kinderen tegelijk, zoals verven, bouwen, knutselen. Het is fijn je even speciaal te voelen. Tijdens de rustige momenten dat we aan tafel zitten, komen er bij de kinderen hele gesprekken los. We letten erop dat iedereen die wat wil vertellen ook de kans krijgt, en dat de kinderen naar elkaar luisteren. Verlegen kinderen proberen we door wat vragen te stellen bij het gesprek te betrekken. Verder stimuleren we de kinderen bijvoorbeeld om samen een toren te bouwen of met de treinbaan te spelen. Maar ook proberen we de kinderen juist te leren hun eigen grens aan te geven en voor jezelf op te komen als ze ondergesneeuwd worden door mondigere kinderen.
Een kinderdagverblijf biedt een optimale gelegenheid voor het ontwikkelen van sociale vaardigheden. Gedurende de hele dag doen zich situaties voor waarin kinderen samen spelen, samen delen en Transparant, betrouwbaar en betrokken! Versie 1 september 2014
8
Pedagogisch beleidsplan KDV 2BKidz Dirksland
samen conflicten proberen op te lossen. De leidsters zullen de kinderen hier zoveel mogelijk in begeleiden. Ze doen dit allereerst door zelf het goede voorbeeld te geven; maar ook door het gedrag van de kinderen te benoemen, het invoelingsvermogen te stimuleren en de kinderen waar nodig bij te sturen. Onder andere de volgende vaardigheden hebben onze aandacht: Leren samen te spelen en te delen Leren elkaar te helpen Leren luisteren naar elkaar Leren op te ruimen en zuinig te zijn op eigen spullen en die van anderen Als kinderen elkaar pijn doen of ruzie maken, het samen uitpraten en het weer goed maken Respect hebben voor elkaar maar ook voor jezelf durven opkomen Bepaalde grenzen en sociale regels leren in verschillende situaties, ze accepteren en nakomen Leren banden op te bouwen met kinderen en volwassenen De relatie tussen kind en pedagogisch medewerkster is mede bepalend voor de kwaliteit van de opvang van het kind. 2Bkidz hecht daarom grote waarde aan de wijze waarop de pedagogisch medewerkster communiceert met het individuele kind. Sensitieve responsiviteit staat voor een actieve en positieve wijze van communiceren met kinderen, waarbij de pedagogisch medewerkster luistert, zowel verbaal als non-verbaal en actief reageert op signalen, vragen en behoeften van het individuele kind. Door deze positieve houding van de pedagogisch medewerkster kan en wil het kind zich hechten aan de pedagogisch medewerkster . Op basis van deze veiligheid en vertrouwdheid durft het kind te gaan spelen, andere kinderen te ontmoeten en op ontdekking te gaan.
Hoe waarborgen we de emotionele veiligheid van het kind? Hoewel kinderen bij 2Bkidz in stamgroepen worden opgevangen, vinden we aandacht voor het individuele kind heel belangrijk. Elk kind is anders. We respecteren en accepteren de eigenheid van kinderen. We nemen kinderen serieus en stimuleren de eigen inbreng van de kinderen. We benaderen de kinderen op positieve wijze. Daar waar de eigenheid van een kind anderen schade berokkent of belemmert, wordt deze begrensd. Een kind moet zich niet alleen door ons gerespecteerd weten, maar ook door de kinderen om hem heen. We vinden het dan ook erg belangrijk dat kinderen leren met respect met elkaar om te gaan. We realiseren dit op de volgende wijze: Elk kind is van harte welkom bij 2Bkidz. We vinden het fijn dat het er is en we laten dit duidelijk merken. We begroeten elk kind bij binnenkomst. We zeggen dat het fijn is dat hij er is. En we nemen afscheid als het kind vertrekt.
Transparant, betrouwbaar en betrokken! Versie 1 september 2014
9
Pedagogisch beleidsplan KDV 2BKidz Dirksland
We nemen de tijd voor individuele gesprekjes met kinderen, of met een klein groepje. We vragen kinderen naar hun ervaringen en vragen door. We zijn werkelijk geïnteresseerd in wat het kind meemaakt en bezighoudt. Gesprekjes vinden plaats tijdens het drinken of tijdens activiteiten. We praten door over zaken die kinderen aangeven. Soms doen we dit meteen, soms komen we er op een rustig moment op terug. We zijn er op attent dat we alle kinderen zien en horen. Bij 2Bkidz, wordt bij de overgang naar een nieuwe groep relevante informatie over het kind overgedragen. We houden rekening met verschillen in karakter en temperament. Een teruggetrokken kind wordt weliswaar gestimuleerd om zich te uiten, maar dit gebeurt niet geforceerd. Een druk kind wordt afgeremd, maar niet volledig ingeperkt. Emoties van kinderen mogen er zijn. Dit geldt niet alleen voor gevoelens zoals blijdschap, vriendschap en trots, maar ook voor verwarring, verlegenheid, boosheid, verdriet of teleurstelling. Er is ruimte voor het uiten van gevoelens, zolang een ander hier geen last van heeft. Is dit het geval, dan wordt samen gedacht over een meer acceptabele manier van uiten. We geven veel positieve aandacht en waardering. We benoemen dat het kind iets goed doet of bepaalde dingen goed kan. We geven complimentjes, bijv. als een kind een ander helpt, uit zichzelf opruimt, er leuk uit ziet. We knuffelen (kinderen die daar behoefte aan hebben) en stoeien. We besteden veel aandacht aan de ontwikkeling van sociale vaardigheden. We letten er op dat kinderen naar elkaar luisteren. Kinderen worden gestimuleerd om elkaar te helpen. We zijn er op attent dat kinderen niet worden buitengesloten van gesprek of spel. Pesten wordt meteen aangepakt. We stimuleren een ‘groepsgevoel’ door samen iets te drinken of samen te spelen. We bieden kinderen een ontspannen sfeer. We maken samen plezier, er is veel humor, grapjes (maar nooit ten koste van kinderen). We organiseren feestjes en uitjes. We zorgen dat er ook rustige activiteiten gedaan kunnen worden.
Transparant, betrouwbaar en betrokken! Versie 1 september 2014
10
Pedagogisch beleidsplan KDV 2BKidz Dirksland
2.3 Persoonlijke competenties De persoonlijke competenties hebben we opgedeeld in de cognitieve ontwikkeling, de emotionele ontwikkeling en de motorische ontwikkeling.
2.3.1 Cognitieve ontwikkeling Ieder kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo, op zijn eigen manier en niveau. Uitgaande van de mogelijkheden van elk individueel kind worden spelmateriaal en activiteiten aangeboden die een beroep doen op de cognitieve ontwikkeling. Wij vinden het belangrijk de kinderen de mogelijkheid te bieden zelf hun omgeving te exploreren en de mogelijkheden van diverse materialen te ontdekken. In het uiteindelijke resultaat van de activiteiten zal de individuele creatieve inbreng van elk kind een grote rol spelen.
2.3.2 Emotionele ontwikkeling Wij vinden het belangrijk dat het kind zijn emoties kan uiten. Daarom proberen we op de groep een sfeer te scheppen van veiligheid en geborgenheid en leren de kinderen respect te hebben voor elkaars gevoelens. Door erover te praten proberen we de emotie van het kind een plek te geven. De wat oudere kinderen stimuleren we hun emoties te verwoorden. We proberen er bijvoorbeeld achter te komen waarom een kind boos of verdrietig is en zoeken dan samen naar een oplossing. Soms zal het kind het willen uitpraten, een andere keer wil het gewoon zijn boosheid uiten, even alleen zijn, of juist persoonlijke aandacht. Ons uitgangspunt hierbij is dat we per moment en per kind bekijken hoe we op een goede wijze op de emoties van het kind kunnen reageren.
2.3.3 Motorische ontwikkeling Grove motoriek Gedurende het eerste levensjaar ontwikkelt het kind zich zeer snel en is de motorische ontwikkeling van maand tot maand te volgen. Het kind beschikt nog vrijwel uitsluitend over een grove motoriek. Deze bestaat onder andere uit zwaaien, kruipen en gaan staan. De leidsters stimuleren de motorische ontwikkeling met name door het aanbod van divers, op het kind afgestemd spelmateriaal. Zoals; een rammelaar, babyschommel, loopkar, en voor de ouderen kinderen een glijbaan, schommel, de trap opklimmen, etc. Ook wordt tijdens het buitenspelen en in zang- en dansspelletjes aandacht besteed aan de grove motoriek Fijne motoriek De fijne motoriek bestaat uit kleine bewegingen die je met je handen en vingers maakt. De fijne motoriek wordt gestimuleerd door met kinderen te knutselen, tekenen, puzzelen, in de tuin te werken en te bouwen met constructiematerialen en dergelijke. Verder proberen we de kinderen in de dagelijkse dingen als eten en aankleden steeds meer zelfstandigheid mee te geven.
2.4 Zelfstandigheid Een belangrijk onderdeel van zelfstandig worden bij kinderen is dat zij allerlei dingen zelf willen doen. Het is belangrijk dat pedagogisch medewerksters een kind hierin stimuleren (zonder dat het moet) zodra een kind daar aan toe is, op vrijwillige basis kinderen zichzelf aan laten kleden, meehelpen met karweitjes. Een onderdeel van zelfstandig worden is ook zindelijk worden. In veel gevallen geeft de peuter min of meer zelf aan wanneer hij er aan toe is, hier zal de pedagogisch medewerkster, in samenspraak met de ouders, op in springen.
Transparant, betrouwbaar en betrokken! Versie 1 september 2014
11
Pedagogisch beleidsplan KDV 2BKidz Dirksland
Bij het zelfstandig worden hoort ook dat pedagogisch medewerksters aandacht schenken aan het samen leren problemen/ conflicten oplossen en kinderen leren aan anderen duidelijk te maken als zij iets niet willen of juist wel. Bij een conflict tussen twee kinderen kijkt de pedagogisch medewerkster eerst hoe en óf de kinderen het zelf op kunnen lossen, lukt dit niet dan grijpt de pedagogisch medewerkster in en probeert samen met de kinderen een oplossing te vinden. Jonge kinderen worden door de pedagogisch medewerksters gestimuleerd zich zelf aan en uit te kleden op de momenten dat hier ruimte voor is (bij het buiten spelen, plassen en het naar bed gaan en uit bed komen). Om zelfstandigheid bij oudere kinderen te stimuleren zal de pedagogisch medewerkster bijvoorbeeld de eigen verantwoordelijkheid van kinderen stimuleren mbt de verzorging van eigen spullen, materiaal van de kinderopvang en de omgang met regels en elkaar. De zelfstandigheid van kinderen is afhankelijk van de leeftijd. De pedagogisch medewerkster zal hier op inspringen door kinderen volledig te begeleiden als baby, een leidende en stimulerende factor te zijn voor peuters en kleuters en een begeleidende rol in te nemen voor het oudere kind.
2.5 Problemen in de ontwikkeling Wanneer een kind in zijn ontwikkeling (ernstig) afwijkt van die gemiddelde ontwikkelingslijn, dan zullen wij onze zorg naar de ouders toe uitspreken. Pedagogisch medewerksters zullen dit tijdens een gesprek met ouders op een correcte en respectvolle manier aankaarten. Eventueel kan er (altijd in overleg met de ouders) contact opgenomen worden met een externe instantie. Vroegtijdige signalering van eventuele stagnaties in de (zintuiglijke) ontwikkeling, is met name van belang omdat daardoor een achterstand in de motorische, verstandelijke en/ of sociale ontwikkeling voorkomen kan worden. Voordat wij onze zorgen uiten, worden kinderen geobserveerd met behulp van ons observatieprotocol. In een groepsoverleg worden deze zorgen met een leidinggevende besproken, er kan een plan van aanpak worden opgesteld hoe de pedagogisch medewerksters omgaan met het gedrag van deze kinderen. Ouders worden hier altijd van op de hoogte gesteld. Als pedagogisch medewerksters signalen opvangen dat een kind afwijkend gedrag vertoont waarbij het vermoeden rust op een vorm van kindermishandeling, dan wordt de signaleringslijst uit het protocol vermoeden kindermishandeling toegepast en wordt er gehandeld naar de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld.
2.6 Ontwikkeling in zindelijkheid De pedagogisch medewerkster stimuleert het oudere kind zindelijk te worden. Dit doet ze door bijvoorbeeld met alle grotere kinderen gezamenlijk naar het toilet te gaan. De leidster prijst het kind dat naar de wc gaat en beloont hem met vele complimentjes als het lukt.
Transparant, betrouwbaar en betrokken! Versie 1 september 2014
12
Pedagogisch beleidsplan KDV 2BKidz Dirksland
3. Pedagogische vuistregels 3.1 Normen en waarden Om de kinderen bepaalde normen en waarden mee te geven die in onze samenleving belangrijk worden gevonden, is het ten eerste belangrijk zelf als leidster het goede voorbeeld te geven. Kinderen leren op jonge leeftijd vooral door het in zich opnemen van wat er in de wereld om hen heen gebeurt. Leidsters zijn zich erg bewust van hun voorbeeldfunctie, en naast dat ze letten op hun tafelmanieren of omgangsvormen, staat voorop het kind en collega’s te behandelen zoals je zelf ook het liefst behandeld zou willen worden. Normen en waarden die wij belangrijk vinden zijn onder andere: niet vloeken, het vragen als je iets wilt hebben, opruimen na het spelen, tafelmanieren (eerst de korstjes opeten, aan tafel blijven zitten en met de mond dicht eten), niet slaan of schoppen en je excuses aanbieden of een handje geven om het weer goed te maken als er iets vervelends gebeurd. Voorbeelden van gedragsregels die hierop betrekking hebben: • ‘Wat je niet wilt dat jou overkomt, moet je ook niet bij een ander doen’ • Luister naar elkaar, je mag bijv. om de beurt iets vertellen (geldt nog niet voor de jongsten). Heb respect voor elkaars mening. • Je mag boos worden en voor jezelf opkomen, maar geen lichamelijk of verbaal geweld gebruiken. • Niet pesten. • Je gaat met respect met elkaars spullen om. • Help een ander als deze hulp nodig heeft. • Heb een open houding naar anderen. Mensen verschillen van elkaar. Deze diversiteit is vanzelfsprekend en niet ‘gek’, ‘beter’ of ‘knapper’.
3.2 Corrigeren (straffen) en belonen De leidster begeleidt een kind door niet meer en niet minder te verwachten dan het kind qua ontwikkelingsniveau aankan. Het is voor een kind belangrijk om te weten waar de grenzen liggen. Dit kan het kind leren door het vriendelijke, duidelijke en consequente optreden van een leidster. We belonen kinderen door: Het positief te benaderen en het prijzen van gewenst gedrag. Wij corrigeren de kinderen en spreken niet echt van straffen. Wij corrigeren ongewenst gedrag consequent, dus niet de éne keer wel en de andere keer niet. We laten ook duidelijk merken dat de ´straf´ over is, een ´straf´ heeft een begin en een eind. Corrigeren kan op verschillende manieren gebeuren. De pedagogisch medewerkster houdt hierbij rekening met de leeftijd van het kind. Als een kind de afgesproken regel overschrijdt, kan het nodig zijn om het gedrag te corrigeren. De pedagogisch medewerkster maakt een bewuste keuze over hoe zij zal optreden. Een pedagogisch medewerkster zal een kind een beperkt aantal malen waarschuwen, zoals hierboven beschreven in de pedagogische regels. Het kind zal altijd aangesproken worden op het gedrag dat het kind vertoont en niet op zijn persoonlijkheid. Wanneer een kind erg vaak gecorrigeerd moet worden, bespreken de pedagogisch medewerksters dit met de leidinggevende en de ouders. Het is belangrijk dat ouders en pedagogisch medewerksters de aanpak op elkaar af proberen te stemmen. Mocht er fysiek geweld of niet corrigeerbaar gedrag voorkomen , worden ouders hiervan op de hoogte gesteld en zullen we in overleg met de ouders sancties moeten treffen. Transparant, betrouwbaar en betrokken! Versie 1 september 2014
13
Pedagogisch beleidsplan KDV 2BKidz Dirksland
4 Groepsvorming De keuze voor kinderopvang in een kinderdagverblijf is een keuze voor opvang van het kind in groepsverband. Kinderen leren hierdoor al vroeg en in zekere mate rekening met elkaar te houden. Om zich te kunnen ontwikkelen is het een voorwaarde dat de kinderen zich in de groep veilig en vertrouwd voelen. Het kind moet de kans krijgen om een band op te bouwen met de leidsters en de groepsgenootjes. Die gelegenheid scheppen wij door zorg te dragen voor stabiliteit en continuïteit in de groep. Dit laatste wordt bevorderd door: Vaste leidsters, stamgroepen en een vast ritme.
4.1 Groepsindeling/ Stamgroepen Kinderdagverblijf 2Bkidz werkt met de volgende stamgroepsindeling: • Een babygroep tot ca. 18 maanden • Een dreumesgroep vanaf ca. 18 maanden tot 2½ jaar • Een peutergroep vanaf ca. 2½ jaar tot 4 jaar.
4.1.1 Babygroep: In de babygroep geldt 1 pedagogisch medewerkster op 5 baby’s, de leeftijden variëren van 2 tot 18 maanden, voorwaarde voor de leidster- kind ratio is dat er geen 5 baby’s onder de 12 maanden zijn. Met 2 leidsters mogen er maximaal 9 baby’s op de groep zijn onder voorwaarde dat dit niet allen 0 jarigen zijn. Op de babygroep wordt zoveel mogelijk het eigen ritme van de baby aangehouden wat betreft de voeding, het slapen en het verschonen. Uiteraard moeten wij ook rekening houden met de schema´s van de andere baby´s. Het is belangrijk dat het kinderdagverblijfritme niet teveel afwijkt van het thuisritme. Het verzorgen van de baby´s neemt een groot deel van de dag in beslag. Zo gaat het bij het voeden om meer dan alleen het toedienen van voedsel en bij het verschonen om meer dan een schone luier. Het spel met de handjes, voetjes en het gezicht biedt de baby veiligheid en vertrouwen. Gaan baby´s over naar vaster voedsel dan eten zij rond 9.30 uur gezamenlijk een fruithap en om 11.30 een boterham. Zo wordt er langzaam naar het dagritme van de dreumes- en/of peutergroep toe gewerkt. Ontwikkelingsmateriaal/activiteiten baby’s Ook in de babygroep, zelfs met de allerkleinsten, worden spelletjes en activiteiten gedaan. Voorbeelden zijn: Speelgoed binnen handbereik leggen en regelmatig een speeltje in de hand geven. Regelmatig een baby in de box, op het speelkleed, op zijn buik leggen, zodat hij steeds verschillende plekken van de speelruimte ziet. Liedjes zingen met bewegingen en plaatjes kijken in een boek, voorlezen. Paardje rijden op schoot. Met duplo spelen. Zelf stukjes brood laten pakken en zijn beker of fles. Evenwichtspelletjes bij het staan met behulp van bal of loopkar. Speelgoed geven waarmee de baby kan trekken, duwen of rollen. Een makkelijke puzzel geven met grote stukken. Kennis laten maken met potloden, krijtjes, verf en klei. Kiekeboe spelletje spelen. Een speeltje steeds terug geven dat het kind opzettelijk laat vallen. Transparant, betrouwbaar en betrokken! Versie 1 september 2014
14
Pedagogisch beleidsplan KDV 2BKidz Dirksland
Muziek maken. Gaan wandelen. Boekjes lezen Spelen met de gymspullen
4.1.2 Dreumesgroep: In de dreumesgroep geldt 1 pedagogisch medewerker op 6 dreumesen, de leeftijden variëren van 18 tot 2,5 jaar. Dit betekent met bezetting van 2 leidsters dus maximaal 12 dreumesen per dag. Het dagritme en de ontwikkelingsactiviteiten worden beschreven bij de peutergroepen, omdat deze dagritmes hetzelfde zijn.
4.1.3 Peutergroep In de peutergroep geldt 1 pedagogisch medewerker op 7 peuters, de leeftijden variëren van 2,5 tot 4 jaar. Dit betekent dus met een bezetting van 2 leidsters maximaal 14 peuters per dag. Het dagritme dat dient als leidraad voor de dag ziet er als volgt uit: 06.30 uur - 09.00 uur De kinderen worden verwacht . Voor de ouders is er gelegenheid een praatje te maken. Vrij spel voor de kinderen 09.30 uur - 10.00 uur Samen aan tafel om te eten en te drinken. Er is gelegenheid voor een praatje, verhaaltje of liedje. 10.00 uur - 10.15 uur Verschonen, plassen en handen wassen 10.15 uur - 11.15 uur De kinderen gaan vrij spelen (binnen of buiten )of gaan een gerichte activiteit doen 11.15 uur - 11.30 uur Samen opruimen en handen wassen 11.30 uur - 12.15 uur Samen aan tafel voor een broodmaaltijd 12.00 uur – 14.30 uur Voorbereiden op het middagslaapje, naar het toilet, verschonen Slaapuurtje voor dreumesen en peuters. (oudste peuters blijven wakker en doen een activiteit met de leidster) 14.30 uur - 15.00 uur De kinderen worden gewekt, verschonen, naar het toilet. 15.15 uur - 15.30 uur De kinderen krijgen een sapje en een hapje 15.30 uur - 16.30 uur De kinderen gaan vrij spelen, binnen of buiten 16.30-16.45 De kinderen worden verschoond, gaan naar het toilet 16.45-19.00 De kinderen gaan vrij spelen, worden opgehaald. Voor de ouders is er gelegenheid voor een praatje. (tot 17.30 zijn de kinderen op hun stamgroep, mocht het kinderaantal onder de 10 komen kunnen de kinderen in de babygroep opgehaald worden)
Ontwikkelingsmateriaal/activiteiten dreumesen en peuters Bij de peutergroep worden de spelmogelijkheden en (creatieve) activiteiten uitgebreid. Transparant, betrouwbaar en betrokken! Versie 1 september 2014
15
Pedagogisch beleidsplan KDV 2BKidz Dirksland
Voorbeelden zijn: - Tekenen met potloden of wasco krijtjes. - Kleien. - Schilderen en vingerverven. - Prikken met prikpennen. - Kralen rijgen. - Plakken en knippen. - Scheuren met papier. - Muziek maken. - Zingen. - Dansen op muziek. Binnen spelletjes: - Puzzelen en het opbouwen van de moeilijkheidsgraad van de puzzel. - Voorlezen. - Met duplo bouwen. - Blokken bouwen. - Treinbaan maken. - Verkleden. - Kringspelletjes doen. - Cognitieve spelletjes als memorie, kleuren, tellen, lotto. - Boekjes lezen - Spelen met de gymspullen - Laat het kind situaties naspelen zoals ‘vadertje en moedertje’ en ‘treintje’ spelen In de groepen zijn denkspelletjes aanwezig, dit omdat we ouders en kinderen meer willen bieden dan alleen kinderopvang. Buiten spelletjes: - Fietsen en oefenen met fietsen. - Ballen en oefenen met gooien en vangen, kegelspel en voetbal en ren spelletjes. - Spelen met zand. - Bellenblazen - Balansspel - Waterspelletjes - Stoepkrijt
Doordat we als 2Bkidz meer willen zijn dan alleen een kinderdagopvang, hebben we leidsters aangenomen die graag buiten zijn, hierdoor kunnen we de kinderen meer buitenactiviteiten bieden en ze op deze manier meer leren over de natuur en hun omgeving.
4.2 Doorstromen naar een andere groep en wennen De overgang naar een andere groep is voor het kind een ingrijpende gebeurtenis. De overgang wordt daarom met zorg gepland en het kind zorgvuldig begeleidt. De leiding neemt de beslissing in overleg met de ouders/verzorgers om een kind naar de andere groep te laten overgaan. Kinderen gaan wennen vanaf 17 maanden, zodat zij met 18 maanden (1½ jaar), in de dreumesgroep kunnen spelen. Er zijn enkele factoren die er toe kunnen besluiten om een kind later of juist eerder over te laten gaan. Zij nemen daarbij de volgende punten in overweging: Transparant, betrouwbaar en betrokken! Versie 1 september 2014
16
Pedagogisch beleidsplan KDV 2BKidz Dirksland
Is het kind qua ontwikkelingsniveau toe om door te gaan naar de andere groep, heeft het behoefte aan een nieuwe uitdaging en zou het zich goed staande kunnen houden tussen de wat oudere kinderen? Is er plaats in de volgende groep? Kunnen er eventueel andere kinderen mee overgaan, zodat het gewenningsproces vergemakkelijkt wordt?
Dit gebeurt altijd in overleg met de ouders en een leidinggevende en moet in het planningssysteem mogelijk zijn. De overstap van de dreumesen wordt in de maand vooraf aan de 30 maanden gedaan om naar de peuters door te stromen. Bij de peuters is de overstap mogelijk naar de buitenschoolse opvang. Bij dagen dat hier gelegenheid toe is kunnen zij al een paar uurtjes instromen om mee te kijken. De vertrouwde pedagogisch medewerkster brengt het kind naar de nieuwe groep en haalt het ook weer op. Dit is mogelijk omdat we met meerdere pedagogisch medewerksters aanwezig zijn. Het is belangrijk dat er een verslag door de nieuwe pedagogisch medewerkster wordt gegeven over het wennen. Er vindt een overdracht plaats tussen de pedagogisch medewerksters van de oude en nieuwe groep van het kind. Voor het wennen en overstap naar een andere groep is een wenschema en formulier ontwikkeld. Als bijvoorbeeld een baby overgaat naar de dreumesgroep hebben zowel de babygroep als de dreumesgroep een wenschema van het betreffende kind. Er zijn circa 3 wenmomenten opbouwend van even spelen, lunchen, blijven slapen tot een hele dag in de nieuwe groep. De pedagogisch medewerksters bespreken het wenschema altijd met ouders en er is een uitgebreide overdracht van het wennen. Voordat een kind naar de andere groep overgaat vindt er eerst een gesprekje plaats tussen de leidster en de ouders/verzorgers waarin gesproken wordt over hoe het kind functioneert op zijn huidige groep en wat men mag verwachten van de nieuwe groep en de leidsters. Voor ouders die hun kind voor het eerst komen brengen is het volgende wenschema opgesteld: De baby’s komen vanaf 10.00uur wennen, de dreumesen en peuters vanaf 9.30uur. Ook hier Er gelden 2 wendagen voor het kind zelf Als eerst vindt het intakegesprek met de leidsters plaats. De ouder/verzorgers blijft er 20 minuten bij en vult dan een aantal formulieren in. Ook vertellen de leidsters hoe het er op de groep aan toe gaat. Dag 1: Het kind komt vandaag een ochtend wennen. Ook blijft het kindje dan bij ons eten. De ouder/verzorger mag er de eerste 10 min. bij blijven. Het kind kan tussen 12.00u en 12.30u weer opgehaald worden. Dag 2: Vandaag blijft het kindje ook slapen, en moet hij/zij om 15.00u weer worden opgehaald. De ouder/verzorger blijft er in principe niet bij, het is de bedoeling dat het kind alleen gebracht wordt.
4.3 Open deuren beleid Alle kinderen hebben hun eigen stamgroep inclusief hun vaste pedagogisch medewerker. De locatie Dirksland is er op ingericht, dat er sprake kan zijn van een open deuren beleid. De kinderen eten en slapen in hun eigen vertrouwde groep, maar er is een mogelijkheid dat de kinderen in een andere ruimte gaan spelen. Iedere ruimte is anders ingericht, het kan voor de kinderen uitdagend zijn om eens in een andere groep te gaan kijken, hoe we dit vormgeven staat beschreven in het stukje: splitsen of verlaten van de stamgroep. Transparant, betrouwbaar en betrokken! Versie 1 september 2014
17
Pedagogisch beleidsplan KDV 2BKidz Dirksland
4.4 Splitsen of verlaten van de stamgroep. Bij verschillende activiteiten kan het dat de stamgroep gesplitst zal worden. Dan hebben we het over activiteiten zoals een dans of knutselactiviteit, spelen op de gang. Soms wordt de groep gesplitst i.v.m. een activiteit in een bepaald thema, er worden dan onder andere spelletjes gedaan in kleine groepjes. Als de groep gesplitst wordt gaat er een groepje kinderen met een vaste pedagogisch medewerkster naar een andere ruimte, bijv. de gang om daar de activiteit uit te voeren. Tussen de middag slapen de meeste peuters nog, maar er is een groepje wat al aan het voorbereiden is op de basisschool. Deze kinderen slapen niet meer in de middag, zij blijven in de stamgroep ruimte en doen rustig een activiteit of spelen op de gang. De kinderen van de babygroep verlaten in principe nooit hun stamgroep.
4.4.1 Uitstapjes Tijdens de vakantieperiode is het vaak wat rustiger op het kinderdagverblijf. De pedagogisch medewerksters hebben dan de mogelijkheid om een uitstapje te maken met de baby’s en of de dreumesen / peuters. Een uitstapje kan bijvoorbeeld zijn: naar de kinderboerderij of naar de speeltuin. Bij het intake gesprek krijgen ouders de gelegenheid een formulier te ondertekenen waarbij ze wel of geen toestemming geven om hun kind mee te laten gaan met een uitstapje. Als er een uitstapje gemaakt wordt, worden ouders ten alle tijden geïnformeerd, zodat zij weten waar hun kind zich bevindt. Bij een uitstapje worden kan het zijn dat er extra volwassenen meegevraagd worden. Dit doen we als de veiligheid van de kinderen niet gewaarborgd blijft. Bij uitstapjes begeleiden we de kinderen als volgt:
1 pedagogisch medewerkster/volwassene per 2 kinderen in de leeftijd van 0-2 jaar, 1 pedagogische medewerkster/volwassene per 4 kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar
4.5 Extra dagen, ruilen van dagen of dagen inhalen Indien gewenst kan een ouder extra dagen/dagdelen opvang aanvragen bij Kinderopvang 2BKidz. Dit kan worden aangevraagd bij de locatiemanager of planning via het managementbureau. Hierbij kan zowel sprake zijn van het ruilen/inhalen van dagen of het aanvragen van extra dagen. Kinderopvang 2BKidz hanteert hierbij enkele spelregels, om de rust op de groep en de belangen van de kinderen die normaal deel uitmaken van de groep op die dag te bewaken. Om die reden kunnen ouders een pedagogisch medewerker nooit verplichten om een extra dag opvang te bieden, het is een service die wij indien mogelijk bieden en geen recht. Het ruilen/inhalen van dagen kan binnen een termijn van 14 dagen. Kinderen die een extra dagdeel inhalen doen dit normaliter in hun eigen stamgroep mits daar ruimt e voor is. Mocht dit niet zo zijn kan het kind in een andere groep geplaatst worden in overleg met ouders. Het is de taak van de pedagogisch medewerker om dit in goede banen te leiden. Het is mogelijk dat ouders/verzorgers incidenteel of structureel extra opvang nodig hebben voor hun kind(eren). Wij bieden die mogelijkheid graag, indien het kind- leidster ratio dit toelaat. Bij een incidenteel extra dagdeel, zal de pedagogisch medewerkster dit vastleggen op de presentielijst en in de agenda. Bij structurele extra opvang ( denk aan bijvoorbeeld een half jaar lang een dag extra), zal dit vastgelegd worden op het plaatsingsbewijs, dat ouders moeten ondertekenen. Ook zal het management dit verwerken in de planning, op de presentielijsten en in de agenda. Transparant, betrouwbaar en betrokken! Versie 1 september 2014
18
Pedagogisch beleidsplan KDV 2BKidz Dirksland
Mocht de extra opvang niet mogelijk zijn op de stamgroep, dan mag dit ook plaatsvinden op een andere groep. Mits de ouders hiervoor toestemming geven en hier ook op de andere groep het kindleidster ratio niet in het geding komt. Een kind mag bij structurele extra opvang gebruik maken van maximaal twee stamgroepen, mits dit schriftelijk wordt vastgelegd op het plaatsingsbewijs. Hier moet ook bij vermeld worden, per wanneer het kind de structurele extra opvang weer kan krijgen op de betreffende stamgroep.
4.6 Halen en Brengen In de ochtend brengen de ouders hun kind in de babygroep. Dit lokaal is ruim en biedt mogelijkheden voor kinderen van 0-4 jaar. De baby’s hebben hierbij de mogelijkheid te liggen in de box of wipstoel, maar kunnen zichzelf ook veilig verplaatsen op de grond. De dreumesen en peuters hebben ook hier de mogelijkheid tot spel. De kinderen kunnen aan tafel puzzels maken en er zal extra materiaal gericht op het ‘oudere kinderdagverblijf kind’ liggen, zodat zij zichzelf in deze ruimte kunnen vermaken. De kinderen worden hier opgevangen door 2 pedagogisch medewerksters. Zodra de pedagogisch medewerksters van de andere groepen aanwezig zijn (tussen 7.00 en 7.30) zullen de kinderen naar hun eigen stamgroep vertrekken. Om 10.00 komen de laatste pedagogisch medewerkers, die werken dan tot uiterlijk 19.00 Ditzelfde betreft het halen van het kind. Tot 17.30 zijn alle kinderen in hun stamgroep te vinden. Na 17.30 worden de kinderen samengevoegd in de babygroep. Dit in overleg betreffende het aantal kinderen. Ouders kunnen de spullen van hun kind in de stamgroep ophalen, zij kunnen hun kind in de babyruimte ophalen. De pedagogisch medewerksters die tot 19.00 werken nemen de kinderen dan over.
4.7 Vier ogen principe Per 1 juli 2013 is wettelijk vastgelegd dat bij dagopvang van kinderen van 0 tot 4 jaar, een beroepskracht of beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. Deze maatregel wordt het vier ogen principe genoemd. Binnen 2Bkidz wordt het vier ogen principe als volgt vorm gegeven: 2BKidz werkt met het vier ogen principe en hecht hier heel veel waarde aan. Door middel van veel glas naar de buitenruimte, open deuren beleid, deurspionnen en babyfoon, optimale groepsbezetting met pedagogisch medewerksters, een degelijk geautomatiseerd planningssysteem en het vrij in en uit kunnen lopen van medewerksters, ouders en leidinggevenden zorgen we ervoor dat er aan de eisen van de veiligheidsmaatregel wordt voldaan. De kinderopvanglocatie start en beëindigd de opvang dag met 2 pedagogisch medewerksters. Er wordt door de pedagogisch medewerksters duidelijk aangegeven wanneer extra ondersteuning van belang is, het belang van de kinderen staat bij ons voorop. De pedagogisch medewerksters op het kinderdagverblijf werken afwisselend een ‘vroege’ of ‘late’ dienst. Dagelijks starten er minimaal 2 medewerkers om 06.30 uur en sluiten er tenminste 2 om 19.00uur. Dit mede om het vier-ogen principe te waarborgen. Hoe ziet dit er uit op de locatie Dirksland: De kinderen worden hier opgevangen door 2 pedagogisch medewerksters. Zodra de pedagogisch medewerksters van de andere groepen aanwezig zijn (tussen 7.00 en 7.30) zullen de kinderen naar Transparant, betrouwbaar en betrokken! Versie 1 september 2014
19
Pedagogisch beleidsplan KDV 2BKidz Dirksland
hun eigen stamgroep gaan. Om 10.00 komen de laatste pedagogisch medewerkers, die werken dan tot uiterlijk 19.00. In de pauze van de pedagogisch medewerksters zijn leden van het management inzetbaar op de groepen, mocht dit nodig zijn. Daarnaast is het mogelijk dat de interieurverzorgster in de ochtend aanwezig in het pand, het management aanwezig is en ouders lopen in en uit en zorgen voor extra ogen. Ditzelfde betreft het halen van het kind. Tot 17.30 zijn alle kinderen in hun stamgroep te vinden. Na 17.30 worden de kinderen samengevoegd in de babygroep. Dit in overleg betreffende het aantal kinderen.
4.8 Eten bij 2Bkidz Kinderopvang 2Bkidz stelt voor de jonge kinderen babyvoeding ter beschikking. Als kinderen speciale voeding hebben wordt er aan de ouders gevraagd om deze zelf mee te nemen. De pedagogisch medewerkster overlegt regelmatig met de ouders over de hoeveelheid van de voeding en de frequentie van de flesvoeding. Op het kinderdagverblijf kan ook borstvoeding gegeven worden. 2Bkidz verzorgt de broodmaaltijd voor de kinderen die een boterham eten. Er wordt eerst een boterham met hartig gegeten en daarna in overleg met de ouders een boterham met zoet. Buiten de maaltijd krijgen de kinderen tussendoortjes zoals fruit of yoghurt. De maaltijd is een groepsactiviteit. Tijdens de maaltijd is er ook gelegenheid met elkaar te praten en te luisteren. Dit gebeurt in een leuke en ontspannen sfeer. De kinderen worden op een speelse manier gestimuleerd te eten. Tijdens het eten zorgt de leidster ervoor dat er netjes wordt gegeten. De pedagogisch medewerkster heeft hierin zelf een voorbeeldfunctie. Naarmate het kind ouder wordt, stimuleert de pedagogisch medewerkster dat hij/zij zelf zijn boterhammen smeert en belegd. De pedagogisch medewerkster zorgt ervoor dat kinderen met een dieetvoeding zoveel mogelijk mee kan doen met de gezamenlijke maaltijd. De pedagogisch medewerkster stimuleert ouders gezonde traktaties mee te nemen tijdens feestjes en verjaardagspartijen.
4.9 Slapen bij 2Bkidz Het slapen is een vast ritueel voor de kinderen. In de babygroep slapen de kinderen op verschillende tijden. Bij de jongste wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met het slaapritme van het kind. De dreumesen gaan met het dagritme mee en gaan rond 12.oo naar bed. Het kind heeft een vast bedje en eventueel een eigen knuffel of speen. De pedagogisch medewerkster overlegt met de ouder over het slapen van het kind op het kinderdagverblijf. Baby’s en kinderen onder de 2 jaar zullen nooit op hun buik in hun bed worden gelegd. Dit in verband met een vergroot risico op wiegendood. De kinderen van de babygroep en de dreumesen slapen in een ledikant in een slaapzakje. Bij de peuters die nog slapen is het slaapmoment gelegen in de middag, na de broodmaaltijd. Naarmate het kind richting 4 jaar gaat, wordt het slapen afgebouwd. Dit gebeurt in overleg met de ouders. De peuters slapen op stretchers met een onderlaken en met een dekbed die in een dekbedhoesje zit. De pedagogisch medewerkster kijkt iedere 15 minuten bij de kinderen in de slaapkamer.
Transparant, betrouwbaar en betrokken! Versie 1 september 2014
20
Pedagogisch beleidsplan KDV 2BKidz Dirksland
5 Omgaan met… 5.1 Hygiëne & Veiligheid Op de kinderopvanglocatie houden we ons wat betreft hygiëne, aan een aantal regels. De regels staan ook vermeld in het Hygiëne & Veiligheid protocol wat gehanteerd wordt op de kinderopvang: Ook wat betreft de veiligheid houden we ons op het kinderopvang aan een aantal regels. Deze regels zijn terug te lezen in het protocol hygiëne & veiligheid. Er zijn op de kinderopvanglocatie altijd pedagogisch medewerkers aanwezig met een BHV diploma. Elk jaar volgen alle pedagogisch medewerksters een EHBO cursus speciaal gericht op kinderen. Door middel van de structurele risico inventarisatie van de locatie worden deze continu bekeken. Hiervoor gebruikt 2BKidz de risico monitor via www.risico-monitor.nl
5.2 ziekte van het kind Een kind dat ziek is, hoort thuis te blijven. In de Algemene Voorwaarden die ouders bij inschrijving krijgen, staan een aantal richtlijnen vermeld over wanneer het kind niet het kinderdagverblijf mag bezoeken in geval van ziekten. De richtlijnen van de GGD en het eigen ziektebeleid worden door de pedagogisch medewerkster gehanteerd bij het bepalen of een kind bij ziekte naar huis moet of thuis moet blijven. Zie hiervoor de werkinstructie- en protocollenmap.
5.3 Seksualiteit Seksualiteit bij kinderen heeft te maken met het ontdekken van het eigen lichaam en de daarbij behorende gevoelens. Als een kind een opmerking maakt of een vraag stelt, proberen de pedagogisch medewerksters zo neutraal mogelijk te blijven. Als het een vraag is waar de pedagogisch medewerkster moeilijk antwoord op kan geven, dan is het belangrijk dit met de ouders te bespreken.
5.4 Feesten en verjaardagen Op het kinderdagverblijf en BSO wordt natuurlijk ook aandacht besteed aan feestdagen, zoals Sinterklaas, Kerst, Pasen etc. Daarnaast worden verjaardagen en afscheidsfeestjes van de kinderen gevierd. Bij de overgang van de baby- naar de dreumesgroep en van de dreumes- naar peutergroep en bij het afscheid als een kind vier jaar wordt, wordt er ook door de groep iets georganiseerd in de vorm van een afscheidskaart of plakboek. De pedagogisch medewerksters kunnen adviseren bij het zoeken naar leuke, gezonde traktatie ideetjes of kleine cadeautjes. In de nieuwsbrief of via Facebook geven we regelmatig tips over leuke en gezonde traktaties.
5.5 Bijzondere gebeurtenissen Een kind kan te maken krijgen met een aantal bijzondere gebeurtenissen. In het protocol bijzondere gebeurtenissen wordt beschreven hoe medewerkers hiermee om kunnen gaan. Voorbeelden van bijzondere gebeurtenissen hierbij zijn: een één ouder gezin door overlijden, een echtscheiding, adoptiekinderen, ziekte/overlijden binnen het gezin of een kind met een handicap.
5.6 Ongevallen De pedagogisch medewerksters zijn ten alle tijden verantwoordelijk voor de veiligheid van de kinderen en zij zullen deze zo goed mogelijk proberen te waarborgen. Helaas kan het voorkomen dat kinderen een val maken waarbij een pedagogisch medewerkster EHBO handelingen zal moeten verrichten. Het protocol ongeval met kind is een richtlijn hoe pedagogisch medewerksters handelen. De risico inventarisatie schrijft voor dat we ongevallen en gevaarlijke registraties bewaken en registreren.
Transparant, betrouwbaar en betrokken! Versie 1 september 2014
21
Pedagogisch beleidsplan KDV 2BKidz Dirksland
6. Kindermishandeling en huiselijk geweld Kindermishandeling komt overal voor en het is een ernstig probleem. Kinderen die mishandeld worden hebben recht op hulp. Liefst zo vroeg mogelijk. De schade kan dan beperkt blijven. Kinderopvang is bij uitstek een plaats waar (een vermoeden van) kindermishandeling gesignaleerd kan worden. De pedagogisch medewerksters van het kinderdagverblijf gebruiken het protocol vermoeden kindermishandeling als leidraad als zij signalen van kinderen zien die betrekking hebben op kindermishandeling. De meldcode staat hierin centraal. Het kinderdagverblijf draagt een eigen verantwoordelijkheid voor het signaleren van kindermishandeling en voor het ondernemen van actie na het signaleren. De signalen moeten worden doorgegeven aan de instanties die hulp kunnen bieden aan het gezin. De pedagogisch medewerksters hebben hierin een duidelijke taak. Zij zien de kinderen regelmatig en kunnen opvallend of afwijkend gedrag signaleren. Nadat zij signalen hebben opgemerkt is het ook hun taak actie te ondernemen, waarna het protocol wordt gevolgd. Een andere vorm van kindermishandeling is seksueel misbruik. Hierbij kan het zijn dat de verzorger seksueel contact heeft met het kind, dit probeert te hebben of het kind laat kijken naar, ter bevrediging van de seksuele gevoelens van de betrokken verzorger en/of uit geldelijk gewin. Een ander protocol dat gebruikt wordt is het protocol ongewenste gedrag door een medewerker. Dat protocol biedt samen met de Meldcode handvatten voor hoe te handelen in geval van (een vermoeden van) ongewenste omgangsvormen en in het bijzonder seksueel misbruik door medewerkers van het kinderdagverblijf. Het is belangrijk dat men in een dergelijk emotioneel moeilijke situatie zorgvuldig met alle betrokkenen om kan blijven gaan. In de Wet op de Jeugdzorg is de meldplicht opgenomen. Wanneer een medewerker van een instelling het vermoeden heeft dat een medewerker van dezelfde instelling of een verzorger zich schuldig maakt aan kindermishandeling of indien dat dit hem/haar ter ore komt, moet hij dit direct melden bij zijn leidinggevende binnen het managementbureau. Deze hebben de plicht direct het AMK (Advies en meldpunt kindermishandeling) hiervan in kennis te stellen. Hiervoor heeft Kinderopvang 2BKidz de Meldcode huiselijk geweld van de branchevereniging ondertekend. Dit is een stappenplan voor professionals en instellingen dat ondersteuning biedt aan professionals door duidelijk te maken wat er van hen wordt verwacht. Binnen de organisatie van 2BKidz is vanuit het managementbureau een “aandacht functionaris” op dit gebied ingesteld. Dit is mevrouw Martine Streefkerk en zij is tevens lid van de vakgroep om dit proces te borgen en optimaal te kunnen faciliteren binnen de organisatie met een netwerk aan externe experts.
7. De organisatiestructuur van 2Bkidz In het kort gaan wij hier in op de organisatie van het team van het kinderdagverblijf . Alleen waar de organisatiestructuur van belang is voor het pedagogisch beleid zal dit hier besproken worden, andere onderwerpen die de medewerkers betreffen zijn terug te vinden in het personeelsbeleid. Er zijn vanuit 2BKidz groep 3 leidinggevenden binnen het managementbureau. Zij zijn belast met het bewaken van het beleid en de dagelijkse gang van zaken op de kinderopvanglocaties. Ze houden zich bezig met pedagogisch beleid, meldcode, personeelsbeleid en administratie. Diverse pedagogisch medewerksters zijn aangesteld als locatiemanager. Dit houdt in dat diverse pedagogisch medewerksters, buiten het verzorgen en begeleiden van de kinderen, ook een taak hebben tot coaching van teamleden in de organisatie en ondersteuning bij plaatsingen en oudergesprekken. Daarnaast zijn er onze pedagogisch medewerksters die werkzaam zijn op de groepen, om de kinderen op te vangen en te stimuleren in hun ontwikkeling. Wij werken met professionele, gediplomeerde leidsters op minimaal MBO niveau, die de kinderen zullen begeleiden in hun individuele ontwikkeling Transparant, betrouwbaar en betrokken! Versie 1 september 2014
22
Pedagogisch beleidsplan KDV 2BKidz Dirksland
en in het samenleven in een groep. Hierbij houden wij de richtlijnen van het CAO-kinderopvang aan. Deskundigheid, motivatie en uitstraling zijn de basisfactoren van waaruit wij het team vaststellen. De GGD komt 1 keer per jaar bij het kinderdagverblijf op bezoek. Zij controleert de veiligheid, hygiëne, inrichting van speelruimtes, personeel, aantal kindplaatsen etc.
8. Het personeel 8.1 de rol van de pedagogisch medewerkster Op iedere groep staan vaste pedagogisch medewerksters die voor de kinderen vertrouwd zijn. De pedagogisch medewerkster speelt een centrale rol in het kinderdagverblijf. Zij heeft de hele dag contact met de kinderen en zorgt voor hen, geeft ze vertrouwen en stimuleert hen te gaan spelen. In onze benadering vinden wij het belangrijk dat de situatie thuis en die van de kinderopvang op elkaar worden afgestemd. Dit wil echter niet zeggen dat de kinderopvangsituatie identiek behoort te zijn aan de thuissituatie. 2Bkidz streeft er echter wel naar om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de denkbeelden van de ouders. Van de pedagogisch medewerksters wordt hierin een professionele houding verwacht; zij moeten kunnen beoordelen wat wel en niet kan worden doorgevoerd in de opvang en zich bewust zijn van haar houding hierin. Dit kan doormiddel van:
Sensitief naar het kind toe zijn
Een goede band met het kind scheppen
Een positieve sfeer creëren
Actief in het aanbieden van verschillende activiteiten
Aandacht en verzorging geven
Structuur bieden
Wij vinden het als kinderopvang organisatie belangrijk dat pedagogisch medewerksters zich blijven ontwikkelen en hun kennis en vaardigheden actief houden, met name als het aankomt op veiligheid. Jaarlijks wordt er een kinder-EHBO+BHV cursus georganiseerd voor pedagogisch medewerksters. Aanvullend is er een jaarlijkse herhalingscursus, zodat alle nieuwe ontwikkelingen en technieken upto-date blijven.
8.2 Overleg en interne communicatie Bij het werken in het team van 2Bkidz is overleg en communicatie van groot belang. Op onze kinderopvanglocaties wordt het direct aanspreken van iemand op een correcte en respectvolle manier gewaardeerd en gestimuleerd. Veel zaken die de kinderen betreffen, zoals wijzigingen in voedingsschema ’s, medicijngebruik, zindelijkheid, wennen, situatie thuis etc. moeten goed gecommuniceerd worden. Elke groep heeft een digitaal overdrachtsschrift en agenda waarin al dit soort zaken worden genoteerd. Om de maand is er een teamvergadering. In een teamvergadering worden onder andere organisatorische zaken worden hierin besproken; feesten, thema ’s, het gebruik van de diverse
Transparant, betrouwbaar en betrokken! Versie 1 september 2014
23
Pedagogisch beleidsplan KDV 2BKidz Dirksland
ruimtes en pedagogische onderwerpen etc. en ook inhoudelijke zaken wat betreft het pedagogisch beleidsplan komen aan de orde. Iedere pedagogisch medewerkster heeft jaarlijks een functioneringsgesprek met een leidinggevende. In een functioneringsgesprek wordt er gekeken naar eventueel eerder gemaakte afspraken. Pedagogisch medewerksters krijgen vooraf een agenda, welke ze door kunnen lezen en dat als leidraad zal dienen voor het gesprek. Van het gesprek wordt een verslag gemaakt en na ondertekening van de pedagogisch medewerkster in het personeelsdossier opgeborgen. Elk personeelslid krijgt een personeelsdossier, hierin worden de vorderingen van een personeelslid bijgehouden. Elke vorm van ontwikkeling (zowel positief als negatief) kan daarin voorkomen.
8.3 Roostering en parttime werken Om er zorg voor te dragen dat de kwaliteit en continuïteit gewaarborgd wordt hebben wij de volgende uitgangspunten bij het samenstellen van het team: Iedere groep heeft een aantal vaste gediplomeerde pedagogisch medewerksters, zij zijn bekend bij de ouders, door middel van voorstellen tijdens het wennen of bij één van de eerste breng- of haalmomenten. Bij ziekte of verlof worden er vaste inval pedagogisch medewerksters ingezet of eventueel een pedagogisch medewerkster die extra inzetbaar is. Zijn deze niet beschikbaar, dan wordt er bij het speciaal op kinderopvang gerichte uitzendbureau een uitzendkracht geregeld. Pedagogisch medewerksters kunnen op een andere groep ingezet worden, mocht dit nodig zijn. Het komt niet voor dat er op een groep 2 uitzendkrachten worden ingezet, bij een eventueel groot aantal zieke pedagogisch medewerksters, wordt er gekeken wat voor de kinderen het meest rustig is en kan het voorkomen dat vaste pedagogisch medewerksters van groep wisselen om ervoor te zorgen dat elke groep zo stabiel mogelijk blijft. Het kan in een incidenteel geval (bijvoorbeeld bij ziekte van één of meerdere leidsters) zo zijn dat de groepen samengevoegd worden. Het leidster kind ratio mag niet in het geding komen. Dreumesen en peuters kunnen samengevoegd worden, aangezien hun dagritme overeenkomt. Als deze situatie zich voordoet dan wordt er bewust gekeken welke kinderen er deze dag zijn en in welke groep de kinderen worden opgevangen. De babygroep wordt in principe niet samengevoegd met een andere groep.
8.4 Stagiaires Kinderopvang 2BKidz is recent in opbouw van organisatie en nog niet werkzaam met stagiaires. De aansluiting met Calibris dient eerst te worden omgezet, wat zeker mogelijk is gezien de aanwezigheid van stagebegeleiders bij 2Bkidz. Dit wordt nader uitgewerkt.
9. Contacten met de Ouders Een goed contact tussen ouders en de pedagogisch medewerksters is de basis voor het welzijn van het kind op de groep. 2Bkidz hecht daarom veel waarde aan goede overlegvormen tussenouders en de pedagogisch medewerksters en ouders en de organisatie. Ouders moeten de gelegenheid krijgen om de pedagogisch medewerksters goed te informeren over de verzorging en opvoeding van hun kind. De pedagogisch medewerkster staat open voor hun opvattingen en past deze toe, voor zover mogelijk binnen het groepsverband van het kinderdagverblijf. Door de opleiding en ervaring van de
Transparant, betrouwbaar en betrokken! Versie 1 september 2014
24
Pedagogisch beleidsplan KDV 2BKidz Dirksland
pedagogisch medewerkster is de pedagogisch medewerkster in staat de ouders te ondersteunen in opvoedingsvraagstukken en eventueel adviezen te geven.
9.1 Privacy Ouders kunnen verzekerd zijn van het feit dat er zorgvuldig omgegaan wordt met persoonlijke gegevens. Het kinderdagverblijf registreert een aantal gegevens van het kind die van belang zijn voor een goede opvang of die vereist worden door de GGD. Deze gegevens worden door de ouders ingevuld op het inschrijfformulier. Hierbij gaat het om informatie als: telefonische bereikbaarheid, allergieën etc. Bij plaatsing wordt er door de locatiemanager een plaatsingsformulier ingevuld waarbij er ruimte is om informatie over het kind te noteren. Ook ontvangen ouders een contract waar de gemaakte afspraken in staan wat betreft de opvang van hun kind. Zowel observatieverslagen als oudercontracten worden opgeborgen in een afgesloten kast. Voorts zullen pedagogisch medewerksters voorzichtig omgaan met informatie over kinderen in hun contacten met andere ouders.
9.2 Plaatsingsbeleid Bij het inschrijven voor de kinderdagopvang wordt gekeken naar de inschrijfdatum, in principe wordt op deze datum ingepland in ons administratiesysteem. Bij plaatsing wordt gekeken in welke groep er plaats is en met eventuele voorkeur voor een groep wordt indien mogelijk, rekening gehouden. Bij de geboorte van het tweede (derde of vierde) kind van de ouders waarvan reeds een kind geplaatst is, hebben de ouders van deze kinderen voorrang. Bij het plaatsen wordt er aan ouders gevraagd een toestemming fotoformulier, vaccinatieformulier. Als er tussen kennismaking en plaatsing een lange periode zit, wordt er vlak voor plaatsing van het kind met de ouders een afspraak gemaakt. Er wordt dan kennis gemaakt met de pedagogisch medewerksters van de desbetreffende groep en er worden afspraken gemaakt over het wennen. Deze worden vastgelegd in het wenschema. Verder worden bijzonderheden besproken over: slapen, eten, medicijngebruik, halen van school etc. Pedagogisch medewerksters vullen met de ouder een plaatsingsformulier in waarop alle gegevens en bijzonderheden van het kind worden genoteerd. In het plaatsingsgesprek zal de pedagogisch medewerkster aangeven dat we werken met diverse werkinstructies en formulieren.
9.3 Kennismakingsgesprek en rondleiding De eerste kennismaking met het kinderopvanglocatie is meestal per telefoon. Er wordt een kennismakingspakket opgestuurd en/ of een afspraak gemaakt met de (aanstaande) ouders. In dit kennismakingspakket kunnen ouders een inschrijfformulier, de algemene voorwaarden, een informatieboekje, een welkomstpresentje en verdere informatie over het kinderdagverblijf lezen. Bij de rondleiding kunnen de ouders de betreffende kinderopvanglocatie uitgebreid bekijken en kunnen zij vragen stellen. Mocht er vanuit de ouders gelegenheid zijn, dan hebben wij zelf de voorkeur om de ouders/verzorgers uit te nodigen op de betreffende locatie.
9.4 Dagelijkse contacten De dagelijkse contacten tussen ouders en pedagogisch medewerksters zijn van groot belang, zowel bij binnenkomst als bij het vertrek aan het einde van de dag. Een goede communicatie tussen ouder en pedagogisch medewerkster zorgt er ook voor dat de aansluiting met thuis en het kinderdagverblijf optimaal is en blijft. Bij het plaatsingsgesprek zal de ouder ook kennis maken met het fenomeen “ schriftje”. In dit schriftje vertellen ouders en pedagogisch medewerksters de dagelijkse bezigheden van het kind. Gezien de huidige technologie en toegankelijkheid vindt dit digitaal plaats. Ouders krijgen hiervoor een unieke Transparant, betrouwbaar en betrokken! Versie 1 september 2014
25
Pedagogisch beleidsplan KDV 2BKidz Dirksland
gebruikersnaam en wachtwoord. De leidsters beschikken op de groep over een tablet, waarop de administratie(zoals aanwezigheid en verplaatsingen) wordt bijgehouden en tevens stukjes van de kinderen in worden genoteerd. Hier komt ook de mogelijkheid om daar direct foto’s aan toe te voegen. De gegevens zijn vervolgens elke dag ’s-Avonds beschikbaar voor de ouders om in te zien en uiteraard op te reageren. Ouders kunnen zelf ook meldingen maken ter voorbereiding op overdrachten.
9.5 Observaties Pedagogisch medewerksters observeren en signaleren de hele dag door. Ze kijken naar de kinderen en volgen zo hun ontwikkeling. Bij de overdracht aan ouders geven zij informatie door over de kinderen. We werken op het kinderdagverblijf met een observatiesysteem. Gedurende de periode dat het kind op het kinderdagverblijf is, wordt het kind op vaste momenten geobserveerd. Buiten de observatieregistratie observeren we ook het welbevinden van kinderen. Als de pedagogisch medewerksters van een groep signaleren dat de ontwikkeling, het welzijn en/ of het gedrag van de kinderen niet geheel volgens “schema” verloopt kunnen zij zelf ook besluiten om een gesprek met ouders aan te vragen. De leidster vult een overdrachtsformulier in vlak voordat een kind de basisschoolleeftijd bereikt. Dit document wordt, na toestemming, naar de basisschool van het kind gestuurd. Mochten de pedagogisch medewerksters via de observatiemethode signaleren dat een kind met een (kleine) achterstand de overgang naar school maakt, dan zullen de pedagogisch medewerksters een zorgboekje invullen. Dit boekje is bedoeld als extra informatie voor de basisschool maar wordt wel aan ouders overhandigd waarna zij het boekje aan school kunnen geven.
9.6 Het mededelingenbord Op alle groepen is een whiteboard waar informatie te vinden is over eten en slapen. Dit bord is geen vervanging van het gesprek met de pedagogisch medewerkster en ouder aan het eind aan de dag, maar dient als een geheugensteuntje en een kort overzicht. In de personeelsruimte/vergaderruimte hangt het mededelingenbord voor het medewerkersteam.
9.7 De nieuwsbrief Elk kwartaal (of vaker indien nodig) verschijnt er een nieuwsbrief van het kinderdagverblijf. Deze nieuwsbrief bevat actuele en beleidszaken. Via dit medium kan het team het geheugen van de ouders opfrissen met betrekking tot bepaalde afspraken. In de tussentijd worden leuke feitjes, wetenswaardigheden, aankondigingen en momenten gedeeld via diverse sociale media, zoals Facebook.
9.8 De ouderavond Het streven van het kinderdagverblijf is om elk jaar een ouder/ thema avond te organiseren. Ook de oudercommissie neemt jaarlijks de organisatie van een ouderavond op zich, elke groep heeft individueel een avond, waarin een videofilm van de kinderen wordt vertoond en er daarbij ook in de vorm van discussie of spel nog een verdere invulling van de avond zal zijn.
9.9 De Oudercommissie Elke locatie van 2Bkidz heeft een oudercommissie, waarbij gestreefd wordt uit elke groep één of meerdere ouders zijn vertegenwoordigd te hebben. De oudercommissie heeft een adviserende rol ten aanzien van de algemene organisatie van het kinderdagverblijf en draagt zelf zorg voor haar nieuwe leden. De oudercommissie kan adviseren over alle zaken die de inhoudelijke kinderopvang betreffen, zoals bijvoorbeeld het pedagogisch beleid. De oudercommissie bepaald hierin zelf de Transparant, betrouwbaar en betrokken! Versie 1 september 2014
26
Pedagogisch beleidsplan KDV 2BKidz Dirksland
structuur van vergaderingen en of hier anderen bij genodigd worden, zoals vanuit het bestuur houder. Er is vanuit elke oudercommissie een reglement opgesteld wat als richtlijn voor de oudercommissie dient. Het kinderdagverblijf en BSO heeft een externe geschillencommissie voor de oudercommissie. Hierbij zijn wij aangesloten via de Branchevereniging Kinderopvang. Daarnaast heeft de oudercommissie de gelegenheid zich met informatie te beroepen op de belangenvereniging voor ouders in de kinderopvang, ofwel Boink.
9.10 Klachtenbehandeling Het kan gebeuren dat er eens iets mis gaat in de communicatie tussen pedagogisch medewerkster en ouders of dat een ouder niet helemaal tevreden is over de opvang van het kind om wat voor reden dan ook. Ervan uitgaande dat een pedagogisch medewerkster op de kinderopvang sociaalvaardig is, zal zij voldoende tact en invoelingsvermogen bezitten om de emoties (want het gaat om kinderen) niet onnodig te doen oplopen. Een klacht ontstaat meestal wanneer communicatie moeizaam verloopt of zelfs helemaal stopt of omdat iemand te laat, niet of onjuist geïnformeerd is. Het behoort tot de taak van de organisatie om in een dergelijke situatie de communicatie weer op gang te brengen. Uitgangspunten hierbij zijn dat de klacht/opmerking serieus genomen wordt en dat het probleem zo snel mogelijk verholpen wordt: het liefst door degene die in eerste instantie bij de klacht/opmerking betrokken is. Zij is immers degene die het meest direct met ouder en kind te maken heeft. De klacht/opmerking wordt gemeld en gerapporteerd bij een van de leidinggevenden. Het kinderdagverblijf beschikt over een klachtenprotocol waarin de procedure voor pedagogisch medewerksters beschreven staat en waarin aandachtsformulieren aanwezig zijn die pedagogisch medewerksters in kunnen vullen indien nodig is. Wanneer een ouder een klacht heeft over de wijze waarop een pedagogisch medewerkster het kind bejegend of verzorgt, dient de ouder deze klacht in eerste instantie bij de pedagogisch medewerkster neer te leggen omdat zij degene is die bij machte zou moeten zijn om een oplossing aan te dragen. Wanneer de betrokken partijen samen niet tot overeenstemming kunnen komen, dan kunnen de pedagogisch medewerkster en/ of ouder zich wenden tot het managementbureau, omdat zij verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de geboden opvang. De pedagogisch medewerksters informeren de leidinggevende altijd als zij een klacht hebben ontvangen. Over het algemeen is interventie van de leidinggevende in het managementbureau voldoende om de communicatie weer op gang te brengen en wordt het probleem naar tevredenheid van betrokken partijen opgelost. Desalniettemin zou het voor kunnen komen dat een ouder een klankbord nodig heeft voor een bepaald probleem. 2BKidz is aangesloten bij de Stichting Klachtencommissie Kinderopvang (sKK). Hier kunnen ouders hun klacht melden voor een objectieve behandeling wanneer gewenst. Deze is te bereiken via links op de website of via www.klachtkinderopvang.nl
9.11 Achterwacht Regeling Het zal niet snel gebeuren dat een pedagogisch medewerker alleen is op de locatie. Maar mocht de leidster-kind ratio in het geding komen, zijn er achterwachten ingesteld. Achterwacht houdt in dat deze mensen bij een calamiteit binnen 15 minuten aanwezig moeten zijn om de groep over te nemen, terwijl de leidster met het kind naar de dokter gaat. In de tussentijd zal ook het managementbureau gebeld worden, deze zal direct schakelen om de achterwacht te vervangen.
Transparant, betrouwbaar en betrokken! Versie 1 september 2014
27
Pedagogisch beleidsplan KDV 2BKidz Dirksland
Melding wordt altijd naar het managementbureau gemaakt via 0187-890170 om voor verdere vervanging te zorgen wanneer nodig. Het managementbureau is ook aanwezig als achterwacht. Buiten kantoortijden voorziet het centrale nummer in een telefooncentrale met optie “achterwacht” om direct naar mobiel door te verbinden.
10. Afsluiting Het pedagogisch beleidsplan wordt aan alle pedagogisch medewerksters uitgereikt. Elke pedagogisch medewerkster die op ons kinderdagverblijf komt werken moet dit pedagogisch beleid lezen én kennen. Zo weten zij hoe er gewerkt wordt op het kinderdagverblijf. Dit wordt getoetst via het protocol aanname nieuwe medewerksters. Via het pedagogisch werkplan is het pedagogisch beleidsplan onderverdeeld in hoofdstukken. Deze worden tijdens een groot teamoverleg uitgebreid besproken. Het is daarmee ook een controle-instrument. Alle ouders die een kind op onze kinderopvanglocatie hebben, kunnen in het bezit komen van een exemplaar van het beleidsplan c.q. er staat een actuele versie op de website van ons kinderdagverblijf inclusief protocollen en formulieren. Op deze manier kunnen ouders toetsen of hetgeen zij ervaren op het kinderdagverblijf strookt met wat in het beleidsplan staat beschreven. Daarnaast kunnen ouders in dit beleidsplan lezen of hun ideeën stroken met die van het kinderdagverblijf, zodat zij weten of zij (nog steeds) de goede keuze maken voor hun kind.
Transparant, betrouwbaar en betrokken! Versie 1 september 2014
28