PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
The following full text is a publisher's version.
For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/94461
Please be advised that this information was generated on 2016-02-14 and may be subject to change.
S e t i- ft r u t m p le * e n
degelijk te hebben beseft dat vooral de rederijkers met
to * Q j f t l t o f i l p a t i ?
hun m aatschappelijk engagem ent veel invloed hadden op de bevolking. Vooral M axim iliaan en diens zoon Philips de Schone hebben pogingen ondernom en om de stedelijke rederijkerij naar hun hand te zetten ter verste vigin g van de eigen positie. In 1493 probeerden zij de rederijkers in de N ederlanden in hun greep te krijgen door de politiek volgzam e kam er van M echelen boven de andere te stellen. Die poging m islukte. Van een m eer positieve benadering getuigt de vorstelijke steun aan een m eertalige literaire w edstrijd in Brussel in datzelfde ja a r en de uitreiking van een gouden ring aan la n van den Dale, de Brusselse dichter die in het hertogdom gold als een van de m eest toonaangevende dichters. Typerend is ook de betrokkenheid van de vorsten bij de religieuze broederschap van Onze-Lieve-Vrouw van de Zeven Weeën. Die broederschap w erd in 1499 opgericht door enkele Brusselse rederijkers van De Lelie, onder w ie stadsdichter la n Sm eken en diens kom paan Jan Pertcheval. Behalve de vorsten sloten veel edellieden zich bij de broederschap aan. Ook een belangrijk hofauteur als Olivier de la M arche liet zijn naam in het ledenboek opnemen. Dat dergelijke initiatieven de door strom ing van de hofcultuur n aar de stedelijke kringen bevorderde, m oge blijken uit de vele N ederlandstalige bew erkingen van Franse hofteksten die vooral in Brussel tot stand kw am en. Colijn Caillieu vertaalde Le pas de la m ort van Am é de M ontgesoie, Jan Pertcheval m aakte een bew erking van Le chevalier délibéré van Olivier de la
► Den Triumphe ende tpalleersel van den vrouwen (Brussel, Thomas van der Noot, 7574) is de vertaling van Le Parement des dames van Olivier de la Marche. Aan de hand van haar kledingstukken krijgt een jonge adellijke vrouw uitgelegd hoe zij zich dient te gedragen.
M arche en de Brusselse boekdrukker Thomas van der Noot - die nauw e banden onderhield m et de rederijkerij - vertaalde van diezelfde auteur Le parem ent des dames. Deze allegorische w erken illustreren dat er naast ver schillen toch nog heel w at raakpunten bestonden tussen h o f en stad.
tuur die vrijw el geen enkele invloed onderging van de literaire ontw ikkelingen in het N ederlands. Veelzeggend is ook dat m eer en m eer edellieden aanslu iting zochten bij de Franstalige hofcultuur. Neem bijvoorbeeld graaf Engelbrecht II van N assau (1451-1504). Terwijl zijn vader en m oeder in Breda een rijke verzam eling aanlegden
6 | Triomf van de Brabantse kunstenaars A. Koldeweij
van Nederlands- en Duitstalige boeken, w aaronder opm erkelijk veel religieus proza, genoot Engelbrecht zijn opvoeding aan het Bourgondische hof. Hij raakte er vol ledig doordrongen van de Franstalige hofcultuur. Als rid der van het Gulden Vlies schafte hij zich tal van h an d schriften aan, w a arvan de m eeste uitzonderlijk mooi en
Het beeld van Brabant, m et de karakteristieke stads- en dorpssilhouetten, robuuste kerktorens, stadhuizen, rijke gotische kapittelkerken, hier en daar grotere kastelen en versterkte huizen up die m aniere van Brabant, kw am
kostbaar geïllustreerd w aren. Ook inhoudelijk sluiten deze handschriften aan bij de sm aak van het hof, m et veel Franstalige ridderrom ans en geschiedkundige w e r
nagenoeg geheel tot stand in de vijftiende en de eerste
ken van hofauteurs. M aar hoe w einig de vorsten en de hoge adel ook op
andere kunstenaars tot ver over de grenzen van het h er togdom. De beeldende kunsten en architectuur uit de
h adden m et N ederlandstalige literatuur, ze lijken w el
jaren 1430-1531 m arkeren de overgang van de
Het hertogdom Brabant tot 1531
|
268
helft van de zestiende eeuw. Bovendien reikte in deze periode de invloed van de Brabantse bouw m eesters en
M iddeleeuwen naar de N ieuwe Tijd. De stilistische a a n duiding van deze periode in de N ederlanden en daarm ee ook voor het hertogdom Brabant is doorgaans het tijd vak van de late gotiek, m aar de karakterisering als vroe ge noordelijke Renaissance komt zeker w at de schilder kunst betreft ook veelvuldig voor. Hoe dan ook, in alle kunstuitingen wordt v a n a f het tw eede decennium van de zestiende eeuw de laatm iddeleeuw se kunst verdron gen door de sterk op de antieken geïnspireerde en v a n uit Italië bepaalde Renaissance, die langs verschillende w egen in het noorden van Europa binnenkw am . Aan het begin van deze periode staat de grootm eester van de Nederlandse schilderkunst Jan van Eijck, v a n a f 1432 gevestigd in de handels- en geldm etropool Brugge en al in 1425 hofschilder geworden van Philips de Goede. Deze Bourgondische hertog w as sinds 1430 ook hertog van Brabant en geleidelijk w erden Brussel en w at later ook
► Interieur van de kerk van Brou, gebouwd in opdracht van Margaretha van Oostenrijk.
Mechelen residentiesteden m et een grote culturele u it
► Petrus Alamire was een veelzijdig musicus, kalligraaf en miniaturist, die vooralfaam verwierf door de bijzondere
straling. Het einde van de ‘vroegnederlandse gouden eeuw ’ w erd als het w are aangekondigd door een schilder
muziekhandschriften die hij vervaardigde.
als Jheronim us Bosch (circa 1450-1516), w erkzaam te ’s-Hertogenbosch dat, al w as het een van de vier oude Brabantse hoofdsteden, evenals Leuven veel aan belang had ingeboet ten opzichte van de overige twee, Antwerpen en Brussel. De definitieve breuk m et de m iddeleeuw se tradities wordt echter op de m eest schit terende wijze gem arkeerd door het h of van M argaretha van Oostenrijk (1480-1530) te M echelen dat tevens fu n geerde als artistiek centrum. M argaretha, in 1480 gebo ren te Brussel als dochter van keizer M axim iliaan en M aria van Bourgondië, om gaf zich m et schilders als Bernard van Orley, m et intellectuelen als de dichter en geschiedschrijver Jean Lemaire de Beiges, de geestelijke en hum anist Hieronym us van Busleyden en Erasmus. Aan de Brusselse m eester-bouwer Lodewijk van Bodegem gaf ze opdracht om ter nagedachtenis van haar echtgenoot Philibert de Savoy (t 1504) een kerk m et priorij te bouw en in Brou bij Bourg-en-Bresse (1505-1531). Het zou een va n de laatste hoogtepunten w orden van de Brabantse gotiek. Terwijl m uzikanten in grote aantallen wegtrokken uit de N ederlanden n aar zo goed als alle Europese hoven, b leef onder anderen de begaafde Pierre de la Rue in M echelen. Er w as aan het M echelse h o f een voorkeur voor luxueuze tapijten en rijk verluchte h and schriften, die vaak ook als prestigieuze geschenken w e r den uitgew isseld tussen de Europese hoven. Op gebied van kostbare m uziekhandschriften w erd in de nabijheid van het M echelse h o f het allerhoogste niveau bereikt, met nam e door de m uziekschrijver en verluchter Petrus Alamire. Deze Alam ire, een door hem zelf gekozen m uzi kaal pseudoniem (a-la-mi-re), illustreert tevens het internationale karakter van de vroeg zestiende-eeuw se elitecultuur: in de latere vijftiende eeu w w as hij onder
269
Het hart van de Bourgondische en Habsburgse Nederlanden
zonder de im plicatie van een verdedigbare stedelijke zelfstandigheid die conflicten kon aangaan m et de cen trale overheid of m et andere steden. In de eerste helft van de vijftiende eeuw w erd onder leiding van onder anderen Jacob van Thienen (ofwel Gobertange) en Jan Bornoy het Brusselse stadhuis gerealiseerd. Karei de Stoute, als hertog van Bourgondië én van Brabant, legde in 1444 de eerste steen voor de rechtervleugel. Het Brusselse stadhuis kreeg w el een hoge toren (97 m), m aar die had geen belfortfunctie. Het kleinere Leuvense stadhuis van bouw m eester M athijs de Layens ontstond in de periode w aarin duide lijk w erd dat de aloude hoofdstad van het hertogdom Brabant overschaduwd w erd door het sterk groeiende Brussel. De geplande toren kon w egen s de bodem ge steldheid niet w orden gerealiseerd. Het rijzige en over dadig gedecoreerde ‘voorste huis’, opgericht tu ssen 1448 en 1460, kreeg onder m eer een grote feestzaal, w aar belangrijke evenem enten m oesten plaatsvinden zoals ► Van de geplande twee westelijke torens van de Antwerpse Onze-Lieve-Vrouwekerk werd alleen de noordelijke toren gerealiseerd.
► Het uitbundig gedecoreerde, laatgotische stadhuis van Leuven, ontworpen door bouwmeester Mathijs de Layens. zijn eigen naam Im hoff uit Neurenberg naar 's-Hertogenbosch gekom en en al snel m aakte hij via A ntw erpen en M echelen carrière. Behalve dat hij een buitengew oon begaafd m uziekschrijver/m iniaturist w as, die heen en w eer trok tussen de verschillende Europese hoven, handelde hij ook in m uziekinstrum en ten en w as hij actief als diplom aat en spion.
a | Bouwkunst Stadhuizen en belforten De politieke en econom ische verschuiving die in de v ijf tiende eeuw plaatsvond, komt duidelijk n aar voren in de m eest representatieve stedelijke bouw w erken, de stad huizen. De vrijstaande, burchtachtige belforten, als ‘stadsdonjon' m et luidklokken en een stedelijke kluis voor de charters en dergelijke, die letterlijk sym bool w aren voor de sterke stedelijke autonom ie, w erden niet m eer gebouwd. De Bourgondische hertogen hadden een einde gem aakt aan de zelfstandigheidsdrang van de ste den. De betrekkelijk open, rijk gedecoreerde en k w etsba re raadhuizen gaven uitdrukking aan het lokale prestige, de w elvaart en het culturele ontw ikkelingsniveau, m aar Het hertogdom Brabant tot 1531
|
2JO
het inzw eren van de nieuw e hertog. In Brussel ontbrak een dergelijke zaal, m aar Philips de Goede dwong de Brusselaars a f er een te bouw en bij zijn paleiscom plex. Deze enorme m aar uiterst sobere Aula M agna (45 x 17 m) uit 1452-1460 is in 1731 tegelijk m et het verdere com plex afgebrand. In Leuven bleef als belfort, m et de stadsklok ken en de versterkte brandvrije kam er voor de privileges en dergelijke, de w esttoren van de Sint-Pieterskerk in gebruik. Na een kerkbrand in het m idden van de v ijf tiende eeuw w erd de toren daarom door de stad en de burgerij provisorisch hersteld. Om dezelfde reden w erd in A ntw erpen de bouw van de noordelijke w esttoren van de Onze-Lieve-Vrouwekerk
gereconstrueerde - kerk van dezelfde bouwers, is uit gevoerd in kleurrijke afw isselin g van baksteenbouw m et sierelem enten van w itte zandsteen. Hoe groot het prestige en de uitstraling van de Brabantse gotiek m et haar karakteristieke m ateriaal, bouw- en decoratievorm en in de loop van de vijftiende eeuw w el niet w as, blijkt onder m eer uit de buiten Brabant gebouwde stadhuizen. Veere, M iddelburg en Gent zijn er slechts drie uit een hele reeks. Een laat voor beeld is het fraaie stadhuis van Culemborg (1534-1539), gesticht door Elisabeth van Culemborg en haar tw eede echtgenoot Antoon de Lalaing, graaf van Hoogstraten; dit laatste verklaart dat het w erd ontworpen door Rombout Keldermans, die in Hoogstraten niet alleen
door de stad gefinancierd. Van de voorgenom en v ijf torens van deze grote laatgotische stadskerk, w a araan van 1419 tot 1520 w erd gebouwd, is dit 'kerkbelfort' de enige die voltooid werd. Het bovenste deel is uitbundig, verregaand opengew erkt en transparant opgebouwd uit verticale dragende elem enten, dunne w and en en vrij
Het ‘im p erium ’ Kelderm ans Het M echelse geslacht van de Kelderm ansen, bou w
toegepaste typisch laatgotische ornam entiek.
m eesters, steenhouw ers en tevens steenhandelaars, w as
's-Hertogenbosch, de vierde Brabantse hoofdstad, bezat een stadhuis m et een volledig ingebouw de toren, dat w as sam engesteld uit verschillende oudere panden. Het resultaat va n een ingrijpende verbouw in g uit 1529-
kerk en stadhuis bouwde, m aar ook het kasteel in 1525 veranderde in een prinselijke residentie.
van grote invloed op de bloei van de Brabantse gotiek van de vijftiende tot het m idden van de zestiende eeuw. Van de Brusselse beeldhouw er Jan van M ansdale of Kelderm ans tot de laatste vertegenwoordigers van deze
1533 is bekend van schilderijen en tekeningen, onder m eer van Pieter Saenredam uit 1632. De brede laatgo ti
fam ilie in de zestiende eeuw hebben zij de laatgotische architectuur in Brabant, m aar ook in Vlaanderen,
sche w itstenen gevel, m et al enkele renaissance-decoraties, w as ontworpen door bouw m eester en steenhouw er
Holland en Zeeland sterk bepaald. Rombout II, de laatste van de Kelderm ansen, w as een geniaal torenbouwer en
Jan Darkennis. M idden tegen de centrale pui stonden,
speelde een belangrijke rol als burgerlijk en m ilitair bouwm eester.
juist boven het w ap en van keizer Karei V, vier beelden van hertogen van Brabant. Hun m aker Jan Darkennis behoort tot de laatste generatie grote bouw m eesters van de Brabantse gotiek. Hij w as afkom stig uit H enegouw en en werkte van 1521 tot 1572 als m eestersteenhouw er aan de Sint-Janskerk in ’s-Hertogenbosch. Hij had bovendien een eigen w erkplaats en w as actief bij bouw projecten en als natuursteenhandelaar tot ver buiten de hertogstad. Een laat voorbeeld van een Brabants stadhuis met toren is dat van H erentals in de Kempen. In de vijftiende
Van de torens van de Sint-Goedele in Brussel tot de Sint-Laurens in A lkm aar staat er bijna geen enkele grote vijftiende-eeuw se kerk of de Kelderm ansen hadden erm ee te m aken. Ook voor de rechtspleging en het bestuur kw am en laatgotische gebouw en onder hun toezicht tot stand, zoals het Broodhuis te Brussel (1515, ontwerp Antoon II), of het Paleis van de Grote Raad te M echelen (1526, ontw erp Rombout II). Als kastelen- en vestingbouw ers w erkten ze voor of onder de invloedssfeer van de hertogen. Anthonis
eeuw werd een nieuwe, prestigieuze hal opgericht in witte Gobertanger steen. In 1512 brandde deze volledig
Kelderm ans w as in 1492 betrokken bij de bouw van het
af, w aarn a v a n a f 1534 nieuw bouw volgde, nog in de
blokhuis te M echelen en bij de om w alling van het
Brabants-gotische traditie m et een ranke toren van bak steen m et w itte natuurstenen banden, zogeheten
kasteel van W ouw voor de heren van Bergen op Zoom. Bij een hele reeks van kastelen w erden fortificaties aan gelegd, zoals Hoogstraten, Buren, IJsselstein, Grave en
‘speklagen’, stilistisch verw an t aan de Kem pische kerk torens. In de jaren dertig w erd de Renaissance dom inant boven de laatgotiek, zoals blijkt uit de raadhuizen van Zoutleeuw en Hoogstraten, beide n aar ontw erp van Rombout II Kelderm ans. Dat van Zoutleeuw (1530-1539) kreeg een kostbare gebeeldhouw de voorgevel. Het stad huis van Hoogstraten (1530-1534, na de Tweede Wereldoorlog volledig herbouwd), naast de - eveneens
Breda w a a r nog de geschutstorens van om streeks 1520 naast het Spanjaardsgat resteren. Rombout II Kelderm ans had als keizerlijk bouw m eester ofw el ‘werckm eester g en era a l’ onder Karei V toezicht over de fortificaties rondom Gelre. Als zodanig w as hij actief in vele plaatsen, Schoonhoven Gorinchem, Leerdam, ’s-Hertogenbosch, Valkenburg en Montfoort. Voor de m arkies van Bergen op Zoom bouw den
271
Het hart van de Bourgondische en Habsburgse Nederlanden
A nthonis Kelderm ans en zijn zoon Rombout een royaal stadspaleis, het M arkiezenhof (1485-1532). Dit gebouw is in zijn laatgotische vorm m et trapgevels en b in n en plaats direct verw ant aan de baksteengotiek van het Hof va n Savoye in M echelen - w aaraan Rombout ook zijn aandeel leverde (1507-1525) - en het H of van Busleyden (1503-1508), eveneens in M echelen. Anthonis Kelderm ans w as sinds 1476 stadsbouw m eester van Bergen op Zoom en na zijn dood in 1512 zetten zijn zoons Antoon en Rombout daar zijn w erkzaam heden voort. Ook opdrachten voor grote en opvallende stadskerken voerden de Kelderm ansen tot ver buiten Brabant, bij voorbeeld de Oude Kerk in Delft, de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Veere, de Gertrudiskerk in Bergen op Zoom, de Willibrorduskerk van Hulst en de Laurenskerk in Alkmaar. Als bouw m eester-beeldhouw er w aren de Kelderm ansen, evenals de m eeste van hun vakbroeders, behoorlijk veelzijdig. Voor de Zeeuwse stad M iddelburg bijvoorbeeld m aakte Antoon Kelderm ans in 1485 een ste nen galg en M attheus Kelderm ans leverde in 1492 de schandpaal. Vaak w erd m et andere kunstenaars sam en gewerkt, zoals in geval van een ontwerp door Antoon Kelderm ans uit 1509 voor een groot hek in het B aliënhof te Brussel. De beelden die er op m oesten kom en, w erden - zover het m enselijke figu ren zijn - ontw orpen door de schilder Jan van Roome en de dieren door de schilder Jacob van Lathem; alle m odellen w erden gesneden door de beeldhouw er Jan Borm ans en vervolgens gegoten in koper door een gespecialiseerde geelgieter. Kenm erkend voor de late Brabantse gotiek is de w e rk w ijze van de fam ilie Keldermans. In hun w erkplaatsen te M echelen lieten zij de natuurstenen bouwdelen als bogen, traceringen, gew elfribben en kapitelen houwen en voorzien van profilerin gen en eventuele verdere
w eten A m m ersoyen (tweede kw art veertiende eeuw) en H elm ond (1402-1405). Ook het kasteel Strijen (eind der tiende eeuw), op de grens van Holland en Brabant, en dat van Eindhoven (begin vijftiende eeuw) w aren van dit type en gebouwd door de hoge adel. Opmerkelijk voor de tw ee jongste, Helm ond en Eindhoven, is dat ze beide w erden gebouwd als onderdeel van een stads om walling, evenals kasteel Schoonhoven dat nog in 1524 - w ellicht als laatste voorbeeld van zo’n com binatie w erd gebouwd door Rombout Kelderm ans. In Brabant vinden w e ook oudere burchten. Het kasteel van Beersel, tu ssen Brussel en Halle, dateert van om streeks 1300. Het w erd in 1488 door Brussel verw oest en v a n a f 1491 h er steld. Het kasteel van Gaasbeek, om streeks 1280 opge richt door hertog Godfried I ter verdediging van Brussel tegen V laanderen en Henegouwen, w erd om streeks 1400 herbouw d en in het begin van de zestiende eeuw gew ijzigd in een bakstenen renaissancekasteel. Het kasteel van Bouchout, ten noordw esten van Brussel, w as in de late tw aalfd e eeuw opgericht en in veel latere tijd zodanig gew ijzigd dat nu alleen nog een laat vijftiendeeeuw se w achttoren herinnert aan het defensieve, m iddeleeuw se karakter. In Vilvoorde had W enceslas van Luxem burg als hertog van Brabant (1354-1383) een kasteel gebouwd om zijn m acht ten opzichte van Brussel en Leuven te handhaven. Bij A ntw erpen is het kasteel van Vorselaar verm eldensw aard (dertiende eeuw, ver bouwd in de vijftiende en opnieuw in de zeventiende en achttiende eeuw) en vooral het Steen in de stad zelf aan de Schelde. Dit in de vroege tw aalfd e eeuw gebouwde verblijf van de m arkgraaf op de plaats van een negendeeeuw se vluchtburg, had geen echte defensieve rol m eer nadat in de dertiende eeuw de eerste stadsom w alling w as aangelegd. Omstreeks 1520 w erd het Steen onder
sculptuur. Vervolgens w erden deze bouw delen getrans
keizer Karei V grondig verbouwd door de bouw m eesters
porteerd naar de plaats van bestem m ing, w a a r ze hoog stens nog pas gem aakt m oesten w orden om hun plaats in de bouw w erken te krijgen. Deze aanpak w as efficiënt, er w erd niet m eer verscheept dan nodig w as en de
Domien de W aghem akere en Rombout Kelderm ans. Hun zandstenen bovenbouw is goed te onderscheiden van de oorspronkelijke onderbouw in Doornikse steen. Het type van het compacte zaaltorenkasteel w as in Noord-
steeds terugkerende onderdelen konden op voorraad worden gehouwen.
Brabant vertegenw oordigd in Gemert (omstreeks 1400) en Bokhoven (kort na 1365).
Kastelen en versterkte huizen
van om grachte adellijke huizen of ‘stenen kam ers’ gebouwd, die de overgang vorm en van het verdedigbare
V anaf het m idden van de vijftiende eeuw w erden tal Het Vredenburg te Utrecht, ontworpen door Rombout II Kelderm ans en gebouwd tussen 1529 en 1535 in opdracht van keizer Karei V, m arkeert - zoals de archeoloog en hoogleraar kastelenkunde prof. Hans Jan ssen het form u leerde - ‘de definitieve scheiding van w onen en verdedi ging binnen één com plex en daarm ee het einde van het m iddeleeuw se kasteel'. De beste in de N ederlanden bew aarde voorbeelden van het vierhoekige m iddel eeuw se kasteel, m et uitspringende ronde hoektorens en woonvleugels tegen de zijden, staan in Brabant, te Het hertogdom Brabant tot 1531
|
2~]2
kasteel naar de adellijke w oning. Voorbeelden zijn M aurick, Croy, Asten, Gageldonck, Ter Weer, Tilburg en m eer zuidelijk het grootse kasteel van Arenberg, Heverlee. Dit laatste w erd in het begin van de zestiende eeu w opgetrokken uit baksteen en zandsteen in een laatgotische stijl, verrijkt m et renaissance-elem enten. Soms w erden de laatgotische, dan w el vroeg-renaissancistische residenties deels gegrondvest op een oudere oorsprong. Voorbeelden hiervoor zijn het kasteel
Bossenstein in Broechem, het kasteel Cleydal in A artselaar en het kasteel van Horst in Sint-Pieters-Rode bij Leuven. Telkens w eer w aren dezelfde bouw m eesters actief voor zowel de w ereldlijke overheid en de kerk als voor particulieren. Het slotje M aurick te Vught bijvoor beeld w erd tussen 1504 en 1509 gebouw d naar ontwerp van Jan Heyns, bouw m eester van het schip van de Sint jan in ’s-Hertogenbosch. Het adellijk bouw en in Brabant w erd in de zestiende eeuw zelfs aangeduid als up die m aniere van Brabant, w aarm ee w erd gedoeld op de rode bakstenen residentië le gebouwen m et de w itte natuurstenen accenten, in de vorm van vier regelm atig opgezette vleugels rond een rechthoekig of vierkant binnenhof, soms m et open of halfopen galerijen, overw elfde vierkante trappenhuizen, hoge dakstoelen bedekt m et leien, vierkante hoektorens
► Het kasteel van Ammersoyen in het noorden van Brabant biedt een goed beeld van het vierhoekige middeleeuwse
m et uivorm ige bekroning. In 1462 w erd deze m anier van
kasteel met uitspringende ronde hoeken en woonvleugels tegen de zijden.
bouwen voor hertog Philips de Goede toegepast te Rijsel. In de late vijftiende en vroege zestiende eeuw bouwden met nam e Andries I en Rombout II Keldermans in deze ‘stijl’ voor de Brabants-Bourgondische elite, in M echelen voor landvoogdes M argareta van Oostenrijk, in Hoogstraten voor haar bescherm eling Antoon van Lalaing, in Bergen op Zoom voor h aar kam erheer Jan van Glymes en diens verw anten, verm oedelijk ook in Heverlee voor de Bourgondische regent W illem van Croy, de mentor van de jonge Karei V, en tenslotte in Brussel en Breda voor de Nassau's. Een van de opvallendste ken merken van de Brabantse bouw w ijze zoals w erd bepaald door de fa m ilie Kelderm ans rond 1500, w aren de ‘spekla gen', baksteen en natuursteen, één laag w itte natuur steen afgew isseld m et v ijf of zes lagen rode baksteen. Albrecht Dürer m erkte in zijn dagboek van de reis door de Nederlanden op dat dit effect nog opzettelijk werd versterkt door rode en w itte pleister over de gebruikte m aterialen heen te zetten. Brabantse kerktorens De kerktorens zijn in het bijzonder beeldbepalend voor de Brabantse laatgotische architectuur. De kerkbouw van de vijftiende en vroege zestiende eeuw is bijna steeds een voortzetting of aanpassing van oudere archi tectuur. Op veel plaatsen kw am in deze laatste periode van de M iddeleeuw en een toren of torenbekroning tot stand als zelfstandig en vooral ook representatief bouw deel in de vorm en va n de rijke Brabantse laatgotiek. Een drietal vieringtorens neem t in deze torenbouw een uitzonderingspositie in: de grote kapittelkerken te Leuven, 's-Hertogenbosch en A ntw erpen kregen in res pectievelijk 1459,1523-1529 en circa 1530 op de kruising van schip, koor en transept een hoge, de hem el in prie mende torenspits, w aardoor de kruisvorm van de kerken extra w erd benadrukt.
Ruim een kw art eeuw eerder, in 1509, w aren toren kruis en w eerh aan geplaatst op de hoge houten uivor m ige bekroning van de ingebouw de w esttoren van de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Breda. Deze toren, begonnen in 1468, w erd in één doorlopende bouw cam pagne tot volle hoogte opgetrokken. Al in 1503 had de M echelse gieter Sim on W aghevens ter plekke in Breda drie luidklokken gegoten, gevolgd door een voorslag van zes klokken uit 1511, gekoppeld aan een torenuurwerk. In Brabant hadden bijvoorbeeld Bergen op Zoom (1484), M echelen (Sint-Rombout 1498), 's-Hertogenbosch (1505) en A ntw erpen (1509) al eerder een tijdsaanduiding in de vorm va n een torenuurwerk m et voorslag. In h eel een voudige vorm hadden al v a n a f 1381 in Brussel en va n a f 1434 in M echelen enkele klokjes als voorslag geklonken vóór de uurslag, m aar pas om streeks 1480 kw am de ont w ikkelin g op gang naar grotere m elodische voorslagen en carillons. Belangrijk in die ontw ikkeling w as de abdij Park te Heverlee bij Leuven, w a a r in 1479 vier klokken als voorslag een M arialied lieten klinken. Een volgende stap w as de aankoop in 1503 door de abdij van Averbode bij de Bossche klokgieter W illem M oer van v ijf kleine klok ken die op het hele uur een andere geestelijke melodie lieten horen dan op het halve uur. Toen deze klokken al in 1519 w erden hergoten door Jaspar Moer, de broer van W illem, w erd voor het eerst (!) ook over de toonhoogte gesproken. Inm iddels w as de beiaard ontstaan, een reeks op toon gestem de en vanuit een klavier te bespelen klokken, zo algem een geassocieerd m et Nederlandse en vooral ook Brabantse torens. Met de hand op klokken gespeelde m elodieën zouden volgens een V laam se kro niek al in 1478 te Duinkerken hebben geklonken, w aarn a berichten uit A ntw erpen voor 1480 en 1482 dit aller vroegste beiaardspel bevestigen.
273
|
Het hart van de Bourgondische en Habsburgse Nederlanden
Bijna alle stedelijke parochiekerken kregen in de v ijf tiende eeuw een prestigieuze westtoren, terw ijl m en in enkele bijzondere gevallen zoals in A ntw erpen en Leuven voortging op een nog niet gerealiseerd w estfront m et m eer torens. Ook bij de Brusselse kapittelkerk van Sint-M ichiel en Sint-Goedele w as dit het geval, m aar
torenloos, m aar rijk voorzien van hogels, kruisbloem en en overige gotische ornam entiek, heeft het uiterlijk van een reusachtig uitvergroot schrijn, w at deze in feite ook is voor het m iraculeuze M ariabeeldje dat in 1304 tot haar stichting had geleid. De W aldetrudiskerk in Herentals, begonnen in de veertiende eeuw, kreeg in 1449 haar kooroverw elving en het schip w erd gerealiseerd van 1453
daar w erd de bouw van de torens stopgezet in 1451 (zuidertoren) en 1475 (noordertoren), nog voordat m et de spits een begin w as gem aakt. Ook nagenoeg alle andere
tot na 1479. Aan de nooit voltooide Sint-Sulpitiuskerk in Diest w erd voortgebouwd tot 1534. Het transept van de
torenprojecten w aren zo gigantisch dat er eeuw en nodig
Leuvense Sint-Pieterskerk kon in 1475 w orden overw elfd
zouden zijn gew eest om ze te realiseren, eeuw en die door de naderende Reform atie niet beschikbaar w aren.
door bouw m eester M atheus de Layens en vervolgens ook het schip. N aar ontwerp van bouwm eester-
Vele torens bleven dan ook op m inder dan de geam b i
beeldhouw er Alard Duhameel, die vooral in
eerde hoogte steken, bijvoorbeeld de zuidwesttoren van de Onze-Lieve-Vrouwekerk te A ntw erpen en in
's-Hertogenbosch m aar ook in A ntw erpen actief was, kreeg de zuidertranseptgevel in 1497 een portaal. De
M echelen de w esttoren van de Sint-Rombouts (1452-
Layens leidde ook de uitbreidingen aan de zuidzijde van
1520), of buiten het hertogdom de 'Brabantse' Sint-
de Sint-Leonarduskerk te Zoutleeuw. Te 's-Hertogenbosch w erden in de tw eede helft van de vijftien de en het begin van de zestiende eeuw het transept en het schip hoger
Lievensm onstertoren te Zierikzee, w a arvan alleen de in 1454 begonnen torenrom p overbleef. In enkele gevallen w aren zoveel financíele m iddelen voorhanden dat de toren w èl kon w orden voltooid. De onder leiding van Rombout Kelderm ans gebouwde, 105 m eter hoge toren van de laatgotische Sint-Catharinakerk (1525-1550) te
opgetrokken en overwelfd, de oudere bakstenen toren w erd verhoogd en voorzien van een spits. Van 1478 tot rond 1495 w as Alard Duham eel de leidende bouw
Hoogstraten, binnen tien ja a r voltooid, spant daarbij de
m eester; hij ontw ierp de zeer rijke kapel van de LieveVrouwe-Broederschap aan de noordzijde van het koor en
kroon. Deze bakstenen interpretatie van het M echelse voorbeeld, gefinancierd door de puissant rijke graaf
onder zijn supervisie kw am het zuidertranseptportaal tot stand. De Bossche kerk, die geheel m et stenen rib
A ntoine de Lalaing, w erd in 1546 voltooid. Het bovenste
gew elven is overkluisd en uitw en dig wordt geschoord
deel is een achtkant, opnieuw bekroond m et een karak teristieke ui-vorm of bollespil, zoals in Breda.
door rijk gedecoreerde steunberen en luchtbogen, is een van de m eest indrukwekkende voorbeelden van de
Soortgelijke m onum entale laatgotische rode-bakstenen torens, doorspekt m et w itte zandsteen en m eer in het noorden m et lagen tufsteen, kom en op vele plaatsen in de Kem pen voor. Een heel laat voorbeeld is de toren van de Lam bertuskerk in Vught, baksteen m et naar boven toe sm aller wordende lagen tuf, die pas om streeks 1560 w erd gebouwd. Andere, kleinere dorpskerken in noorde lijk Brabant kregen in de vijftiende en eerste helft van de zestiende eeuw een betrekkelijk gedrongen, geheel bakstenen w esttoren m et overhoekse steunberen.
Brabantse interpretatie van de rijpe Franse gotiek. Deze kerk w erd echt Brabants m et onder m eer de verticale lij nen die ononderbroken van basem ent tot gew elfsleu tel lopen, de grote M ariakapel tegen de noordzijde van het koor en het hoge, m et sierlijk m aasw erk betraliede triforium. Een soortgelijk triforium kom t ook voor in de SintRombout en de Onze-Lieve-Vrouw-over-de-Dijle in M echelen, de Sint-Gum m arus te Lier en de Onze-LieveVrouwekerk te Breda. N aar plann en van de stadsbouw m eester van Antwerpen, M eester Everaart Spoorwater, w as in 1443 begonnen aan het koor van de Gertrudiskerk
Laatgotische kerkbouw Veel bouw projecten van grotere kapittelkerken liepen door tot in de vijftiende en zestiende eeuw, om pas bij de Reform atie definitief stil te vallen. Ook aan kleinere dorpskerken w erd in de decennia rond 1500 dikw ijls nog gebouwd; soms w ilde m en schip en transept hoger optrekken of w erden koor en absis ruim er en lichter gem aakt. Van nogal w at m iddeleeuw se kerken werd zodoende het aanzien sterk bepaald door de uitbreidin
te Bergen op Zoom, w aarvan de bouw door Kelderm ansen w erd voortgezet tot in het derde decenni um van de zestiende eeuw. In de Kem pen w as baksteen het m eest gebruikte m ateriaal, veelal voor kleinere ker ken, die nogal eens voorzien zijn van houten to n gew el ven. Net buiten Brabant, in het V laam se Aalst, w erd in het laatste kw art van de vijftiende eeuw tot de godsdienst
gen, verbouw ingen en toevoegingen, zowel architectura le als m eer decoratieve.
troebelen van om streeks 1570 een grote Brabantsgotische kerk gebouwd. Deze kerk is aan de buitenkant betrekkelijk sober, in het interieur zien w e de ronde zui
In Brussel werd de bouw van de Onze-Lieve-Vrouw-
len m et het Brabantse koolbladkapiteel, en het triforium
van-de-Zavelkerk afgesloten in 1549. De gehele kerk, Het hertogdom Brabant tot 1531
|
is teruggebracht tot een borstw ering of balustrade.
274
► Het zuidertranseptportaal van de Bossche Sint-Jan kwam aan het eind van de vijftiende eeuw tot stand onder lei
► In de beeldsnijkunst werd een bijzonder niveau bereikt door de Meester van de Heiligenbeelden uit het klooster
ding van bouwmeester Alard Du ha meel.
Koudewater bij 's-Hertogenbosch.
Hiermee komt de kerk van A alst overeen m et enkele ker ken uit de late vijftiende en vroege zestiende eeuw te
b | Beeldhouwkunst
Antwerpen, w a a rin de invloed van de grote Onze-LieveVrouwekerk m erkbaar is. In de zestiende eeuw ver
De laatgotische beeldhouw kunst in Brabant wordt
scheen ook de gelede pijler w eer m eer in de Brabantse
liteit is groot, w aarbij zich enig verschil in stijl en karak ter voordoet tu ssen de verschillende centra, Brussel, Leuven, M echelen en Antwerpen. Incidenteel kw am en
gotiek, bijvoorbeeld onder Antoon Kelderm ans in de Sint-Gertrudiskerk te Bergen op Zoom (1489). Lodewijk van Boghem paste gelede pijlers toe in de Sacram entskapel die hij van 1533 tot 1539 bouwde tegen
gekenm erkt door een hoge graad van realism e. De k w a
ook buiten deze vier steden m eester-beeldsnijders voor, w aarvan een enkeling ook op het hoogste niveau w erkte
de Sint-M ichiel en Sint-Goedele te Brussel. Als voorbeeld voor deze kapel, die w erd gebouw d in opdracht van
zoals de anoniem e M eester van de H eiligenbeelden uit het Klooster Koudew ater bij ’s-Hertogenbosch. V anaf het
landvoogdes M aria va n Hongarije, diende de reeds genoem de laat vijftiende-eeuw se Broederschapskapel
laatste kw art van de vijftiende eeuw w erd de positie van
aan de Sint-Jan te ’s-Hertogenbosch. Ook in de Brabantsgotische priorijkerk, onder leiding van de Brusselse bouw m eester Lodewijk van Bodegem en in opdracht van M argaretha van Oostenrijk gebouw d te Brou bij Bourgen-Bresse (1505-1531), kom en de rijk geprofileerde pijlers
A ntw erpen sterk dom inant: daar w as de grootste m arkt en daar ontwikkelde zich de grootste productie. In M echelen k w am tegelijkertijd een zeer karakteristieke, hoog gespecialiseerde eigen productie tot stand, terw ijl Brussel en Leuven het in feite tegen A ntw erpen m oesten afleggen. De sculptuur van de vijftiende en de eerste
voor die de verticale lijnen en de bouw structuur van de scheibogen en gew elfribben ook visu eel tot op het vloer-
gieus van karakter, al w aren er uiteraard ook profane
niveau afleiden.
opdrachten, zij het in aanzienlijk m indere mate.
decennia van de zestiende eeuw is voornam elijk reli
275
|
Het hart van de Bourgondische en Habsburgse Nederlanden
voerde sacram entstoren in de Sint-Jacob te Leuven w erd in 1538 vervaardigd door de B russelaar Gabriël van den Bruynen en lijkt een virtuoze repliek van de bekroning van de Antw erpse Onze-Lieve-Vrouwekerk. De reeks sacram entstorens wordt afgesloten m et de volledig renaissancistische vertaling van het gotische type in de Leonarduskerk te Zoutleeuw. Dit m eesterw erk uit 15501552, opnieuw in w itte Avesnessteen, is van de hand van de Antw erpse beeldhouw er Cornelis II Floris de Vriendt en is van onder tot boven gedecoreerd m et voorstellin gen en figuren die zinspelen op de eucharistie. ► Hoogst uitzonderlijk is de reeks gebeeldhouwde figuren die vanaf omstreeks 1500 werd geplaatst op de luchtbogen van het schip en het transept van de Sint-Jan van ’s-Hertogenbosch.
Oxalen Tegen het einde van de vijftiende eeu w verschijnen in de N ederlanden de laatgotische, vaak fijn gebeeldhouw de stenen oxalen, die het koor scheiden van het transept en de verdere kerk. In kleinere kerken kon deze koor-
De religieuze sculptuur w as deels bedoeld voor privédevotie. Deze is dan ook van klein form aat en toont een grote em otionaliteit. Vooral in M echelen kw am een grootschalige productie op gang van zeer innem ende heiligenbeeldjes. Van een ongelooflijk raffinem ent is het laatgotische, verm oedelijk exclusief Brabantse en zeer kleinschalige beeldsnijw erk in palm hout (buxus) van ‘gebedsnoten’ en andere m iniatuur-objecten. Veel laatgotische beelden in hout en steen w erden in de kerken geplaatst. A an de buitenzijde bevond zich nauw elijks m eer dan bouwsculptuur, zoals de hoogst uitzonderlijke luchtboogfiguren van om streeks 1500 op de Sint-Jan te 's-Hertogenbosch. Bij uitzondering stond bij een begraafplaats of tegen een kerk w el een Calvariegroep of w as een huis of in stellin g door een beeldhouw w erk gemarkeerd. Zo w as de laatgotische poort van het Bossche Geefhuis getooid m et een in eikenhout uitgestoken voorstelling (circa 1520-1530) van de arm enbedeling zoals die daar plaatsvond. Sacramentstorens Letterlijk een hoogtepunt van klein-architectuur in de grotere kapittelkerken w aren de vaak zeer fijn uitge w erkte sacram entstorens. Deze m eestal in steen u itge voerde liturgische 'kast' ter opberging van de geconsa creerde eucharistie, als w as het een reusachtige m on strans, had haar vaste plaats aan de noordzijde van het koor. In Breda en 's-Hertogenbosch resteren slechts restanten van schilderingen op de plaats w a a r het sacram entshuis zich bevond. In de Sint-M artinuskerk te Halle is het sacram entshuis uit 1409 voorzien van iconogra fisch toepasselijke reliëfs m et als belangrijkste de voor stelling van het Laatste Avondm aal. De sacram entstoren in de Sint-Pieter te Leuven w erd om streeks 1450 ontw or pen door de toenm alige bouw m eester van de kerk, M atheus de Layens. De eveneens in A vesnessteen uitge Het hertogdom Brabant tot 1531
|
276
afscheiding ook van hout zijn, zoals het vijftiende-eeuw se oxaal uit het kerkje van Helvoirt, thans in het Rijks m useum te Am sterdam . Evenals in de architectuur ging ► Halverwege de zestiende eeuw vervaardigde de Antwerpse beeldhouwer Cornelis II Floris de Vriendt de geheel renais sancistisch vormgegeven sacramentstoren in de Leonarduskerk van Zoutleeuw.
► Het overdadige gedecoreerde oxaot in de SintGummaruskerk van Lier. tegen het einde van de vijftiende eeuw ook in de oxalen de verticale lijn langzaam w ijken voor een m eer hori zontale profilering. Gedrukte accoladebogen k w am en in de plaats van de spitsbogen en ook drielobben en guirlandebogen verschenen. Het oxaal in de Sint-Pieterskerk te Leuven (1488-1490) dient tevens als voetstuk voor een aan de Brusselse beeldhouw er Jan Borm an toege schreven Calvariegroep uit de late vijftiende eeuw. Uit 's-Hertogenbosch kennen w e het rijke laatgotische oxaal dat bouw m eester-steenhouw er Jan Darkennes in 1515 ontwierp voor de in hout overw elfde Sint-Pieterskerk nog van een tekening, een plattegrond en een schilderij van Saenredam uit 1632. De M echelse oxalen hadden een typisch trapezium vorm ig grondplan m et schuin opge stelde flanken, terw ijl elders het oxaal rechthoekig w as. Alleen het overdadig m et beeldhouw w erk versierde oxaal in de Sint-Gum m aruskerk te Lier (1536-1538) is overgebleven. Een oxaal uit de Brusselse ateliers vinden w e in de kerk van M argaretha van Oostenrijk te Brou. ► De koorbanken in de Sint-Pieterskerk van Leuven werden gesneden van 1438 tot 1442 en zijn daarmee de oudste van Brabant.
277
Het hart van de Bourgondische en Habsburgse Nederlanden
Dit oxaal, geplaatst in de triom fboog, is hier als gew oon
decennia later w eer voortgezet door M aria van
lijk de afscheiding van het koor: m aar vooral zondert het de ruim te m et de grafm onum enten van M argaretha, h aar echtgenoot Philibert en diens m oeder M argaretha a f van de rest van de kerk. Brabants, m aar uit onbekende
Bourgondië, die een p raalgraf liet oprichten voor haar m oeder, Isabella van Bourbon (t 1465), echtgenote van Karei de Stoute. Dit grafm onum ent w erd in 1476
ateliers, zijn de w itstenen oxalen in de Onze-LieveVrouwekerk te Aarschot (circa 1500) en de SintM artinuskerk te Tessenderlo (1520-1530). Koorbanken In Brou bevindt zich in het koor achter het oxaal het koorgestoelte uit de jaren 1530-1532, nog in de oorspron kelijke opstelling. Dit gestoelte w erd uitgevoerd in ZuidN ederlandse traditie, m et dorsalen (rugschotten), over huiving, gebeeldhouwde w angen, arm steunen en een prachtige reeks m isericorden of ‘zitterkes’. Deze originele opstelling van de banken terzijde van het koor en m et een hoek doorlopend achter het oxaal, b leef nergens in Brabant bewaard. Toch w as deze opstelling zeker in alle grotere kapittelkerken gebruikelijk, bijvoorbeeld in Breda, 's-Hertogenbosch, Oirschot, Leuven, Aarschot, Hoogstraten en Diest. Van de Brabantse koorbanken zijn die in de Pieterskerk te Leuven (1438-1442) het oudste.
geplaatst in de Sint-M ichielsabdij te Antwerpen, w aar Isabella w as overleden. Van deze graftom be b leef de lig gende bronzen figuur van Isabella bew aard (Onze-LieveVrouwekerk, Antwerpen) en tien va n de 24 pleurants (Rijksmuseum, Amsterdam ). Tenslotte w erden in de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Brugge de prachtige tom ben van M aria van Bourgondië (t 1482) en h aar vader Karei de Stoute opgericht, niet m eer m et pleurants, m aar w el m et levensgrote bronzen figu ren van de overledenen. Ook deze zijn w eer van Brabantse m akelij. Dat van h er togin M aria is in de jaren 1491-1498 gegoten door Reinier van Tienen te Brussel naar een m odel van de beeld snijder Jan Borm an uit diezelfde stad. Pas in 1559 vervaardigde Jacop Jonghelinck uit A ntw erpen de beel tenis van Karei de Stoute. Ook voor de hoge adel verrezen im posante grafm onu m enten in de kerken, bijvoorbeeld dat van Engelbrecht I, g raa f van N assau (circa 1370-1442), zijn vrouw, zoon en
Praalgraven
schoondochter: een groots laatgotisch w an d graf dat in de jaren 1505-1515 in de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Breda werd opgericht, m ede om de dynastieke pretenties te
Grafm onum enten variëren van eenvoudige zerken tot
accentueren. Als in een tableau vivant vereren de overle
uitgesproken rijk bew erkte gedenktekens. Soms vinden w e enkele exem plaren van hogere kw aliteit bij elkaar, zoals in de Lam bertuskerk te Beersel w a a r de gotische grafstenen liggen van Hendrik II van W itthem (t 1454)
denen m et hun patroonheiligen de M aagd M aria m et Kind.
en Jacqueline van Glim es (t 1462), en va n Hendrik III van W ithem (t 1515) en Isabella van der Spout. Van de zeer belangrijke reeks van hertogelijke grafm onum enten, steeds van gegoten brons en natuursteen, bleef betrek kelijk w ein ig over. Prototype w as het - geheel verd w e nen - p raalg raf van Lodewijk I van Nevers (t 1346), graaf
Retabels Het laatgotische kerkinterieur telde vele altaren, m et grote of kleinere retabels op het koor, in kapellen en tegen pijlers. Deze altaarstukken bezaten doorgaans een gebeeldhouwd m iddendeel en gebeeldhouw de of beschilderde luiken, soms ook dubbele luiken. Daarnaast vond het kleinere retabel een toepassing in een m eer
van Vlaanderen, in de Sint-Donaaskerk te Brugge: het
private context, hetzij van de kloosterling, hetzij van de
beeld van de overledene liggend op een tom be die is
vrom e leek. Het beeldsnijwerk, dikw ijls sterk verhalend, wordt in kleinschalige architectonische ruim tes
om geven door 24 bronzen pleurants. Het w erd opgericht om streeks 1358-1362 door zijn zoon g raa f Lodewijk II van Male, gehuwd m et M argaretha van Brabant, dochter van Jan III. Drie generaties later liet Philips de Goede in deze traditie tw ee praalgraven oprichten: in 1454-1455 te Rijsel voor deze Lodewijk II (t 1384) m et diens vrou w M argaretha van Brabant (t 1380) en hun dochter, en onm iddellijk daarna in 1457-1458 te Brussel voor Johanna van Brabant (t 1406) en h aar achterneefje W illem. Het bronsw erk van beide - ook geheel verdw enen - grafm o num enten w as van de Brusselse geelgieter Jacob van Gerines (t 1463-1464). De pleurants van Joh anna w erden gepolychrom eerd door Rogier van der W eijden en als beeldhouw er w as Jean Delem er uit Brussel verantw oor delijk voor de houten gietm odellen. De reeks w erd tw ee Het hertogdom Brabant tot 1531
|
278
geplaatst, w a arvan de vorm direct refereert aan de ont w ikkelin gen in de bouwkunst. In de latere vijftiende eeu w stond Brussel aan de top van de retabelproductie. V anaf de vroege zestiende eeuw w erd A ntw erpen het belangrijkste retabelcentrum en daar ontw ikkelde zich de typische stijl die wordt aangeduid m et de term A ntw erps m an iërism e’: overdadig m et figuren bevolkte retabels, een grote bew eeglijkheid en sterke expressie in houdingen en gebaren, m odieuze en fantasievolle rijke kledij en uitdrukkingsvolle gelaatstrekken. In M echelen k w am een bescheidener retabelproductie op gang, voor zien van veelal vrij statische beelden m et de voor die stad kenm erkende lieflijke uitstraling. De grote vraag naar retabels leidde in deze drie steden, m aar ook w e l in
kleinere centra, tot een efficiënt productietraject en tot
gestrooide schilden, bloem- en bladranken, w apensp reu
het produceren op voorraad voor een algem ene WestEuropese m arkt. Stedelijke kw aliteitsm erken w erden in het schrijnwerk en ook in de sculptuur gebrand,
ken, engelen als schildhouders, en em blem atiek van de
waardoor het nu dikw ijls m ogelijk is de productieplaats met behoorlijk grote zekerheid te bepalen. N aarm ate de tijd vorderde, w erden de retabels steeds renaissancisti-
ge Elisabethsgasthuis te Antwerpen, de Sint-Guido-en-
scher, gekunstelder van vorm en tegelijkertijd vaak oppervlakkiger en algem ener van iconografie. Een rela
Bourgondische hertogen. Vijftiende-eeuw se m uurschil deringen bleven bew aard in de kapel van het voorm ali Sint-Pieterskerk te Anderlecht, de Kapellekerk in Brussel, de Sint-Agathakerk te Sint-Agatha-Rode, de SintStefanuskerk te Nederokkerzeel, de Leuvense Sint-Jande-Doperkerk, de Parkabdij te Heverlee, de SintCatharinakerk te Diegem, de Sint-Romboutskerk te
tief vroeg retabel is dat va n Sint-Leonardus te Zoutleeuw, in 1453 te Brussel gesneden en vervolgens in Zoutleeuw gepolychrom eerd. Het veel oudere m iraculeu ze Leonardusbeeld van om streeks 1300 staat centraal in
M echelen, de Lazaruskapel te Rumst, en als laatste m aar niet zeker niet m inste de Sint-Leonarduskerk te
de retabelbak, w a a rin van links naar rechts het leven en wonderen van de heilige zijn w eergegeven . Retabels van
onom keerbaar afgebladderde Laatste Oordeel, dat ver m oedelijk ontstond onder invloed van Dirk Bouts’ niet
Zoutleeuw m et onder m eer het grootse m aar helaas
de allerhoogste kw aliteit w erden vervaardigd in de ate
bew aarde Laatste Oordeeltriptiek uit het Leuvense stad
liers van de beeldsnijdersfam ilie Borm an die van 1479 tot 1591 te Brussel w erkzaam w as. De al genoem de Jan
huis (1468-1469). De eerder genoem de Robert Cam pin en zijn leerling
Borm an de Oude, die het gietm odel sneed voor het graf beeld van M aria van Bourgondië, signeerde en dateerde het voor een Leuvense kapel gesneden Sint-Jorisretabel uit 1493 (Koninklijke M usea te Brussel). Het m agnifieke retabel van Saluzzo in het Broodhuis te Brussel ontstond een generatie later, om streeks 1510, in dezelfde w erk
Rogier van der Weyden beschilderden net als hun vak ge noten ook beeldhouw w erk en vervaardigden m uurschil
plaats. Het om streeks 1520 gesneden altaar van Crispinus en Crispinianus in Herentals w erd door Passier Borman tw eem aal gesigneerd en de keurm erken geven overduidelijk aan dat het in Brussel w erd vervaardigd.
c | Schilderkunst
deringen. A nna Bergm ans, deskundige bij uitstek, ver onderstelt dat Van der W eydens indertijd m eest beroem de w erk bestond uit m uurschilderingen: de gerechtigh eidstaferelen van de Rom einse keizer Trajanus en van Herkenbald, legendarische hertog van Brabant in het stadhuis van Brussel, die h elaas bij brand verloren zijn gegaan. Hugo van der Goes bracht in een Gents w oon huis een veel bejubelde m uurschildering aan m et de oudtestam entische voorstelling van David en Abigaïl. Kort na het m idden van de zestiende eeuw vervaardigde de uit ’s-Hertogenbosch afkom stige en in Brussel gevestigde kunstschilder Gielis Panhedel m uurschilde
De schilderkunst van de periode w a a rin de Renaissance doordrong en de gotiek volledig verving, zal hier aan de
ringen in de abdijkerk van Tongerlo.
hand van vier naar m ateriaal en techniek afgebakende
kapittelkerken gotische schilderingen bew aard geble ven, te Breda en te ’s-Hertogenbosch. Ook hier w as het ideaal aanvankelijk m onochroom w it of bijna-w it met
gebieden w orden toegelicht: m onum entale, architectuurgebonden schilderingen, paneelschilderingen, boek verluchting en glasschilderkunst. M onum entale schilderkunst Het vijftiende-eeuw se ideaal w as het m onochroom lich te en heldere kerkinterieur m et kleuraccenten rond de gew elfsleutels, zoals prachtig uitkom t op het retabel van de Zeven Sacram enten van Rogier van der Weyden (Koninklijk M useum voor Schone Kunsten, Antwerpen).
In het noordelijk deel van Brabant zijn in tw ee grote
felle kleuraccenten op architecturale elem enten, zoals gew elfribben en sluitstenen; dat beeld w erd doorbroken doordat m en verspreid over w and en en gew elven orna m entele en figuratieve voorstellingen aanbracht. De vroegste, al verm elde schildering in de Sint-Jan is de bijna acht m eter hoge Boom van Jesse, aangebracht tu s sen 1407 en 1422. Verschillende m em orieschilderingen, decoratieve patronen, apostelen en heiligen dateren uit
De m onochroom w itte beschildering van de A ntw erpse Onze-Lieve-Vrouwekerk (begonnen 1413, voltooid 1521)
de vijftiende en zestiende eeuw. Tegen de w estw and kw am tussen 1500 en 1525 een reusachtig Laatste
vertoonde ditzelfde ideaalbeeld, dat in koor en transept bij de restauratie is geconserveerd en hersteld. Een klein schaliger en bijna profaan ensem ble is de voornam elijk
Oordeel. Het m eest spectaculair is het g ew elf van het hoogkoor, w a a r om streeks 1480 Christus en M aria als hem else bruid en bruidegom w erden geschilderd,
heraldische, volledig pro-Bourgondische beschildering uit 1497 van de zogenoem de Bourgondische kapel in het Hof van Im m erseel te A ntw erpen: op gebroken w it u it
om ringd door engelen m et m uziekinstrum enten en m et de passiew erktuigen, enkele h eiligen en apostelen. Van de schilderingen in de Bredase Kerk is het tafereel van
279
Het hart van de Bourgondische en Habsburgse Nederlanden
de A nnunciatie het m eest bekend. Het bevindt zich in het noordtransept en kw am tot stand in het derde kw art van de vijftiende eeuw in de sfeer van de M eester van Flémalle, de al genoem de Robert Campin. De oudste geschilderde decoraties, in de vorm van h eiligenfiguren
Pieterskerk te Leuven bezit het triptiek m et het Laatste A vondm aal (1464) en het triptiek m et de m arteling van de heilige Erasmus (na 1450). Een m ansportret van Bouts is gedateerd 1462 (Londen, N ational Gallery). En
als de Jacobus Minor, tegen een koorpijler, de gew elf schilderingen en enkele allegorische taferelen, zijn vijf-
tenslotte zijn er de tw ee G erechtigheidspanelen (Brussel, Koninklijke M usea voor Schone Kunsten). Het oeuvre van Dirk Bouts is lastig te scheiden van w erk uit zijn
tiende-eeuw s; zo ook de m usicerende engelen die rond de w olken vliegen die het H im m elloch in de viering
directe om geving of van zijn zoons Dirk de Jonge en Albrecht. Illustratief voor deze toeschrijvingsproblem a-
om geven. De gigantische Christoffel tegen de w estw an d
tiek is het nu w eer aan Dirk Bouts zelf toegeschreven kleine triptiek m et de A anbidding van de Koningen, dat om zijn hoge kw aliteit en kleine form aat de bijnaam ‘Parel van Brabant’ kreeg (München, Alte Pinacothek).
naast de toren dateert van rond 1500 of uit het begin van de zestiende eeuw. Omstreeks 1520-1525 w erd het zogenoem de Prinsenkoor gebouwd, de laatgotische N assaukapel, w a a rva n de spectaculaire, volledig ren ais sancistische gew elfbeschildering in 1533 w erd voltooid. In kleinere kerken in noordelijk Brabant is w ein ig teruggevonden. Verm eldensw aard is een vroeg zestiende-eeuwse Laatste-Oordeelschildering tegen het houten koorgew elf in het gotische kerkje van Helvoirt en een iconografisch zeldzame voorstelling van Christus als M an van Smarten, om ringd door de passiew erktuigen, uit de eerste helft van de vijftiende eeuw in de kerk van Sprang. M idden- en zuidelijk Brabant leveren w at m eer op. In de representatieve ontvangstruim te van de laat veertiende-eeuw se w oontoren van kasteel Horst te SintPietersrode b leef de oorspronkelijke heraldisch-em blem atische w and- en gew elfbeschildering bew aard. Het m useum in Leuven bezit een geschilderde Veronica met de zweetdoek van om streeks 1500, gered uit een a fg e broken woonhuis. Te M echelen w erd in 1642 in een w oonhuis een spectaculaire, niet bewaarde, m uurschil dering van circa 1460-1470 gedocum enteerd w aarop de drie standen strijdend, biddend en w erkend w aren afgebeeld. Balklagen in de stedelijke w oonhuizen w aren veelal bont beschilderd, hoe w einig sporen w e daarvan ook teru gvin den bij bouw historisch onderzoek. In de vijftiende-eeuw se stadsrekeningen van M echelen zijn verschillende betalingen geboekt aan schilders die het stadhuis decoreerden. Uit de Bossche stadsrekeningen blijkt dat ook daar de stadhuisgevel herhaaldelijk w erd beschilderd; zelfs w erd deze nog in 1549 geheel zwart geschilderd om veelkleurige w apenborden goed uit te laten komen. Paneelschilderkunst Van de ‘tw eede generatie’ vroeg-N ederlandse schilders vestigde de in H aarlem geboren en opgegroeide Dirk Bouts (circa 1420-1475) zich in de jaren 1444-1448 te
Een van de Gerechtigheidspanelen w as nog onvol tooid toen Dirk Bouts overleed. De schilder Hugo van der Goes, die zich in het Zoniënwoud bij Brussel als leken broeder had teruggetrokken, voltooide het in 1481. Hugo v a n der Goes (1420/1425 -14 82/14 8 3) k w am verm oedelijk uit Gent, al w orden ook H aarlem en A ntw erpen genoem d. Van der Goes werd vrijm eester van het schil dersgilde te Gent in 1467 en deken van 1473 tot 1476, w erkte voor en in deze stad m aar evenzeer voor Brugge en voor het hertogelijk hof. Van Hugo van der Goes zijn niet m eer dan v ijf of zes w erken overgebleven. Onbetwist hoogtepunt is zijn Sterfbed van M aria. Het dateert van om streeks 1470-1471, ruim schoots vóór hij in Brabant de afzondering opzocht. De derde en jongste generatie schilders van de vroegNederlandse Prim itieven is in Brabant vertegenw oor digd door Jheronim us Bosch (circa 1450-1516). Hij w erd blijkens opdrachten uit Bourgondische hofkringen tot in de hoogste m ilieu ’s gewaardeerd. Een hoogtepunt in dat opzicht vorm de de bestelling van een Laatste Oordeel zijn m eest succesvolle them a - door hertog Philips de Schone in 1504. Het w erk van Bosch m oet voor zijn tijd genoten shockerend zijn gew eest door them akeuze, ico nografie en schildertechniek. Bosch zette alle m iddelen in om zijn publiek w eer te dw ingen tot kijken en tot het lezen van de m oraliserende boodschap in zijn werk. H oogtepunten van het kleine oeuvre dat van hem bew aard bleef zijn het grote Tuin-der-Lusten-triptiek (Madrid, Prado), het H ooiwagen-drieluik (Madrid, Prado, en Escorial) en het triptiek m et de A anbidding door de Koningen (Madrid, Prado). Het enige w erkstuk van Bosch w a arvan de eerste bestem m ing, de opdrachtgever en de oorspronkelijke locatie bekend is, zijn de retabelluiken m et respectievelijk Johannes de Doper (Madrid, M useo Lazaro Galdiano) en Johannes de Evangelist (Berlijn, Staatliche Museen). Bosch schilderde beide
Leuven. In Brabant ontwikkelde Bouts zijn eigen stijl onder invloed van het w erk van zowel Ja n va n Eyck als Rogier van der Weyden. Een vijftal bew aard gebleven w erken is m et zekerheid door hem geschilderd, blijkens
Vrouwe-Broederschap te 's-Hertogenbosch, dat de Utrechtse beeldsnijder Adriaen van Wesel in 1476-1477
bekend gebleven docum entatie en/of datering. De Sint-
had geleverd.
Het hertogdom Brabant tot 1531
|
280
om streeks 1489 voor het M ariaretabel van de Lieve-
► Het Laatste Avondmaal van Dirk Bouts uit 1464 in de SintPieterskerk te Leuven. In de late vijftiende en vroege zestiende eeuw w erk ten in de belangrijke steden van Brabant tal van klein e re m eesters op verschillend niveau en m et uiteenlopen de eigen inbreng. Al vroeg in de zestiende eeuw stonden Brugge en Brussel in de schaduw van Antw erpen, w a a r een kunstm arkt van form aat ontstond. Tot de kom st uit Leuven van Quinten M etsijs, die in 1491 m eesterschilder in A ntw erpen werd, had de stad op schilderkunstig
gebied geen rol van betekenis gespeeld. Dit veranderde echter volledig, uit Noord en Zuid im m igreerden schil ders en het ook al voor de sculptuur genoem de A ntw erpse m aniërism e' bereikte zowel kw alitatief als k w an titatief een snelle en ongekende bloei. In Leuven w erkten Dirk Bouts de Jonge (circa 1448-1449 -14 9 0 1491) en Albrecht Bouts (1451-1455 -15 4 9 ), m aar de stad viel teru g naar een regionaal niveau. M echelen w erd onder M argaretha van Oostenrijk een centrum van de vroege Renaissance in de Nederlanden, m et Bernard van Orley als hofschilder en in losser verband tal van ande-
281
I
Het hart van de Bourgondische en Habsburgse Nederlanden
► Onlangs is uit onderzoek gebleken dat de panelen van Jheronimus Bosch met voorstellingen van Johannes de Doper en Johannes de Evangelist onderdeel hebben uitgemaakt van het Maria retabel dat Adriaan van Wesel maakte voor de OnzeLieve-Vrouwebroederschap van 's-Hertogenbosch. ren, als Jan Gossaert en Ja n M ostaert, die in opdracht
Ouinten M etsijs ontving in 1520 de door de
van de aartshertogin w erkten. Deze activiteit bleef even w e l beperkt tot het hof. Het nabijgelegen Brussel daar
N ederlanden reizende Albrecht Dürer in zijn Antw erpse w oning. M etsijs liet verschillende grootse religieuze
entegen kende een bloeiende m arkt voor schilderkunst,
m aar ook w ereldlijke w erken na, vooral geschilderd voor Antw erpen en Leuven. Deze w erken staan aan het einde
m et vele m eesters en ateliers die regelm atig onderling sam enw erkten. Rogier van der W eyden w erd er opge
van de stijl en periode die traditioneel wordt aangeduid
volgd door Vrancke van der Stockt (circa 1420 - na 1489), verm oedelijk ook form eel als stadsschilder. N aast en na Vrancke van der Stockt w aren er andere bij n aam en
als die van de V laam se Primitieven. Het w erkelijke einde van de M iddeleeuw en en de doorbraak van de N ieuwe
oeuvre bekende schilders actief, zoals Jan Hayne, Pieter van der Weyden, Colijn de Coter en Goossen van der W eyden die in 1492 vanuit de Brusselse w erkplaats van
portret van Erasmus en de Antw erpse stadssecretaris Pieter Gillis, dat eigenlijk pas com pleet w as toen degene die het van beide Nederlanders kreeg, Thomas More, in
zijn vader Pieter naar Lier trok en vervolgens naar Antw erpen. Ook verschillende anoniem e oeuvres w o r den in Brussel gesitueerd, zoals dat van de M eester van
vrienden stond
Sint-Goedele, de M eester van het geborduurde loofwerk,
M iniatuurkunst
de M eester m et het goudbrokaat, de M eester van de vorstenportretten, of de M eester van de M agdalena-legende. Soms lukt het deze anonym i te vereenzelvigen met archivalisch bekende schilders en om sam en w erkings verbanden te ontdekken. Zo kan de M eester van de Catharinalegende verm oedelijk worden geïdentificeerd als Rogier van der W eydens zoon Pieter van der Weyden (1437-1510). Het hertogdom Brabant tot 1531
|
282
Tijd m aakte M etsijs zichtbaar in zijn prachtige dubbel
Engeland voor het tw eeluik m et de portretten van zijn
Evenals in de om ringende gebieden spelen in Brabant vele kloosters in de vijftiende en ook nog in de zestiende eeuw een rol als productiecentrum van al dan niet ver luchte handschriften in een m in of m eer eigen en karak teristieke stijl. Ten dele vervaardigden deze kloosters handschriften voor eigen gebruik en deels ook ten behoe ve van andere religieuze instellingen. Voor het m eer noordelijke deel van Brabant zijn tot nu toe v ijf groepen
m anuscripten onderscheiden op grond van margedecoratie en overige versiering, die in de volgende scriptoria te situeren zijn: de broeders van het gem ene leven ofw el het fraterhuis, de franciscanessen van het klooster SintElisabeth-Bloemenkam p en de w ilhelm ieten te 'sHertogenbosch, de birgittinessen van het dubbelklooster Koudewater te Rosm alen en de augustijnen van het klooster M arienhage te Woensel bij Eindhoven. System atische inventarisatie van m anuscripten zal beslist aanzienlijk m eer kloosterwerkplaatsen herken baar maken, terw ijl voor het m idden en zuiden van Brabant dit soort onderzoek zelfs nog grotendeels ont breekt. M aurits Smeijers benadrukte in zijn overzichts werk Vlaamse M iniaturen (1998) dan ook terecht dat de vervaardiging van m anuscripten in de vijftiende eeuw voor som m ige kloosters nog tot de dagelijkse activiteiten
de Leuvense universiteit. In het Rooklooster bij Brussel w erden boeken afgeschreven en m et m iniaturen ver lucht die soms in eigen huis werden vervaardigd en soms elders. Prachtig wordt dit geïllustreerd door verschillende w erken van Johannes Gielem ans (1427-1487). Zijn Sanctilogium is in het Rooklooster verlucht, terw ijl in het H agiologium Brabantinorum en Historiologium Brabantinorum professionele m iniaturen w erden inge voegd van de befaam de Brugse verluchter Loyset Liédet. Voorbeelden van andere Brabantse kloosters m et scripto ria zijn M ariëndaal in Diest, Bethlehem te Herent, het Elzenklooster te Zichem en de kartuizers van Scheut bij Brussel. Zoals relatief al vroeg in Brussel als stedelijk cen trum, w erkten ook te Leuven leken als kopiisten en boekverluchters. Sinds de stichting van de universiteit in 1425 w as hier een m arkt voor boeken, zowel ter plaatse ver
behoorde. N aar aanleiding van de grote opbloei van de
vaardigd als door de librarii verhandeld. N aast de
Moderne Devotie en de daarm ee sam enhangende vesti ging in veel plaatsen van de broeders van het Gemene
V laam se steden Gent en Brugge, w aar in de tw eede helft
Leven, die onder m eer m et kopieerarbeid in hun leven s onderhoud voorzagen, stelde Smeijers dat in nagenoeg alle kloosters van deze orde in de Zuidelijke N ederlanden
hoog niveau kw am en onder m eer resulteerde in de zoge noem de Gent-Brugse stijl, gingen in Brabant de steden
van de vijftiende eeuw de m iniatuurkunst tot ongekend
handschriften w erden gem aakt. Sober en ongeïllustreerd voor eigen gebruik, m aar voor derden konden ook m in ia turen worden geschilderd. Sint-M aartensdal in Leuven w as zo’n productiecentrum, dat bijvoorbeeld verluchte boeken leverde aan de norbertijnen van Averbode en aan ► Het dubbelportret dat Ouinten Metsys maakte van de vrienden Erasmus en Pieter Gillis en dat bestemd was voor de Engelse humanist Thomas More.
II
283
I
Het hart van de Bourgondische en Habsburgse Nederlanden
toU ïaüxr.tiifio> 4.i. >ua>nici)tu)n ct 5c fw a m Ê am fo cut !»:>;·' U'apjjuibcrt' ctjfitórjr;·'
joJuv raam jptct cvïï
w aren het invloedrijke en kapitaalkrachtige schenkers,
a c a n t r p a u T r s i c f - 'N r r pv 'riyw ijtVautric cpffc f t o m o a
en ook de overheden lieten zich niet onbetuigd. Zo
dilí ctkf’ bcmbcUeu- svmbatuxut ke-'
schonk hertog Philips de Schone om streeks 1450 geld voor de beglazing van de noordtranseptgevel van de Sint-Jan in 's-Hertogenbosch. Het Bossche stadsbestuur financierde in 1496 een raam in de Predikherenkerk aldaar, w aarop de w apenschilden van stad en hertog prijkten. De inw oners van Lier w erden in 1429 w egens opstand tegen de hertog van Brabant veroordeeld tot bekostiging van niet m inder dan 600 vierkante m eter beschilderd glas dat gelijkelijk zou w orden verdeeld over de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Antwerpen, de SintGoedele te Brussel en de Sint-Pieter in Leuven. Ook p arti culieren konden w orden veroordeeld tot een dergelijke
TL'vnïïmciiticf^iia-tnuivd cfmicnn mmwunfinci/air dxuaiknc >vbt kf· amtte· ftomonlbn Iwtfltcnc ct fjtwT Dcixnitfcmihf féubi lavc cnfcufnc ■XffaiUwcnt ct inif —
Ice
straf. In de Onze-Lieve-Vrouwekerk van A ntw erpen w erd een raam betaald door een m oordenaar, in de Brusselse
Coniomfnc <
inffouz manijpte tjuc«juajtf lc amttbm■íl·c f w u i ö c i i c i e f u t j x u - f r
Sint-Goedele door een barones die een dief zom aar had laten ophangen.
dn ttc^1ín Ju ccjiitixrt ct tjtul cu^ï fef.
aaxptxjc# ct fecciice ajinmc ÏHf
De invloed van de grote schilders w erkte ook door tot in het gebrandschilderde glas, bijvoorbeeld van Dirk Bouts in de laat vijftiende-eeuw se Kroning van M aria in
M „.,.r ijiic commaißfc iu rc/foif J l dymaudn c»i
nionin'tt k tccftt txUcmcnt qml vm t aiiLogieou lc cvtc ftonumdro lattoiZvit quant ü fut cdk pavt atuuc !x flonic ft»ni0ii»>in iiir^crnfln&a^c (cc- m iw cÜ & ct fc üaaoit iï:u$iiüxit$iici~ri ct nimuoifmfce mcïtd-,
de Sint-Gum m aruskerk te Lier, of van Hugo van der Goes in het M ariaraam van de Sint-Petrus-en-Sint-Guidokerk te Anderlecht. In het kasteel va n Loppem bevindt zich een raam van onbekende herkom st m et een m ooie Piëta uit de jaren zestig van de vijftiende eeuw; het karton van dit raam (M useum M ayer van den Bergh,
► Pagina uit Histoire de Charles, met een miniatuur van Loyset Liédet.
Antwerpen) wordt toegeschreven aan de Brusselse schil der Vrancke van der Stockt.
A ntw erpen en M echelen elk op eigen w ijze een rol van betekenis spelen. A ntw erpen fungeerde als groot h an delscentrum in het directe verlengde van Gent en Brugge; bijvoorbeeld de Gentenaar Gerard Horenbout (circa 1465-1540) werkte als m iniaturist in alle drie deze steden en gedurende een periode ook in Engeland. In M echelen en Brussel, de bestuurlijke centra onder respec tievelijk de landvoogdessen M argaretha van Oostenrijk en M aria van Hongarije, bloeiden va n a f de vroege zestiende eeuw m iniaturisten-w erkplaatsen op die voor h of en kerk werkten. Het w erk van de muziekkopiist Petrus Alam ire en diens om geving neem t hierbij een bij zondere plaats in en m arkeert de geleidelijke overgang van de late gotiek naar de Renaissance. Alam ire m aakte tal van prachtige koorboeken, onder m eer in opdracht van keizer M axim iliaan, M argaretha van Oostenrijk en Karei V.
Brussel speelde een hoofdrol als glazenierscentrum , m aar ook in de andere Brabantse steden w aren g la s schilders actief. Opmerkelijk is de specialisatie die in de late vijftiende en vroege zestiende eeuw te Leuven w erd ontw ikkeld om kleine m edaillons m et figuratieve voor stellingen te produceren, zowel van religieuze als p rofa ne aard. Dit hangt direct sam en m et de technische ont w ikkelin gen die dit soort grisaille of bijna-grisaille g la s schilderingen m ogelijk m aakten. Het einde van de goti sche glasschilderkunst en de overgang naar de Renaissance in Brabant wordt gem arkeerd door een kun stenaar als Nicolas Rombouts, die in Leuven en Brussel w erkte in de laatste jaren van de vijftiende eeuw. Zijn Laatste-Avondm aalsraam in de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Antwerpen, geschilderd in 1503 in opdracht van graa f Engelbrecht II van Nassau, is een van de vroegste renaissancistische kunstw erken in de N ederlanden. De belangrijkste A ntw erpse glazenier aan het begin van de zestiende eeuw w as Dirck Vellert, die in 1511 als m eester
Glasschilderkunst De glazenierskunst k w am tot bloei in de vijftien de eeuw van w ege de bouw van im posante kerken, w a a r gebrand schilderd glas w as gewenst. De opdrachten voor het gebrandschilderd glas kw am en van verschillende zijden. Soms w as het de kerkfabriek of het kapittel zelf, soms Het hertogdom Brabant tot 1531
|
284
w erd ingeschreven in het Lucasgilde en titelvoerend g la zenier w as van de Onze-Lieve-Vrouwekerk. In zijn werk, ook als schilder en graficus, nam hij in de geest van de tijd allerlei renaissance-m otieven over van Duitse en Italiaanse prenten.
Vanuit A ntw erpen trokken de glazeniers ook naar elders, m et nam e naar de Noordelijke N ederlanden, naar Engeland en naar Spanje. Andersom vestigden zich, pre cies zoals geldt voor de andere kunstam bachten, glaze niers overal van d aan in de A ntw erpse metropool. Van deze inw ijkelingen m aakte Arnold van Ort uit N ijm egen,
kom st in A ntw erpen het Sint-Nicolaasgilde opgericht om er hun tapijten te verkopen. Voor de ontw erpen van de duurdere tapijten m et gecom pliceerde patronen w aren de legw erkers aan ge w ezen op sam enw erking m et de kunstschilders. De
uitvinding toe van het glasschilderen m et veelkleurige
onderw erpen van de vroege tapijten lopen sterk uiteen. Heraldiek, jacht- en oogstscènes w aren geliefd, evenals religieuze onderwerpen, m ythologische en historische taferelen. Een tapissier van grote naam te Brussel is Pieter van Aalst, die zich daar in 1493 vestigde. Hij w erk
glazuren. Dit w as een grote om wenteling, w an t tot dan
te voor Philips de Schone en zijn zoon w as in dienst van
schilderde m en m et grisaille op door en door gekleurd glas. Al vóór 1530 pasten Antw erpse glazeniers deze nieuwe techniek toe die pas v a n a f het m idden van de zestiende eeuw algem een werd.
Karei V. Op som m ige tapijten w erd zijn n aam in g ew e ven. Zijn m eest luisterrijke opdracht w as de beroemde
in 1513 als m eester-glazenier in het Lucasgilde ingeschre ven, grote naam . Ludovico Guicciardini schreef in zijn Descrittione di tutti i Paesi Bassi uit 1567 aan Van Ort de
d | Gouddraad, wol en zijde Borduurwerkers Extreem kostbaar - en door de loop van de tijd uiterst zeldzaam gew orden - w aren in gouddraad, fijne zijde en w ol gew even tapijten en geborduurde param enten. Het k w alitatief allerbeste borduurwerk dat overbleef is het ornaat van het Gulden Vlies. Verm oedelijk ontstond het te Brussel in het tw eede en derde kw art van de vijftie n de eeuw. Deze liturgische textilia zijn geborduurd m et voorstellingen die helem aal tot de schilderkunstige vroegnederlandse traditie behoren. Ook in andere ste den w as em plooi voor borduurwerkers, zoals te Lier w aar vooral de zestiende eeuw enkele verm aarde ateliers w aren die onder m eer opdrachten kregen van de norber tijnen van Averbode en van Tongerlo, evenals van de Lieve-Vrouwe-Broederschap te 's-Hertogenbosch. In som
serie ‘H andelingen van de apostelen’ bestem d voor de Sixtijnse kapel in het Vaticaan, naar kartons die in 1516 door R afaël voor paus Leo X w aren vervaardigd (Londen, Victoria and Albert M useum ). Deze reeks m arkeert de overgang van de late gotiek naar de Renaissance, van de zeer gedetailleerde en sym bolisch beladen composities naar de m eer sobere klassieke stijl. Peter de Pannem aker, al actief tussen 1510 en 1520, nam rond 1530 de leidende rol over. Het atelier De Pannem aker w erkte nog tot in het derde kw art van de zestiende eeu w verder. Peter de Pannem aker voerde grote opdrachten uit die zo arbeidsintensief w aren dat om ze te kunnen realiseren ook kleinere ateliers ► Cias-in-ioodvenster: de kroning van Maria tot Koningin der Hemelen. Lier, Sint-Gummaruskerk.
n '■.? ■ -M '<m, !S TS»!»! K
i l
HUM
m ige steden w aren de borduurwerkers in gildeverband verenigd m et de overige textiele am bachten, in andere
m
plaatsen w eer m et de kunstam bachten, zoals te Antw erpen w a a r ze tot in de late achttiende eeu w deel
¡»*5!? t m r .4 S ™-fVf’ Ijg»
uitm aakten van het constenaers- ofw el Sint-Lucasgilde. Tapijtwevers
F .l
Iw
de zestiende eeuw behield het deze positie m et versch il
kleinere w erkplaatsen, m aar van hen is nauw elijks of
m £m n ssm
m 7-W
k
ÊSBÈ n m
g*
mm
%
’ *m m
p§
:· S S srS r.-·
P * '
geen werk bew aard of herkend. A ntw erpen w erd ook op gebied van tapijten in de late vijftiende eeuw als h an delsplaats van cruciaal belang. Enerzijds w as er de invoer van de kostbare grondstoffen, w ol uit Spanje en Engeland, zijde uit het Oosten, gouddraad uit Cyprus en
r§ a
Mm R
Brussel w as in de vijftiende eeu w voor de tapijtkunst het belangrijkste centrum van de N ederlanden en tot in lende opeenvolgende leidende fam ilies van legwerkers, zoals Van A alst en De Pannem aker. Ook w aren er tal van
*
im m .
mm.
•m sm
m m
W P fJ !m
■; * 1 » A
M P jm f ■* •i»
■SBBH
mm
Venetië, anderzijds hadden handelaars van diverse h er
285
|
Ê W Lil & 9SKSII
Het hart van de Bourgondische en Habsburgse Nederlanden
m oesten w orden ingeschakeld. De Pannem aker w as zowel een groot koopm an als een bekw aam w ever. In 1523 w erd hij h oftapissier van M argaretha van Oostenrijk. Behalve w andtapijten m aakte hij allerlei ander legw erk, onder andere schabrakken of dekken voor rijpaarden, w a a rva n er alleen al voor 1534 honderdtw in tig stuks zijn verm eld. Dergelijke dekken w erden m et w apenschilden en allerlei andere m otieven ver sierd; ze sleten echter snel, zodat van dit soort w erk w e i nig over is gebleven. Verschillende oudere fragm enten zijn bekend uit de zogenoem de Burgunderbeute, w aarin
objecten zijn gem erkt, w ellicht om dat het w erk w as voor h of en kerk. Bovendien tonen de overgebleven voorw er pen aan dat de hofstijl bovenregionaal w as. Bij stukken van hoge kw aliteit is stilistisch nauw elijks of niet te bepalen of ze ontstonden in de Nederlanden, in Bourgondië, Parijs of een van de Noord-Franse centra. Zelden of nooit gemerkt, m aar doorgaans van lokale m akelij zijn de zegelm atrijzen, die de overheden, kerke lijke instellingen, prelaten en schepenen of particuliere personen voor eigen gebruik lieten vervaardigen. Het oudste bekende stuk profaan Brussels zilver is een
ook het grote zogenoem de Duizendbloem entapijt
drinkschaal, die afkom stig is uit de B urgunderbeute (slag
(Brussel 1466, atelier Jean le Haze) uit de slag van Grandson bew aard bleef (Bern, Historisches Museum). Dit is het oudste gedocum enteerde en bew aard gebleven
bij Nancy, 1477) of van de oorlogsbuit uit de slag bij Dornach (1499). Deze deels vergulde kom is in het
Brusselse tapijt. Verm oedelijk is dit tapijt in verband te brengen m et een opdracht van Philips de Goede en w erd het in de hertogelijke inventarissen aangeduid als ‘de B rabant’.
m idden versierd m et een niello m edaillon m et het Oostenrijks-Bourgondisch alliantiew apen. Op de schaalrand staan drie m erken, w aaronder het stadskeur van Brussel. Een ander vroeg stuk dat enig houvast geeft is een schenkkannetje van groen porfier, van vóór 1491, voorzien van een verguld zilveren m ontuur door de M echelse edelsm id Zeger van Steynem olen I. Het drakenm otief van het oor en de schenktuit is door de
e | Kunstige metaalbewerkers De veertiende en vijftiende eeuw w as de periode van de opkom st en bloei van de am bachtsgilden, die zowel naar kw aliteitsbew aking en bescherm ing van de eigen beroepsgroep, als godsdienstig, sociaal en ook politiek een belangrijke rol speelden. Voor de (kunst)am bachten leidde de kw aliteitscontrole op het geleverde handw erk
zilversm id opnieuw gebruikt voor de greep van het nieuw e stadszegel van M echelen m et het in 1491 door M axim iliaan van Oostenrijk verleende nieuw e stads w apen. Een Brusselse kelk van om streeks 1480 w erd door M axim iliaan ten geschenke gegeven aan de Kapel va n de Engelen-Bew aarders te Baselga di Piné (bij
tot de procedure van de proefstukken - om de vakbe
Trente), ter verering van de kleine m artelaar de heilige Simon van Trente. Het oudste zilver m et A ntw erpse keur
kw aam h eid van de m eesters te testen - en van de m er ken om zowel het gebruikte m ateriaal als de technische kw aliteit van het geleverde w erk te controleren. Bij de
is een gildeketen uit 1494. Vooral v a n a f de vroege zestiende eeuw hadden Antw erpse goudsm eden een internationale faam . De
grof- of ijzersm eden en bij de geelgieters w aren de over
eerste decennia w erkten ze nog traditioneel, zoals bij voorbeeld een gedekselde drinkbeker te M ünchen
heden fel op de controle en regelgeving van w ege het ook grote m ilitaire belang van een deel van de produc
(,Schatzkammer) uit 1524-1525, die nog laatgotisch van
ten - w apentuig -, bij de edelsm eden om dat het ver w erkte m ateriaal letterlijk geld w as, w at daarom vroeg om controle van het goud- en zilvergehalte.
vorm is m aar w aar al w el indianen op staan afgebeeld. Snel drong ook in het edelm etaal de Renaissance door,
Edelsm eden
Koper- en bronsgieters
In de vijftiende eeuw kw am het edelsm eedw erk, zowel
In de Hoge en Late M iddeleeuw en w aren ook in Brabant
kerkelijk als profaan, tot hoge bloei. Ondanks de relatie ve zilverschaarste in de tw eede helft van de vijftiende
brons- en geelgieters werkzaam , al b leef de M aasstreek zeer belangrijk voor de koperverw erking. Al in de veer
eeuw w as er toch een snelle groei van het aantal edel
tiende eeuw hadden zich in Brussel en M echelen gieters gevestigd. Bronsindustrie w erd van groot belang geacht
sm eden in alle steden. In totaal w erden er uit de tw eede helft van de vijftiende eeu w te A ntw erpen al 247 nam en opgetekend. Archivalisch is relatief veel bekend over de goud- en zilversm eden, die ook in de Brabantse steden een aanzienlijke productie m oeten hebben gerealiseerd. Helder zicht op het vijftiende-eeuw se edelsm eedw erk is m oeilijk, vooral om dat er w einig is overgebleven dat w erkelijk houvast biedt. Lang niet alle bew aard gebleven Het hertogdom Brabant tot 1531
|
286
allereerst door invloeden uit Duitsland.
en som m ige stadsbesturen trachtten zelfs door aantrek kelijke financiële voorw aarden vreem de kopergieters naar zich toe te lokken. Brabantse geelgieterscentra in de hoog- en laatm iddeleeuw se periode w aren M echelen, Brussel en Leuven. Er w as echter ook productie in klein e re steden. Zo vervaardigde de gieter N iklaas Coopmans uit Zichem voor de abdij van Tongerlo kandelaars en een
pelikaanlezenaar, en in 1538 voor de Sint-Eustachiuskerk van Zichem de nog altijd bew aarde doopvont. In de SintBavokerk te H aarlem staat een arendlezenaar van Jan Fierens te M echelen uit 1499. Deze gieter goot in de peri ode 1486-1522 talrijke w erken voor de hofkapel en voor de kerken van M echelen, m aar ook voor elders, zoals Hulst, Turnhout, Lier, 's-Hertogenbosch, A ntw erpen en
boom, die om streeks 1470 w erd geplaatst in het koor van de Kluizekerk of Predikherenkerk te Lier, op de plaats w aar een boom wonder zou zijn gebeurd door toedoen van de Lierse heilige Gum m arus. De gesm ede boom heeft een kruin vol eikenblad en eikels, rond de stam is de riem van Gum m arus gewonden, w aardoor de ten onrechte gekapte eik w erd hersteld.
Haarlem. De M echelaar Gillis van den Eynde leverde in 1527 een laatgotische doopvont aan de Sint-Walburgskerk te Zutphen. Brussels kopergietw erk kw am al ter sprake bij de hertogelijke praalgraven van Jacob van Gerines (t 1463) en Reinier van Tienen (t 1498). Een spec taculair voorbeeld van het w erk van Reinier van Tienen is de bijna 5,70 m hoge m onum entale paaskandelaar met plastische beelden in de Leonarduskerk te Zoutleeuw, gegoten in 1482/1483. Gieters vervaardigden ook allerlei klein gerei, w aarover som s m eer gedetail leerde regels bekend zijn, zoals te M echelen, w a a r de potgieters v a n a f 1320 op hun w erken het stads-, m akers-,
Brussel en M echelen w aren bekend om hun w ap en smeden. Brussel w as vooral beroem d om de h arn as m akers, M echelen om het geschut dat zowel van brons werd gegoten als van ijzer gesm eed. Ook in A ntw erpen w aren w apensm eden werkzaam , m aar deze stad w as vooral bekend als distributiecentrum . Groter geschut w erd ofw el in de w erkplaats van de w apensm id vervaardigd of ter plekke bij de opdrachtgever. ’s-Hertogenbosch liet bijvoorbeeld in 1510 een bussensm id uit N eurenberg kom en om tw ee bronzen kartou w en te gieten en een sm id uit Keulen om een uitzonder lijk zw aar ijzeren kanon van ruim zeven m eter lengte te
en keurm eestersm erk m oesten aanbrengen. Als bijzon
smeden. Het kreeg de n aam Stuerghewalt (‘stoer
dere getuigenis van de M echelse productie b leef in de Burgunderbeute een bronzen kanonloop bew aard uit 1474, gegoten door Jean de M alines. Het kanon behoorde
geweld'), heeft nooit goed gefunctioneerd en lag tot voor kort op de Bossche stadsom w alling.
tot het allerm odernste van dat m om ent. Zowel in M echelen als te ’s-Hertogenbosch w aren v a n a f de eerste helft van veertiende eeuw klokkengieters werkzaam , een traditie die vooral in fam ilieverban d w erd door gegeven. In de vijftiende en zestiende eeuw goten m et nam e de M echelse gietersgeslachten W aghevens en Van den Gheyn vele lui- en speelklokken, die tot ver buiten het hertogdom w erden geëxporteerd, en vanuit 's-Hertogenbosch w aren het vooral de fam ilies Hoernken en M oer die naam m aakten. Kunst- en w apensm eden Van de grof- of ijzersm eden resteert in diverse kerkelijke en wereldlijke gebouw en het beslag op deuren, tralie- en hekwerk, en natuurlijk zijn er her en der nog - deels zwaar beschadigde - torenkruizen. De bekroning van de w aterput op de H andschoenm arkt te Antw erpen, de zogenaam de M etsijsput, is Brabants w erk uit het eind van de vijftiende of het begin van de zestiende eeuw en een van de best bekende voorbeelden van laatgotisch kunstsm eedwerk. Van de sm eedijzeren galgen of kranen van doopvontdeksels die bew aard bleven, zijn die in de Sint-Pieterskerk te Leuven en in de Bossche Sint-Jan, beide uit de late vijftiende eeuw, het rijkst uitgew erkt m et gotische ornam entiek, oorspronkelijk veelkleurig beschilderd en verguld. In de Grote Kerk te Breda bescherm en laatgotische sierhekken uit de vroege zestiende eeuw tw ee gebeeldhouwde grafm onum enten. Het m eest curieuze staaltje van laatm iddeleeuw se siersm eedkunst is de ongeveer vier m eter hoge ijzeren
287
|
Het hart van de Bourgondische en Habsburgse Nederlanden