PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
The following full text is a publisher's version.
For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/105228
Please be advised that this information was generated on 2016-02-01 and may be subject to change.
EDELMAN, BEDELMAN, HARTEDIEF, KINDJELIEF Sier- en gebruiksvoorwerpen op een vroeg-zestiende-eeuwse Antoniusvoorstelling Jos K oldeweij Een van de kunsthandelaren in het vooroorlogse R otterdam , w aar H.J.E. van Beuningen in 19391940 woonde en w erkte, was in 1936 in bezit van het vroegnederlandse geschilderde paneel dat het onderw erp van deze bijdrage vorm t (afb. 1). Van Beuningen was in die jaren al verzam elaar in hart en nieren m aar bepaald niet van de Kunst m et een hoofdletter zoals zijn oom D.G.: zijn voornam elijk uit prehistórica bestaande ‘jeugdverzam eling’ ging op 14 mei 1940 ten onder bij het bom bardem ent dat, kort nadat hij naar Italië was afgereisd, zijn Rotterdam se adres van de kaart veegde.1 Kunsthandel ‘Jr. J.D. K laassen Oude en M oderne Schilderijen’2 (waarvan m useum directeur Hannem a in 1940 nog een schilderij ontving als geschenk voor het M useum B oijm ans)3 zal niet gefrequen teerd zijn door de jonge Van Beuningen. Het door K laassen verhandelde vroegnederlandse paneel - waarvan de huidige verblijfplaats onbekend is of de foto daarvan, zal hem dan ook niet onder ogen zijn gekomen. Gezien H .J.E .’s latere ver zam elactiviteiten is dat buitengew oon jam m er want we vinden er veel op terug dat als archeologisch object een onw eerstaanbare aantrekkingskracht op de onverm oeibare collectioneur zou hebben. Zelfs biedt een m initieus detail, nog nèt ontcijferbaar op de overgeleverde en gelukkig haarscherpe foto van dit paneel, letterlijk de sleutel die past op een vraagstuk dat Van Beuningen anno 1999/2000 mateloos irriteerde: de funktie en zin van volstrekt raadselachtige loodtinnen sleutelplaatjes die bij herhaling tussen het laatm iddeleeuw se kleinm etaal tevoorschijn zijn gekom en (afb. 19).
Een vroegnederlands paneel De Rotterdam se kunsthandel Klaassen was in 1936 in bezit van een fraai en gaaf paneel, dat op een bew aard gebleven foto werd voorzien van de identificatie ‘Scène uit het leven van de H. A ntonius, Zuidnederlands, begin 16de eeuw, niet gesigneerd, niet gedateerd’ (afb. 1). Het
230
Rijksbureau voor K unsthistorische Docum entatie te ’s-G ravenhage bezit eveneens een foto van deze paneelschildering, ondergebracht bij het oeuvre van de Brusselse tekenaar en schilder Bernard van Orley (ca 1491/1492-1542).4 Hier is het paneel wat beter gedocum enteerd. De RKD-foto is afkom stig van kunsthandel R. Langton Douglas te Londen, die in 1938 blijkbaar eigenaar w as.5 Niet alleen schreef Langton Douglas het paneel kennelijk toe aan Bernard van Orley, ook werd de scène weer geduid, nu als ‘the corporal works of m ercy’, de W erken van Barm hartigheid. Enige pedigree wordt gegeven, echter (bewust?) zonder de verm oedelijk dan directe en jongste herkom st uit Rotterdam: ‘From the Bernal C ollection’, geveild in 1855, en ‘From the collection of Sir John R am sden’. Verder terug dan de eerste helft of halfweg de negentiende eeuw leiden deze gegevens echter niet;6 de oorspronkelijke herkom st zal verm oedelijk ook wel nooit m eer achterhaald kunnen worden. Aardig is vooral de taxerende toevoeging door Langton Douglas: ‘This painting is in an excellent state of preservation, and is very brilliant in colour’. Dit moge dan zo zijn - de leesbaarheid van de details waarop we hieronder verder ingaan, onderschrijft dit zeker -, de toeschrijving aan Bernard van Orley lijkt wat overm oedig. Diens kw aliteit is hoger, de figuren zijn net anders en diens renaissancearchitectuur is steeds veel rijker gedecoreerd. Noch in de oorspronkelijke noch in de bijgew erkte editie van Friedlanders Die altniederlandische M alerei werd dit paneel dan ook opgenom en.7
Iconografische duidingen Het behoorlijk grote paneel (h. 92 br. 68 cm) moet afkom stig zijn uit een reeks voorstellingen betref fende het leven van een heilige, zoals de serie van 27 panelen door Colijn de Coter en anderen, ca 1480-1510, betreffende Sint Rom bout in M echelse kathedraal (twee nu in Dublin, N ational G allery of Ireland),8 de 12 Antwerpse panelen uit 1517 m et het leven van de heilige Rochus in de Jacobskerk te A ntw erpen,9 of de reeks anoniem e taferelen, ca 1530, van Sint Victor van M arseille uit bezit van de M echelse Zusters Victorinnen (nu in het 1. De heilige A nto n iu s geeft aalm oezen aan een groepje armen. ► Paneel, 92 x 68 cm. Zuidelijke N ederlanden, begin 16de eeuw. Rotterdam, K unsthandel J.D. K laassen (1936); huidige verblijfplaats onbekend.
231
M useum H of van Busleyden, M echelen).10 De Rotterdam se om schrijving ‘scène uit het leven van de heilige A ntonius’ is adequaat. In de iconografie van A ntonius Abt kom t inderdaad, al is het hoogst zelden, de scène voor van de heilige als w elgestelde jongem an die geld en rijkdom m en uitdeelt, en in diens vita is precies de passage te vinden w aar dit tafereel de visualisering van is. M isschien is deze, overigens juiste, identificatie ooit geboren vanuit het idee dat het paneel tot een reeks behoort w aar als pendant het eveneens anoniem e paneel ‘het m irakel van Sint Antonius van Padua met de e zel’, nu in het Prado, deel van uitm aakte.11 Ondanks enige verw antschap wat betreft datering en ontstaansregio, zijn stijl en afm etingen van de panelen evenals de voorgestelde heiligen echter zo verschillend dat een dergelijke sam enhang is uitgesloten. De Londense duiding van de voorstelling als (een van?) de W erken van B arm hartigheid is daaren tegen problem atisch. H et schenken van aalm oezen en weggeven van rijkdom m en kom t imm ers niet voor in deze vaste reeks en dat onderw erp is op ondubbelzinnige wijze afgebeeld. N aar voorstel ling, com positie en allerlei details doet het paneel echter wel onm iddellijk denken aan twee voorstel lingen in de veelvuldig afgebeelde reeks van de W erken van Barm hartigheid, waarbij behoeftigen uit naastenliefde gegeven geschenken ontvangen: het kleden van de naakten, het voeden van de hongerigen en het laven van de dorstigen.12
De voorstelling De achtergrond w ordt gevorm d door een imposante classicistische architectuur. Het bouw w erk is herm etisch gesloten: we kijken m idden boven tegen een dichte houten deur en de vensteropening rechts daarvan is van een stevig sm eedijzeren hekw erk voorzien. Door de tralies heen zien we slechts de dikte van de m uur en duisternis in de ruim te daarachter. Het natuurstenen gebouw is om geven door een aantal elem enten die de representativiteit ervan sterk benadrukken. We kunnen ons dan ook niet onttrekken aan de indruk dat het om een overheidsgebouw gaat. De ingangs partij wordt sterk benadrukt door de enigszins verheven ligging: vanaf het straatniveau m oeten vijf treden w orden opgegaan alvorens over de drem pel gestapt zou kunnen worden om binnen te
232
treden. De gesloten dubbele deur is uitsluitend van binnenuit te openen en draait naar binnen; de beide vleugels bestaan uit v ijf strak geschaafde verticale planken, die bevestigd m oeten zijn op een stevig raam w erk aan de binnenzijde, waarop ook hang- en sluitw erk m oet zijn gem onteerd. In het m idden sluit een stevige m akelaar, gedecoreerd met een lange smalle klassieke zuil, de smalle naad tussen beide deurvleugels. Voor deze entree is een over dekt voorportaal gecreëerd door een dubbel stel stoere vierkante pijlers, m et strakke basem enten en dito kapitelen waarop een opnieuw strak geprofi leerde latei rust. De vloer van dit portaal is veel kleurig en dus kostbaar getegeld, evenals de brede plint waarm ee het hele bouw w erk om zoom d lijkt te zijn. Ook m eer naar links, w aar we zicht hebben op een verder naar achter gelegen bouwdeel, zien we dezelfde betegeling en reeksen van de vierkante pijlers. De strakke galerij, die ze hier vorm en, gaat over in een wat diepere open ruim te m et een eenvoudig houten tongew elf. De pijlers zijn in een onregelm atige afw isseling zo geschilderd dat het lijkt te gaan om m onolieten van zeer verschillende en kostbare m arm ersoorten. De bestrating rond dit gebouw encom plex is wat rustieker, het lijkt om kasseien te gaan waartussen grassen, kruiden en bloeiende planten ontspruiten. De schilder heeft de habitus van de planten vrij natuurgetrouw w eer gegeven. D irect voor de schatkist is zilverschoon herkenbaar, dat algem een in heel Europa en ook in de N ederlanden voorkom t. Links daarvan staat een of andere com posiet, en dan verm oedelijk uitge bloeid w ildem anskruid. Nog wat m eer naar links schuin onder de blote m annenvoet - staat een kers achtige (cardam ine, fam ilie van de pinksterbloem ). Helem aal rechts, dus achter de schatkist, zien we een fikse pol akelei in b lo ei.13 In deze enscènering spelen zich drie taferelen af, de belangrijkste m et grote figuren op de voorgrond en twee enigszins sam enhangende op de achtergrond. De hoofdrolspeler van het schouwspel is breeduit rechts van het m idden weergegeven: een rijk ge klede jongem an deelt aalm oezen uit aan de voorste en m eest kreupele van een groepje arm en links op de voorgrond. De geldbuidel in zijn linkerhand lijkt goed gevuld en de half geopende schatkist aan zijn voeten bevat nog vele uit te delen kostbaarheden. De groep armen bestaat uit vijf volw assenen, vier m annen en een vrouw m et een kind op haar schouders. Twee van de m annen steunen op krukken en hebben verbonden benen. De voorste houdt zijn
bedelnap op en de ander is gehuld in een m antel waarop vijf pelgrim stekens zijn gespeld. Rechts achter de gulle aristocraat staan nog twee heren, w aarvan de ene bijna helem aal zichtbaar is en van de ander niet m eer dan zijn aangezicht. Op de achtergrond is helem aal links onder het houten gew elf een schoolscène geschilderd: een leraar m et roe in de hand op een hoge zetel onderricht kindertjes die rond hem op de grond zitten en staan. Van een jong echtpaar dat aan kom t lopen, w ijst de man zich met een wijds arm gebaar naar de leraar, de charm ante vrouw lijkt onverstoord naar het tafereel op de voorgrond te kijken of naar de tw eede achter grondscène: een arme kreupele, wiens krukken op de grond liggen, die een m et bont gevoerde mantel krijgt om gehangen door een jongen. Dit kind en het jongetje dat de schoolscène van dichtbij bekijkt, horen ongetw ijfeld bij het jonge echtpaar. Alle afgebeelde kinderen zijn in een tot op de grond reikende ju rk gekleed. De twee buiten het schooltje hebben een gevlochten m andje bij zich. De kleinste heeft het aan de linkerarm , de oudste heeft het op de grond gezet om de kreupele de m antel aan te kunnen reiken. Twee m ogelijkheden doen zich nu voor. De eerste is dat de beide achtergrondscènes zich inderdaad gelijktijdig met het hoofdtafereel afspelen. De andere, wel zo w aarschijnlijke optie is dat in de gehele voorstelling drie scènes uit het leven van één heilige zijn weergegeven: dus dat zowel het jongetje dat bij de school staat als het jongetje dat de kreupele een warme m antel geeft èn tenslotte de jongem an die geld w eggeeft aan de arm en, één en dezelfde persoon voorstellen: zoals hierna wordt uitgew erkt, de heilige Antonius.
Iconografie De iconografische duiding van de voorstelling leidt tot de conclusie dat het gaat om een paneel uit een aan de heilige Antonius Abt gew ijde cyclus. Voor deze vrij zeldzam e scène uit het leven van A nto nius werd gebruik gem aakt van een vaker voor verw ante voorstellingen gebruikte beeldform ule. Grote overeenkom st is er m et twee panelen uit de om geving van Bernard van Orley, die beide voor stellen hoe de heilige Rochus aalm oezen uitdeelt (afb. 2 ).14 Zelfs m arkante details als de schatkist op de voorgrond en een op de schouders gebonden kind k-omen daar terug, zoals we hieronder nog
2. De heilige R ochus deelt de bezittingen van zijn ouders uit aan de arm en. Paneel, 100,5 x 63 cm. O m geving van B ernard van Orley, begin 16de eeuw. Brugge, G roeningem useum , inv.0.225 (foto: De Vos 1979, p. 232).
zullen zien. Deze Rochusscènes tonen in de achter grond m om enten uit het leven van Rochus, zoals de dood van zijn vader en zijn pelgrim stocht. Ook doet de voorstelling denken aan een van de vaak weergegeven scènes uit het leven van Laurentius: hoe deze de schatten van de Kerk uitdeelt aan de arm en en vervolgens aan de keizer de ‘w are schat van de K erk’ toont. Dan is L auren tius als hoofdpersoon steeds afgebeeld als diaken. Overigens kom t in de Laurentiusiconografie ook voor dat de heilige m unten uit een beurs schenkt aan de arm en (bijvoorbeeld zo geschilderd door Bernard van Orley) of dat Laurentius is w eer gegeven in gezelschap van een dergelijk
233
bedelaars- en pelgrim sgroepje m et wederom zo ’n m oeder met haar op de schouders gebonden k ind.15 Voor andere liefdadigheidsscènes werd in de vroegnederlandse traditie eveneens gebruik ge m aakt van dit bijna stereotype te noemen gezel schap uit de onderste laag van de m aatschappij, waarin steeds pelgrim s en andere bezitslozen, oud en jong, man en vrouw, en kreupel of gewond en ogenschijnlijk gezond bij elkaar zijn gebracht.16 De betekenis van de groep arm en is in principe steeds dezelfde: niet alleen object van de christelijke naastenliefde, m aar ook - indien oprecht - het m eest onbedorven deel van de m ensheid en dus zoals in het levensverhaal van Laurentius expliciet gem aakt wordt, de ‘ware schat van de K erk’. Immers Christus had als voorbeeld afstand gedaan
3 Een van de w erken van B arm hartigheid: de naakten kleden. Paneel, 63,5 x 41,5 cm. De ‘m eester van S in t G o e d e le ’, Brussel, eind 15de eeuw. M adrid, Thyssen B ornem isza M useum , inv. 276 (foto: B rugge 1969, cat. 53).
234
van alle aards bezit en Hij zelf werd dan ook door een van de vroegnederlandse schilders herkenbaar weergegeven tem idden van die arme bedelaars (afb. 3). Voor de laatm iddeleeuw se beschouw er was dit visionaire beeld feitelijk overbodig: Christus was im m ers altijd m et de armen.
Antonius De Legenda Aurea, de dertiende-eeuw se bundeling van heiligenlevens bijeengebracht door de NoordItaliaanse dom inicaan Jacopo da Voragine, verhaalt op grond van oudere en m eer uitvoerige bronnen kort over de jeugd en inkeer van Antonius Abt ofwel de K luizenaar.17 Geboren in het j aar 251 in Egypte, werd hij door zijn christelijke ouders zelf opgevoed en gedroeg zich voorbeeldig. Nog voor zijn tw intigste verjaardag stierven zijn ouders en kort daarop hoorde hij als zinsnede uit het evangelie (Matteiis 19, 21) Jezus’ woorden tot de rijke jongeling: ‘W ilt ge volm aakt zijn, ga dan naar huis, verkoop wat ge bezit en geef het aan de armen; daarm ee zult ge een schat in de hemel bezitten’. Antonius betrok dit heel direct op zich zelf en verkocht zijn erfenis om die onder de armen te verdelen. Precies dit laatste is afgebeeld op het paneel: de nog als w elgestelde jongeling geklede A ntonius verdeelt zijn aards bezit om zich vervol gens als kluizenaar in de woestijn terug te trekken. De twee scènes op de achtergrond verw ijzen naar de summ ier beschreven jeugd van de heilige.
4. D e heilige A n to n iu s geeft aalm oezen aan een groepje armen. Paneel, ca 49 x 52 cm. A ntw erpen, ca 1525; tw eede tafereel van vier A nto n iu s scènes op de buitenzijde van het linkerluik van het B roederschapsretahel, Kempen, P ropsteikirche (foto: Jos K oldew eij, Buren).
A llereerst zien we hoe hij bij zijn ouders staat en niet w ordt blootgesteld aan de invloeden van een wereldse school, en vervolgens hoe hij als kind al naastenliefde betracht. Als eerste van een vierdelige A ntonius-cyclus kom t deze scène van het weggeven van de rijkdom m en voor op de buitenzijde van een Antw erps retabel in de Propsteikirche te Kem pen (Rijnland). Deze schildering dateert van om streeks 1525 en toont, evenals het verdere retabel, de typische kenm erken van het Antwerps m aniërism e (afb. 4 ).18 De jeugdscènes in de achtergrond kom en hier niet voor.
Realia De reden om dit paneel als onderw erp te kiezen voor deze bijdrage aan het Liber A m icorum van H endrik Jan van Beuningen, wordt niet gevorm d door de stilistische en schilderkunstige vragen die het kw alitatief fraaie paneel stelt, noch door de iconografische problem en die de voorstelling oproept. Hoewel het gaat om een betrekkelijk eenvoudige com positie van niet al te veel persona ges in een tam elijk helder en overzichtelijk decor, is op detail bekeken een heel aantal laatm iddel eeuwse realia m et grote precisie afgebeeld. De overdreven klassieke architectuur is onw erkelijke fantasie, alle andere beeldelem enten zijn een nauw gezette weergave van de vroeg-zestiendeeeuwse leefw ereld van de schilder en zijn op drachtgever. M initieus penseelde de vroegnederlandse prim itief dan ook het hele scala van voorwerpen dat als verzam el- en studiegebied H.J.E. al een levenlang bezighoudt: van volksaardew erk en gedraaid hout uit de eerste decennia van zijn verzam elaarsloopbaan tot de pelgrim ste kens en profane insignes die hem ju ist nu in hoge m ate fascineren.
Mandjes De beide kinderen die de jeugdige A ntonius voor stellen in de achtergrond hebben een m et een deksel gesloten hengselm andje bij zich. De lichte kleur van de gevlochten m andjes duidt erop dat ze gem aakt zijn van witte, dus geschilde wilgenteen, die bovendien - gezien de maat en de kw aliteit van de m andjes - gespleten zal zijn gew eest en op dikte en breedte geschaafd tot smalle schenen. D ergelijk
vlechtw erk, Brabants werk of fijn scheenw erk werd professioneel vervaardigd van speciaal geteelde w ilgenteen.19 De benam ing Brabants werk hangt verm oedelijk samen m et de in het zuid-Brabantse Halle van oudsher gevestigde m andenm akers die een hoge reputatie hadden. Vanaf de zestiende eeuw, m aar w ellicht ook al vroeger, werden in Halle, dat een gevierd M ariabedevaartsoord was, naast pelgrim stekens en allerlei andere devotionalia, gevlochten m andjes aan de pelgrim s verkocht. Zo specifiek m oeten we de hier afgebeelde kindermandjes zeker niet opvatten; het zijn niet eens betrekkelijk luxe te noem en attributen van de jonge Antonius, im m ers ook een arm kind op het al eerder aangehaalde anoniem e tafereel ‘de naakten kleden’ draagt een dergelijk m andje aan de arm (afb. 3). Voorbeelden van deze realia zijn archeolo gisch niet of nauwelijks teruggevonden en bleven nim m er bovengronds bew aard m aar werden in de vroegnederlandse zogenaam d Prim itieve schilder kunst wel volop afgebeeld.
Lollepot De vrouw in het groepje armen houdt de handen vol eerbied sam engevouwen, biddend of smekend alsof ze zich al realiseert dat de geld uitdelende heer een heilige is. In haar rechterarm houdt ze een drietal gespleten stukken grofnervig hout; bij een stuk is de (berken?)bast zelfs weergegeven. Ver m oedelijk gaat het hier om hout w aar ze dunne spaanders af kan splitsen om hetzij vuur te halen voor haar lollepot, danwel om vuur uit de lollepot te nemen en door te geven. Aan diezelfde arm draagt ze het aardewerk vuurkorfje, de lollepot: een draagbaar kom foor om houtskool in te bran den. Nog precies is de gloeiende houtskool in de goed gevulde lollepot te zien. D ergelijke vuurpot ten konden in een stoof worden geplaatst of ge woonweg onder de lange rokken van bijvoorbeeld m arktvrouw en om zich te warmen. Er bestaan enigszins verschillende m odellen en lollepotten konden zowel van al of niet geglazuurd aardewerk als van koper zijn gem aakt, soms m et een vast hengsel, soms met een scharnierende ‘h eis’.20 Vanaf de late vijftiende eeuw zijn afbeeldingen van vuur- of lollepotten bekend. A rcheologische vond sten brengen ons nog iets verder terug in de tijd: tussen de scherven en m isbaksels uit de U trechtse pottenbakkersovens van rond 1400, die in de jaren
235
Koffer
5. Lollepot, fra g m e n t en gereconstrueerd exemplaar. Roodbakkend aardew erk, U trecht (H ogelanden), ca 1400. Rotterdam, M useum B oijm ans Van B euningen, C ollectie Van Beuningende Vriese (foto: B ruijn 1979, afb. 42a).
1971-1973 m ede op initiatief van H.J.E. van Beu ningen werden gered en opgegegraven (afb. 5). Een soortgelijke, m isschien nog iets vroegere lollepot bevindt zich in het N oordbrabants M useum te ’s-H ertogenbosch.21 Latere voorbeelden van de io llep o tten om vier [=vuur] in te doen’, zoals ze in 1771 te Bergen op Zoom werden om schreven, kom en op tal van plaatsen tevoorschijn.22 Het exem plaar van de afgebeelde vrouw hangt met een leren riem aan de beide verticale oren. De lollepot karakteriseert de vrouw niet alleen als een m inder welgestelde die m et vuur rondging of zich hierm ee m oest warmen: ongetw ijfeld wordt m et dit attri buut ook een zinspeling gem aakt op een m inder kuise levensloop. Deze dubbelzinnige betekenis die de lollepot kan hebben wordt heel m ooi geïllus treerd op een in de late achttiende eeuw (1784) te Lier vervaardigd vuurkorfje van geglazuurd en rijk gedecoreerd aardew erk uit pottenbakkerij Verhoeven aldaar: tegen de flank van dat vuurm andje is in reliëf een uiterst scham el geklede jonge vrouw m et een lollepot afgebeeld onder een boog m et de tekst ‘dit kind al m et syn vier - siet voor syn p lesie r’.23 De geschilderde vrouw m et de lollepot draagt op haar schouders een slapend kind, dat vredig met beide arm pjes op haar hoofd rust; vallen kan het niet, want het is vastgebonden m et een lange smalle doek die zowel om zijn rugje is geslagen als om haar m oedershoofd. Een dergelijke arme vrouw met kind is bijna stereotype afgebeeld in soortgelij ke groepjes armen en bedelaars, m aar de lollepot ontbreekt steeds.24
236
Rechts op de voorgrond van het tafereel staat aan de voeten van de gulle heilige een m et leer over trokken en m et ijzer beslagen koffer, waarvan de bolle deksel een klein stukje openstaat. De kist is van het type dat door Penelope Eames in haar gezaghebbende boek M edieval Furniture in de eerste plaats wordt gezien als een reiskoffer, vooral bedoeld voor vervoer te paard en m inder om in karren te w orden gezet.25 Door de bolle deksel en de overvallende lijst rond de dekselrand bleef de binnenkant behoorlijk droog. Bovendien zijn deze reiskoffers veelal m et leer overtrokken, zoals ook hier het geval is, om ze w aterdicht te m aken. De handgrepen, m idden op de deksel en op de korte zijkanten, dienen uiteraard om koffer en deksel vast te grijpen, m aar evenzeer om deze met touwen vast te sjorren bij vervoer; exem plaren die geen handvatten hebben m aar van stevige ringen zijn voorzien, m aken dit duidelijk.26 Op grond van bew aard gebleven exem plaren en van visueel bronnenm ateriaal beschouw t Eam es deze koffers als m et name typisch voor de Bourgondische Nederlanden in de tweede helft van de vijftiende eeuw, zonder daarm ee incidenteel een andere oorsprong uit te sluiten.27 Een door Eames afge beeld exem plaar in de bibliotheek van W estm inster Abbey, nog m et origineel leer overtrokken en te dateren in de jaren 1480-1500, is nagenoeg identiek aan de hier geschilderde koffer; zowel vorm en verhoudingen als het ijzerw erk kom en volledig overeen, alleen heeft de geschilderde koffer m idden op de deksel nog een handgreep. De koffer in Londen is van binnen beplakt met linnen, w aaronder een oudere bekleding zit die van dik beschilderd papier lijkt te zijn.28 Ook de afgebeelde koffer is aan de binnenzijde bekleed en terzijde van de kostbare bokalen en achter de over de rand hangende sieraden kunnen we nog net een decoratief patroon onderscheiden. Een soortgelijke m aar gesloten reiskoffer w ordt neergezet voor de heilige Rochus op het al ge noem de vroeg-zestiende-eeuw s paneel uit de om geving van B ernard van Orley (afb. 2).29 Deze koffer heeft globaal dezelfde afm etingen, doch slechts h alf zo breed en is dan ook door de verticale ijzeren banden in drie in plaats van zes reeksen rechthoeken verdeeld. Ook op dit geschilderde tafereel gaat het beslist om een kist m et kostbaarheden, de erfenis van Rochus, die
6. Legertent uit het kam p van K arei de Stoute. M eester WA, ca 1475. K opergravure (foto: Welzel 1997, afb. 95).
deze aan de armen gaat uitdelen.30 Soortgelijke reiskoffers, doch uitsluitend m et de verticale beslagbanden, zijn w eergegeven door M eester WA, om streeks 1475, op zijn prent met de tent uit het legerkam p van Karei de Stoute (afb. 6).31 A anzien lijk kleinere exem plaren van soortgelijke koffers zijn afgebeeld als kostbaarhedenkistjes van respec tievelijk U rsula en Barbara door de laat-vijftiendeeeuwse M eester van de U rsula-legende en die van de B arbara-legende (= Aert van den Bossche alias P anhedel).32 Ook niem and m inder dan de fam euze Dame m et de Eenhoorn, op de Franse of ZuidN ederlandse tapijtenreeks van ca 1500 in M usée de Cluny, is op het zesde tapijt afgebeeld in gezel schap van een dienstm aagd met een soortgelijke, geopende en rijk gevulde juw elenkist.33 Aardig is dat het type m et leer overtrokken en met ijzer beslagen koffer m et bolle deksel, w aaruit Rochus (afb. 2) en Antonius (afb. 1) kostbaarheden uitdelen, ook elders in gebruik was en/of be schouwd werd als aalm oezenkist. Een verordening op de arm enzorg van de N ikolaikirche te Hamburg van 16 augustus 1527, de zogenoem de ‘Ordnung der gem einen kiste’, laat in een begeleidende renaissance afbeelding een dergelijke koffer zien (afb. 7).34
Textilia
7. ‘O rdnung der gem einen k is te ’, de verordening op de arm enzorg van de N ikolaïkirche te H amburg, 1527, titelblad. H amburg, H auptkirche St. N ikolai (foto: B raunschw eig 1985, p. 290 cat. 228).
De kleding van de verschillende personages op het paneel valt in principe uiteen in twee categorieën, passend bij de sociale groepering die erm ee is uitgedost: enerzijds de welgestelden, zowel in de achtergrond als op de voorgrond, anderzijds de armen. Echter, principieel onderscheid in de gedragen kleding lijkt er niet te zijn, niet wat betreft stoffen noch naar vorm. Het verschil zit hem uitsluitend in de conditie van de kledij, die bij de rijkeren ruim vallend en piekfijn in orde is, en bij de bedelaars gehavend en m et lap- en naaiw erk versteld, en eerder aan de korte en krappe kant. De scholiertjes en tweem aal de jeugdige Antonius dragen allen, of het nu m eisjes of jongens zijn, lange tot op de grond reikende jurken. Hun leraar is gehuld in een quasi-antieke toga, op het hoofd draagt hij een donkere m aar licht gevoerde en om zoom de kaproen. De vrouw van het jonge echtpaar is gekleed in een voor de vroege zestiende eeuw hoogst m odieuze, m aar decente jurk en draagt een eveneens m odieus opzichtig hoofd-
237
deksel. De w at grotere Antonius hangt een pover geklede bedelaar m et een soort tulband op het hoofd een kostbare, want bontgevoerde, mantel om. Deze bontm antel is van hetzelfde type als gedragen w ordt door de volw assen A ntonius als gulle aalm oezengever en door diens compaan schuin achter hem. Ook hoofddeksels en verder zichtbare kleding van beide heren zijn luxueus. Op details van het verfijnde gewaad van de vrijgevige Antonius kom en we hierna nog terug. Bij de kleding van de groep armen valt vooral op dat veel zo ver is versleten dat er scheuren en gaten in de stof zijn gevallen, die dikwijls w eer zijn hersteld door het opnaaien van lapjes. Beslist excessief is het w eefsel van het ondergew aad dat de voorste, bijna geknielde bedelaar draagt. Vanaf zijn heup en gedeeltelijk bedekt met de lederen gordeltas zien we een stof m et een ingew ikkeld ingew even patroon van bloem ranken waartussen, tw eem aal zichtbaar, w apenschilden m et een engel als schildhouder.
Het ingeweven wapenschild Twee van deze schilden zijn in zicht, beide onvol ledig, m aar tezam en zo com pleet dat we ons een voorstelling kunnen m aken van het gehele schild: linksgeschuinbalkt van zes stukken ofwel, anders om schreven, in een gekleurd schild drie linkerschuinbalken. Onzinnig is dit m et bastaardij te associëren, al gebeurde dat in het verleden vaak en ten onrechte met de relatief weinig voorkom ende linkerschuinbalken.35 U iteraard doen zich verschil lende m ogelijkheden voor tot verklaring van dit schild, dat w elisw aar verholen m aar toch, zeker door de com pleterende herhaling, bew ust is afgebeeld. Het schild kan de exacte weergave zijn van het stichtersw apen, waarmee we de opdracht tot het paneel en het grotere geheel waartoe het behoord m oet hebben, op het spoor zouden kunnen komen. De stichter zou zich dan wel in een nede rige en schuldbew uste positie hebben laten plaat sen... O ok kan het w apenschild een verbastering zijn van een w erkelijk wapen, schijnheraldiek dus, die al dan niet kritisch is bedoeld. Tenslotte is niet uitgesloten, m aar mijns inziens het m inst w aar schijnlijk, dat het om een volledig gefantaseerde w apenvoorstelling gaat. De eerste optie, een wer kelijk persoons- of fam iliew apen, vraagt om een exacte duiding. Een, w ellicht te korte, speurtocht
238
naar deze naald in de hooiberg leverde slechts één vondst op van een identiek wapenschild: ‘van potensteyn’, afgebeeld in het Wapenboek Gelre in het gevolg van de Koning van B ohem en.36 Erg w aarschijnlijk lijkt het evenwel niet een relatie te leggen m et dit Boheem se geslacht Potensteyn of Botenstein. Open blijft de m ogelijkheid dat een wel in aanm erking kom end (Zuid-)N ederlands geslacht ditzelfde wapen voerde. Een andere hypothese is dat het om een onjuist w eergegeven wapen gaat. Dit kan opzettelijk zijn gebeurd of uit onkunde. De w apenfiguur doet onm iddellijk denken aan het schild van OudBourgondië, dat echter rechterschuinbalken in goud en blauw heeft. De kleuren zouden op de oude foto dan andersom licht-donker tekenen en verm oedelijk ook in totaal donkerder zijn gew or den. Het kom t echter wèl voor dat de schuinbalken van O ud-Bourgondië andersom worden w eergege ven, dus linker in plaats van rechter. A llereerst zien we dit bijvoorbeeld in een prachthandschrift van Philips de Goede, de Chroniques van Henegouwen, uit de jaren 1448-1468.37 In de marge rond de presentatiem iniatuur zijn in rankw erk de w apen schilden van de territoria van de hertog gehangen. In de linkerbovenhoek is het schild van OudBourgondië w eergegeven, door de m iniaturist evenwel gespiegeld om com positorische redenen! Dit spiegelen gebeurde heel bew ust bij de beschil dering van de w apenborden van de Ridders van het Gulden Vlies, die gehangen m oesten w orden boven het koorgestoelte van de kerk alw aar de plechtige bijeenkom sten plaatsvonden. De wapens werden dan steevast zo weergegeven dat de helm tekens en de m eest geprononceerde heraldische figuren naar het oosten waren gericht; het was ook voor heraldische figuren ongepast om met de rug naar het hoogaltaar te zijn gekeerd. Naast deze opzet telijke om kering, treffen we incidenteel ook door slordigheid of bij vergissing gem aakte spiegelingen aan. Een mooi voorbeeld voor de hier besproken w apenfiguur is het schild op een tent uit het leger kamp van Karei de Stoute, w eergegeven op de al genoem de gravure van M eester WA, ca 1475: gespiegeld O ud-Bourgondië (afb. 6).38 W ellicht gaat het hier om een onnozele fout, veroorzaakt door de spiegeling die drukplaat en afdruk met zich m eebrengen, al zou bij een vaardig graficus zo ’n vergissing niet m ogen voorkom en. Een hele reeks voorbeelden van precies deze vergissing treffen we echter aan als we de vroege grafiek op een rij
itKg^ultenStfanggbiCTflitfca; fuccrfTwi
9. B edevaartsam pul uit C ham pm ol m et het vereenvoudigde Bourgondische w apenschild. 15de eeuw, lood-tin, 42 x 30 mm, opgegraven te W estenschouwen. M eliskerke, C ollectie Familie de Jongh (foto: H .J.E. van Beuningen, Cothen).
8. Karei de Stoute m et het sam engestelde, deels sp ieg elver keerde, B ourgondische wapen boven de schilden van F ra n k rijk, B ourbon en Engeland. H outsnede in de ‘C hronijcke van H ollandt Zeelandt en V riesla n t’ (de ‘D ivisiek ro n ie k’), Leiden 1517, fo l. 365r (foto: K em pers 1992, afb. 15).
zetten waarin het schild van O ud-Bourgondië voorkom t (afb. 8).39 Graveurs en houtsnijders waren evenwel niet de enigen die deze vergissing m aakten. Ook bij het snijden van gietvorm en voor pelgrim sam pullen gebeurde ditzelfde. Zo is b ij voorbeeld op een m idden-vijftiende-eeuw se ampul afkom stig uit D ijon,40 gevonden in het Vlaamse G eraardsbergen,41 volledig spiegelbeeldig het hertogelijk w apenschild w eergegeven zoals we dat aantreffen voor Philips de Goede, Karei de Stoute en M aria van Bourgondië.42 Andere am pullen zijn voorzien van een eenvoudiger gevierendeeld schild, m aar verw ijzend naar dezelfde oorsprong; bij deze treffen we zowel de correcte als de gespiegelde weergave aan van O ud-Bourgondië (afb. 9 en 10).43 Op Bourgondische m unten kom t deze fout nooit voor, de heraldiek was op deze dragers zo formeel dat een dergelijke vergissing nim m er getolereerd zou w orden.44 M untspelden daarentegen, goedkope en vaak ook prim itieve nagietsels in lood-tin, tonen deze fout natuurlijk weer wel.45 Concluderend lijkt het m eest w aarschijnlijk voor
10. B edevaartsam pul uit C ham pm ol m et het vereenvoudigde en deels spiegelverkeerde B ourgondische w apenschild. 15de eeuw, lood-tin, 46 x 32 mm, opgegraven te N ieuw lande. Roosendaal, C ollectie R. H opstaken (foto: H.J.E. van B eunin gen, Cothen).
het wapen in het versleten m aar kostbare geweven kledingstuk van de neerknielende bedelaar, dat de engel een als verw ijzing naar Oud-Bourgondië bedoeld schild vasthoudt. W ellicht riep dit stuk textiel ook onm iddellijk de associatie op met verarmde, m ogelijk zelfs verregaand in diskrediet geraakte adel; m isschien ook m oet het worden geduid als een ogenschijnlijk bijna terloops ge plaatste kritische noot. De w isselvalligheid van het lot w ordt hoe dan ook benadrukt door de vergane glorie van dit heraldische weefsel. Ieder mens moet zich realiseren dat geluk en voorspoed kw etsbaar zijn; ook voor de adel en de rijken is er slechts weinig voor nodig om in een afhankelijke positie terecht te kom en, in de situatie van de hier afgebeelde armen. Het m initieus geschilderde weefsel plaatst door de onontkoom bare heraldische beteke nis deze bedelaar in dit m oraliserend perspectief dat wordt versterkt door de overige realistische
239
details zoals bijvoorbeeld zijn kreupele benen en blote voeten, zijn scham ele kledij en het drietal akelig echte pleisters op diens hoofdwondjes.
De pelgrimstekens De oudste m an van het groepje armen, die links op de voorgrond staat, bew eegt zich steunend op twee knoestige krukken voort. Hij w ordt door de insig nes op zijn wijde m antel en pelerine gekarakteri seerd als een bereisde pelgrim . Zijn hoofd is bedekt met een vrij strakke hoofdkap, w aaroverheen hij kennelijk nog de strooien hoed droeg die hij hier in beide handen voor zich houdt. H oew el afw ijkend van de m eest stereotype vilten pelgrim shoed met brede, om geslagen rand waarop vaak bedevaartinsignes, is de strohoed zeker niet ongebruikelijk voor pelgrim s. B ijvoorbeeld de M eester van Frankfurt tooit zijn geschilderde Rochus, nu in het W allraf-Richartz M useum te Keulen, opzichtig m et een pelgrim shoed van dergelijke makelij (afb. I I ) .46 Bij de vijf pelgrim stekens is als zesde decoratie op de m antel een tw eetal draakachtige figuurtjes geborduurd, die verm oedelijk verw ijzen naar een broederschap of gilde m aar vooralsnog niet te duiden zijn. De pelgrim stekens daarentegen zijn alle goed te herkennen.47 M idden voor op de korte schouderm antel is een schelp bevestigd, als alge m een kenteken voor de bedevaarder of als specifiek kenteken voor hen die Santiago de Com postela hadden bereikt.48 Het lijkt hier niet te gaan om de echte Jacobsschelp, de Pecten M axim us L, m aar om een nagegoten m etalen exem plaar; dit m aakt het des te w aarschijnlijker dat de schelp hier is bedoeld ter karakterisering van de drager als pelgrim en niet als letterlijk Santiago-ganger (vergelijk afb. 12). D aarnaast zien we de w eergave van de drie hosties van het N oordduitse W ilsnack, die w aarschijnlijk met wat rode verf zijn ingekleurd. Dit kom t ook voor op vele andere afbeeldingen,49 zoals op de al aangehaalde hoed van de Rochus in Keulen (afb. 11), en soms is zelfs nog wat rode kleurstof aanwezig op teruggevonden W ilsnack-insignes (vergelijk afb. 13).50 Als derde insigne is op de pelerine een insigne in de vorm van een m iniatuur jachthoorn gespeld, verw ijzend naar Sint Hubertus in de A rdennen (vergelijk afb. 14).51 Dan, op de m antel zelf, zijn gekruiste m iniatuur pelgrim sstaf jes aangebracht, die zijn gedraaid van been of
240
11. R ochus m et strooien p elg rim sh o ed , w aarop een m iniatuur p elg rim s stafje en het D reihostien-insigne van Wilsnack. M eester van Frankfurt, p a n eel (detail), Antw erpen, begin 16de eeuw. Keulen, W allraf-R ichartz M useum (foto: F riedländer 1924-1937, ed. 1967-1976, V I I 1971, pl. 107).
12. Jacobs- o f pelgrim sschelp, p elgrim sinsigne gegoten in lood-tin. Tweede helft 15de eeuw, 19,5 x 18 mm, gevonden te Reim ersw aal. Cothen, C ollectie H.J.E. van Beuningen, inv. 0224 (foto: Tom H aartsen, O uderkerk aan de A m stel / Van B euningen en K oldew eij 1993, afb. 219).
13. D reihostien-insigne uit Wilsnack, gegoten in lood-tin. 15de eeuw, 26 x 30 mm, gevonden te N ieuw lande. Cothen, Collectie H.J.E. van Beuningen, inv. 1386. (foto: Tom H aartsen, O uderkerk aan de A m stel / Van Beuningen en K o ldew eij 1993, afb. 135).
14. H ubertushoorntje, pelg rim sin sig n e gegoten in lood-tin. 15de eeuw, 17 x 22 mm, gevonden te N ieuw lande. Cothen, C ollectie H.J.E. van Beuningen, inv. 1519. (foto: Tom H aartsen, O uderkerk aan de A m stel 7 Van B euningen en K oldew eij 1993, afb. 938).
ivoor; deze zouden ook geborduurd kunnen zijn of van textiel en dan als appliques vastgenaaid. Deze stafjes fungeerden in de eerste plaats als insigne voor Santiago, m aar ook voor deze geldt - precies als voor de Jacobsschelp - dat ze tevens m eer algem een werden toegepast als herkenningsteken van bedevaartgangers (vergelijk afb. 11 en 15). Tenslotte is dichtbij de rand van de pelgrim sm antel een afbeelding, w aarschijnlijk geschilderd op leer of perkam ent, van het W are Gelaat van Christus genaaid, een zogenoem d ‘V ronike’. Deze m iniatuur Veronica-doeken verw ijzen naar Rome en m eer in
het bijzonder naar het sudarium, de zw eetdoek van Veronica met de af druk van C hristus’ Ware Gelaat die in de Sint-Pieter werd bewaard; tegelijkertijd duiden allerlei vondsten er overigens op dat ook ver buiten Rom e Vera-Iconbeeltenissen werden ver vaardigd en gedistribueerd.52 A rcheologisch wer den van deze geschilderde plaatjes nog geen exem plaren teruggevonden;53 op afbeeldingen kom en ze echter veelvuldig voor en ook bleven er nogal wat bew aard in laatm iddeleeuw se gebeden boeken (afb. 16). Heel precies valt het paneel op grond van deze kleine verzam eling geschilderde insignes niet te localiseren, m aar wel geeft het een duidelijke indicatie voor de ontstaansregio. Immers naast het drietal opgespelde devotionalia van algem enere strekking, zijn er twee m eer beperkt: het W ilsnack-
;
15. Twee m iniatuur-pelgrim sstafjes, ged ra a id van been. 15de eeuw, resp. 88 en 59 mm lang, gevonden te N ieuw lande. Cothen, Collectie H .J.E. van B euningen, inv. 1490 en 1663. (foto: Tom H aartsen, O uderkerk aan de A m stel 7 Van B euningen en K oldew eij 1993, afb. 231, 232).
16. H et Ware G elaat van C hristus o fV e ra Icon, opgehouden door Veronica. G eschilderd op perkam ent, 15de eeuw, geplakt op fo l. l v van een breviarium , winterdeel, uit b ezit van Johannes H ubenstricker, p riester te Fritzlar, 15de eeuw. Fritzlar, D om bibliothek, nr 83. (foto: Jos K oldew eij, Buren).
241
insigne w ordt in heel noordw est Europa terugge vonden, evenwel niet of nauw elijks zuidelijker dan in de Zuidelijke Nederlanden; het Hubertushoorntje werd beduidend m inder verbreid en is nagenoeg uitsluitend in de N ederlanden aangetroffen.
Beurs en bedelnap De royale Antonius in het liefdadigheidstafereel laat met zijn rechterhand een zevental niet nader te duiden m unten vallen in de bedelnap van de eerste aanstrom pelende arme. De welgevulde beurs van lichtbruin of bleekw it leer is van een universeel type, waarvan ook een tw eetal uit Nederlandse m iddeleeuw s-archeologische context door H.J.E. van Beuningen werd verw orven voor de verzam eling gebruiksvoorw erpen in M useum Boijm ans Van B euningen.54 De gedraaid houten bedelnap w aar de m unten in terecht kom en, is voorzien van een koordje m et kraal zodat de bedelaar deze al bedelend beter vast kon houden. D ergelijke bedelnappen kom en op tal van soort gelijke geschilderde liefdadigheidstaferelen voor, m aar opm erkelijk is de gedetailleerdheid waarmee deze hier is w eergegeven. Om precies zo ’n bedel nap zal het zijn gegaan in de Kam pener verordening uit 1462 die Jaap Renaud aanhaalde in een van zijn vroegste artikelen over gedraaid houten voor werpen: ‘Dat nae dessen dage gene bedelaers in der K ercken onder den dienst Goets bidden en sullen bij verlies hairs naps m itten gelde of hairs hoede’ (dat er vanaf deze dag geen bedelaars tijdens de eredienst in de kerk m ogen bedelen, op verbeuring van hun nap m et geld of van hun hoed).55 Beide, hoed en bedelnap, w orden opgehouden voor de m unten uitdelende Laurentius op diens liefdadig heidstafereel in de kerk van B ocholt.56
Een liefdesrandje Het laatste detail van het geschilderde paneel waarop we hier nader ingaan, is de geborduurde en verm oedelijk van m etalen appliques voorziene kledingrand die zichtbaar is onder de openvallende bontgevoerde m antel van Antonius (afb. 1 en 17). Deze rijkbew erkte band m arkeert de overgang van een sterk geplooide witte stof naar een verder donker, niet nader te onderscheiden kledingstuk.
242
17. H et m et borduurw erk en appliques gedecoreerde kledingrandje van A ntonius, d etail van afb. 1.
Dit versierde stukje textiel is heel interessant: in het m idden is een hart weergegeven, om vat door wat bladranken, ter w eerszijden daarvan bevindt zich een sleutelplaatje in reliëf, en daarnaast zetten de ranken zich voort. De sleutelplaatjes lijken van metaal te zijn en werden dus op een of andere wijze op het textiel bevestigd, hetzij vastgenaaid, hetzij m et behulp van nageltjes, splitpennetjes of aangegoten oogjes. Deze geschilderde sleutelplaat jes vormen de enige tot nu toe ontdekte parallel voor de loodtinnen sleutelplaatjes die de laatste jaren nogal eens met de m etaaldetector tussen ander laatm iddeleeuw s kleinm etaal tevoorschijn zijn gekomen. De betekenis van kleine im itatiehangslotjes, in kostbaar edelm etaal of goedkoop loodtin, zal niet veel anders zijn. Ook in de om vangrijke collectie van H.J.E. van Beuningen bevinden zich verscheidene exem plaren van derge lijke loodtinnen insignes in de vorm van sleutel-
18. Im itatie-hangslot, gegoten in lood-tin. E in d 14de o f begin 15de eeuw, 25 x 11 mm, gevonden te Valkenisse. Cothen, C ollectie H .J.E. van Beuningen, inv. 2003. (foto: Tom H aartsen, O uderkerk aan de A m stel / Van B euningen en K oldew eij 1993, a ß . 1002).
eeuwen probleem loze, dubbele betekenis o f bete kenisverandering te suggereren: w ellicht zowel duidend op profane of aardse liefde vanuit het m ilieu en de sfeer waaruit de jongem an voort kwam, als verw ijzend naar religieuze of hem else liefde en naar naastenliefde binnen de context van het liefdadigheidstafereel w aar Antonius imm ers na tot inkeer te zijn gekom en als heilige optreedt. Het woord Gods èn de armen hadden de sleutel tot zijn hart gevonden.
Noten
19. Im itatie-sleutelplaat, gegoten in lood-tin. E ind 14de o f 15de eeuw, 39 x 42 mm, gevonden in de p ro vin cie Zeeland. Cothen, Collectie H.J.E. van Beuningen, inv. 3430. (foto: H .J.E. van Beuningen).
plaatjes en sloten; een tweetal beelden we hierbij af (afb. 18 en 19).57 Terug naar het geschilderde kledingdetail van Antonius (afb. 17). O verduidelijk is door de com binatie van de twee sleutelplaatjes met het centraal geplaatste hart dat we hier m et een liefdessym boliek te m aken hebben. Zoals telkens w eer bij de laatm iddeleeuw se beeldtaal is de m eer precieze interpretatie die aan zulke betekenisdragers m oet worden gegeven, sterk afhankelijk van de context waarin deze werden toegepast. Voorbeelden van het hart en van slot en sleutel als beeld voor de liefde, zowel in m eer verheven zin als m eer vulgair, zijn er te over.58 Vaker aangehaald in dit verband en zeer illustratief is de passage in de dertiendeeeuwse Rom an van de Roos, waar de liefdesgod, Amor, het hart van de jonge m innaar sluit:59 ‘... een sleuteltje, gesm eed uit puur / en louter goud, in ’t vuur gehard / “H ierm ee,” sprak hij, “sluit ik je hart” ...’60 In dit geval lijkt het verantw oord om zelfs een in onze ogen ingrijpende, m aar voor de latere m iddel
1. Ter M olen 1999, p. 413-415. 2. R otterdam s telefoonboek 1937: Jr. J.D. K laassen Oude en M oderne Schilderijen, G elderschekade 31 b; R otterdam s telefoonboek 1940: J.D. K laassen, E endrachtsw eg 14. M et dank aan S teef W itjes, G em eentearchief R otterdam . 3. François Verwilt (R otterdam 1623-1691), ‘A anbidding van de h e rd ers’, 1645, paneel 68,5 x 97 cm, inv. 2143. V riendelijke m ededeling dr J. Giltay, M useum Boijm ans Van B euningen. R otterdam 1994, p. 237-238, 304. 4. M et dank aan drs Suzanne L aem ers die zo vriendelijk was dit voor mij op te zoeken. 5. Foto: C ooper, London, nr. 37279; ook foto naar foto, n eg atief RKD, no L. 19314. 6. N ader gedocum enteerd: See “C atalogue ... of W orks o f Art, in the collection o f R alph Bernai, E sq.” , C hristie and M anson, M arch 5, 1855, No 901, p. 7. 7. F riedlânder 1924-1937, ed. 1967-1976, V III 1972. 8. F riedlânder 1924-1937, ed. 1967-1976, IV 1969, nrs 106, 109, A dd. 164; K irschbaum 1968-1976, 8, kol. 292 (F. T schochner). 9. De Coo 1977; De Coo 1979. 10. K irschbaum 1968-1976, 8, kol. 557-558 (L. Schütz). 11. M adrid, M useo del Prado, cat. nr 1917: M irakel van St. A ntonius m et de ezel, oliev erf op eiken paneel, 121 x 80 cm. F riedlânder 1924-1937, ed. 1967-1976, IXb 1973, p. 95-96, pl. 188; B rugge 1969, p. 72-73, 222 cat. 27 (Valentin V erm eersch). 12. A m sterdam , R ijksm useum , inv. A 2815, M eester van A lkm aar, 1504. Enschede, R ijksm useum Twenthe, inv. 39, M eester van de L e v e n sb ro n ,c a 1510. A ntw erpen, K oninklijk M useum voor Schone K unsten, inv. 680, A noniem A ntw erpen, ca 1500. M adrid, T hyssen-B ornem isza M useum , inv. 261* (1931.2), De M eester van Sint-G oedele, ca 1470. 13. M et dank aan dr Isolde den Tonkelaar, die zich w aagde aan de determ inatie van deze zw art-w it flora. 14. De Coo 1977, p. 111-122; De Coo 1979, p. 81-104; De Vos 1979, p. 232-233. 15. A ntw erpen, K oninklijk M useum voor Schone K unsten, A ltaarstuk m et het L aatste O ordeel en de Z even W erken van B arm hartigheid, b u itenzijde van het rechterluik; F riedlânder 1924-1937, ed. 1967-1976, V III 1972, pl. 84. B ocholt, S int-L aurentiuskerk, M ariaretabel m et altaarvleugels die v erm oedelijk stam m en van het vroegere hoofdal
243
taar, ca 1500-1515; T óth-U bbens 1987, p. 65, afb. 36 en 65; A ntw erpen 1993, I, p. 84-93 cat. 12. L üneburg, Ev.-luth. St. N icolaigem einde, paneel van het hoogaltaar uit het k looster H eiligental, 1444; B raunschw eig 1985, 1, p. 283-284 cat. 220 (H.G. G m elin). 16. G hislaine D erveaux-V an U ssel publiceerde in 1970, naar aanleiding van een retabelfragm ent in de B russelse K oninklijke M usea voor K unst en G eschiedenis, een aantal van deze groepjes arm en m et als k arakteristiek detail het om het hoofd van de m oeder vastgebonden kind: v oorstel lingen van de L iefdadigheid van Joachim en Anna, de W erken van B arm hartigheid, en scènes uit het leven van R ochus. Tal van voorbeelden zijn aan dit overzicht toe te voegen, zoals het h ier behandelde paneel o f - buiten de vroegnederlandse schilderkunst - de al aangehaalde L aurentiusvoorstelling uit L üneburg. D erveaux-V an Ussel 1968-1970, p. 201-208. 17. B utler 1844, I, p. 168-169; de Voragine, ed. 1967, I, p. 130-131. 18. A ntw erpen 1993, II, p. 46 n. 96 (m et bedenkingen t.a.v. de o orspronkelijke toestand en m eer literatuur); R euter 1995, p. 47-52. 19. Pot-van R egteren A ltena 1980/1981. 20. W eyns 1974, p. 64-72, 146-147; De K leyn 1986, p. 162-164, 169. 21. B ruijn 1979, p. 79-85 (U trecht); R oest 1965, pl. 18 (’s-H ertogenbosch). 22. G roenew eg 1992, p. 86, 89, 160, 177, 179, 214-215. 23. W eyns 1974, p. 65, pl. X X V III afb. 32. 24. M eester van A lkm aar, H et spijzen der hongerigen, één van de Z even w erken van B arm hartigheid, 1504. A m sterdam , R ijksm useum . B ernard van O rley (om geving), Scène uit de legende van R ochus, ca 1520, B rugge, G roeningem useum , inv. 0.225. Z uid-N ederlands M eester, S int-A nnaretabel, De liefdadig heid van Joachim en Anna, ca 1490, Frankfurt, H istorisches M useum . De M eester van Sint-G oedele, De naakten kleden, één van de Z even w erken van B arm hartigheid, ca 1470, M adrid, T hyssen-B ornem isza M useum , inv. 261* (1931.2). N avolger van C olyn de Coter, M ariaretabel, L aurentius deelt aalm oezen uit aan de arm en van R om e, ca 15001515, B ocholt, S int-L aurentiuskerk. D ervaux-van Ussel 1968-1970, p. 201-209; T óth-U bbens 1987, p. 65, afb. 36; A ntw erpen 1993, I, p. 84-93 cat. 12. 25. Eam es 1977, p. 172-180. 26. B ijvoorbeeld een koffer in de kathedraal van H ereford van ca 1440. Eam es 1977, p. 174-175, cat. 45, pl. 50a-c. 27. Eam es 1977, p. 174. 28. Eam es 1977, p. 177, cat. 47, pl. 52. 29. De Vos 1979, p. 232-233. 30. Tim m ers 1978, p. 294 nr. 800, p. 295 afb. 196. 31. Eam es 1977, p. 174; Van Zijl 1972, p. 77 afb. 105; W elzel 1997, p. 217-218, afb. 95. 32. Brugge 1969, p. 29-37 cat. 1 (A. Janssens de B isthoven), kleurafbeelding t.o. p. 32; p. 105-108 (L. N inane en A. de Schietere de L ophem ), kleurafbeelding t.o. p. 106. 33. C am ille 1998, p. 70. 34. B raunschw eig 1985, p. 289-290 cat. 228 (Thom as Fischer). 35. Pam a 1961, p. 96. 36. Van den B ergen-Pantens 1992, p. 17, 95, 297 nr. 143. 37. B russel, K oninklijke B ibliotheek A lbert I, hs. 9242, fol. 1. B russel 1977, p. 82-83 cat. 5, pl. 5; Sm eyers 1998, p. 288290.
244
38. Van Zijl 1972, p. 77 a fb .105; W elzel 1997, p. 217-218, afb. 95. 39. B ijvoorbeeld, overigens zonder aandacht voor dit detail: K em pers 1992, p. 31-47 en afb. 18, 9, 15, 16. 40. Op de identificatie van D ijon en m eer in het b ijzonder de C hartreuse de C ham pm ol als plaats van herkom st voor de relatief grote groep van bedevaartsam pullen m et heraldische verw ijzingen naar zowel de B ourgondische hertogelijke als F ranse koninklijke m achthebbers, w ordt en-detail behandeld in H eilig en P rofaan 2, dat m om enteel voorbereid w ordt door H .J.E. van B euningen, D. K icken en de auteur van deze bijdrage. 41. B eekm ans en B orrem ans 1995/1996, p. 320-321. Deze am pul w erd zeker niet te G eraardsbergen geproduceerd, zoals B eekm ans & B orrem ans suggereren. 42. K em pers 1992, afb. 8, 11, 14-16. 43. B ijvoorbeeld C ollectie H .J.E. van B euningen, inv.nrs 1265 en 1257, die zullen w orden gepubliceerd in H eilig en Profaan 2 (zie noot 40) o f collectie A .J.G . Verster, M useum Boijm ans-V an B euningen inv.nr OM 393; Vreeken 1994, p. 123. Zie ook: Van H eeringen 1989, p. 146, 149. 44. Voor een prim a en rijk g eïllustreerd overzicht: Taelm an 1982. 45. B ijvoorbeeld Van B euningen en K oldew eij 1993, p. 284 nrs 799, 801. 46. F riedländer 1924-1937, ed. 1967-1976, VII 1971, p. 77-78 nr 139, pl. 107; een bijna gelijke Rochus op pl. 115. 47. Ter id en tificatie en vergelijking volstaan w e h ier m et de verw ijzing naar Van B euningen en K oldew eij 1993; uiteraard kan voor alle v ijf de insignes aanzienlijk m eer literatuur w orden verm eld. 48. Van B euningen en K oldew eij 1993, p. 38-45, 163-167. 49. Z eer ex p ressief werd het rode van de bloedende hosties benadrukt op het eerder genoem de L aurentius-paneel uit L üneburg, w aar de voorste pelgrim als een religieus fanaticus w ordt voorgesteld in bloedrode kleding w aarop hij de bloedende hosties van W ilsnack heeft gespeld. K oldew eij 1995, p. 18. 50. Van B euningen en K oldew eij 1993, p. 22 (chem ische analyse: v erm iljoen/kw iksulfide), p. 145-146 nrs 129-137. 51. Van B euningen en K oldew eij 1993, p. 162, 306-307 nrs 935-938. Zie ook: T oussaint en L assence 1992, p. 38-41, p. 52-53. 52. N ader w ordt op deze devotionalia ingegaan in: K oldew eij
2000 . 53. Dat zelfs het in de bodem bew aard blijven van dergelijke geschilderde devotionalia niet is uitgesloten, bew ijst een recent tevoorschijn gekom en A kens insigne in de vorm van een tw eeluikje w aarin achter glas een op papier geschilder de voorstelling van de toning van de Tunica van M aria. Deze spectaculaire vondst (vroege voorjaar 2000; collectie H .J.E. van B euningen) zal in H eilig en P rofaan 2 w orden gepubliceerd. 54. R otterdam , M useum B oijm ans Van B euningen, inv. F 8768, Coll. Van B euningen-de V riese, bodem vondst A m sterdam ; S tichting H et N ederlandse G ebruiksvoorw erp, aanw inst 1999, bodem vondst R otterdam (schenking door H .J.E. van B euningen, 0 9 .1 2 .’99), in bruikleen aan M useum B oijm ans Van B euningen. 55. Renaud 1943, p. 11. 56. Zie noot 15 en 24. 57. Ook deze zullen w orden opgenom en in H eilig en Profaan 2 (zie noot 40). 58. B ijvoorbeeld H annsm ann en K riss-R ettenbeck 1977,
p. 239-241, 249 en elders; zelfs beelden zij een 18de-eeuw s hartvorm ig am ulet a f dat van een slotplaatje is voorzien (afb. 577); C am ille 1998, p. 111-119. 59. C am ille 1998, p. 112. 60. Van A ltena 1991, p. 71 r. 1998-2000.
G roenew eg, G errit, 1992. Bergen op Zoom s aardewerk. Vormgeving en decoratie van gebruiksaardew erk gedurende 600 ja a r p o tten b a kkersn ijverh eid in Bergen op Zoom , B ijdragen tot de Studie van het B rabants H eem 35. W aalre. H ansm ann, L iselotte en L enz K riss-R ettenbeck, 1977. A m ulett und Talisman. E rscheinungsform und G eschichte. M ünchen.
Literatuur van A ltena, E rnst (vert.), 1991. G uillaum e de L orris en Jean de M eung, D e roman van de roos. Baarn. A ntw erpen, 1993 .A n tw e rp se retabels. 15de-16de eeuw. I Catalogus, II E ssays (red. H ans van N ieuw dorp), tent. cat. M useum voor R eligieuze K unst, A ntw erpen. van B euningen, H .J.E. en A .M . K oldew eij, 1993. H eilig en Profaan. 1000 laatm iddeleeuw se insignes uit de collectie H .J.E. van B euningen, Rotterdam P apers 7. C othen. B raunschw eig, 1985. Sta d t im Wandel. K unst und K ultur des B ürgertum s in N ord-D eutschland 1150-1650 (C ord M eckseper, red.), tent. cat. L andesausstellung N iedersachsen, StuttgartBad C annstadt. B rugge, 1969. A noniem e Vlaam se P rim itieven. Z uidnederlandse m eesters m et noodnam en van de 15de en h et begin van de 16de eeuw, tent. cat. G roeningem useum . B russel, 1977. K arei de Stoute. Tentoonstelling georganiseerd naar aanleiding van de vijfhonderdste verjaring van zijn dood, K oninklijke B ibliotheek A lbert I. B ruijn, A nton, 1979, m.m.v. H .J.E. van B euningen en T.J. H oekstra. P ottersvuren langs de Vecht. A ardew erk rond 1400 uit U trecht, Rotterdam P apers 3. R otterdam /L angbroek.
van H eeringen, R.M . 1989. A rcheologische K roniek van Z eeland over 1988. In: A rc h ie f van het K oninklijk Zeeuw sch G enootschap d er W etenschappen, p. 129-154. K em pers, Bram , 1992. Loyalty and Identity in the Low C ountries. R egional, N ational and Global Im agery in the Sixteenth Century. In: P eter van K essel (red.), The P ow er o f Im agery. R om e, Saggi 3, p. 31-47. de K leyn, J. 1986. Volksaardewerk in N ederland sedert de M iddeleeuw en. L ochem /G ent. K oldew eij, A.M . 1995. L aatm iddeleeuw se insignes. Verzamelgeschiedenis en stand van onderzoek, cultuurhistorische aspecten. In: A.M . K oldew eij, A. W illem sen (ed.), H eilig en Profaan. Laatm iddeleeuw se insignes in cultuurhistorisch p erspectief. A m sterdam , p. 13-25. K oldew eij, A .M . 2000. L ijfelijke en geestelijke pelgrim age m ateriële “souvenirs” van spirituele pelgrim ages. Te ver schijnen in: C. V eelenturf (red.), G een povere schoonheid, acta van een colloquium over de relaties tussen M oderne D evotie en de kunsten 11-12 novem ber 1999 te N ijm egen. N ijm egen. ter M olen, Joh.R . 1999. ‘H .J.E. van B euningen, geb. 1920’. In: Joh.R . ter M olen (red.), 150 ja a r M useum B oijm ans Van B euningen. Een reeks beeldbepalende verzam elaars, R otter dam, H istorische P ublicaties Roterodam um 125, p. 412-431. Pam a, C. 1961. R ie tsta p ’s H andboek der W apenkunde. Leiden.
Butler, A lbanus, 1844. De levens der H eylige Vaders, der M artelaren, en van cle andere voornam e H eyligen. Gent. C am ille, M ichael, 1988. The m edieval A rt o f Love. O bjects and Subjects o f D esire. Londen. De Coo, Jozef, 1977. Das R ochus-R etabel von 1517 in A ntw erpen. In: Westfalen, 55, p. 111-122. De Coo, Jozef, 1979. H et S t.-R ochus-retabel te A ntw erpen. M et proeve van rekonstruktie. In: Jaarboek 1979 K o ninklijk M useum voor Schone K unsten A ntw erpen, p. 81-103. D ervaux-V an U ssel, Gh. 1968-1970. De liefdadigheid van de H. A nna. Identificatie van een retabelfragm ent. In: B ulletin van de K oninklijke M usea voor K unst en G eschiedenis, 40-42, p. 201-209. De Vos, D irk, 1979. Stedelijke M usea B rugge - C atalogus Schilderijen 15de en 16de eeuw. Brugge. Eam es, Penelope, 1977. F urniture in England, F rance and the N etherlands fro m the tw elfth to the fifte e n th Century. L ondon. Friedlander, Max J. 1924-1937, ed. 1967-1976. E arly N etherlandish P ainting. L eiden-B russel (oorspronkelijk. D ie A ltniederlandische M alerei. B erlijn-L eiden).
Pot-van R egteren A ltena, G.M . 1980/1981. W aar kom en die kleine m andjes vandaan? In: A n tiek 15, p. 589-597. R enaud, J.G .N . 1943. H outbew erkingskunst uit vroeger eeuw en. In: H am er 3 (nr 9), p. 8-13. Reuter, Josef, 1995. W egweiser nach oben. D ie K unstschätze der K em pener P ropsteikirche. K empen. Roest, L .L.H . 1965. G evorm d en gebakken. O ud geb ruiks aardew erk in N ederland. A m sterdam . Schadee, N ora (red.), 1994. R otterdam se M eesters uit de Gouden Eeuw , tent. cat. H istorisch M useum R otterdam . R otterdam /Z w olle. Sm eyers, M aurits 1998. Vlaam se m iniaturen van de 8ste tot het m idden van de 16de eeuw. De m iddeleeuw se w ereld op perkam ent. Leuven. Taelm an, J. 1982. M unten en penningen in B ourgondisch Vlaanderen. Van F ilips de Stoute tot M aria van B ourgondië 1383-1482, tent. cat. G ruuthusem useum , Brugge. Tim m ers, J.J.M . 1978. C hristelijke S ym boliek en Iconografie. Haarlem .
245
T óth-U bbens, M agdi, 1987. Verloren beelden van m iserabele bedelaars. L eprozen-arm en-geuzen. Lochem -G ent. Toussaint, Jacques, en P atrick Lassence, 1992. M édailles de Saint H ubert. E nseignes, m édailles, cornets du XVe au XXe siècle. N am en, C ollection T radition W allonne, 6. de V oragine, Jacques, ed. 1967. La légende dorée (trad, J.-B. M Roze). Parijs. Van den B ergen-Pantens, C. (ed.), 1992. Gelre. B.R. Ms. 15652-56. Leuven. V reeken, H. 1994. K u n stnijverheid M iddeleeuw en en Renaissance, D ecorative A rt M iddle A ges and Renaissance. M useum B oym ans-van B euningen Rotterdam . A m sterdam . W elzel, B arbara, 1997. N iederländische K upferstiche des 15. Jahrhunderts, in: B irgit Franke en B arbara W elzel (ed.), Die K unst der B urgundischen N iederlande. Eine E in fü h ru n g . B erlijn, p. 211-227. W eyns, Jozef, 1974. Volkshuisraad in Vlaanderen. Naam, vorm, geschiedenis, gebruik en volkskundig belang der huiselijke voorw erpen in het Vlaam se land van de M iddeleeuw en tot de E erste W ereldoorlog. Beerzel. van Z ijl, Ida, 1972. D er M eister WA und Israhel van M eckenem , Israhel van M eckenem und der deutsche K upferstich des 15. Jahrhunderts, tent. cat. B ocholt ( Unser B ocholt, 1972, H eft 2-3), p. 71-80.
246
Summary Rich M an, Poor M an, B eggarm an, T h ief Painted decorative and useful objects on an early sixteenthcentury D utch panel w ith S. A nthony Painted in m inute, realistic detail on an early D utch panel on w hich saint A nthony giving alms is depicted and w hich was on the R otterdam art m arket in 1936, are several realia, represen ted w ith painstaking accuracy. R anging from pottery to p ilg rim s’ badges, these are the very objects to w hich H .J.E. van B euningen has devoted his collecting and scholarly activities for m uch o f his eighty years. C areful analysis of the painted objects enables us to interpret and date the panel more precisely (South N etherlands, early 16th century) and provides m ore inform ation as to the m eaning and function o f the individual objects. In other w ords, as a visual source, this is a case o f tw o-w ay inform ation: the scene tells us som ething about the individual objects and the individual objects tell us som ething about the scene in the painting. The saint is A nthony the A bbot and the scenes depicted in the b ackground refer to his early youth. U nclear is to w hat set of scenes the panel - the first o f the live o f A nthony - once belonged. It can how ever be placed in an iconographic tradition of representations o f Charity, like those found in the series o f W orks o f M ercy, the lifes o f Saint R och and Saint L aurence and o f Joachim and Anne. The placing and pose of A nthony as the principal figure, and also the com position and detailing o f the sm all group o f poor supplicants are also significant. The sleeping child slung round the shoulders o f the praying w om an is a characteristic feature. The brazier she bears on her right arm m ay indicate that she was a prostitute. A ttention is also paid to the heraldic m otifs on the clothes of the forem ost beggar w ith the begging bow l. The pilgrim badges sported by the straw -hatted old beggar may be associa ted w ith the scallop shell and m iniature staffs w hich are the attributes o f Jam es and Santiago de C om postela, but can also be seen as m ore general characteristics of pilgrim s, the Vera Icon o f Rome, the T hree H osts badge of W ilsnack in northern G erm any and a badge in the form o f a hunting horn, a referen ce to S aint-H ubert in the A rdennes. A final point o f interest is the decorated b order o f the alm s distributer: an em broidered heart flanked by scutcheons. S im ilar im itation scutcheons are know n from an archaeological context, and their depiction here m akes it clear that they possess an am atory sym bolism w hich, depending on the context, can be interpreted as m ore w orldly and physical or m ore spiritual and religious.