PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
The following full text is a publisher's version.
For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/89945
Please be advised that this information was generated on 2015-09-21 and may be subject to change.
‘In Time-Out of Office’ Over herstel van werk en werkstress I N A U G U R E L E RE DE D O O R P R O F . D R . S A B I N E A . E . G E U R T S
Radboud Universiteit Nijmegen
ina u gu r ele p r o f
.
d r
.
rede
sabine
a
.e.
geurts
Tijdig ( ‘In Time’) en vol doende herstel van werk en werkstress zijn van groot belang voor de gezondheid, prestaties en inzetbaarheid van w' i k n J ' i ] op |.Mi ^ r l' imiin. He gaal h i i b n t ^ enerzijds om herstel tijdens w■rktild doo| o | ] , | . | m i . . | M een gezond ontwerp van de functie. Anderzijds gaat het om herstel buiten werktijd, zoals tijdens vrije avonduren, weekenden en vakan ties ( ‘O ut of Office’). Sabine Geurts, hoogleraar Arbeid, stress en herstel, bespreekt verschillende factoren die het herstelproces negatief of positief kunnen beïnvloeden. Ze conclu deert dat niet zozeer de aard van de tijdsbesteding van belang is als wel de m ate w aarin een activiteit afleidt van piekergedachten, gepaard gaat m et positieve ge voelens, energie geeft en op eigen keuze berust. Sabine G eurts (Nijmegen, 1964) studeerde psycholo gie in Nijmegen. Zij studeerde cum laude af in zowel de n eu ro- en revalidatiepsychologie als de arbeidsen organisatiepsychologie. In 1994 promoveerde ze, w aarna ze zes jaar als universitair docent werkte aan de Radboud Universiteit. In 2000 werd zij universitair hoofddocent Arbeids- en organisatiepsychologie en ontving ze een persoonlijke ASPASiA-premie die n w o toekende aan de twintig procent beste vrouwelijke onderzoekers. Sinds 1 juni 2010 is Sabine Geurts als hoogleraar Arbeid, stress en herstel werkzaam bij de leerstoelgroep Arbeids- en organisatiepsychologie en het Behavioural Science Institute van de Radboud Universiteit. Haar huidige onderzoek richt zich op de relatie tussen arbeid, arbeidsgedrag en gezondheid, in het bijzonder op werkbelasting en herstel.
Radboud Universiteit Nijmegen
in o v er
t im e
h er st el
-
o u t
v a n
of
w er k
o f f ic e en
w e r k st r e ss
Aan mijn ouders
‘In Time-Out of Office’ Over herstel van werk en werkstress Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar in de Arbeids- en organisatiepsychologie, in het bijzonder de psychologie van Arbeid, stress en herstel, aan de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de Radboud Universiteit Nijmegen op vrijdag i juli 2011
door prof. dr. Sabine A.E. Geurts
4
V orm gevin g en op m aak : N ies en P artners bn o, N ijm egen Fotografie om slag: B ert Beelen D ru k w erk : V an Eek & O osterin k
ISB N 9 7 8 -9 0 -9 0 2 6 19 2 -8
© Prof. dr. S a b in e A .E . G eu rts, N ijm egen , 2 0 11
N iets u it deze uitgave m ag w orden verm en igvu ld ig d e n / o f o p en baar w orden gem aakt m iddels druk, fo to kop ie, m icro film , gelu idsband o f op w elke and ere w ijze dan ook, zonder vo o rafgaan d e s c h rifte lijke to estem m in g v an de copyrigh th ouder.
IN T I M E - O U T OF OFFICE
Mijnheer de rector magnificus, dames en heren, lieve familie en vrienden, H et is begin juli, een zom erse vrijdagnam iddag. Alles in de lu c h t fluistert d at h e t bijna vakantie is. U b e n t eraan toe! H et is een druk jaar geweest. De afgelopen weken w aren een gekkenhuis, op uw werk is h e t een voortdurende race tegen de klok. Er m o et nog zo veel gebeuren voorat u een langere tijd gem ist k u n t worden. Heel m isschien...als u uw laptop, iPad, BlackBerry en m obiele telefoon m eeneem t n aar uw vakantieadres, d at de schade tijdens uw afwezigheid nog enigszins b in n e n de perken blijft. De keerzijde is echter dat u dan wel gedonder krijgt m e t uw reisgenoten.... en de zaak sta a t th u is al op scherp. W an t u h eeft de laatste tijd vanwege uw werk al de nodige borrels en barbecues ter afsluiting van een academ isch jaar of een sportseizoen m o eten m issen. U k u n t to ch n ie t elke vrijdag om vier u u r zom aar de pen laten vallen! M aar n u b en t u hier. D at w aardeer ik zeer, zeker gezien uw om standigheden. G aat u er m aar eens lekker voor zitten. Ik zal m ijn best doen om deze openbare les aangenaam te m akeni. U b e n t im m ers toe aan w at ru st en dat begrijp ik m aar al te goed! Sterker nog, de belangrijkste boodschap die ik u vandaag wil meegeven, is d at herstel van werk en werkstress cruciaal is voor onze gezondheid, prestaties en inzetbaarheid op langere term ijn. M ocht uw aa n d ach t v an af n u verslappen, dan h eeft u deze take home message alvast meegekregen. DE P S Y C H O L O G IE V A N A R B E ID E N G E Z O N D H E ID
Ik wil graag beginnen m e t een korte schets van m ijn vakgebied, de psychologie van arbeid en gezondheid. D it vakgebied h eeft als doel h e t bevorderen van de gezondheid van m ensen in de context van werk en organisaties. H et ric h t zich op h e t signaleren en verm inderen van w erkrisico’s die h e t fu nctioneren van w erkenden negatief k u n n en beïnvloeden en tegelijkertijd op h e t creëren van gezond werk in een omgeving w aarin m ensen zich optim aal k u n n en ontw ikkelen en efficiënt en gemotiveerd h u n taken k u n n en uitvoeren. O ntw erpcriteria voor ‘gezond werk’ zijn bijvoorbeeld: voldoende variatie in taken, autonom ie, voldoende contactm ogelijkheden en w aardering, feedback over de eigen prestaties, en taakeisen die best hoog, m aar n ie t te hoog m ogen zijn (Kompier, 2007). H et werk is belastend als deze w erkkenm erken n ie t goed gedoseerd zijn, m aar h et werk is juist plezierig en betekenisvol als deze w erkkenm erken wel goed gedoseerd zijn. Stress en m otivatie k u n n en dus w orden gezien als twee k an ten van eenzelfde medaille. Nog even terug n aa r de psychologie van arbeid en gezondheid. K enmerkend voor de ontw ikkeling van dit vakgebied is de voortdurende wisselwerking tussen enerzijds w etenschap en anderzijds m aatschappelijke ontw ikkelingen en toepassingen. W eten schappelijke kennis is bijvoorbeeld gebruikt voor h e t ontw ikkelen van wetgeving, zoals de A rbeidsom standighedenw et (1983, 1998) en de nieuw e Arbeidstijdenw et (2007). O mgekeerd was in de jaren negentig h e t grote aan tal psychisch arbeidsongeschikten aanleiding voor een toenam e van w etenschappelijk onderzoek n aa r arbeid, stress en
5
6
P R O F . DR . SABI NE A. E. GE URT S
gezondheid. Zo startte in 1995 een om vangrijk door NW O gesubsidieerd onderzoeks program m a onder de noem er Psychische verm oeidheid in de arbeidssituatie. O ok hier in m anifesteerde zich de koppeling tussen theorie en praktijk door de participatie van onder andere universiteiten, bedrijven en vakbonden. Ik ben er trots op d at ik b in n e n d it als excellent geëvalueerde onderzoeksprogram m a de basis heb k u n n e n leggen voor m ijn onderzoek n aa r arbeid, stress en herstel, d at de kern van m ijn officiële leeropdracht is. H et Nijmeegse Behavioural Science Institute (BSI), w aar ik als onderzoeker deel van uitm aak, biedt uitstekende faciliteiten om m ijn onderzoek op d it terrein v o o rt te zetten. Overigens vond n ie t iedereen de benam ing van m ijn leeropdracht even voor de h a n d liggend. Een van m ijn dochters was nogal verbaasd d at ik ‘professor in de stress’ zou worden: “N ou, jij b e n t ook een m ooie professor in de stress ....als papa er zo veel last van h ee ft!” U begrijpt, er w ordt bij ons th u is nogal eens (te) geïnvolveerd over werk gesproken. O nderzoek n aa r werk en stress h e e fte e n lange geschiedenis. H et fenom een ‘stress’ w erd in h e t begin van de vorige eeuw bij toeval o n td ek t door de H ongaarse fysioloog H ans Selye (1936). Tijdens de Tweede W ereldoorlog hadden vooral psychiaters bijzondere belangstelling voor w a r stress. Pas van af de jaren zestig kregen psychologen serieuze a a n d ach t voor stress, onder m eer in de context van werk (K ahn et al., 1964). Vanaf die tijd is er zowel in A m erika als in Europa (en N ederland bleef daarin zeker n ie t achter) een stortvloed aan onderzoek op gang gekomen w aarin de link tussen werkrisico’s, stress en gezondheid in allerlei populaties en w erkcontexten werd bestudeerd. Deze ruim e aa n d ach t voor de relatie tussen werk en stress sta at in schril co n trast m e t de beperkte aa n d ach t die er is geweest voor herstel van werk en stress. H et w aren vooral N ederlandse onderzoekers die in de jaren tachtig h e t belang van herstel van werk onder de aa n d ach t brachten. Emeritus hoogleraar Theo M eijm an kan beschouw d wor den als een van de grondleggers van onderzoek n aar in sp an n in g en herstel. Hij was n ie t alleen een van de initiatiefnem ers van h e t zojuist genoem de N W O -program m a n aar psychische verm oeidheid in h e t werk, hij ontw ikkelde ook belangrijke theoretische denkkaders, w aaronder h e t Inspanning-H erstelm odel (Effort-Recovery Model, M eijm an & Mulder, 1998). Theo M eijm an h eeft overigens zijn eigen th eo rie over herstel op bij zondere wijze in praktijk gebracht. N a zijn em eritaat, ongeveer tien jaar geleden, h eeft hij zich geruisloos teruggetrokken in een klein Frans boerendorp om optim aal to t ru st te kom en n a veertig jaar noeste arbeid. Hij geeft hierm ee op ludieke wijze in h o u d aan h e t door hem zelf geïntroduceerde begrip ‘hersteltijd’. Voor wie is h e t overigens nog weggelegd om n a h e t 65ste levensjaar m in d er of n ie t m eer te w erken om een lang gekoesterde droom te k u n n e n realiseren? De arbeids participatie m o et omhoog. We m oeten m éér u ren gaan w erken en langer doorwerken. D at w ordt nog een hele uitdaging als we ons realiseren d at van de N ederlandse 55-plussers m inder dan de h elft w erkt en van de 60-plussers nog m aar één op de vijf (G rü n d em an n , 2008). D aar kom t bij d at de aard en de co n tex t van h e t werk bijzonder
IN T I M E - O U T OF OFFICE
snel veranderen: h e t werk w ordt intensiever; h e t w erktem po ligt hoog; h e t werk doet door de groeiende dienstensector een steeds groter beroep op cognitieve en contactuele vaardigheden; overwerk, avondwerk en weekendwerk w orden steeds gewoner; en de grenzen tussen werk en privé vervagen, m ede door razendsnelle ontw ikkelingen in de inform atie- en com m unicatietechnologie ( i c t ) . Hoe k u n n e n w erkenden onder deze veeleisende en snel veranderende om standigheden, gedurende h u n hele loopbaan gemotiveerd, gezond en m e t plezier inzetbaar blijven? O p onder m eer deze complexe vraag probeer ik door m iddel van onderzoek, sam en m e t collega’s en prom ovendi, de kom ende jaren een antw oord te vinden. En herstel van werk lijkt daarbij een sleutel factor te zijn. O N D E R Z O E K N A A R A R B E ID , ST R ESS EN H E R ST E L
Ik wil u graag inzicht geven in m ijn onderzoeksgebied arbeid, stress en herstel door h e t beantw oorden van de volgende vier vragen: ï. W at h o u d t herstel van werk en werkstress in? 2. W at is h e t gevaar van gebrek aan herstel? 3. W at belem m ert h e t herstelproces buiten werktijd? 4. W at bevordert h e t herstelproces buiten werktijd? D aarna zal ik aan de h a n d van een onderzoeksagenda voor de toekom st aangeven m e t welke vragen en onderw erpen ik m e de kom ende jaren wil gaan bezighouden. Tot slot zal ik aa n d ach t besteden aan h e t onderwijs b in n e n m ijn vakgebied. 1. W AT H O U D T H E R ST E L V AN W E R K EN W E R K S T R E S S IN ?
O m deze vraag te beantw oorden m oeten we eerst inzich t krijgen in de rol van stress in de relatie tussen werk en gezondheid (G eurts & Sonnentag, 2006). We m aken even een u itstapje n aar de stressfysiologie. We k u n n en grofweg twee psycho-fysiologische stresssystem en onderscheiden: h et s a m (Sym pathetic-A drenal-M edullary) systeem en h e t HPA (H ypothalam ic-PituitaryAdrenal) systeem (figuur 1 ). Een stressreactie w ordt opgeroepen door h e t w aarnem en van een bedreiging, een stressor. H et brein (de cortex) stu u rt een signaal door n aar lager gelegen hersengebieden, de amygdala en de hypothalam us. Een deel van de hypothalam us (de laterale hypothalam us) activeert h e t sym pathische zenuw stelsel w aardoor via de bijnieren (adrenal m edulla) catecholam ines (adrenaline en noradrenalin e) w orden uitgescheiden. Deze h o rm o n en zorgen voor directe cardiovasculaire activiteit: een versnelling van de h a rt slag en een verhoging van de bloeddruk zorgen ervoor d at h e t brein en de spieren o nm id dellijk w orden voorzien van energie. Een ander deel van de hypothalam us (de paraventriculaire nucleus) produceert een stim ulerend h o rm o o n (co rtico tro p h in releasing
7
PROF. DR. SABINE A . E. GEURTS
Syfnpath etrc - Adrenal Medullary (SA M ) systeem
Hypothalamic -Pituitary* Adrenal (HPA) systieem
stressor-
cardiovasculaire a c tiv ite it
extra energie
Figuur i: Fysiologische activiteit na h et w aarnem en van een stressor
horm one, c r h ) dat via de hypofyse de bijnieren aanzet to t de productie van cortisol, ook wel h e t ‘stresshorm oon’ genoemd. In h e t algem een zorgt h e t SAM-systeem ervoor d at lichaam en geest ü b erh au p t in sta a t zijn om in sp an n in g te leveren, n ie t per se onder stressvolle om standigheden. H et HPA-systeem is sterker gekoppeld aan een stressvolle ervaring (Clow, 2 0 0 1). Via de uitscheiding van cortisol w ordt extra energie gem obili seerd om de stressor h e t hoofd te bieden. Zowel de catecholam ines als cortisol initiëren vier zogenaam de ‘F-reacties’: Fight, Flight, F rig h t....... en Sex (Sapolsky, 2004). In hoeverre k u n n e n stressoren en stressreacties n u ziekm akend zijn? Immers, stressreacties zijn in principe k o rtdurend en u ite rst functioneel om de stressor h et hoofd te bieden. Er is lange tijd gedacht, m ede op grond van dieronderzoek, d at ziekte vooral h e t gevolg was van een heftige stressrespons tijdens blootstelling aan een stres sor. We noem en dit ‘stress reactiviteit’. Inm iddels zijn er steeds m eer aanwijzingen d at n ie t zozeer de stressreactie op zich ziekm akend is, als wel hoe vlot m en daarvan h erstelt nadat h e t gevaar geweken is. We k u n n e n deze stress recovery om schrijven als een proces waarbij psycho-fysiologische system en die actief w aren tijdens de stresssituatie weer to t ru st kom en.
IN T I M E - O U T OF OFFICE
2 . W A T IS H E T G E V A A R V A N G E B R E K A A N H E R S T E L ?
Stressreacties vorm en vooral een risico voor de gezondheid als ze langer v oortduren dan nodig is of optreden zonder d at er sprake is van daadwerkelijk gevaar. De voortdurende fysiologische activiteit w ordt ook wel sustained activation genoem d (U rsin & Eriksen, 2004). Een bevriende m edisch specialist vertrouw de mij onlangs toe d at hij en zijn vrouw n a afloop van een stressvolle werkdag geregeld zitten “te stuiteren op de b an k ” . In diverse studies zijn dergelijke negatieve na-effecten of spillover-effecten van werk aangetoond m e t zowel horm onale indicatoren, zoals catecholam ines (Sonnentag & Fritz, 2006) als psychologische indicatoren. In veel onderzoek is hierbij gebruik gem aakt van de door ons ontw ikkelde s w i n g (Survey W ork-hom e Interaction N ijm eG en), een vragenlijst die onder andere m eet in hoeverre belastingseffecten opgebouwd tijdens werktijd negatief doorwerken buiten werktijd, zogenaamde negatieve werk-thuis spiïlover (G eurts et al., 2005). Samen m e t M adelon van H ooff hebben we onder w etenschappelijk personeel laten zien d at degenen die tijdens werktijd veel in spannin g leverden, n a w erktijd a a n zienlij k vermoeider waren, in gedachten m eer m et werk bezig waren, m inder actief waren en slechter sliepen dan degenen die h e t werk n ie t zo in sp a n n en d vonden (Van H ooff et al., 2007). M et Josje Dikkers en M adelon van H ooff vonden we in een langer lopende (longitudinale) studie onder politiefunctionarissen bewijs d at hoge w erklast de oor zaak was van toegenom en w erk-thuis negatieve spiïlover een jaar later (Dikkers et al., 2007) en d at negatieve spiïlover weer de oorzaak was van toegenom en verm oeidheid en depressieve klachten een jaar later (Van H ooff et al., 2005). Theo M eijm an h eeft in een inm iddels klassiek geworden experim ent onder rijexam inatoren laten zien dat n a een intensieve werkdag de adrenaline-uitscheiding (als n eu ro h o rm o n ale m a a t voor m entale insp an n in g ) veel hoger was dan n a een m in der intensieve werkdag, en dat deze sustained activation bleef bestaan to t la a t in de avonduren (M eijm an et al., 1992). De rijexam inatoren bleken n a de intensieve werkdag ook slechter te slapen en zich de volgende ochtend m eer verm oeid en gespannen te voelen dan n a een norm ale werkdag. Deze bevindingen lagen te n grondslag aan h e t later ontw ikkelde InspanningHerstelm odel (M eijm an & Mulder, 1998). Een kernassum ptie in d it m odel is dat gezond heidsschade grofweg op twee m anieren kan w orden voorkom en: te n eerste door vol doende herstel tijdens werktijd (in te rn e herstelm ogelijkheden) en te n tweede door voldoende herstel bu iten werktijd (externe herstelm ogelijkheden) (Figuur 2 ) (G eurts & Sonnentag, 2006).
Intern herstel Allereerst wil ik stilstaan bij herstel tijdens werktijd. Een te grote herstelbehoefte n a afloop van de werkdag kan voorkom en w orden door onder m eer een gezond ontw erp van de functie. Van groot belang is dat de w erklast n ie t te hoog is en d at m en deze op enigerlei wijze kan reguleren zodra verm oeidheid optreedt.
9
IO
PROF. DR. SABINE A . E. GEURTS
w werk
belast trigse ffe c te n /s tre s s
gezondheid
Figuur 2: Model van werk, stress en herstel
Zo hoeven de belastingseffecten aan h e t einde van een werkdag n ie t extreem te zijn i
taakeisen k u n n en w orden bijgesteld, bijvoorbeeld door h e t werk in een lager tem po u it te voeren; ii m en kan overschakelen op een lager niveau van inform atieverw erking, bij voorbeeld door h e t werk m eer routinem atig u it te voeren; en iii er voldoende regel- en ondersteuningsm ogelijkheden en zijn die h e t mogelijk m aken zwaardere en lichtere taken af te wisselen (taakvariatie) of h ulp van anderen in te schakelen (sociale steu n ). Als er in een veeleisende w erksituatie onvoldoende regelmogelijkheden zijn, kan er n ie t w orden gecom penseerd voor optredende verm oeidheid en zal er n a afloop van h e t werk een extra groot beroep w orden gedaan op h e t herstelproces. N aast een gezond ontw erp van de functie zijn ook goede werk- en ru sttijd en van belang (G eurts et al., 2009). In een door Z onM W gefinancierd prom otieonderzoek van Hylco Nijp gaan we m e t veldexperim enten onderzoeken of w erknem ers die veel invloed hebben op h u n werk- en rusttijden vitaler zijn dan w erknem ers die weinig werktijdcontrole (w orktim e control) hebben. De rol van herstel zal hierbij w orden uitgediept. Extern herstel
N a afloop van een dag hard werken m e t weinig in te rn e herstelm ogelijkheden is h et extra van belang d at m ensen voldoende herstellen b u iten werktijd (extern herstel). W ie nam elijk bu iten werktijd onvoldoende kans ziet om te herstellen, begint nog ver m oeid van de vorige werkperiode aan een volgende werkperiode. H ierdoor zal er com pensatoire (extra) in spanning geleverd m oeten w orden om de prestatie op peil te houden, w at weer een extra groot beroep doet op h e t herstelproces. Deze vicieuze cirkel van steeds m éér in sp an n in g en onvoldoende extern herstel leidt uiteindelijk to t een opeenstapeling van belastingseffecten (figuur 3).
IN TIM E-O UT OF OFFICE
Figuur 3: C um ulatie van belastingseffecten bij onvoldoende extern herstel
Volgens de Allostatic Load Theory (McEwen, 1998) m an ifesteert deze langdurige allostatische belasting zich in een verstoring van h e t psychobiologisch (sym pathischparasym pathisch) evenwicht. De eerder genoem de stresssystem en en h e t daaraan gerelateerde im m uunsysteem blijven dan bijvoorbeeld actief, ook w anneer er geen aa n leiding voor is of, h e t tegenovergestelde, reageren ju ist n ie t als h e t wel nodig is. H et beh o eft n ie t veel uitleg dat een dergelijke verstoring uiteindelijk resu lteert in m anifeste gezondheidsschade (zoals chronisch verhoogde bloeddruk, infectieziekten, au to-im m uunziekten en stem m ingsstoornissen, Kivimaki et al., 2006; Lox et al., 20 10 ; Stew art et al., 2006). We hebben echter nog m aar weinig in zich t in of en hoe deze negatieve langeterm ijneffecten tenietgedaan k u n n e n worden. Laten we eerst gaan kijken n aa r factoren die h e t herstel buiten werktijd belem m eren. 3 . W AT B E L E M M E R T H ET H E R S T E L P R O C E S B U IT E N W E R K T IJD ? Ik zal deze vraag beantw oorden aan de h an d van drie psychologische factoren die van invloed zijn op (en beïnvloed w orden door) h e t herstelproces, te w eten: gedrag (w at m ensen doen), cognitieve processen (w at m ensen denken) en affectieve processen (w at m ensen ervaren aan em oties). Deze psychologische factoren zijn n ie t o n afh an k e lijk van elkaar: w at we doen is van invloed op w at we denken en voelen en vice versa.
11
12
P R O F . DR . SABI NE A. E. GE URT S
Ik wil m e t h e t oog op de driehoek gedrag-cognitie-affect drie herstelbelem m erende factoren bespreken: werkgerelateerde activiteiten, piekeren (negatieve gedachten over stressoren) en daarm ee gepaard gaande negatieve em oties (figuur 4 ).
/
V
w e rk g erelateerd e
activiteiten
pieferen ) cognitieve y processen
Figuur 4: Belemmerende factoren in het herstelproces
Werkgerelateerde activiteiten D oor iCT-ontwikkelingen en flexibele werktijden en w erkplekken vervagen grenzen tussen werk en privé en w ordt h e t heel gewoon om b u iten de form ele w erkuren nog tijd aan werk te besteden. D it kan echter op twee m an ieren h e t herstelproces nadelig beïnvloeden. Ten eerste gaat overwerk direct te n koste van de potentiële herstel tijd. Ten tweede is de aard van de in spanning hetzelfde als tijdens officiële werktijd. Er w ordt im m ers een beroep gedaan op dezelfde verm ogens en vaardigheden als die al langdurig zijn aangesproken (in de literatu u r w ordt wel gesproken over specifieke resources die w orden aangesproken bij specifieke taakeisen). U k u n t zich voorstellen d at als bijvoor beeld een hulpverlener m oe th u isk o m t n a een em otioneel in sp an n en d e werkdag, deze persoon m éér w eerstand zal ervaren als er opnieuw een em otioneel beroep op hem /h a a r w ordt gedaan dan w anneer hij/zij fysiek w ordt uitgedaagd. Toch gaat deze rede nering m aar te n dele op. Als iem and door welk type w erkbelasting dan ook, volledig uitgeput thuiskom t, zal elke vorm van insp an n in g teveel zijn. D aarom sprak Theo M eijm an ook wel over verm oeidheid als de ‘Stop!-em otie’. Deze gedachte p ast bij h e t
IN T I M E - O U T OF OFFICE
limited resource model van gedragsregulatie (M uraven & Baumeister, 20 00 ). H ierin w ordt verondersteld dat m ensen u it één centrale en begrensde psychologische bron p u tte n om h u n eigen gedrag te initiëren, onderdrukken en reguleren. Als deze bron al tijdens werk uitgeput raakt, dan zal h e t initiëren en reguleren van elke vorm van in sp anning n a h e t werk teveel zijn. Er is veel em pirisch bewijs dat overwerk, vooral als h e t excessief is en langdurig plaatsvindt, gepaard gaat m e t chronische verm oeidheid, een verhoging van de bloed druk en verstoringen van h e t im m uunsysteem (Beckers, 2008; Van der H ulst, 2003). Toch lijkt overwerk n ie t per definitie nadelig te zijn voor de gezondheid. Zo h eeft m ijn collega Debby Beckers in diverse studies en onderzoekspopulaties aangetoond dat overwerk geen nadelige effecten h eeft als er sprake is van gezond werk, w erknem ers h u n werk plezierig vinden, ze een eigen ongedw ongen keuze m aken om in de ‘vrije’ tijd nog te werken, en ze dit m e t m ate doen (Beckers, 2008; Van der H ulst & G eurts, 20 0 1). U ziet, gelukkig kan werken, en zelfs overwerken, ook leuk zijn! Piekeren en negatieve emoties Herstel kan ook w orden belem m erd door cognitieve processen. Volgens h e t Prolonged Activation Model van Jos Brosschot en collega’s (2005) kan fysiologische activiteit langer voortduren n a of eerder optreden voor een stresssituatie door perseveratieve cognitie. Deze term w ordt gebruikt voor persisterende m en tale beelden van stressvolle gebeurtenissen. D it k u n n e n angstige piekergedachten zijn over situaties die zich k u n n en voordoen, m aar ook negatieve gedachten over gebeurtenissen u it h e t verleden. H et dagelijks taalgebruik rept over piekeren, tobben en m alen. In een door n w o gesubsidieerd prom otieonderzoek van M irjam Radstaak hebben we laten zien dat piekeren n a afloop van een stressvolle rekentaak gepaard gaat m et vertraagd herstel van de bloeddruk (Radstaak et al., 20 11). In deze studie hebben we de proefpersonen n a de stresstaak ook geprobeerd af te leiden door een positief, een n eu traal of een negatief film fragm ent te laten zien. In alle film condities daalde de bloed druk n a afloop van de stresstaak, m aar de bloeddruk herstelde trager bij proefpersonen in de negatieve film conditie dan bij proefpersonen in de neutrale of positieve filmconditie (figuur 5 ). Vertraagd bloeddrukherstel n a een stresstaak is dus h e t gevolg van enerzijds piekeren over de stresstaak en anderzijds negatieve em oties die n a de stresstaak langer voort duren door bijvoorbeeld nieuw e negatieve prikkels (C hida & Hamer, 2008; Pieper, 2008). Piekeren is overigens ook een van de belangrijkste oorzaken van inslaapproblem en (Akerstedt et al., 2009) en blijkt zelfs tijdens de slaap fysiologische stressreacties te veroorzaken (H all et al., 2004).
13
14
P R O F . DR . SABI NE A. E. GE URT S
---------- n e g a t i e ve film ¿ a n d it i«
" n i u t r a l # film co n d itie
p o s it ie v a film c o r d it i«
Figuur 5: Trager bloeddrukherstel na een stresstaak in de negatieve film conditie
4 . W AT B E V O R D E R T H ET H E R S T E L P R O C E S B U IT E N W E R K T IJD ? U vraagt zich inm iddels m isschien af of m ijn onderzoek u itslu iten d over kom m er en kwel gaat. Ik kan u geruststellen. W erk kan n atuurlijk ook heel plezierig zijn en ik ben in de gelukkige om standigheid dat ook m ijn werk heel leuk is. H et tweede deel van m ijn rede vorm t de essentie van m ijn huidige en toekom stige onderzoek. Uiteindelijk gaat h e t erom hoe vervelende na-effecten van werk voorkom en of tenietgedaan k u n n en w orden. Ik h oef u n ie t m eer u it te leggen dat h e t belangrijkste preventiem iddel is: een gezond ontw erp van de functie. D it zorgt ervoor d at m en sen opgewekt, voldaan en m et nog de nodige energie thu is kom en. M aar w at n u als de herstelbehoefte aan h e t einde van de werkdag wel groot is? W at bevordert of versnelt dan h e t herstel b u iten werk tijd? In figuur 6 ziet u weer de drie aan elkaar gerelateerde psychologische factoren die van invloed zijn op herstel: gedrag, cognitieve en affectieve processen. Ik wil in dit kader vier herstelbevorderende m echanism en nader bespreken: afleiding van werk en werkstressoren, positieve em oties, actieve vrijetijdsbesteding en eigen keuze.
Afleiding van werk en werkstressoren Als we vrij zijn van werk, zijn we in principe n ie t langer blootgesteld aan werkeisen. D it k u n n e n we zien als een vorm van passief herstel. Toch blijkt passieve vrijetijdsbesteding n ie t per definitie een herstelbevorderend effect te hebben (Rook & Zijlstra, 2006).
IN T I M E - O U T OF OFFICE
y f
iic tie v * "-s. v rÿ itijd s b ü te d irtg
y
gedrog
afleidrntf
\ cognitieve H
/ processen
of feet reve r P°Sltievc processen V_ y
Figuur 6: Bevorderende factoren in h et herstelproces
In h e t prom otieonderzoek van Jessica de Bloom vonden we d at passieve vrijetijds besteding tijdens een actieve skivakantie averechts werkte op h e t herstelproces. De pas siviteit bleek in de m eeste gevallen geen keuze te zijn, m aar h e t gevolg van vervelende in cid enten (De Bloom et al., in druk). Tijdens een lange zom ervakantie daarentegen gingen passieve activiteiten wel gepaard m e t beter herstel, o m d at h ier de passiviteit gepaard ging m e t ontsp an n in g en h e t volledig loskom en van werk, een fenom een dat we k ennen als psychological detachment. Passieve vrijetijdsbesteding betekent dus n ie t per definitie d at m en cognitief ook loskom t van werk en van stressoren. O f passieve vrijetijdsbesteding h e t herstelproces bevordert, lijkt dus voor een belangrijk deel af te hangen van de m ate w aarin h e t nega tieve gedachten afleidt. Afleiding (distraction) kan h e t eerder besproken fenom een van perseveratieve cognitie doorbreken en daarm ee de negatieve em oties en fysiologische activiteit die daaru it volgen, tenietdoen (G erin et al., 2006; G lynn et al., 20 02).
Positieve emoties O nvoldoende herstel van werk m anifesteert zich onder m eer in een negatieve stem m ing. H et voortduren hiervan blijkt op h aar b e u rt h e t herstelproces weer te belem m eren. H et verbeteren van de stem m ing ( affect restoration) w ordt dan ook gezien als een essentieel onderdeel van herstel. Positieve emoties k u n n en op ten m inste twee m anieren bijdragen
15
i6
P R O F . DR . SABI NE A. E. GE URT S
aan herstel. Ten eerste gaat h e t ervaren van positieve em oties (zoals plezier) gepaard m e t de productie van bepaalde hersenstoffen (dopam ine en serotonine) die ervoor zor gen dat de stressrespons snel afneem t (Esch & Stefano, 2004). Ten tweede verruim en positieve em oties h e t blikveld. Volgens de Broaden and Build theory (Fredrickson, 20 0 1) zijn positieve en negatieve em oties op verschillende m an ieren functioneel. Negatieve em oties beperken h e t gedragsrepertoire en rich ten d it vooral op overleven. Positieve em oties daarentegen stim uleren vernieuw ende en grensverleggende gedachten en gedragingen en vorm en een buffer tegen toekom stige stressoren: m en ziet als h e t ware m eer m ogelijkheden om stressoren h e t hoofd te bieden. H et is voor h e t herstelproces dus van belang d at w at we doen plezierig is en posi tieve gevoelens teweegbrengt. In een onderzoek m e t M adelon van H ooff onder w eten schappelijk personeel vonden we dat n aa rm ate m en m eer plezier had tijdens werktijd, m en zich energieker voelde aan h e t einde van die werkdag, en d at n aa rm ate m en m eer plezier h ad in de avondactiviteiten, m en zich m in d er verm oeid voelde voor h e t slapen gaan (Van H ooff et al., 20 11). O ok vonden we aanwijzingen voor positieve em oties als buffer tegen stress: veel in sp an n in g leveren tijdens de werkdag ging gepaard m e t weinig energie aan h e t einde van die werkdag, m aar alleen als m ensen weinig plezier hadden tijdens de werkdag. Als m ensen veel plezier h adden beleefd aan h u n w erkactiviteiten, bleef h e t energieniveau op peil, ook als ze die werkdag veel in sp an n in g h adden geleverd (figuur 7 ). O ok in h e t prom otieonderzoek van Jessica de Bloom vinden we in allerlei typen vak an ties (w intersportvakantie, korte vakantie en lange zom ervakantie) d at herstel vooral bevorderd w ordt door h e t o ndernem en van activiteiten w aar m en plezier aan beleeft (D e Bloom et al., in druk; De Bloom et al., 20 10 ; De Bloom et al., 20 11).
Actieve vrijetijdsbesteding Er is veel onderzoek gedaan n aa r de vraag welke vrijetijdsbesteding n u wel of n ie t herstelbevorderend werkt. De resultaten zijn echter weinig co n sisten t (D em erouti et al., 2009; Rook & Zijlstra, 2006). D it k u n n en we begrijpen o m d at de activiteit zelf weinig zegt over de onderliggende m echanism en in h e t herstelproces, zoals afleiding en posi tieve em oties. Van alle onderzochte activiteiten zijn de m eest consistente resu ltaten gevonden voor fysieke activiteiten, zoals bewegen en sporten (Rook & Zijlstra, 2006). Vooral bij m ensen m e t stem m ingsklachten blijkt regelmatig bewegen verbluffende therapeutische effecten te hebben en qua effectiviteit n ie t onder te doen voor antidepressieve m edicatie (M ead et al., 2009). In een d it jaar gestart prom otieonderzoek van Fieke Rongen zullen we nagaan of hardlopen als interventie (running therapy) g u n stige effecten h eeft op h e t herstel van m ensen die m e t psychische klachten zijn vast gelopen in h u n werk.
IN T I M E - O U T OF OFFICE
iru p o w in g T ijd e n s
werkdag
v e i l ins panning t ijd e n s
werkdag
Figuur 7: Werkplezier als buffer in de relatie tussen werkinspanning en energieniveau na de werkdag
Er zijn verschillende psychologische en neurofysiologische m echanism en die h et herstelbevorderende effect van bewegen en sporten k u n n en verklaren. A llereerst zijn bewegen en sporten goede afleiders van negatieve gedachten aan werk (en we hebben zojuist gezien dat afleiding h e t herstelproces bevordert). Ten tweede is er sterk bewijs d at bewe gen en sporten vrij snel positieve gevoelens teweegbrengen (feel-good effect), n ie t alleen om d at m en doorgaans tevreden is over zichzelf n a h e t volbrengen van een uitdagende taak zoals sporten, m aar ook om dat er in h e t brein h o rm o n en vrijkom en m e t een antidepressieve werking (Lox et al., 20 10 ). Bij duurlopers w ordt ook wel gesproken over runners high. Een derde m echanism e dat h e t herstelbevorderende effect van bewegen en sporten kan verklaren, h eeft te m aken m e t de stressfysiologie. M ensen die fysiek fit zijn, blijken fysiologisch sneller te herstellen van stress. Bovendien lijken bewegen en spor te n gunstige effecten te hebben op h e t im m uunsysteem (Lox et al., 20 10 ).
Eigen keuze Tot slot biedt de vrije tijd, veel m eer dan de werktijd, de m ogelijkheid om activiteiten te o n d ernem en w aar m en zelf voor kiest en die dus intrin siek m otiverend zijn. C ontrole over of, hoe en w anneer m en een bepaalde activiteit onderneem t, is m edebepalend voor h e t plezier dat m en aan de activiteit beleeft en voor h e t w elbevinden in h e t algemeen. Volgens de Self Determination Theory (Ryan & Deci, 2000 ) is au tonom ie een fu n d a
17
i8
P R O F . DR . SABI NE A. E. GE URT S
m entele m enselijke behoefte die gepaard gaat m e t persoonlijke groei en welbevinden. U it onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat w erkenden m eer positieve gevoelens ervaren tijdens vrije w eekenden dan tijdens w erkperioden vanwege h e t o nder m eer zelf k u n n en bepalen van de tijdsbesteding (Ryan et al., 20 10 ; Reis et al., 2000; Fritz & Sonnentag, 2005). O ok in h e t prom otieonderzoek van Jessica de Bloom vonden we tijdens een lange zom ervakantie dat controle over de vrije tijd een sterk bepalende factor was voor h e t w elbevinden tijdens die vakantie (D e Bloom et al., 20 11). Kortom, n ie t zozeer de aard van een activiteit is van belang voor h e t herstellen van werk en werkstress als wel de m ate w aarin een activiteit (i) zorgt voor afleiding van werk, (ii) positieve gevoelens oproept, (iii) energie geeft en (iv) h e t gevolg is van een eigen keuze. Bewegen en sporten zijn bij uitstek activiteiten die via deze psychologische m ech an is m en k u n n en bijdragen aan herstel van werk en werkstress. T O E K O M S T IG O N D E R Z O E K
W aar wil ik m e de kom ende jaren m e t onderzoek op richten? Ik lich t er vijf zaken uit. 1. A llereerst wil ik de positieve gezondheidseffecten van bewegen en sporten verder onderzoeken. M et h e t onlangs gestarte prom otieonderzoek van Fieke Rongen n aar de effecten van ru n n in g therapy hopen we hier een m ooie bijdrage aan te leveren. We zien daarbij u it n aar de sam enwerking m e t psychiater Bram Bakker en runningth e ra p eu t Sim on van W oerkom. W at b etreft h e t verder uitdiepen van de wissel werking tussen psychologische en fysiologische processen, verheug ik m e op sam enw erking m e t de onderzoeksgroep van M aria H opm an, hoogleraar Fysio logie aan h e t UMC St Radboud en bekend van onder m eer onderzoek onder vierdaagselopers. 2. Een tweede onderzoeksthem a b etreft de effecten van bewegen en sporten op cog nitieve prestaties. Er is steeds m eer em pirisch bewijs d at sporten vooral bij ouderen een positief effect h eeft op h e t cognitieve fu n ctioneren, zoals h e t werk geheugen (Colcom be et al., 2006). O m d at inzetbaarheid van oudere w erknem ers in h e t arbeidsproces steeds belangrijker wordt, wil ik, sam en m e t m ijn collega’s A nnet de Lange en Brigitte Claessens en m e t BSI-collega Bert Steenbergen, de effecten van bewegen en sporten op de cognitieve prestaties van ouderen verder onderzoeken. M et collega M oniek Veltm an brengen we de bestaande literatu u r op dit terrein alvast in k aa rt in een overzichtsartikel d at we b in n e n k o rt voor publicatie zullen aanbieden. 3. Een derde onderzoekslijn h eeft betrekking op de rol van positieve em oties in h e t herstelproces. In h e t prom otieonderzoek van M irjam Radstaak gaan we in h e t laboratorium onderzoeken of m uziek kan fungeren als ‘positieve pil’ tegen stress. M uziek kan bestaande em oties intensiveren, m aar kan ook fungeren als change agent. Wij zullen, sam en m e tjo s Brosschot van de U niversiteit Leiden, n agaan in
IN T I M E - O U T OF OFFICE
4.
5.
hoeverre m uziek n a een stresstaak een effectieve interventie is om de negatieve stem m ing te keren en de fysiologische stressrespons te n ie t te doen. Een vierde onderzoeksthem a h eeft betrekking op nieuw e w erkvorm en. ICT-ontw ikkelingen en verregaande flexibilisering zorgen ervoor d at w erken steeds m in der gebonden is aan vaste tijdstippen en locaties. D it noem en we ook wel ‘h et nieuwe w erken’. Samen m e t onderzoeksstagiaire Eghe Osagie en m ijn collega’s Hylco Nijp en Debby Beckers onderzoeken we w at h e t b etek en t als w erknem ers h u n eigen werktijden en -locatie k u n n en bepalen. W erkt ‘h e t nieuw e w erken’ stressreducerend of juist niet? Zijn werk en privé beter te com bineren of ju ist niet? N eem t de productiviteit van w erknem ers toe of lopen ze de kantjes ervan af door m inder sociale controle? In h e t prom otieonderzoek van Hylco Nijp gaan we de effecten van een verregaande w erktijdinterventie (nam elijk h e t ‘zelfroosteren’) onderzoeken. Hierbij w erken we sam en m e t w erktijddeskundigen Ben Jansen en C hristine Baaijens van de D éhora C onsultancy Group. Tot slot kom t er ook geregeld onderzoek op m ijn pad, w aar externe p artijen h e t initiatief toe nem en, dat prachtig aa n slu it bij m ijn onderzoeksinteresses en d at m aatschappelijk u ite rst relevant is. Een voorbeeld hiervan is een onderzoek dat wij zullen sta rten onder traum ahelikopterpiloten die verbonden zijn aan vier grote academ ische ziekenhuizen in ons land. D it onderzoek v in d t plaats op verzoek van Roel van Dijk, safety m anager bij de a n w b M edical Air Assistance. Samen m e t m ijn collega’s Debby Beckers, M irjam Radstaak en Hylco Nijp zullen wij tijdens en tussen dag- en nach td ien sten onderzoek doen n aar verm oeidheid, herstel en herstelstrategieën bij deze interessante groep. In dezelfde lijn zijn er ook initiatieven genom en voor een onderzoek onder arts-assisten ten werkzaam b in n e n h e t u m c St Radboud.
Er zijn dus m eer dan voldoende p la n n en voor interessan t toekom stig onderzoek naar in sp anning en herstel. Deels w orden deze p lan n en gevoed door theoretische vragen, zoals die n aa r onderliggende psycho-fysiologische m echanism en in h e t herstelproces. Deels w ordt h e t onderzoek in gang gezet door relevante vragen u it de praktijk, zoals die n aa r h e t nieuw e werken en n aa r herstel bij traum ahelikopterpiloten. Deze wisselwer king tussen w etenschap en praktijk is n ie t alleen kenm erkend voor m ijn onderzoek, m aar ook voor onderwijs in m ijn vakgebied. D aarm ee wil ik m ijn rede afsluiten. O N D E R W IJS B IN N E N
DE P S Y C H O L O G IE V A N A R B E ID EN G E Z O N D H E ID
We hebben in N ijmegen een m ooie psychologieopleiding op hoog academ isch niveau. O n d er leiding van onderwijs directeur D aniël W igboldus is de opleiding de afgelopen jaren flink onder h an d en genom en. Zo is in onze brede bacheloropleiding h e t m ethodeonderwijs verzwaard, de link m e t toponderzoek versterkt en w orden stu d en ten al vroeg in de opleiding uitgedaagd om zelf onderzoek te doen. D aarn aast zijn de co n tactu ren
19
20
P R O F . DR . SABI NE A. E. GE URT S
m e t studenten toegenom en, zijn de onderw ijsvorm en m eer gevarieerd geworden en w ordt de toetsing v oortdurend kritisch tegen h e t lic h t gehouden. O ok inhoudelijk is er veel veranderd. H oogleraren M ichiel Kompier en Ruud M eulenbroek hebben ervoor gezorgd dat de sportpsychologie een belangrijke en unieke plaats h eeft gekregen in de Nijmeegse opleiding. Er zijn daarbij goede co n tacten opge bouw d m e t de v s p n (Vereniging voor Sportpsychologie in N ederland), in h e t bijzonder m e t voorm alig voorzitter en sportpsycholoog Rico Schuijers. H et co n tact m e t Rico Schuijers, die onlangs door n o c * n s e als ‘prestatiem anager’ aan h e t O lym pisch team is toegevoegd, m aak t h e t mogelijk om sam en m e t collega’s b in n e n en b u iten h e t b s i to e kom stig onderzoek onder topsporters op te zetten. M et collega Jan de Jonge van de t u Eindhoven zijn er inm iddels serieuze initiatieven in die rich tin g genom en. M aar we hadden h e t over onderwijs. Afgelopen jaar heb ik leiding m ogen geven aan een nieuw e eenjarige beroepsgerichte m asterv arian t Arbeid, O rganisatie en G e zondheid, ondersteund door m ijn collega en onderw ijscoördinator G erard Bergers. Kenm erkend voor deze opleiding is h e t scientist-practitioner m odel waarbij stu d en ten zich eerst verdiepen in verschillende deelgebieden van ons vakgebied, vervolgens deze kennis toepassen in de praktijk van werk en organisaties, en daarbij de benodigde vaar digheden opdoen om als psycholoog in de praktijk succesvol te k u n n e n fungeren. M ijn collega Titia M eijer speelt als inspirerende do cen t en train er van veel vaardigheden onderw ijs hierbij een bijzondere rol. De am bities voor onze eenjarige m asteropleiding zijn hoog, m aar m e t trots kan ik zeggen dat we er in zullen slagen om deze zom er een eerste lichting van uitstekende m asters af te leveren. W O O RD EN VAN DANK
In de eerste plaats dank ik h e t college van b estu u r voor h e t vertrouw en d at u it m ijn benoem ing spreekt. H et is een nobel streven van h e t college om m eer vrouwelijke hoog leraren te benoem en. M ijn dochter Lise h eeft daar nog een uitstekende suggestie voor. Toen zij een nieuwsgierige blik wierp op m ijn pas aangem eten toga sprak zij, lichtelijk ontdaan, de woorden: “O ohh, w at zou ik die graag een keertje willen pim pen” . Ze is direct aan de tekentafel geklom m en voor een ontw erp van een ‘vrouwelijke toga’. Ze h eeft daarbij te n aanzien van de sn it drastische m aatregelen genom en en zie hier h e t resu ltaat (figuur 8). Ik ben er h aa st zeker van d at dit ontw erp een zeer stim ulerende en effectieve m aatregel is voor vrouw en om h e t am b t van hoogleraar aan deze universiteit te aanvaarden. M ijnheer de rector, m o c h t u belangstelling hebben, dan p raten we straks nog even n a (er is uiteraard een octrooi op aangevraagd, d at begrijpt u; in tijden van bezuinigingen daagt u ons im m ers u it om ondernem erschap te to n e n en in verregaande m ate creatief te zijn in h e t aanboren van nieuw e financiële m a rk te n ). Ik wil graag Hetty Dekkers (decaan van de Faculteit der Sociale W etenschappen), D aniël W igboldus (onderw ijsdirecteur) en Rutger Engels (voormalig onderzoeksdirec-
IN TIM E-O UT OF OFFICE
i Figuur 8: ‘Vrouwelijke toga’ (ontwerp: Lise D am s, 20 11)
teu r b s i ) bedanken. Mede door h u n vertrouw en is m ijn benoem ing gerealiseerd. D it geldt ook voor de benoem ingsadviescom m issie onder voorzitterschap van Toon Cillessen. O ok de hoogleraren Arbeids- en organisatiepsychologie in h e t lan d wil ik bedanken. Zij ondersteunen m ijn benoem ing, anders zou ik hier n ie t hebben gestaan. Een aantal m en sen wil ik bedanken vanwege een bijzondere rol die zij in m ijn loopbaan hebben gespeeld. A llereerst Charles de Wolff. Charles, al tijdens m ijn studie tijd heb jij je best gedaan om mij te w erven voor prom otieonderzoek b in n e n jouw sectie Arbeids- en organisatiepsychologie. En dat lukte. G edurende de j aren die volgden w aren m edeprom ovenda M aria Peeters en ik de enige twee vrouwelijke medewerkers b in n en jouw groep. In deze bijzondere positie w erden wij geregeld Charlie’s Angels genoem d (en zo voelden we ons ook een beetje). H et was een m ooie tijd w aar nog vaak aan w ordt gememoreerd. W ie ook deel uitm aak ten van die eerste jaren van m ijn loopbaan, begin jaren negentig, w aren m ijn prom otors Bram Buunk en W ilm ar Schaufeli. Bram en W ilm ar, ik beschouw h e t als een eer dat ik de kneepjes van h e t vak heb m ogen leren van zulke vooraanstaande onderzoekers. Jullie w aren in die tijd al zeer productief en creatief en w erden allebei tijdens m ijn prom otieperiode benoem d to t hoogleraar, Bram in G roningen en W ilm ar in U trecht. N iet vaak kan een prom ovendus zeggen begeleid te zijn door twee prom otors die inm iddels allebei hon d erd en w etenschappelijke
21
22
P R O F . DR . SABI NE A. E. GE URT S
publicaties op h u n naam hebben staan. D ank voor jullie bijdrage aan een m ooie sta rt van m ijn loopbaan! Verreweg h e t m eest heb ik te danken aan M ichiel Kompier. M ichiel, v an af h e t prille begin in 1995, toen jij Charles de W olff opvolgde als hoofd van de sectie Arbeidsen organisatiepsychologie, heb jij geloof in mij gehad. Al tijdens onze eerste k ennis m aking zei je: “Ik denk d at jij heel veel k u n t!” Jij zei ook: “Jij b e n t h ier n atuurlijk b in n en v ijfjaar weg!” (m aar dit laatste bedoelde je gelukkig positief). Deze verw achting is n ie t uitgekom en en dat heb je m ede aan jezelf te danken. Ik heb al die jaren m e t veel respect en plezier m e t jou gewerkt. Je b en t veeleisend, m aar n ie t te veeleisend (w ant: “Te is n o o it goed, behalve te -n n is”). Je h eb t mij uitgedaagd, m aar ook ondersteu n d als dat nodig was. Je h eb t h e t ook al die jaren mogelijk gem aakt, en n ie t alleen voor mij m aar ook voor anderen, om werk en privé prim a te com bineren. W at d at b etreft ben je een leidinggevende die m enigeen zich zou w ensen. O p onderzoeksgebied heb ik veel van je geleerd en op bestuurlijk vlak leer ik nog steeds veel van je. Ik vind h e t een eer d at je, sinds je onderzoeksdirecteur BSI bent, vrijwel alle bevoegdheden als hoofd van de sectie aan mij h eb t overgedragen (en mij zelfs steeds vaker, als je ziet d at ik druk ben, een kopje koffie ko m t brengen). Ik hoop dat wij nog lang op deze m an ier k u n n e n blijven samenwerken! D at h e t een plezier is om in N ijmegen te werken, is m ede te danken aan m ijn collega’s en prom ovendi. Er w ordt hard en productief gewerkt, jullie zijn loyaal ten opzichte van de sectie, steken de h an d en u it de m ouw en als h e t nodig is en zorgen voor een goede sfeer. Ik hoop dat jullie m e t n e t zoveel plezier b in n e n de sectie en b in n e n h et BSI w erken als ik. Een speciaal w oord van dank gaat u it n aa r m ijn trouw e collega Debby Beckers. Debby, ik ben blij dat je destijds h eb t besloten om in Nijm egen te blij ven. D aar hebben we nog elke dag plezier van. Debby en m ijn nieuw e collega Karina van de Voorde, ook een aanw inst voor onze groep, n em en vandaag de h o n n eu rs w aar als cerem oniem eesters. D ank jullie wel! Tot slot bedank ik de m ensen die mij h e t allerdierbaarst zijn. Ten eerste m ijn lieve ouders aan wie ik deze rede opdraag. Zij hebben mij altijd onvoorw aardelijk in alles gesteund en m ijn m oeder doet dit nog steeds. M am , w aar je k u n t spring je bij m et hapjes, drankjes, strijkgoed, wegbrengen, ophalen, en altijd heb je volle belangstelling voor je kleinkinderen! Ik overdrijf n ie t als ik zeg d at voor een goede werk-gezincombin atie zo’n m oeder een zegen is. M am, je b e n t ook h e t bewijs d at bewegen en sporten je to t op hoge leeftijd vitaal houden. Je b en t al 79 (eigenlijk bijna tachtig, m aar d at je wil je nog n ie t horen), m aar h e t is je n ie t aan te zien. Al jarenlang aerobic je m ee m e t jonkies van tussen de dertig en de vijftig, zwem je drie keer per week (m et dank aan zwemparadijs De Lubert in G roesbeek), en m aak je er een sp o rt van om in de uitver koop de oranje kortingsstickers n a te jagen. Hoe h e t ook zijn zal, h e t h eeft je absoluut jong gehouden. M am, ik ben er trots op dat je m ijn m oeder bent.
IN T I M E - O U T OF OFFICE
M ijn broer Sander wil ik ook bedanken. Als m ijn broer had je vandaag de keuze: of op rij 1 in de zaal of in de corona. Je koos voor de corona. Sander, onze loopbanen vertonen steeds opvallend veel gelijkenissen: zelfde scholen, zelfde studiekeuze (alleen ik lootte u it voor de studie geneeskunde), allebei de w etenschap in, allebei prom overen. Toen jij in 2005 hoogleraar werd, zul je ongetwijfeld gedacht hebben d at je hierm ee je kleine zusje wel definitief zou hebben afgeschud. M aar nee ... daar sta at ze weer! Nee hoor, ik w eet d at je trots op m e b e n t en dat je m e in alles ondersteunt. Ik hoop d at we de gezellige etentjes m e t jou, Gerlienke en de kinderen nog lang k u n n e n voortzetten. D an m ijn twee lieve meisjes, D aphne en Lise. Jullie zijn h e t levende bewijs dat loopbaan en m oederschap prim a te com bineren zijn. Jullie zijn fan tastisch gelukt! O f de w etenschap voor jullie is weggelegd, dat w eet ik niet. M aar d at m aak t m e niets uit. Jullie hebben prachtige, lieve en sterke karakters, veel am bitie en doorzettingsverm o gen, en jullie k u n n en lekker genieten van de leuke dingen in h e t leven. Ik vind h e t heerlijk om bij jullie thu is te kom en. M aarten en ik zijn apetrots op jullie! En dan, lieve M aarten. Ik kan hier alleen m aar staan dankzij jou. Wij regelen de zaken thu is echt sam en. Jij voelt je n e t zo verantw oordelijk voor h e t reilen en zeilen th u is als ik en je h eb t je eigen loopbaan enigszins beperkt door m ijn binding aan Nijmegen. D aar ben ik je heel dankbaar voor. Ik wil je ook bedanken voor de inspire rende rol die je, als echte p raktijkm an in h e t HRM-vak, al gedurende m ijn hele loopbaan speelt. In h e t ‘ivoren to ren tje’ zullen ze mij n o o it aantreffen, m ede dankzij jou. Deze benoem ing is een kroon op m ijn werk, m aar ook op ons samenzijn! Tot slot, h erin n e r ik u nog even aan de take home message w aarm ee ik deze rede begon. Herstel is van cruciaal belang voor onze gezondheid op langere term ijn. M aar zeker ook voor ons w elbevinden op korte te rm ijn ! H et is daarom n u de hoogste tijd voor o n tspanning, een hapje en een drankje. U b e n t eraan toe! En anders ik wel! Ik dank u allen hartelijk voor uw aandacht. Ik heb gezegd.
23
24
P R O F . DR . SABI NE A . E . GE URT S
n o o i
i.
:
Ik dank Debby Beckers, M ichiel Kompier en M aarten D am s voor hun com m entaar op een eerdere versie van deze rede.
LITERATUUR
Akerstedt, T., N ilsson, P.M. & Kecklund, G. (20 0 9). Sleep and recovery. In S. Sonnentag, P. Perrewe, & D. G anster (Eds.), Research in occupational stress and well being: Current perspectives on job-stress recovery (Volume 7, pp. 205-247). United Kingdom: JAI Press. Beckers, D .G .B. (20 0 8). Overtime work and well-being: opening up the black box. Academ isch proefschrift. Nijm egen: Radboud Universiteit Nijmegen. Brosschot, J. F., Pieper, S., & Thayer, J. F. (2005). Expanding stress theory: prolonged activation and perseverative cognition. Psychoneuroendocrinology, 30, 1043-1049. Chida, Y., Hamer, M. (20 0 8). Chronic psychosocial factors and acute physiological responses to laboratoryinduced stress in healthy populations: A quantitative review o f 30 years o f investigations. Psychological Bulletin, 134 (6), 829-855. Clow, A. (20 0 1). The physiology o f stress. In F. Jones & J. Bright (Eds.), Stress: myth, theory and research (pp. 47-61). London: Prentice Hall. Colcombe, S. J., Erickson, K. I., Scalf, P. E., Kim, J. S., Prakash, R., McAuley, E., et al. (20 0 6 ). Aerobic exercise training increases brain volum e in aging hum ans. Journals o f Gerontology Series a-Biological Sciences and Medical Sciences, 6 1(11), 1166-1170. De Bloom, J., Geurts, S.A.E., Sonnentag, S., Taris, T.W., De W eerth, C., & Kompier, M .A.J. (in druk). How does a vacation from work affect employee health and well-being? Psychology & Health. De Bloom, J., Geurts, S.A,.E. & Kompier, M .A.J. (20 10 ). Vacation from work as prototypical recovery opportunity. Gedrag <$c Organisatie, 2 3 (4 ), 333-349. De Bloom, J., Geurts, S.A,.E. & Kompier, M .A.J. (2 0 11). Effects o f short vacations, vacation activities and experiences on employee health and well-being. M anuscript ingediend voor publicatie. Demerouti, E., Bakker, A.B., Geurts, S.A.E. & Taris, T.W. (2009). D aily recovery from work-related effort during non-work time. In S. Sonnentag, P. Perrewe, & D. G anster (Eds.), Research in occupational stress and well being: Current perspectives on job-stress recovery (Volume 7, pp. 85-123). United Kingdom: JAI Press. Dikkers, J.S.E., Geurts, S.A.E., Kompier, M .A.J., Taris, T.W., H outm an, I.L.D. & Heuvel, F. van den (2007). Does workload cause work-home interference or is it the other way around? Stress <$c Health, 23, 303-314. Esch,T., & Stefano G. B. (20 0 4 ). The neurobiology o f pleasure, reward processes, addiction and their health im plications. Neuroendocrinology Letters, 35(4 ), 235-251. Fredrickson, B.L. (20 0 1). The role o f positive em otions in positive psychology: The Broaden-and-Build Theory o f positive em otions. American Psychologist, 56(3), 218-226. Fritz, C., & Sonnentag, S. (2005). Recovery, health, and job perform ance: Effects o f weekend experiences. Journal o f Occupational Health Psychology, 10 ,18 7 -19 9 . Geurts, S.A.E., Beckers, D .G .J., Taris, T.W., Kompier, M .A.J. & Smulders, P.G.W. (2009). W orktim e demands and work-fam ily interference. Does worktim e control buffer the adverse effects o f high dem ands? Journal o f Business Ethics, 8 4 (2), 229 -242.
IN T I M E - O U T OF OFFICE
Geurts, S.A.E., Taris, T.W., Kompier,
Dikkers, J.S.E., H ooff,
van, & Kinnunen, U. (2005).
W ork-home interaction from a work psychological perspective: Developm ent and validation o f a new questionnaire, the
sw in g
.
Work & Stress, 19 (4 ), 319-339.
Geurts, S. A. E, & Sonnentag, S. (20 0 6). Recovery as an explanatory m echanism in the relation between acute stress reactions and chronic health im pairm ent. Scandinavian Journal o f Work, Environment and Health, 23(6 ), 482-492. Gerin, W., Davidson, K.W., Christenfeld, N .J.S., Goyal, T, & Schwartz, J.E. (2006). The role o f angry rum ination and distraction in blood pressure recovery from em otional arousal. Psychosomatic Medicine, 68, 64-72. Glynn, L. M ., Christenfeld, N ., G erin, W. (20 0 2). The role o f rum ination in recovery from reactivity: Cardiovascular consequences o f em otional states. Psychosomatic Medicine, 64(5), 714 - 726. Griindem ann, R. (20 0 8). Arbeidsparticipatie in Nederland. Personeelsvoorziening met stip op de agenda van management en HR. Openbare les. Utrecht: Hogeschool Utrecht. Hall, M ., Vasko, R., Buysse, D., Ombao, H., Chen, Q., Cashm ere, J., et al. (20 0 4). Acute stress affects heart rate variability during sleep. Psychosomatic Medicine, 66, 56-62. Kahn, R.L., Wolfe, D .M ., Q uinn, R.P., Snoek, J.D . & Rosenthal, R.A. (1964). Organizational stress: Studies in role conflict and ambiguity. N ew York: Wiley. Kompier, M. (20 0 7). Werk- en organisatiegerichte interventies. In W. Schaufeli & A. Bakker (Red), De Psychologie van Arbeid en Gezondheid (tweede herziene druk, pp. 194-213). Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Kivimaki, M ., Leino-Arjas, P., Kaila-Kangas, L., Lukkonen, R., Vahtera, J., Elovainio, M ., et al. (20 0 6 ). Is incom plete recovery from work a risk marker o f cardiovascular death? Prospective evidence from industrial employees. Psychosomatic Medicine, 68, 402-407. Lox, C.L., M artin G inis, K.A. & Petruzzello, S.J. (20 10 ). The psychology o f exercise. Integrating theory and practice. Arizona: Holcomb Hathaway. McEwen, B. S. (1998). Stress, adaptation, and disease: Allostasis and allostatic load. A nnals o f the N ew York Academy o f Sciences, 840, 33-44. Mead, G.E., Morley, W., Campbell, P., Greig, C.A., M cM urdo, M., & Lawlor, D.A. (2009). Exercise for depression. Cochrane Database o f Systematic Reviews (Issue 3. Art. N o.: C D 004366). DOI: 10.1002/14651858. CD 004366. M eijm an, T.F., M ulder G , van D orm olen, M, & Crem er R. (1992). W orkload o f driving exam iners: A psychophysiological field study. In H. Kragt (Ed), Enhancing industrial performance (pp. 245-258). London: Taylor & Francis. M eijm an, T. F., & Mulder, G. (1998). Psychological aspects ofw orkload . In P.J.D. Drenth, Hk. Thierry, C. J. & D e W o lff (Eds.), Handbook o f Work and Organizational Psychology (2nd ed., pp. 5-33). Hove (UK): Psychology Press/Erlbaum. M uraven, M. & Baumeister, R.F. (20 0 0 ). Self-regulation and depletion o f lim ited resources: Does self-control resemble a m uscle? Psychological Bulletin, 126, 247-259. Radstaak, M., Geurts, S.A.E., Brosschot, J., Cillessen, A., & Kompier, M .A.J. (2 0 11). The Role o f Affect and Rumination in Cardiovascular Recovery from Stress. M anuscript ingediend voor publicatie.
25
26
P R O F . DR . SABI NE A . E . GE URT S
Reis, H. T., Sheldon, K. M ., Gable, S. L., Roscoe, J., & Ryan, R. M. (20 0 0 ). D aily well-being: The Role of autonomy, competence and relatedness. Personality and Social Psychology Bulletin, 26, 419-435. Rook. J. & Zijlstra, F. (20 0 6). The contribution o f various types o f activities to recovery. European Journal o f Work and Organizational Psychology, 15, 218-240. Ryan, R. M ., & Deci, E. L. (20 0 0 ). Self-determ ination theory and the facilitation o f intrinsic motivation, social development, and well-being. American Psychologist, 55, 68-78. Ryan, R.M., Bernstein, J.H ., & Brown, K.W. (20 10 ). Weekends, work, and well-being: psychological need satisfactions and day o f the week effects on mood, vitality, and physical symptoms. Journal o f Social and Clinical Psychology, 2 9 (1), 95-122. Pieper, S. (2005). Prolonged cardiac activation, stressful events and worry in daily life. Academ isch proefschrift. Leiden: Universiteit Leiden. Sapolsky, R.M. (20 0 4). W hy zebras don't get ulcers: An updated guide to stress, stress related diseases, and coping (third edition). N ew York: H enry H olt and Company. Selye, H. (1956). The stress o f life. N ew York: M cGraw -H ill. Sonnentag, S. & Fritz, C. (20 0 6). Endocrinological processes associated w ith job stress: Catecholam ine and cortisol responses to acute and chronic stressors. In P.L. Perrewe & D.C. G anster (Eds), Research in organizational stress and well-being: Employee health, coping, and methodologies (pp.1-59). Amsterdam: Elsevier. Stewart, J.C ., Janicki, D.L., & Kamarck, T.W. (2006). Cardiovascular reactivity to and recovery from psychological challenge as predictors o f 3-year change in blood pressure. Health Psychology, 25, 111-118. Ursin, H. & Eriksen, H. (20 0 4 ). The cognitive activation theory o f stress, Psychoneuroendocrinology, 29,
567-592. Van H ooff, M .L.M ., Geurts, S.A.E., Kompier, M .A.J., & Taris, T.W. (20 0 7). Workdays, in-between workdays, and the weekend: A diary study on effort and recovery. International Archives o f Occupational and Environ mental Health, 80, 599-613. Van H ooff, M .L.M ., Geurts, S.A.E., Kompier, M .A.J., Taris, T.W., Houtm an, I.L.D., & van den Heuvel, F. (2005). D isentangling the causal relationships between work-hom e interference and employee health. Scandinavian Journal o f Work, Environment and Health, 3 1(1), 15-29. Van H ooff, M .L.M ., Geurts, S.A.E., Beckers, D .G .J. & Kompier, M .A.J. (2 0 11). D aily recovery from work and the role o f activities, effo rt and pleasure. Work <$c Stress, 2 5 (1), 55-74. Van der Hulst, M. (20 0 3). Long workhours and health [review]. Scandinavian Journal o f Work Environment <$c Health, 29, 171-88. Van der Hulst, M. & Geurts, S.A.E. (20 0 1). Associations between overtime and psychological health in high and low reward jobs. Work <$c Stress, 15, 227-240.