PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
This full text is a publisher's version.
For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/14821
Please be advised that this information was generated on 2014-11-11 and may be subject to change.
Het effect van preventie van infectieziekten bij reizigers naar de (sub)tropen H . B R U N É , J . W . M . V A N DER M E E R , J . H E R M A N S EN H . J . V A N DER KAAY
INLEIDING
Reizigers n a a r tropische en su b tro p isch e g e b ie d e n staan tijdens hun reis en verblijf bloot aan infectieziekten die niet in N e d e rla n d v o o r k o m e n en aan infectieziekten die ook hier inheem s zijn, m a a r d a a r in hogere frequentie v o o rk o m e n . D o o r middel van adviezen, vaccinaties en m alariaprofylaxe kan w o rd e n g e p r o b e e r d om ziek w o r den tijdens reis en verblijf zoveel m ogelijk te v o o r k o m e n . De reiziger kan in N e d e r l a n d hiervoor, behalve bij de huisarts, bij verschillende instellingen (zoals g e z o n d heidsdiensten, poliklinieken en c o n su lta tie b u re a u s ) terecht. In de p rak tijk d o et zich hierbij een aan tal p r o b le m e n voor. In de eerste plaats kan slechts tegen een b e p e rk t aantal ziekten w o rd e n gevaccineerd (tegen difterie, t e t a nus, poliomvelitis, ch o lera, typhoid (buiktyfus), gele koorts, hepatitis B, rabies en m e n in g o k o k k e n -m e n in g itis A en C). V e r d e r kan alleen passieve besch erm in g tegen hepatitis A w o rd e n g e b o d e n d o o r een to ed ien in g van 16 % g am m ag lo b u lin e. In de tw eed e plaats is de b e sch e rm in g die een aantal vaccins biedt gering; dit geldt vooral v oor choleravaccin en (p a re n te ra a l) typhoidvaccin.' B o v e n d ie n kan volledi ge protectie tegen m alaria tropica niet langer w o rd e n g e g a ra n d e e r d d o o r resistentie van de parasiet." * D a a r e n boven k o m e n uitgestelde aanvallen van m alaria, v e r o o r zaakt d o o r Plasmodium vivax en P. ovale , o n d a n k s goed ingen o m en profylaxe voor. Niet in de laatste plaats lijken, m e d e op g ro n d van buitenlandse lite ra tu u rg e g e v e n s, adviezen om b e s m e t ting te v o o r k o m e n slecht te w o rd e n opgevolgd. O p grond van het v o o r g a a n d e h e b b e n wij ons afgevraagd w at de effectiviteit van de p rev en tiev e m a a tre g e le n en adviezen is, gegeven op de V accinatiepolikliniek van het A c a d e misch Z ie k e n h u is Leiden ( A Z L ) , en hoe de m e d e w e rkingsbereidheid van de reizigers is. D a a r t o e werd in het k a d e r van een klinische stage voor de studie g e z o n d h e id s w e te n s c h a p p e n eind 1986 een r e trospectief o n d e r z o e k verricht bij 100 reizigers die in 1985 de V accinatiepolikliniek h a d d e n bezocht. MATERIAAL EN M E T H O D E N
De V accinatiepolikliniek van het A Z L w o rd t volgens een
Academisch Ziekenhuis, afd. Infccticzickcn, Leiden. Mvv.H.Bruné, student gezondheidswetenschappen; prof.dr.J. W.M.van der Meer, internist. Rijksuniversiteit, faculteit der G eneeskunde, Leiden. Afd. Medische Statistiek: dr.J.H erm an s, medisch statisticus. Inst. voor Tropische G eneesk und e, Lab. voor Parasitologie: Prof.dr.H.J.van der Kaav. Correspondentie-adres: prof.dr.J. W .M .van der Meer, Sint Radboudzickenhuis, afd. Algemene Inwendige Ziekten, Postbus 9101 , 6500 HB Nijmegen. mi
2106
Ned Tijdschr Geneeskd 1988; I 32 , n r 46
SAMENVATTING
D o o r middel van een telefonische e n q u ê t e in 1986 w erd de p re v e n tie g e tro u w h e id en het ziek-zijn van een aselecte groep reizigers n a g e g a a n die in 1985 vaccinaties en advies ontving op de Vaccinatiepolikliniek van het A c ad em isch Z i e k e n h u i s in Leiden. O v e r 90 reizen van 84 reizigers werd informatie v e rk r e g e n ; 44 (49% ) van de reizen ging g e p a a r d m et ten minste één lichamelij ke klacht. D ia rr e e bleek k w a n titatief het belangrijkste p r o bleem (33 ep isoden). M alaria zou bij twee reizigers zijn vastge steld. Er was geen invloed van geslacht, leeftijd en re is b e ste m m in g op het o p t r e d e n van ziekte. R e is d u u r langer dan 9 w e k e n ging met m e e r ziekten g e p a a rd dan korte reizen (p = 0 ,05 ). Reizen waarbij m en v erb le ef o n d e r m in d e r hygiënische o m s t a n d i g h e den, brachten meer gevallen van ziekte met zich mee (p = 0 ,05). W at betreft leefregels en m alariapro fy lax e gaf 40 % van de reizigers aan zich geheel aan de voorschriften te h e b b e n gehouden.
a f s p r a a k s p r e e k u u r g e d u r e n d e één dag p e r w e e k g e h o u den. E en arts (staflid van de v a k g ro e p afdeling Infectie ziekten o f van de v a k g ro e p Parasitologie) en een v e r pleegkundige geven de adviezen en de vaccinaties c o n form de richtlijnen van de o v e r h e i d .4 " In 1985 w aren er 51 s p r e e k u r e n , 1096 eerste b e z o e k e n en 728 vervolgbez o e k e n , zoals blijkt uit het ja arv erslag V accinatiepolikli niek A cad em isch Z ie k e n h u is Leiden 1985 . D e gegevens van de cliënten w o rd e n opgeslagen in de z ie k e n h u is c o m p u te r in een speciaal b e s t a n d ,6 w aaruit aselect van 1985 100 cliënten w e rd e n g ek o z e n . A a n deze gro ep werd een telefonische e n q u ê t e voorgelegd. V an de cliënten w e rd e n geslacht, g e b o o r t e d a t u m , r e is b e s te m ming, reisd u u r en m a a n d van v e r tr e k g e n o te e r d . V o o rts w erd n a g eg a an in h o e v e rre de gegeven leefregels w e rd e n opgevolgd en de v o o rg e sch rev en a n tim a la r ia m id d e le n w e rd e n in g e n o m e n . T e v e n s w erd gevraagd of er ziekten of lichamelijke klachten w aren gew eest tijdens of kort na de reis. E r w erd specifiek gevraagd n a a r k o o rts, b u ik p ijn , h o o fd p ijn , misselijkheid, d o n k e r e urine, o n t k l e u r d e o n t lasting, gelige h u id k leu r, huidafw ijkingen en diarree. Bij een positief a n tw o o r d op de vraag n a a r d ia rre e werd gevraagd n a a r consistentie, d e fe c a tie f r e q u e n tie , bloedbijm enging, alsm ede n a a r de d u u r van deze klacht. O o k werd gevraagd o f m en tijdens of na de reis een arts g e ra a d p le e g d had en d o o r h e m m edicijnen w aren v o o r g e schreven. D eze gegevens w e rd e n opgeslagen in een d a t a b e s t a n d w a a r het p r o g r a m m a d B ase III v o o r w erd gebruikt. V ervolgens w e rd e n de gegevens statistisch b e w e rk t met het c o m p u t e r p r o g r a m m a SPSS op een personal c o m p u ter.
RESULTATEN
Deelnemers. V an de 100 g e se le c te e rd e cliënten v e r k e e r den 7 v oo r langere tijd in het b u ite n la n d , 6 a n d e r e n bleken om a n d e r e r e d e n e n o n b e r e i k b a a r en bij 3 cliënten was de g e p la n d e reis niet d o o rg e g a a n . D eze 16 cliënten vielen dus buiten de o n d e r z o c h te groep. V an de 84 o n d e r v r a a g d e p e r s o n e n h a d d e n er 80 één reis g e m a a k t; 2 h a d d e n twee a fzonderlijke reizen g e m a a k t en nog 2 drie reizen. Z o leverden deze 84 p e rs o n e n 90 ingevulde e n q u ê te f o r m u li e r e n op. Algemene groepsgegevens. H e t aantal reizen d o o r m a n n e n g e m a a k t was o n g e v e e r even groot als dat g e m a a k t d o o r v ro u w en . D e g e m id d e ld e leeftijd van de reizigers was 45 j a a r (spreiding 20-76 jaar). D e leeftijds verdeling, de r e is b e s te m m in g e n , reis- en verblijfsduur en de verdeling van de reizen o v e r het j a a r zijn w eergegeven in tabel 1 . Ziekten tijdens de reis. T ijd en s niet m in d e r dan 44 reizen ( 49 % ) b lek en reizigers ten minste één lichamelijke klacht te h e b b e n g e h a d . T ijd e n s 23 reizen was er slechts één klacht, tijdens 14 w a ren er tw ee of drie klachten, en tijdens de overige zeven w aren er m e e r dan drie klachten. D iarree was n u m e r ie k de b elangrijkste klacht (33 e p is o den; tabel 2 ). In acht gevallen w are n er b ij k o m e n d e klachten als bu ikpijn of misselijkheid. D e d iarree was in de m e e r d e r h e id d e r gevallen ( 26 ) in vijf dagen v e r d w e nen. In 20 van de 33 ep iso d e n was de d e fe c a tie fre q u e n tie m axim aal v ijfm a a l p e r d a g e n in slechts twee gevallen was er b lo ed b ijm en g in g . In tien gevallen ( 23 % ) w'aren de klachten aanleiding een arts te r a a d p le g e n ; de gestelde diagnosen zijn in tabel 2 o p g e s o m d . In één geval zou een parasitaire o o r z a a k als verklarin g v o o r de d iarree zijn g e v o n d e n , in een a n d e r geval w erd van een voedselvergif tiging g e s p ro k e n . T w e e m a a l zou d o o r middel van b l o e d o n d e r z o e k de diagnose m alaria gesteld zijn. É é n m a a l tabel
i . Gegevens over 90 reizen van 84 reizigers
kenmerken reizigers mannen vrouwen leeftijdsverdeling 20-30 jaar 31-40 jaar 41-50 jaar 51-60 jaar 61-76jaar reisbestemming Indonesië/verre Oosten Afrika, zuid. van Sahara nabije oosten t.m. India Zuid-Amerika reis- en verblijfsduur < 2 weken 2-4 weken 5-9 weken > 9 weken maanden van vertrek jan-feb mrt-mei jun-jul aug-sept okt-dcc
aantal reizen
48 42 14 24 20
19 13 29 28 19 14 18 32 30 10
15 18 11
19 27
tabel
2 . De ziekten van 84 reizigers gedurende 90 reizen
verschijnselen en ziekte
aantal reizen
%
tijdens de reis klachten diarree met bloed buikpijn misselijkheid koorts hoofdpijn huidafwijkingen ontkleurde ontlasting donkere urine andere ziektebeelden gastro-enteritis malaria ontstekingen in KNO-gebied uitval van labyrint gonorroe oververmoeidheid
44
100
na de reis klachten diarree met bloed buikpijn huidafwijkingen hoofdpijn ontkleurde facces andere klachten
11
33
75
2 13 13 7
6 30 30 16 14
6 5 3
11
1
2
14
32
3
7 5 5
7
2 2 1 1 1
2 2 2
4
1 3 3
1 1 3
b e tro f het m alaria tropica bij een reiziger in K e n ia , die zijn m alariaprofylaxe goed zou h e b b e n in g e n o m e n . In het a n d e r e geval w erd m alaria v e rk re g e n in T o g o terwijl de profylaxe niet volgens het v o o rg e sc h re v e n sc h e m a was in g en o m en . D o o r 16 reizigers w e rd e n m edicijnen in v e r b a n d m et hun klachten in g e n o m e n . E e n aantal van hen h a d deze g e n e e s m id d e le n uit N e d e r la n d m e e g e n o m e n . Ziekten na thuiskomst. N a th u is k o m st h a d d e n 11 cliënten nog klachten (zie tabel 2 ); 10 gingen d a a r m e e n a a r een arts. T ien reizigers h a d d e n één klacht, één vijf. W e d e r o m was d iarree de belangrijkste klacht. B l o e d b ij m enging w erd d o o r één reiziger gem eld. In één geval was de diarree binnen vijf dagen o v er, in tw ee gevallen binnen vier w e k e n en in één geval w erd h et een la n g d u ri ger p ro b le e m . O n z e gerichte vraag n a a r k o o rts w erd steeds o n t k e n n e n d b e a n tw o o r d . N a hun reis g e b ru ik te n vier p e r s o n e n op voorschrift van een arts g e n e e s m id d e le n in v e r b a n d m e t de klach ten.
Ziekten in relatie tot biografische gegevens en reisgegevens. H e t aantal ziekten o p g e lo p e n d o o r m a n n e n of d o o r v ro u w e n en bij verschillende leeftijd sg ro ep en verschilde on d erlin g niet significant. E r bleek een verschil in ziektefre q u en tie tussen g r o e p e n reizigers m et e e n verschillende reisduur: de g ro e p reizigers die k o r t e r dan tw ee w e k e n wegbleef, w erd significant m in d e r v aak ziek dan de g ro e p die langer dan negen w e k e n w eg b leef (p = 0 , 05). D e ziekte-incidentie verschilde n a a r m a te de m a a n d e n van het jaar: in ja n u a ri en fe b ru ari, a lsm ed e in juni en juli Ned Tijdschr Geneeskd 1988; 132 , nr 46
2107
was de incidentie h o o g (resp. 73,3 en 7 2 ,7 % ) en in de overige m a a n d e n relatief laag (v a rië re n d van 33,3 tot 47 ,4 % ) . D eze verschillen zijn niet statistisch significant. E r was geen invloed van de reisb e ste m m in g op het o p tre d e n van ziekte.
Opvolging van de adviezen. De geadviseerde vaccina ties werden door alle cliënten genomen. Van de onder zoeksgroep verklaarden 59 reizigers ( 66%) het verstrekte voorlichtingsmateriaal gelezen te hebben. Er was geen statistisch significant verschil in ziektefrequentie aan toonbaar tussen de groepen die het voorlichtingsmate riaal wel of niet hadden gelezen. a. T ijdens 48 van de 90 reizen m e e n d e n de reizigers g e d u re n d e een deel van hun verblijf in m in d e r hygiëni sche o m s ta n d ig h e d e n te h e b b e n v e rk e e rd . T ijd en s deze reizen werd m en significant v a k e r ziek d an tijdens reizen die zich uitsluitend in g o ed e hygiënische o m s ta n d ig h e d e n afspeelden (p = 0 , 05). A a n p o te n tiee l onveilig o p p e r v la k te w a ter (rivier, m e e r of k re e k ) stelden 22 reizigers ( 24 % ) zich bloot. D eze g ro e p had geen a a n t o o n b a a r v e rh o o g d e z ie k te fre q u e n tie . b. H e t advies geen o n g e k o o k t of ged esinfecteerd d rin k w a te r te d rin k e n w erd d o o r 32 reizigers ( 36 % ) niet opgevolgd. Bij deze g ro e p kon geen v e r h o o g d e z ie k te fre quentie w o rd e n vastgesteld. D it zelfde kan gezegd w o rd e n van de g ro e p van 16 m e n s e n ( 18 % ) , die bij de voedselbereiding onveilig w a te r geb ru ik te. A d a en b. Als we de opvolging van de adviezen m et b etrek k in g tot o p p e r v la k te w a te r , d r in k w a te r en w a te r bij de voed selb ereid in g g e c o m b in e e r d b e s tu d e r e n , zijn er geen significante verschillen tussen de g ro e p die alle drie de adviezen o p v o lg d e , en de g ro e p die geen van de adviezen opvolgde. c. V an de 77 m e n se n die een m a la ria g e b ie d b e z o c h ten, h a d d e n 56 reizigers ( 73 % ) de m alariaprofylaxe geheel volgens het v o o rg e sc h re v e n sc h e m a in g e n o m e n , 9 ( 12 % ) h a d d e n bij th u is k o m s t de k u u r niet geheel afge m a a k t en de overige 12 ( 16 % ) h a d d e n zich o o k tijdens de reis niet aan het s c h e m a g e h o u d e n . T o ta a l bleven 31 cliënten ( 40% ) w at b etre ft leefregels en m alariaprofylaxe geheel tro u w aan de voorschriften. d. W a t de a n d e r e p re v e n tie v e m a a tre g e le n ter v o o r kom ing van m alaria b e tre ft, h a d d e n 28 m e n s e n o n d e r e e n k lam b o e of m u g g e n n e t geslapen o f h a d d e n zij h o rre n gehad v o o r de ra m e n in het sla a p v e rtre k . 30 m en sen b e s c h e rm d e n zich tegen m u g g e b e te n d o o r 's avonds b e d e k k e n d e kleding te d ragen. R e g e lm a tig gebruik van een in s e k te n w e r e n d m iddel w erd als m a a tre g e l d o o r 28 m ensen aan g eg ev en . E e n a n d e r e b e s c h e r m e n d e m a a t r e gel (airconditioning valt o o k h ie r o n d e r ) w erd nog d o o r 40 m ensen getroffen. BESCHOUWING
Bijna de helft ( 49 % ) van de 90 reizen van de 84 cliënten die de V accinatiepolikliniek van het A c a d e m is c h Z i e k e n huis te L eid en b e z o c h te n , ging g e p a a r d m e t ziekte. D e meest v o o r k o m e n d e klacht was d iarree. D e d o o r ons g ev o n d en incidentie van 36 , 7 % k o m t redelijk o v e re e n m et de 27 % bij Zw itserse reizigers n a a r tropische g e b ie den en de 33 % o n d e r A m e r i k a a n s e toeristen n a a r M e x i 2108
Ned Tijdschr Geneeskd 1988; 1 3 2 , ^ 4 6
c o . /S Bij twee cliënten w erd m alaria gediagnostiseerd. H epatitis w erd bij geen d e r reizigers vastgesteld. H e t krijgen van som atische klachten bleek significant v a k e r voor te k o m e n bij langere reisduur. D eze bevinding k o m t niet o v e re e n m et die van Steffen et al., die v o n d e n dat 90% van de episoden van diarree o p t r a d b in n en de eerste 14 d a g e n .s Dit verschil kan niet w o rd e n v e rk la a rd d o o r het feit dat onze gegevens niet uitsluitend op d iarree b e tre k k in g h e b b e n . D e m ate waarin m en zich aan de g e ad v iseerd e le e fre gels hield, bleek niet sa m e n te h a n g en m e t het o p t r e d e n van ziekte. D e z e w a a rn e m in g k o m t w e d e r o m niet o v e r een m et buitenlands o n d e r z o e k , w aarin w erd g e v o n d e n dat de incidentie van reizigersdiarree t o e n e e m t n a a r m a t e er m e e r d ie e tfo u te n w o rd e n g e m a a k t . g W el v o n d en wij dat verblijf o n d e r ‘m in d e r hygiënische o m s t a n d i g h e d e n ' de kans op het krijgen van klachten v e rg ro o tte . D e ze w a a rn e m in g k o m t o v e re e n m et de w a a r n e m in g van Steffen et al. dat het risico o p ziekte t o e n e e m t n a a r m a t e de reis een a v o n tu u rlijk e r k a r a k t e r k rijg t.s I n te re s s a n t is in dit v e r b a n d de w a a rn e m in g dat zakenreizigers en s tu d e n te n een h o g e r risico van reizigersdiarree h e b b e n dan a n d e r e reizigers .7 H o e w el dit niet w erd g e ïn v e n ta ri seerd, w aren in onze o n d e r z o e k s g r o e p zakenreizigers en s tu d e n te n waarschijnlijk ruim v e rte g e n w o o rd ig d en dit zou de relatief hoge fre q u e n tie van d ia rre e deels k u n n e n v erk laren . In een a n d e r o n d e r z o e k w erd g e v o n d e n dat jong e m en sen een hoge incidentie van reizigersdiarree h e b b e n ;8in ons (kleinere) o n d e r z o e k kon dit niet w o rd e n bevestigd. D e studie van Steffen et al. geeft aan dat de incidentie van reizigersdiarree varieert n a a r gelang het reisdoel ( 36 % in Z u i d - A m e r i k a en 22 % in T h a i l a n d );8wij v o n d e n geen relatie m et het reisdoel. H e t m a la ria p r o b le e m is het grootst in A frik a , m et n a m e in die gebieden w a a r resistente m alaria tropica v o o r k o m t .23 D e tw ee m e n s e n die m alaria z o u d e n h e b b e n d o o r g e m a a k t , verw ierven deze infectie in A frika. Uit onze e n q u ê te k w am n a a r voren dat de cliënten zich aanzienlijk v a k e r ( 73 % ) aan het v o o rg e s c h re v e n sc h e m a van m alariaprofylaxe hielden dan in een v e rg e lijk b a re studie, waarin slechts 48 % co m p lian t bleek te z i j n ."1 Dit verschil is mogelijk te v e rk la re n d o o r d a t de m e e s te van onze cliënten slechts op één plaats advies inw innen. D a a r n a a s t is het wellicht van belang dat ze ten minste é é n m a a l d o o r een specialist w o r d e n gezien en d a t naast het m o n d elin g e advies h a n d z a m e folders w o r d e n uitge reikt, waarin o n d e r m e e r a a n g e g e v e n is volgens welk sc h e m a de m a la ria ta b le tte n m o e te n w o r d e n in g e n o m e n . Van Britse zijde is e r o p gew ezen dat m e t n a m e advies van verschillende instanties v erw arrin g w ek t en dat de a d v ie zen vaak tegenstrijdig z i j n .1" Uit een a n d e r Engels o n d e r z o e k o n d e r A z ia te n bleek slechts 7 % m a la r ia p r o f y laxe volgens een goed s c h e m a te h e b b e n i n g e n o m e n .11 O o k in onze e n q u ê te kw am n a a r v o ren dat m e n s e n die na ja r e n hun g e b o o r te la n d in de tr o p e n w e e r o p z o c h te n , vaak m e e n d e n v o ld o e n d e w e e r s ta n d te g e n m alaria te hebben. D e w a a rn e m in g dat al onze cliënten a a n g e r a d e n vacci naties n a m e n , en indien gead v ise erd bijna altijd terug-
kwamen om de serie vaccinaties na de reis te completeren (b.v. tweede typhoidinjectie of derde DTP-injectie), steekt gunstig af bij een onderzoek uit Canada waarin slechts de helft van de cliënten terugkwam om de serie typhoidvaccinaties af te maken. Samenvattend kan worden gesteld dat ondanks inten sieve voorlichting onzerzijds en redelijke opvolging van de adviezen door de reizigers in dit onderzoek van beperkte omvang een aanzienlijk aantal ziektegevallen naar voren komt. De verkregen gegevens zijn voor ons reden om nog meer nadruk te leggen op de voorlichting over preventie en behandeling van reizigersdiarree .1213
SUMMARY
The effect o f prevention o f infectious diseases on travellers to the (sub)tropics. - C o m p lia n c e and m o rb id ity o f ra n d o m ly selected travellers w ho received advice an d vaccination at the o u tp a tie n t d e p a r t m e n t for vaccination o f Leiden University Hospital in 1985 were investigated by m e a n s of an en q u iry by te le p h o n e. Inform ation was o b t a i n e d with reg ard to 90 j o u rn e y s m a d e by 84 travellers; 44 ( 49% ) o f the trips were associated with sym ptom s. D i a r r h o e a was the most p r o m i n e n t p r o b le m (33 episodes). M alaria was said to have b e e n d ia gno se d in 2 travellers. N o influence of sex, age o r destinatio n on morbidity was found. A d u r a ti o n of travel longer than 9 w eeks was associated with g r e a t e r m orbidity th an s h o r t e r jo u r n e y s (p = 0 .05 ). Lodging u n d e r less hygienic circum stances was significantly associated with disease (p = 0 .05 ). With respect to m a laria prophylaxis an d guidelines for travel, 40% of the travellers claimed to have bee n com p letely c o m pliant.
LITERATUUR
1 Walker E, Williams G. A B C of healthy travel: Immunisation-i. Br Med J 1983; 286: 629-3 1 . 2 Wetsteyn JCFM. Chloroquine-resistentc Plasmodium falciparum malaria in the Netherlands. Acta Leiden 1984; 52 : 1- 10. 3 Kaay HJ van der, Ovcrbosch D. Malaria tropica is niet mcer eenvoudig te voorkomen. Ned Tijdschr Genecskd 1987; 13 1 : 805- 8. 4 Geneeskundige Hoofdinspcctic van de Volksgezondheid. Staatstoe zicht op de Volksgezondheid. Malariaprofylaxe. Leidschcndam: GHI-Bulletin, 1987. 5 Geneeskundige Hoofdinspcctic van de Volksgezondheid. Staatstoe zicht op de Volksgezondheid. Uitheemse ziekten in Nederland. Profylactische maatregelen bij vertrek naar het buitenland. Leid schcndam: GHI-Bulletin, 1985. 6 Kaay HJ van der, Klerk L de, Meer JW M van der, Ovcrbosch D. Computerized registration and administration of the vaccination out-patient department, University Hospital, Leiden. In: Conference of International Travel Medicinc, Zürich, Switzerland, 1988. Ter perse. 7 Blaser MJ. Environmental interventions for the prevention of travel lers’ diarrhea. Rev Infect Dis 1986; 8 (Suppl 2 ): S 142-50. 8 Steffen R, Linde F van der, Gyr K, Schar M. Epidemiology of diarrhea in travelers. J A M A 1983; 249: 1176 - 80. 9 Kozicki M, Steffen R, Schar M. ‘Boil it, cook it, peel it or forget it’: does this rule prevent travellers’ diarrhoea? Int J Epidemiol 1985; 14 : 169-72 . 1,1 Phillips-Howard PA, Blaze M, Hurn M, Bradley DJ. Malaria prophylaxis: survey of the response of British travellers to prophylac tic advice. Br Med J 1986; 293: 932-4 . 11 Walker E, Qayyum A. Attitudes to malarial prophylaxis. Br Med J 1981; 283: 4 11 - 2 . 12 Meer JW M van der, Lamcrs C B H W . Middelen tegen diarree. Ned Tijdschr Gcneeskd 1987; 131 : 476- 9. 13 Speelman P. Reizigersdiarree: oorzaken, profylaxc en behandeling. Ned Tijdschr Geneeskd 1987; 13 1 : 801- 3 .
Aanvaard op 8 augustus 1988
Casuïstische mededelingen
Pacemaker-implantatie wegens totaal atrioventriculair block bij Lyme-borreliose H. K U I P E R , B . M . D E J O N G H EN P . J . S E N D E N
INLEIDING
Lyme-borreliose is een door een tekebeet overgebrachte infectieziekte die veroorzaakt wordt door de spirocheet Borrelia burgdorferi. De verwekker werd in 1982 geïso leerd.' Het ziektebeloop wordt ingedeeld in 3 stadia .2 - Het eerste stadium wordt gekenmerkt door het karak teristieke erythema chronicum migrans, een zich centri fugaal uitbreidend erytheem dat centraal verbleekt. Dit
Academisch Medisch C entrum , Meibergdreef 9 , 1105 A Z Amsterdam. Afd. Neurologie: H .K uiper, neuroloog. Afd. Microbiologie: d r.B .M .d c Jongh, assistcnt-gcneeskundigc. Sint Elisabeth Ziekenhuis en Ziekenhuis De Lichtenberg, Amersfoort. Afd. Cardiologie: P.J.Senden, cardioloog. Correspondentie-adres: H . Kuiper.
Zie o o k het artikel o p bl. 2 1 1 1 .
SAM ENVATTING
Bij een 40-jarige vrouw w erd een p a c e m a k e r in g e b rac h t wegens totaal atrioventriculair block. A a n v a n k e l i j k was geen o o r z a a k v o o r deze geleidingsstoornis g e v o n d e n . Bij o n d e r z o e k een j a a r later bleek dat de uitslag van het serologische o n d e r z o e k o p Borrelia burgdorferi positief was en dat 8 w e k e n v o o r a f g a a n d aan het A V - b lo c k e r y t h e m a c h ro n icu m m igrans gevolgd d o o r meningoradiculitis had bestaan. D e diagnose w e rd gesteld op een L ym e-borreliose m et hartafw ijkingen. H artafw ijking en k o m e n n a a r schatting bij 1 tot 8% van de p a tië n te n m et L ym e-borreliose voor. Tijdige h e r k e n n i n g van dit z ie k te b e e ld kan im plantatie van een p a c e m a k e r v o o r k o m e n .
Ned Tijdschr Geneeskd 1988; 1 3 2 ^ 4 6
2109