®
DMS Software DMS 0100/INST DMS 0702/PAT DMS COMPL
Korte handleiding PN 2634442 April 2006, 04/06 (Dutch) © 2006 Fluke Corporation. All rights reserved. All product names are trademarks of their respective companies.
Korte handleiding
In de handleiding vermelde aanwijzingen ..................................4 Inleiding ....................................................................................4 Leveringsomvang ......................................................................4 Systeemvoorwaarden ................................................................5 Opmerkingen ..............................................................................5 Installatie ....................................................................................6 Programmastart..........................................................................7 Programmabediening ................................................................7 Hoofdmenu ................................................................................7 Verklaring van de menufuncties..................................................7 Weergave van de gegevensrecords............................................8 Contextmenu, oproepen met rechtermuistoets ..........................9 Invoercorrectie ............................................................................9 Basisinstellingen ....................................................................10 Instelling van het bedrijfsadres ....................................10 Instelling van de seriële interface ................................11 Instellingen van de testinstrumentgegevens................11 Rapportinstellingen......................................................11 Instelling van de gebruiker (alleen DMS professional) ..........................................11 Instelling van het testinstrument ..................................12 Instelling van controleur ..............................................12 Record voor klant aanmaken ......................................13
2
Voorbeeld voor Fluke DMS 0702/PAT ....................................14 Record voor locatie aanmaken ....................................14 Record voor afdeling aanmaken ..................................15 Record voor te testen apparaat aanmaken..................15 Uitvoering van tests ....................................................16 Lijst maken met apparaten die getest moeten worden............................................................17 Overdracht van de metingen naar Fluke DMS ............18 Inleesgegevens bewerken ..........................................19 Automatisch aanmaken van tests ................................20 Testrapporten afdrukken..............................................20 Enkel testprotocol afdrukken ......................................20 Testrapport met teststappen afdrukken ......................21
Korte handleiding
Voorbeeld voor Fluke DMS 0100/INST ..................................23 Record voor installatie aanmaken................................23 Record voor test aanmaken ........................................24 Invullen van het tabblad "Testrapport"..........................24 Invullen van de tabbladen "Visuele controle", "Controle" en "E-Check*-rapport" ................................25 Invullen van het tabblad "Meting" ................................25 Invullen van de tabbladen "Overnamerapport" en "Appara tuur" ..........................................................26 Record voor verdelers aanmaken................................26 Records voor nieuwe stroomkringen aanmaken..........28 Uitvoering van tests en metingen ................................30 Voorbereiding van het testinstrument ..........................30 Afdruk van een stroomkringlijst voor verdeleren stroomkringen ........................................................30 Afdruk van een legenda voor stroomkringen ..............32 Overdracht van de metingen naar Fluke DMS 0100/INST ................................................32 Toewijzing van de metingen aan klant, installatie en test ..........................................................33 Toewijzing van de metingen aan verdeler en stroomkringen ........................................................34 Testrapporten afdrukken..............................................35 ZVEH-testrapport afdrukken........................................36
Back-ups ................................................................................38 Tijdelijke back-up ........................................................39 Terugzetten van de gegevens ......................................39 Licentievoorwaarden ................................................................39 Registratie ................................................................................40 Hotline ....................................................................................40
3
Korte handleiding Inleiding
In de handleiding vermelde aanwijzingen Let op, lees de bedieningshandleiding. Opmerking. Beslist in acht nemen. De bedieningshandleiding bevat informatie en aanwijzingen die voor een correcte bediening en een correct gebruik van de software noodzakelijk zijn. Voor de installatie en het gebruik moet de bedieningshandleiding zorgvuldig worden gelezen en deze moet op alle punten worden opgevolgd.. Deze bedieningshandleiding bevat de beschrijving van de modules Instalatie tester en NEN1340. Als slechts afzonderlijke modules worden geïnstalleerd, zijn niet alle functies resp. delen beschikbaar en te gebruiken. • E-Check is een gedeponeerd begrip van de Duitse organisatie Landesinnungsverband Bayern. • Adobe Acrobat is een gedeponeerd handelsmerk van Adobe Systems Incorporated. • Access 2000 is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation • Windows is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft C o r poration. • Pentium is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Inc.
4
Inleiding Module NEN1340: Software voor het beheren en rapporteren van tests van machines en apparaten volgens NEN1340 (alsmede DIN VDE 0113/0751) conform de Duitse Betriebssicherheitsverordnung (BetrSichV)
Module Instalatie tester: Software voor het beheren en rapporteren van de tests van elektrische installaties volgens DIN VDE 0100/0105
Leveringsomvang • Software Fluke DMS op gegevensdrager (bijv. cd-rom) • Korte handleiding, gedrukt (deze handleiding) • Bedieningshandleiding als PDF-bestand op gegevensdrager • Fluke DMS 0702/PAT: RS-232 interfacekabel incl. gender changer (passend voor Fluke 6500) • Fluke DMS 0100/INST: RS-232 interfaceadapter (passend voor Fluke 1653) • Fluke DMS COMPL: interfacekabel en interfaceadapter Bij updates van Fluke DMS worden geen interfacekabels of interfaceadapters meegeleverd
Korte handleiding Systeemvoorwaarden / Opmerkingen
Systeemvoorwaarden Geadviseerde configuratie Processor
Pentium® 4 of hoger met ondersteuning van alle gangbare besturingssystemen
Besturingssysteem
Microsoft Windows® 2000 met Service Pack 1 of Microsoft Windows® XP.
Geheugen Ruimte op harde schijf Monitor Station Invoerapparaat Interface
256 MB RAM 400 MB Super VGA (800 x 600). cd-rom Muis of compatibel.
Opmerkingen De fabrikant garandeert dat de software in hoofdzaak volgens het schriftelijke begeleidende materiaal werkt. Bij de huidige stand van de techniek en de snelle ontwikkeling van bestaande en nieuwe besturingssystemen kan een uitvoerbaarheid niet voor alle systemen gegarandeerd worden. In geen geval is Fluke ten opzichte van een gebruiker aansprakelijk voor enige, bijzondere, toevallige of uit een schadegeval voortvloeiende verdere schade die in een of andere vorm op het gebruik van de software terug te voeren is. Virussen! Bij de huidige stand van de techniek kan niet voor 100% gewaarborgd worden dat de meegeleverde gegevensdrager virusvrij is. Ondanks een zorgvuldige viruscontrole met zeer actuele antivirusprogramma's kunnen wij geen aansprakelijkheid voor door virussen veroorzaakte schade aanvaarden.
RS-232 voor gegevensoverdracht
USB met optionele adapterkabel, (USB - RS-232)
Onder bepaalde ongunstige omstandigheden kunnen uit elk elektronisch geheugen gegevens verloren gaan of veranderd worden. Fluke aanvaardt geen aansprakelijkheid voor financiële of andere verliezen die door een gegevensverlies, verkeerd gebruik of overige redenen zijn ontstaan. Back-ups! Het is beslist noodzakelijk regelmatig back-ups van uw gegevens te maken. Als het computersysteem uitvalt (bijv. een defect aan de harde schijf of een andere hardwarefout), kunnen gegevens verloren gaan of beschadigd worden. Zie de opmerkingen over back-ups van gegevens.
5
Korte handleiding Instalatie
Installatie Bij de installatie van de software worden de benodigde bestanden naar de harde schijf gekopieerd. Eveneens worden in de aangegeven installatiedirectories de beide subdirectories DATEN en BACKUP gemaakt. De database FDMS12.MDB (resp. FDMSPRO12.MDB) wordt in de subdirectory DATEN geplaatst. De overdrachtsrapporten worden eveneens in deze directory geplaatst. Deze directory kan onder het menu "Instelling I Directories" worden ingesteld. Als u deze directory opgeeft, wordt de subdirectory DATEN van de applicatie gebruikt. De backup van gegevens vindt plaats in de subdirectory BACKUP. Alle reservekopieën van de overdrachtsrapporten en de back-up van de database worden in deze directory geplaatst. Als u geen directory invult, gebruikt de applicatie de subdirectory BACKUP. Voor de installatie van Fluke DMS dient u Windows opnieuw op te starten of alle applicaties af te sluiten (ook op de achtergrond werkende programma's, zoals virusscanners). Voor de functie van Fluke DMS zijn bovendien de programma's "Adobe Acrobat Reader" en "Access 2000 Runtime Module" nodig. Als deze programma's nog niet op uw computer geïnstalleerd zijn, moeten deze samen geïnstalleerd worden. Adobe Acrobat Reader wordt geïnstalleerd. Het ontbrekende programma "Access 2000 Runtime Module" wordt automatisch op de achtergrond geïnstalleerd.
6
Zonder "Adobe Acrobat Reader" kan de Help-functie niet gebruikt worden. Microsoft Internet Explorer vanaf versie 3.0 moet al op uw computer geïnstalleerd zijn, zodat de functies Afdrukken, Pagina weergeven en Gegevensexport kunnen worden opgeroepen. Als dat niet het geval is, kan Microsoft Internet Explorer 5.0 vanaf de cd-rom geïnstalleerd worden. Het installatieprogramma bevindt zich in de directory "\AccessRTde \Ie5\de\ Ie5setup.exe". 1) Plaats de gegevensdrager (bijv. cd-rom) in het desbetreffende station van uw computer. 2) Het programma SETUP.EXE wordt automatisch gestart wanneer de cd-rom in het station wordt geplaatst. Als dit niet het geval is, start u Windows Explorer en kiest u het desbetreffende station. 1) Kies met Explorer het bestand "SETUP.EXE" en start de installatie door te dubbelklikken. Naar keuze kunt u de installatie eveneens starten door op "START" en "UITVOEREN" te klikken en bijv. "D:\SETUP.EXE" in te voeren. Het programma "SETUP" installeer het programma FLUKE DMS op uw harde schijf. 2) De installatie wordt gestart. Het programma "SETUP" leidt u verder door de installatie. Volg de aanwijzing voor de installatie op het scherm. Het programma "SETUP.EXE" controleert tijdens de installatie of "Access 2000", "Access 2000 Runtime Module" en "Acrobat Reader" al op de computer geïnstalleerd zijn.
Korte handleiding Programmastart
Programmastart Start het programma FLUKE DMS.Wanneer het programma de eerste keer start, wordt u gevraagd de volgende gegevens in te voeren: • Interface • Bedrijfsnaam/bedrijfslogo Achtereenvolgens verschijnen de desbetreffende vensters. Bevestig de gegevens overeenkomstig uw behoeften. Alle instellingen voor interface, taal, bedrijfsnaam en bedrijfslogo kunt u ook later nog in het menu 'Instelling' wijzigen.
Programmabediening Hoofdmenu Aan de bovenste rand bevindt zich de menubalk met het hoofdmenu.Hier vindt u alle functies van het programma.Het hoofdmenu heeft de volgende functies: "Bestand | Module | Bewerken | Weergave | Protocol | Instelling | ?".
Verklaring van de menufuncties
Vervolgens ziet u het hoofdvenster van het programma.
Menufuncties Aan de bovenste rand bevindt zich de menubalk met het hoofdmenu. Hier vindt u alle functies van het programma. Bovendien kunt u via de daaronder liggende knoppen enkele programmafuncties rechtstreeks oproepen. Zie ook de volgende pagina.
Hoofdvenster na de start van Fluke DMS (bijv. 0702/PAT)
7
Korte handleiding Menufuncites
Gegevens ontvangen van testinstrument (zie ook onder menuoptie Bestand) Gegevens lezen uit bestand (zie ook onder menuoptie Bestand) Afdrukken (zie ook onder menuoptie Rapport)
Weergave van de gegevensrecords Onder de menubalk bevinden zich de keuzelijsten waarmee records voor de aanwezige klanten worden weergegeven. In elk afzonderlijk venster kan uit een lijst met records worden gekozen . Als bijvoorbeeld de te testen apparaten van de afdeling service moeten worden weergegeven, wordt eenvoudig achtereenvolgens "Voorbeeldbedrijf", "Fabriek B" en afdeling "Service" gekozen.
Test zoeken (zie ook onder menuoptie Bewerken)
Nieuw record (zie ook onder menuoptie Bewerken)
Onder de vensters bevindt zich de weergave van het actuele record. Voor het wisselen van de weergave resp. de selectie van "Locatie", "Afdeling", "Te testen apparaat" en "Test" hoeft alleen het gewenste venster te worden aangeklikt. De actuele weergave is aan de titel boven de records te herkennen.
Knippen (zie ook onder menuoptie Bewerken)
Kopiëren (zie ook onder menuoptie Bewerken)
Plakken (zie ook onder menuoptie Bewerken)
Record verwijderen (zie ook onder menuoptie Bewerken)
Inleesgegevens (zie ook onder menuoptie Weergave)
8
Bij een ingestelde beeldschermresolutie van meer dan 800x600 kan de venstergrootte door het verschuiven van de balk worden veranderd.
Korte handleiding Contextmenu / Invoercorrectle
Contextmenu, oproepen met rechtermuistoets Afhankelijk van het actuele venster kunt u naast het menu "Bewerken" met de rechtermuistoets nog een functiemenu oproepen. Hier is een deel van de belangrijkst functies weergegeven.
Invoercorrectie De software slaat de teksten uit de invoervelden in de database op. De actuele invoer wordt in de database overgenomen zodra het actuele invoerveld wordt verlaten. Als u per ongeluk een invoerveld wist, kunt u met de toetsencombinatie 'Ctrl+Z' de laatste invoer ongedaan maken.
Contextmenu in de recordvensters "Locatie", "Afdeling", "Te testen apparaat" en "Test". Met de functie "Kopiëren" kunt u records en teksten met "Kopiëren" en vervolgens met "Plakken" bewerken.
Contextmenu in de invoervelden
9
Korte handleiding Basisinstellingen
Basisinstellingen Hier worden alleen de belangrijkste instellingen genoemd die voor het volgende voorbeeld nodig zijn. De volledige verklaring van alle instellingen vindt u in de hoofdhandleiding op de cd (op te roepen met F1).
Instelling van het bedrijfsadres 1) Kies uit het menu "Instelling" het submenu "Bedrijf". Het volgende venster verschijnt:
3) Indien gewenst voert u in het veld Logo de directory en de bestandsnaam van uw bedrijfslogo in. Standaard is het Fluke-logo ingesteld. Het bedrijfslogo moet als bitmapbestand (*.bmp) aanwezig zijn. Beide verschijnen op de afgedrukte enkeltestprotocollen. 4) Bevestig met "OK" . Indien aanwezig, kunt u uw E-Check*-logo selecteren. Klik daarvoor onder E-Check*-logo in de knop "Wijzigen" en selecteer de desbetreffende lijst en de bestandsnaam van uw ECheck*-logo. Het E-Check*-logo moet als bitmapbestand (*.bmp) of als Windows-metabestand (*.wmf) aanwezig zijn. Het E-Check*-logo verschijnt bij het afdrukken van ZVEH-testrapporten. Het bedrijfslogo en het E-Check*-logo worden afgedrukt op een grootte van ca. 24 X 24 mm. Wij adviseren u om uw bedrijfslogo op deze grootte met een resolutie van 150 tot max. 300 dpi te maken.
Instelling bedrijfsadres en bedrijfslogo 2) Voer in het veld Adres uw bedrijfsadres in.
• E-Check is een gedeponeerd begrip van de Duitse organisatie Landesinnungsverband Bayern.
10
Korte handleiding Basisinstellingen
Instelling van de seriële interface
Instellingen van de testinstrumentgegevens
1) Kies uit het menu "Instelling" het submenu "Seriële interface". Het volgende venster verschijnt:
Hier kunt u overeenkomstig het gebruikte testinstrument overige instellingen uitvoeren (alleen module NEN1340): • Testcode weergeven: betreft Fluke 6500, belangrijk om de testcode correct weer te geven en af te drukken • Gebruikerscode: betreft PC-multitester 8993, belangrijk voor correct gebruik van de gebruikerscode • Nr. te testen apparaat: betreft 9032, 9050 und 9092, belangrijk voor correct gebruik van het klantennummer en het nummer van het te testen apparaat • Locatiecode: betreft Fluke 6500, belangrijk voor correct gebruik van het klantennummer en van de locatiecode
Instelling interface
Rapportinstellingen
2) Voer in het invoervenster "COM" de seriële interface in die voor de gegevensoverdracht van het testinstrument gebruikt wordt. 3) Kies bijv. COM 1 en bevestig met "OK" .
Hier kunnen plaats, datum en handtekeningenbestand voor het afdrukken van rapporten worden vastgelegd
Instelling van de gebruiker (alleen DMS professional) Hier kunnen gebruiker en bevoegdheden worden vastgelegd
11
Korte handleiding Basisinstellingen
Instelling van het testinstrument
Instelling van controleur
Kies uit het menu "Weergave" het submenu "Testinstrument". Het volgende venster verschijnt:
Kies uit het menu "Weergave" het submenu "Controleur". Het volgende venster verschijnt:
Instelling van het testinstrument
Einstellung des Prüfers
1) Klik op de knop "Nieuw", om een nieuw testinstrument aan te maken. 2) Het veld "Type" bevat het soort testinstrument. Kies het gewenste type testinstrument (bijv. Fluke 1653 of Fluke 6500). 3) Wijzig de gegevens naar wens en voer in de velden "Beschrijving", "Kalibratiedatum" en "Opmerking" de juiste gegevens in. 4) Bevestig met "OK" . De communicatieparameters en het soort gegevensoverdracht worden door de selectie in het veld "Type" ingesteld.
1) Klik op de knop "Nieuw", om een nieuwe controleur aan te maken. 2) Wijzig de gegevens naar wens en voer in de velden "Naam", "Beschrijving" en "Opmerking" de juiste gegevens in. 3) In het veld "Controleurscode" voert u een controleurscode in (bijv. het personeelnummer).Tests worden daarmee aan bepaalde controleurs toegewezen. Let erop dat de lengte overeenkomt met de instelling van de gebruikerscode. 4) Bevestig met "OK" .
12
Korte handleiding Basisinstellingen
Het veld "Controleurscode" moet in Fluke DMS 0702/PAT beslist ingevuld worden. De controleurscode moet uniek zijn. Er mogen geen dubbele nummers voorkomen, zodat bij de automatische toewijzing de tests aan de afzonderlijke controleurs kunnen worden toegewezen.
Als er dubbele nummers voorkomen, verschijnt er na het invoeren een bericht dat u hierop attent maakt. Na het invoeren dient uw venster er als volgt uit te zien:
Het veld "Controleurscode" heeft in de software Fluke DMS 0100/INST geen functie. Hier kan bijv. het personeelnummer ingevuld worden.
Record voor klant aanmaken 1) Kies de gegevensrecords voor de klanten, kies daarvoor het menu "Weergave | Klant" of klik rechtstreeks op de keuzelijst "Klant". 2) Maak nu een nieuw record aan. Gebruik daarvoor de menuopdracht "Bewerken | Nieuw record" of gebruik het contextmenu, dat met de rechtermuistoets wordt opgeroepen. Er wordt een nieuw record met de naam "xxx" aangemaakt. 3) Wijzig de naam van de klant in "Klant A" en voer voor het nieuwe record uw gegevens in. 4) Vul de resterende velden naar behoefte in.
Nieuw record voor klant met ingevoerde gegevens
De velden "Contact", "Bedrijf", "Straat", "Postcode" en "Plaats" worden op het testrapport als gegevens van de opdrachtgever afgedrukt. Daarom moeten deze velden ingevuld worden. De klantcode moet uniek zijn, er mogen geen dubbele nummers voorkomen. Dit veld moet beslist ingevuld worden
13
Korte handleiding Voorbeeld voor FLUKE DMS 0702/PAT
Voorbeeld voor Fluke DMS 0702/PAT In dit voorbeeld wordt getoond hoe records aangemaakt, meetgegevens van het testinstrument ingelezen en aan de database toegewezen en rapporten afgedrukt worden. De software Fluke DMS is echter ook in staat om alle records zelfstandig aan te maken en de meetgegevens toe te wijzen. Informatie over klant, locatie, afdeling en te testen apparaat moet echter handmatig worden onderhouden.
De adresvelden 1 t/m 4 worden op het testrapport bij gegevens over het te testen apparaat afgedrukt. Daarom moeten deze velden ingevuld worden.
Ga naar de module NEN1340, gebruik daarvoor de menufunctie "Module".
Record voor locatie aanmaken 1) Ga naar het venster "Locatie". Kies daarvoor het menu "Weergave | Locatie" of klik rechtstreeks op de keuzelijst "Locatie". De eerder aangemaakte klant "Klant A" moet in het venster "Klant" nog weergegeven zijn. 2) Maak nu een nieuw record aan. Gebruik daarvoor de menuopdracht "Bewerken | Nieuw record" of gebruik het contextmenu, dat met de rechtermuistoets wordt opgeroepen. Er wordt een nieuwe locatie voor de klant "Klant A" aangemaakt. 3) Wijzig de naam van de locatie in "Fabriek 1" en voer voor het nieuwe record uw gegevens in. 4) Vul de resterende velden naar behoefte in.
14
Nieuw record voor locatie met ingevoerde gegevens
Korte handleiding Voorbeeld voor FLUKE DMS 0702/PAT
Record voor afdeling aanmaken
Record voor te testen apparaat aanmaken
1) Ga naar het venster "Afdeling". Kies daarvoor het menu "Weergave | Afdeling" of klik rechtstreeks op de keuzelijst "Afdeling". De eerder aangemaakte records voor "Klant A" en "Fabriek 1" moeten in de desbetreffende vensters nog weergegeven zijn. 2) Maak nu een nieuw record aan. Gebruik daarvoor de menuopdracht "Bewerken | Nieuw record" of gebruik het contextmenu, dat met de rechtermuistoets wordt opgeroepen. Er wordt een nieuwe afdeling voor de locatie "Fabriek 1" bij de klant "Klant A" aangemaakt. 3) Wijzig de naam van de afdeling in "Afdeling 1". 4) Vul het veld "Opmerking" naar behoefte in. .
1) Ga naar het venster "Te testen apparaat". Kies daarvoor het menu "Weergave | Te testen apparaat" of klik rechtstreeks op de keuzelijst "Te testen apparaat". De eerder aangemaakte records voor "Klant A", "Fabriek 1" en "Afdeling 1" moeten in de desbetreffende vensters nog weergegeven zijn. 2) Maak nu een nieuw record aan. Gebruik daarvoor de menuopdracht "Bewerken | Nieuw record" of gebruik het contextmenu, dat met de rechtermuistoets wordt opgeroepen. Er wordt een nieuw te testen apparaat voor de afdeling "Afdeling 1" voor de locatie "Fabriek 1" bij de klant "Klant A" aangemaakt. 3) Wijzig het nummer van het te testen apparaat in "123". 4) Wijzig de omschrijving in "Boormachine". 5) De velden voor "Testinterval" en "Interval tussentijdse test" zijn overeenkomstig het gekozen type op 12 maanden ingesteld. Laat deze beide waarden ongewijzigd. 6) Het veld voor "Volgende test" wordt op de huidige datum gezet. Het veld voor "Volgende tussentijdse test" blijft leeg. Laat deze beide waarden eveneens ongewijzigd. 7) Het veld "Testcode" geeft de testcode van het type aan. 8) Vul het veld "Opmerking" naar behoefte in. 9) Vul de velden "Typeaanduiding", "Apparaattype", "Bouwjaar", "Stroom", "Spanning" en "Vermogen" naar behoefte in.
De naam van de afdeling moet betekenisvol worden ingevuld, omdat deze op het testrapport bij de gegevens over het te testen apparaat wordt afgedrukt.
Voor de automatische toewijzing moet het nummer van het te testen apparaat binnen een klant uniek zijn. Er mogen geen dubbele nummers voorkomen. Dit veld moet beslist ingevuld worden. Nieuw record voor afdeling met ingevoerde gegevens
15
Korte handleiding Voorbeeld voor FLUKE DMS 0702/PAT
Als er binnen een klant dubbele nummers van te testen apparaten voorkomen, verschijnt er een bericht dat u hierop attent maakt. De velden "Nr. te testen apparaat", "Beschrijving", "Type", "Fabrieknummer", "Fabrikant", "Testcode", "Opmerking", "Typeaanduiding", "Apparaattype", "Bouwjaar", "Stroom", "Spanning" en "Vermogen" worden op de testrapporten afgedrukt
Uitvoering van tests De te testen apparaten worden eerst in een lijst weergegeven en geselecteerd.Vervolgens wordt de lijst afgedrukt. De tests moeten worden uitgevoerd en de metingen moeten weer naar de Fluke DMSdatabase worden overgebracht.Vervolgens worden de testrapporten afgedrukt.
Voorbereiden van het testinstrument
Na het invoeren dient uw record er als volgt uit te zien: 1)
Volledig record voor te testen apparaat
16
Zet op uw testinstrument het meetwaardegeheugen op nul.
Korte handleiding Voorbeeld voor FLUKE DMS 0702/PAT
Lijst maken met apparaten die getest moeten worden 1) Selecteer in de software Fluke DMS Klant, Locatie en Afdeling (Voorbeeldbedrijf, Fabriek A, Inkoop) overeenkomstig de volgende afbeelding.
Venster "Weergave afdeling" 2) Kies de functie "Protocol | Apparaten die getest moeten worden" en ga naar het venster "Lijst met te testen apparaten" op het tabblad "Afdeling".
3) Markeer het veld "Actuele afdeling". Dat wil zeggen dat er alleen te testen apparaten uit de momenteel gekozen afdeling worden gezocht. 4) Bevestig met "Verder". De lijst van te testen apparaten voor de klant "Voorbeeldbedrijf", locatie "Fabriek A" en afdeling "Inkoop" wordt weergegeven.
Venster "Lijst apparaten die getest moeten worden" 5) Markeer het veld "Afdrukken met streepjescode". 6) Druk nu de lijst met de apparaten die getest moeten worden af. Klik daarvoor op de knop "Rapport afdrukken". De volledige lijst met de testen apparaten wordt afgedrukt.
Venster "Lijst met te testen apparaten"
17
Korte handleiding Voorbeeld voor FLUKE DMS 0702/PAT
Overdracht van de metingen naar Fluke DMS
2) Voer in het veld "Serienummer" het serienummer van het testinstrument in.
Na het uitvoeren van de tests worden de metingen van het testinstrument naar de computer overgedragen.
3) Klik op de knop "Ontvangen". Het volgende venster wordt weergegeven:
Naar keuze kunt u voor dit voorbeeld de meetresultaten van de uitgevoerde tests rechtstreeks uit een bestand laden zonder de metingen te hoeven uitvoeren. Gebruik daarvoor de functie "Bestand | Gegevens lezen uit bestand" en laad de meetwaarden uit het bestand "DEMO_1.ESCAP". 1) Kies de functie "Bestand | Gegevens ontvangen van testinstrument". Na het kiezen van deze functie wordt het onderstaande venster weergegeven: venster "Seriële communicatie" 4) Start de gegevensoverdracht op het testinstrument. U kunt de overdracht van de afzonderlijke meetwaarden volgen. Wacht tot alle gegevens zijn overgedragen. Na het einde van de overdracht wordt het venster gesloten.
Venster "Bestand | Gegevens ontvangen van testinstrument"
18
Korte handleiding Voorbeeld voor FLUKE DMS 0702/PAT
Inleesgegevens bewerken Tijdens de overdracht worden alle ingelezen metingen bovendien in een back-upbestand (met de bestandsextensie *.ESCAP) in de subdirectory "BACKUP" opgeslagen. Na de gegevensoverdracht verschijnt een lijst met de ingelezen metingen.
Venster "Inleesgegevens" De gegevens worden zoals ze in het venster met inleesgegevens aanwezig zijn in de database overgenomen. Als er bijvoorbeeld een controleurscode, klantcode, testinstrument, enz. nog niet aanwezig is, wordt dit ontbrekende record lichtgroen gemarkeerd en wordt het automatisch aangemaakt. Ontbrekende te testen apparaten worden daarbij met het type "Basistype" aangemaakt. Het aangemaakte te testen type kan achteraf veranderd worden. De laatste test kan ook achteraf aan het gewijzigde te testen type worden aangepast. In deze lijst kunnen de gegevens gecorrigeerd en aangevuld worden. Mogelijkheden voor bewerking zijn: • • • •
• • • • • • • • • •
Klantcode wijzigen of toewijzen Locatie wijzigen of toewijzen Afdeling wijzigen of toewijzen Nummer van het te testen apparaat wijzigen of toewijzen Controleurscode wijzigen of toewijzen Opmerking bij test invoeren of wijzigen Te testen apparaten aanmaken Locatie wijzigen Beschrijving van te testen apparaat opgeven Testcode van het type van het te testen apparaat opgeven.
Om een veld te wijzigen, moet u het desbetreffende veld aanklikken en de passende vermelding uit de lijst kiezen. 1) Klik bijvoorbeeld een veld "Klantcode" met de inhoud 0 aan. Als u op het symbool 6 klikt, ziet u een lijst van alle klantcodes. 2) Nadat u de wijzigingen hebt uitgevoerd, klikt u op de knop "Gegevens overnemen". De inleesgegevens worden in de Fluke DMS-database overgenomen. Ontbrekende controleurs, testinstrumenten, klanten, locaties, afdelingen en te testen apparaten worden aangemaakt. Als een locatie of een afdeling niet wordt aangegeven, wordt een locatie of een afdeling met de naam "???" bij de bijbehorende klant aangemaakt.
Tests verwijderen Testnummer invoeren of wijzigen Testdatum wijzigen Serienummer van het testinstrument wijzigen of toewijzen
19
Korte handleiding Voorbeeld voor FLUKE DMS 0702/PAT
Automatisch aanmaken van tests
Testrapporten afdrukken
In het volgende scherm ziet u een voorbeeld van een test die automatisch is aangemaakt uit de inleesgegevens bij het overnemen van de gegevens. De afzonderlijke teststappen worden automatisch als "Goedgekeurd" of "Niet goedgekeurd" gemarkeerd. Het veld "Goedgekeurd" (naast de testdatum) wordt automatisch gemarkeerd als alle teststappen zijn goedgekeurd. Bovendien wordt de volgende testdatum automatisch opnieuw berekend.
Vervolgens worden de testrapporten afgedrukt. Fluke DMS biedt de mogelijkheid om complete of afzonderlijke testrapporten af te drukken.
Venster "Test" Indien nodig kan nu nog voor elke test het ordernummer en de testreden worden aangegeven.
Enkel testprotocol afdrukken 1) Laat het record voor de test van 01.01.2006 van te testen apparaat nummer 1206 aangegeven. 2) Kies de functie "Protocol | Enkel testprotocol afdrukken". Het volgende venster wordt weergegeven:
Venster "Lijst met tests" Let erop dat het veld "Huidige test" gemarkeerd is. Dat betekent in het voorbeeld dat alleen de momenteel gekozen test wordt afgedrukt.
20
Korte handleiding Voorbeeld voor FLUKE DMS 0702/PAT
3) Klik op de knop "Verder". Er wordt in de lijst van testrapporten een test weergegeven.
Testrapport met teststappen afdrukken 1) Laat het record voor de test van 01.01.2006 van te testen apparaat nummer 1206 aangegeven. 2) Kies de functie "Protocol | Enkel testprotocol afdrukken". Het volgende venster wordt weergegeven:
Venster "Lijst met afzonderlijke testrapporten" 4) Klik op de knop "Rapport afdrukken" om een enkel protocol voor de weergegeven te testen apparaten af te drukken. De afdruk wordt weergegeven zoals in afbeelding getoond. Als u op de knop "Rapport weergeven" klikt, kunt u afzonderlijke rapporten bekijken.
Venster "Lijst met tests" Let erop dat het veld "Huidige test" gemarkeerd is. Dat betekent in het voorbeeld dat alleen de momenteel gekozen test wordt afgedrukt. 3) Verander de uitvoer van "Enkel testprotocol" naar "Uitvoering".
Afdruk "Afzonderlijke testrapport"
21
Korte handleiding Voorbeeld voor FLUKE DMS 0702/PAT
4) Klik op de knop "Verder". Er wordt in de lijst van testrapporten een test weergegeven.
Venster "Lijst met tests" 5) Klik op de knop "Rapport afdrukken" om een enkel protocol voor de weergegeven te testen apparaten af te drukken. De afdruk wordt weergegeven.
Afdruk "Lijst met testen"
22
Korte handleiding Voorbeeld voor FLUKE DMS 0100/INST
Voorbeeld voor FLUKE DMS 0100/INST In dit voorbeeld wordt getoond hoe records aangemaakt, meetgegevens van het testinstrument ingelezen en aan de database toegewezen en rapporten afgedrukt worden. De software Fluke DMS is echter ook in staat om alle records zelfstandig aan te maken en de meetgegevens toe te wijzen. Informatie over klant, installatie, test, verdeler en stroomkring moet echter handmatig worden onderhouden. Ga naar de module Instalatie tester. Gebruik daarvoor de menufunctie "Module".
Record voor installatie aanmaken Er kunnen verschillende sjablonen voor installaties met de bijbehorende structuur van verdelers en stroomkringen (bijv. eengezinswoning, meergezinswoning, bouwstroomverdeler) worden aangemaakt. Deze kunnen vervolgens naar wens gekopieerd en gewijzigd worden. 1) Ga naar het venster "Installatie". Kies daarvoor het menu "Weergave | Installatie" of klik rechtstreeks op de keuzelijst "Installatie". De eerder aangemaakte klant "Klant A" moet in het venster "Klant" nog weergegeven zijn. 2) Maak nu een nieuw record aan. Gebruik daarvoor de menuopdracht "Bewerken | Nieuw record" of gebruik het contextmenu, dat met de rechtermuistoets wordt opgeroepen. Er wordt een nieuwe installatie voor de klant "Klant A" aangemaakt.
3) Wijzig de naam van de installatie in "Installatie 1" en voer voor het nieuwe record uw gegevens in. 4) Vul de resterende velden naar behoefte in. De code voor de installatie wordt bij het aanmaken automatisch toegewezen. Laat deze ongewijzigd. Indien gewenst kunt u deze later wijzigen.De installatiecode wordt bij Fluke 1653 niet gebruikt. Achter elke installatie kan een afbeelding worden opgenomen. Deze afbeelding wordt in het rapport "Protocol | Test | Stroomkringlijst" afgedrukt.Voor het opnemen van een installatiebeeld klikt u op de knop "..." rechts naast het invoerveld "Afbeelding". Het venster "Afbeeldingenbestand selecteren" verschijnt. Open nu het desbetreffende afbeeldingenbestand. Met de knoppen "Weergeven" en "Sluiten" kunt u de afbeelding weergeven en sluiten. De afbeelding moet als bitmapbestand (*.bmp) of als Windows-metabestand (*.wmf) aanwezig zijn. De installatieafbeelding wordt afgedrukt op een grootte van ca. 78 x 61 mm (b x h). Wij adviseren u om de afbeelding op deze grootte met een resolutie van 150 tot max. 300 dpi te maken.
23
Korte handleiding Voorbeeld voor FLUKE DMS 0100/INST
Record voor test aanmaken
Invullen van het tabblad "Testrapport"
1) Ga naar het venster "Test". Kies daarvoor het menu "Weergave | Test" of klik rechtstreeks op de keuzelijst "Test". De eerder aangemaakte records voor "Klant A" en "Installatie 1" moeten in de desbetreffende vensters nog weergegeven zijn. 2) Maak nu een nieuw record aan. Gebruik daarvoor de menuopdracht "Bewerken | Nieuw record" of gebruik het contextmenu, dat met de rechtermuistoets wordt opgeroepen. Er wordt een nieuwe afdeling voor de locatie "Installatie 1" bij de klant "Klant A" aangemaakt. Alle velden en gegevens die in de tabbladen aanwezig zijn, worden op de ZVEH-protocollen "Overnamerapport", "Testrapport" en "E-Check*-rapport" afgedrukt.
Tabblad "Testrapport" 1) Kies de naam van de controleur. Klik daarvoor op de knop "..." rechts naast het invoerveld "Controleur". 2) Er wordt een nieuw venster "Controleur" weergegeven. Kies een gegeven uit. Klik daarvoor op de gewenste controleur (bijv. controleur Mulder) en bevestig met "OK".
24
Korte handleiding Voorbeeld voor FLUKE DMS 0100/INST
3) Vul de velden "Ordernummer" (bijv. met 2004-05) en "Opmerking" naar wens in. 4) Alle overige markeervelden en invoervensters kunt u naar wens markeren of invullen. In het veld "Testrapportnr." wordt automatisch een testrapportnummer ingevoerd.Daarvoor zoekt Fluke DMS 0100/INST bij alle klanten naar het laatste toegewezen nummer en vult het volgende vrije nummer in dit veld in. Dit voorgestelde testrapportnummer kan echter op elk moment gewijzigd worden.
Invullen van de tabbladen "Visuele controle", "Controle" en "E-Check*-rapport" In deze tabbladen kunt u overeenkomstig de uitgevoerde controles de markeervelden en invoervensters naar wens markeren invullen.
Invullen van het tabblad "Meting" In dit tabblad kunt u de beide markeervelden en het invoerveld "Isolatieweerstand van de busgeleiders" voor het bewijs van de beschreven tests gebruiken. Dit tabblad heeft twee extra velden, "Aardingsweerstand" en "Gebruikte meet- en testinstrumenten". Deze beide velden hebben de volgende eigenschappen: In het veld "Aardingsweerstand" wordt bij het inlezen van meetwaarden automatisch de hoogste gemeten aardingsweerstand uit alle bijbehorende verdelers en stroomkringen ingevuld. Deze waarde kan op elk moment worden gewijzigd. Deze waarde kan uit een rechtstreekse aardingsmeting of uit een aanraakspanningsmeting van een aardlekschakelaar afkomstig zijn. Als de meetwaarden in de bijbehorende tabellen onder "Verdelerstroomkring-meetwaarden" achteraf worden gewijzigd, wordt deze waarde niet geactualiseerd. • E-Check is een gedeponeerd begrip van de Duitse organisatie Landesinnungsverband Bayern.
25
Korte handleiding Voorbeeld voor FLUKE DMS 0100/INST
In het veld "Gebruikte meet- en testapparaten" wordt bij het inlezen van meetwaarden het type en het serienummer van maximaal vier gebruikte meetinstrumenten ingevoerd. Er kan echter ook een meetinstrument rechtstreeks worden ingevoerd. Klik daarvoor op de knop "..." rechts naast het invoerveld. Het venster "Testinstrument" verschijnt. Zoek de passende vermelding uit en bevestig met "OK". De beide invoervelden en de beide markeervelden "Meetinstrumenten" en "Serienummer" worden op de ZVEH-protocollen "Testrapport" afgedrukt.
Invullen van de tabbladen "Overnamerapport" en "Apparatuur" In het tabblad "Overnamerapport" kunnen gegevens over VNB (EVU), netspanning, teller en systeemtype ingevoerd worden. In het tabblad "Apparatuur" wordt de toewijzing van de apparatuur aan de afzonderlijke ruimten, plaatsen, verdelers en stroomkringen ingevoerd. De invoer uit deze beide tabbladen wordt op het overnamerapport afgedrukt. De tabel "Apparatuur" heeft 58 kolommen en max. 48 regels. De kolommen 1-29 worden op de eerste pagina afgedrukt, de kolommen 30-58 op de volgende pagina.
26
Record voor verdelers aanmaken In dit voorbeeld worden verdelers en stroomkringen handmatig aangemaakt. Door de mogelijkheid van handmatige invoer van verdelers en stroomkringen kan de structuur van een installatie voor een test worden ingevoerd. Er kan een stroomkringlijst worden afgedrukt die voor de controleur een hulpmiddel vormt voor het invoeren van de verdeler- en stroomkringcodes bij het opslaan van de meetwaarden. Er kunnen verschillende sjablonen voor installaties met de bijbehorende structuur van verdelers en stroomkringen (bijv. eengezinswoning, meergezinswoning, bouwstroomverdeler) worden aangemaakt. Deze kunnen vervolgens naar wens gekopieerd en gewijzigd worden. 1) Ga naar het venster "Verdeler". Kies daarvoor het menu "Weergave | Verdeler" of klik rechtstreeks op de keuzelijst "Verdeler". De eerder aangemaakte records voor "Klant A", "Installatie 1" en "Aanvangstest" moeten in de desbetreffende vensters nog weergegeven zijn. 2) Maak een nieuw record aan.Gebruik daarvoor de menuopdracht "Bewerken | Nieuw record" of gebruik het contextmenu, dat met de rechtermuistoets wordt opgeroepen.Er wordt een nieuwe verdeler "xxxxx" voor de aanvangstest in de "Installatie 1" bij de klant "Klant A" aangemaakt.
Korte handleiding Voorbeeld voor FLUKE DMS 0100/INST
De code voor de verdeler wordt bij het aanmaken automatisch toegewezen. Laat deze ongewijzigd. Indien gewenst kunt u deze later wijzigen. De code moet een getal van drie posities tussen 1 en 99 zijn. De code voor de verdeler dient ertoe om metingen in het testinstrument zo op te slaan, dat deze bij het inlezen automatisch aan de bijbehorende verdelers en stroomkringen kunnen worden toegewezen. De code voor de verdeler is het nummer dat bij het opslaan op het testinstrument voor de verdeler wordt ingevoerd en waaronder de meetwaarden in het testinstrument worden opgeslagen.
Voor de automatische toewijzing van de metingen aan de verdelers en stroomkringen moet de verdelercode binnen een test uniek zijn. Er mogen geen dubbele nummers voorkomen. De verdelercode wordt bij het aanmaken automatisch toegewezen. Laat dit veld ongewijzigd. Indien gewenst kunt u de code later wijzigen. Als er binnen een klant dubbele verdelercodes voorkomen, verschijnt er een bericht dat u hierop attent maakt. Deze moeten vervolgens in het venster "Verdeler" overeenkomstig gewijzigd worden.
Bij de Fluke installatietester 1653 wordt het recordveld (a) als verdelercode gebruikt. Bovendien kan een nummer (nr.) voor de verdeler worden aangegeven.Laat dit veld leeg.Als hier een omschrijving wordt ingevoerd, wordt deze in plaats van de verdelercode afgedrukt. 3) Kies als naam voor de verdeler "Tellerkast met verdelerveld".Klik daarvoor op veld "6" rechts naast het invoerveld. Er wordt een lijst van alle gebruikt verdelernamen weergegeven. Kies de passende vermelding uit de lijst.
27
Korte handleiding Voorbeeld voor FLUKE DMS 0100/INST
Records voor nieuwe stroomkringen aanmaken In dit voorbeeld worden verdelers en stroomkringen handmatig aangemaakt. 1) Ga naar het venster "Stroomcircuit". Kies daarvoor het menu "Weergave | Stroomcircuit " of klik rechtstreeks op de keuzelijst "Stroomcircuit". De eerder aangemaakte records voor "Klant A", "Installatie 1", "Aanvangstest" en "Tellerkast met ..." moeten in de desbetreffende vensters nog weergegeven zijn. 2) Maak nu een nieuw record aan. Gebruik daarvoor de menuopdracht "Bewerken | Nieuw record" of gebruik het contextmenu, dat met de rechtermuistoets wordt opgeroepen. Er wordt een nieuwe stroomcircuit "001 xxxxx" bij de verdeler "Tellerkast met ..." voor de aanvangstest in de "Installatie 1" bij de klant "Klant A" aangemaakt. De code voor de stroomcircuit wordt bij het aanmaken automatisch toegewezen.Laat deze ongewijzigd.Indien gewenst kunt u deze later wijzigen. De code moet een getal van drie posities tussen 1 en 99 zijn. De code voor de stroomcircuit dient ertoe om metingen in het testinstrument zo op te slaan, dat deze bij het inlezen automatisch aan de bijbehorende verdelers en stroomcircuiten kunnen worden toegewezen. De code voor de stroomcircuit is het nummer dat bij het opslaan op het testinstrument voor de stroomcircuit wordt ingevoerd en waaronder de meetwaarden in het testinstrument worden opgeslagen.
28
Bij de Fluke installatietester 1653 wordt het gegevenssubsetveld als code voor de stroomcircuit gebruikt. Bovendien kan een nummer (nr.) voor de stroomcircuit worden aangegeven. Hier kan de omschrijving van de stroomcircuit in de verdeler genoteerd worden. Voer in dit veld "1F1" in. Als hier een omschrijving wordt ingevoerd, wordt deze in plaats van de stroomcircuitcode afgedrukt. 1) Kies als naam van de stroomcircuit "Bad". Klik daarvoor op het veld "6" rechts naast het invoerveld. Er verschijnt vervolgens een lijst van alle gebruikte verdeleromschrijvingen. Zoek de passende vermelding uit de lijst. 2) Kies het type van de toegepaste leiding of kabel. Klik daarvoor op de knop "..." rechts naast het invoerveld. Het venster "Leiding/kabel" verschijnt.Zoek de passende vermelding uit (bijv. NYM-J 3x1,5 mm2) en bevestig met "OK". 3) Kies het type van de toegepaste overstroombeveiliging. Klik daarvoor op de knop "..." rechts naast het invoerveld. Het venster "Overstroombeveiliging" wordt weergegeven. Zoek de passende vermelding (bijv. LSB 16) uit en bevestig met "OK". 4) Kies het type van de toegepaste aardlekschakelaar. Klik daarvoor op de knop "..." rechts naast het invoerveld. Het venster "Aardlekschakelaar" verschijnt. Zoek de passende vermelding uit (bijv. RCD/FI 25/0,03 A) en bevestig met "OK".
Korte handleiding Voorbeeld voor FLUKE DMS 0100/INST
5) Maak nu twee nieuwe records aan. Gebruik daarvoor de menuopdracht "Bewerken | Nieuw record" of het contextmenu via de rechtermuistoets. Er worden twee nieuwe stroomcircuiten "002 xxxxx" en "003 xxxxx" aangemaakt. 6) Kies nu voor de twee nieuwe stroomcircuiten de stroomcircuitnamen "Keuken" en "Slaapkamer, kinderkamer" uit. Klik daarvoor op veld "6" rechts naast het invoerveld en zoek de passende vermelding uit de lijst. 7) Voor het stroomcircuitnummer voert u "1F2" en "1F3" in. 8) Kies het type van de toegepaste leiding of kabel. Klik daarvoor op de knop "..." rechts naast het invoerveld. Zoek de passende vermelding uit (bijv. NYM-J 3x1,5 mm2) en bevestig met "OK". 9) Kies het type van de toegepaste overstroombeveiliging. Klik daarvoor op de knop "..." rechts naast het invoerveld. Zoek de gewenste vermelding uit (bijv. LSB 16) en bevestig met "OK".
10) Maak nu metingen voor de gekozen stroomcircuit aan. Klik daarvoor twee keer op de knop "Regel invoegen" of gebruik het contextmenu via de rechtermuistoets. Er wordt telkens één regel voor de invoer van meetwaarden aangemaakt. 11) Voer in deze twee regels enkele meetwaarden in de desbetreffende velden in. Als u gegevens wilt invoeren, klikt u met de muis op het gewenste veld en voert u meetwaarden in. Na het invoeren dient uw venster er als volgt uit te zien:
Voor de automatische toewijzing van de metingen aan de verdelers en stroomcircuiten moet de stroomcircuitcode binnen een test uniek zijn. Er mogen geen dubbele nummers voorkomen. De stroomcircuitcode wordt bij het aanmaken automatisch toegewezen. Laat dit veld ongewijzigd. Indien gewenst kunt u de code later wijzigen. Als er binnen een klant dubbele stroomcircuitcodes voorkomen, verschijnt er een bericht dat u hierop attent maakt. Deze moeten vervolgens in het venster "Stroomcircuit" overeenkomstig gewijzigd worden. Record voor verdeler en stroomcircuit met ingevoerde gegevens en meetwaarden (voorbeeld)
29
Korte handleiding Voorbeeld voor FLUKE DMS 0100/INST
Uitvoering van tests en metingen
Voorbereiding van het testinstrument
Er wordt een stroomcircuitlijst met de codes, nummers en namen voor de verdeler- en stroomcircuiten afgedrukt. Deze dient als sjabloon om de metingen in het testinstrument correct op te slaan.
1) Zet op uw testinstrument het meetwaardegeheugen op nul.
Er wordt eveneens een legenda voor de verdeler afgedrukt, waarop de nummers en omschrijvingen voor de bijbehorende stroomcircuiten zijn afgedrukt.
Afdruk van een stroomcircuitlijst voor verdeler- en stroomcircuiten Op de stroomcircuitlijst zijn de codes, nummers en namen voor de verdelers en stroomcircuiten afgedrukt. De stroomcircuitlijst dient als sjabloon om de metingen in het testinstrument onder de juiste verdeler- en stroomcircuitcodes op te slaan. Bij de Fluke installatietester 1653 moet bij het opslaan de verdelercode onder 'a' en de stroomcircuitcode onder 'b' worden ingevoerd om de toewijzing in Fluke DMS correct te laten plaatsvinden. 1) Kies klant, installatie en test (voorbeeldklant, voorbeeld 1, aanvangstest) volgens het scherm "Weergave tests".
30
Korte handleiding Voorbeeld voor FLUKE DMS 0100/INST
Venster "Weergave test" 2) Kies de functie "Protocol | Test | List mit Strommkringen" en bevestig met "Verder". 3) Voor een afdrukvoorbeeld en de formulierinstelling klikt u op de knop "Rapport weergeven". Hier kunt u de zijranden voor dit afdrukformulier instellen. 4) Druk de stroomcircuitlijst af. Klik daarvoor op de knop "Rapport afdrukken".
Afdruk "Stroomcircuitlijst"
31
Korte handleiding Voorbeeld voor FLUKE DMS 0100/INST
Afdruk van een legenda voor stroomcircuiten
Overdracht van de metingen naar Fluke DMS 0100/INST
Op de legenda zijn de nummers en omschrijvingen voor de verdelers en de bijbehorende stroomcircuiten afgedrukt.
Na het uitvoeren van de tests worden de metingen van het testinstrument naar de computer overgedragen.
De legenda kan in de desbetreffende verdeler worden aangebracht om voor de exploitant van de installatie de toewijzing van de schakelapparaten en overstroombeveiligingen bij de stroomcircuiten te verklaren.
Naar keuze kunt u voor dit voorbeeld de meetresultaten van de uitgevoerde tests rechtstreeks uit een bestand laden zonder de metingen te hoeven uitvoeren. Bij het voorbeeld worden metingen van een eengezinswoning gebruikt. Gebruik daarvoor de functie "Bestand | Gegevens lezen uit bestand" en laad de meetwaarden uit het bestand "DEMO_2.SER".
1) Kies klant, installatie en test (voorbeeldklant, voorbeeld 1, aanvangstest). 2) Kies de functie "Protocol | Test | Legenda".Na het oproepen wordt een venster "Lijst legenda" weergegeven. Bevestig met "Verder".
1) Kies de functie "Bestand | Gegevens van instrument ontvangen ". Na het kiezen van deze functie wordt het volgende venster weergegeven.
3) Voor een afdrukvoorbeeld en de formulierinstelling klikt u op de knop "Rapport weergeven". Hier kunt u de zijranden voor dit afdrukformulier instellen. 4) Druk de legenda af. Klik daarvoor op de knop "Rapport afdrukken".
Venster "Bestand | Gegevens van instrument ontvangen (met serienummer)"
32
Korte handleiding Voorbeeld voor FLUKE DMS 0100/INST
2) Kies uit de lijst het testinstrumenttype uit waarvan u metingen wilt inlezen, bijv. Fluke installatietester 1653. Als een testinstrument in de instrumentenlijst nog niet aanwezig is, wordt het bij de gegevensoverdracht automatisch aangemaakt. De gegevens kunnen vervolgens via het menu "Weergave | Testinstrument" nog worden uitgebreid. Als er geen serienummer wordt overgedragen, wordt het veld "Serienummer" weergegeven voor het eenmalig invoeren van het nummer. Als er meer testinstrumenten zonder serienummer van hetzelfde type aanwezig zijn, moet vóór de gegevensoverdracht het desbetreffende serienummer uit de lijst worden gekozen. 4) Klik op de knop "Ontvangen". Het volgende venster wordt weergegeven
Wacht tot alle gegevens zijn overgedragen. Na het einde van de laatste meetwaarde sluit het venster automatisch.
Toewijzing van de metingen aan klant, installatie en test Na het inlezen van de meetresultaten van een meetinstrument of uit een bestand moeten de ingelezen metingen aan klanten, installaties en test worden toegewezen. Als er geen toewijzing voor test, verdeler en stroomcircuit is vastgelegd, worden er automatisch nieuwe records aangemaakt. Belangrijk! Records voor klanten en installaties moeten altijd handmatig worden aangemaakt, zodat de meetgegevens kunnen worden toegewezen.
Venster "Seriële communicatie"
33
Korte handleiding Voorbeeld voor FLUKE DMS 0100/INST
1) Er wordt een venster voor de toewijzing van de ingelezen metingen weergegeven.
Toewijzing van de metingen aan verdeler en stroomcircuiten Er verschijnt een lijst met de ingelezen metingen.
Venster "Inleesgegevens" 1) Klik op de knop "Gegevens overnemen".De inleesgegevens worden in de DMS-database overgenomen. Venster "Ingelezen metingen toewijzen aan"
2) Klik vervolgens op de knop "Sluiten" om het venster te sluiten.
2) Geef hier de klanten, de installatie en de test op waaraan de ingelezen metingen moeten worden toegewezen. Kies Voorbeeldklant, Voorbeeld 1 en Aanvangstest en bevestig met "Verder".
3) Controleer de toewijzing van de meetwaarden aan de verdeler en de verschillende stroomcircuiten in de database. Kies daarvoor Voorbeeldklant, Voorbeeld 1, Aanvangstest '001 Tellerkast met verdeler' en '001 1F1 Voorzekering'.
De automatische toewijzing van de meetresultaten aan de verdelers en stroomcircuiten kan alleen plaatsvinden als de verdelers en stroomcircuitcodes overeenkomstig de stroomcircuitlijst .
34
Korte handleiding Voorbeeld voor FLUKE DMS 0100/INST
4) Om lege kolommen te verbergen, klikt u op het markeerveld 'Lege kolommen verbergen' (A). De ingelezen meetresultaten worden in het volgende beeld weergegeven.
Testrapporten afdrukken Vervolgens worden de testrappor ten afgedrukt. Fluke DMS 0100/INST biedt de volgende mogelijkheden om testrapporten af te drukken: Afdrukken van de protocollen in aansluiting op de ZVEH-protocollen (overnamerapport, testrapport, E-Check*) naar een printer of een snapshot-bestand. Afdrukken van de test- en meetrapporten naar een printer of een snapshot-bestand (SNP), tekstbestand (TXT), Rich Textbestand (RTF) of Excel-bestand (XLS).
Venster "Metingen"
•
E-Check is een gedeponeerd begrip van de Duitse organisatie Landesinnungsverband Bayern
35
Korte handleiding Voorbeeld voor FLUKE DMS 0100/INST
ZVEH-testrapport afdrukken 1) Laat de geselecteerde klant, de installatie en de test weergegeven. 2) Kies de functie "Protocol | Test | Volgens ZVEH". Het volgende venster wordt weergegeven:
3) Klik op de knop "Pagina weergeven" rechts van het gewenste markeerveld (bijv. 'Overnamerapport'), om het desbetreffende protocol voor het afdrukken te bekijken en de pagina voor het afdrukken in te stellen. Naast de functie "Pagina indelen" zijn er de volgende functies: Klik op de knop "Opslaan onder" om de in de desbetreffende markeringsvelden gemarkeerde protocollen naar een snapshot-bestand te exporteren. Klik op de knop "Afdrukken" om de in de desbetreffende markeringsvelden gemarkeerde protocollen af te drukken. Klik op de knop "Annulering" om dit venster weer te sluiten.
Venster "ZVEH-protocollen" Met het veld "Metingen alleen door de gekozen verdeler..." kan het protocol tot het afdrukken van de gekozen verdeler worden gereduceerd.
36
Korte handleiding Voorbeeld voor FLUKE DMS 0100/INST
Voorbeeldafdruk "Overnamerapport"
Voorbeeldafdruk "Testrapport"
37
Korte handleiding Voorbeeld voor FLUKE DMS 0100/INST / Back-ups
E-Check*-rapport Testrapportnr.:
Pagina 1
0000000
Klant SA300 (NL) Voorbeeldbedrijf Voorbeeldstraat 15 12345 Voorbeeldstad Dhr. Jansen
van
2
NEN1010
volgens
Back-ups
Ordernummer Elektrotechnisch installatiebedrijf (installateur) Fluke Europe B.V. 5602 BD, Eindhoven, The Netherlands Phone: (31 40) 2 67 Projectmanager/verantwoordelijk voor install
Installatie:
Het is beslist noodzakelijk regelmatig back-ups van uw gegevens te maken. Als het computersysteem uitvalt (bijv. een defect aan de harde schijf of een andere hardwarefout), kunnen gegevens verloren gaan of beschadigd worden.
001 Voobeld 1
De klant wordt erop geweze
Om een back-up van uw gegevens te maken, kopieert u de volgende gegevens naar een externe gegevensdrager (bijv. diskette, zipdiskette, tapestation, cd-rom of netwerkstation):
tenminste elke 6 maanden moet worden gecontroleerd of alle aardlekschakelaars correct werken. niet-vaste apparatuur (bijvoorbeeld verlengsnoeren) moeten tenminste elke 6 maanden worden getest. er moet regelmatig worden gecontroleerd of de elektrische installatie en apparatuur in een goede conditie de elektrische installatie en niet-draagbare installaties moeten tenminste elke 4 jaar worden gecontrolee
1) De DMS-database (FDMS12.MDB resp. FDMSPRO12.MDB) in de directory "DATEN"
Opmerkingen
2) Uw ingelezen meetgegevens (alle bestanden met de extensie *.FLK) in de directory "BACKUP"
Voorbeeldafdruk "E-Check*" bericht
38
Korte handleiding Back-ups / Licentievoorwaarden
Tijdelijke back-up
Terugzetten van de gegevens
Voor een tijdelijke back-up kunt u bij het beëindigen van het programma de DMS-database in een back-upbestand in de subdirectory "BACKUP" met de naam "FDMS.BAK" opslaan. Het volgende venster verschijnt:
1) Als u de gegevens wilt terugzetten geeft u eerst de ongeldige of onherstelbaar beschadigde database "FDMS12.MDB" resp. "FDMSPRO12.MDB" in de directory "DATEN" een andere naam, bijv. "FDMS12.OUD" resp. "FDMS12PRO.OUD". 2) Vervolgens kopieert u het back-upbestand "...\ BACKUP \ FDMS.BAK" naar de directory "DATEN". 3) Geef het bestand "FDMS12.MDB" resp."FDMSPRO12.MDB" de nieuwe naam "FDMS.MDB" resp. "FDMSPRO12.MDB" en start het programma opnieuw.
Licentievoorwaarden Venster "Back-ups" 1) Bevestig met "Ja" als u een kopie van de database wilt maken. De database wordt in de huidige stand als "...BACKUP \ FDMS12.BAK resp. FDMSPRO12.BAK" opgeslagen. Het opslaan kan afhankelijk van de snelheid van de computer en de grootte van de database enige tijd in beslag nemen. Wanneer na de volgende start van het programma uw gegevens onherstelbaar zijn beschadigd of per ongeluk zijn gewist, kan deze kopie worden gebruikt om de gegevens terug te zetten.
DOOR HET GEBRUIK VAN DE SOFTWARE IN ENIGERLEI VORM VERKLAART U ZICH BEREID OM DE VOLGENDE VOORWAARDEN TE AANVAARDEN. Fluke Corporation (Fluke) verleent u een niet-exclusief recht op het gebruik van Fluke DMS Software (product) op één pc of één werkstation, resp. wanneer u in het bezit van een meervoudige licentie van Fluke bent, op meer werkstations, zolang dit aantal werkstations niet groter is dan het aantal werkstations waarvoor u licentievergoedingen betaalt. Deze licentieverlening bevat geen recht op het kopiëren, modificeren, verhuren, in lease geven, verkopen, overdragen of doorgeven van het product of delen daarvan. Reverse engineering, decompilatie of disassemblage van het product is niet toegestaan.
39
Korte handleiding Licentievoorwaarden
Fluke garandeert voor de duur van 90 dagen vanaf de datum waarop u de licentievoorwaarden accepteert dat het product in zijn voorziene omgeving in hoofdzaak de in het begeleidende schriftelijke materiaal beschreven verrichtingen levert. Fluke aanvaardt geen aansprakelijkheid voor transmissiefouten (downloads) en garandeert niet dat het product foutloos is of zonder storingen kan worden gebruikt. FLUKE WIJST ELKE ANDERE GARANTIE AF: BIJ OVEREENKOMST GEREGELDE OF WETTELIJKE GARANTIEPLICHTEN, INCLUSIEF, MAAR NIET BEPERKT TOT DE GARANTIE EN DE MARKTGESCHIKTHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL MET BETREKKING TOT DE SOFTWARE EN HET BEGELEIDENDE SCHRIFTELIJKE MATERIAAL.
Registratie Alleen door het versturen van de registratiekaart ontvangt u actuele informatie en gunstige updates. Stuur de voldoende gefrankeerde en volledig ingevulde registratiekaart na de installatie van de software aan ons terug.
Hotline Indien u vragen of toepassingsproblemen ten aanzien van onze producten heeft, neem dan contact op met onze technische hotline. Vermeld bij vragen over de software de omschrijving en het serienummer van de software. U vindt deze informatie onder het menu "? (Help) | Info", zie het volgende venster:
Fluke is in geen geval aansprakelijk voor schade van enigerlei aard (inclusief, zonder beperking, indirecte schade, begeleidende of gevolgschade, winstderving, bedrijfsonderbrekingen, verlies van zakelijke gegevens of andere financiële verliezen) die uit het gebruik of de onmogelijkheid van het gebruik van dit product voortvloeit, ook indien Fluke over een mogelijk optreden van dergelijke schade is geïnformeerd.
Venster "? | Info"
40
04/2006
PFNB26344420