Passend onderwijs duurzaam verder ontwikkelen
Ondersteuningsplan Passend onderwijs 2014 – 2018
2
Voorwoord Het ondersteuningsplan dat u in handen heeft, gaat over Passend onderwijs. Het biedt informatie over en een handvat voor de uitvoering van het Passend onderwijs. Het is het plan voor het passend onderwijs binnen het samenwerkingsverband Sine Limite. Hiertoe behoren veertig scholen in Deventer en omgeving en hun leerlingen, leerkrachten, ouders en alle andere betrokkenen. Het ondersteuningsplan is geschreven voor de periode van 1 augustus 2014 tot 1 augustus 2018. In oktober 2008 tekenden de schoolbesturen een verklaring (Meriden Declaration) waarin ze formeel de samenwerking op Passend onderwijs met elkaar aangingen. Vanaf dat moment zijn wij, als Sine Limite, met al deze scholen samen verantwoordelijk voor het Passend onderwijs binnen ons samenwerkingsverband. Dit ondersteuningsplan is dan ook tot stand gekomen in samenwerking met scholen, ouders, gemeente Deventer en schoolbesturen. Passend onderwijs: een grote verandering vanaf 1 augustus 2014! Niet voor de scholen in ons samenwerkingsverband, wij bereiden ons al jaren voor. Een groot deel van de manier waarop we werken is al ‘Passend onderwijs’. Het Ondersteuningsplan beschrijft wat ons samenwerkingsverband doet en nog wil doen om Passend onderwijs verder te optimaliseren en duurzaam1 te verankeren in ons onderwijs. Passend onderwijs begint en eindigt bij de onderwijsbehoeften van het kind. De onderwijsbehoefte van het kind vormt het hart van ons onderwijs. Wij kijken naar kinderen niet van uit de problemen en tekortkomingen maar vanuit hun mogelijkheden. Voor ons betekent Passend onderwijs dat we voor ieder kind optimale ontwikkelingskansen bieden zodat het zich optimaal kan ontwikkelen. We streven ernaar dat kinderen zo dicht mogelijk bij huis naar school kunnen. Het ondersteuningsplan is geschreven voor alle kinderen, hun klas, hun ouders, leerkrachten én andere mensen rondom hen, zodat zij later met een koffer vol zelfvertrouwen en plannen de school verlaten.
Titia Vollema Directeur-bestuurder Sine Limite Deventer, 29 januari 2014
1
Met duurzaam ontwikkelen bedoelen we dat de ontwikkeling op toekomstbestendige wijze plaatsvindt. Dit betekent dat het in samenhang gebeurt, met goede communicatie, in samenwerking en met kwaliteit.
3
Inhoudsopgave
In het ondersteuningsplan staat wat ons samenwerkingsverband doet en nog wil doen om kinderen optimale ontwikkelingskansen te bieden.
Voorwoord
3
Leeswijzer
6
1.1 1.2 1.3
Deel 1 Maatschappelijke context Transitie van verzorgingsstaat naar zelfredzaamheid en eigen kracht Transitie binnen het onderwijs Van Wieg naar Werk
7 7 7 8
2.1 2.2 2.3
Deel 2 Missie, visie, strategie en de zekerheden Missie en visie: waar staan we voor? Onze strategie: hoe pakken we het aan? Passend onderwijs: het realiseren van zeven zekerheden
10 10 10 11
3.1 3.1.1. 3.1.2
Deel 3 Passend onderwijs in de praktijk Piramide van ondersteuning Basisondersteuning toegelicht (niveau 1) Extra ondersteuning toegelicht (niveau 2)
12 12 13 13
3.2 3.2.1. 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5
Doorlopende Ondersteuningslijn (DOL) Handelingsgericht werken Ondersteuningsoverleggen Volgdocument Individueel leertraject (ILT) Ontwikkelingsperspectief (OP)
14 14 15 16 16 16
3.3 3.4 3.5. 3.5.1. 3.5.2 3.5.2.1 3.5.2.2 3.5.2.3 3.5.2.4
Veiligheid Verwijsindex Sine Limite: organisatie en functies Organisatie Functies van Sine Limite Regiefunctie Vertegenwoordigingsfunctie Voertuigfunctie Expertisefunctie: Kennis-en dienstencentrum
17 17 17 17 18 18 19 19 19
4.1. 4.2. 4.2.1 4.2.2 4.2.3
Deel 4 Dekkend netwerk De basisscholen Intensieve ondersteuning toegelicht (niveau 3) Taalschool de TiNtaan Panta rhei, speciale school voor basisonderwijs Speciaal onderwijs: de Linde en de Ambelt
22 22 22 22 23 23
4.3 4.4 4.5
Opting in Alle leerlingen naar school: zorgplicht Leerlingen die thuiszitten
24 24 24 4
4.6 4.6.1 4.6.2 4.6.3. 4.6.4 4.6.5 4.6.6 4.7 4.8.
Toekennen van speciaal (basis) onderwijs en arrangementen Toelaatbaarheidsverklaring Verhuizen met extra ondersteuning Verhuizen met een toelaatbaarheidsverklaring Huidige leerlingen op het sbo en so Aanmelding bij de TiNtaan Ontheffing van leerplicht Leerlingenvervoer Bezwaar
25 25 26 26 26 27 27 27 27
Deel 5 Doorlopende lijn en samenwerken Overgang voorschool naar basisonderwijs Ondersteuningsstructuur voorschoolse voorzieningen Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) Overgang naar het voortgezet onderwijs Samenwerken tussen scholen Samenwerken met onderwijs aan zieke kinderen (OZL) Samenwerken met cluster 1 Samenwerken met cluster 2 Samenwerken met het Landelijk Werkverband Onderwijs en Epilepsie (LWOE) Samenwerken met de Pabo en Mbo
28 28 28 29 28 29 30 30 30 30
Deel 6 Doelstellingen van Passend onderwijs
31
7.1 7.2 7.3 7.4 7.5
Deel 7 Verdeling van het ondersteuningsbudget Verevening Verdelingsmodellen Onze inkomsten Onze uitgaven Meerjarenbegroting
33 33 33 34 35 38
8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7
Deel 8 Samen zorgdragen voor kwaliteit Kwaliteitszorg Groeimonitor Kwaliteit van het ondersteuningsplan Samenwerkingsverband- en bestuursrapportages De kwaliteit van het functioneren van ons samenwerkingsverband De kwaliteit van het financieel beleid Kengetallen
39 39 39 40 40 40 41 42
Hoe is het ondersteuningsplan tot stand gekomen Lijst van afkortingen en begrippen
44 45
Bijlagen Zorgplichtroute Toelaatbaarheidsverklaringen nader toegelicht Schema doorlopende ondersteuningslijn (DOL) Schema nieuwe werkwijze transitie jeugdzorg
52 53 54 57
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9. 5.10
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4
30
5
Leeswijzer Waar gaat het ondersteuningsplan over? In het ondersteuningsplan legt het samenwerkingsverband Sine Limite vast op welke manier Passend onderwijs voor alle leerlingen in de gemeente Deventer gerealiseerd wordt. In het ondersteuningsplan moet in ieder geval het volgende (verplicht) worden opgenomen: • het niveau van basisondersteuning; • de criteria en procedure voor verwijzing naar het speciaal (basis) onderwijs; • de procedure en beleid voor terugplaatsing en overplaatsing naar het basisonderwijs vanuit speciaal (basis) onderwijs. • het verdelen van het budget voor extra ondersteuning; • de beoogde kwantitatieve en kwalitatieve resultaten; • de wijze van bekostiging van het speciaal (basis) onderwijs; • hoe zij ouders informeert over de ondersteuningsvoorzieningen; • wat de mogelijkheden zijn voor onafhankelijke ondersteuning. Het ondersteuningsplan is geschreven voor scholen, ouders, schoolbesturen, gemeente Deventer en (jeugd)hulpverleningsorganisaties. Een brede groep met een verschillend kennisniveau en informatiebehoefte. Er wordt in het voorjaar een samenvatting van het ondersteuningsplan in de vorm van een fact-sheet verspreid onder scholen en ouders. Ouders en personeelsleden hebben instemmingsrecht op dit plan via de ondersteuningsplanraad (OPR). Verder voert het samenwerkingsverband met de gemeente Deventer op overeenstemming gericht overleg (OOGO). Het ondersteuningsplan sluit aan bij het beleid van de gemeente Deventer op het gebied van VVE (Vroeg- en Voorschoolse Educatie), transitie jeugdzorg en AWBZ. In het streven om te komen tot doorlopende leerlijnen hebben Sine Limite en het samenwerkingsverband VO hun ondersteuningsplannen op elkaar afgestemd.
Om de leesbaarheid te vergroten, wordt met regelmaat verwezen naar teksten, procedures en documenten op onze website sinelimite.nl. Zo blijft u op de hoogte van actuele ontwikkelingen.
6
Onderwijs en gemeente bieden samen passend onderwijs en passende opgroei- en opvoedondersteuning voor het kind, het gezin en de school waardoor kinderen optimale ontwikkelingskansen kunnen worden geboden.
Deel 1 Maatschappelijke context 1.1 Transitie van verzorgingsstaat naar zelfredzaamheid en eigen kracht De wijze waarop we deze ondersteuning binnen het onderwijs aanbieden hangt nauw samen met de visie op verzorging en ondersteuning in de hele samenleving. Mede als gevolg van voortschrijdend inzicht en de economische crisis, staan we aan het begin van een verandering van onze Nederlandse verzorgingsstaat. De overheid geeft een stuk verantwoordelijkheid terug aan hulpbehoevenden én hun omgeving. De verzorgingsstaat bood een vangnet voor mensen die het niet zonder meer zelf redden. In de verzorgingsstaat leerden mensen gedurende decennia aan om bij de overheid aan te kloppen voor steun en materiële hulp. Steeds meer werd het ontvangen van zorg- en hulpmiddelen als vanzelfsprekend beschouwd. Een vangnet voor mensen die dat hard nodig hebben is een verdienste van de verzorgingsstaat. Een onbedoeld effect is dat mensen leerden om gebreken en tekortkomingen te benadrukken teneinde hulp te krijgen. Gezinnen, ouderen en alleenstaanden met een ondersteuningsbehoefte raakten steeds meer op de overheid aangewezen waar het krijgen van hulp en steun betreft. Het sociale vangnet van familie, kennissen en buurtgenoten brokkelde af. Nu hebben crisis en vergrijzing een nieuwe visie op de samenleving versterkt. Een visie waarin mensen in de eerste plaats weer meer voor elkaar zorgen, waarin de mogelijkheden van mensen weer centraal staan in plaats van de gebreken. Dat wil niet zeggen dat er géén zorg meer geboden wordt; wel betekent het dat de overheid niet meer vanzelfsprekend zorg biedt. Ook zal meer gekeken worden vanuit de wijze waarop mensen kunnen deelnemen aan de samenleving, hun kracht en mogelijkheden én de kracht van het sociale netwerk. In plaats van een claimende houding zal verwacht worden dat mensen stilstaan bij wat ze zelf (wel) kunnen. Deze omslag in het denken is ook van invloed op de extra ondersteuning die binnen het onderwijs aan kinderen geboden wordt. 1.2 Transitie binnen het onderwijs Veranderingen in de maatschappij hebben altijd gevolgen voor het onderwijs. Wat betekent de verandering van de zorg voor het onderwijs? Betekent dit dat extra ondersteuning voor kinderen minder vanzelfsprekend wordt? Bestaan er vormen waarin het toch mogelijk is om de kinderen voor wie het nodig is, te geven wat ze nodig hebben? Voorop blijft staan dat ieder kind optimale ontwikkelingskansen krijgt. In Nederland is voor een opgroeiend kind dat ondersteuning nodig heeft een vangnet ontwikkeld in de vorm van zorg voor kinderen en jongeren (Jeugdzorg, Jeugd-lichtverstandelijk gehandicapten, Jeugdgeestelijke gezondheidszorg), en binnen het onderwijs: speciaal onderwijs, leerplicht, RMC2. De verschillende zorg voor kinderen functioneerde tot voor kort vrijwel onafhankelijk van elkaar. Dit betekent dat een gezin soms in contact was met veel hulpverleners, die onderling niets van elkaar wisten. De zorg die binnen het onderwijs wordt geboden staat vaak los van de zorg elders. Nu vindt een omslag plaats naar integrale zorg waarin onderlinge samenwerking en afstemming centraal staat. Efficiëntere zorg wellicht. Kinderen die op school extra ondersteuning nodig hebben, krijgen die tot nu toe aangeboden binnen de eigen school of zij krijgen, via een indicatiesysteem, een plek binnen het speciaal onderwijs. Wanneer de scholen de extra ondersteuning zelf bieden, lopen de kosten op. Vrijwel iedere school moet dan immers zeer breed gespecialiseerd zijn. Daarnaast zal het aantal beschikbare plaatsen binnen het speciaal onderwijs in Deventer de komende jaren afnemen. Dit betekent dat het reguliere onderwijs op de individuele behoeften van nog meer kinderen een antwoord moet bieden. 2
RMC is een regionaal meld- en coördinatiepunt vroegtijdig schoolverlaters. Dit is een initiatief van gemeenten.
7
1.3 Van Wieg naar Werk De gemeente Deventer schrijft in haar toekomstvisie 2013 dat “de rol van scholen in Deventer nu al heel belangrijk is en in de toekomst verder wordt uitgebouwd. De school is namelijk een plek waar kinderen ontwikkelen en nieuwe dingen leren, maar ook een plek waar ze spelen en zich veilig voelen.” Ook schrijft zij: “het onderwijs is momenteel volop in ontwikkeling(…). Met de komst van passend onderwijs, de overheveling van jeugdzorg naar gemeenten en de wet werken naar vermogen, krijgt de gemeente meer mogelijkheden om kinderen te helpen die extra aandacht nodig hebben.” Iedere gemeente heeft een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). In Deventer is het CJG een netwerkorganisatie. Professionals houden zich bezig met jeugd en jongeren. Bij het netwerk horen consultatiebureaus, kindercentra, scholen en verloskundigen, maar ook jongerenwerkers, huisartsen en maatschappelijk werkers. De partners zitten veelal op plekken waar de ouders toch al komen, in de natuurlijke omgeving van de kinderen. Het CJG in Deventer is dus niet één gebouw in de stad waar een ouder naar binnen loopt. Het kent vele vormen: een website en telefonische bereikbaarheid. Scholen zijn de aangewezen plek om als inlooppunt te dienen. De school is ook de plek waar alle partners samenwerken. Met de invoering van passend onderwijs en de decentralisatie van de jeugdzorg is deze samenwerking onontbeerlijk. De decentralisatie van de jeugdzorg betekent een grote verandering voor gemeenten. Niet langer het rijk maar de gemeente is geheel verantwoordelijk voor de zorg voor de jeugd. Er zijn verschillende redenen om alle jeugdzorgtaken bij gemeenten neer te leggen. Gemeenten staan dichterbij kinderen en ouders dan het rijk. Er komt met de decentralisatie bovendien één financieringsstroom. Dit moeten leiden tot ontschotting3 van het ondersteunings- en zorgaanbod. Het kabinet hoopt dat hierdoor het principe één gezin, één plan beter in de praktijk gebracht kan worden. De basis voor één gezin, één plan is dat de vraag en de behoefte van de kinderen en de ouders centraal staan. Van daaruit organiseren gemeenten en instellingen de hulp aan gezinnen. Hierbij geldt de transitie zoals hierboven beschreven. Niet langer staan de problemen centraal. Nu zal de focus liggen op kansen en mogelijkheden van kinderen en opvoeders. Om deze kansen te vergroten zullen gemeenten en instellingen meer investeren in preventie, ondersteuning en ambulante hulp. Het kabinet veronderstelt het beroep op dure vormen van zorg hiermee terug te kunnen dringen. Het is duidelijk dat de verantwoordelijkheden van de gemeenten nauw samen hangen met passend onderwijs. Een goede afstemming en samenwerking tussen scholen en gemeente is dan ook essentieel. Het Gemeentelijk jeugdbeleid is gebundeld in de notitie van ‘Wieg naar Werk’. Het samenwerkingsverband brengt met het Passend onderwijs een belangrijk deel van het beleid van Wieg tot Werk in de praktijk. Dit is beschreven in voorliggend ondersteuningsplan. De gemeente Deventer en Sine Limite stemmen de wijze waarop dit gebeurt af. De scholen in ons samenwerkingsverband voeren op hun beurt weer hun eigen deel van het beleid uit in de praktijk. De indicatiestelling voor zowel speciaal onderwijs als de geïndiceerde jeugdzorg komt te vervallen. Bij het principe één gezin, één plan hoort de ontschotting van de hulp. Als het nodig is voor de vraag en (onderwijs)behoeften van een kind zullen scholen de extra ondersteuning afstemmen op de zorg die aan het kind en gezin geboden wordt of kan worden4, de zogenaamde integrale zorg-toewijzing (zie afbeelding).
3
Middelen worden verdeeld aan de hand van de vraag en niet aan de hand van het aanbod. Verdeling middelen vindt plaats op basis van het plan voor het kind en/of gezin. 4 Peter Stam en Tom van Yperen, opvoeden versterken, bron VNG
8
Om integrale zorgtoewijzing te realiseren dienen lokale onderwijs- en jeugdzorgvoorzieningen een gedeelde visie te hebben op de versterking van het opvoeden binnen onderwijs, gezin en vrije tijd. Zij moeten dezelfde taal spreken en werken vanuit een gedeelde visie. Het is zeer belangrijk dat er samenhang is tussen onderwijs en jeugdzorgvoorzieningen.
In Deventer werken gemeente, onderwijs, welzijn en hulpverlening samen op basis van de volgende visie: Onderwijs en gemeente bieden samen Passend onderwijs en passende opgroei- en opvoedondersteuning voor het kind, het gezin en de school. In de eerste plaats ter versterking van de omgeving van het kind (het gezin, de klas) om te voorkomen dat kinderen intensieve ondersteuning nodig hebben. Juist deze preventie staat centraal in de nieuwe ondersteuning van de jeugd. Net als het versterken van de civil society5, het werken met een positief pedagogisch klimaat, uitgaan van de eigen kracht, een kind, een gezin, een plan, minder bureaucratie, hulp bieden daar waar de kinderen en ouders al zijn, praten met en niet over ouders.6 Leerlingen die intensieve ondersteuning op school nodig hebben, hebben vaak ook ondersteuning in het gezin nodig. Handicaps, stoornissen en problemen spelen immers niet alleen op school, maar ook thuis. De schoolsituatie, thuissituatie en de omgeving van het kind hebben allemaal invloed op elkaar. Ze kunnen problemen veroorzaken of juist een bijdrage leveren aan een oplossing. Als blijkt dat een kind extra ondersteuning en wellicht meer hulp nodig heeft, vindt altijd overleg tussen school en ouders plaats. Wat heeft het kind nodig, wat hebben ouders nodig? Wat is er binnen het gezin nodig om eventuele problemen het hoofd te bieden of is er al hulpverlening? De begeleiding thuis dient afgestemd te worden met de ondersteuning op school. Onderwijs en hulpverlening sluiten op elkaar aan zodat kinderen en hun ouders optimale hulp geboden kan worden.
5
Jeugd, ouders, familie, buurtbewoners/het sociale netwerk vormen samen de (pedagogische) civil society.
9
Deel 2 Missie, visie, strategie en de zekerheden 2.1
Missie en visie: waar staan we voor?
Onze missie Wij willen optimale ontwikkelingskansen bieden voor alle kinderen in de gemeente Deventer. Onze visie • Om zich te ontwikkelen hebben kinderen steun nodig van ouders, een veilig sociaal netwerk en onderwijs. Ouders en onderwijs hebben een verschillende verantwoordelijkheid voor het kind: - ouders zijn primair verantwoordelijk voor de lichamelijke, emotionele, sociale en cognitieve basisbehoeften. Bij deze behoeften moet behalve aan voedsel, kleding en onderdak, gedacht worden aan emotionele warmte, liefde, steun, respect, grenzen, ontwikkelingskansen, veiligheid, liefdevolle aanraking en zorg. Oplossingen worden eerst in het eigen netwerk gezocht. - school is verantwoordelijk voor goed onderwijs afgestemd op de ondersteuningsbehoefte van het kind opdat het kind optimale ontwikkelingskansen geboden krijgt. Leerkrachten hebben een lerende houding. • Passend onderwijs is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van scholen, ouders, kinderen, gemeente, welzijn en hulpverlening en de aanpak vindt integraal plaats. • Ouders en scholen werken nauw samen waarbij ook het kind medeverantwoordelijkheid draagt voor de oplossing en uitvoering ervan. • Kinderen krijgen zoveel mogelijk ondersteuning op de eigen school of in de eigen omgeving. • De ondersteuningsbehoefte van een kind staat centraal.
2.2 Onze strategie: hoe pakken we het aan? De strategie laat zien hoe Sine Limite het onderwijs, zoals beschreven in de missie en visie wil realiseren. Deze aanpak is overigens de laatste jaren al voor een belangrijk deel in ons samenwerkingsverband toegepast in de onderwijspraktijk. • We zijn een netwerk van scholen die zich samen hebben verbonden om Passend onderwijs duurzaam op de scholen te realiseren. Wij werken op basis van solidariteit tussen de scholen. We streven naar een dekkend ondersteuningscontinuüm waarin ons samenwerkingsverband selfsupporting is. • Onderwijs en hulp is dichtbij het kind georganiseerd en bovendien gewoon, adequaat, snel gerealiseerd en zo intensief als nodig; • De ondersteuning is samenhangend en vanuit een integrale benadering van de leefdomeinen. De weg terug wordt bij voorbaat georganiseerd7; • Op onze scholen is een gemeenschappelijke basishouding van openheid, samenwerking en samen willen verbeteren. Hierdoor ontwikkelen leraren zich en worden hun capaciteiten en gemeenschappelijke kennis binnen de school optimaal benut; 8 • We hanteren de basisprincipes van positief opvoeden ; • In ons samenwerkingsverband werken we met (praktijk of wetenschappelijk) bewezen materialen, didactieken en methoden; 9 • We werken en kennen handelingsgericht toe. Verantwoordelijkheden en toekenningen zijn zo laag mogelijk belegd. In ons samenwerkingsverband zijn administratieve handelingen minimaal, doelgericht en overdraagbaar.
7
“Met de weg terug” wordt bedoeld dat bij het formuleren van een plan van aanpak ook een doorkijk plaatsvindt naar
een afbouw of vermindering van de ondersteuning. Op welke wijze vindt deze plaats? Triple P hanteert vijf basisprincipes waarmee kinderen positief opgevoed worden: 1.Kinderen een veilige en stimulerende omgeving bieden. 2. Kinderen laten leren door positieve ondersteuning. 3. Een aansprekende discipline hanteren. 4. Realistische verwachtingen hebben van het kind. 5. Goed voor jezelf zorgen. 9 Handelingsgericht toekennen: De vraag van de leerling staat centraal binnen de context van de leefomgeving. De mogelijkheden van het kind, de ouders en de leerkracht bepalen wat er nodig is. 8
10
2.3 Passend onderwijs: het realiseren van zeven zekerheden Passend onderwijs is een inspanning van alle mensen rondom het kind en van het kind zelf. Gezamenlijk zorgen zij voor afstemming van het onderwijs op de behoefte van het kind. Dit gaat beter wanneer ouders, leerkrachten en kinderen zich thuis voelen op school. Het vertrouwen van ouders in de school is daarbij essentieel. Wanneer ervaren zij een school als goed? Wat zijn hun behoeften? “Een succesvolle winkelketen10 in Nederland onderzocht de behoeften van klanten. Zeven zekerheden bleken bepalend te zijn voor de tevredenheid van klanten. Mensen zijn tevreden als ze niet teveel geld uitgeven, service met een glimlach krijgen, zij ál hun boodschappen op één plek kunnen doen, als vers ook écht vers is, als het winkelen vlot gaat, als zij hun geld terugkrijgen wanneer zij niet tevreden zijn en als hun wensen centraal staan. Een tevreden klant vindt het merk sterk.” Wat ouders ervaren, voelen en vinden is bepalend voor hoe zij de school zien: een goede of minder goede school of iets daar tussenin. Ouders maken de keuze voor een school door de manier waarop de school bekend staat. De behoeften van ouders wanneer zij boodschappen doen, zijn niet wezenlijk anders dan de behoeften die zij hebben als zij tien minuten later hun kind op school ophalen. Wat betekent dit voor het onderwijs? Ouders stellen zich wellicht de volgende vragen: biedt het onderwijs mijn kind (en mij) wat ik verwachtte toen ik besloot hem of haar naar deze school te brengen; stelt de school mij niet teleur in de verwachtingen die ik had; benaderen ze mijn kind en mij op een vriendelijk manier; kan mijn kind binnen de school krijgen wat het nodig heeft; doen ze écht wat ze beloven; handelt de school vlot; luisteren ze naar mij als ik mij ontevreden voel, als ik ergens meezit, als ik mij zorgen maak; erkennen ze mijn gevoelens; doen ze wat ze kunnen om het beter te maken; stelt de school de wensen en behoeften van mijn kind centraal? Een belangrijk deel van de tijd kijkt de ouder naar de school als klant. Er zijn ook momenten waarop de ouder een partner is van de school. Soms valt de rol van klant en de rol van partner samen. Bijvoorbeeld tijdens een oudergesprek: de leerkracht en de ouder onderzoeken samen de behoeften van het kind en werken samen aan het bieden van een passend aanbod. Tegelijk kijkt de ouder rond in de klas: hoe is de klas ingericht? Hoe praat de leerkracht over mijn kind? Ziet hij hem wel ‘echt’? Luistert de leerkracht goed naar mij? De vergelijking met een winkel gaat dus niet helemaal op. In het onderwijs geven de professionals van de school en klanten samen vorm aan de “producten”, school en kind in dialoog ieder vanuit de eigen rol en verantwoordelijkheid. Dezelfde transitie die in de hele samenleving plaatsvindt geldt ook voor ouders. Een houding waarin de vraag, ‘wat kan ik zelf bijdragen’ centraal staat past beter in de nieuwe tijdsgeest dan een eisende houding. Ook een ouder kan doen ‘wat hij belooft’, een vriendelijke houding aannemen, luisteren naar de ander, en daarmee eveneens zekerheden bieden aan school en kind.
De 7 zekerheden van Passend onderwijs zijn voor ons: - samenwerken rond en met het kind - uitgaan van ondersteuningsbehoeften - vertrouwen - communicatie - handelingsgericht - continuïteit - kwaliteit -
10
Hiermee wordt supermarkt Jumbo bedoeld.
11
Deel 3 Passend onderwijs in de praktijk In dit hoofdstuk beschrijven we hoe we Passend onderwijs duurzaam integreren in ons onderwijs. Op onze website sinelimite.nl zijn de thema’s die in dit hoofdstuk aan de orde komen uitgewerkt in o.a. protocollen, stappenplannen, folders voor ouders en schema’s. Op de scholen zijn ook folders met informatie voor ouders beschikbaar.
3.1 Piramide van ondersteuning In het kader van Passend onderwijs moet een samenwerkingsverband de ondersteuningsstructuur beschrijven. In de planperiode WSNS heette dit de zorgstructuur. De ondersteuningsstructuur in ons samenwerkingsverband heeft zich gedurende deze planperiode ontwikkeld van vijf niveaus van zorg (2001) naar vier ringen van zorg (2009). Vanaf 1 augustus 2014 sluiten we aan bij het Referentiekader Passend Onderwijs van de PO-Raad en ontwikkelen we ons verder naar drie niveaus, te weten basisondersteuning11, extra ondersteuning12 en intensieve ondersteuning13. Scholen beschrijven in het schoolondersteuningsprofiel (SOP) de basisondersteuning en extra ondersteuning. Zie de volgende paragrafen voor meer informatie over basis- en extra ondersteuning. Basisondersteuning sluit aan op de basiskwaliteit van de school. Basiskwaliteit is landelijk vastgesteld. De indicatoren staan in het Toezichtkader van de Inspectie14 en inspectie van onderwijs ziet toe op de kwaliteit. Binnen ons samenwerkingsverband hebben we de kenmerken voor de basisondersteuning vastgelegd. Elke school zorgt ervoor dat hieraan voldaan wordt. Voor kinderen die niet voldoende hebben aan basisondersteuning biedt de school extra ondersteuning in samenwerking met Sine Limite en eventueel andere partners. Voor kinderen die intensieve ondersteuning nodig hebben bieden onze bovenschoolse voorzieningen een onderwijsplek. Het dekkend ondersteuningscontinuüm van het samenwerkingsverband is de optelsom van basisondersteuning, extra ondersteuning en intensieve ondersteuning. De basisondersteuning en extra ondersteuning zijn communicerende vaten: naarmate de set van afspraken over de basisondersteuning groter is, wordt de schaal waarbinnen arrangementen voor extra ondersteuning geboden worden als vanzelf kleiner. Hoe meer expertise en mogelijkheden binnen de extra ondersteuning op de school aanwezig is, hoe minder kinderen intensieve ondersteuning nodig hebben. Schematisch ziet de piramide van ondersteuning er op het niveau van het samenwerkingsverband als volgt uit:
11
Basisondersteuning: voorheen ring 1 en 2 Extra ondersteuning: voorheen ring 3 13 Intensieve ondersteuning: voorheen ring 4 14 Zie website Onderwijsinspectie 12
12
3.1.1 Basisondersteuning toegelicht (niveau 1) Vuistregel: Minimaal 95% van de leerlingen ontwikkelt zich optimaal binnen de basisondersteuning. Maximaal 15% van deze kinderen heeft (tijdelijk) preventieve en lichte curatieve interventies nodig. Wettelijk is vastgelegd dat het samenwerkingsverband een niveau van basisondersteuning vaststelt in het ondersteuningsplan. In ons samenwerkingsverband onderschrijven we de definitie van de PO-Raad: “Basisondersteuning is het door het samenwerkingsverband afgesproken geheel van preventieve en lichte curatieve interventies die eenduidig geldt voor elke school en: plaatsvindt binnen de ondersteuningsstructuur van de school; onder regie en verantwoordelijkheid van de school; waar nodig met inzet van expertise van andere scholen; soms met inzet van ketenpartners; op het overeengekomen kwaliteitsniveau.” Het niveau van basisondersteuning heeft een aantal functies. In de eerste plaats geeft het antwoord op de vraag welke ondersteuning elke basisschool moet bieden, en welke ondersteuning ouders dus van elke school mogen verwachten. Aan de hand van de basisondersteuning kan een school in zijn algemeenheid aan ouders uitleggen wat zij wel of niet voor hun kind kan betekenen. Ten tweede ondersteunt de basisondersteuning het professionaliseringsbeleid van scholen. De school kent hiermee haar ontwikkelpunten. Bovendien helpt de basisondersteuning om de ambities van de school in kaart te brengen als het gaat om extra ondersteuningsmogelijkheden. Binnen ons samenwerkingsverband kennen we al een infrastructuur van basisondersteuning. Deze is vastgelegd in het document Doorlopende Ondersteuningslijn (DOL 2.0). Voor meer informatie over DOL: zie paragraaf 3.3. We ontwikkelen dit de komende vier jaar op duurzame wijze verder. Binnen de basisondersteuning nemen lichte curatieve interventies een belangrijke plaats in. Ze zijn structureel beschikbaar voor en/of binnen de school en ondersteunen de continuïteit in de schoolloopbaan van leerlingen. Interventies richten zich op: afstemming met voor- en vroegschoolse educatie; leerlingen met dyslexie of dyscalculie (conform de protocollen); leerlingen met meer of minder dan gemiddelde intelligentie; fysieke toegankelijkheid van schoolgebouwen, aangepaste werk- en instructieruimtes en de beschikbaarheid van hulpmiddelen voor leerlingen die dit nodig hebben; (ortho)pedagogische en (ortho)didactische programma’s en methodieken die gericht zijn op sociale veiligheid en het voorkomen en aanpakken van gedragsproblemen; schoolveiligheid, waaronder medische zaken, waarbij voor alle Deventer scholen de map Veiligheid15 het kader vormt; zorg en ondersteuning die de school samen met ketenpartners kan bieden. Voor de kenmerken van de basisondersteuning: zie website sopdeventer.nl en sinelimite.nl
3.1.2 Extra ondersteuning toegelicht (niveau 2) Vuistregel: Maximaal 5% van de leerlingen ontwikkelt zich optimaal met extra ondersteuning. Binnen ons samenwerkingsverband kennen we al een infrastructuur van extra ondersteuning. We ontwikkelen deze de komende vier jaar op duurzame wijze verder. Deze extra onderwijsondersteuning omvat alle vormen en combinaties van onderwijs, ondersteuning en/of hulpverlening die de basisondersteuning overstijgt.
15
In juni 2012 is een convenant Veiligheid ondertekend door schoolbesturen, gemeente en politie. Met de handtekeningen is de map Veiligheid vastgesteld. In deze map zijn verschillende protocollen opgenomen zoals de veiligheid op school, omgaan met medische zaken maar ook de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Meer informatie over de map Veiligheid in paragraaf 3.4.
13
Extra ondersteuning kenmerkt zich door de ondersteuningsmogelijkheden die de school zelf biedt, in samenwerking met Sine Limite en andere partners. De samenwerking is erop gericht dat kinderen en hun ouders tijdig passende en samenhangende ondersteuning krijgen bij het leren, opvoeden en opgroeien (één kind, één gezin, één plan). Afstemming over extra ondersteuning vindt plaats in het trajectoverleg. In dit overleg komen onderwijs, ouders en hulpverlening samen. Voor het realiseren van extra ondersteuning werken scholen samen binnen een wijk. Een wijkgebonden aanpak sluit aan bij de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor alle kinderen met een extra ondersteuningsbehoefte, het bieden van thuisnabij onderwijs en de mogelijkheid van het clusteren van leerlingen met dezelfde onderwijsbehoeften. Voor scholen die geografisch geïsoleerd liggen gaan school en Sine Limite op zoek naar creatieve maatwerkoplossingen. Hierbij worden ook andere partners betrokken. In de planperiode WSNS zijn pilots opgezet die inmiddels een structureel karakter hebben. Deze zijn vaak tussen enkele scholen in dezelfde wijk opgezet. Elke school heeft sinds 1 augustus 2012 een gespecialiseerde uitvoerder (voorheen ambulant begeleider) die ingezet wordt in de extra ondersteuning. Deze uitvoerder is op vaste momenten in de week aanwezig op de school en is flexibel in te zetten. Op schoolniveau ziet de piramide er als volgt uit:
3.2 Doorlopende Ondersteuningslijn (DOL) Iedere school ontwikkelt een eigen doorlopende ondersteuningslijn (DOL). Ook op het niveau van het samenwerkingsverband is een doorlopende ondersteuningslijn beschreven, DOL 1.0 en DOL 2.0 (zie bijlage 1). De doorlopende ondersteuningslijn (DOL) is ontwikkeld door een werkgroep bestaande uit intern begeleiders, medewerkers van Sine Limite en een extern deskundige. De doorlopende ondersteuningslijn van een school is vastgelegd in een zorgplan met de naam “DOL op – naam school-“. De afgelopen twee jaar is de werkgroep aan de slag gegaan met DOL Passend onderwijs. De werkgroep werkt nauw samen met het netwerk intern begeleiders. In DOL 1.0 en 2.0 werd nog gesproken van de ringen van zorg. In DOL Passend onderwijs zijn de ringen verder ontwikkeld tot niveaus van ondersteuning (piramide van ondersteuning). Het document “Ondersteuningsstructuur -9 maanden- 4 jaar” (januari 2011) wordt in 2014 geactualiseerd. De aanpassingen hebben te maken met transitie Jeugdzorg en DOL Passend onderwijs. Scholen zorgen ervoor dat de schoolspecifieke DOL aansluit bij de structuur van de kindercentra waar de school mee samenwerkt. 3.2.1 Handelingsgericht werken De onderwijsbehoeften van leerlingen helder krijgen, dat is de taak waar scholen voor staan. Als duidelijk is wat de onderwijsbehoeften van een kind zijn, kan de school een passend onderwijs aanbod inzetten. De school biedt basisondersteuning en extra ondersteuning. Belangrijk is dat niet de eventuele stoornis bepalend is maar de behoefte van het kind en de mogelijkheden van het kind en zijn omgeving.
14
Op onze scholen wordt handelingsgericht gewerkt. Dit is niet iets nieuws; dat brengen scholen al enkele jaren in de praktijk. Uitgangspunten zijn: • de onderwijsbehoeften van de leerling staan centraal; • de mogelijkheden van het kind, ouders (gezin), sociale omgeving (familie, buurt) en de leerkracht; • een oplossingsgerichte werkwijze met concrete (tussen)doelen, analyses en evaluaties; • de administratieve handelingen zijn doelgericht en overdraagbaar.
3.2.2 Ondersteuningsoverleggen Op onze scholen streven we ernaar dat ouders zich welkom voelen op school. Er is regelmatig contact tussen school en ouders. Elkaar regelmatig spreken moet normaal zijn. Hierdoor ontstaat een basis van vertrouwen. Ouders zijn belangrijk voor de school en deze belangrijke rol neemt toe als er sprake is van zorg over de ontwikkeling en functioneren van een kind. Een signaal kan afkomstig zijn van de ouders maar ook van de school. Als er zorgen zijn over het functioneren van een kind, bespreken school en ouders dit met elkaar. Ieder vanuit de eigen rol. Een school heeft alle leerlingen in beeld. Er vinden groepsbesprekingen plaats. Als er zorgen zijn waarbij preventieve maatregelen niet geholpen hebben, starten ondersteuningsoverleggen, zoals HGPD intern overleg, trajectoverleg, Beraad Extra Aandacht en Commissie van Toelaatbaarheidsverklaringen. De ondersteuningsoverleggen worden doorlopen, beginnend bij lichte ondersteuning en als dat niet werkt door naar zwaardere ondersteuning. Soms kan het nodig zijn om andere keuzes te maken en snel door te schakelen. In ons samenwerkingsverband wordt in de ondersteuningsoverleggen gewerkt met Handelingsgerichte Procesdiagnostiek (HGPD) en oplossingsgerichte gesprekstechniek. Handelingsgerichte Procesdiagnostiek is een gezamenlijk cyclisch zoekproces; gericht op verantwoord praktisch handelen; vanuit een integrale visie. Hieronder worden de ondersteuningsoverleggen toegelicht. Per 1 januari 2014 is in Bathmen, Rivierenwijk en Keizerslanden een pilot gestart met trajectoverleggen en HGPD-intern. School en ouders maken altijd deel uit van de overleggen, maar op basis van de ervaringen van de deelnemende scholen kunnen nog verschuivingen van leden tussen HGPD intern en trajectoverleg plaatsvinden. HGPD intern overleg De besprekingen werden tot 1 augustus 2014 gevoerd tussen intern begeleider, leerkracht, ouders en HGPD-zorgteamlid (van Sine Limite). Vanaf 1 augustus 2014 ontwikkelen we HGPD naar een HGPD-intern overleg waarbij intern begeleider, leerkracht en ouders met elkaar in gesprek gaan. Scholen hebben een keuze gemaakt of de schoolverpleegkundige structureel of op afroep aanwezig is bij deze besprekingen. Indien nodig kunnen derden, zoals het netwerk van ouders of PAC-er16 aanschuiven bij het overleg. De intern begeleider kan meer diensten van Sine Limite inzetten dan voorheen. Dit bevordert het preventief werken en snelheid van trajecten. HGPD-intern valt onder de basisondersteuning. Vanuit dit overleg kunnen preventieve en licht curatieve interventies worden ingezet. Als ouders hulp bij opvoedvragen nodig hebben kunnen zij de gezinscoach17 inschakelen. Trajectoverleg Als er bij ouders en school vragen blijven wordt het kind besproken in het trajectoverleg18. Het trajectteam bestaat uit school, ouders, trajectmedewerker (Sine Limite) en gezinscoach (jeugdhulp). Ook bij dit overleg zijn plaatsen beschikbaar voor andere professionals (bv. schoolverpleegkundige van de GGD) of het sociale netwerk van de ouders. De gezinscoach werkt laagdrempelig en kan snel en laagdrempelig opvoed- en behandeltrajecten inzetten. 16
PAC-er is een medewerker van Sine Limite met specifieke expertise (bijvoorbeeld op het gebied van gedragsproblemen, syndromen, leerstoornissen). 17 Gezinscoaches is een nieuwe werkwijze in Deventer en maakt onderdeel uit van de transitie jeugdzorg. De term gezinscoach is een werktitel. 18 Het trajectoverleg is een samenvoeging van het SchoolZAT en de HGPD.
15
De huidige aanmeldingen bij Bureau jeugdzorg vervallen hiermee. De trajectmedewerker kan snel en laagdrempelig trajecten vanuit Sine Limite inzetten. Commissie van Toelaatbaarheidsverklaringen (Commissie TLV) Soms blijkt dat het kind (tijdelijk) intensieve begeleiding nodig heeft. Dan kan het trajectoverleg het nodig vinden dat een kind onderwijs gaat volgen in het speciaal (basis) onderwijs. De school vraagt een toelaatbaarheidsverklaring aan bij de Commissie van Toelaatbaarheidsverklaringen (Commissie TLV). De Commissie toetst of de aanvraag binnen de kaders valt, toetst of de route op de juiste wijze is verlopen en of er overeenstemming is tussen school, ouders en trajectmedewerker. Beraad Extra Aandacht (BEA) Als intensieve begeleiding nodig is in de thuissituatie wordt parallel aan de aanvraag bij de Commissie TLV het kind ingebracht in het Beraad Extra Aandacht (BEA). Het Beraad Extra Aandacht is een lokaal multidisciplinair overleg waar GGD, BJZ, MEE en Sine Limite plaats hebben. Ouders nemen ook deel aan het BEA. In veel gevallen zal ook de gezinscoach aanschuiven in het overleg. Sine Limite en GGD zorgen voor de verbinding tussen BEA en Commissie TLV. Ook als een kind op de basisschool onderwijs blijft volgen, kan voor intensievere hulp het BEA geraadpleegd worden. De ondersteuningsoverleggen zijn schematisch vastgelegd in de route van DOL: bijlage 3.
3.2.3 Volgdocument Voor leerlingen die gebruik maken van een preventief programma of licht curatieve ondersteuning wordt het Volgdocument ingevuld. De resultaten worden hierin ook vastgelegd. Als de leerling zonder deze ondersteuning het onderwijs succesvol kan vervolgen, wordt het Volgdocument in overleg met de ouders gesloten. Indien op een ander moment tijdens de schoolloopbaan van de leerling hier aanleiding voor is wordt het formulier weer geopend. Op deze manier is op ieder moment in de schoolloopbaan in één document de ondersteuningsbehoefte van een leerling in kaart. Dit formulier wordt ook ingevuld ter voorbereiding op een HGPD-intern overleg, trajectoverleg, Commissie TLV en BEA. Ouders vullen ook een gedeelte in. Op deze manier ontstaat een gezamenlijk document. Het Volgdocument maakt onderdeel uit van het leerlingdossier in ParnasSys. 3.2.4 Individueel Leertraject (ILT) Voor leerlingen die op één vakgebied (rekenen of taal of lezen) het eindniveau van de basisschool niet behalen wordt een vastgelegde leerlijn opgesteld, een individueel leertraject (ILT). ILT maakt onderdeel uit van de doorlopende ondersteuningslijn (DOL). Ouders zijn vanaf het eerste signaal van zorg over hun kind al betrokken bij het ondersteuningstraject. Ouders worden dan ook automatisch betrokken bij het ILT. In ons samenwerkingsverband wordt op overeenstemming gericht overleg gevoerd met ouders over het ILT. In ons samenwerkingsverband is ook het kind betrokken bij het opstellen van een ILT. 3.2.5 Ontwikkelingsperspectief (OP). Scholen zijn wettelijk verplicht om voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben en op meerdere gebieden het eindniveau van de basisschool niet halen een ontwikkelingsperspectief in te vullen. Hiertoe is een formulier OP ontwikkeld. Het ontwikkelingsperspectief maakt onderdeel uit van de doorlopende ondersteuningslijn (DOL). Hiermee zijn ouders vanaf het eerste signaal van zorgen over hun kind al betrokken bij het ondersteuningstraject. Ouders worden dan ook automatisch betrokken bij het OP. In ons samenwerkingsverband is ook het kind betrokken bij het opstellen van het OP. In het OP staat het verwachte uitstroomniveau van de leerling. Hiervoor moet school (wettelijk) met ouders op overeenstemming gericht overleg voeren. Ook staat in het OP welke ondersteuning en begeleiding de leerling krijgt om dit uitstroomniveau te halen. Op dit onderdeel is instemming van ouders nodig (wettelijk)19. Meer weten over DOL: zie DOL Passend onderwijs (aanwezig op school) of op de website sinelimite.nl 19
De wetgeving over het ontwikkelingsperspectief is nog niet gepubliceerd. Op onze website sinelimite.nl is de komende maanden actuele informatie over het ontwikkelingsperspectief te vinden.
16
3.3 Veiligheid In juni 2012 is een convenant Veiligheid ondertekend door schoolbesturen, gemeente en politie. Met de handtekeningen is de map Veiligheid vastgesteld. In deze map zijn verschillende protocollen opgenomen zoals de veiligheid op school, omgaan met medische zaken maar ook de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. De scholen vertalen de lokale protocollen in een schoolveiligheidsplan. Een raamwerk voor dit schoolveiligheidsplan is opgenomen in de map. In de periode 2013-2015 volgen scholen de training SOS Meldcode. De training wordt gesubsidieerd door de gemeente Deventer. Een werkgroep van Sine Limite coördineert de trainingen. 3.4 Verwijsindex In de gemeente Deventer gebruiken welzijn- zorg- en hulpverleningsorganisaties (CJG) de verwijsindex VIS2 (Vangnet Informatie en SamenwerkingsSysteem). In 2014 volgen de intern begeleiders en directeuren een instructietraining om de verwijsindex ook in de scholen te gebruiken. De Verwijsindex is een digitaal systeem waarin signalen over kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 tot 23 jaar worden opgeslagen. Wanneer meerdere professionals een signaal over hetzelfde kind geven, brengt de Verwijsindex degenen die een signaal hebben geplaatst, hiervan op de hoogte. Hierdoor kunnen de professionals contact met elkaar opnemen, informatie uitwisselen en afspraken maken over de (coördinatie van de) ondersteuning aan het kind. In de Verwijsindex worden uitsluitend algemene persoonsgegevens (naam, adres, geslacht en geboortedatum) opgeslagen. Inhoudelijke informatie over de problematiek of diagnose wordt niet vermeld. Deze informatie wordt bijgehouden in de dossiers van de professionals zelf. Een signaal in de Verwijsindex gebeurt altijd met kennisgeving aan ouders. 3.5
Sine Limite: organisatie en functies
3.5.1 Organisatie Sine Limite bestaat uit een formele organisatie zoals deze statutair is vastgelegd. Sine Limite is een coöperatie waarbij de schoolbesturen de leden vormen en waarin toezicht, bestuur en uitvoering verschillende lagen vormen. De coöperatie vormt een personele unie met de Stichting Orthopedagogisch Instituut waartoe de school voor speciaal basisonderwijs Panta rhei behoort. Het personeel werkzaam op de school en in het samenwerkingsverband zijn in dienst van de stichting. De coöperatie heeft dus geen personeel in dienst.
Toezicht
Algemene Ledenvergadering (AVL) Cie. Van Toezicht
Directeur-Bestuurder
Kennis- en dienstencentrum
Regiefunctie Swv 23-03
OPR
Bestuur
Klankbordgroepen: Stuurgroep IB-netwerk Directeurennetwerk RT-netwerk Ouderplatform Leerkrachtenplatform Leerlingenplatform Kennisgroepen Werkgroepen
Uitvoering
17
Toelichting op de afbeelding De ALV bestaat uit de aangesloten schoolbesturen. De ALV stelt het ondersteuningsplan, begroting en jaarverslag vast. In een reglement is de stemverhouding opgenomen. De Commissie van Toezicht bestaat uit vijf personen. In ieder geval maken Stichting Openbaar Primair Onderwijs Deventer, Quo Vadis en één speciaal onderwijs bestuur deel uit van de Commissie van Toezicht. Tot 2016 nemen beide schoolbesturen van speciaal onderwijs deel aan de Commissie van Toezicht. De commissie houdt toezicht op het beleid en functioneren van het bestuur en op de gang van zaken binnen de coöperatie. Het bestuur van de coöperatie bestaat uit één lid. Het bestuur is verantwoordelijk voor de besturing van de coöperatie, waaronder ontwerpen, vaststellen en uitvoeren van het beleid van de coöperatie. Ook is het bestuur verantwoordelijk voor de kwaliteit van de werkzaamheden van Sine Limite. De medezeggenschap op het niveau van het samenwerkingsverband is belegd bij de ondersteuningsplanraad (OPR). Dit is een wettelijk nieuw orgaan. De belangrijkste taak van de ondersteuningsplanraad is het beoordelen van het ondersteuningsplan en daarop instemming te verlenen. In de OPR zitten ouders en personeelsleden. De OPR in ons samenwerkingsverband heeft twintig leden. Elk schoolbestuur is vertegenwoordigd met één of meerdere stemmen. Er zijn meerdere klankbord- en adviesgroepen. De stuurgroep bestaat uit directeuren en speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van beleid en de voortgang van het passend onderwijs. Ouders en leerkrachten beïnvloeden ontwikkeling en besluitvorming via het ouderplatform en personeelsplatform. Nieuw in ons samenwerkingsverband is het leerlingenplatform. In het IB-netwerk komen de intern begeleiders van de aangesloten scholen bijeen. Het IB-netwerk denkt mee, ontwikkelt en adviseert. Het directeurennetwerk en RT-netwerk20 hebben dezelfde functie. Rond thema’s / vakgebieden zijn kennisgroepen georganiseerd. Naast het ontwikkelen en geven van advies, geven zij informatie aan de scholen. Werkgroepen worden ingesteld met een specifieke opdracht en hebben meestal een tijdelijk karakter. 3.5.2 Functies van Sine Limite Ons samenwerkingsverband heeft verschillende functies. 1. Regiefunctie 2. Vertegenwoordigingsfunctie 3. Voertuigfunctie 4. Expertisefunctie De functies nader toegelicht. 3.5.2.1 Regiefunctie 1. Adviseren. School, kindercentrum, ouders en externe organisaties kunnen terecht bij Sine Limite voor advies over de mogelijkheden van passend onderwijs binnen het samenwerkingsverband. 2. Toekennen. Sine Limite geeft toelaatbaarheidsverklaringen af en kent arrangementen toe. Daartoe is een Commissie TLV ingericht. School vraagt deze aan. Wanneer school, ouders en trajectmedewerker het niet eens zijn met elkaar over een aanvraag of er niet uitkomen kan aan de Commissie TLV advies gevraagd worden. Wanneer school geen aanvraag wil doen, hebben ouders de mogelijkheid om een aanvraag te doen. 3. Makelen. Sine Limite ondersteunt ouders en school wanneer school geen passend onderwijs kan bieden aan een kind om een onderwijsplek te vinden waarbij recht gedaan wordt aan de onderwijsbehoefte van een kind, wensen van ouders en zorgplicht van schoolbesturen. 4. Bemiddelen. Sine Limite bemiddelt tussen ouders en school bij wrevel of (dreigende) conflicten. School en/of ouders kunnen Sine Limite hiervoor benaderen.
20
RT-netwerk: netwerk van remedial teachers
18
3.5.2.2 Vertegenwoordigingsfunctie Sine Limite vertegenwoordigt het primair onderwijs in diverse lokale, regionale en landelijke overleggen. Terugkoppeling vindt o.a. plaats in bovenschools bestuurlijk overleg Deventer (BOD), stuurgroep en/of LEA21. 3.5.2.3 Voertuigfunctie Het samenwerkingsverband wordt door de aangesloten schoolbesturen gebruikt als voertuig voor gezamenlijke subsidieaanvragen of trajecten die de schoolbesturen gezamenlijk vorm willen geven. 3.5.2.4 Expertisefunctie: het Kennis- en dienstencentrum 1. Sineteam en loket Sine Limite heeft een ondersteuningsteam, het zogenoemde Sineteam22 , dat werkzaam is vanuit het Kennis-en dienstencentrum. Het centrum is via het loket te bereiken. Het loket is telefonisch en per email elke werkdag van 08.30 – 16.30 uur te bereiken. In de loop van de jaren is in het Sineteam een bundeling van expertise ontstaan. Expertise vanuit het sbo, speciaal onderwijs, basisonderwijs, onderwijsbegeleidingsdienst en welzijn is toegevoegd aan het Sineteam. Het Sineteam is gestart in de planperiode Weer Samen Naar School (WSNS) en wordt voortgezet na 1 augustus 2014. Het Kennis-en dienstencentrum is er voor kindercentra, scholen en ouders. Onderdelen van het Kennis-en dienstencentrum zijn het VVE-Kenniscentrum en dyslexiecentrum. We sluiten hiermee aan bij de doorlopende lijn 0-13 jaar en zorgen voor een ondersteuningscontinuüm binnen ons samenwerkingsverband dat daarmee selfsupporting is. De bekostiging van het Sineteam vindt plaats uit het ondersteuningsbudget en subsidie van de gemeente Deventer. Het Sineteam werkt binnen de kaders van dit ondersteuningsplan. De medewerkers zijn school-nabij en laagdrempelig benaderbaar. Medewerkers werken onafhankelijk en ondersteunen de driehoek kind, ouders en school/ kindercentrum. Het Sineteam bestaat uit professionals die bij al hun activiteiten als doel hebben een bijdrage te leveren aan nog beter onderwijs voor alle kinderen. De inzet van het Kennis- en dienstencentrum beoogt: Bijdrage te leveren aan steeds beter onderwijs; Aan te sluiten bij thuisnabij-onderwijs; Aan te sluiten bij de ondersteuningsbehoefte van het kind; Aanvullend te werken op de basisondersteuning van de school; De deskundigheid van de leerkracht en het team te vergroten. Het Sineteam bestaat uit loketbeheerders, PAC-ers, gespecialiseerde uitvoerders, trajectmedewerkers, onderzoekers, arrangementmedewerkers en een teamleider. De medewerkers vormen een zelfsturend lerend team dat vraaggestuurd werkt. PAC-ers zijn gespecialiseerd in o.a. dyslexie, dyscalculie, dynamische groepen, gedrag, ziektebeelden, zeer moeilijk lerende kinderen, spraak-taalontwikkeling, het jonge kind, hoogbegaafdheid en motoriek. Ook zijn er PAC-ers die schoolplaatsingen en terug-en overplaatsingen begeleiden. Gespecialiseerde uitvoerders zijn werkzaam op de scholen. Elke school heeft een uitvoerder. De uitvoerder wordt vanuit HGPD-intern en trajectoverleg ingezet. De uitvoerder werkt met kinderen én ondersteunt de interactie tussen kind en leerkracht (extra ondersteuning). Scholen in dezelfde wijk hebben dezelfde uitvoerder zodat bovenschoolse trainingsgroepen gevormd kunnen worden en bij pieken op een school kan geschoven worden met de inzet van de gespecialiseerde uitvoerder.
21
LEA: Lokale Educatieve Agenda. Overleg tussen gemeente en schoolbesturen. De wethouder van onderwijs zit het overleg voor. 22 Voorheen het zorgteam.
19
Gedragswetenschappers, psychodiagnostisch medewerkers, PAC-ers dyslexie en dyscalculie doen onderzoeken. Sine Limite doet onderzoeken bij kinderen voor de onderbouwing van een ontwikkelingsperspectief, afgeven van dyslexie- en dyscalculieverklaringen. Ook wordt onderzoek verricht als er sprake is van vermoedens van complexere, in aanleg aanwezige problemen. Het onderzoek is dan bedoeld om te komen tot de meest geschikte extra ondersteuning, begeleiding thuis of plaatsing in het speciaal (basis) onderwijs. Scholen vragen schriftelijk, met toestemming van ouders onderzoeken aan bij het loket. De onderzoeksmogelijkheden van ons samenwerkingsverband zullen in 2014 in relatie gebracht worden met de transitie jeugdzorg. Arrangementmedewerkers kunnen op verzoek van een school ingezet worden. Wanneer een school een arrangement toegekend heeft gekregen kan de school kiezen uit een geldbedrag en zelf de expertise regelen of bij Sine Limite een arrangementmedewerker aanvragen. Dit kan een onderwijsassistent zijn of een gespecialiseerde leerkracht. Ook is het mogelijk dat Sine Limite een deskundige inhuurt (bijvoorbeeld een verpleegkundige). Trajectmedewerkers nemen deel aan het trajectoverleg op de basisscholen. Scholen in dezelfde wijk werken met dezelfde trajectmedewerker. De samenwerking tussen de scholen op het gebied van extra ondersteuning wordt hiermee versterkt. Trajectmedewerkers hebben de afgelopen jaren al veel ervaring opgedaan als HGPD-zorgteamlid. Het zijn orthopedagogen, psychologen en gedrags en- leerspecialisten. De activiteiten van de medewerkers worden geregistreerd in het Sine Limite informatiesysteem. Van individuele trajecten die vanuit het Kennis- en dienstencentrum worden ingezet vindt tevens registratie plaats. We nemen privacyregels in acht en handelen volgens de beroepscode voor psychologen en orthopedagogen. Er zijn taakprofielen voor de medewerkers ontwikkeld en de werkwijze is vastgelegd in protocollen. De medewerkers van het Sineteam staan op de website sinelimite.nl. 2. Preventieve programma’s Het voorkomen van extra ondersteuning via preventieve programma’s vinden we belangrijk. Sine Limite organiseert samen met welzijn en hulpverlening diverse programma’s. Zoals weerbaarheidstrainingen en het maatjesproject. Deze programma’s hebben een plek in het schoolondersteuningsprofiel (SOP) van scholen. De programma’s worden bekostigd uit subsidie van de gemeente Deventer en het ondersteuningsbudget van het samenwerkingsverband. Een overzicht is te vinden op de website sinelimite.nl. 3. SNEL aanvraag Soms kan sprake zijn van een ingrijpende onverwachte gebeurtenis in het leven van een kind waardoor snel extra ondersteuning nodig is. Hiervoor kan het loket gebeld worden met een SNELaanvraag. Het loket zet een medewerker in die SNEL aan de slag gaat met de casus. In dergelijke gevallen vindt ook altijd overleg plaats met ouders en de gezinscoach. Indien nodig wordt meteen ondersteuning ingezet. In het eerst volgende trajectoverleg op school wordt de casus besproken waardoor de ondersteuning weer in de doorlopende ondersteuningslijn geplaatst is. Voor dergelijke trajecten is budget en/of expertise beschikbaar en in te zetten door het loket. 4. Scholing en netwerken Om nog beter onderwijs te geven is scholing belangrijk. Scholen en schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van het personeel en werken aan verdere professionalisering van het personeel. Sine Limite ondersteunt dit door vraaggestuurd scholing te organiseren. Voorbeelden hiervan zijn de invoeringstrajecten hoogbegaafdheid en Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling. Dit zijn trajecten georganiseerd en gecoördineerd door het Kennis-en dienstencentrum en bekostigd uit het ondersteuningsbudget en/of subsidie van de gemeente Deventer.
20
Jaarlijks wordt in mei het scholingsprogramma voor het daarop volgende schooljaar naar de scholen gestuurd en op de website geplaatst. Bij de scholing wordt gebruikt gemaakt van de aanwezige kennis binnen het samenwerkingsverband waaronder professionals van scholen, Sine Limite, De Onderwijsspecialisten Dienstverlening, Ambelt Academie en partners CJG. De afgelopen jaren heeft het Kennis- en dienstencentrum inhoudelijke netwerkbijeenkomsten, de zogenoemde Sinemiddagen georganiseerd. Deze worden na 1 augustus 2014 voortgezet. Daarnaast ontmoeten intern begeleiders elkaar vijf keer per jaar in een netwerkbijeenkomst. De directeuren drie keer per jaar in het directeurennetwerk en remedial teachers vijf keer per jaar. Ook wordt een netwerk plusgroep gestart. Het scholingsoverzicht kunt u vinden op de website sinelimite.nl. 5. Kennisgroepen De huidige Kennisgroepen worden de komende vier jaar gecontinueerd. Er zijn zeven Kennisgroepen, te weten sociaal-emotionele ontwikkeling, balans, rekenen/ dyscalculie, dyslexie, het jonge kind, DOL en hoogbegaafdheid. De Kennisgroepen bestaan uit professionals uit het basisonderwijs, voortgezet onderwijs of kindercentra (afhankelijk van het thema) en Sine Limite. Zo nodig kan gebruik gemaakt worden van een extern deskundige. Kennisgroepen dragen bij aan het duurzaam ontwikkelen van passend onderwijs, dit doen ze o.a. met de volgende activiteiten: - bijhouden van landelijke (en internationale) ontwikkelingen op het gebied van hun kennisterrein. - kennis verspreiden via Nieuwsbrief, website of bijeenkomsten onder professionals van de scholen. - organiseren van scholing, workshops en lezingen tijdens de Sine-middagen voor scholen. - zorgdragen voor een doorgaande ondersteuningslijn met kindercentra en het voortgezet onderwijs. - ontwikkelen van bijvoorbeeld protocollen of een nieuwe werkwijze. Zij geven het bestuur van Sine Limite beleidsadvies, signaleren trends en knelpunten. 6. Uitleen Ons samenwerkingsverband heeft met een aantal bedrijven overeenkomsten gesloten om hiermee prijsvoordeel voor de scholen te regelen. Een voorbeeld is het contract met Lexima voor Sprint plus. Scholen nemen voor een sterk gereduceerd bedrag de applicatie af. In dit traject ondersteunt een bovenschoolse ICT-er van Sine Limite de implementatie van de applicaties. Ook is een zogenaamde digibieb in ontwikkeling. Daarnaast is Sine Limite het verzamelpunt voor aangepast meubilair dat niet meer gebruikt wordt door scholen. Vanuit dit punt kan meubilair weer ingezet worden op andere scholen. Ook schaft Sine Limite toetsen aan die geleend kunnen worden door scholen, zoals toetsen voor dyscalculie. Verder zijn bij Sine Limite materialen voor kinderen met een extra ondersteuningsbehoefte aanwezig die tijdelijk gebruikt kunnen worden voordat een school overgaat tot aanschaf, denk hierbij aan spelmaterialen op het gebied van sociaal-emotionele ontwikkeling.
21
Deel 4 Dekkend netwerk In deel 3 zijn de procedures die passend onderwijs moeten ondersteunen aan bod gekomen. Passend onderwijs richten we duurzaam in. Dus op toekomstbestendige wijze. Dit is ook een benadering waarbinnen alles in samenhang gebeurt. Naast de procedurele kwaliteit, streven wij ook naar inhoudelijke kwaliteit door verantwoordelijkheid te nemen voor een dekkend passend onderwijsaanbod. Ons samenwerkingsverband streeft naar een dekkend ondersteuningscontinuüm zodat alle kinderen in Deventer optimale ontwikkelingskansen geboden kunnen worden.
4.1 De basisscholen We zijn een netwerk van scholen die zich samen hebben verbonden om passend onderwijs op de basisscholen te realiseren op basis van solidariteit tussen de scholen. We zijn een interzuilair23 samenwerkingsverband met veel diversiteit. De diversiteit tussen de scholen zien we als een groot goed. Het geeft ouders keuzemogelijkheden, zowel in levensbeschouwelijke identiteit, onderwijsconcept (Montessori, Dalton, Jenaplan), als in een schoolprofiel (o.a. cultuur, techniek). Scholen profileren zich hierop. Concurrentie op (extra) ondersteuning wordt vermeden. Passend onderwijs is voor ons het centrale beleidsterrein. Hierdoor heeft het ondersteuningsplan raakvlakken met andere beleidsterreinen. Scholen en schoolbesturen brengen samenhang aan tussen beleidsplannen en het ondersteuningsplan. We weten dat niet alles tegelijk hoeft, maar wat wel moet gebeurt niet los van elkaar. De zorgplicht wordt op basis van gezamenlijke verantwoordelijkheid vorm gegeven. Scholen staan open voor kinderen waarvan de zorgplichtschool,24 ondersteund door het Kennis- en dienstencentrum van Sine Limite, heeft aangegeven geen extra ondersteuning te kunnen bieden. In ons samenwerkingsverband gaan de meeste leerlingen naar het regulier onderwijs, te weten 94,6% leerlingen (1-10-2012). In het samenwerkingsverband zijn 39 basisscholen25. Sommige scholen bestaan uit meerdere locaties die ieder een eigen doelgroep hebben op basis waarvan dan ook een apart schoolondersteuningsprofiel (SOP) is ingevuld. Daarmee komt het totaal op 41 basisschoollocaties met een SOP. De basisscholen zijn verdeeld over 10 verschillende schoolbesturen. De scholen staan allemaal in de gemeente Deventer. Het samenwerkingsverband omvat het gebied van de gemeente Deventer. Op de website sinelimite.nl staan alle scholen en schoolbesturen. De schoolondersteuningsprofielen vindt u op sopdeventer.nl
4.2 Intensieve ondersteuning toegelicht (niveau 3) In ons samenwerkingsverband26 bieden vier scholen onderwijs voor kinderen met een intensieve ondersteuningsbehoefte waarvoor het basisonderwijs onvoldoende ondersteuningsmogelijkheden heeft. Dat is een taalschool, een school voor speciaal basisonderwijs (sbo), een speciale school cluster 3 en een speciale school cluster 4. Hieronder vindt per school een korte toelichting plaats. 4.2.1 Taalschool de TiNtaan27. De TiNtaan is een school voor kinderen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar die rechtstreeks uit het buitenland komen of in Nederland wonen en nog onvoldoende Nederlands spreken.
23
In een interzuilair samenwerkingsverband nemen scholen deel met verschillende levensbeschouwingen. Zorgplichtschool is de school waar ouders hun kind aangemeld hebben. 25 Op basis van het aantal Brinnummers. 26 Hier wordt de regio-indeling van het ministerie bedoeld. 27 TiNtaan betekent Tijdelijk Intensief Nederlands Taalonderwijs aan Nieuwkomers. 24
22
De kinderen volgen een jaar onderwijs en stromen dan door naar het basisonderwijs en in sommige gevallen naar het speciaal (basis)onderwijs. De Taalschool valt formeel onder de stichting Openbaar Primair Onderwijs Deventer maar is als project ondergebracht bij Sine Limite. 125 leerlingen volgen onderwijs bij de TiNtaan (1-10-2012). De TiNtaan wordt bekostigd door de landelijke overheid en aangevuld met subsidie van de gemeente Deventer. Na 1 augustus 2014 blijft dit ongewijzigd.
4.2.2 Panta rhei, speciale school voor basisonderwijs Panta rhei is de school voor speciaal basisonderwijs in het samenwerkingsverband. Deze school is in 2001 tot stand gekomen na een fusie tussen de katholieke en openbare sbo’s op verzoek van het samenwerkingsverband WSNS. Voor deze school is een stichting in het leven geroepen die een personele unie vormt met het samenwerkingsverband, stichting Orthopedagogisch Instituut Deventer. Deze stichting is het bevoegd gezag van Panta rhei. De omzetting van het federatief samenwerkingsverband WSNS naar de coöperatie Passend onderwijs werd door de schoolbesturen als een logisch moment gezien om een bestuursoverdracht van Panta rhei aan de coöperatie te doen en de stichting op te heffen. Op deze manier willen de schoolbesturen vormgeven aan hun verantwoordelijkheid voor een dekkend ondersteuningscontinuüm waarvan bovenschoolse voorzieningen integraal onderdeel uitmaken. Echter wettelijk is het (nog) niet toegestaan dat een samenwerkingsverband een school in stand houdt. De bestuurlijke constructie zoals hierboven beschreven wordt na 1 augustus 2014 gecontinueerd. 246 kinderen gaan uit ons samenwerkingsverband naar het sbo (1-10-2012). Ons samenwerkingsverband heeft een deelnamepercentage van 2,6% (landelijk gemiddelde is 2,7 %). De bekostiging van 2% van het aantal leerlingen van het samenwerkingsverband vindt door de landelijke overheid rechtstreeks aan Panta rhei plaats. Voor de leerlingen boven 2 % worden uit het ondersteuningsbudget gelden overgeheveld naar Panta rhei (wettelijk verplicht). De bekostigingssystematiek voor sbo’s blijft na 1 augustus 2014 ongewijzigd. Effecten van het WSNS beleid op het leerlingenaantal van het sbo. Schooljaar 1 oktober 2013 1 oktober 2012 1 oktober 2011 1 oktober 2007 1 oktober 2002
Aantal 247 246 259 248 380
Percentage 28 2,6 % 2,4 % 2,5 % 2,3 % 3,6 %
Grensverkeer in 4 3 3 4 2
Grensverkeer uit 1 13 17 24 7
4.2.3 Speciaal onderwijs: de Linde en de Ambelt Binnen ons samenwerkingsverband zijn er twee scholen voor speciaal onderwijs: de Linde, speciale school cluster 3 en de Ambelt, speciale school cluster 4. De Linde is gespecialiseerd in onderwijs voor kinderen met een verstandelijke en/of meervoudige beperking. De Linde valt onder het schoolbestuur Stichting De Onderwijsspecialisten. De Ambelt is gespecialiseerd in onderwijs voor kinderen met psychiatrische en/of gedragsproblemen. De Ambelt valt onder het schoolbestuur Stichting Orthopedagogisch Centrum de Ambelt. De Linde en de Ambelt hebben ook leerlingen buiten het samenwerkingsverband op school. Voor dit ondersteuningsplan is het totaal aantal kinderen dat uit ons samenwerkingsverband naar een speciale school gaat, van belang. 206 leerlingen uit ons samenwerkingsverband gaan naar het speciaal onderwijs (1-10-2012). Het merendeel gaat naar de Linde of de Ambelt. Ons samenwerkingsverband heeft op 1 oktober 2011 een so-deelnamepercentage van 2,14 % in tegenstelling tot het landelijk gemiddelde van 1,65 %. Op dit percentage is de bekostiging voor het samenwerkingsverband gebaseerd. 28
Percentage berekend op het aantal leerlingen van het samenwerkingsverband Passend onderwijs (9.642 leerlingen). De percentages in de voorgaande jaren zijn berekend op het samenwerkingsverband WSNS (ongeveer 10.600 leerlingen). Het grensverkeer uit bestaat met name uit leerlingen die vanuit scholen van Archipel en Roos naar een sbo buiten ons samenwerkingsverband gaan.
23
Vanaf 1 augustus 2015 krijgen de speciaal onderwijs scholen een basisbedrag per leerling van de landelijke overheid. Het ondersteuningsbudget per leerling moet het samenwerkingsverband bekostigen. De leerlingen gaan niet allemaal binnen de gemeente Deventer naar school. Het streven is om dit aantal te verhogen. Ouders kiezen voor speciaal onderwijs buiten Deventer omdat het onderwijsaanbod binnen Deventer niet beschikbaar is (o.a. Lichamelijk gehandicapte kinderen en meervoudig gehandicapte kinderen). Daarvoor gaan kinderen naar Apeldoorn of Arnhem. Soms kiezen ouders een school buiten Deventer vanwege levensbeschouwelijke identiteit of op andere gronden. Overzicht speciaal onderwijs Schooljaar 1 oktober 2013 1 oktober 2012 1 oktober 2011 1 oktober 2010
Aantal leerlingen Nog niet bekend 206 211 196 leerlingen
Percentage 2,14 % 2,17 % 2,02 %
4.3 Opting- in Schoolbesturen van speciaal onderwijs die op een schoollocatie één of meer leerlingen uit een ander samenwerkingsverband onderwijs geven hebben de mogelijkheid om zich aan te melden bij het betreffende samenwerkingsverband. Zij maken dan gebruik van de zogenaamde opting-in regeling. Een samenwerkingsverband moet een dergelijke aanvraag honoreren. Bij ons samenwerkingsverband heeft schoolbestuur Zozijn van de Daniel de Brouwerschool zich gemeld en is inmiddels aangesloten. Het schoolbestuur is lid van de Algemene Ledenvergadering. De school staat in het werkgebied van het samenwerkingsverband IJssel-Berkel en is daarmee lid van voornoemd samenwerkingsverband. 4.4 Alle leerlingen naar school: zorgplicht De wetswijziging Passend onderwijs verplicht het samenwerkingsverband om per 1 augustus 2014 voor alle leerlingen een passende onderwijsplek te organiseren. Deze plicht is verankerd in de wet, waarin staat dat het bevoegd gezag van de school verantwoordelijk is voor de uitvoering van de zorgplicht. Zorgplicht betekent dat een school de aangemelde leerling zelf een passend aanbod biedt of een onderwijsaanbod organiseert op een andere school. De school heeft zorgplicht voor alle leerlingen die zich aanmelden. Dit betekent dat de zorgplicht al in werking treedt vóór de inschrijving op de school. Voor de meeste kinderen die aangemeld worden hebben de scholen in ons samenwerkingsverband voldoende te bieden zodat het kind optimale ontwikkelingskansen geboden wordt. Voor enkele kinderen heeft een school soms onvoldoende te bieden. Voor de ouders van die kinderen is een route ontwikkeld zodat ook die kinderen een passende onderwijsplek aangeboden krijgen. Deze route is beschreven in bijlage 3. 4.5 Leerlingen die thuiszitten Het is de verantwoordelijkheid van scholen en ouders om een thuiszittende leerling, of waar deze thuis dreigt te komen zitten, direct te melden. Dit moet bij zowel bij het schoolbestuur, het samenwerkingsverband (het loket) als bij leerplicht. Het loket van Sine Limite kan door bemiddeling ofwel door tijdelijke extra ondersteuning in te zetten het thuis zitten voorkomen. Het Kennis-en dienstencentrum werkt hiertoe samen met ouders en school en zo nodig met externe partners, zoals de gezinscoach. Indien leerplicht een nieuwe casus signaleert, leidt de leerplichtambtenaar de ouders naar het loket van Sine Limite. Vervolgens wordt een PAC-er onderwijsplaatsing ingezet. Leerplicht heeft de taak om te handhaven. Sine Limite vervult de rol van bemiddelaar, makelaar en werkt hierin samen met leerplicht. Ons samenwerkingsverband heeft de afgelopen jaren slechts incidenteel en voor een korte periode thuiszittende leerlingen gehad. Schoolbesturen, scholen en soms ouders schakelen Sine Limite de afgelopen jaren al in om te helpen zoeken naar een oplossing. Deze werkwijze wordt na 1 augustus 2014 voortgezet. 24
4.6 Toekennen van speciaal (basis) onderwijs en arrangementen 4.6.1 Toelaatbaarheidsverklaring De leerlinggebonden financiering (het rugzakje) verdwijnt, de verplichte indicatiestelling door de Commissie van Indicatiestelling (CvI) en Permanente Commissie Leerlingbegeleiding (PCL) stopt. Het samenwerkingsverband bepaalt vanaf 1 augustus 2014 of een leerling in aanmerking komt voor intensieve ondersteuning en organiseert het afgeven van toelaatbaarheidsverklaringen. Er zijn vier verschillende toelaatbaarheidsverklaringen: sbo, categorie 1 (zeer moeilijk lerende kinderen, langdurig zieke kinderen, epilepsie, kinderen met gedragsproblematiek), categorie 2 (kinderen met een lichamelijke handicap) en categorie 3 (kinderen met een meervoudige handicap). In bijlage 2 worden de doelgroepen van speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs nader toegelicht. Ieder samenwerkingsverband is vrij om een eigen vorm van toekenningen op te zetten. We hebben in ons samenwerkingsverband de afgelopen jaren ervaring opgedaan met het toekennen van plaatsing op het sbo. Dit is een beproefde route gebleken. Er zijn de afgelopen twaalf jaar meer dan 800 beschikkingen afgegeven waarvan twee ouders het niet eens waren met de uitspraak van de PCL. Verder is het aantal leerlingen op Panta rhei gehalveerd én het aantal blijkt structureel beheersbaar. Wel ontwikkelen we deze route verder door de verantwoordelijkheid nog meer “naar voren” te halen. Het trajectoverleg heeft een belangrijke rol. Ons samenwerkingsverband hanteert geen absolute criteria bij de afgifte van een toelaatbaarheidsverklaring. Wij vinden dat vaste beoordelingscriteria voorbij gaan aan de samenhang tussen factoren die op de onderwijsbehoefte van invloed kunnen zijn: kind, gezin, sociale omgeving, leerkracht, groep en school. In het trajectoverleg vindt weging plaats van de verschillende factoren en hun onderlinge samenhang. Ogenschijnlijk vergelijkbare onderwijsbehoeften van kinderen kunnen gebaat zijn bij verschillende vormen van ondersteuning. Als school, ouders en trajectmedewerker overeenstemming hebben over een plaatsing in het speciaal (basis) onderwijs vraagt de school een verklaring aan bij de Commissie Toelaatbaarheidsverklaringen (TLV). Dit is een wettelijke wijziging ten opzichte van de huidige situatie waarin ouders degene zijn die een indicatie aanvragen bij het Regionaal Expertisecentrum (REC). De Commissie TLV maakt gebruik van het aangeleverde dossier, toetst of de aanvraag binnen de gestelde kaders valt, of de route op juiste wijze is verlopen en of er overeenstemming is over de aanvraag. De Commissie TLV voorziet de verklaring van een termijn. Alle plaatsingen zijn tijdelijk van aard. Een plaatsing kan variëren van drie maanden tot maximaal vijf jaar. De Commissie kan aanvullend advies toevoegen aan de verklaring. Als er geen overeenstemming is in het trajectoverleg kan door dit overleg de Commissie TLV om advies gevraagd worden. In het geval dat ouders een plaatsing in het speciaal (basis) onderwijs willen voor hun kind en er is geen overeenstemming in het trajectoverleg, kunnen zíj een aanvraag indienen bij de Commissie TLV. Indien een kind nog niet op een school zit, maar aangemeld wordt vanuit de voorschoolse voorziening, vanuit hulpverlening of IVH29, is de volgende procedure van kracht: Als het kind een voorschoolse voorziening bezoekt wordt aangesloten bij het trajectoverleg van de school waar het kind aangemeld is. Als de schoolkeuze plaatsvindt vanuit de zorg of hulpverlening en ouders twijfels hebben of een basisschool het passende onderwijs kan bieden, kunnen ouders hun kind aanmelden bij het loket van Sine Limite. Een PAC-er schoolplaatsing van Sine Limite neemt het casemanagement op zich en begeleidt ouders naar de geschikte onderwijsvorm. Wanneer dit het speciaal(basis)onderwijs betreft vragen ouders een toelaatbaarheidsverklaring aan bij de Commissie van TLV. Naast plaatsing in het speciaal (basis) onderwijs is het ook mogelijk om als basisschool een zogenaamd arrangement bij de Commissie TLV aan te vragen voor kinderen met een extra ondersteuningsbehoefte. 29
IVH –Integrale Vroeghulp.
25
Het betreft o.a. kinderen met een lichamelijke of meervoudige beperking, syndroom van Down of zeer moeilijk lerende kinderen. Ook kinderen die intensieve begeleiding nodig hebben vanwege ernstige gedragsproblemen kunnen in aanmerking komen voor een arrangement. Ook kunnen maatwerkarrangementen toegekend worden. De aanvraag loopt via dezelfde route als een aanvraag voor een toelaatbaarheidsverklaring. Het arrangement is maatwerk binnen kaders. Deze kaders zijn door ons samenwerkingsverband vastgesteld en te vinden op sinelimite.nl. De Commissie TLV toetst of de route correct verlopen is, de aanvraag binnen de afgesproken kaders valt en of er overeenstemming is tussen school, ouders en trajectmedewerker. De Commissie TLV kent aan het arrangement een periode toe, een omvang en formuleert zo nodig aanvullend advies. Meer informatie over toekenningen en arrangementen is te vinden op de website sinelimite.nl.
4.6.2 Verhuizen met extra ondersteuning Een leerling functioneert goed met extra ondersteuning in het basisonderwijs. Hij verhuist naar een andere woonplaats en wil daar ook graag extra ondersteuning op een basisschool ontvangen. De ouders melden de leerling dan aan op deze nieuwe school en de school schat op basis van de ontvangen informatie (bijvoorbeeld het ontwikkelingsperspectief van de oude school) in of de leerling ook op de nieuwe school extra ondersteuning nodig heeft. In sommige gevallen geeft de basisondersteuning voldoende antwoord op de vraag van het kind. Ook kan het zijn dat in ons samenwerkingsverband de ondersteuning voor dit kind belegd is bij het speciaal(basis)onderwijs. In andere gevallen kan de vraag vallen binnen de extra ondersteuning van de school. Wel kan de invulling hiervan er anders uitzien dan op de vorige school. Elke school maakt dus zelf opnieuw de inschatting - aan de hand van het schoolondersteuningsprofiel (SOP) en de actuele situatie”- of de leerling inderdaad extra ondersteuning nodig heeft en hoe de school dit het beste kan invullen. Bij deze afwegingen kan de school de hulp van Sine Limite inroepen. Bijvoorbeeld de gespecialiseerde uitvoerder, een PAC-er of de trajectmedewerker. Ook kan de school besluiten om het kind in een interne HGPD of trajectoverleg te brengen. De route verhuizing met extra ondersteuning is te vinden op de website sinelimite.nl.
4.6.3 Verhuizen met een toelaatbaarheidsverklaring Bij de eerste inschrijving op een school is het samenwerkingsverband van de woonplaats van de leerling verantwoordelijk voor het afgeven en betalen van de toelaatbaarheidsverklaring. Ook als de leerling verhuist. Na afloop van de termijn moet hetzelfde samenwerkingsverband indien nodig een nieuwe toelaatbaarheidsverklaring afgeven. Dit samenwerkingsverband beoordeelt ook of de leerling nog steeds in aanmerking komt voor een toelaatbaarheidsverklaring. Ouders kunnen alleen bij dit samenwerkingsverband bezwaar maken tegen deze beslissing. Bij de overgang van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs is sprake van een eerste inschrijving. Het samenwerkingsverband van de nieuwe woonplaats van de leerling is dan aan zet. De route verhuizen met een toelaatbaarheidsverklaring is te vinden op de website sinelimite.nl.
4.6.4 Huidige leerlingen op het sbo en so De huidige sbo-beschikkingen worden per 1 augustus 2014 automatisch omgezet naar een toelaatbaarheidsverklaring voor sbo. De termijn van de beschikking loopt door. Voor deze omzettingen worden zo min mogelijke administratieve handelingen verricht. Ouders worden via een brief van Sine Limite, nieuwsbrief en website van Panta rhei en Sine Limite geïnformeerd. Bij het verlopen van de termijn wordt volgens de nieuwe werkwijze indien nodig verlenging bij de Commissie TLV aangevraagd. De indicaties voor leerlingen op het speciaal onderwijs blijven wettelijk vanaf 1 augustus 2014 nog maximaal twee jaar geldig. Dit betekent dat ouders tot en met 31 juli 2016 hier rechten aan kunnen ontlenen. De Linde en de Ambelt zetten hun huidige werkwijze voort waarin ze jaarlijks samen met ouders kijken of een basisschool voldoende te bieden heeft voor het kind, eventueel aangevuld met een arrangement. 26
Aanvragen voor een arrangement en verlenging van een plaatsing na 31 juli 2016 worden voorbereid in het trajectoverleg van de Linde en de Ambelt. De aanvraag voor een toelaatbaarheidsverklaring en arrangement vindt dus op dezelfde wijze plaats als in het basisonderwijs. Als een leerling teruggeplaatst wordt vanuit de sbo of so naar het basisonderwijs wordt de leerling aangemeld bij het loket. Ouders worden ondersteund in de keuze van een school door de PAC-er schoolplaatsing. Met deze werkwijze is de afgelopen jaren al ervaring opgedaan. Meer informatie over terugplaatsingen vanuit speciaal (basis) onderwijs is te vinden op de website sinelimite.nl.
4.6.5 Aanmeldingen bij de TiNtaan De toelating op de TiNtaan wijkt af van de plaatsingen op het speciaal(basis)onderwijs. Kinderen die in aanmerking komen voor een plaatsing op de TiNtaan, worden aangemeld bij de TiNtaan. De school hanteert de vastgestelde toelatingscriteria. Als er vermoeden is van een extra of intensieve ondersteuningsbehoefte van een kind, wordt het loket ingeschakeld. Meer informatie over de TiNtaan is te vinden op de website tintaandeventer.nl.
4.6.6 Ontheffing van leerplicht De ontheffing van leerplicht is belegd bij de gemeente. De GGD wordt als deskundige partij ingehuurd om de gemeente van advies te dienen. Schooljaar 2014 - 2015 vindt overleg plaats met de gemeente om te onderzoeken of het advies aan de gemeente belegd kan worden bij het BEA. Door het BEA kan dan ook een plan van aanpak gemaakt worden en de ontwikkeling van kinderen gevolgd worden. Zo nodig kunnen er gecombineerde onderwijszorgtrajecten toegekend worden. 4.7 Leerlingenvervoer In het kader van één plan zal vanaf 1 augustus 2015 de Commissie TLV ook een taak krijgen in de advisering aan de gemeente in het afgeven van een beschikking voor leerlingvervoer. Hierover worden in schooljaar 2014 - 2015 nadere afspraken gemaakt. 4.8 Bezwaar Veel belang hechten we aan bemiddeling (mediation) om uit een impasse te komen. Bij juridisering bestaat het risico dat verharding tussen standpunten van partijen ontstaat en dat partijen niet meer bereid zijn meningsverschillen of conflicten op te lossen. Dit is niet in het belang van het kind en niet in het belang van de relatie school-ouders. Op basis van voorgaande jaren heeft het loket van Sine Limite de ervaring dat (onvoldoende) communicatie tussen school en ouders de oorzaak is van meningsverschillen of conflicten én tegelijkertijd de sleutel tot de oplossing. Binnen ons samenwerkingsverband zetten we dan ook sterk in op bemiddeling vanuit het loket. Ook kan een beroep gedaan worden op ondersteuning van een landelijke onderwijsconsulent. Ook als ouders vroegtijdig en volledig over de ondersteuning voor hun kind zijn geïnformeerd en de communicatie tussen school en ouders met respect voor beider rollen is verlopen, kan het zijn dat ouders zich niet in het besluit van de school kunnen vinden. Verder kunnen ouders gebruik maken van de klachtenprocedure van de school en/of schoolbestuur. Binnen het samenwerkingsverband is een bezwaarcommissie ingesteld over besluiten van het samenwerkingsverband. Daarnaast heeft ons samenwerkingsverband zich aangesloten bij de landelijke geschillencommissie die ingesteld is voor klachten die betrekking hebben op aanmelding en verwijzing van leerlingen die extra of intensieve ondersteuning nodig hebben en over het ontwikkelingsperspectief. Ouders hebben ook de mogelijkheid om hun klacht voor te leggen aan het college voor mensenrechten en gelijke behandeling (voorheen de Commissie Gelijke Behandeling). De klachtenprocedure van ons samenwerkingsverband is te vinden op website sinelimite.nl. 27
Deel 5 Doorlopende lijn en samenwerken Ook doorlopende lijnen en samenwerking zorgen ervoor dat kinderen in Deventer optimale ontwikkelingskansen geboden kunnen worden.
5.1 Overgang voorschool naar basisonderwijs In de gemeente Deventer is overdracht van een voorschoolse voorziening naar het basisonderwijs geregeld met het Oké overdrachtsformulier. Voor kinderen met een voor- en vroegschoolse (VVE)toekenning wordt dit formulier altijd ingevuld. Ook voor leerlingen zonder VVE-toekenning is van belang dat het formulier wordt ingevuld. 5.2 Ondersteuningsstructuur voorschoolse voorzieningen In ons samenwerkingsverband heeft iedere school een trajectoverleg. Dit overleg is ook voor de voorschoolse voorzieningen in de wijk toegankelijk. Ouders en pedagogisch medewerker sluiten zoveel mogelijk aan bij het trajectoverleg van de toekomstige school. Op wijkniveau zijn schoolonafhankelijke trajectoverleggen gepland bestaande uit verpleegkundige, gezinscoach en trajectmedewerker. Hier kunnen ouders hun kind aanmelden als ze nog geen schoolkeuze hebben gemaakt of vanwege andere redenen. Ouders en kindercentrum nemen deel aan het overleg. Het trajectoverleg is bedoeld voor kinderen met extra ondersteuning. Wanneer het gaat om de eerste vragen en signalen kunnen ouders en kindercentra terecht bij het consultatiebureau. Kindercentra hebben ook de mogelijkheid om de vraag met toestemming van ouders voor te leggen aan het Kennisen dienstencentrum. Het gaat dan om de inzet van de expertise van het Sineteam. Ook de kindercentra kunnen namelijk gebruik maken van het Kennis- en dienstencentrum. De gemeente Deventer subsidieert deze inzet. In 2014 wordt het document “Ondersteuningsstructuur -9 maanden-4 jaar” geactualiseerd. De ondersteuningsstructuur wordt dan in samenhang gebracht met de doorlopende ondersteuningsstructuur (DOL) van ons samenwerkingsverband.
5.3 Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) In het kader van vroeg- en voorschoolse educatie (VVE) heeft de gemeente een convenant Wet OKE / VVE 2012 - 2015 afgesloten tussen onderwijs, GGD en kinderopvangorganisaties. Vanaf 1 april 2012 is een start gemaakt met de uitrol van VVE-beleid in de gemeente. Afgesproken is dat partijen samenwerken aan een dekkend en kwalitatief hoogwaardig aanbod voor- en vroegschoolse educatie. Het VVEbeleid kent vier ambities: 1. Opheffen non bereik doelgroep VVE; 2. 100 % van de VVE-doelgroepkinderen laten aan het einde van groep 2 een gemiddelde vaardigheidsgroei zien van 12 punten op de Cito toetsen taal en rekenen; 3. Kinderopvangorganisaties en scholen hebben ouderbetrokkenheid goed georganiseerd; 4. Er is een doorgaande lijn van voorschoolse voorziening naar basisonderwijs. Deze ambities sluiten aan bij passend onderwijs. Uitrol van het VVE-beleid is bij het Kenniscentrum VVE belegd. Dit Kenniscentrum maakt onderdeel uit van het Kennis-en dienstencentrum van Sine Limite. 5.4 Overgang naar het voortgezet onderwijs In Deventer bestaat de unieke situatie dat maar één reguliere VO-school (bestaande uit zes locaties) deelneemt aan het samenwerkingsverband VO Deventer, te weten Etty Hillesum Lyceum. Dit samenwerkingsverband kent niet zoals het samenwerkingsverband PO Deventer een traditie van samenwerking tussen scholen en speciaal onderwijs om gezamenlijk de ondersteuning in te richten en scholing voor personeel te organiseren. Ook werd nog weinig gewerkt met verwijzingsprocedures of protocollen.
28
Inmiddels is de eerste ervaring opgedaan met het beoordelen van de ondersteuningsbehoefte van leerlingen vanuit groep 8 van het basisonderwijs en binnen het voortgezet onderwijs en worden er adviezen uitgebracht over ondersteuningsarrangementen op maat. Hiervoor is de Arrangementen Commissie VO Deventer opgericht waarin onafhankelijke deskundigen zich samen met een orthopedagoog en twee teamleiders van het Etty Hillesum Lyceum buigen over de dossiers om met elkaar tot een passend advies te komen. Hierbij wordt nauw samengewerkt met ons samenwerkingsverband. Voor leerlingen die voldoende hebben aan basisondersteuning vindt de overstap naar het voortgezet onderwijs vanaf 1 augustus 2014 volgens huidige geldende procedures plaats. Waar nodig vindt warme overdracht plaats tussen het basisonderwijs, sbo en speciaal onderwijs en de verantwoordelijken binnen het Etty Hillesum Lyceum (zorgcoördinatoren en/of teamleiders). Ook voorziet het Etty Hillesum Lyceum ouders op de basisscholen van informatie door informatie-avonden te organiseren op de basisscholen. Dit naast de reguliere open dagen die toekomstige leerlingen met hun ouders kunnen bezoeken. Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben heeft het samenwerkingsverband VO vanaf 1 augustus 2014 een loket met de functies: expertise, schakelen, signaleren, verwijzen, plaatsen, toelaten vso en toewijzen zorgmiddelen. Voor de leerlingen die op het primair onderwijs een toelaatbaarheidsverklaring hebben zijn er drie mogelijkheden bij de overstap naar het voortgezet onderwijs: 1. Naar een reguliere VO school. Basisondersteuning is voldoende voor deze leerling. Ouders melden rechtstreeks aan bij de VO-school. 2. Naar een reguliere VO-school. Extra ondersteuning is nodig. Aanmelden bij de Arrangementen Commissie VO Deventer. 3. Naar een school voor voortgezet speciaal onderwijs. Aanmelden bij de Arrangementen Commissie VO Deventer. Binnen het samenwerkingsverband VO Deventer is sprake van een hoge deelname van leerlingen aan het speciaal onderwijs (1 oktober 2013: 7,62 %, landelijk 3,51 %). De zogenoemde verevening – waarbij de middelen voor passend onderwijs gelijkmatig over het land worden verdeeld – is voor het samenwerkingsverband VO Deventer hoog: vanaf 2015 tot 2020 moet het aantal leerlingen in het speciaal onderwijs verminderen met 42 %. Afstemming tussen beide Deventer samenwerkingsverbanden over maatregelen om dit bereiken is voor de doorgaande lijn primair onderwijs-voortgezet onderwijs van groot belang. Hiertoe vinden verschillende overlegvormen plaats.
5.5 Samenwerken tussen scholen In het schoolondersteuningsprofiel (SOP) beschrijft iedere school welke basisondersteuning (lichte curatieve interventies) en extra ondersteuning zij biedt. De scholen in ons samenwerkingsverband streven naar een dekkend netwerk waarbij voor ieder kind passend onderwijs mogelijk is. Het streven is daarbij om kinderen zoveel mogelijk thuis-nabij onderwijs op een vaste school te geven. Een school kan niet alle expertise in huis hebben. Het is mogelijk dat een school kennis en expertise krijgt overgedragen van een andere school. In sommige gevallen zal het kind onderwijs aangeboden krijgen buiten de eigen school. De samenwerking tussen scholen staat ook voor het werken aan kwaliteit. Binnen passend onderwijs bezoeken scholen elkaar, zij zijn elkaars klankbord en bewaken elkaars kwaliteit. Samenwerking tussen scholen vindt ook plaats in de Brede school waar scholen in een wijk werken aan de verbinding tussen onderwijs, kinderopvang, welzijn, voorschoolse voorzieningen, sport en cultuur. Brede scholen werken aan verbindingen vanuit de overtuiging dat een brede ontwikkeling goed is voor kinderen. Kinderen doen dan andere en nieuwe ervaringen op die hun wereld verrijken. Ook worden talenten op o.a. het gebied van sport en cultuur versterkt. Dat helpt hen zelfstandiger te worden en met meer zelfvertrouwen in te wereld te staan. Deze overtuiging sluit aan bij passend onderwijs.
29
5.6 Samenwerken met onderwijs aan zieke leerlingen (OZL) Soms is een leerling langdurig afwezig vanwege ernstige en/of langdurige ziekte of ziekenhuisopname. In ons samenwerkingsverband wordt de dienstverlening Onderwijs aan Zieke Leerlingen geboden vanuit de IJsselgroep / Expertis, gefinancierd door OCW. Er zijn afspraken gemaakt tussen OZL en Sine Limite over de inzet van OZL. Op onze website sinelimite.nl treft u actuele informatie over de samenwerking aan.
5.7 Samenwerken met cluster 1 Cluster 1 onderwijs richt zich op kinderen met een visuele beperking. Bartimeús is partner van ons samenwerkingsverband. Er vindt overleg plaats tussen Bartimeús en Sine Limite om afspraken te maken over de inzet van Bartimeús. Op onze website sinelimite.nl treft u actuele informatie over de samenwerking aan.
5.8 Samenwerken met cluster 2 Cluster 2 onderwijs richt zich op kinderen met een auditieve beperking en ernstige spraak- en taalmoeilijkheden. Kentalis is partner van ons samenwerkingsverband. Er vindt overleg plaats tussen Kentalis en Sine Limite om afspraken te maken over de inzet van Kentalis. Op onze website sinelimite.nl treft u actuele informatie over de samenwerking aan.
5.9 Samenwerken met het Landelijk Werkverband Onderwijs en Epilepsie (LWOE) Het Landelijke Werkverband Onderwijs en Epilepsie (LWOE) wordt gevormd door de ambulante diensten van de twee Nederlandse epilepsiescholen “De Berkenschutse” in Heeze en de “De Waterlelie” in Cruquius. Beide scholen zijn verbonden aan een Epilepsiecentrum voor epileptologie en neurologisch bepaalde leerstoornissen, respectievelijk Kempenhaeghe en Stichting Epilepsie Instellingen Nederland (SEIN). Het LWOE biedt ondersteuning aan leerlingen met epilepsie in het basisonderwijs en in het speciaal(basis)onderwijs. Er kan advies gevraagd worden, preventieve en intensieve inzet geboden worden. Er vindt overleg tussen LWOE en ons samenwerkingsverband om afspraken te maken over de inzet van LWOE. De dienstverlening van de Onderwijsspecialisten is hierbij betrokken. Op onze website sinelimite.nl treft u actuele informatie over de samenwerking aan.
5.10 Samenwerken met de Pabo en mbo Sine Limite en de Pabo Saxion werken samen. Zij stemmen af welke vaardigheden, kennis en attitude nodig zijn bij het lesgeven aan groepen kinderen met uiteenlopende onderwijsbehoeften. Medewerkers van het Sineteam geven gastlessen aan de Pabo. Het bestuur van Sine Limite is lid van de Adviesraad van Pabo Saxion. In de komende jaren zal er een samenwerking ontwikkeld worden met de mbo ROC Aventus ten aanzien van de opleiding voor onderwijsassistenten.
30
Deel 6
Doelstellingen van Passend onderwijs
Als deze doelstellingen per 1 augustus 2018 behaald zijn heeft passend onderwijs zich in ons samenwerkingsverband vanaf 1 augustus 2014 duurzaam verder ontwikkeld.
Dekkend netwerk Alle kinderen gaan naar school. Er zijn geen thuiszitters in het samenwerkingsverband. Jaarlijks maken we op basis van de schoolondersteuningsprofielen een ondersteuningsprofiel van het samenwerkingsverband. We ontwikkelen indien nodig arrangementen op de basisscholen en in het speciaal (basis) onderwijs voor kinderen met een specifieke (intensieve) ondersteuningsvraag. We streven naar speciaal onderwijs met een nog specifieker aanvullend aanbod zodat meer kinderen per 1 augustus 2018 binnen de gemeente speciaal onderwijs kunnen volgen. Voor de ondersteuningsvragen waar we binnen de gemeente aanbod hebben, hebben we afspraken gemaakt met andere scholen in de regio. Scholen Alle scholen vullen jaarlijks het SOP in. Alle scholen hebben op 1 augustus 2018 een basisarrangement van de onderwijsinspectie. Alle scholen hebben per 1 augustus 2018 het beschreven niveau van basisondersteuning. Alle scholen hebben per 1 augustus 2016 een visitatie van het ZIP gehad. Alle scholen werken vanaf 1 augustus 2014 volgens de doorlopende ondersteuningslijn (DOL). Bij elke stap zijn ouders en de leerling betrokken. Alle scholen hebben per 1 augustus 2016 op basis van de bovenschoolse map Veiligheid een schoolveiligheidplan vastgesteld waarin een vertaalslag van de Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling en medische zaken opgenomen is. Alle scholen werken vanaf 1 augustus 2015 met de Verwijsindex en zijn ouders hierover geïnformeerd in de schoolgids en tijdens de inschrijving van nieuwe leerlingen. Intensieve ondersteuning De komende drie jaar vermindert het aantal taalschakelklassen groep 1 en 2 van vier naar één groep conform de bestuursafspraken VVE-beleid. De komende vier jaar streven we naar een jaarlijks deelnamepercentage speciaal basisonderwijs van maximaal 2,6 %. Schooljaar 1 oktober 2020 1 oktober 2019 1 oktober 2018 1 oktober 2017 1 oktober 2016 1 oktober 2015 1 oktober 2014 1 oktober 2013
30
Aantal leerlingen 30 226 226 226 226 230 235 243 246
We streven naar een deelnamepercentage speciaal onderwijs van maximaal 1,65 % per 1-10-2020 met een afbouw volgens onderstaand schema . Dit betekent een vermindering van 59 leerlingen31. Het aantal leerlingen in het speciaal basisonderwijs is berekend op basis van de prognoses van het totaal aantal leerlingen in het samenwerkingsverband. Als dit aantal wijzigt heeft dit invloed op de streefcijfers.
31
Schooljaar 1 oktober 2020 1 oktober 2019 1 oktober 2018 1 oktober 2017 1 oktober 2016 1 oktober 2015 1 oktober 2014 1 oktober 2013 1 oktober 2012 1 oktober 2011 1 oktober 2010
Aantal leerlingen 147 148 161 181 193 196 203 205 206 211 197
Percentage 1,65 %
2,14 % 2,17 % 2,04 %
Schoolbesturen Schoolbesturen dragen aantoonbaar zorg voor samenhang tussen het strategisch bestuursbeleid, schoolplannen en het ondersteuningsplan. Samenwerkingsverband Het samenwerkingsverband heeft van inspectie een basistoezicht. Het Kennis- en dienstencentrum van Sine Limite functioneert naar tevredenheid bij scholen en ouders. Hiertoe wordt een kwaliteitsmeter ontwikkeld. Financieel We bewaken de financiële beheersbaarheid door middel van een plan- en controlcyclus waaronder kwartaalrapportages en een jaarrekening. Er wordt niet meer geld uitgegeven dan er ontvangen wordt, tenzij bewust een deel van de reserve wordt ingezet. Er blijft geen geld bestemd voor passend onderwijs onbesteed. Kwaliteit en transparantie We ontwikkelen een monitor die onderdeel uitmaakt van het jaarverslag van ons samenwerkingsverband. We communiceren transparant en regelmatig met scholen, ouders, leerlingen en andere belanghebbenden binnen ons samenwerkingsverband over passend onderwijs
31
Idem. De bekostiging van het speciaal onderwijs is niet voor elke vorm van speciaal onderwijs gelijk. Het aantal van 59 moet dan ook gezien worden als een kijkrichting en geen hard getal.
32
Deel 7 Verdeling van het ondersteuningsbudget32
Ook de middelen worden zo ingezet in ons samenwerkingsverband dat kinderen optimale ontwikkelingskansen geboden kunnen worden.
7.1 Verevening De mate waarin op dit moment in Nederland van speciaal onderwijs gebruik wordt gemaakt, verschilt per regio. Het ministerie van onderwijs heeft de verevening toegepast op het aantal leerlingen dat gebruik maakt van het speciaal onderwijs en rugzakken. De samenwerkingsverbanden die relatief veel gebruik maken van deze voorzieningen krijgen in de eerste periode extra middelen om deze ondersteuning te continueren volgens een jaarlijkse33 stappengrootte 100 %, 90 %, 75 %, 60 %, 30 %, 0 %. De samenwerkingsverbanden die weinig gebruik maken van de speciale ondersteuning krijgen bij de start van passend onderwijs minder middelen volgens dezelfde stappengrootte. In schooljaar 2020 - 2021 krijgen alle samenwerkingsverbanden de ondersteuningsmiddelen op basis van hun leerlingenaantallen en is de verevening afgelopen. Voor ons samenwerkingsverband betekent dit dat we in schooljaar 2020 - 2021 € 842.798 minder ondersteuningsmiddelen ontvangen dan bij de start van passend onderwijs. 7.2 Verdelingsmodellen Landelijk worden verschillende modellen voor de verdeling van de middelen gehanteerd. Ons samenwerkingsverband hanteert het solidariteitsprincipe en verdeelt de middelen volgens het schoolmodel. Solidariteit betekent dat de kosten voor intensieve ondersteuning (sbo en speciaal onderwijs) gedragen wordt door het samenwerkingsverband en daardoor verdeeld wordt over de schoolbesturen. Deze kosten gaan af van het budget dat beschikbaar is voor ondersteuning op het basisonderwijs. Wordt er veel verwezen dan blijft er minder budget over voor het basisonderwijs. Hoeveel elk afzonderlijk verwijst, maakt geen verschil in de verdeling over de schoolbesturen. Wel worden de kengetallen van de verwijzingen jaarlijks besproken in het samenwerkingsverband en leggen scholen en schoolbesturen verantwoording af aan elkaar. Schoolbesturen stimuleren de eigen scholen om de ondersteuningsmogelijkheden te vergroten en verder te ontwikkelen. Op deze manier geven we vorm aan de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor alle kinderen in de gemeente Deventer en in het bijzonder kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Voor de verdeling van de middelen bestemd voor de basisondersteuning hanteren we het schoolmodel. De gelden worden onder de scholen verdeeld op basis van het aantal leerlingen en zijn een aanvulling op de lumpsum. De school biedt daarvoor de afgesproken basisondersteuning. Ook wordt dit model toegepast voor de extra ondersteuning. Daarvoor krijgen de scholen gebaseerd op 5 % van het aantal leerlingen een aantal uren expertise. Daarnaast kunnen scholen een arrangement aanvragen voor kinderen met een specifieke extra ondersteuningsvraag. De school geeft aan een geldbedrag te willen ontvangen of expertise. Het solidariteitsprincipe werd in ons samenwerkingsverband de afgelopen jaren ook toegepast. Vanaf schooljaar 2015 - 2016 hebben we enkele jaren een positief resultaat op de begroting. Met dit geld bouwen we het weerstandsvermogen op om financiële risico’s op te kunnen vangen, zoals onverwachte groei van het speciaal (basis) onderwijs of van de arrangementen. Uitgangspunt is dat er geen kinderen op de wachtlijst staan voor een plaatsing op de sbo en speciaal onderwijs. Leidend bij de afgifte van toekenningen is de ondersteuningsbehoefte van het kind.
32
Bij het schrijven van het ondersteuningsplan zijn de gegevens teldatum 1 oktober 2013 nog niet beschikbaar. Dit kan betekenen dat er kleine wijzigingen in kengetallen en op de begroting 2014 - 2015 plaats kunnen vinden. 33 Met ingang van schooljaar 2015 - 2016.
33
7.3 Onze inkomsten Alle scholen, ook sbo en so, krijgen basisbekostiging per ingeschreven leerling. Dit is de bekostiging die de scholen rechtstreeks ontvangen van de overheid. Deze bekostiging wordt in dit document buiten beschouwing gelaten. Het samenwerkingsverband kent de volgende inkomsten: 1. Budget voor lichte ondersteuning34. Elk samenwerkingsverband krijgt een budget voor lichte ondersteuning. Dit is een bedrag van € 156 per basisschoolleerling. Voor ons samenwerkingsverband is dat 9.214 leerlingen x € 156 = € 1.437.433. 2. Normbekostiging Daar bovenop krijgt elk samenwerkingsverband een normbudget voor de zware35 ondersteuning. Dit budget wordt gebaseerd op een bedrag per leerling voor het totaal aantal leerlingen in het basisonderwijs en speciaal basisonderwijs. Voor ons samenwerkingsverband is dat 9.416 leerlingen x € 323 = € 3.041.570. 3. Rugzakmiddelen Rugzakmiddelen (teldatum: 1 oktober 2011) worden vanaf 1 augustus 2014 door de landelijke overheid betaald aan de samenwerkingsverbanden. Het ambulante deel moet tot 1 augustus 2016 verplicht ingezet worden bij het speciaal onderwijs. Voor ons samenwerkingsverband gaat dit om een bedrag van € 550.000. Tussen samenwerkingsverband en speciaal onderwijs worden hierover afspraken gemaakt. Ambulant begeleiders zijn al vanaf 1 augustus 2012 gedetacheerd naar ons samenwerkingsverband en maken deel uit van het Sineteam. Ze zijn als PAC-ers en gespecialiseerde uitvoerders op de basisscholen aan het werk. Vanaf 1 augustus 2014 worden ze in dienst genomen door het samenwerkingsverband36. Hiermee behoudt ons samenwerkingsverband de expertise én voldoen we aan de wettelijke verplichting om mee te werken aan een oplossing voor het personeel van het speciaal onderwijs. Over het schooldeel van de rugzak dat tot 1 augustus 2014 door de landelijke overheid aan scholen wordt betaald, maakt elk samenwerkingsverband afspraken. In ons samenwerkingsverband kiezen we ervoor om het schooldeel over te hevelen naar de scholen tot de indicatie afloopt. Op deze manier loopt de ondersteuning voor kinderen door na 1 augustus 2014 en wordt een soepele overgang gemaakt naar arrangementen. Deze arrangementen zijn voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben en waarvoor de basisondersteuning en extra ondersteuning van de school ontoereikend zijn. Op de begroting is voor arrangementen per schooljaar 2014 - 2015 een bedrag van € 100.000 opgenomen oplopend naar € 250.000 in schooljaar 2018 - 2019. 4. Overige baten. Bij de start van het samenwerkingsverband leggen de schoolbesturen ingedeeld bij ons samenwerkingsverband op basis van het leerlingenaantal 1 oktober 2013 gezamenlijk éénmalig een bedrag in van € 150.000. De schoolbesturen van het voormalige WSNS-verband gebruiken hiervoor het bedrag dat ze uitbetaald krijgen bij de opheffing van het samenwerkingsverband. Dit bedrag stelt het samenwerkingsverband in staat om vanaf de start van passend onderwijs met de ambities die in het ondersteuningsplan zijn vastgelegd te starten. Om dit te realiseren is een startbedrag nodig.
34
Voorheen WSNS zorgbudget. Lichte en zware ondersteuningsmiddelen zijn termen die het ministerie introduceert als het gaat over respectievelijk de voormalige WSNS middelen en het speciaal onderwijs. 36 Het samenwerkingsverband heeft geen personeel in dienst. Hiervoor is de stichting Orthopedagogisch Instituut in 2001 opgericht. Bij de stichting is het personeel van de sbo en het Sineteam in dienst. Het samenwerkingsverband en de stichting vormen een personele unie. Dit betekent dat het bestuur van het samenwerkingsverband en van de stichting uit dezelfde personen bestaan. Evenzo bij de Commissie van Toezicht van het samenwerkingsverband en de stichting. 35
34
Verder betaalt het speciaal (basis) onderwijs jaarlijks een bedrag per leerling om net als het basisonderwijs gebruik te kunnen maken van het Kennis- en dienstencentrum van Sine Limite. Hiervoor is jaarlijks € 42.942 opgenomen in de begroting.
7.4 Onze uitgaven In ons samenwerkingsverband maken we bij de uitgaven geen onderscheid tussen de lichte en zware ondersteuningsmiddelen. We zien de inkomsten als lumpsum. Afdracht speciaal onderwijs Het samenwerkingsverband moet de plekken in het speciaal onderwijs bekostigen. Hiervoor zijn door de landelijke overheid onderstaande bedragen vastgesteld.
Categorie 1 Categorie 2 Categorie 3
37
Jonger dan 8 jaar € 9.111 € 13.594 € 20.558
8 jaar en ouder € 8.385 € 14.716 € 21.595
Er wordt door het ministerie nog gewerkt aan een regeling van de tussentijdse groei van leerlingen in de sbo en speciaal onderwijs. In schooljaar 2014 - 2015 is de groei van het speciaal onderwijs voor rekening van het ministerie . Het ministerie past hiervoor bij alle samenwerkingsverbanden een korting toe op de normbekostiging van € 7 per leerling. De tussentijdse groei (per 1 februari) van de sbo komt voor rekening van het samenwerkingsverband. In afwachting van bovengenoemde regeling is op de begroting hiervoor jaarlijks een bedrag van € 90.000 in de begroting opgenomen. Dit bedrag is gebaseerd op de groei van het sbo in voorgaande jaren. De afdracht speciaal onderwijs is op basis van onderstaand overzicht in de begroting opgenomen. Het ministerie regelt de afdracht aan het speciaal onderwijs. Als er meer leerlingen op het speciaal onderwijs zitten zal er een hoger bedrag naar het speciaal onderwijs gaan. Minder leerlingen levert het samenwerkingsverband meer geld op. De komende jaren gaat het om een bedrag van € 2.023.297 met een afbouw in schooljaar 2020 - 2021 naar € 1.419.778. In afwachting van bovengenoemde regeling is op de begroting voor tussentijdse groei (per 1 februari) van het speciaal onderwijs rekening gehouden met de volgende bedragen: schooljaar 2016 - 2017: € 165.059; schooljaar 2017 - 2018: € 179.751; schooljaar 2018 - 2019: € 152.936 ; schooljaar 2019 2020: € 124.638 en in schooljaar 2020 - 2021: € 165.469. Overdrachtsverplichting aan de sbo Uit de lichte ondersteuningsmiddelen wordt de overdrachtsverplichting aan de sbo bekostigd. De landelijke overheid betaalt rechtstreeks aan de sbo 2 % van het aantal leerlingen van het samenwerkingsverband. Wanneer er meer dan 2 % van het aantal leerlingen op de sbo zitten moeten deze plekken betaald worden uit de lichte ondersteuningsmiddelen. In ons samenwerkingsverband is daar voor in schooljaar 2014 - 2015 een bedrag van € 352.698 mee gemoeid. Programma’s In het ondersteuningsplan zijn een aantal programma’s opgenomen. Deze programma’s zijn een voortzetting van diensten die de afgelopen jaren door het Kennis- en dienstencentrum werden geboden of georganiseerd met andere partners. De programma’s zijn bestemd voor de scholen die door het ministerie zijn ingedeeld in ons samenwerkingsverband. Hieronder worden de programma’s toegelicht. Programma 1 Bedrijfsvoering en regie In programma 1 zijn de volgende onderdelen opgenomen De inrichting van het samenwerkingsverband en de kosten van het Kennis- en dienstencentrum.
37
De categorieën worden toegelicht in bijlage 2.
35
Dit zijn de personeelskosten van directeur-bestuurder, loketbeheerder, teamleider, huur, administratie en beheer, afschrijvingen. Hiervoor is een bedrag van € 294.787 opgenomen. De gemeente Deventer subsidieert het loket met een bedrag van € 18.000. De bekostiging van de Commissie van Toelaatbaarheidsverklaringen + secretariaat, deelname aan Beraad Extra Aandacht (BEA), bezwaarcommissie van het samenwerkingsverband en Arrangementencommissie samenwerkingsverband VO. Hiervoor is een bedrag van € 28.116 opgenomen. De gemeente Deventer subsidieert € 4.500 voor deelname aan het BEA. De ondersteuning en budget van de OPR. De OPR wordt ondersteund door een extern deskundige die tevens technisch voorzitter is. Hiervoor is € 3.500 begroot. Verder heeft de OPR de beschikking over een budget voor abonnementen, scholing, etc. Hiervoor is € 1.500 opgenomen. Voor deelname aan de stuurgroep ontvangen scholen € 175 per bijeenkomst. Het voorzitterschap van de stuurgroep wordt ook vergoed. Totaal is een bedrag van € 28.000 opgenomen. In het ondersteuningsplan is opgenomen dat het Kennis- en dienstencentrum van Sine Limite scholing organiseert voor de scholen. O.a. invoeringstraject Protocol EWRD, scholing voor intern begeleiders, scholing door de Kennisgroepen. Hiervoor is € 35.000 beschikbaar. Programma 1 kost € 390.903. De dekking voor dit programma uit subsidie van de gemeente Deventer bedraagt € 22.500. De dekking voor dit programma uit het budget van het samenwerkingsverband bedraagt € 368.403. Programma 2 PAC De afgelopen jaren hadden de scholen de beschikking over pré-ambulante begeleiders, ambulante begeleiders en collegiale consulenten. Deze expertise wordt vanaf 1 augustus 2012 door PAC-ers geboden. Scholen bellen hiervoor het loket. Een PAC-er biedt per vraag maximaal vijf contactmomenten. Programma 2 kost € 265.063. De dekking voor dit programma uit het budget van het samenwerkingsverband bedraagt € 265.063. Programma 3 Overheveling naar de scholen In programma 3 zijn middelen opgenomen die overgeheveld worden naar de scholen voor het versterken van basis- en extra ondersteuning. 1. Basis- en extra ondersteuning. Elke school ontvangt een vaste voet van € 2.000 + een bedrag per leerling38. Dit is ongeveer € 79 per leerling. Voor de komende vijf schooljaren is jaarlijks een bedrag van € 854.000 in de begroting opgenomen. Het bedrag is in ieder geval bedoeld voor: - De inzet van de intern begeleider als voorzitter van de ondersteuningsoverleggen op de eigen school en wijktrajectoverleggen. - Deelname van de intern begeleider aan de IB-netwerken. - Vervanging van de leerkracht die deelneemt aan een ondersteuningsoverleg. Hierdoor kunnen de ondersteuningsoverleggen –net als in de WSNS planperiode- onder schooltijd plaatsvinden. - Aanschaf van materialen voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Het resterende bedrag wordt ingezet voor preventieve interventies en/ of extra ondersteuning. Deze interventies zijn in het schoolondersteuningsprofiel (SOP) terug te vinden. 2. Gespecialiseerde uitvoerder. Vanaf 1 augustus 2012 zijn de ambulante uren (rugzak) verdeeld op basis van 5 % van het aantal leerlingen per school. Elke school heeft uren expertise gekregen in de vorm van een gespecialiseerde uitvoerder. Dit zijn de voormalige ambulant begeleiders en specialisten (GESP) van Sine Limite. Voor de komende vijf schooljaren is jaarlijks een bedrag van € 410.867 in de begroting opgenomen. 3. De overheveling van rugzakmiddelen voor de duur van de indicatie. Hiervoor is in schooljaar 20142015 een bedrag van € 462.720 opgenomen met een afbouw van € 125.180 (2015-2016), € 62.160 (2016 - 2017), € 41.010 (2017 -2 018), € 27.340 (2018 - 2019). 38
Op basis van het leerlingenaantal teldatum t-1. Elke locatie met een SOP wordt voor de bekostiging als school gezien. Een 3+ groep telt voor 16 leerlingen mee vanwege o.a. de inzet van de intern begeleider.
36
4. Arrangementen. Vanaf 1 augustus 2014 is het mogelijk om arrangementen aan te vragen bij de commissie TLV. Hiervoor is in schooljaar 2014 - 2015 € 150.000 beschikbaar. In de daarop volgende schooljaren jaarlijks € 200.000. 5. Voor deelname aan de Kennisgroepen is per bijeenkomst € 175 beschikbaar voor vervanging. Hiervoor is een bedrag van € 20.000 opgenomen in de begroting. 6. Voor een extra impuls passend onderwijs zijn in de begroting de volgende bedragen opgenomen. Schooljaar 2014 - 2015: € 0; 2015 - 2016: € 250.000; schooljaar 2016 - 2017: € 200.000; schooljaar 2017 - 2018: € 200.000; schooljaar 2018 - 2019: € 200.000; schooljaar 2019 - 2020: € 0. Programma 3 kost € 1.897.587. De dekking voor dit programma uit het budget van het samenwerkingsverband bedraagt € 1.897.587. Programma 4 Preventieve interventies De gemeente Deventer geeft jaarlijks een subsidie van € 78.000 voor weerbaarheidstrainingen. Deze trainingen koopt Sine Limite in bij de Kern en Raster welzijn. De trainingen worden per wijk georganiseerd. Intern begeleiders melden de kinderen aan. De landelijke overheid geeft jaarlijks een subsidie schoolmaatschappelijk werk van € 50.00039. Dit bedrag wordt besteed aan preventieve interventies. Deze worden wijkgericht op basis van behoefte geboden. Er draaien o.a. maatjesprojecten en anti-pestprojecten. Raster Welzijn is hiervoor ingehuurd. Programma 4 kost € 118.000. De dekking voor dit programma uit subsidie van de gemeente Deventer bedraagt € 78.000 en van de landelijke overheid € 40.000. De dekking voor dit programma uit het budget van het samenwerkingsverband bedraagt € 0. Programma 5 Onderzoek GZ-Psychologen en orthopedagogen verrichten onderzoek. Zij worden ondersteund door psychodiagnostisch medewerkers. Ook vinden er IQ-onderzoeken plaats. Programma 5 kost € 147.754. De dekking voor dit programma uit subsidie van de gemeente Deventer bedraagt € 68.000. De dekking voor dit programma uit het budget van het samenwerkingsverband bedraagt € 79.754. Programma 6 Trajectoverleg Op elke school vinden trajectoverleggen plaats. De vuistregel is zes besprekingen per jaar. Jaarlijks wordt op basis van een evaluatie tussen school en Sine Limite het aantal besprekingen voor het daarop volgend schooljaar bepaald. Programma 6 kost € 158.880. De dekking voor dit programma uit subsidie van de gemeente Deventer bedraagt € 102.000. De dekking voor dit programma uit het budget van het samenwerkingsverband bedraagt € 56.880. Programma 7 Verrijkingsgroep Hoogbegaafde kinderen die extra ondersteuning nodig hebben kunnen één dag in de week deelnemen aan de verrijkingsgroep. Programma 7 kost € 30.920. De dekking voor dit programma uit het budget van het samenwerkingsverband bedraagt € 30.920.
39
De hoogte van het bedrag is nog niet bekend. Voorgaande jaren ontving Sine Limite een bedrag van ongeveer € 50.000. Aangezien het samenwerkingsverband uit minder kinderen bestaat is voor de begroting het bedrag bijgesteld naar € 40.000.
37
Programma 8 Dyscalculie- en dyslexie onderzoeken Scholen kunnen dyscalculie- en dyslexieonderzoeken aanvragen. Programma 8 kost € 155.850. De dekking voor dit programma uit het budget van het samenwerkingsverband bedraagt € 155.850. Hieronder is de meerjarenbegroting weergegeven.
7.5
Meerjarenbegroting
Baten
2014/15
2015/16
2016/17
2017/18
2018/19
2019/20
2020/21
lichte ondersteuning
1.437.433
1.430.107
1.403.765
1.378.670
1.357.316
1.357.316 1.378.670
zware ondersteuning
1.580.669
3.041.570
2.983.457
2.929.864
2.884.342
2.884.342 2.884.342
overige baten
192.942
42.942
96.589
102.170
96.949
86.148
97.309
geoormerkte baten
310.500
310.500
310.500
310.500
310.500
310.500
310.500
3.521.544
4.825.119
4.794.311
4.721.204
4.649.107
2014/15
2015/16
2016/17
2017/18
2018/19
2.023.297
1.910.848
1.588.163
1.367.477
165.059
179.751
152.936
124.638
165.469
312.911
312.911
grensverkeer sbo in overdrachtsverplichting van sbo
Totale baten Lasten afdracht SO (via DUO) afdracht SO ivm groei
4.638.306 4.670.821 2019/20
2020/21
1.588.163 1.381.072
grensverkeer sbo uit overdrachtsverplichting aan sbo
352.698
356.710
293.433
286.261
312.911
3.164.957
3.127.417
3.014.397
2.993.247
2.979.577
progr1: bedrijfsvoering®ie
390.903
390.903
390.903
390.903
390.903
390.903
390.903
progr2: PAC
265.063
265.063
265.063
265.063
265.063
265.063
265.063
1.897.587
1.860.047
1.747.027
1.725.877
1.712.207
progr4: preventieve interventies
118.000
118.000
118.000
118.000
118.000
118.000
118.000
progr5: onderzoek
147.754
147.754
147.754
147.754
147.754
147.754
147.754
progr6: trajectoverleg
158.880
158.880
158.880
158.880
158.880
158.880
158.880
30.920
30.920
30.920
30.920
30.920
30.920
30.920
155.850
155.850
155.850
155.850
155.850
155.850
155.850
3.517.655
5.507.425
5.383.738
5.047.422
4.812.901
842.798
758.518
632.099
505.679
252.839
160.492
169.091
305.880
341.885
113.196
Lasten ondersteuningsplan
progr3: overheveling scholen
progr7: verrijkingsgroep progr8: dyscalculie / dyslexieverklaringen Totale lasten Vereveningstoeslag Resultaat
3.890
2.752.237 2.752.237
1.484.867 1.484.867
4.777.949 4.611.689
59.133
38
Deel 8 Samen zorgdragen voor kwaliteit Kwaliteit: hoe zorgt iedereen gezamenlijk voor kwaliteit? Wat doet het samenwerkingsverband? Hoe doen we het onderweg? Gaan we te hard of te langzaam? Moeten we bijtanken of houden we brandstof over? Wat zijn de resultaten? Bereiken we de bestemming? Kortom: sturingsinformatie en beleidsevaluatie is van belang voor de kwaliteit van het samenwerkingsverband.
8.1 Kwaliteitszorg Kwaliteitscontrole en kwaliteitszorg zijn twee begrippen die in het kader van kwaliteit van Passend onderwijs een belangrijke rol spelen40. Kwaliteitscontrole is het achteraf controleren of doelen behaald zijn. Kwaliteitscontrole leidt tot correctieve acties. Bij kwaliteitszorg kijkt men niet alleen naar de resultaten, maar vooral of aan alle voorwaarden voldaan wordt om gewenste resultaten te behalen. Professionalisering van o.a. leerkrachten, ib-ers en directeuren is de kern van kwaliteitszorg, maar ook ondersteuning, voorzieningen, materialen en toetsen vallen onder deze voorwaarden. Kwaliteitszorg is gericht op ontwikkeling, het (bij)stellen van doelen op korte en lange termijn, en preventie, het voorkomen van slechte resultaten. Sine Limite gaat uit van duurzame interne kwaliteitszorg waarbij ontwikkeling en resultaten dienen als sturingsinformatie, en door wederzijds verantwoording af te leggen: tussen samenwerkingsverband en schoolbesturen; schoolbesturen onderling en samenwerkingsverband en OPR. Onze kwaliteitszorg wordt getoetst middels externe kwaliteitscontrole door OCW, Inspectie, gemeente en ouders. Om kwaliteit te garanderen werken we volgens de volgende principes voor strategisch kwaliteitsmanagement: 1. We zetten in op deskundigheidsbevordering 2. We werken samen: scholen, ouders en externe partners 3. We onderzoeken en veranderen tegelijk 4. We focussen op dat wat goed gaat 5. We omarmen kleine stappen 6. We weten door te meten 7. We leggen vast wat werkt 8. We sturen vanuit dialoog 8.2 Groeimonitor De bewaking van de kwaliteit van Passend onderwijs in de uitvoering is een cyclisch en doorlopend proces. We willen geen overmatige bureaucratie maar wél structureel monitoren van ontwikkeling en resultaten. We richten daartoe een monitor in die opgenomen wordt in het jaarverslag van het samenwerkingsverband. Onze uitgangspunten voor het inrichten van een monitoringsysteem zijn: 1. Niet het vele is goed, maar welke informatie is zinvol om te genereren? De monitor is een groeiinstrument. 2. De monitor beperkt zich tot registratie en ontsluiting van gegevens. Normering, analyse en waardering volgt daaruit. 3. Benchmarking: behaalde resultaten zullen worden gespiegeld aan andere samenwerkingsverbanden. 4. Bij de start van de monitor maken we gebruik van wat beschikbaar is. Veel informatie wordt al opgehaald. We vragen ons steeds af: wie beschikt over zinvolle informatie? Hoe kan die informatie beschikbaar komen? Hierbij nemen we privacyrichtlijnen in acht. 5. We hanteren een jaarkalender. Gegevens over de bedrijfsvoering hebben een hogere frequentie dan inhoudelijke input.
40
Schlusmans, K.H.L.A.(z.d.). Kwaliteit van onderwijs: waar hebben we het over? Heerlen, Nederland: Open Universiteit.
39
8.3 Kwaliteit van het ondersteuningsplan Ondersteuningsplan Het ondersteuningsplan kent een looptijd van vier jaar. Iedere vier jaar wordt het ondersteuningsplan vastgesteld volgens het wettelijk kader. Het plan wordt ieder jaar geëvalueerd. Nieuwe ontwikkelingen worden meegenomen in het activiteitenplan voor het daarop volgend jaar. De doelstellingen voor vier jaar schuiven ook mee, waardoor er altijd sprake is van een lange termijn met een concreet uitgewerkt eerste jaar. Het bestuur van het samenwerkingsverband maakt voor de Algemene Ledenvergadering van de coöperatie een jaarverslag op kalenderjaar met daarin de belangrijkste inhoudelijke en financiële ontwikkelingen. Dit jaarverslag wordt ook in de OPR besproken. Schoolondersteuningsprofiel (SOP) Ons samenwerkingsverband heeft voor het schoolondersteuningsprofiel (SOP) een web-based instrument ontwikkeld. Elke school vult dit instrument jaarlijks in en bespreekt het met het team en de MR. Vervolgens wordt een rapportage gegenereerd die leidt tot het SOP. In het SOP wordt de school op een aantal aspecten vergeleken met het totaal van het samenwerkingsverband. Tijdens de jaarlijkse bespreking in team en MR vindt zelfreflectie plaats maar daarnaast vindt ook reflectie plaats tijdens de zogenoemde ZIP41 visitaties. Elke school wordt 1x per drie jaar bezocht door een ZIP-team bestaande uit twee vaste personen en een directeur en intern begeleider van andere scholen die in dezelfde periode bezocht worden. Hiermee ontwikkelen we het WSNS-certificeringstraject verder, gekoppeld aan passend onderwijs.
8.4 Samenwerkingsverband- en bestuursrapportages Op basis van de schoolondersteuningsprofielen wordt een samenwerkingsverbandrapportage en bestuursrapportages gemaakt. De rapportage van het samenwerkingsverband is een belangrijk onderdeel voor de monitor. Daarnaast vindt zelfreflectie plaats tijdens en op basis van de ZIP visitaties. De schoolbesturen leggen op basis van de bestuur rapportages verantwoording af aan elkaar in de Algemene Ledenvergadering. Als een school niet voldoet aan de basiskwaliteit en/of basisondersteuning overlegt het betreffende schoolbestuur aan de Algemene Ledenvergadering welke ondersteunende maatregelen getroffen kunnen worden om de kwaliteit op de school te verbeteren.
8.5 De kwaliteit van het functioneren van ons samenwerkingsverband Op microniveau Het samenwerkingsverband heeft een evaluatieformulier waarop scholen en andere belanghebbenden hun oordeel over het samenwerkingsverband kunnen geven. Het evaluatieformulier wordt iedere twee jaar door de scholen ingevuld. Deze evaluatie betreft het Sineteam en de activiteiten van het samenwerkingsverband, alsmede de klachtenbehandeling. De resultaten van de evaluaties leiden tot afstemming van beleidsdoelen en worden vastgelegd in het jaarverslag van het samenwerkingsverband. Op mesoniveau De teamleider van het Sineteam voert een gesprekscyclus conform het personeelsbeleid van de stichting Orthopedagogisch Instituut. De directeur-bestuurder voert volgens de gesprekscyclus functionerings- en beoordelingsgesprekken met de teamleider, secretariële ondersteuning en de coördinator VVE. Twee leden van de commissie van toezicht voeren jaarlijks een beoordelingsgesprek met de directeur-bestuurder. Op macroniveau Inspectie van Onderwijs voert het toezicht op samenwerkingsverbanden gefaseerd in. Voorafgaand aan de inwerkingtreding van passend onderwijs, voert de inspectie simulaties uit bij alle samenwerkingsverbanden.
41
ZIP betekent Zelfreflectie Instrument Passend onderwijs.
40
Dat houdt in dat de inspectie een kwaliteitsonderzoek nabootst en de samenwerkingsverbanden aan de hand van het waarderingskader inspectie toetst. Ook na de invoering van passend onderwijs houdt inspectie toezicht op de samenwerkingsverbanden. Er vindt een kwaliteitsonderzoek plaats. Op basis van dit onderzoek volgt een kwaliteitsprofiel en een toezichtarrangement. Meer informatie over het toezichtkader samenwerkingsverbanden is te vinden op de website inspectievanonderwijs.nl.
8.6. De kwaliteit van het financieel beleid Het financieel beleid van Sine Limite is gebaseerd op vier uitgangspunten: a. Het samenwerkingsverband kan op de korte en lange termijn aan haar financiële verplichtingen voldoen. b. Er is altijd actueel inzicht in de financiële staat van de organisatie. c. Er wordt (tenzij bewust een deel van de reserve wordt ingezet) niet meer geld uitgegeven dan er ontvangen wordt en er blijft ook geen geld dat bestemd is voor passend onderwijs onbesteed (te veel geld op de bank). d. De besteding van de middelen is transparant. Het samenwerkingsverband kan op korte en lange termijn aan haar verplichtingen voldoen. Dit betekent dat de liquiditeit en het weerstandsvermogen goed zijn. Voldoende liquiditeit betekent voldoende middelen op de bankrekening, zodat alle betalingen tijdig kunnen worden uitgevoerd, inclusief pieken die in het uitgavenpatroon voor komen. In de jaarcijfers maken we dit zichtbaar doordat de liquiditeit altijd minimaal 1,5 % is. En in de dagelijkse gang van zaken, doordat er altijd minimaal een bedrag van € 500.000 op de bank of vrij opneembare spaarrekening staat. Door te werken met een degelijke (meerjaren)begroting en een goede planning&controlcyclus bewerkstelligen we dat het samenwerkingsverband ook op langere termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. Ondanks het werken met een degelijke meerjarenbegroting kunnen zich ongeplande tegenvallers voordoen. Onderstaande eerste risicoanalyse geeft globaal aan, aan welke risico’s dan gedacht moet worden. Onderwerp Inkomsten
Kennis- en dienstencentrum
Personeel
Sbo en speciaal onderwijs
Commissie TLV
Totaal
Risico De landelijke overheid bezuinigt op de budgetten van de samenwerkingsverbanden en Sine Limite heeft tijd nodig om haar uitgavenpatroon hierop aan te passen (bijvoorbeeld in verband met personele verplichtingen). De hoeveelheid (aan)vragen blijkt te laag begroot. Er zijn meer arrangementen, interventies en/of onderzoeken nodig dan gepland. Er moeten extra kosten gemaakt worden om de zorgplicht te realiseren. Personele risico’s zijn: - vacatures die met (duurder) interim personeel opgevuld moeten worden; - arbeidsconflicten; - langdurig verzuim. De (tussentijdse) verplichte afdrachten aan sbo en speciaal onderwijs vallen hoger uit dan begroot. De tijdsbesteding van de commissieleden blijkt te laag begroot en/of er zijn meer bezwaarprocedures dan begroot. Er moet daarom extra capaciteit worden ingehuurd.
Kwantificering risico € 200.000
€ 100.000
€ 350.000
€ 200.000
€ 50.000
€ 900.000
41
Verondersteld wordt dat niet alle risico’s zich tegelijkertijd en in volle omvang voor zullen doen. Daarom volstaan we met een weerstandsvermogen van € 650.000. In de komende jaren zal nader onderzocht en onderbouwd worden of dit te laag of te hoog is.
Actueel inzicht Met de invoering van het stelsel passend onderwijs worden de taken, budgetten, verantwoordelijkheden en risico’s van ons samenwerkingsverband groter. Dit vereist naast het werken met een goede risicoanalyse, een goede organisatie van het financieel management. De financiële functie is het complete financieel beleid en beheer van een organisatie. Het gaat enerzijds om de opzet, namelijk het geformuleerde beleid en de structuur van de financiële ‘poot’ binnen de organisatie. En anderzijds om de uitvoering, namelijk het verloop van de processen en de personele bezetting. We werken dit in drie punten uit: - De financiële en de personeels- en salarisadministratie worden op kwalitatief goede wijze uitgevoerd. Hierbij wordt het samenwerkingsverband ondersteund door ‘t Onderwijsbureau te Meppel. Naast het voeren van de financiële administratie levert ‘t Onderwijsbureau een controller. Per kwartaal worden managementrapportages aangeleverd. - Onder deze werkzaamheden ligt een beknopte planning- en controlcyclus (hoe en wanneer de begroting op- en vaststellen, hoe en wanneer tussentijdse financiële overzichten), hoe en wanneer jaarrekening en jaarverslag op- en vaststellen). - Er wordt (tenzij bewust een deel van de reserve wordt ingezet) niet meer geld uitgegeven dan er ontvangen wordt en er blijft ook geen geld bestemd voor passend onderwijs onbesteed. Verantwoording en transparantie De besteding van de middelen is transparant. Dit betekent dat helder is waarin het geld besteed wordt en wat met de inzet van deze middelen beoogd wordt. Het werken met een Programma-gerichte opbouw van de begroting, gekoppeld aan het Ondersteuningsplan draagt bij aan de gewenste transparantie. Daarnaast werkt het samenwerkingsverband met een systeem van monitoring, waarin informatie wordt verzameld over de manier waarop de beschikbare gelden worden besteed. Het samenwerkingsverband verantwoordt de middelen jaarlijks in een jaarrekening die onderdeel uitmaakt van het jaarverslag. Schoolbesturen hebben in hun begroting de middelen zichtbaar opgenomen en in de jaarrekening is hierover een paragraaf opgenomen. Scholen hebben zichtbaar in de schoolbegroting de inkomsten vanuit het samenwerkingsverband opgenomen. In de jaarrekening van de school wordt in een paragraaf vermeld hoe de middelen besteed zijn.
8.7 Kengetallen Ons samenwerkingsverband houdt de volgende kengetallen per jaar bij als kwaliteitscontrole op kwaliteitszorg. Financiële kengetallen Rentabiliteit; resultaat gedeeld door de totale baten Kapitalisatiefactor; activa zijde gedeeld door de totale baten (omzet) Eigen vermogen Weerstandsvermogen; het eigen vermogen minus de materiele vaste activa uitgedrukt in een percentage van de rijksbijdrage OCW Solvabiliteit; eigen vermogen en voorzieningen gedeeld door het totale vermogen Inhoudelijke kengetallen Aantal leerlingen in het regulier onderwijs Aantal leerlingen in het speciaal basis onderwijs Aantal leerlingen in het speciaal onderwijs 42
Aantal scholen met aangepast toezicht binnen het samenwerkingsverband Aantal toelaatbaarheidsverklaringen per onderwijssoort Aantal verwijzingen en terugplaatsingen per school Aantal arrangementen per onderwijssoort en per school Aantal onderzoeken door het samenwerkingsverband Aantal PAC-vragen per school en naar soort vraag Aantal loketvragen Aantal leerlingen per school besproken in het trajectteam en in het Beraad Extra Aandacht (BEA) Aantal thuiszitters; meldingen van scholen en thuiszitters volgens de landelijke definitie Aantal trajecten met inzet van de landelijke onderwijsconsulent Aantal meldingen bij de landelijke geschillencommissie
Noot: Op lokaal niveau zijn er nog twee monitoren. De gemeente Deventer monitort het beleid van Wieg naar Werk in de jeugdmonitor “Jeugd in beeld”. Ons samenwerkingsverband levert twee keer per jaar gegevens aan voor deze monitor. Het Kenniscentrum VVE dat onderdeel uitmaakt van het Kennis- en dienstencentrum heeft als taak om VVE te monitoren en jaarlijks gemeente, schoolbesturen, organisaties kindercentra en andere partners te voorzien van rapportage.
43
Hoe is het plan tot stand gekomen In 2007 is het samenwerkingsverband WSNS Deventer e.o. gestart met het invoeringstraject Passend onderwijs door een week Passend onderwijs te organiseren waarbij alle scholen een dag uitgenodigd werden deel te nemen aan een startbijeenkomst. Tijdens deze dag zijn workshops bezocht en is discussie gevoerd. De opbrengsten zijn verzameld en in een notitie vastgelegd. Tijdens deze week is een prijsvraag voor een naam van het samenwerkingsverband uitgeschreven. Dit heeft geresulteerd in de naam “Sine Limite”. De prijswinnaar heeft samen met andere leerkrachten, besturen, directeuren en intern begeleiders deelgenomen aan één van de vier studiereizen georganiseerd door het samenwerkingsverband naar Connecticut, Amerika. Tijdens deze reizen heeft gedachtenvorming over Passend onderwijs plaatsgevonden welke vastgelegd is in studiereisverslagen. Ook is in oktober 2008 tijdens één van de studiereizen een verklaring ondertekend door de schoolbesturen, de zogenoemde Meriden Declaration. In deze verklaring hebben de schoolbesturen de contouren van passend onderwijs vastgelegd. De ambitie is toen uitgesproken om een Experimentstatus Passend onderwijs bij het ministerie van OCW aan te vragen. De aanvraag voorzien van onderliggende stukken kon door het ministerie niet gehonoreerd worden omdat de Tweede Kamer besloot om geen experimenten en veldinitiatieven meer toe te kennen. De onderliggende stukken zijn gebruikt bij het schrijven van het ondersteuningsplan. De afgelopen vier jaar hebben directeurennetwerken en IB-netwerken in het teken gestaan van passend onderwijs. Allerlei thema’s zijn besproken en de resultaten hiervan uiteindelijk opgenomen in het ondersteuningsplan. Ook hebben het ouderplatform en leerkrachtenplatform een belangrijke bijdrage geleverd aan het ondersteuningsplan. De afgelopen zes jaar zijn beide platforms actief geweest. Zij hebben advies gegeven, gediscussieerd en als klankbord voor het bestuur gefungeerd. Kennisgroepen en werkgroepen hebben zich gebogen over de uitwerking van procedures, schema’s, stappenplannen. Lokale werkgroepen hebben de verbinding tussen passend onderwijs, CJG en transitie jeugdzorg tot stand gebracht. De voortgang hiervan is de afgelopen jaren besproken in het management- en bestuurlijk overleg van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) en in de Lokale Educatieve Agenda (LEA). De stuurgroep vervulde een centrale rol. Notities en discussiestukken werden besproken tijdens de vergadering en met de achterban, van advies voorzien en aangeboden aan het bestuur van het samenwerkingsverband. Uiteindelijk zijn bovengenoemde opbrengsten bijeengebracht in een concept-ondersteuningsplan. Op 13 november 2013 heeft de stuurgroep een positief advies gegeven op het conceptondersteuningsplan. Op 22 november 2013 heeft de stuurgroep het advies herbevestigd op basis van de besprekingen met hun achterban. Op 19 november 2013 heeft de Commissie van Toezicht het bestuur feedback gegeven op het ondersteuningsplan. Op 27 november 2013 heeft het bestuur het concept-ondersteuningsplan ter voorbereiding op het op overeenstemming gericht overleg tussen wethouder en bestuur besproken in een ambtelijk overleg. Vervolgens heeft het bestuur de op- en aanmerkingen van bovengenoemde besprekingen verwerkt in voorliggend ondersteuningsplan. In de oprichtingsvergadering van de Ondersteuningsplanraad d.d. 8 januari 2014 heeft het bestuur uitleg gegeven over passend onderwijs, ons samenwerkingsverband en het ondersteuningsplan. Op d.d. 20 januari 2014 heeft op overeenstemming gericht overleg tussen de wethouder van onderwijs van de gemeente Deventer en het bestuur van het samenwerkingsverband plaatsgevonden met een positieve uitkomst. In de vergadering van de Algemene Ledenvergadering d.d. 21 januari 2014 is het ondersteuningsplan vastgesteld. De laatste op- en aanmerkingen zijn verwerkt tot de definitieve versie en op 30 januari 2014 ter instemming aangeboden aan de OPR. 44
Afkortingen en begrippenlijst Afkortingen ALV
Algemene Leden Vergadering
BAO
Basisonderwijs
Bea
Beraad Extra Aandacht
CJG
Centrum Jeugd en Gezin
CVT
Commissie van toelaatbaarheidsverklaringen
DOL
Doorlopende ondersteuningslijn
DUO
Dienstuitvoering Onderwijs
GESP
Gespecialiseerde uitvoerder
GGD
Gemeentelijke Gezondheidsdienst
GGL
Gewogen gemiddelde leeftijd
GGZ
Geestelijke gezondheidszorg
HGPD
Handelingsgerichte proces diagnostiek
ILT
Individueel Leertraject
IVH
Integrale Vroeghulp
IQ
Intelligentie Quotiënt
LEA
Lokale Educatieve Agenda
LG
Lichamelijk gehandicapt
LVG
Licht verstandelijk gehandicapten
LVS
Leerlingvolgsysteem
MBO
Middelbaarberoepsonderwijs
MG
Meervoudig gehandicapt
MR
Medezeggenschapsraad
OCW
Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap
OOGO
Op Overeenstemming Gericht Overleg
OP
Ontwikkelingsperspectief
OPR
Ondersteuningsplanraad
OZL
Onderwijs Zieke leerlingen
Pabo
Pedagogische Academie basisonderwijs
PAC
Preventieve Ambulante Consultatie
PO Raad
Primair Onderwijs raad
RMC
Regionaal meld- en coördinatiepunt vroegtijdig schoolverlaters
SBO
Speciaal Basisonderwijs
SO
Speciaal Onderwijs
SOP
Schoolondersteuningsplan
SMV
Samenwerkingsverband
TiNtaan
Tijdelijk intensief Nederlandse taal onderwijs aan nieuwkomers
TLV
Toelaatbaarheidsverklaring
VO
Voortgezet onderwijs
VVE
Voor- en vroegschoolse educatie
WSNS
Weer samen naar school
ZIP
Zelfevaluatie Instrument Passend Onderwijs
45
Begrippenlijst A Ambulant begeleider Ondersteuner binnen het onderwijs om ondersteuning voor leerlingen met een leerlinggebonden financiering (“rugzak”) te begeleiden. B Bartimeus Instelling ten behoeve van zorg voor slechtziende en blinde mensen. Basisondersteuning Door het samenwerkingsverband afgesproken onderwijszorg die een school aan alle leerlingen moet kunnen bieden. De basisondersteuning wordt vastgelegd in het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband. Benchmarking Het op regelmatige basis de prestaties en werkwijzen van de eigen organisatie vergelijken met andere organisaties. Brede school Samenwerking basisschool met bijvoorbeeld kinderopvang, sportclub en huiswerkbegeleiding. Brinnummer Registratienummer van de school. C Civil society Jeugd, ouders, familie, buurtbewoners en het sociale netwerk vormen samen de civil society. Cluster 1 Scholen voor visueel gehandicapte kinderen en visueel gehandicapte kinderen met een meervoudige beperking. Cluster 2 Scholen voor dove en slechthorende kinderen en kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden, mogelijkerwijs in combinatie met een andere handicap. Cluster 3 Scholen voor leerlingen met verstandelijke (ZML) en/of lichamelijke beperkingen (Mytyl / Tytyl) en aan leerlingen die langdurig ziek zijn (LZK). Cluster 4 Scholen voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen, langdurig zieke kinderen zonder een lichamelijke handicap en onderwijs aan kinderen in scholen die verbonden zijn aan pedologische instituten. Cognitieve basisbehoeften Basisbehoeften bij kinderen op het gebied van kennis, leren en een uitdagende omgeving. Curatieve interventie Lichte curatieve interventies zijn ondersteuningsmogelijkheden binnen de school, die structureel beschikbaar zijn voor alle kinderen. D Disharmonisch profiel Een verschil in intelligentie tussen verbale prestaties en performale prestaties of andersom. Doorlopende ondersteuningslijn (DOL) School legt de doorlopende ondersteuningslijn vast in het zorgplan.
46
Dyslexie Leerstoornis op het gebied van lezen en spelling. Dyscalculie Leerstoornis op het gebied van rekenen. E Expertisefunctie Sine Limite heeft een kennis- en dienstencentrum van waaruit expertise aan de scholen geboden wordt. Expertanalyse Een inhoudelijke analyse op basis van aanvullende informatie omtrent mogelijke risico’s binnen het samenwerkingsverband. F Fact-sheet Factsheets zijn documenten waarin wetenschappelijke kennis compact, begrijpelijk en toepassingsgericht is samengevat. Financiële kengetallen Kengetallen waarmee de financiële toestand van een organisatie kan worden beoordeeld en gemeten. G Gespecialiseerde uitvoerder De gespecialiseerde uitvoerder wordt ingezet op de scholen op vaste momenten in de week om te werken met kinderen en te ondersteunen in de interactie tussen kind en leerkracht. Gezinscoach De gezinscoach is afkomstig uit de jeugdhulp en kan laagdrempelig opvoed- en behandeltrajecten inzetten. Groeimonitor Het cyclische en doorlopende proces waarmee de uitvoering van passend onderwijs wordt gevolgd. H Handelingsgericht toekennen De vraag van de leerling staat centraal binnen de context van de leefomgeving. De mogelijkheden van het kind, de ouders en de leerkracht bepalen wat er nodig is. Handelingsgericht werken Dit is een systematische werkwijze waarmee een basisschool praktische handvatten krijgt voor het vormgeven van de zorgstructuur op de school waarbij de onderwijsbehoeften van de leerling centraal staan. HGPD Handelingsgerichte Procesdiagnostiek (HGPD) is een oplossingsgerichte en handelingsgerichte gespreksvorm, waarbij met de betrokkenen de probleemsituatie, die de leerkracht inbrengt, besproken wordt en er gericht wordt gekeken naar de compenserende factoren. De leerkracht wordt gestimuleerd zelf oplossingen te bedenken, waarbij er wordt uitgegaan van kansen en mogelijkheden. I IB-netwerk Netwerkbijeenkomsten voor intern begeleiders die een aantal keren per jaar bij elkaar komen om geïnformeerd te worden over ontwikkelingen binnen het onderwijs en voor het uitwisselen van kennis en ervaring.
47
Individueel leertraject (ILT) Een individueel leertraject voor leerlingen die op één vakgebied (rekenen, taal of lezen) het eindniveau van de basisschool niet halen. Integrale zorgtoewijzing Gezamenlijke zorgtoewijzing van gemeenten en onderwijs, waarbij sprake is van een gedeelde visie op versterking van het opvoeden binnen onderwijs, gezin en vrije tijd. Intern begeleider Taak of functie binnen het basisonderwijs waarbij het vormgeven en coördineren van de zorgstructuur binnen de school centraal staat. K Kengetallen Verhoudingsgetal dat is samengesteld uit de jaarrekeningen en bestaat uit financieel-economische gegevens. Kennisanalyse Beschikbare kennis bij de inspectie als onderdeel van de kwaliteitsbeoordeling. Kentalis Onderwijsorganisatie voor leerlingen met auditieve beperking en ernstige spraak- en taalmoeilijkheden. L Lumpsum Financiering van scholen door de Nederlandse overheid. O Oké-overdrachtsformulier Formulier dat een kindercentrum en ouders invullen voor de overdracht naar het basisonderwijs. Ondersteuningscontinuüm De optelsom van de basisondersteuning, extra ondersteuning en intensieve ondersteuning wat geboden wordt binnen het samenwerkingsverband. Ondersteuningsplan Plan waarin samenwerkingsverband vastlegt op welke manier passend onderwijs voor alle leerlingen wordt gerealiseerd. Ondersteuningsplanraad Een wettelijk orgaan binnen een samenwerkingsverband met als belangrijkste taak het beoordelen van het ondersteuningsplan en daarop instemming te verlenen. Ontschotting Middelen worden verdeeld aan de hand van de vraag en niet aan de hand van het aanbod. Ontwikkelingsperspectief (OP) Er wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld als een kind op meerdere gebieden het eindniveau van de basisschool niet haalt. Er wordt een inschatting gemaakt van de ontwikkelingsmogelijkheden van een leerling voor een bepaalde, langere periode, waarbij de school een voorspelling doet over het verwachte uitstroomniveau in het voortgezet onderwijs. Opting in Schoolbesturen van speciaal onderwijs die op een schoollocatie één of meerdere leerlingen uit een ander samenwerkingsverband onderwijs geven hebben de mogelijkheid zich aan te melden bij het betreffende samenwerkingsverband. Op overeenstemminggericht overleg Het bestuur van het samenwerkingsverband overlegt met alle gemeenten in het samenwerkingsverband over het ondersteuningsplan. Dit op overeenstemming gericht overleg gaat over de inhoud van het ondersteuningsplan, de ondersteuning aan leerlingen, de aansluiting op jeugdzorg, het leerlingenvervoer en de huisvesting van het onderwijs. 48
Ook vindt er tussen ouders en school op overeenstemming gericht overleg plaats over het ontwikkelingsperspectief van een kind. Onderwijs aan Zieke Leerlingen (OZL) Instelling die zich richt op ondersteuning op gebied van educatieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen en jongeren, die door ernstige en/of langdurige ziekte niet naar school kunnen. P PAC-er Gespecialiseerde medewerkers van Sine Limite die kortdurende, vooral preventieve, trajecten inzetten op de scholen. Dit gebeurt op vraag van de school. ParnasSys Een web based leerlingvolgsysteem en leerlingadministratiesysteem in één. Pedagogisch klimaat Het geheel van aanwezige en gecreëerde omgevingsfactoren, die invloed hebben op het welbevinden van leerlingen. PO-Raad Behartigt de belangen voor de sector primair onderwijs (basisonderwijs, sbo en speciaal onderwijs). Professionaliseringsbeleid Beleid gericht op het vergroten van de kwaliteit van een organisatie. Psychodiagnostisch medewerker Deze medewerker voert onderzoek uit om het (cognitief) functioneren van een leerling in kaart te brengen, bijvoorbeeld door het afnemen van een intelligentie-onderzoek. R Reguliere onderwijs Onderwijs dat zich niet richt tot speciale doelgroepen, in tegenstelling tot speciaal (basis)onderwijs. Remedial Teacher (RT) Een leerkracht die de taak heeft ondersteuning te verlenen aan leerlingen met leerproblemen of gedragsstoornissen. Risicoanalyse Het benoemen en in kaart brengen van bedreigingen. S Samenwerkingsverband Verband van scholen binnen een bepaalde regio. Schoolondersteuningsprofiel Een omschrijving van de basis- en extra ondersteuning die een individuele school binnen een samenwerkingsverband kan bieden. SchoolZAT Zorgadviesteam binnen de school, waar ook externen bij aan kunnen schuiven om met elkaar op een oplossingsgericht wijze problematiek van een leerling te bespreken. Een SchoolZAT functioneerde in de WSNS-periode op de basisscholen. Sineteam Het ondersteuningsteam van Sine Limite, werkzaam vanuit het Kennis- en dienstencentrum. Het team bestaat uit loketbeheerders, PAC-ers, gespecialiseerde uitvoerders, trajectmedewerkers, onderzoekers en een teamleider. 49
SNEL-aanvraag Aanvraag voor acute extra ondersteuning via het loket waarbij een medewerker van Sine Limite snel aan de slag gaat met de casus of tijdelijke ondersteuning ingezet kan worden. Sprint plus Sprintplus is dyslexiesoftware voor o.a. technisch en begrijpend lezen, spellen en strategisch schrijven. T Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) Verklaring waarmee toestemming wordt verleend voor het plaatsen van een leerling op het speciaal (basis) onderwijs. Trajectoverleg Overleg op school waarbij intern begeleider, leerkracht, ouders, trajectmedewerker van Sine Limite, gezinscoach (jeugdhulp) en/of schoolverpleegkundige (GGD) met elkaar in gesprek gaan. Transitie Jeugdzorg Nieuw stelsel binnen de jeugdzorg. Het budget jeugdzorg gaat per 1 januari 2015 van de provincie naar de gemeente met als doel om bureaucratie en sterk versnipperde hulpverlening te verminderen. Triple P Triple P is een methode om een positieve opvoedstijl aan te leren. U Uitstroomniveau Een inschatting van wat een leerling op school gaat leren. Deze inschatting is gebaseerd op wat de school denkt met de leerling denkt te kunnen bereiken, bijvoorbeeld Gymnasium, HAVO, VMBO of praktijkonderwijs. V Vangnet Informatie en SamenwerkingsSysteem Zie verwijsindex. Verevening De omvang van het budget voor het samenwerkingsverband wordt bepaald door het aantal leerlingen. Naar rato krijgt ieder samenwerkingsverband dus evenveel geld voor ondersteuning. Dit wordt verevening genoemd. Momenteel verschilt het aantal indicaties voor zware ondersteuning sterk per samenwerkingsverband. Daarom is er een overgangsregeling. Verrijkingsgroep De verrijkingsgroep is een bovenschools project binnen het samenwerkingsverband voor hoogbegaafde kinderen uit groep 6 t/m 8. De kinderen gaan een dag per week naar de verrijkingsgroep, de andere dagen zijn ze op hun eigen school. Verwijsindex (VIS2) Digitaal systeem waarin signalen over kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar worden opgeslagen. Volgdocument Een document waarin gegevens worden vastgelegd over de ontwikkeling van leerlingen die gebruik maken van een preventief programma, licht curatieve ondersteuning of extra ondersteuning. Voorschool Deze voorziening (kindercentrum) zorgt voor een goede start en bereidt een kind spelenderwijs voor op de basisschool. Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) Dit is een stimulering bestemd voor jonge kinderen (voorschool en groepen 1 en 2 op de basisschool) die een grotere kans hebben om een onderwijsachterstand op te lopen.
50
W Warme overdracht Dit is het doorgeven en bespreken van informatie over een kind, waarbij de betrokkenen elkaar ook ontmoeten (dus niet alleen overdracht op papier). WSNS Weer Samen Naar School. Beleid van OC&W met als doel zoveel mogelijk kinderen op de basisschool passende zorg en passend onderwijs te bieden. (1 augustus 1998 - 1 augustus 2014) Z Zorgplicht De plicht van het schoolbestuur om te zorgen voor een passend onderwijsaanbod voor alle leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften, die op de school worden aangemeld of al staan ingeschreven. Het passend onderwijsaanbod moet gerealiseerd worden binnen de eigen school of opeen van de andere scholen binnen het samenwerkingsverband.
51
Bijlage 1
Zorgplichtroute
Stappen: 1. De school maakt een afweging of zij de leerling passend onderwijs42 kan bieden. Ouders hebben bij aanmelding informatie gegeven over de ondersteuningsbehoefte van hun kind. Als er sprake is van extra ondersteuningsbehoefte voeren school en ouders een HGPD-intern overleg waarbij het Volgdocument ingevuld is. Als de school niet kan voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van het kind, meldt zij dit bij het loket van Sine Limite. Ook stelt de school het schoolbestuur op de hoogte. 2. De PAC-er schoolplaatsing wordt ingezet en neemt de wettelijke doorlooptijd43 van zes weken in acht met een mogelijke verlenging van vier weken. 3. Op basis van het Volgdocument wordt een inschatting gemaakt of een basisschool antwoord heeft op de ondersteuningsbehoefte van het kind of dat het kind intensieve ondersteuning nodig heeft. De PAC-er voert een gesprek met ouders en school. 4. Bij de keuze van een school wordt gebruik gemaakt van het SOP, maar ook de actuele situatie op de school en in de klas. 5. De PAC-er schoolplaatsing, ouders en zorgplichtschool trekken samen op. De PAC-er heeft als rol om andere scholen te benaderen en zo nodig andere partners in te schakelen. 6. Als intensieve ondersteuning (sbo, speciaal onderwijs of een arrangement) in aanmerking komt, meldt de zorgplichtschool het kind aan bij de Commissie TLV. 7. Indien ouders of school niet akkoord gaan met de onderwijsplek van het kind kunnen zij dit melden bij de bezwaarcommissie van ons samenwerkingsverband. Ouders kunnen ook bezwaar aantekenen bij het bevoegd gezag van de zorgplichtschool. Meer informatie staat op de website sinelimite.nl.
42 43
Het gaat hier over kinderen met een extra ondersteuningsvraag. De wettelijke termijn start vanaf dat het kind aangemeld is bij de school.
52
Bijlage 2
Toelaatbaarheidsverklaringen nader toegelicht
Vooraf Kinderen die vallen binnen onderstaande kenmerken hoeven niet automatisch in aanmerking te komen voor één van de toelaatbaarheidsverklaringen. Het is mogelijk dat de basisschool met basisondersteuning, extra ondersteuning of een arrangement voldoende te bieden heeft voor het kind. Naarmate er sprake is van een combinatie van factoren is de onderwijsbehoefte ernstiger en intensiever. Voorafgaand aan de toekenning van een verklaring van één van de categorieën vindt altijd een afweging plaats of speciaal basisonderwijs (eventueel met een arrangement) passend onderwijs kan bieden voor een kind. SBO Panta rhei - Kinderen met een cognitieve beperking. De ondergrens voor een plaatsing in het SBO ligt op een IQ van 60. Tussen een IQ van 60 en 70 moet sprake zijn van compensatie op andere gebieden, zoals sociaal-emotionele ontwikkeling en sociale redzaamheid. Een bovengrens is er niet. Ook kan er sprake zijn van een disharmonisch profiel. Vaak is er dan sprake van een leerstoornis. - Kinderen met een sociaal-emotionele problematiek die dit uiten in gedragsproblemen. - Kinderen met gedragsproblemen en/of psychiatrische problematiek. - Kinderen met epilepsie, langdurig zieke kinderen en kinderen met een motorische beperking. Categorie 1 Onder categorie 1 vallen de volgende speciaal onderwijs typeringen: ZMLK (zeer moeilijk lerende kinderen) en LKZ (langdurig zieken), cluster 4 en epilepsie. - Voor ZML leerlingen geldt een IQ lager dan 60 (matig verstandelijke beperking) of een IQ tussen de 60 en 70 met daarbij een zeer geringe sociale redzaamheid. - Bij LZK is er sprake van een zeer geringe zelfredzaamheid en/of leerachterstand. Daarnaast is sprake van structureel verzuim (meer dan 25 % van de effectieve leertijd). - Bij (voorheen) cluster 4 leerlingen is er sprake van zeer ernstige gedragsproblemen, ontwikkelingsproblemen en/of psychiatrische problemen. - Kinderen met epilepsieproblematiek die meer ondersteuning nodig hebben dan het basisonderwijs of sbo kan bieden (bijvoorbeeld extra ondersteuning plannen en organiseren, vergelijkbaar met de problematiek van kinderen met een niet-aangeboren hersenletsel) Categorie 2 Er is sprake van één of meer stoornissen die motorische beperkingen veroorzaken en die leiden tot een ernstige belemmering om aan onderwijs deel te nemen. Daarnaast is er sprake van een onderwijsbeperking door een zeer geringe zelfredzaamheid (afhankelijkheid van derden voor algemene dagelijkse levensverrichtingen of voor de onderwijs voorwaardelijke (fijn-) motorische activiteiten en handelingen), leerachterstand (op de gebieden technisch lezen of spelen, begrijpend lezen en rekenen) of structureel verzuim (meer dan 25 % van de effectieve leertijd). Categorie 3 Er is sprake van één of meerdere stoornissen die motorische en/of verstandelijke beperkingen veroorzaken, die leiden tot een ernstige belemmering om aan onderwijs deel te nemen. Er is sprake van een zeer geringe zelfredzaamheid en/of sociale redzaamheid, of een ernstige gedragsproblematiek bij een IQ lager dan 35. Kinderen met een ernstige vorm van epilepsie die meer ondersteuning nodig hebben dan regulier geboden kan worden (denk hier bij aan de kinderen die door de ernstige vorm van epilepsie steeds meer achteruitgaan in hun ontwikkeling). Meer informatie over Panta rhei, de Linde en de Ambelt staat op de website sopdeventer.nl of de websites van bovengenoemde scholen. Meer informatie over toelaatbaarheidsverklaringen en toekenningen staat op website sinelimite.nl. 53
Bijlage 3
Schema doorlopende ondersteuningslijn (DOL)
Vraag rondom ontwikkeling leerling
basisondersteuning
Interne HGPD
basisondersteuning
Sterkte – zwakte analyse
Pac
onderzoek
Gespecialiseerd uitvoerder
ILT
Overige acties
basisondersteuning inclusief lichte curatieve interventies Vragen blijven Sterkte – zwakte analyse incompleet
basisondersteuning / extra ondersteuning Trajectoverleg 1 kind/gezin, 1 plan
extra ondersteuning onderzoek
OPP
Gespecialiseerd
uitvoerder
PAC
Inzet traject gezinscoach
Overige acties
extra ondersteuning Commissie TLV
BEA (Beraad extra aandacht)
Intensieve ondersteuning/ intensieve hulpverlening
54
Toelichting op het schema DOL Op onze scholen streven we ernaar dat ouders zich welkom voelen op school. Er is regelmatig contact tussen school en ouders. Elkaar regelmatig spreken moet normaal zijn. Hierdoor ontstaat een basis van vertrouwen. Ouders zijn belangrijk voor de school en deze belangrijke rol wordt groter toe als er sprake is van zorg over de ontwikkeling en functioneren van een kind. Een signaal kan afkomstig zijn van de ouders maar ook van de school. Als er zorgen zijn over een kind, bespreken school en ouders dit met elkaar. Ieder vanuit de eigen rol. Vanaf dat moment trekken school en ouders samen op. Ook het kind wordt hierbij betrokken. Een school heeft alle leerlingen in beeld. Er vinden groepsbesprekingen plaats. Als er zorgen zijn waarbij preventieve maatregelen niet geholpen hebben, starten ondersteuningsoverleggen, zoals HGPD intern overleg, trajectoverleg, Beraad Extra Aandacht en Commissie van Toelaatbaarheidsverklaringen. De ondersteuningsoverleggen worden doorlopen beginnend bij lichte ondersteuning en als dat niet werkt door naar zwaardere ondersteuning. Soms kan het nodig om andere keuzes te maken, stappen over te slaan en snel door te schakelen. In het de doorlopende ondersteuningslijn gaat de lijn niet alleen van licht naar intensiever maar ook weer terug. In ons samenwerkingsverband wordt in de ondersteuningsoverleggen gewerkt met handelingsgerichte procesdiagnostiek (HGPD) en oplossingsgerichte gesprekstechniek. Handelingsgerichte Procesdiagnostiek is een een gezamenlijk cyclisch zoekproces; gericht op verantwoord praktisch handelen; vanuit een integrale visie. Hieronder worden de ondersteuningsoverleggen toegelicht. Interne HGPD HGPD-besprekingen werden tot 1 augustus 2014 gevoerd tussen intern begeleider, leerkracht, ouders en HGPDzorgteamlid (van Sine Limite). Vanaf 1 augustus 2014 ontwikkelen we HGPD naar een HGPD-intern overleg waarbij intern begeleider, leerkracht en ouders met elkaar in gesprek gaan. Scholen hebben een keuze gemaakt of de schoolverpleegkundige structureel of op afroep aanwezig is bij deze besprekingen. Indien nodig kunnen derden, zoals het netwerk van ouders of PAC-er44 aanschuiven bij het overleg. De intern begeleider kan meer diensten van Sine Limite inzetten dan voorheen. Dit bevordert het preventief werken en snelheid van trajecten. HGPD-intern valt onder de basisondersteuning. Vanuit dit overleg kunnen preventieve en licht curatieve interventies worden ingezet. Als ouders hulp bij opvoedvragen nodig hebben kan de verpleegkundige kortdurende opvoedondersteuning geven of kunnen ouders de gezinscoach45 inschakelen. Trajectoverleg Als er bij ouders en school vragen blijven wordt het kind besproken in het trajectoverleg46. Het trajectoverleg bestaat uit school, ouders, trajectmedewerker (Sine Limite), gezinscoach (jeugdhulp) en/of schoolverpleegkundige (GGD). Ook bij dit overleg zijn plaatsen beschikbaar voor professionals of het netwerk van de ouders. De gezinscoach werkt laagdrempelig en kan opvoed- en behandeltrajecten inzetten. De huidige aanmeldingen bij Bureau jeugdzorg vervallen hiermee. De trajectmedewerker kan trajecten vanuit Sine Limite inzetten. Commissie van Toelaatbaarheidsverklaringen (Commissie TLV) Soms blijkt dat het kind (tijdelijk) intensieve begeleiding nodig heeft. De school vraagt dan een toelaatbaarheidsverklaring aan bij de Commissie van Toelaatbaarheidsverklaringen (Commissie TLV). Ook kan een arrangement aangevraagd worden.
44
PAC-er is een medewerker van Sine Limite met specifieke expertise (bijvoorbeeld op het gebied van gedragsproblemen, syndromen, leerstoornissen). 45 Gezinscoach is een nieuwe werkwijze in Deventer en maakt onderdeel uit van de transitie jeugdzorg. De term gezinscoach is een werktitel. 46 Het trajectoverleg is een samenvoeging van het SchoolZAT en de HGPD. De samenstelling van het trajectoverleg kan per school verschillen. De samenstelling van het trajectoverleg staat in het SOP en schoolgids van de school vermeld.
Beraad Extra Aandacht (BEA) Als intensieve begeleiding nodig is in de thuissituatie wordt parallel aan de aanvraag bij de Commissie TLV het kind ingebracht in het Beraad Extra Aandacht (BEA). Het Beraad Extra Aandacht is een lokaal multidisciplinair overleg waar o.a. GGD, hulpverlening, MEE en Sine Limite plaats hebben. Ouders nemen ook deel aan het BEA. In veel gevallen zal ook de gezinscoach aanschuiven in het overleg. Sine Limite en GGD zorgen voor de verbinding tussen BEA en Commissie TLV. Ook als een kind op de basisschool onderwijs volgt, kan voor intensievere hulpverlening het BEA geraadpleegd worden. In onderstaand schema is naast de doorlopende ondersteuningslijn (DOL) ook de leefwereld vrije tijd/buurt weergegeven waarmee de verbinding tussen onderwijs en jeugdzorg inzichtelijk wordt. Dit schema geeft de nieuwe werkwijze jeugdzorg in Deventer weer. De nieuwe werkwijze is in ontwikkeling en wijzigingen op het schema kunnen de komende periode plaatsvinden.
56
Bijlage 4
Schema nieuwe werkwijze transitie jeugdzorg
Leefwereld buurt/vrije tijd
Ondersteuningstrajecten
Leefwereld onderwijs
Onderwijstrajecten
OUDERS Traject 3
Traject 4
Programma kinderwerk
onderwijs
Traject 5
Kinderwerk
BSO
Vragen rondom ontwikkeling van een kind
Opvoedondersteuning GGD
Traject 8
Traject 7
Traject 6
Interne HGPD bespreking Gezinscoaches
Trajectoverleg Traject 9
Traject 4
RT
Aanpassingen in de groep Diagnostisch onderzoek Gespecialiseerde uitvoerder
Traject 1
Traject 2
Traject 6
Traject 5
Traject 3
Diagnostisch onderzoek
Traject 7
Sociale vaardigheidstraining
PAC
Traject 4
Traject 5
Maattraject
Traject 4
Traject 5
Gespecialiseerde uitvoerder
Traject 4
Traject 5 Speciaal(basis) onderwijs
Traject 1
Traject 3 Traject 4
Traject 2
BEA; BJZ ; GGD; MEE Hulpverlening ; Onderwijs
Traject 6 Traject 5
Commissie toelaatbaarheidsverklaringen
Arrangement o.a. : LZK, Down, LG, MG, zeer ernstige gedragsproblematiek