Partnernieuws Jaargang 13 - nr 1 - maart 2013
In dit nummer: Van de redactie
2
Column Simon de Jong
3
Van voedingsassistente naar verpleeghulp Bedrijfshulpverlening op maat Nieuw: Verpleegkundige/ Verzorgende Adviesraad Het Management Team Karnemelksloot: twee achtergronden, één cultuur Onderdeelcommissie (OC) Gouwestein De dag van Judy Kalkman
Samenwerking met maatschappelijke partners!
4 5
6 7
11
12 13
Thuiszorg in opmars
14
Column Ary van Eijk
14
Hoe staat het met... QIC
15
ISO-9001 certificaat
15
Zij ondervindt sinds januari dagelijks hoe groot de meerwaarde is van de acht
Betaaldata salarissen
15
cliënt/medewerkers van Gemiva, die in Irishof actief zijn. Een soortgelijke ervaring
Medewerkers van Irishof met hun “nieuwe collega’s” van Gemiva
Een belangrijk speerpunt in ons meerjarenbeleidplan is de samenwerking met maatschappelijke partners. “Mensen met een verstandelijke beperking hebben onze centra veel te bieden,” vertelt Marjon Vonck, directeur van Irishof.
heeft Gert Boer, technisch facilitair medewerker in Savelberg. Vanaf november heeft
De bijzondere kant van... Elaine Amadsoedjoek
16
Gert in de persoon van Iwan van Woudenberg een heuse assistent. Iwan is bij Savelberg gekomen via een jobcoach van Ipse de Bruggen. En de samenwerking bevalt beide heren goed.
VVAR
legt
verbinding tussen en
medewerkers management
> Kijk op pag 6!
Irishof: WinWin voor iedereen! Marjon Vonck: “De beleidslijn van Zorgpartners én van de overheid is er steeds meer op gericht om krachten te bundelen en samen te werken in een groot netwerk. De samenwerking met Gemiva SVG
Groep is daar een voorbeeld van. Medewerkers van Gemiva en bewoners met een visuele beperking blijken een uitstekende match. Bewoners zijn gebaat bij extra tijd en aandacht; de medewerkers van Gemiva hébben dat! Ieders welzijn wordt op die Vervolg op pagina 2 1
Van de redactie Op 28 januari jl. maakte Koningin Beatrix bekend dat zij op 30 april 2013 afstand doet van de troon, waardoor we sinds lange tijd weer een koning krijgen. De laatste keer ‘30 april’, dat is best vreemd, zullen velen zo ervaren. “Een mooi moment”, zegt Beatrix. 75 jaar geworden en 200 jaar koninkrijk. Vanaf 2014 vieren we “Koningsdag” op 27 april.
verwisselen of andere klusjes. “Soms is dat best zwaar werk; zoals de containers buiten zetten, maar ik doe het graag. Ik heb eerst een dvd gekeken over het werken in een zorgcentrum. En weet je wat me opviel: het klopt precies!” Suzy, Wanda en Petra hebben al net zulk gevarieerd werk als hun mannelijke collega’s. Petra brengt
“De mensen zijn altijd heel blij als je in de buurt bent.”
Natuurlijk gebeurt er binnen Zorgpartners ook genoeg. Van het gastvrijheidsconcept tot het oprichten van de Verpleegkundige, Verzorgende Advies Raad en van nieuwbouw tot verbouw van centra.
De samenwerking tussen de medewerkers
Daarnaast een terugkoppeling van de medewerkerraadpleging die november jl. werd gehouden, waar we met een score van 42% trots mogen zijn op het aantal deelnames. Hieruit zijn veel verbeterpunten te halen. Een brede vertegenwoordiging van directeuren, Raad van Bestuur, OR, Raad van Commissarissen en andere genodigden kregen deze terugkoppeling op een bijzondere wijze aangereikt, namelijk in de vorm ‘Spiegeltheater’. Bij Spiegeltheater worden prachtsituaties in scene gezet, om daar vervolgens over de discussiëren.
van Irishof en van Gemiva verloopt heel positief.
manier vergroot. Gemiva wil haar cliënten een zo plezierig én nuttig mogelijke besteding van de dag geven. Dit hoorde ik ook van Gerry Lammë, die bij Gemiva werkt en die ik op een platformbijeenkomst ontmoette. We bleken dezelfde ambities te hebben en zijn allebei van het type ‘geen woorden maar daden’. Een plan met een echte win-win situatie was vervolgens snel gemaakt. De Gemiva-medewerkers, die in Irishof ondersteunen, hebben het echt naar hun zin en dragen bij aan een goed verloop van de dag in ons centrum. Ze brengen de voor ons o zo nodige ‘handjes’ én nieuw elan mee en verbreden tegelijk bij ons hun horizon. Vanuit Gemiva worden ze goed begeleid en ik kan deze manier van werken van harte aanbevelen bij de andere centra.”
warme maaltijden rond en maakt schoon. “Als je hier boven bij de mensen komt, zijn ze altijd heel blij dat je in de buurt bent. Het leukste wat ik hier heb meegemaakt is dat iemand gelijk uit bed sprong en ging eten, toen ik met de warme maaltijd langs kwam.” Suzy helpt ook bij de schoonmaak en doet spelletjes met de bewoners van Irishof. “Dat is heel gezellig, net als het ’s middags met z’n allen wachten op de bus. Na werktijd blijft iedereen nog wel even hangen.” Wanda is een harde werker en draait volop met de huishoudelijke dienst mee. “Ik vind het zo fijn dat ik écht iets kan betekenen voor andere mensen,” lacht ze verlegen. Marjon Vonck legt uit: “Het werken hier moet echt zinvol zijn, dus het is niet zo dat we zoeken naar klusjes. Bovendien moet vraag en aanbod wel goed op elkaar aansluiten. We kijken samen met de begeleiders van Gemiva naar de beste match tussen wat mensen leuk vinden en kunnen én wat we nodig hebben.”
COLUMN Kwetsbare ouderen? Er is op dit moment veel aandacht voor de vergrijzende samenleving. Ouderen vormen een substantieel deel van de samenleving en het dagelijks leven in het dorp of (stads)wijk. Zij willen zo lang mogelijk in hun eigen huis én in de eigen buurt blijven wonen. Tegelijkertijd stijgen de kosten en de maatschappelijke samenhang neemt af. Gekeken zal moeten worden hoe de leefomgeving iets kan betekenen voor de ouder wordende mens, maar ook wat deze (oudere) bewoner kan betekenen voor de leefomgeving. Van een gebouw alleen word je niet gelukkig. Net zo min als van zorg. Zorg heb je nodig, en die moet je krijgen: op tijd en van goede kwaliteit. Je welbevinden, het contact met mensen, je eigenwaarde zijn aspecten die bepalen hoe prettig je voelt. Het is van groot belang dat binnen de kleiner wordende actieradius van ouderen voldoende toegang is tot eigen sociale contacten, voorzieningen en belevingen. Ouderen met familie en vrienden in de buurt doen minder een beroep op zorg of andere maatschappelijke ondersteuning.
“Als je boven komt, is iedereen blij” De Gemiva-medewerkers in Irishof eten tussen de middag samen en wisselen dan ruimschoots ervaringen uit. Ze helpen in het Grand Café, bij het uitdelen van de maaltijden op de afdelingen, in de spoelkeuken, bij de schoonmaak of doen spelletjes met de bewoners. Sjaak vertelt dat hij er wel van op keek, toen hij hoorde dat hij in een zorgcentrum zou gaan werken. “Ik moest wel wennen hoor, aan al die andere mensen. Eén dag in de week werk ik in de buurtsuper, dus met mensen werken, dát kon ik gelukkig al.” In het begin hielp het dat Sjaak een aantal Gemiva-collega’s om zich heen had. Zoals Ronald, die hij ook al kende van de buurtsuper. Ronald helpt vooral in de spoelkeuken bij het afwassen en zet de koffie- en thee-bestellingen klaar Marjon: voor de activiteiten en ver8 mensen van @GemivaSVGGroep werken bij gaderingen in Irishof. ons! Verrijkend! Perry is juist weer wat Wat zij aan sfeer, echtheid meebrengen meer technisch georiëncompenseert iedere verstandelijke beperking teerd. Hij helpt de technische dienst met lampjes
”Als een spiegel niet helder is, komt er stof op” (Tao Meng).
Ton van de Bildt Personeelsfunctionaris, trainer in agressie en trainingsacteur
2
n zijn blij met de komst van Iwan
Niet alleen Gert, maar ook de kippe
“Sinds Iwan er is, leggen de kippen op Savelberg eieren” Twee dagen in de week loopt Iwan van Woudenberg (bijna 20 jaar) met een grote glimlach rond in Savelberg. Hij maakt de vloeren schoon met een boenmachine, voert technische klusjes in en rondom het centrum uit en spoelt onder begeleiding de waterleidingen in het kader van legionellabeheer. “En dit is nog maar een greep uit alle werkzaamheden,” vertelt technisch medewerker Gert Boer. Iwan vult aan: “Ik breng ook de waskarren weg, zet de glasbak buiten én zorg voor de kippen.” Gert: “Iwan voert een aantal taken zelfstandig uit, maar heeft natuurlijk ook begeleiding nodig. Hij brengt wel altijd een zonnetje mee. En sinds Iwan er is, leggen de kippen eieren. Over meerwaarde gesproken . . .”
Maak zorg onzichtbaar en integreer ouderen op een natuurlijke wijze in de buurt. Kijk naar wat ouderen wel kunnen in plaats van wat ze niet kunnen. De wens om in een aantrekkelijk woonomgeving te wonen blijft, ook als je zorg nodig hebt. Zorgpartners kiest ervoor dat de ‘zorg’centra in de dorpen en wijken natuurlijk onderdeel uitmaken van de omliggende buurt. Op zo’n manier dat de drempel voor de bewoners om naar buiten te gaan verlaagd wordt én andersom dat het voor bezoekers en buurtbewoners weer aantrekkelijk wordt om het gebouw binnen te gaan en gebruik te maken van de faciliteiten die het centrum biedt. De wens van mensen om te kunnen blijven participeren en bijdragen aan de maatschappij, ook als ze zorg nodig hebben, vraagt een benadering die verder gaat dan de muren van het zorggebouw. Er ligt een uitdagende opgave voor de gemeenten, welzijnsorganisaties en zorginstellingen, maar zeker ook voor de buurtbewoners, wijkorganisaties en vrijwilligersorganisaties die actief zijn in het dorp en de buurt. Deze uitdaging willen wij graag aangaan.
3
durf Bijzondere leerafdeling in Prinsenhof
Bedrijfshulpverlening op maat gemaakt
Van voedingsassistente naar verpleeghulp
Ieder bedrijf in Nederland dat werknemers in dienst heeft, krijgt ermee te Veranderingen binnen een centrum kunnen voor onrust zorgen, maar voor Krista Veltrop en Coby Versluis hebben ze juist erg goed uitgepakt. Toen ze te horen kregen dat hun functie als voedingsassistente in De Riethoek zou gaan verdwijnen door de overstap naar kleinschalig wonen, hebben ze deze kans met beide handen aangegrepen om zich te laten omscholen tot verpleeghulp niveau 2 via de leerafdeling van Zorgpartners in Prinsenhof. Krista: “Met dit diploma kun je meer kanten op en waar krijg je nu een docent, die naar jou toe komt?” De leerafdeling is een formule waarbij een traditionele opleiding wordt gecombineerd met leren terwijl je werkt. Krista en Coby zijn een aantal maanden geleden met deze vorm van onderwijs begonnen. Krista: “Bij de opening van Prinsenhof zijn we op de afdeling begonnen en begin september zijn we aan de opleiding begonnen. Deze duurt negen maanden. We werken op de afde-
ling en daarnaast hebben we op maandag van één tot half vijf les.” Deze lessen gaan luis volgens Coby gepaard Krista Veltrop en Coby Vers met een pittige hoeveelheid huiswerk. “Naast je werk, de lessen en het huiswerk heb je weinig vrije tijd over. Gedurende de hele opdracht moeten we 36 praktijkopdrachten uitvoeren tijdens ons werk op de afdeling. Hier moeten we een uitgebreid verslag over schrijven en deze worden dan beoordeeld. Verder moeten Herkenning vanuit de praktijk we een groot aantal werkstukken maken en Bij de opening van Prinsenhof zijn Krista presentaties geven. Dit zijn onze examenen Coby gelijk aan de slag gegaan op een van de afdelingen. Dit was voor beide even opdrachten. Als we deze allemaal halen, wennen. Krista: “Je wordt behoorlijk in het krijgen we een officieel MBO-diploma.” diepe gegooid, maar achteraf viel het best mee. De eerste weken merk je dat het Blij met de verandering vooral lichamelijk zwaarder is, maar daar Ondanks dat het veel werk met zich meeraak je aan gewend. Tijdens de lessen brengt, zijn zowel Coby als Krista nog merk je dat je er profijt van hebt, dat je steeds heel blij dat ze gekozen hebben gelijk op een afdeling bent gaan werken, voor de opleiding. Coby: “De opleiding want je bent toch verder dan je klasgenobevalt goed. Ik vind het dan ook niet erg ten. De lesstof spreekt ook meer aan, dat we dit hebben moeten doen, omdat omdat je het herkent vanuit de praktijk.” onze functie als voedingsassistente zou Coby merkt in de praktijk dat haar kennis gaan verdwijnen. Het is eigenlijk iets wat en ervaring als voedingsassistente nog ik altijd al heb gewild, maar wat er nooit steeds zeer waardevol is. “De basis heb je van gekomen is. Toen ik deze kans kreeg, al, omdat je ervaring hebt met het werken met mensen. Tijdens je werk zie en hoor je veel van collega’s met een andere functie. Op dat gebied heb je een flinke voorsprong op klasgenoten die van buiten de zorg instromen.” dacht ik gelijk: ‘Dit moet ik doen’. Je staat nu veel meer aan het bed, dan als voedingsassistente. Dat is iets heel anders, maar het geeft wel veel voldoening.” Krista sluit zich hierbij aan. “Ik ben blij met deze verandering. Na elf jaar in de keuken van De Riethoek is dit een leuke nieuwe kans. Ik vind het ideaal dat je niet naar een aparte school toe hoeft. De docente komt naar ons toe, dat is toch ideaal? Een ander voordeel is dat de opleiding relatief kort duurt.”
“Dit is een leuke nieuwe kans.”
4
maken; de verplichting om een aantal BHV’s oftewel Bedrijfshulpverleners in dienst te hebben. In het verleden werden deze cursussen voor de medewerkers van Zorgpartners gegeven door een extern bureau. Sinds september 2012 is hier verandering in gekomen. Zorgpartners beschikt sinds die tijd over een eigen BHV-instructeur, Hans Bos. Hans is al jaren werkzaam bij Zorgpartners. Binnen Hoteldienst betrekt Hans per 1 januari 2013 de functie coördinator veiligheid en milieu en hij is opgeleid als instructeur voor BHV-cursussen. Door deze twee functies te combineren is er een op maat gemaakte BHV-cursus voor Zorgpartners ontstaan. Hans: “Doordat ik vanuit mijn functie als coördinator veiligheid specifieke kennis heb over de situatie bij Zorgpartners, weet ik de risico’s van de verschillende centra beter in te schatten. Hierdoor kan ik bij de trainingen goed inspringen op de werkelijke situatie. Normaal zijn BHV-cursussen vrij algemeen, omdat ze voor allerlei soorten bedrijven geschikt moeten zijn. Nu we een eigen cursus hebben, kunnen we onze medewerkers veel gerichter opleiden. Een ander voordeel is dat ik nu meer contact heb met de medewerkers van de verschillende centra. Daardoor hoor je wat er overal gebeurt, waardoor ik informatie krijg, die ik weer in mijn functie als coördinator veiligheid kan gebruiken. Zo ontstaat er een positieve wisselwerking. Omdat we onze eigen faciliteiten hebben, zijn we ook flexibeler met het inplannen van de cursussen. Zodra er een groep vol is, kunnen we met de cursus van start gaan.”
Veilig voelen Sinds september zijn er al ruim twintig cursussen gegeven. Hans heeft gemerkt dat de cursisten erg gemotiveerd zijn. “De reacties zijn tot nu toe erg positief. De cursisten zijn erg enthousiast en ze zien het belang van de cursus in. Het is als hulpverlener belangrijk om je zelf ook veilig te voelen, zeker als je ’s avonds en ’s nachts moet werken. Door de kennis en praktijkervaring, die de cursisten opdoen, zijn ze beter op onveilige situaties voorbereid. Zorgpartners is een organisatie die 24 uur per dag zorg verleent aan een grote groep mensen, die niet zelfredzaam zijn. Dan is het belangrijk om je verantwoordelijkheid te nemen en te zorgen dat je in het geval van een calamiteit zoveel mogelijk leed kunt voorkomen.” Zelf vindt Hans het ook erg leuk om de cursussen te
teur Hans Bos
Onze BHV-instruc
geven. “Ik vind het geweldig om te doen, omdat je het gevoel hebt echt iets te kunnen toevoegen aan de algemene veiligheid.”
Brandjes blussen De cursus BHV bestaat uit een theoriedeel door middel van e-learning en vier uur praktijkles. In de praktijklessen staan twee categorieën centraal, namelijk de handelingen in levensbedreigende situaties, zoals reanimatie, de stabiele zijligging en de Heimlich-greep en het blussen met kleine blusmiddelen, zoals de blusdeken en verschillende soorten brandblussers. Tijdens de lessen wordt eerst door middel van filmpjes een instructie gegeven. Daarna moeten de handelingen door de cursisten, in groepjes van drie, worden geoefend. Volgens Hans gaat dat bijna altijd goed. “Bij de trainingen wordt buiten een klein brandje aangestoken, dat vervolgens door de cursisten moet worden geblust. Ze kunnen dan oefenen hoe je bijvoorbeeld een branddeken moet vasthouden en hoe je met de juiste brandblusser, en op de juiste afstand, een beginnende brand kan bestrijden. De cursus wordt gegeven in groepen van maximaal twaalf cursisten, waardoor het een erg intensieve training is.” Het onderdeel ontruiming en de interne alarmeringprocedures worden op locatie verzorgd.
5
aandacht Nieuw bij Zorgpartners: VVAR Verpleegkundige/Verzorgende Adviesraad
Het Management Team van Zorgpartners: wie is wie? De afgelopen periode zijn er wisselingen geweest van directeuren en managers. Daarnaast is het servicebureau anders ingericht en is er een nieuw onderdeel Hoteldienst ontstaan. Tijd voor een compleet overzicht van het Management Team van Zorgpartners Midden-Holland. Wie is wie?
Toos Verheij (transferverpleegkundige) is de kersverse voorzitter van een nieuw adviesorgaan bij Zorgpartners: de Verpleegkundige/Verzorgende Adviesraad, kortweg VVAR. “Het klinkt ingewikkeld, maar het komt erop neer dat de VVAR adviseert over diverse beroepsinhoudelijke zaken om de kwaliteit van zorg te kunnen verbeteren. Voor de medewerkers van Zorgpartners is het een interessant instrument om hun werk en de kwaliteit van de zorg op een nóg hoger plan te brengen. De VVAR is bij Zorgpartners samengesteld uit verpleegkundigen en verzorgenden. De groep is een brede vertegenwoordiging van verschillende
Raad van Bestuur
disciplines en centra. Onze adviezen richten zich op de organisatie van de zorg. Het zijn overkoepelende zaken, die op de hele organisatie toepasbaar zijn.” Samenstelling van de VVAR: Toos Verheij (voorzitter), Wil Karrenbeldt, Janine van Ardenne, Florien van den Bosch, Ellen Vrijenhoek, Jaap Scheepens, Margriet Hemminga en Marjon Mijderwijk.
Toos Verheij en Wil Karrenbeldt
“Wij leggen straks de verbinding tussen de medewerkers in de zorg en het management. Weloverwogen van start Naast Toos is onder meer ook praktijkverpleegkundige Wil Karrenbeldt bij de VVAR betrokken. Beide dames zijn enthousiast. Wil: “Zorginstellingen zijn niet verplicht om een VVAR in te richten. Dit initiatief vanuit de Raad van Bestuur en de Ondernemersraad toont weer aan dat we een echte proactieve zorggroep zijn.” In januari 2013 werd de VVAR officieel opgericht. In maart volgen de leden een training bij een professioneel bureau dat is gespecialiseerd in VVAR-zaken. Dit zal hen
6
een goede start geven om hun jarenlange ervaring en kennis in te zetten voor het nieuwe adviesorgaan, dat feitelijk alle collega’s ‘raakt’. Toos: “Wij leggen straks de verbinding tussen de medewerkers in de zorg en het management. Dat doen we door onderwerpen te bespreken die voor deze beroepsgroep belangrijk zijn. Hierdoor willen we zorgen voor een grotere betrokkenheid van de zorg en de koers van de organisatie, waardoor meer draagkracht kan ontstaan bij beleid. Bij de training zullen we het jaarplan van Zorgpartners als uitgangspunt
nemen. Als we meer inzicht krijgen in het huidige beleid kunnen we als VVAR bepalen wat belangrijk is om over na te denken. De verpleegkundige bereikbaarheid binnen Zorgpartners zal één van de aandachtsgebieden zijn. De inrichting van de Infotheek en de protocollen rondom mantelzorg zijn andere voorbeelden.” Wil: “Ook het taakgericht werken komt aan bod. En daarnaast verwachten we ook vraagstukken en onderwerpen van collega’s aangereikt te krijgen. De VVAR moet een dynamisch en interactief karakter krijgen. Ik kijk er naar uit om écht van start te gaan.”
Humphrey Versloot Voorzitter Raad van Bestuur
Simon de Jong Lid Raad van Bestuur
Makkelijk toegankelijk Toos benadrukt ten slotte, dat de VVAR laagdrempelig toegankelijk wil zijn, maar alleen voor centrumoverstijgende zaken in actie komt. “Collega’s moeten ons straks absoluut makkelijk kunnen bereiken, maar de VVAR moet niet verward worden met de OR. Wij gaan niet over arbeidsvoorwaardelijke zaken of individuele belangenbehartiging. Wel zullen we gevraagd en ongevraagd advies gaan uitbrengen aan de Raad van Bestuur. Die kan vervolgens zelf kiezen of de adviezen worden overgenomen.”
Peter van der Wel Bestuurssecretaris
Jolanda Nieuwveld Bestuurssecretaresse en ambtelijk secretaris Raad van Commissarissen
Darinca Vorster Secretaresse Raad van Bestuur
7
Directeuren
Directeuren
Petra Dekker Directeur Prinsenhof en De Riethoek
Sander van IJsseldijk Directeur Bloemendaal en De Hanepraij
Jos de Lang Directeur Ronssehof en Z3
Taco van Delft Directeur Floravita
Willem Bezemer Directeur Souburgh
Leny Vermeulen Directeur De Breeje Hendrick en nevenlocatie Krimpen a/d Lek
Irene Feenstra Directeur Savelberg
Marjon Vonck Directeur Irishof
Jan van den Broek Directeur Julianastaete
Joke van Straaten Directeur Geerestein
Ger van Uden Directeur Moerdregt
Janneke Pillen Directeur De Reehorst
Agnes van Buuren Directeur Gouwestein en Karnemelksloot
Loes de Vries Directeur Zorgpartners Dienstverlening
Gert Veldhuizen Directeur Vijverhof en De Meent
Jan Metske Directeur Sola Gratia en Slothoven
8
9
eigenheid Karnemelksloot: twee achtergronden, één cultuur
Servicebureau
In oktober 2008 openden aan de Karnemelksloot in Gouda de deuren van een woongroep voor mensen met niet-aangeboren hersenletsel. Dit zorgcentrum is een samenwerking van Zorgpartners en Gemiva en biedt woonruimte aan 24 mensen. Karnemelksloot heeft zich in de viereneenhalf jaar van haar bestaan ontwikkeld tot een prima wooncomplex én een belangrijk buurtpunt. Dat is knap voor een nieuw initiatief, waarin bovendien twee ‘zorgculturen’ samenkwamen. Vera van Dijk, persoonlijk begeleidster (Gemiva) en
Leo Blom Manager HRM
Peter Noordam Manager bedrijfsvoering/ Concerncontroller
Rob van der Vijgh Manager ICT
Miranda Boterkooper, begeleider en ergocoach i.o. (Zorgpartners) vertellen wat er zo speciaal is aan ‘Karnemelksloot’. Pionieren met succes
Linda Oprel Manager Marketing & Communicatie
Ondersteunende diensten
Vera: “Karnemelksloot is fantastisch om te werken én ook de cliënten hebben het hier goed naar hun zin. In het begin kon je goed merken dat er twee verschillende culturen bij elkaar waren gekomen. De neuzen moesten echt dezelfde kant op gezet worden.” Miranda: “Zorgpartners is van origine een intramuraalgerichte organisatie. En dat houdt in dat er meer ‘zorggericht’ wordt gewerkt. Voor die collega’s was het een uitdaging om zich meer op te stellen als begeleider, zodat je het zelfstandig wonen van cliënten ook stimuleert.” Vera herkent dit. “Wat ook meespeelde was dat er nog nauwelijks beleid was toen we van start gingen. Dat kwam eigenlijk later pas en dus was het echt pionieren. Met elkaar hebben we ‘het wiel uitgevonden’ wat de beste manier van werken was en hoe de dagroutines het beste verliepen. Inmiddels heerst hier geen Gemiva- of Zorgpartners-cultuur maar een échte Karnemelksloot-sfeer.” Miranda: “We kunnen trots zijn op wat er is bereikt. Het gaat hier echt om de mensen; zorg en begeleiding zijn goed samen gekomen. Collega’s helpen elkaar en de cliënten profiteren van de goede samenwerking. En daar is het natuurlijk om te doen.”
Miranda Boterkooper en Vera van
Dijk (Gemiva)
“Collega’s helpen elkaar en de cliënten profiteren van de goede samenwerking.” theater- of filmbezoek eindigt niet stipt rond elf uur en daar houden we rekening mee. Datzelfde geldt in de ochtend: als je wil uitslapen dan doe je dat gewoon, desnoods tot in de middag.”
Vrijheid
Stienet Bonefaas Manager Hoteldienst
Hester Ploos van Amstel Manager Behandeling en Begeleiding 10
Die speciale Karnemelksloot-sfeer houdt voornamelijk in dat er veel kan en zowel cliënten als medewerkers veel vrijheid hebben.” Miranda: “Op Karnemelksloot woont ook een groot aantal jongere mensen. Ook na 12 uur ’s nachts moeten ze kunnen doen en laten wat ze willen. Een
Functie voor de buurt Karnemelksloot heeft op ieder van haar drie etages een grote algemene ruimte waar gezamenlijk wordt gegeten en activiteiten plaatsvinden. Vera: “De algemene ruimte op de begane grond doet dienst als buurtpunt. Iedere maand is er een ‘buurtdis’ en
wordt er samen met buurtbewoners gegeten. Twee keer in de week is er een buurtochtend, waar van alles wordt gedaan, zoals kaarten en andere spelletjes. Ook worden er in dit buurtpunt kerkdiensten gehouden en is er op de Karnemelksloot maandelijks een zogeheten NAH-café.” Miranda: “Het opstarten van Karnemelksloot was een hele uitdaging, maar ik heb er geen moment spijt van gehad. Hoe vaak krijg je de kans om mee te ontwikkelen in zo’n bijzonder project?”
11
durf OC Gouwestein: enthousiast en gedreven De Onderdeelcommissie (OC) Gouwestein heeft een aantal gedreven leden. Nadat in 2011 de resultaten van de medewerkerraadpleging bekend werden, konden zij hun ervaring en enthousiasme volledig inzetten. Het management van Gouwestein legde namelijk bij de OC de vraag neer of zij een actieve rol zou kunnen spelen bij het benoemen én aanpakken van verbeterpunten. De OC ging direct aan de slag. Dien Radder en Nanny Klaasse zijn voor dit artikel in Partnernieuws de ‘spokeswomen’ van de OC en vertellen met graagte over hun visie en aanpak.
12
Na verschillende functies binnen Zorgpartners bekleed te hebben, is Judy Kalkman sinds september 2012 werkzaam als Nurse Practioner in Prinsenhof en De Riethoek. Zij voert haar takenpakket uit aan de hand van protocollen en onder supervisie van de specialist ouderengeneeskunde. Judy doet onder meer de intake, diagnostiek in het kader van het zorgplan, comorbiditeit of bij niet-acute aandoeningen, behandeltaken, zorgplanbesprekingen en evaluatiegesprekken. Op dit moment heeft Judy samen met de specialist ouderengeneeskunde zeven afdelingen onder haar hoede.
7.45 uur
11.30 uur
8.15 uur Als ik op mijn kantoor ben aangekomen, zet ik de computer aan. Dan ga ik eerst een lekker kopje koffie halen. Vervolgens begin ik meestal met het lezen en verwerken van mijn mail. Daarna lees ik de rapportages van de verschillende afdelingen. Vooral na het weekend zijn er aandachtspunten, die ik moet nalopen. Ik vraag bij het daghoofd vaak even na of er nog bijzonderheden zijn.
van mijn visite.
Nadat de meeste scholieren weg zijn, stap ik op de fiets om vanuit mijn huis in Bodegraven naar Gouda de fietsen. Daar doe ik ongeveer een half uurtje over. Alleen bij heel slecht weer pak ik de auto.
sse en de collega’s Dien Radder, Nanny Klaa e (OC) Gouwestein issi omm eelc van de Onderd
Communicatie en samenwerking “De medewerkerraadpleging is niet alleen een managementtool, maar ook een middel om medewerkers meer te betrekken bij hun werk én hun eigen rol in het geheel,” vertelt Dien. “Bij de uitkomst in 2011 zijn we niet bij de pakken neer gaan zitten, hoewel er heel wat te verbeteren viel, want de scores ten aanzien van werktevredenheid vielen best tegen. We zijn gestart met het organiseren van een workshop, waarin we aan medewerkers van alle afdelingen hebben gevraagd wat er naar hun mening beter zou moeten én welke oplossing ze daarvoor zelf zouden hebben. Er kwamen duidelijk twee speerpunten naar voren: zowel de communicatie als de samenwerking kregen veel opbouwende kritiek.” Nanny: “Als OC heb je de primaire taak om de belangen van medewerkers te behartigen bij veranderingen in de werkprocessen. De genoemde punten sloten hier naadloos op aan. De opmerkingen ten aanzien van de samenwerking konden we overigens snel relateren aan de verhuizing naar ons nieuwe gebouw. Die had namelijk kort voor de medewerkerraadpleging plaatsgevonden. Alle medewerkers moes-
De dag van Nurse Practioner Judy Kalkman
ten nog echt hun plaatsje vinden in het nieuwe centrum en we functioneerden eigenlijk binnen één gebouw als allemaal eilandjes. Toen mensen eenmaal gewend waren, verdwenen die eilandjes en verbeterde de samenwerking al snel.”
Rollenspellen als instrument “Op het gebied van de communicatie was dit duidelijk een stuk lastiger,” vertelt Dien. “Het ging hier echt om de directe werkvloercommunicatie en die is complex. De overdrachtsmomenten bleken bijvoorbeeld nogal wat problemen op te leveren, evenals de communicatie tussen leidinggevenden en medewerkers. Om de neuzen van alle collega’s dezelfde kant op te zetten, hebben we rollenspellen bedacht. We speelden praktijksituaties ‘over de top’ na en die bleken voor iedereen herkenbaar. Dat zorgde voor een open sfeer, meer besef van de invloed van je eigen gedrag én tot grote betrokkenheid om oplossingen te vinden. Uiteindelijk konden we een breed gedragen mindmap maken met tal van adviezen voor de praktijk.”
Nanny: “Als OC’s van andere centra meer informatie nodig hebben, dan kunnen ze gerust om advies vragen. Wel moet iedereen zich bedenken dat wij geen blauwdruk met garantie op succes kunnen aanleveren. De aanpak en het resultaat hangen sterk af van het centrum, de OC én natuurlijk van welke verbeterpunten er zijn.” Dien: “In Gouwestein kregen wij nagenoeg carte blanche van de directie. Dat vertrouwen was nodig, maar hebben we natuurlijk wel eerst moeten verdienen.”
9.00 uur ’s Ochtends probeer ik alvast iets aan de administratie te doen. De labuitslagen moeten bijvoorbeeld in de dossiers worden opgenomen en vaak zijn er ook nog opnameverslagen, die moeten worden afgemaakt. Ik ben sinds kort coördinator van onze waarneemgroep en hiervoor maak ik elke maand het rooster. Als ik met de administratieve werkzaamheden klaar ben, bereid ik mijn eerste visite voor. 9.30 uur Meestal begin ik rond dit tijdstip met mijn eerste visite. Gemiddeld heb ik twee visites per dag. Ik ga naar de desbetreffende afdeling waar ik contact heb met de cliënten en/of verzorging. Bij PG-cliënten ben ik voor een groot deel afhankelijk van de informatie die de verzorging geeft. Als dat nodig is, doe ik een lichamelijk onderzoek, daarbij let ik ook op gezichtsuitdrukking en gedrag van de cliënt; daar kun je vaak ook al veel aan aflezen. De visite kan ook bestaan uit een evaluatie van een eerder gestarte behandeling. 10.30 uur Na de eerste visite ga ik de dingen afwerken, die in de tussentijd binnen zijn gekomen. Bijvoorbeeld telefonische afspraken, het uitwerken van de visite, terugkoppeling met de supervisor, terugkoppeling naar de afdeling, zover dit nog nodig is. Ik zorg dat de juiste medicatie uitgeschreven en op de afdeling gebracht wordt. Tussendoor heb ik ook regelmatig familie- en evaluatiegesprekken.
In Prinsenhof hebben we per afdeling wekelijks of om de week een overleg met het kernteam. Dit bestaat -naast mijzelf- uit het afdelingshoofd, de psycholoog en de specialist ouderengeneeskunde. Afdelingsrelateerde zaken zoals scholing van medewerkers, opnameprocedures van cliënten, tekortkomingen in de zorg en klachten van cliënten/vertegenwoordigers en medewerkers, worden hierin besproken.
12.00 uur
Na het overleg ga ik verder met het uitwerken
12.30 uur
Lunchen doe ik in Prinsenhof, samen met mijn collega’s. Even tijd om bij te praten.
13.00 uur ’s Middags staat er meestal nog een visite op het programma. Aansluitend heb ik -indien nodig- contact met mijn supervisor zodat ik later in de middag mijn visite uit kan werken. 14.00 uur
Rond deze tijd staat er meestal een zorgplanoverleg op het programma. Hierbij bespreek ik, samen met de EVV en andere betrokken medisch specialisten het zorgplan met de cliënt en/of een vertegenwoordiger, zoals een familielid of een andere contactpersoon. Per sessie worden er maximaal drie zorgplannen besproken.
15.00 uur
Na het overleg werk ik de tweede visite uit. Daarnaast heb ik ook regelmatig te maken met nieuwe opnames. Ik ga kennis maken met de nieuwe bewoner en familie en probeer hun medische situatie in kaart te brengen. Ik bekijk alle aanwezige gegevens en voer deze in. De specialist ouderengeneeskunde vraag ik om de medicatie in orde te maken. Het lichamelijk onderzoek doe ik liever niet de eerste dag omdat deze dag vaak al erg vermoeiend is voor de cliënt waarin ze al veel informatie moeten verwerken.
17.15 uur
Iets na vijven stap ik meestal weer op de fiets naar Bodegraven.
13
Thuiszorg in opmars Zorg is in Nederland voor iedereen toegankelijk, maar de kosten zijn hoog en nemen snel verder toe. De overheid zoekt voortdurend naar manieren om de kosten te drukken. Dat doet ze onder meer door de drempel voor opname in verpleeg- en verzorgingshuizen te verhogen. Dat betekent dat mensen langer zelfstandig zullen blijven wonen. Ze maken dan meer gebruik van thuiszorg. Zorgpartners speelt in op deze ontwikkeling. Voor de thuiszorg ligt er een grote uitdaging.
Pilot in Gouda Noord Trudy Wijgers, leidinggevende team Thuiszorg Gouda en Ineke van der Wind, verpleegkundige in Gouda Noord vertellen over de aanpak in Gouda. Trudy: “Mensen worden gestimuleerd om zo lang mogelijk de volledige regie over hun eigen leven te houden. Dat houdt in dat ze dus ook zelf verantwoordelijk zijn om hun zorg te organiseren. Dat kan met behulp van mensen uit hun omgeving, zoals familie en vrienden, en aanvullend met zorgverlening aan huis. Zorgpartners verleende de thuiszorg vroeger vanuit haar zorgcentra aan de mensen die rondom zo’n centrum wonen. Inmiddels is dit veranderd. De thuiszorg wordt centraal georganiseerd. Er zijn nu twee teams ingericht: Team Thuiszorg Gouda en Team Gouda Noord.” Ineke: “De nieuwe manier van werken is in
Hoe staat het met… QIC rs
Ineke van der Wind en Trudy Wijge
oktober 2012 in Gouda Noord van start gegaan met de pilot ‘wijkverpleegkundige, de spil in de wijk voor thuiszorg, jongeren, gezinnen en ouderen’. Uit deze pilot moet de meerwaarde blijken van verpleegkundigen, die in de wijk snelle en gerichte zorg kunnen bieden. Zodat de kwaliteit van de zorg verbetert, maar de capaciteit van de zorg en de inzet ook optimaal ingezet wordt. De eerste ervaringen zijn zeer goed. Vanaf januari is Team Thuiszorg ook in Gouda operationeel. Zij bedienen in de overige delen van Gouda alle mensen, die een thuiszorgvraag hebben.”
Eén aanspreekpunt, één telefoonnummer De veranderingen in de thuiszorg vielen samen met de komst van het KlantServiceCentrum die alle vragen van mensen kanaliseert. Zo kan Zorgpartners steeds meer mensen kan helpen en wordt er op geen enkele vraag meer met ‘nee’ geantwoord. Trudy: “De thuiszorgmedewerkers rijden in auto’s waarop we het nieuwe centrale telefoonnummer van het KSC breed verspreiden. En Zorgpartners heeft de ambitie om het aantal thusizorg-cliënten per kwartaal te verdubbelen. Potentiële klanten worden overigens niet alleen gezocht onder de ouderen, maar je kunt ook denken aan moeders die net uit het ziekenhuis ontslagen zijn.” Ineke: “De zorg wordt hoe dan ook anders. Het zal meer dynamisch van karakter worden. In organisatorische zin bedoel ik. Op termijn zal zorg op afstand, bijvoorbeeld via computer of tablet, ook geïntroduceerd worden. Dat past in de digitale tijd van nu.”
- Column - Ary
van
Eijk -
Vijverhof. “Ze zit in de huiskamer hoor”, zegt de zuster vriendelijk als ik binnen kom. “Dag mam”. Ze kijkt me aan met een afwezige blik, ik strijk mijn hand langs haar wang en geef haar een zoen. “Ja, ja”, prevelt ze, alsof ze wil zeggen: “Ik ken je wel hoor.” Praten gaat moeizaam, soms een woordje of een halve zin met beverige lippen. Moeder is dement. Ik ken het ziektebeeld, mensen die doelloos dwalen over gangen of uren lang in een stoel voor het raam zitten. Ze worden liefdevol verzorgd, ik zie het dagelijks, maar dit is mijn moeder. Ze was er altijd, zij was thuis, dat gevoel van vroeger van warmte en genegenheid, veilig en vertrouwd.
Ze ziet mijn verdriet en negeert het wat ongemakkelijk, ik geneer me maar weet eigenlijk niet waarom. Ik heb ook geen idee hoe ik hier mee om moet gaan, dit halve leven waar je niet aan kunt ontsnappen, de tijd die alles vermaalt. Het leert je anders te kijken naar die wereld achter gesloten deuren waar je alleen met een code uitkomt. We drinken samen koffie, slokje voor slokje voorzichtig, tot het op is. “Ja” zegt ze weer “ja “. Ik denk dat ze het lekker vond. Ik veeg nog even haar mond schoon en sta op. “Nou mam ik ga weer, nog snel even wat boodschapjes doen”. “Ja…..dat is goed”.
Ik kijk naar haar en probeer het warme vocht achter mijn ogen te bedwingen, maar dat lukt niet. Even lijkt het of ze iets wil zeggen, ze glimlacht en knikt, heel even zie ik weer de zon in haar gezicht. De serveerwagen rammelt mij naar de realiteit, de zuster komt binnen met koffie.
Als ik de deur uitloop kijk ik nog even achterom maar ze staat er niet meer. Een paar weken geleden zwaaide ze nog naar me vanachter het raam, toen liep ze nog.
14
Dag moeder tot gauw !
In juni 2012 konden we in Partnernieuws lezen over de start van de implementatie van QIC. Inmiddels zijn we meer dan een half jaar verder. Hoe staat het met QIC? En wat zijn de eerste ervaringen? Functioneel beheerder Marianne Timmerman vertelt ons over de voortgang. “Inmiddels zijn tien centra live”, begint Marianne. Ook de CZA en ZPD werken al vanaf juni 2012 met QIC. Dat betekent dat al 1.200 medewerkers met QIC werken. Een enorme operatie, waar een duidelijk gestructureerde organisatie achter zit. Marianne vertelt: “Iedereen die met QIC gaat werken moet eerst geschoold zijn. Vier weken voordat we op het centrum live gaan, starten de collega’s met de e-learning module. Twee weken later volgt de scholing. De functioneel beheerders trainen dan circa 10 collega’s per groep (1-4 groepen per dag). De zogenaamde key users spelen een belangrijke rol bij de implementatie van QIC. Elk centrum heeft twee à drie key users. Zij lopen eerst mee bij de implementatie van andere centra, vervolgens zijn zij actief bij de implementatie op hun eigen centrum. “De eerste week als QIC op het centrum live gaat, lopen wij als functioneel beheerders rond om support te bieden waar nodig. Daarna nemen de key users dit van ons over en zijn wij op de achtergrond aanwezig om ondersteuning te bieden. Deze aanpak werkt uitstekend”, aldus Marianne. Als we op een centrum starten met QIC, zijn er natuurlijk altijd vragen. Daarom geven we de eerste twee weken een dagelijkse nieuwsbrief uit, waarin alle vragen en antwoorden opgenomen zijn. Zo kunnen de gebruikers van elkaar leren en snel wegwijs worden in het systeem. De kennis die we opgedaan hebben van de vorige centra, nemen we natuurlijk mee naar het volgende centrum. Dat is de kracht van dit project. De gebruikers reageren enthousiast op het systeem. Het is veel makkelijker en het systeem werkt snel. Waar collega’s aan moeten wennen, is het feit dat ze steeds zelf in moeten loggen op hun persoonlijke naam. Maar voegt Marianne toe, als je dat een aantal keren hebt gedaan op de pc, gaat dat ook heel snel. Het projectteam is al bezig met de laatste centra die overgaan. Marianne: “Voor ons gevoel nadert het einde van de implementatie. Wij zijn al bezig om de scholingen te regelen voor de laatste centra!” Op 3 juni 2013 zijn alle centra over op QIC.
ISO-9001 Elk centrum een eigen certificaat!
4
Vanaf 2007 is Zorgpartners Midden-Holland gecertificeerd. Eerst volgens het HKZ-schema en in 2012 volgens het ISO 9001-2008 schema. Twee keer per jaar werd er door de certificeerder een steekproef genomen. De centra werden ten minste 1 x per 3 jaar bezocht. Deze werkwijze heeft voor- en nadelen. Groot nadeel was dat als er op twee centra iets niet op orde bevonden werd, alle andere centra ook extra in actie moesten komen om aan te tonen dat zij de zaken op orde hadden. In september 2012 is binnen Zorgpartners gestart met het per centrum behalen van een ISO-9001 certificaat en met positief resultaat! Alle centra hebben inmiddels een eigen certificaat behaald. Complimenten kregen we over de grote groep enthousiaste en betrokken medewerkers, positionering van welzijn en de systematiek rond BBSC, BRL, risico 1 en 2 audits. Er werden diverse verbeterpunten naar boven gehaald, zoals interne leveranciersbeoordelingen, dossiers en documentbeheer. Inmiddels is de planning voor de bezoeken in 2013 gereed. Tijdens deze bezoeken kunnen we laten zien dat we hard blijven werken aan het verder verbeteren van onze centra!
Betaaldata salarissen In 2013 zal Zorgpartners Midden Holland de salarissen op de volgende data overmaken: Maandag 22 april 2013 Woensdag 22 mei 2013 (inclusief het Vakantiegeld) Vrijdag 21 juni 2013 Maandag 22 juli 2013 Donderdag 22 augustus 2013 Maandag 23 september 2013 Dinsdag 22 oktober 2013 Vrijdag 22 november 2013 Vrijdag 20 december 2013 (inclusief de Eindejaarsuitkering) Op bovenstaande data zullen de digitale loonstroken om 12.00 uur zichtbaar zijn voor de medewerkers via www.raetonline.nl
15
De bijzondere kant van Elaine Amadsoedjoek EHBO-er in hart en nieren
Colofon
“Er zijn tegenwoordig zo weinig mensen, die helpen als er iets gebeurt. Daarom is EHBO zo belangrijk. Ik vind het een fijn idee dat ik wel kan helpen.” De afgelopen jaren is EHBO voor Elaine Amadsoedjoek uitgegroeid van een zinvolle cursus naar een echte hobby. Naast haar werk als gastvrouw in het restaurant van Floravita in Boskoop besteedt Elaine veel tijd aan haar hobby. Zo is ze bestuurslid van de locale EHBO-vereniging en studeert ze regelmatig om haar kennis op peil te houden. Ingerold
Uit eigen ervaring
Elaine is per toeval in het EHBO-wereldje terecht gekomen. “In 2002 heb ik me ingeschreven voor een EHBO-cursus in Boskoop omdat me dat nuttig leek. Ik vond de cursus erg leuk en ben langzaam steeds meer bij de vereniging gaan doen. Inmiddels ben ik al weer vier of vijf jaar algemeen bestuurslid. Als bestuurlid ben ik verantwoordelijk voor het organiseren van de cursussen en herhalingsavonden. Ik moet zorgen dat alles klaarstaat en bij de lessen en examens aanwezig zijn. Onze vereniging heeft ongeveer zeventig leden. De meeste mensen doen een EHBO-cursus omdat ze hun familie willen kunnen helpen. Dat is erg belangrijk. Voor mij is het idee om te kunnen helpen ook de drijfveer. Als er iets gebeurt, zijn er zo weinig mensen die helpen. De meesten lopen gewoon voorbij. Dat vind ik heel erg.”
Elaine heeft zelf gelukkig nog nooit met een levensbedreigende situatie te maken gehad, maar toch heeft ze kortgeleden zelf meegemaakt hoe slecht de hulpverlening van omstanders in Nederland is. “Mijn dochter van 18 heeft in februari 2012 ook haar EHBO-diploma behaald. Afgelopen november stapte ze uit de trein, toen plotseling de man voor haar in elkaar zakte. Ze heeft hem toen gelijk geholpen en gereanimeerd. Ook toen was er niemand die haar kwam helpen of het overnam; de mensen liepen gewoon voorbij. Het slachtoffer heeft het gelukkig overleefd, maar wat als zij er niet was geweest?”
Samen met haar collega’s van de EHBOvereniging Boskoop is Elaine regelmatig aanwezig bij evenementen. Deze praktijktraining vindt ze erg leuk. “Je maakt op evenementen van alles mee. Als we bij de avondvierdaagse aanwezig zijn, is het echt een plakdag met alle blaren en andere verwondingen. Bij het voetbaltoernooi krijgen we juist weer te maken met spierblessures, zoals verzwikte enkels en gekneusde ribben van stoere mannen, die normaal nooit voetballen en dan veel te fanatiek zijn. Bij het Starfestival worden de problemen vaak veroorzaakt door vechten en met name
Het volgen van een EHBO-cursus is belangrijk, maar volgens Elaine is het bijhouden van de kennis nog wezenlijker. “Het is erg belangrijk om je kennis bij de houden. Binnen de EHBO verandert ook veel. Toen ik begon waren er nog nauwelijks AED’s, terwijl dat tegenwoordig een belangrijk deel van de cursus is. Vroeger mocht je bijvoorbeeld alleen een bepaald soort verband gebruiken. Dat is nu minder streng geworden. Dat vind ik goed, want op het moment dat er een noodsituatie is, zul je niet altijd kunnen doen wat er in de boeken staat. Het is dan belangrijk dat je je instinct volgt en creatief bent. Als er bijvoorbeeld geen verband aanwezig is, kun je beter zolang een reep stof gebruiken dan wachten op verband.” Tussen de herhalingscursussen door maakt Elaine ook regelmatig gebruik van haar computer en tablet om haar kennis bij te houden. “Ik maak ’s avonds thuis regelmatig vragen op mijn laptop en er zijn een aantal hele goede apps over EHBO, waar je ook veel van kunt leren.”
Redactie: Leo Blom, Christa Schep, Abigaël Blootens en Linda Oprel
Aanleveren kopij: Linda Oprel,
[email protected]
Druk: Twigt GrafiMedia, Waddinxveen
Met medewerking van: Karin Jongkind, Marlonneke Willemsen en Martin Droog.
De volgende Partnernieuws verschijnt in juni 2013
Gastredacteuren: Agnes van Buuren, Marc Veeger en Ton van de Bildt Eindredactie: Linda Oprel 16
Evenementen
Vormgeving: Adepth Advertising, Utrecht
alcohol. Het is dus heel veelzijdig.”
Blijven herhalen
Voor meer informatie over de stichting, stafdiensten en locaties, kijk op intranet of op www.zorgpartners.nl