BP 2.2
Participatief onderzoek naar preventie van alcoholgebruik onder jongeren van 12 tot 16 jaar.
Imke van Tuyl Mandy van Rossum Naomi Spijkers Milou van Rossum Pascalle Sevriens
2130982 2130493 2135985 2128031 2129698
Groep: 2H2 Opdrachtgevers: GGD West-Brabant en Gemeente Aalburg Projectleiders: - Fontys Hogeschool Pedagogiek: Dorien Huisman - GGD West-Brabant: Inge van den Borne - Gemeente Aalburg: Annelieke Piggen
1
Inhoudsopgave Inleiding
Pagina 3
Stap 1: Onderwerp en doelgroep analyse
Pagina 4 t/m 6
Pedagogische visie op participatie
Pagina 7 t/m 11
Stap 2: Probleemanalyse
Pagina 12 t/m 14
Stap 3: Conclusies
Pagina 15 t/m 17
Stap 4: Advies
Pagina 18
Proces beroepsproduct
Pagina 19 t/m 22
Nawoord
Pagina 23
Literatuurlijst
Pagina 24 t/m 25
Bijlage 1; Rapportage
Pagina 26 t/m 36
Bijlage 2; Promotiemateriaal
Pagina 37 t/m 42
Bijlage 2; monitorverwerking gegevens Aalburg
Pagina 43 t/m 57
Bijlage 3; de enquête
Pagina 58 t/m 60
Bijlage 4; verwerking uitslagen van de enquête
Pagina 61 t/m 75
Bijlage 5; uitwerking groepsgesprek jongeren
Pagina 76
2
Inleiding In het tweede semester van dit schooljaar, staat het thema jeugdparticipatie centraal. Ons beroepsproduct met als onderwerp; preventie van alcoholgebruik onder jongeren van 12 tot 16 jaar sluit bij dit thema aan. Het beroepsproduct bestaat uit 3 delen: het onderzoek, de activiteit (advies) en de rapportage. In dit beroepsproduct hebben we allereerst het onderwerp en de doelgroep beschreven. Daarna hebben wij onze pedagogische visie op participatie uitgewerkt. Nadat helder was wat de doelgroep en de visie was, konden we aan de slag met de probleemanalyse. Hier hebben we beschreven wat het probleem en het doel was en hoe we het onderzoek gingen vormgeven. Ook staat hierin hoe we de data van het onderzoek hebben geanalyseerd. Om het beroepsproduct overzichtelijk te houden hebben we ervoor gekozen om de daadwerkelijke data-analyse in de bijlage te plaatsen. Vervolgens hebben conclusies kunnen trekken en een advies geformuleerd voor de opdrachtgevers over de preventieve activiteit die we hebben opgesteld, naar aanleiding van de data-analyse. Voor de promotie van ons onderzoek en onze activiteit hebben we een brief geschreven aan jongeren, maar ook een mooie poster en een echte hyves-pagina. Dit promotiemateriaal is ook terug te vinden in de bijlage. Ten slotte hebben we een professionele rapportage gemaakt, voor de opdrachtgevers en andere belangstellenden.
3
Stap 1: Onderwerp en doelgroepanalyse Onderwerp: Alcoholgebruik onder jongeren Omschrijving: “Er is een schreeuw om maatregelen. We moeten namelijk bezig zijn met het terugdringen van de trend. Alcohol is namelijk sterk verslavend. Jongeren voelen zelf niet wat alcohol met ze kan doen want de risico’s zijn niet persoonsgebonden. Het gaat om de lichamelijke kant van het verhaal. Er zijn veel jongeren die afhankelijk worden van alcohol. Veel verslaafden zijn er niet, maar wel jongeren die problemen hebben met hun drinkgedrag. Als je de leeftijd verhoogt, kun je het drinkgedrag ook veranderen. Wat we namelijk zien is dat jongeren veel te vroeg beginnen met drinken. Soms al op tienjarige leeftijd.” (Wim van Dalen, 2006) Als volwassenen hebben we allemaal wel een mening over wat goed is voor de jongeren van tegenwoordig. Maar wat vinden jongeren er nu eigenlijk zelf van? Wat zouden zij graag onderzoeken en wat voor (voorlichtings)activiteit kunnen we samen met de jongeren bedenken en organiseren? Pedagogische en maatschappelijke relevantie: Uit onderzoek van het Trimbos-instituut blijkt dat meer dan de helft van de kinderen voor hun twaalfde hun eerste glas alcohol drinken. Dit gebeurt meestal thuis, in het bijzijn van de ouders. Op hun veertiende hebben bijna alle jongeren al wel eens alcohol gedronken. 90 procent van de jongeren in Nederland begint te drinken voor hun zestiende. (PASonderzoek, Preventie van alcoholgebruik voor scholieren, 2009). Het gebruik van alcohol op jonge leeftijd kan een negatieve invloed hebben op de ontwikkeling van de hersenen en de kans op verslaving op latere leeftijd vergroten. Er zijn nog veel meer gevolgen, hier ook kort noemen! Zie de alinea over schadelijke effecten hieronder, deze omhoog halen. Als pedagoog is het belangrijk om het ontwikkelingstraject van jongeren te optimaliseren. Het is dus pedagogisch relevant om een participatief onderzoek te doen naar alcoholgebruik onder jongeren, om de jongeren bewust te maken van de mogelijke gevolgen voor hun ontwikkeling. In de media (zie literatuurlijst voor bronnen) hoor je momenteel veel over alcoholgebruik onder jongeren. Bijvoorbeeld: drinken in keten, comazuipen etc. Het onderwerp is dus erg actueel. Doordat het nu zo actueel is, is het extra relevant om dit onderzoek uit te voeren. Het drinken van alcohol op jonge leeftijd kan behoorlijk schadelijk zijn. Dit zijn mogelijk gevolgen van het (overmatig) drinken van alcohol op jonge leeftijd: • Overmatig alcoholgebruik is schadelijk voor de ontwikkeling van de hersenen. • Uit onderzoek blijkt dat wie jong begint met overmatig alcohol drinken, in zijn latere leven een groter risico loopt op problemen met alcoholgebruik. • Er is een duidelijk verband tussen schoolprestaties en alcoholconsumptie. • Jongeren lopen sneller het risico een alcoholvergiftiging op te lopen bij het innemen van grote hoeveelheden alcohol. • Alcohol speelt een belangrijke rol bij agressie en geweld. Tegenwoordig behoren Nederlanders tot de stevigste drinkers van Europa. Participatief onderzoek naar alcoholgebruik en voorlichting over alcohol aan jongeren is erg interessant. Het is een onderwerp waar veel ‘volwassenen’ over discussiëren en wat zij proberen op te lossen, maar waarbij de mening van de jongeren zelf niet of nauwelijks is onderzocht. Bijkomend voordeel van het betrekken van de jongeren zelf bij dit onderzoek, is dat deze jongeren zich bewuster worden van de voor- en nadelen van drinken van alcohol. 4
Doelgroep omschrijving c.q. analyse De doelgroep die wij in ons beroepsproduct willen aanspreken zijn jongeren van 12 tot 16 jaar. Onze doelgroep bestaat uit jongeren van deze leeftijd omdat die op de middelbare school zitten en op deze leeftijd is vaak sprake van drankgebruik terwijl dit wettelijk niet legaal is. In de artikelen van de Sanoma Digital Group is te lezen dat jongeren steeds meer drinken en zelfs een alcoholvergiftiging overhouden aan het veelvuldig drinken van alcohol. -
-
-
-
De diverse factoren waar wij bij het ontwikkelen en uitvoeren van ons beroepsproduct rekening mee dienen te houden: De leeftijd. Het gaat om jongeren van 12 tot 16 jaar. Dit zijn middelbare scholieren die op van hun 12/13e levensjaar aan het einde van de vroege adolescentie zitten en van 14 tot 16 jaar in de middenadolescentie zitten. Jongeren komen op deze leeftijd voor verschillende keuzes te staan en daar is alcoholgebruik/misbruik er één van. Geslacht. Met de factor geslacht houden we geen rekening in dit onderzoek. Alcoholgebruik/misbruik door jongeren is niet geslachtsgebonden. Volgens het boek ‘Sociale psychologie’ van Aronson is het zo dat jongens onder invloed van alcohol wel eerder irritaties vertonen en hierdoor eerder een dreun uit zullen delen. Bij deze groep is er eerder sprake van agressie en zij kunnen onder invloed van drank een situatie eerder als provocerend opvatten. Sociale groepsstructuur. Onder invloed van anderen conformeren jongeren zich omdat ze de groepsgenoten als bron van informatie beschouwen. Daarom is de invloed van groepsgenoten bij alcoholgebruik groot. In ‘Sociale psychologie’ van Aronson is de sociale normen methode te vinden die in de VS wordt gebruikt om alcoholmisbruik tegen te gaan. Bij die methode krijgen studenten feitelijke informatie over het lage drankgebruik, hierdoor krijgen de studenten een nieuwe definitie van de situatie en zullen studenten zich aan deze situatie conformeren. De onderzoekers hebben ontdekt dat de gemiddelde student minder drinkt wanneer die denkt dat zijn of haar groepsgenoten minder drinken dan ze werkelijk doen. Opleidingsniveau. We zullen ons richten op VMBO scholieren. Etniciteit. Het zijn geen probleemjongeren, maar jongeren uit alle milieus, meestal met een Nederlandse achtergrond. GGD West-Brabant De opdrachtgever binnen ons beroepsproduct is Inge van der Borne. Ze is werkzaam bij de GGD West-Brabant. De opdrachtgever was direct tijdens ons eerste gesprek in Breda enthousiast over het project. Ze gaf ons diverse handvatten om op een andere manier naar het product te kijken.
Gemeente Aalburg Eén van de 18 gemeenten waarvoor de GGD West-Brabant werkt en die meedoen aan Think before you drink is de gemeente Aalburg. De gemeente Aalburg is ontstaan in 1973 en bestaat uit een samenvoeging van gemeenten Eelthen, Veen en Wijk en Aalburg. De gemeente bestaat uit 12.626 inwoners, per 1 januari 2010. De gemeente Aalburg bestaat uit zeven kerkdorpen: Babyloniënbroek, Drongelen, Eethen, Genderen, Meeuwen, Veen en Wijk en Aalburg. Wijk en Aalburg is het grootste kerkdorp en is gelegen aan de Maas. Er zijn verschillende voorzieningen te vinden zoals het gemeentehuis, sportcentrum, zorgcentrum en gezinsvervangend tehuis. Naast twee basisscholen zijn er ook twee scholen voor voortgezet onderwijs te vinden, het Willem van Oranje College en het Da Vinci-college. De leerlingen op deze scholen komen uit de omliggende gemeentes. Ons contact binnen gemeente Aalburg is Anne-Lieke Piggen. Ze is werkzaam bij de gemeente Aalburg en heeft ervaring met het uitvoeren van onderzoeken. Ook heeft zij contacten met het Willem van Oranje College en de jongerenraad van de gemeente Aalburg.
5
Willem van Oranje College Het Willem van Oranje College is een protestants-christelijke scholengemeenschap voor vmbo, havo, atheneum en gymnasium. Het college bestaat uit twee vestigingen, een vestiging in Waalwijk en een vestiging in Wijk en Aalburg. Het schoolgebouw in Wijk en Aalburg bestaat vanaf 2005. Het Willem van Oranje College streeft een aantal waarden na: • • • •
in het doen en laten God eren en naaste; tolerantie, gekoppeld aan respect voor anderen; verantwoordelijkheid voor onze naaste en omgeving; bouwen aan een rechtvaardige samenleving.
Die normen en waarden geven de leerlingen ruimte om te leren keuzes te maken, en begeleiden de leerlingen naar volwassenheid. Voor deze opdracht zullen we een aantal VMBO-leerlingen van het Willem van Oranje college enquêteren. Informatie over het alcoholgebruik van deze jongeren Binnen de gemeente Aalburg is door de GGD West-Brabant onderzoek gedaan naar het alcoholgebruik onder de jeugd van 12-18 jaar. De doelgroep van ons project is weliswaar niet tot en met 18jarigen, maar deze gegevens zijn essentieel voor het duidelijk krijgen van de context. De gegevens van dit onderzoek zijn verwerkt in bijlage 1. Volgens de gegevens blijkt dat best een aantal jongeren in deze leeftijdscategorie nog nooit heeft gedronken of maar heel weinig drinkt. Helaas blijken er ook veel jongeren wel te drinken en geven er ook een aantal aan wel eens dronken te zijn geweest. De invloed van ouders in het drinken van alcohol is niet bepaald groot. Een groot percentage jongeren geeft aan dat hun ouders het goed vinden of er niets van zeggen. Waarom is participatief onderzoek hier relevant? Alcohol wordt door veel jongeren gebruikt en vanaf steeds jongere leeftijd. Wat jongeren hier zelf van vinden komt meestal niet aan de orde. Wel wordt er aandacht besteedt aan wat volwassenen hiervan vinden en worden er veel campagnes gehouden tegen het overmatige en vroege gebruik van alcohol. Als je naar de cijfers kijkt van het aantal jongeren die in ziekenhuizen opgenomen worden door alcoholmisbruik zou je kunnen zeggen dat de campagne de jongeren niet bereikt of dat jongeren zich gewoon niet zo veel aantrekken van de campagne. Sinds 2001 is het aantal jongeren dat in het ziekenhuis wordt opgenomen met alcoholgerelateerde aandoeningen sterk gestegen. Het gaat bij bovenstaand onderzoek om jongeren van 16 jaar of jonger. In 2006 werden 482 jongeren opgenomen terwijl het in 2001 nog ging om 263 jongeren (Van Laar et al., 2008). Dit is dus enorm gestegen. Het is van belang om de jongeren bewust te maken van de gevolgen van alcoholgebruik op een manier die de jongeren zelf aanspreekt. En dat kan het beste door de jongeren te laten participeren in het onderzoek. Door participatie erkennen we de jongeren en is er ruimte voor andere normen en waarden. Ook gaan we bij participatie van gelijkwaardigheid uit. We behandelen de jongeren in ons onderzoek als gelijkwaardig aan onszelf. We creëren hierdoor een klimaat van aanvaarding en vertrouwen. Door de jongeren te laten participeren zetten we de jongeren aan het denken en kan het beleid beter aansluiten bij de behoeften en wensen van jongeren (De Winter en Kroneman, 2003).
6
Pedagogische visie op participatie Kindbeeld: Elke jongere heeft recht op participatie. Dit is namelijk een van de rechten van de jongere. De jongere wil graag meedenken en meebeslissen over hoe de maatschappij eruit zou moeten of kunnen zien. Wij vinden dat jeugdigen vaker de kans moeten krijgen om te participeren. Zij zijn namelijk deskundig in het onderzoeken van hun eigen omgeving. Bovendien hebben zij een andere kijk op de wereld die verhelderend kan zijn voor volwassenen. Daarom vinden wij dat jeugdigen moeten worden gezien als zingevers in de maatschappij. Wij streven dus naar interactionisme. Dit willen we bewerkstelligen door directe en wederkerige betekenisvolle contacten. Van daaruit is verandering te stimuleren via participatief onderzoek. De basis van de sociale contacten tussen de betrokken jongeren onderling dient voortdurend gereconstrueerd te worden door de deelnemers aan de interactie (E. Verhellen, 2000). Het afgelopen decennium werd er veel gepleit voor ‘actief burgerschap’. Actief burgerschap of actieve betrokkenheid bij het sociale leven zou moeten garanderen dat jeugdigen autonomie en een democratische gezindheid in een multiculturele samenleving ontwikkelen. Ook moet met deze activering van jongeren voorkomen worden dat de scheidslijnen tussen machtigen en machteloze en tussen volwassenen en jongeren steeds groter worden. ‘Empowerment’ is een proces wat alle jongeren door moeten maken. ‘Empowerment wil zeggen dat 'individuele relatief machteloze personen met elkaar in dialoog treden, waardoor ze de sociale bronnen van hun machteloosheid leren begrijpen en samen kunnen besluiten tot collectieve actie om hun omgeving te veranderen' (Young I992,geciteerd in De Winter 1995, p. 49). De mening van jongeren moet ook gehoord worden en dus hebben zij recht op participatie, provisie en protectie. Deze laatste drie begrippen verdienen een toelichting: Participatie. Een actieve deelname. Het recht om zelf te handelen en het recht op inspraak. Het is belangrijk dat we de jongeren de ruimte geven voor hun waarden en normen. We willen ze laten zien dat we hen erkennen om wie ze zijn. De volgende kernbegrippen zijn hier dan ook van essentieel belang: gelijkwaardigheid, luisteren en vertrouwen. Provisie. Dit is het recht op voeding, zorg, onderwijs en staat dus voor rechten op goederen en diensten. Protectie. Het woord zegt het al: bescherming. Bescherming verwijst specifiek naar allerhande beschermingsmaatregelen tegen (fysieke, seksuele en psychische) mishandeling, uitbuiting en misbruik van kinderen (G. Loosveldt, Van Buggenhout 2000) Wat is participatie? Wij benaderen dit begrip vanuit het Verdrag Inzake Rechten van het Kind. Hier wordt aangegeven dat participatie een kinderrecht is. De volgende drie P’s zijn verwerkt in dit recht: Participatie Provisie Protectie Onder het kopje ‘kindbeeld’ hebben we al duidelijk gemaakt wat deze drie kernbegrippen in het participatieproces betekenen. Nu moeten we ons in dit proces steeds het volgende afvragen: Doet ons project er alles aan om jongeren te beschermen tijdens het realiseren van het project? (protectie) Zorgt ons project ervoor dat de betrokken jongeren de mogelijkheid hebben om van hun rechten te genieten op de manier waarop zij dat willen? (provisie) Laat ons project toe dat de jongeren er hun zegje over hebben? Wordt er bovendien ook rekening gehouden en gevraagd naar de mening van de jongeren? (participatie) 7
Dit zijn basisvragen voor een goed participatieproces. Het begrip participatie wordt in de praktijk nog wel eens verward met inspraak. In tegenstelling tot inspraak betekent participatie actieve betrokkenheid van belanghebbenden. De belanghebbenden zijn hier de jongeren die we bij ons participatieproject gaan betrekken. Pedagogische relatie De pedagogische relatie staat voor het wederkerige of transactioneel proces tussen opvoeder en kind (Burggraaf – Huiskens M., 2007) Het kind wil zelf iemand zijn en opvoeden is dus een proces van wederkerigheid. Het is een interactief proces waarbij kinderen zelf vorm en betekenis leren geven aan de wereld om hen heen. Kinderen leren deze vorm en betekenis geven met behulp van opvoeders. Opvoeders en medeopvoeders spelen hierin vaak een belangrijk rolmodel en vervullen daarmee een voorbeeldfunctie voor het kind. We moeten hierbij waken voor adultocentrisme. Adultocentrisme betekent dat volwassenen zichzelf macht toe eigenen alleen omdat zij ‘volwassen’ zijn. Zij maken dus misbruik van hun positie als volwassene. Dit staat participatie en gelijkwaardigheid in de weg. Doelen participatie Doelen die wij willen bewerkstelligen door middel van participatie zijn de volgende: - Een positief zelfbewustzijn. Door jeugdigen te laten participeren, krijgen zij een beter beeld van hun eigen mening en leren zij deze op een juiste manier te kunnen uiten. Door participatie voelen ze zich gehoord en betrokken bij bepaalde processen. Dit beïnvloedt het zelfbewustzijn op een positieve manier (Raad voor het Jeugdbeleid, 1996). - Autonomie. Jeugdigen willen op een bepaalde leeftijd zich losmaken van gezag in hun leefomgeving. Zij gaan hun eigen mening ontwikkelen en opvattingen vormen en willen deze uiten (vrijheid van meningsuiting). Door dit mogelijk te maken door middel van participatie, wordt de autonomie gestimuleerd (M. du Bois-Reymond, 1998). - Sociale verbondenheid (sociale vaardigheden). Door te participeren met anderen in een groep leert men door samen bepaalde ‘problemen’ aan te pakken een gezamenlijk doel na te streven. Doordat meerdere jeugdigen hetzelfde doel nastreven voelen zij zich verbonden met elkaar (Young, 1992). - Gevoel van veiligheid. Wij als initiatiefnemers vinden het vooral belangrijk dat wij de jeugdigen een gevoel van veiligheid en bescherming kunnen bieden en dat wij deze continu waarborgen. Alleen door veiligheid en bescherming te bieden, kunnen de jeugdigen zich optimaal toeleggen op het participatieproces. Dit zien wij als de basis voor een goede participatie en een goede verbondenheid. - We willen de jeugdigen de ruimte geven om hun eigen initiatieven, visie en opvattingen te laten horen en uit te laten werken maar vinden wel dat er bepaalde grenzen gesteld moeten worden. Grenzen stellen is een voorwaarde om realistisch te blijven denken. - Het is belangrijk dat de jeugdigen op een goede manier met elkaar om kunnen gaan en niet te individualistisch denken. Zij moeten leren elkaars meningen en opvattingen te respecteren en er met elkaar over te kunnen praten bij meningsverschillen. Context Door de jeugd te laten participeren in onze democratische samenleving neemt de kans op individualisering van de samenleving af. Juist door het participeren wordt er een eenheid gevormd van verschillende meningen en opvattingen. Met eenheid bedoelden we dat de jongeren minder bezig zijn met zichzelf als persoon maar meer met de groep en de waarden en normen van anderen. Men wordt op deze manier minder individualistisch en er wordt meer verbondenheid gecreëerd. 8
Inspiratie Zoals je in ons kindbeeld al ziet gaan wij uit van de 3 P’s: participatie, provisie en protectie. Dit is deel van het kinderrecht: recht op participatie (verdrag inzake de rechten van het kind). Wij vinden het natuurlijk heel belangrijk dat dit recht wordt nagestreefd. Jongeren worden al vaak niet serieus genomen, en rechten worden hen ontzegd alleen maar omdat ze kind zijn. Wij willen dus niet dat het kind of de jongere alleen maar afhankelijk is, maar dat zij zelf medebeslisser zijn, en dus participeren. De Winter pleit voor een participatiepedagogiek waarbij sociale verbondenheid bewerkstelligd wordt, dit draagt bij aan het welbevinden en de ontwikkeling. Mensen hebben het nodig om nodig te zijn, erkenning te krijgen. Dit leidt tot betrokkenheid en durf om volgende keer eerder hun mening te laten horen. Deze sociale verbondenheid houdt in dat kinderen in samenwerking met volwassenen leren omgaan met de spanning tussen eigen belangen en die van anderen. Er moet een balans zijn tussen wat jij wilt en wat de ander wil, daarop kan een dialoog worden opgestart. Jongeren moeten hierbij serieus worden genomen als competente gesprekspartner en ze moeten de ruimte krijgen om jong te zijn. In de Winter is de theorie van Dewey te vinden en deze sluit aan bij hoe wij over participatie denken. Volgens Dewey ontplooien kinderen zich door middel van gezamenlijke projecten. Hij wil opvoeding en onderwijs vormgeven als een voortdurend onderzoeksproces. Het gaat om de individuele mogelijkheden en talenten van kinderen tot ontplooiing te brengen via het realiseren van sociale doelen. Samen op onderzoek uitgaan, leren via gemeenschappelijke activiteiten, waarbij opvoeders vooral de taak hebben om de leeromgeving te structureren, zodat kinderen worden uitgedaagd om zich via samenwerkingsprojecten verder te ontwikkelen. De taak van de opvoeders hierbij is vooral de kinderen te confronteren met relevante problemen en te stimuleren om actief, coöperatief en verantwoordelijk naar gemeenschappelijke oplossingen te zoeken. Dit is dus precies wat wij willen bereiken met ons onderzoek: jongeren die zich verder kunnen ontwikkelen door het samenwerkingsverband te versterken en door samenwerking met de jongeren om oplossingen te vinden voor de probleemstelling. Amerikaanse psycholoog Roger Hart heeft een poging ondernomen om gradaties aan te brengen in de manier waarop en de kwaliteit van participatie door jongeren. Hij geeft deze verschillende gradaties weer door middel van een ladder met acht treden; de Participatieladder. De onderste drie treden gelden als ‘niet-participatief’, en gaat zo verder tot de achtste en hoogste vorm van participatie.
9
Toelichting van de participatieladder: 1. Manipulatie staat onderaan de ladder. Het manipulatieve zit in het feit dat de kinderen/jongeren niet echt weten waarover het gaat, laat staan betrokken werden. 2. Decoratie gaat om het feit dat kinderen/jongeren het geheel ‘opleuken’ met hun aanwezigheid. 3. Symboolfunctie slaat op gevallen waarbij aan kinderen/jongeren schijnbaar een stem gegeven wordt, terwijl ze in feite weinig op geen inspraak hebben over het onderwerp of over de manier waarop het gebracht wordt. 4. In opdracht, maar geïnformeerd is de laagste vorm van wat Hart echte participatie noemt. Het is participatie omdat kinderen/jongeren in dit geval de bedoelingen van een project begrijpen en het project aanvaard hebben nadat ze goed op de hoogte waren van wat de bedoeling is. 5. Geraadpleegd en geïnformeerd, het initiatief blijft hier bij de volwassenen liggen, maar kinderen weten niet alleen goed waarover het gaat, ze worden ook geraadpleegd om het project zo nauw mogelijk aan te laten sluiten bij wat kinderen/jongeren belangrijk vinden. 6. Initiatief bij volwassenen, kinderen delen in de beslissingen houdt in dat het een bewuste daad van participatie is om kinderen/jongeren nadrukkelijk te betrekken, niet alleen door informatie te geven of ze een keertje te raadplegen, maar door hen ook een aandeel te geven als er beslissingen moeten worden genomen. 10
7. Initiatief en leiding bij kinderen staat op de een na hoogste plaats. Voor volwassenen is het moeilijk om zichzelf op de achtergrond te plaatsen als er iets van ‘belang’ wordt aangepakt. Vaak zien we dit soort van participatie in de ‘spelwereld’, waar kinderen hun eigen spellen mogen bedenken en ontwikkelen. 8. Initiatief bij kinderen, volwassenen delen in de beslissingen is volgens Hart het ultieme niveau van participatie. Dat komt doordat hier al het initiatief bij de kinderen/jongeren ligt en daardoor grenzen van bevoegdheden en verantwoordelijkheden worden verlegd. Omdat wij erachter willen komen hoe jongeren denken over alcoholgebruik en wat zij de beste vorm van preventie vinden, is het belangrijk om de mening van de jongeren te achterhalen. Door de jongeren te laten participeren in dit onderzoek kunnen we er het beste achterkomen hoe ze denken en wat ze vinden. Vooral de uitvoering van de activiteit, het opstellen en uitvoeren van een preventieprogramma, moet op een zo hoog mogelijk trede van de ladder komen om ze geïnteresseerd en betrokken te houden. Eigen visie op de doelgroep Middelbare scholieren bevinden zich in het ontwikkelingsstadium tussen de kindertijd en de volwassenheid, ook wel de adolescentiefase genoemd. Het is een duidelijke tijd van fysieke, cognitieve en sociale veranderingen. In de adolescentiefase proberen jongeren vaak verschillende ‘rollen’ uit en zetten ze zich af tegen hun ouders, omdat ze meer controle over hun eigen leven willen hebben en onafhankelijk willen zijn. De adolescentie wordt dan ook meestal aangeduid als een periode van identiteit versus identiteitsverwarring, in deze periode proberen jongeren erachter te komen wat hen uniek maakt en wat hen onderscheidt van anderen (Erikson,1968). Het is ook vaak een periode waarin jongeren opstandig, impulsief en onberekenbaar zijn. Oftewel een periode van storm and stress: dat wil zeggen een periode gekenmerkt door verhoogde niveaus van emotionele onrust (Miller,1989). Jongeren willen graag gehoord worden en hier speelt participatie goed op in. Zij kunnen hun eigen onafhankelijke keuzes maken en voelen zich op die manier ook gehoord. Het zelfbeeld wordt in de adolescentietijd flink op de proef gesteld. Jongeren gaan zich afvragen wie ze zijn en waar ze bij horen. Ze leren in deze fase hun eigen mening te vormen, door middel van participatie kunnen zij deze mening dan ook geven. Ook komen ze erachter wat de mening van anderen is. Ze leren door participatie goed met diversiteit omgaan, ze zullen namelijk samen moeten werken ook al hebben zij verschillende meningen. Ook moeten er in de adolescentiefase veel keuzes worden gemaakt, zoals: welke studie er gekozen gaat worden, welk beroep ze later willen uitoefenen, keuzes betreffende seksualiteit, liefde en vriendschappen. Deze keuzes maken de jongeren zelf en maken onderdeel uit van de zoektocht naar de identiteit van jongeren. Jongeren willen dus gehoord worden en door middel van participatie zullen zij gehoord worden en zullen zij zich gehoord voelen!
11
Stap 2: Probleemanalyse Probleemstelling: Hoe kunnen we jongeren bewust maken van de gevolgen van het drinken van alcohol op jonge leeftijd? Onderzoeksvraag: Welke basiskennis over alcoholgebruik hebben 12 tot 16 jarige jongeren, hoe willen zij hierover voorgelicht worden en hoe kunnen we jongeren betrekken bij het tot stand komen van een dergelijke interventie/voorlichtingsactiviteit? Deelvragen: - Wat beweegt een jongere om te drinken en op welke leeftijd begint dit? - Wat weten jongeren van de gevolgen van alcohol drinken onder de 16 jaar? - Willen jongeren participeren in een creatieve en leerzame activiteit over alcoholgebruik? - Hoe moet een dergelijk interventie eruit zien, waaraan moet de activiteit voldoen wil die aansluiten bij jongeren? Doel: Het komen tot een product dat jongeren aanspreekt, waardoor jongeren zich bewust worden van de hoeveelheid alcohol die genuttigd wordt de leeftijd waarop dit begint en vooral de negatieve gevolgen hiervan. De hoofdboodschap is: niet drinken onder de 16 jaar. Doelgroep en betrokkenen - We richten ons onderzoek op jongeren. Met jongeren bedoelen wij in ons onderzoek middelbare scholieren van 12 tot 16 jaar. - Onze opdrachtgever is GGD West-Brabant (werkt voor 18 gemeenten in WestBrabant). Hoe maken we dit onderzoek participatief? - Enquête onder jongeren - Groepsgesprek - Creatieve invulling van de jongeren, door middel van een groepsgesprek met jongeren komen wij erachter hoe jongeren de preventieve activiteit willen invullen. Soort onderzoek We hebben hiervoor gekozen omdat het aansluit bij onze opdracht. Kenmerken van praktijkgericht onderzoek zijn namelijk; dat het vragen en problemen van beroepsbeoefenaren in gezondheidszorg en welzijn betreft, dat het toegepast is van aard en dat het een bijdrage levert aan de verbetering van de beroepspraktijk. Dit sluit aan bij wat wij met ons onderzoek voor ogen hebben. Er zijn 4 types van praktijkgericht onderzoek te onderscheiden, het type dat je kiest hangt af van de handelingsfase waarin het te onderzoeken probleem of vraag zich bevindt: - inventariserend of diagnostisch onderzoek (fase probleeminventarisatie en –bepaling) - ontwikkelingsgericht of ontwerponderzoek (fase kiezen/ontwerpen van oplossing/handeling) - procesevaluatie (fase uitvoering van de handeling) - effectevaluatie (fase evaluatie van de handeling) Ons product past binnen een ontwikkelingsgericht of ontwerponderzoek, omdat het in deze fase gaat om het maken of het kiezen van een hulpverleningsplan, activiteit of behandelplan. Ons doel is om een product/activiteit te ontwikkelen waarmee wij jongeren bewust kunnen 12
maken van de hoeveelheid alcohol die genuttigd wordt, de leeftijd waarop dit begint en vooral de negatieve gevolgen hiervan. Dataverzameling: Individuele en groepsgewijze ondervraging: Kwantitatief onderzoek: surveyonderzoek. De meest gebruikte methode om meningen, opinies, houdingen en kennis bij grote groepen te meten, is die van de survey, ook wel enquête of vragenlijstonderzoek genoemd. Surveyonderzoek is een gestructureerde dataverzamelingsmethode en dus geschikt voor ons participatief onderzoek. De databronnen voor dit onderzoek zijn individuele personen (jongeren) en het gaat hier om een schriftelijke ondervraging. Kwalitatief onderzoek: een interview met de jeugdraad van Wijk en Aalburg. Dit interview zal plaatsvinden nadat de vragenlijsten zijn geanalyseerd. Er is hier dan sprake van een interview met een focusgroep. Bij een focusgroepinterview wordt over één afzonderlijk onderwerp gesproken met een groep van 5 tot 25 personen. De leiding berust bij de onderzoeker(s), die de vragen stelt en structuur geeft aan het gesprek en de informatie. Het kwantitatief onderzoek heeft plaatsgevonden op het Willem van Oranje College in Aalburg, zoals terug te lezen is in de procesbeschrijving. We hebben enquêtes uitgedeeld aan jongeren van 12 tot 16 jaar. De enquête is te vinden in bijlage 3, pagina’s: 59 t/m 61. Het kwalitatief onderzoek heeft plaatsgevonden in het jongerencentrum van Aalburg. De uitwerking van dit gesprek is terug te vinden op pagina 77 van bijlage 5. Data-analyse We zullen een kwantitatieve en een kwalitatieve analyse maken aangezien we gebruik maken van de getrianguleerde aanpak. Dat betekent dat we kwalitatief onderzoek in combinatie met kwantitatief onderzoek gaan doen. Voor het beantwoorden van onderzoeksvragen worden dan meerdere methoden gebruikt, om zo verschillende onderzoeksaspecten goed te kunnen belichten en de betrouwbaarheid van de resultaten te kunnen verhogen. Kwantitatieve data analyse Aangezien het bij kwantitatief onderzoek om cijfers gaat, zijn deze vrij gestructureerd weer te geven. Enquêtes kunnen worden weergeven in een diagram (staafdiagram). Kwalitatieve data analyse Het nadeel van kwalitatief onderzoek is dat er vrijwel nooit één kant-en-klaar antwoord te geven is op een onderzoeksvraag. Vandaar dat kwantitatief onderzoek het hele onderzoek betrouwbaarder maakt. De verwerking van kwalitatieve gegevens gaat stapsgewijs: 1. De gegevens goed doorlezen en verdelen in kleine fragmenten (liefst in één woord). 2. Evalueren van de gebruikte termen. Welke waarde kennen we toe aan de gebruikte termen? 3. Je bedenkt met welk woord je dit fragment het beste kunt omschrijven (coderen). 4. De termen groeperen. Wat hoort bij wat? 5. Het sorteren van de gecodeerde begrippen: hiërarchie. 6. Zoeken naar verbanden tussen begrippen, naar associaties en/of combinaties. 7. Structuur aanbrengen in de begrippen. Zoeken naar relaties tussen begrippen en beantwoorden van de vraag waarom je bepaalde begrippen en bepaalde volgordes van begrippen hebt aangetroffen. Deze verbanden en volgorde breng je samen in een model, ofwel een diagram. Dit wordt ook wel een codeboom genoemd. 13
8. Je brengt het gevonden model in verband en vraagt je het volgende af: Kan er een antwoord op de vraag gegeven worden? Zijn er aanvullende vragen? Ontbreekt er nog informatie? Zo ja, opnieuw gegevens verzamelen. Omdat er in onze enquête vragen waren die open beantwoord moesten worden, hebben wij aan de hand van bovenstaande theorie die vragen geanalyseerd.
14
Stap 3: Conclusies Conclusies enquête Het grootse deel van de jongeren geeft aan dat zij de gevolgen van alcoholgebruik op korte en op lange termijn wel weten(92% - 77%). Over de gevolgen op korte termijn geeft 41 procent van de jongeren aan dat het hen niet zoveel kan schelen. 42 procent van de jongeren vindt de lange termijn gevolgen ‘best wel erg’. Hierna vragen we de jongeren wat zij van de verschillende manieren van voorlichting geven vinden. Hierbij komt naar voren dat ‘leuk’ en ‘heel leuk’ als antwoord het vaakst gegeven is bij film kijken(82%). Daarna zijn deze antwoorden het meest gegeven bij de creatieve wedstrijd en bij de projectweek. Of de jongeren meer zullen nadenken bij de verschillende voorlichtingsactiviteiten weten zij niet zo goed, er wordt namelijk vaak ‘neutraal’ geantwoord, (gemiddeld 37 procent van de antwoorden). 63 procent van de jongeren denkt dat zij ‘heel erg’ of ‘erg’ veel gaan nadenken over alcoholgebruik bij film kijken. Daarna zijn deze antwoorden het meest gegeven bij ervaringsdeskundige en de projectweek. Ook bij de vraag of het drinkgedrag zal veranderen door de voorlichtingsactiviteit wordt er vaak met ‘neutraal’ geantwoord(32% van de antwoorden). In 0,06 procent van de gevallen is er gekozen voor ‘helemaal’. Het antwoord ‘waarschijnlijk wel’ is het meest gegeven bij film kijken en de themadag(in totaal 28%). Ook de ervaringsdeskundige, de creatieve wedstrijd en de projectweek scoren goed bij dit antwoord. Vrijwel alle jongeren geven aan dat ze film kijken zouden kiezen als zij één voorlichtingsactiviteit zouden moeten kiezen, maarliefst 60 procent. De reden waarom zij een film willen kijken is vooral omdat hen dat leuk lijkt. Het grootste gedeelte van de jongeren heeft zelf geen idee voor een leuke en interessante voorlichtingsactiviteit. Van degene die wel een idee hebben opgeschreven (23%) hebben we een top 3 gegeven van de antwoorden die het meest gegeven zijn. Als eerst willen de jongeren ervaren hoe het is om dronken te zijn, zij vinden het interessant en denken dat het werkt omdat het confronterend is. De tweede keus is reclame/folders. Ze vinden dat leuk en bereiken er veel jongeren mee. Tot slot is er gekozen om naar een verslavingskliniek te gaan of een verpleegster te komen laten vertellen. Dit vinden ze interessant en zo denken ze inzicht te krijgen in de situatie. We hebben de jongeren gevraagd waar de voorlichtingsactiviteit aan moet voldoen, de jongeren vinden vooral dat het creatief moet zijn maar ook wel vermakelijk. En tenslotte vindt 56 procent van de jongeren dat de school eigenlijk altijd aandacht aan dit onderwerp zou moeten besteden. We hebben met het afnemen van de enquêtes gekeken naar de probleemstelling en de onderzoeksvraag van ons onderzoek. De probleemstelling ging over hoe we jongeren bewust kunnen maken van de gevolgen van het drinken van alcohol op jonge leeftijd. Hier zijn we in de enquête op ingegaan door aan de jongeren te vragen wat voor voorlichtingsactiviteit hen zou aanspreken en waardoor ze zouden gaan nadenken. Ook hebben we met de enquete de onderzoeksvraag onderzocht, namelijk: Welke basiskennis over alcoholgebruik hebben 12 tot 16 jarige jongeren, hoe willen zij hierover voorgelicht worden en hoe kunnen we jongeren betrekken bij het tot stand komen van een dergelijk interventie/voorlichtingsactiviteit? Welke basiskennis de jongeren hebben, hebebn we onderzocht door in de enquête te vragen naar de kennis die zij al hadden over de gevolgen. Zoals net ook vermeld hebben we de jongeren dus gevraagd naar een passende voorlichtingsactiviteit. We hebben de jongeren hierbij betrokken door hen deze vragen in te laten vullen. Tevens doen we dit door middel van ons groepsgesprek.
15
Conclusies groepsgesprek In het onderzoek werd de volgende probleemstelling en onderzoeksvraag opgesteld: Probleemstelling Hoe kunnen we jongeren bewust maken van de gevolgen van het drinken van alcohol op jonge leeftijd? Onderzoeksvraag Welke basiskennis over alcoholgebruik hebben 12 tot 16 jarige jongeren, hoe willen zij hierover voorgelicht worden en hoe kunnen we jongeren betrekken bij het tot stand komen van een dergelijk interventie/voorlichtingsactiviteit? Terugkijkend naar het groepsgesprek (waarin de jongeren de gelegenheid kregen zich te betrekken bij het geven van input), gekoppeld aan de probleemstelling, kan er gesteld worden dat de jongeren het belangrijk vinden om geconfronteerd te worden met de gevolgen van alcoholgebruik. Wat wij onderzochten was welke basiskennis de jongeren van 12 tot 16 jaar nou eigenlijk hebben, hoe zij hierover voorgelicht willen worden en hoe we hen kunnen betrekken bij het organiseren van een voorlichtingsactiviteit. De basiskennis van de jongeren is nagegaan door de enquêtes die ze hebben ingevuld. Wat betreft de manier van voorlichten wil men geconfronteerd worden met de gevolgen van alcoholgebruik door het organiseren van een projectweek waarin allerlei vormen van voorlichting tot uiting komen. Deze projectweek moet niet alleen confronterend maar ook informatief zijn. Bovendien denken de jongeren dat actief en creatief bezig zijn meer positieve invloed zal hebben op de bewustwording van de negatieve gevolgen van alcohol dan wanneer ze alleen maar aan moeten horen hoe slecht het is. Ondanks het feit dat ze niet alleen maar informatie willen aanhoren, geven ze toch aan dat het ontzettend belangrijk is wel informatiemomenten te krijgen. Deze informatie moet verstrekt worden door bijvoorbeeld ervaringsdeskundigen die commentaar geven in een film. De jongeren geven aan belang te hebben bij een film die in elkaar gezet is (of wordt) door professionals. In de projectweek is het essentieel de jongeren vrijheid te geven in het opdoen van informatie. Dit is te bereiken door hen een werkstukje te laten maken, maar hen vrij te laten in de keuze van het onderwerp (zolang het maar direct te linken is aan alcohol) en hen vrij te laten in de vormgeving ervan. Tevens is dit te bereiken door hen zelf een filmpje te laten maken waarin zij gevolgen van alcohol naar voren laten komen. Zo ervaren ze in levende lijven wat de gevolgen kunnen zijn en waar deze toe kunnen leiden. Kortweg kan er, wat het groepsgesprek betreft, geconcludeerd worden dat we de jongeren bewust kunnen maken van de gevolgen van het drinken van alcohol door het organiseren van een projectweek waarin allerlei vormen van voorlichting aan het licht komen en waarin de jongeren zelf actief deelnemen. Complete conclusie De enquêtes en het groepsgesprek zijn uitgewerkt en geconcludeerd. Om hier een duidelijke en complete conclusie van de maken zal hieronder nogmaals de doelstelling uit de probleemanalyse worden herhaald. Aan de hand van de probleemanalyse zal worden gekeken of het doel gerealiseerd is en waarom. De gemeente Aalburg is actief bezig met het onderwerp alcoholgebruik onder jongeren. In de gemeente konden we gebruik maken van een monitor met daarin informatie over alcoholgebruik onder jongeren in deze gemeente. Deze informatie is te vinden in de bijlage. Aan de hand van de informatie is de enquête opgesteld waarin we zouden kunnen vinden wat de jongeren al weten over de gevolgen van alcoholgebruik op lange en korte termijn en wat ze een goede vorm van voorlichtingen vinden. Na de informatie van de enquête hebben 16
we kunnen concluderen dat jongeren de gevolgen op korte en lange termijn wel weten. De jongeren vinden de gevolgen op korte termijn niet heel erg maar de gevolgen op lange termijn wel. Verder bleek uit de enquête dat de jongeren de voorkeur geven aan een film, ook vinden de jongeren een themadag een goede manier van voorlichting. Aan de hand van deze informatie zal worden gekeken naar het doel: Het komen tot een product dat jongeren aanspreekt, waardoor jongeren zich bewust worden van de hoeveelheid alcohol die genuttigd wordt, de leeftijd waarop dit begint en vooral de negatieve gevolgen hiervan. De hoofdboodschap is: niet drinken onder de 16 jaar. De jongeren geven aan de gevolgen op lange termijn best wel erg te vinden en dit is een belangrijk punt voor de bewustmaking van de jongeren. Aan de hand van de enquête en het groepsgesprek kunnen we concluderen dat het doel is bereikt. Met de informatie van de enquête is de basiskennis naar voren gekomen. Ook hebben we kunnen zien wat de jongeren en leuke en interesseante manier van voorlichting vinden. Met deze informatie heeft er een groepsgesprek plaatsgevonden met jongeren van een jongerencentrum in Aalburg. In dit groepsgesprek is de informatie naar voren gebracht en de informatie was de basis van het gesprek. De jongeren geven aan de voorlichtingsfilm een goede manier van informatie verstrekken vinden, maar dit wel graag in combinatie met een projectweek ziet. De jongeren willen de gevolgen ervaren en hierdoor zien ze een projectweek als een goede manier. De projectweek zou dan moeten bestaan uit diverse opdrachten, een werkstuk, een wedstrijd en een voorlichtingsfilm waarin de gevolgen van alcoholgebruik worden belicht. In deze film zou gebruik kunnen worden gemaakt van de eigen ervaring van een ervaringsdeskundige. We kunnen dus stellen dat we tot een product zijn gekomen dat de jongeren aanspreekt en waarbij ze zelf actief bezig zijn met hun eigen bewustwording. Met de projectweek zouden jongeren erg veel informatie tot zich nemen, over de hoeveelheid alcohol, wat alcohol doet met het lichaam en wat de negatieve gevolgen zijn.
17
Stap 4: Advies Dit advies is bedoelt voor gemeente Aalburg en de GGD West-Brabant. Aan de hand van bovenstaande resultaten en conclusies kan gesteld worden dat jongeren het meeste zien in een interactief preventieprogramma, waarin ze zelf aan de slag gaan met opdrachten en zo hun informatie en bewustwording vergroten. Wat bij de resultaten van het onderzoek naar voren kwam waren voornamelijk het kijken van een film en het opzetten van een projectweek. Om jongeren geïnteresseerd te houden, moet het preventieprogramma dus informatief, creatief en confronterend zijn. Naar aanleiding van het gevoerde groepsgesprek is er besloten dat een projectweek, waarin deze film wordt verwerkt, georganiseerd zou kunnen worden. We hebben ondervonden dat dit de beste manier van het vergroten van de bewustwording van jongeren is. De projectweek De projectweek zou van start kunnen gaan met het kijken van een film. Deze moet confronterend van aard zijn en informatie geven. Vervolgens kunnen de jongeren onderzoek doen naar de verschillende soorten alcohol en wat deze soorten met je doen. Er wordt een lijstje opgesteld met onderwerpen. De jongeren vormen groepjes en kiezen hier een onderwerp uit. Dit onderzoek wordt op papier gezet en er wordt een werkstukje van gemaakt. Nadien kunnen de jongeren op basis van de informatie die ze hebben opgedaan door hun onderzoekje, een filmpje maken. De jongeren krijgen elke dag een aantal uren te tijd om dit preventiefilmpje in elkaar te zetten. Bovendien krijgen de jongeren de gelegenheid om een ervaringsdeskundige (van Novadic Kentron) te interviewen zodat ze dieper op het onderwerp in kunnen gaan. De filmpjes die de jongeren gemaakt hebben, zullen worden getoond. Het beste filmpje wint een prijs. Betrokkenen Op basis van ons onderzoek is gebleken dat het goed is om twee pedagogiek studenten te betrekken bij de projectweek. Zij kunnen het geheel begeleiden en weten hoe ze activiteiten binnen deze projectweek kunnen opzetten door bepaalde connecties. Voor het maken van een filmpje hebben de jongeren een camera nodig. De MBO opleiding Kunst, Cultuur en Media met richting Sound en Vision kan camera’s verstrekken en zorgen voor een cameraman of –vrouw die de hele week vastlegt, zodat er een mooie film kan worden getoond als afsluiting. Tenslotte zou een Vrijetijdsmanagement student(e) mee kunnen helpen met het opzetten en organiseren van de hele week.
18
Beschrijving van het proces Iw les 1, 11-02-2010: Bij dit beroepsproduct zijn we begonnen met het opstellen van een samenwerkingscontract. Dit was niet verplicht, maar naar onze mening is dit een goed document om afspraken in vast te stellen en problemen op te lossen. Ook hebben we in de eerste IW-les ons onderwerp gekozen. We hadden een aantal onderwerpen in gedachten en hebben toen met Dorien besproken wat het beste onderwerp zou zijn. Uiteindelijk kwamen we op het onderwerp ‘Alcoholgebruik onder jongeren’. Na het vaststellen van het onderwerp hebben we gelijk contact opgenomen met mogelijke opdrachtgevers. GGD West-Brabant reageerde enthousiast en wilde ons graag helpen met dit beroepsproduct. Daarna hebben we taken verdeeld voor stap 1. Iw les 2, 25-02-2010: Iedereen had een onderdeel van stap 1 gemaakt en nadat alles bij elkaar is gevoegd hebben we feedback van Dorien gevraagd. Daarna hebben we een planning gemaakt voor periode 3 en 4. Tussen deze les en de les van volgende week hebben we stap 1 nog verder aangepast, literatuur erin verwerkt en onze visie op participatie geformuleerd. Iw les 3, 04-03-2010: De dag voor Iw (03-03) kregen we feedback van Dorien over heel stap 1. Tijdens de Iw les van 4 maart hebben we taken verdeeld zodat iedereen evenveel te verbeteren had. Ook zijn Milou, Mandy en Imke gelijk begonnen met een opzet van ons onderzoeksontwerp, om niet te veel achter te lopen op onze planning. Ook hier kregen we gelijk feedback op en deze zou worden aangepast door Pascalle en Naomi. Reflectieweek 4: Op donderdag 11 maart hadden we een gesprek gepland met onze opdrachtgever (Inge van den Borne, GGD West-Brabant). We hadden alle feedback aangepast voordat we dat gesprek hadden, en alles meegenomen naar het gesprek. Tijdens dit gesprek hebben we heel veel dingen kunnen afbakenen, we hebben het onderzoeksontwerp met Inge besproken en daaruit kwam dat we het onderzoek tot nu toe te breed hebben gezien. We hebben onze doelgroep aangepast van 12-18 jarigen naar 12-16 jarigen, en ons doel gespitst op het niet-drinken van de jongeren in deze leeftijdscategorie. Inge was enthousiast over ons project, wat voor ons fijn is omdat ze graag betrokken wil zijn en ons met alles wil helpen. Ze wilde graag dat we alle stappen ook naar haar opstuurde via de mail zodat zij ons ook kan voorzien van feedback. Iw les 5, 17-03-2010: Tijdens deze Iw les hebben we nog eens bekeken wat er besproken is met Inge. We hebben toen alle documenten m.b.t. het beroepsproduct naar haar opgestuurd. We hebben verder uitgedacht waar en hoe we het onderzoek wilden gaan afnemen. Op 18 maart zijn we bij elkaar gekomen om de onderzoeksopzet verder af te maken aan de hand van theorie. Ook het ‘soort onderzoek’ is verantwoord met theorie. Iw les 6, 25-03-2010: Tijdens deze les hadden we wat opdrachten gekregen van Dorien om op papier te zetten; Titel van het project, korte omschrijving van het project en een korte omschrijving van het onderwerp. Dit hebben Imke en Pascalle op papier gezet en gelijk opgestuurd naar Dorien. Ondertussen heeft Mandy alle literatuur in het BP in de APA-norm gezet, Milou een duidelijk schema/planning gemaakt van wat er nog gedaan moet worden (de vorige planning bleek namelijk niet haalbaar omdat het tijdspad te krap was) en heeft Naomi informatie die we van Inge hebben gekregen tijdens het gesprek, verwerkt in het BP. Ook hebben we gemeentes en scholen geselecteerd waar we ons kwantitatieve onderzoek wilde gaan afnemen. Iw les 7, 01-04-2010; Op woensdag 31 maart heeft iedereen enkele enquêtevragen op de mail gezet en doorgestuurd, zodat we de week erop gelijk konden beginnen met het maken van de enquêtes. Tijdens deze les hadden we peer-intervisie, waarbij elk groepje vertelt wat 19
hun onderwerp is, hoe het gaat en waar ze tegenaan lopen. Wij vonden dit wel interessant en vonden het fijn op tips te geven en te krijgen. Reflectieweek 8: Op woensdag 07-04 zijn we bij elkaar gekomen om de enquête in elkaar te zetten, dit ging erg vlot omdat we allemaal al vragen op papier hadden staan. Ook hebben we gelijk telefonisch contact opgenomen met de geselecteerde scholen, die wilden echter dat we een mailtje stuurden zodat deze verspreid kon worden onder de leraren. Het plan was om op vrijdag 09-04 en woensdag 14-04 enquêtes af te gaan nemen. Helaas reageerden de scholen nauwelijks tot niet dus hebben we ons plan aan moeten passen. We hebben toen gekozen voor één gemeente: Gemeente Aalburg. Deze gemeente was al bezig met het opzetten van een project over alcoholpreventie en was erg blij met onze medewerking. Wij zijn via Inge van den Borne van de GGD in contact gekomen met Annelieke van Piggen van de gemeente Aalburg. Zij zou ons in contact brengen met de jeugdraad van die gemeente en met een school om de enquêtes af te nemen. Week 9: Op woensdag 14 april zijn we, zoals hierboven beschreven, in gesprek gegaan met Anne-Lieke van Piggen. Het gesprek vond plaats op het gemeentehuis in Aalburg en we hebben diverse dingen besproken waar we een korte samenvatting van geven. De enquêtes zouden kunnen worden afgenomen op het Willen van Oranje College in Aalburg, we moeten nog wel in contact komen met de school. Anne-Lieke neemt contact op met de school en stuurt een CC naar Milou, die het vervolgens aan ons laat weten. Nadat Anne-Lieke contact heeft gehad nemen we zelf contact op met de school. Anne-Lieke geeft als tip om de jongeren te belonen, ze geeft aan dat chocolade altijd goed werkt. Voordat we de enquêtes gaan afnemen kunnen we op het gemeentehuis pennen halen. Volgens Anne-Lieke moet de enquête die we nu hebben, worden aangepast. Er zijn al gegevens bekend over alcoholgebruik onder jongeren in Aalburg, aan de hand van die gegevens kunnen we de enquête samenstellen. We hebben de enquête doorgenomen en daar zijn een aantal tips enkele aandachtspunten uitgekomen. We moeten gerichter vragen stellen, wat zouden de jongeren leuk vinden op het gebied van alcoholpreventie? We moeten een deel van de vragen open houden, verschillende activiteiten bedenken en die verwerken in de vraag. We kunnen allerlei soorten voorlichting bedenken, themadag, onder school tijd, een filmpje. Anne-Lieke geeft aan dat we verschillende instanties kunnen bellen om er achter te komen wat goede activiteiten zouden kunnen zijn. Anne-Lieke geeft aan dat de pagina’s kunnen worden ingekort. Hoe minder pagina’s hoe gemotiveerder de jongeren het zullen invullen. Anne-Lieke geeft aan dat we de enquêtes het beste eerst kunnen laten invullen door 3 jongeren om te bekijken of ze alles snappen en hoelang ze erover doen om de enquête in te vullen. In het gesprek is verder nog naar voren gekomen dat we de doelstellingen afbakenen en concreter maken. De jongerenraad is een project dat is opgezet en loopt tot op heden goed. Om het kwalitatieve onderdeel van het onderzoek te voltooien kunnen we aan de hand van de enquête gegevens de jongerenraad interviewen. Anne-Lieke zal contact opnemen met de jongerenraad en vervolgens ons op de hoogte brengen van de conclusies. Het is verstandig om een beschrijving te geven van de gemeente Aalburg, en de christelijke school, het Willem van Oranje College, om onze doelgroep te verduidelijken. Week 10 We hebben aan de hand van het gesprek met Anne-Lieke de enquêtes aangepast, we hebben ons gefocust op preventie van alcoholgebruik onder jongeren onder de 16. In de enquête hebben we de jongeren enkele voorbeelden gegeven van preventieprogramma’s en aan hun gevraagd wat zij het liefste als preventieprogramma zouden krijgen. Als beloning voor het invullen van de enquêtes kregen ze een marsje.
20
Ook hebben we een brief opgesteld voor de jongerenraad, om hen te vragen of ze een gesprek met ons willen aangaan over alcoholpreventie. Deze hebben we doorgestuurd naar Anne-Lieke en zij heeft hem aangepast en doorgestuurd naar de leden van de jongerenraad. Periode 4 Week 1 Deze week hebben we de enquêtes verdeeld over de groepsleden, zodat deze geanalyseerd kunnen worden. Eerst hebben we de antwoorden individueel geturfd, om te controleren of het aantal antwoorden klopt met het aantal enquêtes. Daarna hebben we in duo’s de geturfde gegevens in Excel gezet en de antwoorden van de open vragen erbij gezet. Meivakantie In deze week is er de laatste hand gelegd aan de analyse van de enquêtes. Daarna zijn alle gegevens omgezet in grafieken. Ook is het onderzoeksontwerp aangepast en is er meer literatuur bij gezocht, vooral over hoe we de data-analyse hebben gedaan en hoe we het groepsgesprek willen gaan opstellen en analyseren. Week 2 Deze week hebben we het hele Bp tot nu toe naar Dorien, Anne-Lieke en Inge en hebben we gevraagd of ze eventueel nog feedback hebben over de stukken die we de laatste weken hebben gemaakt. Op woensdag 12 mei kreeg Milou een mailtje van AnneLieke met de gegevens van de jongeren van de jongerenraad. Helaas was ze vergeten om er een bijlage bij te doen. Aangezien het die donderdag Hemelvaartsdag was, et weekend begon en we daarna een week op studiereis gingen naar Denemarken, waren we niet meer in de gelegenheid om contact op te nemen met Anne-Lieke voor de contactgegevens. Week 3 Studiereis naar Denemarken. Anne-Lieke had gelukkig toch deze week een mailtje kunnen sturen naar Pascalle met de gegevens van de jongerenraad. Pascalle heeft toen nog een mailtje gestuurd om ze nogmaals te vragen of ze ons mee willen helpen met ons onderzoek. Week 4 We hebben enkele reacties gekregen van jongeren van de jongerenraad, waarin stond dat ze geen tijd hadden omdat ze het te druk hadden met school. Op woensdag 26 mei hebben we contact opgenomen met Anne-Lieke, die ons had verteld dat ze nog een jongerenwerker achter de hand had die wel in gesprek met ons wilde gaan. Ook zijn we deze week begonnen aan de rapportage. Er is een opzetje gemaakt en we hebben bekeken wat we allemaal nog moesten doen om het Bp af te ronden. Deze taken hebben we verdeeld en moeten we in week 5 af hebben. Ook heeft Anne-Lieke een afspraak kunnen maken met de jongerenwerker en mochten we tijdens een vergadering van alle vrijwilligers een groepsgesprek voeren. Week 5 Op dinsdag 1 juni zijn we naar Aalburg gereden om een groepsgesprek te voeren met de jongeren van het jongerencentrum. We hebben de resultaten van de enquêtes met ze besproken en ze gevraagd naar hun eigen mening. Daaruit kwam naar voren dat ze een projectweek een goed idee vinden, omdat jongeren dan zelf bezig zijn en betrokken raken bij het onderwerp. Ook hebben we zo veel mogelijk aan de rapportage gedaan als we konden. We hebben de feedback van Inge verwerkt in het Bp en het groepsgesprek uitgewerkt. Aan de hand van de resultaten van de enquêtes en het groepsgesprek hebben we een begin van de conclusies opgesteld. 21
Verder hebben we de laatste taken van de rapportage verdeeld, zoals het maken van promotiemateriaal, samenvatting en de onderzoeksvraag en de acties in de rapportage zetten. Week 6 Deze week hebben we de conclusies afgemaakt. Ook hebben we gekeken of we de onderzoeksvraag en de doelstelling hebben beantwoord. Op 11 juni hebben we de rapportage helemaal afgemaakt; het advies is opgesteld en alles is nagekeken. Ook is er een begin gemaakt aan de presentatie. Week 7 Deze week wordt het B en de rapportage helemaal nagekeken of spelling en opmaak. Op donderdag 17 juni hebben we het symposium waar we onze rapportage gaan presenteren.
22
Nawoord: We kijken terug op dit BP als een hectisch maar interessant onderzoek. We waren het gelijk eens over het onderwerp dus konden meteen aan de slag. De onderzoeksvraag en het doel zijn een aantal keer aangepast na de feedback van verschillende betrokkenen. Toch hebben we ons onderzoek gestructureerd uit kunnen voeren. Nadat we het theoretisch kader compleet hadden gemaakt, konden we enquêtes gaan afnemen. Het plan was oorspronkelijk om naar meerdere scholen te gaan maar dit bleek heel lastig te zijn. Vooral vanwege ons tijdsbestek, de scholen hadden op zulke korte termijn geen tijd voor ons. Daar zijn we dus wel tegenaan gelopen. Gelukkig kwamen we via GGD West-Brabant in contact met Annelieke Piggen van de gemeente Aalburg. Het bleek dat we onze enquêtes konden afnemen bij de middelbare school in Aalburg: Willem van Oranje College! Dit ging erg goed, we hadden genoeg bruikbare enquêtes om te gaan verwerken. Het volgende punt waar we tegenaan zijn gelopen zijn de jongeren van de jeugdraad in Aalburg, die het te druk hadden om met ons in gesprek te gaan. Na veel rondvragen heeft Anne-lieke ons in contact gebracht met Marcel, de jongerenwerker. Hij kon voor ons een ander groepje jongeren regelen waarmee we het groepsgesprek konden houden. Dit was super fijn want heel belangrijk voor het participatieve deel van het BP. Uiteindelijk hebben we dus alle acties uit kunnen voeren die we wilden uitvoeren om het definitieve advies voor de opdrachtgevers te kunnen schrijven. We kunnen dan ook met trots zeggen dat we, met ons advies, ons doel behaald hebben. We hebben met dit product veel geleerd over onderzoek doen en natuurlijk over participatie!
23
Literatuurlijst Boeken:
-
Aronson E., Wilson T. D. & Akert R. M. (2007) Sociale psychologie Amsterdam: Pearson Education Benelux.
-
Loosveldt G. & van Bruggenhout, B. (2000) Cliëntgerichte perspectieven in de welzijnszorg. Apeldoorn: Garant uitgevers.
-
De Wit J., Slot N.W., & van Aken M. (2004-2007) Psychologie van de adolescentie: Basisboek (23ste geheel herziene druk). Baarn: Thieme Meulenhoff.
-
Feldman R. S., (2008) Ontwikkelingspsychologie (4de druk). Amsterdam: Pearson Education. Bussem: Coutinho
-
Burggraaf – Huiskes M., (2007) Opvoedingsondersteuning als bijzondere vorm van preventie Bussem: Coutinho
-
Verhellen E. (2000) Verdrag inzake rechten van het kind. Apeldoorn: Garant uitgevers.
-
Winter, M. de (2000) Beter maatschappelijk opvoeden. Hoofdlijnen van een eigentijdse participatie-pedagogiek. Assen: Van Gorcum.
-
Verhoeven N. (2007) Wat is Onderzoek? Den Haag: Boom Onderwijs
-
Hart, Roger A. (1992) Children’s Participation, from Tokenisme to Citizenship. UNICEF
Internetsites:
-
Sanoma Digital Group (1998) Algemeen: Binnenland, Jongeren drinken vooral bij een ander thuis. Geraadpleegd op 25 februari 2010, op http://www.nu.nl/binnenland/2180792/jongeren-drinken-vooral-bij-ander-thuis.html
-
Sanoma Digital Group (1998) Algemeen: Binnenland, Jongeren drinken vooral bij een ander thuis. Geraadpleegd op 25 februari 2010, op http://www.nu.nl/algemeen/2080426/jongeren-drinken-later-met-hulp-van-ouders.html
-
Ministerie van volksgezondheid, welzijn en sport (2009) Onderwerpen: Jongeren en alcohol. Geraadpleegd op 25 februari 2010, op http://www.minvws.nl/dossiers/alcohol/jongeren-en-alcohol
-
Trimbos-instituut (2010) Persberichten: Alcoholgebruik van jongeren uitstellen? Dat kan! Geraadpleegd op 25 februari 2010, op http://www.trimbos.nl/nieuws/persberichten/2009/ alcoholgebruik-van-jongerenuitstellen-dat-kan
-
Trimbos-instituut (2010) Persberichten: Alcoholgebruik van jongeren uitstellen? Dat kan! Geraadpleegd op 25 februari 2010, op http://www.trimbos.nl/onderwerpen/alcohol-en-drugs/alcohol/alcohol-algemeen/risicos
-
NOS Headlines (2006) Nieuws: Alcohol onder de 18.. Geraadpleegd op 25 februari 2010, op http://headlines.nos.nl/forum.php/list_messages/1284 artikel: Alcohol onder de 18 ..vr 20 jan 2006 24
-
Plan België (2008) Internationaal Verdrag van de Rechten van het Kind. Geraadpleegd op 25 februari 2010, op http://www.planbelgie.be/wat-doet plan/kinderrechten/ kinderrechtenverdrag
-
Trouw (2006) Geef kind regels voor drank. Geraadpleegd op 25 februari 2010 http://www.trouw.nl/nieuws/nederland/article1228772.ece/Geef_kind_regels_voor_dra nk_rsquo_.html
-
Nederlands Dagblad (2006) Ouders te tolerant bij alcoholgebruik jongeren. Geraadpleegd op 25 februari 2010 http://www.nd.nl/artikelen/2006/mei/30/-ouders-tetolerant-bij-alcoholgebruik-jongeren-
-
Nationale Drug Monitor (2007) NDM Jaarbericht 2007. Geraadpleegd op 25 februari 2010 http://www.trimbos.nl/~/media/Themas/7_Feiten_Cijfers_Beleid/AF0809%20NDM%2 0Jaarbericht%202007%20compleet%20met%20destinations.ashx#alcohol
25
Bijlage 1; Rapportage
Imke van Tuyl Mandy van Rossum Naomi Spijkers Milou van Rossum Pascalle Sevriens Fontys Hogeschool Pedagogiek Tilburg 26
Participatief onderzoek naar het tegengaan van alcoholgebruik onder jongeren van 12 tot 16 jaar.
Imke van Tuyl Mandy van Rossum Naomi Spijkers Milou van Rossum Pascalle Sevriens Groep: 2H2
2130982 2130493 2135985 2128031 2129698
Fontys Hogeschool Pedagogiek Tilburg Datum: 17 juni 2010 Opdrachtgevers: GGD West-Brabant en Gemeente Aalburg Projectleiders: - Fontys Hogeschool Pedagogiek: Dorien Huisman - GGD West-Brabant: Inge Borne - Gemeente Aalburg: Annelieke Piggen
27
Samenvatting: Voor onze opdrachtgevers: GGD West-Brabant, Gemeente Aalburg en de Fontys Hogeschool Pedagogiek, hebben wij een participatief product samengesteld onder de naam : ….Maar ik drink niet! Het product is gestart met de probleemstelling: Hoe kunnen we jongeren bewust maken van de gevolgen van het drinken van alcohol op jonge leeftijd. Met het antwoord op die vraag wilden we bereiken om te komen tot een product dat jongeren aanspreekt, waardoor jongeren zich bewust worden van de hoeveelheid alcohol die genuttigd wordt, de leeftijd waarop dit begint en vooral de negatieve gevolgen hiervan. Dit product gaat dus over preventie van alcoholgebruik onder jongeren van 12 tot 16 jaar. We hebben ons onderzoek verricht via kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Via enquêteonderzoek hebben wij jongeren van 12 tot 16 uit de Gemeente Aalburg gevraagd wat zij zouden willen terugzien in een preventieprogramma om alcoholgebruik beneden de 16 jaar tegen te gaan. De uitkomsten van de enquêtes hebben we verwerkt en geanalyseerd. Aan de hand van deze analyse zijn we in gesprek gegaan met jongeren uit de Gemeente Aalburg in een halfgestructureerd interview. Nadat we dit interview verwerkt en geanalyseerd hadden konden we conclusies trekken over wat jongeren willen terugzien in een preventieprogramma van alcoholgebruik. De uitkomsten van het onderzoek wijzen op het kijken van film, waarin confronterende beelden te zien zijn en het houden van een projectweek, waarin ook een film wordt vertoond en gemaakt. We hebben gekozen voor de projectweek, omdat de film daarin ook erg naar voren komt. Deze projectweek hebben wij vormgegeven aan de hand van activiteiten die in die week kunnen plaatsvinden en beschrijven wij als advies aan de gemeente Aalburg. We hopen natuurlijk dat dit ertoe lijdt dat de gemeente Aalburg in samenwerking met de school een projectweek organiseert en zo jongeren bewust maakt van het drinken van alcohol op jonge leeftijd en de gevolgen hiervan.
28
Voorwoord: Het alcoholgebruik onder jongeren is onderwerp wat met regelmaat in het nieuws te vinden is. We lezen veelvuldig in de krant dat jongeren grote hoeveelheden alcohol hebben gedronken en met de ernstige gevolgen moeten leven. Dit onderwerp komt steeds meer in het nieuws en jongeren gaan op steeds jongere leeftijd drinken. Ook in de Nederlandse politiek is het een beladen onderwerp, moet de leeftijdsgrens om alcohol te verkrijgen naar 18 jaar? Met dit in onze gedachten is het participatieve onderzoek van alcoholgebruik onder jongeren ontstaan. Ten slotte willen we voorafgaand aan het de rapportage de gelegenheid nemen om de projectleiders die medewerking hebben gegeven aan het gehele product. We willen Inge van den Borne, van de GGD West-brabant bedanken voor het opstarten en begeleiden van het product, de bruikbare adviezen en het budget. Hierdoor hebben we ons product kunnen vormen tot wat het op dit moment is. Anne-Lieke Piggen, van de gemeente Wijk en Aalburg, voor de gehele begeleiding, de inhoudelijke adviezen over de enquête, de contacten met het Willem van Oranje College en de jongeren in Aalburg.
29
Inleiding Toelichting op het doel Het doel van ons onderzoek is: Het komen tot een product dat jongeren aanspreekt, waardoor jongeren zich bewust worden van de hoeveelheid alcohol die genuttigd wordt, de leeftijd waarop dit begint en vooral de negatieve gevolgen hiervan. We hebben voor dit doel gekozen omdat het onze bedoeling is dat de jongeren zich dus bewust worden van alcoholgebruik onder jongeren maar ook dat we een product ontwikkelen om dit te doen wat de jongeren aanspreekt! Volgens ons is dit belangrijk omdat de jongeren dat gemotiveerder zijn om eraan mee te werken. Tevens denken wij dat de boodschap echt bij de jongeren binnen komt als ze zelf kunnen meebeslissen over de activiteit. Daar komt het participatieve gedeelte van ons onderzoek bij kijken. Naar aanleiding van het doel hebben we een enquête opgesteld voor de jongeren waarin zij hun mening konden geven over een (volgens hen) geschikte activiteit. Met deze resultaten zijn wij naar andere jongeren gegaan om met hun in gesprek te gaan ook weer over de activiteit. Als we dus genoeg informatie hebben gekregen van de jongeren kunnen we de volgende stap nemen richting het verwezenlijken van ons doel, namelijk: een adviesrapport geven aan de gemeente aalburg en het Willem van Oranje college. In dit rapport komen de resultaten van ons onderzoek en een advies voor een activiteit rondom alcoholgebruik die jongeren aanspreekt. We hebben dan ons doel bereikt omdat we dan tot een dergelijk product zijn gekomen waardoor de jongeren zich bewust worden van de hoeveelheid alcohol die genuttigd wordt, de leeftijd waarop dit begint en vooral de negatieve gevolgen hiervan. Het is namelijk aan de jongeren voorgelegd in de enquête en in het groepsgesprek dat deze bewustwording het doel van de activiteit is. Noodzakelijke voorinformatie De informatie die wij hebben gekregen voorafgaande het onderzoek is vanuit school gecommuniceerd. De opdracht staat uitgelegd in de studentenhandleiding.
30
Rapportage Onderzoeksvraag: Welke basiskennis over alcoholgebruik hebben 12 tot 16 jarige jongeren, hoe willen zij hierover voorgelicht worden en hoe kunnen we jongeren betrekken bij het tot stand komen van zo’n interventie/voorlichtingsactiviteit? Onderzoek/Acties: Om deze vraag te beantwoorden zijn er allereerst gegevens opgezocht over het alcoholgebruik van de jongeren uit de gemeente Aalburg, de zogeheten Monitor*. Na overleg met de opdrachtgever, GGD West-Brabant, en de gemeente Aalburg zijn er enquêtes opgesteld en daarna afgenomen op middelbare school het Willem van Oranjecollege in Aalburg. Het doel van de enquêtes was om erachter te komen welk soort preventieprogramma de jongeren het meest aanspreekt. Aan de hand van deze resultaten* is er een gesprek gevoerd met enkele jongeren uit de gemeente Aalburg, die werkzaam zijn als vrijwilliger bij een jongerencentrum. Er is gevraagd naar hun mening over de uitvoering van de activiteit die de jongeren het meeste aansprak (een preventieve film bekijken) en er is dieper ingegaan op de preventie van alcoholgebruik onder jongeren van 12 tot 16 jaar*. Aan de hand van deze onderzoeken zijn er conclusies geformuleerd en is er een advies opgesteld voor gemeenten en scholen over de manier waarop alcoholgebruik onder jongeren van 12 tot 16 jaar aangepakt kan worden. (* zie bijlagen) Resultaten De resultaten van de afgenomen enquête zijn te vinden in de bijlagen, net als de Monitor met de gegevens over alcoholgebruik onder jongeren in de gemeente Aalburg en de uitwerking van het groepsgesprek met de jongeren van het jongerencentrum. In de bijlage vindt u tevens de enquête. Conclusies Conclusies enquête Het grootse deel van de jongeren geeft aan dat zij de gevolgen van alcoholgebruik op korte en op lange termijn wel weten(92% - 77%). Over de gevolgen op korte termijn geeft 41 procent van de jongeren aan dat het hen niet zoveel kan schelen. 42 procent van de jongeren vindt de lange termijn gevolgen ‘best wel erg’. Hierna vragen we de jongeren wat zij van de verschillende manieren van voorlichting geven vinden. Hierbij komt naar voren dat ‘leuk’ en ‘heel leuk’ als antwoord het vaakst gegeven is bij film kijken(82%). Daarna zijn deze antwoorden het meest gegeven bij de creatieve wedstrijd en bij de projectweek. Of de jongeren meer zullen nadenken bij de verschillende voorlichtingsactiviteiten weten zij niet zo goed, er wordt namelijk vaak ‘neutraal’ geantwoord, (gemiddeld 37 procent van de antwoorden). 63 procent van de jongeren denkt dat zij ‘heel erg’ of ‘erg’ veel gaan nadenken over alcoholgebruik bij film kijken. Daarna zijn deze antwoorden het meest gegeven bij ervaringsdeskundige en de projectweek. Ook bij de vraag of het drinkgedrag zal veranderen door de voorlichtingsactiviteit wordt er vaak met ‘neutraal’ geantwoord(32% van de antwoorden). In 0,06 procent van de gevallen is er gekozen voor ‘helemaal’. Het antwoord ‘waarschijnlijk wel’ is het meest gegeven bij film kijken en de themadag(in totaal 28%). Ook de ervaringsdeskundige, de creatieve wedstrijd en de projectweek scoren goed bij dit antwoord. Vrijwel alle jongeren geven aan dat ze film kijken zouden kiezen als zij één voorlichtingsactiviteit zouden moeten kiezen, maarliefst 60 procent. De reden waarom zij een film willen kijken is vooral omdat hen dat leuk lijkt. Het grootste gedeelte van de jongeren heeft zelf geen idee voor een leuke en interessante voorlichtingsactiviteit. Van degene die wel een idee hebben opgeschreven (23%) hebben we 31
een top 3 gegeven van de antwoorden die het meest gegeven zijn. Als eerst willen de jongeren ervaren hoe het is om dronken te zijn, zij vinden het interessant en denken dat het werkt omdat het confronterend is. De tweede keus is reclame/folders. Ze vinden dat leuk en bereiken er veel jongeren mee. Tot slot is er gekozen om naar een verslavingskliniek te gaan of een verpleegster te komen laten vertellen. Dit vinden ze interessant en zo denken ze inzicht te krijgen in de situatie. We hebben de jongeren gevraagd waar de voorlichtingsactiviteit aan moet voldoen, de jongeren vinden vooral dat het creatief moet zijn maar ook wel vermakelijk. En tenslotte vindt 56 procent van de jongeren dat de school eigenlijk altijd aandacht aan dit onderwerp zou moeten besteden. We hebben met het afnemen van de enquêtes gekeken naar de probleemstelling en de onderzoeksvraag van ons onderzoek. De probleemstelling ging over hoe we jongeren bewust kunnen maken van de gevolgen van het drinken van alcohol op jonge leeftijd. Hier zijn we in de enquête op ingegaan door aan de jongeren te vragen wat voor voorlichtingsactiviteit hen zou aanspreken en waardoor ze zouden gaan nadenken. Ook hebben we met de enquete de onderzoeksvraag onderzocht, namelijk: Welke basiskennis over alcoholgebruik hebben 12 tot 16 jarige jongeren, hoe willen zij hierover voorgelicht worden en hoe kunnen we jongeren betrekken bij het tot stand komen van een dergelijk interventie/voorlichtingsactiviteit? Welke basiskennis de jongeren hebben, hebebn we onderzocht door in de enquête te vragen naar de kennis die zij al hadden over de gevolgen. Zoals net ook vermeld hebben we de jongeren dus gevraagd naar een passende voorlichtingsactiviteit. We hebben de jongeren hierbij betrokken door hen deze vragen in te laten vullen. Tevens doen we dit door middel van ons groepsgesprek. Conclusies groepsgesprek In het onderzoek werd de volgende probleemstelling en onderzoeksvraag opgesteld: Probleemstelling Hoe kunnen we jongeren bewust maken van de gevolgen van het drinken van alcohol op jonge leeftijd? Onderzoeksvraag Welke basiskennis over alcoholgebruik hebben 12 tot 16 jarige jongeren, hoe willen zij hierover voorgelicht worden en hoe kunnen we jongeren betrekken bij het tot stand komen van een dergelijk interventie/voorlichtingsactiviteit? Terugkijkend naar het groepsgesprek (waarin de jongeren de gelegenheid kregen zich te betrekken bij het geven van input), gekoppeld aan de probleemstelling, kan er gesteld worden dat de jongeren het belangrijk vinden om geconfronteerd te worden met de gevolgen van alcoholgebruik. Wat wij onderzochten was welke basiskennis de jongeren van 12 tot 16 jaar nou eigenlijk hebben, hoe zij hierover voorgelicht willen worden en hoe we hen kunnen betrekken bij het organiseren van een voorlichtingsactiviteit. De basiskennis van de jongeren is nagegaan door de enquêtes die ze hebben ingevuld. Wat betreft de manier van voorlichten wil men geconfronteerd worden met de gevolgen van alcoholgebruik door het organiseren van een projectweek waarin allerlei vormen van voorlichting tot uiting komen. Deze projectweek moet niet alleen confronterend maar ook informatief zijn. Bovendien denken de jongeren dat actief en creatief bezig zijn meer positieve invloed zal hebben op de bewustwording van de negatieve gevolgen van alcohol dan wanneer ze alleen maar aan moeten horen hoe slecht het is. Ondanks het feit dat ze niet alleen maar informatie willen aanhoren, geven ze toch aan dat het ontzettend belangrijk is wel informatiemomenten te krijgen. Deze informatie moet verstrekt worden door bijvoorbeeld ervaringsdeskundigen die commentaar geven in een film. De jongeren geven aan belang te hebben bij een film die in elkaar gezet is (of wordt) door professionals. 32
In de projectweek is het essentieel de jongeren vrijheid te geven in het opdoen van informatie. Dit is te bereiken door hen een werkstukje te laten maken, maar hen vrij te laten in de keuze van het onderwerp (zolang het maar direct te linken is aan alcohol) en hen vrij te laten in de vormgeving ervan. Tevens is dit te bereiken door hen zelf een filmpje te laten maken waarin zij gevolgen van alcohol naar voren laten komen. Zo ervaren ze in levende lijven wat de gevolgen kunnen zijn en waar deze toe kunnen leiden. Kortweg kan er, wat het groepsgesprek betreft, geconcludeerd worden dat we de jongeren bewust kunnen maken van de gevolgen van het drinken van alcohol door het organiseren van een projectweek waarin allerlei vormen van voorlichting aan het licht komen en waarin de jongeren zelf actief deelnemen. Complete conclusie De enquêtes en het groepsgesprek zijn uitgewerkt en geconcludeerd. Om hier een duidelijke en complete conclusie van de maken zal hieronder nogmaals de doelstelling uit de probleemanalyse worden herhaald. Aan de hand van de probleemanalyse zal worden gekeken of het doel gerealiseerd is en waarom. De gemeente Aalburg is actief bezig met het onderwerp alcoholgebruik onder jongeren. In de gemeente konden we gebruik maken van een monitor met daarin informatie over alcoholgebruik onder jongeren in deze gemeente. Deze informatie is te vinden in de bijlage. Aan de hand van de informatie is de enquête opgesteld waarin we zouden kunnen vinden wat de jongeren al weten over de gevolgen van alcoholgebruik op lange en korte termijn en wat ze een goede vorm van voorlichtingen vinden. Na de informatie van de enquête hebben we kunnen concluderen dat jongeren de gevolgen op korte en lange termijn wel weten. De jongeren vinden de gevolgen op korte termijn niet heel erg maar de gevolgen op lange termijn wel. Verder bleek uit de enquête dat de jongeren de voorkeur geven aan een film, ook vinden de jongeren een themadag een goede manier van voorlichting. Aan de hand van deze informatie zal worden gekeken naar het doel: Het komen tot een product dat jongeren aanspreekt, waardoor jongeren zich bewust worden van de hoeveelheid alcohol die genuttigd wordt, de leeftijd waarop dit begint en vooral de negatieve gevolgen hiervan. De hoofdboodschap is: niet drinken onder de 16 jaar. De jongeren geven aan de gevolgen op lange termijn best wel erg te vinden en dit is een belangrijk punt voor de bewustmaking van de jongeren. Aan de hand van de enquête en het groepsgesprek kunnen we concluderen dat het doel is bereikt. Met de informatie van de enquête is de basiskennis naar voren gekomen. Ook hebben we kunnen zien wat de jongeren en leuke en interesseante manier van voorlichting vinden. Met deze informatie heeft er een groepsgesprek plaatsgevonden met jongeren van een jongerencentrum in Aalburg. In dit groepsgesprek is de informatie naar voren gebracht en de informatie was de basis van het gesprek. De jongeren geven aan de voorlichtingsfilm een goede manier van informatie verstrekken vinden, maar dit wel graag in combinatie met een projectweek ziet. De jongeren willen de gevolgen ervaren en hierdoor zien ze een projectweek als een goede manier. De projectweek zou dan moeten bestaan uit diverse opdrachten, een werkstuk, een wedstrijd en een voorlichtingsfilm waarin de gevolgen van alcoholgebruik worden belicht. In deze film zou gebruik kunnen worden gemaakt van de eigen ervaring van een ervaringsdeskundige. We kunnen dus stellen dat we tot een product zijn gekomen dat de jongeren aanspreekt en waarbij ze zelf actief bezig zijn met hun eigen bewustwording. Met de projectweek zouden jongeren erg veel informatie tot zich nemen, over de hoeveelheid alcohol, wat alcohol doet met het lichaam en wat de negatieve gevolgen zijn.
33
Advies: Dit advies is bedoelt voor gemeente Aalburg en de GGD West-Brabant. Aan de hand van bovenstaande resultaten en conclusies kan gesteld worden dat jongeren het meeste zien in een interactief preventieprogramma, waarin ze zelf aan de slag gaan met opdrachten en zo hun informatie en bewustwording vergroten. Wat bij de resultaten van het onderzoek naar voren kwam waren voornamelijk het kijken van een film en het opzetten van een projectweek. Om jongeren geïnteresseerd te houden, moet het preventieprogramma dus informatief, creatief en confronterend zijn. Naar aanleiding van het gevoerde groepsgesprek is er besloten dat een projectweek, waarin deze film wordt verwerkt, georganiseerd zou kunnen worden. We hebben ondervonden dat dit de beste manier van het vergroten van de bewustwording van jongeren is. De projectweek De projectweek zou van start kunnen gaan met het kijken van een film. Deze moet confronterend van aard zijn en informatie geven. Vervolgens kunnen de jongeren onderzoek doen naar de verschillende soorten alcohol en wat deze soorten met je doen. Er wordt een lijstje opgesteld met onderwerpen. De jongeren vormen groepjes en kiezen hier een onderwerp uit. Dit onderzoek wordt op papier gezet en er wordt een werkstukje van gemaakt. Nadien kunnen de jongeren op basis van de informatie die ze hebben opgedaan door hun onderzoekje, een filmpje maken. De jongeren krijgen elke dag een aantal uren te tijd om dit preventiefilmpje in elkaar te zetten. Bovendien krijgen de jongeren de gelegenheid om een ervaringsdeskundige (van Novadic Kentron) te interviewen zodat ze dieper op het onderwerp in kunnen gaan. De filmpjes die de jongeren gemaakt hebben, zullen worden getoond. Het beste filmpje wint een prijs. Betrokkenen Op basis van ons onderzoek is gebleken dat het goed is om twee pedagogiek studenten te betrekken bij de projectweek. Zij kunnen het geheel begeleiden en weten hoe ze activiteiten binnen deze projectweek kunnen opzetten door bepaalde connecties. Voor het maken van een filmpje hebben de jongeren een camera nodig. De MBO opleiding Kunst, Cultuur en Media met richting Sound en Vision kan camera’s verstrekken en zorgen voor een cameraman of –vrouw die de hele week vastlegt, zodat er een mooie film kan worden getoond als afsluiting. Tenslotte zou een Vrijetijdsmanagement student(e) mee kunnen helpen met het opzetten en organiseren van de hele week.
34
Literatuurlijst Boeken:
-
Aronson E., Wilson T. D. & Akert R. M. (2007) Sociale psychologie Amsterdam: Pearson Education Benelux.
-
Loosveldt G. & van Bruggenhout, B. (2000) Cliëntgerichte perspectieven in de welzijnszorg. Apeldoorn: Garant uitgevers.
-
De Wit J., Slot N.W., & van Aken M. (2004-2007) Psychologie van de adolescentie: Basisboek (23ste geheel herziene druk). Baarn: Thieme Meulenhoff.
-
Feldman R. S., (2008) Ontwikkelingspsychologie (4de druk). Amsterdam: Pearson Education. Bussem: Coutinho
-
Burggraaf – Huiskes M., (2007) Opvoedingsondersteuning als bijzondere vorm van preventie Bussem: Coutinho
-
Verhellen E. (2000) Verdrag inzake rechten van het kind. Apeldoorn: Garant uitgevers.
-
Winter, M. de (2000) Beter maatschappelijk opvoeden. Hoofdlijnen van een eigentijdse participatie-pedagogiek. Assen: Van Gorcum.
-
Verhoeven N. (2007) Wat is Onderzoek? Den Haag: Boom Onderwijs
-
Hart, Roger A. (1992) Children’s Participation, from Tokenisme to Citizenship. UNICEF
Internetsites:
-
Sanoma Digital Group (1998) Algemeen: Binnenland, Jongeren drinken vooral bij een ander thuis. Geraadpleegd op 25 februari 2010, op http://www.nu.nl/binnenland/2180792/jongeren-drinken-vooral-bij-ander-thuis.html
-
Sanoma Digital Group (1998) Algemeen: Binnenland, Jongeren drinken vooral bij een ander thuis. Geraadpleegd op 25 februari 2010, op http://www.nu.nl/algemeen/2080426/jongeren-drinken-later-met-hulp-van-ouders.html
-
Ministerie van volksgezondheid, welzijn en sport (2009) Onderwerpen: Jongeren en alcohol. Geraadpleegd op 25 februari 2010, op http://www.minvws.nl/dossiers/alcohol/jongeren-en-alcohol
-
Trimbos-instituut (2010) Persberichten: Alcoholgebruik van jongeren uitstellen? Dat kan! Geraadpleegd op 25 februari 2010, op http://www.trimbos.nl/nieuws/persberichten/2009/ alcoholgebruik-van-jongerenuitstellen-dat-kan
-
Trimbos-instituut (2010) Persberichten: Alcoholgebruik van jongeren uitstellen? Dat kan! Geraadpleegd op 25 februari 2010, op http://www.trimbos.nl/onderwerpen/alcohol-en-drugs/alcohol/alcohol-algemeen/risicos
35
-
NOS Headlines (2006) Nieuws: Alcohol onder de 18.. Geraadpleegd op 25 februari 2010, op http://headlines.nos.nl/forum.php/list_messages/1284 artikel: Alcohol onder de 18 ..vr 20 jan 2006
-
Plan België (2008) Internationaal Verdrag van de Rechten van het Kind. Geraadpleegd op 25 februari 2010, op http://www.planbelgie.be/wat-doet plan/kinderrechten/ kinderrechtenverdrag
-
Trouw (2006) Geef kind regels voor drank. Geraadpleegd op 25 februari 2010 http://www.trouw.nl/nieuws/nederland/article1228772.ece/Geef_kind_regels_voor_dra nk_rsquo_.html
-
Nederlands Dagblad (2006) Ouders te tolerant bij alcoholgebruik jongeren. Geraadpleegd op 25 februari 2010 http://www.nd.nl/artikelen/2006/mei/30/-ouders-tetolerant-bij-alcoholgebruik-jongeren-
-
Nationale Drug Monitor (2007) NDM Jaarbericht 2007. Geraadpleegd op 25 februari 2010 http://www.trimbos.nl/~/media/Themas/7_Feiten_Cijfers_Beleid/AF0809%20NDM%2 0Jaarbericht%202007%20compleet%20met%20destinations.ashx#alcohol
36
Bijlage 2; Promotiemateriaal Brief aan opdrachtgever: Tilburg, 11 februari 2010
Betreft: verzoek medewerking project jeugdparticipatie Geachte mevrouw van Beurden, Wij zijn tweedejaars studenten van de Fontys Hogeschool Pedagogiek, lesplaats Tilburg. Begin februari 2010 starten wij met een nieuw semester waarin het onderwerp ‘Jeugdparticipatie’ centraal staat. Tijdens dit semester volgen wij diverse colleges en trainingen. Daarnaast gaan wij ook praktisch aan de slag door het maken van een beroepsproduct (BP) rondom het thema jeugdparticipatie. Voor dit project zijn wij op zoek naar een opdrachtgever. De opdracht voor dit beroepsproduct luidt als volgt: Ontwikkel voor de opdrachtgever een professionele rapportage voor een jeugdparticipatieactiviteit gericht op jeugd van 0 t/m 23 jaar of een deeldoelgroep in deze leeftijdscategorie. Het thema van de activiteit moet passen in het beleidskader van de instelling. Zet hiervoor als eerste een kleinschalig praktijkgericht onderzoek op, schrijf hiervoor en hierover een professioneel onderzoeksrapport Schrijf een professionele rapportage op basis van het uitgevoerde onderzoek. Zet een activiteit op, voer deze uit en draag zorg voor een professionele evaluatie Voor dit beroepsproduct hebben wij tot einde van het schooljaar de tijd. Dit beroepsproduct wordt gemaakt door kleine groepjes (BP groepen genoemd) bestaande uit 4-5 studenten. De concrete vraag aan jullie organisatie is: Kunnen wij voor jullie instelling een kleinschalig praktijkgericht onderzoek uitvoeren en (op basis van de resultaten daarvan) een jeugdparticipatie activiteit opzetten en uitvoeren met betrekking tot alcoholgebruik van jongeren (middelbare scholieren). Voor de duidelijkheid nog de volgende opmerkingen: •
•
Bij een participatieproject hoeft het niet alleen te gaan om het opzetten van activiteiten voor de kinderen, maar het kan ook gaan om een andere inrichting van een lokaal of buitenruimte, andere manier van omgaan met bijvoorbeeld internet, een educatief traject (bijvoorbeeld natuur. gezondheid, voeding, conflicthantering) etc . Het is mogelijk dat uw instelling een bepaald kader/thema vast stelt. Dus dat de participatieactiviteiten binnen dat thema moeten passen.
Uiteraard ontvangt u een exemplaar van de professionele rapportage die door ons zal worden ontwikkeld. Als u nog vragen heeft, kunt u contact opnemen met Milou van Rossum. Wij hopen spoedig van u te vernemen of u kunt en wilt voldoen aan dit verzoek. Alvast bedankt voor uw aandacht. Met vriendelijke groet, 37
Groep 2H2: Milou van Rossum Naomi Spijkers Imke van Tuyl Pascalle Sevriens Mandy van Rossum
0623042658 0653672937 0615148763 0613683665 0622054390
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
38
Brief aan jongerenraad: Wijk en Aalburg, 23 april 2010 Verzonden:
Betreft: Project alcohol en jongeren (Think before you drink) Ref.nr.
: U10.
/2010.
Behandeld door: A. J. H. F. (Anne-Lieke) Piggen (0416) 698716
Beste (NAAM), Tijdens de jeugdraad op 26 maart heb jij er mede voor gezorgd dat ons project over alcohol en jongeren binnen Think before you drink goedgekeurd is. Het is fijn dat ons project hierdoor uitgevoerd kan worden en via deze weg willen we aan jou vragen of je ook actief deel wilt nemen aan ons project. Wat houdt het project in? Ons project is gericht op alcohol en jongeren. Het doel van ons project is het komen tot een activiteit over alcoholgebruik dat jongeren (12-16 jaar) aanspreekt. We willen dus een activiteit verzinnen waardoor jongeren zich bewust worden van de hoeveelheid alcohol die ze nuttigen en leren over de risico’s van alcoholgebruik. Wij voeren deze opdracht uit in samenwerking met de GGD West-Brabant en de gemeente Aalburg. Waarom benaderen we jou? Een belangrijk onderdeel van ons project is dat we dit in samenwerking met jongeren op willen zetten. Om goed aan te sluiten bij de doelgroep jongeren, moet je ook samenwerken met jongeren. We denken dat jij als lid van de jeugdraad de ideale persoon bent om met ons mee te denken. Daarnaast is het voor jou leuk om betrokken te zijn bij één van de projecten die door de jeugdraad goedgekeurd zijn. Wat is de bedoeling? Er zijn enquêtes afgenomen op het Willem van Oranje College in Aalburg. Hierin hebben we de jongeren gevraagd naar hun mening over verschillende vormen van voorlichting over alcoholgebruik. Hierbij kun je onder andere denken aan een film over de gevolgen van alcoholgebruik, een themadag over dit onderwerp etc. We willen deze uitslagen met de leden van de jeugdraad bespreken. Wij krijgen hierdoor een goed beeld van wat jongeren leuk vinden. Aanmelden We willen op korte termijn met de leden van de jeugdraad afspreken. Als je interesse hebt om deel te nemen moet je voor 12 mei contact opnemen met Milou van Rossum:
[email protected] (06-23042658). Dit omdat we in de week van 24 mei het gesprek willen laten plaatsvinden. Wij hopen dat jullie het leuk vinden om ons te helpen met ons project, het zou voor ons in ieder geval heel erg leuk zijn om met jou samen te werken! Groetjes, Imke, Mandy, Pascalle , Naomi en Milou
39
40
Hyves: Maar ik drink niet! Link: http://maarikdrinkniet.hyves.nl/
41
42
Bijlage 3; Monitorverwerking gegevens Aalburg
43
44
45
11 glazen of meer per dag 0 procent 7-10 glazen per dag 0 procent 6 glazen per dag 0 procent 5 glazen per dag 0,4 procent 3 glazen per dag 0,9 procent 2 glazen per dag 1 procent
46
47
20 glazen of meer per dag 1 procent 15-19 glazen per dag 0,6 procent 11-14 glazen per dag 1 procent
48
49
8 keer 0.3 procent
4 t/m 20 keer of vaker 0 procent
50
51
52
53
54
55
56
Bron: Tabellenboek; jeugdmonitor 12-18 jaar, 2007, gemeente Aalburg. GGD West-Brabant.
57
Bijlage 4; De enquête Deze vragenlijst gaat over activiteiten die bij jou op school zouden kunnen plaats vinden om jullie voor te lichten over alcoholgebruik. Wij willen van jou weten wat jij een goede manier vindt om voorlichting over dit onderwerp te krijgen. 1. Wist je dat alcohol op korte termijn negatieve gevolgen kan hebben zoals: licht in je hoofd, vertraging van je reactievermogen, het verminderen van de coördinatie van de spieren en mogelijk bewusteloosheid? 0 Ja 0 Nee 2. Wat vind je ervan dat alcohol deze effecten heeft? 0 Best wel erg 0 Kan me niet zoveel schelen nagedacht
0 Nooit bij
3. Wist je dat alcohol op langere termijn negatieve gevolgen kan hebben zoals: hersenbeschadiging, geheugenverlies (Korsakov), leververvetting en maagzweer? 0 Ja 0 Nee 4. Wat vind je ervan dat alcohol deze effecten heeft? 0 Best wel erg 0 Kan me niet zoveel schelen 0 Nooit bij nagedacht 0 Dat zie ik dan wel 5. Wat zou je vinden van deze manier van voorlichting geven over alcoholgebruik? Activiteit* Heel leuk Leuk Neutraal Saai Ervaringsdeskundige Film kijken Creatieve wedstrijd Informatie krijgen Psychologische testjes Discussiegroepen Themadag Projectweek * Onderaan de vragenlijst staan voorbeelden van de verschillende activiteiten 6. Welke manier van voorlichten zou je het meest aansporen om meer te gaan nadenken (bewuster worden) over alcoholgebruik? Activiteit* Heel erg Erg Neutraal Niet echt Ervaringsdeskundige Film kijken Creatieve wedstrijd Informatie krijgen Psychologische testjes Discussiegroepen Themadag Projectweek * Onderaan de vragenlijst staan voorbeelden van de verschillende activiteiten
Heel saai
Niet
7. Zou je jouw drinkgedrag veranderen als je op deze manier voorlichting krijgt over alcoholgebruik? 58
Activiteit*
Helemaal Waarschijnlijk wel
Neutraal Waarschijnlijk niet
Helemaal niet
Ervaringsdeskundige Film kijken Creatieve wedstrijd Informatie krijgen Psychologische testjes Discussiegroepen Themadag Projectweek * Onderaan de vragenlijst staan voorbeelden van de verschillende activiteiten 8 a) Als je één van deze methodes zou moeten kiezen, welke is dat dan? 0 Ervaringsdeskundige 0 Film kijken 0 Creatieve wedstrijd 0 Informatie krijgen 0 Psychologische testjes 0 Themadag 0 Projectweek 0 Discussiegroepen b) Waarom? …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………… 9
a) Heb je zelf nog een idee hoe er op een leuke en interessante manier voorlichting gegeven kan worden over de gevolgen van alcoholgebruik? …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………… b) Waarom denk je dat mensen dat leuk vinden? …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………… c) Waarom denk je dat deze methode zou werken? …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………
10. Waar moet de activiteit aan voldoen? De activiteit moet: 0 Informatie geven 0 Creatief zijn 0 Vermakelijk zijn 0 Anders, namelijk …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………… 59
…………………………………………………………………………………………………… …………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………… 11. Vind jij dat de school altijd aandacht zou moeten besteden aan dit onderwerp? 0 Ja 0 Nee
Voorbeelden van de verschillende activiteiten: Ervaringsdeskundige: Er komt iemand in de klas die vertelt over zijn of haar negatieve ervaring met alcohol. Hierbij kun je denken aan iemand die hersenbeschadiging heeft opgelopen na het comazuipen. Film kijken: Er wordt in de klas een film vertoond over de negatieve gevolgen van alcohol drinken op jonge leeftijd. Creatieve wedstrijd: Jullie kunnen zelf iets creatiefs bedenken om je klasgenoten over de gevolgen van alcohol te vertellen door bijvoorbeeld een videoclip of een toneelstukje te laten zien. De meest creatieve act wint een prijs. Informatie krijgen: Er komt iemand van bijvoorbeeld de GGD in de klas die jullie vertelt over de negatieve gevolgen van alcohol drinken op jonge leeftijd. Psychologische testjes: Jullie kunnen verschillende testjes op de computer doen waarbij je bijvoorbeeld ervaart hoe het is om dronken te zijn. Discussiegroepen: In jouw klas komt iemand die stellingen in groep gooit waarover jij en je klasgenoten kunnen discussiëren. Ook worden leuke feiten en weetjes verteld over alcohol. Themadag: Er wordt een hele schooldag besteedt aan activiteiten om informatie te geven over alcoholgebruik (dit kunnen verschillende bovenstaande activiteiten zijn). Projectweek: In deze projectweek wordt er elke dag een dagdeel uitgetrokken om door middel van activiteiten voorlichting te geven over alcoholgebruik (dit kunnen verschillende bovenstaande activiteiten zijn).
60
Bijlage 5; Verwerking uitslagen van de enquête
Uitwerking enquête 1. Wist je dat alcohol op korte termijn negatieve gevolgen kan hebben zoals: licht in je hoofd, vertraging van je reactievermogen, het verminderen van de coördinatie van de spieren en mogelijk bewusteloosheid?
2. Wat vind je ervan dat alcohol deze effecten heeft?
61
3. Wist je dat alcohol op langere termijn negatieve gevolgen kan hebben zoals: hersenbeschadiging, geheugenverlies (Korsakov), leververvetting en maagzweer?
4. Wat vind je ervan dat alcohol deze effecten heeft?
62
Vraag 5 5. Wat zou je vinden van deze manier van voorlichting geven over alcoholgebruik?
63
Vervolg vraag 5
64
Vraag 6 6. Welke manier van voorlichten zou je het meest aansporen om meer te gaan nadenken (bewuster worden) over alcoholgebruik?
65
Vervolg vraag 6
66
Vraag 7 7. Zou je jouw drinkgedrag veranderen als je op deze manier voorlichting krijgt over alcoholgebruik?
67
Vervolg vraag 7
68
8a. Als je één van deze methodes zou moeten kiezen, welke is dat dan?
Vraag 8 b kwalitatieve verwerking 8 b. Waarom heb je gekozen voor je antwoord bij vraag 8a? (De antwoorden in de organogrammen zijn verdeeld op volgorde van populariteit van boven naar beneden en in sommige gevallen van links naar rechts) ervaringsdeskundige Interessant inleving confronterend
Bij ervaringsdeskundige wordt aangegeven dat het interessant is. Het wordt als confronterend ervaren als een ervaringsdeskundige zijn verhaal doet. Confrontatie kan ervoor zorgen dat jezelf aan het denken wordt gezet. De meeste jongeren geven aan dat je je door het verhaal van een ervaringsdeskundige beter kunt inleven in iemand die op jonge leeftijd slachtoffer is geworden van alcoholgebruik. Ook inleving kan zorgen voor bewustwording.
69
Film kijken leuk gezellig interessant beleving
informatie
effect
aandacht erbij De belangrijkste reden waarom jongeren kiezen voor film kijken, is omdat het leuk is. Ze vinden het gezellig en ze hoeven niets anders te doen dan te kijken. Een enkeling vindt een film de beste optie, omdat het makkelijker is om de aandacht bij een film te houden. De overige jongeren vinden het vooral interessant om film te kijken. De informatie kan daarin duidelijk worden weergegeven. Doordat je echt iets laat zien, kun je je inleven. En in een film kunnen de effecten van alcoholgebruik naar voren komen. Creatieve wedstrijd leuk leerzaam Jongeren kiezen voornamelijk voor een creatieve wedstrijd, omdat ze dat een leuke manier vinden om met het onderwerp om te gaan. Ze kunnen een eigen invulling geven aan het onderwerp. Het kan echter ook leerzaam zijn volgens 1 van de jongeren. Je bent zelf met het onderwerp bezig en kunt er dus op deze manier het meeste van leren.
Informatie krijgen nuttig Beter dan film Informatie krijgen in de vorm van een soort voorlichting is op 1 na het minst populair. De reden dat enkele jongeren voor informatie krijgen kiezen is dat het nuttig is en beter dan film kijken. Ze denken dus dat het krijgen van informatie door een mondelinge voorlichting meer nut heeft dan een film kijken.
70
Psychologische testjes Beter begrip gevolgen/effecten
ervaren leuk De keuze op psychologische testjes is vooral gevallen, doordat jongeren denken dat ze door bijvoorbeeld het ervaren van zelf dronken zijn, meer begrip krijgen voor de gevolgen van alcoholgebruik en dat het effect van alcoholgebruik door deze testjes duidelijker wordt. Het wordt tenslotte ook als leuk ervaren om zo’n testjes te doen. discussiegroepen
leuk
meningen
Discussiegroepen scoort het slechts bij de jongeren. De jongeren die ervoor hebben gekozen lijkt het leuk en vinden het goed dat je dan verschillende meningen te horen krijgt over het gebruik van alcohol onder de 16 jaar.
themadag
leuk
Bezig zijn
De jongeren die voor de themadag kiezen doen dit vooral omdat ze dit het leukst lijkt uit alle opties. Ook wordt het als positief ervaren om dan echt een hele dag met het onderwerp bezig te zijn.
71
projectweek leuk meer tijd leerzaam Jongeren vinden een projectweek vooral leuk. Ze hebben dan minder school en meer tijd om aan het onderwerp te besteden. Ook wordt een projectweek als leerzaam ervaren, omdat ze zo met verschillende activiteiten in aanraking komen.
9 a. Heb je zelf nog een idee hoe er op een leuke en interessante manier voorlichting gegeven kan worden over de gevolgen van alcoholgebruik?
72
Vraag 9 b en c kwalitatief verwerkt
Naar verslavings
Alcoholtest (5)
Rollenspel (3)
kliniek (2)
Proefjes/ praktijkerv aring (4)
Werkstuk (1)
Alcoholloze avond (1)
Eigen ideeën
Musical (1)
Open dag/
Reclame/ folders (4)
themaweek
end (2) Quiz (op internet) (3)
Verpleegste r ziekenhuis (2)
Presentaties (3)
9b. Zo ja, Waarom denk je dat mensen dat leuk vinden? Sommige kinderen hadden zelf nog andere methodes om toe te passen met betrekking tot voorlichting over alcoholgebruik onder jongeren. Zie hierboven. Omdat sommige keuzes maar door 1 leerling zijn genoemd, beperken we ons tot de top 3 (dus de ideeën die het vaakst naar voren komen). De keuze van kinderen zelf die eruit springt, is toch wel alcoholtest/proefjes/praktijkervaring/rollenspellen. Deze drie mogelijkheden komen alle drie op hetzelfde neer. De kinderen willen zelf ervaren door een soort van rollenspellen of proefjes hoe het is om dronken te zijn en niets meer te kunnen. De reden die ze hiervoor geven is dat het interessant is om mee te maken en het een confronterend effect zal hebben. Het wordt door deze ervaring volgens de leerlingen duidelijk waarom het zo slecht is om voor je 16de te drinken. Een tweede keuze van leerlingen die naar voren komt is het maken van reclame of folders. Ze vinden dit leuk en reclame en folders kun je overal zien en tegenkomen, dus je bereikt er veel jongeren mee. De derde keuze tenslotte is naar een verslavingskliniek gaan/ verpleegster laten komen uit ziekenhuis. De redenen hiervoor die ze noemen zijn: de verslavingskliniek is schokkend, 73
maar je leert er wel van. Dit is dus weer een confronterende reden. En de verpleegster weet precies hoe het in zijn werk gaat en die werkt er ook echt mee, dit is interessant. 9 c. Waarom denk je dat deze methode zou werken? Bij de eerste methode: alcoholtest/proefjes/praktijkervaring/rollenspellen, denken de leerlingen dat dit zal werken, omdat je dan inzicht krijgt in de situatie, het leuk is en je kunt ervaren hoe het is, wat weer een confronterende werking heeft. Ook denken ze dat jongeren bij deze methode beter opletten en dat mensen de gevolgen kunnen zien. Bij de tweede methode: het maken van reclame of folders, geven de leerlingen aan dat het interessant is en er veel mensen naar kijken. Bij de derde en laatste methode: naar een verslavingskliniek gaan/ verpleegster laten komen uit ziekenhuis, geven de jongeren aan dat je sneller naar een verpleegster luistert. Het is iemand onbekends dus is leuker. Door een verslavingskliniek krijg je inzicht in de situatie.
10. Waar moet de activiteit aan voldoen? De activiteit moet:
74
11. Vind jij dat de school altijd aandacht zou moeten besteden aan dit onderwerp?
75
Bijlage 5; uitwerking groepsgesprek jongeren Groepsgesprek Aalburg Naar aanleiding van de enquête over alcoholpreventie zijn we in gesprek gegaan met enkele jongeren in Aalburg. Deze jongeren zijn vrijwillig werkzaam in een jongerencentrum. In hun vrije tijd houden ze zich bezig met het organiseren van activiteiten en evenementen voor de jongeren in Aalburg. Eerder in ons onderzoek hebben we enquêtes afgenomen op een school in Aalburg, waar we jongeren vroegen naar hun mening over de manier van alcoholpreventie. Hieruit bleek dat het grootste gedeelte van de jongeren de voorkeur gaf aan het kijken naar een film. We hebben hen ook gevraagd waar deze activiteit aan moest voldoen (informatief/vermakelijk/creatief/etc.). Nadat we hier antwoord op hebben gekregen, besloten we hierop voort te borduren in het groepsgesprek met de jongeren. We wilden van hen meer input over de invulling van de film. De jongeren gaven aan dat het hen interessant lijkt om de film zo te maken dat je ziet hoe het is om dronken te zijn. Vanuit het oogpunt van een dronken persoon dus. De jongeren hebben al inspiratie opgedaan tijdens een brainstormsessie bij Novadic Kentron. Ook waren er een aantal bij die interesse hebben in het levensverhaal van een ervaringsdeskundige. Eén jongere kwam ermee dat het om de interesse te blijven prikkelen, beter is om de film en de ervaringsdeskundige te combineren in één activiteit. Bijvoorbeeld door informatie in de film te verwerken die een ervaringsdeskundige verstrekt. We vroegen de jongeren wie ze willen dat de film maakt. Hier kwam uit dat het hen verstandig lijkt om de (confronterende) film door professionals in elkaar te laten zetten die hier verschillende effecten (draaiende beelden etc.) in verwerken. Om de jongeren echter gemotiveerd te houden is alleen deze film volgens de jongeren waarmee wij spraken, niet voldoende. Zij willen zelf ook creatief bezig zijn. Dit is immers een goede manier om de bewustwording te vergroten. Zo kwamen zij op het idee om van deze activiteit een projectweek te maken met meerdere en verschillende activiteiten. De volgende onderdelen zijn voor de jongeren van belang om in zo’n projectweek aan bod te laten komen: 1. Het kijken van een film. Deze moet confronterend van aard zijn en informatie geven. 2. Onderzoek doen naar de verschillende soorten alcohol en wat deze soorten met je doen. Er wordt een lijstje opgesteld met onderwerpen. Groepen jongeren kiezen hieruit. 3. Dit onderzoek wordt op papier gezet en er wordt een werkstukje van gemaakt. 4. Het maken van een filmpje. Elke dag krijgen jongeren een aantal uren de tijd om aan dit preventiefilmpje te werken. 5. Interview. Nadat de jongeren in deze week kennis op hebben gedaan over alcohol en wat het met je doet, krijgen ze de gelegenheid om een ervaringsdeskundige te interviewen zodat ze dieper op het onderwerp in kunnen gaan. 6. Beste filmpje wordt getoond en wint een prijs.
76