Werken@Breda Op weg naar werk NOTA RE-INTEGRATIE / PARTICIPATIE 2013-2014
GESCHIKT þ
Werken@Breda Op weg naar werk Nota re-integratie/participatie 2013-2014
>
Voorwoord
Voor u ligt de nota ‘Werken@Breda, Op weg naar werk’, de nieuwe nota re-integratie/ participatie voor 2013-2014. In deze nota beschrijven we de activiteiten die we in 2013 en 2014 op dit terrein gaan verrichten. Uiteraard beginnen we niet bij nul. Breda toonde de afgelopen jaar goed resultaat door een innovatieve en creatieve aanpak. De wereld van de sociale zekerheid, re-integratie, participatie en werk is dynamisch. Daarom is onze aanpak flexibel, zodat we op de actualiteit kunnen inspelen. De focus ligt hierbij op werk. We gaan uit van de mogelijkheden en eigen kracht van burgers. Bredanaars die niet kunnen werken, doen mee naar vermogen. We werken intensief samen met ondernemers, onderwijs en de maatschappelijke partners in de stad. De werkloosheid en het beroep op bijstand zijn landelijk en in Breda gestegen. Desondanks zijn we als gemeente in staat gebleken werk te creëren en te behouden in de stad en houden de groep mensen die op of onder de bijstandsnorm leven laag. We vragen mensen meer hun eigen verantwoordelijkheid te nemen en daaraan wordt gehoor gegeven! We zijn ons ervan bewust dat er scherpe keuzes gemaakt moeten worden. Met de komst van een nieuw kabinet, bezuinigingen op het rijks- en gemeentelijk budget en slechts een pril herstel van de economie is die scherpte meer dan ooit nodig. Daarbij blijven we een vangnet houden voor de meest kwetsbare groepen in onze samenleving. Vanzelfsprekend hebben we al geanticipeerd op de landelijke ontwikkelingen en de daling van het budget voor het begeleiden van mensen naar werk. Met de oprichting van het leerwerkbedrijf combineren we leren en werken en begeleiden we zelf meer mensen naar werk. Vanwege minder middelen stellen we prioriteiten en maken we keuzes. In 2013 en 2014 gaan we inzetten op talentontwikkeling, actieve werkgeversbenadering, handhaving en activerend armoedebeleid. Werk biedt immers perspectief om armoede te voorkomen en te bestrijden. De activiteiten in deze nota staan niet los van onze activiteiten binnen het beleid voor jeugd, zorg, welzijn, sport, onderwijs en de regionale arbeidsmarkt. Een integrale aanpak met deze disciplines draagt bij aan onze doelstelling om mensen te begeleiden naar werk of te laten participeren naar vermogen. Met het regeerakkoord ‘Bruggen slaan’ kiest het nieuwe kabinet voor een Participatiewet waarin verschillende wetten worden samengevoegd en werken meer lonend wordt gemaakt voor iedereen. Het regeerakkoord komt in grote lijnen overeen met het tot nu toe ingezette Bredase beleid, waarbij de nadruk ligt op het vergroten van de arbeidsparticipatie. Tot slot: komende jaren zetten we in op deze aanpak met de overtuiging dat deze bijdraagt aan een toekomst waarin we samen sterker staan.
0015_13 Re-integratienota
Namens het college van Burgemeester en Wethouders van Gemeente Breda,
Cees Meeuwis, Wethouder Werk en Ondernemen
Werken@Breda Op weg naar werk
1
>
Inhoudsopgave Voorwoord
1 Inleiding.............................................................................................................................. 5
2 Hoe staan we er voor?...................................................................................................... 9
3 Wat willen we? ............................................................................................................... 17
4 Voor wie doen we het?................................................................................................... 21
5 Wat gaan we doen? Met wie? ....................................................................................... 25
6 Financieel kader............................................................................................................... 45
Bijlagen B1
Overzicht activiteiten, resultaten en effecten
49
B2
Beschrijving van de Bredase participatieladder
54
B3 ATEA-groep
56
B4
Trajecten en instrumenten
57
B5
Bestedingsplan participatiebudget 2012-2014
60
B6
Overzicht gesubsidieerde maatschappelijke activiteiten
61
B7
Woord van dank
62
B8
Lijst met afkortingen
63
B9 Wijzigingen ten opzichte van de conceptnota Werken@Breda
Werken@Breda Op weg naar werk
64
3
1
Inleiding
In 2010 onderzocht de Rekenkamer van Breda de effectiviteit van re-integratie. Voor de gemeenteraad waren de uitkomsten aanleiding om het College te verzoeken een nieuw beleidskader re-integratie/participatie op te stellen met een duidelijke relatie naar het armoedebeleid. Dit verzoek en een aantal ontwikkelingen maken het stellen van prioriteiten en het maken van keuzes in het gemeentelijk re-integratie/participatiebeleid nodig. Deze nota strekt hiertoe. De huidige economische situatie heeft grote invloed op de arbeidsmarkt. De werkgelegenheid daalt, de werkloosheid en het aantal uitkeringen stijgen. De sociale zekerheid in Nederland wijzigt enorm. Ingrijpende stelselwijzigingen zijn in voorbereiding. In het regeerakkoord ‘Bruggen slaan’1 is een nieuwe Participatiewet aangekondigd. De gemeentelijke taak op het terrein van inburgering wordt per 1 januari 2013 afgebouwd. Bovendien leiden de forse landelijke bezuinigingen tot een daling van het gemeentelijk participatiebudget, het budget voor re-integratie, inburgering en het gemeentelijk re-integratiebeleid. Zoals verwoord in het coalitieakkoord @Breda2 richten we de inzet van beleid voortaan vooral op het bevorderen van de participatie. Betaald werk staat op de hoogte trede van de participatieladder3. Werk zorgt voor economische en financiële zelfstandigheid, draagt bij aan het gevoel van eigenwaarde en biedt kansen om volop mee te doen in de samenleving en is de beste remedie om armoede te voorkomen of tegen te gaan. De eigen verantwoordelijkheid van mensen is het vertrekpunt. We gaan uit van de mogelijkheden en eigen kracht van burgers en niet van hun beperkingen. Breda toonde de afgelopen jaren goed resultaat door een innovatieve en creatieve aanpak. Juist nu budgetten verder krimpen is het zaak hiermee door te gaan en zoveel mogelijk verbindingen met andere beleidsterreinen te benutten om optimaal bij te dragen aan de participatie van Bredanaars. Hierbij doet Breda meer dan voorheen een beroep op organisaties en bedrijven om mensen een passende begeleiding te bieden. In deze nota houden we rekening met de bevindingen en aanbevelingen van de Rekenkamer Breda en de eerder ontvangen aanbevelingen van de raadscommissie Economie vastgelegd in de notitie “Enkele uitgangspunten ten behoeve van een Bredase beleidsvisie Re-integratie”4. In afwachting van nieuwe wetgeving is de planning van de nota re-integratie/participatie opgeschoven en is de afgelopen periode gewerkt aan een nieuw beleidskader voor de toekomst van gesubsidieerde arbeid. Tijdens het kaderstellend debat re-integratie op 28 augustus 2012 is door gemeenteraadsleden over diverse onderdelen van het re-integratiebeleid/armoedebeleid gesproken. Ondanks het controversieel verklaren van het wetsvoorstel Wet werken naar vermogen is tijdens het debat aangegeven dat men op korte termijn een nota re-integratie/participatie wenst. De resultaten van dit debat zijn verwerkt in deze nota. Om deze nota compact en ‘to the point’ te houden is de verbinding naar relevante andere beleidsterreinen, zoals welzijn, zorg en onderwijs er niet expliciet in uitgewerkt. Deze verbindingen maken we echter wel!
1
29 oktober 2012
2
Gepubliceerd op 2 april 2010
3
Zie bijlage 2 voor de beschrijving van de Bredase participatieladder
4
Mei 2011
Werken@Breda Op weg naar werk
5
Het beleidskader Meedoen@Breda ‘Iedereen kan iets, iedereen doet iets’5; de visie arbeidsmarktbeleid 2009-2015 ‘Iedereen doet mee, want iedereen is nodig’6 en de regionale meerjarenvisie arbeidsmarktbeleid ‘West-Brabant werkt en pakt door!’7 zijn de belangrijkste beleidsmatige kaders voor deze nota.
5
Juni 2011
6
Juni 2009
7
September 2011
Werken@Breda Op weg naar werk
6
Hoe staan we ervoor?
2
2.1 Arbeidsmarkt, Breda heeft een sterke economische uitgangspositie Momenteel bevindt Nederland zich in een tweede recessie in een paar jaar tijd. De arbeidsmarkt in West-Brabant kan als ruim worden aangeduid8. Dit betekent dat het aanbod groter is dan de vraag; er zijn meer werkzoekenden dan vacatures. Het aantal banen krimpt. Er ontstaan steeds minder vacatures en het aantal geregistreerde werkzoekenden zal in 2013 toenemen. Ondanks de toename van het aantal werkzoekenden en de afname van het aantal vacatures is er nog steeds behoefte aan nieuw personeel. Ook zijn er nog altijd sectorale knelpunten in specifieke beroepen (zoals bijvoorbeeld vakspecialisten op het gebied van techniek, finance, ICT of zorg). Naar verwachting gaat de arbeidsmarkt pas in 2014 in West-Brabant herstellen. Relatief veel vraag naar personeel zal dan ontstaan binnen de detailhandel, zakelijke dienstverlening, groothandel, industrie en zorg/welzijn. Voor een klein deel zal de vraag naar personeel komen door een voorzichtig herstel van de economie, maar vooral door de vergrijzing van de beroepsbevolking (de vervangingsvraag). Hierdoor blijven er wel kansen op werk voor werkzoekenden, zij het minder groot dan een aantal jaren geleden toen er nog sprake was van een gunstigere arbeidsmarktsituatie. De arbeidsmarkt komt niet tot stilstand, maar de dynamiek is minder groot. De toenemende vergrijzing en daarmee de grote vervangingsvraag biedt, naast specifieke sectorale personeelsknelpunten, dan ook direct kansen voor werkzoekenden. Ondanks een stijging van de jeugdwerkloosheid komen er onvoldoende jongeren van school die in de specifieke behoeften van het bedrijfsleven voorzien. Anders gesteld; het onderwijs sluit nog steeds niet goed aan op de arbeidsmarkt. Het is van groot belang om de juiste kwalitatieve match tot stand te brengen. We willen ervoor zorgen dat we de goed opgeleide mensen in de regio vasthouden dankzij een goed vestigingsklimaat voor bedrijven en een aantrekkelijk woon- en leefklimaat voor de Bredase bevolking. Breda heeft een relatief hoog opgeleide beroepsbevolking en het niveau van opleiding zal de komende jaren nog verder toenemen. Breda heeft een sterke economische uitgangspositie. Ondernemers zijn positief over het vestigingsklimaat in de stad. Veel (internationale) bedrijven hebben de afgelopen jaren voor Breda gekozen als vestigingslocatie. Volgens het Vestigingenregister van de Gemeente Breda zijn er ruim 100.000 banen in Breda voor een beroepsbevolking van 84.000 mensen. Uit het pendelonderzoek blijkt dat veel Bredanaars werken buiten Breda en dat ook veel mensen uit de regio West-Brabant en daarbuiten in Breda komen werken. De banen komen voort uit de ruim 14.000 vestigingen in de gemeente. Opvallend is dat 63% daarvan een eenmansbedrijf is. Deze groep heeft een sterke groei gekend de afgelopen jaren; mede als gevolg van de flexibilisering van de arbeidsmarkt zijn mensen als zzp-er gestart. Hiertoe behoort ook het grootste deel van de starters. In de periode van 1 april 2011 tot 1 april 2012 zijn er in Breda ongeveer 2.100 bedrijven opgericht. Breda steekt veel energie in het faciliteren van starters. Afgelopen periode laat de gezondheids- en welzijnzorgsector de grootste stijging van het aantal banen zien9. Ook de detailhandel en groothandel laten een sterke groei zien. De
8
Regionale arbeidsmarktschets, arbeidsmarktregio West-Brabant september 2012, UWV WERKbedrijf
9
Economische Barometer Breda 2012
Werken@Breda Op weg naar werk
9
industrie kende juist een afname van het aantal banen, terwijl dit met 15% nog wel de grootste sector is in West-Brabant, direct gevolgd door de gezondheids- en welzijnszorg en de handel. Onder die laatste categorie valt voor een groot deel ook de logistieke sector; met de komst van het kenniscentrum Dinalog is deze sector nog sterker op de kaart gezet en worden ontwikkelingen en innovaties aangejaagd. Breda behoort op economisch terrein tot de best presterende steden van Nederland. Dit blijkt uit de Atlas van gemeenten 201210, waar 50 gemeenten worden vergeleken, waarin Breda in de ranglijst van de Economische toplocaties in Nederland is gestegen van plaats 5 in 2010 naar plaats 4 in 2011. Ook is West-Brabant weer uitgeroepen tot hotspot nummer 1 voor de logistieke sector, een belangrijke motor voor de regio. Toch zijn ook in Breda de gevolgen van de economische crisis steeds duidelijker merkbaar. Ook in Breda loopt de werkloosheid onder de beroepsbevolking op. De problemen op de woningmarkt nemen toe en het vertrouwen van Bredase producenten en consumenten is laag. Er zijn circa 117 duizend Bredanaars in de leeftijd van 16 tot 65 jaar. De meeste van hen zijn zelfredzaam en doen mee, zij gaan naar school, werken of ondernemen. Per 30 september 2012 zijn er 5.526 geregistreerde niet werkende werkzoekenden in Breda.11 Dit is 10% meer dan eind 2011. Het CPB verwacht landelijk een werkloosheidstoename van 19% in 2012 en 11% voor 2013. 2.2 Onderwijsklimaat, 2012 Onderwijsstad Het onderwijsklimaat in Breda is zeer divers en stimulerend. Met Avans Hogeschool, NHTV internationale hogeschool Breda en de Nederlandse Defensie Academie heeft Breda drie HBO kennisinstellingen waar ook universitaire Bachelors en Masters worden aangeboden. Avans Hogeschool en NHTV scoren wat betreft kwaliteit landelijk hoog. Samen met het ROC West-Brabant en De Rooi Pannen biedt Breda onderwijs aan ongeveer 45.000 studenten (zo’n 20.000 HBO studenten en ongeveer 25.000 MBO studenten in de regio). Dit biedt kansen voor de burgers van Breda en de aansluiting op de arbeidsmarkt. Daarnaast investeren we door het regionaal Bureau Leerplicht en samen met het onderwijs in het voorkomen van voortijdig schoolverlaten.
2.3 Bijstand en armoede Per 1 november 2012 verstrekt Breda per maand 3.850 uitkeringen. Dit betreft 4.377 personen. Het aantal bijstandsuitkeringen is in Nederland in de periode 2009-2011 als gevolg van de economische crisis behoorlijk gestegen. Landelijk zijn er tussen gemeenten veel verschillen. Het aantal bijstanduitkeringen in Breda stijgt in de periode 2009-2011 met 1%. Dit in tegenstelling tot de gemiddelde stijging van de grote gemeenten (> 100 gemeenten) van 18% en landelijk 22% in de periode 2009-201112. Een bijzondere prestatie! In 2012 worden de gevolgen van de economische crisis ook in Breda voelbaar. Tussen december 2011 en augustus 2012 is het aantal bijstandsgerechtigden met 7,7 % toegenomen en landelijk met 1,6% (Bron CBS). Het Centraal Plan Bureau verwacht voor Nederland een verdere toename van het bijstandsvolume van 7,2% in 2013. In de Atlas van gemeenten 2012 scoort Breda op armoede en bijstand beter dan gemiddeld. Ten opzichte van de 10 grote gemeenten is de armoede en bijstand (aantal bijstandsgerechtigden) laag met twee keer een 1e plaats. De arbeidsongeschiktheid is in Breda het laagst van alle gemeenten. Het aantal Bredanaars dat armoede kent is iets toegenomen (van 16e naar
10 Atlas van gemeenten 2012, verschenen mei 2012 11 Factsheet Breda september 2012 UWV WERKbedrijf 12 Persbericht CBS maart 2012
Werken@Breda Op weg naar werk
10
17e plaats). Hieruit wordt geconcludeerd dat het aantal mensen dat in armoede leeft, ondanks de economische crisis, in Breda niet verder is gestegen. We houden er wel rekening mee dat meer mensen door de crisis geconfronteerd gaan worden met inkomensverlies en meer mensen aangewezen zullen zijn op het aanvragen van inkomensondersteunende maatregelen. Door deze ontwikkeling zullen mogelijk meer mensen op of onder het bestaansminimum terecht gaan komen en is de kans groot dat het aantal huishoudens in armoede zal stijgen. Uit de onlangs door Nibud in Breda verrichtte Minima-effectrapportage (maart 2012) is gebleken dat de diverse vormen van gemeentelijke inkomensondersteuning een positief effect hebben op de bestedingsruimte van minima in de stad. Vooral huishoudens met kinderen en 65+ers profiteren van de regelingen die een gunstige invloed hebben op hun koopkracht. Het Nibud concludeert dat door de lokale inkomensondersteuning nagenoeg alle huishoudens in Breda in staat zijn de noodzakelijk, onvermijdbare uitgaven te betalen. Echter luidt de algemene conclusie in Breda wel dat ten opzichte van 2011 huishoudens er in 2012 minimaal 1% op achteruit zijn gegaan en dat huishoudens met een bijstandsuitkering te maken hebben gehad met een koopkrachtdaling van 1,2 tot 2,5%.
2.4 Lokale aanpak, landelijk koploper Afgelopen periode hebben we diverse activiteiten ondernomen om in te spelen op de veranderde sociale zekerheid en de overige landelijke en economische ontwikkelingen. We zijn één van de 13 koplopers/focusgemeenten en werken nu samen met de ministeries van VWS en SZW aan een integrale aanpak binnen de drie decentralisaties (Participatiewet, Zorg voor Jeugd en AWBZ begeleiding). Ook de gemeentelijke organisatie is qua structuur en inrichting van de werkprocessen hierop aangepast. Het gemeentelijk leerwerkbedrijf: de ATEA-groep is in 2012 gevormd om in te spelen op nieuwe wetgeving waarbij de hele keten ‘van AWBZ tot regulier werk’ wordt bezien en ontwikkeld. ATEA staat voor Activering, Training en Arbeidsbemiddeling. Zie voor meer informatie over de ATEA-groep Bijlage 3. De aanbevelingen van Rekenkamer Breda en de raadcommissie Economie zijn grotendeels verwerkt in de huidige dienstverlening. De reeds ingang gezette acties en maatregelen sluiten aan bij de wens van de gemeenteraad. Enkele acties/maatregelen die n.a.v. de aanbevelingen van de raad in gang zijn gezet: • Geen inkoop meer van lange dure contracten, wel als gemeente meer zelf doen. Dit door werken en leren te combineren in de ATEA-groep; werken met behoud van uitkering. • Meer gecoördineerde- en intensievere werkgeversdienstverlening. • Meer verbindingen met andere beleidsterreinen economie, onderwijs, welzijn, zorg, vrijwilligerswerk, sport, wijkaanpak en cultuur etc. Een voorbeeld is dat in iedere subsidieaanvraag (uitvraag 2013) moet worden aangegeven hoe een bijdrage wordt geleverd aan de participatie van uitkeringsgerechtigden en personen met een indicatie sociale werkvoorziening. Er dient ook beschreven te worden op welke wijze samen wordt gewerkt met de ATEA-groep. Deze beschrijving wordt meegenomen bij de beoordeling van de subsidieaanvragen. • Toepassing social return. Sinds de invoering van social return is tot 1 september 2012 een waarde in te vullen van ruim € 4 miljoen over een periode van 3 jaar. Dit houdt in dat er ongeveer voor 63 fte aan (leer)banen zijn gecreëerd. Verder zijn er per oktober 2012 momenteel nog voor een waarde van ca 143 fte’s aan aanbestedingen in voorbereiding. • Gebruik van de zelfredzaamheidsmatrix13.
13 De zelfredzaamheid-Matrix (ZRM) is een instrument waarmee de mate van zelfredzaamheid van cliënten eenvoudig en volledig beoordeeld kan worden.
Werken@Breda Op weg naar werk
11
• We diagnosticeren nu beter. Enerzijds aan de ‘poort’ bij de intake, anderzijds doordat we zelf intensiever met (een deel van) de mensen aan de slag zijn. Door de inzet van de combinatie fysiek werken en leren in of via het gemeentelijk Leerwerkbedrijf, worden zij vervolgens nader gediagnosticeerd, zowel op arbeidsfitheid, werknemersvaardigheden maar ook op beïnvloedbare factoren voor wat betreft houding en gedrag, competenties, vaardigheden et cetera. • Verbeterde registratie/monitoring. Er is al veel gebeurd, maar we willen de registratie nog verder verbeteren. Om de ingezette instrumenten en activiteiten te beoordelen op effectiviteit en om tijdig bij te sturen zijn betrouwbare cijfers nodig en is correcte registratie noodzakelijk.
2.5 Samenhang decentralisaties in Breda Om de samenhang te borgen tussen de grote decentralisaties (Participatiewet, Zorg voor Jeugd en AWBZ begeleiding) gaan we uit van dezelfde principes bij de verschillende decentralisaties. Het gaat om de volgende principes: • Eenduidigheid in de bejegening van burgers. • Eenduidigheid in wijze waarop bepaald of beoordeeld wordt welke ondersteuning nodig is. • Een integrale aanpak die aansluit bij de vraag en de draagkracht. • Waar mogelijk bundelen we daartoe middelen/budgetten. • Prikkels voor zelf doen en ontzorgen. • We gunnen burgers en professionals ruimte. • Eenduidigheid in de manier waarop we als gemeente sturen op het realiseren van de gewenste (maatschappelijke) resultaten. • Schaal waarop ondersteuning wordt vormgegeven volgt vraag. Via het principe één gezin één plan willen we de ondersteuning voor de burger zo efficiënt en effectief mogelijk gaan regelen, gebaseerd op de eigen mogelijkheden van de burger. Hierbij streven we ernaar om, daar waar mogelijk, de te bereiken resultaten per decentralisatie zoveel mogelijk met elkaar te verbinden en de verkokering zoveel mogelijk los te laten. Het uitgangspunt is de vraag van de burger. Het hierbij te bereiken resultaat voor de burger staat voorop! Ons overkoepelende doel zal zijn dat de burger vanuit zijn eigen kracht en verantwoordelijkheid in staat wordt gesteld zijn persoonlijke situatie op de voor hem belangrijkste leefgebieden te verbeteren waardoor het voor hem mogelijk wordt om maatschappelijk te participeren en een maatschappelijke bijdrage te leveren zonder hierbij gehinderd te worden door wet- en regelgeving of verkokering.
2.6 Regeerakkoord VVD-PvdA ‘Bruggen slaan’ In het regeerakkoord VVD-PvdA ‘Bruggen slaan’ wordt het wetsvoorstel Werken naar Vermogen vervangen door een nieuwe Participatiewet, die per 1 januari 2014 wordt ingevoerd. In de nieuwe Participatiewet wordt de Wet werk en bijstand (Wwb), Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong) samengevoegd. Voor de hele doelgroep wordt een systeem van loondispensatie geïntroduceerd. Met ingang van 1-1-2014 wordt de Wajong alleen toegankelijk voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten; voor de groep ‘niet volledige en duurzame arbeidsongeschikten’ is de nieuwe Participatiewet beschikbaar. De huidige Wsw’ers en Wajong’ers worden niet herkeurd en de verlaging van de uitkering voor Wajong’ers wordt afgeschaft. Het kabinet ontwerpt een quotumregeling voor het in dienst nemen van arbeidsgehandicapten door grotere werkgevers. In zes jaar tijd wordt een quotum van vijf procent opgebouwd voor bedrijven voor het aannemen van arbeidsgehandicapten.
Werken@Breda Op weg naar werk
12
De instroom in de sociale werkvoorziening in zijn huidige vorm stopt met ingang van 1 januari 2014. Gemeenten krijgen binnen de wettelijke kaders ruimte om zelf beschut werk als een voorziening te organiseren. De verplichting voor gemeenten om één op de drie vrijgevallen plaatsen in de sociale werkvoorziening op te vullen vervalt. Re-integratie en begeleidingsbudgetten worden samengevoegd in een gebundeld re-integratie budget. Deze middelen zullen gerichter en efficiënter worden ingezet, waarbij speciale aandacht zal worden besteed aan mensen met een arbeidshandicap. Vanaf 1-1-2014 nemen deze middelen over een periode van zes jaar geleidelijk af. Ook wordt er een efficiencykorting op de sociale werkvoorziening toegepast gespreid over zes jaar. Daarnaast bestrijdt het kabinet de armoedeval. Werken moet lonen, daarom wordt het verschil tussen uitkering en inkomen uit werk vergroot door lagere belastingen aan werkenden. Ook is er voor armoedebestrijding extra geld beschikbaar. Om de werking van de arbeidsmarkt verder te verbeteren wordt ook de Werkloosheidswet (WW) hervormd. Als gevolg hiervan wordt de duur van de WW-uitkering verkort en de opbouw van WW-rechten gewijzigd. Als gevolg hiervan wordt een stijging van het aantal aanvragen voor een bijstandsuitkering verwacht.
2.7 Regionale en bovenregionale aanpak Breda werkt op het terrein van de arbeidsmarkt intensief samen met de drie O’s (overheid, ondernemers en onderwijs) binnen de regio West-Brabant. Samen met hen is in oktober 2011 de regionale meerjarenvisie arbeidsmarktbeleid ‘West-Brabant werkt en pakt door!’ gepresenteerd. Hierin zijn de uitdagingen voor de komende jaren beschreven. Deze visie is vertaald in een nieuw meerjaren uitvoeringsprogramma, dat in september 2012 door het regionaal platform Arbeidsmarktbeleid West-Brabant is vastgesteld. Daarnaast is een plan van aanpak implementatie Wetsvoorstel Werken naar vermogen opgesteld, waarbij de West-Brabantse gemeenten op onderdelen samenwerken. Eén belangrijk onderdeel is de regionale werkgeversbenadering. Werkgevers en potentiële werknemers laten zich immers niet door de gemeentegrenzen leiden. Ook wordt bovenregionaal samengewerkt. Er is een provinciaal Brabants arbeidsmarktakkoord gesloten en samen met Dordrecht en Rotterdam (DelTri) verkennen we waar de gemeenschappelijke kansen en problemen liggen met betrekking tot de arbeidsmarkt. We kijken daarbij ook over de landsgrens heen. UWV Ook het UWV WERKbedrijf heeft te maken met enorme bezuinigingen; zij werken alleen nog regionaal, hebben geen re-integratiemiddelen meer beschikbaar om werkzoekenden met een WW-uitkering naar werk te begeleiden. Hun focus is met name gericht op digitalisering van de dienstverlening. De klant wordt gedurende de eerste 3 tot 6 maanden niet gesproken. Slechts voor een klein gedeelte (10%) die nog geen werk heeft in de periode daarna, vindt wel persoonlijk contact plaats. Voor de doelgroep werkzoekenden met een Wajong en WIA uitkering zijn nog wel re-integratie middelen beschikbaar.
Werken@Breda Op weg naar werk
13
2.8 Terugblik Samengevat: • Breda heeft een sterke economische uitgangspositie. • Breda heeft een positief vestigingsklimaat voor bedrijven. • Breda heeft een divers en stimulerend onderwijsklimaat. • Breda heeft voorgaande jaren een gunstige positie opgebouwd als het gaat om de reductie van het bijstandsbestand in vergelijking met andere steden. In 2012 zijn de gevolgen van de economische crisis voelbaar; het bijstandsbestand stijgt. • Breda heeft diverse acties/maatregelen naar aanleiding van de aanbevelingen van de rekeningkamer/gemeenteraad in gang gezet. • Breda heeft een leerwerkbedrijf gevormd. Eén van de eerste in Nederland, waarin de sociale werkvoorziening en sociale zaken samen zijn gegaan. • Breda is koploper in de aanpak van de drie grote decentralisaties. • Breda werkt zowel regionaal als bovenregionaal samen met ondernemers, onderwijs en overheid (gemeenten en UWV) op het terrein van de arbeidsmarkt.
De afgelopen periode hebben we in Breda goede resultaten behaald. Onze aanpak heeft zijn vruchten afgeworpen. Desondanks zijn we van mening dat er nog altijd veel mensen zijn die een beroep doen op bijstand en nog altijd veel gezinnen in armoede leven. Mede als gevolg van de economische crisis stijgt in 2012 het aantal mensen dat een beroep doet op een gemeentelijke uitkering. Door daling van het participatiebudget is het stellen van prioriteiten en het maken van keuzes noodzakelijk.
Werken@Breda Op weg naar werk
14
Werken@Breda Op weg naar werk
15
3
Wat willen we?
3.1 Ambitie • Alle Bredanaars werken naar vermogen in een reguliere baan. • Bredanaars met een gemeentelijke uitkering, voor wie werken (nog) niet mogelijk is, participeren naar vermogen, werken aan hun ontwikkeling en leveren een maatschappelijke bijdrage aan hun stad Breda. De ambitie van het college is dat de economische en sociale verdiencapaciteit van Breda ten volle wordt benut en daarvoor hanteert Breda het principe: ‘Iedereen kan iets, iedereen doet iets’. Iedere Bredanaar met een gemeentelijke uitkering werkt voor die uitkering: levert een bijdrage (bijvoorbeeld vrijwilligerswerk) aan de stad, investeert in zichzelf en ontplooit zichzelf. Zoals het college heeft verwoord in @Breda, coalitieakkoord 2010-2014 en Meedoen@Breda.
3.2 Visie op re-integratie/participatie
Algemeen Zoals verwoord in het coalitieakkoord @Breda14 richten we de inzet van beleid voortaan vooral op het bevorderen van participatie. Betaald werk staat op de hoogste trede van de participatieladder. Werk zorgt voor economische en financiële zelfstandigheid, draagt bij aan het gevoel van eigenwaarde en biedt kansen om volop mee te doen in de samenleving en is de beste remedie om armoede te voorkomen of tegen te gaan. Het uitgangspunt is Werk boven inkomen. Het doel is dat zoveel mogelijk mensen naar vermogen werken in een reguliere baan, waarnodig door de gemeente ondersteund. Bredanaars die nog niet kunnen werken, gaan zoveel mogelijk meedoen naar vermogen, zodat zij met hun maatschappelijke bijdrage (bijvoorbeeld vrijwilligerswerk) een tegenprestatie leveren aan de stad. De gemeente stimuleert dit vanuit het re-integratiebeleid en welzijnsbeleid. Eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid Elke Bredanaar heeft talenten en die worden ten volle benut voor de persoon zelf, zijn/haar sociale omgeving en voor de stad. Alle Bredanaars zijn verantwoordelijk om in hun eigen bestaan te voorzien. Ieder wordt gestimuleerd om door inzet van talenten, kracht, creativiteit en netwerken economische zelfredzaamheid te bereiken. Als dit onvoldoende lukt, is er (tijdelijk) professionele ondersteuning voor diegenen die het echt nodig hebben. Deze ondersteuning kan bestaan uit re-integratie, gebruik van minimaregelingen en bijzondere bijstand als laatste vangnet. Vraaggerichte arbeidsmarktaanpak Een aanpak gericht op werkgevers én op de ontwikkeling van Bredanaars met een gemeentelijke uitkering. We investeren in partnerships en netwerken van de 3 O’s (Overheid, Onderwijs & Ondernemers) in Breda en in de regio. We gaan uit van de vraag van de arbeidsmarkt: de kansrijke sectoren. We investeren qua omvang en kwaliteit in de werkgeversdienstverlening. We scholen en trainen werkzoekenden uitgaande van de vraag van de arbeidsmarkt. Learning on the job en vakgerichte praktische scholing is de insteek.
14 Gepubliceerd op 2 april 2010
Werken@Breda Op weg naar werk
17
Effectiviteit en selectiviteit We sturen, conform de aanbevelingen van het Rekenkamerrapport ‘Werk aan werk’, scherp op effectiviteit. Dus: Geen inzet van re-integratiemiddelen als de kans op werk te klein is. Instrumenten en trajecten die niet effectief blijken, zetten we niet langer in. Bij de inzet van re-integratie maken we gebruik van de verkregen inzichten uit verschillende onderzoeken die bijdragen aan de verbetering van de effectiviteit van re-integratie. Bejegening We hebben de dienstverlening aan werkgevers en werkzoekenden hoog in het vaandel staan. We hebben extra aandacht voor de bejegening en de kwaliteit van dienstverlening aan werkzoekenden en werkgevers. Bejegening vanuit respect en met een luisterend oor is een belangrijke randvoorwaarde om goed contact te kunnen maken met hen. In onze dienstverlening aan werkgevers spreken we de ‘taal’ van de werkgever.
3.3 Resultaten • In 2013 een structurele vermindering van het aantal mensen met een gemeentelijke uitkering (Wwb) met 110 personen. In 2014 0% stijging van het aantal mensen met een gemeentelijke uitkering*. • Verhoging van het aantal zorg- en sociale activeringswerkplekken ten behoeve van mensen met een gemeentelijke uitkering (Wwb) naar 300 in 2013 en 350 in 2014. • 20% van de cliënten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt (geen perspectief) verbeterd zijn uitgangspositie voor participatie. • Drie klanttevredenheidsonderzoeken: twee onder werkzoekenden (2013 en 2014) en één onder werkgevers (eind 2014). * In het regeerakkoord is aangekondigd dat onder andere de duur van de WW-uitkering wordt verkort en de opbouw van WW-rechten aanzienlijk wordt gewijzigd. Als gevolg hiervan wordt een stijging van het bijstandsaanvragen verwacht per 1 januari 2014. Handhaving van het aantal mensen met een gemeentelijke uitkering (Wwb) in 2014 op het niveau van 2013 is een enorme opgave.
Werken@Breda Op weg naar werk
18
4
Voor wie doen we het?
4.1 Doelgroepen: Op het beleidsterrein re-integratie bestaat de gemeentelijke doelgroep uit zowel werkgevers als werkzoekenden. We richten ons op alle bedrijven in Breda en haar regio, waarbij de focus ligt op de meest kansrijke sectoren. Voor de werkzoekenden richten we ons op mensen waarvoor we als Gemeente Breda op basis van wetgeving verantwoordelijk zijn. In dit hoofdstuk geven we informatie over de doelgroep werkzoekenden. Het gaat om de volgende mensen: • Mensen met een bijstandsuitkering of een andere gemeentelijke uitkering. • Werkzoekende niet- uitkeringsgerechtigden (nuggers): waaronder jongeren. • Mensen die met loonkostensubsidie van de gemeente aan het werk zijn. • Mensen met een nabestaanden- of halfwezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet. • Mensen die aangewezen zijn op aangepast werk (Wsw-indicatie). Naar verwachting komt hier per 1 januari 2014 de arbeidsbemiddeling van jongere arbeids gehandicapten (Wajong) bij. Totaal gaat het om een grote en diverse groep mensen. Indeling doelgroep Binnen het re-integratiebeleid worden drie groepen mensen onderscheiden15, die elk een eigen aanpak verdienen (overigens blijft maatwerk daarbinnen voor iedere cliënt wenselijk/nodig): 1. Mensen met een redelijke afstand (met perspectief) tot de arbeidsmarkt (trede 1400 en hoger op de participatieladder) met aanpak gericht op werk. 2. Mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt (geen perspectief, trede 1300 van de participatieladder), maar die wel in staat zijn iets te doen, met een aanpak gericht op activering. 3. Mensen die uitsluitend hulp en zorg nodig hebben (cliënten met een gehele ontheffing van de arbeidsplicht) met een aanpak gericht op zorg (onderste treden van de participatie ladder: 1000 tot en met 1200).
4.2 De doelgroep werkzoekenden in cijfers Opbouw huidig bestand Op 1 november 2012 hebben 4.377 personen een uitkering. Het betreft 3.850 uitkeringen, waarvan 527 uitkeringen voor een gezin (dus 527 partners). Het bestand is sterk dynamisch. Afgelopen jaar (1/11/2011-1/11/2012) zijn er 1.295 uitkeringen gestart en 936 uitkeringen beëindigd. Opbouw naar leeftijdscategorie Leeftijdscategorie
cliënt
partner
315
31
346
27-45
1.515
223
1.738
45-55
1.046
157
1.203
974
116
1.090
3.850
527
4.377
< 27
>55 Eindtotaal
totaal
15 Zoals verwoord in aanbevelingen van de raadswerkgroep Re-integratie, mei 2011
Werken@Breda Op weg naar werk
21
Indeling op de participatieladder De Gemeente Breda werkt sinds 1 juli 2009 met het instrument ‘Participatieladder’, waarmee de ontwikkeling van cliënten wordt gemeten. Zo wordt beoordeeld of de persoon in kwestie nog meerdere stappen kan zetten op de participatieladder. Zie Bijlage 2 voor de indeling van de Bredase participatieladder. De doelgroep met een gemeentelijke uitkering is per 1 november 2012 als volgt ingedeeld: Trede op de participatieladder
personen
%
1000 Sociaal Isolement
177
4,0%
1100 Sociale contracten buiten de deur
828
18,9%
1200 Deelname georganiseerde activiteiten
675
15,4%
1300 Maatschappelijk nuttige werkzaamheden
576
13,2%
1400 Voortraject arbeidsinschakeling
605
13,8%
1500 Aanbodversterking/scholing
380
8,7%
1600 Klaar om te werken/bemiddelingsrijp
754
17,2%
1700 > Regulier werk naar vermogen, aanvullende uitkering
107
2,5%
N.t.b.*
275
6,3%
Totaal
4.377
100,0%
* Nog te bepalen. Dit betreft veelal personen die nog niet zijn ingedeeld op de participatieladder.
De doelgroep wordt vanuit de ATEA-groep ondersteund/begeleid. De personen op de treden 1000 tot en met 1300 van de participatieladder worden door de klantmanagers van het Zorgen Activeringsbedrijf van de ATEA-groep ondersteund/begeleid richting participatie. De personen op de treden 1400 en hoger worden door de klantmanagers van het Arbeids bemiddelingsbedrijf van de ATEA-groep ondersteund/begeleid naar werk en/of zelfstandig ondernemerschap. Bredanaars in de sociale werkvoorziening Per 1 november 2012 zijn er 1.225 dienstverbanden bij de Bredase sociale werkvoorziening (ATEA-groep). Dit betreft 1.129 Bredanaars en 96 personen uit de omliggende randgemeenten. Het gaat hierbij om mensen, die via een UWV-indicatiestelling zijn aangewezen op werk onder aangepaste omstandigheden. We streven ernaar om zoveel mensen bij een reguliere werkgever te plaatsen. Per 1 november 2012 werkt 29,4% bij een extern bedrijf, aangestuurd door een leidinggevende van dit bedrijf (detachering); ruim 3,8% is extern geplaatst op een reguliere arbeidscontract met loonkostensubsidies (begeleid) werken; 38% werkt buitengericht met een leidinggevende van de ATEA-groep. Totaal werkt 71,2% extern. Ruim 28,8% werkt op de locatie van ATEA-groep zelf (beschut). Per 1 november 2012 staan 271 personen op de wachtlijst. Bredanaars met laag inkomen Volgens een laatste meting in Breda16 leven 11.000 mensen, met ca. 110% van de bijstandsnorm, op de inkomensgrens van het armoedebeleid. Volgens de laatste gemeentelijke meting17 leven ca. 7.000 huishoudens op de bijstandsnorm, waarvan ca. 5.500 langdurig (langer dan drie jaar).
16 Minimascan Stimulansz, maart 2012 17 Armoedeprofiel 2009, O&I maart 2010
Werken@Breda Op weg naar werk
22
4.3 Prioriteiten binnen de doelgroep werkzoekenden Het is een feit dat Breda de komende jaren meer moet doen met minder middelen voor de participatie van werkzoekenden. Scherpe keuzes zijn helaas onvermijdbaar. Tijdens het kaderstellend debat re-integratie op 28 augustus 2012 heeft een vertegenwoordiging van de Bredase Gemeenteraad, op hoofdlijnen, een kader gesteld met betrekking tot de prioriteit van doelgroepen in relatie tot de besteding van middelen uit het participatiebudget. Specifieke aandacht is gevraagd voor jongeren zonder uitkering (nuggers). Naast het participatiebudget worden ook andere middelen ingezet die een bijdrage leveren aan de ontwikkeling en participatie van onze cliënten. De gemeenteraad en het College investeren in het maken van verbindingen op het sociale domein voor met name de cliënten onderaan de Bredase participatieladder. Uitgaande van onze ambitie en visie is bij het uitwerken van het beleid in actielijnen (hoofdstuk 5) en het financieel kader (hoofdstuk 6) onderstaande prioriteitsstelling als basis gebruikt. Categorieën
Omschrijving
Toelichting
1. We geven de hoogste
• gemotiveerde werkzoekenden met een uitkering Wwb met
• Werkzoekenden boven aan de
prioriteit aan
een redelijke afstand tot de arbeidsmarkt (met perspectief
participatieladder
op betaald werk) die het niet op eigen kracht redden
Vanaf trede 1500 van de
• jongeren (< 27 jaar) met een uitkering Wwb en jongeren
participatieladder
zonder uitkering Wwb (nuggers) die passende zorg nodig hebben (preventie) 2. We blijven investeren in
• werkzoekenden met een uitkering Wwb met indicatie Wsw • werkzoekenden met een uitkering Wwb en een redelijke
3. We investeren alleen
• Investeren in ‘leer/werk’ trajecten/projecten
afstand tot de arbeidsmarkt zonder een actueel perspectief
Trede 1400 van de
op werk
participatieladder
• nuggers met perspectief op werk
als er geld voor is
• Vanaf Trede 1400 van de participatieladder en >
• cliënten met een uitkering Wwb met een grote afstand tot de arbeidsmarkt (zonder perspectief op betaald werk) die vrijwilligerswerk willen doen en/of maatschappelijk nuttig werk
• Trede 1300 van de participatieladder • Focus op hulpverlening en participatie. Relatie sociaal domein/3 D
4. We investeren niet, maar handhaven wel
• n iet-gemotiveerde cliënten Wwb • w erkzoekenden met een uitkering Wwb met perspectief op werk die het op eigen kracht redden • niet-gemotiveerde verplichte inburgeraars
5. We investeren niet (meer) in
• n uggers (> 27 jaar) zonder een actueel perspectief op werk
Werken@Breda Op weg naar werk
• Trede 1400 van de participatie ladder en lager
23
Wat gaan we doen? Met wie?
5
5.1 Actie en focus! Met een focus gericht op werk en vanuit de kernovertuiging dat regulier werk van groot belang is om in de samenleving mee te doen, zet Breda haar ambitie en visie om in hierop aansluitende activiteiten voor de periode 2013-2014. Het verkrijgen en behouden van betaald werk is primair de verantwoordelijkheid van mensen zelf. Het is onze taak om de intrinsieke motivatie van werkzoekenden aan te spreken en waar mogelijk te helpen verbeteren. Uit onderzoek18 blijkt namelijk dat een positieve opstelling van de werkzoekende, gekoppeld aan een individuele en stimulerende benadering van een klantmanager leidt tot de grootste kans op uitstroom naar werk (afscheid van armoede). We waarderen eigen initiatief en honoreren, binnen de mogelijkheden en wettelijke kaders, reële wensen van werkzoekenden. Een werkzoekende kan hierbij een beroep doen op het instrument Persoonsgebonden Re-integratiebudget (PRB). Hij/zij stelt dan onder voorwaarden haar eigen trajectplan op over zijn/ haar traject naar werk. We geven ondersteuning aan mensen die dit écht nodig hebben, mensen die het op eigen kracht (nog) niet kunnen. Vanuit re-integratiebeleid om mensen aan het werk te helpen en vanuit armoedebeleid door (inkomens)belemmeringen weg te nemen en daarmee ruimte te scheppen om opnieuw te participeren. Daarnaast stimuleren we de werkgelegenheid en stimuleren we in een actieve werkgeversbenadering. We hebben hiervoor de volgende actielijnen: 1. Talentontwikkeling We zetten in op ontwikkeling van talenten en competenties en gaan hierbij uit van de eigen kracht van mensen. Zo versterken zij hun kansen. Eigen verantwoordelijkheid betekent hierbij dat mensen hun eigen talenten moeten leren kennen en ontwikkelen. We ondersteunen hierbij met stimulerende maatregelen, rekening houdend met de vraag van de arbeidsmarkt. Daarnaast zoeken we aansluiting bij participatieactiviteiten die het maatschappelijk middenveld organiseert. 2. Werkgeversbenadering Geen ondernemers, geen banen. Dus: ondernemers/werkgevers in Breda zijn hard nodig. Daarom biedt Breda een actieve werkgeversbenadering en specifieke werkgeversarrangementen. Hierbij staat de vraag van de ondernemer centraal. 3. Handhaving We bieden mensen kansen om zich te ontwikkelen in onze maatschappij en wij bieden hen ondersteuning naar werk. We hebben dan ook een verantwoordelijkheid naar de maatschappij om op misbruik van ons investeren te handhaven. Hier treedt Breda streng op. 4. Activerend armoedebeleid Ons armoedebeleid heeft een activerend karakter, want werk is dé oplossing om af te rekenen met armoede.
18 Inspectie Werk en Inkomen, “Dat werkt’, ervaringen van mensen die zich aan uitkeringsafhankelijkheid hebben weten te ontworstelen
Werken@Breda Op weg naar werk
25
Verbeteren van de registratie en meten effectiviteit Naast bovengenoemde actielijnen investeren we in 2013 en 2014 in het verbeteren van de registratie/managementinformatie en gaan we de effectiviteit van de belangrijkste re-integratie trajecten/instrumenten zorgvuldig meten/evalueren. Hierdoor krijgen we betrouwbare management/beleidsinformatie, waardoor tijdig bijsturen mogelijk is. 5.2 Actielijnen Actielijn 1 Talentontwikkeling Activiteiten 2013/2014 1. Sprintbemiddeling: directe aanpak aan de poort gericht op werk 2. Intensivering leren en werken 3. Scholing 4. Stimuleren zelfstandig ondernemerschap 5. Aanpak kwetsbare jongeren: slim en snel verbinden! 6. Stimuleren van deeltijdwerken en combinatiebanen 7. Multiproblematiek 8. Tegenprestatie 9. Maatschappelijk nuttige activiteiten 10. Stimulerende instrumenten en maatregelen 1. Sprintbemiddeling: directe aanpak aan de poort gericht op werk
We zetten in 2013 en 2014 in op:
• 900 trajecten sprintbemiddeling per jaar Als een werkzoekende een aanvraag voor een gemeentelijk uitkering indient, voeren we een intakegesprek. Op basis van dit gesprek bepalen we of deze persoon kan werken. Zo ja, dan start het traject Sprintbemiddeling. Dit is een traject van vier weken waarin, samen met de betrokkene wordt ingezet op het vinden van een reguliere baan nog voordat er sprake is van het verstrekken van een gemeentelijke uitkering. Deze aanpak gebeurt groepsgewijs en deels individueel, waarbij aandacht wordt besteed aan het opstellen van een curriculum vitae, training solliciteren, opstellen van een elevator pitch19, het netwerk en benodigde vaardigheden en competenties. Jongeren (< 27 jaar) bieden we een speciaal traject sprintbemiddeling aan. Hierbij besteden we meer aandacht aan onderwijs, gedrag, houding en communicatievaardigheden. 2. Intensivering leren en werken
We zetten in 2013 en 2014 in op:
Forse uitbreiding van het aantal leer/werktrajecten. Het gaat in 2013 en 2014 jaarlijks om:
• 700 trajecten uitstroomprogramma, waaronder workshops, vacturecafé’s en combinaties leren/werken. • 225 structurele leerwerkplekken binnen de ATEA-groep, waarlangs werkzoekenden geactiveerd en bemiddeld kunnen worden. • 100 structurele leerwerkplekken bij reguliere werkgevers,waarlangs werkzoekenden geactiveerd en bemiddeld kunnen worden. We maken en houden mensen arbeidsfit. Werkend leren is de manier om werknemersvaardigheden te ontwikkelen, te onderhouden en werkervaring op te doen. Dit is de
19 Korte presentatie waarin iemand vertelt wie hij is en waar hij goed in is
Werken@Breda Op weg naar werk
26
reden dat we inzetten op intensivering van gecombineerde leer/werktrajecten: waaronder het ‘uitstroomprogramma’. De werkzoekende die het uitstroomprogramma volgt, neemt deel aan workshops, vacaturecafés werkt aan zijn/haar ontwikkeling in de ATEA-groep. Uitzendbureaus hebben een actieve rol in het uitstroomprogramma. In 2012 heeft de gemeente een ESF subsidie ontvangen voor de extra begeleiding van 55+ers en arbeidsbelemmerden (periode 2012-2013) richting de arbeidsmarkt. Dit gebeurt deels groepsgewijs door inzet van het uitstroomprogramma en deels individueel (maatwerk). We zetten in 2013 en 2014 in op een forse uitbreiding van het aantal leer/werktrajecten en op doorontwikkeling van het ‘uitstroomprogramma’ met als doel meer werkzoekenden te ondersteunen richting werk. 3. Scholing We investeren vraaggericht in mensen. Dit betekent dat we aansluiten bij de kansrijke sectoren/beroepen in West-Brabant. ‘Learning on the job’ is de insteek. We investeren in kortdurende vakgerichte scholing en EVC’s (Eerder Verworven Competenties). Ook investeren we in volwasseneneducatie: het verzorgen van educatie voor basisvaardigheden Nederlands taal en rekenen. Hierbij geven we prioriteit aan mensen met een gemeentelijke uitkering. De Nederlandse taal is essentieel om vooruit te komen in de samenleving, om eraan mee doen en om bij te dragen. In 2013 en 2014 investeren we in inburgeringstrajecten voor de verplichte inburgeraars. Naast het leren lezen en schrijven ondersteunen we ook in het bijbrengen van digitale vaardigheden. De Bibliotheek Breda en de Brede Aa ondersteunen hierin met lesmateriaal en aanbod van cursussen en computers. We verwijzen mensen ook naar zelforganisaties, bijvoorbeeld studenten die computerhulp bieden. 4. Stimuleren zelfstandig ondernemerschap We stimuleren mensen om als zelfstandig ondernemer te beginnen. We ondersteunen hen vanuit het Servicepunt Starters en Ondernemers. Het Servicepunt Starters en Ondernemers biedt een aantal faciliteiten, zoals begeleidingstrajecten voor uitkerings gerechtigden en advies over ondernemersplannen en (micro)financiering. Ook kunnen uitkeringsgerechtigden een beroep doen op aanvullend inkomen in de periode van voorbereiding en start. Vanuit het project Business Coach Breda zijn ook drie ondernemerscoaches actief. Zij geven gratis advies en ondersteuning bij het maken van een businessplan en bieden toegang tot een uitgebreid netwerk van potentiële klanten en belangrijke contacten. Daarnaast vormen zij het loket naar trainingen en informatie over subsidies, microkredieten, personeel, scholing en het aanbod van bedrijfsruimte in de diverse wijken. Ook worden er verbindingen gelegd met bestaande initiatieven zoals het Ondernemersklankbord en Community Coaching, zodat de ondernemers ook langer ondersteuning kunnen krijgen als zij dat wensen. Breda biedt in de periode tot en met 2014 250 huisvestingsplaatsen in wijken voor kleinschalige/startende ondernemers. Het Servicepunt Starters en Ondernemers wordt gevormd door de Gemeente Breda en het UWV WERKbedrijf, en werkt samen met de Kamer van Koophandel, de Belastingdienst en Stichting Qredits Microfinanciering Nederland.
Werken@Breda Op weg naar werk
27
In 2013 gaan we de mogelijkheden en consequenties onderzoeken van “ondernemen naar vermogen” (scharrelondernemingen). Afhankelijk van dit onderzoek nemen we een besluit of we ondernemen naar vermogen gaan stimuleren en faciliteren. 5. Aanpak kwetsbare jongeren: slim en snel verbinden!
Er zijn jongeren die op dit moment niet naar school gaan en/of geen werk hebben.
We zetten extra in op het realiseren van een samenhangende en integrale aanpak voor jongeren. Hierbij gaat activeren naar school of werk hand in hand met (waar nodig en gewenst) het bieden van ondersteuning en zorg ter versterking van de competenties en eigen kracht van juist deze groep jongeren. Dit doen we door slim en sneller de verbinding te leggen naar inzet vanuit andere beleidsvelden. We investeren op het gebied van voortijdig schoolverlaten zowel in preventieve (school/studie- en beroepenoriëntatie) als curatieve projecten en trajectbegeleiding. Ook sturen we vanuit jeugdbeleid ‘Jong@Breda‘20 fors op optimale preventie en zorg in en om school door inzet van CJG-ers (professionals werkzaam vanuit Centrum Jeugd en Gezin). Vanuit wijkontwikkeling investeren we ook in het versterken van kansen voor jeugd en jongeren door bijvoorbeeld uitvoering van projecten als ‘Get Started’ om jongeren die niet leren en/of werken weer terug naar school of werk te begeleiden. In 2013 en 2014 investeren we extra in de verbetering van de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt. Dit doen we door intensief samen te werken met onderwijs en ondernemers (3 O’s), en gezamenlijk acties te ondernemen zowel regionaal als lokaal. Op grond van wetgeving in voorbereiding (Participatiewet) komt naar verwachting in 2014 een nieuwe doelgroep (jonggehandicapten met arbeidsvermogen) naar de gemeente. Voor een groot deel zijn deze jongeren afkomstig van het praktijkonderwijs en/of speciaal onderwijs. Daarom zal Breda in 2013 samen met het praktijkonderwijs, speciaal onderwijs, MEE en UWV samenwerkingsafspraken maken over de benadering van werkgevers en het realiseren van (extra) stageplaatsen, leerwerkplekken en/of leerbanen voor deze groep jongeren. Eind 2012/begin 2013 voeren we een pilot uit om één vaste CJG-er in te zetten, die een vertrouwd aanspreekpunt is voor jongeren die niet leren of werken. Deze CJG-er ondersteunt ook de professionals (scholen, leerplichtambtenaren, leerwerkbedrijf, schuldhulpverlening) die hen toe leiden naar school of werk. In deze pilot gaat activeren naar school of werk hand in hand met (waar nodig en gewenst) het bieden van ondersteuning en zorg. De eerste resultaten van de pilot verwachten we in het eerste kwartaal van 2013. 6. Stimuleren van deeltijdwerken en combinatiebanen We stimuleren deeltijdwerken en creëren voorwaarden, zoals kinderopvang, om dit eenvoudig mogelijk te maken. Als meer uren werken in een deeltijdbaan niet mogelijk is, kunnen ook twee deeltijdbanen ervoor zorgen, dat iemand geen uitkering meer nodig heeft. Op die manier doet iemand meer uren werkervaring op, hetgeen bijdraagt aan persoonlijke ontwikkeling en het verwerven van meer competenties. Goed voor de persoon én voor de gemeente, die uitkeringslasten kan verminderen. In het regeerakkoord is opgenomen dat wordt onderzocht of toepassing van het urencriterium in inkomensregelingen méér werken beter kan gaan lonen.
20 Beleidskader Jeugd en Onderwijs 2011-2014, december 2010
Werken@Breda Op weg naar werk
28
7. Multiproblematiek Breda kent verschillende groepen burgers met multiproblematiek. Zij hebben op meerdere gebieden problemen die hen belemmeren om goed mee te draaien in de maatschappij. Bijvoorbeeld psychische problemen of verslaving, maar ook problemen met huisvesting, inkomen, werk, onderwijs en schulden. Om de meervoudige hulpvraag van deze cliënten te kunnen beantwoorden is een beroep nodig op verschillende wettelijke regelingen, die door verschillende organisaties worden uitgevoerd. Periodiek heeft de gemeente met diverse organisaties overleg over betreffende cliënten en de inzet van dienstverlening. Veranderingen in wet- en regelgeving en bezuinigingen leiden ertoe dat de dienstverlening aan cliënten met multiproblematiek anders wordt georganiseerd. De gemeente krijgt als gevolg hiervan meer taken en neemt het voortouw bij ontwikkeling van een efficiënte dienstverlening. We creëren in 2013 en 2014 een werkwijze/methode waarmee de gemeente in relatie tot de domeinen zorg, welzijn, jeugd en re-integratie in staat is te sturen/ondersteunen vanuit het beginsel één gezin, één plan. In 2013 verkennen we de mogelijkheden met een pilot. Daarnaast blijven we in 2013 en 2014 ook werken aan de doelstelling van het Stedelijk Kompas. Die doelstelling luidt: iedereen die op straat leeft, heeft een zorgaanbod nodig. Om passende zorg te bieden werkt Breda met een individuele aanpak en verbeteren betrokken partijen de onderlinge samenwerking. We versterken de keten van zorg door vroegsignalering en interventie. Het loket Centraal Onthaal is samen met de ATEA-groep de spil in deze aanpak. In de preventieve sfeer plegen we interventies met bijzondere bijstand of een tijdelijke uitkering om dakloosheid te voorkomen. De ATEA-groep zet zich verder in voor deze doelgroep. Zo is er een samenwerking (project Scharnierpunt) met de GGZ in gang gezet waarbij de ATEA-groep de arbeids begeleiding en coördinatie verzorgt en de GGZ de zorgbegeleiding wanneer die nodig is. De ATEA-groep zal het netwerk uitbreiden naar andere organisaties/zorgaanbieders en projecten, zodat er een efficiëntieslag gemaakt wordt in arbeid en zorgbegeleiding voor individuele cliënten. Hierdoor ontstaan bovendien meer startmogelijkheden voor maatschappelijke participatie van cliënten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Naast het reguliere instrumentarium voor activering zijn we in gesprek met verschillende partijen, waaronder de Straatraad21. De Straatraad heeft zelf het initiatief genomen om mee te denken over activering van, voor en door dak- en thuislozen met een bijstandsuitkering. Breda onderzoekt de mogelijkheden om dergelijke initiatieven te combineren met meer reguliere activeringstrajecten. Immers, met maatwerk worden de beste resultaten geboekt.
Voorbeeld uit de praktijk:
Johan vertelt op de wachtlijst van de Sociale Werkvoorziening te staan. “Ik wil buiten werken. Binnen word ik gek. En nu heb ik niets. Maar als ik iets te doen heb, dan drink ik minder, dan ben ik ’s avonds moe, dan slaap ik beter en ben ik vrolijker en stabieler”. Verder bieden we ex-gedetineerden,veelal veelplegers, nazorg. Vanuit het Veiligheidshuis werken we met tien veiligheidspartners samen aan het voorkomen van eerste delicten, het terugdringen van recidive en het adequaat zorgen voor slachtoffers. In het kader van
21 De Straatraad is een open netwerk, ontstaan voor en door dak- en thuislozen, die iedere woensdagochtend een vrije inloop vergadering heeft (www.straatkrantbreda.nl).
Werken@Breda Op weg naar werk
29
de veelplegersaanpak heeft de gemeente een coördinator nazorg veelplegers aangesteld ter voorkoming van recidive en het voorkomen van dakloosheid. Deze coördinator werkt intensief samen met de ATEA-groep, vanuit het standpunt dat werk en huisvesting terugval kan voorkomen. 8. Tegenprestatie
We zetten in 2013/2014 in op:
a. In 2013 starten we met een pilot ‘uitwerking tegenprestatie’. b. 100 cliënten voeren in 2013 en 2014 een tegenprestatie naar vermogen uit. Het uitgangspunt van de Gemeente Breda is, dat iedereen die een bijstandsuitkering ontvangt hiervoor hoe dan ook een bijdrage (tegenprestatie) levert aan de maatschappij. Ook wanneer de afstand tot de arbeidsmarkt groot is. Daarbij vinden we, dat iedereen die in het kader van een traject daadwerkelijk bezig is om stappen te zetten op de participatieladder, bijvoorbeeld door het verrichten van vrijwilligerswerk, en hiermee de kans op werk vergroot, de gevraagde tegenprestatie voor het ontvangen van de uitkering al verricht. We gaan de tegenprestatie ook vragen van mensen, die nu nog niets doen en een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben. In het regeerakkoord is opgenomen dat de plicht tot tegenprestatie naar vermogen voortaan voor iedereen geldt (was eerder een ‘kanbepaling’ voor het college). We werken dit uit in een pilot en laten vooral veel initiatief aan cliënten die de tegenprestatie moeten verrichten. Het verrichten van een tegenprestatie is niet vrijblijvend. Als we afspraken met cliënten over hun tegenprestatie maken, verwachten we ook dat deze cliënten er alles aan doen om deze afspraken na te komen. Daarom handhaven we ook. Voorbeeld uit de praktijk: Ruud is al enige jaren dakloos. Hij werkt aan zijn problemen, maar kent veel terugval. Met lotgenoten heeft hij het initiatief genomen om een Straatraad op te richten. Deze Straatraad vergadert nu iedere woensdag. Iedereen kan aansluiten en heeft een stem. Vanuit de Straatraad is het idee gekomen om stadswandelingen te organiseren. Daklozen leiden geïnteresseerden door de stad en laten plekken zien die voor daklozen belangrijk zijn. Ruud vraagt nu aan de gemeente of zijn vrijwilligerswerk wordt beschouwd als een tegenprestatie? Het antwoord van de gemeente is: “Ja, dit eigen initiatief ondersteunen we van harte.” 9. Maatschappelijk nuttige activiteiten
In 2013 en 2014 zetten we in op:
a. Verhoging van het aantal zorg- en sociale activeringswerkplekken naar 300 trajecten in 2013 en 350 in 2014: • Waarvan 100 cliënten maatschappelijke nuttige activiteiten/vrijwilligerswerk verrichten. • Waarvan 100 cliënten wijkgericht activiteiten verrichten. • Waarvan 100 cliënten in 2013 en 150 cliënten in 2014 een overig activeringstraject starten. b. Onderzoek integreren pilot Verbindingsatelier in reguliere dienstverlening. c. Ontwikkelen van een coördinatiepunt voor zorg- en activeringsplekken. De gemeente activeert uitkeringsgerechtigden met een zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt. Zij doet dit door het acquireren van en bemiddelen naar zorg- en sociale activeringsplekken vanuit één (nog te ontwikkelen) coördinatiepunt. Hiernaast ontwikkelen we activeringsplekken door het geschikt maken van bestaande projecten voor deze doelgroep en het opzetten van nieuwe projecten met als doel een springplank te creëren voor doorstroming
Werken@Breda Op weg naar werk
30
van cliënten naar duurzame activeringsplekken binnen het maatschappelijk middenveld en trajecten gericht op reguliere of beschutte arbeid. De gemeente doet dit in samenwerking met het maatschappelijk middenveld. Ze legt verbindingen met vrijwilligersorganisaties en met wijkgerichte projecten (zie beleidsnota ‘BURGERKRACHT, wijkontwikkeling 3.0’). In 2013 en 2014 zijn dit o.a. Stichting Werk aan de Wijk (onderdeel ATEA-groep) met Get Started en de Vrouwenstudio’s, het Grote Broer project (Thuis op Straat), Beleven, Opgeruimd Breda en Buurtonderneming. De activiteiten variëren van sociale activering en het verrichten van maatschappelijk nuttig werk tot het uitvoeren van arbeid onder specifieke aangepaste omstandigheden voor deze doelgroep. De deelnemers aan deze activiteiten hebben de verantwoordelijkheid om te werken aan hun eigen maatschappelijke participatie en portfolio. De gemeente zet hiervoor het bestaande instrumentarium in. Daarnaast worden ook opdrachten aangenomen om samen te werken met derden, bijvoorbeeld met HBO kennisinstellingen. De uitdaging voor de komende twee jaar is om de begeleiding van de activeringsprojecten vooral te beleggen bij de organisaties waar uitkeringsgerechtigden worden geactiveerd. Vanwege de afname van het participatiebudget stimuleren we maatschappelijke organisaties om een deel van die begeleiding slim te organiseren. Zo leggen we in 2013 aan onze subsidierelaties de voorwaarde op te werken met vrijwilligers waar het kan en verzoeken we hen op basis van ‘social return’ ook uitkeringsgerechtigden kansen te bieden. Maatschappelijke organisaties hebben evenzeer een taak om maatschappelijk nuttig werk mogelijk te maken. Uit de onlangs verschenen Enquête Vrijwilligerswerk 2012 blijkt, dat jongeren, allochtonen en uitkeringsgerechtigden vaak vrijwilligerswerk doen om (werk)ervaring op te doen om vervolgens aan betaald werk te komen. Het is daarom zaak om aan te sluiten bij het maatschappelijk middenveld, zodat vanuit die organisaties ook de begeleiding wordt geboden. Vanuit kostenefficiëntie heeft schaalgrootte bij projecten voorkeur. We zijn bezig met het ontwikkelen van nieuwe activeringsmethodieken. Een geslaagd voorbeeld van een activeringsproject is de pilot Verbindingsatelier. Deze pilot is uitgevoerd in 2012. Binnen de pilot is gewerkt aan een methodiek om mensen met een grote, al dan niet overbrugbare, afstand tot de arbeidsmarkt te activeren. De methodiek is gebaseerd op 3 pijlers: 1. Het verbinden met de stad, met je omgeving, het creëren van een netwerk. 2. Letterlijk in beweging komen; aandacht voor vitaliteit, zowel fysiek, financieel als huishoudelijk. 3. Het stellen van een doel: focus. Het resultaat van de pilot is dat alle deelnemers een stap hebben gezet op de participatieladder, waarvan de meesten blijvend sporten, een aantal vrijwilligerswerk doen en één persoon regulier aan het werk is na een uitkeringsperiode van ruim 5 jaar. In 2013 onderzoeken we (samen met de doelgroep) of we de werkmethodiek van de pilot verbindingsatelier verder kunnen uitbreiden. Zie Bijlage 6 voor informatie over de maatschappelijke activiteiten die de Gemeente Breda subsidieert. Deze activiteiten kunnen bijdragen aan de participatie van onze cliënten. 10. Stimulerende instrumenten en maatregelen We zetten in 2013 en 2014 instrumenten in om werkzoekenden en werkgevers (zie ook actielijn 2) te prikkelen en te stimuleren. We handhaven de uitstroombonus voor werk zoekenden. Met deze uitstroombonus/premie wordt beoogd mensen een duwtje in de rug te geven om volledig bijstandsonafhankelijk te worden. Tevens kan het worden
Werken@Breda Op weg naar werk
31
beschouwd als een blijk van waardering en als tegemoetkoming in de extra kosten die worden gemaakt ter verkrijging van werk (bijvoorbeeld extra kleding). Ook handhaven we het instrument Persoonsgebonden Re-integratie Budget. Een werkzoekende stelt dan onder voorwaarden zijn/haar eigen trajectplan op naar werk. Het PRB is maximaal € 5.000 en kan gebruikt worden voor scholing, inkoop van een re-integratietraject of onderdelen ervan. Ervaringen leren dat werkzoekenden hierdoor meer zelfvertrouwen krijgen en extra gemotiveerd zijn om aan het werk te gaan. Als een werkzoekende uitstroomt uit de bijstand zetten we de volgende stimuleringsmaatregelen vanuit armoedebeleid in: • De BredaPas blijft de rest van het kalenderjaar geldig. • Indien er sprake is van duurzame uitstroom (> zes maanden) is kwijtschelding van een lening voor duurzame gebruiksgoederen; de kwijtschelding bedraagt maximaal € 1.000,-. • Van de collectieve ziektekostenverzekering kan de rest van het kalenderjaar gebruik worden gemaakt; de verzekerde behoudt de collectiviteitskorting. • Blijft een toegekende kwijtschelding van belastingen van kracht (betreft o.a. afvalstoffenheffing, hondenbelasting). Er is bij een aanvraag om kwijtschelding sprake van één toetsingsmoment. Als de belanghebbende na de verkregen kwijtschelding aan het werk gaat, wordt geen ander besluit genomen.
Werken@Breda Op weg naar werk
32
Actielijn 2 Werkgeversbenadering Activiteiten 2013/2014: 1. Sectorale, vraaggerichte en gecoördineerde werkgeversbenadering 2. Ontzorgen en stimuleren van werkgevers 3. Social Return bij inkoop en subsidies 4. Investeren in werkgelegenheid: acquisitie 5. Ondersteuning in HRM-beleid bij werkgevers 6. Publiek Private samenwerking 7. Van werk naar werk begeleiden 1. Sectorale, vraaggerichte en gecoördineerde werkgeversbenadering In 2013/2014 zetten we in op: a. Samen met het onderwijs en ondernemers realiseren van 150 leerbanen (voorjaarsnota 2012), waarvan 50 voor jongeren met een beperking.
• Met vijf bedrijven in Breda sluiten we een convenant met afspraken over (leerwerk) banen, in combinatie met onderwijs en kennisinstellingen.
b. Samen met werkgeversorganisaties en onderwijs organiseren van bedrijfsbezoeken in kanssectoren. c. Vier keer per jaar organiseren van een vacaturecafé XXL en het ontwikkelen van innovatieve vormen van werkgeversbenadering. d. Uitwerking één contactpersoon per ondernemer. e. Uitwerking van de regionale werkgeversdienstverlening. f. Uitbreiding werkgebied werkgeversbenadering naar België. We investeren in een actieve werkgeversbenadering en sluiten werkgeversarrangementen. We werken hierbij vanuit de vraag van de ondernemer. Om de komende jaren aan de te verwachten vraag van de werkgevers naar goed opgeleide arbeidskrachten te voldoen en zoveel mogelijk Bredanaars te matchen, doen we nadrukkelijk een beroep op zowel werkgevers als werkzoekenden. Kennis van het eigen bestand is hierbij noodzakelijk. Er wordt zowel vanuit de vraag van de werkgever (vraaggerichte bemiddeling) als vanuit de competenties van de kandidaat bemiddeld (aanbodsgerichte bemiddeling). Geen exclusieve benadering vanuit alleen het perspectief van de werkzoekende maar een nadrukkelijke combinatie met de behoeften en kansen op de reguliere arbeidsmarkt. We organiseren vier keer per jaar een vacaturecafé XXL, waar werkgevers en werkzoekenden met elkaar speeddaten. Ook verkennen we andere innovatieve vormen van werkgeversbenadering. Naast de individuele benadering van werkgevers vindt er ook een branchegerichte benadering van werkgevers plaats. We gaan uit van de kanssectoren in Midden- en West-Brabant. Ook collectieve opleidingstrajecten, zeker die met baangarantie, passen in een actieve werkgeversbenadering en worden ingezet. Om de behoefte van de werkgevers goed in beeld te hebben, is het van groot belang om nauw samen te werken met de lokale werkgevers en werkgeversorganisaties. Eén van die organisaties is de BZW (de Brabants Zeeuwse Werkgeversvereniging), die intensief betrokken is bij de vorming van beleid rondom de werkgeversbenadering. Op 24 september 2012 heeft er een sessie plaatsgevonden met als thema de werkgeversbenadering. Uit deze sessie kwam naar voren dat: • Er sprake is van een mismatch op de arbeidsmarkt. De vraag vanuit de werkgever sluit niet aan bij het aanbod. Om deze mismatch op te lossen is er een nauwe samenwerking nodig tussen Overheid, Onderwijs en Ondernemers. Van de Gemeente Breda wordt verwacht dat zij de regie neemt. • Bepaalde sectoren meer gepromoot moeten worden onder: scholieren en hun ouders, decanen en werkzoekenden met een gemeentelijke uitkering.
Werken@Breda Op weg naar werk
33
• Er behoefte is aan één aanspreekpunt ten aanzien van de werkgeversbenadering. Om de ambitie van 150 leerwerkbanen te realiseren, zoals verwoord in de voorjaarsnota 2012, werken we nauw samen met het onderwijs en werkgevers. Samenwerking regio West-Brabant/UWV De regionale werkgeversbenadering is een belangrijk onderdeel in het door de regio West-Brabant vastgestelde meerjaren uitvoeringsprogramma en het plan van aanpak ‘implementatie Wetsvoorstel Werken naar vermogen’. In 2013 wordt samen met de regio gemeenten, kenniscentra en UWV de werkgeversbenadering verder uitgewerkt. Eén van de eerste acties is het realiseren van een (digitaal) aanspreekpunt voor werkgevers, waar zij terecht kunnen voor informatie, advies en specialistische expertise. Ook zijn we begonnen met een gezamenlijk CRM systeem waarin de belangrijkste te benaderen werkgevers zijn opgenomen. In 2013 zal dit systeem verder uitgewerkt worden. Het hoofddoel is het hebben van een systeem binnen de regio waarin alle werkgeverscontacten door de verschillende partijen geregisterd worden. Transparantie in dienstverlening, netwerk en targets. Daarnaast zetten we in 2013 en 2014 samen in op het sectoraal benaderen van de markt. We doen dit door samenwerking binnen de regionale sectorgroepen zorg, groen, zakelijke dienstverlening en techniek. Een concreet voorbeeld is het organiseren van een ‘dag van de techniek’ waarin vraag en aanbod samen komen. Ook wordt bovenregionaal samengewerkt; er is een provinciaal Brabants arbeidsmarkt akkoord gesloten; met Dordrecht en Rotterdam (DelTri) verkennen we samen waar de gemeenschappelijke kansen en problemen liggen met betrekking tot de arbeidsmarkt en kijken daarbij ook over de landsgrens heen. 2. Ontzorgen en stimuleren van werkgevers
We zetten in 2013 en 2014 in op:
a. Pilot no risk polis b. Proefplaatsing van maximaal drie maanden met behoud van uitkering c. Inzet detachering/Sociaal uitzendbureau d. Nazorg voor werkgever e. Inzet Baan Bonus Breda f. Verkenning methodiek loonwaardebepaling g. Informatievoorziening; folder voor werkgevers Werkgevers willen geen risico’s lopen en hebben behoefte aan ondersteunende maat regelen. Daarom gaan we werkgevers ontzorgen door inzet van een aantal instrumenten/voor zieningen zoals proefplaatsingen en detacheringen. In 2013 testen we de no-risk polis (pilot). Via de no-risk polis wordt het risico op ziekteverzuim/arbeidsongeschiktheid voor de werkgever afgedekt of verminderd. Op deze manier anticiperen we op wetgeving in voorbereiding voor met name de nieuwe doelgroep jonggehandicapten. Na plaatsing van kandidaten blijven we actief in het relatiemanagement met de bedrijven. Daarnaast stimuleren we werkgevers om mensen met een uitkering in dienst te nemen door inzet van de Baan Bonus Breda. De Baan Bonus is bedoeld als bijdrage in de begeleidings, opleidings- en loonkosten van de werkgever bij het duurzaam (minimaal zes maanden) plaatsen van een persoon met een gemeentelijke uitkering. De Baan Bonus is in de afgelopen periode ingezet voor werkzoekenden die gedurende zes maanden een gemeentelijke uitkering hadden.
Werken@Breda Op weg naar werk
34
Effectiviteit Baan Bonus Breda Van de Baan Bonussen Breda die in 2011 en 2012 zijn ingezet en afgesloten (waarvan de termijn van zes maanden of één jaar inmiddels voorbij is) heeft 67 % van de betreffende personen per (medio oktober 2012) geen uitkering Wet werk en bijstand. De Baan Bonus Breda richt zich met name op de werkzoekenden die al langer een uitkering hebben. De gemiddelde uitkeringsduur van de werkzoekenden die met behulp van dit instrument aan het werk zijn gegaan bedroeg 3,7 jaar. De gemiddelde uitkeringsduur zonder Baan Bonus was 2,2 jaar.
Eind 2012/begin 2013 vindt een evaluatie plaats van de Baan Bonus Breda. Op basis van de eerste resultaten wordt de Baan Bonus Breda ook in 2013 en 2014 ingezet. Vanwege de verlaging van het participatiebudget wordt de regeling van de Baan Bonus gewijzigd en wordt de doelgroep beperkt tot werkzoekenden die gedurende 12 maanden een gemeentelijke uitkering hebben in plaats van zes maanden. Ook wordt een subsidieplafond ingevoerd. Eind 2012 heeft besluitvorming plaatsgevonden over de toekomst van gesubsidieerde arbeid. Het beleid omtrent gesubsidieerde arbeid was ingewikkeld en kostbaar en bood onvoldoende prikkel om mensen uit te laten stromen naar regulier werk. Per 1 mei 2013 worden de structurele gesubsidieerde banen beëindigd met uitzondering van de banen op grond van de voormalige regeling ex Wiw/Banenpool. Het college heeft toegezegd dat alle werknemers die hun gesubsidieerde baan vanaf 1 januari 2012 kwijtraken cq zijn kwijtgeraakt door een Taskforce worden begeleid naar werk. In 2013/2014 gaan we verkennen hoe we de methodiek loonwaardebepaling kunnen toepassen. Dit vooruitlopend op de nieuwe Participatiewet. Ook gaan we in 2013 aan de slag met het maken van een informatieve (digitale) folder voor de werkgevers waarin we de dienstverlening vanuit de gemeente inzichtelijk maken.
Zie Bijlage 4 voor meer informatie over de beschikbare trajecten en instrumenten.
3. Social Return bij inkoop en subsidies
We zetten in 2013 en 2014 in op:
• Uitbreiding en uitwerking social return en invulling sociaal werkgeverschap Social return is één van de speerpunten in de werkgeversbenadering van de Gemeente Breda. De markt zal actief worden geïnformeerd over het beleid van de gemeente. Bij aanbestedingen door de Gemeente Breda wordt gebruik gemaakt van het instrument social return. Organisaties die door aanbesteding leverancier van Gemeente Breda worden, hebben onder meer de verplichting om 5% van de aanneemsom te besteden aan het in dienst nemen van een persoon/personen met een afstand tot de arbeidsmarkt en/of het bieden van leerwerkplaatsen. Daarnaast passen we het social return beginsel ook toe in ons subsidiebeleid. Met onze maatschappelijke partners in de stad maken we dezelfde afspraken als met werkgevers. Zo is een gesubsidieerde organisatie, die meer dan € 50.000,- subsidie per jaar ontvangt, verplicht in het beleidsplan op te nemen op welke wijze de organisatie invulling geeft aan beleid rondom duurzaamheid en social return. Het gaat hierbij niet direct om het bieden van reguliere dienstverbanden, maar wel om het bieden van werkplekken waar uitkerings gerechtigden ervaring kunnen opdoen (activeringsplekken) en zich maatschappelijk nuttig kunnen maken en (on)betaalde stageplaatsen ten behoeve van het VMBO, VSO, MBO en de Bredase Praktijkschool. Het netwerk van de stichting ‘Samen voor betrokken ondernemers’ in Breda is hét netwerk
Werken@Breda Op weg naar werk
35
voor maatschappelijk betrokken bedrijven en maatschappelijke organisaties binnen Breda. Met Maatschappelijk Betrokken Ondernemers Breda werken we samen aan verdere uitwerking van social return en het geven van invulling aan sociaal werkgeverschap. Ook zal het netwerk benut worden voor onze werkgeversbenadering. 4. Investeren in werkgelegenheid: acquisitie
We zetten in 2013 en 2014 in op:
a. Afspraken met drie nieuw te vestigen bedrijven over inzet van leerwerkbanen. b. Verkenning koppeling acquisitiebeleid aan re-integratiebeleid. Door het aantrekken van nieuwe bedrijven in Breda stimuleren we de werkgelegenheid. De BrIM Breda (uitvoeringsorganisatie van Gemeente Breda (99% aandelen en KvK 1%) voor bedrijfshuisvesting, acquisitie, promotie en relatiebeheer van (internationale) bedrijven) en REWIN West-Brabant hebben een belangrijke taak in het aantrekken van nieuwe bedrijven voor Breda en regio. Het genereren van nieuwe banen is voor de betrokken organisaties een expliciet doel. Binnen de gemeente is het acquireren van werk een essentieel onderdeel van de werkgeversdienstverlening. Een goed relatiebeheer (i.s.m. overige betrokken organisaties) met de bestaande en nieuwe bedrijven is daarom van essentieel belang. De individuele en persoonlijke contacten van accountmanagers zorgen ervoor dat de gemeente weet wat er speelt bij werkgevers. Deze contacten versterken o.a. de binding van de ondernemers met de stad en haar regio. 5. Ondersteuning in HRM-beleid bij werkgevers We ondersteunen werkgevers in hun Human Rescource Managementvraagstukken in relatie tot hun arbeidscapaciteit. Uitgangspunt is de vraag van de werkgever. Eén van de instrumenten die we inzetten is ‘jobcarving’. Dit instrument van (verticale) functiedifferentiatie, kan worden ingezet voor het creëren van functies toegespitst op het bestaande aanbod. De functie (jobcarving) en/of productieprocessen worden als het ware passend gemaakt voor een bepaalde persoon of groep van personen. Functiedifferentiatie is vooral kansrijk als er op de markt een schaarste is aan personeel voor een bepaald functie. 6. Publiek Private samenwerking Ook private partijen zoals uitzendbureaus hebben een potentieel aan werkgevers waar de gemeente gebruik van kan maken. We hebben met uitzendorganisaties afspraken gemaakt voor het plaatsen / bemiddelen van personen op basis van ‘no cure no pay’ en/of bonus-malussysteem. 7. Van werk naar werk begeleiden
In 2013 en 2014 zetten we in op:
• Het verkennen van de mogelijkheden van het ACE-netwerk om onze werkzoekenden te ‘matchen’ aan een baan. Door mensen van werk naar ander werk te begeleiden kan dreigende werkloosheid worden afgewend. Zo’n 1200 organisaties in West-Brabant (waaronder de Gemeente Breda), verenigd in de Stichting Arbeidsmobiliteitscentrum (ACE), dragen samen actief verantwoordelijkheid voor uitwisseling van informatie over vacatures en HR-management tussen werkgevers onderling. Het HRM-netwerk heeft hierbij een cruciale rol. Dit is het platform waar gegevens uitgewisseld worden over personeel dat bij een bedrijf boventallig wordt terwijl een andere werkgever om personeel zit te springen. Op basis van deze uitwisseling worden deze mensen gematcht. Dezelfde methodiek wordt toegepast als mensen wegens ziekte een bepaald soort werk niet meer kunnen doen, maar bij een andere werkgever wel passend aan het werk kunnen. In 2013/2014 verkennen we de mogelijkheid om het ACE netwerk actief in te zetten voor het matchen van onze werkzoekenden op een baan. Actielijn 3 Handhaving Werken@Breda Op weg naar werk
36
Activiteiten 2013/2014: 1. Handhaving aan de poort (bij aanvraag uitkering)
a. Verhogen fraudealertheid medewerkers
b. Extra voorlichting en deskundigheidsbevordering medewerkers
2. Strikte toepassing maatregelbeleid 3. Vier extra (thema)onderzoeken Naleving van de regels op het gebied van sociale zekerheid en werk zijn van essentieel belang. Als uitkeringsgerechtigden zich niet aan de regels houden, benadelen zij daarmee ‘de belastingbetaler’. Breda onderschrijft de algemene visie van het landelijke Handhavings programma 2011-201422 en voert (pro-)actief beleid om misbruik tegen te gaan. Handhaving maakt in Breda onderdeel uit van het werkproces re-integratie. We handhaven repressief wanneer iemand zich niet aan de regels houdt én maken werk van preventie. Door goede voorlichting en dienstverlening voorkomen we overtredingen. Wie de spelregels én sancties kent; houdt zich aan de regels. Handhaving is in Breda dan ook integraal onderdeel van effectieve uitvoering van re-integratie. 1. Handhaving aan de poort (bij aanvraag uitkering) Aan de ‘poort van ons uitkeringsproces’ beoordelen we de re-integratiekansen van werkzoekenden. Als mensen nog niet direct aan het werk kunnen, is een uitkering een tijdelijke oplossing. Wie tijdelijk is aangewezen op een uitkering zal weten, dat misbruik niet wordt geaccepteerd, niet door de samenleving en niet door deze gemeente. Zorg voor naleving van arbeids- en re-integratieverplichtingen23 is een succesvoorwaarde voor effectief re-integratiebeleid. In Breda is de volgorde: eerst preventie (uitkering voorkomen), vervolgens druk op naleving van de verplichtingen die aan een uitkering zijn verbonden. De arbeidsverplichtingen en de duur en hoogte van de bijbehorende sancties worden geüniformeerd24. We investeren in ketenbeleid. Re-integratie en handhaving gaan hand in hand: bij verzuim grijpen we direct in met maatregelen. Agressie en intimidatie tolereren we niet; ernstige misdragingen tegen ambtenaren leiden tot onmiddellijke stopzetting van de uitkering25. In 2013/2014 investeren we daarom in het verhogen van de fraudealertheid van onze klantmanagers aan de poort in samenwerking met onze handhavers. Conflictbemiddeling en gesprekstechnieken maken onderdeel uit van de training die onze klantmanagers volgen. 2. Strikte toepassing maatregelbeleid De preventieve werking komt tot uiting in één van onze leidende principes: ‘high trust, high penalty’. Ons maatregelbeleid is in relatie tot het nakomen van re-integratie- en activeringsverplichtingen streng en we vinden hiervoor rechtvaardiging in recente rapporten van de Inspectie SZW. Daarin komt het beeld naar voren dat gemeenten onvoldoende scherp zijn op de naleving van plichten van bijstandsontvangers. Het feitelijk niet of nauwelijks toepassen van sancties, de grote mate van vrijheid die medewerkers in de gemeentelijke uitvoering van de bijstand hebben bij het beoordelen van het gedrag van uitkeringsontvangers en de beperkte (toezichts)rol van de gemeenteraad bevestigen
22 Ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Handhavingsprogramma 2011-2014, Rijksoverheid, uitgave januari 2011 23 Bron: Ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid, eigen bewerking van diverse onderzoeksrapporten, brief 20 juli 2012 ‘Effectiviteit re-integratiebeleid en handhaving’ 24 Regeerakkoord Bruggen slaan, 29-10-2012 25 Regeerakkoord Bruggen slaan, 29-10-2012
Werken@Breda Op weg naar werk
37
dat er veel ruimte is voor verbetering in de gemeentelijke uitvoering26. In het rapport ‘Iedereen aan de slag’27 constateert de Inspectie SZW dat veel mensen in de bijstand geen dwang of drang ervaren om aan het werk te gaan. Breda vindt dat snel en adequaat toepassen van maatregelbeleid re-integratie positief beïnvloedt en voert meer dan voorheen een ‘lik-op-stuk-beleid’ als het gaat om re-integratie en activering. In 2013/14 herijken we de uitvoering van ons maatregelbeleid, waarbij we ook investeren in het monitoren. Vanzelfsprekend volgen we het wetsvoorstel Naleving Arbeidsinschakeling dat als doel heeft dat gemeenten bijstandsontvangers die onvoldoende meewerken beter kunnen aanspreken op hun verplichtingen. Zo staat in het regeerakkoord dat in de Wet werk en bijstand wordt vastgelegd dat gemeenten een bijstandsuitkering drie maanden moet stoppen als de sollicitatieplicht niet wordt nageleefd. Ons re-integratiebeleid is effectief als de handhaving van de arbeidsverplichtingen op orde is28. 3. Extra (thema)onderzoeken Breda gaat extra onderzoek doen naar fraude. Dit kan plaatsvinden in de vorm van een onderzoek op een gericht thema, bijvoorbeeld zwart werken, of onderzoeken naar de rechtmatige verstrekking van uitkeringen. Meer inzet op handhaving kan leiden tot het beëindigen van uitkeringen, waardoor het mogelijk wordt meer mensen te kunnen begeleiden naar werk.
In 2013 en 2014 willen we per jaar 4 gerichte onderzoeken uitvoeren op specifieke thema’s.
26 IWI, Integrale rapportage handhaving 2007-2010, verschenen 06-09-2011 27 IWI, Iedereen aan de slag, december 2011 28 Bron: Brief aan Tweede Kamer, betreft ‘Aansluiting vraag en aanbod laaggeschoold werk’
Werken@Breda Op weg naar werk
38
Actielijn 4 Activerend armoedebeleid Armoede kan op verschillende manieren gedefinieerd worden. In enge zin verwijst armoede naar een tekort aan financiële middelen. In brede zin, kijkend naar de oorzaken en gevolgen van het ontbreken van voldoende financiële middelen over een langere periode, verwijst armoede naar sociale uitsluiting. Het gaat om mensen die minder kansen hebben om mee te doen, die veelal een lagere opleiding hebben of een opleiding niet hebben afgerond; die kampen met een slechte gezondheid bijvoorbeeld door stress of eenzijdige voeding; die wonen in minder goede woningen en buurten; die zich moeizaam zelf kunnen redden. Kortom armoede is meer dan een financieel probleem, dus armoedebestrijding vergt een integrale aanpak. Breda kijkt eerst wat iemand zelf (nog) kan en wat zijn/haar sociaal netwerk kan betekenen. Pas daarna wordt gekeken welke verdere ondersteuning nodig is. Die ondersteuning kan bestaan uit re-integratie, gebruik van minimaregelingen en bijzondere bijstand als laatste vangnet. Niet het aanbod maar de vraag naar voorzieningen om te kunnen participeren is uitgangspunt. Het is voor Breda een leidende principe, dat ondersteuning slechts middel is een geen doel op zich. Alle inzet is gericht op het duurzaam resultaat: ‘meedoen’. Activiteiten 2013 en 2014 1. Van kwetsbaar naar weerbaar, het vergroten van de financiële zelfredzaamheid. 2. Meer geld in de knip, het verhogen van het maandelijkse inkomen. 3. Gezond meedoen, aandacht voor het bevorderen van de gezondheid. 4. Kinderen aan zet, extra aandacht voor participatie van kinderen. 5. Voorlichting. 6. Samenhang met schuldhulpverlening. 1. Van kwetsbaar naar weerbaar, het vergroten van de financiële zelfredzaamheid Huishoudens die structureel een beroep moeten doen op de minimaregelingen van de gemeente, kunnen wellicht niet met geld omgaan of zijn onvoldoende op de hoogte van bijvoorbeeld aanvullende financiële regelingen (lees: voorliggende voorzieningen). De financiële ondersteuning van de gemeente biedt tijdelijk lucht, maar draagt niet bij aan een duurzame oplossing voor het financiële probleem. Als rondkomen niet lukt, dan zetten we in op het bieden van ondersteuning om dit te leren, waarbij de cliënt zelf de regiehouder is. Om gezamenlijk tot oplossingen te komen maken we voor schuldhulpverlening en preventie gebruik van de mogelijkheden van de Kredietbank West-Brabant.
We zetten in 2013 en 2014 in op:
a. Het uitbreiden van de zelfredzaamheidsmatrix met een vast onderdeel over geld. b. Het leren omgaan met geld vast onderdeel maken van re-integratietrajecten. c. Het leren aanvragen van inkomensondersteunende maatregelen vast onderdeel maken van re-integratietrajecten. d. Het voeren van minimaal 25 budgetadviesgesprekken (bij voorkeur in groepsverband) per jaar. e. Het opleiden van minimaal 5 uitkeringsgerechtigden als budgetcoach per jaar. 2. Meer geld in de knip, het verhogen van het maandelijkse inkomen Naast het goed met geld kunnen (leren) omgaan is stijging van het maandelijks huishoudinkomen van belang. Door dit te verhogen ontstaat er meer bestedingsruimte en wordt reserveren mogelijk. We willen mensen handvatten aanreiken om zelf hun inkomen te verhogen. Voor de meest kwetsbare groep blijft de langdurigheidstoeslag beschikbaar, die als gevolg van het Regeerakkoord wordt vervangen door een individuele toeslag voor personen die langdurig van een laag inkomen moeten rondkomen zonder zicht op verbetering. De extra middelen die voor armoedebeleid beschikbaar komen in 2014 en
Werken@Breda Op weg naar werk
39
2015 zijn ook bedoeld voor werkende armen. Daarnaast zijn er ook extra middelen om zelfstandigen zonder personeel gebruik te laten maken van het gemeentelijke kwijtscheldingsbeleid. Wij onderzoeken of we dit beleid kunnen invoeren medio 2013.
We zetten in 2013 en 2014 in op:
a. het onderzoeken van verruiming kwijtscheldingsbeleid voor zelfstandigen zonder personeel b. Het bevorderen van woonlastenverlaging. c. Het bevorderen van verlaging van de kosten van vervoer. d. Het verkrijgen van inzicht in verzekeringen. e. Het realiseren van meer voordeel met de BredaPas. Door voorlichting over energiebesparing kunnen huishoudens hun maandelijkse woonlasten verlagen. Vandaar gezamenlijk onderzoek met woningcorporaties en de milieuafdeling naar mogelijkheden om breder in te zetten op woonlastenverlaging bij uitkeringsgerechtigden. Hierbij stimuleren we gebruik van het energie- en inbraakpreventieteam van de Gemeente Breda, waarbij ook uitkeringsgerechtigden worden ingezet om minimahuishoudens voor te lichten over besparingen. Door meer integrale informatie te bieden over weggeefinitiatieven, leren we onze cliënten zelf te zoeken naar eenvoudige oplossingen in plaats van een beroep op bijzondere bijstand te doen. Als mensen zich meer bewust worden van de kosten van het gebruik van auto’s en bijvoorbeeld verzekeringen, kunnen zij mogelijk besparen op hun uitgaven. We onderzoeken mogelijkheden om hierover zelf een cursus te ontwikkelen met de Kredietbank West-Brabant. In het nieuwe regeerakkoord is aangegeven dat de mogelijkheden voor een kortingspas, als de BredaPas, worden verruimd. Voor nu is nog niet helemaal duidelijk wat dat betekent, maar we houden er rekening mee. Voor volwassenen verruimen we het voordeelaanbod van de BredaPas. Hiervoor doen we een beroep op het maatschappelijk veld en betrokken ondernemers. We onderzoeken of het samengaan met andere kortingspassen gewenst is en of dit leidt tot meer voordeel. Dit testen we bijvoorbeeld met de Volksuniversiteit Brede Aa en met de Bibliotheek Breda, die tegen gereduceerd tarief cursussen aanbieden, die bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling, zoals grip op geld, presentatietechnieken en digitale vaardigheden. Deze organisaties hebben hiermee ook als doel hun drempel te verlagen en deze moeilijk te bereiken (kwetsbare) doelgroep voor zich te winnen. Onze ervaring leert dat cliënten meer willen weten over gezonde voeding en kunnen ontdekken dat gezond eten niet duur hoeft te zijn. We zorgen ervoor dat voedingsadvies een vast onderdeel vormt van één van onze re-integratietrajecten. 3. Gezond meedoen, aandacht voor het bevorderen van de gezondheid We zetten in op de gezondheid van onze cliënten. Gezonde mensen zijn beter in staat te participeren. Samen met onze partner CZ Zorgverzekeraar investeren we in het bevorderen van de gezondheid door in te zetten op preventie. Zo bevorderen we gezond meedoen en besparen we naar verwachting ook op kosten van verzekeringen (de zorgbehoefte). In de komende twee jaar werken we dit samen met CZ uit29. We richten ons gezamenlijk op de doelstellingen Voeding&Bewegen uit het beleidskader Gezond@Breda.
We zetten in 2013 en 2014 in op:
a. Pilot Gezond meedoen. b. Continueren en bevorderen van deelname aan de Collectieve ziektekostenverzekering voor minima.
29 Intentieverklaring om te komen tot structurele samenwerking is door de gemeente en CZ ondertekend op 7 augustus 2012
Werken@Breda Op weg naar werk
40
Samen met CZ en de GGD voeren we binnen een pilot een onderzoek uit naar de gezondheid van uitkeringsgerechtigden. We vragen hen een vragenlijst in te vullen. Op basis van de antwoorden krijgen we een algemeen beeld van de gezondheid van de groep en inzicht in de vraag hoe we hen het beste kunnen begeleiden naar werk of participatie. Deelnemers aan de pilot gaan een “gezondheidsprogramma” volgen dat ofwel vanuit de ziektekostenverzekering of uit een preventiebudget wordt betaald. Omdat we willen aansluiten bij de projecten Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG) in de wijken Heuvel en Geeren, nodigt Breda ouders uit deze wijken uit om mee te doen. De eerste resultaten van de pilot verwachten we medio 2013. Bij goede resultaten voeren we deze aanpak in als structurele methodiek. Verder continueren we de collectieve ziektekostenverzekering die we als voorziening voor de meeste ziektekosten bij CZ Zorgverzekeraar voor onze cliënten hebben afgesloten. Vanuit de minimamiddelen stellen we per verzekerde maandelijks een bijdrage in de premie beschikbaar. Eigen bijdragen, ten laste van verzekerden, zijn voor eigen rekening. Wanneer dit niet anders kan, bieden we, om bij te dragen aan goede gezondheid en gezond meedoen, maatwerk in de vorm van aanvullende bijzondere bijstand. We stemmen ons beleid af op de nieuwe gemeentelijke inkomensafhankelijke regeling voor chronisch zieken en gehandicapten in 2014. 4. Kinderen aan zet, extra aandacht voor participatie van kinderen We zien dat kinderen in arme gezinnen minder vaak meedoen aan sport- of cultuur activiteiten en vaker achterblijven in hun ontwikkeling op school30. In navolging van het regeerakkoord schenkt Breda extra aandacht aan kinderen die opgroeien in een gezin met een laag inkomen. Deze kinderen kunnen nu vooral gebruik maken van de sport- en cultuur aanbiedingen die zijn verbonden aan de BredaPas. In 2012 startte Breda al enkele nieuwe initiatieven. Zo werd een Weekendschool opgericht en wordt eveneens in 2012 onderzoek gedaan naar de oprichting van een Jeugdsportfonds en een Jeugdcultuurfonds. Via deze fondsen kunnen kinderen die opgroeien in bedoelde gezinnen deelnemen aan sport en cultuur. De inkomensgrens hiervoor is 110% van de bijstandsnorm. Ondersteuning wordt aangevraagd door intermediairs die de kinderen begeleiden.
We zetten in 2013 en 2014 in op:
a. (Onderzoek naar) Oprichten van een Jeugdsport-, Jeugdcultuurfonds en Bredaas Jeugdtalentenfonds. b. Realiseren van participatie van kinderen door projecten te ondersteunen en te financieren binnen daarvoor bestemde middelen. Breda is voornemens om een Bredaas jeugdtalentenfonds op te richten om talenten die door genoemde intermediairs worden ontdekt extra te ondersteunen. De fondsen starten, na gedegen haalbaarheidsonderzoek, naar verwachting vanaf medio 2013. Een deel van het voorziene budget van € 150.000,- per jaar, voor de komende twee jaar, zetten we in als eerste startkapitaal voor de fondsen. Daarna is het aan het bestuur van de fondsen om deze met donaties via wervingsacties te vullen. Het andere deel van het budget voor kinderen gebruiken we voor de Weekendschool en voor incidentele projecten die bijdragen aan onze doelstelling ‘Kinderen aan zet’.
30 SCP onderzoek: Kunnen alle kinderen meedoen, mei 2009
Werken@Breda Op weg naar werk
41
5. Voorlichting We hebben een verantwoordelijkheid om voorlichting te geven over onze eigen regelingen. Bovendien kan adequate informatie een mogelijk afglijden naar armoede mede voorkomen. Breda zet in op meer transparantie, betere toegankelijkheid en proactieve informatieoverdracht. Van onze partners verwachten we ditzelfde en waar mogelijk werken we met hen samen. Het ontsluiten van informatie via www.breda.nl sluit aan bij de tijdgeest en heeft onze voorkeur. De Gemeente Breda draagt zorg voor up-to-date informatie, het vermelden van juiste bedragen, rekentools en het tijdig plaatsen van nieuw beleid. We leveren een bijdrage aan de sociale kaart. We blijven in gesprek met onze partners in de stad.
Activiteiten in 2013 en 2014:
a. Een jaarlijkse netwerkbijeenkomst met maatschappelijke organisaties en ondernemers. b. (Verkennen) deelname aan sociale teams. c. (Verkennen) oprichting pool van voorlichtersnetwerk. d. Ontwikkeling voorlichtingsmodule. In de komende twee jaar organiseren we twee maal een netwerkbijeenkomst met als doel de maatschappelijke organisaties en ondernemers in de stad vooral met elkaar in gesprek te brengen (of laten). Met onze partners zoeken we naar een werkwijze om armoede te voorkomen. We vinden dat de regie om te komen tot een sluitend netwerk niet zozeer bij de gemeente ligt, maar dat alle maatschappelijk betrokken organisaties daarin een rol hebben. Dit betekent dat we elkaar regelmatig moeten opzoeken. De ervaringen die worden opgedaan binnen het (experimentele) Sociaal Team kunnen als voorbeeld dienen. Dit team is erop gericht kwetsbare mensen in de wijk te ondersteunen door de krachten in het netwerk van de cliënt en in wijk bij elkaar te brengen. We onderzoeken in 2013 en 2014 of de gemeente deel uit kan maken van dit Sociaal Team. Omdat we regelmatig verzoeken krijgen om voorlichting te geven over ons beleid bezien we de mogelijkheid om een ‘pool van voorlichters’ uit de gemeente op te richten. We zien die pool op termijn graag uitgebreid met uitkeringsgerechtigden die als vrijwilliger meedraaien. Uitkeringsgerechtigden kunnen als ervaringsdeskundigen wellicht net even iets meer vertellen. Verder ontwikkelen we een voorlichtingsmodule die onderdeel kan zijn van een re-integratieprogramma. 6. Samenhang met schuldhulpverlening Het hebben van schulden is een belemmerende factor voor het aanvaarden of behouden van werk. Schulden komen niet alleen. Schulden ontstaan vaak door andere problemen, die veelal van immateriële aard zijn31. Zo lijkt er een vicieuze cirkel te ontstaan, waar veel mensen in de bijstand of op de werkvloer mee te maken hebben. Daarom zetten we in op integrale schuldhulpverlening waarbij niet alleen aandacht is voor de financiële problematiek van een schuldenaar, maar ook voor eventuele daarmee samenhangende immateriële problematiek. Dit betekent ook dat we kijken naar de mogelijkheden om aan het werk te gaan of meer te gaan werken dan de huidige uren. Dit kan ook als verplichting gesteld worden om de slagingskans van het schuldhulp verleningstraject te vergroten. Inzet van armoedebeleid kan daarnaast ook bijdragen aan re-integratie.
31 Beleidsplan Schuldhulp@Breda, vastgesteld door gemeenteraad op 15 maart 2012
Werken@Breda Op weg naar werk
42
Naast het oplossen of stabiliseren van schulden zetten we in op preventie.
In relatie tot re-integratie noemen we hier de belangrijkste producten:
• Voorlichting op de werkvloer aan werkgevers en aan (potentiële) werknemers. • Budgetlessen aan werknemers en werkzoekenden. Het is belangrijk dat vooral de jongere jeugd zich bewust wordt van geld en goed omgaan met geld. Daarom zetten we in op voorlichtingen op scholen en werken we samen met de ROC’s aan een preventieprogramma voor en door jongeren. We werken op het terrein van schuldhulpverlening nauw samen met onze maatschappelijke organisaties en het Centrum voor Jeugd en Gezin Breda (voor jongeren) in de stad. Doel is een sluitend netwerk. Zie Bijlage 1 voor een overzicht van de activiteiten in 2013 en 2014 en hierbij horende resultaten en effecten.
Werken@Breda Op weg naar werk
43
6
Financieel Kader
6.1 Wat is de financiële ruimte voor de komende periode? Uitkeringsbudget (BUIG) De gemeente betaalt de bijstanduitkeringen uit de door het Rijk verstrekte middelen op grond van de wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorzieningen aan gemeenten (BUIG). De rijksoverheid verdeelt deze uitkeringsmiddelen volgens een objectief verdeelmodel over de gemeenten. Voor Breda is het voorlopige beschikbare rijksbudget voor uitkeringen in 2013 € 56,1 miljoen. Het voorlopige budget 2013 wordt gedurende het jaar nog bijgesteld. (Het voorlopige budget 2014 wordt pas bekend in september 2013). Naast het budget BUIG zijn er ook gemeentelijke middelen beschikbaar met name als gevolg van opbrengsten uit terugvorderingen en verhaal. Dit is jaarlijks een bedrag van circa € 1,4 miljoen. Participatiebudget De activiteiten die Breda ontplooit voor participatie en werk worden voor het grootste deel gefinancierd met rijksmiddelen. Het participatiebudget is een bundeling van de geldstromen die de gemeente ontvangt vanuit het Rijk voor re-integratie (Wwb), Inburgering (WI) en educatie (WEB) om te bevorderen dat mensen aan het werk blijven of gaan, via re-integratie, of naar vermogen meedoen in de maatschappij. Met de invoering van het participatiebudget staat het de gemeente vrij deze middelen voor re-integratie en inburgering naar eigen inzicht te verdelen. Als gevolg van de nieuwe Wet Inburgering, worden hiervoor vanaf 2014 geen rijksmiddelen meer ontvangen. Op het budget voor volwasseneneducatie rust de verplichting om in te kopen bij het Regionaal Opleidingen Centrum (ROC). De veranderingen in de sociale zekerheid gaan gepaard met omvangrijke bezuinigingen. De budgetten voor re-integratie nemen de komende jaren fors af. De afgelopen jaren is het totale landelijke re-integratiebudget in stappen al terugbracht van € 1.699 mln. in 2011 naar € 861 mln. in 2013. Voor de jaren daarna staat een verdere verlaging tot 736 mln. gepland. Tegelijkertijd voorziet het Centraal Plan Bureau dat het aantal bijstandsgerechtigden verder oploopt van 326.000 in 2011 naar 345.000 in 2012 en 370.000 in 2013. Beschikbaar participatiebudget In de periode vanaf 2011 tot en met 2015 daalt het Bredase participatiebudget met 52%. In onderstaand overzicht is nog geen rekening gehouden met de financiële consequenties van het regeerakkoord. Hierin is vermeld dat er een doelmatigheidskorting op de beschikbare re-integratiemiddelen wordt doorgevoerd. Voor Breda wordt een extra verlaging van het budget van € 400.000 in 2014 en € 600.000 in 2015 verwacht. We houden nu rekening met de volgende beschikbare bedragen: 2011
2012
2013*
2014*
2015*
Re-integratie
16.026
8.225
7.664
7.664
7.664
Inburgering
2.402
2.112
497
0
0
x € 1.000
Volwassenen-educatie Totaal
1.119
1.080
434
434
434
19.547
11.417
8.595
8.098
8.098
Werken@Breda Op weg naar werk
45
Sociale Werkvoorziening De gemeente is verantwoordelijk voor de realisatie van passende arbeidsplaatsen voor SW-ers. Het budget is specifiek beschikbaar voor de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening. In onderstaand overzicht is nog geen rekening gehouden met de financiële consequenties van het regeerakkoord. Hierin is o.a. vermeld dat er een efficiencykorting op het budget van de sociale werkvoorziening wordt toegepast,gespreid over zes jaar. Voor Breda wordt een extra verlaging van het Wsw budget verwacht van € 200.000 in 2014 en € 500.000 in 2015. We houden nu rekening met de volgende beschikbare bedragen: x € 1.000 Wsw budget
2011
2012
2013 *
2014 *
2015*
28.147
26.639
27.418
27.418
27.418
* Het budget voor 2013, 2014 en 2015 zijn indicatieve bedragen
Armoedebeleid In 2013 en 2014 zetten we het budget voor armoedebestrijding vooral in op het vergoeden van de daadwerkelijke noodzakelijke bijzondere kosten die een cliënt maakt en voor participatie met de BredaPas. De mogelijkheden hiervoor worden door het Regeerakkoord vanaf 2014 verruimd. Vanaf 2014 is er naar verwachting voor Breda € 800.000 extra beschikbaar en vanaf 2015 € 1 miljoen structureel. Verder zetten we het budget in voor cursussen en voorlichting. Breda kan deze kosten opvangen binnen de reguliere begroting voor het armoedebeleid. Daarnaast zijn per 2013 structureel extra middelen aan het Gemeentefonds toegevoegd voor de verruiming van het kwijtscheldingsbeleid ten behoeve van zelfstandigen zonder personeel. We houden nu rekening met de volgende beschikbare bedragen voor bijzondere bijstand en de BredaPas, zonder rekening te houden met de extra middelen in het regeerakkoord. x € 1.000
2011
2012
2013
2014
2015
Bijzondere Bijstand
4.660
3.968
3.968
3.968
3.968
BredaPas Totaal
499
439
439
439
439
5.159
4.407
4.407
4.407
4.407
Voor Kinderen aan zet (participatie van kinderen) is in 2013 en 2014 per jaar € 150.000 beschikbaar.
6.2 Keuzes en financiële consequenties De afgelopen jaren hebben we veel maatregelen genomen om te anticiperen op de daling van het participatiebudget. Veel keuzes zijn reeds verwerkt in het beleidskader ‘Meedoen@Breda’: o.a. geen inkoop meer van dure lange re-integratiecontracten, maar als gemeente meer zelf doen. Ook door beëindiging van de huidige vorm van gesubsidieerde arbeid zijn de uitgaven van het participatiebudget in de komende jaren substantieel verlaagd. Onderstaand treft u de keuzes en financiële consequenties van deze nota aan: • Op verzoek van de gemeenteraad reserveren we in 2013 € 300.000 voor innovatie. Dit om invulling te geven aan het verzoek van de gemeenteraad om te komen tot een innovatieve Re-integratieproeftuin met lef (motie re-integratie met innovatie, lef en creativiteit). Dit bij voorkeur vormgegeven met en door de doelgroep.
Werken@Breda Op weg naar werk
46
• We reserveren in het bestedingsplan middelen (flexibelbudget) om in te kunnen spelen op ontwikkelingen, aanpassingen van rijksbeleid (Participatiewet) en effecten van de conjunctuur. • Bij de inzet van onze re-integratiemiddelen (participatiebudget) is de focus gericht op (regulier) werk. Alle cliënten met een korte en grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben een klantmanager. We kunnen alleen niet voor iedereen instrumenten en trajecten inzetten. Re-integratie-instrumenten worden hoofdzakelijk ingezet voor de meer kansrijke doelgroep; mensen met een relatief kleine afstand tot de arbeidsmarkt. • We investeren nog steeds in de activering/ participatie van personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt en bieden zorg vanuit collectieve voorzieningen/organisaties. Financiering hiervan geschiedt in principe vanuit andere middelen (AWBZ, Wmo, subsidies) dan het participatiebudget. Het participatiebudget is niet bestemd om stedelijke voorzieningen, organisaties en projecten in stand te houden. • De premie voor participatieplaatsen wordt beëindigd. Met de toepassing van het adagium Iedereen doet iets, ieder kan iets wordt van iedereen een tegenprestatie verwacht, dus het past niet om alleen personen met een participatieplaats te belonen. • De Baan Bonus is een bonus voor werkgevers die werkzoekenden, die minimaal zes maanden een gemeentelijke uitkering ontvangen, een arbeidsovereenkomst aanbieden voor de duur van zes maanden of één jaar. Deze doelgroep werkzoekenden wijzigt in: een werkzoekende, die minimaal 12 maanden een gemeentelijke uitkering ontvangt. Bovendien wordt een subsidieplafond van € 750.000 voor 2013 en € 600.000 voor 2014 ingevoerd. • De middelen uit het participatiebudget voor volwasseneneducatie worden volgens onderstaande prioriteitsvolgorde ingezet: 1 Mensen met een (Wwb-)uitkering die kunnen/moeten werken. 2 Mensen met een (grote) afstand tot de arbeidsmarkt die kunnen/ moeten werken zonder uitkering.
3 Mensen met een baan (met en zonder ondersteuning) die een kwetsbare positie hebben op de arbeidsmarkt.
• We houden in 2013 en 2014 vast aan de maatregelen die met ingang van 2011 op het armoedebeleid zijn ingevoerd. We handhaven ons uitgangspunt dat werk de beste remedie is om uit de armoedesituatie te komen. Onze armoedebeleid heeft daarom een activerend karakter; het houdt mensen niet langer in de armoedesituatie dan nodig. Met ons armoedebeleid ondersteunen we alleen de meest kwetsbare groep. We vinden het belangrijk dat deze groep financieel zelfredzaam wordt. In 2013 en 2014 leggen we de focus op het bevorderen van financiële zelfredzaamheid en het verhogen van het maandelijks inkomen door voorlichtingen en cursussen. We kunnen dit doen binnen de reguliere en extra middelen vanuit het regeerakkoord.
Zie Bijlage 5 voor het bestedingsplan participatiebudget 2012-2014
Werken@Breda Op weg naar werk
47
Werken@Breda Op weg naar werk
48
Overzicht activiteiten, resultaten en effecten
B1
Kernresultaten: • In 2013 een structurele vermindering van het aantal mensen met een gemeentelijke uitkering (Wwb) met 110 personen. In 2014 0% stijging van het aantal mensen met een gemeentelijke uitkering* . • Verhoging van het aantal zorg- en sociale activeringswerkplekken ten behoeve van mensen met een gemeentelijke uitkering (Wwb) naar 300 in 2013 en 350 in 2014. • 20% van de cliënten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt (geen perspectief) verbeterd zijn uitgangspositie voor participatie. • 3 klanttevredenheidsonderzoeken : twee onder werkzoekenden (2013 en 2014) en één onder werkgevers (eind 2014). * In het regeerakkoord is aangekondigd dat de duur van onder andere de WW-uitkering wordt verkort en de opbouw van WW-rechten aanzienlijk wordt gewijzigd. Als gevolg hiervan wordt een stijging van het bijstandsaanvragen verwacht per 1 januari 2014. Handhaving van het aantal mensen met een gemeentelijke uitkering (Wwb) in 2014 op het niveau van 2013 is een enorme opgave.
Werken@Breda Op weg naar werk
49
Actielijn 1 Talentontwikkeling Activiteiten
Doelgroep
Resultaten
Effect
Sprintbemiddeling
Werkzoekenden vanaf trede
2013/2014
Sollicitatievaardigheden van werkzoekende zijn
1400 op de participatieladder en
• 9 00 trajecten sprintbemiddeling
ontwikkeld/ onderhouden. Werkzoekende zijn
hoger
terugbegeleid naar de arbeidsmarkt
Intensivering leren
Werkzoekenden vanaf trede 1400
2013/2014
Werknemersvaardigheden zijn door een combinatie
en werken
op de participatieladder en hoger
• 700 trajecten uitstroomprogramma
van leren en werken ontwikkeld/onderhouden.
• 225 structurele leerwerkplekken binnen de
Werkzoekenden zijn arbeidsfit en klaar voor de
ATEA- groep
arbeidsmarkt.
• 100 Structurele leerwerkplekken bij reguliere werkgevers Scholing
Bredanaars/cliënten
2013 • 80 trajecten Nederlandse taal • 90 alfabetiseringstrajecten Nederlandse taal • 67 inburgeringstrajecten 2014 • 80 trajecten Nederlandse taal
• Werkzoekenden beheersen de basisvaardigheden Nederlandse taal en rekenen voldoende. • Indien nodig zijn werkzoekenden (kortdurend) vakgericht geschoold. • Verplichte inburgeraars zijn voldoende ingeburgerd in de maatschappij.
• 90 alfabetiseringstrajecten Nederlandse taal • 67 inburgeringstrajecten Stimuleren
Werkzoekenden vanaf trede
2013/2014
zelfstandig
1400 op de participatieladder en
• Meer mensen starten als zelfstandig
ondernemerschap
hoger
ondernemer • 250 huisvestingsplaatsen in wijken voor kleinschalige/ startende ondernemers • In 2013 gaan we de mogelijkheden en
• Aanpak
voorbereid op hun zelfstandig ondernemerschap. • Meer startende/kleinschalige ondernemers hebben huisvesting in wijken. • Inzicht in de mogelijkheden/consequenties van ondernemen naar vermogen en afhankelijk van het
consequenties onderzoeken van “ondernemen
onderzoek een besluit nemen of het wel/niet
naar vermogen” (scharrelondernemingen)
stimuleren en faciliteren hiervan.
2013
Jongeren
• Startende ondernemers zijn goed begeleid/
kwetsbare
• Samenwerkingsafspraken met onderwijs,
jongeren
UWV en MEE, over de benadering van
Bijdrage aan een sluitende aanpak voor jongeren
werkgevers en het realiseren van (extra) stageplaatsen, leerwerkplekken en/of leerbanen (150 leerbanen) • Uitvoering en evaluatie pilot CJG-er Stimuleren van
Werkzoekende vanaf trede 1400
2013/2014
deeltijdwerken en
op de participatieladder en hoger
• Cliënten werken meer uren, eventueel in
Bredanaars
2013
Minder hulpverleners in één gezin. Beter resultaat voor
• Start pilot één gezin, één plan
de burger.
combinatiebanen Multiproblematiek
Stijging arbeidsparticipatie
gecombineerde banen.
2014 • één werkwijze/methode aanpak één gezin, één plan. Tegenprestatie
Cliënten
2013
De uitgevoerde pilot geeft inzicht in hoe de
• pilot ‘tegenprestatie’
tegenprestatie in de praktijk kan worden uitgevoerd en
• 100 cliënten voeren een tegenprestatie naar
welke randvoorwaarden nodig zijn, zodat een
vermogen uit
standaard methodiek is ontwikkeld.
2014 • 100 cliënten voeren een tegenprestatie naar vermogen uit Maatschappelijk
Cliënten
nuttige activiteiten
2013
Meer cliënten participeren naar vermogen en leveren
• 300 zorg- en sociale activeringsplekken
een bijdrage aan de stad.
• integreren pilot verbindingsatelier in
Vanuit één coördinatiepunt worden zorg- en
reguliere dienstverlening • ontwikkelen coördinatiepunt zorg- en activeringsplekken
activeringsplekken geacquireerd en werkzoekenden geplaatst om hun afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen.
2014 • 350 zorg- en sociale activeringsplekken 2013/2014
Onze stimulerende maatregelen geven extra duwtje in
instrumenten en
• handhaven Uitstroombonus
de rug om volledig bijstandsonafhankelijk te worden
maatregelen
• handhaven PRB
(en blijven).
Stimulerende
Werkzoekenden
• handhaven stimuleringsmaatregelen vanuit het armoedebeleid Werken@Breda Op weg naar werk
50
Actielijn 2 Werkgeversbenadering Activiteiten
Doelgroep
Resultaten
Effect
Sectorale, vraaggerichte
Werkgevers
2013
• D e relaties met bedrijven in Breda zijn goed
• samen met het onderwijs en ondernemers
• Voldoende aansluiting tussen de vraag en het
en gecoördineerd werkgeversbenadering
realiseren van 150 leerwerkbanen *met vijf bedrijven sluiten we een convenant
aanbod op de arbeidsmarkt in Breda en haar regio. • G oede werkgeversdienstverlening, waarbij wordt
met afspraken over (leerwerk) banen, in
ingezet op innovatieve vormen van werkgeversbe-
combinatie met onderwijs en kennisinstellingen
nadering.
• uitwerking één contactpersoon per ondernemer • uitwerking regionale werkgeversdienst verlening 2013/2014 • samen met werkgeversorganisaties en onderwijs organiseren van bedrijfsbezoeken in kanssectoren • 4x per jaar Vacaturecafé XXL en ontwikkelen van innovatieve vormen van werkgeversbenadering • uitbreiding werkgebied werkgeversbenadering naar België 2013
Met een pakket aan instrumenten ontzorgen we en
stimuleren van
• uitvoeren pilot ‘no risk-polis’
stimuleren we werkgevers waardoor zij meer mensen
werkgevers
• wijziging regeling Baan Bonus Breda
vanuit een uitkeringssituatie in dienst nemen en in
• Evaluatie Baan Bonus Breda
dienst houden.
Ontzorgen en
Werkgevers en werkzoekenden
• verkenning methodiek loonwaardebepaling • folder voor werkgevers 2013/2014 • proefplaatsingen met behoud van uitkering en detachering/Sociaal Uitzendbureau • nazorg voor werkgevers • Inzet Baan Bonus Breda Social return bij inkoop
Werkgevers, maatschappelijke
2013/2014
Meer mensen hebben een baan, een activeringsplek of
en subsidies
organisaties en cliënten
• verder uitwerken en uitbreiden van social
stageplaats door toepassing van social return.
return • invulling sociaal werkgeverschap Investeren in
2013/2014
Werkgevers
Nieuwe banen worden gegenereerd .
• afspraken met drie nieuw te vestigen
werkgelegenheid: acquisitie
bedrijven over inzet van leerwerkbanen • verkenning koppeling acquisitiebeleid aan re-integratiebeleid
Ondersteuning inj
Werkgevers
HRM-beleid bij werkgevers
2013/2014
Uitgaande van de vraag van de werkgevers worden zij
• ondersteunen van werkgevers in
ondersteund in HRM-vraagstukken.
HRM-vraagstukken • inzet van instrument jobcarving
Publieke Private
Werkgevers
samenwerking
2013/2014
Door de afspraken in de publiek private sfeer worden
• afspraken met uitzendorganisaties over het
meer uitkeringsgerechtigden naar een baan begeleid.
plaatsen en bemiddelen van uitkerings gerechtigden. Van werk naar werk begeleiden
Werkgevers en Werkzoekenden
2013
Als gevolg van gebruik van het ACE-netwerk worden
• verkennen van mogelijkheden van
meer mensen van werk naar werk begeleid en wordt
ACE-netwerk om werkzoekenden te
werkloosheid voorkomen.
matchen aan een baan.
Werken@Breda Op weg naar werk
51
Actielijn 3 Handhaving Activiteiten
Doelgroep
Resultaten
Effect
Handhaven aan de
Medewerkers (klantmanagers)
2013/2014
Handhaving maakt integraal onderdeel uit van
• verhoogde fraudealertheid bij medewerkers
effectieve uitvoering van re-integratie en medewerkers
poort
(klantmanagers) • extra voorlichting aan medewerkers en deskundigheidsbevordering van
moeten toegerust worden op het kunnen handhaven en zich bewust zijn van mogelijke fraude of niet naleving van regels.
medewerkers (klantmanagers) Strikte toepassing
Medewerkers (klantmanagers)
maatregelbeleid
2013/2014 • altijd repressief handhaven wanneer iemand zich niet aan de regels houdt • altijd preventief handhaven om naleving van regels te bevorderen en overtreding van
• Strikte toepassing van maatregelbeleid beïnvloedt re-integratie positief. • Lik-op-stuk-beleid is nodig om re-integratie en activering te bevorderen om uitstroom uit de bijstand te realiseren.
regels te voorkomen Extra (thema) onderzoeken
Medewerkers (klantmanagers)
2013/2014
Extra onderzoek naar fraude om uitkeringen te
• vier onderzoeken
beëindigen en zo toe te komen aan core business: mensen naar werk te begeleiden.
Werken@Breda Op weg naar werk
52
Actielijn 4 Activerend armoedebeleid Activiteiten
Doelgroep
Resultaten
Effect
Van kwetsbaar naar
Huishoudens die langdurig zijn
2013
Huishoudens die eerder structureel beroep moesten doen
weerbaar
aangewezen op een uitkering/
• uitbreiden zelfredzaamheidsmatrix met
op de minimaregelingen van de Gemeente Breda hoeven
minimaregelingen
onderdeel over geld • het leren omgaan met geld vast onderdeel van re-integratietrajecten • het leren aanvragen van inkomensondersteu-
dit niet meer te doen om dat zij beter met geld kunnen omgaan en weten hoe zij aanspraak moeten maken op inkomensondersteunende maatregelen; kortom meer financieel zelfredzaam zijn geworden.
nende maatregelen vast onderdeel van re-integratietrajecten • het voeren van 25 budgetadviesgesprekken (bij voorkeur in groepsverband) • het opleiden van minimaal 5 uitkerings gerechtigden als budgetcoach 2014 • het voeren van minimaal 25 budgetadviesgesprekken (bij voorkeur in groepsverband) • het opleiden van minimaal 5 uitkerings gerechtigden als budgetcoach Meer geld in de
Huishoudens die langdurig zijn
2013/2014
knip
aangewezen op een uitkering/
• het onderzoeken van verruiming kwijtschel-
minimaregelingen
dingsbeleid voor zelfstandigen zonder personeel • het bevorderen van woonlastenverlaging
• D oor verhoging van het maandelijkse inkomen ontstaat meer bestedingsruimte en is reserveren mogelijk. • D e BredaPas is uitgebreid met voordeel voor de houders.
• het bevorderen van verlaging kosten van vervoer • het verkrijgen van inzicht in verzekeringen • het realiseren van meer voordeel met de Bredapas Gezond meedoen
Huishoudens die langdurig zijn
2013
aangewezen op een uitkering/
• pilot Gezond meedoen
minimaregelingen
• collectieve ziektekostenverzekering voor minima 2014 • collectieve ziektekostenverzekering voor minima
• D eelnemers aan de pilot Gezond meedoen werken aan hun gezondheid door specifieke aandacht voor voeding en bewegen waardoor zij in staat zijn te participeren. • Voor minima met een inkomen tot 110% van de bijstandsnorm blijft het afsluiten van een collectieve ziektekostenverzekering voor minima mogelijk.
Kinderen aan zet
Kinderen die opgroeien in een
2013
Kinderen die opgroeien in een gezin met een laag
huishouden met een inkomen tot
• (onderzoek naar) oprichten Jeugdsportfonds
inkomen participeren meer door extra aanbod.
110% van de bijstandsnorm.
• (onderzoek naar) oprichten Jeugdcultuurfonds • (onderzoek naar) oprichten Jeugdtalentenfonds • incidentele acties voor kinderen 2014 • incidentele acties voor kinderen
Voorlichting
Huishoudens met een minimum
2013
Met adequate informatie over minimaregelingen
inkomen en maatschappelijke
• netwerkbijeenkomst
aan burgers en maatschappelijke organisaties wordt
organisaties.
• (verkennen) deelname aan sociale teams
armoede bestreden en voorkomen.
• (verkennen) oprichten pool voorlichtersnetwerk • ontwikkeling voorlichtingsmodule 2014 • netwerkbijeenkomst • (verkennen) deelname aan sociale teams Samenhang met
Huishoudens met een laag
2013/2014
Door schuldenproblematiek integraal aan te pakken
schuldhulpverlening
inkomen met (dreigende)
• integrale schuldhulpverlening met aandacht
worden belemmeringen weggenomen om te participeren;
schuldenproblematiek.
voor re-integratie
voorlichting draagt daaraan bij.
• voorlichting op de werkvloer aan werkgevers en (potentiële) werknemers • budgetlessen aan werknemers en werkzoekenden
Overig
2013/2014
Ingezette instrumenten en activiteiten worden beoordeeld
meten van
• verbeteren van de registratie en meer meten
op effectiviteit. Tijdig bijsturen is mogelijk vanwege een
effectiviteit
van de effectiviteit van re-integratietrajecten/
Registratie en
Management/Beleid
correcte registratie en meting van de effectiviteit.
instrumenten
Werken@Breda Op weg naar werk
53
Beschrijving van de Bredase participatieladder
B2
2100 Regulier werk / duurzaam uitgestroomd De klant is al langer dan 1 tot 6 maanden regulier aan het werk (zie trede 2000). 2000 Regulier Werk <1 tot 6 maanden met nazorg De klant is regulier aan het werk. Er wordt nazorg geboden van 1 maand (standaard bij reguliere uitstroom in verband met proeftijd) tot 6 maanden (bij plaatsing via re-integratiebureau). 1900 Werk met subsidie De klant is aan het werk en heeft een arbeidsovereenkomst en werkgever ontvangt een vorm van subsidie van de gemeente (Baan Bonus / LKS / Werkcenter). Er wordt nazorg geboden van 6 maanden. 1800 BBL met subsidie De klant volgt een BBL-traject, de werkgever ontvangt subsidie van de gemeente. 1700 Regulier werk naar vermogen, aanvullende uitkering De klant werkt parttime, heeft aanvullende uitkering nodig, maar kan momenteel aantoonbaar niet meer uren werken. 1600 Klaar om te werken / bemiddelingsrijp De klant is klaar voor de arbeidsmarkt en kan bemiddeld worden. Mogelijk werkt hij/zij al parttime maar is urenuitbreiding nodig. 1500 Aanbodversterking / scholing De klant heeft een kleine afstand tot de arbeidsmarkt en maakt gebruik van een aangeboden voorziening gericht op arbeidsinschakeling, maar heeft nog meer bagage nodig in de vorm van scholing of training (bijv. taalonderwijs). 1400 Voortraject arbeidsinschakeling De klant is nog niet in staat regulier werk te verrichten door beperkingen of ontbreken van basale arbeidsvaardigheden. Om tot arbeidsinschakeling te komen, dient de klant eerst zijn/ haar sociale vaardigheden te verbeteren. Het gaat dan bijvoorbeeld om het accepteren van gezag, er verzorgd uitzien, of het opdoen van arbeidsritme. Arbeidsinschakeling Participatie 1300 Maatschappelijk nuttige werkzaamheden De klant verricht onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden. 1200 Deelname georganiseerde activiteiten De klant neemt minimaal één keer per week deel aan activiteiten in georganiseerd verband zoals een vereniging/buurthuis/opleiding, waarbij hij of zij in fysiek contact komt met anderen.
Werken@Breda Op weg naar werk
54
1100 Sociale contacten buiten de deur De klant heeft minmaal één keer per week fysiek contact met mensen die geen huisgenoten zijn, deze contacten zijn niet in een georganiseerd verband en beperken zich niet alleen tot functioneel contact met winkelpersoneel, hulpverleners et cetera. 1000 Sociaal isolement De klant heeft niet of nauwelijks sociale contacten, contacten buitenshuis beperken zich tot functionele contacten.
Werken@Breda Op weg naar werk
55
B3
ATEA-groep
Per 18 april 2012 is de ATEA-Groep gevormd en per 1 oktober gezamenlijk gehuisvest. ATEA staat voor Activering, Training en Arbeidsbemiddeling en is een samenvoeging van BSW Bedrijven en een deel van de voormalige directie Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Gemeente Breda. Organogram ATEA- groep
Stichting Werk aan de Wijk
Algemeen Directeur
Neovita B.V.
Staf
Arbeidsbemiddelingsbedrijf
Zorg- en Activeringsbedrijf
C.Z. en Arbeidstoeleiding
BSW Leer- en Werkbedrijven
Vindingrijk
Dienstverlening Binnen de ATEA-groep is de expertise om mensen zonder werk weer een plek te geven op de arbeidsmarkt gebundeld en is zij maximaal toegerust om in te spelen op nieuwe wetgeving waarbij de hele keten ‘van AWBZ tot regulier werk’ wordt overzien en ontwikkeld. Het Leerwerkbedrijf realiseert dit onder meer door werkzoekenden, naast directe bemiddeling naar regulier werk, gericht in te schakelen bij zowel gemeentelijke als reguliere arbeidsprocessen. Waar nodig wordt daarbij samengewerkt met lokale en regionale partners. De ATEA-groep voorkomt maatschappelijke uitsluiting van mensen, in met name zorg- en sociale activeringssituaties, door verhoging van de maatschappelijke- en arbeidsparticipatie. Dit gebeurt door het vergroten van het probleemoplossend vermogen van mensen en door bemiddeling bij het vinden van activeringsplaatsen met een maatschappelijke of economische bijdrage. Ook realiseert de ATEA-groep verschillende taken in het kader van de Wmo/AWBZ, waaronder de uitvoering van dagbestedingprojecten en wijkparticipatieprojecten, inclusief de volledige uitvoering van de Alphacheque. In 2013 en 2014 gaan we het Leerwerkbedrijf verder ontwikkelen en streven we ernaar om de infrastructuur en dienstverlening ook voor de werkzoekenden van de gemeenten uit de regio West-Brabant en het UWV WERKbedrijf in te zetten.
Werken@Breda Op weg naar werk
56
Trajecten en instrumenten
B4
In deze bijlage worden de trajecten en beschikbare instrumenten voor re-integratie beschreven. Om te bepalen welke dienstverlening het beste kan worden ingezet voor een werkzoekende, voeren we een intakegesprek. Op basis van dit gesprek stellen we een diagnose van de mogelijkheden van de persoon en de beïnvloedbare factoren waarop de inzet van één van onze activiteiten zich moet richten. Hierbij maken we gebruik van de zelfredzaamheidsmatrix. Aan de hand van de diagnose, delen we de werkzoekende in op de participatieladder. Daarna stellen we samen met de werkzoekende een uitstroomplan of activeringsplan op. Maatwerk staat hierbij voorop en er is een ruime keuze uit interne en externe trajecten en/of activiteiten. Voor mensen met een redelijke afstand (met perspectief) tot de arbeidsmarkt (participatietrede 1400 en hoger) met aanpak gericht op werk worden de volgende (interne) trajecten ingezet: Sprintbemiddeling Na de eerste Wwb-intake wordt de werkzoekende, indien bemiddelbaar, doorgeleid naar de ‘sprintbemiddeling’. Tijdens deze sprintbemiddelingsfase wordt er alles aan gedaan om de werkzoekende direct te laten uitstromen. Sprintbemiddeling wordt voor zowel jongeren tijdens de zoekperiode van vier weken ingezet als voor de groep werkzoekenden vanaf 27 jaar. Sprintbemiddeling duurt maximaal 4 weken en bestaat o.a. uit: CV maken, sollicitatiebrief schrijven, sollicitatiegesprek voorbereiden, competenties in beeld brengen, logboek bijhouden, oriëntatie op de arbeidsmarkt, directe bemiddeling. Dit zowel groepsgewijs als individueel. Uitstroomprogramma Om werkzoekenden te ondersteunen en begeleiden naar werk heeft de ATEA-groep het uitstroomprogramma ontwikkeld. Tijdens het uitstroomprogramma worden werkzoekenden begeleid in hun zoektocht naar een baan. Er worden voor hen workshops georganiseerd en zij nemen deel aan het vacaturecafé waar zij actief solliciteren. Daarnaast zijn er bijvoorbeeld bedrijfsrondleidingen en speedmeets met werkgevers. Veel deelnemers van het uitstroom programma hebben in deze fase ook maximaal drie dagen per week een leerwerkplek om in het werkritme te komen en/of te blijven. De tijdsbesteding bij volledige deelname is als volgt: 6 dagdelen leerwerken, 1 dagdeel workshop, 1 dagdeel vacaturecafé. De aanpak in het uitstroomprogramma, sprintbemiddeling, de vacaturecafés en de workshops gebeurt groepsgewijs en deels individueel. Vacaturecafé In het vacaturecafé komt o.a onderstaande aan de orde: • Vacatures zoeken, vacatureanalyse en het vergroten van kennis van de arbeidsmarkt. • Sollicitatiebrieven schrijven, sollicitatiegesprekken en elevator pitch oefenen. • Contacten leggen met werkgevers via internet en/of telefoon. • Gemaakte opdrachten en afspraken, maar ook door de klant zelf ingebrachte onderwerpen/ ideeën/voordrachten bespreken en/of er uitvoering aan geven. Workshops In de activerende workshops kunnen verschillende thema’s aan de orde komen (zoals houding en gedrag, motivatie, zelfinzicht) en wordt bijvoorbeeld gewerkt met rollenspellen.
Werken@Breda Op weg naar werk
57
Leerwerkplekken Binnen het leerwerkbedrijf zijn verschillende werkplekken beschikbaar die kunnen helpen om een betere aansluiting tot de arbeidsmarkt te vinden. Er zijn werkplekken op verschillende vakgebieden, zoals groenvoorziening, schoonmaak, industrie, catering, schilderwerk en logistiek. De klantmanager kijkt samen met de klant welke werkplek het beste aansluit. Taaltraining Aan mensen met een taalbelemmering wordt binnen het leerwerktraject wekelijkse taaltraining aangeboden. Dit in combinatie met werkervaring opdoen op de leerwerkplek. Voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt (geen perspectief), maar die wel in staat zijn iets te doen wordt een aanpak gericht op activering ingezet. Sociale activeringstrajecten/maatschappelijk nuttig werk Deze activiteiten variëren van sociale activering en het verrichten van maatschappelijk nuttig werk tot het uitvoeren van arbeid onder specifieke aangepaste omstandigheden. We ontwikkelen nieuwe activeringsmethodieken, waarvan één geslaagd voorbeeld de pilot Verbindingsatelier is. Deze pilot hebben we uitgevoerd in 2012. Binnen de pilot is gewerkt aan een methodiek om mensen met een grote, al dan niet overbrugbare, afstand tot de arbeidsmarkt te activeren. De methodiek is gebaseerd op 3 pijlers: het verbinden met de stad, met je omgeving, het creëren van een netwerk, het letterlijk in beweging komen; aandacht voor vitaliteit, zowel fysiek, financieel als huishoudelijk het stellen van een doel: focus. Inkoop re-integratietrajecten We voeren niet alle re-integratie zelf uit. We kopen ook specifieke expertise in. Het gaat in 2013 om de volgende inkooptrajecten: • Tools To Work (sociale activering) • Teamplay@NAC (begeleiding en bemiddeling) • UWV (medische en psychische belastbaarheidkeuring/advisering) • Motivity (begeleiding startende ondernemers) In 2013 wordt besloten welke trajecten worden ingekocht in 2014. Naast bovengenoemde contracten kunnen we ook andere diensten/scholing inkopen. Hierbij houden we rekening met de (gemeentelijke) inkoopregelgeving. Ook het instrument PRB kan ingezet worden. Ter bevordering van de participatie van burgers/cliënten worden hiernaast diverse subsidies toegekend. Stichting Werk aan de wijk ontvangt voor de uitvoering van trajecten een subsidie vanuit beleidskader ‘Burgerkracht, wijkontwikkeling 3.0’.
Werken@Breda Op weg naar werk
58
Re-integratieinstrumenten De gemeente zet diverse re-integratievoorzieningen in gericht op arbeidsinschakeling, zoals: • Scholing. • Tijdelijke loonkostensubsidie voor werkgevers gericht op re-integratie ( Baan Bonus). • Persoonsgebonden Re-integratie Budget (PRB). Een werkzoekende stelt onder voorwaarden zijn/haar eigen trajectplan op over zijn/haar traject naar werk. Het budget is maximaal € 5.000 er kan worden ingezet voor scholing, inkoop van een re-integratietraject of onderdelen hiervan. • Werkstages. • Premie voor werkgevers bij doorstroom van gesubsidieerd werk naar regulier werk. • Premies aan werknemers/uitkeringsgerechtigden (Waaronder de Uitstroombonus). • Overige vergoedingen:
- Reiskosten
- Kinderopvang
- Kosten voor een vervangende voorziening van mantelzorg
- Sollicitatiekosten
• Schuldhulpverlening.
Werken@Breda Op weg naar werk
59
Bestedingsplan participatiebudget 2012-2014
B5
2012
2013
2014
Interne kosten / leerwerk- /participatietrajecten
3.560.000
5.290.000
5.290.000
Externe contracten; gespecialiseerde inhuur
3.230.000
500.000
500.000
Flexbudget**
0
200.000
700.000
715.000
138.000
0
1.130.000
236.000
0
Uitstroombonus werknemers
125.000
125.000
125.000
Baan Bonus Breda
480.000
750.000
600.000
Ondersteunende regelingen/kosten
430.000
450.000
450.000
370.000
300.000
150.000
Loonkostensubsidie vangnetbanen Kosten WIW-banen
(reiskosten, scholing, kinderopvang PRB) Overloop contracten voorgaande jaren Handhaving Volwasseneneducatie Inburgering Totaal begrote uitgaven Beschikbaar P Budget
0
70.000
70.000
1.080.000
434.000
434.000
780.000
377.000
100.000
11.900.000
8.870.000
8.419.000
11.417.000
8.595.000*
1.700.000
1.217.000
942.000
Totaal beschikbaar
13.117.000
9.812.000
9.040.000
Nieuw saldo meeneemregeling einde
1.217.000
942.000
621.000*
Meeneemregeling voorgaand jaar
8.098.000
* Bovenstaand bestedingsplan is onder voorbehoud. De aanpassingen van rijksbeleid, effecten van de conjunctuur kunnen nog wijzigingen met zich mee brengen. Als gevolg van het regeerakkoord is de verwachting dat het participatiebudget (exclusief budget Wsw) voor 2014 met € 400.000 zal dalen en voor 2015 met € 600.000. In bovenstaand overzicht is hier nog geen rekening mee gehouden. ** Bedrag is gereserveerd om in te spelen op ontwikkelingen, aanpassingen van rijksbeleid (Participatiewet) en effecten van de conjunctuur.
Naast bovenstaand bestedingsplan is op verzoek van de gemeenteraad (motie) in 2013 een bedrag van € 300.000 gereserveerd voor innovatie. Dit om invulling te geven aan het verzoek van de gemeenteraad om te komen tot een innovatieve Re-integratieproeftuin met lef. Dit bij voorkeur vormgegeven met en door de doelgroep. Dit “innovatiebudget” zal in 2013 gefinancierd worden vanuit de reserve van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Werken@Breda Op weg naar werk
60
B6 Overzicht gesubsidieerde maatschappelijke activiteiten
Op www.breda.nl/subsidieloket verschijnt het overzicht gesubsidieerde activiteiten 2013. Hierbij wordt inzicht gegeven in de subsidietoekenningen per beleidsdoel en per aanvrager.
Werken@Breda Op weg naar werk
61
Woord van dank
B7
Deze nota is opgesteld in nauwe samenwerking met collega’s van de volgende organisatie onderdelen van de Gemeente Breda: Directie Ontwikkeling, Directie Dienstverlening, Directie Beheer, Concernstaf en de ATEA-groep. Bijzondere dank gaat uit naar diverse maatschappelijke organisaties, Cliëntenraad De Brug Breda, Commissie Sociale Zekerheid, Onderwijs, UWV en een vertegenwoordiging van Ondernemers/werkgevers. We danken hen voor diverse brainstormgesprekken en/of (inhoudelijke) bijdrage. Deze nota is slechts het begin. Samen met ieder die tot nu toe werd betrokken en zoveel mogelijk organisaties en bedrijven die hun bijdrage kunnen leveren voeren we in Breda de komende jaren een actief participatiebeleid uit. Om inzichtelijk te maken hoeveel betrokkenheid er is, volgt hier een overzicht van alle gesprekken en/of bijdragen die zijn geleverd voor de totstandkoming van deze nota. In alfabetische volgorde: Bibliotheek Breda, mevrouw L. Knobel BZW, de heer J. de Lange BZW, de heer R. Mens BZW, de heer R. Pastoor BZW, de heer F. Bleumer BZW, mevrouw G. Boldewijn-Baal Cliëntenraad De Brug Breda, met extra dank aan de voorzitter de heer E. Langer Commissie Sociale Zekerheid, met extra dank aan de voorzitter de heer M. Wildeboer GGZ Breburg, mevrouw G. Linssen GGZ Breburg, de heer F. Martens IMW Breda, de heer A. van der Avert IMW Breda, de heer J. Berkhout INOS, Liduinaschool, de heer Ilmer MEE West-Brabant, de heer H. Walter ROC West-Brabant, de heer B. Bos ROC West-Brabant, Praktijkschool Breda, de heer J. Badura Stichting Sterk in Werk, de heer H. de Rooij Straatraad, de heer K. Burger UWV, de heer W. Erkelens UWV, de heer N. Iversen UWV, de heer J. de Roode UWV, mevrouw D. Roos UWV, mevrouw R. van Bijnen UWV, de heer A. van Schaik UWV, de heer M. van Keppel UWV, mevrouw N. Willemsen WIJ Breda, de heer J. Beckers
Werken@Breda Op weg naar werk
62
Lijst met afkortingen
B8
ACE-netwerk
Netwerk van Stichting Arbeidsmobiliteitscentrum
ATEA- GROEP
Gemeentelijk leerwerkbedrijf. Activering, Training en Arbeidsbemiddeling
AWBZ
Algemene Wet Bijzondere Zorgkosten
BBL
Beroepsbegeleidende leerweg
BUIG
Gebundelde Uitkering Inkomensvoorzieningen Gemeenten
BZW
Brabants Zeeuwse Werkgeversvereniging
CBS
Centraal Bureau Statistiek
CJG
Centrum voor Jeugd en Gezin
CPB
Centraal Planbureau
CRM systeem
Database met informatie over bedrijfscontacten
CV
Curriculum Vitae (beknopte, zakelijke levensbeschrijving)
Deltri
Overleg tussen Rotterdam, Dordrecht en Breda
Elevator pitch
Korte presentatie waarin iemand kort en kernachtig verwoordt waarin hij/zij goed is
EVC’s
Eerder verworven competenties
Fte
Full time equivalent / volledige baan
GGD
Gemeenschappelijke GezondheidsDienst
GGZ
Geestelijke GezondheidsZorg
HBO
Hoger Beroeps Onderwijs
HRM
Human Resources Management (personeelsmanagement)
Ioaw
Inkomensvoorziening oudere en/of arbeidsongeschikte werknemers
Ioaz
Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
JOGG
Jongeren op Gezond Gewicht
KvK
Kamer van Koophandel
LKS
Loonkostensubsidie
MBO
Middelbaar Beroeps Onderwijs
NNIB
Nibud Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting
Nugger
Niet-uitkeringsgerechtigde
PRB
Persoonlijk Re-integratie Budget
ROC
Regionaal Opleidingscentrum
SZW
Ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid
UWV
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekering
VaVo
Voorgezet algemeen volwassenenonderwijs
VMBO
Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs
VSO
Voorgezet speciaal Onderwijs
VWS
Ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport
WIA
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
WI
Wet Inburgering
WIW-banen
Wet Inschakeling werkzoekenden- banen
Wmo
Wet Maatschappelijke Ondersteuning
Wsw
Wet Sociale Werkvoorziening
WW
Werkloosheidswet
Wwb
Wet Werk en Bijstand
ZZP-er
Zelfstandige zonder personeel
Werken@Breda Op weg naar werk
63
Wijzigingen ten opzichte van de conceptnota Werken@Breda
B9
1. Concept vervalt 2. Toevoeging Bijlage 9 3. Blz. 18 aanvulling Hoofdstuk 3 onderdeel Resultaten: extra klanttevredenheidsonderzoek onder werkzoekenden in 2013 4. Blz. 28 Toevoeging actielijn 1 Stimuleren ondernemers: In 2013 gaan we de mogelijkheden en consequenties onderzoeken van “ondernemen naar vermogen” (scharrelondernemingen). Afhankelijk van dit onderzoek nemen we een besluit of we ondernemen naar vermogen gaan stimuleren en faciliteren. 5. Blz. 31 Toevoeging “samen met de doelgroep” in de volgende zin: In 2013 onderzoeken we of we de werkmethodiek van de pilot verbindingsatalier samen met de doelgroep” verder kunnen uitbreiden. 6. Blz. 39 Toevoeging “(bij voorkeur in groepsverband)” in de volgende zin: Het voeren van minimaal 25 budgetadviesgesprekken (bij voorkeur in groepsverband) per jaar 7. Blz. 40 Toevoeging actielijn 4 activerend armoedebeleid onderdeel Meer geld in de knip, het verhogen van het maandelijks inkomen: De extra middelen die voor armoedebeleid beschikbaar komen in 2013 en 2014 zijn ook bedoeld voor werkende armen. Daarnaast is er ruimte om zelfstandigen zonder personeel gebruik te laten maken van het gemeentelijke kwijtscheldingsbeleid. Wij onderzoeken of we dit beleid kunnen invoeren medio 2013. 8. Blz. 39/40 Toevoeging kwetsbare in de volgende zin: Deze organisaties hebben hiermee ook als doel hun drempel te verlagen en deze moeilijk te bereiken (kwetsbare) doelgroep voor zich te winnen. 9. Blz. 42 Toevoeging onderdeel voorlichting “rekentools” in de volgende zin: De gemeente Breda draagt zorg voor up-to-date informatie, het vermelden van juiste bedragen, rekentools en het tijdig plaatsen van nieuw beleid. 10. Blz 46 Toevoeging extra zin: Daarnaast zijn per 2013 structureel extra middelen aan het Gemeentefonds toegevoegd voor de verruiming van het kwijtscheldingsbeleid ten behoeve van zelfstandigen zonder personeel.
Werken@Breda Op weg naar werk
64
11. Blz. 46 Keuzes en financiële consequenties en blz. 60 Bijlage 5 Bestedingsplan participatiebudget 2012-2014. Wijziging tekst innovatie in: Op verzoek van de gemeenteraad reserveren we in 2013 € 300.000 voor innovatie. Dit om invulling te geven aan het verzoek van de gemeenteraad om te komen tot een innovatieve Re-integratieproeftuin met lef (motie re-integratie met innovatie, lef en creativiteit). Dit bij voorkeur vormgegeven met en door de doelgroep. 12. Blz. 49, 50 en 53 Bijlage 4 Overzicht activiteiten, resultaten en effecten. Verwerking eerder genoemde wijzigingen in activiteiten, resultaten en effecten. 13. Blz. 61 Bijlage 6. Overzicht gesubsidieerde maatschappelijke activiteiten
Wijziging tekst in:
Op www.breda.nl/subsidieloket verschijnt het overzicht gesubsidieerde activiteiten 2013. Hierbij wordt inzicht gegeven in de subsidietoekenningen per beleidsdoel en per aanvrager. 14. Blz. 35 Verwijdering "Door de gemeenteraad is ingestemd met het beëindigen van structurele gesubsidieerde banen". 15. Blz. 39 Wijziging: "extra middelen voor armoedebeleid komen beschikbaar in 2014 en 2015" (i.p.v. 2013 en 2014). 16. Blz. 47 Wijziging: "We houden in 2013 en 2014 vast aan de maatregelen (i.p.v. versoberingen) die met ingang van 2011 op het armoedebeleid zijn ingevoerd". 17. Blz. 62 Bijlage 7 Toevoegen: Straatraad, de heer K. Burger
Werken@Breda Op weg naar werk
65
Werken@Breda Op weg naar werk
66