Participatie van mensen in armoede “Hoe heten we ze welkom in ons museum?” Brussel, 23 juni 2010
Armoede ?
“Armoede is een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het individuele en collectieve bestaan. Het scheidt de armen van de algemeen aanvaarde leefpatronen van de samenleving. Deze kloof kunnen ze niet op eigen kracht overbruggen”. (Vranken et al, 1999: 30)
De buitenkant van armoede
Het zijn kwetsbare mensen: Ze verkeren in een positie waarin verliezen dubbel tellen. Ze beschikken over onvoldoende hulpbronnen om moeilijkheden en tegenslagen te overwinnen. Ze kunnen hun leven niet op de door hen gewenste manier vorm geven.
Ze lijden ook, en soms vooral, aan de maatschappelijke reactie op deze kwetsbaarheid: onverschilligheid, verwaarlozing, afwijzing, stigmatisering, uitsluiting. Hoewel vele kwetsbare mensen graag “lid van de wereld” zouden willen zijn “blijven ze binnen omdat buiten zeer doet”. (Doortje Kal, 2004, “De onopgeefbare wil het beste van iemands mogelijkheden waar te laten worden”)
De binnenkant van armoede
Wat leren wij uit diverse onderzoeken: • Mensen in armoede participeren minder aan cultuur. • hoe lager opgeleid, hoe lager de participatie • Hoe hoger opgeleid, hoe hoger de participatie
• Armoede isoleert ook: • hoe lager opgeleid, hoe minder lid van verenigingen
• Kanttekening: – mensen in armoede zijn niet de enige groep die niet participeert (aan cultuur) – De participatiedruk op ‘doel’groepen neemt wel sterk toe.
Wat willen we: mensen in armoede meer en volwaardig laten participeren aan vrije tijd door: • Bestaande drempels te verlagen • Te stimuleren tot deelname aan het aanbod • Te stimuleren tot het ontwikkelen van eigen creativiteit
• 2 vuistregels: – MiA zijn volwassen mensen, behandel hen ook als dusdanig – Wat goed is voor MiA is ook goed voor je overige publiek. • Cfr. algemene participatiegraad
• Werken aan 2 kanten – MiA moeten worden toegeleid en ondersteund naar het aanbod. – Het aanbod moet ondersteund worden bij het toegankelijk maken van de activiteiten.
Wat belemmert mensen in armoede om deel te nemen aan het (culturele) vrijetijdsaanbod?
Drempels zijn obstakels die maken dat mensen zich onveilig voelen in de gegeven situatie: een omgeving met voor hen onbekende gewoontes en gebruiken.
•
•
•
Financiële drempels: – cultuur is (soms) duur: inkom, vestiaire, consumptie, vervoer, kinderopvang, … Praktische, sociale & culturele drempels: – kinderopvang, mobiliteit, … – hoe werkt dat? Waar moet ik zitten? Armoededrempels: – schaamte, schuld en gekrenkte eigenwaarde • Iedereen gaat naar mij kijken… • Mag ik me dat wel permitteren? • En …vertel ik het aan de budgetbegeleidster…?
• De moeilijkste en hardnekkigste aller drempels: het gevoel dat je niet mag genieten, dat je geen recht hebt op vrije tijd. • De altijddurende drempel: de financiële.
En hoe doen we het dan?
• participatie van mensen in armoede is niet enkel een zaak van de publiekswerker, maar van de hele organisatie. • Maar jullie kunnen uiteraard wel de voorzet geven!
• Waarom werken aan participatie van mensen in armoede in je cultuurinstelling? – Omdat participatie van mensen in armoede (en met uitbreiding van kansengroepen) een meerwaarde kan/zal zijn voor je eigen instelling. • Uitbreiding en vernieuwing doelpubliek • Visieontwikkeling en opbouw interne expertise
– Nodig: een gedragen participatiebeleid.
• Inspanningen op één van de P-terreinen zullen weinig renderen. Een mix van inspanningen op diverse terreinen werkt wel. • => bewust combineren is de boodschap.
• Plaats: – Zorg dat je duidelijk aanwezig bent in het straatbeeld. – Zorg voor een goede bewegwijzering. – Zorg voor duidelijk en makkelijk leesbare plannetjes.Vermeld bereikbaarheid met openbaar vervoer. – Verhoog de mentale toegankelijkheid van je gebouw. • Een blik achter de schermen, informele sfeer, rondleiding door verantwoordelijke of net door iemand van doelgroep,…
• Prijs: – Zorg voor een overzichtelijk en aangepast prijsbeleid. – Communiceer al je prijzen, • Ook die van de vestiaire, het toilet, de cafetaria,… – Het is belangrijk voor MiA dat ze het totaal prijskaartje kennen.
– Toeleidingsactiviteiten en communicatie zijn een belangrijke aanvulling op het prijsbeleid. – Zorg voor een klantvriendelijk reservatie- en verkoopbeleid.
• Product: – Jullie product (collectie, tentoonstelling) is vrij statisch, dat betekent sterk investeren in toegankelijkheid van het product door goede toeleiding: • Rondleidingen op maat • Geschreven toelichting op maat • …
– Kies hierbij voor een procesmatig aanpak – Innoveer, experimenteer, evalueer (samen met..) – Veranker je toeleidingsaanbod
• Promotie: – Duidelijke en heldere communicatie • Geef ook voldoende praktische informatie
– Communiceer actief • Persoonlijke toelichting, • Inzetten sleutelfiguren, ambassadeurs – mond-aan-mond-reclame werkt het best, – schakel tevreden bezoekers in
– Betrek de doelgroep bij het ontwikkelen van je promotiecampagnes (testpanel)
Communicatie over de praktische, sociale en culturele drempels: • De aankoop van tickets – Abonnementen, voorverkoop, seizoensaanbiedingen,.. -> voorfinanciering! • De (verplichte) vestiaire – de kostprijs is een drempel, maar ook de angst om mijn (enige) jas kwijt te geraken. • De (genummerde) plaatsen – Welke ingang moet ik nemen? Waar moet ik gaan zitten? • Applaus – Wanneer mag het wel? Wanneer mag het niet? • De pauze – Mag ik blijven zitten? Waar kan ik naar toe?
Werk met (universele) pictogrammen
• Personeel- en vrijwilligersbeleid: – sleutelfiguren zijn hier: •De onthaalmedewerkers •De mensen in de vestiaire •De suppoosten
– Hun graad van “klantvriendelijkheid” is bepalend voor (verdere) deelname van mensen in armoede – Zorg voor een intern draagvlak voor je participatiebeleid
• Het kan nuttig zijn om een ontmoetingsmoment te voorzien tussen je medewerkers en de lokale vereniging van mensen in armoede. • Indien nodig kan je een vorming rond armoede of omgaan met kansengroepen voor je medewerkers plannen. • Een sleutelfiguur bij museumbezoek is de gids. Het is belangrijk om hen de keuze te laten of zij wel dan niet kansengroepen willen/kunnen gidsen. Dat voorkomt frustraties én bij mensen in armoede én bij de gids.
• Partners – Stel samenwerkingscriteria op – Bundel krachten – Organiseer een kennismakingsdag voor doelgroeporganisaties en intermediairs – Haal expertise van andere in huis
• De vuistregels: – Toeleiding blijft noodzakelijk – Keuzevrijheid van MiA moet zo optimaal mogelijk gegarandeerd worden. – Aanbieders moeten met volle goesting mee in de boot stappen en ondersteund worden – Creëer geen kortingoerwoud – Gluur eens bij de buren
Tot slot: Toeleiding en ondersteuning zouden het resultaat moeten zijn van een samenwerking met maatschappelijk gekwetste en kwetsbare mensen én solidaire mensen. Mensen zélf het woord geven…Altijd opnieuw en opnieuw…omdat menselijke kwaliteiten niet te meten of te tellen zijn… Omdat cultuur van iedereen en alles is en altijd van iedereen en alles blijft! (Rudy)