Parallelle werelden, visuele cultuur op drift Een tweedaagse onderzoeksconferentie 1. Inleiding: visuele cultuur en de Balie Een belangrijk thema van de Balie de komende periode is hedendaagse beeldcultuur, ofwel 'visuele cultuur': een nieuw, multidisciplinair terrein dat velerlei disciplines als film, televisie, beeldende kunst, reclame, de gebouwde omgeving en nieuwe digitale en elektronische presentatievormen omvat, maar ook kledingcodes en de manier waarop tijdschriften en winkels zich visueel profileren in onze sterk op visuele prikkels gebaseerdeexperience economy. Onze maatschappij is een multiculturele mediamaatschappij geworden, waarin economie de belangrijkste drijfveer lijkt. Kunst en cultuur krijgen daarin een andere betekenis. De Balie wil de komende jaren bestuderen hoe deze ontwikkeling zichtbaar is en wat die betekent door in te gaan op de visuele uitingen van onze cultuur. Visuele cultuur kijkt naar het totaal aan visuele boodschappen, iconen en codes waarmee we dagelijks geconfronteerd worden. De Balie wil de reflectie over visuele cultuur in Nederland graag entameren en verder brengen dan de constatering dat er op dit vlak van alles aan de hand is. Dat is zinnig en belangrijk, en gebeurt nog nergens in Nederland. Op dit moment wordt, mede dankzij een research-subsidie van het VSB Fonds, onderzocht hoe de Balie de komende jaren met dit onderwerp aan de slag moet gaan en hoe het inhoudelijk is af te bakenen. Want wat is dat nu eigenlijk, die 'visuele cultuur', een begrip wat wel te pas en te onpas gebruikt wordt maar eigenlijk nooit wordt uitgelegd? Die zogenaamde 'beeldcultuur' van jong en oud, televisie en reclame, kleding en omgeving - die cultuur waarin uitingen van 'hoge' en 'lage' cultuur, westerse en niet-westerse culturen, beelden uit verleden en heden samenkomen, waar idealisme en commercie hand in hand gaan? Wat betekent dat samengaan van al die culturele en maatschappelijke velden die voorheen van elkaar gescheiden waren? En hoe kun je in dat netwerk van belangen toch nog een kritische positie innemen? Beeld heeft in onze informatie- en mediamaatschappij als communicatiemiddel enorm aan belang gewonnen. Van een schriftcultuur zijn we beland in een beeldcultuur waarin tekst, beeld en geluid samengaan, formuleert Jos de Mul van de faculteit filosofie van de Rotterdamse Erasmus Universiteit. In Nederland is de discussie hierover en over de vraag wat dit betekent nog nauwelijks aan de orde. Kunstinstellingen doen er weinig aan of voeren specialistische debatten over deelgebieden, die vaak moeilijk te volgen zijn voor een breder publiek. De vragen die erover worden opgeworpen over de vercommercialisering van de cultuur, of over het vervagen van de grenzen tussen 'hoge' en 'lage' cultuur worden doorgaans niet met elkaar in verband gebracht of in een groter verband geplaatst. Zelfs als het gaat over het nieuwe Beeldinstituut-in-oprichting, een gelegenheid bij uitstek om het over de inhoud en de betekenis van de hedendaagse beeldcultuur te
hebben, wordt die discussie niet aangezwengeld. De Raad van Cultuur definieert Beeldcultuur als 'de beeldtaal die zich ontwikkeld heeft onder invloed van de technologische media fotografie, film, televisie en nieuwe media', maar dat is ons inziens een te beperkte definitie, al hebben media en de digitalisering veel bijgedragen aan het ontstaan van een beeldcultuur. De Balie wil de discussie juist wel aangaan en publiek maken. Een nieuwe vorm van research: een dynamisch proces met binnen – en buitenlandse gasten en sprekers De Balie heeft een aantal inhoudelijke thema's ontwikkeld die helpen om greep te krijgen op dit sterk in ontwikkeling zijnde veld van de visuele cultuur. Wat ons inmiddels - mede door een aantal ronde tafelgesprekken met experts - duidelijk is geworden is dat het zinloos is om te proberen om vanuit de zeer beperkte theorie die er nu is zelf op definities aan te sturen. Het veld is daarvoor veel te nieuw en te ongedefinieerd (het wordt nu in verschillende landen door verschillende mensen op verschillende manieren gedefinieerd); het wordt dagelijks verder ontwikkeld. Dat gebeurt doorgaans op een intuïtieve manier; kunstenaars, mediamakers en reclame- en andere beeldmakers doen 'wat in de lucht zit' of 'wat ze interessant vinden', vaak zonder of met weinig reflectie. Het is ook nog vroeg om de benodigde afstand te kunnen nemen. Maar het is wel buitengewoon zinnig om stil te staan bij de verschijnselen van de beeldcultuur die ons dagelijks overspoelt, de mechanismen erachter en de effecten daarvan op onszelf en de maatschappij. De Balie wil de reflectie over visuele cultuur in Nederland stimuleren. Die reflectie moet echter niet op zichzelf staan; daarvoor is het veld veel te veel in beweging. We zetten daarom onze research voort in de vorm van een op de praktijk betrokken, dynamisch proces, waarbij diverse partijen uit het veld worden betrokken die het veld zelf mede ontwikkelen en inhoud geven: kunstenaars, vormgevers, media- en theatermakers, fotografen en architecten, denkers en beschouwers en mensen uit het bedrijfsleven en de reclame. Dat proces heet 'Parallelle Werelden' en bestaat uit een aantal onderdelen. Resultaten van het project 'Parallelle Werelden' Het onderzoeksproject naar visuele cultuur van de Balie leidt concreet tot de volgende resultaten: 1. Een tweedaagse onderzoeksconferentie die eind dit jaar (op 8 en 9 december) plaatsvindt met prominente makers, denkers (wetenschappers, (kunst)historici en -critici, sociologen, economen) en commentatoren over hedendaagse beelden visuele cultuur. Deze onderzoeksconferentie heeft een specifieke vorm, die hieronder nader toegelicht wordt. De Universiteit van Amsterdam participeert met een aantal studenten-projecten. 2. Een website met presentaties en discussies over visuele cultuur en een livecoverage van de onderzoeksconferentie 3. Een tweetalige publicatie (Nederlands-Engels) die de resultaten van de onderzoeksconferentie vastlegt voor een binnen- en buitenlands publiek 4. Een televisieprogramma 5. Een samenwerkingsproject van de Balie met de Universiteit van Amsterdam (en het research-instituut ASCA) dat in juni 2001 plaatsvindt. Dit project maakt de resultaten van de twee onderzoeksdagen publiek. Dat gebeurt tijdens een grote publieksmanifestatie in de Balie met lezingen, presentaties en debatten, performances, theater- en filmvoorstellingen, een fototentoonstelling en installaties. Ook wordt de publicatie met de uitkomsten van de
6.
onderzoeksconferentie gepresenteerd. De UvA, die in juni 2001 het tienjarig bestaan van haar faculteit film- en televisiewetenschappen viert, sluit aan met een internationaal symposium over visuele cultuur die grotendeels gebaseerd is op de thema's en het onderzoek van de Balie. In de publieksmanifestatie in de Balie participeert de UvA door een aantal sprekers uit te nodigen en te financieren. Een visuele transformatie van het Balie-gebouw door een aantal kunstenaars en ontwerpers, die in opdracht een speciale aankleding ontwikkelen met het thema visuele cultuur. Deze blijft enkele maanden voor alle bezoekers toegankelijk.
Doel van het project Algemeen doel van de Balie is om mensen meer inzicht te geven in het functioneren van de maatschappij en hoe zij daar zelf actief een rol in kunnen spelen. Door het publiek te confronteren met botsende meningen en onverwachtte uitspraken, analyses en kunstuitingen. Het gaat erom hen de instrumenten aan te reiken voor analyse en het ontwikkelen van een kritische blik. Bij dit project gaat het hierom in het veld van de visuele cultuur. Samenwerking met anderen Veel mensen uit het veld hebben laten weten zeer enthousiast te zijn over dit initiatief van de Balie. Het ministerie van OC&W vindt ons onderzoek zeer nodig en belangrijk. Ook een aantal universiteiten wil graag meewerken Concrete resultaten van deze positieve reacties zijn op dit moment een toezegging voor financiële ondersteuning door het ministerie van OC&W en samenwerking met de Universiteit van Amsterdam. Mogelijke andere partners zijn de Jan van Eyck Academie, het nieuwe VPRO-kunstprogramma [dat op dit moment nog geen naam heeft] en het tijdschrift Archis. Doelgroepen De tweedaagse onderzoeksconferentie van 8 en 9 december 2000 verzamelt inzichten en resultaten. Daarom richt deze zich in de eerste plaats op de vakwereld. Ander publiek is wel welkom: beide dagen zijn openbaar en het bereik van de bijeenkomsten wordt vergroot door beide dagen integraal live uit te zenden via de Balie-website. De manifestatie van juni 2001 is nadrukkelijk bestemd voor een groot en breed publiek. De activiteiten tijdens de manifestatie zijn daarop afgestemd. Ook wordt de publicatie met de uitkomsten van de onderzoeksconferentie gepresenteerd. De manifestatie sluit af met een denderend themafeest van party-organisator Ted Langenbach, specialist in het koppelen van inhoud en entertainment. Om het thema visuele cultuur te wortelen in het bewustzijn van het Balie-publiek wordt de manifestatie ook aangegrepen om het gebouw voor langere tijd te transformeren. Dat gebeurt met behulp van een speciaal ontwikkelde vormgeving, een installatie en speciaal voor de Balie ontworpen behang die enkele maanden of langer blijven staan en hangen. Participanten
Behalve de Balie participeert dus de Universiteit van Amsterdam in beide onderdelen van dit onderzoeksproject. Daarnaast heeft het ministerie van OC&W mondeling toegezegd het onderzoek van de Balie te steunen door de reis- en verblijfkosten en honoraria van de buitenlandse participanten te financieren. Conclusie Dankzij de researchfase heeft het project Visuele Cultuur voor de Balie een duidelijke vorm gekregen - de vorm van een werkproces. In samenspraak met andere betrokkenen hebben we een spannende, nieuwe onderzoeksvorm ontwikkeld die tegelijkertijd geregisseerd en open is. Het heeft een onderzoeksdeel dat zich in eerste instantie op een gespecialiseerd publiek richt en een presentatiedeel dat nadrukkelijk bestemd is voor een groot en breed publiek. Het project is daardoor gegroeid en veel groter en kostbaarder geworden; om verder te komen moeten we veel meer mensen actief betrekken dan voorheen was voorzien. We geloven echter sterk in deze nieuwe vorm van onderzoek en verwachten hiermee verder te komen dan de vaak oppervlakkige observaties en uitspraken die doorgaans gedaan worden over visuele cultuur. 2. De tweedaagse onderzoeksconferentie nader toegelicht De conferentie bestaat uit twee dagen met elk een eigen thema. Doel is om toe te werken naar concrete resultaten. De discussies moeten meer inzicht en duidelijkheid opleveren over het begrip visuele cultuur. Er wordt dus niet vrijblijvend gepraat en bijdragen van binnen- en buitenlandse deskundigen worden maximaal productief gemaakt. Hiervoor is een speciale methodiek ontwikkeld, die eerder door de Rotterdamse Stichting AIR (Architecture International Rotterdam) met zeer goede resultaten is toegepast. Beide onderzoeksdagen zijn opgebouwd volgens een getrapt systeem van presentatie, commentaar en polemiek en reflectie (presentatoren, commentatoren, observatoren). Elk dagdeel (dus twee ochtenden en twee middagen) presenteren 3 kunstenaars, vormgevers, reclamemakers hun werk gedurende maximaal vijftien minuten; dit kunnen puur visuele en/of verbale presentaties zijn. Om hen heen zitten drie commentatoren, geselecteerd op hun verschillende visies. Na de drie presentaties reageren zij eerst; zo wordt een debat ingezet. Daarna mengt ook het publiek zich in de plenaire discussie. 's Middags zijn opnieuw eerst 3 presentaties, daarna komen de commentatoren aan het woord en daarna het publiek. Aan het einde van de dag komen de observatoren, mensen die datgene wat aan de orde is geweest goed kunnen verwoorden en benoemen, aan het woord over hun bevindingen van de dag. Deze observatoren zijn tevens gekozen om hun schriftelijke en/of beeldende uitdrukkingsvaardigheid. Hun observaties resulteren uiteindelijk in een of meer essays. De discussie over de thema's wordt voorbereid op de Balie-website. Als aanloop naar de onderzoeksconferentie krijgen de presentatoren de gelegenheid om in de foyer of elders in de Balie hun werk te tonen, liefst speciaal voor de Balie en voor deze gelegenheid ontwikkeld werk. Dag 1: Kunst en commercie, commercie en kunst
Een van de aspecten van hedendaagse beeldcultuur is dat inhoud en vorm versmelten en dat innovatie en creativiteit vaak uit commerciële hoek komt. Veel kunstenaars voelen zich aangetrokken tot het bedrijfsleven en het bedrijfsleven lijkt meer dan ooit geïnteresseerd in de ideeën en de creativiteit van kunstenaars. Tijdens deze onderzoeksdag confronteren we de werelden van kunst en commercie met elkaar. Het gaat over de mogelijkheden en onmogelijkheden om inhoud en commercieel belang met elkaar te verbinden; over 'branding', ethiek, kritiek en de consequenties van het huidige huwelijk tussen kunst en bedrijfsleven. Verdragen kunst en commercie elkaar en zo ja: hoe dan? Is dit een trend, een tijdelijke mode die binnenkort weer verdwijnt of is er wezenlijk iets veranderd in de manier waarop we kijken naar de wereld om ons heen? Presentaties dag 1: * Olivier Zahn en Elaine Fleiss, oprichters van het Franse tijdschrift over beeldcultuur Purple * FAT (Fashion, Architecture, Themes), een collectief uit Londen * Boris van Berkum van Showroom MAMA ('media and moving art') uit Rotterdam, dat zich richt op interdisciplinaire projecten en jongerencultuur * Erik Kessels van reclamebureau KesselsKramer (van de Ben- en Het Parool-campagnes; KesselsKramer heeft een aparte tak voor culturele projecten) * Het Nederlandse ontwerperscollectief DEPT * Nicholas Mirzoeff, auteur van verschillende boeken over visuele cultuur Commentatoren: * Bert Mulder, informatieadviseur van de Tweede Kamer, bezig met een onderzoek naar de verwevenheid van economie en cultuur * Jeremy Rifkin, vooraanstaande business-goeroe en voorzitter van de 'Foundation on Economic Trends' (USA) * Sue Goldin (hoofd theorie afdeling van de Jan van Eyck Academie) * Milou Halbesma (econoom, werkt nu voor het Centraal Museum) * Ole Bouman (hoofdredacteur voor Archis, tijdschrift voor architectuur en visuele cultuur en curator van Manifesta 2000 in Ljubljana) * Giep Franzen, internationaal toonaangevend merkenspecialist * Henk Oosterling (Erasmus Universiteit, doet zelf onderzoeksproject InterCulturaliteit) Observatoren * Chris Keulemans, journalist en schrijver * Stuart Morgan (van het Britse tijdschrift Frieze) * Pierre Leguillon (freelance curator en schrijver uit Parijs) * Patricia Pisters (Universiteit van Amsterdam, faculteit film- en televisiewetenschappen)
Dag 2: Westerse kunst bestaat niet Volgens Okwui Enwezor, artistiek leider van de komende Documenta, bestaat het onderscheid tussen westers en niet-westers niet echt maar is het verzonnen. Tussen
Azie, Afrika en Europa is altijd al culturele uitwisseling en beïnvloeding geweest; denk aan het kompas en buskruit. Toch is de beeldvorming erover zeer expliciet. Maar door de huidige tendens om bij te dragen aan een postmoderne globale beeldmix die elementen uit heden en verleden combineert met elementen uit verschillende culturen, verandert daar nu wel het een en ander aan. Ook media als video en Internet helpen bij het populair maken en verspreiden van beelden uit verschillende culturen. De Balie neemt het controversiële standpunt van Enwezor als uitgangspunt voor de tweede dag. Leidt het ontstaan van genoemde, multiculturele globale beeldmix tot een monocultuur? En zo ja, hoe behouden we daarbinnen dan ook diversiteit? En hoe brengen we dit alles in de praktijk, met andere woorden hoe krijgen we het voor elkaar om culturele diversiteit te accepteren, ook als veel vormen niet per se aansluiten bij de ons bekendere beeldtaal/talen? Presentaties dag 2: * Okwui Enwezor, artistiek leider van Documenta XI * Jean-Hubert Martin, maker van 'Les magiciens de la terre' een baanbrekende tentoonstelling die voor het eerst hedendaagse kunst uit vele culturen toonde * John Akom Frah, zwarte filmmaker en -criticus * Shirin Neshat, kunstenares uit Iran, woonachtig in NYC, thema 'in twee werelden tegelijk' * STAN, theatergroep uit Brussel die veel met allochtonen werkt * John Leerdam, directeur van het multiculturele theater Cosmic Commentatoren: * Anil Ramdas, schrijver * David Pinto, hoogleraar multiculturele kwesties, heeft een methodiek ontwikkeld om om te gaan met culturele diversiteit * Sarat Maharaj, Brits Indiër, kunst- en cultuurcriticus * Barthomeu Mari, directeur van Witte de With * Jude Kela Wirnkar, socioloog Observatoren: * het curatoren team van Manifesta 2000 * Bell Hooks NY zwarte filmcritica * Chris Keulemans, journalist en schrijver