GEMEENTE
Briellc
Aan burgemeester en w e t h o u d e r s
ingekomen: reg.nr.: zaaknr.:
Datum:
27 augustus 2014
Sector/stafafdeüng:
SLZ/Beleid
Portefeuülehouder:
Wethouder Borgonjen
Ontworpen door:
A. Prins
par. afd.hfd.
2']
A; 1/ X
^M
Mk
.CCOQuZG Q ^ ^
par. sec.hfd. se
medeparaaf:
—t*S—'
Onderwerp: Kadernota Participatiewet 2015 Gevraagde beslissing college: 1.
Instemmen met de Kadernota Participatiewet 2015;
2,
De commissie Samenleving verzoeken de raad positief &e adviseren in te stemmen met de Kadernota Participatiewet 2015.
Gevraagde beslissing commissie; 1.
De raad positief te adviseren in te stemmen met de Kadernota Participatiewet 2015.
Gevraagde beslissing r a a d : 1. Instemmen met de Kadernota Participatiewet 2015.
beslissing B & W d.d.
... 7 WW
akkoord:
bespreken: conform
D afwijkend besluit
D aangehouden pag. 1 van 8
Besluitvorm ingstraject Commissie
datum:
B.Z.M.
O
Samenleving
El
Grondgebied
;
A
ì 22-09-2014
A
, 14-10-2014
advies
o
Bíjz. projecten
D
Raad
0
Bezw. schr.
O
OR
D
GO
O
Samenvatting De invoering van de Participatiewet is een feit. Op 1 januari 2015 treedt de Participatiewet inwerking. Ook treedt per die datum het wetsvoorstel 'Wet maatregelen Wet werk en bijstand en enkele andere wetten' inwerking. Met dit advies wordt de Kadernota Participatiewet aan de besturen van Bernisse, Brielle en Spijkenisse ter besluitvorming voorgelegd. Deze kademota geeft een beeld van de aankomende wijzigingen als gevolg van de invoering van de Participatiewet en de wijzigingen in de Wet werk en bijstand en geeft richtinggevende kaders. Met de komst van de participatiewet vinden forse veranderingen plaats ten aanzien van drie regelingen, namelijk de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong). De gemeente krijgen de verantwoordelijkheid voor een nieuwe doelgroep, namelijk de groep mensen met een arbeidshandicap én arbeidsvermogen. Met deze doelgroep is de gemeente nu nog onbekend. Voor deze nieuwe groep zal vooral maatwerk geboden zijn. De nadruk van het Participatiebeleid blijft liggen op het bevorderen van zelfstandigheid en zelfredzaamheid en het verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid als het hoogst haalbare doel. Om dit mogelijk te maken introduceert de Participatiewet een aantal nieuwe instrumenten, zoals loonkostensubsidie, proefplaatsing, beschut werk, no-risk polis en de studietoeslag. Nieuw in de Participatiewet is dat op onderdelen samengewerkt moet worden op het niveau van de arbeidsmarktregio's. Voor arbeidsmarktregio R ijnmond worden onderwerpen als de vormgeving van het werkbedrijf, loonkostensubsidie en de garantiebanen uitgewerkt. Daarnaast vindt de voorbereiding van de Participatiewet op het niveau van Voorne-Putten en Goeree-Overflakkee plaats. Diverse thema's worden in gezamenlijkheid uitgewerkt. Ook hebben de colleges van Voorne-Putten besloten om gezamenlijk een arbeidsontwikkelbedrijf vorm te geven. Door het wetsvoorstel 'maatregelen Wwb'wijzigen de polisvoorwaarden (rechten, plichten ed.), zoals maatregelen arbeidsplicht, invoering kostendelersnorm, wijziging norm alleenstaande ouders, invoering tegenprestatie en wijziging van de individuele en categoriale bijzondere bijstand. Diverse onderwerpen zullen (op een later moment) als deelnotities en/of adviezen ter besluitvorming worden aangeboden. De kadernota geeft hiervoor het te verwachte tijdspad. De kadernota is als bijlage bij dit advies gevoegd.
1.
Inleiding
De invoering van de Participatiewet is een feit. Op 1 januari 2015 treedt de Participatiewet inwerking. Het parlement heeft op 1 juli jl. ingestemd met dit wetsvoorstel, alsmede met het wetsvoorstel 'Wet maatregelen Wet werk en bijstand en enkele andere wetten'. Ook
ũaa. 2 van 8
deze laatste wet gaat in op 1 januari 2015 en maakt integraal onderdeel uit van de Participatiewet. De invoering van beide wetten heeft grote gevolgen voor het sociaal stelsel in Nederland en de uitvoering van deze wetten door Bernisse, Brielle en Spijkenisse. Met dit advies wordt de Kademota Participatiewet ter besluitvorming voorgelegd. Deze kadernota geeft een beeld van de aankomende wijzigingen als gevolg van de invoering van de Participatiewet en geeft richtinggevende kaders. Diverse onderwerpen zullen (op een later moment) als deelnotities en/of adviezen ter besluitvorming worden aangeboden. De kadernota geeft hiervoor het te verwachte tijdspad. Met dit advies worden de hoofdlijnen van de nota weergeven. De kadernota is als bijlage bij dit advies gevoegd. Visie op de
Participatiewet
Het Rijk heeft met de invoering van de Participatiewet als doel om alle mensen, óók mensen met een arbeidsbeperking, als volwaardige burgers mee te laten doen in de samenleving. Het kabinet wil deze mensen kansen bieden en hen zo veel als mogelijk laten participeren. Daarbij staat de eigen kracht van mensen centraal. Bernisse, Brielle en Spijkenisse hebben in de afgelopen jaren de visie op participatie, reintegratie en verstrekkingen van uitkeringen voor de drie gemeenten al beschreven. De visie en doelstellingen die tot nu toe bij de uitvoering van de Wet werk en bijstand (Wwb) leidend waren, laten we met de invoering van de Participatiewet niet los. Deze sluiten namelijk goed aan op de doelstellingen die het kabinet met de Participatiewet voor ogen heeft. Ook hebben de gemeenten op Voorne-Putten in het kader van de samenwerking op het gebied van de Participatiewet gezamenlijke uitgangspunten geformuleerd betreffende het participatiebeleid. De nadruk van het Participatiebeleid ligt op het bevorderen van zelfstandigheid en zelfredzaamheid en het verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid als het hoogst haalbare doel. Daarbij worden een aantal uitgangspunten gehanteerd. Zo gaan we uit van de eigen kracht en de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt, doet iedereen naar vermogen mee aan de samenleving en is participatie in eerste instantie de eigen verantwoordelijkheid van de inwoners en hun omgeving (het sociaal netwerk). Wanneer dat netwerk onvoldoende is om actief mee te doen aan de maatschappij willen we mensen ondersteunen. Daarnaast willen we dienstverlenend zijn richting werkgevers. Daarom dient er één werkgeversbenadering ontwikkeld te worden zodat werkgevers niet door verschillende gemeenten en instanties benaderd worden. De Participatiewet
per 2015
Met de komst van de participatiewet vinden forse veranderingen plaats ten aanzien van drie regelingen, namelijk de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong). In feite is de Participatiewet een aangepaste Wwb met een toegevoegde nieuwe doelgroep en nieuwe instrumenten. Voor iedereen die per 2015 onder de Participatiewet valt, gelden de polisvoorwaarden van de huidige Wwb (zoals rechten, plichten en de hoogte van de uitkering). Per 2015 wordt de Wsw afgeschaft. Dit betekent dat niemand meer toegelaten wordt tot deze regeling en dat geen nieuwe indicaties meer worden afgegeven. Hierdoor zullen er alleen nog mensen uitstromen en ontstaat een sterfhuisconstructie. Voor de werknemers die al werkzaam zijn bij de Welplaat, blijven de huidige rechten en plichten van de Wsw behouden.
Daa. 3 van 8
Tot slot zal de Wajong per 2015 alleen nog toegankelijk zijn voor jonggehandicapten die duurzaam en volledig arbeidsongeschikt zijn. Daarnaast blijven ook alle jonggehandicapten die voor 1 januari 2015 een Wajong uitkering ontvingen, aanspraak maken op Wajong en onder de verantwoordelijkheid van het UWV. De gehele Wajong groep wordt opnieuw gekeurd. Als hieruit volgt dat sprake is van arbeidsvermogen, zal de Wajong uitkering worden verlaagd van lS k 0
Doelgroep en
naar 70 Zo van het Wml. o
ondersteuning
Uit het voorstaande blijkt dat gemeenten dus de verantwoordelijkheid krijgen voor een nieuwe doelgroep, namelijk de groep mensen met een arbeidshandicap én arbeidsvermogen, bestaande uit voorheen Wajong- en Wsw-doelgroep. Met deze doelgroep is de gemeente nu nog onbekend. Het gaat per 2015 bij benadering om de volgende aantallen : 1
-
T.a.v. voorheen
Waiong
Gemeente
Aantallen per jaar (voorheen Wajong)
Bernisse
4
Brieile
6
Spijkenisse
40
Totaal
50
Voor deze nieuwe groep zal vooral maatwerk geboden zijn. De beperkingen van deze groep zijn namelijk zeer divers; lichamelijke,- psychische,- verstandelijke of somatische beperkingen dan wel een combinatie hiervan. Omdat het UWV en andere organisaties zoals Stichting Mee, het Praktijkcollege en het Maerlant met de ondersteuning van deze groep veel ervaring heeft opgedaan, is in 2014 gestart met een aantal pilots. Zo wordt door de gemeente ervaring opgedaan met de nieuwe groep. -
T.a.v. voorheen
Wsw
De omvang van de groep waarvoor het niet meer mogelijk is een Wsw indicatie aan te vragen en die per 2015 een beroep zal doen op de Participatiewet, betreft circa 10 personen per jaar (naar verwachting Bernisse en Brieile iederéén persoon en Spijkenisse acht personen). Aan deze groep dient de gemeente rechtstreeks begeleiding en ondersteuning te bieden in plaats van door De Welplaat. De begeleiding en ondersteuning door de gemeente zal, gezien de onervarenheid met deze groep, in het begin veel aandacht vragen. Nieuwe
instrumenten
De Participatiewet introduceert nieuwe instrumenten die ingezet kunnen worden voor de ondersteuning van de doelgroep en/of ten behoeve van werkgevers die mensen uit de gemeentelijke doelgroep (personen met een arbeidsbeperking) willen aannemen. Onderstaand volgt een opsomming van de belangrijkste instrumenten: »
Loonkostensubsidie: Een werkgever kan voor een werknemer met een
arbeidsbeperking die hij in dienst neemt een loonkostensubsidie ontvangen voor het verschil tussen de loonwaarde van de werknemer (wat kan hij verdienen?) en het wettelijk minimumloon. De loonkostensubsidie mag maximaal 70 7o van het wettelijk minimumloon o
Per 1 januari 2015 vormen de gemeenten Bernisse en Spijkenisse de gemeente Nissewaard. Het totaal aantal personen met arbeidsvermogen en een arbeidshandicap bedraagt voor de gemeente Nissewaard 44. 1
paq. 4 van 8
bedragen. Om de hoogte van deze loonkostensubsidie te bepalen, moet de loonwaarde van de werknemer gemeten worden. De loonkostensubsidie moet onbeperkt worden ingezet. »
Proefplaatsing: Als instrument kan de gemeente de proefplaatsing inzetten. Deze is
gekoppeld aan de loonkostensubsidie. Een proefplaatsing houdt in dat de werkgever een werknemer (met een beperking) voor een beperkte periode met behoud van uitkering werk aanbiedt, met het idee iemand ook daadwerkelijk in dienst te nemen. "
No-risk polis: De gemeente kan besluiten de no-risk polis in te zetten. Deze polis
voorkomt dat werkgevers bij ziekte het loon van een werknemer moeten doorbetalen. De polis neemt daarmee het financiële risico weg voor werkgevers bij eventuele uitval wegens ziekte. »
Studietoeslaq: De gemeente kan aan studenten vanaf 18 jaar met een beperking
een individuele studietoeslag verstrekken, ter compensatie voor het feit dat het voor deze groep vaak moeilijk is om de studie te combineren met een bijbaan. "
Beschut werk: Beschut werk is één van de instrumenten die de gemeente kan
inzetten om mensen te activeren. Personen die hiervoor in aanmerking komen, hebben door beperkingen een zodanige mate van ondersteuning nodig dat van werkgevers niet verwacht kan worden dat zij deze mensen in dienst nemen. Werknemers die beschut gaan werken komen te vallen onder de gemeente cao. *
Garantiebanen: Werkgevers zijn verplicht om tot het jaar 2026 125.000 extra
banen creëren voor mensen met een arbeidsbeperking (100.000 banen in de marktsector en 25.000 bij de overheid). Als werkgevers zich niet aan deze afspraak houden, zal het Rijk deze afspraak via de Quotumwet afdwingen. Regionale
samenwerking
Nieuw in de Participatiewet is dat gemeenten op de niveau's van de arbeidsmarktregio's op onderdelen moeten gaan samenwerken. Op twee niveau's wordt door Bernisse, Brielle en Spijkenisse in regionaal verband samengewerkt. Als eerste wordt samengewerkt op het niveau van Voorne-Putten en Goeree-Overflakkee. De colleges van B&W hebben afgesproken om ten aanzien van de Participatiewet (en de wijzigingen in de Wwb) op thema's in de regio met elkaar op te trekken. Op onderdelen blijft het mogelijk voor gemeenten om eigen beleid te voeren. Het gaat om de volgende thema's: maatregelen arbeidsplicht, kostendelersnorm, tegenprestatie, garantiebanen, voorziening beschut werken, loonwaardebepaling en loonkostensubsidie, no-risk polis en Wajong. Ook hebben de gemeenten op Voorne-Putten met elkaar afgesproken om een regionaal arbeidsontwikkelbedrijf te vormen. Het sociaal werkvoorzieningsbedrijf de Welplaat wordt hier onderdeel van. Daarnaast is besloten om de werkgeversservicepunten op Voorne-Putten te fuseren. Het tweede niveau van samenwerking vindt plaats in de arbeidsmarktregio Rijnmond. De rol van de arbeidsmarktregio wordt steeds belangrijker. Het Rijk heeft met de introductie van de Participatiewet uitgesproken dat binnen de 35 arbeidsmarktregio's samengewerkt moet worden tussen gemeenten Ŭ UWV en Werkgevers- Ŭ werknemersorganisaties. De taak van deze partijen is om met elkaar de afgesproken doelen van de Participatiewet te realiseren en om via het op te richten 'werkbedrijf' beleidsmatige afstemming te zoeken op het gebied van werkgeversdienstverlening en aan te bieden voorzieningen ter bemiddeling van mensen met een arbeidshandicap. Drie thema's die als eerste regionaal uitgewerkt worden, zijn de vormgeving van het werkbedrijf, inzet van garantiebanen en loonwaardebepaling 8i loonkostensubsidie. Voor wat betreft het werkbedrijf is de intentie dat dit een bestuurlijk samenwerkingsverband wordt tussen gemeenten, werkgevers- è. werknemersorganisaties. Daarbij hebben gemeenten het voortouw en financieren zij het werkbedrijf. Ook werkgevers dienen daaraan bij te dragen. Het werkbedrijf zou de verbindende schakel moeten vormen tussen mensen met een arbeidsbeperking en de
nan "ī van R
garantiebanen die werkgevers beschikbaar stellen. De wijze waarop het werkbedrijf precies wordt ingericht, is binnen de kaders van de Participatiewet aan de regio's om te bepalen. In ieder geval moet in elke regio een basispakket aan functionaliteiten worden georganiseerd (waaronder loonkostensubsidie). Wijzigingen
Wwb als integraal onderdeel van
Participatiewet
Zoals al is aangegeven is naast de Participatiewet ook het wetsvoorstel 'maatregelen Wwb' aangenomen door het Parlement. Daarmee worden de polisvoorwaarden van de Wwb (rechten, plichten ed.) aangepast. Deze wetswijziging maakt uiteindelijk integraal onderdeel uit van de Participatiewet. Het gaat om de volgende maatregelen: «
Maatregelen arbeidsplicht: De arbeidsverplichtingen en de duur en hoogte van de
sancties worden geüniformeerd. Bij het verwijtbaar niet nakomen van de geüniformeerde arbeidsverplichtingen, dient het college de bijstand met lOWo te verlagen voor een periode van één tot drie maanden. Nu nog hebben gemeenten hier zelf volledige beleidsvrijheid in. «
Kostendelersnorm: De stapeling van meerdere uitkeringen in één gezin wordt
beperkt met de invoering van de kostendelersnorm. Naarmate meer meerderjarige personen tot het huishouden behoren, wordt de uitkeringsnorm lager. Ter stimulering om aan het werk te gaan, worden inkomsten uit werk niet verrekend met de uitkering in het huishouden. *
Alleenstaande ouder: Per 2015 wordt de bijstandsnorm voor alleenstaande ouders
verlaagd van 70 Zo naar 50 Zo van het minimumloon. Daarbij wordt ook de (fiscale) 0
o
alleenstaande ouderkorting en aanvullende alleenstaande ouderkorting afgeschaft. Hiervoor in de plaats wordt binnen het kindgebonden budget een alleenstaande ouderkop van circa C 2800 per jaar toegevoegd. *
Tegenprestatie: De huidige bevoegdheid van het college om een tegenprestatie op
te dragen aan uitkeringsgerechtigden, wordt omgezet in een verplichting voor alle colleges. De tegenprestatie dient te bestaan uit onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden. De colleges hebben de beleidsvrijheid om invulling te geven aan de aard van de maatschappelijk nuttige werkzaamheden. Wilziqinq individuele- en categoriale bijzondere bijstand: Het Rijk verruimt de mogelijkheden voor de verstrekking van individuele bijzondere bijstand voor daadwerkelijk gemaakte kosten. Ook worden de mogelijkheden voor bijzondere bijstand in de vorm van een aanvullende zorgverzekering of een pas voor culturele, maatschappelijke en sportvoorzieningen verruimd. Daarentegen wordt de mogelijkheid tot verlening van categoriale bijzondere bijstand ingeperkt en wordt de langdurigheidstoeslag vervangen door een individuele toeslag.
2.
Beoogd effect
Zie 1.
3.
Argumenten
Zie 1.
4.
Draagvlak en risico's
De cliëntenraad wordt gevraagd te adviseren over dit advies.
oaa. 6 van 8
5.
Aanpak/uitvoering
In bijgevoegde Kadernota Participatiewet 2015 is een planning opgenomen voor de oplevering van deelnotities en/of adviezen ter besluitvorming.
6.
Communicatie
De wijze van communicatie, zowel intern, naar de uitvoerende afdelingen, als extern, naar cliënten en burgers, over de invoering van de Participatiewet en de wijzigingen in de Wwb, wordt afgestemd met de afdeling Communicatie van uitvoeringsorganisatie Spijkenisse.
7.
Organisatorische en / o f personele aspecten
N.v.t.
8.
Juridische aspecten
Uit dit advies vloeien geen juridische consequenties voort.
9.
Kosten, baten en dekking
Het participatiebudget dat nu beschikbaar is om in het kader van de Wwb mensen te laten participeren en te re-integreren op de arbeidsmarkt wordt een gebundeld reintegratiebudget waarin alle middelen gericht op arbeidsdeelname van de totale doelgroep worden samengevoegd. Het gaat om een samenvoeging van het re-integratiedeel, de educatiemiddelen en het Wsw-budget. Het Ministerie van SZW heeft voor 2015 de hoogte van het participatiebudget en Wswbudget bekend gemaakt. Waar het participatiebudget in 2015 ten opzichte van 2014 zowel voor Bernisse, Brieile als Spijkenisse omlaag gaat, zien we alleen een daling van het Wswbudget voor Spijkenisse. Toch daalt het totale beschikbare budget (participatiebudget en Wsw-budget) voor alle drie de gemeenten. Met het totaal beschikbare budget moet worden voorzien in de ondersteuning van de nieuwe doelgroep alsmede de inzet van de nieuwe voorzieningen. 2014
Participatiebudget
Wsw-budget
Bernisse
e
155.311
C
505.768
C
661.079
Brielie
e
271.193
ĉ
622.524
C
893.717
Spijkenisse
e
3.448.323
C 7.475.232
C 10.923.555
3.603.634
C 7.981.000
C 11.584.634
Wsw-budget
Totaal
Nissewaard 2015
e
; Participatiebudget
Totaal
j (Iclassiek+nieuwe doelgroep)
,
:
Bernisse
C
104.302
C
517.715
C
622.017
Brieile
C
213.245
C
637.228
C
850.473
Spijkenisse
JC
3.001.554
e
7.117.746
C 10.119.300
Nissewaard
C
3.105.856
C
7.635.461
C 10.741.317
nan 7 van R
Verschil:
Participatiebudget
Wsw-budget
Totaal
Bernisse
-C
e
11.947
-e
2014-2015 51.009
39.062
Brielle
-e
57.948
e
14.704
-c
43.244
Spijkenisse
-e
446.769
-e
357.486
-e
804.255
Nissewaard
-e
497.778
-e
345.539
-e
843.317
Gemeenten ontvangen voor de verstrekking van uitkeringen het inkomensdeel (i-deel). Met het oog op de komst van de Participatiewet heeft het Rijk besloten te komen met een nieuw verdeelmodel voor het inkomensdeel. Dit nieuwe model is het model van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Dit zogenaamde multiniveau-model biedt volgens het Ministerie van SZW de beste methode voor de verdeling van de budgetten over gemeenten. De bekendmaking van het exacte budget van het inkomensdeel wordt binnenkort verwacht.
10.
Advies 1
Instemmen met de Kadernota Participatiewet 2 0 1 5 ;
2
De commissie Samenleving verzoeken de raad positief te adviseren in te stemmen met de Kadernota Participatiewet 2015.
Bijlage(n): « 0
Kadernota Participatiewet 2015
bijlagen meezenden
oaa. 8 van 8
G E M E E N T E
Aan de raad.
Agendanummer Volgnummer Raadsvergadering
14 oktober 2014
Kenmerk
sector samenleving
Onderwerp
Kadernota Participatiewet 2015 Brielle, 2 september 2014
Beslispunt: Instemmen met de Kadernota Participatiewet 2015.
1.
Inleiding
De invoering van de Participatiewet is een feit. Op 1 januari 2015 treedt de Participatiewet inwerking. Het parlement heeft op 1 juli jl. ingestemd met dit wetsvoorstel, alsmede met het wetsvoorstel 'Wet maatregelen Wet werk en bijstand en enkele andere wetten'. Ook deze laatste wet gaat in op 1 januari 2015 en maakt integraal onderdeel uit van de Participatiewet. De invoering van beide wetten heeft grote gevolgen voor het sociaal stelsel in Nederland en de uitvoering van deze wetten door Bernisse, Brielle en Spijkenisse. Met dit advies wordt de Kadernota Participatiewet ter besluitvorming voorgelegd. Deze kadernota geeft een beeld van de aankomende wijzigingen als gevolg van de invoering van de Participatiewet en geeft richtinggevende kaders. Diverse onderwerpen zullen (op een later moment) als deelnotities en/of adviezen ter besluitvorming worden aangeboden. De kadernota geeft hiervoor het te verwachte tijdspad. Met dit advies worden de hoofdlijnen van de nota weergeven. De kadernota is als bijlage bij dit advies gevoegd. Visie oo de
Participatiewet
Het Rijk heeft met de invoering van de Participatiewet als doel om alle mensen, óók mensen met een arbeidsbeperking, als volwaardige burgers mee te laten doen in de samenleving. Het kabinet wil deze mensen kansen bieden en hen zo veel als mogelijk laten participeren. Daarbij staat de eigen kracht van mensen centraal. Bernisse, Brielle en Spijkenisse hebben in de afgelopen jaren de visie op participatie, reintegratie en verstrekkingen van uitkeringen voor de drie gemeenten al beschreven. De visie en doelstellingen die tot nu toe bij de uitvoering van de Wet werk en bijstand (Wwb) leidend waren, laten we met de invoering van de Participatiewet niet los. Deze sluiten namelijk goed aan op de doelstellingen die het kabinet met de Participatiewet voor ogen heeft. Ook hebben de gemeenten op Voorne-Putten in het kader van de samenwerking op het gebied van de Participatiewet gezamenlijke uitgangspunten geformuleerd betreffende het participatiebeleid. De nadruk van het Participatiebeleid ligt op het bevorderen van
zelfstandigheid en zelfredzaamheid en het verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid als het hoogst haalbare doel. Daarbij worden een aantal uitgangspunten gehanteerd. Zo gaan we uit van de eigen kracht en de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt, doet iedereen naar vermogen mee aan de samenleving en is participatie in eerste instantie de eigen verantwoordelijkheid van de inwoners en hun omgeving (het sociaal netwerk). Wanneer dat netwerk onvoldoende is om actief mee te doen aan de maatschappij willen we mensen ondersteunen. Daarnaast willen we dienstverlenend zijn richting werkgevers. Daarom dient er één werkgeversbenadering ontwikkeld te worden zodat werkgevers niet door verschillende gemeenten en instanties benaderd worden. De Participatiewet
per 2015
Met de komst van de participatiewet vinden forse veranderingen plaats ten aanzien van drie regelingen, namelijk de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong). In feite is de Participatiewet een aangepaste Wwb met een toegevoegde nieuwe doelgroep en nieuwe instrumenten. Voor iedereen die per 2015 onder de Participatiewet valt, gelden de polisvoorwaarden van de huidige Wwb (zoals rechten, plichten en de hoogte van de uitkering). Per 2015 wordt de Wsw afgeschaft. Dit betekent dat niemand meer toegelaten wordt tot deze regeling en dat geen nieuwe indicaties meer worden afgegeven. Hierdoor zullen er alleen nog mensen uitstromen en ontstaat een sterfhuisconstructie. Voor de werknemers die al werkzaam zijn bij de Welplaat, blijven de huidige rechten en plichten van de Wsw behouden. Tot slot zal de Wajong per 2015 alleen nog toegankelijk zijn voor jonggehandicapten die duurzaam en volledig arbeidsongeschikt zijn. Daarnaast blíjven ook alle jonggehandicapten die voor 1 januari 2015 een Wajong uitkering ontvingen, aanspraak maken op Wajong en onder de verantwoordelijkheid van het UWV. De gehele Wajong groep wordt opnieuw gekeurd. Als hieruit volgt dat sprake is van arbeidsvermogen, zal de Wajong uitkering worden verlaagd van 75 Zo naar 70 Zo van het Wml. 0
Doelgroep en
o
ondersteuning
Uit het voorstaande blijkt dat gemeenten dus de verantwoordelijkheid krijgen voor een nieuwe doelgroep, namelijk de groep mensen met een arbeidshandicap én arbeidsvermogen, bestaande uit voorheen Wajong- en Wsw-doelgroep. Met deze doelgroep is de gemeente nu nog onbekend. Het gaat per 2015 bij benadering om de volgende aantallen : 1
1
Per 1 januari 2015 vormen de gemeenten Bernisse en Spijkenisse de gemeente Nissewaard. Het
totaal aantal personen met arbeidsvermogen en een arbeidshandicap bedraagt voor de gemeente Nissewaard 44.
T.a.v. voorheen
Waiona
Gemeente
Aantallen per jaar (voorheen Wajong)
Bernisse
4
Brielle
6
Spijkenisse
40
Totaal
50
Voor deze nieuwe groep zal vooral maatwerk geboden zijn. De beperkingen van deze groep zijn namelijk zeer divers; lichamelijke,- psychische,- verstandelijke of somatische beperkingen dan wel een combinatie hiervan. Omdat het UWV en andere organisaties zoals Stichting Mee, het Praktijkcollege en het Maerlant met de ondersteuning van deze groep veel ervaring heeft opgedaan, is in 2014 gestart met een aantal pilots. Zo wordt door de gemeente ervaring opgedaan met de nieuwe groep. T.a.v. voorheen
Wsw
De omvang van de groep waarvoor het niet meer mogelijk is een Wsw indicatie aan te vragen en die per 2015 een beroep zal doen op de Participatiewet, betreft circa 10 personen per jaar (naar verwachting Bernisse en Brielle ieder één persoon en Spijkenisse acht personen). Aan deze groep dient de gemeente rechtstreeks begeleiding en ondersteuning te bieden in plaats van door De Welplaat. De begeleiding en ondersteuning door de gemeente zal, gezien de onervarenheid met deze groep, in het begin veel aandacht vragen. Nieuwe
instrumenten
De Participatiewet introduceert nieuwe instrumenten die ingezet kunnen worden voor de ondersteuning van de doelgroep en/of ten behoeve van werkgevers die mensen uit de gemeentelijke doelgroep (personen met een arbeidsbeperking) willen aannemen. Onderstaand volgt een opsomming van de belangrijkste instrumenten: »
Loonkostensubsidie: Een werkgever kan voor een werknemer met een arbeidsbeperking die hij in dienst neemt een loonkostensubsidie ontvangen voor het verschil tussen de loonwaarde van de werknemer (wat kan híj verdienen?) en het wettelijk minimumloon. De loonkostensubsidie mag maximaal 70 Zo van het wettelijk o
minimumloon bedragen. Om de hoogte van deze loonkostensubsidie te bepalen, moet de loonwaarde van de werknemer gemeten worden. De loonkostensubsidie moet onbeperkt worden ingezet. "
Proefplaatsing: Als instrument kan de gemeente de proefplaatsing inzetten. Deze is gekoppeld aan de loonkostensubsidie. Een proefplaatsing houdt in dat de werkgever een werknemer (met een beperking) voor een beperkte periode met behoud van uitkering werk aanbiedt, met het idee iemand ook daadwerkelijk in dienst te nemen.
»
No-risk polis: De gemeente kan besluiten de no-risk polis in te zetten. Deze polis voorkomt dat werkgevers bij ziekte het loon van een werknemer moeten doorbetalen. De polis neemt daarmee het financiële risico weg voor werkgevers bij eventuele uitval wegens ziekte. Studietoeslaq: De gemeente kan aan studenten vanaf 18 jaar met een beperking een individuele studietoeslag verstrekken, ter compensatie voor het feit dat het voor deze groep vaak moeilijk is om de studie te combineren met een bijbaan.
"
Beschut werk: Beschut werk is één van de instrumenten die de gemeente kan inzetten om mensen te activeren. Personen die hiervoor in aanmerking komen, hebben door beperkingen een zodanige mate van ondersteuning nodig dat van werkgevers niet verwacht kan worden dat zij deze mensen in dienst nemen. Werknemers die beschut gaan werken komen te vallen onder de gemeente cao.
»
Garantiebanen: Werkgevers zijn verplicht om tot het jaar 2026 125.000 extra banen creëren voor mensen met een arbeidsbeperking (100.000 banen in de marktsector en 25.000 bij de overheid). Als werkgevers zích niet aan deze afspraak houden, zal het Rijk deze afspraak via de Quotumwet afdwingen.
Regionale
samenwerking
Nieuw in de Participatiewet is dat gemeenten op de niveau's van de arbeidsmarktregio's op onderdelen moeten gaan samenwerken. Op twee niveau's wordt door Bernisse, Brieile en Spijkenisse in regionaal verband samengewerkt. Als eerste wordt samengewerkt op het niveau van Voorne-Putten en Goeree-Overflakkee. De colleges van B&W hebben afgesproken om ten aanzien van de Participatiewet (en de wijzigingen in de Wwb) op thema's in de regio met elkaar op te trekken. Op onderdelen blijft het mogelijk voor gemeenten om eigen beleid te voeren. Het gaat om de volgende thema's: maatregelen arbeidsplicht, kostendelersnorm, tegenprestatie, garantiebanen, voorziening beschut werken, loonwaardebepaling en loonkostensubsidie, no-risk polis en Wajong. Ook hebben de gemeenten op Voorne-Putten met elkaar afgesproken om een regionaal arbeidsontwikkelbedrijf te vormen. Het sociaal werkvoorzieningsbedrijf de Weiplaat wordt hier onderdeel van. Daarnaast is besloten om de werkgeversservicepunten op Voorne-Putten te fuseren. Het tweede niveau van samenwerking vindt plaats in de arbeidsmarktregio Rijnmond. De rol van de arbeìdsmarktregìo wordt steeds belangrijker. Het Rijk heeft met de introductie van de Participatiewet uitgesproken dat binnen de 35 arbeidsmarktregio's samengewerkt moet worden tussen gemeenten 8i UWV en Werkgevers- (k werknemersorganisaties. De taak van deze partijen is om met elkaar de afgesproken doelen van de Participatiewet te realiseren en om via het op te richten 'werkbedrijf' beleidsmatige afstemming te zoeken op het gebied van werkgeversdienstverlening en aan te bieden voorzieningen ter bemiddeling van mensen met een arbeidshandicap. Drie thema's die als eerste regionaal uitgewerkt worden, zijn de vormgeving van het werkbedrijf, inzet van garantiebanen en loonwaardebepaling Sn loonkostensubsidie. Voor wat betreft het werkbedrijf is de intentie dat dit een bestuurlijk samenwerkingsverband wordt tussen gemeenten, werkgevers- 8i werknemersorganisaties. Daarbij hebben gemeenten het voortouw en financieren zij het werkbedrijf. Ook werkgevers dienen daaraan bij te dragen. Het werkbedrijf zou de verbindende schakel moeten vormen tussen mensen met een arbeidsbeperking en de garantiebanen die werkgevers beschikbaar stellen. De wijze waarop het werkbedrijf precies wordt ingericht, is binnen de kaders van de Participatiewet aan de regio's om te bepalen. In ieder geval moet in elke regio een basispakket aan functionaliteiten worden georganiseerd (waaronder loonkostensubsidie). Wijzigingen Wwb als integraal
onderdeel
van
Participatiewet
Zoals al is aangegeven is naast de Participatiewet ook het wetsvoorstel 'maatregelen Wwb' aangenomen door het Parlement. Daarmee worden de polisvoorwaarden van de Wwb (rechten, plichten ed.) aangepast. Deze wetswijziging maakt uiteindelijk integraal onderdeel uit van de Participatiewet. Het gaat om de volgende maatregelen:
»
Maatregelen arbeidsplicht: De arbeidsverplichtingen en de duur en hoogte van de sancties worden geüniformeerd. Bij het verwijtbaar niet nakomen van de geüniformeerde arbeidsverplichtingen, dient het college de bijstand met 100 7o te o
verlagen voor een periode van één tot drie maanden. Nu nog hebben gemeenten hier zelf volledige beleidsvrijheid in. "
Kostendelersnorm: De stapeling van meerdere uitkeringen in één gezin wordt beperkt met de invoering van de kostendelersnorm. Naarmate meer meerderjarige personen tot het huishouden behoren, wordt de uitkeringsnorm lager. Ter stimulering om aan het werk te gaan, worden inkomsten uit werk niet verrekend met de uitkering in het huishouden.
»
Alleenstaande ouder: Per 2015 wordt de bijstandsnorm voor alleenstaande ouders verlaagd van 70 7o naar 50 7o van het minimumloon. Daarbij wordt ook de (fiscale) o
0
alleenstaande ouderkorting en aanvullende alleenstaande ouderkorting afgeschaft. Hiervoor in de plaats wordt binnen het kindgebonden budget een alleenstaande ouderkop van circa C 2800 per jaar toegevoegd. Tegenprestatie: De huidige bevoegdheid van het college om een tegenprestatie op te dragen aan uitkeringsgerechtigden, wordt omgezet in een verplichting voor alle colleges. De tegenprestatie dient te bestaan uit onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden. De colleges hebben de beleidsvrijheid om invulling te geven aan de aard van de maatschappelijk nuttige werkzaamheden. Wijziging individuele- en categoriale bijzondere bijstand: Het Rijk verruimt de mogelijkheden voor de verstrekking van individuele bijzondere bijstand voor daadwerkelijk gemaakte kosten. Ook worden de mogelijkheden voor bijzondere bijstand in de vorm van een aanvullende zorgverzekering of een pas voor culturele, maatschappelijke en sportvoorzieningen verruimd. Daarentegen wordt de mogelijkheid tot verlening van categoriale bijzondere bijstand ingeperkt en wordt de langdurigheidstoeslag vervangen door een individuele toeslag.
2.
Beoogd effect
Zie 1.
3.
Argumenten
Zie 1.
4.
Draagvlak en risico's
De cliëntenraad wordt over gevraagd te adviseren over dit advies.
5.
Aanpak/uitvoering
In bijgevoegde Kadernota Participatiewet 2015 is een planning opgenomen voor de oplevering van deelnotities en/of adviezen ter besluitvorming.
6.
Communicatie
De wijze van communicatie, zowel intern, naar de uitvoerende afdelingen, als extern, naar cliënten en burgers, over de invoering van de Participatiewet en de wijzigingen in de Wwb, wordt afgestemd met de afdeling Communicatie van uitvoeringsorganisatie Spijkenisse.
7.
Kosten, baten en dekking
Het participatiebudget dat nu beschikbaar is om in het kader van de Wwb mensen te laten participeren en te re-integreren op de arbeidsmarkt wordt een gebundeld reintegratiebudget waarin alle middelen gericht op arbeidsdeelname van de totale doelgroep worden samengevoegd. Het gaat om een samenvoeging van het re-integratiedeel, de educatiemiddelen en het Wsw-budget. Het Ministerie van SZW heeft voor 2015 de hoogte van het participatiebudget en Wswbudget bekend gemaakt. Waar het participatiebudget in 2015 ten opzichte van 2014 zowel voor Bernisse, Brieile als Spijkenisse omlaag gaat, zien we alleen een daling van het Wswbudget voor Spijkenisse. Toch daalt het totale beschikbare budget (participatiebudget en Wsw-budget) voor alle drie de gemeenten. Met het totaal beschikbare budget moet worden voorzien in de ondersteuning van de nieuwe doelgroep alsmede de inzet van de nieuwe voorzieningen. 2014
Participatiebudget
Wsw-budget
Totaal
Bernisse
e
155.311
e
505.768
e
661.079
Brieile
e
271.193
e
622.524
C
893.717
Spijkenisse
e
3.448.323
e 7.475.232
e 10.923.555
3.603.634
e 7.981.000
C 11.584.634
Wsw-budget
Totaal
Nissewaard
e
2015
Participatiebudget (klassiek4- nieuwe doelgroep)
Bernisse
e
104.302
e
517.715
C
622.017
Brieile
e
213.245
e
637.228
C
850.473
Spijkenisse
e
3.001.554
e
7.117.746
e 10.119.300
Nissewaard
c
3.105.856
e
7.635.461
C 10.741.317
Verschil:
Participatiebudget
Wsw-budget
Totaal
2014-2015 Bernisse
-e
51.009
e
11.947
-C
39.062
Brieile
-e
57.948
14.704
-C
43.244
Spijkenisse
-e
446.769
e -e
357.486
-C
804.255
Nissewaard
-e
497.778
-e
345.539
-C
843.317
Gemeenten ontvangen voor de verstrekking van uitkeringen het inkomensdeel (i-deel). Met het oog op de komst van de Participatiewet heeft het Rijk besloten te komen met een nieuw verdeelmodel voor het inkomensdeel. Dit nieuwe model is het model van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Dit zogenaamde multiniveau-model biedt volgens het Ministerie van SZW de beste methode voor de verdeling van de budgetten over
gemeenten. De bekendmaking van het exacte budget van het inkomensdeel wordt binnenkort verwacht.
8.
Advies commissie(s)
Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Brielle,
Par.
de secretaris,
de burgemeester,
P. Schouten
mw. G.W.M. van Viegen
GtMIíKTt
Volgnummer sector samenleving
Kenmerk Onderwerp
:
De raad van de gemeente Brielle; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 september 2014, volgnummer:
gelet op: het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 september 2014;
besluit: in te stemmen met de Kadernota Participatiewet 2015.
Aldus besloten door de gemeenteraad van Brielle in de openbare vergadering van 14 oktober 2014.
Par:
de griffier,
de voorzitter,
L.C.M. van Steijn
mw. G.W.M. van Viegen