Pamflet Uruzgan
Referendum burgemeester
Het winterweekend in de achterhoek Fragiele staten
voor en door sociologen
nummer 5
December 2007
Inhoud Winter Ondanks alle oproepen tot het stoppen met hulp aan de ontwikkelingslanden door de jaren heen worden er door Nederland nog altijd miljoenen euro’s ingezet in de strijd tegen armoede. Waar het geld het beste heen kan? Leonard gaat graag de discussie met u aan in het artikel ‘Tussen droom en daad’. De ontwikkelingssamenwerking staat centraal in het eerste artikel in deze nieuwe editie van Pamflet. Maar er is meer: Zo schrijft Daniël over het succes van het burgemeestersreferendum en betwisten Thijs en Remmert in hun vaste rubriek of we kunnen spreken van een specifieke Nederlandse identiteit. Naast deze artikelen ook interessante bijdragen van onze nieuwe redactieleden: Jasper van de Pol en Job van den Berg. Zo heeft Job bijvoorbeeld een zeer boeiende recensie geschreven van het boek ‘De infantiele consument’ van Benjamin R. Barber. Ook is er gedacht aan de afstuderende student. Eric Hoefmans vertelt over zijn ervaringen met de masterthesis vorig studiejaar. In het artikel ‘Zweten is weten’ beschrijft hij het proces omtrent het creëren van zijn masterthesis, maar geeft hierbij ook tips voor de masterstudenten van dit jaar. Wellicht kan de nieuwe masterstudent hier zijn of haar voordeel mee doen. Verder hebben we een ingezonden artikel. Dit artikel komt van de hand van Julian van Batenburg, student Geschiedenis, en gaat over Kosovo. Aan het einde van Pamflet is er ook aandacht voor het nieuwe bestuur van Usocia. Het Usocia-bestuur stelt zich aan u voor. Waarbij we enkele bekende gezichten tegenkomen van vorig jaar. Kortom een hele volle uitgave. Volgens mij een teken dat Pamflet up and running is dit komend studiejaar. Bernard Verbeek Colofon: Redactie:
Bernard Verbeek Daniël Coenen Thijs van Dooremalen Leonard van ‘t Hul Jasper van de Pol Job van den Berg Met dank aan: Eric Hoefmans, Julian van Batenburg, Remmert van Haaften e-mail:
[email protected]
pam·flet (het ~, ~ten) 1 geschrift over een actueel onderwerp ter informatie van het publiek => libel, paskwil, schimpschrift, schotschrift, smaadschrift, spotschrift, vlugschrift
pam·flet·tist (de ~ (m.), ~en) 1 schrijver van pamfletten
Inhoud In deze pamflet aandacht voor: OPINIE: TUSSEN DROOM EN DAAD 1 DE NAIVITEIT EN INFANTILITEIT VAN HET INDIVIDU
3
NEDERLAND MOET AFGHANISTAN VERLATEN
4
BURGEMEESTERSREFERENDA HEBBEN DE TOEKOMST
5
POLEMIEK: NEDERLANDSE IDENDITEIT 7 THEMA: AAN DE ANDERE KANT VAN EUROPA
9
MENTALITEIT ALS VERKLARING VOOR ALLES
RUBRIEK: DE STUDENT
14
USOCIA: HET BESTUUR
15
USOCIA: WINTERWEEKEND
16
STUDIE: ZWETEN IS WETEN!
17
12
1 Thema Tussen droom en daad Afgelopen 17e oktober opende de Volkskrant een artikel over de nieuwste plannen van ons aller minister voor Ontwikkelingssamenwerking met de volgende inleiding: “Nederland gaat meer geld en energie steken in conflictgebieden als Afghanistan, Congo en Soedan. Volgens minister Koenders voor Ontwikkelingssamenwerking is succes niet verzekerd, maar moet geprobeerd worden het bestuur in die landen te versterken.” Een goede opening, niet alleen omdat het informatiegehalte zo lekker hoog is, maar ook omdat meteen duidelijk wordt dat de minister zelf a priori lijkt te geloven dat het plan tot falen gedoemd is. Geld en energie in een conflictgebied steken is namelijk als dweilen met de kraan open. et klinkt allemaal zeer behulpzaam en welwillend: de extra honderd miljoen euro voor de fragiele staten waarmee gewerkt kan worden aan medische zorg, onderwijs en bouwprojecten voor de burgerbevolking. De fragiele staten die minister Koenders op het oog heeft, negen in totaal, hebben een geschiedenis van bloedige conflicten gedomineerd door verkrachtingen, gebruik van kindsoldaten, massamoord, hongersnoden en wijdverbreide armoede. Kenmerken waar je geen mensenrechtenactivist voor hoeft te zijn om ze te willen verhelpen. Het is daarom niet meer dan logisch dat de minister juist in deze meest behoeftige staten energie en geld wil steken. Naast zijn humanitaire argument voert minister Koenders nog een tweede argument aan die ook de Nederlandse bevolking aan-
leden van de UNITA met z’n allen de boot nemen en via het Suez-kanaal Europa onveilig gaan maken, zijn de migratiestromen een reële dreiging voor omliggende landen. Goede voorbeelden zijn Rwanda en Congo, waar de grote toestroom van vluchtelingen en ex-strijders zorgde voor een grote ontwrichting van de ontvangende samenleving. Een land welke zelf nauwelijks instaat is te zorgen voor haar inwoners zal niet in staat zijn duizenden vluchtelingen te verzorgen. Dus inderdaad, de kans dat problemen overspringen naar de naburige regio’s is aanwezig.
zou zij inzien dat haar extra steun niets zal uitrichten. Ter verduidelijking van dit standpunt lijkt het me goed om kort de primaire problemen van fragiele staten aan te stippen, om daarna te bezien wat er eventueel wél zou kunnen gebeuren.
De problemen waar fragiele staten mee kampen zijn nauw met elkaar verbonden en zijn terug te voeren naar dezelfde fundamenten (of het ontbreken daarvan). Namelijk de afwezigheid van een overheid en sociale cohesie binnen de samenleving en de aanwezigheid van een veiligheidsdilemma. In fragiele staten bestaat doorgaans geen Echter, de problemen waar fragiele staten goed functionerend overheidsapparaat: mee kampen zijn groter en structureler de sociaal-maatschappelijke en politieke van aard en worden niet opgelost door instituties zijn verdwenen. Scholen, een geldinjectie van een ‘schamele’ hon- medische instanties, gemeentehuizen zijn slecht georganiseerd of ont‘Het oplossen van de problemen waar fragiele staten mee kampen breken. De instituties die nog wel bestaan worden gedomivergt het geduld van enkele decennia en een continue inzet van neerd door corrupte ambtenaren en werken zeer ineffienergie en grondstoffen.’ ciënt. Juist omdat de ‘overheid’ vaak een partij binnen gaat. In zijn beleidsbrief voor de Tweede derd miljoen. Dergelijke ad hoc hulp kan het conflict was heerst er een grondig Kamer – een brief met de heerlijke popu- best een tijdelijke verlichting brengen, wantrouwen tegen alles wat maar enigslistische titel ´Een zaak van iedereen; maar door de willekeurige en kortstondi- zins riekt naar instituties en ambtenaren. Investeren in een veranderende wereld’ – ge aard van dergelijke hulp zal er geen De bevolking is haar vertrouwen in de stelt hij dat “Fragiele staten een bedrei- werkelijke oplossing geboden worden. overheid verloren. Gevoelens die door de ging zijn voor ons allemaal. Juist doordat Het oplossen van de problemen waar fra- hoge mate van corruptie vaak alleen maar de wereld kleiner geworden is kunnen giele staten mee kampen vergt het geduld wordt versterkt. Dit alles komt de wederterrorisme, vluchtelingen, migratiestro- van enkele decennia en een continue opbouw natuurlijk niet ten goede: wie men en (drugs)criminaliteit een golfbe- inzet van energie en grondstoffen. Zou een bedrijfje wil beginnen moet grote ministerie voor zakken geld meebrengen en grote risico’s weging veroorzaken die zijn weerslag het heeft op andere landen.” Hoewel de stel- Ontwikkelingssamenwerking meer oog durven nemen. ling ‘voor ons allemaal’ me een beetje hebben gehad voor de concrete situatie in Daarnaast kennen deze landen een veiligoverdreven in de oren klinkt, alsof de de zogenaamde ‘post-war countries’, dan heidsdilemma (security-dilemma). Tenzij
2 vervolg een conflict eindigt met de uitroeiing van één van de strijdende partijen is er doorgaans sprake van een staakt-hetvuren. De gevechten zijn gestopt maar de herinneringen aan de gruweldaden en de polarisatie in de samenleving bestaan nog wel degelijk. De overheid is niet instaat dit dilemma op te lossen omdat zij het geweldsmonopolie niet heeft. Door het ontbreken van het geweldsmonopolie is de overheid niet instaat om in te grijpen en bijvoorbeeld belastingen te heffen waarmee herstelwerkzaamheden opgezet kunnen worden. Verschillende militante groepen kunnen zich in principe onttrekken aan het staatsgezag. Wantrouwen en ontbrekend staatsgezag houden de samenleving in de houtgreep. Herstelwerkzaamheden komen maar moeizaam van de grond en zijn vaak ongelijk verdeeld over de bevolkingsgroepen. Zou het ministerie er toch voor kiezen geld te doneren, dan wordt niet duidelijk aan wie het geld concreet gegeven wordt. Aan de overheid? Het is maar de vraag of de louche personen die de machtigste
kunnen doen met het geld? Ik zou zeggen dat hij zijn tijd en energie vooral steekt in landen waarvan duidelijk is dat de overheid het goede wil. Doneer daarom aan landen waar het al beter gaat met de mensenrechten en leefomstandigheden. Landen als Ghana, Mali, Mozambique, Senegal en Burkina Faso. Dit zijn landen die sociaal-politiek gezien stabiel te noemen zijn, maar waar nog genoeg te doen is. Zou het ministerie voor ontwikke-
politiek worden gevoerd waarbij de neuzen van de interveniërende landen voor langere tijd dezelfde kanten op staan. Kan aan die basisvoorwaarde niet voldaan worden, dan is het maar zeer de vraag of er echt hulp geboden kan worden.
Ik kan me goed voorstellen dat dit klinkt als een harde stelling, omdat het lijkt alsof we (nu ja, ik in dit geval) ons afwenden van de mensen die het diepst in de problemen zitten. Toch is dit niet zo ad hoc hulp kan best een tijdelijke verlichting brengen, maar op de lange termijn. We kunnen niet iedereen helpen, laat staan dat we dit door de willekeurige en kortstondige aard van dergelijke hulp permanent volhouden zonder dat we op die manier de eigen verantwoordezal er geen werkelijke oplossing geboden worden. lijkheid weg te nemen bij ontvangende landen. In dit geval van ontwikkeposities bekleden werkelijk begaan zijn lingssamenwerking juist deze landen een lingssamenwerking gelden de profetische met het lot hunner onderdanen. De steun in de rug geven, dan geeft zij een woorden die Willem Elsschot eigenlijk Mobutoe’s van deze wereld zijn heel belangrijk signaal af aan de bevolking en voor het Huwelijk had bedoeld, maar hier goed in staat een glimlach op te zetten en strijdende fracties in de fragiele staten: niet minder accuraat zijn: “want tussen de mooie woorden te spreken die wij goed gedrag wordt beloond. Daarnaast droom en daad staan wetten in de weg en graag horen. Daarbij komt dat, al zouden moet voor de fragiele staten een afweging praktische bezwaren.” de mensen in de posities met verantwoor- worden gemaakt. Willen we wat doen aan delijkheid het goede willen, zij nauwe- de situatie, dan moet er een consistente Leonard van ‘t Hul lijks in staat zijn te zorgen dat het geld ook daadwerkelijk effect heeft. Het gaat Voor wie verder wil lezen: hier om een plotselinge toestroom van -Beleidsbrief Ministerie voor Ontwikkelingssamenwerking: geld in een nauwelijks functionerende http://www.minbuza.nl/nl/actueel/brievenparlement,2007/10/Beleidsbrief-ontwikkelingssamenwerking--Een-zaak-v.html economie. -Ramsbotham, O. Woodhouse, T. Miall, H. (2006) Contemporary Conflict Nee, wil Bert Koenders cum suis een fra- Resolution. Cambridge: Polity Press. ISBN: 0-7456-3213-0. giele staat werkelijk helpen, dan is het -Chesterman, S. (2005) You, the people; The United Nations, Transitional overschrijven van 100 miljoen euro niet Administration, and State-Building. Oxford: University Press. ISBN: 0-19-928400voldoende. Wat zou Koenders dan wel 8.
3 Opinie De naïviteit en infantiliteit van het individu Benjamin Barber, voormalig adviseur van Clinton, omschrijft de consument in zijn reeds uitgekomen boek als een infantiel wezen ‘die als een kind achter zijn impulsieve wensen aanholt’. Met deze uitspraak heeft de politicoloog een uitgesproken mening over het handelen van het individu. Zijn boek geeft een interessante kijk op de huidige maatschappij. In het boek ‘De infantiele consument’ is Barber in de veronderstelling dat welvaart leidt tot dwangmatigheid en infantiliteit. Producenten praten door middel van reclames nieuwe behoeftes aan die geen bijdrage leveren aan de werkelijke behoeftes van de consument, aldus Barber. De consument handelt niet rationeel, maar reageert impulsief op alles wat de producent aanbiedt. De infantiliteit heeft dan ook betrekking op het feit dat ‘individuen als een kind achter hun wensen aan rennen en een makkelijk prooi zijn geworden voor de commercie’ (Barber, 2007). Deze uitspraak en onderbouwing geeft, naar mijn idee, een paradox aan in onze samenleving. De burger wordt meer en meer omschreven als een individu met een sterk eigen wil en een vermogen om doelgericht en rationeel te handelen. Toch ziet men dat de consument irrationeel reageert op prikkels die geen directe baten leveren. Aan de andere kant geeft bezit indirect een bijdrage aan de maatschappelijke positie van het individu en is in die zin het consumentisme wèl rationeel. Er is niet voor niets sprake van een consumptiemaatschappij. Barber spreekt van de absolute macht van de producent. Dit suggereert dat er sprake is van een twee deling in de maatschappij. Enerzijds ziet men een parlementaire democratie in de staatssfeer. Anderzijds is er binnen de commerciële markt een dictatuur waar de producent met de scepter zwaait. In de tijd dat Lodewijk XIV aan de (absolute) macht was, omschreef men de burger als een majorette pop van de koning, omdat hij altijd in de gunst van de koning leefde. In dat opzicht is er tegenwoordig sprake van een ‘déjà vu’. Alleen is hierbij de consument een majorettepop van de producent die de absolute macht heeft. De uitspraken van Barber over de consument als infantiel wezen gaan zelfs nog verder dan dat. Volgens hem is de consument ook naïef. Barber stelt ‘Reclame is niet alleen vervelend, het is ook gevaarlijk’. Hij geeft een causaal verband aan tussen de marktsfeer en staatssfeer. De aankoop van een product heeft invloed op maatschappelijke problemen. Als voorbeeld geeft hij de aankoop van een
auto: ‘als ik een Cadillac koop, draag ik bij aan onze afhankelijkheid van olie…deze aankoop heeft invloed op de oorlog in Irak’ (Barber, 2007:203). Zijn conclusie is dat de markt de democratie en het burgerschap ondermijnt. Het individu moet zich de externe gevolgen van de aankoop van een product realiseren. Er is hierbij dus sprake van een overlapping tussen de staatssfeer en marktsfeer. De oplossing van Barber om de infantiliteit van de consument te reduceren, is om producenten aan te sporen om op zoek te gaan naar producten die daadwerkelijk nodig en nuttig zijn. Barbers’s mening is niet alleen uitgesproken, maar ook idealistisch: ‘Tweederde van de wereld heeft geen schoon water… waarom gaan bedrijven daar niet wat aan doen’. Ook zal volgens hem het huidige kabinet een steentje bijdragen aan het ‘geperverteerde kapitalisme’. Hij suggereert dat het kabinet de marktwerking en commercialisering destabiliseert. Het kabinet Balkenende heeft de mogelijkheid de balans kunnen herstellen in de marktsfeer (Trouw, 10-10-2007). Toch is deze uitspraak eigenaardig gezien het feit dat er steeds meer sprake is van privatisering en liberalisering. Allesomvattend geeft Barber in zijn boek ‘De infantiele consument’ een zeer interessante kijk op onze (consumptie)maatschappij. Zijn mening mag dan wel zeer uitgesproken en enigszins ongenuanceerd zijn, toch confronteert hij de lezer met een fenomeen waar naar mijn mening zeker een kern van waarheid zit. De producent heeft nu eenmaal een sterke machtspositie. Job van den Berg Benjamin R. Barber, ‘De infantiele consument’ uitgeverij Ambo € 24,95
4 Thema Nederland moet Afghanistan per 1 augustus 2008 verlaten Binnen afzienbare tijd neemt de Nederlandse politiek een beslissing over de eventuele verlenging van de missie in Afghanistan. Een beslissing die steeds maar wordt uitgesteld, om daarmee tijd te vergaren, draagvlak te creëren en uiteindelijk gewoon te verlengen. En dat is helemaal verkeerd. Het is genoeg geweest: Nederland moet weg uit Afghanistan. Sinds 1 augustus levert Nederland een de Verenigde Staten. De 33 andere te zeggen. En dit is niet voor het eerst. bijdrage aan de NAVO-missie ISAF NAVO-landen die hun militairen ter De commissie-Bakker deed eind jaren beschikking hebben gesteld bevinden negentig onderzoek naar de in Afghanistan. Doel is ‘de Afghaanse autoriteiten zich in andere Afghaanse streken, Nederlandse uitzendingen uit het verzodanig te versterken dat die op ter- waar het relatief rustig is. Zoals secre- leden. Eén van de conclusies was dat mijn zelfstandig in staat zullen zijn de taris-generaal van de NAVO Jaap de Nederland wel altijd meedoet, maar veiligheid en stabiliteit in het eigen Hoop Scheffer benadrukte in NRC nooit iets te zeggen heeft. Hier moet land te garanderen’, aldus de Handelsblad (19 september 2007), is dus een einde aan worden gemaakt. Kamerbrief van de ministers Bot en het een missie waar alle landen hun Kamp van 22 december 2005. In bijdrage aan moeten leveren. Voor Een ander argument tegen een langer oktober zaten er in het land 1.516 hem is dat een argument om verblijf in Afghanistan, is dat Nederlandse militairen. Bij de vast- Nederland in het land te houden. Dit Nederland het niet meer kan betalen. stelling van deze missie is met de is echter niet fair. Nederland levert, In eerste instantie was de twee jaar NAVO afgesproken om twee jaar in door haar aanwezigheid in Uruzugan, durende missie begroot op ruim 300 Afghanistan te blijven, dus tot 1 momenteel een veel grotere bijdrage miljoen euro, zo blijkt uit de eerder augustus 2008. Tijdens die jaren zal aan het behalen van de doelstelling, genoemde Kamerbrief. Inmiddels Nederland besluiten dit verblijf te dan bijvoorbeeld Frankrijk en heeft de oorlog volgens verschillende verlengen, of om Afghanistan na twee Duitsland. De NAVO is gebaseerd op berichten in de media ongeveer 600 miljoen euro jaar te ‘Er wordt door de NAVO niet eens geluisterd naar de Nederlanders’ gekost. En dan verlaten. moeten we nog Het moment om deze beslissing te solidariteit en het delen van risico’s. tien maanden. Daarbij komt dat de nemen nadert, nadat eerder gestelde Nederland heeft haar verantwoorde- NAVO haar leden nauwelijks betaald deadlines in september en oktober lijkheden genomen, nu is het tijd dat voor militaire missies. Vervolgens selecteert het voor dit soort zware niet gehaald zijn. November moet nu andere NAVO-landen dit ook doen. missies haar beste én daarmee duurste de maand worden waarin een beslissing wordt genomen. Mijns inziens Daarnaast laat Nederland zich mis- legers. Nederland investeert dus relamoet Nederland per 1 augustus 2008 bruiken door de NAVO. Het vecht tief veel in haar leger, wordt daarom mee in de frontlinie, met een eigen gevraagd voor het zware deel van de Afghanistan verlaten. strategie. De zogenaamde inktvleks- missie, lijdt hierdoor meer verlies dan De Nederlandse militairen bevinden trategie. Los van of deze aanpak juist landen in rustige gebieden, en vervolzich in de zuidelijke provincie is, zegt De Hoop Scheffer dat gens mogen we dat zelf financieel Uruzugan. Nationaal en internatio- Nederland qua tactisch aanvalsplan oplossen. naal is men het erover eens dat hier de niets te zeggen heeft. Er wordt door zwaarste strijd wordt geleverd. de NAVO dus niet eens geluisterd Inmiddels 600 miljoen en mogelijk Nederland doet dit samen met naar de Nederlanders. Dat is raar. Wel één miljard euro is teveel geld in mijn Canada, het Verenigd Koninkrijk en voorop in de strijd, maar verder niets ogen, vooral omdat over het nut en de
5 vervolg kans van slagen van de missie hevig wordt getwist. Omdat deze inhoudelijke kant van het verhaal vooral wordt bepaald door het ministerie van Defensie, die alle journalistieke producties vanuit Afghanistan voor publicatie of uitzending screent, is een objectieve analyse onmogelijk en onthoud ik mij ook van missie-inhoudelijke argumenten. Deze onduidelijkheid en twijfel speelt echter wel een rol, wanneer genoemde bedragen ermee gemoeid zijn. De Nederlandse regering kan niet doorgaan met het uitgeven van miljoenen euro’s, terwijl onbekend is of dit iets oplevert. Los van het Nederlandse standpunt staat dat de NAVO de missie in Afghanistan wil voortzetten. Dat is inderdaad inclusief Nederland, dat echter op 1 augustus 2008 voldoende heeft bijgedragen. Het is aan de andere NAVO-landen om hun verantwoordelijkheid te nemen en zich financieel in de nesten te gaan werken. Daniël Coenen
Burgemeestersreferenda hebben de toekomst Het burgemeestersreferendum in Utrecht van 10 oktober jl. is na een opkomstpercentage van 9,25% als mislukt beschouwd. Vanuit de Tweede Kamer, en ook op de diversie opiniepagina’s, klonk een eenduidig geluid: nooit meer burgemeestersreferenda. Een kortzichtige en verkeerde conclusie. Vijf referenda in andere gemeenten bleken in het verleden namelijk succesvol andere referenda veel landelijke aandacht kreeg, was er Op 6 maart 2002 werden in Best en Vlaardingen de eerste burgemeestersreferenda georganiseerd. Inmiddels zijn veel kritiek. Terecht, want met een opkomstpercentage van 9,25% is er iets niet goed gegaan. De oorzaken van zeven burgervaders benoemd na een volksraadpleging. geringe Utrechtse belangstelling zouden met name geleNa Best en Vlaardingen volgden Leiden, Boxmeer, gen zijn in het feit dat de twee kandidaten, Ralph Pans en Zoetermeer, Delfzijl en nu dus Utrecht. Op 23 januari is Aleid Wolfsen, beide van PvdA-huize zijn. “Er valt niets het zover in Eindhoven. De opkomstpercentages waren te kiezen”, zei de man van de straat. Het werd nog erger als volgt: Best – 61,4%; Vlaardingen – 49,2%; Leiden – toen kandidaat Pans in de aanloop naar de verkiezingen 48,3%; Boxmeer – 38%; Zoetermeer – 27%; Delfzijl – verklapte dat hij door de landelijke PvdA was gevraagd 41% en Utrecht – 9,25%. Daarbij moet worden aangeteom te solliciteren. En als hij het niet zou worden, vond kend dat in Best en Vlaardingen, de gemeenten met de hij dat niet zo erg. Hij had het erg naar zijn zin in zijn hoogste opkomstpercentages, het referendum tegelijkerhuidige functie. Wolfsen liet zich niet uit over de exacte tijd met de gemeenteraadsverkiezingen werd gehouden. Net als in Het werd nog erger toen kandidaat Pans in de aanloop naar de verkiezingen Utrecht gold voor alle refeverklapte dat hij door de landelijke PvdA was gevraagd om te solliciteren. renda dat bij een opkomst gang van zaken, maar zei wel dat hij had afgetast bij de lager dan dertig procent het referendum ongeldig zou partylobbyist – wie of wat dat ook moge zijn - of zijn worden verklaard. Dit was dus het geval in Utrecht en sollicitatie welkom zou zijn (Algemeen Dagblad, 18 sepZoetermeer. In de andere steden werkt inmiddels een tember). prima functionerende burgemeester. Na het referendum in Utrecht, wat in tegenstelling tot de
En daarmee was een mislukking onafwendbaar. Vooral
6 Actueel Utrecht faalde, maar van fouten moet je leren. Stel als ministerie van Binnenlandse Zaken vast dat kandidaten niet van dezelfde partij mogen zijn. Was dit in Utrecht gebeurt, dan was een hoop ellende achterwege gebleven. Daarmee stel je nog meer eisen aan de kandidaten, omdat ze voor de selectiecommissie – de burger is nog steeds niet capabel genoeg om volledig zelf te regeren mogelijk moeten concurreren met partijgenoten. Alleen de meest gemotiveerden zullen overblijven. En dat kandidaten worden gevraagd of voorgedragen, tja, dat is inherent aan onze stelsel met relatief veel politieke partijen. Dan worden sommige benoemingen onderling Juist om die vermeende kloof te dichten, organiseerde gestuurd. Maar door de beperking van één kandidaat per Utrecht een burgemeestersreferendum. Maar het gemeenpartij op te leggen, zal dit een stuk lastiger ‘Toch is het kortzichtig en onjuist om te concluderen dat gemeenten worden. omdat de PvdA min of meer symbool staat voor de zogenaamde ‘oude politiek’. De politiek van achterkamertjes en wandelgangen. Van prestigebenoemingen, de Haagse kaasstolp en de puinhopen van acht jaar Paars. Met politici die geen idee hebben van wat er zich in het land afspeelt, bijvoorbeeld in de wijken en in de zorginstellingen. Volgens velen bleek er tussen het Binnenhof en de rest van het land een gapend gat te liggen, wat louter werd overbrugd door subsidiestromen en stapels A-4tjes met bureaucratische bemoeienissen: de kloof tussen burger en politiek.
bij hun zoektocht naar een nieuwe burgermeester geen referenda
De zeven verkiezingen tezamen haalden een meer moeten organiseren’ opkomstpercentage van gemiddeld 39,2%. tebestuur kreeg het deksel op de neus. Door een dergelij- Wanneer je Utrecht als sterke uitschieter niet meetelt kom je op 44,1%. Lage opkomstpercentages moeten de ke schijnverkiezing te organiseren bewezen de politici moed niet in de schoenen doen zinken. Evalueer grondig nog steeds niet te weten wat burgers echt willen, vond en bepaal hoe het de volgende keer anders moet. men. En daarmee ontstond een nieuwe barst in de nog Wanneer een slechte opkomst direct zou leiden tot steeds niet gedichte kloof. afschaffing, kunnen we ook wel de verkiezingen voor het Toch is het kortzichtig en onjuist om te concluderen dat Europees Parlement afschaffen, wat na zes verkiezingen gemeenten bij hun zoektocht naar een nieuwe burgereen percentage van 43,6 behaalde. meester geen referenda meer moeten organiseren. Vijf van de zeven gehouden volksraadplegingen slaagden. Daniël Coenen
7 Polemiek 'In deze rubriek gaan Thijs van Dooremalen en Remmert van Haaften (student economie in Tilburg) in debat. De een zal hierbij voor een stelling pleiten, waarna de ander met een tegenoffensief komt. In dit tweede polemisch geschil: dé Nederlandse identiteit. Dat Nederland bestaat is algemeen geaccepteerd. Maar of er ook één specifieke Nederlandse identiteit bestaat? Remmert pleit voor en Thijs tegen de stelling.
Zoektocht naar de Nederlandse identiteit Op maandag 24 september hield prinses Máxima een toespraak bij de presentatie van het WRR-rapport ‘Identificatie met Nederland’. Daarin zei ze onder andere dat ‘de’ Nederlander niet bestaat. Als troost voegde ze daaraan toe dat ‘de’ Argentijn ook niet bestaat. Hierna viel half Nederland over haar heen. Hoe durft ze onze identiteit te grabbel te gooien! Nu moet worden toegegeven dat ‘de’ Nederlander het de laatste tijd ook niet gemakkelijk heeft gehad. Oude zekerheden lijken als sneeuw voor de zon te verdwijnen en zelfs de bank vervalt in buitenlandse handen. Nee, onze identiteit nemen ze niet ook nog van ons af, moeten al die mensen hebben gedacht.
middel van inburgeringsprogramma’s omgevormd kunnen worden tot keurige Nederlanders. Als de Nederlandse identiteit niet bestaat, betekent dat het failliet van die programma’s. Dat veel keurige Nederlanders overigens niet slagen voor het inburgeringsexamen geeft goed aan hoe sterk die Nederlandse identiteit wel niet is. Rechtse politici zullen dit paradepaardje echter niet snel uit handen geven. Hoewel het geen oplossing is voor sociale problemen, is het namelijk wel een sterk electoraal wapen. Zij zijn zich namelijk net zo goed als ik bewust van de onzekerheid die onder mensen leeft. Door de schijn van de Nederlandse identiteit hoog te houden, legitimeren zij namelijk niet hun inte‘.Door de schijn van de Nederlandse identiteit hoog te houden, legitimeren zij alleen gratiepolitiek. namelijk niet alleen hun integratiepolitiek. Zij voorzien tevens in de behoefte Zij voorzien tevens in de aan vastomlijnde identiteiten’ behoefte aan vastomlijnde identiteiten. Je hebt namelijk allochtonen en autochtonen. En allochtonen dieMaar wat houdt die Nederlandse identiteit dan in? Vraag ‘de’ nen zich aan autochtonen aan te passen. Wat zit de wereld toch Nederlander daarnaar en hij of zij moet je het antwoord schuleenvoudig in elkaar! Naast het overschatten van de dig blijven. Nu hoeft dat niet automatisch te betekenen dat de Nederlandse identiteit, maken zij zich nu tevens schuldig aan Nederlandse identiteit niet bestaat. Misschien is het een moeihet polariseren van het maatschappelijke debat. Een zeer kwalijk te verwoorden ‘gevoel’. Ik denk echter dat de normen en lijke zaak. Dat immigranten ook zouden kunnen bijdragen aan waarden zoals die gelden in intermediaire groeperingen, zoals de Nederlandse cultuur komt kennelijk niet in hen op. Maakte de kerk of moskee, de school en het gezin, eerder bepalend tolerantie en openheid niet óók deel uit van die Nederlandse zijn voor de identiteit die individuen zichzelf aanmeten dan identiteit? Nederland dat is. In het verzuilde Nederland was je immers bovenal protestant of katholiek, socialist of liberaal. Toen Remmert van Haaften hoorde je niemand over de Nederlandse identiteit. In het ontzuilde Nederland zijn die oude, vertrouwde scheidslijnen echter verdwenen en daarmee is identiteit ook een gefragmenteerd begrip geworden. Nu kan een persoon zelfs meerdere ‘identiteiten’ in zich verenigen. Die moslim met die baard blijkt er liberale opvattingen op na te houden en die vlotte meid blijkt een conservatieve christen te zijn! Het is dus allemaal niet meer wat het lijkt. Is dat even schrikken! Het hameren op ‘de’ Nederlandse identiteit blijkt dus een angstige reactie op het verdwijnen van vastomlijnde identiteiten. Een verlangen naar lang vervlogen tijden, zogezegd. Dit kan niet los worden gezien van maatschappelijke ontwikkelingen als globalisering en migratie. Oude zekerheden verdwijnen en mensen zijn op zoek naar een nieuw houvast. De Nederlandse identiteit moet uitkomst bieden. Dat die niet bestaat is daarbij onbelangrijk. Daarnaast waren de uitspraken van Máxima tegen het zere been van rechtse politici. Zij baseren hun hele immigratie- en integratiepolitiek immers op het gegeven dat mensen door
8 Polemiek po·le·miek (de ~ (v.), ~en) 1 openlijk gevoerde pennenstrijd
Nederlandse identiteit of kosmopolitisch simplisme? Een van de meest ironische en tegelijkertijd paradoxale comwordt gezegd dat Nederland een traditie kent op het gebied mentaren op de WRR-speech van prinses Máxima luidde dat van tolerantie, consensuscultuur en een streven naar gelijkheid. zij met het ontkennen van ‘de’ Nederlandse identiteit juist De gevolgen van deze kenmerken zijn politiek gezien duidelijk bevestigde dat er zoiets als een nationale identiteit zou bestaan. zichtbaar. De traditie van tolerantie heeft ervoor gezorgd dat Een onderdeel van de Nederlandse identiteit zou namelijk het wij als eerste land in de wereld homo’s de mogelijkheid gaven ontkennen van het bestaan ervan zijn. Daar zit wat in. Het om met elkaar te trouwen. De consensuscultuur zien we terug grootste deel van de Nederlandse politieke en intellectuele elite in onze overlegcultuur op bestuurlijk niveau, het poldermodel. dweept graag met een cultuurrelativistisch, postmodernistisch En het streven naar gelijkheid is duidelijk terug te zien in onze wereldbeeld. Iets als een nationale identiteit zou al lang achter- verzorgingsstaat, ons nivellerende belastingstelsel en de gelijke haald zijn. We zijn op z’n minst allemaal Europeanen, maar kansen die we iedereen in het onderwijs willen bieden. Op eigenlijk is dat nog te bekrompen gedacht. Eigenlijk zijn we deze drie terreinen onderscheiden we ons in meer of mindere allemaal wereldburgers, kosmopolieten. Het is een interessante mate van de landen om ons heen. En dan heb ik het nog niet gedachte, maar een tikkeltje simplistisch. eens gehad over iets als de Nederlandse taal, misschien wel het Natuurlijk is het niet zo dat er zoiets bestaat als ‘de’ beste voorbeeld van de aanwezigheid van een gemeenschappeNederlander. Op dat punt geef ik Remmert dan ook gelijk. lijke identiteit. Nederlanders verschillen van elkaar ‘Wat vooral kwalijk is aan het ontkennen van een Nederlandse identiteit is in zaken als uiterdat het een verkeerd signaal afgeeft aan de samenleving.’ lijk, gedrag en opvattingen. Er bestaat een behoorlijk verschil tussen de katholieke, Limburgse dorpsbewoner en Wat vooral kwalijk is aan het ontkennen van een Nederlandse de atheïstische, hedonistische bewoner van de Randstad. identiteit is dat het een verkeerd signaal afgeeft aan de samenNiemand zal beweren dat iedereen in Nederland precies hetleving. Uit analyses van de verkiezingsuitslag van de Tweede zelfde is. Maar om te beweren dat we allemaal anders zijn en Kamerverkiezingen van vorig jaar is gebleken dat de mensen dat er niets is wat ons als Nederlanders gemeenschappelijk die op de PVV, SP en Rita Verdonk hebben gestemd zich onzebindt is weer het andere uiterste. Negeer je met het marginaliker voelen in tijden van migratie en mondialisering. Zoals seren van een nationale identiteit namelijk niet de collectieve Remmert in zijn stuk al aangaf proberen deze mensen houvast geschiedenis van een land, en ga je niet voorbij aan een scala te vinden bij dat wat ons als Nederlanders bindt, onze nationaaan eigenschappen en waarden die het gros van de bevolking le identiteit. Welk signaal geef je aan deze mensen wanneer je met elkaar deelt en belangrijk vindt? tegen ze zegt dat hun houvast helemaal niet bestaat? Vergroot Ieder land heeft wel degelijk zoiets als een nationale identiteit. je op die manier niet alleen maar het onbehagen wat er onder Deze zou je grofweg op twee niveaus kunnen karakteriseren, deze mensen al leeft? En welk signaal geef je af aan het deel namelijk een gevoelsmatige en een wat duidelijker zichtbare. van de allochtone bevolking dat nog niet goed geïntegreerd is? Voor een karakterschets van een land op het gevoelsmatige Door de Nederlandse identiteit te marginaliseren, marginaliseer niveau hoef je maar een gesprek met de gemiddelde je impliciet immers ook het belang om bepaalde gebruiken die Nederlander te beginnen. Iedereen kan een prima typering bij die identiteit horen, zoals het spreken van de taal, over te geven van de inwoners van verschillende landen. Als het over nemen. Op die manier wordt het alleen maar lastiger om de Fransen gaat zullen al snel de termen ‘chauvinistisch’ en ‘arro- integratieproblematiek op te lossen. gant’ vallen, en bij Duitsers zullen dit waarschijnlijk dingen als Het is dan ook van belang om te onderkennen dat er wel dege‘vriendelijk’ en ‘goed georganiseerd’ zijn. Zulke typeringen lijk zoiets bestaat als een Nederlandse identiteit. Dit betekent bestaan er natuurlijk ook over Nederlanders. Vaak hoor je dat niet dat iedereen aan een stereotype zou moeten voldoen, maar we onbeschoft zijn en niet graag geld uitgeven. Er bestaan dus wel dat mensen moeten opereren binnen de kaders van de wel degelijk verschillen in de manier waarop wij bewoners van identiteit. En aangezien tolerantie en openheid deel uitmaken verschillende landen typeren, en dus in de identiteit die wij aan van onze identiteit, is er binnen die kaders nog genoeg ruimte hen toekennen. voor diversiteit. Op het wat duidelijker zichtbare niveau zou je kunnen kijken naar onze gemeenschappelijke geschiedenis, die doorwerkt in Thijs van Dooremalen de manier waarop wij momenteel met elkaar samenleven. Vaak
9 Reportage Aan de andere kant van Europa: De status van Kosovo Laten we er vooral geen doekjes om winden. Nu onze samenleving in rap tempo geconfronteerd wordt met alle vraagstukken die multiculturalisme met zich mee brengt, blijkt dat integreren helemaal zo makkelijk nog niet. Dat het integratieproces in het post-Pim tijdperk allerminst gladjes verloopt, blijkt elke dag maar weer in de media. De sociale segregatie in de ‘prachtwijken’, de ambivalentie rondom de vrijheid van meningsuiting en het polariserende populisme van politieke schertsfiguren als Geert Wilders, vechten dagelijks om onze mening. En tot overmaat van ramp lijkt ook het maatschappelijke vertrouwen in dat andere grootse integratie-ideaal, de Europese Unie, tot een historisch nulpunt te zijn gedaald. Ondanks deze pessimistische analyse, wordt de mensheid, in toenemende mate, geconfronteerd met processen die de grenzen van cultuur en etniciteit al lang zijn overschreden. Global warming, het energievraagstuk, arbeidsmigratie en ongekend snelle communicatiemiddelen zijn processen die door hun enorme schaal en reikwijdte, onze leefwereld elke dag een stukje steeds kleiner maken. De noodzaak, voor zowel het individu als elk denkbaar collectief, om te reageren en te anticiperen op deze vraagstukken is nagenoeg evident. Dit vergt echter wel een open visie op de toekomst, waarin culturele integratiebarrières geanalyseerd, geaccommodeerd en wellicht beter geaccordeerd zouden kunnen worden. Maar voor een symbiose zijn altijd meerdere partijen nodig. Integratie lijkt dus tegen wil en dank zowel het grote zorgenkind, als dé noodzakelijke opgave voor de toekomst Geboeid door deze controverse, besloot ik mij deze zomervakantie op te geven voor een studieproject, dat luisterde de weinig verhullende naam ‘Our Future European Integration’. Dit project is ontstaan als een initiatief van drie non-gouvernementele organisaties uit Kosovo (Intergra), Servie (Fractal) en Nederland (IKV Pax Christi). En zoals de naam doet vermoeden, draait het hier om integratie in de breedste zin des woords. Het project bestaat uit drie studiereizen naar de deelnemende ‘regio’s’, (Elke notie die voorbarig een onafhankelijk Kosovo zou impliceren, werd zorgvuldig vermeden). Het reisgezelschap bestaat uit vijf geselecteerde studenten uit elke deelnemende samenleving. De doelstellingen van dit project zijn even divers als ambitieus Allereerst probeert het ‘Our Future’ project jongeren uit deze drie verschillende ‘regio’s’ met elkaar in contact te brengen. Gezien de conflictrijke voorgeschiedenis en de al
zeven jaar slepende discussie omtrent de onafhankelijkheid van Kosovo, is contact tussen Servische en ‘Kosovaarse’ (etnisch Albanese) jeugd, meer uitzondering dan regel. De Nederlandse delegatie fungeert primair dan ook als ‘social lubricant’ om dit proces te faciliteren en door een ‘third track negotiations’ model de kans op etnische polarisatie binnen het project te verminderen. Ten tweede streeft ‘Our Future’ ernaar om de ontwikkeling van het integratieproces, zowel in de deelnemende samenlevingen, als op het Europese continent, in kaart te brengen. En tot slot, probeert dit project de bewustwording en het maatschappelijke activisme onderen jongeren te stimuleren en te faciliteren. Tijdens deze studiereizen worden diverse personen en instituties bezocht die van invloed zijn op het integratieproces in de gastsamenleving. Hierbij wordt niet louter aandacht besteed aan interne integratieperikelen, maar ook gekeken naar de kansen en problemen van de regio in het proces van Europese integratie. In de drieluik ‘Aan de andere kant van Europa‘, die in de achtereenvolgende edities zal verschijnen, wil ik u graag deelgenoot maken van mijn indrukken opgedaan tijdens het bezoeken van Kosovo, Servie, Nederland en de EUorganen in Brussel. Om niet direct te verzanden in complexe en gepolariseerde integratiediscussies, wil ik door luchtige impressies van ondernomen activiteiten, eerst een indruk geven van integratieprocessen aan de andere kant van het continent spelen. En ondanks die onvermijdelijke culturele vooringenomenheid, is er tevens ruimte voor conclusies gereserveerd. Loesje in de straten van Pristina -Pristina 9 mei 2007Mijn eerste ochtend in de aspirant hoofdstad van Kosovo
10 Vervolg begint met een nare smaak in mijn mond. Als gevolg van het tekort aan schoon drinkwater, hanteert mijn hotel de dagelijkse maatregel om de waterleiding, van middernacht tot negen uur s’ ochtends, volledig af te sluiten. Gelukkig had ik belangrijkere zaken aan mijn hoofd. In samenwerking met de internationale afdeling van de welbekende sloganorganisatie Loesje, had de ‘Our Furture’ studiegroep de eervolle taak gekregen om zelf een Loesje campagne voor Kosovo te creeren. En het moment was aangebroken dat wij, Loesje wereldverbeteraars, onze eigen creatieve schepping moesten onderwerpen aan de cruciale test : de reactie van de Kosovaarse bevolking. Gewapend met een arsenaal aan (westers) politiek correcte zinnetjes, trokken wij op 9 mei dapper de binnenstad van Pristina binnen. De timing had niet beter kunnen zijn. De datum waarop Robert Schuman, toenmalig Frans minister voor buitenlandse zaken, in 1950 zijn plan voor een Europese gemeenschap voor kolen en staal lanceerde, is namelijk tot officiële ‘Europa’ dag uitgegroeid. In Nederland gaat deze dag zonder taart, evenement of ander feestelijks voorbij. In Pristina daarentegen, wordt deze dag aangrepen om door middel van festiviteiten en media campagnes, de bevolking van hun Europees toekomstperspectief bewust te maken. Ons ‘Loesje’ offensief maakte dan ook deel uit van een bredere media campagne, genaamd Evrope Pritna! (letterlijk vertaalt , Europa, wacht op ons!) De hoop die een dergelijk Europees perspectief Kosovo lijkt te bieden, stond in aangenaam contrast met de hardnekkige ‘Euro scepsis’ die in west Europa lijkt te heersen Tijdens het uitdelen van onze ‘Loesje’ flyers viel mij één ding direct op. Het flyeren an sich is in Pristina blijkbaar een grote noviteit. Waar in Nederland de goedbedoelde papiertjes meestal vijf meter verder op de grond belanden, besteedde elke Kosovaar uitvoerig aandacht aan wat wij ze net in handen hadden gedrukt. Het primaire doel van onze missie was dus zondermeer geslaagd In de straten van deze warme, onbekende stad, waren de reacties op ons idealistische werk echter zeer divers. De meeste jongeren waren vrij positief, ze bedankten netjes en grinnikte hier en daar nog wat na. Vooral de slogan ‘Integration, How did Tarzan became accepted in the jungle?’ deed het goed. Maar helaas viel niet elke slogan in humoristische aarde. Maar ach ja, ook negatieve reacties geven blijk van kritisch zelfstandig denken.
Tussen Volk en Vaderland -Pristina 10 mei 2007Ons bezoek aan Slobodan Petrovic, de voorzitter van de Autonome Liberale Partij in Kosovo, had veel weg van een bekend maffiacliché. In een schimmige horecagelegenheid, compleet met spiegelwanden en bladgoud, werden wij zeer vriendelijk ontvangen door een aantal potige, net geklede heren. En doordat het gesprek voornamelijk in het Servisch verliep, (de Engelse vertaling was zeer gebrekkig) waande ik mij even in de Oost-Europese onderwereld. Zeker toen onze gastheer opende met de woorden: “Het maakt niet uit waar, maar wie je ontmoet”. Gelukkig bleek de doelstelling van deze heren een stuk vredelievender dan gedacht. De Autonome Liberale Partij ( de NLS) streeft naar een vreedzame accommodatie van de Servische minderheid in een multi-etnische samenleving, waarin alle burgers gelijk zijn voor de wet. Om dit doel te bereiken probeert deze partij samen te werken met de huidige (Albanese) autoriteiten om zo de directe belangen van de Servische minderheid in Kosovo te behartigen. Maar deze sympathieke en pragmatische doelstelling blijkt allerminst populair en zelfs zeer gevaarlijk. Het grote verschil met andere Servisch georiënteerde partijen is namelijk dat de NLS erkent dat Kosovo onmogelijk weer onder het bestuur van Servië kan worden gebracht. De regering- Tadic is echter niet van plan om door Kosovo onvoorwaardelijke onafhankelijkheid te schenken, een zekere politiek zelfmoord te plegen. Zoals uit de recente Kosovaarse verkiezingen van 17 november 2007 is gebleken, roept Belgrado de Servische Kosovaren op om de huidige autoriteiten en alle verkiezingen daarvoor te boycotten. Maar omdat de NLS zich niet aan deze boycot houdt en dus zo impliciet een onafhankelijke Kosovo erkent, wordt de partij door Belgrado afgeschilderd als landverraders. De NLS heeft zich zo in een paradoxale situatie gemanoeuvreerd. In Kosovo wordt deze partij gezien als een Servische minderheidspartij. Maar in Servië en door het merendeel van de Servische Kosovaren worden de NLS leden beschouwd als staatsgevaarlijke collaborateurs. De partij heeft hierdoor, zowel onder de Albanese als Servische Kosovaren, nauwelijks aanhang. Petrovic vertelde ons dat hij en andere partijleden regelmatig wordt bedreigd door eigen landgenoten, alleen
11 Reportage omdat zij een vreedzame toekomst voor de Serven in Kosovo nastreven. Dit stemde hem uiterst verdrietig. Hij vergeleek zijn positie met die van de astronoom Galileo Galilei, die tegen alle conventies in, volhield dat de aarde rond de zon draaide. Uiteindelijk zou men wel moeten inzien dat integratie van de Servische minderheid in een nieuw onafhankelijk Kosovo, de enige oplossing voor een vreedzame toekomst is. Hij hoopte alleen dat hij niet met zijn leven voor dit besef hoefde te betalen. Het oordeel van een Ombudsmens -Pristina 10 mei 2007Per taxi werden wij naar het hoofdkantoor van het Ombudsperson instituut in Kosovo gebracht. In Nederland kennen wij deze organisatie als de ‘Ombudsman’, en ik was dan ook direct vertederd door deze politiek correcte terminologie. Dit Ombudsperson instituut is een onafhankelijke organisatie die klachten van burgers over het functioneren van de overheid in behandeling neemt. Deze politieke consumentenbond is een belangrijke instantie om de civiele samenleving te beschermen tegen politiek machtsmisbruik en andere bestuurlijke wantoestanden . In bijna elk democratisch bestuurd land is dan ook een equivalente organisatie te vinden. Maar tijdens ons gesprek met Hilmi Jashari, de huidige voorzitter van dit instituut, bleek dat het functioneren van de Ombudsperson in Kosovo een behoorlijk gecompliceerde onderneming is. Allereerst kent hedendaags Kosovo een hybride politiek stelsel. Sinds de militaire VN interventie in 2000, wordt de voormalig Servische provincie immers bestuurd door de UNMIK, ofwel de United Nations Mission in Kosovo. Maar daarnaast kent Kosovo ook lokale overheidsinstanties, de Provsional Institutions of Self Governement (PISG). Deze democratisch gekozen autoriteiten vormen de institutionele basis waarop een toekomstig onafhankelijke Kosovo politiek bestuurt zal gaan worden. En nu de onderhandelingen over onafhankelijkheid in een vergevorderd stadium zijn, draagt UNMIK steeds meer politieke verantwoordelijkheden over aan de PISG. De relatie tussen de Ombudsperson en de PISG is op zijn zachts gezegd moeizaam te noemen. Het jaarverslag van 2006 staat bol van de klachten over het functioneren van de huidige lokale overheid. Ik citeer uit het voorwoord van Hilmi Jashari:
“The lack of accountability of the public administration, insufficient protection of the rights of minorities, lack of a proper social security system, corruption, nepotism and organized crime are the main factors that have helped to create a system of legal uncertainty for the citizens of Kosovo and have prevented the justice system from functioning at an adequate level. ” Ondanks de huidige problematiek heeft deze instantie noch de middelen, noch de autoriteit om deze misstanden eigenhandig op te lossen. Hun voornaamste wapens in de strijd tegen het onrecht zijn aanbevelingen voor de lokale overheid, de uitgave van publieke rapporten en het uiten van hun zorgen richting de Kosovaarse en internationale media. Na een intensieve week vol boeiende ontmoetingen, kan ik alleen met zekerheid stellen dat Kosovo zich al geruime tijd in een impasse bevindt. De onduidelijkheid over de staatkundige status van Kosovo, creëert een dubbele alibi, waardoor de noodzaak van beschermde etnische enclaves, de hoge werkeloosheid (43%!) en het gebrek aan multietnische politieke representatie, ineens problemen van een lagere orde lijken te zijn. Het bestuur van de Verenigde Naties heeft een gebrek aan legitimiteit en verantwoordelijkheid bij de Kosovaarse politieke instanties opgeleverd. De situatie waarin deze samenleving zich bevindt maakt eventuele toetreding tot EU eveneens tot een zeer lange termijn project. Logischerwijs zou elke onvrede over de huidige situatie zich moeten vertalen in een electoraal verlies voor de huidige regering bij de verkiezingen van 17 November. Maar als collectieve orde en staatkundige onafhankelijkheid pragmatisch worden verkozen boven individuele rechtszekerheid en een functionerende multi-etnische samenleving, liggen er nog enorme bergen werk voor de Ombudsperson en soortgelijke instanties, in het verschiet. Zeker als er na een toekomstige onafhankelijkheid geen directe VN jurisdictie meer in Kosovo zal bestaan. Julian van Batenburg student Geschiedenis en actief bij Pax Christi www.kosovareport.com/new-kosovo-party-vows-to-protect-serb.html Sixth annual report 2006, Ombudsperson Institution in Kosovo (Pristina 2006) 9.
12 Thema Mentaliteit als verklaring voor alles De hedendaagse burger heeft een sterke eigen wil, is ongrijpbaar en ondoorgrondelijk, mondig en niet in een hokje te plaatsen. De meeste deskundigen zijn het hier wel over eens. Om deze ontwikkeling het hoofd te bieden heeft het Amsterdamse markt- en beleidsonderzoeksbureau Motivaction de “Mentality™” onderzoeksmethode ontwikkeld. Deze methode deelt de Nederlandse samenleving in, in acht verschillende sociale milieus op basis van waarden en opvattingen. Motivaction claimt dat de ‘traditionele’ sociaal-wetenschappelijke determinanten zoals leeftijd, sociale klasse, opleiding en inkomen aan kracht hebben ingeboet en dat hun “Mentality™”-indeling zich heeft bewezen als een beter middel om het gedrag van mensen te verklaren. De acht verschillende sociale milieus in Nederland waar- Voor de verbeelding heeft Motivaction de Nederlandse mee Motivaction pretendeert het gedrag van mensen in samenleving onderverdeeld in deze acht sociale milieus de samenleving beter te kunnen verklaren zijn de traditischematisch weergegeven, uitgezet naar status en naar onele burgerij, de gemaksgeorienteerden, de moderne waarden: burgerij, de nieuwe conservatieven, de kosmopolieten, de opwaarts mobielen, de postmaterialisten en de postmoDe indeling van de Nederlandse samenleving in deze derne hedonisten. Van elke groep heeft Motivaction op sociale milieus is natuurlijk vermakelijk om te lezen zijn site (www.motivaction.nl) een korte beschrijving omdat het erg herkenbaar is. Zo hoor ik de lezer al dengegeven: ken: ah, dus die gezinnen die op nationale feestdagen · De traditionele burgerij is de “moralistische, massaal naar de meubelboulevard gaan horen dan bij de plichtsgetrouwe en op de status-quo gerichte burgerij die moderne burgerij. En de nouveau riche, die mannen met vasthoudt aan tradities en materiële bezittingen”; 18% ferrari’s die hun vrouw een borstvergroting cadeau doen van de Nederlandse bevolking. voor hun 40e verjaardag, dat moeten dan de ‘opwaarts · Gemaksgeorienteerden zijn “impulsieve en pasmobielen’ zijn. Erg grappig, maar is deze indeling ook sieve consumenten die in de eerste plaats streven naar werkelijk bruikbaar om de Nederlandse samenleving mee een onbezorgd, plezierig en comfortabel leven”, 9% van te analyseren? de bevolking. · Moderne burgerij: “conformistische, statusgevoe- Om een indruk te krijgen van de operationalisatie van de lige burgerij die het evenwicht zoekt tussen traditie en indeling in waardengroepen die Motivaction gebruikt heb moderne waarden als consumeren en genieten”, met 22% ik zelf de Mentality™-test gedaan op de website van de grootste groep van de Nederlandse bevolking. Motivaction. Er werden vragen gesteld om te bepalen of · Nieuwe conservatieven zijn de “liberaal-conserik traditionele danwel moderne normen en waarden vatieve maatschappelijke bovenlaag die alle ruimte wil belangrijk vind (belang van het gezin, van etiquette, vrijgeven aan technologische ontwikkeling, maar zich verzet heid), hoe materialistisch ik ben, hoe belangrijk ik pertegen sociale en culturele vernieuwing”, 8%. soonlijke ontwikkeling en hard werken vind, of ik links · Kosmopolieten: “open en kritische wereldburgers of rechts ben, hoe hedonistisch ik ben, hoe xenofoob ik die postmoderne waarden als ontplooien en beleven inte- ben en hoeveel vertrouwen ik heb in de vooruitgang. greren met moderne waarden ‘Zo hoor ik de lezer al denken: ah, dus die gezinnen die op nationale feestals maatschappedagen massaal naar de meubelboulevard gaan horen dan bij de moderne lijk succes, mateburgerij. ’ rialisme en genieten”, 10%. · Opwaarts mobielen: “carrièregerichte individuaVerder werden nog enkele vragen gesteld naar mijn listen met een uitgesproken fascinatie voor sociale status, mening over de emancipatie van vrouwen en homo’s en nieuwe technologie, risico en spanning”, 13%. naar mijn culturele en politieke engagement. · Postmaterialisten zijn “maatschappijkritische idealisten die zichzelf willen ontplooien, stelling nemen Op basis van mijn antwoorden werd geconcludeerd dat tegen sociaal onrecht en opkomen voor het milieu”, 10%. ik een postmoderne hedonist ben. Omdat ik “individua· Postmoderne hedonisten, tot slot, zijn “pioniers listisch” ben en een “sterke wil tot zelfbeschikking” toon. van de beleveniscultuur, waarin experiment en het breken Ik heb een “onafhankelijke leefstijl” en ik “hecht er veel met morele en sociale conventies doelen op zichzelf zijn waarde aan zelf te kunnen beslissen over de dingen die geworden”, ook 10% van de samenleving. mij aangaan”. Ik vind werk “belangrijk” maar “niet heilig”. Zo kan ik het ook, dacht ik. Hier kan de halve
13 Thema
wereld zich wel in vinden. En andersom kan ik mij ook erg vinden in het profiel van de kosmopoliet of die van de postmaterialist. Ik vond de operationalisatie, of de indruk die ik ervan kreeg, nogal losjes en willekeurig. De vragen uit de Mentality™-test waren vaak erg vaag. Neem de stelling “ik streef vooral naar financiële zekerheid”. Wat precies wordt bedoeld met ‘vooral’ of met ‘financiële zekerheid’ is niet duidelijk. Het antwoord dat men op dit soort vragen gaat invullen hangt dus in grote mate af van wat men denkt dat bedoeld wordt en is zal dus erg willekeurig zijn. Ook werden sommige aspecten binnen het waardenprofiel uitvoerig behandeld, zoals het thema materialisme met acht vragen, terwijl er maar één vraag werd gesteld over hoe belangrijk ik het milieu vind. Niet echt een evenwichtige, eenduidige operationalisatie dus. Verder is het de vraag of deze typologie van acht ‘sociale milieus’ de hele samenleving dekt. In welk hokje passen bijvoorbeeld de (oud-) gastarbeiders, de eerste generatie Turken en Marokkanen? Als vrome moslims zouden ze het beste onder het etiket ‘traditionele burgerij’ passen, maar het lijkt mij niet handig deze moslims met de Oudhollandse gereformeerden over één kam te scheren als je onderzoek doet naar waarden en opvattingen.
Ten slotte vind ik dat deze methode veel te pretentieus is. Motivaction denkt met deze methode het gedrag en de mentaliteit van de Nederlanders op heel verschillende terreinen te kunnen verklaren, of het nu om consumeren, het veiligheidsgevoel, de marktpositie van bedrijf X, de acceptatie van homoseksuelen, de adoptiecyclus van producten en diensten of het stemmen voor de Tweede Kamer gaat. Hun methode lost dus eigenlijk, zo wil Motivaction ons doen geloven, het ongelijkheids-, het cohesie- en het rationaliseringsprobleem van de sociologie in één keer op. Ik ben niet overtuigd van de enorme kracht van de Mentality™-methode om het gedrag van de Nederlandse bevolking te verklaren, beter dan de klassieke sociologische determinanten zoals sociale klasse, leeftijd en opleiding. Misschien dat het goed bruikbaar is in marktonderzoek. Maar ik geloof niet dat je een vluchtig begrip als mentaliteit kunt gebruiken om zulke breed uiteenlopende zaken in de Nederlandse samenleving te verklaren, helemaal niet als je gaat gooien met vage termen als “postmoderne waarden integreren met moderne” of “pioniers van de belevingscultuur”. Jasper van de Pol
14 De Student In haar nimmer aflatende zoektocht naar meningen en opinies heeft de redactie van het pamflet vier sociologiestudenten gevraagd te reageren op een stelling en deze kort toe te lichten. In 2003 zijn de bedrijven Shell en Nuon begonnen met de bouw van een windmolenpark in de Noordzee. Het park zal naast het leveren van stroom gebruikt worden om de techniek voor windmolens verder te verbeteren. De in totaal 36 windmolens leveren een vermogen van 99 MegaWatt en kunnen daarmee duurzame energie voor 110.000 huishoudens produceren. De vraag is echter in hoeverre dit werkelijk zoden aan de dijk zet. De kerncentrale in Borssele levert namelijk een vermogen van 485 megawatt, heeft eveneens weinig uitstoot van koolstofdioxide, maar heeft wel het nadeel van chemisch afval. Dat gegeven en de horizonvervuiling waar ondergetekende onder leed tijdens zijn vakantie naar het exotische Egmond aan zee leidden tot de volgende stelling:
Nederland moet meer kerncentrales bouwen. Job van den Berg 1e jaars
Laura Vonk 2e jaars
Nynke van Miltenburg 3e jaars
Jasper van de Pol 2e jaars
Er is bij deze stelling sprake van een gevecht tussen goed en kwaad waar respectievelijk het windmolenpark en de kerncentrale een metafoor van zijn. Vanuit rationeel oogpunt zal er vast worden gekozen voor de kerncentrale, immers deze levert de meeste baten en is rationeel gezien de beste optie. Bij deze stelling is het naar mijn mening van belang om bij voorbaat de rationeel sociologische bril af te doen. Het zondemeer tamboeren door milieuorganisaties en evenementen als 7/7/7 over de ondergang van de aarde, hebben er voor gezorgd dat dergelijke keuzes precair van aard zijn geworden. In dit geval sluit ik aan bij de ideeën van milieuorganisaties en kies ik voor het windmolenpark als stroom leverancier. ‘Help onze aarde niet naar de kolen’ (Greenpeace) is bij dit vraagstuk een zin dat hierover argumentatie geeft en de rest voor zich laat spreken.
Ik vind niet dat Nederland meer kerncentrales moet bouwen. Natuurlijk is het belangrijk dat er snel nieuwe bronnen voor (duurzame) energie ontwikkeld worden, maar de voordelen van kernenergie wegen niet op tegen de nadelen. Er is namelijk nog steeds geen oplossing gevonden voor het chemisch afval dat ontstaat bij de productie van kernenergie en daarnaast brengen kerncentrales het risico van een kernramp met zich mee. De kans dat er iets mis gaat is natuurlijk niet zo heel groot, maar áls er iets mis gaat zijn de gevolgen niet te overzien. Dit zijn grotere nadelen dan de horizonvervuiling die veroorzaakt wordt door windmolens
Dit lijkt mij helemaal geen goed idee. Kerncentrales zijn echt niet zo zuinig; bij de energieproductie is de CO2-uitstoot inderdaad laag maar dit effect wordt deels teniet gedaan door de kostbare en vervuilende winning van uranium. Bovendien is de voorraad grondstoffen voor de productie van kernenergie niet onuitputtelijk en blijft het afval 240.000 (!) jaar levensgevaarlijk. Het is ook geen prettig idee dat het produceren van kernenergie verwant is aan de productie van kernwapens. Kernenergie is denk ik te oncontroleerbaar en onstabiel om in te investeren. In tegenstelling tot bijvoorbeeld windmolens. Horizonvervuiling lijkt mij hierbij van ondergeschikt belang ;).
Prima idee! Met de fossiele brandstoffen, waar we nu nog verreweg de meeste energie uit opwekken, houden we het maximaal uit tot 2020. Daarna raken die bronnen op en het gat dat dan ontstaat is niet op te vangen met de duurzame oplossingen die Nederland nu tot zijn beschikking heeft, zoals windmolens. Kernenergie is niet duurzaam maar het is in ieder geval een stuk duurzamer dan energiewinning uit gas of olie, en het is helemaal een duurzamere oplossing dan weer beginnen met het stoken van kolen. Dus lijkt kernenergie mij de beste oplossing tot er echt duurzame, rendabele oplossingen zijn. Wat dat betreft heeft de toekomst veel in petto, neem bijvoorbeeld de nieuwe techniek van kernfusie, welke een schonere en veiligere bron van energie is dan atoomsplitsing zoals in de huidige kerncentrales wordt toegepast.
15 Usocia Sociologievereniging Usocia heeft sinds 1 oktober 2007 een nieuw bestuur. Zij zullen zich een jaar lang inzetten voor de sociologiestudenten van de Universiteit Utrecht, om een groot aantal studiegerelateerde en niet-studiegerelateerde activiteiten te organiseren. Usocia heeft zich als doel gesteld om sociologie studeren meer te laten zijn dan het volgen van cursussen. Juist ook de contacten met studenten van verschillende jaren tijdens weekendjes en uitstapjes verrijken het studentenleven van de socioloog in spé. Het thema voor het komende jaar luidt ‘gebundelde waanzin met een snufje intellect’, een slogan waarnaar het nieuwe bestuur zal gaan leven. Om een beetje een beeld te krijgen welke verlichte geesten de bestuurstaken op zich hebben genomen stellen zij zich hieronder kort voor.
Maria-Louise Pieren – Voorzitter
Voorzitter van de sociologieclub is dit jaar Maria-Louise, door intimi steevast Mel genoemd. Als derdejaars sociologiestudent houdt zij zich naast het rugbyen bezig met het in de hand houden van de vier figuren die met haar het dertiende Usociabestuur vormen. Mel weet van aanpakken en is in staat om op haar typische assertieve Pools-Nederlandse manier de grootste crisis het hoofd te bieden. Nu denken we niet dat er zoveel crisissen zullen voorkomen, maar mocht het voor komen, dan hebben we Mel. Pivo’s, gezelligheid en allerhande Poolse consumptieproducten zijn haar handelsmerk. Ook voor Mel geldt dat de Usocia-kamer gezien kan worden als een verlengstuk van haar woonkamer.
Leonard van ’t Hul - Penningmeester
Om zo aan het begin van een nieuw jaar mezelf eens lekker te mogen profileren in het staatsblad van sociologie is één van de mooie aspecten van de bestuurlijke functie. Die bestuurlijke functie betekent voor mij dat ik dit jaar de penningmeester ga uithangen en dat ik met de mensen die boven en onder mij op deze pagina staan ervoor ga zorgen dat Usocia ook dit jaar zorgt voor allerlei vrolijke
en interessante activiteiten. Maar wie is nu die leuke Leonard. Nou, dit jaar ben ik 20 geworden en ben ik begonnen aan wat mijn geschiedenisboekje in zal gaan als het derde studiejaar van de sociologieopleiding. LP’s luisteren, een vrolijk liedje fluiten en lekker praten op de Usocia-kamer zijn mijn hobby’s. Hopelijk tot snel!
Tim Immerzeel Secretaris
Met veel plezier wil ik mij even voorstellen als de nieuwe secretaris van Usocia. Dit jaar ga ik proberen mij zo goed mogelijk bezig te houden met contacten, het beantwoorden van e-mails en nog andere belangrijke secretariële zaken. Ik ben derdejaars socioloog en vind het vooral heel leuk om me bezig te houden met onderwerpen als individualisering, geluksonderzoek en godsdienstsociologie. Verder vind ik het heerlijk om koppen koffie te drinken op de Usocia-kamer, waar je mij dus regelmatig zal treffen. Een nieuw Usociajaar betekent voor mij weer een nieuw jaar vol met uitdagingen en ik zie nu al uit naar bijvoorbeeld het weekend weg, of de studiereis!
Merel Ooms – Commissaris voor Commissies
Mijn naam is Merel, 19 jaar oud en
tweedejaars student sociologie. Bij Usocia functioneer ik als brug tussen de commissies en het bestuur, ook ben ik bezig met het opzetten van een website. Daarnaast maak ik veel muziek, ik speel piano en ik zing in verschillende formaties. Zo zing ik in een vierstemmig zanggroepje en ben ik pas een band begonnen samen met Jasper van de Pol. Ik ben Sociologie gaan studeren omdat ik altijd al beschouwend ingesteld ben geweest en sociale structuren interessant vind. Al gauw kwam ik in Utrecht terecht omdat mijn moeder hier werkte en ik dus al wel bekend was met Utrecht. De sfeer sprak me altijd al erg aan en ik heb er geen spijt van! Ik hoop dat iedereen dit jaar op vele vlakken inspiratie op doet en daarbij lief heeft en geliefd is. Tot ziens!
Nico Verwoerd – Vice-Voorzitter
Ik ben Nico, 2e jaars socioloog, en dit jaar de Vice-Voorzitter van Usocia. Dit houdt in dat ik veel vergaderingen ga bijwonen namens Usocia en de vereniging naar buiten vertegenwoordig. Daarnaast hou ik mij dit jaar bezig met de LSD, het 2 jaarlijkse congres van alle sociologie verenigingen en ben ik bezig met de opzet van een introductie kamp voor volgend jaar. Al met al genoeg te doen dit jaar, maar ik sta net als de rest altijd open voor een kop koffie op de kamer, dus wie weet tot snel!
16 Usocia WEGENS GROOT SUCCES IN DE HERHALING: HET USOCIA WEEKEND! Op 14, 15 en 16 december zullen we wederom vertrekken naar het prachtige Winterswijk om een weekend lang spelletjes te spelen, films te kijken, van de spectaculaire omgeving te genieten of gewoon rond te hangen. Dit alles zal plaatsvinden op een locatie die voorzien is van een dvdspeler, relaxte banken en een inductie-kookplaat. Lijkt het je leuk om mee te gaan? Dat kan door je in te schrijven op een lijst bij de Usocia-kamer of anders door een email te sturen naar Usocia (
[email protected])! De kosten bedragen 35 euro en de prijs van een treinkaartje. Hopelijk tot 14 december, De weekendcommissie Annet Willigenburg Nynke van Miltenburg Femke Mureau Tjitske van der Meulen
VERSTERKING GEZOCHT Usocia zoekt nog enthousiaste leden voor de Activiteitencommissie: Lijkt het jou leuk om onze Activiteitencommissie te versterken en mee te helpen met het organiseren van dol dwaze feesten, boeiende discussie-avonden, avontuurlijke excursies en alles wat je nog meer kunt bedenken? Stuur dan een mailtje naar
[email protected] en je hoort van ons! Voor meer informatie kun je ook mailen, we zullen dan heel lief een antwoord geven! Namens de Activiteitencommissie, Merel Ooms Commissaris voor Commissies
17 Studie Zweten is weten! Zomaar een masterthesis toegelicht. Een masterthesis schrijf je niet, die creëer je! Het betekende voor mij veel meer dan het louter onderzoeken en produceren van teksten. Het is het moment waarop je de slag maakt van kennis consumeren, tot kennis produceren. Deze zin beschrijft de gedachte die veelvuldig bij mij opkwam in mijn laatste periode als student. Deze en andere ervaringen bij het vervaardigen van de thesis wil ik in het onderstaande met jullie doornemen. Hiermee hoop ik inzicht te geven in hoe ik deze periode heb ervaren. Een thesis vervaardigen doe je soms in isolement, maar zeker niet alleen. Je kennis en inspiratie is voor een deel afhankelijk van gegevens die je van sleutelinformanten en respondenten verkrijgt. Natuurlijk speel de universiteit hierbij ook een belangrijke rol. Hierdoor voel je jezelf het middelpunt van een proces. Binnen mijn (studie)leven omschrijf ik het als een bijzondere periode waarin veel interessante aspecten als (langdurige) zelfstandigheid, creativiteit, stress en doorzettingsvermogen aan bod kwamen. Het zelfstandige kader waarin ik te werk ging, liet mij nogal eens confronteren met twijfels. Twijfels of het werk datgene bereikte wat ik beoogde, en of afwijkingen daarvan gewenst waren. Twijfel of duidelijk staat beschreven wat je voor ogen hebt. Voornamelijk deze twijfelpunten slokte veel van mijn tijd op. Daarom toch even de (misschien wat clichématige) opmerking om extra aandacht te schenken aan een realistische en concrete planning. Dit geeft echt voordelen. Zelf heb ik het als een project uitgewerkt, door in Excel verschillende fasen te onderscheiden en deze achtereenvolgens uit te werken. Afstuderen bij de provincie Utrecht… Aangezien de provincie voor veel Nederlanders een redelijk onzicht-
baar imago heeft, wordt hier even kort bij stilgestaan. Deze verwarring uitte zich bijvoorbeeld wel eens in gesprekken die ik hierover voerde met ‘buitenstaanders’, waarbij de term ‘provincie’ na enkele zinnen door anderen werd omgetoverd tot ‘gemeente’. Kennelijk is dit onderscheid qua overheidslaag soms onduidelijk. Binnen het openbare bestuur van Nederland neemt de provincie een middenpositie in tussen het Rijk en gemeenten. Binnen dit complementaire bestuur neemt zij een regisserende rol op zich en verricht verschillende voorwaardenscheppende en kwaliteitsbewakende activiteiten. Dit komt ook terug in de algemene doelstelling van het cultuurprogramma 2005-2008, dat gericht is op het bewerkstelligen van "een kwalitatief en verscheiden cultuuraanbod (kunsten, erfgoed, cultuureducatie, media en bibliotheken) in de gehele provincie, door middel van het vergroten van zowel het publieksbereik als de actieve participatie in cultuur en het zorgen voor een verscheiden en kwalitatief hoogwaardige culturele infrastructuur in de gehele provincie". Hiertoe probeert de provincie Utrecht de vele cultuurhistorische elementen die het landschap van Utrecht bepalen te behouden en te ontwikkelen. Een ander voorbeeld is de functie van toezichthouder op gemeenten, waarbij zij verantwoor-
delijk is voor het aanleggen van wegen en voor het waterbeheer. Hoe is dit onderzoek ontstaan? Eind januari 2007 is in samenspraak met de sectoren ‘Cultuur’ en ‘Onderzoek’ bij de provincie een stageopdracht geformuleerd. Uiteindelijk ben ik pas in een later stadium, vanaf mei, gestart met het werken aan de thesis. Tot mei is een stageonderzoek uitgewerkt. Voorafgaande aan een uitgebreid ex post evaluatieonderzoek, vervulde de thesis een rol als vooronderzoek. De sector Cultuur verwachte van het thesisonderzoek bijvoorbeeld een (her)formulering van alle doelen die de onderliggende taakvelden voor het programma hebben geformuleerd. Hierbij was ik vrij in het verkrijgen van de benodigde informatie. Het formuleren van een probleemstelling (voor de thesis) ervoer ik als een gewichtig proces. Er gaat tijd overheen voordat je weet wat je wilt en kunt, en daar vrede mee hebt. Na enkele malen overleg op de provincie en de universiteit is deze tot stand gekomen. Echter, voornamelijk de wensen van de universiteit zijn van belang. Uiteindelijk is als probleemstelling gekozen om een reconstructie en beoordeling van de beleidstheorie van enkele medewerkers van het cultuurprogramma te maken. Na de inventariserende interviews met beleidsmedewerkers van Erfgoed,
18 Vervolg als je terugkijkt op de imposante liteleid. Vervolgens is deze aangepast Cultuureducatie, Media & ratuurlijst die de laatste pagina´s van Bibliotheken en Kunsten leek het mij aan de hand van de interviews. de thesis siert. De meerwaarde zit Uiteindelijk is een samengestelde interessant en geschikt om dit voor mijns inziens vooral in het feit dat je beleidstheorie van enkele medewerhet onderdeel Kunsten nader uit te werken. Zoals wel‘Bijzonder aan deze ervaring is het vervullen van een functie op een licht bekend is bij niveau dat je (waarschijnlijk) nog niet gewend bent. ’ velen, heeft de beleidstheorie betrekkers van het taakveld Kunsten uitge- vooral nieuwe kennis opdoet, maar king op de handelingstheorie van ook dat je de nieuwe kennis functiowerkt. beleidsactoren. Het beschrijft hoe neel toepast in het onderzoek. Zo beleidsmakers denken dat het beleid raak je wel eens verwikkeld in disWat brengt de thesis je? zijn effect zal sorteren binnen de cussies, waarvan je achteraf denkt... Bijzonder aan deze ervaring is het samenleving. Naast het uitschrijven weet ik dit? vervullen van een functie op een wat het beleid inhoud, werd het Door deze toepassingen, merk je niveau dat je (waarschijnlijk) nog mogelijk om een beoordeling te goed dat theorie echt kennis wordt. niet gewend bent. Je levert een bijgeven aan de hand van enkele criteBij mij kwamen vooral de beleidsdrage aan de continuïteit en vervult ria. Denk hierbij aan criteria zoals processen boven water, met name de een functie bij -in mijn situatie- een het empirische gehalte van het gedachte achter hoe beleidsmakers overheidsorganisatie die opkomt beleid, en de mate waarin het beleid verwachten dat het beleid zijn voor een algemeen belang en verconsistent is (criteria van Frans invloed heeft op de burgers in de Leeuw). De beoordeling geeft inzicht schillende activiteiten ontwikkelt en uitzet gericht op de Utrechtse samen- provincie Utrecht. Er werd dan in de aannemelijkheid van beleidsgesproken over hoe men dacht dat de leving. theorie. De conclusie en aanbevelinfinanciële en communicatieve midEen voorname techniek om de pergen dienen tot vergroting van de delen effecten zouden hebben. soonlijke beleidstheorie te expliciteeffectiviteit en efficiëntie van het ren, is het interviewen. Door het beleid zelf. Hiervan wil ik enkele voorbeelden voorhouden van een bepaald, meer geven. Door Kunsten is er een jaarwetenschappelijk denkkader, of een Hoe is het onderzoek uitgevoerd? lijkse uitreiking van de prijs voor bepaalde systematische manier van In het kader van de tijd, maar nog amateurkunst ingesteld. Een amadenken. Men gaf vaak aan het intebelangrijker, het beperkte aantal teurkunstenaar is iemand die in zijn mensen waar diepgaande en specifie- ressant te vinden om het beleid vanvrije tijd werkt aan kunst. Zo val jijuit een meer abstract perspectief te ke informatie van benodigd was, is zelf al onder deze categorie als je benaderen. Door een passende en gekozen voor een meer kwalitatief met een kunstzinnige kijk werkt aan meer empirische kijk aan te dragen onderzoek. Aan de hand van semiop de dagelijkse praktijk, ontstonden een mooie foto. Aangezien deze gestructureerde interviews is een groep moeilijk is te mobiliseren, beleidstheorie tot stand gekomen van veel interessante discussies. Hoewel maar men wel de kwantiteit en kwade medewerkers van Kunsten, welke niet iedereen even ¨onderzoeks-minliteit van amateurkunst wenst te stided¨ is, waardeerde men gewoonlijk aan de hand van verschillende diepmuleren, is mede deze wedstrijd te-interviews is uitgewerkt. Naast de wel de verschillende dieptevragen die werden gesteld. Hierbij zal het in bedacht. Men verwacht dat het uitdainterviews en het lezen van formele gende component van een wedstrijd mijn voordeel hebben gewerkt dat documenten, bijvoorbeeld de vierjaaanzet tot kwalitatief betere en meer alle beleidsmedewerkers een univerrige cultuurnota, verschillende uitamateurkunst. voeringsprogramma´s en subsidiebe- sitaire graad hebben behaald. schikkingen, is de beleidstheorie uit- Door het werken aan de thesis, merk Een ander voorbeeld dat besproken is, is het project ROMAN. Naast het je dat er een meer specialistische gewerkt. Hierbij is allereerst de forwaterliniefort Vechten te Bunnik, component aan je repertoire wordt mele beleidstheorie beschreven, die niet ver gelegen van de Uithof, toegevoegd. Dat is niet zo vreemd, uit de formele documentatie is afge-
19 Studie bevindt zich in een boomgaard een plaats waar het Romeinse legerkamp Fectio heeft gestaan. De provincie heeft hier in het kader van Culturele planologie een kunstproject uitgezet. Door tijdens het maken van een wandeling zelf de bladzijden van een oude Romeinse novelle te verzamelen, wordt aan de bezoekers inzicht gegeven in het rijke Romeinse verleden. In de interviews is hierover bijvoorbeeld aan bod gekomen welke mogelijkheden men had en waarom men deze aanpak heeft gekozen. Hierbij kwam naar voren dat het ontstaan van dit project is bewerkstelligd door vooraf het eindresultaat te definiëren en hier afspraken over te maken met betrokkenen. Door meerdere overleggen in te plannen en de resultaten vooraf te definiëren, in combinatie met een financiering, is uiteindelijk het project tot stand gekomen. Het project draagt bij aan het doel om de beeldende kunst meer toegankelijk te maken voor een groter publiek. Vooral de afweging om al dan niet een resultaatgerichte aanpak te kiezen, bleek een interessante. Uitspraken die gedaan zijn in en over de kunstwereld, kwamen er vaak op neer dat zij zich nog beperkt voelen door deze resultaatgerichte afspraken. Ze vatten dit doorgaans op als beperking van hun vrijheid, dat zou leiden tot een afname van de creativiteit. Echter kan de hedendaagse overheid het zich niet permitteren om het gemeenschapsgeld in alle vrijheid te besteden aan verschillende projecten. Hier bevindt zich een interessant spanningsveld. Naast de opdracht, ervoer ik de
gesprekken ook als interessant. Zo heb ik met verschillende archeologen gesproken over het feit waarom zij graag archeologische monumenten in situ (in de grond) willen bewaren, in plaats van ex situ. Het blijkt een gedeelde norm in de archeologiewereld te zijn. In tegenstelling tot deze norm, gingen mijn eerste gedachte uit naar het uitgraven van bijzondere monumenten! Vaak opperde archeologen de reden dat deze materialen in de grond het beste bewaard blijven. Men verwacht ook dat de toekomstige stand van de techniek veel efficiënter en nauwkeuriger kostbare materialen naar boven kan halen. Interessant toch?
klus zijn, maar het is uiteraard een haalbare! Voor diegene die er dit jaar mee aan de slag gaan, succes! Waarschijnlijk overbodig om te vermelden, maar zoek tijdig een project dat bij je past, een thesis geeft je namelijk veel ‘bagage’ die je in het verloop van je verdere loopbaan heel nuttig kunt ‘uitpakken’. Ik hoop dat het voor jullie, net als voor mij, veel interessante inzichten zal geven. Hoewel iedereen het anders zal ervaren, verwacht ik dat het voor jullie een minstens zo leerzame ervaring zal zijn.
Eric Hoefmans
Hierbij heb ik jullie een kort overzicht gegeven van de inhoud van en
‘Het kan ook een pittige klus zijn, maar het is uiteraard een haalbare!’ het proces rondom mijn thesis. Misschien heb je nog iets aan de volgende tips. Al in een vroeg stadium heb ik een inhoudsopgave uitgewerkt. Een dergelijke structuur is redelijk standaard. Vervolgens gaf ik per hoofdstuk, met deelvragen en/of kernwoorden aan, welke onderdelen ik wilde behandelen. In een planning (Gantt-chart) maakte ik een koppeling tussen de onderdelen en de benodigde tijd. Daarnaast vond ik het prettig om apart de probleemstelling bij de hand te houden. Hoewel ik vaak geneigd was om de thesis als een doel op zichzelf te zien, zie ik het vooral als een sterk instrument om nieuwe vaardigheden te verkrijgen. Het kan ook een pittige
20 Extra
Heb jij zin om deze pagina te vullen? Laat het ons weten!
De achterkant
Nishanbari, een stadje in Barguan, een aan de zuidwestelijke kust gelegen district van Bangladesh. Bewoners wachten op hulp nadat de cycloon Sidr eind november hun leven verwoestte. Bijna vierduizend lichamen zijn geborgen; een kleine tweeduizend worden er nog vermist. De islamitische hulporganisatie De Rode Halve Maan verwacht dat uiteindelijk ongeveer tienduizend Bengalen de cycloon niet overleven. Foto AFP (bron: NRC Handelsblad, 23 november 2007).
Wij zijn op zoek naar iedereen met een mening! Stuur je email naar
[email protected]