PALLIATIEVE ZORG
Woonzorgcentrum Regina Coeli vzw
Inhoud Inhoud ........................................................................... 2 Inleiding ......................................................................... 3 1. Palliatieve zorg in Regina Coeli ....................................... 4 2. Palliatief: met zachte hand ............................................ 5 3. Omgaan met emoties ................................................... 6 4. Wat bieden we de familie aan tijdens de palliatieve fase? ... 7 5. Pastorale begeleiding ................................................... 7 6. Pijn– en symptoomcontrole ........................................... 8 7. Palliatieve sedatie ....................................................... 12 8. Wat bij overlijden? ...................................................... 13 9. De lijktooi .................................................................. 13
Pagina 2 van 16
Inleiding Met deze brochure proberen we een beknopt overzicht te geven aan de medewerkers over alles wat verband houdt met palliatieve zorg in huis. De doelstelling is dat iedereen op elk moment geïnformeerd is over de verschillende aspecten van palliatieve zorg. Hierdoor willen we de kwaliteit van de zorg in de laatste levensfase hoog houden en nog verbeteren. We hopen dat deze brochure een hulp kan zijn in het bieden van een kwaliteitsvolle zorg aan onze bewoners in hun laatste levensfase.
Pagina 3 van 16
1. Palliatieve zorg in Regina Coeli Palliatieve zorg is de totale zorg voor de bewoner wiens leven wordt afgerond. Al onze medewerkers helpen dit te realiseren en worden hierbij ondersteund door het palliatief team. Het palliatief team bestaat uit: - de palliatief zorgcoördinator: Dorine Gysemans - de referentieverpleegkundigen: Kjartan Inghelbrecht (De Lavendel) An Naert (De Orchidee) Sarah David (De Maretak) - de pastoraal verantwoordelijke: Renée Meuleman De palliatieve werkgroep werkt nauw samen met de afdelingsverantwoordelijke, het volledige team en de verantwoordelijke bewonerszorg. Binnen het multidisciplinaire team wordt aandacht besteed aan: - pijn- en symptoomcontrole - aangepaste voeding - zit- en ligcomfort - spirituele en morele ondersteuning met aandacht voor ieders levensvisie en geloofsovertuiging Belangrijke waarden zijn hierbij: - in waarheid nabij zijn en een luisterende houding aannemen - het omgaan met en bespreekbaar stellen van emoties van de bewoner, zijn/haar familie en al onze medewerkers - een respect– en attentvolle aandacht voor bewoners en familie in deze levensfase
Pagina 4 van 16
2. Palliatief: met zachte hand In palliatieve zorg zoeken we naar de beste kwaliteit van leven op dit moment! Voor iedere persoon is dit anders en kan het anders ingevuld worden. Iedere mens is uniek. Om die kwaliteit te kunnen bieden, vraagt dit van het team een goede observatie: zowel op fysisch, psychisch, sociaal als existentieel vlak. Wanneer een bewoner sterk vermagert, minder eet en drinkt, … en daarbij nog zeer veel medicatie moet innemen, dient dit dringend met de arts besproken te worden. Afbouwen van medicatie kan soms leiden tot een betere kwaliteit van leven bij bejaarden. Soms zien wij hierdoor terug een verbetering van de algemene toestand waardoor de gedachte dat de bewoner naar een palliatieve fase gaat, verschuift. In een palliatieve fase waar eten en drinken onmogelijk wordt, is een goede mondhygiëne van groot belang: reinigen van de mond met hextril, orale balans gel om de mond vochtig te houden, aanbrengen van lippenbalsem, … Samenkomen met de arts, familie en verpleging om duidelijke afspraken te maken over welke zorg nog gewenst is en welke niet is op dat moment zeer belangrijk. Het voor ogen houden van de best mogelijke kwaliteit van leven voor de bewoner is hierbij een belangrijke leidraad (formulier vroegtijdige zorgplanning - VZP). Om een bewoner in een palliatieve fase goed op te volgen, is er een observatieblad waarin een aantal belangrijke parameters op verschillende tijdstippen van de dag ingevuld worden (voorbeeld zie laatste pagina, te vinden op casper onder trefwoord ‘observatieblad’ of ‘comfortzorg’).
Pagina 5 van 16
3. Omgaan met emoties Ieder afscheid en iedere situatie is anders en niet vergelijkbaar met een ander. We denken aan: - Het samen zoeken naar de beste kwaliteit van leven. - Inlevingsvermogen en medeleven tonen. - Lichamelijk durven zijn: een hand geven, een hand vasthouden, omhelzen, een kus geven, …. - Kunnen luisteren zonder zelf al te veel te zeggen. - Het is niet aan ons om de waarheid mee te delen, maar ook niet om die te ontkennen. Het is belangrijk een vraag te durven stellen: Hoe denk je daar zelf over? Hoe voel je je? Waar ben je nu vooral mee bezig? De mensen dragen de waarheid in zich. - Feeling hebben: zien en voelen wat er op dat moment nodig is. - Kunnen samenwerken met verschillende mensen: collega’s, dokter, bewoner, familie. - De familie de kans geven om mee te helpen bij voeding, wassen, lijktooi, … - Heel belangrijk is zelfzorg! Wie niet voor zichzelf zorgt, kan dit niet voor de ander doen. Doe in je leven wat je graag doet en zorg regelmatig voor ontspanning!
Pagina 6 van 16
4. Wat bieden we de familie aan tijdens de palliatieve fase? - Gratis maaltijd en drank staan ter beschikking voor wakende familieleden (door ons aan te bieden en door te geven aan de keuken). - Familieleden krijgen de mogelijkheid om ’s nachts te blijven waken (relaxzetel, bed). - Bij de verzorging de mogelijkheid geven aan de familie om te helpen. - Wij, de hoofdverpleegkundige, referentieverpleegkundigen en het volledige team, staan op elk moment klaar voor de familie bij nood aan uitleg of vragen. - De nachtdienst komt regelmatig binnen bij de bewoner. 5. Pastorale begeleiding We vinden het belangrijk dat er bij een stervende bewoner zoveel mogelijk iemand nabij is. In eerste instantie wordt aan de familie gevraagd of zij bereid zijn bij hun familielid te waken. Indien dit niet mogelijk is, kan er een beroep gedaan worden op een vrijwilliger. Het is belangrijk een rustige sfeer te creëren: een cd met zachte muziek opleggen, de kamer voldoende opruimen, de familie voldoende comfort aanbieden (relaxzetel, koffie, …). Afscheidsmoment na overlijden: - De familie wordt uitgenodigd voor het afscheidsmoment. - Er wordt een gebed of tekst gezocht passend bij de overledene en rekening houdend met de geloofsovertuiging. (teksten in mapje in zwarte kast van bureel Renée) - Personeel en bewoners die dit wensen kunnen dit moment ook bijwonen. Bericht van overlijden wordt uitgehangen aan het prikbord bij de kapel en op het verdiep (te vinden op casper onder trefwoord ‘overlijdensbericht’ - grijze velden nog invullen).
Pagina 7 van 16
Herdenkingshoekje maken en klaarleggen aan de kapel en op de dienst (overlijdensbericht, kader met foto, batterij kaars). Familie op de hoogte brengen van het gebedsmoment aan de vooravond van de begrafenis om 16u15 in de kapel. Bericht voor bewoners: bericht overlijden uitdelen aan bewoners op kamer. Bij afwezigheid Renée wordt dit door Dirk of Anja gedaan (te vinden op casper onder trefwoord ‘overlijdensbericht’ - grijze velden nog invullen). Afspraken doorgeven aan Renée. Indien zij afwezig is, doorgeven aan Paul die verder de gebedsdienst zal voorbereiden of eventueel afspreken met Dirk. 6. Pijn– en symptoomcontrole 1. Soorten pijnen a. Acute pijn versus chronische pijn Vanaf 6 maanden wordt pijn als chronisch bestempeld. b. Nociceptieve pijn Dit is pijn die ontstaat in gelijk welk weefsel van het lichaam, uitgezonderd de ingewanden en het zenuwweefsel. c. Viscerale pijn Dit is pijn door aantasting van inwendige organen. d. Neuropatische pijn Door aantasting of druk op zenuwweefsel. Deze pijn reageert minder goed op klassieke analgetica of zelfs hoge dosissen sterke opiaten. Dikwijls gaat het om gemengde pijnsymptomen.
Pagina 8 van 16
2. Pijnevaluatie– en meting Het is belangrijk om te weten over welke pijn het gaat. Wisselligging is ook belangrijk bij bedlegerige bewoners. a. Lokalisatie van de pijn Goed bevragen en noteren waar de bewoner pijn heeft. b. Meten van de pijnintensiteit Pijn kan je meten met de visueel analoge schaal (VAS), deze wordt uitgedrukt in een cijfer van 0-10. c. Kenmerken van nociceptieve – viscerale pijn kloppend, barstend, stekend, snijdend, scherp, drukkend, knellend, trekkend, stijf, zeurend, knagend, krampachtig d. Kenmerken van psychische pijn verontrustend, benauwend, deprimerend, kwellend, vermoeiend, verstikkend e. Variatie van de pijn in tijd Wanneer is de pijn het hevigst: ’s morgens, ’s middags, in de namiddag, ’s avonds of ’s nachts? f. Pijnbeïnvloedende factoren bepaalde bewegingen, bepaalde houdingen, geneesmiddelen, stress, vermoeidheid, warmte, koude,… kunnen een invloed hebben op pijn. g. Slaapkwaliteit problemen om in of door te slapen 3. Pijngedrag bij dementerende bewoners Aandacht hebben voor pijn: een spontane melding van pijn opmerken tijdens de dagelijkse verzorging vragen naar mogelijke pijn ook overdag regelmatig mogelijke pijn bevragen pijngedrag opmerken Pijn bij bewoners met dementie goed observeren, noteren en bespreken in het team. Alle soorten pijn, zijn pijn! GOED OBSERVEREN! Pagina 9 van 16
4. Medicamenteuze pijnbestrijding Voor de meeste mensen is de medicamenteuze stap de eerste stap in de pijnbestrijding. Het is belangrijk te weten wat de nevenwerkingen van medicatie zijn en wat je er aan kan doen. Basisprincipes: de pijnladder is ontwikkeld voor de behandeling van pijn. Hij bestaat uit 3 trappen: Trap 1: milde pijn - paracetamol, acetylsalicylzuur, en/of NSAID’s (niet steroïdale anti-inflammatoire drugs) Trap 2: matige pijn - zwakke opiaten + trap 1 Trap 3: ernstige pijn - sterke opiaten + trap 1 Trap 1 en trap 2 mag je met elkaar combineren, ook trap 1 en trap 3 mogen gecombineerd worden. Combineer NOOIT trap 2 en trap 3. (zie palliatieve map) De orale en transdermale weg genieten de voorkeur. Probeer de pijn altijd voor te zijn om zo het echt doorbreken van de pijn te voorkomen. 5. De Graseby spuitdrijver Praktische richtlijnen voor het gebruik van de Graseby spuitdrijver (= morfine pomp): zie brochure, dvd of vraag aan verpleegkundige. 6. Andere symptomen van pijn a. Pijnlijke mond Mondverfrissing is hierbij zeer belangrijk. Eventueel Biotene gel gebruiken, of bevochtigen van de mond met een Evian spray. b. Hik c. Constipatie Dit kan voorkomen door gebruik van pijnbestrijdende medicatie.
Pagina 10 van 16
d. e. f. g.
Diarree Darmobstructie Nausea en braken Niet meer kunnen eten in de terminale fase In de palliatieve fase richten we ons meer en meer op comfortzorg: - aandacht voor het fysieke: ligcomfort, medicatieafbouw, … - aandacht voor het psychosociale: wat is belangrijk, informeren, … - aandacht voor het existentiële: aandacht en respect voor levensvisie, mogelijkheden bieden en respecteren, … De palliatieve fase gaat vooraf aan de terminale fase. Stilaan neemt het lichaam afscheid en dit uit zich in minder tot niet meer kunnen eten of drinken. Wat op dit moment van zeer groot belang is, is dat niemand gedwongen wordt om te eten of te drinken. Je kan het altijd aanbieden, maar indien men weigert, accepteer dit dan. Eetlustverlies is een onwennige beleving zowel voor de persoon in kwestie als voor de familie die - goed bedoeld - zolang mogelijk wil helpen met eten geven. Het is de hersenstam die hierin een wijze rol speelt. Wanneer het lichaam niets meer kan opnemen, stopt het honger- en dorstgevoel. Het vraagt een andere wijze van benadering. Geur blijft wel nog een belangrijke rol spelen, bijvoorbeeld aromatherapie, koffie zetten, …. Het is belangrijk de bewoner en zijn familie hierin te ondersteunen en voldoende en herhaaldelijk uitleg te geven.
Pagina 11 van 16
7. Palliatieve sedatie Palliatieve zorg heeft grote vooruitgang geboekt in het bestrijden van de pijn. Toch is de pijn bij bepaalde fysieke en psychische aandoeningen niet voldoende onder controle te krijgen met de klassieke middelen. Dan kan er in samenspraak met de patiënt en zijn behandelende arts beslist worden om over te gaan tot palliatieve sedatie. Palliatieve sedatie houdt in dat men doelbewust en weloverwogen het bewustzijnsniveau van de patiënt verlaagt. Eigen aan het gebruik van sedatie in de palliatieve zorg is dat het gericht is op pijnbestrijding van de terminale patiënt. Palliatieve sedatie kan licht of diep zijn, continu of intermittent (met tussenpozen). Dit volgens de pijn. Is palliatieve sedatie een trage vorm van euthanasie? Neen!! Ze komen beiden in beeld wanneer de patiënt geen uitweg meer weet. De achterliggende intentie van de arts is symptomen te bestrijden en dus niet het leven te beëindigen. De dosering en combinaties die worden toegediend moeten in verhouding staan tot het psychisch of fysiek lijden. Palliatieve sedatie die volgens de regels van de kunst gebeurt, is geen levensbeëindiging of euthanasie!
Pagina 12 van 16
8. Wat bij overlijden? - De familie verwittigen. - De arts verwittigen en vragen wanneer je hem/haar mag verwachten. - Identiteitskaart en SIS-kaart klaarleggen. Medisch dossier en overlijdensakte klaarleggen voor de arts. De arts op de hoogte brengen indien de persoon een pacemaker heeft. - Directeur, verantwoordelijke bewonerszorg, afdelingsverantwoordelijke van de dienst, palliatief coördinator, palliatief referentieverpleegkundige van de dienst en pastoraal verantwoordelijke op de hoogte brengen van het overlijden. - De familie kiest zelf de begrafenisondernemer. Meedelen aan de familie dat dit ook na enkele uren kan, zodat men op een rustige manier afscheid kan nemen. - De bewoner kan, indien gewenst, een ganse dag op zijn kamer blijven zodat het personeel en de bewoners afscheid kunnen nemen. - Aan de familie meegeven dat ze de begrafenisondernemer moeten verwittigen dat er reeds een lijktooi is gebeurd. 9. De lijktooi - De familie de tijd laten en afspreken wanneer de lijktooi kan gebeuren. De familie kan hieraan meehelpen of aanwezig zijn indien gewenst. - Vragen aan de familie welke kledij moet aangedaan worden. - Alle gerief voor de lijktooi bevindt zich per dienst in een curverbox: lakens, scheergerief, incontinentiemateriaal, lijm voor gebit, … De curverboxen bevinden zich voor De Lavendel: in de bureau De Orchidee: bruine kast op de overloop De Maretak: in de berging - Het haar kan, indien gewenst, gewassen worden.
Pagina 13 van 16
- De bewoner wordt steeds gewassen. Na het aankleden wordt het bed volledig ververst. De afwerking van de tanden en het haar gebeuren het laatst. Indien de bewoner een bril droeg, wordt die ook opgezet. - Het bovenlaken mooi vouwen en eventueel van bloemen voorzien. De opschik van de kamer is zeer belangrijk: vb. foto, bloemen, kruisje, al wat de bewoner kenmerkte. - Alles wat met de verzorging te maken heeft, verwijderen. - De verwarming uitdraaien en eventueel airco op kamer zetten. - Geen zonlicht in de kamer, eventueel een klein lichtje aansteken. - Al het materiaal dat voor de lijktooi gebruikt werd op zijn plaats terugleggen en de curverbox terug aanvullen. - Het bordje ‘niet storen’ laten opstaan.
Pagina 14 van 16