Januari/februari 2012 NIEUWSBRIEF MENSENRECHTEN IN ISRAEL/PALESTINA
INLEIDING NIEUWSBRIEF Beste lezer, Trotst stellen we u een nieuwe ploeg van het landenteam Israël/Palestina voor. Met enkele oude bekenden en sinds kort ook enkele zeer gedreven nieuwe vrijwilligers gaat ons team meer dan ooit voor gedegen onderzoek gekoppeld aan actie. Spijtig genoeg is dit nog steeds nodig en staan mensenrechten dagelijks onder druk in de regio. Het zijn deze schendingen waar we iets aan willen doen. In deze nieuwsbrief belichten we het Palestijnse dorp Jayyus. Dit dorp Jayyus illustreert hoe de Israëlische regering, onder het mom van veiligheid, fundamentele mensenrechten schendt. Het dorp werd al voor de bouw van de muur/hek deels onrechtmatig afgesneden van zijn landbouwgrond en watervoorzieningen. Met de bouw van de veiligheidsmuur vanaf 2003 werd de toestand verankerd in administratie. Sindsdien worden de inwoners van Jayyus dagelijks getroffen door de vele gevolgen van het Israëlische veiligheidsbeleid. Voor zij die bekend zijn met het werk van Amnesty rinkelt misschien een belletje. Dit is een dorp waar we al een tijdje gericht actie rond voeren. In deze nieuwsbrief geven we het woord aan Sharif Omar, één van de vele boeren aan wie de toegang werd ontzegd tot zijn eigen grond. Ook stellen wij u graag onze fotopetitie voor met betrekking tot Jayyus. Deze actie start vanaf februari 2012 en loopt tot eind november 2012. We hopen velen te kunnen overtuigen dat een kleine moeite echt wel verschil kan maken. Verder noteren we voor u het belangrijkste Amnesty nieuws van december 2011/januari 2012. Het team. INHOUD 2. VOORSTELLING TEAM 2. FOCUS – Jayyus: Hoe de muur het levensonderhoud van een heel dorp bedreigt 4. INTERVIEW – Sharif Omar: Palestijnse boer onder druk 7. JAYYUS ACTIE 7. AMNESTY NIEUWS
VOORSTELLING TEAM Het landenteam Israël/Palestina van Amnesty International Vlaanderen werkt al ruime tijd met vrijwilligers als mooie aanvulling op het dagelijkse werk dat Amnesty verricht via zijn secretariaat en lokale groepen. Zonder vrijwilligers verliest onze beweging aan kracht, dat spreekt. Met vreugde stellen we vast dat onze laatste oproep op massale belangstelling kon rekenen. Naast enkele oude bekenden staan liefst 8 nieuwe vrijwilligers, and counting, vanaf 2012 klaar voor een nieuwe episode. Amnesty groepen en anderen die meer willen weten over (schrijf-)acties en de opkomende Jayyusactie. Info bij
[email protected] FOCUSARTIKEL – Jayyus: Hoe de muur het levensonderhoud van een heel dorp bedreigt Jayyus en de Muur Het Palestijnse dorp Jayyus op de Westelijke Jordaanoever is één van de vele dorpen die rechtstreeks getroffen worden door de bouw van de Israëlische muur. De 3.500 inwoners van het dorp zijn voor hun inkomen en levensonderhoud bijna volledig afhankelijk van landbouw. In 2003 begon de Israëlische overheid met de bouw van een systeem van muren en hekken. 86% van deze zogenaamde ‘veiligheidsmuur’ overschrijdt de internationaal erkende grens van de bezette gebieden. In 2004 verklaarde het Internationaal Gerechtshof dat die delen van de muur illegaal zijn. Naast het feit dat de muur in strijd is met het humanitair en internationaal recht, betekent de bouw ervan voor de meeste Palestijnen op de eerste plaats een aanslag op hun levensonderhoud. De muur isoleert veel Palestijns grondgebied en verhindert onder andere boeren om hun eigen landbouwgronden te bereiken. Sinds de bouw van de muur in 2003 kunnen de 3.500 inwoners van het Palestijnse dorp Jayyus niet meer bij twee derde van hun velden en olijfboomgaarden, die aan de andere kant van de muur (of rond Jayyus: het hek) liggen. De muur maakt een diepe kronkel in Palestijns gebied om de illegale nederzetting Zufin bij Israël in te lijven. De muur zorgt er ook voor dat Jayyus afgesneden blijft van stukken land en waterbronnen. De nederzetting Zufin gebruikt ze nu. De nederzetting werd in 1989 gebouwd op grond van boeren uit Jayyus. Het grondgebied van Jayyus (geel) gaat tot aan de groene lijn en wordt onrechtmatig voor het grootste deel afgesneden door de plaatsing van de muur/hek (rode lijn).
Vergunningen
De bewegingsvrijheid van de boeren om hun velden te bewerken en te oogsten, werd hierdoor ernstig beperkt. Aanvankelijk verleenden de Israëlische autoriteiten vergunningen aan de meeste inwoners van het dorp om op bepaalde tijdstippen door het hek naar hun gronden te gaan, maar dit via een toegang die ver van hun dorp afligt. In juni 2007 hernieuwde het leger de vergunningen van een groot aantal boeren niet. Sindsdien gebeurt dit steeds vaker: meer dan 100 landeigenaars hebben niet langer toegang tot hun eigen landbouwgrond. In 2010 hadden
nog slechts 100 mensen uit het dorp toegang tot hun velden aan de andere zijde van het hek. In 2008 verklaarde de burgemeester van Jayyus aan UN OCHA1 dat 350 gezinnen zonder vergunning zaten en dat 70% van de dorpelingen werkloos is. Hoewel de meeste van deze boeren in het verleden wel een vergunning kregen, motiveert het leger de weigering met stellingen als ‘de boer in kwestie heeft geen connectie met het land’ of ‘de boer heeft te weinig land in zijn bezit om recht te hebben op een vergunning’. Volgens een schatting van OCHA heeft slechts 18 tot 20 percent van de boeren van Jayyus nog toegang tot het eigen landbouwgebied. Zeker in oktober en november, de belangrijkste periode voor de oogst van onder andere olijven, betekent het vergunningensysteem een aanslag op het levensonderhoud van de dorpelingen van Jayyus.
Een Palestijnse boer in Jayyus kan niet zomaar naar zijn land aan de andere kant van het hek. Hij is afhankelijk van vergunningen en krijgt af te rekenen met administratieve willekeur en afwijzing.
Maar ook boeren mét vergunning ondervinden dagelijks moeilijkheden door de vele beperkingen die die het Israëlisch leger oplegt. Ook zij kunnen kunnen grond niet naar behoren bewerken. De toegangspoorten worden slechts op drie tijdstippen per dag geopend. Naast de lange reis veroorzaakt dat ook een lange wachttijd voor de boeren. Bovendien wordt er vaak slechts aan één familielid een vergunning toegekend, een praktijk die het onmogelijk maakt productief werk te verrichten. Nieuwe route van de Muur In augustus 2008 deelde het Israëlische leger mee dat de route van de muur nabij Jayyus aangepast zou worden. Maar slechts één zesde van de landbouwgronden van het dorp zou hierbij opnieuw toegankelijk worden. De inwoners van Jayyus stapten dan ook naar Een van de toegangspoorten het Israëlische Hooggerechtshof, samen met de ‘Association for Civil waar zij die een vergunning Rights in Israel’ (ACRI). Ze eisen dat al hun landbouwgronden vrij hebben moeten aanschuiven. toegankelijk zijn. Het Hooggerechtshof ging niet in op de aanvraag en (foto Xander Stockmans) in mei 2009 werd de route van de muur nabij Jayyus veranderd zoals gepland. De toegangspoort aan het zuiden van Jayyus werd daarbij ontmanteld, waardoor de boeren vanaf nu nog verder moeten lopen. Het goede nieuws is wel dat 250 hectare landbouwgrond terug vrijgekomen is. Een aantal boeren kan nu opnieuw zonder vergunning naar hun velden. 311 families, de helft van de boeren, blijven afgesloten van hun landbouwgronden. Dit is goed voor nog twee derde van de gronden, 600 hectare. Tijdens het aanleggen van de nieuwe route van de muur werden, net als bij de eerste aanleg in 2003, ook heel wat olijf- en citroenbomen vernietigd. Bij de bouw van de muur/het hek rond Jayyus ontwortelde het Israëlische leger zo’n 4000 bomen van Palestijnen en ging het met de bulldozer over 50 hectare landbouwgrond. 1 The UN Office for the Coordinator for Humanitarian Affairs
Waterbronnen De muur/het hek in de omgeving van het dorp sluit de bewoners niet enkel af van hun landbouwgrond, maar ook van zes waterbronnen die gebruikt werden voor de irrigatie van gewassen. Dat had een drastische impact op het leven van de dorpelingen. De waterconsumptie in het dorp Vaak moeten boeren kilometers omgaan om aan hun land te komen. Een vergunning lost problemen dus niet altijd op. Bij de bouw van het hek werd ook veel land onteigend en bomen vernietigd. (Foto Xander Stockmans).
zakte naar slechts 23 liter per persoon per dag, ver onder het minimum niveau dat wordt aanbevolen door de Wereldgezondheidsorganisatie en minder dan een tiende van de gemiddelde dagelijkse consumptie van Israëli’s. Vaak hebben de dorpelingen dagen na elkaar helemaal geen toegang tot water. Voor de constructie van de muur stond Jayyus bekend als de ‘graanschuur’ van de regio. Dankzij de overvloedige aanwezigheid van water behoorde het land rond Jayyus tot het meest vruchtbare van de hele Westelijke Jordaanoever. Het dorp produceerde elk jaar ongeveer 9 miljoen kilo fruit en 7 miljoen kilo groenten, waarvan een groot deel bestemd was voor export naar Israël en de Arabische wereld. Vandaag is het productieniveau gedaald tot slechts een fractie daarvan en zijn de meeste families afhankelijk van, onder andere Europese, humanitaire hulp. De vraag is hoelang Israël nog onder het mom van veiligheid Palestijnse dorpen kan isoleren van hun landbouwgrond, in naam van de veiligheid en exclusieve ontwikkeling van illegale nederzettingen in bezet gebied? Verdere lectuur: FOCUS: Hoe Israël de Palestijnse waterkraan dichtdraait: artikel over de discriminatie in de toegang tot water in de bezette Palestijnse gebieden http://www.aivl.be/nieuws/nieuwsbrief-landenteam-israelpalestina-februari-maart-2010/21859
UN OCHA – The humanitarian impact of the barrier. Four years after the advisory opinion of the International Court of Justice on the barrier. 2008. http://www.ochaopt.org/documents/Barrier_Report_July_2008.pdf INTERVIEW – Sharif Omar: Palestijnse boer onder druk Pieter Stockmans bezocht Sharif Omar in Jayyus in september 2010. Sharif Omar is een Palestijnse boer waarmee Amnesty al jaren contact heeft. In november 2011 bezocht Pieter hem opnieuw, deze keer voor zijn project “Tussen Vrijheid Sharif Omar,
en Geluk”2. Uit beide interviews citeren we enkele passages. 2
Het project "Tussen Vrijheid en Geluk" van Pieter Stockmans en Majd Khalifeh, kwam tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos (www.fondspascaldecroos.org ) Facebook: www.facebook.com/tussenvrijheidengeluk Blog: www.mo.be/wereldblog/tussenvrijheid-en-geluk YouTube: www.youtube.com/VRIJHEIDenGELUK
alleen bewerken en kan niet met een tractor rijden.
Sharif Omar (september 2010): We blijven strijden voor ons land, niet enkel met demonstraties. We doen ons best om opnieuw bomen aan te planten, we praten met de media en met ngo’s, we onderhouden goede contacten met Israëli’s die ons willen helpen.
Dit terwijl op 1 oktober de advocado-oogst en op 15 oktober de olijfoogst zou moeten beginnen. Ik dreig die belangrijke maanden gedeeltelijk te mislopen.
Joden, Christenen en Moslims helpen samen met de olijfoogst, november 2011. Bovenaan Pieter Stockmans. (foto Xander Stockmans).
Sommige Israëli’s komen mee olijven plukken en dit doet goed. Leden van de Israëlische vredesbeweging kwamen hier gisteren om te praten over de beperkingen die we tijdens de olijfoogst ondervinden. Dit geeft ons moed en het gevoel niet alleen te staan. Niet alle Israëli’s stelen ons land en vruchten, sommigen helpen ons zelfs met de oogst. Zelf was ik enkele jaren geleden betrokken bij de burgerbeweging Stop The Wall in Jayyus. Eind jaren ‘80 w as ik de lokale leider van de Land Defense Committees die in elk dorp van de buurt toen werden opgezet in reactie op een militaire wet die Palestijnse landbouwgronden onder Israëlische militaire curatele plaatste. Sindsdien is het leven onder bezetting nog harder geworden. We moesten steeds vaker vergunningen van Israël vragen om op onze grond te komen. Heb je op dit moment een vergunning? Nee, op dit moment heb ik geen vergunning voor het bewerken van mijn eigen land. Mijn vorige vergunning verliep op 6 september 2010 en werd niet hernieuwd. Ik heb er geen idee van wanneer ik terug op mijn land kan, al doe ik er alles aan. Mijn vrouw heeft nog een vergunning, maar zij kan het land niet
Met mijn 3600 bomen was ik ooit de grootste boer van Jayyus. De Israëlische maatregelen hinderen een hele landbouwindustrie. Ik moet mijn arbeiders nu betalen zonder te kunnen controleren hoe ze hun werk doen. En zij hebben ook nog hun eigen land. Mijn zoon heeft trouwens een vergunning voor Israël en kan vrij reizen door alle checkpoints, behalve die voor zijn eigen land. Deze vergunning werd onlangs geweigerd om ‘veiligheidsredenen’. Ik begrijp het niet. Vertel eens iets over je bedrijf. Voor de muur hier kwam, waren wij een competitief bedrijf. Ik was welvarend. Mijn zonen hebben geluk gehad dat ik hun studies kon betalen voor de muur er kwam. Ze hebben nu goede jobs. Maar hoe kan een Palestijnse boer nu nog concurreren? Israëlische boeren profiteren van onze moeilijkheden. Zij kunnen ongehinderd uitvoeren naar de steden op amper 20 minuten van Jayyus, terwijl onze producten daar soms te laat en dus verrot aankomen. Naar Israël kunnen we al helemaal niet meer exporteren. Bijvoorbeeld, tijdens de bouw van de muur werd het onmogelijk onze producten op de markt te brengen in de belangrijke stad Nablus, mede doordat deze stad door de Intifada hard getroffen werd. Aan militaire controleposten moeten we al onze producten uitladen en weer inladen. Dit proces duurde soms meer dan 4 uur. Vers waren de producten niet meer en dus moesten we ze aan halve prijs verkopen. Ook nu is het enorm moeilijk om onze producten via alle checkpoints te laten passeren zonder hun versheid aan te tasten. Sharif Omar (November 2011): Ondertussen heb ik opnieuw een vergunning voor 6 maanden, om me in de ‘gesloten militaire zone’ te begeven. Ik kan
terug aan mijn land. Pas na lang aandringen bekwam ik de vergunning. Ze houdt helemaal geen eigendomsrechten in of een aanvaarding dat ik naar mijn eigendom ga. Zo blijft men wel druk zetten op ons. Nog steeds moeten wij boeren in de rij staan om ons land te bewerken en moeten we telkens hopen op een vergunning. Weet je wat grappig is? Omdat de vergunning ons verbiedt om ’s nachts op ons land te blijven overnachten in de huisjes die we daar hebben, zien we veel meer wilde dieren op onze velden (vossen, wilde zwijnen). Zij voelen zich vrij en de koning te rijk, terwijl wij ons nu opgejaagd voelen.
checkpoints. Zo kunnen ook Israëli’s onze producten niet meer kopen. Dit terwijl we op nog geen 10 km van Israël wonen.
Sharif Omar, Palestijnse boer aan het werk. (Foto Xander Stockmans).
Is de economische situatie verbeterd?
Is er hoop voor Jayyus?
De olijfoogst was verbazingwekkend vruchtbaar eigenlijk. Dankzij de helpers en de natuur. Normaal spreek je van een goed en een slecht jaar bij olijven. Het probleem is nu nog steeds dat ik veel olijven heb, maar niet genoeg klanten. Ik blijf met een overschot zitten.
Onze zonen en dochters willen weten wat nog komen gaat. Ik motiveer hen om hier te blijven, om Palestina niet te verlaten. Ik probeer hen hoop te geven. Ik was één van de getuigen tijdens de zittingen van het Internationaal Gerechtshof over de muur. Dat gaf hoop, maar we zijn nu 7 jaar verder en de muur staat er nog steeds. Niet enkel woorden en veroordelingen tellen. Rechten moeten ook op het terrein worden afgedwongen. Daarvoor blijf ik strijden.
We blijven in een economische oorlog. Vroeger kwamen klanten en handelaars zelf naar mijn boerderij. We moesten geen vrachtwagens betalen en we verkochten verse producten. Nu zijn onze producten niet meer dagvers en kunnen we zelfs niet met afgewerkte olijfolie voorbij de
(Nico De Winter, uit de notities van Pieter Stockmans).
JAYYUS ACTIE
Om de bewoners van het dorp Jayyus te steunen in hun strijd tegen de muur zet Amnesty International een fotopetitie en bijbehorende actie op poten. Stuur ons een foto door waarop u duwt tegen een muur en wij posten uw foto's op onderstaande blog. Met deze actie wilt Amnesty International druk uitoefenen op de Israëlische autoriteiten, solidariteit betuigen aan de bewoners van Jayyus en het brede publiek sensibiliseren. De actie loopt af op 29 november 2012, de internationale dag van solidariteit met het Palestijnse volk. Na afloop zal Amnesty International de petitie overmaken aan de Israëlische autoriteiten en zullen we als teken van solidariteit de fotopetitie in collagevorm aan de bewoners van Jayyus overhandigen. Help ons om zoveel mogelijk foto's te verzamelen! http://supportjayyus.blogspot.com /
AMNESTY NIEUWS Palestijnse huizen vernield in de Jordaanvallei 22 december 2011 - Israël Het Israëlisch leger heeft de sloop van nog eens 21 huizen en andere eigendommen in het Bedoeïenendorp Hadidiya, in de Jordaanvallei, bevolen. Veel van deze gebouwen werden heropgebouwd na de vernielingen van juni. Vijftig mensen, waaronder minstens 25 kinderen, riskeren uit hun woning gezet te worden. De Israëlische Civiele Administratie beval op 10 november 2011 de sloop van 21 gebouwen die gebruikt worden als huizen en stallen. Zestien van deze gebouwen werden door de Palestijnse Autoriteit (PA) en hulporganisaties geschonken nadat in juni 29 gebouwen werden gesloopt. Een gebrek aan bouwvergunningen zou de reden zijn voor deze nieuwe vernielingen. Hadidiya ligt in Gebied C van de bezette Westelijke Jordaanoever waar de Israëlische autoriteiten Palestijnse inwoners verbieden om permanente gebouwen en wegen te bouwen. Het is zo goed als onmogelijk om vergunningen te verkrijgen, zelfs voor tijdelijke structuren zoals hutten en tenten. De bevelen tot afbraak eisen dat de eigenaars hun
eigendom zelf slopen, zo niet zal het leger deze taak voor haar rekening nemen en de eigenaars de kosten aanrekenen. In juni 2011 sloopte het Israëlisch leger in Hadidiya reeds 29 huizen, stallen en tenten, waardoor in totaal zeven families dakloos werden. In februari 2008 werden er ook al huizen afgebroken. Toen werden 34 mensen, waaronder 26 kinderen, verjaagd. De bewoners van Hadidiya spannen in de jaren 1980 een rechtszaak aan tegen de bevelen tot afbraak. Een petitie van 5 families bij het Hoog Israëlisch Hof werd in 2006 nog verworpen. Inwoners van Hadidiya, vertegenwoordigd door hun advocaat, dienden op 12 december een petitie in bij het Israëlisch Hooggerechtshof en eisten de opzegging van de afbraakbevelen. Het Hof vaardigde een tijdelijk verbod uit op de uitvoering ervan en gaf het Israëlisch leger tot 9 februari 2012 de tijd om te antwoorden op haar beslissing. Het Israëlisch leger kan argumenteren dat de afbraak om dringende veiligheidsredenen noodzakelijk is, waardoor een verbod op de afbraken onmogelijk wordt. Het lijkt erop dat de pogingen van de Israëlische autoriteiten om de Palestijnse bevolking uit Gebied C te verjagen, toenemen. Volgens het Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Zaken van de Verenigde Naties (UNOCHA) zijn in 2011 minstens 547 gebouwen op de Westelijke Jordaanoever, waaronder Oost-Jeruzalem, gesloopt door de Israëlische autoriteiten. Hierdoor werden 1051 mensen dakloos. Tijdens dezelfde periode in 2010 werden 386 constructies afgebroken en werden 516 mensen dakloos. Volgende link toont een film over een van de gezinnen wiens huizen werden vernietigd op 21 juni en die momenteel opnieuw worden bedreigd: http://www.slumstories.org/episode/isra%C3%ABlopt-%E2%80%93-abd-el-rahim Nieuwe wet op detentie schendt rechten asielzoekers 23 december 2011 / 11 januari 2012– Israël Amnesty International drong er bij de Israëlische wetgever op aan het wetsontwerp te verwerpen over langdurige detentie van asielzoekers en illegale immigranten, ongeacht de reden van hun verblijf in Israël. Maar op 10 januari werd de wet ‘ter voorkoming van infiltratie’ toch aangenomen, met 37 stemmen voor en 8 tegen. De wet voorziet in de automatische detentie van al degenen die het land binnenkomen langs de Egyptische grens, en omschrijft hen als ‘infiltranten’. Het geeft de regering het recht om immigranten en asielzoekers drie jaar of langer onder arrest te houden. Personen afkomstig uit landen of regio’s die de regering beschouwt als vijandig tegenover Israël, zoals Darfur, komen in aanmerking voor gevangenschap van onbepaalde duur. Tot op heden werden de meeste asielzoekers gearresteerd, maar weer vrijgelaten na enkele weken. Sedert 2005 hebben zo’n 45.000 asielzoekers, voornamelijk uit Eritrea en Soedan, de EgyptischIsraëlische grens overgestoken. "Deze wet druist in tegen Israëls verplichtingen onder Vluchtelingenconventie van 1951 en andere mensenrechtenverdragen", aldus Ann Harrison, Afgevaardigd Directeur voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika van Amnesty International. "Israël heeft het recht haar grenzen te beschermen, maar niet om zich te onttrekken aan haar internationale verplichtingen." De Vluchtelingenconventie werd opgesteld na de Tweede Wereldoorlog, in de context van de oorlogsvluchtelingen, waaronder ook vele Joden. Het is illegaal asielzoekers terug te sturen naar een land waar zij mensenrechtenschendingen riskeren, of dreigen verder gestuurd te worden naar dergelijke landen. Bovendien stelt het internationaal recht dat statelijke autoriteiten in elk individueel
geval moeten aantonen dat detentie noodzakelijk is, in relatie tot het te bereiken doel. Automatische en langdurige detentie zoals deze nieuwe wet het voorziet, schendt duidelijk het internationaal recht en de internationale normen. Detentie is een strafmaatregel. Als reactie op illegale immigratie is het ongepast en buiten elke verhouding. Bovendien vindt Amnesty International het gebruik van de term ‘infiltranten’ in de wettekst ongepast, gezien de verwijzing naar bedreiging en criminaliteit. Een eerdere versie van de wet criminaliseerde ook ‘bijstand aan infiltranten’, waardoor Israëlische mensenrechten- en hulporganisaties boetes zouden kunnen krijgen. De gestemde wet bepaalt dat dit enkel hoeft voor wie hulp verleent aan gewapende personen of drugs- en mensenhandelaars. Bovendien kunnen volgens de wet kinderen even lang vastgehouden worden als volwassenen. Wel bestaat er de mogelijkheid tot vrijlating van niet-begeleide minderjarigen. Amnesty International roep Israël op te investeren in open opvangfaciliteiten voor gezinnen met kinderen. Deze wet maakt deel uit van een breder beleid om immigranten en asielzoekers af te schrikken. De regering bouwt momenteel nieuwe afdelingen in de Saharonim-gevangenis, een detentiecentrum voor migranten in zuidelijk Israel. Daarnaast is de Israëlische regering van plan zware boetes op te leggen aan werkgevers die ‘infiltranten’ in dienst nemen. Bovendien kondigde Netanyahu’s kabinet aan om in 2012 met verschillende Afrikaanse landen afspraken te maken rond terugzending van asielzoekers naar derde landen. De juridische adviseur van de Knesset stelde dat de wet niet voldoet aan de ‘minimale grondwettelijke vereisten’. Het valt dan ook te verwachten dat de wet op juridische basis zal aangevochten worden. Terwijl de Kwartetbesprekingen voortgaan, wordt een recordaantal Palestijnen uit hun huizen gezet 13 december 2011 – Israël Het afgelopen jaar hebben de Israëlische autoriteiten de onwettige vernielingen op de Westelijke Jordaanover, inclusief Oost-Jeruzalem, opgevoerd. Als gevolg hiervan werd een recordaantal Palestijnse families uit hun huis gezet. Dit werd bekend gemaakt door een internationale coalitie van 20 ontwikkeling- en mensenrechtenorganisaties. Op hetzelfde moment kwam het Midden-Oosten Kwartet samen in Jeruzalem in een poging de vredesgesprekken te hervatten. Volgens de organisaties, waaronder Amnesty International, Human Rights Watch, OxfamSolidariteit, Broederlijk Delen en Oxfam-Wereldwinkels, gaat de toename van de vernielingen gepaard met een versnelde expansie van de nederzettingen en een escalatie van geweld door de kolonisten. De organisaties roepen het Kwartet op alle partijen in het conflict te herinneren aan hun verplichtingen onder het internationaal recht. Het Kwartet dient er bij de Israëlische regering op aan te dringen onmiddellijk haar nederzettingenbeleid terug te draaien en alle huisvernielingen te stoppen. “Er bestaat een groeiende kloof tussen de besprekingen van het Kwartet en de realiteit op het terrein. Het Kwartet moet zijn benadering grondig herzien en aantonen dat het een wezenlijk verschil kan brengen in de levens van Palestijnen en Israëli’s”, stelde Jeremy Hobbs van Oxfam International. Waarop baseren deze organisaties zich om te spreken over een snel verslechterende situatie? Ten eerste is er een verdubbeling waargenomen van het aantal mensen wiens huis vernietigd werd ten opzichte van 2010. Sinds het begin van 2011 werden meer dan 500 Palestijnse huizen, bronnen, cisternes en andere structuren op de Westelijke Jordaanoever, inclusief Oost-Jeruzalem, vernietigd. Volgens cijfers van de VN werden hierdoor meer dan
1000 Palestijnen verjaagd. Dit is het hoogste cijfer sinds 2005. In het bijzonder worden kinderen getroffen door deze toestanden. Ten tweede werden er het afgelopen jaar plannen goedgekeurd voor 4000 nieuwe huizen voor kolonisten in Oost-Jeruzalem. Dit is volgens Peace Now het hoogste cijfer sinds 2006. Bovendien kondigde Israël in november 2011 plannen aan om de bouw van 2000 nieuwe woningen op de Westoever, inclusief Oost-Jeruzalem, te versnellen. Ten derde is er een duidelijke toename van het geweld vanwege kolonisten merkbaar. Volgens VN-rapporten namen dergelijke aanvallen tegen Palestijnen in 2011 met 50% toe tegenover 2010 en met meer dan 160% tegenover 2009. Ook vernielden of beschadigden kolonisten bijna 10.000 Palestijnse (olijf)bomen, waardoor het levensonderhoud van honderden Palestijnse families werd bedreigd. De daders blijven zo goed als ongestraft: tussen 2005 en 2010 sloot de Israëlische politie bijna 90% van de klachten over geweld van kolonisten af zondergevolg. Ten vierde is er de situatie van de Bedoeïenen : als de Israëlische autoriteiten hun plannen in 2012 uitvoeren, dreigen 2300 Bedoeïenen in de periferie van Jeruzalem gedwongen verplaatst te worden. Phillip Luther, Directeur van het Interim Programma voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika bij Amnesty International vat de aanklacht van de organisaties tegen het Kwartet als volgt samen: “Israëls toenemende schendingen tonen de fundamentele ontoereikendheid van de benadering van het Kwartet. Het Kwartet moet begrijpen dat het niet kan bijdragen tot een rechtvaardige en duurzame oplossing voor het conflict zonder een garantie dat het Internationaal recht gerespecteerd wordt en afdwingbaar is. Amnesty International roept Hamas-bestuur mensenrechtenactivist te onderzoeken
op
de
aanvallen
op
18 januari 2012 Amnesty International roept het Hamas-bestuur in de Gaza-strook op de verantwoordelijkheid te nemen om onafhankelijkheid en onpartijdigheid te garanderen bij het onderzoek dat gelanceerd werd naar de veelvuldige aanvallen op een mensenrechtenactivist. Mahmoud Abu Rahma, van het Al Mezan Centrum voor Mensenrechten, had een kritisch artikel geschreven over Hamas en gewapende groepen. Met een mes werd hij op 17 januari meermaals in de rug, schouders en benen gestoken door gemaskerde mannen, net buiten zijn huis in het zuiden van Gaza-City. Dit meldde het Al Mezan Centrum. Tien dagen eerder werd hij ook al aangevallen. “Deze pogingen om iemand die de mensenrechten verdedigt het zwijgen op te leggen, zijn een aanval op de vrijheid van meningsuiting, en geven een huiveringwekkend signaal aan activisten”, zei Ann Harrison, afgevaardigd Directeur voor het Midden-Oosten en NoordAfrika van Amnesty International. “De autoriteiten in de Gaza-strook moeten de veiligheid van Mahmoud Abu Rahma verzekeren en de daders moeten berecht worden.” Mahmoud Abu Rahma publiceerde eerder deze maand een artikel waarin hij opriep tot gerechtigheid voor mensen die willekeurig gevangengezet en gemarteld werden door Hamas-functionarissen. Hij vroeg de autoriteiten om de schendingen door Palestijnse groepen te onderzoeken. Daarnaast verwees hij naar het feit dat er geen verantwoording is afgelegd voor het doden en verwonden van inwoners van Gaza tengevolge van de aanvallen van Palestijnse gewapende groepen tegen Israël. Aan Amnesty International vertelde hij: ”De mannen die me neergestoken hebben, noemden mij een verrader en een ketter. Maar ondanks de beschuldigingen en de aanvallen ben ik vastbesloten mijn werk als verdediger van mensenrechten in Palestina verder te zetten.”
Een ander incident deed zich voor op 15 januari. Leden van een kleine sjiitische gemeenschap in Beit Lahia (in het noorden van de Gaza-strook) vertelden dat veiligheidstroepen met geweld binnenvielen bij een religieuze ceremonie. Ze arresteerden 20 mannen die in het politiestation geslagen werden. Meerdere mannen hadden gebroken ribben, een van hen hield er twee gebroken armen aan over. Later werden ze naar twee lokale ziekenhuizen gebracht, waar veiligheidsagenten hen nog meer slagen toedienden. Het ministerie van Binnenlandse Zaken verklaarde dat het incident een aanval was op een bij wet verboden groep en beweerde stellig dat er geen sjiitische moslims in de Palestijnse gebieden vertoeven. Daarnaast meldde het ministerie dat het de beschuldigingen van mensenrechtenschendingen tijdens de aanval zal onderzoeken. Ann Harrison over dit voorval: “Het Hamas bestuur moet vrijheid van godsdienst en geloof beschermen voor alle minderheden in Gaza, en erop toezien dat de verantwoordelijken voor deze aanval op vreedzame gelovigen ter verantwoording geroepen worden”.
Arrest van het Israëlisch Hooggerechtshof trekt families uit elkaar 13 januari 2011 Dit artikel is gebaseerd op een artikel dat gepubliceerd werd op de blog van Amnesty International (amnesty.org) Het Israëlische Hooggerechtshof heeft de wet bestendigd die Palestijnen, gehuwd met een Israëlische staatsburger, verbiedt om in Israël te wonen. Volgens de overheid vormen zij een automatisch veiligheidsrisico. Het Hof verwierp de petitie waarin Palestijnse families en mensenrechtenorganisaties de afschaffing van de wet uit 2003 eisten. Deze wet ontzegt Palestijnse echtgenoten/es van Israëlische burgers het recht op een gezamenlijk gezinsleven in Israël. De wet bepaalt dat gezinnen met een Palestijnse partner niet dezelfde burgerrechten krijgen en niet langer samen kunnen blijven in Israël. Ehab is advocaat en Israëlisch staatsburger en getrouwd met een Palestijnse vrouw uit de Westelijke Jordaanoever. “We hadden echt hoop”, zei hij. “Er is wat veranderd sinds 2003 en we dachten dat de petitie zou aanvaard worden. Dit is een moeilijk moment voor alle gezinnen.” Ehab en Bayan trouwden vier jaar geleden. Een jaar later werd Noor geboren. Volgens de wet die het Hof nu heeft bevestigd, kan Ehab zijn burgerschap niet aan haar doorgeven. Als zij bij hem wil zijn in Israël, kan dat enkel als het ministerie van Binnenlandse Zaken haar daartoe een speciale tijdelijke vergunning geeft. De eerste keer dat het gezin samen in hetzelfde huis woonde, was vorig jaar, toen ze in de Verenigde Staten verbleven voor Ehabs studies. Toen ze naar Israël terugkeerden, kon Bayan een vergunning bemachtigen en woonden ze samen in Ehabs dorp. Maar er is een fundamenteel verschil tussen samenleven met je gezin en enkel de toelating hebben hen te mogen bezoeken. Bovendien is een vergunning een teken van de discriminatie waarmee Palestijnen in Israël en op de Westelijke Jordaanoever geconfronteerd worden. Shayma en Ahmad trouwden vier jaar geleden. Ze hebben nu twee dochters en ze wonen in de buurt van de Israëlische stad Ashkelon, waar Ahmad als gynaecoloog in het plaatselijke hospitaal werkt. Shayma is afkomstig van Bethlehem en kreeg pas twee jaar geleden een vergunning om bij Ahmad te wonen. Deze tijdelijke vergunning laat haar enkel toe Israël binnen te komen, maar geeft haar geen toegang tot de diensten waar staatsburgers of mensen met een permanent verblijf van genieten, zoals gezondheidszorg en sociale voorzieningen. “We moeten via een verschillende weg door de checkpoints”, zegt Shayma. “Ik stap uit de auto voor de veiligheidscontrole, en intussen wacht Ahmad in de auto met de
kinderen. De kinderen worden daar erg onrustig van. Ze beginnen te wenen als ik uit de auto stap.” Ook wanneer ze het land uit willen moet het gezin gescheiden reizen. Ahmad kan met de kinderen via de luchthaven reizen, Shayma niet: zij moet via Jordanië. Shayma’s vergunning vervalt op 15 januari. Door de nieuwe beslissing van het Hof leeft de familie nu met de angst dat haar vergunning niet zal verlengd worden. Meer dan 100.000 gezinnen leven in dezelfde situatie. De bewuste wet dient elke zes maanden vernieuwd te worden, de volgende keer is eind januari 2012. Amnesty International heeft Israël al eerder opgeroepen de wet te herroepen en er voor te zorgen dat ze niet wordt hernieuwd.
COLOFON Redactie Landencoördinatieteam Israël/Bezette Gebieden/Palestijnse Autoriteit3 Amnesty International Vlaanderen vzw4 Kerkstraat 156 2060 Antwerpen Tel.: 03 271 16 16 - Fax: 03 235 78 12
[email protected] www.aivl.be/israel-en-de-bezette-gebieden
Hoofdredacteur Nico De Winter (
[email protected])
Redactie Lien Vloeberghs Barbara Van der Hallen Nico De Winter
Eindredactie Nico De Winter Verantwoordelijke Uitgever Amnesty International Vlaanderen vzw, Karen Moeskops, Kerkstraat 156, 2060 Antwerpen
Steun Amnesty International Vlaanderen! Klik hier en hier. Deze nieuwsbrief verschijnt tweemaandelijks. Inschrijven kan via een simpel mailtje naar
[email protected] Vind ons ook op Facebook!
3
Het ‘Landencoördinatieteam (LCT) Israël/OT/PA’ (Israel/Occupied Territories/Palestinian Authority) verzamelt informatie en bouwt expertise op rond Israël en de bezette gebieden binnen Amnesty International Vlaanderen. Deze expertise wordt gebruikt voor ondersteuning van Amnesty-groepen die werken op Israël en de bezette gebieden, voor inhoudelijke ondersteuning van campagnes van het nationaal secretariaat, voor lobbywerk bij politici en voor sensibilisering van het grote publiek. 4
Amnesty International is een onafhankelijke en onpartijdige organisatie die de naleving van alle mensenrechten nastreeft. Zij doet onderzoek en voert actie tegen ernstige mensenrechtenschendingen.