VEERTIENDAAGS INFORMATIEBLAD VAN HET UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM ST RADBOUD JAARGANG 33 NUMMER 11 29 juni 2007
Beter worden in het Radboud! ‘Wij hebben de ambitie beter te worden. Veel beter te worden. Gewoon top! Wij moeten het beste van het beste zijn.’ In zijn voorwoord in ’Beter worden in het Radboud!’ geeft Emile Lohman exact aan waar het doel ligt: aan de top. ‘Wij zijn een Universitair Medisch Centrum. Wij willen excelleren in onderwijs en onderzoek en gewoon steengoed zijn in patiëntenzorg en gastvrijheid. Om dat doel te bereiken worden de inrichting en de besturing van de organisatie ingrijpend aangepast, want dat moet de voorwaarden scheppen om onze ambities waar te maken.’ W a lther V erhoeve n
In ‘Beter worden in het Radboud!’ geeft de Raad van Bestuur zijn visie op de noodzakelijke verbeteringen. Klantgerichtheid vormt het uitgangspunt in het nieuwe organisatiemodel. Daarin staat het primaire proces (patiëntenzorg, onderwijs en onderzoek) volledig centraal. De organisatie wordt opgebouwd vanuit primair extern gerichte afdelingen die zich vooral op externe klanten richten en daarmee vrijwel alle inkomsten van het UMC genereren, zoals Orthopedie of Gynaecologie. Deze afdelingen zijn integraal verantwoordelijk voor de resultaten in patiëntenzorg, onderwijs en onderzoek, voor productie, financiële resultaten en personele prestaties. Daarnaast zijn er primair intern
Pagina 3 Bestuursvoorzitter Emile Lohman over inrichting en besturing Radboud
Pagina 4 Interview met Ernst de Bel, architect van het Elektronisch Patiëntendossier
Foto: Jan van Teeffelen
gerichte afdelingen, zoals Radiologie of het Hematologisch Lab, die zich vooral op interne klanten richten, namelijk de primair extern gerichte afdelin gen. Al deze afdelingen in het primaire proces zijn klant bij het Servicebedrijf dat ondersteuning biedt, bijvoorbeeld personeelszaken, administratie, ICT en facilitaire diensten. Kortom, iedereen bedient klanten, en moet weten welke kwaliteit en service de klanten wensen en verwachten. ‘Wij moeten onze ramen durven openzetten en openstaan voor wat er beter moet volgens onze klanten. Nog beter aan hún wensen voldoen’, schrijft de Raad van Bestuur. ‘Want zij moeten er beter van worden.’
Samenwerking ‘Snel en fundamenteel herstel is nodig’, vindt de Raad van Bestuur, die met het nieuwe organisatiemodel duidelijk maakt hoe de taken, verantwoordelijk heden en bevoegdheden komen te liggen. Ook moet de organisatie zich relatief eenvoudig laten aanpassen aan externe en interne ontwikkelingen. Als het nodig is, moet er direct bijgestuurd kunnen worden. Dat alles leidt tot het voorstel om af te stappen van de clusterstructuur. De afdelingshoofden worden integraal verantwoordelijk en gaan, net als de directeur van het Service bedrijf rechtstreeks verantwoording afleggen aan de Raad van Bestuur. Om de samenwerking te bevorderen kent het organisatiemodel een Onderzoeks raad, zes onderzoekinstituten, twee onderwijsinstituten, centra en ketens. Iedere Radboudmedewerker moet haar of zijn klanten het beste van het beste bieden. Daarom heeft de Raad van Bestuur het plan aan iedereen toegestuurd. Het is nu voor advies voorgelegd aan de Cliëntenraad CRAZ, Ondernemings raad, VAR, Stafconvent en UMC-Raad. Het College van Bestuur van de Radboud Universiteit en het Stichtingsbestuur steunen de voorstellen. Na de vakantie periode wil de Raad van Bestuur definitieve besluiten nemen. Lees verder op pagina 3.
Pagina 8 Reportage nachtdialyse. Langere dialysetijd is een minder grote aanslag op het lichaam.
Pagina 10 Maatwerk in bestraling. Oratie prof.dr. Hans Kaanders, Trans lationele Radiotherapie
r a d bo d e 1 1 - 2 0 0 7
inhoud 3
agenda
Beleid Inrichting en besturing Radboud Een betere inrichting en besturing van de organisatie zijn noodzakelijke voor waarden om ambities te kunnen waar maken. Emile Lohman, voorzitter Raad van Bestuur, lichtte de afgelopen twee weken zijn visie toe.
4
Onderwijs Tandheelkunde Emeritus hoogleraar is 40 jaar lang patiënt bij Tandheel kunde. ‘Ik ben een wandelend museumstuk voor inlays en niet-lekkende gouden vullingen’. Een interview.
Voor alle cursussen en meer informatie: www. umcn.nl/paog.
PAOG
18 september Studiedag bestemd voor bedrijfs- en verzekerings artsen. Titel: Ontwikkelingen in de klinische arbeidsgeneeskunde; Prinsjesdagsymposium 2007.
15
Overig
Opinie Het betoog
3 juli
Van baarmoederverwijdering krijg je geen bekkenbodem klachten, stelt prof.dr. Mark Vierhout in zijn betoog.
Reportage Nachtdialyse De voordelen van nachtdialyse zijn aanzienlijk. Patiënten hebben overdag de handen vrij en dankzij de langere dialysetijd betekent de hemodialyse niet zo’n aanslag op het lichaam, min der medicijngebruik en een betere vochtbalans.
10
Oecumenische vieringen Om 10.00 uur in het personeelsrestaurant. 1 juli, voorganger Els Groeneveld; 8 juli, voorgan ger Jack de Groot; 15 juli Ans Bertens; 22 juli, voorganger Stieneke Reeders.
Interview Elektronisch Patiëntendossier Intensivist Ernst de Bel liet de patiën tenzorg achter zich en werd architect van het Elektronisch Patiëntendossier. De Bels drijfveer is vooral zijn niet aflatende zucht naar nieuwe kennis.
8
13
Onderzoek Nieuwe radiotherapietechnieken Prof.dr. Hans Kaanders, hoogleraar Translationele Radiotherapie, pleit voor het ontwikkelen van methoden die kunnen aangeven bij welke patiën ten toevoegingen aan de radiotherapie zinvol zijn.
Voorlichtingsavond voor zwangeren: ‘Pijn of geen pijn?’. Van 18.45 - 20.45 uur bij de Polikliniek Gynaecologie/Verloskunde, routenummer 782. Er zijn geen kosten aan verbonden en aanmelden is niet nodig. De avond bestaat uit algemene voor lichting, een themabespreking en mogelijkheid tot bezoek aan een verloskamer.
8 juli
En verder...
Agenda, Kunst Nieuwsladder Acute harthulp, Vierdaagsepil, Het moment PIPpagina In bedrijf: medische bibliotheek, dvd-nierdialyse, prijs ergotherapeute, omgaan met delier, tv-serie Chris van Weel voorzitter Wonca, Otosclerose Nieuwe UMC-raad, ingezonden, mensen, boodschappen, Colofon Ethiek, Ingezonden Huygendag, Uruzgan, AdRem
2 3 5 6 7 11 14 15 16
kunst In de monumentale gang op de benedenverdieping van wat vroeger de Prekliniek werd genoemd, steken van oudsher twaalf vitrines. Aan Krien Clevis is gevraagd die in te vullen, gebruik makend van oude, afgedankte medi sche apparatuur, en dit op een wijze dat een reeks kunst werken ontstaat. De kunstenares maakte een zorgvuldige selectie uit de voorhanden zijnde objecten en plaatste ze op het glazen schap in de vitrine. Tegen de achterwand van de vitrine hing ze over het hele oppervlak een door schijnende foto – van achteren uit belicht. Deze foto toont een medische situatie, een die direct verband houdt met de in de vitrine geplaatste apparaten. Op de glazen plaat waarmee de vitrine aan de voorkant wordt afgesloten, zorgde zij voor een ets. Deze laat zien hoe de in de vitrine getoonde situatie mét apparatuur, vandaag de dag in beeld komt: het gaat niet langer om een directe, realis tische voorstelling; het zijn vooral grafieken die het resul taat zijn van de proeven en de onderzoeken waarvan in de vitrine een vroegere impressie opgeroepen is. Deze werken van Krien Clevis laten ons door het van een ets voorziene glas – een soort hedendaagse bril – kijken naar de geschiedenis van een specifiek onderdeel van de geneeskunde. De per twee gegroepeerde vitrines krijgen bovenaan tevens de vermelding van een medi sche activiteit. Met dit alles wordt hier op beeldende wijze aan originele medische geschiedschrijving gedaan.
Concert ‘Quatro Ventos’om 14.00 uur in Hortus Arcadië (park Brakkenstein), d’Almarasweg 22d, Nijmegen. Het concert vindt plaats onder de wit gele reuzenparasol van de Hortus. Kosten e 5,00 euro (e 2,50 voor kinderen t/m 12 jaar). Hartver scheurende melancholische fado in de bloemrijke ambiance van Hortus Arcadië. Quatro Ventos geeft een mediterrane sfeer aan het vierde tuinconcert in de Hortus. Vóór het optreden van Quatro Ventos is er voor natuurliefhebbers een rondleiding door de Botanische Tuin. Met ruim achthonderd ver schillende planten geeft deze tuin een beeld van de verschillende natuurlandschappen in Neder land. Een imposante rotsheuvel met waterval en een meanderende beek die uitmondt in een prach tige verstilde vijver. Met daaromheen een moeras met knuppelpad, verschillende bostypen met elk hun eigen vegetatie en een mooi heidegebiedje. De rondleiding begint om 12.30 uur en is in de prijs inbegrepen. Meer informatie: tel. 024 - 3561409,
[email protected], en www.hortus-arcadie.nl.
Expositie Tot 31 juli expositie van Bienette Moraal met ‘wer ken op papier’ in de Omloop van het UMC, 1ste verdieping, ter hoogte van de Medische Biblio theek, Geert Grooteplein 15. Dagelijks toegankelijk van 09.00 tot 19.00 uur. Beinette Moraal was patiënt in het UMC en één van haar laatste wilsbe schikkingen was het schenken van twee monumen tale doeken aan de afdeling Oncologie. Bij gelegenheid van het in ontvangst nemen van deze schenking organiseert de Commissie Beeldende Kunst deze tentoonstelling van haar werk.
Daan Van Speybroeck Foto: Jan van Teeffelen
Krien Clevis, Observatorium, 2002.
r belei d a d bo d e 1 1 - 2 0 0 7
nieuwsladder Twee Europese zorgpassen Toeristen die tijdens hun vakantie in het buiten land ziek worden, moeten gebruikmaken van hun Europese zorgpas. Sinds 1 januari 2006 is deze pas verplicht. De pasjes die de UMC Zorgverzekering heeft verstrekt, zijn aan de ene zijde paars (dit is het verzekeringsbewijs) en aan de andere zijde blauw (dit is de Europese zorgpas). Er zijn ook nieuwere pasjes, waarbij de witte kant het verze keringsbewijs is en de blauwe kant de Europese zorgpas.
Jochem van Gelder rapt voor stofwisselingsziekten
Foto: Jan van Teeffelen
‘We willen een steengoed UMC worden’ Bij zijn nieuwjaarstoespraak beloofde Emile Lohman voor de zomervakantie zijn beleidsvisie te presenteren. Afspraak is afspraak: op 18 juni stond hij ‘op de zeepkist’. Hij wilde het zelf vertellen, zeker aan medewerkers voor wie de plannen directe gevolgen hebben.
W a lther V erhoeve n
Op maandag 18 juni was de primeur voor de clusterbe sturen en de directeuren van staven en bedrijven. Daarna vulden de andere medewerkers van deze organi satieonderdelen het Auditorium. Op dinsdag lichtte de bestuursvoorzitter de plannen toe aan Ondernemings raad en Stafconvent, en op woensdag aan hoofdver pleegkundigen en medewerkers van staf Zorg en staf Medische Zaken. Op donderdag was de VAR aan de beurt en op vrijdag de UMC-Raad. Op 25, 27 en 28 juni waren alle overige medewerkers welkom op een van de infor matiebijeenkomsten in het Auditorium. Lohman liet vooraf weten het verhaal net zo vaak te willen vertellen als nodig was. Binnenkort worden ook de CRAZ en de vakbonden geïnformeerd.
ze waar voor haar geld krijgt. Net als iedere klant. Wij hebben veel klantengroepen, van universiteit en studen ten, patiënten en patiëntenorganisaties, verwijzers en zorgverzekeraars, tot aan de nationale overheid en de Europese subsidieverstrekkers toe. Ze zijn heel verschil lend, maar één ding staat vast: zij verwachten allemaal het beste van het beste. Als het Radboud dat niet biedt, dan zijn er andere aanbieders in de markt die graag deze klanten overnemen. In elk van de kerntaken gaat de marktwerking door, heus, en een paar kilometer ten oosten van Nijmegen zijn ze nu al veel verder.’
‘Dit huis is het waard om met veel respect besproken te worden’
Stinkende best In elke presentatie benadrukte de bestuursvoorzitter de noodzaak van de verbeteringen. Hij spaarde de organi satie niet. ‘Het moet gezegd worden, dit Radboud miste ambitie. Iedereen weet dat het Radboud in elk van de kerntaken echte toppers heeft, maar daaromheen werd middelmaat geaccepteerd. Dat is dus niet goed genoeg. De gedrevenheid overal het beste van het beste te geven, was er niet meer. In die zin stond de crisis in het hartcen trum niet op zichzelf. Ik heb dat allemaal niet zelf bedacht. Er bestaat een brede overtuiging dat het echt beter kan. Ik ben binnengehaald om leiding te geven aan het beter worden van het Radboud.’ Lohman wilde niemand de zwarte piet toespelen: ‘Ik zie heus wel dat veel mensen hun stinkende best hebben gedaan. Het was geen onwil, eerder onmacht. Zolang er verwarring is over de kernvraag waar het in dit UMC om moet gaan, krijg je de organisatie niet op scherp. Vandaar dat we nu klip en klaar duidelijk maken waar het om gaat, wat onze ambities zijn. De betere inrichting en besturing van de organisatie zijn noodzakelijke voorwaarden om die ambities te kunnen waarmaken. Daarom willen we nu nog geen strategisch meerjarenplan neerleggen. Eerst moeten we onze organisatie en onszelf verbeteren.’
Toenemende marktwerking ‘Het UMC St Radboud moet zich juist in de ogen van zijn klanten onderscheiden’, benadrukte Lohman. ‘Je moet weten wie je klanten zijn, wat zij wensen en verwachten en wat zij van jouw kwaliteit en service vinden. En dan heb ik het niet alleen over patiëntenzorg. De universiteit wil op het gebied van onderwijs en onderzoek weten of
Alle vertrouwen In de eerste week bleken de toehoorders na afloop van elke presentatie enigszins beduusd door de verreikende voorstellen van de Raad van Bestuur, maar ook enthou siast over het ambitieniveau en het perspectief. De vele vragen betroffen de uitvoering van de plannen. De Raad van Bestuur heeft een organisatiemodel op hoofdlijnen gepresenteerd en zal op tal van onderdelen uitvoerings plannen opstellen. ‘Daarmee zijn we natuurlijk al begon nen. In de zes projecten die ik in de nieuwjaarstoespraak heb aangekondigd zit de vaart er goed in’, lichtte Lohman toe. ‘De komende twee maanden zijn voor interne advi sering en besluitvorming. Intussen gaan we de inrichting van de Concernstaf en het Servicebedrijf voorbereiden, zodat we na de vakantieperiode snel van start kunnen.’ De uitvoering van deze voorstellen gaat ongeveer twee jaar duren, verwacht Lohman, maar verbeteringen wor den doorgevoerd, zodra dat mogelijk is. ‘Tot dat moment blijft de bestaande organisatie volledig van kracht’, beklemtoonde hij in elke presentatie: ‘We doen het werkenderwijs en zorgvuldig.’ Hij is tevreden over de ontvangst van de voorstellen: ‘Ik geloof dat iedereen begrijpt wat de bedoeling is en als ik zie hoe er wordt gereageerd, heb ik er alle vertrouwen in dat het gaat lukken. En dat moet ook, want dit huis is het waard om met veel respect besproken te worden.’ n
Tijdens de pop4kidsconcerten rapte Jochem van Gelder in de Summer Jump speciaal voor de stich ting Energy4All. Hiervan werd een cd-single opge nomen, waarvan de opbrengst ten goede komt aan het onderzoek naar stofwisselingsziekten onder leiding van prof.dr. Jan Smeitink van het UMC St Radboud. Zie www.energy4all.eu.
ParC opnieuw ‘center of excellence’ Het Parkinson Centrum Nijmegen (ParC) van het Radboud is door de Amerikaanse National Parkin son Foundation voor het derde opeenvolgende jaar erkend als ‘center of excellence’. Het centrum is daarmee uniek in Nederland. Het predicaat ‘Center of excellence’ wordt gegeven aan centra die hoog waardige multidisciplinaire zorg koppelen aan innovatief wetenschappelijk onderzoek. Tegelijk met de erkenning ontving ParC een subsidie van 200.000 dollar voor nieuwe projecten rondom Parkinsonpatiënten. Dr. Bas Bloem, medisch hoofd van ParC, en Dr. Marten Munneke, wetenschap pelijk hoofd van ParC, zijn uitgenodigd om in Flo rida een lezing te houden voor de ‘centers of excellence’ in de VS.
Philips sponsort ParC Nog meer nieuws over ParC. Het ParC Dagcentrum is door Philips gesponsord met een aantal prakti sche apparaten: een plasma tv, een ministereoset met luidsprekers, een waterkoker een Senseo kof fieapparaat. De apparaten zijn bedoeld om het verblijf van de Parkinsonpatiënten in ParC te ver aangenamen.
UTN zoekt ‘rake’ schrijvers van RU en UMC Het UTN, het Universitair Taal- en Communicatie centrum Nijmegen, bestaat vijftien jaar en om dit te vieren looft het centrum dit najaar de trofee ‘Raak Radbouds’ uit voor de meest treffende en heldere zakelijke tekst van het UMC St Radboud en de Radboud Universiteit. Medewerkers kunnen een eigen tekst of van een collega (met toestem ming) insturen. Het gaat om zakelijke teksten, bij voorbeeld een beleidsnota, brief of artikel. Literaire teksten komen niet in aanmerking. Tek sten worden beoordeeld op hun doelgerichtheid. Voor meer informatie en aanmelding, zie www. ru.nl/utn, nieuws, lustrum UTN.
Studiereizen Voor specifieke beroepsgroepen zijn er kleinscha lige non-profit reizen, waarin ontwikkelingssamen werking en toerisme bij elkaar komen. Inkomsten vloeien zoveel mogelijk terug naar de bezochte projecten en organisaties via ingediende project voorstellen. Zie www.dubbelfocusreizen.nl.
i n terview
De stethoscoop aan de wilgen voor het EPD Intensivist Ernst de Bel liet de patiëntenzorg achter zich en werd architect van het Elektronisch Patiëntendossier (EPD). De Bels drijfveer is vooral zijn niet aflatende zucht naar nieuwe kennis. Of het nu een computertaal is, Thais, Chinees, Hongaars of Turks, hij draait er zijn hand niet voor om. Nelleke Di n n isse n
Ernst de Bel is een broekie wanneer hij aan de Universiteit van Amsterdam begint als wiskundig econoom. Na 5 jaar geeft hij zijn leven een totaal nieuwe wending. Alsof een studie econometrie en twee kandidaatsstudies sociologie en culturele antropologie niet genoeg zijn, switcht hij over op geneeskunde. Bij toeval. Want De Bel belandt met een kwetsuur in het ziekenhuis, kijkt met verwondering rond naar al die hulpverleners en valt ter plekke voor de genees kunde. 27 jaar later is De Bel arts af en mag hij zich architect van het Elektro nisch Patiëntendossier van het Radboud noemen. Een wispelturig man? Niet echt, want De Bel bleef de geneeskunde 27 jaar trouw: hij werd internist in het AMC en deed daar ook de opleiding tot intensivist. Tien jaar geleden zette hij als intensivist voet aan wal in Nijmegen. Intensive Care paste precies in zijn straatje, want De Bel is leerzuchtig en kon met de bonte verzameling aan kennis en kunde die nodig is binnen de Intensive Care zijn hart ophalen. De Bel: ‘Een intensivist heeft een helikopterview en moet met een brede kennis voortdurend over muren heenkijken. Bij binnenkomst loods je de patiënt, al dan niet via een OK, door de Intensive Care heen naar de verpleegafdeling. Een prachtig multidisciplinair vak.’ Maar De Bel hing zijn stethoscoop aan de wilgen voor een “duffe” baan achter
Het bleef niet bij NICE. De Bel keek mee met de invoering van een nieuw labsysteem, met de implementatie van Diagnose Behandelingscombinaties, het digitaliseren van röntgenfoto’s, en hij maakte een ordercommunicatie systeem voor verpleegkundigen. Inmiddels kan De Bel een groot deel van het Elektronisch patiëntendossier op zijn conto schrijven.
Fanatiek Zijn EPD-passie kostte De Bel wel zijn baan als arts. ‘Je bent fulltime intensivist of je bent het niet’, zei het hoofd van zijn afdeling. ‘Hij had gelijk, als je maar half aan een afdeling verbonden bent, is het moeilijk je loyaliteit te verdelen’, ervoer De Bel. ‘Ik had gewoon geen andere keus.’ Maar in het EPD vond hij voldoende intellectuele uitdaging. Zijn leergierigheid is eindeloos, ook in zijn privéleven. Leest hij geen computerboek, dan studeert hij wel Chinees, Thais, Hongaars, Turks. Hij spreekt het allemaal. Een autodidact pur sang. ‘Het maakt niet uit, ik kan mezelf ook heel goed voorstellen als leraar Latijn. Ook dat zou ik jaren fanatiek kunnen doen.’
‘Het EPD is als schaken: je zit uren naar dezelfde par tij te kijken’
ICT-oplossingen verzint De Bel op zijn fiets van of naar het werk of in bed. ‘Meestal word ik rond vijf uur wakker, dan broed ik op ideeën, sta op en werk ze meteen even uit.’ De Bel bedenkt het EPD, maar is het voor het Radboud niet veel handiger om een commercieel pakket aan te schaffen? ‘De Raad van Bestuur heeft een marktonderzoek laten doen, maar kwam toch bij mij uit. Want commerciële EPD-pakketten zijn van oudsher ingericht op administratieve processen en niet geënt op de zorg. Ze zijn ook slecht uit te breiden en communiceren moeilijk met andere pakketten. Een arts moet labuitslagen kunnen zien en in hetzelfde programma de bloeddruk kunnen registreren. En het liefst moet registratie zoveel mogelijk aan het bed gebeuren, dan is die het meest nauw keurig. Mobiele schermen dat wordt de toekomst.’ Dat een ziekenhuis zelf knutselt aan een EPD is, volgens De Bel, niet raar. Leveranciers stuiten vaak op de grilligheid van het zorgproces. ‘Pakketten verouderen al onder hun vingers.’ De ICT-projectgroep, waar De Bel deel van uit maakt, kreeg van de RvB tot eind 2008 groen licht, pas dan wordt opnieuw de balans opgemaakt. Tegen die tijd loopt ook De Bels registratie af als intensivist. ‘Mocht ik onverhoopt uit dit EPD-traject gekieperd worden, dan kan ik, uiteraard met scholing, weer terugkeren in de zorg.’
Bits en bytes
de computer, om programma’s te bedenken en te maken. In de zeventiger jaren experimenteerde hij als econometrist al met programmeertalen, maar de vol gende drie decennia laat hij de computerhype voor wat het is. Dertig jaar later krijgt het digitijdperk hem weer in zijn greep. Toen NICE ofwel de Nederlandse Intensive Care Evaluatie op het toneel verscheen. Samen met ICT-er Sjef van der Velde maakte hij hiervoor een computer- en webprogramma.
Mist De Bel zijn vak als arts niet? ‘Ja, ik mis de verhalen en de afwisseling. In de patiëntenzorg is de spanningsboog hoog en kort. Patiëntenzorg op de IC is als bridgen: steeds weer een nieuw spel, nieuwe kansen. Het EPD is als schaken: je zit uren lang naar dezelfde partij te kijken. Een heel ander soort concentratie. Daar krijg je weleens een wattig hoofd van’. Maar zijn drijfveer is er niet minder om. De Bel heeft al weer zijn hart verpand aan HL7versie3. ‘Een modelleertaal waarmee je gedwongen wordt gegevens helder te struc tureren’, legt De Bel uit. ‘Een taal die model staat voor alle zorgprocessen, zelfs het schoonmaken van een toiletpot kun je in HL7versie3 helemaal model leren.Een beschrijvende taal die zich laat gieten in formele datastructuur en waaruit een apotheker, een verpleegkundige, een arts en manager, dus voor elk wat wils, on-line gegevens kunnen destilleren.’ Door zijn medische achtergrond heeft De Bel veel krediet van zijn achterban, de ICT-collega’s. Bij het ontwerpen van een medicatieordersysteem kent hij alle complexiteiten van infusen en de samenstellingen van intraveneuze voeding. Medicatie gaat voor hem verder dan een pilletje op z’n tijd. De Bel slaat met zijn kennis een brug tussen het klinisch werkproces en de bits en de bytes aan de achterkant. n
p a ti ë n te n z org r a d bo d e 1 1 - 2 0 0 7
het moment
Patiënten die bekend zijn bij de afdeling Cardiologie van het UMC St Radboud hoeven met hartklachten niet meer eerst naar de Spoedeisende Hulp. Zij kunnen direct door naar de afdeling Acute Harthulp (AHH), waar tijdig een behandeling kan worden ingezet. Ook voor patiënten die niet bekend zijn bij de Cardiologie is de AHH een aanwinst. Zijn hun klachten serieus en wil een arts aanvullend onderzoek, dan belanden ze na onderzoek op de Spoedeisende Hulp, meteen op de goede plek.
Acute hulp voor patiënten met hartklachten
In deze rubriek vertellen medewerkers over een bijzondere ervaring tijdens hun werk in het UMC St Radboud. Een ongewoon en persoonlijk verhaal. Dit keer een verhaal van vaatchirurg Daan van der Vliet.
Ommezwaai ‘Een paar maanden geleden werd ik ’s avonds opgeroepen. Er was een patiënt met een gebarsten aneurysma per ambulance onderweg naar het Radboud. Ik ben meteen in de auto gesprongen en in volle vaart naar het ziekenhuis gereden. Bij een gebarsten aneurysma verbloedt de patiënt, dus iedere minuut telt. Het is opereren op het scherp van de snede, want of de patiënt het overleeft is nog maar de vraag. Doe je niets dan gaat hij zeker dood. Normaal spreek je met patiënten van te voren uitgebreid de behandeling door, maar bij een spoedgeval weet je niets van de patiënt. Hier moet je vertrouwen op het oordeel van de verwijzer. Je doet een stap in het ongewisse. Toen ik bij de Spoedeisende Hulp arriveerde, trof ik daar tot mijn grote verbazing een oude dame van 92 jaar aan met haar dochter. De huisarts had de patiënt ingestuurd voor een operatie. Weet u dat zeker, vroeg ik hem telefonisch. “Ja, jullie hebben daar de kennis en de middelen voor, dus los het maar op”, zei hij. Ik ben toen eerst met de patiënt en haar dochter gaan praten. Ik wilde weten hoe het met haar was gesteld. Ze bleek in een zeer slechte conditie, kwam thuis haar stoel bijna niet meer uit, was vergeetachtig en had enorm veel last van haar incontinentie. Mij werd al snel duidelijk dat deze dame een operatie van een gebarsten aneurysma niet zou overleven. En zou ze het wel halen, dan zou dat slechts van korte
Foto: Jan van Teeffelen
Per jaar kloppen veel mensen met hartklachten aan bij de Spoedeisende Hulp. Tijd speelt bij serieuze klachten een cruciale rol. De cardioloog moet zo snel mogelijk de goede diagnose stellen en een behandeling inzetten. ‘Daarom krijgen patiënten die bekend zijn bij de afdeling Cardiologie van het UMC St Radboud tegenwoordig een groene kaart, de zogenaamde “free call kaart”. Daarmee kunnen ze bij klachten direct door naar de Acute Harthulp’, legt cardioloog Hans Luijten uit. Luijten is medisch werkplekmanager van de Acute Harthulp. Voorheen kwamen alle patiënten met hartklachten op de Spoedeisende Hulp terecht. Luijten: ‘Wilden we voor een volledige diagnose nog wat aanvullend onderzoek, dan moesten we patiënten opnemen, omdat de uitslag hier van zes tot acht uur op zich laat wachten. Patiënten konden niet op de Spoedeisende Hulp blijven en beland den daarom voor opname op de Hartbewaking of op Cardiologie. Maar een opname op de Hartbewaking of Cardiologie is in de beleving van patiënten heel ernstig, terwijl ze misschien helemaal niets aan hun hart marke ren. Soms zit het probleem in de maag, slokdarm of longen. Ongeveer 50 procent van de patiënten kan weer
naar huis.’ Nu kan bij twijfel een patiënt doorverwezen worden naar de Acute Harthulp. Ook voor patiënten die niet bekend zijn bij de afdeling Cardiologie is dit centrum een groot voordeel. Want mankeert een patiënt echt iets, dan ligt hij op de Acute Harthulp meteen goed. De afdeling ligt namelijk naast de afdeling Hartbewaking, professionals van die afdeling runnen ook de Acute Harthulp. Heel belangrijk, vinden Luijten en prof.dr. Freek Verheugt, hoofd afdeling Cardiologie. Op de Acute Harthulp kunnen de cardiologen beoordelen of een opname noodzakelijk is. Bedden worden hiermee meteen efficiënter gebruikt. Luijten: ‘Patiënten liggen nu hooguit zes tot acht uur op de Acute Harthulp. Is alles goed dan gaan ze dezelfde dag nog naar huis. Onnodig lange opnames en de ver keerde-bed-problematiek zijn hiermee in een keer de wereld uit.’ ND
‘Zo’n tekst in de overlijdens adver tentie is wel een har t onder de riem’
Huisartsen kunnen hun patiënten zonodig direct doorverwijzen naar de Acute Harthulp. Zij kregen al in maart dit jaar via een symposium te horen dat het Radboud een Centrum opende voor Acute Harthulp.
Speciale pil meet oververhitting bij lopers Vorig jaar vielen bij de Vierdaagse vele lopers door de extreme hitte flauw; twee mensen overleefden het wandelevenement niet. Op verzoek van het Vierdaagse bestuur zal prof.dr. Maria Hopman, hoogleraar Integra tieve Fysiologie in het Radboud, advies geven over de gevolgen van het weer op de fysiologische inspanningen bij de wandelaars. Ook gaat ze onderzoek doen door de lopers een speciale pil te laten innemen. ‘Bij zestig wandelaars gaan we de lichaamstemperatuur meten en de vochthuishouding in kaart brengen’, vertelt Hopman. ‘Deze lopers nemen een pil met daarin een temperatuursensor en een zendertje. Tijdens de wande ling krijgen we de meetgegevens binnen. Zo kunnen we kijken of wandelaars tijdens het lopen van de Vierdaag se oververhit raken. Na vierentwintig uur verlaat de pil het lichaam.’ Het algemene advies bij de Vierdaagse luidt dat je veel moet drinken. ‘Maar te veel drinken is ook niet goed’, stelt Hopman. ‘Een fataal gevolg is dat er hersenoedeem kan ontstaan en lopers in coma kunnen raken. De symp tomen zijn dat de loper hoofdpijn krijgt en zich misselijk voelt.’ Bij uitdroging is óók sprake van hoofdpijn en misselijk heid. In die zin kan het moeilijk zijn om te bepalen waar je last van hebt. Hopman raadt het volgende aan: ‘Bij twintig graden heb je genoeg aan een paar liter vocht per dag. Maar bij dertig graden moet je zeker een halve tot een liter per uur drinken. Degenen die zwaar transpire ren, kunnen dan wel twee liter per uur gebruiken.’ Na het lopen is wél goed te bepalen of sprake is van te veel of te weinig vochtinname. ‘Weeg je gewicht’, zegt Hopman.
‘Ben je enkele kilo’s aangekomen, dan heb je te veel gedronken. Weeg je een paar kilo lichter dan had je meer moeten drinken.’ Het verzamelen van de gegevens van de lopers zal een vervolg krijgen in de komende jaren. Hopman hoopt zo een database te krijgen voor onderzoek. ‘Onze adviezen aan de marsleiding kunnen we dan meer wetenschap
Foto: Flip Franssen
pelijk onderbouwen. Er is tot nu toe nauwelijks onder zoek gedaan onder wandelaars.’ Hopman vindt het bijzonder om actief te zijn tijdens de Vierdaagse. Als ‘ervaringsdeskundige’ liep ze zelf zesmaal de wandel mars uit. GM
duur zijn. Bovendien zou de kwaliteit van leven belabberd zijn. Ze zou ook nooit meer naar huis kunnen. Ik besprak dit met de patiënt en haar dochter. De dochter was erg verdrietig, maar zij en haar moeder zagen wel in dat een operatie niet zinvol was. We zorgden ervoor dat de patiënt pijnvrij was. En dat er een pastor kwam, want de vrouw wilde bediend worden. Binnen twee uur is ze op de Spoedeisende Hulp overleden. Later hoorde ik van een verpleegkundige dat in de overlijdensadvertentie van de oude dame had gestaan: hartelijk dank voor de liefdevolle verzorging in het UMC St Radboud. Dat was fijn om te horen. De verpleegkundige die haar op de Spoedeisende Hulp verzorgd had was daar ook heel trots op. Voor mij was het een extra bevestiging dat we de goede beslissing hadden genomen. Op de Spoedeisende Hulp had ik een enorme ommezwaai moeten maken. Volgepompt met adrenaline stond ik in het ziekenhuis om een patiënt zo snel mogelijk te opereren, maar binnen een mum van tijd zat ik in een slechtnieuwsgesprek. Ook de vrouw en de dochter moesten heel snel schakelen. Deze vrouw was met een operatie heel ellendig aan haar einde gekomen. We hebben de patiënt dus niet kunnen redden. Geen succesverhaal, maar zo’n tekst in de overlijdensadvertentie is wel een hart onder de riem.’ Nelleke Dinnissen
PIPpagina
Vacatureladder De volledige vacaturetekst kunt u vinden op internet: www.umcn.nl/vacatures. Alle vacatures zijn ook te zien op het presentatiebord van het Personeels Informatie Punt. Vacatures met een ster retje* zijn alleen bestemd voor medewerkers van UMC St Radboud. De sluitingsdatum voor de vacatures is 13 juli 2007, tenzij anders aangegeven op de vacaturepresentatie.
07144 Docent gynaecologisch onderzoek, Onderwijsinstituut, 2,41 uur, Schaal 7 07925* Onderwijs- en onderzoeksmedewerker, Centraal Dieren Laboratorium, 24 uur, Schaal 6
FLEX
07882 Hoofd Bureau Traumazorg, Bureau Traumazorg, 36 uur, Schaal 12
U bent verpleegkundige met een parttime aanstelling in het UMC St Radboud en wil af en toe bij andere specialismen ervaring opdoen? Neem voor meer informatie contact op met FLEX, (024) 361 03 03 of
[email protected]
Staf, Administratie & Secretariaat
Management
07921* Beleidsmedewerker Zorgbeleid, Staf Zorg, 32/36 uur, Schaal 11 07822* Projectadministrateur, Clusterbureau, 36 uur, Schaal 7/8 07924* Officemanager, Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde, 36 uur, Schaal 7 07916* Personeelsassistent, Bedrijfsbureau, 36 uur, Schaal 6 07914* Assistent personeelsadviseur, Clusterbureau, 28 uur, Schaal 6 07923 Senior secretaresse, Verloskunde & Gynaecologie, 36 uur, Schaal 6 07904* Secretaresse, Keel, - Neus en Oorheelkunde, Audiologisch centrum, Stichting Gezinsbe geleiding, 20 uur, Schaal 5 07850* Administratief-logistiek medewerker, Algemeen Tandtechnisch Laboratorium, 30 uur, Schaal 5 07879* Secretarieel medewerker, Polikliniek voor Kinderen, 16-24 uur, Schaal 4
Vrijwilligers Wilt u als vrijwilliger aan de slag? Bel dan de coördinator Vrijwilligerswerk van het UMC St Radboud, (024) 361 53 28. Op dit moment zijn voor de onderstaande afdelingen vrijwilligersvacatures. Eceo (kinderportal) Opgenomen kinderen in het UMC St Radboud kunnen sinds kort vanaf hun bed met behulp van een laptop communiceren met familie, vriendjes of klasgenootjes. Vrijwilligers helpen bij de uitleen van deze laptops en wat daar verder nog bij komt kijken. Er is een vacature voor vrijwilligers op de woensdag en vrijdag van 10.00 - 13.00 uur. Dienst Geestelijke Verzorging en Pastoraat Voor de technische ondersteuning van de oecumenische vieringen op zondagochtend verzorgt een vrijwilliger de radio-uitzending en regelt de zaalversterking. De vrijwilliger werkt volgens een rooster dat in gezamenlijk overleg is opgesteld. Ook wanneer u niet iedere zondag beschikbaar bent kunt u zich hiervoor aanmelden!
Facilitair 06867 Datawarehouse Ontwikkelaar, Bedrijfs Ondersteunende Systemen, 28-36 uur, Schaal 11 07731 ICT medewerker, Bedrijfsbureau CUKZ, 36 uur, Schaal 9 07905* Medisch technicus, Radiologie, 36 uur, Schaal 8 06595 Medewerker beveiliging, Beveiliging en Parkeertoezicht, 36 uur, Schaal 5
(Academisch) Medisch Specialisten en Artsen 07814 Arts-microbioloog, Medische Microbiologie, 40-48 uur, Schaal 97A, u.m.s. 04961 Arts-assistent niet in opleiding, Kindergeneeskunde, 46 uur, Schaal 11A 07857 Basisarts/ wetenschappelijk onderzoeker, Antropogenetica, 36 uur, Schaal 10 07644 Chef de Clinique, Radiologie, 40-48 uur, Schaal afhankelijk van kwalificaties en ervaring
PIP nieuws
Klinisch (mede)behandelen 07889* Ergotherapeut, Revalidatie, werkplek Ergotherapie, 36 uur, Schaal 9 07813 Coördinerend laborant, Radiologie, 36 uur, Schaal 9 07912* Klinisch fysisch medewerker, Radiotherapie, fysisch technische groep, 36 uur, Schaal 9 03182 NVZ Anesthesiemedewerker, Anesthesie, 18-36 uur, Schaal 8
Openingstijden PIP: maandag t/m donderdag van 11:30 tot 14:00 en van 15:00 tot 17:00 uur en vrijdag van 11:30 tot 14:00 uur. Telefoon (024) 361 91 66. Routenummer 536. Internet: medewerke ➔ pip on line, e-mail:
[email protected]. Kijk voor actueel PIP nieuws ook eens op PIP on line, ➔ Actueel!
Verpleging & Verzorging
Uitbetaling reiskostenvergoeding declaranten juni Heeft u in juni één of meerdere urendeclaraties uitbetaald gekregen, dan is er helaas deze maand geen reiskostenvergoeding uitbetaald. U heeft onlangs een mail of brief hierover ontvangen. Wij beseffen dat niet iedereen regelmatig op de mail kijkt, daarom hier nog een korte uitleg van de ontstane situatie. De niet uitbetaalde reiskostenvergoeding zal uitgekeerd worden bij de eerstvolgende sala risbetaling in juli. Het fiscale voordeel van de reiskostenvergoeding is berekend en zal als een netto bedrag uitbetaald worden als incidentele reiskostenvergoeding. Heeft u naast het oproepcontract ook nog een aanstelling met vaste uren, dan wordt de vergoeding in juli daarbij uitbetaald. U hoeft dus niet te wachten op de uitbetaling van een volgende urende claratie als u niet zo vaak hiervan gebruik maakt. Heeft u alleen maar een oproepcontract, dan wordt de vergoeding ook in juli uitbetaald ook al is er geen urendeclaratie ingediend. Wij beseffen dat deze fout voor u nadelig is en bieden daarom onze excuses aan voor het ongemak.
07605 IC-verpleegkundige Verkoeverkamer, Bedrijfseenheid Operatiekamers, 18-36 uur, Schaal 9A 07530 IC-verpleegkundige, Bedrijfseenheid IC, 32-36 uur, Schaal 9A 07459 Researchverpleegkundige, Clinical Research Center Nijmegen, 0-36 uur, Schaal 8B 07740 Intensive Care Neonatologieverpleegkundige in opleiding, Q1A, Neonatologie Intensive Care, 32-36 uur, Schaal 8B 06964* Verpleegkundige i.o. tot dialyse verpleegkundige, Dialyse, 32 uur, Schaal 6/7 07233 FLEX Verpleegkundige, FLEX, 0-36 uur, Schaal 6/7 07579 Verpleegkundige, Clinical Research Centre Nijmegen, 0-36 uur, Schaal 7 07464 Polikliniekassistent, Clinical Research Centre Nijmegen, 0-36 uur, Schaal 5 07926* Zorghulp, IC kinderen (Q3b), 10 uur, Schaal 2 Analytisch personeel 07801 Research analist, Medische Microbiologie, 36 uur, Schaal 8 07920* Researchanalist, Apotheek/Klinische Farmacie, 36 uur, Schaal 8 07699 Analist, Laboratorium Kindergeneeskunde & Neurologie, 36 uur, Schaal 7 07873 Analist, Kindergeneeskunde en Neurologie, 32 uur, Schaal 7
Geen handtekening medewerker meer nodig bij mutaties Er is gekeken naar vereenvoudiging en versnelling van de procedure in de verwerking van mutaties. U moet hierbij denken aan bijvoorbeeld een wijziging in het aantal uren, salaris of afdeling. Het is juridisch niet noodzakelijk dat een medewerker tekent voor dit soort mondeling overeengekomen wijzigingen. Daarom is in overleg met managers bedrijfsvoering, directeuren en personeelsadviseurs besloten om de mutaties zonder handtekening van de medewerker uit te voeren. Met ingang van 2 juli is deze werkwijze van kracht. U als mede werker krijgt wel een afschrift van de verwerkte mutatie thuisgestuurd. Die brief is eigenlijk een schriftelijke bevestiging van mondeling gemaakte afspraken tussen leidinggevende en medewerker. In die brief staat vermeld dat als de wijziging naar uw mening niet overeenstemt met de afspraken die met u gemaakt zijn, u dit per omgaande moet bespreken met uw lei dinggevende. Voor arbeidsovereenkomsten en ontslag op eigen verzoek is nog wel een handtekening van de medewerker nodig.
Onderwijs & Onderzoek 07316 Hoogleraar restauratieve tandheelkunde, Preventieve en Curatieve Tandheelkunde, 36 uur, Schaal 16 07102 Tandartsdocent, Tandheelkunde, 16-40 uur, Schaal 10/11 07784 Onderzoeker in opleiding, Medische Psychologie, 36 uur, Schaal 10A 07110 Tandarts, Tandheelkunde, 16-40 uur, Schaal 10/12 07713 Tandartsconsultant, WHO Collaborating Centre (WHOCC), min. 16 uur, Schaal 11/12 07761 Onderzoeker in opleiding, Medische Psychologie, 36 uur, Schaal 10A 07886 Onderzoeker in opleiding, Neurologie, 36 uur, Schaal 10A 07621 Onderzoeker in opleiding, Revalidatiegeneeskunde, 36 uur, Schaal 10A 07809 Onderzoeker in opleiding, Preventieve en Curatieve Tandheelkunde, 36 uur, Schaal 10A 07919* Wetenschappelijk onderzoeker, Keel, - Neus en Oorheelkunde, 36 uur, Schaal 10 07783 Bioinformaticus, Antropogenetica, 36 uur, Schaal 10 07922* Postdoctoraal onderzoeker, Parodontologie en Biomaterialen, 36 uur, Schaal 10 07470 Trialarts, Clinical Research Centre Nijmegen, 0-36 uur, Schaal 10 07792 Postdoc, ABTI, 36 uur, Schaal 10
De inhoud van deze pagina valt onder verantwoordelijkheid van Staf P&O.
r i n be d rijf a d bo d e 1 1 - 2 0 0 7 met het aanbieden van bril en gehoorapparaat. Daardoor voorkom je dat iemand na een operatie wazig ziet, niet kan communiceren en hallucinaties krijgt.’ De richtlijn is opgesteld door de afdelingen Geriatrie en Psychiatrie in samenwerking met de snijdende en inwen dige specialismen, de IC en de kinderspecialismen. ‘Het is belangrijk dat verdere implementatie van de richtlijn volgt’, stelt Olde Rikkert. ‘Mensen met een delier liggen gemiddeld een week langer in het ziekenhuis en hebben een sterfterisico dat twee keer zo hoog is. Door zieken huisbrede toepassing van de richtlijn is veel winst te boeken, voor patiënt én het UMC. Een reëel doel is om ernaar te streven dat de komende drie jaar het aantal delirante patiënten in het Radboud met vijftien procent afneemt. Dat scheelt 150 tot 250 patiënten een zeer beangstigende ervaring en het UMC kan zo een half miljoen euro besparen.’ GM De richtlijn ‘Delier’ is in te zien op KWINT, document centraal/ziekenhuisbreed no. 018703
Medische Bibliotheek
Stilteplekken en groepsruimtes De Medische Bibliotheek van het UMC St Radboud wordt heringericht. Doordat medische tijdschriften en boeken steeds meer digitaal uitgegeven worden, kan een deel van de collectie verhuizen naar het magazijn. ‘Zo komt er in de bibliotheek ruimte vrij voor meer faciliteiten voor studenten’, vertelt afdelingshoofd Janny van Keeken. ‘De begane grond krijgt straks stilteplekken om te studeren. Er komt een ontmoetingsplek in of vlakbij de bibliotheek. Verder worden ruimtes gecreëerd waar studenten in groepjes kunnen overleggen. Een grote wens van de studenten is dat er extra computerwerkplekken komen.’ Studenten en onderzoekers kunnen vanuit huis of vanaf de werkplek de digitale literatuur raadplegen. ‘Toch is er veel behoefte aan meer studie- en werkplekken in de bibliotheek’, aldus Van Keeken. ‘Dit bleek uit een enquê te onder studenten. Ook is dit nodig vanwege het groei end aantal studenten Geneeskunde en Biomedische Wetenschappen.’ Momenteel worden de kasten op de begane grond van de bibliotheek leeggeruimd. De collectie boeken en tijd schriften zal grotendeels geconcentreerd zijn op de eerste verdieping. Oudere jaargangen van tijdschriften (vóór 1990) zijn op te vragen en kunnen uit het magazijn worden gehaald. Van Keeken verwacht dat begin 2008 de plannen voor de herinrichting gerealiseerd zijn. ‘In de bibliotheek studeert onze toekomst’, vertelt ze. ‘Het moet een plek worden met uitstraling. De architectuur leent zich uitste kend om er iets heel moois van te maken.’ GM
Richtlijn
‘Ook kinderen kunnen een delier krijgen’ Verminderd bewustzijn, hallucineren, beestjes zien, onrustig gedrag. Allemaal verschijnselen die kunnen duiden op een delier. De Nederlandse ziekenhuizen heb ben jaarlijks met veertig- tot zeventigduizend delirante patiënten te maken. Weinig ziekenhuizen hebben hier beleid op afgestemd, concludeerde de Inspectie voor de Gezondheidszorg in 2005. Het UMC St Radboud heeft daarom een richtlijn opgesteld voor het herkennen van en omgaan met een delier. Sinds juni staat deze op KWINT. Deze multidisciplinaire richtlijn beschrijft wat artsen en verpleegkundigen kunnen doen ter preventie, behande ling en begeleiding van patiënten met een delier. Het document is voor zorgverleners met direct patiëntencon tact. ‘Hier horen óók de kinderartsen bij’, benadrukt klinisch geriater prof.dr. Marcel Olde Rikkert. ‘Het idee dat alleen ouderen een delier krijgen, is onjuist. Als een kind hoge koorts heeft en gaat ijlen, dan kan ook sprake zijn van een delier. Wel komen risicofactoren meer voor op oude leeftijd.’ De grootste veroorzakers van een delier zijn slecht horen of slecht zien, polyfarmacie (tegelijk gebruik van meer dere medicijnen), uitdroging en een slechte voedingstoe stand, vervolgt Olde Rikkert. ‘Veel patiënten ontwikkelen na een ingrijpende operatie een delier. Uit onderzoek blijkt dat na een hart- of heupoperatie veel patiënten een delirante episode doormaken. Risicovermindering begint
DVD
DVD Oei...mijn nieren!
Roel Seiddel
Voor kinderen met een chronische nierziekte heeft het UMC St Radboud de interactieve voorlichtings-dvd gemaakt ‘Oei… mijn nieren’. Met deze dvd kunnen kinderen op eenvoudige en speelse wijze zelf zien wat het betekent als hun nieren niet goed werken. ‘De dvd is een belangrijke aanvulling in de voorlichting van deze groep kinderen’, aldus Jacqueline Knoll, dialyse verpleegkundige en één van de initiatiefneemsters. ‘Een nierziekte hebben is erg complex. Het valt niet mee om dat goed aan kinderen uit te leggen aan de hand van schriftelijk materiaal. Nu kunnen we kinderen via filmpjes en animaties echt laten zien wat ze kunnen verwachten. Dat helpt ze enorm en neemt een deel van de onrust en angst weg. Ook komen op de dvd andere kinderen aan het woord, waardoor ze niet meer het idee hebben dat ze de enige zijn met deze ziekte.’ In de dvd komen onderwerpen aan bod als het houden van een dieet, het gebruik van medicijnen, de verschil lende dialysemogelijkheden en de niertransplantatie. De dvd is niet alleen handig voor de kinderen en hun ouders. Ook klasgenootjes kunnen hierdoor beter begrijpen waarom hun vriendje soms wel drie keer in de week naar het ziekenhuis moet. En voor opa’s en oma’s kan het een handig middel zijn om de complexe materie beter te volgen. In Nederland leiden honderden kinderen aan een chro nische nieraandoening. Van hen worden zo’n zestig kinderen gedialyseerd in één van de vier kinderdialyse centra. Het Kindernefrologisch Centrum van het UMC St Radboud is er daar één van. Hier worden kinderen uit heel Oost Nederland behandeld, in afwachting op een transplantatie. PK
Prijs
Ergotherapie voor licht dementerenden en mantelzorgers Dementie is een sluipende ziekte die een patiënt gelei delijk aan buitenspel zet en hem afhankelijk maakt, vaak van hun partner die automatisch mantelzorger wordt. Een zware taak. ‘Mantelzorgers zijn geneigd, om hun dementerende partner te corrigeren of taken over te nemen, waardoor ze zelf geen kant meer op kunnen’, zegt Maud Graff, gezondheidswetenschapper en ergo therapeute in het UMC St Radboud. Onlangs ontving
Graff De Codde & Van Beresteyn Gerontologieprijs voor haar promotieonderzoek vanuit het Alzheimercentrum Nijmegen: de effectstudie van ergotherapeutische inter ventie aan huis bij ouderen met lichte tot matige demen tie en hun mantelzorgers. Graff: ‘135 echtparen kregen tien behandelingen van een uur. Mensen met lichte of matige dementie zijn tot veel in staat als je ze de juiste aanwijzingen geeft en je de omgeving aanpast. Mantel zorgers spelen hierin een belangrijke rol. Een mantelzor ger kan zijn dementerende partner stimuleren zijn geheugen actief te gebruiken met hints of briefjes, waar door hij zelf een activiteit kan uitvoeren.’ In de tien behandelingen werden dus zowel de demen terende als de mantelzorger getraind. Dementerenden leerden met behulp van geheugensteuntjes hun vaardig heden te verbeteren, mantelzorgers leerden hun demen terende partner beter te begeleiden en meer oplossingsgericht te werk te gaan. Graff: ‘We focussen bij dementerenden vooral op betekenisvolle activiteiten in de eigen woonomgeving. Zo was tuinieren bij een van de patiënten altijd zijn grootste hobby. Vanwege zijn dementie ging hij doelloos te werk en maakte er een puinhoop van. Zijn vrouw nam het van hem over, maar dat werd haar teveel. Uiteindelijk kregen we structuur in het tuinieren van de man, onder andere via rode tapes die de activiteit van de dag afbakenden, briefjes en stik kers met de volgorde van de handelingen en pijltjes die aangaven in welke richting hij te werk moest gaan. Zijn vrouw leerde hem op gang te helpen.’ Graff bewees met haar onderzoek dat een training aan huis de zorglast en stress voor mantelzorgers vermindert en dat de kwaliteit van leven voor zowel patiënt als mantelzorger verbetert, ook nog drie maanden na de behandeling. Ergotherapeuten droegen in de training ook andere oplossingen aan, zoals het inschakelen van vrij willigers, dagopvang of familie die zich een dagdeel over de dementerende ontfermen. Dat geeft de mantelzorger meer bewegingsvrijheid. ND
Televisieserie
Laatste aflevering ‘Het Radboud’
Vandaag, vrijdag 29 juni, volgt alweer de laatste uitzen ding van de serie over, van en vanuit het ‘Radboud’. Het gaat goed met de kijkcijfers, afgelopen uitzending heb ben ruim 760.000 kijkers de verrichtingen van verschil lende van onze collega’s gevolgd. In de laatste aflevering maakt de kijker nog eens kennis met de uiteenlopendheid van onze patiënten en de behandelmethoden. We volgen de 17-jarige Remco die in het Centrum voor Aangezichtschirurgie niet alleen een rigoureuze kaakoperatie ondergaat onder leiding van prof.dr. Stefaan Bergé; ook zijn neus wordt dusdanig door dr. Koen Ingels geopereerd zodat hij uiteindelijk weer kan ademen door zijn neus. Deze technische ingre pen worden afgewisseld met beelden van een speciale behandeling van depressie, één van de grootste gezond heidsproblemen in onze maatschappij. We maken kennis met een groep van zes vrouwen die met behulp van cognitieve gedragstherapie en het team van prof.dr. Anne Speckens weer grip krijgen op hun eigen leven en leren hoe ze een depressie kunnen voorkomen. Verder zien we hoe de niertransplantatie bij echtpaar Tersluysen af is gelopen en of de nier ook daadwerkelijk werkt. Tot slot komt meneer Thiecke terug. Hij heeft overgewicht en kwam in aflevering twee bij prof.dr. Maria Hopman om een trainingsprogramma te volgen. Nu, vier weken later, zien we of de training effect heeft en of hiermee het risico op hart- en vaatziekten bij meneer Thiecke is afgenomen. AS
reporta ge
Dialyseren, een verschil van dag
Sinds half mei wordt op de afdeling Nierziekten ook ’s nachts gedialyseerd. De voordelen voor de patiënten zijn aanzienlijk. Ze hebben overdag de handen vrij en dankzij de langere dialysetijd betekent de hemodialyse niet zo’n aanslag op het lichaam. Dat leidt tot minder medicijn gebruik en een betere vochtbalans. Alleen het slapen naast het zoemende dialyseapparaat is wel even wennen. P a u l v a n L a ere
De onderverdieping van het UMC St Radboud is totaal verlaten wanneer vanaf half elf ’s avonds de nachtdialyse patiënten een voor een de dialyseafdeling binnenlopen. Met hun tas in de hand is het alsof ze naar hun werk gaan. In zekere zin is dat ook zo, al wordt het werk voornamelijk door het dialyseapparaat gedaan. René Koks heeft zich als eerste gemeld. Vier jaar geleden werden zijn nieren verwijderd vanwege een tumor en moest hij acuut aan de dialyse. Toen begin dit jaar de vraag kwam wie de behan deling ’s nachts wilde, stak hij gelijk de vinger op. De vrijheid overdag lonkte. ‘En ik heb jarenlang ploegendien sten gedraaid, dus mijn vrouw en ik zijn eraan gewend dat ik een aantal nachten niet thuis ben.’ Nu hij niet meer drie keer per week overdag naar het ziekenhuis moet, heeft hij zeeën van tijd. En hij ervaart
dat de dialyse rustiger verloopt. De wekelijkse dialyse tijd is immers verlengd naar vier keer zeven uur. ‘Het lichaam krijgt niet zoveel op zijn donder. De bloedflow is niet zo hoog en de afvalstoffen gaan er beter uit. Ik hoef minder medicijnen te nemen’, somt Koks de posi tieve effecten op. Alleen het slapen valt hem vooralsnog zwaar. ‘Wanneer de laatste patiënt is aangesloten is het na twaalven. ’s Morgens om kwart voor zes worden we gewekt. Dus de nachten zijn kort. En regelmatig gaat een alarm af, dat geeft onrust. Om beter te slapen neem ik nu slaap pillen, dat is natuurlijk niet de bedoeling. Maar als eenmaal dat slapen goed gaat zeg ik hoera, geen vuiltje aan de lucht.’
‘Ik slikte dagelijks twaalf pillen om fosfaat te binden, een afbraak product van eiwitten. Nu geen een meer’
Verdovende zalf Inmiddels is ook Ron Lecluijze gearriveerd. Zijn nieren zitten vol cysten (vochtholtes), waardoor hij ruim zes jaar geleden aan de dialyse moest. Net als Koks is hij in afwachting van een transplantatie. ‘Ze roepen al ander half jaar dat het elk moment kan gebeuren. Maar ik denk niet steeds van: oh, ging de telefoon maar.’ Toch is dat vooruitzicht voor Lecluijze een belangrijk motief om zich te melden voor de nacht. ‘Een succesvolle transplantatie vraagt een goede conditie. En nachtdialyse verbetert die conditie’, verklaart Lecluijze, die voorzitter is van de Nierpatiëntenvereniging Radboud. Deze vereniging is overigens betrokken bij de nachtdialyse. Om elf uur is het Lecluijzes beurt om aangesloten te worden en dus begint hij vast met de voorbereidingen. Eerst haalt hij in de voorraadkamer zijn doos met dialyse benodigdheden, zoals pleisters, alcohol en lekverklikker. Dan verwijdert hij de doorzichtige folie die de zalf op zijn linkeronderarm bedekt, en veegt hij het witte goedje weg. ‘Die crème verdooft de huid, dan voel je de prikken niet zo.’ Zijn onderarm is getekend door de dialyse. De ader ligt als een dikke kronkelige kabel net onder de huid aan de binnenzijde van de arm. ‘Die ader is aangesloten op
r a d bo d e 1 1 - 2 0 0 7
g en nacht Hoe langer hoe beter
Foto’s: Paul van Laere
de slagader, waardoor de ader een grotere doorsnede heeft gekregen. Dat geeft bij aanprikken voldoende bloedtoevoer’, legt Lecluijze uit. Op zijn arm zijn ook de kleine wondjes zichtbaar die de dikke holle naald heeft achtergelaten. Dan bedenkt Lecluijze dat hij zich ook nog moet wegen, hij zou het bij alle uitleg bijna vergeten. De gewichtsbepaling is niet voor de statistiek. Op basis van het lichaamsgewicht wordt namelijk bepaald hoeveel vocht onttrokken zal worden. De dialysezaal kent veertien plaatsen, overdag bestaan de uit speciale ligstoelen, geflankeerd door de dialyse apparatuur. Voor deze nacht zijn vijf van die stoelen vervangen door bedden. Met lange gordijnen wordt voor ieder een minislaapzaaltje van 2 bij 3 meter gecreëerd. De bedoeling is dat er uiteindelijk acht patiënten nacht dialyse krijgen. ‘Dat is het maximum, anders liggen de mensen te dicht op elkaar’, zegt dialyseverpleegkundige Jolanda Hendriks, die samen met Elly Janssen dienst heeft vannacht. ‘Bovendien duurt het dan te lang voor iedereen is aangesloten. Dan wordt de nacht erg kort, want om half zeven is de uiterste afsluittijd, omdat we dan de plaatsen gereed moeten maken voor de eerste dagdialyse om acht uur.’
Nederland telt ongeveer 5500 dialysepatiënten. Een kwart daarvan doet aan peritoneaaldialyse waarbij het buikvlies als filter fungeert. De anderen verwijderen overtollig vocht, zout, en afvalstoffen via hemodialyse met een kunstnier. Dat laatste gebeurt meestal in een centrum. Het UMC St Radboud Nijmegen behandelt zo’n zestig patiënten met hemodialyse en begeleidt tien mensen die thuis hun hemodialyse uitvoeren. Hemodialyse in een centrum is meestal drie keer per week, telkens vier uur. ‘Dat is een soort standaard, en eigenlijk ook een minimum,’ zegt dr. Henk van Hamersvelt, hoofd van de dialyseafdeling. Over één ding bestaat inmiddels geen twijfel meer: hoe langer de dialyse, hoe beter. ‘Alleen is dat uit sociaal oogpunt lastig. Een van de oplossingen is nu om de centrumdialyse ook ’s nachts aan te bieden. Vier maal per week, zo’n zeven uur per sessie.’ Drie jaar geleden startte in Amersfoort de eerste Nederlandse nachtdialyse in een centrum, en sindsdien heeft het een flinke vlucht genomen. Van Hamersvelt wijst er op dat slechts een bepaalde categorie patiënten in aanmerking komt. ‘Overdag is er één verpleegkundige op twee patiënten, ’s nachts één op vier, omdat de personeelskosten anders te hoog worden. Patiënten moeten daarom redelijk stabiel zijn en zichzelf goed kunnen redden. Ook de toegang tot de aders moet goed zijn, zodat het inbrengen van de naald geen probleem is. En voor een slechte slaper is dit niet de aangewezen vorm.’ Een eerste inventarisatie leverde in Nijmegen veertien belangstellenden op. Eenderde viel af omdat ze geen goede vaattoegang hadden. ‘We zijn dus begonnen met de mensen die zelf willen en enthousiast zijn. Als het eenmaal draait gaan we dit meer sturen. In een volgende stap zullen we tegen sommige patiënten zeggen: nachtdialyse is beter voor jou.’
lekstripje mee in. ‘Als dat vochtig wordt gaat het alarm af.’ De slangen naar de machine hebben extra speling zodat de patiënt zich vrijelijk kan omdraaien. Ook Lecluijze ervaart de voordelen van dialyse in de nacht. ‘De dagdialyse is heftig. Nadien voelde ik me soms misselijk en had ik hoofdpijn. Dat is niet na een nacht dialyse. Ik heb nu veel minder medicijnen nodig. Minder
Losraken Terwijl René Koks al is aangesloten en het licht heeft uitgedaan, is het nu de beurt aan Lecluijze. Hij installeert zich in bed en Hendriks controleert de apparatuur en de instellingen. Dan prikt ze geroutineerd Lecluijzes ader in de onderarm aan. De naald gaat over in een wigvormige canule waarop twee slangen zijn aangesloten. Afwisse lend wordt het bloed via de ene poot richting kunstnier getransporteerd en langs de andere poot weer terug gepompt. ‘Normaal gebruiken we daarvoor twee naal den, maar op deze manier hoef je dus maar één keer te prikken’, legt Hendriks uit. Voordeel is ook dat er maar één naald kan losschieten. Zorgvuldig worden naald, canule en een stukje slang op de arm vastgemaakt en ingepakt, zodat de kans op losraken en lekken zo klein mogelijk is. Voor alle zekerheid pakt Hendriks ook een
bloeddrukmedicatie bijvoorbeeld. En ik slikte dagelijks twaalf pillen om fosfaat te binden, een afbraakproduct van eiwitten. Nu nog nul. Verder is het dieet minder streng en heb ik meer tijd voor sociale contacten en werk.’ Maar ook Lecluijze moet wennen aan de nieuwe slaap omgeving. ‘In het begin was ik bang dat er iets zou los schieten. Onnodig, want ze zijn zo bij je. En de nachten zijn korter, de eerste twee weken ging ik thuis nog twee uur plat. Het is nog een beetje zoeken naar het juiste ritme. Maar als ik dat weet te vinden, en ik merk dat het begint te komen, ben ik een stuk verder.’
Groen blokje Om kwart over twaalf is iedereen aangesloten en kunnen alle lichten uit. Een kwartier eerder dan gisteren, consta teren de twee verpleegkundigen tevreden en ze begeven zich naar de verpleegpost, iets verderop in de gang. Van hieruit kunnen ze de patiënten bewaken zonder hun slaap te verstoren. Op het computerscherm zijn alle patiëntenplaatsen met een groen blokje aangegeven. ‘Kijk, als ik zo’n blokje aanklik krijg ik het display van het dialyseapparaat te zien’, wijst Elly Janssen. En als er iets misgaat – zoals een afwijking van de gewenste bloedflow – gaat ook bij de verpleegkundigen het alarm af en ver schiet op het scherm het blokje van groen naar rood. Twee babyfoons zorgen voor extra zekerheid. Ook voor de verpleegkundigen betekent de nachtdialyse een behoorlijke verandering. Hendriks: ‘Overdag is er ruim de tijd om de patiënten aan te sluiten, gemiddeld doen we dat in een half uur. Nu gebruiken we slechts een kwartiertje, anders zijn we om één uur ’s nachts nog bezig. Daarom zijn we ook begonnen met patiënten die zelf ook wat dingen kunnen doen.’ ‘Er is natuurlijk veel minder tijd voor een sociaal praatje, alleen even tijdens het aansluiten’, vult Elly Janssen aan. ‘Maar deze categorie heeft daar ook minder behoefte aan, het zijn allemaal mensen die zich goed kunnen redden.’ Plots gaat een alarm en verschiet op het scherm een van de blokjes van kleur. Terwijl Hendriks in no time op de gang staat voegt Janssen haar nog snel toe dat het bij Tineke is. Iets te weinig bloeddoorstroming ziet ze op de monitor, ze kent het probleem. ‘Met dat afwisselend uiten inpompen hebben we dit vaker, misschien moeten we het systeem iets minder kritisch instellen’, oppert Hen driks wanneer ze weer terug is. ‘In het begin was het bij elk alarm: hé, wat is er aan de hand, zeker bij de patiënten. Het is ook een kwestie van vertrouwen krijgen dat het goed gaat. Hendriks: ‘Tegen de patiënten zeggen we: neem twee maanden om te wennen, je moet niet na drie weken stoppen.’ n
on d er z oek
Maatwerk IN bestraling
De effectiviteit van radiotherapie is de afgelopen tijd flink toegenomen onder andere door versnelde bestralingsschema’s en het toedienen van middelen die de tumorcellen gevoeliger maken voor radiotherapie. Meestal heeft maar een deel van de patiënten er baat bij. En vaak leiden behandelingen tot meer bijwerkingen en soms ook tot hogere kosten. Het is daarom zaak methoden te ontwikkelen die kunnen aangeven bij welke patiënten de toevoegingen aan de radio therapie zinvol zijn en bij welke patiënten niet, betoogde prof.dr. Hans Kaanders gisteren in zijn oratie als hoogleraar Translationele Radiotherapie. M a rte n Dooper
Kaanders verduidelijkt zijn stelling aan de hand van het paradepaardje van de Nijmeegse ratiotherapie, de bestraling van hoofd-halstumoren volgens de zogeheten ARCON-methode. ‘ARCON is een bestralingstechniek die we zo’n tien jaar geleden in Nijmegen hebben ontwikkeld’, legt hij uit. ‘Hierbij voeren we de bestralingssessies in korte tijd achter elkaar uit, ademt de patiënt tij dens de bestraling carbogeen, bijna zuivere zuurstof, in en krijgt hij nicotina mide, een vitamine B-achtige stof, toegediend. Carbogeen en nicotinamide maken dat de tumorcellen beter voorzien worden van zuurstof, waardoor de bestraling meer schade aan de tumorcellen aanricht. Wij hebben goede aan wijzingen dat hierdoor het percentage patiënten met strottenhoofdkanker dat na de bestraling genezen is, toeneemt. Van 60 procent bij de klassieke bestra ling naar minstens 75 procent bij toepassen van ARCON. Dat is dus een winst van 15 procent aan genezen patiënten. Maar het betekent ook dat 85 procent van de patiënten geen baat heeft bij deze techniek. Zestig procent omdat zij met de klassieke bestraling al genezen zouden zijn en 25 procent omdat zij ook met de ARCON-techniek niet genezen. Terwijl ook die 85 procent van de patiënten de extra bijwerkingen van de bestraling via het ARCON-concept ondervindt. En zo is het voor meer verbeteringen die de afgelopen tijd tot stand zijn gekomen bij de radiotherapie. We beschikken inmiddels over diverse middelen die de gevoeligheid van tumoren voor de bestraling doen toenemen. In al die gevallen is er altijd maar een klein percentage van de patiënten dat hiervan echt profiteert. De grote uitdaging is nu dan ook metho den te ontwikkelen waarmee we vooraf kunnen aangeven welke individuele patiënten dat zijn. Opdat we deze, in een aantal gevallen ook erg dure toe voegingen alleen toepassen bij patiënten die er meer voordeel dan nadeel van ondervinden.’
Zorgvuldig onderzoeken Een uitdaging die Kaanders vanuit zijn vakgebied, de translationele radiothe rapie, overigens vol overgave aangaat. ‘Translationele radiotherapie houdt zich enerzijds bezig met het vertalen van vragen uit de klinische praktijk, bijvoorbeeld de zojuist genoemde vraag naar de patiëntenselectie bij het toepassen van ARCON, naar laboratoriumonderzoek en anderzijds met het vertalen van bevindingen uit het laboratorium naar de toepassingen in de klinische praktijk. Zo is de ARCON-methode destijds voortgekomen uit de fundamentele waarneming dat veel tumoren slecht voorzien worden van zuurstof en dat dit het effect van de radiotherapie beperkt. Laboratoriumon derzoek wees vervolgens uit dat de zuurstofvoorziening toeneemt door de tumor met nicotinamide en carbogeen te behandelen en dat dit inderdaad het effect van de bestraling vergroot. Vervolgens hebben we die kennis omge zet in een bruikbare toepassing bij patiënten en laten zien dat dit ook in de klinische praktijk de kans op genezing vergroot. Momenteel voeren we, samen met vijf andere universitaire ziekenhuizen in Nederland, de ultieme test uit, namelijk een gerandomiseerd onderzoek naar het effect van ARCON. Dit zal Foto: Flip Franssen
10
r a d bo d e 1 1 - 2 0 0 7 moeten uitwijzen of deze aanpak uitgeroepen kan wor den tot een standaardbehandeling bij hoofd-halstumo ren. We zijn dan inmiddels ruim tien jaar bezig met ARCON, maar het is beter zo’n nieuwe therapie zorgvuldig te onderzoeken dan – zoals nu soms wel gebeurt - op grond van één enkel onderzoek een therapie al massaal toe te passen met het risico achteraf te moeten consta teren dat de resultaten toch tegenvallen.’
Vingerafdruk Blijft het probleem dat slechts een minderheid van de patiënten voordeel ondervindt van de ARCON-methode. Kaanders en zijn medewerkers zijn momenteel druk bezig methoden te ontwikkelen om op voorhand te kunnen voorspellen welke patiënten het meeste baat hebben bij ARCON. ‘Daarvoor moeten we kijken naar de biologische kenmerken van de individuele tumor en zijn omgeving. We kunnen inmiddels met behulp van moleculaire mar kers meten hoe het gesteld is met de zuurstofvoorziening van de tumor. Ook hebben we aangetoond dat ARCON juist bij de tumoren waarbij de zuurstofvoorziening slecht is, meerwaarde heeft. Dat biedt de mogelijkheid op grond van een meting van de zuurstofvoorziening in de tumor vooraf in te schatten of bij de betreffende patiënt ARCON de kans op genezing vergroot. Ook voor andere toevoe gingen aan radiotherapie worden momenteel markers ontwikkeld die iets zeggen over de gevoeligheid van de
prijzen en benoemingen
‘Uiteidelijk zal dit moeten leiden tot een moleculaire vingerafdruk van iedere tumor’
P r o f . d r. R i c h a r d G r o l Op vrijdag 15 juni werd de jaarlijkse Award van de Stichting Antibiotica Beleid (SWAB) uitgereikt aan prof.dr. Richard Grol van de afdeling Kwaliteit van Zorg. Prof. Grol ontving de Award voor het werk van de afdeling op het terrein van optimaal antibioti cagebruik en het implementeren van (wetenschap pelijke) kennis op dat gebied.
Drs. G.J. Hannink Promovendus drs. Hannink heeft de prestigieuze ‘Mario Boni Award 2007’ gewonnen. De prijs is toegekend op basis van de beste wetenschappe lijke presentatie tijdens de jaarlijkse conferentie van de European Orthopaedic Research Society (coauteurs: Aspenberg, Schreurs en Buma). Titel van de presentatie was: ‘High doses of OP-1 inhibit fibrous tissue armoring’.
tumor voor die toevoeging. Uiteindelijk zal dit moeten leiden tot de mogelijkheid van iedere tumor een mole culaire vingerafdruk te maken aan de hand waarvan we bij iedere patiënt kunnen beslissen voor welke vorm van behandeling en eventueel welke toevoeging aan de klas sieke radiotherapie hij in aanmerking moet komen. Translationele radiotherapie leidt er zodoende toe dat iedere patiënt precies die behandeling krijgt die bij hem past. Niet meer en niet minder.’ n
D r. S a s k i a W o r t m a n n
Prof.dr. Chris van Weel voorzitter Wonca Vanaf 26 juli a.s. hanteert hoogleraar Huisartsgeneeskunde prof.dr. Chris van Weel drie jaar lang de voor zittershamer bij Wonca, de wereldorganisatie van huisartsen. In die tijd hoopt hij wereldwijd het doen van wetenschappelijk onderzoek binnen de huisartsgenees kunde verder te stimuleren en het aantal aangesloten landen bij Wonca verder uit te breiden. Dat juist hij gevraagd is drie jaar de presidency van Wonca op zich te nemen, verbaast Van Weel niet erg. ‘Wonca is een organisatie die zich richt op het ‘verwe tenschappelijken’ van de huisartsgeneeskunde door middel van onderwijs en onderzoek. De afgelopen decen nia stond hierbij vooral het wereldwijd verbeteren van het onderwijs aan huisartsen op de voorgrond. Nu is het tijd meer aandacht te besteden aan het stimuleren van wetenschappelijk onderzoek door huisartsen. Op dat terrein lopen wij in Nederland behoorlijk voorop, mag je gerust stellen. We hebben hier al redelijk wat ervaring opgedaan met het opzetten van een infrastructuur voor het verrichten van wetenschappelijk onderzoek op het niveau van de huisartsenpraktijk. Bij voorbeeld door het opzetten van registratienetwerken als de Nijmeegse Continue Morbiditeits Registratie. Ook hebben wij laten zien hoe de wisselwerking tussen huisartsen en mensen uit de academische setting kan leiden tot nieuwe weten schappelijke inzichten die de huisarts vervolgens kan gebruiken in zijn dagelijkse praktijk. Nu de Wonca zich heeft voorgenomen dit wereldwijd uit te dragen is het natuurlijk niet vreemd dat mij gevraagd werd de komen
D r . A n d r é P. W o l f f Dr. André P. Wolff heeft de NVA Abbott Publication Award 2007 voor het beste proefschrift van 2006 gewonnen. Het betreft zijn proefschrift “Diagnostic Segmental Nerve Root Blocks in Patients with Chronic Radiating Low Back Pain: Bringing Light to the Darkness?”.
P r o f . d r. H a n s W i l l e m s
Foto: Frank Muller
de jaren het voorzitterschap van Wonca op mij te nemen. Daarnaast maak ik al sinds 1998 deel uit van het bestuur van Wonca, waaronder enige tijd als voorzitter van de Europese afdeling van Wonca. Ik wil trouwens meteen graag aantekenen dat het doen van wetenschappelijk onderzoek in de huisartspraktijk niet een doel op zichzelf is, maar een middel om te komen tot het wereldwijd verbeteren van de gezondheidszorg.’ Om dit doel dich terbij te brengen is het ook nodig dat Wonca in contact komt met huisartsen in nog meer landen ter wereld dan nu het geval is. Van Weel: ‘Bij Wonca zijn momenteel 97 organisaties uit 79 landen aangesloten. Ik hoop aan het eind van mijn voorzitterschap hier nog een stuk of 20 landen aan te hebben kunnen toevoegen.’ MD
Erfelijke oorzaak van gehoorziekte otosclerose Een onderzoeksgroep, waarvan de afdeling KNO van het UMC St Radboud deel uitmaakt, heeft een gen (TGBF1) ontdekt, dat betrokken is bij de gehoorziekte otosclerose. Dat is bekend gemaakt op een wetenschappelijk congres in Nice. Bij otosclerose is sprake van overmatige botvorming aan één van de gehoorbeentjes. Het is een vorm van voortschrijdend gehoorverlies die vooral optreedt bij blanke volwassenen, en meer bij vrouwen dan bij mannen. ‘We weten dat er meerdere genen zijn, die bijdragen aan otosclerose’, zegt prof.dr. Cor Cremers van de afdeling KNO, die patiënten met otosclerose operatief behandelt. Hij onderzoekt vele families waarin bij meerdere perso nen gehoorproblemen aanwezig zijn. Hij is dan ook nauw betrokken bij diverse internationale onderzoeksprojecten naar erfelijke doofheid, waaronder het project dat nu in Nice gepresenteerd is. ‘Otosclerose blijkt niet één ziekte
Dr. Saskia Wortmann, afdeling Kindergeneeskun de, heeft voor haar onderzoeksvoorstel ‘Clinical, biochemical and genetic investigations in children with 3-Methylglutaconic aciduria’ het Sengers Stipendium 2007 verworven. Dr. Wortmann verricht onderzoek binnen het Nijmegen Centre for Mito chondrial Disorders (www.ncmd.nl).
te zijn, maar eigenlijk een verzameling van ziekten met weliswaar grotendeels dezelfde klinische verschijnselen, maar met verschillende oorzaken.’ Naast genetische factoren spelen ook omgevingsfactoren een rol. TGBF1 is het eerste gen waarvan het verband met otosclerose onomstotelijk is aangetoond. Het is betrokken bij de embryonale ontwikkeling van het oor. Otosclerose wordt vaak pas ontdekt, wanneer er al onomkeerbare gehoorschade is ontstaan. ‘Het zou natuurlijk prachtig zijn als we via DNA-onderzoek vroeg tijdig zouden kunnen vaststellen of iemand gevoelig is voor otosclerose,’ aldus Cremers, ‘maar zo ver is het jammer genoeg nog niet. Dit resultaat is een stap in de goede richting. Meer inzicht in het proces dat leidt tot de overmatige botvorming in het oor, levert hopelijk op termijn een behandeling op, die dit proces voorkomt of stopt.’ JG
11
De Noyons Penning van de Nederlandse Vereniging voor Klinische Chemie en Laboratoriumgenees kunde is 5 juni in Amsterdam uitgereikt aan prof. dr. Hans Willems, hoofd afdeling Klinische Chemie. De Noyons Penning is bestemd voor hen die zich bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt voor de klinische chemie.
Promoties, oraties, afscheidsredes* • Afscheidsrede prof.dr. J.J.H.H.M. de Pont, vrijdag 29 juni om 15.00 uur. Titel: Pompen of verzuipen • Promotie mw. drs. S. Dharmaraj, maandag 2 juli om 13.30 uur. Titel: Clinical and molecular analysis of Leber Congenital Amaurosis • Promotie mw. drs. S. IJzer, maandag 2 juli om 15.30 uur. Titel: Autosomal recessive retinal dys trophies: genotypes and phenotypes • Promotie drs. S.A.J. Verkaart, donderdag 5 juli om 10.30 uur. Titel: Cell biological consequences of mitochondrial complex I deficiency: a radical study • Promotie drs. J.M.J. Mourisse, donderdag 5 juli om 13.30 uur. Titel: A multi-level approach to measu re components of anaesthesia • Oratie prof.dr. P.F.A. Mulders, hoogleraar Alge mene Urologie, vrijdag 6 juli om 15.00 uur. Titel: Verbintenis der zuilen. Plaats: Concertgebouw De Vereeniging • Oratie prof.dr. W.F.J. Feitz, hoogleraar Kinder urologie, vrijdag 6 juli om 15.00 uur. Titel: Water management en omgevingsfactoren. Plaats: Concertgebouw De Vereeniging • Promotie mw. drs. M. Müller Staub, maandag 9 juli om 13.30 uur. Titel: Evaluation of the imple menting nursing diagnostics. A study on the use of nursing diagnosis, interventions and outcomes in nursing documentation * Locatie: Radboud Universiteit, Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2, tenzij anders vermeld
WILSONSTRAAT 26, MILLINGEN AAN DE RIJN
Aan rand van dorp, vriendelijk gelegen royaal vrijstaand woonhuis en vrijstaande schuur met veranda. Opp. 684 m2. Inh. ca. 580 m3. Bouwj.: 1994. Geheel isolatieglas. Sfeervol aangelegde tuin met vijverpartij en div. terrassen. Ind.: hal, m.k., toilet, bijkeuken met w.m.a., combi-ketel en vaste kast, ruime badkamer met duo-ligbad, 2e toilet, douchehoek en v.w.-meubel, slaapkamer met inloopkast, luxe keuken met div. app., woonkamer met 3 tuindeuren, openhaardpartij.1e verd: overloop, 2 royale slaapkamers, waarvan 1 met v.w., 3e (slaap)kamer met dakkapel.
Feestelijk open huis 6 september van 16.30 – 18.30 uur Erasmusgebouw, begane grond
A taste of culture U kunt letterlijk en figuurlijk een voorproefje komen nemen. •
• •
Workshops Vreemde Talen: Chinees, Duits, Engels, Frans, Italiaans, Latijn, Nieuwgrieks, Portugees, Russisch, Spaans, Turks Workshops Nederlands voor anderstaligen Workshops Communicatie
Vraagprijs: € 439.000,-- k.k. aanvaarding: in overleg Direct inschrijven voor een cursus tijdens het open huis? Win de reischeque ter waarde van € 200,- ! radbode-burgers 070613.indd 1
15-06-2007 12:18:49
Bezoek onze website voor meer informatie:
Speciale behandeling
www.ru.nl/utn
Zeer aantrekkelijke courtagekortingen voor alle leden van de Personeelsvereniging
KAAIJ ADVOCATEN 1E CONSULT (20 MIN.) GRATIS
Voor de persoonlijke aanpak FRANSESTRAAT 12 6524 JA NIJMEGEN
Oranjesingel 21 • 6511 NM Nijmegen T (024) 360 69 00 E
[email protected] I www.beaufortmakelaars.nl
Mr. Michaëla B.M. Kaaij, gecertificeerd NMI mediator Mr. Drs. H.A.M. Schouten TEL : (024) 324 59 37
Ùw huis onze Hoofdzaak
Strafrecht, mediation, echtscheiding, alimentatie, omgangsregeling en andere familiezaken, huur, arbeid en ontslag, uitkering, consument en incasso.
12
r o n d erwijs a d bo d e 1 1 - 2 0 0 7
buitenland In deze rubriek schrijven studenten over hun ervaringen in het buitenland. Dit keer Sonja Williams, student Geneeskunde.
Bert Felling 40 jaar patiënt bij Tandheelkunde
‘Ik ben een wandelend museumstuk voor inlays en niet-lekkende gouden vullingen’ De eerste keer dat Bert Felling als patiënt bij Tandheelkunde kwam, keek hij zijn ogen uit. De student die hem zou behandelen, kreeg commentaar op zijn kleding. Hij had zijn schoenen niet gepoetst en bovendien rook hij weinig fris uit de mond. ‘De student kon gáán!’ reageert Felling, nog altijd verbaasd over deze feedback op de student. ‘En wat erger was: ook ik kon als patiënt naar huis.’ Een terugblik op een veertigjarige carrière als patiënt bij Tandheelkunde.
Straatpech Zaterdagmiddag in Mwanza. Na een drukke werkweek in het afgelegen Sumve Hospital zijn we hier om te genieten van de luxe van de stad. De ‘vaste’ straatkinderen zijn er ook weer, er zijn er enkele honderden in de stad. Sommigen lijken te wachten tot we bij ons vaste hotelletje zijn aangekomen om water of eten te vragen. Tijdens een wandeling door de stad worden we aangesproken door een straatjongetje, Fidely, die dit keer geen eten vraagt maar huilend zegt dat hij medicijnen nodig heeft. Met in mijn achterhoofd “is dit geen truc?” vraag ik hem wat het probleem is. Hij laat zijn arm zien en dat is duidelijk: na een val uit een boom is zijn elleboog geluxeerd en zijn onderarm heeft een behoorlijke deviatie. De arm is totaal onbruikbaar. Geen twijfel meer of zijn tranen echt zijn. We besluiten dan ook om naar een ziekenhuis te gaan. Na enkele weken werken in het Sumve Hospital, met veel HIV, TB en combinaties van allerlei tropische aandoeningen, hoe moeilijk kan een gebroken arm dan nog zijn?! Zaterdagmiddag blijkt niet de meest optimale tijd voor een consult. Het duurt dan ook even voordat de inschrijving voltooid is en we na een tijdje in de wachtkamer aangestaard en besproken te zijn, binnen mogen bij de dienstdoende arts-assistent. Ze blijkt een aardige vrouw en besluit Fidely te behandelen met pijnstilling en een röntgenfoto aan te vragen. Het is inmiddels zaterdagavond en de röntgenafdeling is al gesloten. Hij moet de volgende dag maar terugkomen. Dat is natuurlijk onmogelijk. Kan hij niet worden opgenomen voor een nachtje? De arts-assistent vertelt dat alleen een gebroken arm geen indicatie is voor een opname. We proberen het te gooien op een ‘sociale indicatie’. Dit wekt wat verbazing, maar het lukt, zij het na enige discussie. De mannenafdeling is stampvol, er liggen minstens 50 patiënten, verdeeld over 24 bedden. Twee zusters proberen zich door de enorme hoeveelheid werk heen te worstelen. Fidely ondergaat het hele gebeuren wat gelaten, en we vragen ons af of hij wel wil blijven in deze vreemde omgeving zonder vrienden. Tijdens ons verblijf in Tanzania is al duidelijk geworden dat straatkinderen beschouwd worden als troep en absoluut geen rechten hebben. Hij moet zich hier erg ongemakkelijk voelen. We vragen een van de zusters of ze wat extra op hem wil letten. Na hem te hebben voorzien van eten en drinken laten we hem alleen en beloven hem de volgende dag, na de foto, weer op te halen. Zondagochtend vroeg bij het ziekenhuis. Het is er een en al hectiek, patiënten en bezoek lopen door elkaar, de zusters zijn druk in de weer alles in goede banen te leiden. Maar van Fidely geen spoor. Achterin de zaal, op het bed van Fidely, zien we zijn bedgenoot. Hij vertelt ons dat Fidely die ochtend nog op de zaal was, maar tijdens de ronde is hij door de zaalarts weggestuurd. Zónder enige behandeling. En mét een makkelijk te voorkomen handicap. We hebben hem daarna nooit meer gezien.
R ietje v a n V liet
Felling is hoogleraar methoden en technieken bij de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de Radboud Universiteit. Al een paar jaar emeritus maar desondanks een overvolle agenda. Zijn naam duikt op in allerlei wetenschappelijke toporganen, adviesraden en onder zoeksgroepen. Wat beweegt iemand om zich veertig jaar lang als patiënt te laten behandelen door studenten Tandheelkunde? Om de lagere rekeningen dan die van een reguliere huistand arts hoeft hij het niet te doen. Bovendien zit een patiënt bij Tandheelkunde snel een paar uur in de behandelstoel. ‘Beschouw het maar als professionele betrokkenheid’, antwoordt Felling. ‘Als je in het onderwijs werkt, weet je hoe moeilijk het is om studenten te helpen aan stage plaatsen en dergelijke.’ Ook speelde het gemak een rol: Felling hoefde voor een behandeling slechts de weg over te steken.
de patiënt is anders. Die wil ook weten wat er gebeurt. Die moet dat zelfs weten. Dat is bij wet geregeld. Wat dat aangaat hebben de studenten met de alsmaar vragen stellende Felling goed kunnen oefenen. ‘Studenten von den het vroeger lastig wanneer ik vroeg wat ze gingen doen’, herinnert hij zich. ‘Ze gingen blozen. Ze waren niet gewend patiënten iets uit te leggen. Tegenwoordig is de communicatie eigen aan de professionele cultuur van de tandartspraktijk.’
Werksfeer Pauline en Marieke Agterberg horen de verhalen van Felling aan. Ze zijn bijna vijfdejaars student en hebben allebei Felling als patiënt behandeld. Pauline haalt een gipsafdruk van zijn gebit uit haar tas. ‘Kijk’, laat ze hem zien, ‘hier ziet u hoe het vóór de behandeling was.’ Felling lacht. Hij heeft thuis al een heel museum van gipsafdruk ken staan. ‘Ik ben zelf een wandelend museumstuk voor inlays en niet-lekkende gouden vullingen.’ Ondanks de vele vragen die Felling vanuit de behandel stoel op hen afvuurde, vinden Pauline en Marieke hem geen moeilijke patiënt. ‘Sommige patiënten willen liever door een ouderejaars behandeld worden. In zo’n geval leg je uit dat er goede docenten in de behandelzaal aan wezig zijn. En dat de patiënten altijd worden ingedeeld naar het niveau van de student. Zoiets stelt ze gerust. Vooral omdat we er de tijd voor kunnen nemen.’ Pauline vindt het juist prettig als patiënten veel vragen stellen. ‘Ze dwingen je na te denken over wat je doet. Al doende ontdek je daardoor ook de samenhang van wat je hebt geleerd.’ Bovendien bevordert het de goede
De twee tandheelkundestudenten Pauline en Marieke Agterberg en patiënt Bert Felling Al die jaren heeft Felling in de behandelstoel zijn ogen en oren goed de kost gegeven. Dat is eigen aan een methodoloog, vindt hij. ‘Wat mij indertijd hogelijk heeft verbaasd, was dat de tandartsdocent van voor de pauze een totaal andere diagnose kon stellen dan de docent van na de pauze. Hoe is het mogelijk? Kennelijk waren de begrippen validiteit en betrouwbaarheid nog niet doorgedrongen in het tandheelkundig onderzoek.’ Tegenwoordig is zoiets uitgesloten omdat er geen docentenwisseling plaatsvindt en er standaard gewerkt wordt met een uitgebreid behandelplan. Bovendien, zo heeft Felling ondervonden, is het niet meer de docent die de studenten dicteert wat ze moeten doen. Ze zijn auto nomer geworden. Of, zoals hij dat noemt, argumentatie ver en participatiever. ‘Anders dan vroeger zijn het nu de studenten die het behandelplan vaststellen. Aan de begeleidende tandartsdocent moeten ze het wat, hoe en waarom kunnen uitleggen, maar deze blijft op afstand.’ Felling hoort docenten niet meer reageren met de woor den ‘doe dit niet’. Wel met opmerkingen als ‘Ik heb vroeger succes gehad met deze techniek.’ De begeleiding in de behandelzaal is dan ook sterk veranderd. Maar ook
13
Foto: Frank Muller
werksfeer om al pratend met een patiënt bijvoorbeeld een kroon te prepareren. Op kaakchirurgie viel het een van de artsen al op dat studenten Tandheelkunde ‘zo leuk kunnen kletsen’ met de patiënt. De passie voor het tandartsenvak straalt af van Pauline en Marieke. Vreemd genoeg schuilt hierin juist een pro bleem, zegt Felling. ‘Studenten Tandheelkunde willen allemaal tandarts worden. Heel goed. Ze volgen na afstuderen de ene nascholingscursus na de andere. Uitstekend zelfs. Maar ik zou willen dat er meer onder zoeks-minded tandartsen rondliepen. Ik ben een groot voorstander van practice based research, van weten schappelijk onderzoek dat de tandarts aan de stoel kan uitvoeren.’ Felling heeft door de jaren heen veel onderzoekstalent aan zijn behandelstoel gezien. ‘Door wetenschappelijk onderzoek te doen kunnen ze een bijdrage leveren aan hun eigen onderzoeks- en behandelmethodiek. Tandheel kunde is immers ook de plek voor experimenten.’ Hij wijst op zijn grijze gemillimeterde haren. ‘Misschien zit er een nieuwe methodiek in voor gerodontologie?’ n
r a d bo d e 1 1 - 2 0 0 7
mensen Eef van Haren Na een dienstverband van 37 jaar bij het UMC St Radboud, afdeling Bedrijf Huisvesting, zal Eef van Haren ons gaan verlaten om van zijn prépensioen te gaan genieten Ter gelegenheid van zijn afscheid bieden wij hem een receptie aan op woensdag 4 juli van 16.00 – 18.00 uur in het Bedrijvencentrum, F.C. Donderslaan 2, Nijmegen. Wij nodi gen u van harte uit hierbij aanwezig te zijn. F. van Baal, Algemeen Directeur M. Braspenning, Directeur
Frans van Kesteren Na een dienstverband van ruim 37 jaar bij het UMC St Radboud, afde ling Bedrijf Huisvesting, zal Frans van Kesteren per 1 juli ons gaan verlaten om van zijn prépensioen te gaan genieten. Graag willen wij dit met u vieren op dinsdag 10 juli van 16.00 – 18.00 uur middels een receptie in de kantine van het Bedrijvencentrum, F.C. Donderslaan 2, Nijmegen. Wij nodigen u van harte uit hierbij aanwezig te zijn. F. van Baal, Algemeen Directeur M. Braspenning, Directeur
Elly van Buuren-Strijbos Op 1 juli gaat, na 23 jaar dienstverband, Elly van BuurenStrijbos gebruik maken van de pré-FPU-regeling. Elly is begonnen in de avondschoonmaak en in 1993 als ‘spring kracht’ gaan werken. Sinds vele jaren is zij nu werkzaam op de verpleegafdeling E10. Wij willen Elly bedanken voor haar inzet gedurende alle jaren en wensen haar en haar familie het beste voor de toekomst. Met haar directe collega’s wil Elly deze start van haar vrije leven vieren. Gerrit Jan Heeroma Interim hoofd afdeling Schoonmaak
Henk Jansen Op 1 juli is het 25 jaar geleden dat de heer Henk Jansen, medewerker Logistiek van het Facilitair Bedrijf, in dienst trad bij het UMC St Rad boud. Wij bedanken Henk voor zijn inzet en wij hopen, ook voor de toekomst, op een fijne samenwer king. Op zijn verzoek zal dit jubile um in kleine kring worden gevierd. J. Rutten v/d Snoek Hoofd Logistiek
ingezonden De opname Korte tijd geleden ben ik plotseling opgenomen in het ziekenhuis. Ik mocht van mijn huisarts kiezen tussen het UMC St Radboud of het Canisiuszieken huis. Ik heb voor het Radboud gekozen omdat ik in het Radboud werk. Via de Spoedeisende Hulp werd ik opgenomen op de afdeling Heelkunde (A40) waar ik de volgende dag weer ontslagen ben. Tijdens mijn opname in het ziekenhuis heb ik fijne mensen aan mijn bed gehad. Mijn verblijf heb ik van begin tot eind als zeer plezierig ervaren. Com plimenten dan ook voor de goede zorg. Bij thuiskomst rees bij mij de vraag: wat heeft mijn opname in het ziekenhuis tot een goed verblijf gemaakt? De vriendelijke ontvangst, dui delijke communicatie, bezieling, oprechtheid, laag drempeligheid hebben met name geleid tot een prettige opname. Als wij dit met z’n allen nastre ven, dan zal het UMC St Radboud het de aan komende jaren erg druk krijgen. Miranda Bremer Secretaresse patiëntenzorg afdeling Maag-, Darm- en Leverziekten/Nierziekten
Dagje uit? Dagje thuis! Op 31 mei had staf P&O het dagje uit. Wij zijn in ons Radboud gebleven en zijn in kleine groepjes op bezoek geweest bij een twintigtal afdelingen zoals het AKC, A-10, FC Donders, de kinder-TV, de patiëntenkeuken en de poli CIS. Op bezoek bij onze klanten. Om nog beter te weten wie onze klanten zijn. Het was zeer verheugend hoe aangenaam verrast en enthousiast de afdelingen zijn om ons te ontvangen en ons te laten zien en beleven van hun werk. We hebben zelfs tegen afdelingen moe ten zeggen dat we er te veel hadden! Afdelingen hebben de belangstelling van staf P&O erg op prijs gesteld en hebben er alles aan gedaan om ons een warm onthaal te bieden. Ik wil alle afdelingen namens alle medewerk(st)ers van staf P&O bedan ken voor hun openheid, enthousiasme en het inzicht dat ze ons in hun werk gegeven hebben. Het geeft ons weer energie om nog beter ons werk te doen. ’s Avonds bij onze borrel en afsluitende etentje is er nog veel over nagepraat. Pierre Rutgers Directeur staf P&O
Rectificatie In de vorige Radbode stond in het artikel over kennisvalorisatie op pagina 10 dat de Valorisatie Unit een professionele en klachtgerichte organi satie moet zijn. Bij klachtgericht had uiteraard ‘klantgericht’ moeten staan. Excuses.
Zoek het eens lager op... voor een themafeestje!
Feestgelegenheid g g Old Cave. Ondergronds g veel plezier! p Met zijn 16e eeuwse gewelven ook een unieke locatie voor themafeesten, personeelsfeesten, gala’s, wijnproeverijen en workshops. Geheel voorzien van airconditioning. Bel (06) 532 166 31 voor info en reserveringen!
St. Anthoniusplaats 13 | 6511 TR Nijmegen | T (0481) 46 58 98 | www.oldcave.nl
14
UMC-raad De verkiezingen voor de UMC-raad zijn afgerond, de opkomst was 60 procent. Op 21 juni zijn de stemmen geteld. De nieuwe UMC-raad vergadert dinsdag 4 sep tember voor het eerst, dan zullen er een voorzitter en vice-voorzitter worden gekozen. In de nieuwe raad heb ben zitting: prof. dr. Richard Dekhuizen (longarts, hoofd Longziekten), dr. Ruud Bekkers (gynaecoloog), prof.dr. Anton Stalenhoef (internist), dr. Jacqueline de Graaf (internist), prof. dr. Frans Corstens (hoofd Nucleaire Geneeskunde), dr. Rob de Waal (universitair hoofd docent), prof.dr. Gert-Jan van der Wilt (hoogleraar profi leringsleerstoel HTA), prof dr. Rene Bindels (hoogleraar Fysiologie), dr.ir. Nel Roeleveld (universitair hoofd docent), dr. Marlies Hulscher (wetenschappelijk onder zoeker), prof.dr. Anne Marie Kuijpers-Jagtman (hoogleraar Orthodontie en Orale Biologie), dr. Willem Fennis (uni versitair docent Tandheelkunde), dr. Erik de Laat (beleids medewerker staf Zorg), Marian van der Weide, msc (wetenschappelijk onderzoeker CSS), drs. Bas Schou wenberg (arts-assistant), drs. Gabie de Jong (arts-onder zoeker), Jacqueline van den Broek Msc (diëtist), drs. Alette Samuels (hoofd Onderwijsbeleid staf Zorg). JM
kleine boodschap Gratis niet commerciële advertenties van medewerkers, vrijwilligers en studenten. Opgave bij het Voorlichtingscentrum in de hal van het ziekenhuis. Postadres: 528 Staf Concerncommunicatie, voorlichtingscentrum. E-mail: Voorlichting@ com.umcn.nl. Hieronder een klein gedeelte, op intranet (www. umcn.nl) vindt u alle advertenties. Opgave van (UMC)werkadres of (RU)studentnummer is vereist. Maximale lengte 20 woorden, goederen mogen niet duurder zijn dan g 700, -.
Gevraagd: Vanaf oktober: oppas voor baby, donderdagmiddag van 12.00-18.00 uur, (in Nijmegen). T (024) 378 85 59. Woonruimte voor nette, rustige collega bij voorkeur in of in de directe nabijheid centrum (Nijmegen). Maximale huur e 600,-. T 06-42 80 37 61/
[email protected].
Aangeboden: Ruim 4-kamer appartement in Nijmegen te huur van 10 oktober 2007 tot en met 2 maart 2008, e 675,- inclusief. Interesse? T 06-51 40 35 95 of
[email protected]. Vier zitplaatsen (vak 422, rij 3), voor concert Genesis Amsterdam à e 50,-. Aankoopbon aanwezig (à e 244,20),
[email protected] of T 06 55 10 01 28.
Colofon Radbode is een tweewekelijks personeelsblad van het UMC St Radboud. Oplage: 13.000 Redactie: Nelleke Dinnissen (eindredactie), Jannie Meussen, Gijs Munnichs, Walter Verhoeven. Aan dit nummer werkten mee: Marten Dooper, Joke Groeneveld, Anselien School, Rietje van Vliet. E-mail:
[email protected], telefoon: 024-3613538 Correspondentie: UMC St Radboud, 528 Communicatie, Postbus HB 9101, 6500 HB Nijmegen Vormgeving en lay-out: Puntkomma Creatieve Communicatie Druk: Wegener Nieuwsdrukkerij Gelderland Advertenties: Bureau van Vliet, 023-5714745, e-mail: zandvoort@bureauvan vliet.com Abonnement: 13,60 euro, informatie Sylvia van Brück-Engelen 024-3615442 Verschijningsdata zie intranet, button Radbode
opi n ie r a d bo d e 1 1 - 2 0 0 7
Baarmoederverwijdering en bekkenbodemklachten Van baarmoederverwijdering krijg je geen bekken bodemklachten, stelt prof.dr. Mark Vierhout. ‘Net zoals er geen oorzakelijke relatie is tussen het overvliegen van vogels en het vallen van de bladeren in de herfst dan alleen het naderen van de winter, is er geen oor zakelijk verband tussen baarmoederverwijdering en klachten als urine-incontinentie, obstipatie en seksuele problemen.’
het betoog Het verwijderen van de baarmoeder heeft lang in een kwaad daglicht gestaan, omdat de indruk bestond dat hierdoor stoornissen in de functie van de bekkenbodem ontstonden. Wat is de bekkenbodem? De bekkenbodem is de spierbindweefselplaat die het benige bekken afsluit zodat de buikorganen op hun plaats blijven. In deze spierplaat zijn openingen voor blaas, (bij de vrouw) vagina en darm. Onder bekkenbodemdysfunctie worden stoornissen en klachten verstaan van de organen van het bekken zoals blaas, endeldarm en vagina. De belangrijkste bekkenbo demklachten zijn urine-incontinentie, obstipatie en sek suele problemen. Veel artsen veronderstelden dat het verwijderen van de baarmoeder bekkenbodemklachten gaf. Dit omdat men vaak deze klachten waarnam bij vrouwen die een baar moederverwijdering hadden ondergaan en ook de patiën ten zelf deze relatie nogal eens vermoedden. Daarmee is echter geenszins gezegd dat er een oorzakelijk verband bestaat. Het kan best zo zijn, en er zijn ook goede rede nen om dat aan te nemen, dat de vrouwen die een baar moederverwijdering ondergaan al überhaupt meer aanleg hebben voor bekkenbodemdysfunctie. Ook in studies die op één tijdstip een groep vrouwen onderzoekt of enquêteert, men noemt dit een transversaal of dwars doorsnede-onderzoek, vindt men vaak een geringe oververtegenwoordiging van vrouwen die een baarmoe derverwijdering hebben ondergaan en ook bekkenbo demklachten hebben. Zo’n transversaal onderzoek is echter niet geschikt de oorzaak van een bepaald feno meen te achterhalen. Zo zal geen zinnig mens een oor zakelijke relatie tussen het overvliegen van vogels en het vallen van de bladeren in de herfst veronderstellen. Beiden hebben een gemeenschappelijke oorzaak name lijk het naderen van de winter. Om een oorzakelijk ver band op te sporen moet men een prospectief onderzoek
ethiek When you see something that is technically sweet
doen. Indien men echter een prospectief onderzoek doet, men vervolgt vrouwen vanaf het moment voordat de operatie gaat plaatsvinden, dan blijkt echter dat er hele maal geen verslechtering is in de bekkenbodemfunctie. Integendeel, nogal eens wordt een verbetering gevon den. Dit geldt voor vrijwel alle prospectieve opgezette onderzoeken en op alle terreinen van de bekkenbodem klachten. Wel is het zo dat een klein gedeelte nieuwe klachten krijgt, terwijl ook een klein gedeelte juist van haar bekkenbodemklachten afkomt na, en niet noodza kelijkerwijs door, de baarmoederverwijdering. Er zijn nog andere redenen dat een individuele patiënt de baarmoederverwijdering als de oorzaak van haar klachten ervaart, maar die daarvan redelijkerwijs niet de oorzaak zijn. Zo is symptoomverschuiving bij een baarmoederverwij dering wegens heftig vaginaal bloedverlies begrijpelijk. Het ernstigste probleem, het bloedverlies, is immers over en nu komen andere minder belangrijke problemen meer op de voorgrond te staan. Überhaupt is het een menselijk trekje om een nieuwe klacht, door veroudering krijgen gewoon een aantal vrouwen bekkenbodemklachten, dit te relateren aan een “life event” zoals een baarmoeder verwijdering. Het verwijderen van de baarmoeder heeft overigens wel een duidelijk kortetermijneffect op de functie van blaas en darm. Als regel is dit na enkele maanden echter over. Het zijn dus geen blijvende gevolgen van de baarmoe derverwijdering. Ook een belangrijke “instinker” is het gegeven dat baar moeders nogal eens worden verwijderd als onderdeel van een verzakkingsoperatie waarbij ook aan blaas en darm wordt geopereerd. Van verzakkingsoperaties is wel bekend dat deze blaasfunctiestoornissen kunnen geven, zij het zelden. Voor de patiënt is dan vaak de baarmoe derverwijdering de boosdoener terwijl dit in feite de verzakkingsoperatie is. Al met al een aantal verklaringen waarom een patiënt, en ook vaak haar dokter de baarmoederverwijdering als veroorzaker van bekkenbodemklachten beschouwt ter wijl dit in werkelijkheid niet het geval is. Het aantal baarmoederverwijderingen in Nederland daalt overigens fors. Dit komt door de nieuwe minimaal inva sieve behandelingen die er voor menstruatiestoornissen zijn ontwikkeld zoals het progesteronhoudend spiraal en de moderne kijkbuisbehandelingen van de baarmoeder holte. Ook al geeft baarmoederverwijdering dan geen bekken bodemklachten; het dalen van het aantal baarmoeder
nucleaire wapen “Little Boy” naar beneden op Hiroshima. De resulterende explosie vernietigde 80 procent van de stad en doodde plotseling ongeveer 80.000 mensen (plus nog zo’n 60.000 mensen gedurende de daaropvolgende maanden aan de gevolgen van “radiation poisoning”). Ondertussen heeft nucleaire technologie in de geneeskunde en energievoorziening voor vooruit gang gezorgd. Toch blijven er zorgen over nucleair afval en de mogelijkheid van catastrofes.
Robert J. Oppenheimer zei eens: “When you see something that is technically sweet, you go ahead and do it and you argue about what to do about it only after you have had your technical success. That is the way it was with the atomic bomb”. Anders dan in Oppenheimers tijd is men zich tegenwoordig steeds meer bewust van de noodzaak van prospec tieve ethische en juridische debatten. Ons huidige tijdperk lijkt dan ook om een aantal redenen histo risch uniek. 1. Technologieën ontwikkelen zich met een sneller tempo dan ooit tevoren. In een historische extreem kort tijdsbestek zijn nieuwe technologieën ver schenen met een grote impact voor mens, maat schappij en milieu (denk aan nanotechnologie, neurotechnologie, biotechnologie, informatie en communicatie technologie, transport en ruimte technologie). Een voorbeeld zijn nucleaire tech nologieën. In de ochtend van 6 Augustus, 1945, mikten de United States Army Air Forces het
2. Nieuwe synergieën tussen voorheen onafhankelijke technologieën hebben onverwachte effecten en kun nen versnelde technologische ontwikkelingen tot gevolg hebben. In het invloedrijke door de National Science Foundation financieel ondersteunde rapport Converging Technologies for Improving Human Per formance (2002) wordt voorspeld dat de convergen tie van nanotechnologie, biotechnologie, informatie technologie en neurowetenschap revolutionaire
15
Foto: Frank Muller
verwijderingen in Nederland is in ieder geval een verheugend gegeven. n Prof.dr. Mark Vierhout is gynaecoloog in het UMC St Radboud Dit artikel is een bewerking van het artikel ‘Het einde van de mythe dat hysterectomie negatieve effecten heeft op de functie van de organen in het kleine bekken’ in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2007, 2 juni, pagina 1214 tot en met 1216.
ingezonden Z O K AN H E T O O K ! Dinsdagmiddag 12 juni 2006: werkbespreking OK oogheelkunde. Plotseling gaat de deur open. Daar staat, met zijn armen vol bloemen, chef de clinique dr.Mauk Tilanus. ‘Een aardigheidje van de staf,’ zegt hij een beetje bedremmeld. ‘Om alle mensen van de OK te bedan ken voor hun geweldige inzet en de goede sfeer.’ ‘En met de wens dat we nog lang op deze afdeling samen mogen werken.’ Zo kan het dus ook! Marian Pennings OK-assistente
veranderingen tot gevolg zal hebben. “Converging technologies could achieve a tremendous improve ment in human abilities, societal outcomes, the nation’s productivity, and the quality of life.” De idee van convergentie van technologieën heeft ondertus sen een grote invloed gekregen in beleidskringen. 3. Er zijn nieuwe invloedrijke ideologische en morele ideeën over het gebruik en de rol van technologie. Voorbeelden zijn het zogenaamde precautionary principle en het transhumanisme. Volgens het pre cautionary principle is onzekerheid over de eventu ele schadelijke gevolgen van de introductie van een nieuwe technologie geen voldoende reden om niet tot preventieve maatregelen over te gaan. Het is van grote invloed in beleidskringen, speciaal in Europa. De transhumanisten willen nieuwe technologieën gebruiken om het organisme van de mens verregaand te verbeteren. Er zijn lokale transhumanistische bewegingen in vele landen en twee grote internatio nale organisaties: de World Transhumanist Associa tion en het Extropy Institute. De technologische ontwikkelingen vragen duidelijk om een politieke en regulerende respons. Het is helaas vooralsnog onduidelijk hoe gegeven de toenemend snelle ontwikkeling van nieuwe technologieën politiek begrip en adequate regulering gewaarborgd kunnen blijven. Bert Gordijn
r a ct u eel a d bo d e 1 1 - 2 0 0 7
Universitair huisartsennetwerk opgericht Zesendertig huisartsen, werkzaam in tien huisartspraktijken in Oost-Nederland, kunnen het bordje op hun gevel schroeven, waaruit blijkt dat zij lid zijn van het NUHP, het Netwerk Nijmeegse Universitaire Huisartspraktijken. Zij voldoen aan alle voorwaarden om deel te nemen aan dit netwerk en kunnen gebruik maken van de faciliteiten die het UMC St Radboud biedt om hen te ondersteunen. De eerste contracten tussen huisartsen en UMC St Radboud zijn op 22 juni ondertekend.
de academische huisartsgeneeskunde in Nederland. Op de Huygendag zijn de eerste twee contracten onder tekend binnen het Netwerk Nijmeegse Universitaire Huisartspraktijken (NUHP). De eerste contractanten zijn Wim van Herpen, huisarts uit Het Heelhuis in Helmond en Astrid van de Ven, huisarts uit het Gasthuis in Gemert Zij staan symbool voor de 36 huisartsen die momenteel geregistreerd staan als deelnemer aan het NUHP. De huisartsen van het netwerk dragen via stageplaatsen bij aan de opleiding van geneeskundestudenten en van huisartsen in spe. Zij hebben toegezegd dat zij volgens een bepaalde formule jaarlijks co-assistenten of een huisarts in opleiding opnemen in hun praktijk en tevens geneeskundestudenten korte stages aanbieden. Verder participeren zij minimaal een keer per twee jaar in een medisch onderzoeksproject. Zij kunnen onderzoekers van dienst zijn door (een deel van) hun patiëntengege vens te betrekken bij wetenschappelijk onderzoek, maar zij kunnen ook relevante onderzoeksvragen indienen bij deskundigen binnen het Radboud.
Klinisch onderzoek
Foto: Flip Franssen
De medische wetenschap kan niet zonder huisartsen en huisartsen kunnen niet zonder de medische wetenschap. De wisselwerking tussen huisarts en wetenschap stond centraal op de Huygendag, die vorige week gehouden werd. De dag is genoemd naar de Nijmeegse prof.dr. Frans Huygen, overleden in 1998, die aan het begin stond van
Ben Bottema, hoofd van de Voortgezette Opleiding tot Huisarts, benadrukt dat niet alleen onderzoekers uit het cluster BEG, maar ook klinisch onderzoekers gebruik kunnen maken van de mogelijkheden van het netwerk. ‘Als klinisch onderzoekers gegevens nodig hebben uit huisartspraktijken, of op een andere manier de samen werking met huisartsen zoeken, dan kunnen ze bij ons terecht.’ Huisartsen van het NUHP kunnen voor specifieke prak
tijkproblemen een beroep doen op de kennis en hulp van de UMC-afdelingen, die bij het netwerk betrokken zijn. Verder hebben zij toegang tot de digitale medische biblio theek, zodat zij eenvoudig en snel de internationale medisch-wetenschappelijke literatuur kunnen raadple gen. Ook kunnen zij gebruik maken van computerfacili teiten.
Keurmerk Aspirant-deelnemers aan het NUHP krijgen ondersteu ning van consulenten van het UMC St Radboud bij het behalen van het keurmerk voor huisartspraktijken van het Nederlands Huisartsen Genootschap. Het beantwoor den aan de kwaliteitseisen van dit keurmerk is één van de voorwaarden om als huisartspraktijk te kunnen mee doen aan het netwerk. In de wijde omgeving van Nijme gen zijn er momenteel 41 huisartspraktijken (143 huisartsen) druk doende om met steun van Radboudcon sulenten dit keurmerk te behalen. Zij hebben een inten tieverklaring ondertekend om deel te gaan nemen aan het NUHP, zodra zij aan alle voorwaarden voldoen. In heel Nederland zijn er nu zo’n honderd huisartsen geaccrediteerd. Dat laat zien, dat het NUHP, met 36 geac crediteerde huisartsen, een voortrekkersol vervult. Het streven is, dat op den duur ongeveer een derde van de ongeveer duizend huisartsen in het verzorgingsgebied van het UMC St Radboud deelneemt aan het netwerk. Het NUHP is een initiatief van de afdelingen Huisartsge neeskunde en Kwaliteit van Zorg en van de Voortgezette Opleiding tot Huisarts. JG
Radboudteam beleeft hectische tijd in Uruzgan Een medisch team vanuit het UMC St Radboud is momenteel in Uruzgan om zorg te verlenen in Kamp Holland. De laatste tijd is de situatie er erg hevig, zeker nu een Nederlandse soldaat en sergeant-majoor de missie niet overleefden. Edward Tan, traumatoloog-chirurg in het team, mailde Radbode over zijn ervaringen in deze zeer hectische periode. ‘In Afghanistan zitten momenteel ruim zestienhonderd Nederlandse militairen’, schrijft Edward Tan in zijn mail. ‘De meesten bevinden zich in de provincie Uruzgan in Kamp Holland, bij het plaatsje Tarin Kowt. Ons medisch team maakt deel uit van een systeem waarin het Minis terie van Defensie samenwerkt met twaalf Nederlandse ziekenhuizen. Het doel is om bij uitzendingen of oefenin gen chirurgische zorg te verlenen aan Nederlandse en coalitietroepen. Sinds juni ben ik in Kamp Holland, samen met twee operatieassistenten en een anesthesiemede werker uit het Radboud. Ons medisch team bestaat verder uit professionals uit andere Nederlandse zieken huizen. We werken in een zogenaamd Role 2-ziekenhuis, het Uruzgan Medical Centre, met OK- en IC-faciliteiten.’ ‘Het werken voor Defensie is heel leerzaam, omdat je in
hier krijg je waardering voor ‘onze jongens’ die de poort uitgaan, het veld in. Zij wagen dagelijks hun leven voor vrede, veiligheid en stabiliteit in Uruzgan.’
I n d r u k w e k k e n d e c e r e m o n i e
Van links naar rechts: Nicole, Edward, Gerda en Joep aanraking komt met patiëntencasuïstiek die in Nijmegen niet vaak optreedt (schotverwondingen en verwondingen door explosies). Mijn ervaringen kan ik in de toekomst eventueel toepassen in het Radboud. Door de situatie
AdRem
‘De gewonden van de aanslag in Tarin Kowt zijn allen door ons team behandeld, ook de uiteindelijk overleden Nederlandse soldaat. Hetzelfde geldt voor de gewonden als gevolg van een ongeval bij de gevechten in Chora, die tegelijk met de overleden Nederlandse sergeant-majoor binnenkwamen. Hoewel iedere specialist als professional met overleden patiënten te maken heeft, is het overlijden van een collega-soldaat aangrijpend. Beiden zijn met militaire eer herdacht en middels een indrukwekkende ceremonie zijn de stoffelijke overschotten vanaf ons ziekenhuis naar de helikopter getransporteerd voor repatriëring. Aan weerszijden van de route brachten militairen de eregroet, terwijl de kist met het lichaam passeerde. Afgelopen week was de stemming bedrukt in Kamp Holland. Dit merkte je ook als je sprak met solda ten die “buiten de poort” zijn geweest.’ GM
dan de Arbeidsinspectie toestaat. Nog sterker, bij een dienst die korter dan twaalf uur duurt, worden dezelfde fenomenen waargenomen als bij ver moeide artsen. Een ander nadeel is het verlies aan individuele continuïteit en daarmee de betrokkenheid bij en de verantwoordelijkheid nemen voor de eigen patiënt. De volgende dokter kent de patiënt alleen maar van horen zeggen en papier. De totale informatie die de intake heeft opgeleverd (anamnese, lichamelijk onderzoek, maar ook het overleg met familie en verwijzer, het persoonlijk gesprek met patiënt en verpleegkundige over de opname en het beleid) en het klinisch gevoel dat de arts hierdoor krijgt fragmenteert tot enkele overgedragen details. Heeft u al eens een verhaal gehoord dat acht keer is doorverteld? Het uit eindelijke verhaal lijkt in het geheel niet meer op het origineel. Zo ook het verhaal van en over de patiënt.
Beschermt de kwaliteitswet tegen de arbeidstijdenwet? Vanaf 1 april 2007 zijn de ziekenhuizen door de Arbeidsinspectie verplicht zich aan nog strengere regels voor het aantal diensturen voor arts-assisten ten te houden. Het kan dan voorkomen dat er van vrijdagmiddag tot maan dagochtend om de acht uur een nieuwe dienstploeg in huis komt. Goed voor de regelgevers en bureaucraten in Nederland; er moet nog meer worden overlegd en opgeschreven en er kan nog meer worden gecontro leerd. Goed voor de arts-assistenten; zij kunnen beter participeren in maatschap pelijk gewenste activiteiten en zijn – en dat is belangrijk voor de kwaliteit van de patiëntenzorg- beter uitgerust. Want vermoeide assistenten maken meer fouten, reageren trager, communiceren slechter, zijn sneller geïrriteerd en minder tevreden met hun werk. Echter deze fenomenen worden pas meetbaar na zestien uur achter elkaar werken. Dat is dus heel wat langer
Wat moet een ziekenhuis nu met zulk een aanscherping van de regelge ving? • Burgerlijk ongehoorzaam zijn. • De boetes van de Arbeidsinspectie betalen uit de pot voor de extra over werkvergoedingen. • De hoogte van de boete wordt op termijn beslist een kwaliteitsindicator voor de Inspectie voor de Gezondheidszorg. • De Zorgverzekeraar neemt de score mee in de vergoeding voor de DBC’s. • Doelmatiger en kwaliteitsbewuster kan niet. Hub Wollersheim
16