Verslag 2014 - 2015
I.! INLEIDING!.............................................................................................................................................!3! II.! ALGEMENE INFORMATIE OVER DE INRICHTING!..........................................................!3! III.! OPVANG VAN EN INFORMATIE AAN GEDETINEERDEN!............................................!5! IV.! MATERIËLE OMSTANDIGHEDEN VAN DETENTIE!........................................................!6! V.! REGIME EN ACTIVITEITEN!.......................................................................................................!10! VI.! GEZONDHEID!.................................................................................................................................!18! VII.! ORDE, VEILIGHEID EN DWANG!...........................................................................................!22! VIII.! TUCHTREGIME!...........................................................................................................................!24! IX.! EXTERNE RECHTSPOSITIE GEDETINEERDEN!.............................................................!31! X.! WERKING VAN DE COMMISSIE VAN TOEZICHT!.............................................................!32! XI.! CONCLUSIES!....................................................................................................................................!39!
!
2
I.
INLEIDING
Krachtens art. 138ter van het Koninklijk Besluit tot wijziging van het Koninklijk Besluit van 21 mei 1965 houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen heeft de Commissie van Toezicht tot taak: 1° ten behoeve van de minister van Justitie, toezicht te houden op alles wat betrekking heeft op de bejegening van de gedetineerden en op de naleving van de voorschriften ter zake, in de gevangenis waarbij zij is opgericht; 2° aan de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen, hetzij ambtshalve, hetzij op zijn verzoek, advies en inlichtingen te geven betreffende alles wat betrekking heeft op de bejegening van de gedetineerden en op de naleving van de voorschriften ter zake, en voorstellen te doen die zij gepast acht, in de gevangenis waarvoor zij bevoegd is; 3° ten behoeve van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen jaarlijks een verslag op te stellen betreffende alles wat betrekking heeft op de bejegening van de gedetineerden en op de naleving van de voorschriften ter zake, in de gevangenis waarvoor zij bevoegd is. In het licht van deze opdracht hoopt de commissie ingesteld bij de gevangenis van Sint-Gillis in voorliggend rapport een overzicht te geven van haar vaststellingen tijdens de jaren 2014-2015. Voor vragen omtrent dit verslag of in verband met de werking van de commissie, kan U ons contacteren via één van de volgende e-mailadressen:
[email protected] (In het Nederlands) of
[email protected] (In het Frans). Het rapport werd opgesteld in het Nederlands en het Frans. Afwijkingen in de vertaling zijn mogelijk maar hebben geen invloed op de inhoud van het verslag.
II.
ALGEMENE INFORMATIE OVER DE INRICHTING
Sinds 1884 is de stervormige gevangenis van Sint-Gillis een arresthuis, hetwelke ressorteert onder de Regionale directie Noord. Toch verblijft hier een groot aantal veroordeelden. In 2014 bedroeg de gemiddelde bevolking van de gevangenis van Sint-Gillis 827.8 gedetineerden terwijl deze maar over een gemiddelde capaciteit beschikte van 587. Volgens de berekeningen van het Directoraat-Generaal bedroeg de gemiddelde overbevolkingsgraad bijgevolg 41%. 1 Tijdens zijn
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! 1
!
Directoraat-Generaal Penitentiaire Inrichtingen, Jaarverslag 2014, Federale Overheidsdienst Justitie, Brussel.
3
permanenties noteert de commissie regelmatig het aantal gedetineerden. In 2014 varieerde dit tussen 780 en 850 gedetineerden. In 2015 tussen 720 en 810 gedetineerden. De gemiddelde dagelijkse bevolking per prioritaire wettelijke toestand in 2014 (exclusief elektronisch toezicht) zag er voor de gevangenis van Sint-Gillis in 2014 als volgt uit: 385.9 of 46.6% beklaagden, 438.3 of 52.9% veroordeelden, 2.1 of 0.3 % geïnterneerden.2 Kortom: hoewel de gevangenis van Sint-Gillis een arresthuis is, zit minder dan de helft van de bevolking er in voorlopige hechtenis. Er zijn 9 directeurs in de gevangenis van Sint-Gillis. Het kader voorziet 360 voltijds penitentiaire beambten. Dit kader is echter nooit volledig ingevuld. In 2016 zal dit kader aangepast worden. Een voorakkoord spreekt van 333 penitentiaire bewakingsassistenten. Deze wijzigingen zijn onderwerp van discussie tussen verschillende penitentiaire actoren en veroorzaken talrijke spanningen. Een andere consequentie van het onderbezette kader is dat sinds juni 2015 alle hulp- en dienstverleningsactiviteiten voor gedetineerden afgeschaft zijn (zie deel V. Regime en activiteiten). De gevangenis is opgebouwd uit verschillende geografische entiteiten: een toegangssas, een toegangsplein omgeven door verschillende administratieve gebouwen en het cellencomplex (‘het cellulair’). Het cellulair, dat geconstrueerd is volgend het panopticon-principe, is onderverdeeld in verschillende vleugels rondom een centrum: vleugel A, vleugel B, vleugel C, vleugel D, vleugel E, Vleugel genees- en heelkundig centrum (“CMC”) en de “préfab” (deze vleugel bevindt zich op het einde van vleugel A, in het préfabgebouw). Het centrum is cirkelvormig en voorzien van glas zodat het mogelijk is om alle vleugels (behalve de préfab) te zien. Van hieruit worden de deuren bediend (opening en sluiting). De detentievleugels bestaan uit drie verdiepingen, behalve de préfab die 2 verdiepingen telt. Elke verdieping wordt ‘sectie’ genoemd: vleugel A bestaat uit secties 1, 2 en 3, vleugel B uit secties 4, 5 en 6, vleugel C uit secties 7, 8 en 9, vleugel D uit secties 10, 11 en 12, vleugel E uit secties 13, 14 en 15 (elke vleugel heeft een gelijkvloers, een eerste en een tweede verdieping), en de préfab uit secties 16 en 17 (respectievelijk de gelijkvloerse en de eerste verdieping). Om een idee te geven over de detentiepopulatie per vleugel, geven we hier de verdeling van 6 januari 2016: 115 gedetineerden op vleugel A, 128 gedetineerden op vleugel B, 136 gedetineerden op vleugel C, 119 gedetineerden op vleugel D, 130 gedetineerden op vleugel E, 75 gedetineerden op préfab en 3 in het CMC. Aangezien de gevangenis van Sint-Gillis een sterk verloop kent tussen inkomende gedetineerden en gedetineerden die vertrekken, verandert het aantal gedetineerden per vleugel voortdurend. Sectie 4 van vleugel B is een veiligheidsafdeling. Hier verblijven gedetineerden die in afzondering een tuchtsanctie moeten uitzitten en hierdoor een individueel regime genieten. Vleugel B werd vernieuwd in 2013. Vleugel C wordt over het algemeen gebruikt voor “nieuwkomers” (gedetineerden die recent aangekomen zijn in de gevangenis). In sectie 10 van vleugel D worden de zieke gedetineerden en zij met tuberculose ondergebracht. In de préfab-vleugel verblijven werkende gedetineerden. De gedetineerden met het statuut ‘beperkte detentie’ verblijven op vleugel E en komen niet in contact met andere gedetineerden. De gevangenis beschikt over verschillende bezoekersruimten die zich buiten het cellulair gedeelte bevinden: de spreekkamers voor de professionele bezoekers, een grote bezoekzaal en een kamer voor ongestoord bezoek. De professionele spreekkamers zijn opgedeeld in twee delen. Enerzijds zijn er drie
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! 2
!
Ibid.
4
spreekkamers waar gedetineerden met hun advocaat kunnen overleggen. Deze ruimten zijn afgesloten zodat er vertrouwelijke gesprekken gevoerd kunnen worden. Anderzijds zijn er tien ‘tafels’ voor externe diensten. Deze tafels staan achter elkaar in een lange gang en bieden niet de mogelijkheid om een vertrouwelijk gesprek te hebben in alle rust (zodra er enkele tafels bezet zijn, wordt het er erg rumoerig). Het gebeurt dat de mensen van deze externe diensten geen toegang krijgen tot de gevangenis omdat alle tafels bezet zijn. Daarnaast gebeurt het ook dat de bezoekzalen voor advocaten bezet zijn en dat de advocaat zijn cliënt moet ontvangen aan een tafel in de gang, wat de vertrouwelijkheid niet ten goede komt. Daarbij moet worden opgemerkt dat bepaalde externe diensten hun gesprekken met gedetineerden kunnen voeren in een ruimte die daartoe is voorbehouden in de vleugels van de gevangenis. De gevangenis beschikt ook over een genees- en heelkundig centrum voor de verzorging van gedetineerden uit andere gevangenissen (Centre Médico-Chirurgical, hierna “CMC”). Het Europees Comité ter voorkoming van foltering en onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing (CPT) heeft acht periodieke bezoeken afgelegd in België en bracht ook een bezoek aan de gevangenis van Tilburg in Nederland. In 1993 en 1997 heeft het comité de gevangenis van Sint-Gillis bezocht. In 2012 heeft het een snel en gericht bezoek gebracht aan de gevangenis van Sint-Gillis om de renovatie van vleugel B te inspecteren voordat die in gebruik werd genomen3.
III. OPVANG VAN EN INFORMATIE AAN GEDETINEERDEN ! In regel ontvangen de gedetineerden bij aankomst in de gevangenis een map (beschikbaar in het Nederlands en het Frans) dat verschillende documenten bevat, waaronder het Huishoudelijk Reglement. Bij Ministeriële Omzendbrief nr. HR/2 d.d. 1 augustus 2014 werd het Huishoudelijk Reglement van de gevangenis van Sint-Gillis goedgekeurd door de minister van Justitie. Vandaag de dag bevat de Nederlandstalige map een huishoudelijk reglement van 2014, maar de Franstalige map een versie van 2011. Het bevat algemene bepalingen, informatie omtrent het onthaal, materiële levensvoorwaarden, samenlevingsvoorwaarden, contacten met de buitenwereld, godsdienst en levensbeschouwing, vrijetijdsbesteding, vormingsactiviteiten, herstelgerichte activiteiten, overlegorgaan, arbeid, gezondheidszorg, sociale hulp- en dienstverlening, rechtshulpverlening en juridische bijstand, orde en veiligheid, tucht, schadeclaims, overbrenging naar een andere gevangenis, einde detentie en het verlaten van de gevangenis. Wanneer de gedetineerde in de gevangenis aankomt wordt hij ingeschreven op de griffie: zijn vingerafdrukken worden afgenomen, er wordt een foto van hem gemaakt en hij krijgt een opsluitingsnummer (dat hij moet gebruiken bij al zijn interne communicatie binnen de gevangenis). Vervolgens wordt de gedetineerde meegenomen naar het ‘onthaal’ en het ‘bad’, waar hem wordt verzocht om alle voorwerpen die hij bij zich heeft, af te geven. De niet-toegelaten voorwerpen worden daar in bewaring genomen, behalve indien de gedetineerde ze wil toevertrouwen aan een persoon naar keuze die ze in de gevangenis komt ophalen. De gedetineerde krijgt er gevangeniskledij, lakens, vaatwerk (een kom, een bord, een theepot en bestek), een basiskit voor zijn persoonlijke hygiëne (een tandenborstel, tandpasta, scheerschuim, een scheermes en shampoo), een balpen en een enveloppe met een postzegel voor binnenlandse zendingen. Het is belangrijk te onderstrepen dat enkel de gedetineerden die van buitenaf komen die kit krijgen. Gedetineerden die van een andere gevangenis komen krijgen deze niet. De commissie heeft echter verschillende klachten gekregen van overgebrachte gedetineerden die hun spullen (en toiletartikelen) niet bij aankomst krijgen, maar soms pas enkele weken of maanden later en dan vaak nog moeten vaststellen
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! 3
!
http://www.cpt.coe.int/fr/etats/bel.htm.
5
dat er producten ontbreken. Verschillende overgebrachte gedetineerden hebben verklaard dat zij uiteindelijk nieuwe spullen hebben gekocht omdat hun spullen maar niet kwamen. Elke gedetineerde heeft recht op een kosteloos nationaal of internationaal telefoongesprek binnen 24 uur na zijn aankomst. Elke gedetineerde heeft binnen 24 uur na zijn aankomst in de gevangenis een gesprek met de directeur, die hem op de hoogte brengt van zijn wettelijke en penitentiaire situatie, hem in kennis stelt van de grote lijnen van het Huishoudelijk Reglement, hem de beschikbare informatiebrochures bezorgt en hem op de hoogte brengt van het bestaan van de Commissie van Toezicht en de wijze waarop hij met de maandcommissaris contact kan opnemen. De commissie stelt echter vast dat er geregeld gedetineerden zijn die niet op de hoogte waren van het bestaan van de Commissie van Toezicht. Elke gedetineerde wordt binnen 24 uur na zijn aankomst gezien door de gevangenisarts. Uiterlijk binnen 4 dagen na aankomst in de gevangenis wordt de gedetineerde gezien door een lid van de Psychosociale dienst (‘PSD’). De commissie heeft moeten vaststellen dat niet alle gedetineerden over het Huishoudelijk Reglement beschikken en dat sommigen nog de versie van 2011 of 2008 hadden. Bovendien is er geen enkele vertaling van het Huishoudelijk Reglement voor gedetineerden die geen Frans of Nederlands spreken. Op vraag van de gedetineerden heeft de commissie geijverd om een Nederlands- en Franstalige geconsolideerde versie van de Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden 4 ter beschikking te stellen per vleugel zodat gedetineerden dit kunnen raadplegen. Daarnaast kunnen de gedetineerden een exemplaar raadplegen in de bibliotheek.
IV. MATERIËLE OMSTANDIGHEDEN VAN DETENTIE 1. CELLEN EN SANITAIRE VOORZIENINGEN
Basiswet Art. 44. Het inrichtingshoofd draagt er zorg voor dat de gedetineerde in staat wordt gesteld zijn uiterlijk en zijn lichamelijke hygiëne dagelijks behoorlijk te verzorgen. Huishoudelijk Reglement IV Materiële Levensvoorwaarden, punt 7 De gedetineerde dient zijn uiterlijk en zijn lichamelijke hygiëne dagelijks behoorlijk te verzorgen. De penitentiaire administratie dient de gedetineerde toe te laten om deze verplichting na te leven door hem, zo nodig, volgende toiletartikelen gratis ter beschikking te stellen: Zeep; tandenborstel; toiletpapier; shampoo; tandpasta; scheermesje; scheerschuim. Het ongeoorloofd gebruik en de verspilling van deze toiletartikelen zullen gesanctioneerd worden. De gedetineerde dient de elementaire regels op het gebied van lichaamshygiëne en haarverzorging na te leven.
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! 4 Basiswet 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden, BS 1 februari 2005.
!
6
De gedetineerde kan 2 keer per week douchen (+/- 15 minuten). De sectiebeambte meldt het uur waarop kan gedoucht worden. De gedetineerde kan enkel volgende voorwerpen meenemen naar de douche: badschuim en/of zeep, handdoek en verse kledij. De gedetineerde kan het haar gratis laten knippen door een medegedetineerde. Dit wordt via rapportbriefje aan de sectiebeambte aangevraagd.
Cellen Door de constante overbevolking deelt de meerderheid van de gedetineerden een cel (“duo”). In de meerderheid van de cellen is er dus een bed bijgezet. Het materiaal in de cellen bestaat uit een kast, een tafel, soms een aantal stoelen, een prikbord, een koelkast, een wastafel en een toilet (vaak zonder bril en deksel). Een houten beschutting van ongeveer 1 meter hoog kan voor het toilet geplaatst worden om zich zo af te schermen van zijn medegedetineerde. Indien een gedetineerde meer privacy wenst door bijvoorbeeld een doek te spannen, loopt hij het risico op een tuchtrapport. De cellen hebben een oppervlakte van ongeveer 9m2. De gedetineerden die in duo op cel zitten, krijgen 3 rollen WC-papier per week. De staat van de cellen is over het algemeen verouderd. Er zijn voornamelijk klachten over het verouderd sanitair (vb.: lekkende kranen en WC), met geurhinder tot gevolg. Daarenboven ontvangt de commissie tal van klachten omdat gedetineerden onvoldoende schoonmaakproducten hebben om hun cel schoon te houden. Ze hebben geen afwasmiddel of spons (sommige gedetineerden hebben ons getoond dat zij noodgedwongen sokken gebruiken als vaatdoek). Daar komt nog bij dat de gedetineerden ook toiletartikelen, meer bepaald zeep, tekortkomen. De gedetineerden die geen geld hebben om die producten in de kantine te bestellen, kunnen hun lichamelijke hygiëne moeilijk verzorgen. Zelfs als ze het wensen aan te kopen is het niet aanwezig aangezien de stock niet wordt aangevuld. Verschillende personeelsleden hebben ons er overigens op gewezen dat bepaalde gedetineerden hoegenaamd niet zorgen voor hun lichamelijke hygiëne en dat het er erg onaangenaam werken is als zij in de cel van zo iemand moeten binnengaan. Er is ook kritiek gekomen op de verluchting van de cellen. Tijdens de zomermaanden kan het er erg warm worden waardoor de gedetineerden niet voldoende lucht krijgen. Soms zetten de personeelsleden de luikjes in de deuren open voor wat luchtcirculatie te zorgen, maar dat doen zij niet altijd en in elk geval nooit voor de gedetineerden in het strikte regime (zie – tuchtregime). Ten slotte heeft de commissie klachten ontvangen omdat er in de cel materiaal ontbreekt of niet hersteld wordt (geen stoel, kapotte kast ...).
Overbevolking van de cellen Zoals hoger vermeld verblijven veel gedetineerden met twee op een cel, hetgeen vaak problemen oplevert. Veel gedetineerden kampen met een gebrek aan privacy. Wanneer zich problemen voordoen tussen twee gedetineerden worden ze niet altijd gescheiden wat kan leiden tot onleefbare situaties en een verhoogd risico op geweld in de gevangenis.
Douches en gemeenschappelijke toiletten Normaal gesproken mogen de gedetineerden zich twee keer per week ongeveer tien minuten douchen. In de meeste vleugels wordt er in de vroege ochtend gedoucht (vanaf zes uur), vóór de personeelsleden andere bewegingen moeten organiseren (bezoeken, wandelingen, enz.). Verschillende gedetineerden hebben erover geklaagd dat zij zo vroeg worden opgehaald voor hun ochtenddouche. Er zijn ook personeelsleden die ons hebben gemeld dat bepaalde gedetineerden weigeren om zich te douchen omdat
!
7
ze niet willen opstaan. Dit komt vaker voor in de winter wanneer het koud is. De dienders (‘fatiks’) en werkers mogen zich daarentegen elke dag, na hun werkdag, douchen. De douches zijn in erbarmelijke staat. In beginsel zijn er zes douches per sectie, maar vaak werken die niet allemaal. De meeste douches verkeren in slechte staat en lekken. Het gevolg hiervan is dat er niet voldoende warm water is voor alle gedetineerden en dat er bijna geen druk op het water zit. Dit maakt het moeilijk om zich grondig te wassen. De douches op de tweede verdieping van vleugel E (sectie 15) en van de derde verdieping van vleugel C (sectie 9) werken niet. Op de prefab zijn er enkel douches op 1 van de twee verdiepingen. Dit komt omdat de douches jaren geleden werden afgebroken met het oog op renovatie. Personeelsleden hebben moeite om alle werkers elke dag te laten douchen maar klaren toch de klus, wel met gevolg dat de werkers zich heel snel moeten douchen. Vaak sijpelt het water van de douches door de muren en plafonds van de andere verdiepingen. Die vochtigheid tast de cellen naast de douches aan en wel in zodanige mate dat verschillende van die cellen onbewoonbaar zijn verklaard. De gevangenis heeft 40 cellen geblokkeerd, bijna allemaal door vochtproblemen. Die cellen staan leeg. De commissie heeft echter opgemerkt dat er ook vochtproblemen zijn in enkele cellen die nog in gebruik zijn. In december 2015 heeft de commissie een overzicht gekregen van het aantal cellen die afgesloten zijn wegen gezondheidsredenen: 11 cellen op vleugel A, 2 cellen op vleugel B, (het aantal cellen voor vleugel C is niet meegedeeld), 3 cellen op vleugel D en 13 cellen op vleugel E. De fatik reinigt dagelijks de douches, maar net als op cel, is het kuismateriaal onvoldoende om de klus te klaren. In het complex is slechts één bad aanwezig. Het bad staat in vleugel D en wordt gebruikt voor de patiënten van het CMC. Dit bad is uitgerust voor personen met een rolstoel. De netheid van deze badkamer laat te wensen over. Tenslotte heeft de commissie ook verschillende klachten ontvangen over de toiletten op de wandeling. Deze zijn vies en onhygiënisch. Het is echter de taak van de gedetineerden om deze proper te houden.
Hygiëne strafcellen De gedetineerde die in de strafcel verblijft heeft geen toegang tot de douche. Het lokaal om te douchen bestaat, maar wordt niet gebruikt. In plaats daarvan kan de gedetineerde een waterton krijgen (niet altijd). Soms verblijft de gedetineerde hier 9 dagen zonder zich te verfrissen, noch tanden te poetsen. Als het personeel de deur van de strafcel opent, staat hij voor een deur van plexiglas. Het plexiglas sluit de gedetineerde (grotendeels) af van het geluid. Het is erg somber in de strafcel en men kan zich moeilijk een beeld vormen van de staat van de strafcel en de aanwezige gedetineerde. De watertoevoer is te controleren vanop de gang. De temperatuur in de strafcellen is een ernstig probleem. Tijdens de wintermaanden worden de strafcellen onvoldoende verwarmd. De verwarmingsketel maakt veel lawaai. Voor gedetineerden kan dit zeer stressend zijn waardoor ze vragen om de ketel af te zetten. Als gevolg verblijven ze hierdoor in de kou. Het uitdelen van een extra deken gebeurt niet systematisch, maar wordt wel regelmatig gevraagd door de commissie. Bepaalde gedetineerden verblijven niet in een strafcel, maar in een beveiligde (naakte) cel in de vleugels ingevolge een ordemaatregel (zie deel VII Disciplinair regime).
2. VOEDING Basiswet
!
8
Art. 42. De gedetineerde krijgt voldoende voedsel dat voldoet aan de normen van de moderne hygiëne en zo nodig aangepast is aan de vereisten van zijn gezondheidstoestand. Art. 47. § 1. Tenzij het hem bij wijze van tuchtsanctie werd ontzegd, heeft een gedetineerde het recht, binnen de door het huishoudelijk reglement bepaalde perken, op eigen kosten gebruiks- en verbruiksgoederen aan te schaffen uit een aanbod dat door tussenkomst van een in elke gevangenis in te richten kantinedienst wordt verstrekt en dat zoveel mogelijk tegemoet komt aan de behoeften van de gedetineerden. § 2. Goederen die de orde of de veiligheid in gevaar kunnen brengen, worden uit het aanbod geweerd. HACCP De bereiding en distributie van voedingsmiddelen in de gevangenis moeten voldoen aan de regelgeving zoals vastgelegd in Verordening (EG) nr. 852/2004 en het Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen (K.B., 12 december 2003). Huishoudelijk Reglement, Hoofdstuk IV Materiële Levensvoorwaarden, punt 6 voeding: De gedetineerde krijgt drie maaltijden per dag, die aangepast zijn aan de normen van de moderne hygiëne en van de evenwichtige voedingsleer. Aangepaste dieetvoeding is enkel mogelijk op medisch advies. Er zijn verschillende maaltijdregimes: gewoon/zonder varkensvlees/vegetarisch. Deze keuze wordt bevraagd bij inschrijving op de griffie. Indien de gedetineerde tijdens de detentie wenst te veranderen van regime, vraagt hij die aan via rapportbriefje. De maaltijden worden verdeeld door de sectieknechten onder toezicht van de sectiebeambte. Het is de gedetineerde niet toegelaten zichzelf te bedienen. De gedetineerde komt naar de deur om de maaltijd aan te nemen. Alle maaltijden wordt op cel genuttigd. De gedetineerde is er toe gehouden slechts die hoeveelheid voeding aan te nemen die hij verwacht te zullen gebruiken. Hamsteren/opslaan van voeding is niet toegelaten. Sinds de werken in de keuken in 2014 zijn er enkele specifieke klachten gekomen over de maaltijden die tijdelijk geserveerd worden aan gedetineerden. Volgens sommige gedetineerden zou de kwaliteit te wensen overlaten en zouden de porties te klein zijn. Moslims hebben een specifieke klacht gerapporteerd dat ze informatie ontbreken over de ingrediënten die gebruikt worden in de maaltijden. De minderwaardige kwaliteit zou kunnen toegeschreven worden aan de lage financiële kost van de maaltijden. In 2015 is de keuken van de gevangenis heropend. De commissie blijft klachten krijgen over de kwaliteit en hoeveelheid van het voedsel. De gedetineerden nuttigen al hun maaltijden in de cel (ter herinnering: vlakbij hun wc en soms zonder stoel). De maaltijden worden tweemaal per dag verdeeld, 's middags en 's avonds: 's middags krijgen de gedetineerden een warme maaltijd en 's avonds soep en zeven sneden brood die ook als ontbijt dienen. Om zes uur 's morgens wordt er koffie en warm water rondgebracht. Vooral de gedetineerden die niet voldoende middelen hebben om voeding in de kantine te kopen, klagen over de kleine hoeveelheden. Een andere zorgwekkende klacht betreft de afwezigheid van een specifiek dieet voor diabeten. Uit artikel 42 van de Basiswet en het Huishoudelijk Reglement blijkt nochtans dat gedetineerden het recht hebben om een dieet te krijgen op doktersvoorschrift dat aangepast is aan de vereisten van hun gezondheidstoestand.
3. KLEDIJ In de gevangenis van Sint-Gillis mogen gedetineerden hun eigen kleding dragen op cel, daarbij is het aantal kledingstukken die ze op cel mogen hebben gelimiteerd. Wanneer ze naar gemeenschappelijke activiteiten gaan, moeten ze de grijze (of beige voor gedetineerden van de préfab) gevangeniskledij dragen.
!
9
De commissie heeft verschillende klachten gekregen over de toestand van deze kledij. Tijdens de wintermaanden is deze kledij bijvoorbeeld niet warm genoeg om naar de wandeling te gaan. Bovendien heeft de directie de gedetineerden verplicht om een gekleurd hesje te dragen als ze naar de bezoekzaal gaan. Elke vleugel heeft een kleur gekregen: geel voor vleugel A, roze voor vleugel B, blauw voor vleugel C, groen voor vleugel D en rood voor vleugel E. De commissie heeft klachten gekregen van de gedetineerden die een roze hesje moeten dragen tijdens de afspraak met hun partner of kinderen. Zij ervaren het dragen van een roze hesje als vernederend. De kledij wordt, net als de lakens, twee keer per maand gewassen.
4. PERSOONLIJKE BEZITTINGEN VAN DE GEDETINEERDEN De commissie heeft verschillende klachten ontvangen over het verlies van eigendom of bepaalde bezittingen. Voornamelijk gedetineerden die een tijd in de strafcel hebben doorgebracht merken dat hun spullen of kledij weg zijn wanneer ze terug op cel komen. Gedetineerden hebben ook gemeld dat hun persoonlijke spullen beschadigd worden tijdens celcontroles. Tenslotte wordt ook gemeld dat soms spullen betaald worden zonder dat men deze ontvangt. In deze gevallen neemt de commissie steeds contact op met de boekhouding om dit probleem op te lossen.
V.
REGIME EN ACTIVITEITEN
1. CONTACTEN MET DE BUITENWERELD Bezoek Een beklaagde heeft recht op 1 bezoek per dag. Een veroordeelde heeft recht op 3 keer bezoek per week. De gedetineerde mag maximum 3 personen per bezoek ontvangen. Een bezoek duurt 1 uur. Op weekdagen zijn er 5 momenten/shiften waarop men bezoek kan ontvangen. Het bezoeksysteem (inschrijving en uurregelingen) is in april 2015 veranderd. Voortaan geldt als principe dat er begin- en eindshifts zijn voor het bezoek. Elke shift stemt overeen met een tijdsblok van dertig tot veertig minuten voor de inschrijving en een tijdsblok voor het bezoek. Door de week begint de inschrijving van de eerste shift 's middags. Het is dus niet meer mogelijk om zich 's morgens in te schrijven voor een bezoek dat 's namiddags of 's avonds zal plaatshebben. De vijf tijdsblokken voor het bezoek zijn: 13.10 tot 14.10 uur / 14.30 tot 15.30 uur / 15.50 tot 16.50 uur / 17.30 tot 18.30 uur / 18.50 tot 19.50 uur. Als iemand zich niet meer kan inschrijven voor een shift, moet hij wachten tot de inschrijving van de volgende shift (de wachttijd kan dus oplopen tot verschillende uren: als ik kort voor de middag voor de eerste shift aankom en er geen plaats meer is, moet ik wachten tot 13.05 uur om me in te schrijven voor de tweede shift en begint mijn bezoek pas om 14.30 uur). In het weekend en op feestdagen zijn de vijf tijdsblokken voor het bezoek: 8.10 tot 9.10 uur / 9.30 tot 10.30 uur / 11.00 tot 12.00 uur / 13.30 tot 14.30 uur / 14.50 tot 15.50 uur. Voor de bedlegerige patiënten van het CMC hebben de bezoeken plaats tijdens de vierde shift: de bezoekers gaan de bedlegerige gedetineerde dan in het CMC bezoeken. Op woensdagnamiddag, van 15.30 tot 17.00 uur, wordt er kinderbezoek georganiseerd. De gedetineerden die dat wensen, kunnen dit bezoek aanvragen via een rapportbriefje ter attentie van de vzw 'Relais Enfants-Parents'. De gedetineerden zijn alleen met hun kinderen. Daarbij is een lid van de vzw aanwezig,
!
10
samen met een vrijwilliger. Kinderbezoeken worden niet meegerekend in het aantal bezoeken waarop de gedetineerde recht heeft. Gemiddeld komen er op woensdag een twintigtal kinderen op bezoek. Vijftien gedetineerden mogen hun kinderen (ongeacht hoeveel dat er zijn) op bezoek krijgen. Volgens de vzw gaan die bezoeken over het algemeen goed en het bewakingspersoneel doet zijn best om alles vlot te laten verlopen. Niettemin moet worden opgemerkt dat, na de registratie van de inschrijvingen om 15.00 uur, de kinderen en de verantwoordelijken van de vzw die hen begeleiden in een kleine ruimte moeten wachten tot het begin van het bezoek, wat moeilijk is gezien het aantal kinderen. Er is geen wachtruimte voor de familieleden en vrienden van gedetineerden die zich voor een bezoek komen inschrijven. Zij wachten dus buiten, vóór de gevangenis, zonder de mogelijkheid om te zitten. Zij komen in kleine groepjes binnen. In juli 2015 werd aan de ingang hekwerk geïnstalleerd langs de muur van de gevangenis aan de Ducpétiauxlaan (zie foto's in bijlage). De bezoekers moeten dus in rijen wachten tussen twee smalle hekken en kunnen enkel maar hopen dat zij hun naasten in de gevangenis zullen kunnen bezoeken, aangezien zij daar geen enkele garantie toe krijgen. Gevraagd naar de redenen voor die maatregel, heeft de directie laten weten dat zij daarmee de veiligheid wil beschermen van de meest kwetsbare bezoekers (vrouwen, kinderen, ouderen), die gewelddadig zouden zijn behandeld door jongere bezoekers die hen opzij duwden om voor te dringen in de rij. De commissie heeft de burgemeester van de gemeente, Charles Picqué, en de parlementsleden ter zake om opheldering gevraagd (zie, X. Werking van de commissie). De ouders, de partner en de kinderen van een gedetineerde kunnen hem bezoeken zonder dat zij daarvoor iets moeten doen, op voorwaarde dat de gedetineerde hun naam op de bezoekerslijst heeft gezet. De grootouders, kleinkinderen, broers, zussen, ooms en tantes (en de schoonfamilie) moeten een officieel document verstrekken dat de familieband bewijst. Alle andere bezoekers moeten eerst een fotokopie van hun identiteitskaart of een ander officieel document met hun naam, voornaam en foto sturen naar de gedetineerde. Daarna kan die hun naam op de bezoekerslijst zetten door de fotokopie eraan toe te voegen. De huidige bezoekregeling levert verschillende problemen op, vooral omdat werkende bezoekers door de week niet naar de gevangenis kunnen komen tijdens de inschrijvingsuren (van 12.00 uur tot 17.35 uur) en omdat de procedure voor de verzending van documenten aan een gedetineerde meer tijd in beslag neemt dan wanneer de bezoekers die documenten onmiddellijk aan de ingang van de gevangenis zouden kunnen voorleggen. Bovendien is het niet mogelijk om telefonisch of via het internet een bezoek te regelen. Personen met een handicap en zieke of oude mensen kúnnen echter niet buiten in de rij blijven staan. Blijkbaar zijn er mensen die bij wijze van uitzondering telefonisch een afspraak hebben kunnen maken, maar de regel is niet duidelijk en de toegekende uitzonderingen zijn discriminerend. De bezoeken vinden plaats in een grote bezoekzaal met ramen die het daglicht binnenlaten, witte tafels en gekleurde stoelen. Er zijn dertig tafels met elk drie stoelen. Voor de bezoekers zijn er toiletten, maar die mogen de gedetineerden die bezoek ontvangen, niet gebruiken. Zodra de bezoeker in de bezoekzaal binnenkomt, moet hij zich onmiddellijk naar de tafel begeven die hem wordt toegewezen. Hij mag munten, geldstukken of andere betaalmiddelen bij zich hebben om in de bezoekzaal drank of snoepgoed te kopen. Drie gedetineerden werken als diender om de warme en koude dranken en snoepgoed te serveren. In aanwezigheid van een baby mag ook het nodige materiaal om de baby te voeden en verschonen meegebracht worden (maximum 3 luiers). De directeur kan beslissen om het bezoek te laten plaatsvinden achter glas wanneer er ernstige redenen zijn om te vrezen dat er tijdens het bezoek incidenten kunnen plaatsvinden die de openbare orde of veiligheid in gevaar brengen. Bezoekvrijwilligers mogen bezoek brengen aan gedetineerden.
!
11
Ongestoord of familiaal bezoek is toegelaten voor ouderen, echtgenoot, wettelijk samenwonende partner, broers, zussen, nonkels en tantes. In de ruimte voor ongestoord bezoek mogen zich tegelijkertijd maximum 2 volwassenen en 3 kinderen bevinden. Er zijn twee soorten ongestoord bezoek: familiaal bezoek of met partner. De commissie stelde vast dat de mogelijkheid tot ongestoord bezoek werd ingeperkt. Sinds de heropening van sectie B steeg het aantal gedetineerden van 600/650 naar 800/850. Destijds waren er twee kamers waar het bezoek zonder toezicht kon plaatsvinden terwijl momenteel slechts een kamer ter beschikking staat. Regelmatig wordt op de ingang van de gevangenis het bord “bezoek volzet” gehangen. De commissie ontving klachten omwille van een weigering tot toegang ondanks een toelating van de directie. Dergelijke problemen ontstaan bijvoorbeeld wanneer er een spellingsfout is gebeurd. Eén gedetineerde werd ook bezoek van zijn pasgeboren kind geweigerd omdat het geen identiteitskaart had.
Telefoon Basiswet Art. 64. § 1. Behoudens de door of krachtens de wet bepaalde uitzonderingen heeft de gedetineerde het recht om op zijn kosten dagelijks te telefoneren met personen van buiten de gevangenis op de tijdstippen en voor een duur die bepaald wordt door het huishoudelijk reglement. Huishoudelijk Reglement, VI Contacten met de buitenwereld, punt 3 Elke gedetineerde mag dagelijks maximum 12 minuten bellen tussen 7u en 20u45 volgens de uurregeling op sectie. In principe mogen de gedetineerden elke dag, tussen 7.00 en 20.45 uur, op hun kosten (met een individuele rekening en een persoonlijke code) maximaal 12 minuten telefoneren. De gedetineerden mogen echter geen oproepen van buitenaf ontvangen. In werkelijkheid mogen zij doorgaans slechts om de andere dag voor een kortere tijd bellen. Het gebeurt regelmatig dat gedetineerden die hadden gevraagd om te mogen bellen, niet worden opgehaald, of dat zij worden opgehaald op een ander tijdstip dan oorspronkelijk was afgesproken, met als gevolg dat de gedetineerde de persoon die hij moest opbellen soms niet meer kan bereiken. De telefoongesprekken zijn veel te duur. De federale ombudsman heeft daarover tal van klachten gekregen van gedetineerden. De gedetineerden vragen om na 19.00 uur te mogen bellen omdat het dan goedkoper is. Het is echter onmogelijk om iedereen tevreden te stellen en wanneer er teveel gedetineerden na 19.00 uur willen telefoneren, wordt de beltijd beperkt. Voor de buitenlandse gedetineerden is telefoneren naar hun land van oorsprong onbetaalbaar. Bij de behandeling van het dossier stelde de federale ombudsman vast dat de telefoontarieven in de Belgische gevangenissen niet transparant zijn, in die mate dat niet alleen de gevangenisdirectie de prijs van een telefooncommunicatie niet altijd precies kent maar dat ook het directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen ruim de tijd nodig had vooraleer het de juiste tarieven aan de federale ombudsman kon meedelen.5 Uit het jaarverslag van de federale ombudsman blijkt het volgende: "Een privéfirma zorgde indertijd voor de infrastructuur en de telefoontoestellen, ter beschikking van de gedetineerden op de gang van de gevangeniscellen.
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! 5
!
Rapport annuel 2014 du médiateur fédéral, pp. 47-51.
12
De privéfirma kreeg het recht om het aan de gedetineerde aangerekende tarief te innen, min 5 % bestemd voor het Steunfonds van de gedetineerden. Het aangerekende tarief voor nationale gesprekken is vastgesteld door de privéfirma. Blijkbaar is dit tarief bepaald op basis van het "Belgacom tarief" op 12 december 2002. Voor internationale gesprekken geldt het "Belgacom tarief" dat in 2002 voor de openbare telefooncellen van toepassing was volgens het land van bestemming en op dat ogenblik dus als marktconform kon worden bestempeld." De federale ombudsman deelde in 2013 aan het DG EPI mee dat deze tarieven ondertussen zijn voorbijgestreefd en veel de te hoog zijn in vergelijking met de thans in de markt geldende tarieven.
2. VORMING EN OPLEIDING Normaal gezien worden er verschillende lessen, informatiesessies en activiteiten aangeboden. De gedetineerden worden op de hoogte gesteld van het aanbod via affiches, folders en brochures. De activiteiten worden voornamelijk door Adeppi en de externe diensten van de Vlaamse Gemeenschap georganiseerd. Het gaat bijvoorbeeld over taalcursussen, informatieavonden, tekenen, etc. Ondanks het feit dat gedetineerden die een opleiding volgen een minimale premie ontvangen, verkiezen de meeste gedetineerden te werken. De werkers genieten immers bepaalde voordelen. De betere materiële condities op hun secties en de gezamenlijke ontspanningsmomenten worden als pluspunt ervaren. Bovendien kunnen transfers ervoor zorgen dat gedetineerden de cursussen niet kunnen voltooien of vinden cursussen plaats op hetzelfde tijdstip als de wandeling. Deze factoren beïnvloeden de keuze van gedetineerden om al dan niet deel te nemen. De gedetineerden die toch beslissen om zich in te schrijven komen, afhankelijk van het type activiteit, op een wachtlijst terecht. Gedetineerden betreuren de lange wachttijden vooraleer ze van start kunnen gaan met de opleiding. De cursussen gaan door in lokalen die hiervoor voorzien zijn op de verschillende vleugels van de gevangenis. Vele buitenlandse gedetineerden kunnen niet deelnemen aan de cursussen omdat ze niet voldoende Frans of Nederlands beheersen. Soms kan men ook niet deelnemen doordat men hen vergeet uit cel te halen, er niet voldoende personeel is of er geen bewegingen mogen zijn op de secties. Ook tijdens stakingen worden alle activiteiten afgeschaft. Zo is er bijvoorbeeld een examen afgeschaft op het einde van het jaar als gevolg van een staking. Op het moment dat het examen opnieuw georganiseerd werd, waren verschillende gedetineerden al getransfereerd naar andere gevangenissen of vrijgekomen. Sinds juni 2015 heeft geen enkele educatieve of vormingsactiviteit meer plaatsgevonden omdat de externe diensten hun diensten niet meer mogen uitoefenen (zie punt 5. Externe diensten).
3. WERK Werkmogelijkheden Er zijn mogelijkheden om in de gevangenis te werken. Er is een hele vleugel (genaamd “Prefab”) die de gedetineerden huist die werken. Er zijn verschillende jobs die gedetineerden kunnen uitvoeren: diender (‘fatik’), kapper, magazijnier, kuisploeg en werkers in het atelier. In vergelijking met de buitenwereld zijn de werkmogelijkheden beperkt. Niettemin biedt de gevangenis van Sint-Gillis ongeveer 120 werkposten aan (ongeveer 100 in de prefab en 20 dienders). De commissie krijgt klachten omtrent de toegang tot werk in de gevangenis.
!
13
Het Huishoudelijk Reglement voorzien dat “de gedetineerde op cel andere dan in de gevangenis beschikbaar gestelde arbeid mag verrichten, als zelfstandige of in dienstverband, indien de directeur hier toelating voor geeft.”
Selectie Gedetineerden die wensen te werken worden op een wachtlijst geplaatst. Het principe geldt dat hij die bovenaan de lijst staat, werk krijgt. Het Huishoudelijk Reglement stelt dat “een gedetineerde die zich heeft ingeschreven voor een bepaalde activiteit (arbeid, vormingsactiviteit, sportactiviteit) en zonder geldige reden afwezig is, onderaan de wachtlijst kan geplaatst worden.” Wanneer een gedetineerde meer dan 16 dagen strikt krijgt opgelegd of naar het cachot moeten, verliest hij zijn werk en komt men achteraan de wachtlijst. De commissie wordt regelmatig aangesproken door gedetineerden die wensen te weten of ze effectief ingeschreven zijn op de wachtlijst of welke plaats ze hebben op de wachtlijst. De commissie kan hen hierover niet informeren omdat ze geen toegang heeft tot deze lijst. Ze kunnen wel verifiëren bij de griffie of de gedetineerden effectief ingeschreven is en hen informeren over het antwoord dat ze van de griffie gekregen hebben.
Werkomstandigheden De gevangenis van Sint-Gillis is een heel oude gevangenis waar schimmel, vocht en ongedierte aanwezig zijn, wat maakt dat ook de plaatsen waar er gewerkt wordt niet hygiënisch zijn. De keuken was zeer oud en ook daar hadden vocht en schimmel zich meester gemaakt. Het is bewonderenswaardig hoe de gedetineerden, desondanks, de keuken spik en span wisten te houden. In 2014 werd er beslist dat er niet meer kon gekookt worden in de keuken. Voeding komt nu van buitenaf. Het gevolg hiervan is dat gedetineerden die voordien in de keuken werkten even geen werk meer hadden. De keuken is opnieuw geopend in juni 2015 en gedetineerden konden vanaf dan opnieuw aan de slag.
Gemiddelde vergoeding In het Huishoudelijk Reglement staat dat de gevangenis een vergoeding uitkeert per uur (voor huishoudelijk werk) of per stuk (voor werk in de ateliers). Na een telefonisch onderhoud met de boekhouding komen we te weten dat de lonen van gedetineerden variëren naar gelang het werk dat ze verrichten en dat we spreken van een gemiddelde van 80 cent per uur. De boekhouding kon ons niet zeggen hoeveel een gedetineerde verdient in de werkplaats (per stuk), omdat dit ook sterk varieert van de taak. Vaak verdienen deze gedetineerden wel meer dan 80 cent per uur. Een gedetineerde die 8 uur per dag werkt komt op een maandsalaris uit van 120 euro. Tijdens de ramadan in 2014 (tussen 24 februari en 22 maart 2014) presteerden sommige werkers extra uren in de keuken, en deze werden niet uitbetaald. Daarnaast was er een gedetineerde die tussen 24/02 en 22/03 ter vervanging van een andere gedetineerde gewerkt heeft maar hiervoor ook niet uitbetaald werd. De documenten werden aan de boekhouding overgemaakt en deze heeft vervolgens de betaling, na tussenkomst van de commissie, alsnog in orde gebracht.
4. LICHAAMSBEWEGING, VRIJE TIJD EN CULTURELE ACTIVITEITEN Minimaal 1 uur wandeling in open lucht voor alle gedetineerden (Basiswet) “De gedetineerde heeft recht op één dagelijkse wandeling of een andere recreatieve activiteit van minstens één uur in de buitenlucht. De wandeling is gemeenschappelijk, behoudens door de wet bepaalde uitzonderingen. De uren van de wandeling variëren per vleugel en vinden de ene dag in de voormiddag, de andere dag in de namiddag plaats.” (Huishoudelijk Reglement).
!
14
Volgens onze kennis zijn hieromtrent geen problemen. Toch heeft de commissie klachten ontvangen van gedetineerden die met een kruk lopen of een beenprothese hebben. Deze gedetineerden hebben in feite geen toestemming om naar de wandeling te gaan met andere gedetineerden, maar moeten zich neerleggen bij een individuele wandeling bij het Medisch Centrum (‘CMC’). Dit omwille van veiligheidsredenen (ze kunnen verboden objecten in hun kruk of prothese verstoppen). De commissie heeft geprobeerd om hier iets aan te doen aangezien deze gedetineerden geen geschiedenis hebben van disciplinaire sancties. De commissie heeft dit echter niet kunnen realiseren. De betrokken gedetineerden voelen zich gestraft omdat ze alleen naar de wandeling moeten omwille van hun gezondheidstoestand. Hierdoor gaan ze soms liever helemaal niet naar de wandeling.
Sportieve activiteiten “De gedetineerde heeft recht op lichamelijke oefeningen en sport gedurende ten minste twee uren in de week. De gedetineerde kan sporten tijdens de wandeling. Een bal wordt ter beschikking gesteld.” (Basiswet en Huishoudelijk Reglement). Een aantal vleugels in de gevangenissen hebben een sportzaal. De toegang hiertoe is echter niet altijd evident en sinds dat de activiteiten in juni 2015 gestopt zijn, mogen de gedetineerden niet meer gaan.
Andere vormen van vrijetijdsbesteding Kranten, tijdschriften, tv- en radioprogramma’s Het Huishoudelijk Reglement stelt: •
•
•
De gedetineerde heeft recht op, door bemiddeling van de gevangenis en voor eigen rekening, kranten, tijdschriften en andere publicaties te ontvangen waarvan de verspreiding niet wettelijk of bij rechterlijke beslissing verboden is. Kranten en tijdschriften kunnen via de kantine besteld worden. Aan de gedetineerde wordt de mogelijkheid gegeven om via de bibliotheek een keuze van lectuur te maken uit een voldoende groot aanbod. De bibliotheek van Sint-Gillis is voor elke gedetineerde minstens 2 keer per maand gedurende 1 uur toegankelijk. Indien de gedetineerde naar de bibliotheek wil gaan, schrijft hij een rapportbriefje aan de sectiebeambte. De gedetineerde heeft, voor zover hij over een radio of een televisie beschikt, het recht om de radio-en televisieprogramma’s te volgen, op voorwaarde dat hij, in het bijzonder ‘s nachts, de andere gedetineerden niet stoort.
De bibliotheek is amper open. Sinds juni 2015 is ze helemaal gesloten. Gedetineerden verzoeken meermaals toegang via rapportbriefjes maar er komt geen gehoor. Geregeld werd er geklaagd over het beperkt aantal televisiekanalen alsook over de prijs van de huur van een televisietoestel (20 euro per maand) hetwelke volgens een groep gedetineerden te hoog is. De beeldkwaliteit van vele televisies is niet scherp. Tijdens de ramadan zou ook het enige Saudi-Arabisch kanaal niet toegankelijk zijn geweest, hetwelke net de gebeden van de ramadan toonden. De Iman bevestigde later dat de post opnieuw ter beschikking werd gesteld. Zo ook zou er een Italiaanse zender plots zijn weggevallen. Het gevangenis-kanaal bestaat niet meer. Activiteiten op cel/ vormingsactiviteiten/ herstelgerichte activiteiten Activiteiten op cel: “De gedetineerde kan een niet-winstgevende activiteit van intellectuele of artistieke aard uitoefenen. (…) Indien de gedetineerde een specifieke activiteit wil uitoefenen op cel, moet hij eerst goedkeuring krijgen van de directie. Hij dient een aanvraag te richten tot de directie, via rapportbriefje of onder gesloten omslag. Indien specifiek materiaal vereist is, dient hij ook hiervoor een goedkeuring te krijgen van de directie.” (Huishoudelijk Reglement).
!
15
Vormingsactiviteiten: “Iedere veroordeelde die dit wenst, heeft het recht om een opleiding aan te vatten of af te maken, zich om te scholen of zich bij te scholen, rekening houdend met het in de gevangenis beschikbare aanbod. Deze opleiding vindt plaats in, buiten of vanuit de gevangenis, overeenkomstig de strafuitvoeringsmodaliteiten die op hem van toepassing zijn. Verdachten hebben, behoudens de door de wet bepaalde uitzonderingen, hetzelfde recht voor zover de duur van de detentie het mogelijk maakt en deze activiteit het verlaten van de inrichting niet impliceert. Overeenkomstig de in de reglementering bepaalde voorwaarden kan een premie worden toegekend aan gedetineerden die een opleiding volgen. In de gevangenis van Sint-Gillis is het mogelijk om opleidingen te volgen. Er worden verschillende lessen, infosessies en activiteiten aangeboden. Deze worden via flyers, brieven, brochures en mondelinge toelichting aan de gedetineerden kenbaar gemaakt. Indien de gedetineerde kandidaat is voor één van deze lessen, dient hij zich in te schrijven via een rapportbriefje of via de inschrijvingsstrook van de flyer. Op dit rapportbriefje dient de gedetineerde duidelijk te vermelden aan welke activiteit hij wenst deel te nemen, zijn naam, detentienummer en celnummer. Naargelang het type lessen komt de gedetineerde eventueel op een wachtlijst.” (Huishoudelijk Reglement) Herstelgerichte activiteiten: “De gedetineerde kan deelnemen aan de in de gevangenis aanwezige herstelgerichte activiteiten. Deze activiteiten worden via affiches, flyers, brieven, brochures en mondelinge toelichting aan de gedetineerden kenbaar gemaakt. Indien de gedetineerde kandidaat is voor één van deze lessen, dient hij zich in te schrijven via een rapportbriefje of via de inschrijvingsstrook van de flyer. Op dit rapportbriefje dient de gedetineerde duidelijk te vermelden aan welke activiteit hij wenst deel te nemen, zijn naam, detentienummer en celnummer. Naargelang het type lessen komt de gedetineerde eventueel op een wachtlijst.” (Huishoudelijk Reglement) Concreet wordt er tweemaal per jaar (eenmaal in het voorjaar en eenmaal in het najaar) een brochure verspreid onder de gedetineerden door de dienst Hulp-en dienstverlening in de Brusselse Gevangenissen. Daarin vinden gedetineerden de cursussen en lessen die worden aangeboden. Bijvoorbeeld, voor 2014 bestond het aanbod van de Vlaamse gemeenschap uit volgende cursussen: Nederlands voor anderstaligen, Nederlands leren lezen en schrijven, initiatiecursus informatica, omgaan met agressie, tekenatelier, basiscommunicatie, conflictbeheersing en sollicitatietraining. Sommige gedetineerden haalden aan dat er soms een overlap was tussen de wandeling en een cursus. Wanneer ze dan op de wandeling waren, werden ze niet geroepen voor hun cursus. De wachttijden voor de cursussen kan ook erg oplopen. Ruimten voorbehouden voor vrijetijdsbesteding Enkel voor de gedetineerde op de prefab (Huishoudelijk Reglement): “De gedetineerde heeft het recht om deel te nemen aan gemeenschappelijke ontspanningsactiviteiten, behoudens de door of krachtens de wet bepaalde uitzonderingen. De gedetineerden van de prefab kunnen deelnemen aan verschillende activiteiten: sectie A ! ontspanningszaal: er zijn gezelschapsspelen ter beschikking van gedetineerden. Sectie B ! de celdeuren staan ‘s avonds open met de mogelijkheid om tafelvoetbal te spelen.” Gedetineerden van vleugel E hadden een activiteitenzaal, maar deze werd in januari 2014 gesloten. Op elke vleugel is er wel een lokaal, maar dat wordt echter niet ter beschikking gesteld aan gedetineerden. Sinds juni 2015 heeft geen enkele vrijetijds – of culturele activiteit meer plaatsgevonden (zie punt 5. Externe diensten).
5. EXTERNE DIENSTEN Er zijn tal van externe diensten actief in de gevangenis van Sint-Gillis. Die diensten werken op verschillende niveaus: psychosociale hulp, opleiding/onderwijs, culturele en sportieve activiteiten, enz. Er
!
16
zijn acht diensten voor sociale hulpverlening aan gedetineerden en aan rechtzoekenden en dertien andere diensten6. In juni 2015 heeft de gevangenisdirectie wegens het personeelstekort (328 personeelsleden in plaats van 360) beslist om alle activiteiten in de gevangenis van Sint-Gillis stop te zetten. Alle lessen, socioculturele activiteiten, praatgroepen en erediensten zijn dus afgeschaft, evenals de toegang tot de bibliotheek, de sportzaal, enz. De externe diensten zijn dus al acht maanden 'technisch werkloos' wat hun werk in de gevangenis van Sint-Gillis betreft. De externe diensten vinden deze situatie erg verontrustend en de commissie heeft zeer veel klachten van gedetineerden geteld over de volledige stopzetting van de activiteiten. De commissie heeft al veel pogingen gedaan om iets aan die situatie te doen. Deze problematiek wordt aangekaart tijdens elke maandelijkse vergadering met de directie, die naar eigen zeggen machteloos staat omdat de personeelsleden zouden staken als zij verplicht zouden worden om de activiteiten te hervatten. De commissie heeft parlementsleden uitgenodigd, de burgemeester van de gemeente ontmoet en contact opgenomen met de pers (zie: X. Werking van de commissie). Thans7 zijn de activiteiten nog steeds niet hervat.
6. EREDIENSTEN De erediensten in de gevangenis worden verzorgd door 4 katholieke aalmoezeniers, 2 leden van de protestantse eredienst, 1 lid van de orthodoxe eredienst, 1 imam, 2 rabbijnen en 5 moreel consulenten. De commissie heeft alleen contact gehad met de katholieke aalmoezeniersdienst. Die heeft ons uitgelegd dat het werk enerzijds bestaat uit individuele ontmoetingen met gedetineerden en anderzijds uit collectieve activiteiten, meer bepaald drie vergaderingen per week waarbij telkens een twintigtal gedetineerden aanwezig zijn (ongeveer 180 gedetineerden zouden daaraan willen deelnemen). De dienst heeft zijn collectieve activiteiten tot oktober 2015 kunnen voortzetten, maar heeft die toen moeten stopzetten. Sinds maart 2016 hebben ze hun activiteiten opnieuw kunnen opstarten.
7. CONTACTEN MET PENITENTIAIR BEWAKINGSPERSONEEL De relatie tussen de gedetineerden en de personeelsleden is van cruciaal belang. (Voor de relaties tussen de personeelsleden en de commissie zie deel X van dit verslag) Al te vaak wordt de rol van de penitentiaire beambten herleid tot die van 'sleutelbewaarder', terwijl in de basiswet is bepaald dat het werk van het gevangeniswezen als geheel gericht is op de re-integratie en op de voorbereiding op het verlaten van de gevangenis. De personeelsleden hebben in dat opzicht een essentiële functie te vervullen. Het gedrag van de personeelsleden ten aanzien van de gedetineerden varieert sterk naargelang het personeelslid. Enerzijds vertrouwen de gedetineerden ons toe dat sommige personeelsleden voorbeeldig zijn, vooral gelet op de moeilijke werkomstandigheden (onderbemanning, onderfinanciering ...), en hen helpen om het vol te houden. Anderzijds doen de gedetineerden zeer vaak een beroep op ons omdat zij moeilijkheden ondervinden in hun relaties met andere personeelsleden. De commissie heeft vastgesteld dat er veel klachten zijn wegens beledigende uitlatingen en racistische of kwetsende opmerkingen. Bij de commissie zijn ook klachten
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! U kunt al die diensten terugvinden in de analyse 2013-2014 die het CAAP (Concertation des associations actives en prison) heeft gemaakt: "L’offre de services faite aux personnes détenues dans les établissements pénitentiaires de Wallonie et de Bruxelles", maart 2015. 7 Februari 2016 6
!
17
wegens slagen en verwondingen ingediend, waarna de gedetineerden geen medisch getuigschrift konden krijgen dat hun verwondingen zou objectiveren. Veel bewakers die in de vleugels werken, verbergen echter de badge waarop hun naam staat, zodat zij niet geïdentificeerd kunnen worden. De meeste gedetineerden hebben alleen problemen met bepaalde bewakers, die hen 'uitdagen' en tot het uiterste tergen met veelvuldige celfouilleringen of tuchtrapporten. Los van het gegeven dat het voor de commissie moeilijk is om de versie van de gedetineerden en de versie van de personeelsleden aan elkaar te toetsen, moet worden vastgesteld dat bepaalde namen van personeelsleden heel vaak terugkomen voor dezelfde klachten. De commissie wenst eveneens te beklemtonen dat de werkomstandigheden van de personeelsleden ook niet de mogelijkheid bieden om een positief werkklimaat te scheppen. Ter illustratie: − de gedetineerden komen allerlei dingen tekort (schoonmaakproduct, meubilair, enz.) en vragen de personeelsleden voortdurend om hen die dingen te bezorgen, maar de personeelsleden kunnen niet aan hun verzoeken tegemoetkomen omdat er net geen voorraad meer is; − de gedetineerden hebben slechts recht op twee douches van tien minuten per week, maar die tijd is niet voldoende omdat er weinig druk op het water zit en er vaak te weinig warm water is, een probleem dat de personeelsleden niet kunnen verhelpen; − enz. Dat soort problemen zorgt voor steeds toenemende spanningen tussen de gedetineerden en de personeelsleden, de eersten eisen dat aan hun basisbehoeften wordt voldaan en de anderen kunnen er niets aan doen. Bovendien is er steeds een personeelsgebrek, waardoor sinds juni 2015, geen activiteiten kunnen worden georganiseerd. De organisatie van activiteiten biedt echter de mogelijkheid om de spanningen te verminderen en de gemoederen van de gedetineerden die 22 uur op 24 in hun cel vastzitten te bedaren. Het personeelsgebrek heeft ook tot gevolg dat de personeelsleden geen gelegenheid hebben om vaak in contact te treden met de gedetineerden, waardoor het – nochtans essentiële – menselijke contact met de gedetineerden nog verder wordt beperkt. Tot slot moet worden benadrukt dat de opleiding van de personeelsleden volstrekt ontoereikend is: nog slechts zes maanden op school en zes maanden in het veld. Er bestaan voortgezette opleidingen, maar het bewakingspersoneel kan daar doorgaans niet eraan deelnemen, opnieuw wegens het personeelsgebrek. Het penitentiair recht is echter zeer complex en evolueert voortdurend, waardoor de organisatie van voortgezette opleidingen voor de personeelsleden absoluut noodzakelijk is.
VI. GEZONDHEID De gebrekkige toegang tot gezondheidszorg werd meermaals aangeklaagd door gedetineerden. Het grootste probleem betreft de lange wachttijd tussen de aanvraag en uiteindelijk consultatie (en dit voor zowel de geneesheer, de tandarts, de psychiater en de kinesitherapeut). Deze wachttijd bedraagt enkele dagen. De wachttijd bij de tandarts of kinesitherapeut kan zelfs oplopen tot enkele weken of zelfs maanden. Sommige van de aanvragen worden nooit beantwoord. 1) Algemeen De commissie ontving klachten betreffende de wachttijden of het laattijdig opvolgen van chronische pathologieën in hoofde van sommige geneesheren.
!
18
Het aantal geneesheren aanwezig in de gevangenis is onvoldoende voor het groot aantal vragen tot consultatie die ze krijgen. Gedetineerden wijzen op de gebrekkige uitvoering door de penitentiaire administratie van medische voorschriften. Zo hebben gedetineerden met huidproblemen recht op één douche om de twee dagen, volgens een medisch voorschrift die hen door de geneesheer werd verstrekt of hebben recht op een regelmatige verversing van beddenlakens. Deze medische voorschriften krijgen echter geen uitwerking omdat ze naast zich neer worden gelegd door het penitentiaire bewakingspersoneel of directie, zonder enige motivering. Het lijkt erop dat beslissingen worden genomen in strijd met medische voorschriften, zonder raadpleging van het medisch personeel van het CMC en soms worden er beslissingen genomen die lijnrecht tegenover het verstrekte medisch advies staan. Zo heeft de commissie vastgesteld dat de directie beslist had een uniform systeem in te voeren waarbij alle patiënten op hetzelfde tijdstip een insulinespuit zouden krijgen. De directie consulteerde geen artsen omtrent deze beslissing hetgeen deze patiënten in gevaar brengt. De insulinespuit moet immers gegeven worden wanneer de medische toestand van de patiënt dit verreist. De gevangenis voorziet geen gepast dieet voor diabeten. 2) Tandarts De wachttijd voor een consultatie bij de tandarts vormt een steeds wederkerende klacht. Dit brengt moeilijkheden teweeg voor de behandeling van dringende problemen maar tevens ook op het vlak van opvolging van complexe problemen. 3) Kinesitherapie Naast de lange wachttijden voor een bezoek aan de kinesitherapeut wijzen gedetineerden op de gebrekkige opvolging. Daarnaast zou toegang tot de sportzaal het fysiek herstel van sommige gedetineerden ten goede komen. De sportzaal is sinds juni 2015 niet meer toegankelijk. 4) Specialisten Een beroep doen op specialisten (orthopedist, oogarts of dermatoloog) kan in de gevangenis maar er is een enorme tijdspanne tussen de raadpleging en de uiteindelijke behandeling. Daarnaast zijn er vaak problemen bij de overbrenging van gedetineerden naar het CMC waardoor de duur van de consultaties, waar de gedetineerden sowieso al lang op moeten wachten, beperkt worden. Soms dienen er ook consultaties plaats te vinden buiten de gevangenis. We stellen vast dat 1 op de 2 afspraken geannuleerd wordt omdat de diensten betrokken bij de overplaatsing van de gedetineerde andere prioriteiten hadden op het moment van de afspraak. Ook kan men de vraag stellen of het recht op een vrije artsenkeuze (Wet op de patiëntenrechten) niet wordt geschonden. Gedetineerden die de financiële middelen hebben om een beroep te doen op een arts naar hun keuze, wat neerkomt op een consultatie van de eigen arts in de gevangenis, krijgen dit vaak moeilijk in orde gebracht. Ook consultaties in medische centra buiten de gevangenis is moeilijk te regelen. 5) Tuchtmaatregelen Bij het nemen van tuchtmaatregelen houdt men niet altijd rekening met de medische toestand van gedetineerden. Verschillende gedetineerden werden in de strafcel geplaatst naar aanleiding van een
!
19
tuchtinbreuk terwijl deze niet aangepast was aan hun fysieke toestand. In dit verband verwijzen we ook naar de rechtspraak van de Raad van State die dergelijke beslissingen van de directeur van de gevangenis van Sint-Gillis heeft vernietigd (22 juli 2014, n°228.097 (multiple sclerose lijder); 8 oktober 2014, n°228.710 (Parkinson-patiënt)). De Raad van State verwijst hierbij naar de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en oordeelt dat de beslissing van de directie in deze zaken een schending inhoudt van artikel 3 EVRM, hetwelke het verbod op foltering en onmenselijke en vernederende behandeling voorziet. 6) Psychiatrische problemen De mentale toestand van gedetineerden is catastrofaal volgens de psychiater van de gevangenis. Veel gedetineerden kampen met psychische problemen (volgens de psychiater van de gevangenis is dat 1 op 4). De gevangenis van Sint-Gillis telt slechts één psychiater die deze patiënten kan behandelen. Doordat deze psychiater onmogelijk alle patiënten op gepast wijze kan behandelen, zal de behandeling afhangen van de ernst van de aandoening. Daarenboven heeft de commissie kennis gekregen van verschillende zelfdodingspogingen. Het antwoord van de gevangenisadministratie op deze pogingen is de gedetineerde op te sluiten in een veiligheidscel, soms zelfs in het “cachot”, hetgeen geen adequaat antwoord is voor een persoon die zich in een dergelijke stresssituatie bevindt. Gedetineerden die een zelfdodingspoging hebben ondergaan behoren tot de categorie ‘S2’ en krijgen een bijzonder veiligheidsregime opgelegd: ze worden opgesloten in de cellen op de gelijkvloers en elke 20 minuten worden zij gecontroleerd, dag en nacht, door het winket en ’s nachts gaat het licht even aan. Ondanks deze veiligheidsmaatregel komen zelfdodingen nog voor. In april 2015 trachtte een gedetineerde zelfmoord te plegen door zich van de derde verdieping naar beneden te gooien. Hij overleefde deze poging en werd na herstel op een beveiligde cel gezet op de gelijkvloers. Zijn (eveneens gedetineerde) neef vreesde een nieuwe zelfmoordpoging door zijn psychische toestand en vroeg aan de directie om samen op cel te mogen teneinde deze poging te kunnen tegengaan. De directie heeft dit echter geweigerd, omdat de neef op het eerste verbleef en de man in kwestie op het gelijkvloers. Een paar dagen later heeft de gedetineerde zelfmoord gepleegd door zich op zijn cel te verhangen. 7) Toegang tot het dossier en verkrijgen van medische attesten De commissie ontving verschillende klachten van gedetineerden omtrent de gebrekkige toegang tot hun medische dossier, het verkrijgen van resultaten van bijkomende testen en het verkrijgen van medische attesten. De commissie wenst de moeilijke positie, zowel ethisch als deontologisch, van de geneesheer en zijn onafhankelijkheid in de gevangenis te benadrukken. Zijn taak is om de medische zorgen toe te dienen, en daarnaast om de medische toestand van de gedetineerde te bekijken op het moment dat een gedetineerde naar het cachot wordt gebracht of zich kandidaat stelt op de lijst voor arbeid. Deze taken brengen de vertrouwensrelatie van de arts en patiënt in gevaar. De commissie zou graag de tenuitvoerlegging van artikelen met betrekking tot de medische zorg vermeld in de basiswet zien plaatsvinden, met uitzondering van artikel 92 § 2 hetwelke aan de gedetineerde het recht ontzegt een afschrift te bekomen van zijn medisch dossier. 8) Hongerstaking De commissie heeft kennis van verschillende gedetineerden die in hogerstaking gaan of zijn geweest. Hongerstaking wordt door de directie vaak gezien als een vorm van “chantage”.
!
20
9) Overlijden Volgens het verslag van de DG EPI zijn er in 2014 3 zelfdodingen en 5 andere overlijdens geweest in de gevangenis van Sint-Gillis8. De commissie heeft kennis gekregen van volgende overlijdens:
•
• • • •
In de nacht van 18 november 2013 overleed een gedetineerde. In januari 2014 richtten enkele gedetineerden zich tot de commissie met de melding dat de gedetineerde overleed door slagen en verwondingen. Op 24 juni 2014 overleed een 74 jarige gedetineerde in het medisch centrum. Hij werd overgebracht vanuit de gevangenis van Vorst. Een autopsie werd uitgevoerd. In de nacht van 9 op 10 oktober 2014 overleed een gedetineerden in de strafcel op de sectie. Hij stierf aan een overdosis methadon en medicatie. De gedetineerde was erg verward. Op 20 december 2014 overleed een gedetineerde aan zelfdoding door ophanging. De commissie vroeg het personeel om meer uitleg maar dit werd geweigerd. In augustus 2015 overleed een gedetineerde aan zelfdoding door ophanging.
Conclusie De commissie stelt vast dat de medische behandeling van gedetineerden te wensen overlaat. Het medisch personeel is onderbemand om op gepaste wijze in te gaan op medische vragen en problemen van gedetineerden. De commissie betreurt het feit dat medisch advies dikwijls niet opgevolgd wordt door een gebrek aan middelen of arbitraire beslissingen van het gevangenispersoneel. Het is algemeen bekend dat gedetineerden een kwetsbare groep vormen die vaak te maken krijgen met psychologische problemen. De commissie vraagt deze ziektes op gepast wijze te voorkomen of behandelen. De commissie meent dat heel wat van de voornoemde problemen kunnen vermeden worden door de medische zorg voor gedetineerden over te hevelen naar de FOD Volksgezondheid. De expertise van FOD justitie lijkt immers ontoereikend om medische dossiers op gepaste wijze te behandelen. De commissie vraagt aan de uitvoerende macht werk te maken van de tenuitvoerlegging van de artikelen vervat in de basiswet 12 januari 2005, en meer bepaald de artikelen met betrekking tot de gezondheidszorg9. Als de huidige budgettaire crisis het de staat niet mogelijk maakt de problematiek van de gezondheidszorg in de gevangenis op korte termijn te verbeteren, vraagt de commissie een diepgaande reflectie over de investeringen in de gezondheidszorg in de gevangenis10. Het is namelijk zo dat, vanuit louter economisch oogpunt, nagenoeg elke gedetineerde de gevangenis ooit zal verlaten, dus op een dag opnieuw beschouwd zal worden als een burgerlijke patiënt en zich zal beroepen op de gezondheidszorgen die er beschikbaar zijn in onze maatschappij.
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
http://justice.belgium.be/sites/default/files/downloads/BAT%20NL%202014.pdf Hoofdstuk VII « Gezondheidzorg en gezondheidsbescherling », artikelen 87 tot 99, van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden, B.S. 1 februari 2005. 10 Momenteel loopt er een studie op vraag van het Federaal Kenniscentrum voor de gezondheidszorg, https://kce.fgov.be/nl/studyprogram/studie-2015-50-hsr-organizatie-van-de-gezondheidszorg-in-de-belgische-gevangenissen 8
9
!
21
Bovendien ondersteunt de commissie de overdracht van de bevoegdheden van de gezondheidszorg in de gevangenis van de FOD Justitie aan de FOD Volksgezondheid, gevraagd door een zeventig verenigingen en honderden burgers11.
VII. ORDE, VEILIGHEID EN DWANG Eind 2013 trad een nieuwe inrichtingshoofd aan in de gevangenis te Sint-Gillis. Hij kwam zich aan de commissie voorstellen tijdens de vergadering van december 2013. Het directieteam werd dus vernieuwd door het vertrek van verschillende personen en door de komst van nieuwe personen. In het penitentiair beleid dat de directie voert, wordt de klemtoon gelegd op het veiligheidsaspect. Dat beleid wordt zonder meer uitgevoerd, met weinig ruimte voor overleg. Dat nieuwe beheer is niet onopgemerkt gebleven bij zowel de gedetineerden als bij de penitentiaire beambten, die aan de commissie regelmatig blijk geven van hun onvrede ermee. Er moet worden ingegaan op verschillende thema's op het stuk van orde, veiligheid en dwang: Incidentenbeheer Het vorige inrichtingshoofd (algemeen directeur) van de gevangenis had een van de adjunct-directeurs ermee belast de personeelsleden op te leiden op het stuk van bijzondere technieken die kunnen worden gehanteerd in geval van incidenten die dringende interventies vereisen. Momenteel werkt geen van beide directeurs nog in de gevangenis van Sint-Gillis. Het huidig inrichtingshoofd van de gevangenis heeft de georganiseerde opleiding niet verlengd, wat de commissie enkel kan betreuren. Bij extreme spanningen die krachtdadigere interventies vereisen, is het immers belangrijk dat de personeelsleden zich bedachtzaam gedragen en inzonderheid rekening houden met de fundamentele rechten en het proportionaliteitsbeginsel. In de procedure die werd ingevoerd door de twee vorige directeurs was ook voorzien in een evaluatieprocedure voor bij de interventies. Die evaluatieprocedure lijkt niet meer te worden toegepast. Het zou de personeelsleden echter wel de mogelijkheid bieden hun handelingswijze eventueel te verbeteren. Cameratoezicht Er moet worden opgemerkt dat er in de gevangenis van Sint-Gillis een ruimte is die doorgaans 'de bunker' wordt genoemd en die buiten het cellencomplex is gelegen. Het gaat om een zaal vol schermen waarop de beelden worden weergegeven van de camera's die voortdurend alle 'strategische' plaatsen van de gevangenis filmen. Twee personeelsleden houden die beelden 24 uur op 24 in de gaten. Bovendien blijken twee personeelsleden onvoldoende voor een effectieve bewaking, aangezien ook aan het centrum (dat eveneens toegang heeft tot de camerabeelden) is gevraagd bepaalde plaatsen te bewaken. De vraag kan inderdaad worden gesteld of slechts twee personeelsleden in een correcte bewaking kunnen voorzien, vooral wanneer kwetsbare personen in een strafcel zijn opgesloten en bijzondere waakzaamheid vereisen. Fouilleringen op het lichaam en celfouilleringen Er zijn veel klachten van gedetineerden betreffende de fouilleringen van ‘type 3’ (fouilleringen op het lichaam).
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! 11 Oproep voor een overdracht van bevoegheden aangaande de gezondheidszorg in de gevangenis van FOD Justitie naar FOD Volksgezondheid, http://www.atsp.be/appel/
!
22
De fouilleringen op het lichaam worden geregeld in artikel 108 van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden en in de collectieve brief nr. 126 van 30 januari 2014 van het directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen. In artikel 108, § 2 van de basiswet, is bepaald dat de gedetineerde wordt gefouilleerd op het lichaam wanneer de directeur van oordeel is dat er individuele aanwijzingen zijn dat het onderzoek aan de kledij niet volstaat met het oog op het handhaven van de orde of de veiligheid. De directeur bezorgt zijn beslissing schriftelijk aan de gedetineerde en dit uiterlijk vierentwintig uur nadat de fouillering heeft plaatsgevonden. De fouillering op het lichaam laat toe de gedetineerde te verplichten om zich uit te kleden tot op het lichaam en de mondholte uitwendig te schouwen. De fouillering op het lichaam mag enkel plaatsvinden in een gesloten ruimte bij afwezigheid van andere gedetineerden en moet uitgevoerd worden door minimum twee daartoe door de directeur gemandateerde personeelsleden van hetzelfde geslacht als de gedetineerde. Op 1 juli 2013 (B.S. 6 september 2013) keurde de wetgever een wet waarin was bepaald dat fouilleringen op het lichaam systematisch moesten worden uitgevoerd in drie gevallen: wanneer de gedetineerden de gevangenis betreden, voorafgaand aan de plaatsing in een beveiligde cel of de opsluiting in een strafcel en na de bezoeken ontvangen in de gemeenschappelijke zaal. Het Grondwettelijk Hof heeft die wetswijziging echter vernietigd bij een arrest 20/2014 van 29 januari 2014. Het Hof verklaarde inzonderheid het volgende: "B.13. Door evenwel in een stelselmatige fouillering op het lichaam te voorzien, telkens als een gedetineerde de gevangenis betreedt, telkens als een gedetineerde in een beveiligde cel wordt geplaatst of in een strafcel wordt opgesloten en telkens als een gedetineerde bezoek heeft ontvangen, gaat de bestreden bepaling verder dan strikt noodzakelijk is om de nagestreefde doelstelling te bereiken. Er kan immers niet worden aangenomen dat elk van die situaties, voor elke gedetineerde, een verhoogd risico voor de veiligheid of de orde in de gevangenis doet ontstaan." Sinds dat vernietigingsarrest is de regeling van 2005 opnieuw van toepassing. De fouillering op het lichaam kan dus enkel worden bevolen op grond van een individuele en met redenen omklede beslissing van de directeur van de gevangenis wanneer er met betrekking tot een bepaalde gedetineerde bijzondere aanwijzingen zijn dat het onderzoek aan de kledij niet volstaat om na te gaan of hij in het bezit is van verboden of gevaarlijke voorwerpen. In weerwil van de vernietiging van de wet van 1 juli 2013 heeft de directie van de gevangenis van SintGillis vele maanden erover gedaan om een dienstorder op te stellen om een einde te maken aan de systematische uitvoering van dat soort fouilleringen, inzonderheid na de bezoeken. Door het nalaten reactief op te treden heeft de directie een verkeerd signaal gegeven aan het personeel . Tot op vandaag is de regelgeving weinig gekend bij het personeel en wordt deze vaak niet correct toegepast. De commissie heeft tijdens zijn maandelijkse vergaderingen met de directeur herhaaldelijk sterk heeft benadrukt dat de gevangenis van Sint-Gillis haar handelwijzen moest aanpassen, werd uiteindelijk begin oktober 2014 een dienstorder verspreid in het Nederlands en het Frans. Dat neemt niet weg dat de omstandigheden waarin de fouilleringen worden uitgevoerd, problematisch blijven en het onderwerp zijn van de grote meerderheid van de klachten die de gedetineerden aan de commissie richten. Zo klagen de gedetineerden over fouilleringen die worden uitgevoerd zonder reden en zonder dat de directie een formele – d.w.z. schriftelijke en met redenen omklede – beslissing heeft genomen die hen is meegedeeld. Los van het probleem van de gevallen waarin de fouilleringen op het lichaam kunnen worden uitgevoerd, ontving de commissie talrijke klachten over de omstandigheden waarin zij worden uitgevoerd: in aanwezigheid van te veel personeelsleden, op plaatsen die niet altijd voldoende zijn afgeschermd van blikken van anderen, soms op brutale wijze, met onvoldoende terughoudendheid vanwege de personeelsleden waardoor het schaamtegevoel van de gefouilleerde
!
23
gedetineerde kan worden gekrenkt, verzoeken om door de knieën te buigen, zonder het aanbieden van een handdoekje om de intieme delen te bedekken, enz. In augustus 2015 was de commissie getuige van een verontrustende handelwijze. Een aantal gedetineerden bezorgden de commissie machtigingen tot fouillering op het lichaam die vooraf door het inrichtingshoofd waren ondertekend en gefotokopieerd. Op 25 januari 2016 heeft het inrichtingshoofd tijdens een gesprek met een lid van de directie en de voorzitter en de ondervoorzitter van de commissie toegegeven dat hij de machtigingen tot fouillering op het lichaam voor alle gedetineerden die terugkeren na een uitgangsvergunning of na penitentiair verlof en voor alle gedetineerden die ongestoord bezoek hebben gehad vooraf ondertekende. Hij voerde aan dat hij de richtlijnen naleefde die hem door het directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen werden gegeven in de collectieve brieven. In zijn arrest van 29 januari 2014 beklemtoonde het Grondwettelijk Hof echter dat die richtlijnen geen voorrang kunnen krijgen op de wettekst. De commissie stelt vast dat de handelwijze inzake fouilleringen op het lichaam tot op heden nog steeds illegaal is. Wat de celfouilleringen betreft, klagen de gedetineerden erover dat bepaalde personeelsleden geen respect hebben voor hun persoonlijke bezittingen. Die fouilleringen gebeuren doorgaans in afwezigheid van de gedetineerde. Hoewel de commissie van gedetineerden hoort dat bepaalde personeelsleden bij de fouillering van hun cel zoveel respect aan de dag leggen dat zij nauwelijks merken dat er een fouillering heeft plaatsgevonden, vertrouwen zij ons ook toe dat talrijke personeelsleden die fouilleringen zonder enig respect uitvoeren. Het gebeurt immers vaak dat voorwerpen stuk zijn nadat de personeelsleden ze hebben gedemonteerd, dat de verpakkingen van bederfelijke etenswaren zijn geopend, dat de zolen van schoenen zijn losgerukt,…, onder het voorwendsel dat zij zijn gecontroleerd op de aanwezigheid van verboden voorwerpen of middelen. Vaak wordt de cel wanordelijk achtergelaten (vb. dekens op de grond). Terrorisme De recente terroristische gebeurtenissen hebben geleid tot de invoering van talrijke regels met betrekking tot de gedetineerden die beschuldigd zijn van of veroordeeld zijn voor feiten van terrorisme. Bij hun aankomst worden deze gedetineerden automatisch onder een bijzondere veiligheidsmaatregel geplaatst, die bijna automatisch wordt verlengd met een plaatsing in een individueel bijzonder veiligheidsregime. Deze gedetineerden zitten met andere woorden voortdurend in afzondering. Zij worden afgezonderd en verspreid over de gelijkvloerse verdiepingen van de verschillende vleugels van de gevangenis. De aanwezigheid van gedetineerden die in dergelijk regime zijn geplaatst, bemoeilijkt de organisatie van de bewegingen. Telkens wanneer deze gedetineerden hun cel moeten verlaten (voor een bezoek, om naar het gerechtsgebouw te gaan ...), is de volledige vleugel immers geblokkeerd. De commissie is thans (nog) niet benaderd door deze gedetineerden.
VIII. TUCHTREGIME ! Er bestaan verschillende tuchtsancties, waarvan de twee zwaarsten de opsluiting in de strafcel (‘cachot’) en de opsluiting onder een strikt regime. Algemeen hebben gedetineerden het gevoel dat ze soms op een willekeurige wijze blootgesteld worden aan tuchtsancties, hetgeen bijdraagt tot spanningen in de gevangenis. Veel gedetineerden hebben het gevoel dat ze voor allerhande gedragingen gestraft kunnen worden. Dit zorgt ervoor dat veel gedetineerden zich gespannen voelen. Bovendien worden deze straffen ervaren als
!
24
een drukmiddel van het personeel. Regelmatig wordt er immers gedreigd: “…of anders schrijf ik een rapport”. De commissie ontvangt daarenboven veel klachten naar aanleiding van tuchtrapporten. Gedetineerden vinden de opgelegde sanctie dikwijls onrechtvaardig en bekritiseren de wijze waarop ze gehoord worden door de directie naar aanleiding van een tuchtrapport. De disciplinaire sancties zijn echter niet zonder gevolgen voor de toekomst van de gedetineerden in de gevangenis (zij dreigen beschouwd te worden als 'moeilijke' gedetineerden en geplaatst te worden in meer beveiligde vleugels, met een strenger regime) en voor hun toekomstige re-integratie (in hun advies met het oog op een terechtzitting voor de strafuitvoeringsrechtbank, houden zowel de directie als de Psychosociale dienst rekening met het gedrag tijdens de detentie). A) Tuchtrechtelijke inbreuk •
Onduidelijke regels Artikel 130 2° van de basiswet stelt dat inbreuken op het Huishoudelijk Reglement strafbaar zijn. De commissie heeft echter vele klachten ontvangen van gedetineerden die niet over de recentste versie van het Huishoudelijke Reglement beschikken maar over een oudere versie (deze van 2008 of 2011) of over geen reglement. De bewuste overtreding van regels kan hierdoor dus in vraag worden gesteld. Vele gedetineerden krijgen dan ook te maken met tuchtsancties in de eerste dagen van hun aankomst in de gevangenis. Daarnaast stelt de commissie vast dat gedetineerden geen toegang hebben tot de basiswet van 2005. Het is echter zo dat het tuchtregime en diens organisatie hierin vermeld staat (meer bepaald titel VII artikelen 122-146). De commissie heeft daarom een verzoek geuit aan het inrichtingshoofd een kopie van deze wet per vleugel ter inzage te leggen voor de gedetineerden. Hetgeen tot op heden nog niet gebeurd is.
•
Onrechtvaardigheidsgevoel bij de opstelling van de tuchtrapporten door het personeel en bij het verhoor tijdens het tuchtrapport 1) Tuchtsanctie als drukkingsmiddel van het penitentiair personeel Veel gedetineerden klagen over de wijze waarop het personeel al te makkelijk gebruikmaakt van tuchtrapporten. 2) Drugs Meerdere gedetineerden hebben geklaagd over het feit dat wanneer het personeel gedetineerden beschuldigt van drugsbezit zonder de drugs bij de gedetineerden te vinden, ze een rapport opstellen in het nadeel van de gedetineerde door specifiek te melden dat de gedetineerde de drugs heeft ingeslikt. De commissie stelt vast dat de celfouilles bedoelt om drugs te vinden, gebeuren wanneer de gedetineerde niet aanwezig is. 3) Sancties verbonden aan de verloedering van de cellen Meerdere gedetineerden hebben geklaagd omdat ze een tuchtrechtelijke sanctie hebben gekregen wegens een beschadiging van de cel, die al voor hun intrek aanwezig was. Voorbeelden:
!
25
" Een gedetineerde werd gestraft omdat hij een opening in zijn matras had, waarin hij een GSM kon verbergen. De gedetineerde in kwestie was niet in het bezit van een GSM en hij verweerde zich door het feit dat de opening al aanwezig was voor zijn intrek in de cel. " Een gedetineerde werd gestraft omwille van een opening in de tralies van zijn venster, langs waar jojos konden worden doorgegeven, dit terwijl hij geen jojo op cel had, hij niet gekend was voor jojos en de desbetreffende opening al aanwezig was voor hij zijn intrek had genomen in de cel. De gedetineerde liet aan de commissie weten dat ook andere gedetineerden om dezelfde reden gestraft werden, hoewel ook zij niets gedaan hadden. " Een gedetineerde werd gestraft voor het losmaken van de tegels, hoewel hij stelde dat de tegels reeds in deze staat waren toen hij zijn intrek nam in de cel. De commissie stelt vast dat het moeilijk is deze zaken uit te klaren aangezien er geen ingaande plaatsbeschrijving plaatsvindt wanneer een gedetineerde een cel krijgt toegewezen. De verantwoordelijkheid zonder meer bij de gedetineerde leggen is echter niet de juiste oplossing. 4) Tuchtverhoren Volgens talrijke gedetineerden lijkt de uitkomst van de tuchtverhoren op voorhand vast te liggen: "het is het woord van de bewaker tegen dat van ons en de directie kiest uiteraard de kant van haar personeelslid." Talrijke gedetineerden hebben het gevoel dat niet naar hen wordt geluisterd tijdens hun verhoor en dat zij hun versie van de feiten niet kunnen geven. Gedetineerden melden de commissie dat de onderzoekshandelingen die zij vragen, niet worden verricht. Een aantal voorbeelden: " In een cel van een gedetineerde werd een simkaart van een GSM aangetroffen. Hij verklaarde dat die kaart zich al in de cel moest hebben bevonden vooraleer hij in die cel werd geplaatst, aangezien hij geen GSM heeft en de vaste telefoon gebruikt. Hij vroeg dat zijn rekeningen zouden worden gecontroleerd om te bewijzen dat hij de vaste telefoon regelmatig betaalt en dat de simkaart zou worden gecontroleerd om te bewijzen dat de gebelde nummers niets met hem te maken hebben. Die onderzoekshandelingen werden niet verricht en er werd hem een sanctie opgelegd. " Na een grote rel tijdens de wandeling werden zevenentwintig tuchtverhoren afgenomen. Talrijke gedetineerden vroegen aan de directie om de camerabeelden te bekijken om te bewijzen dat zij niet bij de rel waren betrokken. Dat werd niet gedaan, wat bij hen een gevoel van onrechtvaardigheid heeft teweeggebracht. De gedetineerden wezen de commissie er ook op dat er een neiging is om reeds uitgevoerde voorlopige maatregelen te 'dekken' door een sanctie. Zo werd een gedetineerde in een strafcel opgesloten wegens bedreiging van een personeelslid. Drie dagen later vond zijn tuchtverhoor plaats en als sanctie werden drie dagen strafcel opgelegd, terwijl in de beslissing werd vermeld dat "er geen bedreigingen waren" en dat "het mogelijk is dat het personeelslid de gedetineerde verkeerd heeft begrepen omdat hij een vreemde taal spreekt en zich slecht uitdrukt in het Frans". •
Tuchtrechtelijke inbreuken met als doel een gesprek te hebben met directie of een transfert te bekomen De gedetineerden klagen regelmatig over het uitblijven van een antwoord op rapporten die ze schrijven naar de directie. Sommige gedetineerden stellen daarom bewust gedrag hetwelke
!
26
gesanctioneerd wordt met het ‘cachot’ omdat de directie de verplichting heeft de gedetineerden op strafcel wekelijks te bezoeken en ze op die manier met de directeur een gesprek kunnen voeren. De meeste gedetineerden wachten lang op hun transfers naar een andere gevangenis. Indien ze het niet meer uithouden proberen ze, door het plegen van tuchtrechtelijke inbreuken, de transfers te bekomen via tuchttransfers. B) Tuchtmaatregelen •
Plaats van uitvoering van de tuchtmaatregelen 1) Strikt regime in gewone cel
1) De isolatiestraffen worden uitgevoerd in de cellen op de B-vleugel. Deze vleugel staat erom bekend geagiteerde gedetineerden op te vangen. De cellen op de B-vleugel zijn anders dan de cellen op de andere vleugels, gelet op de tralies. Aan het raam bevindt zich een dubbele tralies. Achter de “gewone” metalen baren is er nog een metalen grill waardoor het veel moeilijker wordt zaken via het raam te ontvangen of zaken naar buiten te gooien. De gedetineerden geven te kennen dat deze dubbele tralies ervoor zorgt dat de lucht moeilijk doorstroomt, hetgeen onder meer voor gevolg heeft dat zij niet kunnen sporten in de cel. 2) De strafcellen (‘cachots’) Voorafgaandelijk dient opgemerkt te worden dat er op de gang waar de strafcellen zich bevinden, geen brievenbus staat waarin klachten kunnen gedeponeerd worden ten aanzien van de commissie. De gedetineerden kunnen de commissie bijgevolg niet contacteren. Als gevolg hiervan neemt de commissie zelf het initiatief om de strafcellen te bezoeken. De toegang tot de strafcellen is niet steeds mogelijk voor de leden van de commissie, of er dient afgewacht te worden tot er voldoende penitentiaire beambten aanwezig zijn. De maandcommissaris mag de strafcel niet binnengaan en dient een gesprek met de gedetineerde te voeren via het luikje in de deur (met een dik plexiglas ertussen). Dit gesprek wordt gevoerd in aanwezigheid van een personeelslid. Een vertrouwelijk overleg is bijgevolg onmogelijk. De strafcellen bevinden zich op twee locaties binnen de gevangenis: ! !
Zes cellen in een zaal op het einde van de B-vleugel Verschillende cellen in de gang die uitgeeft op het medisch centrum
De detentieomstandigheden in 'het cachot' achteraan in vleugel B zijn zwaar. De cellen bestaan uit betonnen muren, met tegen het plafond een venster waar een beetje licht door komt. Omdat er weinig licht is en de commissarissen in het merendeel van de gevallen moeten praten via het luikje in de celdeur, is het niet mogelijk om de toestand van de strafcel correct te beoordelen. Het bed is een betonnen blok waarop een matras ligt. Het in een hoek geplaatste toilet bestaat uit een in beton vastgemaakte stalen bril. Er is geen meubilair. Er hangt een vieze geur. Bij het betreden van de strafcel krijgt de gedetineerde een handdoek, een deken en kledij om aan te trekken. Gedetineerden klaagden dat zij niet konden douchen tijdens de volledige duur van hun sanctie.. Een personeelslid liet ons weten dat de gedetineerden een teil water krijgen om zich te wassen, maar dat gebeurt niet systematisch.
!
27
De commissie moet vaak ingrijpen: de gedetineerden hebben soms geen schoenen, geen kledij om zich te verschonen, geen toegang tot de telefoon (en dus geen contact met hun advocaat), geen tandpasta, geen washandje, geen sokken, enz. De commissie geeft de verzoeken door aan de directie, maar die krijgen niet altijd gevolg. Als de maandcommissarissen vragen hoe het komt dat de gedetineerden in de strafcellen geen sokken, enz., hebben, krijgen zij als antwoord: "zij hebben er niet om gevraagd". In de zomer is het er warm en klam. In de winter is het er erg koud. Als de verwarming werkt, maakt zij zoveel kabaal dat de gedetineerden in de strafcellen hoofdpijn krijgen en er gek van worden. Het is dus op hun verzoek dat de verwarming wordt uitgeschakeld. Zij krijgen slechts twee dekens en klagen over de kou. De commissie heeft de directie verzocht om de gedetineerden extra dekens te bezorgen. De gedetineerden melden ons dat de dekens die zij krijgen, niet schoon zijn en naar urine ruiken. De commissie is van mening dat de strafcellen niet voldoen aan de eisen inzake veiligheid, gezondheid en hygiëne, waarin is voorzien in de tweede paragraaf van artikel 134 van de basiswet van 12 januari 2005. Dat artikel is echter het enige artikel van titel VII betreffende het tuchtregime dat niet in werking is getreden. Personen die in een strafcel zijn opgesloten, moeten dagelijks worden bezocht door de directie en de arts. Wanneer zij langsgaan moeten zij een fiche invullen die naast de cel op de muur is aangebracht. De commissie heeft onregelmatigheden vastgesteld: er ontbreken dagelijkse bezoeken op de fiches. Ofwel is bij die bezoeken de fiche niet ingevuld, ofwel hebben die bezoeken niet plaatsgevonden. 2) Strafcellen de facto Bepaalde gedetineerden verblijven niet in een strafcel, maar wel in een 'naakte cel' op een van de vleugels. Dergelijke cellen worden ook 'isoleercellen' of ‘veiligheidscellen’ genoemd. Sommige van deze cellen zijn quasi identiek aan strafcellen. In vleugel B is cel 2025 dan weer volledig identiek aan een strafcel (geen comfort, geen meubels, stenen bed), maar zij wordt niet zo genoemd. In die cel zouden gedetineerden worden opgesloten die onhandelbaar zijn, alles in hun cel stukmaken en zichzelf in gevaar brengen, zonder evenwel agressief te zijn (als ze dat wel zijn, worden zij in een strafcel opgesloten). De waarborgen waarin de wet voorziet op het vlak van de opsluiting in een strafcel, worden echter omzeild wanneer een persoon in een isoleercel wordt opgesloten. Zo wordt het verbod om een persoon langer dan negen dagen in een strafcel op te sluiten (bepaalde gedetineerden hebben er ook langer dan negen dagen verbleven), de verplichting tot dagelijkse bezoeken van de arts en van de directie en de verplichting om een camera te plaatsen, niet nageleefd. Zo werd een gedetineerde meer dan 40 dagen in een dergelijke cel geplaatst. De venster van deze cel was geblokkeerd, waardoor er amper luchttoevoer was in de cel. Dit was onhoudbaar voor de gedetineerde in kwestie, die leed aan astma. De gedetineerde werd uiteindelijk overgebracht naar een andere gevangenis. Ook meerdere gedetineerden met psychische problemen werden reeds in een dergelijke naakte cel geplaatst. •
!
Het frequent gebruik van tuchtregimes
28
Hoewel de basiswet van 2005 onderstreept dat het tuchtregime enkel gebruikt mag worden als ultimum remedium om de veiligheid in de gevangenis te garanderen, blijkt dat de gevangenis frequent gebruik maakt van dit regime. Alleen al in de maand juli 2015 werden 252 tuchtmaatregelen uitgesproken. In 2014 werden er 2897 tuchtrapporten behandeld. In 2015 werden er 2403 tuchtrapporten behandeld. •
Het contact met de advocaat De meerderheid van de advocaten wordt te laat op de hoogte gesteld van de tuchtprocedure. Hierdoor worden weinig gedetineerden bijgestaan door hun advocaat tijdens de tuchtprocedure. De gedetineerden worden tussen 10u en 12u gehoord terwijl de advocaten op dat moment meestal op de rechtbank aanwezig zijn. Sinds 15 juni 2015 werden de hoorzittingen zelfs vervroegd naar 9u15. De commissie stelde voor om de hoorzittingen te laten plaatsvinden in de namiddag, teneinde de advocaten toe te laten aanwezig te kunnen zijn, doch dit bleek niet mogelijk te zijn. Verschillende gedetineerden klagen over het feit dat zij hun advocaat niet kunnen contacteren voordat zij gehoord worden. De directie stelt hen enkel op de hoogte van het feit dat hun advocaat op de hoogte werd gesteld maar verhinderd werd naar de gevangenis te komen. Daarenboven geven ook verschillende gedetineerden aan niet op de hoogte te zijn van het recht op een pro deo advocaat, wanneer hun eigen advocaat niet aanwezig kan zijn op de hoorzitting. Dit werd hen niet toegelicht bij aanvang van de hoorzitting.
•
Het niet respecteren van de termijn Hoewel een gedetineerde een tuchtmaatregel kreeg opgelegd van 9 dagen strafcel, diende de commissie vast te stellen dat hij zich 4 dagen later (na het verstrijken van de 9 dagen) nog steeds in deze strafcel bevond. De gedetineerde werd uiteindelijk overgeplaatst naar een andere gevangenis.
•
Het verdwijnen van persoonlijke goederen De commissie ontving verschillende klachten van gedetineerden die aangaven dat bij hun terugkomst uit de isolatie- of strafcel persoonlijke goederen waren verdwenen uit hun gebruikelijk cel.
•
Sancties die ingaan tegen het verbod op onmenselijke en vernederde behandeling De Raad van State heeft twee sancties, opgelegd door de directie van de gevangenis van SintGillis, in 2014 teniet gedaan. De directie plaatste zwaar zieke gedetineerden in de strafcel. Deze sancties druisen in tegen artikel 3 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (verbod op foltering en onmenselijke en vernederende behandeling): een gedetineerde werd in de strafcel geplaatst terwijl hij lijdt aan multiple sclerose en een andere gedetineerde werd in de strafcel geplaatst terwijl hij lijdt aan de ziekte van Parkinson. De impact van bepaalde sancties op medegedetineerden
!
29
Bij zware hitte heeft men de gewoonte om de luikjes van de celdeuren te openen zodanig dat er lucht kan circuleren in de cellen. In het plexiglas achter het winket (het luikje) zit een klein gaatje van ongeveer 3 centimeter. Als het raam van de cel openstaat alsook het winket (zodat het gaatje niet meer bedekt is) kan er tocht gemaakt worden. De gedetineerden in isolatie genieten niet van deze voordelen. Wanneer zij een cel delen wordt ook hun medegedetineerde, die zich niet per se in hetzelfde regime bevindt, benadeeld door deze maatregel. Wanneer een verboden voorwerp wordt gevonden in en duocel zullen in de meeste gevallen beide gedetineerden gestraft worden. Zo werden twee gedetineerden gestraft omdat een zelfgemaakt kookvuurtje gevonden werd op hun cel. Hoewel één van de gedetineerden toe dat hij het vuurtje fabriceerde, werden ze toch allebei gestraft. De commissie ontmoette ook verschillende gedetineerden die, samen met hun celgenoot, werden gestraft voor het bezit van een GSM, dit terwijl de celgenoot had toegegeven dat de GSM aan hem toebehoorde. Een andere gedetineerde kreeg een tuchtmaatregel opgelegd samen met zijn celgenoot, omdat deze celgenoot tijdens de wandeling in het bezit werd gevonden van een GSM en een elektronische sigaret. De directie had nochtans kennis van het gegeven dat de gedetineerde astma had en dus niet rookte. Bovendien had zijn celgenoot bij de directie aangegeven dat de GSM en elektronische sigaret die op hem aangetroffen werden wel degelijk zijn bezit waren. •
Verlies van werk Een tuchtmaatregel van meer dan 15 dagen zorgt er automatisch voor dat gedetineerden hun arbeidsplaats verliezen. Het einde van de tuchtmaatregel dient afgewacht te worden, alvorens de gedetineerde zich opnieuw kan inschrijven op de wachtlijst.
•
Tuchtrechtelijke praktijk De directie lijkt de voorschriften te respecteren wat betreft de sancties. Het lijkt er wel op dat gedetineerden verschillende straffen krijgen voor gelijkaardige feiten. Dit zorgt voor spanning, hetgeen de directie dient te vermijden. Voor het maken van een jojo met lakens krijgen gedetineerden algemeen zeven dagen ‘strikt’ (isolatie). Indien de gedetineerde een eigen T-shirt gebruikt om de jojo te construeren krijgt hij een sanctie van vijf dagen omdat hij in dit geval het materiaal van de gevangenis niet beschadigt. Het fabriceren van een eigen vuurtje wordt zwaar bestraft door 15 dagen isolatie (de maximumstraf voor een overtreding van de tweede graad), aangezien er brandgevaar is. Ook het bezit van een GSM wordt zeer zwaar bestraft door 30 dagen isolatie (de maximumstraf voor een overtreding van de eerste graad). Zo klaagde een gedetineerde die reeds een jaar in de gevangenis verbleef en nooit eerder een tuchtsanctie had gekregen, dat hij onmiddellijk een effectieve tuchtsanctie van 30 dagen isolatie kreeg voor het bezit van een GSM. Een personeelslid en verschillende gedetineerden hebben aan de commissie uitgelegd dat dat 'tarief' voor GSM-bezit ertoe leidt dat bepaalde gedetineerden de voorkeur geven onmiddellijk een bewaker een klap te geven, zodat zij worden opgesloten in een strafcel. Dan is de duur van de sanctie beperkt tot negen dagen.
• Onbevoegdheid van de directeurs die tuchtsancties opleggen Enkel de directeur van de penitentiaire inrichting kan een tuchtsanctie opleggen (art. 144 van de basiswet van 12 januari 2005). De directeur is "de ambtenaar die belast is met het lokaal bestuur van een gevangenis of een afdeling ervan" (art. 2, 13°). Het administratief kader van de directie-
!
30
generaal Penitentiaire Inrichtingen onderscheidt drie categorieën van directeurs, namelijk categorie A2 (attaché-directeur), categorie A3 (adviseur-directeur) en categorie A4 (adviseurgeneraal van een penitentiaire inrichting). Categorie A1 (attaché) is onvoldoende om als directeur te kunnen worden beschouwd. Verschillende attachés, die dus onbevoegd zijn op het vlak van tucht, hebben in de loop van 2014 en 2015 echter zeer regelmatig tuchtsancties opgelegd. Ingevolge door advocaten ingestelde beroepen tegen die sancties, heeft de Raad van State verschillende keren tuchtsancties geschorst wegens onbevoegdheid van de steller van de handeling (zie bijvoorbeeld: Raad van State, 23 mei 2015, nr. 231.317; Raad van State, 11 juli 2015, nr. 231.930). De commissie stelde echter vast dat de onbevoegde attachés na deze arresten van de Raad van State nog steeds de verantwoordelijkheid kregen om tuchtsancties op te leggen.
IX. EXTERNE RECHTSPOSITIE GEDETINEERDEN Twee personen van de griffie van de gevangenis zijn belast met de dossiers 'strafuitvoeringsrechtbanken'. Wanneer een gedetineerde in aanmerking komt voor uitgangsvergunningen, penitentiair verlof, elektronisch toezicht of beperkte detentie, sturen zij naar de gedetineerde een brief om hem daarvan op de hoogte te brengen. Er wordt mondeling geen informatie gegeven, waardoor de vraag rijst of de gedetineerde zijn rechtstoestand wel begrijpt, vooral wanneer hij niet kan lezen of de taal van de procedure niet begrijpt. Het lid van de griffie verplaatst zich enkel voor de gedetineerden die in aanmerking komen voor voorwaardelijke invrijheidstelling of voorlopige invrijheidstelling met het oog op verwijdering van het grondgebied, aangezien de nadere regels daarvan moeten worden ondertekend door de gedetineerde. De gedetineerden uiten hun ongenoegen over de traagheid van de procedure, de moeilijkheid om de directie en de Psychosociale dienst (PSD) te spreken met betrekking tot deze materie. Verschillende gedetineerden dienden een rapport in bij de directie zonder antwoord te krijgen. •
Enkele rapporten hadden betrekking op de niet uitvoering van beslissingen of de achterstand met betrekking tot de uitvoering van de beslissingen van de DDB (dienst detentiebeheer) of de SURB (strafuitvoeringsrechtbank). Voorbeelden: " Een gedetineerde had een uitgangsvergunning bekomen van de DDB (dienst detentiebeheer) om een examen af te leggen. Deze beslissing werd hem echter pas 5 dagen later overgemaakt door de gevangenis, waardoor hij niet kon deelnemen aan het examen. " Een gedetineerde klaagde over het gegeven dat hij niet werd uitgehaald voor zijn zitting voor de SURB (strafuitvoeringsrechtbank). " Een gedetineerde aan wie penitentiair verlof werd toegestaan bij vonnis van de SURB te Bergen, werd geblokkeerd door de PSD, de dienst die de uitgangen van de gedetineerden organiseert. De PSD blokkeerde het penitentiair verlof van de gedetineerde en dit bleef zonder reactie van de directie. Uiteindelijk diende de advocaat van de gedetineerde de directie te contacteren om ervoor te zorgen dat de gedetineerde zijn penitentiair verlof, hem toegestaan bij vonnis van de SURB, kon uitvoeren. Het is onaanvaardbaar dat de PSD een juridische beslissing met uitvoerbare kracht niet respecteert.
•
!
Het advies van de directie wordt in bepaalde gevallen laattijdig opgesteld.
31
De meerderheid van de gedetineerden klagen over de achterstand van adviezen van de directie met betrekking tot uitgaansvergunningen, penitentiaire verloven, zittingen van de SURB (elektronisch toezicht, beperkte detentie en de voorwaardelijke invrijheidsstelling). •
De invloed van de tuchtmaatregelen op het advies van de directie Verschillende gedetineerden geven aan dat de directie vaak een negatief advies uitschrijft door te verwijzen naar tuchtmaatregelen die werden uitgesproken ten aanzien van gedetineerden. Hierdoor blokkeert de directie hun re-integratieplan.
•
Fouten De directie verstuurde een advies naar de SURB van Antwerpen terwijl de gedetineerde voor de SURB van Brussel moest verschijnen. De gedetineerde reisde af naar de SURB van Antwerpen maar deze rechtbank verklaarde zich onbevoegd. De gedetineerde liep hierdoor enorme achterstand op in zijn procedure waardoor hij besliste tot einde straf te gaan.
X.
WERKING VAN DE COMMISSIE VAN TOEZICHT 1. ALGEMENE WERKING VAN DE COMMISSIE
De commissie bestaat uit verschillende vrijwilligers die afwisselend instaan voor de maandelijkse permanentie. Tijdens hun permanentie behandelen ze klachten van gedetineerden. Gedetineerden kunnen de klachten die zij wensen te bespreken, deponeren in een brievenbus op de vleugel. De maandcommissaris bezoekt de gevangenis meerdere malen per week en behandelt deze klachten. Zij ontmoeten de gedetineerde dan in zijn cel of in een vergaderzaal op de vleugel, indien de gedetineerde niet wenst te spreken in het bijzijn van een medegedetineerde. De gedetineerde deelt dan zijn klacht(en) mee aan de commissaris, die de klacht(en) noteert. De leden van de commissie bezoeken tevens de gedetineerden die zich in de strafcel bevinden, nemen kennis van de disciplinaire sanctie, bezoeken het medisch centrum, de keuken, douches,… Op de maandelijkse vergadering van de commissie bespreekt de maandcommissaris zijn maandverslag met de andere leden. Voor onopgeloste problemen worden suggesties voorgesteld die de voorzitter kan bespreken met de directie. We benadrukken in dit kader dat de visie en aanbevelingen van de commissie niet bindend zijn voor de directie. Dit kan tot frustratie leiden bij gedetineerden die zich afvragen hoe de commissie hun klachten dan effectief kan behandelen. De commissie rapporteert aan de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen en vervult haar opdrachten voor de minister van Justitie. De samenstelling van de commissie is in de loop van 2015 gewijzigd, met het vertrek van drie leden en de komst van vier nieuwe leden en een lid-secretaris in mei 2015. De commissie bestaat thans (februari 2016) uit een secretaris en elf leden, onder wie een magistraat, vier advocaten, vier onderzoekers op het gebied van rechten en criminologie, een werknemer uit de jeugdsector en een arts. Alle leden werken voltijds en doen hun werk voor de commissie in hun vrije tijd. Wanneer zij dienst hebben, gaan zij meestal naar de gevangenis aan het einde van de dag, na het werk, of tijdens het weekend. Het is belangrijk te benadrukken dat personen die lid worden van een commissie van toezicht geen enkele opleiding krijgen. De leden moeten zich dus zelf op de hoogte stellen van de inhoud van het penitentiair recht.
!
32
De laatste maanden is het werk van de commissie aanzienlijk toegenomen 12 (de commissie heeft vijfennegentig rapporten van gedetineerden ontvangen in de maand die volgde op de stopzetting van de activiteiten), waardoor sindsdien iedere maand twee permanente leden als bemiddelaar optreden in plaats van één.
2. TOEGANG TOT SIDIS SUITE Aanvankelijk werd toegang tot het netwerk aangeboden door de lokale directie. De commissie kon hierbij rekenen op de hulp van de ICT-technici maar ingevolge de introductie van ‘Sidis Suite’ en de hierbij horende koppeling aan verschillende databanken, werd deze toegang ontzegd door het DirectoraatGeneraal: “(…) Artikel 138quater van het Algemeen Reglement bepaalt immers dat de leden van de Commissies van Toezicht toegang hebben tot alle stukken die individuele gegevens van gedetineerden bevatten mits voorafgaande schriftelijke instemming van betrokkene. Hieruit blijkt dat zij geen recht hebben op automatische consultatie van de gegevens van de gedetineerden, wat een toegang tot Sidis Suite niet mogelijk maakt.” (e-mailbericht d.d. 17 februari 2015) De commissie hoopt dat de bevoegde overheden de nodige maatregelen zullen nemen teneinde deze toegang te faciliteren.
3. CONTACT MET DE DIRECTIE De directie heeft een vernieuwd lokaal ter beschikking gesteld van de commissie om de vergaderingen te laten doorgaan. Voor elke vergadering van de commissie bespreekt de voorzitter de belangrijkste vaststellingen van de voorbije maand met de het inrichtingshoofd en een directeur. De directie antwoordt doorgaans binnen een redelijke termijn op e-mails en telefonische oproepen vanwege de voorzitter. Wat de samenwerking tussen de commissie en het inrichtingshoofd betreft, heeft de commissie de afgelopen maanden echter enige spanning opgemerkt. Naar aanleiding van een conflict tussen een maandcommissaris en de directie werd het rechtstreeks contact tussen maandcommissarissen en de directie door het inrichtingshoofd opgeheven en vormt de voorzitter vanaf heden het enige aanspreekpunt van de commissie die maandelijkse contacten onderhoudt met de directie. Dit zorgt voor een zwaardere belasting van de maandcommissaris én voorzitter die daardoor in dringende gevallen telkens via de voorzitter de zaken moet aankaarten. Bij afwezigheid van de voorzitter, kan de maandcommissaris geen contact hebben met de directie. Bovendien zijn de spanningen aanzienlijk toegenomen na de stopzetting van de activiteiten in de gevangenis, met als dieptepunt de incidenten die zich hebben voorgedaan tijdens het parlementair bezoek dat de commissie organiseerde op 16 november 2015 (cf. zie Specifieke gelegenheden). De dialoog lijkt thans afgebroken en de huidige directie stelt de commissie openlijk als 'de vijand' voor aan de personeelsleden, aan de vakbonden en zelfs aan de externe diensten, wat het de commissie erg lastig maakt om haar werk te doen. De komst van een nieuw inrichtingshoofd is gepland voor maart 2016 en de commissie hoopt op een betere samenwerking in de toekomst. Noemenswaardig betreft tevens een incident naar aanleiding van de syndicale acties. Een maandcommissaris wenste via het winket met een gedetineerde te communiceren wat persoonlijk werd geweigerd door het inrichtingshoofd. De directie motiveerde deze beslissing door te wijzen op het tekort aan bewakingspersoneel tijdens stakingsdagen. Volgens de inschatting van de maandcommissaris was er echter voldoende personeel aanwezig op de vleugel in kwestie en werd in overleg met de beambte toegang verleend. De maandcommissaris toonde ons inziens het nodige begrip voor de moeilijkheden van het aanwezig personeel daar ze aan het personeelslid in kwestie de vraag heeft gesteld of dit mogelijk was
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! 12
!
De commissie ontvangt thans tussen vijftig en zestig rapporten per maand.
33
en het contact kon plaatsgrijpen via het winket (en niet via het gebruikelijk bezoek aan de cel). Bovendien is de commissie van mening dat het uitoefenen van toezicht onverwijld dient te worden uitgeoefend en contact met gedetineerden onder geen enkel beding mag geweigerd worden. De maandcommissaris ondervindt dikwijls moeilijkheden om gedetineerden te kunnen spreken in hun cel. Dit als gevolg van de verschillende bewegingen die plaatsvinden in de gevangenis (wandeling, bezoek, telling,…). Hierdoor wordt de commissaris vaak verzocht om later terug te komen of een gesprek vroegtijdig stop te zetten. Het gebeurt bovendien regelmatig dat er op alle vleugels bewegingen plaatsvinden waardoor de commissaris dient te wachten zonder gedetineerden te kunnen spreken. Dit creëert uiteraard moeilijke werkomstandigheden voor de commissaris. Het is onze aanbeveling naar de Centrale Toezichtsraad, de minister en wetgever toe om de nodige regels met betrekking tot het bezoek van gedetineerden op cel uit te vaardigen teneinde deze situatie duidelijk te stellen.
4. CONTACT MET DE PENITENTIAIRE BEWAKINGSASSISTENTEN Hoewel de relaties met het personeel over het algemeen niet slecht zijn, stelt de commissie vast dat ze meer en meer onder spanning komen te staan, vooral door de steeds grotere moeilijkheden tussen de commissie en de directie. Bepaalde penitentiaire beambten zien de commissie immers als 'Big Brother' en kunnen daardoor moeilijk samenwerken. Zo werd aan een personeelslid verteld dat bepaalde beambten ervan overtuigd zijn dat de commissie de gedetineerden met de politie in contact brengt om strafrechtelijke vervolgingen in te stellen tegen de beambten. Gedetineerden hebben overigens meermaals gemeld dat bepaalde beambten hun verhinderden stappen te ondernemen om met de commissie in contact te komen. Wanneer een gedetineerde bijvoorbeeld vraagt of hij een verslag in de brievenbus van de commissie mag steken, vraagt de bewaker om hem het verslag te bezorgen opdat hij het kan afgeven (zonder enige garantie voor vertrouwelijkheid en effectieve bezorging) of zegt de bewaker dat hij het verslag zal afgeven wanneer de gedetineerde naar de wandeling, bij zijn bezoek, enz., is. (Zo heeft een gedetineerde ons toevertrouwd dat hij geen andere keuze had dan het verslag aan de beambte te bezorgen omdat hij zelf niet naar de wandeling gaat en geen bezoek krijgt). Toch moet worden benadrukt dat veel beambten niet alleen graag samenwerken met de commissie, maar dat ze ook bijdragen aan het bekendmaken van de rol van de commissie bij de gedetineerden. Het gebeurt dan ook dat gedetineerden ons vertellen dat ze van een beambte gehoord hebben wat de commissie doet, en soms is het zelfs de beambte die hun aanraadt de commissie te schrijven. Bovendien nemen beambten soms zelf contact op met de commissie omdat zij iets verontrustend hebben opgemerkt aan een gedetineerde en ons vragen om hem op te zoeken. De commissie hoopt dat de gemoederen met de komst van het nieuwe inrichtingshoofd zullen bedaren en dat zij dan in haar relaties met het voltallige penitentiair personeel weer met een schone lei kan beginnen.
5. CONTACTEN MET HET ADMINISTRATIEF, MEDISCH EN PSYCHOSOCIAAL PERSONEEL
Het administratief personeel is tijdens onze werkzaamheden steeds bereid om de nodige uitleg en ondersteuning te bieden. Wat het medisch personeel betreft, zijn de contacten met het genees- en heelkundig centrum constructief en verschaffen zij de nodige informatie. Regelmatig worden contacten onderhouden tussen de geneesheer
!
34
van de commissie en de hoofdgeneesheer van het medisch centrum. De contacten met bepaalde geneesheren en tandartsen verlopen echter moeizaam op het vlak van bereikbaarheid. Met betrekking tot het psychosociaal personeel worden nagenoeg geen contacten onderhouden maar verloopt de communicatie via de directie (cf. supra).
6. CONTACTEN MET DE PERS Omdat er gedurende meerdere maanden geen enkele activiteit werd georganiseerd, heeft de commissie beslist om deze situatie aan te klagen in een opiniestuk in De Morgen op 4 december 201513. Naar aanleiding van dat opiniestuk werd het onderwerp overgenomen in tal van artikels in de geschreven pers14. De leden van de commissie werden eveneens uitgenodigd voor een woordje uitleg op radio15 en televisie16. De commissie heeft ook het persbericht van de Liga voor de Rechten van de Mens over deze problematiek ondertekend. Dat werd op 14 december 2015 gepubliceerd en medeondertekend door tal van verenigingen17.
7. CONTACTEN MET ANDERE TOEZICHTSORGANEN Op 8 juli 2015 heeft de commissie haar jaarverslag 2014 naar de federale ombudsman gestuurd. Op 16 november 2015 heeft de commissie een parlementair bezoek georganiseerd (zie specifieke gelegenheden). Op 22 januari 2016 en 8 maart 2016 werden er nog twee parlementair bezoeken georganiseerd, de commissie werd niet op de hoogte gebracht of uitgenodigd om eraan deel te nemen.
8. COMMUNICATIEMIDDELEN De ingebruikname van de e-mailadressen van de commissie (
[email protected] (in het Nederlands) of
[email protected] (in het Frans) heeft de communicatie tussen de commissie en tal van interne en externe actoren vereenvoudigd. Op die manier is er e-mailverkeer tussen de commissie met de
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! Gevangenis Sint-Gillis: deur op slot en sleutel weg?, http://www.demorgen.be/opinie/gevangenis-sint-gillis-deurop-slot-en-sleutel-weg-ba69c79c 14 http://www.demorgen.be/binnenland/wantoestanden-in-sint-gillis-gevangen-22-uur-per-dag-op-cel-b40c8a21/ http://www.demorgen.be/dmselect/gevangenen-22-uur-per-dag-op-cel-in-sint-gillis-b7a15295/ http://www.standaard.be/cnt/dmf20151204_02004112 http://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20151204_02004111 http://www.hln.be/hln/nl/4833/Gevangenissen/article/detail/2546257/2015/12/04/Een-schande-22-uur-perdag-op-cel-in-gevangenis-van-Sint-Gillis-door-besparingen.dhtml http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/regio/brussel/1.2514438 http://www.newsjs.com/url.php?p=http://www.brusselnieuws.be/nl/nieuws/gevangenen-sint-gillis-tot-22-uurhun-cel http://www.telebruxelles.be/news/prison-de-saint-gilles-les-detenus-en-cellule-22-heures-sur-24/ http://www.7sur7.be/7s7/fr/3007/Bruxelles/article/detail/2546247/2015/12/04/22-heures-par-jour-en-cellule-ala-prison-de-Saint-Gilles-Une-honte.dhtml http://www.lalibre.be/actu/belgique/a-la-prison-de-saint-gilles-les-detenus-n-ont-plus-acces-aux-activites566f28053570b38a57991ff1 15 Op Radio1 en FM Brussel op 04.12.2015 en op La Première en Vivacité op 04.12.2015. 16 Op TV Brussel op 04.12.2015 en op Télébruxelles op 08.12.2015 17http://www.liguedh.be/espace-presse/130-communiques-de-presse-2015/2468-prison-de-saint-gilles-lausteritecontre-la-reinsertion-et-la-securite-http://www.lalibre.be/actu/belgique/a-la-prison-de-saint-gilles-les-detenus-nont-plus-acces-aux-activites-566f28053570b38a57991ff1 13
!
35
aalmoezeniersdienst, de gevangenisbezoekers, de advocaten, de externe diensten, de andere commissies van toezicht (vooral bij de transfer van een gedetineerde) ... Dankzij die verschillende contacten kan de commissie sneller en gerichter optreden. Bovendien heeft de Centrale Toezichtsraad voor het gevangeniswezen de commissie een webpagina toebedeeld: http://www.ccsp-ctrg.be/fr/commissions/371.
9. OVERIGE ACTIES Verschillende commissieleden waren bij specifieke gelegenheden aanwezig. 1. Bezoek van een onderzoeksrechter Drie commissieleden hebben onderzoeksrechter Anne Gruwez ontmoet naar aanleiding van haar bezoek op 28 januari 2015 in het kader van de bevoegdheden van onderzoeksrechters op grond van artikel 611 van het Wetboek van Strafvordering (de onderzoeksrechter is verplicht ten minste eens in de maand de in het huis van arrest van het arrondissement opgesloten personen te bezoeken). 2. Ontmoeting met de burgemeester Op 29 oktober 2015 hebben twee leden van de commissie de burgemeester van Sint-Gillis, Charles Picqué, ontmoet om toelichting te geven bij de problematiek inzake het onthaal van de bezoekers, die vóór het begin van het bezoek buiten moeten wachten zonder mogelijkheid om te gaan zitten. Naar aanleiding van die ontmoeting bestaat nu de wil om het onthaal van de bezoekers te verbeteren, en is men gestart met de voorbereiding van een vergadering op het kabinet van de minister van het Brussels Gewest Pascal Smet, waarop de commissie is uitgenodigd. De datum van die vergadering is echter nog niet vastgelegd. 3. Parlementair bezoek In het kader van de nationale dagen van de gevangenis - editie 2015 18 heeft de commissie een parlementair bezoek georganiseerd. Veel parlementsleden, zowel Frans- als Nederlandstalige, van alle politieke partijen, hebben dan ook een uitnodiging gekregen om de gevangenis te bezoeken en de commissieleden te ontmoeten. Het parlementair bezoek vond plaats op 16 november 2015 in de namiddag, in aanwezigheid van een federaal volksvertegenwoordiger, de voorzitter van Commissie voor Justitie van de Kamer en zijn parlementair medewerkster, drie vertegenwoordigers van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en zes commissieleden. Op het afgesproken uur waren het inrichtingshoofd en drie andere directeurs aanwezig aan de ingang van de gevangenis en hebben ze het hele bezoek 'naar zich toe getrokken' zonder de commissie daarvan vooraf op de hoogte te brengen. Het inrichtingshoofd heeft de commissieleden en de parlementsleden verzocht om zich naar een vergaderzaal te begeven om daar naar zijn voorstelling van de gevangenis te luisteren. Tijdens die voorstelling heeft hij aan de parlementsleden ongenuanceerde informatie verstrekt over de gevangenissituatie en heeft hij op geen enkel moment een commissielid verzocht om het woord te nemen.
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! 18 De nationale dagen van de gevangenis beslaan een aantal evenementen die ertoe strekken het publiek bewust te maken van en te informeren over de strafrechtelijke en penitentiaire problematiek (http://www.jnp-ndg.be). In 2015 vonden de nationale dagen van de gevangenis plaats van 14 tot 21 november 2015.
!
36
Hij snauwde daarentegen de commissieleden af die de gegeven informatie wilden corrigeren of aanvullende informatie wilden geven. Terwijl de commissie van plan was om de parlementsleden zelf rond te leiden in de gevangenis, stond het inrichtingshoofd erop dat hij en zijn directiecollega's het bezoek zouden leiden en heeft hij de parlementsleden de toegang tot bepaalde delen van de gevangenis zonder geldige reden geweigerd (meer bepaald de toegang tot de bibliotheek, vleugel B, de strafcellen van de CMC-vleugel en de strafcellen aan het einde van vleugel B). Het bezoek was zeer kort: enkel het CMC, een medische cel en een lege cel in vleugel D zijn getoond. Het is belangrijk te benadrukken dat het inrichtingshoofd zich tijdens het hele bezoek agressief en ongepast gedroeg ten aanzien van de commissieleden. Hij reageerde bijzonder agressief toen de commissieleden vroegen of zij de parlementsleden mochten meenemen naar de strafcellen. Ook een parlementslid dat dezelfde vraag stelde, viel hij verbaal aan. Het hoofd van de inrichting heeft zich meermaals achter artikel 33 van de Basiswet verscholen om het verloop van het bezoek te rechtvaardigen. Nochtans had de commissie er geen bezwaar tegen dat de directie de volksvertegenwoordigers tijdens hun bezoek begeleidde, en was het uiteraard uitgesloten dat de volksvertegenwoordigers rechtstreeks contact zouden hebben met de gedetineerden. Aan het einde van het bezoek aan de inrichting wilden de commissieleden met de parlementsleden en de gemeenschapsdiensten van gedachten kunnen wisselen zonder anderen erbij, zoals aanvankelijk gepland. Het inrichtingshoofd weigerde echter dat er een ontmoeting zou plaatsvinden waarbij hij niet aanwezig was. De commissieleden, de volksvertegenwoordigers en de gemeenschapsdiensten hebben dan aan de directie kenbaar gemaakt dat ze de inrichting zouden verlaten om die ontmoeting buiten de gevangenis te laten plaatsvinden. Uiteindelijk hebben ze de gedachtewisseling moeten houden in een bar in de buurt van de gevangenis terwijl daarvoor een vergaderzaal in de inrichting was gereserveerd. Na afloop heeft de commissie een nota over het verloop van dit bezoek opgesteld en naar de Centrale Toezichtsraad overgezonden. Op 10 december 2015 heeft de commissie een e-mail gestuurd naar de parlementsleden die aan het bezoek hadden deelgenomen om te vragen welke gevolgen zij zouden geven aan het gegeven dat zij gehinderd werden bij het de uitvoering van hun wettelijk toegekende taak namelijk het uitoefenen van controle op de gevangenis. Naar aanleiding van dit bezoek heeft Philippe Goffin op 20 januari 2016 een parlementaire vraag gesteld 19. Die vraag had evenwel enkel betrekking op de opschorting van de activiteiten, en dwong de minister niet om toelichting te geven over de miskenning van het recht op controle door de parlementsleden. Op 9 december 2015 heeft de commissie de minister van Justitie ook een brief gestuurd, waarop ze tot dusver nog geen antwoord heeft gekregen.
10. TOEKOMST VAN DE COMMISSIES VAN TOEZICHT De moeilijke omstandigheden waarin de commissies van toezicht moeten werken, zijn al geruime tijd bekend bij de nationale en internationale actoren. De federale ombudsman heeft aldus kunnen vaststellen dat deze omstandigheden verre van optimaal zijn en heeft benadrukt dat het noodzakelijk is dat de commissies volledig onafhankelijk kunnen werken20. Een evolutie in de wetgeving inzake de commissies blijkt dus noodzakelijk.
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! Vraag nr. 8505 van 20 januari 2016 van Philippe Goffin (MR) aan de minister van Justitie over "de opschorting van de activiteiten in de gevangenis te Sint-Gillis". Daarbij moet worden opgemerkt dat Ozlem Ozen (PS) op 28 oktober 2015 een andere parlementaire vraag over de stopzetting van de activiteiten had gesteld aan de minister van Justitie. 20 Federale ombudsman, jaarverslag 2014, blz. 45 en 132. 19
!
37
In het akkoord van de federale regering-Michel is bepaald dat de commissies voortaan aan de Kamer van volksvertegenwoordigers moeten rapporteren in plaats van aan de minister van Justitie om hun meer onafhankelijkheid te geven. De Centrale Toezichtsraad voor het gevangeniswezen en de commissies van toezicht rapporteren voortaan aan de Kamer van Volksvertegenwoordigers om een onafhankelijke controle te verzekeren op het gevangeniswezen. De regering zal streven naar een eenheid van toezicht en het rationaliseren van de verschillende rapporteringsverplichtingen in het gevangeniswezen.21 Op de dag van de Commissies van Toezicht die op woensdag 20 januari 2016 plaatsvond, heeft kabinetsmedewerker van de minister van Justitie, meneer Eric Leytens, uitgelegd dat een wetsontwerp 'potpourri IV' zou voorzien in de reorganisatie van de Commissies van Toezicht, en hen zou laten afhangen van de Kamer van volksvertegenwoordigers. Dat is een positief voornemen, dat weliswaar niet volstaat om een onafhankelijke controle te waarborgen overeenkomstig de Basiswet en regel nr. 93.1 van de Europese gevangenisregels (93.1 The conditions of detention and the treatment of prisoners shall be monitored by an independent body or bodies whose findings shall be made public). Zonder een echte professionalisering van de functie van commissaris, een correcte verloning en echte beslissingsbevoegdheden zal de controle van de commissies ondoeltreffend blijven. Alleen al de mogelijkheid hebben om met de directie te bemiddelen, kan werken in de gevangenissen waar de directie die bemiddeling toestaat. De commissie van de gevangenis van Sint-Gillis heeft moeten vaststellen dat haar rol van bemiddelaar volledig ondoeltreffend is wanneer de dialoog met de directie is afgebroken. Het werk van de commissies mag niet afhangen van de zin voor samenwerking van de directie. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft trouwens verklaard dat een hoger beroep slechts als doeltreffend kan worden beschouwd als het de aangeklaagde situatie kan verhelpen en redelijke vooruitzichten op succes biedt22. Het Europees Hof heeft erop gewezen dat de Commissie van Toezicht vóór de inwerkingtreding van de basiswet niet bij machte was om individuele maatregelen te nemen teneinde de detentievoorwaarden van een bepaalde persoon te veranderen, maar dat zij enkel bevoegd is om de geïdentificeerde knelpunten met het gevangeniswezen te bespreken. Bijgevolg heeft het Hof het beroep van de commissie van toezicht ondoeltreffend bevonden23. De invoering van de klachtencommissie (Art. 148 en volgende) is daarom van cruciaal belang om een doeltreffende controle op de beslissingen van de directie uit te voeren. Art. 158 van de Basiswet geeft hen zelfs de mogelijkheid om, indien zij een klacht van een gedetineerde ontvankelijk en gegrond acht, een beslissing van de directie te vernietigen, de directie te verzoeken een nieuwe beslissing te nemen of een beslissing te nemen in de plaats van de directie. Het Comité tegen foltering van de Verenigde Naties (CAT) heeft België eveneens uitgenodigd om maatregelen te nemen die de bepalingen van de Basiswet ten uitvoer brengen, met het oog op de invoering van een onafhankelijk en efficiënt klachtenmechanisme, specifiek bestemd voor de bewaking en de behandeling van klachten in de detentiecentra24.
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
21 Regeerakkoord, 9 oktober 2014, http://www.premier.be/sites/default/files/articles/Accord_de_Gouvernement_-_Regeerakkoord.pdf., blz. 124. 22 Europees Hof voor de Rechten van de Mens, arrest Vasilescu t. België van 25 november 2014, verzoekschrift nr. 64682/12, § 74. 23 Europees Hof voor de Rechten van de Mens, arrest Vasilescu t. België van 25 november 2014, verzoekschrift nr. 64682/12, § 77. 24 Het Comité tegen foltering (CAT), 51e sessie, Slotbeschouwingen, 18 november 2013 (CAT/C/SR.1201), blz. 4, § 14
!
38
XI. CONCLUSIES De commissie kan alleen maar concluderen dat zij thans niet in staat is een onafhankelijke en doeltreffende controle uit te voeren in de gevangenis van Sint-Gillis. Dat die controle ondoeltreffend is, heeft tal van redenen, die stuk voor stuk aan bod zijn gekomen in dit verslag: het vrijwilligersstatuut van de commissieleden, het gebrek aan materiële en financiële middelen, geen toegang tot het informatienetwerk SIDIS Suite, het gebrek aan steun van het inrichtingshoofd en de hogere autoriteiten (zoals de Centrale Toezichtsraad voor het gevangeniswezen, die geen verslag opstelt en de minister van Justitie, die zijn brieven niet beantwoordt) ... De gevangenis van Sint-Gillis staat op instorten: door de verouderde staat van het gebouw en de accommodatie en het gebrek aan financiële middelen kan niet worden voldaan aan de basisbehoeften van de gedetineerden, en kan hun bijvoorbeeld geen minimum aan hygiëne worden gewaarborgd. Doordat er sinds 30 juni 2015 helemaal geen activiteiten meer zijn, blijven de gedetineerden minstens 22 uur op 24 in hun cel, waar zij op elkaars lip zitten en zich stierlijk vervelen. Dergelijke detentievoorwaarden worden in de jurisprudentie beschouwd als een onmenselijke en vernederende behandeling. De voortdurende weigering van de minister van Justitie – ondanks de parlementaire vragen en de aanklachten in de pers – om menselijke, materiële en financiële middelen in te zetten die noodzakelijk zijn om waardige detentievoorwaarden te garanderen in een democratische staat die de mensenrechten eerbiedigt, is onaanvaardbaar. De commissie moet besluiten dat de rationaliteit van de statische veiligheid altijd doorweegt bij de beslissingen die in de gevangenis worden genomen, zodat de humanistische ideologie, en de dynamische veiligheid, van de basiswet dode letter blijft.
BIJLAGE! 1. Foto’s van de hekken voor de gevangenis achter dewelke de bezoekers moeten aanschuiven.
! !
!
39
!
40