pages

BELGISCH MONITEUR STAATSBLAD BELGE Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingen van 20 juli 2005.

Publication conforme aux articles 472 à 478 de la loi-programme du 24 décembre 2002, modifiés par les articles 4 à 8 de la loi portant des dispositions diverses du 20 juillet 2005.

Dit Belgisch Staatsblad kan geconsulteerd worden op :

Le Moniteur belge peut être consulté à l’adresse :

www.staatsblad.be

www.moniteur.be

Bestuur van het Belgisch Staatsblad, Leuvenseweg 40-42, 1000 Brussel - Adviseur : A. Van Damme

Direction du Moniteur belge, rue de Louvain 40-42, 1000 Bruxelles - Conseiller : A. Van Damme

Gratis tel. nummer : 0800-98 809

Numéro tél. gratuit : 0800-98 809 N. 85

176e JAARGANG

176e ANNEE

WOENSDAG 15 MAART 2006

MERCREDI 15 MARS 2006

TWEEDE EDITIE

DEUXIEME EDITION

INHOUD Wetten, decreten, ordonnanties en verordeningen Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie

SOMMAIRE Lois, décrets, ordonnances et règlements Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie

22 FEBRUARI 2006. — Wet tot wijziging van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst en van de wet van 27 maart 1995 betreffende de verzekeringsbemiddeling en de distributie van verzekeringen, bl. 15374.

22 FEVRIER 2006. — Loi modifiant la loi du 25 juin 1992 sur le contrat d’assurance terrestre et la loi du 27 mars 1995 relative à l’intermédiation en assurances et à la distribution d’assurances, p. 15374.

22 FEBRUARI 2006. — Wet tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, bl. 15386.

22 FEVRIER 2006. — Loi modifiant la loi du 2 août 2002 relative à la surveillance du secteur financier et aux services financiers, p. 15386.

17 FEBRUARI 2006. — Koninklijk besluit tot opheffing van het koninklijk besluit van 17 maart 1935 waarbij aan de kleinhandelaars in vee- en varkensvleesch wordt opgelegd zich een herkomstattest te doen afleveren door den verkooper van levende of geslachte slachtdieren, bl. 15388.

17 FEVRIER 2006. — Arrêté royal de suppression de l’arrêté royal du 17 mars 1935 imposant aux détaillants de viandes de boucherie et de charcuterie de se faire délivrer un certificat de provenance par le vendeur sur pied ou à la cheville, p. 15388.

16 FEBRUARI 2006. — Ministerieel besluit houdende samenstelling van de Directieraad van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, bl. 15388.

16 FEVRIER 2006. — Arrêté ministériel déterminant la composition du Conseil de direction de l’Institut national d’assurances sociales pour travailleurs indépendants, p. 15388.

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken 13 JANUARI 2006. — Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het addendum van de wet van 12 juni 1998 houdende instemming met volgende internationale akten : a) de Overeenkomst op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie tot oprichting van een Europese Politiedienst (Europol Overeenkomst), Bijlage en Verklaringen, gedaan te Brussel op 26 juli 1995; b) het Protocol, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de prejudiciële uitlegging door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, van de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst en Verklaringen, gedaan te Brussel op 24 juli 1996; c) en het Protocol, opgesteld op basis van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 41, lid 3, van de Europese Overeenkomst betreffende de voorrechten en immuniteiten van Europol, de leden van zijn organen, zijn adjunct-directeuren en zijn personeelsleden, gedaan te Brussel op 19 juni 1997, bl. 15389.

Service public fédéral Intérieur 13 JANVIER 2006. — Arrêté royal établissant la traduction officielle en langue allemande de l’addendum à la loi du 12 juin 1998 portant assentiment aux actes internationaux suivants : a) la Convention, sur la base de l’article K.3 du Traité sur l’Union européenne, portant création d’un Office européen de police (Convention Europol), Annexe et Déclarations, faites à Bruxelles le 26 juillet 1995; b) le Protocole, établi sur la base de l’article K.3 du Traité sur l’Union européenne, concernant l’interprétation, à titre préjudiciel, par la Cour de justice des Communautés européennes de la Convention portant création d’un Office européen de police et Déclarations, faits à Bruxelles le 24 juillet 1996; c) et le Protocole établissant sur la base de l’article K.3 du Traité sur l’Union européenne et de l’article 41, § 3, de la Convention Europol, les privilèges et immunités d’Europol, des membres de ses organes, de ses directeurs adjoints et de ses agents, fait à Bruxelles le 19 juin 1997, p. 15389.

198 bladzijden/pages

15368

BELGISCH STAATSBLAD − 15.03.2006 − Ed. 2 − MONITEUR BELGE

19 JANUARI 2006. — Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het ministerieel besluit van 20 juli 2005 tot bepaling van de betalingswijze van de in het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs bepaalde retributies, bl. 15391.

19 JANVIER 2006. — Arrêté royal établissant la traduction officielle en langue allemande de l’arrêté ministériel du 20 juillet 2005 déterminant les modalités de paiement des redevances prévues par l’arrêté royal du 23 mars 1998 relatif au permis de conduire, p. 15391.

16 FEBRUARI 2006. — Koninklijk besluit betreffende de nood- en interventieplannen, bl. 15407.

16 FEVRIER 2006. — Arrêté royal relatif aux plans d’urgence et d’intervention, p. 15407.

Federale Overheidsdienst Financiën

Service public fédéral Finances

8 MAART 2006. — Koninklijk besluit houdende oprichting van het « Contactpunt regularisaties » bij de Federale Overheidsdienst Financiën, bl. 15415.

8 MARS 2006. — Arrêté royal portant création du « Point de contact-régularisation » au sein du Service public fédéral Finances, p. 15415.

9 MAART 2006. — Koninklijk besluit tot vastlegging van de formuliermodellen te gebruiken in uitvoering van artikel 124 van de programmawet van 27 december 2005, bl. 15419.

9 MARS 2006. — Arrêté royal fixant les modèles des formulaires à utiliser en exécution de l’article 124 de la loi-programme du 27 décembre 2005, p. 15419.

7 MAART 2006. — Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 15 juni 2000 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 17 februari 2000 betreffende de beperkende maatregelen tegen de Taliban van Afghanistan, bl. 15428.

7 MARS 2006. — Arrêté ministériel modifiant l’arrêté ministériel du 15 juin 2000 d’exécution de l’arrêté royal du 17 février 2000 relatif aux mesures restrictives à l’encontre des Talibans d’Afghanistan, p. 15428.

Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg

Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale

16 FEBRUARI 2006. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 september 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de toekenning van aanvullende werkloosheidsuitkeringen aan de arbeiders uit de bouwnijverheid, bl. 15430.

16 FEVRIER 2006. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 13 septembre 2001, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, concernant l’octroi d’allocations complémentaires de chômage aux ouvriers de la construction, p. 15430.

16 FEBRUARI 2006. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de aanvullende vergoeding in geval van conventioneel brugpensioen, bl. 15433.

16 FEVRIER 2006. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 19 décembre 2002, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour les services des aides familiales et des aides seniors de la Communauté flamande, relative à l’indemnité complémentaire en cas de prépension conventionnelle, p. 15433.

16 FEBRUARI 2006. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende de meldingsplicht contracten bepaalde duur en uitzendarbeid in uitvoering van artikel 8 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005, bl. 15434.

16 FEVRIER 2006. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 26 mai 2005, conclue au sein de la Souscommission paritaire pour les métaux précieux, relative à l’obligation d’information contrats à durée déterminée et travail intérimaire en exécution de l’article 8 de l’accord national 2005-2006 du 26 mai 2005, p. 15434.

16 FEBRUARI 2006. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juli 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de aanvulling van het dubbel vakantiegeld, bl. 15436.

16 FEVRIER 2006. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 15 juillet 2005, conclue au sein de la Commission paritaire pour employés de l’industrie de l’habillement et de la confection, concernant le complément au double pécule de vacances, p. 15436.

16 FEBRUARI 2006. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardigingen in uitvoering van artikel 16 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005, bl. 15438.

16 FEVRIER 2006. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 26 mai 2005, conclue au sein de la Souscommission paritaire pour la carrosserie, relative au statut des délégations syndicales en exécution de l’article 16 de l’accord national 2005-2006 du 26 mai 2005, p. 15438.

16 FEBRUARI 2006. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende de bijdrage aan het sociaal fonds in uitvoering van artikel 7 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005, bl. 15443.

16 FEVRIER 2006. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 26 mai 2005, conclue au sein de la Souscommission paritaire pour le commerce du métal, relative à la cotisation au fonds social en exécution de l’article 7 de l’accord national 20052006 du 26 mai 2005, p. 15443.

5 MAART 2006. — Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering in het kader van de afschaffing van de stempelcontrole, bl. 15444.

5 MARS 2006. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage dans le cadre de la suppression du contrôle de pointage, p. 15444.

5 MAART 2006. — Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering in het kader van de afschaffing van de stempelcontrole, bl. 15448.

5 MARS 2006. — Arrêté ministériel modifiant l’arrêté ministériel du 26 novembre 1991 portant les modalités d’application de la réglementation du chômage dans le cadre de la suppression du contrôle de pointage, p. 15448.

BELGISCH STAATSBLAD − 15.03.2006 − Ed. 2 − MONITEUR BELGE Gemeenschaps- en Gewestregeringen

Gouvernements de Communauté et de Région

Vlaamse Gemeenschap

Communauté flamande

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap

Ministère de la Communauté flamande

13 JANUARI 2006. — Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 houdende inrichting van het deeltijds beroepssecundair onderwijs, bl. 15450. Franse Gemeenschap Ministerie van de Franse Gemeenschap 17 FEBRUARI 2006. — Decreet houdende instemming met de Conventie ter bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed, aangenomen op 17 oktober 2003 en opgemaakt in Parijs op 3 november 2003, bl. 15452. Brussels Hoofdstedelijk Gewest Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

15369

13 JANVIER 2006. — Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l’arrêté du Gouvernement flamand du 31 juillet 1990 portant organisation de l’enseignement secondaire professionnel à temps partiel, p. 15451. Communauté française Ministère de la Communauté française 17 FEVRIER 2006. — Décret portant assentiment à la Convention pour la sauvegarde du patrimoine culturel immatériel, adoptée le 17 octobre 2003 et faite à Paris le 3 novembre 2003, p. 15452. Région de Bruxelles-Capitale Ministère de la Région de Bruxelles-Capitale

23 FEBRUARI 2006. — Ordonnantie houdende instemming wordt betuigd met het Samenwerkingsakkoord van 30 mei 2005 betreffende de meerwaardeneconomie gesloten tussen de Federale Staat, het Vlaams, het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duistalige Gemeenschap, bl. 15453.

23 FEVRIER 2006. — Ordonnance portant assentiment est donné à l’Accord de coopération du 30 mai 2005 relatif à l’économie plurielle conclu entre l’Etat fédéral, la Région flamande, la Région wallonne, la Région de Bruxelles-Capitale et la Communauté germanophone, p. 15453.

23 FEBRUARI 2006. — Verordening houdende de algemene uitgavenbegroting van de Agglomeratie Brussel voor het begrotingsjaar 2006, bl. 15462.

23 FEVRIER 2006. — Règlement contenant le budget général des dépenses de l’Agglomération de Bruxelles pour l’année budgétaire 2006, p. 15462.

23 FEBRUARI 2006. — Verordening houdende de Middelenbegroting van de Agglomeratie Brussel voor het begrotingsjaar 2006, bl. 15463.

23 FEVRIER 2006. — Règlement contenant le budget des Voies et Moyens de l’Agglomération de Bruxelles pour l’année budgétaire 2006, p. 15463. Autres arrêtés

Andere besluiten Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken en Federale Overheidsdienst Justitie Geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus. Benoemingen, bl. 15465. Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer Afzonderlijke personeelsformatie. Nationale Orden, bl. 15466. Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Personeel. Eervol ontslag, bl. 15466. Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid

Service public fédéral Intérieur et Service public fédéral Justice Police intégrée structurée à deux niveaux. Nominations, p. 15465. Service public fédéral Mobilité et Transports Cadre organique distinct. Ordres nationaux, p. 15466. Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale Personnel. Démission honorable, p. 15466. Service public fédéral Sécurité sociale

14 FEBRUARI 2006. — Koninklijk besluit tot goedkeuring van de wijziging van de statuten van « (PARTENA) – Kinderbijslagfonds », bl. 15467.

14 FEVRIER 2006. — Arrêté royal portant approbation de la modification des statuts de « (PARTENA) – Caisse de compensation pour allocations familiales », p. 15467.

Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement

22 FEBRUARI 2006. — Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 2 februari 2005 tot erkenning van de laboratoria voor ontleding van en controle op de geneesmiddelen, bl. 15475.

22 FEVRIER 2006. — Arrêté ministériel modifiant l’arrêté ministériel du 2 février 2005 relatif à l’agrément des laboratoires d’analyse et de contrôle des médicaments, p. 15475.

23 FEBRUARI 2006. — Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 3 juni 2003 houdende benoeming en aanwijzing van de voorzitters, leden en secretarissen van de Commissie voor de machtiging van de apothekers die bevoegd zijn om verstrekkingen te verrichten die tot de klinische biologie behoren, bl. 15475.

23 FEVRIER 2006. — Arrêté ministériel modifiant l’arrêté ministériel du 3 juin 2003 portant nomination et désignation des présidents, membres et secrétaires de la Commission d’habilitation des pharmaciens appelés à effectuer des prestations de biologie clinique, p. 15475.

Federale Overheidsdienst Justitie Rechterlijke Orde, bl. 15476. Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie

Service public fédéral Justice Ordre judiciaire, p. 15476. Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie

23 FEBRUARI 2006. — Ministerieel besluit tot erkenning van een coöperatieve vennootschap, bl. 15476.

23 FEVRIER 2006. — Arrêté ministériel portant agréation d’une société coopérative, p. 15476.

Wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet. Erkenning. Registratie, bl. 15477.

Loi du 12 juin 1991 relative au crédit à la consommation. Agrément. Enregistrement, p. 15477.

15370

BELGISCH STAATSBLAD − 15.03.2006 − Ed. 2 − MONITEUR BELGE

Gemeenschaps- en Gewestregeringen

Gouvernements de Communauté et de Région

Vlaamse Gemeenschap Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 24 OKTOBER 2005. — Ministerieel besluit houdende oprichting en samenstelling van de commissie vrijstellingen leegstand woningen, bl. 15477. 6 FEBRUARI 2006. — Ministerieel besluit betreffende de vaststelling van het jaarprogramma 2006 voor de subsidiëring van projecten in het kader van het PRESTI 5-programma, bl. 15478. Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest. Erkenning bodemsaneringsdeskundige, bl. 15479. Waterwegen en Zeekanaal N.V. Extern Verzelfstandigd Agentschap. Onteigeningen, bl. 15479. — Provincie Oost-Vlaanderen. Ruimtelijke ordening, bl. 15479. — Het Gemeenschapsonderwijs. Personeelsbeleid. Decreet Rechtspositie Personeelsleden Gemeenschapsonderwijs. Bijkomende oproep tot deelname aan de opleiding voor het ambt van directeur, adjunct-directeur en onderdirecteur 2006-2007, bl. 15480. Departement Algemene Zaken en Financiën Personeel. Benoeming, bl. 15482. Departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw Private arbeidsbemiddeling, bl. 15482. Departement Leefmilieu en Infrastructuur Wegen van het Vlaamse Gewest, bl. 15482. Région wallonne Ministère de la Région wallonne Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de M. Daniel Blommaert, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 15483. — Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de M. Eddy Van Looy, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 15484. — Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de M. Eddy Van Damme, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 15486. — Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement des Transports Quoniam, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 15488. — Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de M. Jocelyn Baudour, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 15490. — Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de la S.P.R.L. Chantier de Récupération de Wasmuel, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 15492. — Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de la S.A. Transports & Manutention Deschieter, en qualité de collecteur et de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 15494. — Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de M. César Conard, en qualité de collecteur et de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 15495. — Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de M. Frans Bosmans, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 15497. — Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de la « B.V.B.A. Vanhoeyveld B & M », en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 15499. — Pouvoirs locaux, p. 15501.

BELGISCH STAATSBLAD − 15.03.2006 − Ed. 2 − MONITEUR BELGE Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Région de Bruxelles-Capitale

Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Ministère de la Région de Bruxelles-Capitale

15371

16 FEBRUARI 2006. — Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering waarbij één ambtenaar van rang A3 tot lid van de directieraad van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp wordt aangewezen, bl. 15503.

16 FEVRIER 2006. — Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale portant désignation d’un agent de rang A3 en qualité de membre du conseil de direction du Service d’Incendie et d’Aide médicale urgente de la Région de Bruxelles-Capitale, p. 15503.

Bekendmaking, bij uittreksel, van het besluit houdende erkenning van de B.V.B.A. GEOLAB als adviesbureau op het vlak van « Bodemverontreiniging » (Inhoud bepaald door het artikel 71 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunning en het artikel 67 van het besluit van 21 januari 1999 tot vaststelling van de uitbatingsvoorwaarden voor benzinestations). Bodemverontreiniging, bl. 15503. Bekendmaking, bij uittreksel, van het besluit houdende erkenning van de C.V.B.A. DLV MILIEUCONSULT als adviesbureau op het vlak van « Bodemverontreiniging » (Inhoud bepaald door het artikel 71 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunning en het artikel 67 van het besluit van 21 januari 1999 tot vaststelling van de uitbatingsvoorwaarden voor benzinestations). Bodemverontreiniging, bl. 15504. — Bekendmaking, bij uittreksel, van het besluit houdende erkenning van de B.V.B.A. SANECO als adviesbureau op het vlak van « Bodemverontreiniging » (Inhoud bepaald door het artikel 71 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunning en het artikel 67 van het besluit van 21 januari 1999 tot vaststelling van de uitbatingsvoorwaarden voor benzinestations). Bodemverontreiniging, bl. 15504. — Bekendmaking, bij uittreksel, van het besluit houdende erkenning van de N.V. « Société pour Hydraulique, l’Environnement et de la Réhabilitation » als adviesbureau op het vlak van « Bodemverontreiniging » (Inhoud bepaald door het artikel 71 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunning en het artikel 67 van het besluit van 21 januari 1999 tot vaststelling van de uitbatingsvoorwaarden voor benzinestations). Bodemverontreiniging, bl. 15504. — Bekendmaking, bij uittreksel, van het besluit houdende erkenning van de B.V.B.A. GEODIAGNOSTIC als adviesbureau op het vlak van « Bodemverontreiniging » (Inhoud bepaald door het artikel 71 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunning en het artikel 67 van het besluit van 21 januari 1999 tot vaststelling van de uitbatingsvoorwaarden voor benzinestations). Bodemverontreiniging, bl. 15504. — Bekendmaking, bij uittreksel, van het besluit houdende erkenning van de N.V. DELTA SOL als ophaler van gevaarlijke afvalstoffen (Inhoud bepaald door het artikel 71 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunning en het artikel 16 van het besluit van 19 september 1991 houdende regeling van de verwijdering van gevaarlijke afvalstoffen. Ophalers van gevaarlijke afvalstoffen, bl. 15505. — Bekendmaking, bij uittreksel, van het besluit houdende erkenning van de N.V. MEBROM als ophaler van gevaarlijke afvalstoffen (Inhoud bepaald door het artikel 71 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunning en het artikel 16 van het besluit van 19 september 1991 houdende regeling van de verwijdering van gevaarlijke afvalstoffen. Ophalers van gevaarlijke afvalstoffen, bl. 15505. — Bekendmaking, bij uittreksel, van het besluit houdende erkenning van de N.V. ARGENTIA als ophaler van gevaarlijke afvalstoffen (Inhoud bepaald door het artikel 71 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunning en het artikel 16 van het besluit van 19 september 1991 houdende regeling van de verwijdering van gevaarlijke afvalstoffen. Ophalers van gevaarlijke afvalstoffen, bl. 15505. — Bekendmaking, bij uittreksel, van het besluit houdende erkenning van de N.V. ARGENTIA als ophaler van afvaloliën (Inhoud bepaald door het artikel 71 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunning en het artikel 14 van het besluit van 19 september 1991 houdende regeling van de verwijdering van afvalolie. Ophalers van afvalolie, bl. 15505. — Bekendmaking, bij uittreksel, van de registratie van de heer CUVELIER, David, als vervoerder van afgedankte voertuigen (Inhoud bepaald door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 april 2004 betreffende het beheer van afgedankte voertuigen). Brussels Instituut voor Milieubeheer. Registratie als vervoerder van afgedankte voertuigen, bl. 15506. — Toelatingen tot de stage. Benoemingen. Ontslagen. Overdrachten. Erratum, bl. 15506.

Publication par extrait de l’arrêté d’agréation de la S.P.R.L. GEOLAB en qualité de bureau d’étude en matière de « Pollution du sol » (Contenu déterminé par l’article 71 de l’ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d’environnement et l’article 67 de l’arrêté du 21 janvier 1999 fixant les conditions d’exploiter des stations-service). Pollution du sol, p. 15503. — Publication par extrait de l’arrêté d’agréation de la S.C.R.L. DLV MILIEUCONSULT en qualité de bureau d’étude en matière de « Pollution du sol » (Contenu déterminé par l’article 71 de l’ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d’environnement et l’article 67 de l’arrêté du 21 janvier 1999 fixant les conditions d’exploiter des stations-service). Pollution du sol, p. 15504. — Publication par extrait de l’arrêté d’agréation de la S.P.R.L. SANECO en qualité de bureau d’étude en matière de « Pollution du sol » (Contenu déterminé par l’article 71 de l’ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d’environnement et l’article 67 de l’arrêté du 21 janvier 1999 fixant les conditions d’exploiter des stations-service). Pollution du sol, p. 15504. — Publication par extrait de l’arrêté d’agréation de la S.A. Société pour Hydraulique, l’Environnement et de la Réhabilitation en qualité de bureau d’étude en matière de « Pollution du sol » (Contenu déterminé par l’article 71 de l’ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d’environnement et l’article 67 de l’arrêté du 21 janvier 1999 fixant les conditions d’exploiter des stations-service). Pollution du sol, p. 15504. — Publication par extrait de l’arrêté d’agréation de la S.P.R.L. GEODIAGNOSTIC en qualité de bureau d’étude en matière de « Pollution du sol » (Contenu déterminé par l’article 71 de l’ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d’environnement et l’article 67 de l’arrêté du 21 janvier 1999 fixant les conditions d’exploiter des stations-service). Pollution du sol, p. 15504. — Publication par extrait de l’arrêté d’agréation de la S.A. DELTA SOL en qualité de collecteur de déchets dangereux (Contenu déterminé par l’article 71 de l’ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d’environnement et l’article 16 de l’arrêté du 19 septembre 1991 réglant l’élimination des déchets dangereux). Collecteurs de déchets dangereux, p. 15505. — Publication par extrait de l’arrêté d’agréation de la S.A. MEBROM en qualité de collecteur de déchets dangereux (Contenu déterminé par l’article 71 de l’ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d’environnement et l’article 16 de l’arrêté du 19 septembre 1991 réglant l’élimination des déchets dangereux). Collecteurs de déchets dangereux, p. 15505. — Publication par extrait de l’arrêté d’agréation de la S.A. ARGENTIA en qualité de collecteur de déchets dangereux (Contenu déterminé par l’article 71 de l’ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d’environnement et l’article 16 de l’arrêté du 19 septembre 1991 réglant l’élimination des déchets dangereux). Collecteurs de déchets dangereux, p. 15505. — Publication par extrait de l’arrêté d’agréation de la S.A. ARGENTIA en qualité de collecteur d’huiles usagées (Contenu déterminé par l’article 71 de l’ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d’environnement et l’article 14 de l’arrêté du 19 septembre 1991 réglant l’élimination des huiles usagées. Collecteurs d’huiles usagées, p. 15505. — Publication par extrait de l’enregistrement de M. CUVELIER, David, comme transporteur de véhicules usagés (Contenu déterminé par l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 15 avril 2004 relatif à la gestion des véhicules hors d’usage). Institut bruxellois pour la gestion de l’Environnement. Enregistrement comme transporteur de véhicules usagés, p. 15506. — Admissions au stage. Nominations. Démissions. Transferts. Erratum, p. 15506.

15372

BELGISCH STAATSBLAD − 15.03.2006 − Ed. 2 − MONITEUR BELGE Officiële berichten

Avis officiels

Kamer van volksvertegenwoordigers

Chambre des représentants

Vast Comité van toezicht op de politiediensten (Vast Comité P). Vacature van een ambt van griffier. Oproep tot kandidaten, bl. 15506.

Comité permanent de contrôle des services de police. (Comité permanent P). Vacance d’une fonction de greffier. Appel aux candidats, p. 15506.

Arbitragehof

Cour d’arbitrage

Uittreksel uit arrest nr. 12/2006 van 25 januari 2006, bl. 15508.

Extrait de l’arrêt n° 12/2006 du 25 janvier 2006, p. 15507.

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, bl. 15513.

Avis prescrit par l’article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d’arbitrage, p. 15511.

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, bl. 15518.

Avis prescrit par l’article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d’arbitrage, p. 15518.

Schiedshof Auszug aus dem Urteil Nr. 12/2006 vom 25. Januar 2006, S. 15509. Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Schiedshof, S. 15515. Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Schiedshof, S. 15518.

Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen Registratie als hypotheekonderneming overeenkomstig artikel 43bis van de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet, bl. 15519. Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken

Commission bancaire, financière et des Assurances Enregistrement comme entreprise hypothécaire conformément à l’article 43bis de la loi du 4 août 1992 relative au crédit hypothécaire, p. 15519. Service public fédéral Intérieur

4 AUGUSTUS 2005. — Ministeriële omzendbrief aangaande het bijzonder rampenplan voor hulpverlening betreffende het ingeperkt gebruik van genetisch gemodificeerde micro-organismen. Duitse vertaling, bl. 15519.

4 AOUT 2005. — Circulaire relative aux plans particuliers d’urgence et d’intervention concernant les micro-organismes génétiquement modifiés. Traduction allemande, p. 15519.

21 SEPTEMBER 2005. — Omzendbrief met betrekking tot de nieuwe gemeenschappelijke vermeldingen die kunnen worden gebruikt in het geval van de afgifte van een Benelux-visum A, B, C of D + C en de nieuwe nationale vermeldingen die voor België moeten worden gebruikt in het geval van de afgifte van een visum D of een machtiging tot voorlopig verblijf. Duitse vertaling, bl. 15522.

21 SEPTEMBRE 2005. — Circulaire relative aux nouvelles mentions communes pouvant être utilisées en cas de délivrance d’un visa Benelux A, B, C ou D + C ainsi qu’aux nouvelles mentions nationales devant être utilisées pour la Belgique en cas de délivrance d’un visa D ou d’une autorisation de séjour provisoire. Traduction allemande, p. 15522.

7 DECEMBER 2005. — Omzendbrief ZPZ 25. Procedures voor hernieuwing en aanwijzing « en régime » in het mandaat van korpschef. Duitse vertaling, bl. 15526.

7 DECEMBRE 2005. — Circulaire ZPZ 25. Procédures de renouvellement et de désignation « en régime » du mandat de chef de corps. Traduction allemande, p. 15526.

¨ ffentlicher Dienst Inneres Föderaler O 4. AUGUST 2005 — Ministerielles Rundschreiben über die besonderen Noteinsatzpläne betreffend die genetisch veränderten Mikroorganis¨ bersetzung, S. 15519. men. Deutsche U 21. SEPTEMBER 2005 — Rundschreiben über die neuen gemeinsamen Angaben, die bei Ausstellung von Benelux-Visa A, B, C beziehungsweise D + C verwendet werden können, und über die neuen einzelstaatlichen Angaben, die für Belgien bei Ausstellung von Visa D ¨ bersetzung, bl. 15522. oder vorläufigen Aufenthaltserlaubnissen verwendet werden müssen. Deutsche U 7. DEZEMBER 2005 — Rundschreiben ZPZ 25. Verfahren zur Erneuerung des Mandats als Korpschef und zur gewöhnlichen ¨ bersetzung, bl. 15526. verordnungsgemäßen Bestellung zu diesem Mandat. Deutsche U

Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer

Examens met het Frans, Nederlands en Duits als voertaal voor de brevetten van beroepsbekwaamheid voor het leidend en onderwijzend personeel der erkende rijscholen, bl. 15529. — Directie Wegverkeer. Dienst Voertuigen. Omzendbrief van 15 februari 2006 betreffende sommige verbouwde voertuigen (cat. M1). Erratum, bl. 15529.

Service public fédéral Mobilité et Transports

Examens en langue française, néerlandaise et allemande pour le brevet d’aptitude professionnelle du personnel dirigeant et enseignant des écoles de conduite agréées, p. 15529. — Direction Circulation routière. Service Véhicules. Circulaire du 15 février 2006 relative à certains véhicules transformés (cat. M1). Erratum, p. 15529.

BELGISCH STAATSBLAD − 15.03.2006 − Ed. 2 − MONITEUR BELGE Federale Overheidsdienst Justitie Wet van 15 mei 1987 betreffende de namen en voornamen. Bekendmakingen, bl. 15529. — Wet van 15 mei 1987 betreffende de namen en voornamen. Bekendmakingen, bl. 15531. — Directoraatgeneraal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden. Burgerlijke Stand. Uittreksel overeenkomstig artikel 118 van het Burgerlijk Wetboek, bl. 15531. — Directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden. Burgerlijke Stand. Uittreksel overeenkomstig artikel 118 van het Burgerlijk Wetboek, bl. 15532. Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Raad voor de Mededinging. Kennisgeving. Voorafgaande aanmelding van een concentratie. Zaak nr. CONC-C/C-06/0012 : GB-Inno-BM S.A./Suez Tractebel S.A./Trasys S.A., bl. 15532. Agenda’s Brussels Hoofdstedelijk Parlement, bl. 15532.

15373

Service public fédéral Justice Loi du 15 mai 1987 relative aux noms et prénoms. Publications, p. 15529. — Loi du 15 mai 1987 relative aux noms et prénoms. Publications, p. 15531. — Direction générale de la Législation et des Libertés et Droits fondamentaux. Etat civil. Extrait en conformité de l’article 118 du Code civil, p. 15531. — Direction générale de la Législation et des Libertés et Droits fondamentaux. Etat civil. Extrait en conformité de l’article 118 du Code civil, p. 15532.

Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie Conseil de la concurrence. Avis. Notification préalable d’une opération de concentration. Affaire n° CONC-C/C-06/0012 : GB-Inno-BM S.A./Suez Tractebel S.A./Trasys S.A., p. 15532. Ordres du jour Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale, p. 15532.

Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bl. 15533.

Commission communautaire commune de la Région de Bruxelles-Capitale, p. 15533.

De Wettelijke Bekendmakingen en Verschillende Berichten worden niet opgenomen in deze inhoudsopgave en bevinden zich van bl. 15534 tot bl. 15564.

Les Publications légales et Avis divers ne sont pas repris dans ce sommaire mais figurent aux pages 15534 à 15564.

15374

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE N. 2006 — 1006

[C − 2006/11087]

22 FEBRUARI 2006. — Wet tot wijziging van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst en van de wet van 27 maart 1995 betreffende de verzekeringsbemiddeling en de distributie van verzekeringen (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE F. 2006 — 1006

[C − 2006/11087]

22 FEVRIER 2006. — Loi modifiant la loi du 25 juin 1992 sur le contrat d’assurance terrestre et la loi du 27 mars 1995 relative à l’intermédiation en assurances et à la distribution d’assurances (1)

ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Les Chambres ont adopté et Nous sanctionnons ce qui suit :

HOOFDSTUK I. — Inleidende bepalingen

CHAPITRE Ier. — Dispositions introductives

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Article 1er. La présente loi règle une matière visée à l’article 78 de la Constitution.

Art. 2. Met deze wet wordt Richtlijn 2002/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 december 2002 betreffende verzekeringsbemiddeling, omgezet in Belgisch recht.

Art. 2. Cette loi vise la transposition en droit belge de la directive 2002/92/CE du Parlement européen et du Conseil du 9 décembre 2002 sur l’intermédiation en assurance.

HOOFDSTUK II. — Wijzigingen van de wet van 27 maart 1995 betreffende de verzekeringsbemiddeling en de distributie van verzekeringen

CHAPITRE II. — Modifications de la loi du 27 mars 1995 relative à l’intermédiation en assurances et à la distribution d’assurances

Art. 3. In het opschrift van de wet van 27 maart 1995 betreffende de verzekeringsbemiddeling en de distributie van verzekeringen wordt het woord « verzekeringsbemiddeling » vervangen door de woorden « verzekerings- en herverzekeringsbemiddeling ».

Art. 3. Dans l’intitulé de la loi du 27 mars 1995 relative à l’intermédiation en assurances et à la distribution d’assurances, les mots « intermédiation en assurances » sont remplacés par les mots « intermédiation en assurances et en réassurances ».

Art. 4. Voorafgaand aan het huidige hoofdstuk I van dezelfde wet, dat hoofdstuk Ibis zal vormen, wordt een nieuw hoofdstuk I ingevoegd, luidende :

Art. 4. Avant l’actuel chapitre Ier de la même loi, qui formera le chapitre Ierbis, il est inséré un nouveau chapitre premier, rédigé comme suit : « CHAPITRE Ier. — Définitions

« HOOFDSTUK I. — Definities er

Artikel 1. — Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder :

Article 1 . — Pour l’application de la présente loi, il y a lieu d’entendre par :

1° « verzekeringsbemiddeling » : de werkzaamheden die bestaan in het aanbieden, het voorstellen, het verrichten van voorbereidend werk tot het sluiten van verzekeringsovereenkomsten of het sluiten van verzekeringsovereenkomsten, dan wel in het assisteren bij het beheer en de uitvoering ervan;

1° « intermédiation en assurances » : toute activité consistant à présenter ou à proposer des contrats d’assurance ou à réaliser d’autres travaux préparatoires à leur conclusion ou à les conclure, ou à contribuer à leur gestion et à leur exécution;

worden niet als verzekeringsbemiddeling beschouwd :

ne sont pas considérées comme une intermédiation en assurances :

— werkzaamheden uitgeoefend door een verzekeringsonderneming of door een werknemer van een verzekeringsonderneming onder de verantwoordelijkheid van deze laatste;

— les activités exercées par une entreprise d’assurances ou un salarié d’une entreprise d’assurances qui agit sous la responsabilité de cette dernière;

— werkzaamheden bestaande uit incidentele informatieverstrekking in het kader van een andere beroepswerkzaamheid, mits het doel van deze werkzaamheden niet bestaat in het assisteren van de cliënt bij de sluiting of uitvoering van een verzekeringsovereenkomst, in het beroepshalve verrichten van schadebeheer voor een verzekeringsonderneming of in schaderegeling en schade-expertise;

— les activités consistant à fournir des informations à titre occasionnel dans le cadre d’une autre activité professionnelle pour autant que ces activités n’aient pas pour objet d’aider le client à conclure ou à exécuter un contrat d’assurance, la gestion, à titre professionnel, des sinistres d’une entreprise d’assurances ou les activités d’estimation et de liquidation des sinistres;

2° « herverzekeringsbemiddeling » : de werkzaamheden die bestaan in het aanbieden, het voorstellen, het verrichten van voorbereidend werk tot het sluiten van herverzekeringsovereenkomsten of het sluiten van herverzekeringsovereenkomsten, dan wel in het assisteren bij het beheer en de uitvoering ervan;

2° « intermédiation en réassurances » : toute activité consistant à présenter ou à proposer des contrats de réassurance ou à réaliser d’autres travaux préparatoires à leur conclusion ou à les conclure, ou à contribuer à leur gestion et à leur exécution;

worden niet als herverzekeringsbemiddeling beschouwd :

ne sont pas considérées comme une intermédiation en réassurances :

— werkzaamheden uitgeoefend door een herverzekeringsonderneming of door een werknemer van een herverzekeringsonderneming onder de verantwoordelijkheid van deze laatste;

— les activités exercées par une entreprise de réassurances ou un salarié d’une entreprise de réassurances qui agit sous la responsabilité de cette dernière;

— werkzaamheden bestaande uit incidentele informatieverstrekking in het kader van een andere beroepswerkzaamheid, mits het doel van deze werkzaamheden niet bestaat in het assisteren van de cliënt bij de sluiting of uitvoering van een herverzekeringsovereenkomst, in het beroepshalve verrichten van schadebeheer voor een herverzekeringsonderneming of in schaderegeling en schade-expertise;

— les activités consistant à fournir des informations à titre occasionnel dans le cadre d’une autre activité professionnelle pour autant que ces activités n’aient pas pour objet d’aider le client à conclure ou à exécuter un contrat de réassurance, la gestion, à titre professionnel, des sinistres d’une entreprise de réassurances ou les activités d’estimation et de liquidation des sinistres;


15375

3° « verzekeringstussenpersoon » : elke rechtspersoon of elke natuurlijke persoon werkzaam als zelfstandige in de zin van de sociale wetgeving, die activiteiten van verzekeringsbemiddeling uitoefent, zelfs occasioneel, of die er toegang toe heeft;

3° « intermédiaire d’assurances » : toute personne morale ou physique ayant la qualité de travailleur indépendant au sens de la législation sociale et exerç ant des activités d’intermédiation en assurances, même à titre occasionnel, ou ayant accès à cette activité;

4° « herverzekeringstussenpersoon « : elke rechtspersoon of elke natuurlijke persoon werkzaam als zelfstandige in de zin van de sociale wetgeving, die activiteiten van herverzekeringsbemiddeling uitoefent, zelfs occasioneel, of die er toegang toe heeft;

4° « intermédiaire de réassurances » : toute personne morale ou physique ayant la qualité de travailleur indépendant au sens de la législation sociale et exerç ant des activités d’intermédiation en réassurances, même à titre occasionnel, ou accédant à cette activité;

5° « verantwoordelijke voor de distributie » :

5° « responsable de la distribution » :

a) elke natuurlijke persoon behorend tot de leiding van of elke werknemer in dienst van een verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon, die de facto de verantwoordelijkheid heeft van of toezicht uitoefent op de werkzaamheid van verzekerings- en herverzekeringsbemiddeling;

a) toute personne physique appartenant à la direction d’un intermédiaire d’assurances ou de réassurances, ou tout employé au service d’un tel intermédiaire, et qui, de facto, assume la responsabilité de l’activité d’intermédiation en assurances et en réassurances ou en exerce le contrôle;

b) elke natuurlijke persoon die in een verzekeringsof herverzekeringsonderneming de facto de verantwoordelijkheid heeft van of toezicht uitoefent op personen die instaan voor de distributie van verzekeringsof herverzekeringsproducten;

b) toute personne physique qui, dans une entreprise d’assurances ou de réassurances, assume de facto la responsabilité à l’égard de personnes chargées de la distribution de produits d’assurance ou de réassurance ou exerce le contrôle sur de telles personnes;

6° « verzekeringsmakelaar » : de verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon die verzekeringsnemers en verzekeringsondernemingen, of verzekeringsondernemingen en herverzekeringsondernemingen, met elkaar in contact brengt, zonder in de keuze van deze gebonden te zijn;

6° « courtier d’assurances » : l’intermédiaire d’assurances ou de réassurances qui met en relation des preneurs d’assurance et des entreprises d’assurances, ou des entreprises d’assurances et des entreprises de réassurances, sans être lié par le choix de celles-ci;

7° « verzekeringsagent » : de verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon die, uit hoofde van een of meer overeenkomsten of volmachten, in naam en voor rekening van één of meerdere verzekeringsof herverzekeringsondernemingen werkzaamheden van verzekeringsof herverzekeringsbemiddeling uitoefent;

7° « agent d’assurances » : l’intermédiaire d’assurances ou de réassurances qui, en raison d’une ou plusieurs conventions ou procurations, au nom et pour le compte d’une seule ou de plusieurs entreprises d’assurances ou de réassurances, exerce des activités d’intermédiation en assurances ou en réassurances;

8° « verzekeringssubagent » : de verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon, andere dan deze bedoeld in de punten 6° en 7°, die handelt onder de verantwoordelijkheid van de in 6° of 7° bedoelde personen;

8° « sous-agent d’assurances » : l’intermédiaire d’assurances ou de réassurances, autre que celui visé aux points 6° et 7°, qui agit sous la responsabilité des personnes visées au 6° ou 7°;

9° « verzekeringsonderneming » : een verzekeringsonderneming in de zin van art. 91bis, 1° en 2°, van de controlewet verzekeringen;

9° « entreprise d’assurances » : une entreprise d’assurances au sens de l’article 91bis, 1° et 2°, de la loi de contrôle des assurances;

10° « herverzekeringsonderneming » : een herverzekeringsonderneming in de zin van art. 91bis, 3°, van de controlewet verzekeringen;

10° « entreprise de réassurances » : une entreprise de réassurances au sens de l’article 91bis, 3°, de la loi de contrôle des assurances;

11° « grote risico’s » : risico’s in de zin van artikel 1, 7, van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen;

11° « grands risques » : les risques au sens de l’article 1er, 7, de l’arrêté royal du 22 février 1991 portant règlement général relatif au contrôle des entreprises d’assurances;

12° « lidstaat » : een staat die deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte;

12° « Etat membre » : un Etat faisant partie de l’Espace économique européen;

13° « lidstaat van herkomst » :

13° « Etat membre d’origine » :

a) indien de verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon een natuurlijke persoon is, de lidstaat waar hij zijn woonplaats heeft en zijn werkzaamheden uitoefent;

a) si l’intermédiaire d’assurances ou de réassurances est une personne physique, l’Etat membre où il est domicilié et où il exerce ses activités;

b) indien de verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon een rechtspersoon is, de lidstaat waar zijn maatschappelijke zetel is gevestigd of, indien deze rechtspersoon volgens zijn nationale recht geen maatschappelijke zetel heeft, de lidstaat waar zijn hoofdkantoor is gevestigd;

b) si l’intermédiaire d’assurances ou de réassurances est une personne morale, l’Etat membre où est établi son siège social ou, si cette personne morale n’a pas de siège social aux termes de son droit national, l’Etat membre où est située son administration centrale;

14° « lidstaat van ontvangst » : de lidstaat, andere dan de lidstaat van herkomst, waarin een verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon een bijkantoor heeft of vrij diensten verricht;

14° « Etat membre d’accueil » : l’Etat membre, autre que l’Etat membre d’origine, où un intermédiaire d’assurances ou de réassurances a une succursale ou exerce une activité en libre prestation de services;

15° « CBFA » : de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen;

15° « CBFA » : la Commission bancaire, financière et des Assurances;

16° « bevoegde autoriteiten » : de autoriteiten in de zin van artikel 2, punt 11 van de richtlijn;

16° « autorités compétentes » : les autorités au sens de l’article 2, point 11, de la directive;

17° « duurzame drager » : elk hulpmiddel dat de cliënt in staat stelt aan hem persoonlijk gerichte informatie op zodanige wijze op te slaan dat hij deze gedurende een voor het doel van de informatie toereikende periode kan raadplegen en waarmee de opgeslagen informatie ongewijzigd kan worden gereproduceerd;

17° « support durable » : tout instrument permettant au client de stocker des informations qui lui sont adressées personnellement, de telle sorte qu’elles puissent être consultées ultérieurement pendant une période adaptée à l’objectif de ces informations, et permettant la reproduction exacte des informations stockées;

onder duurzame drager wordt in het bijzonder verstaan computerdiskettes, cd-rom’s, DVD’s en de harde schijf van de computer van de consument waarop de elektronische post wordt opgeslagen, maar niet internet-websites, tenzij die voldoen aan de in de definitie van duurzame drager opgenomen criteria;

en particulier, la notion de « support durable » inclut les disquettes informatiques, les CD-ROM, les DVD et le disque dur de l’ordinateur du consommateur sur lequel le courrier électronique est stocké, mais ne comprennent pas un site Internet, sauf si ce site satisfait aux critères spécifiés dans la définition du support durable;

15376


18° « de controlewet verzekeringen » : de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen;

18° « la loi de contrôle des assurances » : la loi du 9 juillet 1975 relative au contrôle des entreprises d’assurances;

19° « de wet van 2 augustus 2002 » : de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten;

19° « la loi du 2 août 2002 » : la loi du 2 août 2002 relative à la surveillance du secteur financier et aux services financiers;

20° « de richtlijn » : Richtlijn 2002/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 december 2002 betreffende verzekeringsbemiddeling. »

20° « la directive » : la directive 2002/92/CE du Parlement européen et du Conseil du 9 décembre 2002 sur l’intermédiation en assurance. »

Art. 5. Artikel 1 van dezelfde wet, wordt artikel 1bis van die wet, met dien verstande dat in dat artikel de volgende wijzigingen worden aangebracht :

Art. 5. L’article 1er de la même loi en devient l’article 1erbis, étant entendu qu’à cet article sont apportées les modifications suivantes :

1° het woord « verzekeringsovereenkomsten » wordt vervangen door de woorden « verzekeringsof herverzekeringsovereenkomsten »;

1° les mots « contrats d’assurance » sont remplacés par les mots « contrats d’assurance ou de réassurance »;

2° de woorden « waaraan voldaan moet zijn om als verzekeringstussenpersoon op te treden of om verzekeringsproducten aan het publiek te koop aan bieden in welke vorm ook » worden vervangen door de woorden « betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheid van verzekerings- en herverzekeringsbemiddeling, de distributie van verzekeringen ».

2° les mots « à remplir pour agir en qualité d’intermédiaire d’assurances ou offrir en vente au public des produits d’assurance sous quelque forme que ce soit » sont remplacés par les mots « relatives à l’accès à l’activité d’intermédiation en assurances et en réassurances ainsi qu’à l’exercice de cette activité, la distribution d’assurances ».

Art. 6. Artikel 2 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 11 april 1999, wordt vervangen als volgt :

Art. 6. L’article 2 de la même loi, modifié par la loi du 11 avril 1999, est remplacé par la disposition suivante :

« Art. 2. — § 1. Deze wet is van toepassing op de verzekeringstussenpersonen en de herverzekeringstussenpersonen met België als lidstaat van herkomst of die in België werkzaam zijn.

« Art. 2. — § 1er. La présente loi s’applique aux intermédiaires d’assurances et aux intermédiaires de réassurances dont l’Etat membre d’origine est la Belgique ou qui exercent leur activité en Belgique.

§ 2. Deze wet is niet van toepassing op de in § 1 bedoelde personen, in de hiernavolgende gevallen :

§ 2. La présente loi ne s’applique pas aux personnes visées au § 1er dans les cas suivants :

1° wanneer zij hun activiteiten uitsluitend uitoefenen met het oog op het verzekeren of het herverzekeren van risico’s van de eigen onderneming of van de groep van ondernemingen waartoe ze behoren;

1° lorsqu’elles exercent leurs activités exclusivement en vue d’assurer ou de réassurer des risques de leur entreprise propre ou du groupe d’entreprises auquel elles appartiennent;

2° wanneer de verzekeringsof herverzekeringsbemiddeling betrekking heeft op verzekeringsof herverzekeringsovereenkomsten m.b.t. dewelke alle hiernavolgende voorwaarden vervuld zijn :

2° lorsque l’intermédiation en assurances ou en réassurances porte sur des contrats d’assurance ou de réassurance pour lesquels toutes les conditions suivantes sont remplies :

a) de overeenkomst vergt slechts kennis van de verzekeringsdekking die geboden wordt;

a) le contrat requiert uniquement une connaissance de la couverture offerte par l’assurance;

b) de overeenkomst is geen levensverzekeringsovereenkomst; c) de overeenkomst dekt geen aansprakelijkheidsrisico’s;

b) le contrat n’est pas un contrat d’assurance vie; c) le contrat ne comporte aucune couverture de la responsabilité civile;

d) de persoon in kwestie heeft een andere hoofdberoepswerkzaamheid dan verzekeringsof herverzekeringsbemiddeling;

d) l’intermédiation en assurances ou en réassurances ne constitue pas l’activité professionnelle principale des personnes considérées;

e) de verzekering is een aanvulling op de levering van een product of de verrichting van een dienst door eender welke aanbieder, en dekt :

e) l’assurance constitue un complément au produit ou au service fourni par un fournisseur quel qu’il soit, lorsqu’elle couvre :

— het risico van defect, verlies of beschadiging van door die aanbieder geleverde goederen; of

— le risque de mauvais fonctionnement, de perte ou d’endommagement des biens fournis par ce fournisseur, ou

— het risico van beschadiging of verlies van bagage en andere risico’s die verbonden zijn aan een bij die aanbieder geboekte reis, zelfs indien deze verzekering de dekking omvat van levensverzekerings- of aansprakelijkheidsrisico’s, maar dan wel op voorwaarde dat de dekking bijkomend is aan de hoofddekking van de met de reis verbonden risico’s.

— le risque d’endommagement ou de perte de bagages et les autres risques liés à un voyage réservé auprès de ce fournisseur, même si l’assurance couvre la vie ou la responsabilité civile, à la condition que cette couverture soit accessoire à la couverture principale relative aux risques liés à ce voyage.

f) het bedrag van de jaarlijkse premie is niet hoger dan 500 euro en de volledige looptijd van de overeenkomst, met inbegrip van eventuele verlengingen, bedraagt niet meer dan vijf jaar;

f) le montant de la prime annuelle ne dépasse pas 500 euros et la durée totale du contrat, reconductions éventuelles comprises, n’est pas supérieure à cinq ans;

§ 3. De personen die in een verzekeringsof herverzekeringsonderneming die in België werkzaam is, als verantwoordelijke voor de distributie zijn aangewezen, moeten voldoen aan dezelfde vereisten van beroepskennis, geschiktheid en professionele betrouwbaarheid als de verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen zoals voorgeschreven in artikel 10, 1°, 2°bis en 3°.

§ 3. Les personnes qui, dans une entreprise d’assurances ou de réassurances opérant en Belgique, sont désignées comme responsables de la distribution doivent satisfaire aux mêmes conditions en matière de connaissance professionnelle, d’aptitude et d’honorabilité professionnelle que celles prévues pour les intermédiaires d’assurances et de réassurances à l’article 10, 1°, 2°bis et 3°.

De andere personen van een verzekeringsof herverzekeringsonderneming die op welke wijze ook in contact staan met het publiek met het oog op het te koop aanbieden of verkopen van de producten van hun onderneming moeten voldoen aan de in artikel 11, § 2, bepaalde vereisten inzake beroepskennis. »

Les autres personnes d’une entreprise d’assurances ou de réassurances qui, de quelque manière que ce soit, sont en rapport avec le public en vue d’offrir en vente ou de vendre des produits de leur entreprise doivent satisfaire aux conditions en matière de connaissances professionnelles fixées à l’article 11, § 2. »

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Art. 7. Artikel 3 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :

15377

Art. 7. L’article 3 de la même loi est remplacé par la disposition suivante :

« Art. 3. — Als een verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon werknemers in dienst heeft, moet aan de vereisten van beroepskennis, geschiktheid en professionele betrouwbaarheid als bedoeld bij artikel 10, 1°, 2°bis en 3°, worden voldaan door de verantwoordelijken voor de distributie.

« Art. 3. — Lorsqu’un intermédiaire d’assurances ou de réassurances occupe des travailleurs, les conditions relatives aux connaissances professionnelles, aptitudes et honorabilité professionnelle visées à l’article 10, 1°, 2°bis et 3°, doivent être remplies par les responsables de la distribution.

De andere personen die zich rechtstreeks met verzekerings- en herverzekeringsbemiddeling bezig houden, inzonderheid iedere persoon die daartoe op welke wijze ook in contact staat met het publiek, moeten voldoen aan de vereisten van beroepskennis als bedoeld in artikel 11, § 2. »

Les autres personnes qui s’occupent directement d’intermédiation en assurances ou en réassurances, en particulier toute personne qui, à cet effet et de quelque manière que ce soit, est en rapport avec le public, doivent satisfaire aux conditions en matière de connaissances professionnelles fixées à l’article 11, § 2. »

Art. 8. In artikel 4 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :

Art. 8. A l’article 4 de la même loi sont apportées les modifications suivantes :

1° het woord « tussenpersonen » wordt vervangen door de woorden « verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen »;

1° le mot « intermédiaires » est remplacé par les mots « intermédiaires d’assurances et de réassurances »;

2° de woorden « verantwoordelijken aan voor de distributie » worden vervangen door de woorden « een of meer natuurlijke personen als verantwoordelijke voor de distributie aan »;

2° les mots « des responsables de la distribution » sont remplacés par les mots « une ou plusieurs personnes physiques comme responsables de la distribution »;

3° de woorden « een distributieactiviteit » worden vervangen door de woorden « respectievelijk een verzekeringsbemiddeling- of distributieactiviteit »;

3° les mots « une activité de distribution est exercée » sont remplacés par les mots « est exercée, respectivement, une activité d’intermédiation en assurances ou de distribution d’assurances »;

4° de woorden « ze er meer dan vijf personen tewerkstellen » worden vervangen door de woorden « er meer dan vijf personen actief zijn inzake verzekeringsof herverzekeringsbemiddeling ».

4° les mots « s’ils y emploient plus de cinq personnes » sont remplacés par les mots « si plus de cinq personnes y opèrent en matière d’intermédiation en assurances ou en réassurances ».

Art. 9. Artikel 5 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 11 april 1999 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 maart 2003, wordt vervangen als volgt :

Art. 9. L’article 5 de la même loi, remplacé par la loi du 11 avril 1999 et modifié par l’arrêté royal du 25 mars 2003, est remplacé par la disposition suivante :

« Art. 5. — § 1. Geen enkele verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon met België als lidstaat van herkomst, mag de activiteit van verzekeringsof herverzekeringsbemiddeling uitoefenen, zonder vooraf ingeschreven te zijn in het register van de verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen bijgehouden door de CBFA.

« Art. 5. — § 1er. Aucun intermédiaire d’assurances ou de réassurances dont la Belgique est l’Etat membre d’origine ne peut exercer l’activité d’intermédiation en assurances ou en réassurances, s’il n’est préalablement inscrit au registre des intermédiaires d’assurances et de réassurances tenu par la CBFA.

Geen enkele verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon uit een andere lidstaat van herkomst dan België mag in België de activiteit van verzekeringsof herverzekeringsbemiddeling uitoefenen zonder vooraf ingeschreven te zijn als verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon door de bevoegde autoriteit van zijn lidstaat van herkomst, onverminderd het bepaalde bij artikel 8, § 2.

Aucun intermédiaire d’assurances ou de réassurances ayant comme Etat membre d’origine un pays autre que la Belgique ne peut exercer en Belgique l’activité d’intermédiation en assurances ou en réassurances, s’il n’est préalablement inscrit en qualité d’intermédiaire d’assurances ou de réassurances par l’autorité compétente de son Etat membre d’origine, sans préjudice des dispositions de l’article 8, § 2.

Geen enkele verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon met woonplaats of maatschappelijke zetel in een land buiten de Europese Economische Ruimte, mag in België de activiteit van verzekerings- en herverzekeringsbemiddeling uitoefenen, zonder vooraf ingeschreven te zijn in het register van de verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen bijgehouden door de CBFA.

Aucun intermédiaire d’assurances ou de réassurances ayant son domicile ou son siège social dans un pays non membre de l’Espace économique européen ne peut exercer en Belgique l’activité d’intermédiation en assurances ou en réassurances, s’il n’est préalablement inscrit au registre des intermédiaires d’assurances et de réassurances tenu par la CBFA.

Het door de CBFA bijgehouden register van de verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen wordt onderverdeeld in de categorieën « verzekeringsmakelaars », « verzekeringsagenten » en « verzekeringssubagenten ».

Le registre des intermédiaires d’assurances et de réassurances tenu par la CBFA est constitué des catégories suivantes : « courtiers d’assurances », « agents d’assurances » et « sous-agents d’assurances ».

Een verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon kan slechts in een van de voormelde categorieën worden ingeschreven.

Un intermédiaire d’assurances ou de réassurances ne peut être inscrit qu’à l’une des catégories précitées.

§ 2. Verzekerings- en herverzekeringsonder-nemingen, die een vestiging hebben in België of er hun activiteiten uitoefenen zonder er gevestigd te zijn, mogen geen beroep doen op een verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon die niet is ingeschreven overeenkomstig het bepaalde in § 1.

§ 2. Les entreprises d’assurances et de réassurances qui ont un établissement en Belgique ou qui y exercent leur activité sans y être établies ne peuvent faire appel à un intermédiaire d’assurances ou de réassurances qui n’est pas inscrit conformément aux dispositions du § 1er.

Indien zij niettemin beroep doen op een niet ingeschreven verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon zijn zij burgerrechtelijk aansprakelijk voor de handelingen van deze tussenpersonen verricht in het kader van hun activiteit van verzekerings- en herverzekeringsbemiddeling. »

Si elles font néanmoins appel à un intermédiaire d’assurances ou de réassurances non inscrit, elles sont civilement responsables pour les actes posés par ces intermédiaires dans le cadre de leur activité d’intermédiation en assurances ou en réassurances. »

Art. 10. In artikel 5bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 11 april 1999 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 maart 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

Art. 10. A l’article 5bis de la même loi, inséré par la loi du 11 avril 1999 et modifié par l’arrêté royal du 25 mars 2003, sont apportées les modifications suivantes :

1° in het eerste lid wordt het woord « tussenpersoon » vervangen door de woorden « verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon », wordt het woord « verzekeringsonderneming » vervangen door de woorden « verzekeringsof een herverzekeringsonderneming », wordt het woord « enkele » vervangen door het woord « meerdere » en wordt het woord « verzekeringsondernemingen » vervangen door de woorden « verzekeringsof herverzekeringsondernemingen »;

1° à l’alinéa premier, le mot « intermédiaire » est remplacé par les mots « intermédiaire d’assurances ou de réassurances », les mots « entreprise d’assurances » par les mots « entreprise d’assurances ou de réassurances », et les mots « entreprises d’assurances » par les mots « entreprises d’assurances ou de réassurances »; dans le texte néerlandais du même alinéa, le mot « enkele » est remplacé par le mot « meerdere »;

15378


2° het tweede lid wordt opgeheven;

2° l’alinéa 2 est abrogé;

3° in het vroegere derde lid, dat het tweede lid is geworden, wordt het woord « tussenpersoon » vervangen door de woorden « verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon » en wordt het woord « verzekeringsondernemingen » vervangen door de woorden « verzekeringsof herverzekeringsondernemingen »;

3° à l’alinéa 3 ancien, devenu l’alinéa 2, le mot « intermédiaire » est remplacé par les mots « intermédiaire d’assurances ou de réassurances », et les mots « entreprises d’assurances » par les mots « entreprises d’assurances ou de réassurances »;

4° in het vroegere vierde lid, dat het derde lid is geworden, wordt het woord « dadelijk » vervangen door het woord « onverwijld ».

4° dans le texte néerlandais de l’alinéa 4 ancien, devenu l’alinéa 3, le mot « dadelijk » est remplacé par le mot « onverwijld ».

Art. 11. Artikel 6 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 11 april 1999, wordt opgeheven.

Art. 11. L’article 6 de la même loi, modifié par la loi du 11 avril 1999, est abrogé.

Art. 12. Artikel 7 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 11 april 1999, wordt vervangen als volgt :

Art. 12. L’article 7 de la même loi, remplacé par la loi du 11 avril 1999, est remplacé par la disposition suivante :

« Art. 7. — Voor de werkzaamheden bedoeld bij deze wet, mag niemand de titel dragen van verzekeringsmakelaar, verzekeringsagent of verzekeringssubagent, of van makelaar, agent, of subagent, met verwijzing naar de activiteit van verzekeringen, herverzekeringen, verzekeringsof herverzekeringsbemiddeling, tenzij hij in het register van de verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen is ingeschreven, respectievelijk in de categorie « verzekeringsmakelaars », « verzekeringsagenten » of « verzekeringssubagenten ». »

« Art. 7. — Pour les activités visées par la présente loi, nul ne peut porter le titre de courtier d’assurances, agent d’assurances ou sousagent d’assurances, ou de courtier, agent ou sous-agent, pour indiquer l’activité d’assurance, de réassurance ou d’intermédiation en assurances ou en réassurances, s’il n’est inscrit au registre des intermédiaires d’assurances et de réassurances, respectivement dans la catégorie « courtiers d’assurances », « agents d’assurances », ou « sous-agents d’assurances ». »

Art. 13. Artikel 8 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 11 april 1999, wordt vervangen als volgt :

Art. 13. L’article 8 de la même loi, modifié par la loi du 11 avril 1999, est remplacé par la disposition suivante :

« Art. 8. — § 1. Elke in België ingeschreven verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon die voornemens is voor het eerst in een andere lidstaat werkzaamheden uit te oefenen in het stelsel van vrijheid van vestiging of vrijheid van dienstverrichting, stelt de CBFA daarvan vooraf in kennis. In het register wordt aangegeven in welke lidstaten de tussenpersoon werkzaam is door middel van vrijheid van vestiging of vrijheid van dienstverrichting.

« Art. 8. — § 1er. Tout intermédiaire d’assurances ou de réassurances inscrit en Belgique qui envisage d’exercer pour la première fois des activités dans un autre Etat membre sous le régime de liberté d’établissement ou de libre prestation de services, en avise préalablement la CBFA. Le registre indique dans quels Etats membres l’intermédiaire opère en vertu de la liberté d’établissement ou de la libre prestation de services.

De CBFA stelt binnen een maand na deze kennisgeving de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst die dit wenst van dit voornemen in kennis, en brengt de betrokken tussenpersoon van deze kennisgeving op de hoogte.

Dans le mois de la notification, la CBFA informe de cette intention l’autorité compétente de l’Etat membre d’accueil qui le souhaite, et communique cette notification à l’intermédiaire concerné.

§ 2. De in een andere lidstaat dan België ingeschreven verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon kan zijn werkzaamheden in België aanvangen, hetzij door middel van vrijheid van vestiging, hetzij door middel van vrijheid van dienstverrichting, nadat hij de bevoegde autoriteit van zijn lidstaat van herkomst hiervan in kennis heeft gesteld, en nadat deze autoriteit de CBFA op de hoogte gebracht heeft overeenkomstig de Europeesrechtelijke bepalingen terzake. De CBFA maakt de lijst van deze verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen bekend op haar website en zorgt voor een regelmatige actualisering ervan op basis van de haar beschikbare gegevens.

§ 2. L’intermédiaire d’assurances ou de réassurances inscrit dans un Etat membre autre que la Belgique peut commencer ses activités en Belgique, soit sous le régime de liberté d’établissement, soit sous celui de libre prestation de services, après en avoir avisé l’autorité compétente de son Etat membre d’origine, et après que cette autorité a averti la CBFA conformément à la disposition de droit européen en la matière. La CBFA publie la liste de ces intermédiaires d’assurances et de réassurances sur son site web et veille à sa mise à jour régulière sur la base des données dont elle dispose.

De in het eerste lid bedoelde verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon moet bij de uitoefening van zijn werkzaamheden de wettelijke en reglementaire bepalingen naleven die in België van toepassing zijn op de verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen om redenen van algemeen belang. De CBFA deelt de hier bedoelde verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen mee welke bepalingen naar haar weten van algemeen belang zijn.

L’intermédiaire d’assurances ou de réassurances visé à l’alinéa 1er doit respecter, dans l’exercice de ses activités, les dispositions légales et réglementaires applicables en Belgique aux intermédiaires d’assurances et de réassurances pour des motifs d’intérêt général. La CBFA communique à ces intermédiaires d’assurances et de réassurances quelles dispositions sont, à sa connaissance, d’intérêt général.

§ 3. De verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen bedoeld in § 1, tweede lid, en de verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen bedoeld in § 2, kunnen hun werkzaamheden in de betrokken lidstaat van ontvangst ten vroegste aanvangen één maand na de datum van hun in kennisstelling door de bevoegde autoriteit van hun lidstaat van herkomst. »

§ 3. Les intermédiaires d’assurances et de réassurances visés au § 1er, alinéa 2, ainsi que les intermédiaires d’assurances et de réassurances visés au § 2, peuvent commencer leurs activités dans l’Etat membre d’accueil concerné au plus tôt un mois après avoir été avisés par l’autorité compétente de leur Etat membre d’origine. »

Art. 14. Artikel 9 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1999 en 2 augustus 2002, en bij het koninklijk besluit van 25 maart 2003, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, wordt gewijzigd als volgt :

Art. 14. A l’article 9 de la même loi, modifié par les lois du 11 avril 1999 et du 2 août 2002 et par l’arrêté royal du 25 mars 2003, et dont le texte existant constituera le § 1er, sont apportées les modifications suivantes :

1° in het eerste lid wordt het woord « registratie » vervangen door het woord « inschrijving »;

1° à l’alinéa 1er, le mot « immatriculation » est remplacé par le mot « inscription »;

2° in het tweede lid worden de woorden « de werkzaamheden omschreven in artikel 2, § 1, » vervangen door de woorden « verzekeringsof herverzekeringsbemiddeling »;

2° à l’alinéa 2, les mots « les activités décrites à l’article 2, § 1er, » sont remplacés par les mots « l’intermédiation en assurances ou en réassurances »;

3° het vierde lid wordt vervangen als volgt : « Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van artikel 10 kunnen meerdere kandidaten hun aanvraag tot inschrijving collectief indienen, indien de naleving van hun verplichtingen als bedoeld in art. 10 door een centrale instelling wordt geverifieerd. Deze centrale instelling moet een verzekeringstussenpersoon zijn, een herverzekeringstussenpersoon, een verzekeringsonderneming, een herverzekeringsonderneming, een onderneming onderworpen aan het aanvullend toezicht op een verzekeringsonderneming in de zin van artikel 91ter van de controlewet verzekeringen, of een andere onderneming of instelling die

3° l’alinéa 4 est remplacé par la disposition suivante : « Sans préjudice des dispositions de l’article 10, plusieurs candidats peuvent introduire leur demande d’inscription collectivement si le respect de leurs obligations visées à l’article 10 est vérifié par un organisme central. Cet organisme central doit être un intermédiaire d’assurances, un intermédiaire de réassurances, une entreprise d’assurances, une entreprise de réassurances, une entreprise soumise à la surveillance complémentaire sur les entreprises d’assurances au sens de l’article 91ter de la loi de contrôle des assurances, ou un autre organisme ou entreprise qui remplit les conditions déterminées par le


15379

voldoet aan de voorwaarden door de Koning bepaald op voorstel van de CBFA. In dit geval wordt de inschrijvingsaanvraag door de centrale instelling ingediend onder haar verantwoordelijkheid. Voor de toepassing van deze wet wordt hun dossier behandeld alsof het om een enkele onderneming ging. De verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon wordt van rechtswege uit het register geschrapt wanneer de centrale instelling de intrekking van diens inschrijving vraagt. »;

Roi sur proposition de la CBFA. En ce cas, la demande d’inscription est introduite par l’organisme central sous sa responsabilité. Pour l’application de la présente loi, leur dossier sera traité comme s’il s’agissait d’une seule entreprise. L’intermédiaire d’assurances ou de réassurances est radié d’office du registre lorsque l’organisme central demande le retrait de son inscription. »;

4° in het vijfde lid worden de woorden « zijn beslissing » en « de in het derde lid vermelde documenten » respectievelijk vervangen door de woorden « haar beslissing » en « de gegevens van de in deze paragraaf vermelde documenten »;

4° à l’alinéa 5, les mots « aux documents visés à l’alinéa 3 » sont remplacés par les mots « aux données des documents mentionnés au présent paragraphe »; dans le texte néerlandais du même alinéa, les mots « zijn beslissing » sont remplacés par les mots « haar beslissing »;

5° het zesde lid wordt opgeheven; 6° het zevende lid wordt vervangen als volgt : « Indien de verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon niet meer verkeert in de omstandigheden die hij in de verklaring op erewoord, bedoeld bij artikel 5bis, eerste lid, heeft vermeld, wordt hij naar een andere categorie in het inschrijvingsregister overgebracht. »;

5° l’alinéa 6 est abrogé; 6° l’alinéa 7 est remplacé par la disposition suivante : « Si l’intermédiaire d’assurances ou de réassurances ne se trouve plus dans les circonstances qu’il a mentionnées dans la déclaration sur l’honneur visée à l’article 5bis, alinéa 1er, il est inscrit dans une autre catégorie du registre. »;

7° het achtste en laatste lid wordt opgeheven;

7° l’alinéa 8 et dernier est abrogé;

8° het artikel wordt aangevuld met een § 2, luidende :

8° l’article est complété par un § 2, rédigé comme suit :

« § 2. De lijst van de ingeschreven verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen wordt bekendgemaakt op de website van de CBFA. De CBFA zorgt voor een regelmatige actualisering van de website op basis van de haar beschikbare gegevens.

« § 2. La liste des intermédiaires d’assurances et de réassurances inscrits est publiée sur le site web de la CBFA. Cette dernière se charge d’actualiser régulièrement ce site web sur la base des données dont elle dispose.

De website vermeldt voor iedere verzekerings- en herverzekeringstussenpersoon, de gegevens noodzakelijk voor zijn identificatie, de datum van inschrijving, de categorie waarin hij is ingeschreven, desgevallend de datum van schrapping, evenals alle andere informatie die de CBFA nuttig acht voor een correcte informatie van het publiek. De CBFA bepaalt de voorwaarden waaronder de vermelding van schrapping van een tussenpersoon wordt weggelaten van de website. »

Le site web mentionne pour chaque intermédiaire d’assurances ou de réassurances les données nécessaires à son identification, la date de son inscription, la catégorie dans laquelle il est inscrit, le cas échéant la date de sa radiation, ainsi que toute autre information que la CBFA estime utile pour une information correcte du public. La CBFA détermine les conditions auxquelles la mention de la radiation d’un intermédiaire est retirée du site web. »

Art. 15. In artikel 10 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 11 april 1999 en bij het koninklijk besluit van 25 maart 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

Art. 15. A l’article 10 de la même loi, modifié par la loi du 11 avril 1999 et par l’arrêté royal du 25 mars 2003, sont apportées les modifications suivantes :

1° in de inleidende zin wordt het woord « verzekeringstussenpersonen » vervangen door de woorden « verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen » en wordt het woord « verzekeringstussenpersoon » vervangen door de woorden « verzekerings- en herverzekeringstussenpersoon »;

1° dans la phrase introductive, les mots « des intermédiaires d’assurance » sont remplacés par les mots « des intermédiaires d’assurances et de réassurances », et les mots « intermédiaire d’assurance » sont remplacés par les mots « intermédiaire d’assurances ou de réassurances »;

2° het 1° wordt vervangen als volgt : « 1° De vereiste beroepskennis bezitten, als bepaald bij artikel 11. »; 3° een 2°bis wordt ingevoegd, luidend als volgt :

2° le 1° est remplacé par la disposition suivante : « 1° Posséder les connaissances professionnelles requises telles qu’elles sont déterminées par l’article 11. »; 3° un 2°bis, rédigé comme suit, est inséré :

« 2°bis Een voldoende geschiktheid en professionele betrouwbaarheid bezitten. »;

« 2°bis Posséder une aptitude et une honorabilité professionnelle suffisantes. »;

4° in het 3° wordt de eerste zin opgeheven en worden de woorden « wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen » vervangen door de woorden « controlewet verzekeringen »;

4° au 3°, la première phrase est abrogée, et les mots « loi du 9 juillet 1975 relative au contrôle des entreprises d’assurances » sont remplacés par les mots « loi de contrôle des assurances »;

5° de eerste zin van het 4° wordt vervangen als volgt : « Het voorwerp zijn van een beroepsaansprakelijkheidsverzekering die het gehele grondgebied van de Europese Economische Ruimte dekt. »;

5° la première phrase du 4° est remplacée par la disposition suivante : « Faire l’objet d’une assurance de la responsabilité civile professionnelle couvrant tout le territoire de l’Espace économique européen. »;

6° in het 4°, wordt het woord « tussenpersonen » telkens vervangen door de woorden « verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen », wordt het woord « verzekeringsondernemingen » vervangen door de woorden « verzekeringsof herverzekeringsondernemingen » en worden de woorden « waarvoor of » vervangen door de woorden « voor rekening en »;

6° au 4°, le mot « intermédiaires » est remplacé chaque fois par les mots « intermédiaires d’assurances et de réassurances », les mots « d’entreprises d’assurances » sont remplacés par les mots « entreprises d’assurances ou de réassurances » et les mots « pour le compte ou » sont remplacés par les mots « pour le compte et »;

7° in het 5°, wordt het woord « verzekeringsovereenkomsten » in de inleidende zin vervangen door de woorden « verzekeringsof herverzekeringsovereenkomsten », wordt in de Nederlandse tekst onder het eerste streepje en onder het tweede streepje het woord « verzekeringsovereenkomsten » vervangen door het woord « overeenkomsten », wordt onder het eerste streepje het woord « verzekeringsonderneming » vervangen door de woorden « verzekeringsonderneming of met een herverzekeringsonderneming » en worden onder het tweede streepje de woorden « niet in België toegelaten verzekeringsonderneming » vervangen door de woorden « in België gemachtigde verzekeringsonderneming of een buitenlandse herverzekeringsonderneming »;

7° au 5°, les mots « contrats d’assurance » de la phrase introductive sont remplacés par les mots « contrats d’assurance ou de réassurance », le mot « entreprise » du premier tiret est remplacé par les mots « entreprise d’assurances ou avec une entreprise de réassurances » et les mots « entreprise qui ne fait pas l’objet d’un agrément en Belgique » du second tiret sont remplacés par les mots « entreprise d’assurances autorisée en Belgique ou avec une entreprise de réassurances étrangère »; dans le texte néerlandais du même alinéa 1er, 5°, le mot « verzekeringsovereenkomsten » du premier et du second tiret est chaque fois remplacé par le mot « overeenkomsten »;

8° het 6° wordt vervangen als volgt : « 6° Wat hun activiteit van verzekeringsof herverzekeringsbemiddeling in België betreft, slechts handelen met ondernemingen die met toepassing van de controlewet verzekeringen toegelaten zijn voor de uitoefening van deze activiteit in België, of met ondernemingen die, met toepassing van hoofdstuk Vter van dezelfde wet, gemachtigd zijn om in België hun verzekeringsdiensten aan te bieden. »;

8° le 6° est remplacé par la disposition suivante : « 6° En ce qui concerne leur activité d’intermédiation en assurances ou en réassurances en Belgique, ne traiter qu’avec des entreprises qui, en application de la loi de contrôle des assurances, sont agréées pour l’exercice de cette activité en Belgique, ou avec des entreprises qui, en application du chapitre Vter de la même loi, sont autorisées à offrir leurs prestations d’assurances en Belgique. »;

15380


9° een 6°bis wordt ingevoegd, luidende als volgt :

9° un 6°bis, rédigé comme suit, est inséré :

« 6°bis Toetreden tot een buitengerechtelijke klachtenregeling. Hij dient ofwel zelf toegetreden te zijn tot een dergelijke klachtenregeling, ofwel lid te zijn van een beroepsvereniging die is toegetreden tot een dergelijke klachtenregeling. Hij dient bij te dragen tot de financiering van bedoelde klachtenregeling.

« 6°bis Adhérer à un système extrajudiciaire de traitement des plaintes. Il doit soit avoir adhéré lui-même à un tel système, soit être membre d’une association professionnelle ayant adhéré à un tel système. Il est tenu de contribuer au financement dudit système.

De Koning kan een buitengerechtelijke klachtenregeling oprichten met als opdracht geschillen tussen verzekeringstussenpersonen, herverzekeringstussenpersonen, verzekeringsondernemingen en herverzekeringsondernemingen, aan de ene kant, en hun cliënten, aan de andere kant, te helpen oplossen door hierover advies te verstrekken of op te treden als bemiddelaar.

Le Roi peut instaurer un système extrajudiciaire de traitement des plaintes chargé de contribuer à résoudre les différends entre d’une part les intermédiaires d’assurances, les intermédiaires de réassurances, les entreprises d’assurances et les entreprises de réassurances, et d’autre part leurs clients, en rendant un avis ou en intervenant en qualité de médiateur.

Het met toepassing van het vorige lid genomen besluit kan inzonderheid bepalen :

L’arrêté pris en application de l’alinéa précédent peut déterminer en particulier :

— welk soort klachten en geschillen kunnen worden voorgelegd;

— le type de plaintes et de différends qui peuvent être soumis;

— de samenstelling van de organen en de werking van deze buitengerechtelijke klachtenregeling;

— la composition des organes et le fonctionnement de ce système extrajudiciaire de traitement des plaintes;

— de modaliteiten van financiering van deze klachtenregeling; de financiering gebeurt door de verzekeringsondernemingen die toegelaten zijn om in België het verzekeringsbedrijf te beoefenen, en door de verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen die gemachtigd zijn om in België de activiteit van verzekeringsof herverzekeringsbemiddeling uit te oefenen;

– les modalités de financement de ce système; le financement se fait par les entreprises d’assurances autorisées à exercer en Belgique une activité d’assurance, et par les intermédiaires d’assurances et de réassurances autorisés à exercer en Belgique une activité d’intermédiation en assurances ou en réassurances;

— de te volgen procedure en de termijnen waarbinnen advies dient te worden uitgebracht of als bemiddelaar moet worden opgetreden;

– la procédure à suivre et le délai dans lequel l’avis doit être rendu ou la médiation avoir lieu;

— in welke vorm de adviezen of het optreden moet worden bekendgemaakt.

– la forme sous laquelle l’avis ou l’intervention du médiateur doit être rendu(e) public (publique).

10° een 6°ter wordt ingevoegd, luidend als volgt :

10° un 6°ter, rédigé comme suit, est inséré :

« 6°ter Het bepaalde naleven bij de artikelen 12bis, 12ter en 12quater. »;

« 6°ter Respecter les dispositions des articles 12bis, 12ter et 12quater. »;

11° het artikel wordt aangevuld met het volgende lid :

11° l’article est complété par l’alinéa suivant :

« De verzekerings- en herverzekeringstussenperso-nen, en in het geval bedoeld in artikel 9, § 1, vierde lid, de centrale instelling, dienen de CBFA, volgens nadere regelen door haar bepaald bij reglement, met inbegrip van de periodiciteit, de naleving aan te tonen van het bepaalde bij het eerste lid. »

« Les intermédiaires d’assurances et de réassurances ainsi que, dans le cas visé à l’article 9, § 1er, alinéa 4, l’organisme central, doivent démontrer à la CBFA, selon des règles précisées par cette dernière par voie de règlement, y compris en matière de périodicité, le respect des dispositions prévues par l’alinéa 1er. »

Art. 16. In dezelfde wet wordt een artikel 10bis ingevoegd, luidende :

Art. 16. Dans la même loi est inséré un article 10bis, rédigé comme suit :

« Art. 10bis. — De verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen, met de hoedanigheid van rechtspersoon worden bovendien slechts ingeschreven, en hun inschrijving wordt slechts gehandhaafd, op voorwaarde dat :

« Art. 10bis. — Les intermédiaires d’assurances et de réassurances ayant la qualité de personne morale ne sont en outre inscrits, et ne conservent leur inscription, qu’à condition :

1° de personen die met de effectieve leiding worden belast, over de noodzakelijke professionele betrouwbaarheid, de vereiste beroepskennis als bepaald bij artikel 11, en de passende ervaring beschikken om deze functie waar te nemen;

1° que les personnes à qui est confiée la direction effective disposent de l’honorabilité professionnelle nécessaire, des connaissances professionnelles requises visées à l’article 11, et de l’expérience adéquate pour exercer cette fonction;

2° de CBFA in kennis is gesteld van de identiteit van, en gelet op de noodzaak van een gezond en voorzichtig beleid overtuigd is van de geschiktheid van, de personen die rechtstreeks of onrechtstreeks de controle uitoefenen over de tussenpersoon; de verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen informeren de CBFA over elke wijziging in bedoelde controle. »

2° que la CBFA ait été informée de l’identité des personnes qui, directement ou indirectement, exercent le contrôle sur l’intermédiaire, et considère qu’elles présentent les qualités nécessaires au regard du besoin de garantir une gestion saine et prudente; les intermédiaires d’assurances et de réassurances informent la CBFA de toute modification de ce contrôle. »

Art. 17. In artikel 11 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 11 april 1999 en bij het koninklijk besluit van 25 maart 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

Art. 17. A l’article 11 de la même loi, modifié par la loi du 11 avril 1999 et par l’arrêté royal du 25 mars 2003, sont apportées les modifications suivantes :

1° in § 1, 1°, A, wordt onder d), in fine, het leesteken « . » vervangen door het leesteken « ; »;

1° au § 1er, 1°, A, le signe de ponctuation « . » situé à la fin du point d) est remplacé par le signe de ponctuation « ; »;

2° § 1, 1° A, wordt aangevuld als volgt :

2° le § 1er, 1°, A, est complété comme suit :

« e) de witwaswetgeving, voorzover de verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon onderworpen is aan de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financieel stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van het terrorisme. »;

« e) la législation anti-blanchiment, pour autant que l’intermédiaire d’assurances ou de réassurances soit soumis à la loi du 11 janvier 1993 relative à la prévention de l’utilisation du système financier aux fins du blanchiment de capitaux et du financement du terrorisme. »;

3° de bestaande tekst van het eerste lid van § 2 wordt onderdeel 1° van § 2, met dien verstande dat in de eerste zin de woorden « artikel 2, § 1, c), in artikel 2, § 2, tweede lid, » worden vervangen door de woorden « artikel 1, 8°, artikel 2, § 3, tweede lid, », en dat in de laatste zin de woorden « artikel 2, § 2, eerste lid, » worden vervangen door de woorden « artikel 2, § 3, eerste lid » en « § 1, B » vervangen wordt door « § 1, 1°, B »;

3° le texte existant de l’alinéa 1er du § 2 devient le 1° du § 2, étant entendu que dans la première phrase, les mots « l’article 2, § 1er, c), à l’article 2, § 2, deuxième alinéa » sont remplacés par les mots « l’article 1er, 8°, à l’article 2, § 3, alinéa 2 », et que dans la dernière phrase, les mots « l’article 2, § 2, premier alinéa » sont remplacés par les mots « l’article 2, § 3, alinéa 1er » et « § 1er, B » par « § 1er, 1°, B »;

4° de bestaande tekst van het tweede lid van § 2 wordt onderdeel 3° van § 2, met dien verstande dat de woorden « andere personen » worden vervangen door de woorden « verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen »;

4° le texte existant de l’alinéa 2 du § 2 devient le 3° du § 2, étant entendu que les mots « autres personnes » sont remplacés par les mots « intermédiaires d’assurances et de réassurances »;

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE 5° in § 2 wordt tussen 1° en 3° een 2° ingevoegd, luidend als volgt : « 2° de herverzekeringstussenpersonen zijn vrijgesteld van de kennis van de materies bepaald in § 1, 1°, A, a) en c). »; 6° er wordt een § 2bis ingevoegd, luidend als volgt :

15381

5° au § 2, un 2°, rédigé comme suit, est inséré entre le 1° et le 3° : « 2° les intermédiaires de réassurances sont exemptés de la connaissance des matières déterminées au § 1er, 1°, A, a) et c). »; 6° un § 2bis, rédigé comme suit, est inséré :

« § 2bis. Onder de vereiste beroepskennis bedoeld in artikel 10bis, 1°, wordt verstaan, een voldoende kennis van de materie bepaald bij § 1, 1°, B. Deze kennis is vereist, ook indien de in dat artikel bedoelde personen de hoedanigheid hebben van verantwoordelijke voor de distributie. »;

« § 2bis. Par les connaissances professionnelles requises telles que visées à l’article 10bis, 1°, on entend une connaissance suffisante de la matière déterminée au § 1er, 1°, B. Cette connaissance est également requise lorsque les personnes visées audit article revêtent la qualité de responsable de la distribution. »;

7° in § 3, eerste lid, 1°, wordt het woord « diploma’s » vervangen door het woord « getuigschriften » en wordt de zin « Voor herverzekeringstussenpersonen wordt de duur van de praktische ervaring op vijf jaar vastgesteld. » toegevoegd;

7° au § 3, alinéa 1er, 1°, le mot « diplômes » est remplacé par le mot « certificat », et la phrase « Pour les intermédiaires de réassurances, la durée de l’expérience pratique est fixée à cinq ans. » est ajoutée;

8° § 3, eerste lid, 2°, wordt vervangen als volgt :

8° le § 3, alinéa 1er, 2°, est remplacé par la disposition suivante :

« 2° de houders van een getuigschrift van hoger middelbaar onderwijs, die een gespecialiseerde cursus in verzekeringen georganiseerd door of krachtens een decreet, een representatieve beroepsorganisatie, een verzekeringsof herverzekeringsonderneming of een verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon, met inbegrip van de kredietinstellingen, met vrucht gevolgd hebben. Deze gespecialiseerde cursus dient erkend te worden door de CBFA. De Koning kan, op voorstel van de CBFA, de nadere regelen vaststellen waaraan de examens in verband met de hierbedoelde cursus in verzekeringen moeten voldoen. Betrokkene dient ook een praktische ervaring aan te tonen waarvan de duur door de Koning wordt bepaald, doch die niet langer mag zijn dan twee jaar. Voor herverzekeringstussenpersonen wordt de duur van de praktische ervaring op vijf jaar vastgesteld. »;

« 2° les porteurs d’un certificat de l’enseignement secondaire supérieur qui auront suivi avec fruit un cours spécialisé en assurances organisé par ou en vertu d’un décret, d’une organisation professionnelle représentative, d’une entreprise d’assurances ou de réassurances ou d’un intermédiaire d’assurances ou de réassurances, en ce compris les établissements de crédit. Ce cours spécialisé doit être agréé par la CBFA. Le Roi peut, sur proposition de la CBFA, préciser les règles auxquelles doivent répondre les examens liés au cours d’assurance visé ici. L’intéressé doit également justifier d’une expérience pratique dont la durée sera fixée par le Roi mais ne pourra excéder deux années. Pour les intermédiaires de réassurances, la durée de l’expérience pratique est fixée à cinq ans. »;

9° in § 3, tweede lid, wordt het woord « tussenpersonen » vervangen door de woorden « verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen »;

9° au § 3, alinéa 2, le mot « intermédiaires » est remplacé par les mots « intermédiaires d’assurances et de réassurances »;

10° in § 3, derde lid, wordt het woord « verzekeringsondernemingen » vervangen door de woorden « verzekerings- en herverzekeringsondernemingen » en wordt het woord « tussenpersonen » vervangen door de woorden « verzekeringsof herverzekeringstussenpersonen »;

10° au § 3, alinéa 3, les mots « entreprises d’assurances » sont remplacés par les mots « entreprises d’assurances et de réassurances » et le mot « intermédiaires » est remplacé par les mots « intermédiaires d’assurances ou de réassurances »;

11° in § 4 wordt het woord « tussenpersonen » vervangen door de woorden « verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen », en worden de woorden « artikel 2, § 2, tweede lid, » vervangen door de woorden « artikel 2, § 3, tweede lid, ».

11° au § 4, le mot « intermédiaires » est remplacé par les mots « intermédiaires d’assurances et de réassurances », et les mots « l’article 2, § 2, alinéa 2 » sont remplacés par les mots « l’article 2, § 3, alinéa 2 ».

Art. 18. Artikel 12 van dezelfde wet, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 maart 2003, wordt artikel 11bis van die wet, met dien verstande dat in dat artikel de volgende wijzigingen worden aangebracht :

Art. 18. L’article 12 de la même loi, modifié par l’arrêté royal du 25 mars 2003, en devient l’article 11bis, étant entendu qu’à cet article les modifications suivantes sont apportées :

1° in het eerste lid wordt het woord « verzekeringsondernemingen » vervangen door de woorden « verzekerings- en herverzekeringsondernemingen » en worden de woorden « artikel 2, § 2 » vervangen door de woorden « artikel 2, § 3 »;

1° à l’alinéa 1er, les mots « entreprises d’assurances » sont remplacés par les mots « entreprises d’assurances et de réassurances » et les mots « article 2, § 2 » par les mots « article 2, § 3 »;

2° het tweede lid wordt opgeheven;

2° l’alinéa 2 est abrogé;

3° in het derde lid, dat het tweede lid wordt, wordt het woord « verzekeringstussenpersonen » vervangen door de woorden « verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen », wordt het woord « tussenpersoon » vervangen door de woorden « verzekerings- en herverzekeringstussenpersoon » en worden de woorden « in het register » ingevoegd tussen de woorden « door de CBFA ingeschreven » en de woorden « met vermelding van »;

3° à l’alinéa 3, qui devient l’alinéa 2, les mots « intermédiaires d’assurance » sont remplacés par les mots « intermédiaires d’assurances et de réassurances », le mot « intermédiaire » est remplacé par les mots « intermédiaire d’assurances et de réassurances » et les mots « au registre » sont insérés entre les mots « La CBFA inscrit ces personnes » et le mot « en mentionnant »;

4° in het vierde lid, dat het derde lid wordt, worden de woorden « artikel 2, § 2 » vervangen door de woorden « artikel 2, § 3 ».

4° à l’alinéa 4, qui devient l’alinéa 3, les mots « l’article 2, § 2 » sont remplacés par les mots « l’article 2, § 3 ».

Art. 19. In hoofdstuk II van dezelfde wet wordt een afdeling 3 ingevoegd, die artikel 12 omvat, luidende :

Art. 19. Il est inséré dans le Chapitre II de la même loi, une section 3, comprenant l’article 12, rédigée comme suit :

« Afdeling 3 Wijze van betaling van de premie en van de verzekeringsprestatie

« Section 3 Mode de paiement de la prime et de la prestation d’assurance

Art. 12. — Artikel 13 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst is toepasselijk op elke verzekeringsbemiddeling die onder de toepassing van deze wet valt. »

Art. 12. — L’article 13 de la loi du 25 juin 1992 sur le contrat d’assurance terrestre s’applique à toute intermédiation en assurance relevant du champ d’application de la présente loi. »

15382


Art. 20. In dezelfde wet wordt een hoofdstuk IIbis ingevoegd, dat de artikelen 12bis tot 12quater omvat, luidende :

Art. 20. Dans la même loi est inséré un chapitre IIbis, comprenant les articles 12bis à 12quater et rédigé comme suit :

« HOOFDSTUK IIbis. — Informatievereisten

« CHAPITRE IIbis. — Informations requises

Afdeling 1 Door de verzekeringstussenpersoon te verstrekken informatie Art. 12bis. — § 1. Voordat een verzekeringsovereenkomst gesloten wordt, en, zonodig, wanneer de overeenkomst gewijzigd of verlengd wordt, verstrekt de verzekeringstussenpersoon de cliënt ten minste de volgende informatie : 1° zijn identiteit en adres; 2° het register van de verzekeringstussenpersonen waarin hij is ingeschreven, zijn inschrijvingsnummer in het register, en, bij afwezigheid van een inschrijvingsnummer, hoe zijn registerinschrijving kan worden geverifieerd, en desgevallend, de categorie waarin hij is ingeschreven; 3° de naam en het adres van de verzekeringsonderneming waarin hij een rechtstreekse of middellijke deelneming van 10 % of meer van de stemrechten of van het kapitaal bezit; 4° de naam en het adres van de verzekeringsonderneming of de moeder-onderneming van een verzekeringsonderneming, die een rechtstreekse of middellijke deelneming bezit van meer dan 10 % van de stemrechten of van het kapitaal van de verzekeringstussenpersoon; 5° de naam en het adres van de instantie waarbij cliënten en andere belanghebbenden klachten over verzekeringstussenpersonen kunnen indienen. Bovendien deelt de verzekeringstussenpersoon de cliënt met betrekking tot de aangeboden overeenkomst mee : 1° dat hij adviseert op grond van een onpartijdige analyse die beantwoordt aan de bepalingen van § 2, dan wel, 2° dat hij een contractuele verplichting heeft om uitsluitend met één verzekeringsonderneming of met meerdere verzekeringsondernemingen verzekeringszaken te doen; in dat geval deelt hij op verzoek van de cliënt tevens de naam en het adres van deze verzekeringsonderneming(en) mee, dan wel, 3° dat hij geen contractuele verplichting heeft om uitsluitend met één verzekeringsonderneming of met meerdere verzekeringsondernemingen verzekeringszaken te doen, en niet adviseert op grond van een verplichting tot een onpartijdige analyse die beantwoordt aan de bepalingen van § 2; in dit geval deelt hij op verzoek van de cliënt tevens de naam en het adres mee van de verzekeringsonderneming(en) waarmee hij zaken doet of kan doen. In de gevallen waarin is voorzien dat bepaalde informatie op verzoek van de cliënt wordt verstrekt, wordt deze in kennis gesteld van zijn recht om dergelijke informatie te vragen. § 2. Wanneer de verzekeringstussenpersoon de cliënt meedeelt dat hij adviseert op grond van een onpartijdige analyse, is hij verplicht zijn advies te baseren op een analyse van een toereikend aantal op de markt verkrijgbare verzekeringsovereenkomsten, zodat hij overeenkomstig professionele criteria in staat is de verzekeringsovereenkomst aan te bevelen die aan de behoeften van de cliënt voldoet. § 3. Voorafgaand aan de sluiting van een verzekeringsovereenkomst identificeert de verzekeringstussenpersoon, in het bijzonder rekening houdend met de door de cliënt verstrekte informatie, ten minste de verlangens en behoeften van deze cliënt, en preciseert de elementen waarop zijn advies over een bepaald verzekeringsproduct is gebaseerd. Deze preciseringen variëren in functie van de graad van ingewikkeldheid van de aangeboden verzekeringsovereenkomst. § 4. De in de §§ 1, 2 en 3 bedoelde informatie moet niet worden gegeven wanneer de verzekeringsbemiddeling betrekking heeft op de verzekering van grote risico’s. Art. 12ter. — De verzekeringstussenpersoon vermeldt op zijn briefpapier en op de andere documenten betreffende zijn activiteit van verzekeringsbemiddeling die van hem uitgaan, alsook in zijn reclame, zijn inschrijvingsnummer in het register van de verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen.

Section Ire Informations à fournir par l’intermédiaire d’assurances Art. 12bis. — § 1er. Avant la conclusion d’un contrat d’assurance et, si nécessaire, à l’occasion de sa modification ou de son renouvellement, un intermédiaire d’assurances fournit au moins au client les informations suivantes : 1° son identité et son adresse; 2° le registre d’intermédiaires d’assurances dans lequel il a été inscrit, son numéro d’inscription et, en l’absence de numéro d’inscription, les moyens de vérifier qu’il a été inscrit, ainsi que, le cas échéant, la catégorie dans laquelle il a été inscrit;

Op vraag van de cliënt deelt hij hem de aard en de draagwijdte van zijn bevoegdheden mee.

A la demande du client, il lui communique la nature et la portée de ses compétences.

De verplichte vermeldingen bedoeld in het eerste lid worden, voor wat betreft de verzekeringsagenten, aangevuld met de namen van alle verzekeringsondernemingen in wiens naam en voor wiens rekening zij werkzaamheden van verzekeringsbemiddeling uitoefenen, en, voor wat betreft de verzekeringssubagenten, met de naam van de verzekeringstussenpersoon voor wie ze optreden.

Les mentions obligatoires visées à l’alinéa 1er sont complétées, en ce qui concerne les agents d’assurances, par les noms de toutes les entreprises d’assurances au nom et pour le compte desquelles ils exercent des activités d’intermédiation en assurances et, en ce qui concerne les sous-agents d’assurances, par le nom de l’intermédiaire d’assurances pour lequel ils agissent.

3° le nom et l’adresse de l’entreprise d’assurances dans laquelle il détient une participation, directe ou indirecte, supérieure à 10 % des droits de vote ou du capital; 4° le nom et l’adresse de l’entreprise d’assurances ou de l’entreprise mère d’une entreprise d’assurances qui détient une participation, directe ou indirecte, supérieure à 10 % des droits de vote ou du capital de l’intermédiaire d’assurances; 5° le nom et l’adresse de l’organisme auprès duquel les clients et autres parties intéressées peuvent porter plainte concernant des intermédiaires d’assurances. En outre, l’intermédiaire d’assurances indique au client, en ce qui concerne le contrat fourni : 1° s’il fonde ses conseils sur une analyse impartiale répondant aux dispositions du § 2, ou 2° s’il est soumis à une obligation contractuelle de travailler, dans le secteur de l’assurance, exclusivement avec une seule entreprise d’assurances ou avec plusieurs entreprises d’assurances; dans ce cas, il communique, à la demande du client, le nom et l’adresse de cette (ces) entreprise(s) d’assurances, ou 3° s’il n’est pas soumis à l’obligation contractuelle de travailler, dans le secteur de l’assurance, exclusivement avec une seule entreprise d’assurances ou avec plusieurs entreprises d’assurances et s’il ne fonde pas ses conseils sur une obligation d’analyse impartiale répondant aux dispositions du § 2; dans ce cas, il communique, à la demande du client, le nom et l’adresse de l’entreprise ou des entreprises d’assurances avec laquelle (lesquelles) il peut travailler et travaille. Dans les cas où il est exigé de fournir ces informations à la demande du client, celui-ci est informé du droit dont il dispose de solliciter ces informations. § 2. Lorsque l’intermédiaire d’assurances informe le client qu’il fonde ses conseils sur une analyse impartiale, il est tenu de fonder ces conseils sur l’analyse d’un nombre suffisant de contrats d’assurance offerts sur le marché, de faç on à pouvoir recommander, en fonction de critères professionnels, le contrat d’assurance qui serait adapté aux besoins du client. § 3. Avant la conclusion d’un contrat d’assurance spécifique, l’intermédiaire d’assurances détermine, en particulier sur la base des informations fournies par le client, au minimum les exigences et les besoins de ce client, et précise les raisons qui motivent tout conseil fourni au client quant à un produit d’assurance déterminé. Ces précisions sont modulées en fonction de la complexité du contrat d’assurance proposé. § 4. Il n’est pas nécessaire de fournir les informations visées aux §§ 1er, 2 et 3 lorsque l’intermédiation en assurances porte sur la couverture de grands risques. Art. 12ter. — L’intermédiaire d’assurances mentionne sur son papier à lettre ainsi que sur les autres documents relatifs à son activité d’intermédiation en assurances et émanant de lui, de même que dans sa publicité, son numéro d’inscription au registre des intermédiaires d’assurances et de réassurances.


15383

De personen bedoeld in artikel 2, § 3, vermelden bij elk contact met het publiek de naam van de verzekeringsonderneming waarvoor zij op directe of indirecte wijze werken. De personen bedoeld in artikel 3, § 1, vermelden bij elk contact met het publiek de naam van de verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon voor wie zij optreden.

Les personnes visées à l’article 2, § 3, mentionnent à chaque contact avec le public le nom de l’entreprise d’assurances pour laquelle elles travaillent directement ou indirectement. Les personnes visés à l’article 3, § 1er, mentionnent à chaque contact avec le public le nom de l’intermédiaire d’assurances ou de réassurances pour lequel elles agissent.

Afdeling 2. — Voorwaarden inzake informatieverstrekking Art. 12quater. — Alle informatie die de cliënten op grond van artikel 12bis en 12ter moet worden meegedeeld, wordt verstrekt : a) op papier of op een andere duurzame drager die voor de cliënt beschikbaar en toegankelijk is; b) op duidelijke, nauwkeurige, en voor de cliënt begrijpelijke wijze; c) in een van de officiële talen van België of in elke andere taal die door partijen is overeengekomen. Bedoelde informatie mag op verzoek van de cliënt mondeling worden meegedeeld in het geval de verzekeringsdekking onmiddellijk ingaat. In dit geval wordt de informatie onmiddellijk na de sluiting van de overeenkomst aan de cliënt meegedeeld, overeenkomstig het bepaalde bij het eerste lid. In geval van telefonische verkoop geschiedt de aan de cliënt te verstrekken informatie met toepassing van het bepaalde bij de wet van 24 augustus 2005 tot omzetting van verschillende bepalingen van de richtlijn financiële diensten op afstand en van de richtlijn privacy en elektronische communicatie. In dat geval wordt de informatie eveneens onmiddellijk na de sluiting van de overeenkomst aan de cliënt meegedeeld, overeenkomstig het bepaalde bij het eerste lid.

Section 2. — Modalités d’information Art. 12quater. — Toute information fournie aux clients en vertu des articles 12bis et 12ter est communiquée : a) sur papier ou sur tout autre support durable disponible et accessible au client; b) avec clarté et exactitude, d’une manière compréhensible pour le client; c) dans l’une des langues officielles de la Belgique ou dans toute autre langue convenue par les parties. Les informations visées peuvent être fournies oralement lorsque le client le demande, dans le cas où la couverture entre en vigueur immédiatement. Dans ce cas, les informations sont communiquées au client immédiatement après la conclusion du contrat d’assurance, conformément aux dispositions de l’alinéa 1er. En cas de vente par téléphone, les informations fournies au client sont communiquées en application des dispositions de la loi du 24 août 2005 visant à transposer certaines dispositions de la directive services financiers à distance et de la directive vie privée et communications électroniques. En ce cas, les informations sont, de même, communiquées au client immédiatement après la conclusion du contrat d’assurance, conformément aux dispositions de l’alinéa 1er.

Art. 21. Het opschrift van hoofdstuk III van dezelfde wet wordt aangevuld als volgt : « en administratieve maatregelen ».

Art. 21. L’intitulé du chapitre III de la même loi est complété comme suit : « et mesures administratives ».

Art. 22. Artikel 13 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 2 augustus 2002 en bij het koninklijk besluit van 25 maart 2003, wordt vervangen als volgt :

Art. 22. L’article 13 de la même loi, modifié par la loi du 2 août 2002 et par l’arrêté royal du 25 mars 2003, est remplacé par la disposition suivante :

« Art. 13. — § 1. De CBFA wordt belast met de controle op de naleving van de bepalingen van deze wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen.

« Art. 13. — § 1er. La CBFA est chargée du contrôle du respect des dispositions de la présente loi et des arrêtés et règlements pris pour son exécution.

Zij kan de daartoe noodzakelijke inlichtingen vorderen binnen de termijn die zij vaststelt.

Elle peut, à cet effet, requérir les informations nécessaires dans le délai qu’elle détermine.

Zij kan daartoe eveneens ter plaatse inspecties verrichten, en ter plaatse kennis nemen en een afschrift maken van elk gegeven in het bezit van de verzekerings-, herverzekeringstussenpersoon, verzekeringsof herverzekeringsonderneming.

Elle peut à cet effet également procéder à des inspections sur place et prendre connaissance et copie sur place de toute donnée en possession de l’intermédiaire d’assurances ou de réassurances ou de l’entreprise d’assurances ou de réassurances.

Wanneer de CBFA praktijken vaststelt die strijdig zijn met andere wetgevingen dan deze wet, brengt zij de overheden die bevoegd zijn voor deze materies daarvan op de hoogte. Evenzo brengen die overheden de CBFA op de hoogte van de door hen vastgestelde inbreuken op wetten, besluiten of reglementen door personen onderworpen aan deze wet. Deze inlichtingen blijven onderworpen aan de regels van het beroepsgeheim waartoe die overheden zijn gehouden.

Lorsque la CBFA relève des pratiques contraires à des législations autres que la présente loi, elle en informe les autorités qui ont ces matières dans leurs attributions. De même, celles-ci informent la CBFA lorsque leurs services ont constaté des infractions aux lois, arrêtés ou règlements commises par des personnes soumises à la présente loi. Ces informations restent soumises au secret professionnel auquel ces autorités sont tenues.

§ 2. Met het oog op een goede toepassing van deze wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen werkt de CBFA samen met de bevoegde autoriteiten en met de autoriteiten van derde landen met een gelijkaardige opdracht, en kan zij met deze autoriteiten vertrouwelijke informatie uitwisselen overeenkomstig het bepaalde bij artikel 75 en 77, §§ 1 en 2, van de wet van 2 augustus 2002.

§ 2. En vue d’une bonne application de la présente loi et des arrêtés et règlements pris pour son exécution, la CBFA coopère avec les autorités compétentes ainsi qu’avec les autorités de pays tiers à vocation similaire, et peut échanger avec ces autorités des informations confidentielles conformément aux dispositions des articles 75 et 77, §§ 1er et 2, de la loi du 2 août 2002.

§ 3. De CBFA verricht de in artikel 7,punt 1, van de richtlijn voorgeschreven kennisgeving van haar aanwijzing als bevoegde autoriteit aan de Europese Commissie. »

§ 3. La CBFA notifie à la Commission européenne sa désignation comme autorité compétente, conformément à la prescription de l’article 7, point 1er, de la directive. »



« Art. 13bis. — § 1. Wanneer de CBFA vaststelt dat een verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon niet werkt overeenkomstig de bepalingen van deze wet of de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, identificeert zij deze tekortkomingen en stelt de termijn vast waarbinnen deze toestand moet worden verholpen.

« Art. 13bis. — § 1er. Lorsque la CBFA constate qu’un intermédiaire d’assurances ou de réassurances ne fonctionne pas en conformité avec les dispositions de la présente loi ou des arrêtés et règlements pris pour son exécution, elle identifie ces manquements et fixe le délai dans lequel il doit être remédié à la situation constatée.

Zij kan voor deze termijn het uitoefenen van een deel of het geheel van de activiteit van de verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon verbieden en de inschrijving in het register schorsen.

Elle peut interdire pour la durée de ce délai l’exercice de tout ou partie de l’activité de l’intermédiaire d’assurances ou de réassurances et suspendre l’inscription au registre.

Indien de CBFA na deze termijn vaststelt dat de tekortkomingen niet zijn verholpen, schrapt zij de inschrijving van de betrokken verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon.

Si, au terme de ce délai, la CBFA constate qu’il n’a pas été remédié aux manquements, elle radie l’inscription de l’intermédiaire d’assurances ou de réassurances concerné.

De schrapping houdt het verbod in de gereglementeerde werkzaamheid uit te oefenen en de titel te voeren.

La radiation entraîne l’interdiction d’exercer l’activité réglementée et de porter le titre.

15384


§ 2. In afwijking van het bepaalde in § 1, wanneer de CBFA vaststelt dat een verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon het bepaalde in artikel 10, eerste lid, 2°, 4°, 6°bis en 7°, niet nakomt, maant zij deze aan de tekortkoming te verhelpen binnen een maand na datum van aanmaning.

§ 2. Par dérogation aux dispositions du § 1er, lorsque la CBFA constate qu’un intermédiaire d’assurances ou de réassurances ne respecte pas les dispositions de l’article 10, alinéa 1er, 2°, 4°, 6°bis et 7°, elle met celui-ci en demeure de remédier au manquement dans un délai d’un mois à compter de la mise en demeure.

Indien na deze termijn de tekortkoming niet is verholpen, vervalt de inschrijving van de verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon in het register van rechtswege. De CBFA brengt de betrokken verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon hiervan op de hoogte. »

Si, au terme de ce délai, il n’a pas été remédié au manquement, l’inscription de l’intermédiaire d’assurances ou de réassurances au registre expire de plein droit. La CBFA en avise l’intermédiaire d’assurances ou de réassurances concerné. »

Art. 24. In dezelfde wet wordt een artikel 13ter ingevoegd, luidende :

Art. 24. Dans la même loi est inséré un article 13ter, rédigé comme suit :

« Art. 13ter. — Wanneer de CBFA vaststelt dat een verzekeringsonderneming niet werkt overeenkomstig de bepaling van deze wet of de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, kan zij de maatregelen nemen als voorzien bij artikel 26, § 4, van de controlewet verzekeringen. »

« Art. 13ter. — Lorsque la CBFA constate qu’une entreprise d’assurances ne fonctionne pas en conformité avec les dispositions de la présente loi ou des arrêtés et règlements pris pour son exécution, elle peut prendre les mesures prévues à l’article 26, § 4, de la loi de contrôle des assurances. »

Art. 25. In dezelfde wet wordt een artikel 13quater ingevoegd, luidende :

Art. 25. Dans la même loi est inséré un article 13quater, rédigé comme suit :

« Art. 13quater. Het directiecomité van de CBFA kan de notificatie van beslissingen tot inschrijving of tot weigering van inschrijving in het register van de verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen, alsmede van beslissingen tot wijziging, aanmaning, schorsing en schrapping van inschrijving, opdragen aan een door hem aangeduid lid van het personeel van de CBFA. »

« Art. 13quater. Le comité de direction de la CBFA peut confier à un membre du personnel de la CBFA désigné par lui la notification de décisions d’inscription ou de refus d’inscription au registre des intermédiaires d’assurances et de réassurances, ainsi que de décisions de modification, de mise en demeure, de suspension et de radiation de l’inscription. »

Art. 26. In artikel 14 van dezelfde wet worden de woorden « wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen » vervangen door de woorden « controlewet verzekeringen ».

Art. 26. A l’article 14 de la même loi, les mots « loi du 9 juillet 1975 relative au contrôle des entreprises d’assurances » sont remplacés par les mots « loi de contrôle des assurances ».

Art. 27. In artikel 15 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1999 en 26 juni 2000, en bij het koninklijk besluit van 25 maart 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

Art. 27. A l’article 15 de la même loi, modifié par les lois du 11 avril 1999 et du 26 juin 2000 et par l’arrêté royal du 25 mars 2003, sont apportées les modifications suivantes :

1° in het eerste lid van § 1 wordt de tekst van het eerste streepje vervangen als volgt : « de werkzaamheid van verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon uitoefent zonder ingeschreven te zijn overeenkomstig het bepaalde bij artikel 5 »;

1° à l’alinéa 1er du § 1er, le texte du premier tiret est remplacé par la disposition suivante : « exerce l’activité d’intermédiaire d’assurances ou de réassurances sans être inscrit conformément aux dispositions de l’article 5 »;

2° in het eerste lid van § 1 wordt de tekst van het tweede streepje vervangen als volgt : « het bepaalde bij artikel 7 niet naleeft »;

2° à l’alinéa 1er du § 1er, le texte du second tiret est remplacé par la disposition suivante : « ne respecte pas les dispositions de l’article 7 »;

3° in het eerste lid van § 1 wordt zowel onder het vierde streepje als onder het vijfde streepje het woord « tussenpersoon » vervangen door de woorden « verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon »;

3° aux quatrième et cinquième tirets de l’alinéa 1er du § 1er, le mot « intermédiaire » est remplacé par les mots « intermédiaire d’assurances ou de réassurances »;

4° in het eerste lid van §1 wordt onder het vijfde streepje het leesteken « . » vervangen door het leesteken « ; »;

4° au cinquième tiret de l’alinéa 1er du § 1er, le signe de ponctuation « . » est remplacé par le signe de ponctuation « ; »;

5° de opsomming in het eerste lid van § 1 wordt aangevuld als volgt :

5° l’énumération à l’alinéa 1er du § 1er est complétée comme suit :

« - nalaat de bij de artikelen 12bis en 12ter bedoelde informatie te vermelden;

« - omet de mentionner les informations visées aux articles 12bis et 12ter;

– nalaat om wijzigingen mee te delen aan de CBFA met betrekking tot informatie die deel uitmaakt van zijn inschrijvingsdossier in uitvoering van het bepaalde bij hoofdstuk II »;

– omet de communiquer à la CBFA les modifications aux informations faisant partie de son dossier d’inscription en exécution des dispositions du chapitre II »;

6° in het tweede lid van § 1 wordt het woord « tussenpersoon » vervangen door de woorden « verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon »;

6° à l’alinéa 2 du § 1er, le mot « intermédiaire » est remplacé par les mots « intermédiaire d’assurances ou de réassurances »;

7° in § 3 vervallen de woorden « en wordt uit het register geschrapt ».

7° au § 3, les mots « et sera radiée du registre » sont supprimés.



« Art. 15bis. — § 1. Onverminderd de andere bij deze wet voorgeschreven maatregelen kan de CBFA een persoon die geen gevolg geeft aan de aanmaningen die hem krachtens deze wet of de ter uitvoering ervan genomen besluiten of reglementen worden gegeven

« Art. 15bis. — § 1er. Sans préjudice des autres mesures prévues par la présente loi, la CBFA peut, à l’égard d’une personne qui ne se conforme pas aux mises en demeure qui lui sont faites en vertu de la présente loi ou des arrêtés ou règlements pris pour son exécution

1° een dwangsom opleggen van maximum 25.000 euro per overtreding of maximum 500 euro per dag vertraging; 2° openbaar maken dat deze persoon geen gevolg heeft gegeven aan haar aanmaningen om zich binnen de termijn die zij heeft vastgesteld te conformeren aan de voorschriften van deze wet of van de ter uitvoering ervan genomen besluiten of reglementen.

1° infliger une astreinte à raison d’un montant maximum de 25.000 euros par infraction ou de maximum 500 euros par jour de retard; 2° rendre public le fait que cette personne ne s’est pas conformée aux injonctions qui lui ont été faites de respecter, dans le délai déterminé par la CBFA, les dispositions de la présente loi ou des arrêtés ou règlements pris pour son exécution.

§ 2. Het bepaalde bij artikel 16, § 3, is van overeenkomstige toepassing op de invordering van dwangsommen. »

§ 2. Les dispositions de l’article 16, § 3, sont applicables par analogie à l’encaissement des astreintes. »


15385

Art. 29. Artikel 16 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 26 juni 2000, wordt vervangen als volgt :

Art. 29. L’article 16 de la même loi, modifié par la loi du 26 juin 2000, est remplacé par la disposition suivante :

« Art. 16. — § 1. Onder de bij deze wet gestelde voorwaarden en voor zover de feiten vatbaar zijn voor strafrechtelijke sancties, kan de CBFA een administratieve boete opleggen van 25 euro tot 25.000 euro, zonder 1 % van de tijdens het laatste boekjaar geïnde commissielonen te overschrijden, aan hem die een inbreuk heeft gepleegd bedoeld in artikel 15 van deze wet.

« Art. 16. — § 1er. La CBFA peut, dans les conditions fixées par la présente loi et pour autant que les faits soient passibles de sanctions pénales, infliger une amende administrative de 25 euros à 25.000 euros, sans excéder 1 % des commissions encaissées au cours du dernier exercice, à celui qui a commis une infraction visée à l’article 15 de la présente loi.

In geval van herhaling binnen een termijn van vijf jaar wordt het maximum gebracht op 3 % zonder dat het bedrag 75.000 euro mag overschrijden.

En cas de récidive dans un délai de cinq ans, ce maximum est porté à 3 % sans que le montant puisse excéder 75.000 euros.

Ingeval de overtreder een verzekeringsof herverzekeringsonderneming is, wordt de in het eerste en tweede lid bedoelde 1% of 3% berekend op de technische en financiële opbrengsten zoals toegepast in artikel 82 van de controlewet verzekeringen.

Lorsque le contrevenant est une entreprise d’assurances ou de réassurances, le chiffre de 1% ou 3% visé aux alinéas 1er et 2 est calculé sur les produits techniques et financiers tels qu’appliqués à l’article 82 de la loi de contrôle des assurances.

De administratieve boete mag worden berekend in een dagbedrag.

L’amende administrative peut être calculée à raison d’un montant journalier.

§ 2. Ingeval de CBFA op basis van ernstige aanwijzingen vaststelt dat een verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon niet voldoet aan de bij artikel 10, eerste lid, 2°bis, gestelde vereiste van voldoende geschiktheid en professionele betrouwbaarheid, of een bij artikel 10bis, 1°, bedoelde persoon niet beschikt over de noodzakelijke professionele betrouwbaarheid en passende ervaring, volgt zij de procedure bepaald bij de artikelen 70 tot en met 72 van de wet van 2 augustus 2002.

§ 2. Lorsque la CBFA constate, sur la base d’indices sérieux, qu’un intermédiaire d’assurances ou de réassurances ne satisfait pas à l’exigence posée à l’article 10, alinéa 1er, 2°bis, quant à l’aptitude et à l’honorabilité professionnelle suffisantes, ou qu’une personne visée à l’article 10bis, 1°, ne dispose pas de l’honorabilité professionnelle nécessaire et de l’expérience adéquate, elle suit la procédure prévue aux articles 70 à 72 de la loi du 2 août 2002.

§ 3. Indien de overtreder in gebreke blijft de administratieve boete te betalen, wordt de beslissing van de CBFA of de in kracht van gewijsde gegane beslissing van het Hof van Beroep gezonden aan de Administratie van het kadaster, de registratie en de domeinen met het oog op de invordering van het bedrag van de boete. De invordering geschiedt ten bate van de Schatkist.

§ 3. Si le contrevenant demeure en défaut de payer l’amende administrative, la décision de la CBFA ou la décision de la Cour d’appel passée en force de chose jugée est transmise à l’Administration du cadastre, de l’enregistrement et des domaines en vue du recouvrement du montant de l’amende administrative. Le recouvrement se fait au profit du Trésor.

De vervolgingen ingesteld door de in het eerste lid bedoelde administratie verlopen overeenkomstig artikel 3 van de domaniale wet van 22 december 1949. »

Les poursuites à intenter par l’administration visée à l’alinéa 1er se déroulent conformément à l’article 3 de la loi domaniale du 22 décembre 1949. »

Art. 30. Artikel 17 van dezelfde wet, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 maart 2003, wordt vervangen als volgt :

Art. 30. L’article 17 de la même loi, modifié par l’arrêté royal du 25 mars 2003, est remplacé par la disposition suivante :

« Art. 17. — § 1. De herverzekeringstussenpersonen die bij de inwerkingtreding van deze wet reeds vijf jaar de werkzaamheid van herverzekeringsbemiddeling uitoefenen, krijgen, onverminderd het bepaalde in het tweede en derde lid, de toelating om die werkzaamheden verder uit te oefenen. Niettegenstaande het bepaalde bij artikel 3 kunnen de als verantwoordelijke voor de distributie aangewezen personen hun werkzaamheden verder uitoefenen, indien zij die bij de inwerkingtreding van deze wet reeds vijf jaar uitoefenen.

« Art. 17. — § 1er. Les intermédiaires de réassurances qui, à la date d’entrée en vigueur de la présente loi, exercent l’activité d’intermédiation en réassurances depuis au moins cinq ans, sont autorisés, sans préjudice des dispositions des alinéas 2 et 3, à poursuivre l’exercice de cette activité. Nonobstant les dispositions de l’article 3, les personnes désignées comme responsables de la distribution peuvent poursuivre l’exercice de leurs activités, si elles les exercent déjà depuis cinq ans au moment de l’entrée en vigueur de la présente loi.

De in het eerste lid bedoelde herverzekeringstussenpersonen moeten, binnen zes maanden te rekenen van de inwerkingtreding van deze wet, bij de CBFA een aanvraag tot inschrijving indienen waaraan, in voorkomend geval, de naamlijst wordt toegevoegd van de als verantwoordelijke voor de distributie aangewezen personen.

Les intermédiaires de réassurances visés à l’alinéa 1er doivent introduire auprès de la CBFA, dans les six mois de l’entrée en vigueur de la présente loi, une demande d’inscription qui sera accompagnée, le cas échéant, de la liste nominative des personnes désignées comme responsables de la distribution.

De aanvraag moet vergezeld gaan van de nodige bewijsstukken waaruit blijkt dat de herverzekeringstussenpersoon voldoet aan de in artikel 10, eerste lid, 2°, 3°, 4°, 5°, 6°, 6°bis, 7°, en 10bis voor wat de professionele betrouwbaarheid betreft, gestelde vereisten.

La demande doit être accompagnée des pièces justificatives nécessaires qui démontrent que l’intermédiaire de réassurances satisfait aux conditions fixées aux articles 10, alinéa 1er, 2°, 3°, 4°, 5°, 6°, 6°bis, 7°, et 10bis quant à l’honorabilité professionnelle.

§ 2. De als verantwoordelijke voor de distributie aangewezen personen van een herverzekeringsonderneming kunnen hun werkzaamheden verder uitoefenen, indien zij die bij de inwerkingtreding van deze wet reeds vijf jaar uitoefenen. De betrokken herverzekeringsondernemingen dienen, binnen zes maanden te rekenen van de inwerkingtreding van deze wet, de in artikel 12 bepaalde naamlijst over te leggen aan de CBFA, alsook het bewijs dat deze personen beantwoorden aan de in artikel 10, eerste lid, 3°, gestelde vereisten. »

§ 2. Les personnes d’une entreprise de réassurances désignées comme responsables de la distribution, peuvent poursuivre leurs activités si elles les exercent déjà depuis cinq ans au moment de l’entrée en vigueur de la présente loi. Les entreprises de réassurances concernées doivent communiquer la liste nominative prévue à l’article 12, dans les six mois de l’entrée en vigueur de la présente loi, à la CBFA, ainsi que la preuve que ces personnes répondent aux exigences posées à l’article 10, alinéa 1er, 3°. »

Art. 31. Artikel 18 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :

Art. 31. L’article 18 de la même loi est remplacé par la disposition suivante :

« Art. 18. — De herverzekeringsondernemingen beschikken over een termijn van drie maanden vanaf de inwerkingtreding van de wet om de CBFA aan te tonen dat de in artikel 2, § 3, bedoelde personen aan de in dat artikel opgesomde vereisten beantwoorden. De verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen beschikken over eenzelfde termijn om aan te tonen dat de personen deel uitmakend van de effectieve leiding als bedoeld in artikel 10bis aan de in dat artikel gestelde vereisten inzake professionele betrouwbaarheid beantwoorden. »

« Art. 18. — Les entreprises de réassurances disposent d’un délai de trois mois à partir de l’entrée en vigueur de la loi pour démontrer à la CBFA que les personnes visées par l’article 2, § 3, répondent aux exigences énumérées dans cet article. Les intermédiaires d’assurances et de réassurances disposent du même délai pour démontrer que les personnes faisant partie de la direction effective visée à l’article 10bis répondent aux exigences posées dans cet article quant à l’honorabilité professionnelle. »

15386


Art. 32. Artikel 20 van dezelfde wet wordt aangevuld met het volgende lid :

Art. 32. L’article 20 de la même loi est complété par l’alinéa suivant :

« De Koning kan, binnen de perken van de richtlijn, bevoegdheden die bij deze wet aan de CBFA worden toegekend, geheel of gedeeltelijk overdragen aan een andere autoriteit of een andere instantie. Dit besluit wordt genomen na in ministerraad te zijn overlegd, behalve voor overgedragen bevoegdheden die taken van materiële uitvoering betreffen, en na advies van de CBFA. »

« Le Roi peut, dans les limites établies par la directive, transférer en tout ou en partie à une autre autorité ou à une autre instance, des compétences attribuées à la CBFA par la présente loi. Cet arrêté est pris après délibération en Conseil des ministres, sauf pour les compétences transférées qui concernent des tâches d’exécution matérielle, et sur avis de la CBFA. »

HOOFDSTUK III Wijzigingen van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst

CHAPITRE III Modifications de la loi du 25 juin 1992 sur le contrat d’assurance terrestre

Art. 33. In artikel 13 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst worden de volgende wijzigingen aangebracht :

Art. 33. A l’article 13 de la loi du 25 juin 1992 sur le contrat d’assurance terrestre sont apportées les modifications suivantes :

1° het opschrift wordt vervangen als volgt :

1° l’intitulé est remplacé par l’intitulé suivant :

« Wijze van betaling van de premie en van de verzekeringsprestatie »;

« Modalités de paiement de la prime et de la prestation d’assurance »;

2° het artikel wordt aangevuld met het volgende lid :

2° l’article est complété par l’alinéa suivant :

« Wanneer de verzekeraar de bedragen die hij in het kader van de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst aan de verzekerde of zijn rechthebbende is verschuldigd, niet rechtstreeks aan deze laatsten betaalt, bevrijdt enkel de werkelijke ontvangst van deze betaling door de verzekerde of zijn rechthebbende de verzekeraar van zijn verplichtingen. »

« Lorsque l’assureur ne verse pas directement à l’assuré ou à son ayant droit les montants dont il lui est redevable dans le cadre de l’exécution du contrat d’assurance, seule la réception effective de ce paiement par l’assuré ou son ayant droit libère l’assureur de ses obligations. »

HOOFDSTUK IV. — Slotbepalingen

CHAPITRE IV. — Dispositions finales

Art. 34. Deze wet treedt in werking de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van artikel 17, 2°, dat in werking treedt zes maanden na bekendmaking van de wet in het Belgisch Staatsblad en van artikel 15, 9°, dat in werking treedt op een door de Koning te bepalen datum.

Art. 34. La présente loi entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge à l’exception de l’article 17, 2°, qui entre en vigueur six mois après la publication de la loi au Moniteur belge et de l’article 15, 9°, qui entre en vigueur à la date fixée par le Roi.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met ’s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Promulguons la présente loi, ordonnons qu’elle soit revêtue du sceau de l’Etat et publiée par le Moniteur belge.

Gegeven te Brussel, 22 februari 2006.

Donné à Bruxelles, le 22 février 2006.

ALBERT

ALBERT

Van Koningswege :

Par le Roi :

De Minister van Economie, M. VERWILGHEN

Le Ministre de l’Economie, M. VERWILGHEN

Met ’s Lands zegel gezegeld :

Scellé du sceau de l’Etat :

De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX

La Ministre de la Justice, Mme L. ONKELINX

Nota’s

Notes

(1) Zitting 2004-2005 : Kamer van volksvertegenwoordigers : Parlementaire bescheiden. — Wetsontwerp, 51-1993, nr. 1. Zitting 2005-2006 : Parlementaire bescheiden. — Amendementen, 51-1993, nrs. 2 en 3. — Verslag, 51-1993, nr. 4. — Tekst aangenomen door de commissie, 51-1992, nr. 4. — Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, 51-1993, nr. 6. Integraal verslag : 12 januari 2006. Senaat : Parlementaire bescheiden. — Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat, 3-1510, nr. 1

(1) Session 2004-2005 : Chambre des représentants : Documents parlementaires — Projet de loi, 51-1993, n° 1. Session 2005-2006 : Documents parlementaires . — Amendements, 51-1993, nos 2 et 3. — Rapport, 51-1993, n° 4. — Texte adopté par la commission, 51-1993, n° 5. — Texte adopté en séance plénière et transmis au Sénat, 51-1993, n° 6. Compte rendu intégral : 12 janvier 2006. Sénat : Documents parlementaires. — Projet non évoque par le Sénat, 3-1510, n° 1.

* FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE N. 2006 — 1007 [C − 2006/11086] 22 FEBRUARI 2006. — Wet tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :


[C − 2006/11086] 22 FEVRIER 2006. — Loi modifiant la loi du 2 août 2002 relative à la surveillance du secteur financier et aux services financiers (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Les Chambres ont adopté et Nous sanctionnons ce qui suit :

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Article 1er. La présente loi règle une matière visée à l’article 77 de la Constitution.

Art. 2. Met deze wet wordt artikel 8, lid 5, van Richtlijn 2002/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 december 2002 betreffende verzekeringsbemiddeling omgezet in Belgisch recht.

Art. 2. La présente loi transpose en droit belge l’article 8, alinéa 5, de la directive 2002/92/CE du Parlement européen et du Conseil du 9 décembre 2002 sur l’intermédiation en assurance.


15387

Art. 3. In artikel 121, § 1, eerste lid, 4°, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 maart 2003 en de wet van 22 juli 2004, worden de woorden « artikel 15bis of artikel 16, § 1, van de wet van 27 maart 1995 betreffende de verzekerings- en herverzekeringsbemiddeling en de distributie van verzekeringen » ingevoegd tussen de woorden « controle der verzekeringsondernemingen, » en de woorden « de artikelen 90, 91, 96, ».

Art. 3. A l’article 121, § 1er, alinéa 1er, 4°, de la loi du 2 août 2002 relative à la surveillance du secteur financier et aux services financiers, modifié par l’arrêté royal du 25 mars 2003 et par la loi du 22 juillet 2004, les mots « de l’article 15bis ou de l’article 16, § 1er, de la loi du 27 mars 1995 relative à l’intermédiation en assurances et en réassurances et à la distribution d’assurances » sont insérés entre les mots « contrôle des entreprises d’assurances, » et les mots « des articles 90, 91, 96, ».

Art. 4. In artikel 122, 19°, van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 25 maart 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

Art. 4. A l’article 122, 19°, de la même loi, inséré par l’arrêté royal du 25 mars 2003, sont apportées les modifications suivantes :

1° het woord « verzekeringstussenpersoon » wordt vervangen door de woorden « verzekeringsof herverzekeringstussenpersoon » en het woord « tussenpersonen » wordt vervangen door de woorden « verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen »;

1° les mots « l’intermédiaire d’assurances » sont remplacés par les mots « l’intermédiaire d’assurances ou de réassurances » et le mot « intermédiaires » est remplacé par les mots « intermédiaires d’assurances et de réassurances »;

2° het woord « verzekeringsbemiddeling » wordt vervangen door de woorden « verzekerings- en herverzekeringsbemiddeling »;

2° les mots « l’intermédiation en assurances » sont remplacés par les mots « l’intermédiation en assurances et en réassurances »;

3° de woorden « tot schrapping of wijziging van de inschrijving en tot waarschuwing » worden vervangen door de woorden « tot schrapping, tot verbod van activiteiten, tot schorsing, tot wijziging van de inschrijving en tot waarschuwing, alsook tegen de beslissingen tot gevolg hebbende het verlies van rechtswege van inschrijving, » ingevoegd;

3° les mots « de radiation ou de modification de l’inscription, et d’avertissement » sont remplacés par les mots « de radiation, d’interdiction d’activités, de suspension, de modification de l’inscription, et d’avertissement, ainsi que contre les décisions entraînant d’office la perte de l’inscription »;

4° de woorden « artikelen 5, 8, 9 en 13 » worden vervangen door de woorden « artikelen 5, 9 en 13bis ».

3° les mots « articles 5, 8, 9 et 13 » sont remplacés par les mots « articles 5, 9 et 13bis ».

Art. 5. Artikel 127, derde lid, van dezelfde wet wordt opgeheven.

Art. 5. L’article 127, alinéa 3, de la même loi est abrogé.

Art. 6. Deze wet treedt in werking de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 6. La présente loi entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met ’s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Promulguons la présente loi, ordonnons qu’elle soit revêtue du sceau de l’Etat et publiée par le Moniteur belge.


Donné à Bruxelles, 22 février 2006.

ALBERT

ALBERT

Van Koningswege :

Par le Roi :



De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

Le Ministre de l’Intérieur, P. DEWAEL



De Minister van Financiën, REYNDERS

Le Ministre des Finances, D. REYNDERS

Met ’s Lands zegel gezegeld :

Scellé du sceau de l’Etat :



Nota’s

Notes

(1) Zitting 2004-2005 : Kamer van volksvertegenwoordigers : Parlementaire bescheiden. — Wetsontwerp, 51-1992, nr. 1. Zitting 2005-2006 : Parlementaire bescheiden. — Amendement, 51-1992, nr. 2. — Verslag, 51-1992, nr. 3. — Tekst aangenomen door de commissie, 51-1992, nr. 4. — Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, 51-1992, nr. 5. Integraal verslag : 12 januari 2006. Senaat : Parlementaire bescheiden. — Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers, 3-1509, nr. 1. — Verslag, 3-1509, nr. 2. — Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, 3-1509, nr. 3. Parlementaire Handelingen : 2 februari 2006.

(1) Session 2004-2005 : Chambre des représentants : Documents parlementaires. — Projet de loi, 51-1992, n° 1. Session 2005-2006 : Documents parlementaires. — Amendement, 51-1992, n° 2. — Rapport, 51-1992, n°. 3. — Texte adopté par la commission, 51-1992, n° 4. — Texte adopté en séance plénière et transmis au Sénat, 51-1992, n° 5. Compte rendu intégral : 12 janvier 2006. Sénat : Documents parlementaires. — Projet transmis paar la Chambre des représentants, 3-1509, n° 1. — Rapport, 3-1509, n° 2. — Texte adopté en séance plénière et soumis à la sanction royale, 3-1509, n° 3. Annales parlementaires : 2 février 2006.

15388

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE

SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE

N. 2006 — 1008 [C − 2006/11108] 17 FEBRUARI 2006. — Koninklijk besluit tot opheffing van het koninklijk besluit van 17 maart 1935 waarbij aan de kleinhandelaars in vee- en varkensvleesch wordt opgelegd zich een herkomstattest te doen afleveren door den verkooper van levende of geslachte slachtdieren

F. 2006 — 1008 [C − 2006/11108] 17 FEVRIER 2006. — Arrêté royal de suppression de l’arrêté royal du 17 mars 1935 imposant aux détaillants de viandes de boucherie et de charcuterie de se faire délivrer un certificat de provenance par le vendeur sur pied ou à la cheville

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op artikel 108 van de Grondwet; Gelet op het koninklijk besluit van 31 januari 1936 wijzigende het koninklijk besluit d.d. 4 december 1934 op de controle van de prijzen van het vleesch van slachtvee en varkens; Gelet op het koninklijk besluit van 17 maart 1935 waarbij aan de kleinhandelaars in vee- en varkensvleesch de verplichting wordt opgelegd zich een herkomstattest te doen afleveren door den verkooper van levende of geslachte slachtdieren; Gelet op het advies 39.719/1 van de Raad van State, gegeven op 26 januari 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van Onze Minister van Economie,

ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu l’article 108 de la Constitution; Vu l’arrêté royal du 31 janvier 1936 modificatif de l’arrêté royal du 4 décembre 1934 sur le contrôle des prix des viandes de boucherie et de charcuterie; Vu l’arrêté royal du 17 mars 1935 imposant aux détaillants de viandes de boucherie et de charcuterie l’obligation de se faire délivrer un certificat de provenance par le vendeur sur pied ou à la cheville; Vu l’avis 39.719/1 du Conseil d’Etat donné le 26 janvier 2006, en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Economie, Nous avons arrêté et arrêtons :

Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Het koninklijk besluit van 17 maart 1935 waarbij aan de kleinhandelaars in vee- en varkensvleesch de verplichting wordt opgelegd zich een herkomstattest te doen afleveren door den verkooper van levende of geslachte slachtdieren wordt opgeheven.

Article 1er. L’arrêté royal du 17 mars 1935 imposant aux détaillants de viandes de boucherie et de charcuterie l’obligation de se faire délivrer un certificat de provenance par le vendeur sur pied ou à la cheville est abrogé.

Art. 2. Onze Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 2. Notre Ministre de l’Economie est chargé de l’exécution du présent arrêté. Donné à Bruxelles, le 17 février 2006.


ALBERT

ALBERT

Van Koningswege :

Par le Roi :



* FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE N. 2006 — 1009

[C − 2006/11101]

16 FEBRUARI 2006. — Ministerieel besluit houdende samenstelling van de Directieraad van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen De Minister van Middenstand en Landbouw,


[C − 2006/11101]

16 FEVRIER 2006. — Arrêté ministériel déterminant la composition du Conseil de direction de l’Institut national d’assurances sociales pour travailleurs indépendants La Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture,

Gelet op het koninklijk besluit van 24 oktober 2003 betreffende het statuut van de managementfuncties van administrateur-generaal en adjunct-administrateur-generaal van de openbare instellingen van sociale zekerheid;

Vu l’arrêté royal du 24 octobre 2003 relatif au statut des fonctions de management d’administrateur général et d’administrateur général adjoint des institutions publiques de sécurité sociale;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels;

Vu l’arrêté royal du 3 avril 1997 portant des mesures en vue de la responsabilisation des institutions publiques de sécurité sociale, en application de l’article 47 de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des pensions;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 januari 2002 houdende vaststelling van het statuut van het personeel van de openbare instellingen van sociale zekerheid, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 november 2003;

Vu l’arrêté royal du 24 janvier 2002 fixant le statut du personnel des institutions publiques de sécurité sociale, modifié en dernier lieu par l’arrêté royal du 30 novembre 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid artikel 16, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004;

Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1973 fixant le statut du personnel de certains organismes d’intérêt public, notamment l’article 16, modifié en dernier lieu par l’arrêté royal du 4 août 2004;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 betreffende de loopbaan van niveau A van het Rijkspersoneel;

Vu l’arrêté royal du 4 août 2004 relatif à la carrière du niveau A des agents de l’Etat;

Gelet op het besluit van de Raad van beheer van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen van 8 december 2004 tot vaststelling van het personeelsplan van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen;

Vu l’arrêté du Conseil d’administration de l’Institut national d’assurances sociales pour travailleurs indépendants du 8 décembre 2004 fixant le plan de personnel de l’Institut national d’assurances sociales pour travailleurs indépendants;

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Gelet op het advies van het Basisoverlegcomité van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen gegeven op 20 oktober 2005; Gelet op het advies van de Raad van beheer van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen gegeven op 9 november 2005, Besluit :

15389

Vu l’avis du Comité de concertation de base de l’Institut national d’assurances sociales pour travailleurs indépendants donné le 20 octobre 2005; Vu l’accord du Conseil d’administration de l’Institut national d’assurances sociales pour travailleurs indépendants donné le 9 novembre 2005, Arrête :

Artikel 1. De directieraad van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen bestaat uit de houders van een managementfunctie en de personeelsleden die zijn ingedeeld in de klassen A4 en A5.

Article 1er. Le Conseil de direction de l’Institut national d’assurances sociales pour travailleurs indépendants est composé des titulaires d’une fonction de management et des agents dotés des classes A4 et A5.

Art. 2. De ambtenaar die, tijdens de afwezigheid van een titularis van de in artikel 1 vermelde betrekkingen, bij toepassing van de bepalingen van het koninklijk besluit van 8 augustus 1983 betreffende de uitoefening van een hoger ambt in de rijksbesturen, wordt aangewezen om deze titularis te vervangen, maakt deel uit van de directieraad gedurende de periode tijdens welke hij die hogere functies uitoefent.

Art. 2. Le fonctionnaire qui, pendant l’absence d’un titulaire des emplois repris à l’article premier, est, en application des dispositions de l’arrêté royal du 8 août 1983 relatif à l’exercice d’une fonction supérieure dans les administrations de l’Etat, désigné pour remplacer ce fonctionnaire fait partie du Conseil de direction pendant la période au cours de laquelle il exerce des fonctions supérieures.

Art. 3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 december 2005.

Art. 3. Le présent arrêté produit ses effets le 1er décembre 2005.

Brussel, 16 februari 2006.

Bruxelles, le 16 février 2006.

Mevr. S. LARUELLE

Mme S. LARUELLE

* FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR

N. 2006 — 1010 [C − 2006/00030] 13 JANUARI 2006. — Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het addendum van de wet van 12 juni 1998 houdende instemming met volgende internationale akten : a) de Overeenkomst op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie tot oprichting van een Europese Politiedienst (Europol Overeenkomst), Bijlage en Verklaringen, gedaan te Brussel op 26 juli 1995; b) het Protocol, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de prejudiciële uitlegging door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, van de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst en Verklaringen, gedaan te Brussel op 24 juli 1996; c) en het Protocol, opgesteld op basis van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 41, lid 3, van de Europese Overeenkomst betreffende de voorrechten en immuniteiten van Europol, de leden van zijn organen, zijn adjunct-directeuren en zijn personeelsleden, gedaan te Brussel op 19 juni 1997

F. 2006 — 1010 [C − 2006/00030] 13 JANVIER 2006. — Arrêté royal établissant la traduction officielle en langue allemande de l’addendum à la loi du 12 juin 1998 portant assentiment aux actes internationaux suivants : a) la Convention, sur la base de l’article K.3 du Traité sur l’Union européenne, portant création d’un Office européen de police (Convention Europol), Annexe et Déclarations, faites à Bruxelles le 26 juillet 1995; b) le Protocole, établi sur la base de l’article K.3 du Traité sur l’Union européenne, concernant l’interprétation, à titre préjudiciel, par la Cour de justice des Communautés européennes de la Convention portant création d’un Office européen de police et Déclarations, faits à Bruxelles le 24 juillet 1996; c) et le Protocole établissant sur la base de l’article K.3 du Traité sur l’Union européenne et de l’article 41, § 3, de la Convention Europol, les privilèges et immunités d’Europol, des membres de ses organes, de ses directeurs adjoints et de ses agents, fait à Bruxelles le 19 juin 1997

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1°, en § 3, vervangen bij de wet van 18 juli 1990; Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van het addendum van de wet van 12 juni 1998 houdende instemming met volgende internationale akten : a) de Overeenkomst op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie tot oprichting van een Europese Politiedienst (Europol Overeenkomst), Bijlage en Verklaringen, gedaan te Brussel op 26 juli 1995; b) het Protocol, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de prejudiciële uitlegging door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, van de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst en Verklaringen, gedaan te Brussel op 24 juli 1996; c) en het Protocol, opgesteld op basis van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 41, lid 3, van de Europese Overeenkomst betreffende de voorrechten en immuniteiten van Europol, de leden van zijn organen, zijn adjunct-directeuren en zijn personeelsleden, gedaan te Brussel op 19 juni 1997, opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling bij het Adjunctarrondissementscommissariaat in Malmedy; Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken,

ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 31 décembre 1983 de réformes institutionnelles pour la Communauté germanophone, notamment l’article 76, § 1er, 1°, et § 3, remplacé par la loi du 18 juillet 1990; Vu le projet de traduction officielle en langue allemande de l’addendum à la loi du 12 juin 1998 portant assentiment aux actes internationaux suivants : a) la Convention, sur la base de l’article K.3 du Traité sur l’Union européenne, portant création d’un Office européen de police (Convention Europol), Annexe et Déclarations, faites à Bruxelles le 26 juillet 1995; b) le Protocole, établi sur la base de l’article K.3 du Traité sur l’Union européenne, concernant l’interprétation, à titre préjudiciel, par la Cour de justice des Communautés européennes de la Convention portant création d’un Office européen de police et Déclarations, faits à Bruxelles le 24 juillet 1996; c) et le Protocole établissant sur la base de l’article K.3 du Traité sur l’Union européenne et de l’article 41, § 3, de la Convention Europol, les privilèges et immunités d’Europol, des membres de ses organes, de ses directeurs adjoints et de ses agents, fait à Bruxelles le 19 juin 1997, établi par le Service central de traduction allemande auprès du Commissariat d’arrondissement adjoint à Malmedy;

Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse vertaling het addendum van de wet van 12 juni 1998 houdende instemming met volgende internationale akten : a) de Overeenkomst op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie tot oprichting van een Europese Politiedienst (Europol Overeenkomst), Bijlage en Verklaringen, gedaan te Brussel op 26 juli 1995; b) het Protocol, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de prejudiciële uitlegging door het

Sur la proposition de Notre Ministre de l’Intérieur, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1er. Le texte annexé au présent arrêté constitue la traduction officielle en langue allemande de l’addendum à la loi du 12 juin 1998 portant assentiment aux actes internationaux suivants : a) la Convention, sur la base de l’article K.3 du Traité sur l’Union européenne, portant création d’un Office européen de police (Convention Europol), Annexe et Déclarations, faites à Bruxelles le 26 juillet 1995; b) le Protocole, établi sur la base de l’article K.3 du Traité sur l’Union européenne, concernant l’interprétation, à titre préjudiciel, par la Cour

15390


Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, van de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst en Verklaringen, gedaan te Brussel op 24 juli 1996; c) en het Protocol, opgesteld op basis van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 41, lid 3, van de Europese Overeenkomst betreffende de voorrechten en immuniteiten van Europol, de leden van zijn organen, zijn adjunct-directeuren en zijn personeelsleden, gedaan te Brussel op 19 juni 1997.

de justice des Communautés européennes de la Convention portant création d’un Office européen de police et Déclarations, faits à Bruxelles le 24 juillet 1996; c) et le Protocole établissant sur la base de l’article K.3 du Traité sur l’Union européenne et de l’article 41, § 3, de la Convention Europol, les privilèges et immunités d’Europol, des membres de ses organes, de ses directeurs adjoints et de ses agents, fait à Bruxelles le 19 juin 1997.

Art. 2. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 2. Notre Ministre de l’Intérieur est chargé de l’exécution du présent arrêté.

Gegeven te Brussel, 13 januari 2006.

Donné à Bruxelles, le 13 janvier 2006.

ALBERT

ALBERT

Van Koningswege :

Par le Roi :



Bijlage — Annexe MINISTERIUM DER AUSWA } RTIGEN ANGELEGENHEITEN, DES AUSSENHANDELS UND DER ENTWICKLUNGSZUSAMMENARBEIT 12. JUNI 1998 - Gesetz zur Zustimmung zu folgenden internationalen Rechtsakten: ¨ bereinkommen aufgrund von Artikel K.3 des Vertrags über die Europäische Union über die Errichtung a) U ¨ bereinkommen), Anlage und Erklärungen, geschehen zu Brüssel am eines Europäischen Polizeiamts (Europol-U 26. Juli 1995, b) Protokoll aufgrund von Artikel K.3 des Vertrags über die Europäische Union betreffend die Auslegung des ¨ bereinkommens über die Errichtung eines Europäischen Polizeiamts durch den Gerichtshof der Europäischen U Gemeinschaften im Wege der Vorabentscheidung und Erklärungen, geschehen zu Brüssel am 24. Juli 1996, c) und Protokoll aufgrund von Artikel K.3 des Vertrags über die Europäische Union und von Artikel 41 Absatz 3 ¨ bereinkommens über die Vorrechte und Immunitäten für Europol, die Mitglieder der Organe, die des Europol-U stellvertretenden Direktoren und die Bediensteten von Europol, geschehen zu Brüssel am 19. Juni 1997 — Addendum ¨ bereinkommen aufgrund von Artikel K.3 des Vertrags über die Europäische Union über die Errichtung eines U ¨ bereinkommen), Anlage und Erklärungen, geschehen zu Brüssel am Europäischen Polizeiamts (Europol-U 26. Juli 1995 Die Liste der gebundenen Staaten (S. 30113 des Belgischen Staatsblatts vom 16. September 1998, 2. Ausg.) muss durch folgende Staaten ergänzt werden: Staaten

Datum der Notifizierung

Griechenland

11. Juni 1998

Luxemburg

12. Juni 1998

¨ bereinkommen ist am 1. Oktober 1998 in Kraft getreten. Dieses U

Protokoll Aufgrund von Artikel K.3 des Vertrags über die Europäische Union betreffend die Auslegung des ¨ bereinkommens über die Errichtung eines Europäischen Polizeiamts durch den Gerichtshof der EuroU päischen Gemeinschaften im wege der Vorabentscheidung und Erklärungen, geschehen zu Brüssel am 24. Juli 1996 Die Liste der gebundenen Staaten (S. 30115 des Belgischen Staatsblatts vom 16. September 1998, 2. Ausg.) muss durch folgende Staaten ergänzt werden: Staaten


Griechenland

30. September 1998

Luxemburg

12. Juni 1998

Dieses Protokoll ist am 29. Dezember 1998 in Kraft getreten.

Protokoll aufgrund von Artikel K.3 des Vertrags über die Europäische Union und von Artikel 41 Absatz 3 des ¨ bereinkommens über die Vorrechte und Immunitäten für Europol, die Mitglieder der Organe, die Europol-U Stellvertretenden Direktoren und die Bediensteten von Europol, geschehen zu Brüssel am 19. Juni 1997 Die Liste der gebundenen Staaten (S. 30119 des Belgischen Staatsblatts vom 16. September 1998, 2. Ausg.) muss durch folgende Staaten ergänzt werden: Staaten


Frankreich

31. Mai 1999

Griechenland

30. September 1998

Italien

31. Mai 1999

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Niederlande ¨ sterreich O

1. September 1998

Portugal

5. März 1999

Spanien

20. November 1998

15391

3. Juli 1998

Dieses Protokoll ist am 1. Juli 1998 in Kraft getreten. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 13 januari 2006.

Vu pour être annexé à Notre arrêté du 13 janvier 2006.

ALBERT

ALBERT

Van Koningswege :

Par le Roi :





N. 2006 — 1011 [C − 2006/00063] 19 JANUARI 2006. — Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het ministerieel besluit van 20 juli 2005 tot bepaling van de betalingswijze van de in het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs bepaalde retributies

F. 2006 — 1011 [C − 2006/00063] 19 JANVIER 2006. — Arrêté royal établissant la traduction officielle en langue allemande de l’arrêté ministériel du 20 juillet 2005 déterminant les modalités de paiement des redevances prévues par l’arrêté royal du 23 mars 1998 relatif au permis de conduire

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1°, en § 3, vervangen bij de wet van 18 juli 1990; Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van het ministerieel besluit van 20 juli 2005 tot bepaling van de betalingswijze van de in het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs bepaalde retributies, opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitse vertaling bij het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy; Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken,

ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 31 décembre 1983 de réformes institutionnelles pour la Communauté germanophone, notamment l’article 76, § 1er, 1°, et § 3, remplacé par la loi du 18 juillet 1990; Vu le projet de traduction officielle en langue allemande de l’arrêté ministériel du 20 juillet 2005 déterminant les modalités de paiement des redevances prévues par l’arrêté royal du 23 mars 1998 relatif au permis de conduire, établi par le Service central de traduction allemande auprès du Commissariat d’arrondissement adjoint à Malmedy; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Intérieur,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Nous avons arrêté et arrêtons :

Artikel 1. De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse vertaling van het ministerieel besluit van 20 juli 2005 tot bepaling van de betalingswijze van de in het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs bepaalde retributies.

Article 1er. Le texte annexé au présent arrêté constitue la traduction officielle en langue allemande de l’arrêté ministériel du 20 juillet 2005 déterminant les modalités de paiement des redevances prévues par l’arrêté royal du 23 mars 1998 relatif au permis de conduire.



Gegeven te Brussel, 19 januari 2006.

Donné à Bruxelles, le 19 janvier 2006.

ALBERT

ALBERT

Van Koningswege :

Par le Roi :



Bijlage — Annexe FO } DERALER O } FFENTLICHER DIENST MOBILITA }T UND TRANSPORTWESEN 20. JULI 2005 — Ministerieller Erlass zur Festlegung der Modalitäten für die Zahlung der im Königlichen Erlass vom 23. März 1998 über den Führerschein vorgesehenen Gebühren Der Minister der Mobilität, Aufgrund des am 16. März 1968 koordinierten Gesetzes über die Straßenverkehrspolizei, insbesondere des Artikels 1, abgeändert durch die Gesetze vom 21. Juni 1985 und 5. August 2003, des Artikels 26, ersetzt durch das Gesetz vom 9. Juli 1976, des Artikels 27, ersetzt durch das Gesetz vom 9. Juli 1976 und abgeändert durch das Gesetz vom 18. Juli 1990, und des Artikels 47, ersetzt durch das Gesetz vom 9. Juli 1976; Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 23. März 1998 über den Führerschein, insbesondere des Artikels 61, Absatz 2, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 20. Juli 2005, des Artikels 62, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 20. Juli 2000 und 20. Juli 2005, und des Artikels 71 Absatz 2, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 14. Dezember 2001 und 20. Juli 2005; Aufgrund des Ministeriellen Erlasses vom 27. März 1998 zur Festlegung der Muster der Dokumente, die im Königlichen Erlass vom 23. März 1998 über den Führerschein erwähnt sind, abgeändert durch den Ministeriellen Erlass vom 30. März 2005; Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 14. Februar 2005; Aufgrund des Einverständnisses des Ministers des Haushalts vom 15. Juni 2005;

15392

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Aufgrund der Beteiligung der Regionalregierungen an der Ausarbeitung des vorliegenden Erlasses; Aufgrund der Dringlichkeit, begründet durch die Tatsache, dass der Ministerrat vom 13. Mai 2005 beschlossen hat, dass die Abschaffung der Steuermarken für Führerscheine am 1. Januar 2006 in Kraft tritt. Für die Städte und Gemeinden - die mit der Ausstellung und Verwaltung der Führerscheine beauftragt sind - ist es von größter Bedeutung, dass sie so schnell wie möglich die Maßnahmen treffen können, die für die Anwendung der neuen Zahlungsmodalitäten in ihren Diensten erforderlich sind. Diese Vorbereitungen können erst getroffen werden, nachdem die Städte und Gemeinden von den Vorschriften zur Festlegung der neuen Zahlungs- und Verfahrensmodalitäten Kenntnis genommen haben; Aufgrund des Gutachtens Nr. 38.665/4 des Staatsrates vom 5. Juli 2005, abgegeben in Anwendung von Artikel 84 Absatz 1 Nr. 2 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat, Erläßt: Artikel 1 - Der Antragsteller zahlt die in Artikel 61 Absatz 1 des Königlichen Erlasses vom 23. März 1998 über ¨ berweisung oder per elektronische Zahlung an die in Artikel 7 den Führerschein vorgesehenen Gebühren in bar, per U desselben Erlasses erwähnte Behörde. Dieselbe Behörde entscheidet frei über die Modalitäten für die Zahlung der Gebühren. ¨ berweisung auf das Die Gebühren für an den Beschwerdeausschuss gerichtete Anträge sind jedoch per U ¨ ffentlichen Dienstes Mobilität und Transportwesen gemäß den Anweisungen der Konto 679-2006010-50 des Föderalen O ¨ ffentlichen Dienstes Mobilität und Transportwesen Generaldirektion Mobilität und Verkehrssicherheit des Föderalen O zu zahlen. Art. 2 - Die in Artikel 7 Absatz 2 Nr. 1 und 2 des Königlichen Erlasses vom 23. März 1998 über den Führerschein erwähnte Behörde zahlt im Laufe des Monats Januar und des Monats Juli nach Abzug der Beträge, die ihr gemäß Artikel 62 § 1 Absatz 1 des Königlichen Erlasses vom 23. März 1998 über den Führerschein zugeteilt werden, per ¨ berweisung auf das Konto 679-2003008-55 des Föderalen O ¨ ffentlichen Dienstes Finanzen gemäß den Anweisungen U ¨ ffentlichen Dienstes Mobilität und Transportder Generaldirektion Mobilität und Verkehrssicherheit des Föderalen O wesen die in Artikel 1 Absatz 1 erwähnten Gebühren der vorangegangenen sechs Monate. Die in Artikel 7 Absatz 2 Nr. 3 desselben Erlasses erwähnte Behörde zahlt im Laufe des Monats Januar und des ¨ berweisung auf das Konto 679-2003008-55 des Föderalen O ¨ ffentlichen Dienstes Finanzen gemäß den Monats Juli per U ¨ ffentlichen Dienstes Mobilität Anweisungen der Generaldirektion Mobilität und Verkehrssicherheit des Föderalen O und Transportwesen die in Artikel 1 Absatz 1 erwähnten Gebühren der vorangegangenen sechs Monate. ¨ berweisung erfolgt ein erstes Mal vor dem 31. Juli 2006 für die vom Die in den Absätzen 1 und 2 erwähnte U 1. Januar 2006 bis zum 30. Juni 2006 erhobenen Gebühren und ein zweites Mal vor dem 31. Januar 2007 für die vom 1. Juli 2006 bis zum 31. Dezember 2006 erhobenen Gebühren. Art. 3 - Nach der gleichen Periodizität wie derjenigen, die für die in Artikel 2 erwähnten Zahlungen vorgesehen ist, teilt die in Artikel 7 des Königlichen Erlasses vom 23. März 1998 über den Führerschein erwähnte Behörde dem ¨ ffentlichen Dienst Mobilität und Transportwesen die in Artikel 62 § 2 desselben Erlasses erwähnten Föderalen O Auskünfte mit. Art. 4 - Der Bewerber zahlt die in Artikel 71 Absatz 2 des Königlichen Erlasses vom 23. März 1998 über den ¨ berweisung auf das Konto 679-2006010-50 des Föderalen Führerschein vorgesehene Einschreibegebühr per U ¨ ffentlichen Dienstes Mobilität und Transportwesen gemäß den Anweisungen der Generaldirektion Mobilität und O ¨ ffentlichen Dienstes Mobilität und Transportwesen. Verkehrssicherheit des Föderalen O Art. 5 - In Abweichung von den Bestimmungen des Artikels 1 Absatz 1 können die in Artikel 61 Absatz 1 des Königlichen Erlasses vom 23. März 1998 über den Führerschein vorgesehenen Gebühren innerhalb einer Frist von einem Monat ab dem Datum des In-Kraft-Tretens des vorliegenden Erlasses noch mit Klebemarken, wie sie für die Erhebung der Stempelsteuern vorgesehen sind, gezahlt werden. Art. 6 - Die in Artikel 1 des Ministeriellen Erlasses vom 27. März 1998 zur Festlegung der Muster der Dokumente, die im Königlichen Erlass vom 23. März 1998 über den Führerschein erwähnt sind, erwähnten Anlagen 2, 3, 4, 6, 7, 8, 9 und 11 werden durch die Anlagen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 und 8 zu vorliegendem Erlass ersetzt. ¨ bergangsweise wird der Betrag, der den Gemeinden gemäß Artikel 62 § 1 des Königlichen Erlasses vom Art. 7 - U 23. März 1998 über den Führerschein für die Dokumente, für die die Gebühren gemäß Artikel 5 mit Steuermarken ¨ ffentlichen Dienst Mobilität und Transportwesen zurückerstattet. gezahlt worden sind, zugeteilt wird, vom Föderalen O Im Hinblick auf die Anwendung von Absatz 1 teilt der Bürgermeister oder sein Beauftragter dem Föderalen ¨ ffentlichen Dienst Mobilität und Transportwesen im Laufe des Monats März 2006 die Anzahl der provisorischen O Führerscheine, Schulungslizenzen, Führerscheine und Duplikate dieser Dokumente sowie die Anzahl der internationalen Führerscheine, die er ausgestellt hat, unter Angabe der Nummer besagter Dokumente mit. Dieser Aufstellung fügt er die mit den Steuermarken versehenen Stammteile der Antragsformulare und gegebenenfalls die unbrauchbar gewordenen Führerscheine, internationalen Führerscheine, provisorischen Führerscheine und Schulungslizenzen bei. Art. 8 - Vorliegender Erlass tritt am 1. Januar 2006 in Kraft. Brüssel, den 20. Juli 2005 R. LANDUYT


15393

15394


Gesehen, um dem Ministeriellen Erlass vom 20. Juli 2005 zur Festlegung der Modalitäten für die Zahlung der im Königlichen Erlass vom 23. März 1998 über den Führerschein vorgesehenen Gebühren beigefügt zu werden

Der Minister der Mobilität R. LANDUYT


15395

15396





15397

15398





15399

15400


Gesehen, um dem Ministeriellen Erlass vom 20. Juli 2005 zur Festlegung der Modalitäten für die Zahlung der im Königlichen Erlass vom 23. März 1998 über den Führerschein vorgesehenen Gebühren beigefügt zu werden Der Minister der Mobilität R. LANDUYT


15401

15402


Gesehen, um dem Ministeriellen Erlass vom 20. Juli 2005 zur Festlegung der Modalitäten für die Zahlung der im Königlichen Erlass vom 23. März 1998 über den Führerschein vorgesehenen Gebühren beigefügt zu werden Der Minister der Mobilität R. LANDUYT


15403

15404





15405

15406


Gesehen, um dem Ministeriellen Erlass vom 20. Juli 2005 zur Festlegung der Modalitäten für die Zahlung der im Königlichen Erlass vom 23. März 1998 über den Führerschein vorgesehenen Gebühren beigefügt zu werden Der Minister der Mobilität R. LANDUYT Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 19 januari 2006.

Vu pour être annexé à Notre arrêté du 19 janvier 2006.

ALBERT

ALBERT

Van Koningswege :

Par le Roi :



15407

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN N. 2006 — 1012

[C − 2006/00192]

16 FEBRUARI 2006. — Koninklijk besluit betreffende de nood- en interventieplannen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de artikelen 37 en 108 van de Grondwet;

SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR F. 2006 — 1012

[C − 2006/00192]

16 FEVRIER 2006. — Arrêté royal relatif aux plans d’urgence et d’intervention ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu les articles 37 et 108 de la Constitution;

Gelet op de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming, inzonderheid op artikel 2 en artikel 2ter, ingevoegd bij de wet van 28 maart 2003;

Vu la loi du 31 décembre 1963 sur la protection civile, notamment l’article 2 et l’article 2ter, inséré par la loi du 28 mars 2003;

Gelet op de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening, inzonderheid op artikel 1;

Vu la loi du 8 juillet 1964 relative à l’aide médicale urgente, notamment l’article 1er;

Gelet op de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, inzonderheid op artikel 17;

Vu la loi du 5 août 1992 sur la fonction de police, notamment l’article 17;

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;

Vu la loi du 7 décembre 1998 portant organisation d’un service de police intégré, structuré à deux niveaux;

Gelet op het koninklijk besluit van 31 januari 2003 tot vaststelling van het noodplan voor de crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen;

Vu l’arrêté royal du 31 janvier 2003 portant fixation du plan d’urgence pour les événements et situations de crise nécessitant une coordination ou une gestion à l’échelon national;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 6 juni 2005;

Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 6 juin 2005;

Gelet op het advies nr. 39042/2 van de Raad van State, gegeven op 26 september 2005;

Vu l’avis n° 39042/2 du Conseil d’Etat, donné le 26 septembre 2005;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Onze in Raad vergaderde Ministers,

Sur la proposition de Notre Ministre de l’Intérieur, de Notre Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et de Nos Ministres qui en ont délibéré en Conseil,



Eerste deel

Première partie

BEPALINGEN BETREFFENDE NOODPLANNING

DISPOSITIONS RELATIVES A LA PLANIFICATION D’URGENCE

HOOFDSTUK I. — Definities

CHAPITRE Ier. — Définitions

Artikel 1. In de zin van dit besluit verstaat men onder :

Article 1er. Au sens du présent arrêté, on entend par :

1. Bevoegde overheid :

1. Autorité compétente :

a. Op gemeentelijk niveau : de burgemeester;

a. Au niveau communal : le bourgmestre;

b. Op provinciaal niveau met inbegrip van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad : de gouverneur;

b. Au niveau provincial, y compris l’arrondissement administratif de Bruxelles-Capitale : le gouverneur;

c. Op federaal niveau : de Minister tot wiens bevoegdheid Binnenlandse Zaken behoort en, voor wat de medische, sanitaire en psychosociale hulpverlening betreft, de Minister tot wiens bevoegdheid Volksgezondheid behoort, hierna genoemd de Minister.

c. Au niveau fédéral : le Ministre qui a l’Intérieur dans ses attributions et, en ce qui concerne les secours médicaux, sanitaires et psychosociaux, le Ministre qui a la Santé publique dans ses attributions, dénommé ci-après le Ministre.

2. Coördinatiecomité (CC) De multidisciplinaire cel die de bevoegde overheid bijstaat bij de beleidscoördinatie. 3. Commandopost operaties (CP-Ops) De bevelvoering samengesteld uit operationeel verantwoordelijken van de disciplines die de directeur operaties bijstaan bij de operationele coördinatie. 4. Discipline Een functioneel geheel van opdrachten die door verschillende tussenkomende diensten worden uitgevoerd. 5. Noodplanning De rampenplannen voor hulpverlening, zoals bedoeld in artikel 2ter van de wet van 31 december 1963, en alle andere plannen die in opdracht van de overheid worden opgesteld om een noodsituatie te beheersen.

2. Comité de coordination (CC) La cellule multidisciplinaire chargée d’assister l’autorité compétente lors de la coordination stratégique. 3. Poste de commandement opérationnel (PC-Ops) Le commandement comprenant les responsables opérationnels des disciplines qui assistent le directeur des opérations lors de la coordination opérationnelle. 4. Discipline Un ensemble fonctionnel de missions effectuées par divers services intervenants. 5. Planification d’urgence Les plans d’urgence et d’intervention, visés à l’article 2ter de la loi du 31 décembre 1963, et tous les autres plans établis à la demande des autorités pour maîtriser une situation d’urgence.

15408

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE HOOFDSTUK II. — Structuur en toepassingsveld van de noodplanning

CHAPITRE II. — Structure et champ d’application de la planification d’urgence

Art. 2. De noodplanning bestaat uit de volgende plannen :

Art. 2. La planification d’urgence est constituée des plans suivants :

— het multidisciplinair nood- en interventieplan;

— le plan multidisciplinaire d’urgence et d’intervention;

— het monodisciplinair interventieplan;

— le plan monodisciplinaire d’intervention;

— het intern noodplan.

— le plan interne d’urgence.

Art. 3. Het nood- en interventieplan, hierna het NIP genoemd, dat het multidisciplinair optreden regelt, wordt opgemaakt op federaal, provinciaal en gemeentelijk niveau. Het NIP omvat :

Art. 3. Le plan d’urgence et d’intervention, dénommé ci-après le PUI, qui règle l’intervention multidisciplinaire, est établi au niveau fédéral, provincial et communal. Le PUI comprend :

— het algemeen nood- en interventieplan, hierna ANIP genoemd, dat de algemene richtlijnen en de nodige informatie bevat om het beheer van een noodsituatie te verzekeren;

— le plan général d’urgence et d’intervention, dénommé ci-après le PGUI, qui contient les directives générales et les informations nécessaires pour assurer la gestion de la situation d’urgence;

— het bijzonder nood- en interventieplan, hierna BNIP genoemd, dat het ANIP aanvult met bijkomende specifieke richtlijnen betreffende een bijzonder risico.

— le plan particulier d’urgence et d’intervention, dénommé ci-après le PPUI, qui complète le PGUI par des directives spécifiques supplémentaires concernant un risque particulier.

Art. 4. Het monodisciplinair interventieplan regelt de interventiemodaliteiten van één discipline, in overeenstemming met de bestaande NIP.

Art. 4. Le plan monodisciplinaire dintervention règle les modalités d’intervention d’une discipline, conformément au PUI existant.

Art. 5. Het intern noodplan is een document op het niveau van het bedrijf en/of instelling, dat erop gericht is de schadelijke gevolgen van een noodsituatie te beperken door het uitwerken van aangepaste materiële en organisatorische noodmaatregelen, opgesteld door het betrokken bedrijf of de betrokken instelling.

Art. 5. Le plan interne d’urgence est un document au niveau de l’entreprise et/ou de l’institution, visant à limiter les conséquences néfastes d’une situation d’urgence par la mise au point de mesures matérielles et organisationnelles d’urgence adaptées, rédigé par l’entreprise et/ou l’institution concernée.

Art. 6. § 1. - De voornoemde nood- en interventieplannen zijn van toepassing bij noodsituaties of dreigende noodsituaties.

Art. 6. § 1er. Les plans d’urgence et d’intervention précités s’appliquent en cas de situation d’urgence ou de menace d’une telle situation.

§ 2. - Onder noodsituatie verstaat men :

§ 2. Par situation d’urgence, on entend :

— elke gebeurtenis die schadelijke gevolgen voor het maatschappelijk leven veroorzaakt of veroorzaken kan, zoals een ernstige verstoring van de openbare veiligheid, een ernstige bedreiging ten opzichte van het leven of de gezondheid van personen en/of ten opzichte van belangrijke materiële belangen, en waarbij de coördinatie van de disciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of om de schadelijke gevolgen te beperken;

— tout événement qui entraîne ou qui est susceptible d’entraîner des conséquences dommageables pour la vie sociale, comme un trouble grave de la sécurité publique, une menace grave contre la vie ou la santé de personnes et/ou contre des intérêts matériels importants, et qui nécessite la coordination des disciplines afin de faire disparaître la menace ou de limiter les conséquences néfastes;

HOOFDSTUK III. — Niveaus en fasering

CHAPITRE III. — Niveaux et phases

Art. 7. De beleids- en operationele coördinatie van de interventies gebeurt op drie niveaus, die fases genoemd worden.

Art. 7. La coordination stratégique et la coordination opérationnelle des interventions s’effectuent à trois niveaux, appelés phases.

1° De gemeentelijk fase, die betrekking heeft op de interventie van de hulpdiensten wanneer de omvang van de noodsituatie een beheer ervan door de burgemeester vereist;

1° La phase communale, qui concerne l’intervention des services de secours lorsque l’ampleur de la situation d’urgence nécessite une gestion de celle-ci par le bourgmestre;

2° De provinciale fase, die betrekking heeft op de interventie van de verschillende hulpdiensten

2° La phase provinciale, qui concerne l’intervention de différents services de secours

a) ofwel wanneer de omvang van de noodsituatie een beheer ervan door de gouverneur vereist;

a) soit lorsque l’ampleur de la situation d’urgence nécessite une gestion de celle-ci par le gouverneur;

b) ofwel wanneer de directe gevolgen van de noodsituatie het grondgebied van de gemeente overschrijden;

b) soit lorsque les conséquences directes de la situation d’urgence dépassent le territoire de la commune;

3° De federale fase, die betrekking heeft op het beheer van een noodsituatie wanneer deze beantwoordt aan één van de bedoelde criteria in artikel 4.1 van het koninklijk besluit van 31 januari 2003 tot vaststelling van het noodplan voor de crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen.

3° La phase fédérale, qui concerne la prise en charge de la gestion d’une situation d’urgence lorsque celle-ci répond à un des critères visés à l’article 4.1 de l’arrêté royal du 31 janvier 2003 portant fixation du plan d’urgence pour les événements et situations de crise nécessitant une coordination ou une gestion à l’échelon national.

Art. 8. § 1. De beslissing om de gemeentelijke fase af te kondigen, komt toe aan de territoriaal bevoegde burgemeester.

Art. 8. § 1er. La décision de déclencher la phase communale appartient au bourgmestre territorialement compétent.

De beslissing om de provinciale fase af te kondigen, komt toe aan de territoriaal bevoegde gouverneur.

La décision de déclencher la phase provinciale appartient au gouverneur territorialement compétent.

De beslissing om de federale fase af te kondigen, komt toe aan de Minister.

La décision de déclencher la phase fédérale appartient au Ministre.

§ 2. Wanneer een gemeentelijke fase wordt afgekondigd, informeert de burgemeester hierover de gouverneur.

§ 2. Lorsqu’une phase communale est déclenchée, le bourgmestre en informe le gouverneur.

Wanneer een provinciale fase wordt afgekondigd, informeert de gouverneur hierover de Minister.

Lorsqu’une phase provinciale est déclenchée, le gouverneur en informe le Ministre.

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE HOOFDSTUK IV. — De disciplines Art. 9. Elke discipline stelt een monodisciplinair interventieplan op.

15409

CHAPITRE IV. — Les disciplines Art. 9. Chaque discipline établit un plan monodisciplinaire.

Art. 10. § 1. De discipline 1 heeft betrekking op de hulpverleningsoperaties.

Art. 10. § 1er. La discipline 1 concerne les opérations de secours.

§ 2. De opdrachten betreffende de hulpverleningsoperaties omvatten onder andere :

§ 2. Les missions relatives aux opérations de secours comprennent notamment les tâches suivantes :

1° de noodsituatie beheersen en de hieraan verbonden risico’s uitschakelen;

1° maîtriser la situation d’urgence et éliminer les risques liés à celle-ci;

2° de personen opsporen, bevrijden, helpen, redden en in veiligheid brengen en hun goederen beschermen;

2° rechercher, libérer, secourir, sauver et mettre en sécurité les personnes et protéger leurs biens;

3° personen en goederen opeisen;

3° réquisitionner les personnes et les biens;

§ 3. De taken van discipline 1 worden uitgevoerd door de openbare brandweerdiensten en de operationele eenheden van de civiele bescherming, overeenkomstig het koninklijk besluit van 7 april 2003 tot verdeling van de opdrachten inzake civiele bescherming tussen de openbare brandweerdiensten en de diensten van de civiele bescherming.

§ 3. Les tâches de la discipline 1 sont exercées par les services publics d’incendie et les unités opérationnelles de la protection civile, conformément à l’arrêté royal du 7 avril 2003 répartissant les missions en matière de protection civile entre les services publics d’incendie et les services de la protection civile.

§ 4. De leiding van de hulpverleningsoperaties berust bij de directeur brandweer, hierna Dir-Bw genoemd.

§ 4. La direction des opérations de secours incombe au directeur des services d’incendie, dénommé ci-après Dir-Si.

De Dir-Bw is de op de plaats van de interventie aanwezige brandweerofficier met de hoogste graad. Bij gelijkheid van graad heeft de oudste in graad voorrang.

Le Dir-Si est l’officier des services d’incendie présent sur les lieux de l’intervention, ayant le grade le plus élevé. En cas d’égalité de grade, le plus ancien en grade a priorité.

De functies van Dir-BW, van de verantwoordelijke van discipline 1 binnen het coördinatiecomité en van directeur van de CP-Ops zijn niet cumuleerbaar.

Les fonctions de Dir-Si, de responsable de la discipline 1 au sein du comité de coordination et de directeur du PC-Ops ne sont pas cumulables.

Art. 11. § 1. Discipline 2 heeft betrekking op de medische, sanitaire en psychosociale hulpverlening en omvat onder andere :

Art. 11. § 1er. La discipline 2 concerne les secours médicaux, sanitaires et psychosociaux et comprend notamment les tâches suivantes :

1° de oprichting van de medische keten; 2° het toedienen van de geneeskundige en psychosociale zorgen voor slachtoffers en de bij de noodsituatie betrokken personen; 3° het vervoer van slachtoffers;

1° créer la chaîne médicale; 2° apporter les soins médicaux et psychosociaux aux victimes et aux personnes concernées par la situation d’urgence; 3° transporter les victimes;

4° het nemen van maatregelen ter bescherming van de volksgezondheid.

4° prendre les mesures nécessaires en vue de protéger la santé de la population.

§ 2. De taken van discipline 2 worden uitgevoerd door die diensten die deelnemen aan de uitvoering van de dringende geneeskundige hulpverlening, alsmede de diensten opgenomen in het monodisciplinair interventieplan.

§ 2. Les tâches de la discipline 2 sont exercées par les services qui participent à l’exécution de l’aide médicale urgente ainsi que par les services repris dans le plan monodisciplinaire d’intervention.

§ 3. In een noodsituatie worden de medische middelen onder het administratief gezag geplaatst van de federaal gezondheidsinspecteur, en berust de operationele leiding bij de directeur medische hulpverlening, hierna Dir-Med genoemd.

§ 3. Dans une situation d’urgence, les moyens médicaux sont placés sous l’autorité administrative de l’inspecteur fédéral d’hygiène, et la direction opérationnelle incombe au directeur de l’aide médicale, dénommé ci-après Dir-Med.

De Dir-Med wordt aangeduid volgens de bepalingen van het monodisciplinair interventieplan voor discipline 2.

Le Dir-Med est désigné conformément aux dispositions du plan monodisciplinaire d’intervention pour la discipline 2.

Art. 12. § 1. Discipline 3 betreft de politie van de plaats van de noodsituatie.

Art. 12. § 1er. La discipline 3 concerne la police du lieu de la situation d’urgence.

§ 2. De opdrachten betreffende de politie van de plaats van de noodsituatie omvatten onder andere :

§ 2. Les missions relatives à la police du lieu de la situation d’urgence comprennent notamment les tâches suivantes :

1° de openbare orde handhaven en herstellen;

1° maintenir et rétablir l’ordre public;

2° de toegangs- en evacuatiewegen vrijhouden en, in voorkomend geval, de hulpdiensten en de middelen begeleiden naar de plaats van de gebeurtenis;

2° dégager les voies d’accès et d’évacuation et, le cas échéant, escorter les services de secours et les moyens, jusqu’au lieu de l’événement;

3° de perimeters installeren, fysisch afbakenen, signaleren en bewaken en de toegangscontrole verzekeren aan de zones bedoeld in artikel 25 van dit besluit;

3° installer, délimiter physiquement, signaler et surveiller les périmètres ainsi que contrôler l’accès aux zones visées à l’article 25 du présent arrêté;

4° de evacuatie van de bevolking uitvoeren en toezien op het schuilen;

4° exécuter l’évacuation de la population et veiller au confinement;

15410


5° de overledenen identificeren;

5° identifier les corps;

6° bijstand verlenen aan het gerechtelijk onderzoek.

6° prêter assistance à l’enquête judiciaire.

§ 3. Deze taken worden uitgevoerd door de leden van de federale en/of lokale politie, conform de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.

§ 3. Ces tâches sont exercées par les membres de la police fédérale et/ou locale, conformément à la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux.

§ 4. De operationele leiding van de opdrachten van bestuurlijke politie berust bij de directeur Politie, hierna Dir-Pol genoemd. De Dir-Pol is de vertegenwoordiger van het politieniveau dat is aangewezen in toepassing van de artikelen 7/1 tot 7/3 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt.

§ 4. La direction opérationnelle des missions de police administrative incombe au directeur de la Police, dénommé ci-après Dir-Pol. Le Dir-Pol est le représentant du niveau policier désigné en application des articles 7/1 à 7/3 de la loi du 5 août 1992 sur la fonction de police.

Art. 13. § 1. Discipline 4 betreft de logistieke steun.

Art. 13. § 1er. La discipline 4 concerne l’appui logistique.

§ 2. De opdrachten betreffende de logistieke steun omvatten onder andere :

§ 2. Les missions relatives à l’appui logistique comprennent notamment les tâches suivantes :

1° de versterking inzake personeel en materieel verzekeren evenals speciaal reddings- en hulpverleningsmaterieel leveren;

1° assurer un renfort en personnel et en matériel et fournir du matériel spécifique de sauvetage et de secours;

2° de technische middelen voor communicatie organiseren tussen de disciplines, de commandopost operaties en het (de) coördinatiecomité(s);

2° organiser les moyens techniques pour la communication entre les disciplines, le poste de commandement des opérations et le(s) comité(s) de coordination;

3° de bevoorrading organiseren van levensmiddelen en drinkwater voor de hulpdiensten en de getroffenen;

3° organiser le ravitaillement en vivres et en eau potable pour les services de secours et les personnes sinistrées;

4° diverse werken uitvoeren;

4° effectuer divers travaux;

§ 3. De taken van discipline 4 worden uitgeoefend door de operationele eenheden van de civiele bescherming, de openbare brandweerdiensten en de gespecialiseerde openbare en private diensten.

§ 3. Les tâches de la discipline 4 sont exercées par les unités opérationnelles de la protection civile, les services publics d’incendie et les services publics et privés spécialisés.

§ 4. De diensten van de civiele bescherming treden van ambtswege op bij noodsituaties waarbij de provinciale of de federale fase afgekondigd wordt.

§ 4. Les services de la protection civile interviennent d’office en cas de situations d’urgence pour lesquelles la phase provinciale ou fédérale est déclenchée.

§ 5. De leiding van discipline 4 berust bij de directeur logistiek, hierna Dir-Log genoemd.

§ 5. La direction de la discipline 4 incombe au directeur de la logistique, dénommé ci-après Dir-Log.

De Dir-Log is het lid met de hoogste graad van de operationele eenheden van de civiele bescherming, tenzij de CP-Ops in functie van de operationele inzet anders beslist.

Le Dir-Log est le membre des unités opérationnelles de la protection civile ayant le grade le plus élevé, sauf si le PC-Ops en décide autrement en fonction de l’intervention opérationnelle.

Art. 14. § 1. Discipline 5 heeft betrekking op de informatie. § 2. De opdrachten betreffende de informatie omvatten onder andere :

Art. 14. § 1er. La discipline 5 concerne l’information. § 2. Les missions relatives à l’information comprennent notamment les tâches suivantes :

1° tijdens de noodsituatie :

1° pendant la situation d’urgence :

— de informatie en richtlijnen aan de bevolking;

— donner des informations et des directives à la population;

— de informatie aan de media;

— donner des informations aux médias;

2° na het opheffen van de noodsituatie :

2° après la levée de la situation d’urgence :

— de informatie over de maatregelen voor de terugkeer naar de normale situatie.

— donner des informations sur les mesures à prendre en vue de revenir à la situation normale.

§ 3. De organisatie van de informatie berust bij de directeur informatie, hierna Dir-Info genoemd.

§ 3. L’organisation de l’information incombe au directeur de l’information, dénommé ci-après Dir-Info.

De Dir-Info wordt door de bevoegde overheid aangeduid. § 4. De opdrachten van discipline 5 worden uitgevoerd door de bevoegde overheid of zijn afgevaardigde. § 5. In geval van de federale fase :

Le Dir-Info est désigné par l’autorité compétente. § 4. Les missions de la discipline 5 sont exercées par l’autorité compétente ou son représentant. § 5. En cas de phase fédérale :

— is de bevoegde Minister belast met de coördinatie van de algemene informatie aan de bevolking. Hij wordt in deze taak bijgestaan door de betrokken gouverneurs en burgemeesters;

— le Ministre compétent est chargé de la coordination de l’information générale de la population. Il est assisté dans cette tâche par les gouverneurs et les bourgmestres concernés;

— zijn de betrokken burgemeesters en gouverneurs belast met de informatieverstrekking over de maatregelen die de getroffenen moeten nemen om zich te beschermen.

— les bourgmestres et les gouverneurs concernés sont chargés de la transmission d’information concernant les mesures de protection à prendre par les personnes impliquées.


15411

HOOFDSTUK V. — Coördinatie

CHAPITRE V. — Coordination

Afdeling I. — De operationele coördinatie

Section Ire. — La coordination opérationnelle

Art. 15. § 1. De operationele coördinatie op de plaats van de noodsituatie berust bij de directeur van de CP-Ops, hierna de Dir-CP-Ops genoemd.

Art. 15. § 1er. La coordination opérationnelle sur les lieux de la situation d’urgence incombe au directeur du PC-Ops, dénommé ci-après Dir-PC-Ops.

§ 2. De functie van Dir-CP-Ops wordt waargenomen door de op de plaats van de interventie aanwezige brandweerofficier met de hoogste graad. In geval van gelijkheid van graad heeft de oudste in graad voorrang. De bevoegde overheid kan een leidinggevende van een andere discipline, die meer bij de noodsituatie betrokken is, aanduiden voor het vervullen van de functie van Dir-CP-Ops,

§ 2. La fonction de Dir-PC-Ops est exercée par l’officier des services d’incendie présent sur les lieux de l’intervention et ayant le grade le plus élevé. En cas d’égalité de grade, le plus ancien en grade a priorité. L’autorité compétente peut désigner un dirigeant d’une autre discipline, davantage concernée par la situation d’urgence, pour remplir la fonction de Dir-PC-Ops.

§ 3. De voornaamste opdrachten van de Dir-CP-Ops zijn de volgende : — de commandopost operaties (CP-Ops) oprichten en leiden; — de multidisciplinaire hulpverlening coördineren.

§ 3. Les principales missions du Dir-PC-Ops sont les suivantes : — mettre en place et diriger le poste de commandement opérationnel (PC-Ops); — coordonner les secours multidisciplinaires.

§ 4. De Dir-CP-Ops draagt de volledige verantwoordelijkheid van de beleidscoördinatie in afwachting van de installatie van een coördinatiecomité.

§ 4. Le Dir-PC-Ops assume l’entière responsabilité de la coordination stratégique en attendant l’installation d’un comité de coordination.

Art. 16. § 1. De Dir-CP-Ops wordt bijgestaan door een operationele commandopost (CP-Ops) die minimaal bestaat uit de directeurs van elke betrokken discipline.

Art. 16. § 1er. Le Dir-PC-Ops est assisté par un poste de commandement opérationnel (PC-Ops) qui est composé au moins des directeurs de chaque discipline concernée.

§ 2. De opdrachten van de CP-Ops zijn onder andere :

§ 2. Les missions du PC-Ops sont notamment les suivantes :

1° het opstellen van een eerste operationeel situatierapport;

1° rédiger un premier rapport opérationnel de la situation;

2° toezien op een regelmatige informatie over de evolutie van de gebeurtenis aan de betrokken overheden en aan het bevoegde centrum van het eenvormig oproepstelsel;

2° veiller à fournir régulièrement des informations sur l’évolution de l’événement aux autorités concernées et au centre du système d’appel unifié compétent;

3° de bevoegde overheden adviseren en de door hen genomen beslissingen uitvoeren of laten uitvoeren;

3° conseiller les autorités compétentes et exécuter ou faire exécuter leurs décisions;

4° het interventieterrein organiseren en indien nodig de zonering installeren en opheffen, conform het hoofdstuk VII van dit besluit;

4° organiser les lieux de l’intervention et, si nécessaire, mettre en place et lever le dispositif de zonage, conformément au chapitre VII du présent arrêté;

Art. 17. De Dir-CP-Ops duidt een adviseur aan belast met het evalueren van de risico’s verbonden aan de inzet van personeel bij hulpoperaties en met het voorstellen van de gepaste maatregelen.

Art. 17. Le Dir-PC-Ops désigne un conseiller chargé d’évaluer les risques liés à l’engagement du personnel dans les opérations de secours et de proposer les mesures appropriées.

Afdeling II. De beleidscoördinatie.

Section II. — La coordination stratégique

Art. 18. De burgemeester staat in voor de beleidscoördinatie wanneer de gemeentelijke fase afgekondigd wordt.

Art. 18. Le bourgmestre assure la coordination stratégique lorsque la phase communale est déclenchée.

Art. 19. De gouverneur staat in voor de beleidscoördinatie wanneer de provinciale fase afgekondigd wordt. De burgemeesters staan in voor de beleidscoördinatie in hun gemeente, volgens de onderrichtingen die hen gegeven worden door de gouverneur.

Art. 19. Le gouverneur assure la coordination stratégique lorsque la phase provinciale est déclenchée. Les bourgmestres assurent la coordination stratégique dans leur commune, conformément aux instructions qui leur sont données par le gouverneur.

Art. 20. De Minister staat in voor de beleidscoördinatie wanneer de federale fase afgekondigd wordt. De gouverneurs staan in voor de beleidscoördinatie in hun provincie, volgens de onderrichtingen die hen gegeven worden door de Minister.

Art. 20. Le Ministre assure la coordination stratégique lorsque la phase fédérale est déclenchée. Les gouverneurs assurent la coordination stratégique dans leur province, conformément aux instructions qui leur sont données par le Ministre.

Art. 21. § 1 De burgemeester, respectievelijk de gouverneur, wordt bijgestaan door een coördinatiecomité dat hij voorzit.

Art. 21. § 1er. Le bourgmestre, respectivement le gouverneur, est assisté par un comité de coordination qu’il préside.

§ 2. Het gemeentelijk coördinatiecomité bestaat minimaal uit :

§ 2. Le comité communal de coordination comprend au moins :

— de ambtenaar verantwoordelijk voor de noodplanning;

— le fonctionnaire responsable de la planification d’urgence;

— de verantwoordelijke van elke discipline, aangeduid door elke discipline zelf.

— le responsable de chaque discipline, désigné par chacune d’entre elles.

§ 3. Het provinciaal coördinatiecomité bestaat minimaal uit :

§ 3 Le comité provincial de coordination comprend au moins :

— de ambtenaar verantwoordelijk voor de noodplanning;

— le fonctionnaire responsable de la planification d’urgence;

— de verantwoordelijke van elke discipline, aangeduid door elke discipline zelf; — de burgemeester(s) van de betrokken gemeente(n). Art. 22. De voorzitter kan de vertegenwoordigers van alle diensten, die nodig zijn voor het beheer van de noodsituatie, oproepen voor de vergaderingen van het coördinatiecomité.

— le reponsable de chaque discipline, désigné par chacune d’entre elles; — le(s) bourgmestre(s) des commune(s) concernée(s). Art. 22. Le président peut convoquer aux réunions du comité de coordination les représentants de tous les services nécessaires à la gestion de la situation d’urgence.

15412


HOOFDSTUK VI. — Centrum van het eenvormig oproepstelsel

CHAPITRE VI. — Le centre du système d’appel unifié

Art. 23. § 1. Naast de opdrachten die behoren tot de dringende geneeskundige hulpverlening zijn de centra van het éénvormig oproepstelsel belast met de volgende opdrachten :

Art. 23. § 1er. Outre les missions qui relèvent de l’aide médicale urgente, les centres du système d’appel unifié sont chargés des missions suivantes :

1° het alarmeren en het oproepen voor interventie van de hulpdiensten, evenals van alle noodzakelijke diensten, middelen en personen;

1° l’alerte et l’appel en intervention des services de secours ainsi que de tous les services, moyens et personnes nécessaires;

2° het alarmeren en het oproepen van de bevoegde overheden;

2° l’alerte et l’appel des autorités compétentes;

3° het alarmeren van de betrokken ziekenhuisdiensten;

3° l’alerte des services hospitaliers concernés;

§ 2. Zij oefenen deze opdrachten uit overeenkomstig de nood- en interventieplannen die hen werden meegedeeld.

§ 2. Ils exercent ces missions conformément aux plans d’urgence et d’intervention qui leur ont été communiqués.

HOOFDSTUK VII. — Organisatie van het interventieterrein

CHAPITRE VII. — Organisation des lieux d’intervention

Art. 24. § 1. Voor de organisatie van het geteisterd gebied en zijn omgeving worden zones ingericht.

Art. 24. § 1er. Des zones sont aménagées pour l’organisation de la zone sinistrée et de ses alentours.

§ 2. De noodplanningszone is een zone voor welke, in functie van een bijzonder risico, de nodige maatregelen op voorhand worden bepaald in het BNIP.

§ 2. La zone de planification d’urgence est une zone pour laquelle, en fonction d’un risque particulier, les mesures nécessaires sont fixées à l’avance dans le PPUI.

§ 3. De interventiezone is een zone die, in functie van een concrete noodsituatie, wordt afgebakend en waarbinnen de nodige maatregelen genomen worden om de noodsituatie te beheren.

§ 3. La zone d’intervention est une zone qui est délimitée en fonction d’une situation concrète d’urgence et dans laquelle les mesures nécessaires sont prises pour gérer la situation d’urgence

Art. 25. § 1. De interventiezone wordt, volgens de onderrichtingen van de Dir-CP-Ops als volgt ingedeeld :

Art. 25. § 1er. La zone d’intervention est subdivisée comme suit, conformément aux instructions du Dir-PC-Ops :

1° De rode zone, begrensd door de uitsluitingsperimeter, waarin de interventie gebeurt, is toegankelijk mits akkoord van de Dir-CP-Ops, overeenkomstig de door hem gegeven richtlijnen :

1° La zone rouge, délimitée par le périmètre d’exclusion, dans laquelle l’intervention a lieu, est accessible moyennant l’accord du Dir-PC-Ops et conformément aux instructions données par celui-ci :

— voor de interveniërende hulpdiensten,

— aux services de secours intervenants;

— voor de deskundigen en de technici.

— aux experts et techniciens.

2° De oranje zone, begrensd door de isolatieperimeter, waarin de logistieke steun van de hulpdiensten georganiseerd wordt, is bijkomend toegankelijk voor de personen die er wonen of werken, mits akkoord van de Dir-CP-Ops en mits de naleving van de door hem gegeven richtlijnen.

2° La zone orange, délimitée par le périmètre laquelle l’appui logistique des services de secours également accessible aux personnes qui y résident moyennant l’accord du Dir-PC-Ops et le respect données par celui-ci.

3° De gele zone, begrensd door de ontradingsperimeter, is een zone die ontraden wordt aan personen die er niet wonen of werken en waar de nodige maatregelen worden genomen om de toegang voor de hulpdiensten en het vlot verloop van de hulpacties te waarborgen.

3° La zone jaune, délimitée par le périmètre de dissuasion, est une zone dont l’accès est déconseillé aux personnes qui n’y résident ou n’y travaillent pas et dans laquelle les mesures nécessaires sont prises pour garantir l’accès des services de secours et le bon déroulement des actions de secours.

Tweede deel

Deuxième partie

DE NOOD- EN INTERVENTIEPLANNEN

LES PLANS D’URGENCE ET D’INTERVENTION

HOOFDSTUK I. — Het opstellen van de nood- en interventieplannen

CHAPITRE Ier. — L’établissement des plans d’urgence et d’intervention

Afdeling I. — Minimale inhoud

Section Ire. — Contenu minimal

Art. 26. De NIP bevatten minimaal : 1° de algemene inlichtingen betreffende de betrokken provincie of gemeente zoals :

d’isolation, dans est organisé, est ou y travaillent, des instructions

Art. 26. Les PUI comprennent au moins : 1° les informations générales relatives à la province ou à la commune concernée comme :

a) het overzicht van de betrokken functies;

a) l’annuaire des fonctions concernées;

b) de inventaris van de risico’s;

b) l’inventaire des risques;

c) de lijst van de federale, provinciale en gemeentelijke diensten en hun inzetbare middelen;

c) la liste des services fédéraux, provinciaux et communaux et des moyens qu’ils peuvent engager;

d) de lijst van informatiecentra, van de gespecialiseerde diensten en van hun middelen;

d) la liste des centres d’information, des services spécialisés et de leurs moyens;

2° de procedures inzake de alarmering van de bevoegde overheid, van de verantwoordelijken van de verschillende disciplines, alsook van de potentieel betrokken overheden en diensten;

2° Les procédures d’alerte de l’autorité compétente, des responsables des différentes disciplines ainsi que des autorités et services potentiellement concernés;

3° de aan te wenden communicatiemiddelen en het aan te wenden communicatieschema;

3° les moyens de communication et le schéma de communication à mettre en œuvre;

4° de modaliteiten inzake afkondiging, opdeling en opschaling van de fasen;

4° les modalités de déclenchement, de subdivision et de renforcement des phases;

5° de organisatie van de operationele- en beleidscoördinatie; 6° de organisatie van de informatieverstrekking aan de bevolking en aan de getroffenen;

5° l’organisation de la coordination opérationnelle et stratégique; 6° l’organisation de la fourniture d’informations à la population et aux personnes sinistrées;

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE 7° de modaliteiten van organisatie van oefeningen, evenals hun frequentie; 8° de methodologie van de bijwerking van de NIP;

15413

7° les modalités d’organisation des exercices ainsi que leur fréquence; 8° la méthodologie de la mise à jour des PUI;

9° de modaliteiten en middelen van vervoer, opvang en huisvesting van de getroffenen in geval van evacuatie;

9° les modalités et moyens de transport, d’accueil et d’hébergement des personnes sinistrées en cas d’évacuation;

10° de modelberichten en -formulieren die over een noodsituatie informatie geven, deze bevestigen en het einde ervan aankondigen alsook het modelformulier voor het logboek.

10° les rapports et formulaires types qui donnent des informations sur une situation d’urgence, la confirment et en annoncent la fin ainsi que le formulaire type pour le livre de bord.

Art. 27. § 1. De BNIP omvatten ten minste : 1° een beschrijving van het betrokken risico en het bepalen van de noodplanningszone; 2° de bijzondere interventiemiddelen;

Art. 27. § 1er. Les PPUI comprennent au minimum : 1° une description du risque en cause et la fixation de la zone de planification d’urgence; 2° les moyens particuliers d’intervention;

3° de gegevens van de personen die specifiek betrokken zijn bij het risico;

3° les coordonnées des personnes spécifiquement concernées par le risque;

4° de ongevallenscenario’s en de interventieprocedures voor elk scenario;

4° les scénarios d’accidents et les procédures d’intervention pour chaque scénario;

5° de organisatie van de coördinatie van de operaties;

5° l’organisation de la coordination des opérations;

6° de beschermingsmaatregelen van personen en goederen;

6° les mesures de protection des personnes et des biens;

7° de mogelijke plaatsen van het CP-Ops;

7° les localisations éventuelles du PC-Ops;

8° de wijze en de procedures van informeren van de hulpdiensten en van de bevolking;

8° le mode et les procédures d’information des services de secours et de la population;

9° aanduiding van de discipline die de functie van Dir-CP-Ops uitoefent.

9° désignation de la discipline qui exerce la fonction de Dir-PC-Ops.

§ 2. De BNIP betreffende een gelokaliseerd risico bevatten bovendien :

§ 2. Les PPUI relatifs à un risque localisé comprennent en outre :

1° de geografische situatie van de inrichting of van de site;

1° la situation géographique de l’établissement ou du site;

2° de algemene gegevens betreffende de betrokken inrichting of het betrokken risico :

2° les données générales relatives à l’établissement ou au risque concerné :

a) de algemene inlichtingen over de activiteiten van de inrichting en in het bijzonder over de risico’s verbonden aan haar activiteit alsook de inventaris van de gevaarlijke producten of activiteiten;

a) les informations générales sur les activités de l’établissement et notamment sur les risques liés à son activité ainsi que l’inventaire des produits dangereux ou des activités dangereuses;

b) de lijst van de verantwoordelijke personen en hun bereikbaarheidsgegevens;

b) la liste des personnes responsables et leurs coordonnées;

c) de eigen hulpmiddelen van de inrichting;

c) les moyens de secours propres à l’établissement;

3° de noodplanningzone met inbegrip van :

3° la zone de planification d’urgence, y compris :

a) de instellingen van perimeters;

a) l’aménagement de périmètres;

b) de relevante geografische, demografische en economische factoren; c) de andere risicovolle inrichtingen en activiteiten.

b) les facteurs géographiques, démographiques et économiques pertinents; c) les autres établissements et activités à risque.

Art. 28. § 1. De BNIP betreffende de risico’s, bedoeld in het Samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de Federale Staat, het Vlaams, het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, vallen onder toepassing van onderhavig besluit, behoudens de bijzondere maatregelen voorzien in het voornoemde Samenwerkingsakkoord.

Art. 28. § 1er. Les PPUI relatifs aux risques visés par l’Accord de coopération du 21 juin 1999 entre l’Etat fédéral, la Région wallonne, la Région flamande et la Région de Bruxelles-Capitale concernant la maîtrise des dangers liés aux accidents majeurs impliquant des substances dangereuses, sont régis par le présent arrêté, sous réserve des dispositions particulières de l’Accord de coopération précité.

§ 2. De BNIP betreffende de risico’s bedoeld in het koninklijk besluit van 17 oktober 2003 tot vaststelling van het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgisch grondgebied, vallen onder toepassing van onderhavig besluit, behoudens de bijzondere maatregelen van het voornoemde koninklijk besluit.

§ 2. Les PPUI relatifs aux risques visés par l’arrêté royal du 17 octobre 2003 portant fixation du plan d’urgence nucléaire et radiologique pour le territoire belge, sont régis par le présent arrêté, sous réserve des dispositions particulières de l’arrêté royal précité.

§ 3. De exploitant van de bedoelde inrichting of site bezorgt alle noodzakelijke informatiegegevens voor het opstellen van het BNIP.

§ 3. L’exploitant de l’établissement ou du site visé fournit toutes les informations nécessaires pour l’élaboration du PPUI.

15414

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Afdeling II. — De veiligheidscel

Section II. — La cellule de sécurité

Art. 29. § 1. Er wordt een veiligheidscel per gemeente en per provincie opgericht.

Art. 29. § 1er. Il est créé une cellule de sécurité par commune et par province.

§ 2. Deze veiligheidscellen zijn belast met de volgende taken : 1° actualiseren van de nood- en interventieplannen en de bestemmelingen ervan op de hoogte brengen;

§ 2. Ces cellules de sécurité sont chargées d’effectuer les tâches suivantes : 1° actualiser les plans d’urgence et d’intervention et en informer les destinataires;

2° organiseren van oefeningen;

2° organiser des exercices;

3° evalueren van noodsituaties en oefeningen;

3° évaluer des situations d’urgence et des exercices;

4° opmaken van de risico-inventaris en –analyse;

4° établir l’inventaire et l’analyse des risques;

5° organiseren van de voorafgaande informatie over de noodplanning.

5° organiser l’information préalable sur la planification d’urgence.

Art. 30. § 1. De gemeentelijke veiligheidscel is minimaal samengesteld uit :

Art. 30. § 1er. La cellule communale de sécurité comprend au moins :

— de burgemeester;

— le bourgmestre;

— de vertegenwoordiger van elke discipline;

— le représentant de chaque discipline;

— de ambtenaar verantwoordelijk voor de noodplanning, die tevens instaat voor het secretariaat.

— le fonctionnaire responsable de la planification d’urgence, qui assure également le secrétariat.

§ 2. De provinciale veiligheidscel is minimaal samengesteld uit :

§ 2. La cellule provinciale de sécurité comprend au moins :

— de gouverneur;

— le gouverneur;

— de vertegenwoordiger van elke discipline;

— le représentant de chaque discipline;

— de ambtenaar verantwoordelijk voor de noodplanning, die tevens instaat voor het secretariaat.

— le fonctionnaire responsable de la planification d’urgence, qui assure également le secrétariat. Section III. — Les destinataires

Afdeling III. — De bestemmelingen er

Art. 31. § 1. De burgemeester en de gouverneur bezorgen, ieder wat hem betreft, het NIP aan de overheden en diensten, die erin zijn opgesomd.

Art. 31. § 1 . Le bourgmestre et le gouverneur transmettent, chacun en ce qui le concerne, le PUI aux autorités et services qui y sont énumérés.

§ 2. Deze bestemmelingen moeten elke wijziging aan de over hen voornoemde gegevens onmiddellijk aan de burgemeester of de gouverneur meedelen.

§ 2. Ces destinataires sont tenus de communiquer immédiatement au bourgmestre ou au gouverneur toute modification aux données qui les concernent.

Derde deel

Troisième partie

OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

DISPOSITIONS TRANSITOIRE ET FINALES

Art. 32. De NIP, die overeenkomstig de bepalingen van dit besluit werden opgesteld, worden, al naargelang van het geval, goedgekeurd door de gouverneur of de Minister.

Art. 32. Les PUI, établis conformément aux dispositions du présent arrêté, sont approuvés, selon le cas, par le gouverneur ou le Ministre.

In afwachting hiervan blijven de bestaande rampenplannen van toepassing.

Dans l’attente de cette approbation, les plans d’urgence existants restent d’application.

Art. 33. Worden opgeheven de volgende bepalingen :

Art. 33. Les dispositions suivantes sont abrogées :

a) de artikelen 14, derde lid, en 15 van het koninklijk besluit van 8 november 1967 houdende, voor de vredestijd, organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweer en coördinatie van de hulpverlening in geval van brand, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 oktober 1978;

a) les articles 14, alinéa 3, et 15 de l’arrêté royal du 8 novembre 1967 portant, en temps de paix, organisation des services communaux et régionaux d’incendie et coordination des secours en cas d’incendie, modifié par l’arrêté royal du 2 octobre 1978;

b) de artikelen 2, 3, 4 en 5 van het koninklijk besluit van 23 juni 1971 houdende organisatie van de opdrachten van de civiele bescherming en coördinatie van de operaties bij rampspoedige gebeurtenissen, catastrofen en schadegevallen;

b) les articles 2, 3, 4 et 5 de l’arrêté royal du 23 juin 1971 organisant les missions de la protection civile et la coordination des opérations lors d’événements calamiteux, de catastrophes et de sinistres;

c) het koninklijk besluit van 19 juni 1990 tot vaststelling van de wijze van opmaken van rampenplannen voor hulpverlening.

c) l’arrêté royal du 19 juin 1990 fixant le mode d’établissement de plans d’urgence et d’intervention.

Art. 34. De Minister legt de praktische toepassingsmodaliteiten vast van de bepalingen van dit besluit.

Art. 34. Le Ministre fixe les modalités pratiques d’application des dispositions du présent arrêté.





ALBERT

ALBERT

Van Koningswege :

Par le Roi :



De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, R. DEMOTTE

15415

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN N. 2006 — 1013

[C − 2006/03177]

SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES F. 2006 — 1013

[C − 2006/03177]

8 MAART 2006. — Koninklijk besluit houdende oprichting van het « Contactpunt regularisaties » bij de Federale Overheidsdienst Financiën

8 MARS 2006. — Arrêté royal portant création du « Point de contact-régularisation » au sein du Service public fédéral Finances

VERSLAG AAN DE KONING

RAPPORT AU ROI

Sire,

Sire,

Het ontwerp van besluit waarvan wij de eer hebben het ter ondertekening aan Uwe Majesteit voor te leggen, wordt genomen op grond van artikel 124, eerste lid, van de programmawet van 27 december 2005.

Le projet d’arrêté que nous avons l’honneur de soumettre à la signature de votre Majesté est pris sur la base de l’article 124, alinéa 1er, de la loi-programme du 27 décembre 2005.

Dit artikel bepaalt namelijk dat met het oog op het ontvangen van de regularisatie-aangiften door de Koning binnen de Federale Overheidsdienst Financiën een « Contactpunt regularisaties » wordt opgericht.

Cet article dispose, en effet, qu’aux fins de recevoir les déclarationsrégularisations, le Roi crée au sein du Service public fédéral Finances un « Point de contact-régularisations ».

De voorgestelde tekst strekt er aldus toe een « Contactpunt regularisaties » op te richten binnen de Dienst « voorafgaande beslissingen inzake fiscale zaken » opgericht door het koninklijk besluit van 13 augustus 2004.

Le texte proposé entend, ainsi, établir le « Point de contactrégularisations » au sein du Service « décisions anticipées en matière fiscale » créé par l’arrêté royal du 13 août 2004.

Hij preciseert daarenboven dat dit contactpunt wordt geplaatst onder de leiding van de voormelde dienst die gemachtigd is de regularisatiebeslissingen te treffen.

Il précise encore que ce point de contact est placé sous la direction du collège chargé de la direction du service précité qui a la charge de prendre les décisions de régularisation.

Dit « Contactpunt regularisaties » wordt opgericht binnen de Dienst voorafgaande beslissingen omdat het voldoende waarborgen moet bieden inzake vertrouwelijkheid en onafhankelijkheid inzonderheid ten opzichte van de diensten die de vestiging van de belasting verzekeren.

Ce « Point de contact-régularisations » est créé au sein du Service de Décisions Anticipées parce qu’il doit offrir les garanties suffisantes en terme de confidentialité et d’indépendance notamment par rapport aux services assurant l’établissement de l’impôt.

Welnu, deze dienst is de enige centrale Dienst van het departement dat perfect autonoom is tegenover de diensten die de belasting vestigen.

Or, ce service est le seul Service central du département à être parfaitement autonome par rapport aux services d’établissement de l’impôt.

Met de bemerkingen geformuleerd door de Raad van State in zijn advies nr. 39.882/2 van 20 februari 2006 kan niet worden ingestemd om de volgende redenen :

Les observations formulées par le Conseil d’Etat, dans son avis n° 39.882/2 du 20 février 2006, ne peuvent être partagées pour les raisons suivantes :

In artikel 124, 8ste lid van de programmawet van 27.12.2005, wordt voorzien dat het « Contactpunt regularisaties » voor de regularisaties waarvoor het attest niet het voorwerp uitmaakt van een overzending door de lokale controledienst, de ter gelegenheid van de regularisatieaangifte ontvangen inlichtingen niet zal mogen overzenden aan andere diensten van de FOD Financiën. Het is de bedoeling van de wetgever om de inlichtingen niet kenbaar te maken aan de lokale controleur (noch aan een andere taxatiedienst). Door het feit dat de Dienst « Voorafgaande beslissingen » geen enkele taxatie uitvoert, is in zijn geheel aan deze bedoeling van de wetgever voldaan door het *Contactpunt regularisaties » binnen dezelfde dienst op te richten. Daarenboven kan men bevestigen dat het « Contactpunt regularisaties » een onderafdeling vormt van de Dienst « Voorafgaande beslissingen », en dat geen enkele van de gegevens van de aangiften waar het attest niet het voorwerp van uitmaakt van een overzending aan de plaatselijke controledienst zal verspreid worden buiten deze Dienst.

A l’article 124, alinéa 8 de la loi-programme du 27.12.2005, il est prévu que le « Point de contact-régularisations » ne pourra pas, pour les déclarations dont l’attestation ne fait pas l’objet d’une transmission au service de contrôle local, divulguer les informations recueillies à l’occasion de la déclaration-régularisation à d’autres services du SPF Finances. L’intention du législateur est de ne pas divulguer les informations au contrôleur local (ni à un autre service de taxation). Du fait que le Service « Décisions anticipées » n’opère strictement aucune taxation, il est pleinement satisfait à cette intention du législateur en créant le « Point de contact - régularisations » au sein même de ce Service. De plus, on peut affirmer que le « Point de contactrégularisations » constitue une subdivision du Service « Décisions anticipées », et qu’aucune des données des déclarations dont l’attestation ne fait pas l’objet d’une transmission au service de contrôle local ne sera divulguée au dehors de ce Service.

Wat de opmerking van de Raad van State betreft in de voetnoot nr. 2 (blz. 4), wordt verduidelijkt dat de personeelssituatie geregeld wordt door het koninklijk besluit van 13 augustus 2004 houdende oprichting van de dienst « voorafgaande beslissingen in fiscale zaken » bij de Federale Overheidsdienst Financiën, dat in zijn artikel 4 voorziet in een minimumpersoneelsbezetting. Verder regelt het Ministerieel besluit van 7 september 2004 de selectieprocedure voor de ambtenaren van de dienst « voorafgaande beslissingen in fiscale zaken ».

En ce qui concerne la remarque du Conseil d’Etat figurant en note de bas de page 2 (page 4), il est précisé que la situation du personnel est réglée par l’arrêté royal du 13 août 2004 concernant la création du service « décisions anticipées en matière fiscale » au sein du Service public fédéral Finances qui prévoit, en son article 4, une affectation minimale de personnel. De plus, l’arrêté ministériel du 7 septembre 2004 règle la procédure de sélection des agents du service « décisions anticipées en matière fiscale ».

Ik heb de eer te zijn,

J’ai l’honneur d’être,

Sire, Van Uwe Majesteit, De zeer eerbiedige, en zeer getrouwe dienaar,

Sire, De Votre Majesté, Le très respectueux, et très fidèle serviteur,

De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS

Le Vice-Premier Ministre et Ministre des Finances, D. REYNDERS

15416


ADVIES 39.882/2 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 13 februari 2006 door de Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën verzocht hem, binnen een termijn van vijf werkdagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « houdende oprichting van het « Contactpunt regularisaties » bij de Federale Overheidsdienst Financiën », heeft op 20 februari 2006 het volgende advies gegeven : Volgens artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1996 en gewijzigd bij de wet van 2 april 2003, moeten in de adviesaanvraag in het bijzonder de redenen worden aangegeven tot staving van het spoedeisende karakter ervan. In het onderhavige geval luidt de motivering in de brief met de adviesaanvraag als volgt : « De dringende noodzakelijkheid wordt gemotiveerd door het feit dat de maatregel in werking is getreden vanaf de tiende dag volgend op publicatie in het Belgisch Staatsblad (Programmawet van 27 december 2005, Belgisch Staatsblad van 30 december 2005, editie 2). Aanvullend kan tevens worden verwezen naar de bepalingen in artikel 122 van voormelde programmawet. De geregulariseerde overige inkomsten vermeld onder artikel 121, 2°, die het voorwerp uitmaken van een regularisatie-aangifte conform de bepalingen van het hoofdstuk « Fiscale regularisatie » van voormelde programmawet worden onderworpen aan hun normaal belastingtarief indien de regularisatieaangifte ten laatste op 30 juni 2006 wordt ingediend. Dit tarief wordt verhoogd met een boete van 5 percentpunten indien de regularisatieaangifte vanaf 1 juli 2006 en ten laatste op 31 december 2006 wordt ingediend. Vanaf 1 januari 2007 wordt het normale belastingtarief verhoogd met een boete van 10 percentpunten. Het is dus noodzakelijk dat belastingplichtigen die gebruik willen van deze maatregel en de boete willen vermijden deze in de mogelijkheid gesteld worden om deze aangifte zo snel mogelijk en uiterlijk op 30 juni 2006 kunnen indienen. » Het ontwerp van koninklijk besluit is vastgesteld ter uitvoering van artikel 124 van de programmawet van 27 december 2005, waarvan de eerste twee leden het volgende bepalen : « Met het oog op het ontvangen van de regularisatie-aangiften wordt door de Koning binnen de Federale Overheidsdienst Financiën een « Contactpunt regularisaties » opgericht. De regularisatie-aangifte wordt bij het « Contactpunt regularisaties » ingediend door middel van een aangifteformulier waarvan het model door de Koning wordt vastgesteld. Dit aangifteformulier vermeldt onder andere de naam van de indiener van de aangifte en in voorkomend geval de naam van zijn gemachtigde, de oorsprong en het bedrag van de aangegeven sommen en de datum van indiening van de aangifte. » De strekking van het voorontwerp is beperkt tot de vermelding dat het « Contactpunt regularisaties » wordt opgericht bij de dienst « voorafgaande beslissingen in fiscale zaken », en onder het toezicht wordt geplaatst van het college dat belast is met de leiding van deze dienst en uit drie tot vijf leden bestaat (artikel 2 van het koninklijk besluit van 13 augustus 2004 houdende oprichting van de dienst « voorafgaande beslissingen in fiscale zaken » bij de Federale Overheidsdienst Financiën). Volgens het ontwerp van koninklijk besluit is het dit college dat de beslissingen inzake regularisatie neemt. Het ontwerp van besluit legt niet het model van het « aangifteformulier » vast dat door de Koning wordt vastgesteld krachtens het voornoemde artikel 124. Als motivering van het verzoek om spoedbehandeling wordt in de aanhef van het ontwerp van besluit gesteld dat de indiening en de behandeling van de regularisatie-aangiften zonder uitstel mogelijk moet worden gemaakt, omdat, wat betreft de andere inkomsten dan de beroepsinkomsten, voorzien is in progressieve regularisatieaanslagvoeten volgens de periodes van aangifte, en de eerste aangifteperiode verstrijkt op 30 juni 2006. De omschrijving van het « Contactpunt regularisaties » vereist weliswaar enige spoedbehandeling, maar is zonder belang voor de belastingplichtigen indien dit niet gepaard gaat met de vaststelling van het model van formulier van « regularisatie-aangifte ». Derhalve moet het koninklijk besluit tot vaststelling van het model van « aangifteformulier » eveneens zeer snel worden goedgekeurd en samen met het onderzochte besluit in het Belgisch Staatsblad worden bekendgemaakt; zo niet zou het verzoek om spoedbehandeling voor het onderhavige ontwerp worden tegengesproken.

AVIS 39.882/2 DE LA SECTION DE LEGISLATION DU CONSEIL D’ETAT Le Conseil d’Etat, section de législation, deuxième chambre, saisi par le Vice-Premier Ministre et Ministre des Finances, le 13 février 2006, d’une demande d’avis, dans un délai de cinq jours ouvrables, sur un projet d’arrêté royal « portant création du « Point de contactrégularisation » au sein du Service public fédéral Finances », a donné le 20 février 2006 l’avis suivant : Suivant l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat, inséré par la loi du 4 août 1996, et remplacé par la loi du 2 avril 2003, la demande d’avis doit spécialement indiquer les motifs qui en justifient le caractère urgent. La lettre s’exprime en ces termes : « De dringende noodzakelijkheid wordt gemotiveerd door het feit dat de maatregel in werking is getreden vanaf de tiende dag volgend op publicatie in het Belgisch Staatsblad (Programmawet van 27 december 2005, Belgisch Staatsblad van 30 december 2005, editie 2). Aanvullend kan tevens worden verwezen naar de bepalingen in artikel 122 van voormelde programmawet. De geregulariseerde overige inkomsten vermeld onder artikel 121, 2°, die het voorwerp uitmaken van een regularisatie-aangifte conform de bepalingen van het hoofdstuk « Fiscale regularisatie » van voormelde programmawet worden onderworpen aan hun normaal belastingtarief indien de regularisatieaangifte ten laatste op 30 juni 2006 wordt ingediend. Dit tarief wordt verhoogd met een boete van 5 percentpunten indien de regularisatieaangifte vanaf 1 juli 2006 en ten laatste op 31 december 2006 wordt ingediend. Vanaf 1 januari 2007 wordt het normale belastingtarief verhoogd met een boete van 10 percentpunten. Het is dus noodzakelijk dat belastingplichtigen die gebruik willen van deze maatregel en de boete willen vermijden deze in de mogelijkheid gesteld worden om deze aangifte zo snel mogelijk en uiterlijk op 30 juni 2006 kunnen indienen. » Le projet d’arrêté royal est pris en exécution de l’article 124 de la loi-programme du 27 décembre 2005 qui dispose, en ses deux premiers alinéas : « Aux fins de recevoir les déclarations-régularisations, le Roi crée au sein du Service public fédéral Finances un « Point de contactrégularisations ». La déclaration-régularisation est introduite auprès du « Point de contact-régularisations » au moyen d’un formulaire de déclaration dont le modèle est établi par le Roi. Ce formulaire de déclaration mentionne notamment le nom du déclarant et, le cas échéant, celui de son mandataire, l’origine et le montant des sommes déclarées et la date de dépôt de la déclaration. » La portée de l’avant-projet se limite à indiquer que le « Point de contact-régularisations » est créé au Service « décisions anticipées en matière fiscale », placé sous la direction du collège chargé de la direction de ce service et composé de trois à cinq membres (article 2 de l’arrêté royal du 13 août 2004 concernant la création du Service « décisions anticipées en matière fiscale » au sein du Service public fédéral Finances). D’après le projet d’arrêté royal, c’est ce collège qui prend les décisions en matière de régularisation. Le projet d’arrêté n’établit pas le modèle de « formule de déclaration » qui doit être établi par le Roi en vertu de l’article 124, précité. Pour justifier l’urgence, le préambule du projet d’arrêté invoque qu’il faut permettre l’introduction et le traitement des déclarations de régularisation sans délai parce que, en ce qui concerne les revenus autres que professionnels, les taux de régularisation sont progressifs selon les périodes de déclaration et que la première période de déclaration expire le 30 juin 2006. Si la définition du « Point de contact-régularisations » présente en effet une certaine urgence, elle est toutefois sans intérêt pour les contribuables si elle ne s’accompagne pas du modèle de formulaire de déclaration-régularisation. Il importe, dès lors, que l’arrêté qui fixe le modèle de « formule de déclaration » soit également adopté très rapidement et publié au Moniteur belge en même temps que l’arrêté à l’examen; à défaut, l’urgence invoquée pour le présent projet serait démentie.

15417

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals het is vervangen bij de wet van 2 april 2003, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten. Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

Comme la demande d’avis est introduite sur la base de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat, tel qu’il est remplacé par la loi du 2 avril 2003, la section de législation limite son examen au fondement juridique du projet, à la compétence de l’auteur de l’acte ainsi qu’à l’accomplissement des formalités préalables, conformément à l’article 84, § 3, des lois coordonnées précitées. Sur ces trois points, le projet appelle les observations ci-après. Examen du projet

Onderzoek van het ontwerp Het ontworpen besluit strekt ertoe bij de dienst « voorafgaande beslissingen in fiscale zaken » - die zelf is opgericht bij koninklijk besluit van 13 augustus 2004 (1) - het « Contactpunt regularisaties » op te richten.

L’arrêté en projet a pour objet de créer au sein du Service « décisions anticipées en matière fiscale » - lui-même créé par l’arrêté royal du 13 août 2004 (1) - le « Point de contact-régularisations ».

De wet van 21 juni 2004 heeft aan de ambtenaren van de dienst « voorafgaande beslissingen in fiscale zaken » een autonome collegiale bevoegdheid ter zake van individuele beslissingen verleend, in die zin dat ze zich niet moeten, en zelfs niet kunnen wenden tot hun hiërarchische meerderen, en geen enkel willig beroep op de minister kan worden gedaan. Om deze reden diende de wetgever op te treden, zoals de Raad van State had onderstreept in zijn advies 36.668/2, gegeven op 2 maart 2004, over het ontwerp dat aanleiding heeft gegeven tot de wet van 21 juni 2004.

La loi du 21 juin 2004 a conféré aux fonctionnaires du Service « décisions anticipées en matière fiscale » un pouvoir collégial de décision individuelle qui est autonome, en ce sens qu’ils ne doivent ni ne peuvent même en référer à leur hiérarchie et à l’exclusion de tout recours gracieux au ministre. C’est pourquoi l’intervention du législateur était nécessaire, comme l’avait souligné le Conseil d’Etat dans son avis 36.668/2, donné le 2 mars 2004, sur le projet devenu la loi du 21 juin 2004.

Doordat de afbakening van de bevoegdheden van de dienst « voorafgaande beslissingen » voortvloeit uit de wet om de redenen waaraan zo-even herinnerd is, dient de uitbreiding van zijn bevoegdheden normalerwijs eveneens uit de wet voort te vloeien, in ieder geval indien het de bedoeling is dat de dienst over dezelfde autonome beslissingsbevoegdheid inzake fiscale regularisatie zou beschikken.

La délimitation des attributions du Service des décisions anticipées résultant de la loi pour les raisons qui viennent d’être rappelées, il s’ensuit que l’extension de ses attributions doit normalement résulter elle aussi de la loi, en tout cas si le service est appelé à disposer de la même autonomie de décision en matière de régularisation fiscale.

Bovendien ziet de Raad van State niet in hoe, bij de huidige stand van de wet, een beroep op de dienst « voorafgaande beslissingen » geen schending zou inhouden van artikel 124, achtste lid, van de programmawet van 27 december 2005, dat het « Contactpunt regularisaties » machtigt de verkregen inlichtingen slechts aan lokale taxatiediensten bekend te maken (in bepaalde omstandigheden die limitatief opgesomd zijn). De dienst « voorafgaande beslissingen » is dus niet bedoeld om van dit type van inlichtingen kennis te nemen en bijvolg ook niet om te beslissen over een eventuele fiscale regularisatie.

De surcroît, le Conseil d’Etat n’aperç oit pas, dans l’état actuel de la loi, comment le recours au Service des décisions anticipées pourrait ne pas enfreindre l’article 124, alinéa 8, de la loi-programme du 27 décembre 2005, qui ne permet au « Point de contact-régularisations » de divulguer les informations recueillies qu’à des services de contrôle local (dans certaines circonstances limitativement énumérées). Le Service des décisions anticipées n’a donc pas vocation à connaître ce type d’informations ni, par voie de conséquence, à décider d’une régularisation fiscale éventuelle.

De manier waarop het besluit is opgevat moet dus worden herdacht, ofwel moet de wet worden herzien (2).

La conception de l’arrêté doit donc être repensée ou la loi revue (2).

De kamer was samengesteld uit

La chambre était composée de

de heren Y. Kreins, kamervoorzitter,

Messieurs Y. Kreins, président de chambre,

Ph. Quertainmont,

Ph. Quertainmont,

Mevr. M. Baguet,

Mme M. Baguet,

staatsraden,

conseillers d’Etat,

de heer J. Kirkpatrick, assessor van de afdeling wetgeving,

M. J. Kirkpatrick, assesseur de la section de législation,

Mevr. B. Vigneron, griffier.

Mme B. Vigneron, greffier.

Het verslag werd uitgebracht door de H. J. Regnier, eerste auditeurafdelingshoofd.

Le rapport a été présenté par M. J. Regnier, premier auditeur chef de section.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de H. J. Jaumotte. De griffier, B. Vigneron.

De voorzitter,

Le Grefffier,

Le président,

Y. Kreins.

B. Vigneron.

Y. Kreins.

Nota’s

Notes

(1) Koninklijk besluit van 13 augustus 2004 houdende oprichting van de dienst « voorafgaande beslissingen in fiscale zaken » bij de Federale Overheidsdienst Financiën. (2) Indien de beslissing om het « Contactpunt regularisaties » op te richten bij de dienst « voorafgaande beslissingen in fiscale zaken » wordt gehandhaafd, dient in het uitvoeringsbesluit te worden gepreciseerd in welke mate dit impliceert dat bij deze dienst extra ambtenaren worden ingedeeld en wat hun bevoegdheid zal zijn. In ieder geval moet er een circulaire worden opgemaakt om het publiek in kennis te stellen van het adres van het « Contactpunt regularisaties ».

(1) Arrêté royal du 13 août 2004 concernant la création du Service « décisions anticipées en matière fiscale » au sein du Service public fédéral Finances. (2) Si la décision de rattacher le « Point de contact-régularisations » au Service « décisions anticipées en matière fiscale » est maintenue, il y aura lieu dans l’arrêté d’exécution de préciser dans quelle mesure cela impliquera le rattachement à ce service de fonctionnaires supplémentaires et quelle sera leur qualification. En tout état de cause, il conviendra d’établir une circulaire afin que le public soit avisé de l’adresse du « Point de contact-régularisations ».

15418


8 MAART 2006. — Koninklijk besluit houdende oprichting van het « Contactpunt regularisaties » bij de Federale Overheidsdienst Financiën

8 MARS 2006. — Arrêté royal portant création du « Point de contact-régularisation » au sein du Service public fédéral Finances

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de programmawet van 27 december 2005, namelijk artikel 124; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 februari 2006;

ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi-programme du 27 décembre 2005, notamment l’article 124;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 10 februari 2006;

Vu l’accord du Ministre du Budget du 10 février 2006;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat :

Vu l’urgence motivée par la circonstance que :

Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 3 février 2006;

— de artikelen 121 tot 127 van de programmawet van 27 december 2005 in werking zijn getreden op 9 januari 2006;

— les articles 121 à 127 de la loi programme du 27 décembre 2005 sont entrés en vigueur le 9 janvier 2006;

— de bepalingen van de voormelde wet aan de belastingplichtige toelaten een regularisatie-aangifte bij de Federale Overheidsdienst Financiën in te dienen;

— les dispositions de la loi précitée autorisent le contribuable à introduire une déclaration-régularisation auprès du Service public fédéral Finances;

— het dus absoluut onontbeerlijk is, teneinde de indiening en de behandeling van deze aangiften mogelijk te maken, om zonder uitstel het met deze wettelijke opdracht belaste « Contactpunt-regularisaties » op te richten;

— il est, dès lors, indispensable, aux fins de permettre l’introduction et le traitement de ces déclarations, de procéder sans délai à la création du « Point de contact-régularisation » chargé de cette mission par la loi;

— de noodzaak om zonder verwijl dit contactpunt op te richten nog dwingender is omdat de wettelijke bepalingen betreffende de fiscale regularisatie, voor wat betreft de andere dan beroepsinkomsten, progressieve regularisatie-aanslagvoeten volgens de periodes van aangifte, voorzien;

— la nécessité de créer ce point de contact sans délai est d’autant plus impérieuse que les dispositions légales relatives à la régularisation fiscale prévoient, en ce qui concerne les revenus autres que professionnels, des taux de régularisation progressifs selon les périodes de déclaration;

— dit bij de FOD Financiën op te richten contactpunt bovendien voldoende garanties moet bieden inzake vertrouwelijkheid en onafhankelijkheid ten opzichte van de diensten die instaan voor de vestiging van de Belasting, zodat het dient te worden opgericht bij de Dienst Voorafgaande Beslissingen, aangezien die de enige centrale Dienst van het Departement is die volstrekt autonoom is ten opzichte van de diensten voor belastingvestiging; artikel 26 van de wet van 24 december 2002 tot wijziging van de vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling van een systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken verplicht de Dienst Voorafgaande Beslissingen niet de in artikel 26 bedoelde opdracht uit te oefenen, met uitzondering van eender welke andere opdracht;

— ce point de contact à créer au sein du SPF Finances doit par ailleurs offrir les garanties suffisantes en terme de confidentialité et d’indépendance notamment par rapport aux services assurant l’établissement de l’Impôt de sorte qu’il est créer au sein du Service de Décisions Anticipées, celui-ci étant le seul Service central du Département à être parfaitement autonome par rapport aux services d’établissement de l’impôt; l’article 26 de la loi du 24 décembre 2002 modifiant le régime des sociétés en matière d’impôt sur les revenus et instituant un système de décision anticipée en matière fiscale n’imposant pas au Service de Décisions Anticipées d’exercer la mission dévolue à l’article 26 à l’exclusion de toute autre mission;

— de eerste van de bovenvermelde periodes op 30 juni 2006 verstrijkt;

— la première des périodes précitées expire le 30 juin 2006;

Gelet op het advies 39.882/2 van de Raad van State, gegeven op 20 februari 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Vu l’avis 39.882/2 du Conseil d’Etat, donné le 20 février 2006, en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën,

Sur la proposition de Notre Vice-Premier Ministre et Ministre des Finances,



Artikel 1. Er wordt bij de dienst « voorafgaande beslissingen in fiscale zaken », een « Contactpunt regularisaties » opgericht, belast met de opdrachten bedoeld in artikel 124 van de programmawet van 27 december 2005.

Article 1er. Un « Point de contact-régularisation » chargé des missions visées à l’article 124 de la loi-programme du 27 décembre 2005 est créé au sein du service « décisions anticipées en matière fiscale ».

Het wordt onder toezicht geplaatst van het college bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 13 augustus 2004 houdende oprichting van de dienst « voorafgaande beslissingen in fiscale zaken » bij de Federale Overheidsdienst Financiën.

Il est placé sous la direction du collège visé à l’article 2 de l’arrêté royal du 13 août 2004 concernant la création du service « décisions anticipées en matière fiscale » au sein du Service public fédéral Finances.

De beslissingen die het college in het raam van dit Besluit neemt, worden goedgekeurd overeenkomstig artikel 3, eerste lid van het koninklijk besluit van 13 augustus houdende oprichting van de dienst « voorafgaande beslissingen in fiscale zaken » bij de Federale Overheidsdienst Financiën.

Les décisions du collège prises dans le cadre du présent Arrêté sont adoptées conformément à l’article 3, alinéa premier de l’arrêté royal du 13 août 2004 concernant la création du service « décisions anticipées en matière fiscale » au sein du Service public fédéral Finances.

Art. 2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.

Art. 3. Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 3. Notre Vice-Premier Ministre et Ministre des Finances est chargé de l’exécution de cet arrêté.

Gegeven te Brussel, 8 maart 2006.

Donné à Bruxelles, le 8 mars 2006.

ALBERT

ALBERT

Van Koningswege :

Par le Roi :



15419

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN N. 2006 — 1014

[C − 2006/03176]

9 MAART 2006. — Koninklijk besluit tot vastlegging van de formuliermodellen te gebruiken in uitvoering van artikel 124 van de programmawet van 27 december 2005 ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES F. 2006 — 1014

[C − 2006/03176]

9 MARS 2006. — Arrêté royal fixant les modèles des formulaires à utiliser en exécution de l’article 124 de la loi-programme du 27 décembre 2005 ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.

Gelet op de programmawet van 27 december 2005, inzonderheid op artikel 124;

Vu la loi programme du 27 décembre 2005, notamment l’article 124;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, notamment l’article 3, § 1er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et modifié par la loi du 4 août 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Vu l’urgence;

Overwegende dat :

Considérant que :

— de bepalingen van de voormelde wet aan de belastingplichtige toelaten een regularisatie-aangifte bij de Federale Overheidsdienst Financiën in te dienen;

— les dispositions de la loi précitée autorisent le contribuable à introduire une déclaration-régularisation auprès du Service public fédéral Finances;

— het dus absoluut onontbeerlijk is, teneinde de inleiding en de behandeling van deze aangiften mogelijk te maken, om zonder uitstel deze formuliermodellen van regularisatie-aangifte en regularisatieattest vast te leggen;

— il est, dès lors, indispensable, aux fins de permettre l’introduction et le traitement de ces déclarations, de fixer sans délai les modèles de déclaration-régularisation et d’attestation-régularisation;

— de noodzaak om zonder verwijl deze formuliermodellen vast te leggen nog dwingender is omdat de wettelijke bepalingen betreffende de fiscale regularisatie, voor wet betreft de andere dan beroepsinkomsten, progressieve regularisatie-aanslagvoeten volgens de periodes van aangifte, voorzien;

— la nécessité de fixer ces modèles de formulaire sans délai est d’autant plus impérieuse que les dispositions légales relatives à la régularisation fiscale prévoient, en ce qui concerne les revenus autres que professionnels, des taux de régularisation progressifs selon les périodes de déclaration;

— de eerste van de bovenvermelde periodes op 30 juni 2006 verstrijkt; Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën,


— la première des périodes précitées expire le 30 juin 2006;

Sur la proposition de Notre Vice-Premier Ministre et Ministre des Finances,


Artikel 1. De regularisatie-aangifte bedoeld in artikel 124, tweede lid, wordt vastgesteld overeenkomstig het model dat als bijlage 1 bij dit besluit is opgenomen.

Article 1er. La déclaration-régularisation visée à l’article 124, alinéa 2, est établie conformément au modèle repris en annexe 1 du présent arrêté.

Art. 2. Het regularisatie-attest bedoeld in artikel 124, vijfde lid, wordt vastgesteld overeenkomstig het model dat als bijlage 2 bij dit besluit is opgenomen.

Art. 2. L’attestation-régularisation visée à l’article 124, alinéa 5, est établie conformément au modèle repris en annexe 2 du présent arrêté.

Art. 3. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.

Art. 4. Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 4. Notre Vice-Premier Ministre et Ministre des Finances est chargé de l’exécution du présent arrêté.


Donné à Bruxelles, le 9 mars 2006.

ALBERT

ALBERT

Van Koningswege :

Par le Roi :



15420

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Bijlage 1 van het koninklijk besluit van 9 maart 2006


Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 9 maart 2006.

ALBERT Van Koningswege :


15421

15422

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Annexe 1 à l’arrêté royal du 9 mars 2006


Vu pour être annexé à Notre arrêté du 9 mars 2006.

ALBERT Par le Roi :

Le Vice-Premier Ministre en Ministre des Finances, D. REYNDERS

15423

15424

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Bijlage 2 van het koninklijk besluit van 9 maart 2006


Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 9 maart 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS

15425

15426

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Annexe 2 à l’arrêté royal du 9 mars 2006


Vu pour être annexé à Notre arrêté du 9 mars 2006. Le Vice-Premier Ministre en Ministre des Finances, D. REYNDERS

15427

15428

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN

SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES

N. 2006 — 1015 [C − 2006/03183] 7 MAART 2006. — Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 15 juni 2000 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 17 februari 2000 betreffende de beperkende maatregelen tegen de Taliban van Afghanistan

F. 2006 — 1015 [C − 2006/03183] 7 MARS 2006. — Arrêté ministériel modifiant l’arrêté ministériel du 15 juin 2000 d’exécution de l’arrêté royal du 17 février 2000 relatif aux mesures restrictives à l’encontre des Talibans d’Afghanistan

De Minister van Financiën, Gelet op de Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al Qa’ida-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad tot instelling van een verbod op de uitvoer van bepaalde goederen en diensten naar Afghanistan, tot versterking van het verbod op vluchten en de bevriezing van tegoeden en andere financiële middelen ten aanzien van de Taliban van Afghanistan; Gelet op de Verordening (EG) nr. 246/2006 van de Commissie van 10 februari 2006 tot drieënzestigste wijziging van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al Qa’ida-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad; Gelet op de resolutie 1267 (1999) aangenomen door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties op 15 oktober 1999 en in werking getreden op 14 november 1999; Gelet op de resolutie 1333 (2000) aangenomen door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties op 19 december 2000 en in werking getreden op 19 januari 2001; Gelet op de resolutie 1390 (2002) aangenomen door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties op 16 januari 2002; Gelet op de resolutie 1452 (2002) aangenomen door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties op 20 december 2002; Gelet op de wet van 11 mei 1995 inzake de tenuitvoerlegging van de besluiten van de Veiligheidsraad van de Organisatie van de Verenigde Naties, inzonderheid op de artikelen 1 en 4; Gelet op het koninklijk besluit van 17 februari 2000 betreffende de beperkende maatregelen tegen de Taliban van Afghanistan, inzonderheid op artikel 2; Gelet op het ministerieel besluit van 15 juni 2000 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 17 februari 2000 betreffende de beperkende maatregelen tegen de Taliban van Afghanistan, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 23 november 2001, 1 juli, 26 en 27 september, 24 en 30 oktober, 12 en 14 november, 10 december 2002, 31 januari, 14 en 19 februari, 7, 13, 14 en 17 maart, 23 april, 18 en 23 juni, 17 juli, 11 september, 6 en 27 oktober, 3, 8 en 23 december 2003, 27 januari, 6 en 17 februari, 16 maart, 6 en 23 april, 26 mei, 1 juni, 13 en 30 juli, 2 augustus, 13 oktober, 17 november, 16 december 2004, 5 en 24 januari, 18 februari, 16 maart, 27 en 30 mei, 21 juni, 29, 30 en 31 augustus, 8 september, 6, 26 en 27 oktober, 21 en 24 november, 23 december 2005, 17 januari, 15 en 16 februari 2006; Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Overwegende dat de nieuwe samenvattende lijst opgesteld bij toepassing van de Resoluties 1267 (1999), 1333 (2000) en 1390 (2002) van de Veiligheidsraad op 8 februari 2006 aangepast werd door de Mededeling SC/8632 en dat dit de wijziging voor gevolg heeft van de geconsolideerde lijst van entiteiten en/of personen beoogd door de maatregelen van het koninklijk besluit van 17 februari 2000 betreffende de beperkende maatregelen tegen de Taliban van Afghanistan; Overwegende dat het aangewezen is onverwijld deze maatregelen te nemen opdat België zou voldoen aan zijn internationale verplichtingen ter zake middels de voormelde lijst aan te passen, Besluit : Artikel 1. De geconsolideerde lijst van personen en/of entiteiten, beoogd door de Resoluties 1267 (1999), 1333 (2000) en 1390 (2002), zoals ze vastgesteld werd door het Comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, gevoegd bij het ministerieel besluit van 15 juni 2000 gewijzigd op 1 juli, 26 en 27 september, 24 en 30 oktober, 12 en 14 november, 10 december 2002, 31 januari, 14 en 19 februari, 7, 13, 14 en 17 maart, 23 april, 18 en 23 juni, 17 juli, 11 september, 6 en 27 oktober, 3, 8 en 23 december 2003, 27 januari, 6 en 17 februari, 16 maart, 6 en 23 april, 26 mei, 1 juni, 13 en 30 juli, 2 augustus, 13 oktober, 17 november, 16 december 2004, 5 en 24 januari, 18 februari, 16 maart, 27 en 30 mei, 21 juni, 29, 30 en 31 augustus, 8 september, 6, 26 en

Le Ministre des Finances, Vu le Règlement (CE) n° 881/2002 du Conseil du 27 mai 2002 instituant certaines mesures restrictives spécifiques à l’encontre de certaines personnes et entités liées à Oussama ben Laden, au réseau Al-Qaida et aux Talibans et abrogeant le Règlement (CE) n° 467/2001 du Conseil interdisant l’exportation de certaines marchandises et de certains services vers l’Afghanistan, renforç ant l’interdiction des vols et étendant le gel des fonds et autres ressources financières décidés à l’encontre des Talibans d’Afghanistan; Vu le Règlement (CE) n° 246/2006 de la Commission du 10 février 2006 modifiant pour la soixante-troisième fois le Règlement (CE) n° 881/2002 du Conseil instituant certaines mesures restrictives spécifiques à l’encontre de certaines personnes et entités liées à Oussama ben Laden, au réseau Al-Qaida et aux Talibans, et abrogeant le Règlement (CE) n° 467/2001 du Conseil; Vu la résolution 1267 (1999) adoptée par le Conseil de sécurité des Nations unies le 15 octobre 1999 et entrée en vigueur le 14 novembre 1999; Vu la résolution 1333 (2000) adoptée par le Conseil de sécurité des Nations unies le 19 décembre 2000 et entrée en vigueur le 19 janvier 2001; Vu la résolution 1390 (2002) adoptée par le Conseil de sécurité des Nations unies le 16 janvier 2002; Vu la résolution 1452 (2002) adoptée par le Conseil de sécurité le 20 décembre 2002; Vu la loi du 11 mai 1995 relative à la mise en œuvre des décisions du Conseil de sécurité de l’Organisation des Nations unies, notamment les articles 1er et 4; Vu l’arrêté royal du 17 février 2000 relatif aux mesures restrictives à l’encontre des Talibans d’Afghanistan, notamment l’article 2; Vu l’arrêté ministériel du 15 juin 2000 d’exécution de l’arrêté royal du 17 février 2000 relatif aux mesures restrictives à l’encontre des Talibans d’Afghanistan, modifié par les arrêtés ministériels des 23 novembre 2001, 1er juillet, 26 et 27 septembre, 24 et 30 octobre, 12 et 14 novembre, 10 décembre 2002, 31 janvier, 14 et 19 février, 7, 13, 14 et 17 mars, 23 avril, 18 et 23 juin, 17 juillet, 11 septembre, 6 et 27 octobre, 3, 8 et 23 décembre 2003, 27 janvier, 6 et 17 février, 16 mars, 6 et 23 avril, 26 mai, 1er juin, 13 et 30 juillet, 2 août, 13 octobre, 17 novembre, 16 décembre 2004, 5 et 24 janvier, 18 février, 16 mars, 27 et 30 mai, 21 juin, 29, 30 et 31 août, 8 septembre, 6, 26 et 27 octobre, 21 et 24 novembre, 23 décembre 2005, 17 janvier, 15 et 16 février 2006; Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, notamment l’article 3, § 1er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et modifié par la loi du 4 août 1996; Vu l’urgence; Considérant que la nouvelle liste récapitulative établie en application des Résolutions 1267 (1999), 1333 (2000) et 1390 (2002) du Conseil de sécurité a été modifiée le 8 février 2006 par la Communication SC/8632 et que ceci a comme conséquence la modification de la liste consolidée des entités et/ou des personnes visées par les mesures de l’arrêté royal du 17 février 2000 relatif aux mesures restrictives à l’encontre des Talibans d’Afghanistan; Considérant qu’il convient de prendre ces mesures sans tarder afin que la Belgique satisfasse à ses obligations internationales en la matière, en adaptant la liste précitée, Arrête : Article 1er. La liste consolidée des personnes et/ou entités visées par les Résolutions 1267 (1999), 1333 (2000) et 1390 (2002), telle que définie par le Comité du Conseil de sécurité des Nations Unies, annexée à l’arrêté ministériel du 15 juin 2000 modifié les 1er juillet, 26 et 27 septembre, 24 et 30 octobre, 12 et 14 novembre, 10 décembre 2002, 31 janvier, 14 et 19 février, 7, 13, 14 et 17 mars, 23 avril, 18 et 23 juin, 17 juillet, 11 septembre, 6 et 27 octobre, 3, 8 et 23 décembre 2003, 27 janvier, 6 et 17 février, 16 mars, 6 et 23 avril, 26 mai, 1er juin, 13 et 30 juillet, 2 août, 13 octobre, 17 novembre, 16 décembre 2004, 5 et 24 janvier, 18 février, 16 mars, 27 et 30 mai, 21 juin, 29, 30 et 31 août, 8 septembre, 6, 26 et 27 octobre, 21 et 24 novembre, 23 décembre 2005,

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE 27 oktober, 21 en 24 november, 23 december 2005, 17 januari, 15 en 16 februari 2006 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 17 februari 2000 betreffende de beperkende maatregelen tegen de Taliban van Afghanistan, wordt door de lijst in bijlage van dit besluit gewijzigd.

15429

17 janvier, 15 et 16 février 2006 d’exécution de l’arrêté royal du 17 février 2000 relatif aux mesures restrictive à l’encontre des Talibans d’Afghanistan, est modifiée par la liste annexée au présent arrêté.

Art. 2. Dit besluit treedt in werking met ingang van 11 februari 2006.

Art. 2. Le présent arrêté produit ses effets le 11 février 2006.

Brussel, 7 maart 2006.

Bruxelles, le 7 mars 2006. D. REYNDERS

D. REYNDERS

Bijlage

Annexe

De volgende vermeldingen worden toegevoegd aan de lijst van rechtspersonen, groepen en entiteiten :

Les mentions suivantes sont ajoutées dans la rubrique « Personnes morales, groupes et entités » :

(1) Meadowbrook Investments Limited. Adres : 44 Upper Belgrave Road, Clifton, Bristol, BS8 2XN, Verenigd Koninkrijk. Overige informatie : registratienummer : 05059698.

(1) Meadowbrook Investments Limited. Adresse : 44 Upper Belgrave Road, Clifton, Bristol, BS8 2XN, Royaume-Uni. Renseignement complémentaire : numéro d’identification : 05059698.

(2) Ozlam Properties Limited. Adres : 88 Smithdown Road, Liverpool L7 4JQ, Verenigd Koninkrijk. Overige informatie : registratienummer : 05258730.

(2) Ozlam Properties Limited. Adresse : 88 Smithdown Road, Liverpool L7 4JQ, Royaume-Uni. Renseignement complémentaire : numéro d’identification : 05258730.

(3) Sanabel Relief Agency Limited [alias a) Sanabel Relief Agency, b) Sanabel L’il-Igatha, c) SRA, d) Sara, e) Al-Rahama Relief Foundation Limited]. Adres : a) 63 South Rd, Sparkbrook, Birmingham B 111 EX, Verenigd Koninkrijk; b) 1011 Stockport Rd, Levenshulme, Manchester M9 2TB, Verenigd Koninkrijk; c) P.O. Box 50, Manchester M19 25P, Verenigd Koninkrijk; d) 98 Gresham Road, Middlesbrough, Verenigd Koninkrijk; e) 54 Anson Road, London NW2 6AD, Verenigd Koninkrijk. Overige informatie : a) website : http://www.sanabel.org.uk, b) e-mail : [email protected], c) « charity number » : 1083469, d) registratienummer : 3713110.

(3) Sanabel Relief Agency Limited [alias a) Sanabel Relief Agency, b) Sanabel L’il-Igatha, c) SRA, d) Sara, e) Al-Rahama Relief Foundation Limited]. Adresses : a) 63 South Rd, Sparkbrook, Birmingham B 111 EX, Royaume-Uni; b) 1011 Stockport Rd, Levenshulme, Manchester M9 2TB, Royaume-Uni; c) P.O. Box 50, Manchester M19 25P, Royaume-Uni; d) 98 Gresham Road, Middlesbrough, Royaume-Uni; e) 54 Anson Road, London NW2 6AD, Royaume-Uni. Renseignements complémentaires : a) site web : http://www.sanabel.org.uk; b) e-mail : [email protected]; c) numéro d’enregistrement en tant qu’organisme de bienfaisance : 1083469; d) numéro d’identification : 3713110.

(4) Sara Properties Limited (alias Sara Properties). Adres : a) 104 Smithdown Road, Liverpool, Merseyside L7 4JQ, Verenigd Koninkrijk; b) 2a Hartington Road, Liverpool L8 OSG, Verenigd Koninkrijk. Overige informatie : a) website : http ://www.saraproperties.co.uk, b) registratienummer : 4636613.

(4) Sara Properties Limited (alias Sara Properties). Adresses : a) 104 Smithdown Road, Liverpool, Merseyside L7 4JQ, Royaume-Uni; b) 2a Hartington Road, Liverpool L8 OSG, Royaume-Uni. Renseignements complémentaires : a) site web : http ://www.saraproperties.co.uk; b) numéro d’identification : 4636613.

De volgende vermeldingen worden toegevoegd aan de lijst van natuurlijke personen :

Les noms suivants sont ajoutés sous la rubrique « Personnes physiques » :

(5) Ghuma Abd’rabbah [alias a) Ghunia Abdurabba, b) Ghoma Abdrabba, c) Abd’rabbah, d) Abu Jamil]. Adres : Birmingham, Verenigd Koninkrijk. Geboortedatum : 2 september 1957. Geboorteplaats : Benghazi, Libië. Nationaliteit : Brits.

(5) Ghuma Abd’rabbah [alias a) Ghunia Abdurabba, b) Ghoma Abdrabba, c) Abd’rabbah, d) Abu Jamil]. Adresse : Birmingham, Royaume-Uni. Né le 2 septembre 1957, à Benghazi, Libye. Nationalité : britannique.

(6) Abd Al-Rahman Al-Faqih [alias a) Mohammed Albashir, b) Muhammad Al-Bashir, c) Bashir Mohammed Ibrahim Al-Faqi, d) Al-Basher Mohammed, e) Abu Mohammed, f) Mohammed Ismail, g) Abu Abd Al Rahman, h) Abd Al Rahman Al-Khatab, i) Mustafa, j) Mahmud, k) Abu Khalid]. Adres : Birmingham, Verenigd Koninkrijk. Geboortedatum : 15 december 1959. Geboorteplaats : Libië.

(6) Abd Al-Rahman Al-Faqih [alias a) Mohammed Albashir, b) Muhammad Al-Bashir, c) Bashir Mohammed Ibrahim Al- Faqi, d) Al-Basher Mohammed, e) Abu Mohammed, f) Mohammed Ismail, g) Abu Abd Al Rahman, h) Abd Al Rahman Al-Khatab, i) Mustafa, j) Mahmud, k) Abu Khalid]. Adresse : Birmingham, Royaume-Uni. Né le 15 décembre 1959 en Libye.

(7) Mohammed Benhammedi [alias a) Mohamed Hannadi, b) Mohamed Ben Hammedi, c) Muhammad Muhammad Bin Hammidi, d) Ben Hammedi, e) Panhammedi, f) Abu Hajir, g) Abu Hajir Al Libi, h) Abu Al Qassam]. Adres : Midlands, Verenigd Koninkrijk. Geboortedatum : 22 september 1966. Geboorteplaats : Libië. Nationaliteit : Brits.

(7) Mohammed Benhammedi [alias a) Mohamed Hannadi; b) Mohamed Ben Hammedi; c) Muhammad Muhammad Bin Hammidi; d) Ben Hammedi; e) Panhammedi; f) Abu Hajir; g) Abu Hajir Al Libi; h) Abu Al Qassam]. Adresse : Midlands, Royaume-Uni. Né le 22 septembre 1966 en Libye. Nationalité : britannique.

(8) Abdulbaqi Mohammed Khaled [alias a) Abul Baki Mohammed Khaled, b) Abd’ Al-Baki Mohammed, c) Abul Baki Khaled, d) Abu Khawla]. Adres : Birmingham, Verenigd Koninkrijk. Geboortedatum : 18 augustus 1957. Geboorteplaats : Tripoli, Libië. Nationaliteit : Brits.

(8) Abdulbaqi Mohammed Khaled [alias a) Abul Baki Mohammed Khaled; b) Abd’ Al-Baki Mohammed; c) Abul Baki Khaled; d) Abu Khawla]. Adresse : Birmingham, Royaume-Uni. Né le 18 août 1957, à Tripoli, Libye. Nationalité : britannique.

(9) Tahir Nasuf [alias a) Tahir Mustafa Nasuf, b) Tahar Nasoof, c) Taher Nasuf, d) Al-Qa’qa, e) Abu Salima El Libi, f) Abu Rida]. Adres : Manchester, Verenigd Koninkrijk. Geboortedatum : a) 4 november 1961, b) 11 april 1961. Geboorteplaats : Tripoli, Libië.

(9) Tahir Nasuf [alias a) Tahir Mustafa Nasuf; b) Tahar Nasoof; c) Taher Nasuf; d) Al-Qa’qa; e) Abu Salima El Libi; f) Abu Rida]. Adresse : Manchester, Royaume-Uni. Né le : a) 4 novembre 1961, b) 11 avril 1961, à Tripoli, Libye.

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 7 maart 2006. De Minister van Financiën, D. REYNDERS

Vu pour être annexé à l’arrêté ministériel du 7 mars 2006. Le Ministre des Finances, D. REYNDERS

15430


FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG

SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE

N. 2006 — 1016 [2006/200449] 16 FEBRUARI 2006. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 september 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de toekenning van aanvullende werkloosheidsuitkeringen aan de arbeiders uit de bouwnijverheid (1)

F. 2006 — 1016 [2006/200449] 16 FEVRIER 2006. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 13 septembre 2001, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, concernant l’octroi d’allocations complémentaires de chômage aux ouvriers de la construction (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf; Op de voordracht van Onze Minister van Werk,

ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;

Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 september 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de toekenning van aanvullende werkloosheidsuitkeringen aan de arbeiders uit de bouwnijverheid. Art. 2. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 16 februari 2006.

Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 13 septembre 2001, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, concernant l’octroi d’allocations complémentaires de chômage aux ouvriers de la construction.

ALBERT

ALBERT

Van Koningswege :

Par le Roi :

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

Le Ministre de l’Emploi, P. VANVELTHOVEN

Vu la demande de la Commission paritaire de la construction; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi,

Art. 2. Notre Ministre de l’Emploi est chargé de l’exécution du présent arrêté. Donné à Bruxelles, le 16 février 2006.

Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Note (1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.

Bijlage

Annexe

Paritair Comité voor het bouwbedrijf

Commission paritaire de la construction

Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 september 2001

Convention collective de travail du 13 septembre 2001

Toekenning van aanvullende werkloosheidsuitkeringen aan de arbeiders uit de bouwnijverheid (Overeenkomst geregistreerd op 9 november 2001 onder het nummer 59607/CO/124)

Octroi d’allocations complémentaires de chômage aux ouvriers de la construction (Convention enregistrée le 9 novembre 2001 sous le numéro 59607/CO/124)

HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren en op de arbeiders die zij tewerkstellen. Onder ″arbeiders″ verstaan men : de arbeiders en de arbeidsters. Deze overeenkomst heeft tot doel de verordenende bepalingen vast te stellen in verband met de toekenning van de vorstvergoeding, de vergoeding-bouw en devergoeding-ontslag aan de werklieden die gerechtigd zijn de hoofdwerkloosheidsuitkering te ontvangen.

CHAPITRE Ier. — Champ d’application Article 1 . La présente convention collective de travail s’applique aux employeurs des entreprises ressortissant à la Commission paritaire de la construction et aux ouvriers qu’ils occupent.

HOOFDSTUK II. — Toekenningsvoorwaarden van de vorstvergoeding Art. 2. De vorstvergoeding wordt toegekend aan de in artikel 1 beoogde arbeiders die houder zijn van een legimitatiekaart ″rechthebbende″ geldig voor het lopende dienstjaar, en die door een in artikel 1 beoogde werkgever tijdelijk werkloos worden gesteld gedurende de vorstperiodes of periodes van blijvende sneeuw, waarvan de raad van bestuur van het ″Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″ heeft aanvaard dat ze voor vergoeding in aanmerking komen voor de vergoedingszone waarin de plaats van de tewerkstelling gelegen is, indien zij wegens vorst of blijvende sneeuw tijdelijk werkloos gesteld worden of voor de vergoedingszone waarin hun woonplaats gelegen is, indien zij voor een andere reden tijdelijk werkloos zijn.

CHAPITRE II. — Conditions d’octroi de l’indemnité-gel Art. 2. L’indemnité-gel est octroyée aux ouvriers visés à l’article 1er, détenteurs de la carte de légitimation ″ayant doit″, valable pour l’exercice en cours, mis en chômage temporaire par un employeur visé à l’article 1er pendant les périodes de gel ou de neige persistante, reconnues indemnisables par le conseil d’administration du ″Fonds de sécurité d’existence des ouvriers de la construction″ pour la zone d’indemnisation dans laquelle est situé le lieu d’occupation, s’ils ont été mis en chômage temporaire par suite de gel ou de neige persistante ou pour la zone d’indemnisation dans laquelle est située leur domicile, s’ils sont en chômage temporaire pour un autre motif.

er

On entend par ″ouvriers″ : les ouvriers et les ouvrières. La présente convention a pour objet d’arrêter les dispositions réglementaires relatives à l’octroi de l’indemnité-gel, de l’indemnitéconstruction et de l’indemnité-licenciement aux ouvriers admis au bénéfice de l’allocation principale de chômage.

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Art. 3. De vorstvergoeding wordt aan de in artikel 1 beoogde werklieden niet uitbetaald gedurende de rustperiodes vastgesteld in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983 betreffende de arbeidsduur in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren, noch gedurende de rustperiodes vastgesteld bij een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.

15431

Art. 3. L’indemnité-gel n’est pas payée aux ouvriers visés à l’article 1er pendant les périodes de repos fixées en exécution de l’arrêté royal no 213 du 26 septembre 1983 relatif à la durée du travail dans les entreprises ressortissant à la Commission paritaire de la construction, ni pendant les périodes de repos fixées par une convention collective de travail conclue au sein de la Commission paritaire de la construction.

HOOFDSTUK III. — Toekenningsvoorwaarden van de vergoeding-bouw

CHAPITRE III. — Conditions d’octroi de l’indemnité-construction

Art. 4. De vergoeding-bouw wordt toegekend aan de werklieden die houder zijn van een legimitatiekaart ″rechthebbende″, geldig voor het lopende dienstjaar, die door een in artikel 1 beoogde werkgever werkloos worden gesteld gedurende de werkloosheidsperiodes, andere dan deze vergoed door de vorstvergoeding.

Art. 4. L’indemnité-construction est octroyée aux ouvriers détenteurs de la carte de légitimation ″ayant droit″, valable pour l’exercice en cours, mis en chômage par un employeur visé à l’article 1er pendant les périodes de chômage autres que celles couvertes par l’indemnité-gel.

Art. 5. De vergoeding-bouw wordt uitbetaald aan de begunstigden ten belope van 60 dagen (kredietdagen) per dienstjaar, met dien verstande dat dit aantal is uitgedrukt rekening houdend met een regeling van zes vergoedbare dagen per week.

Art. 5. L’indemnité-construction est payée aux bénéficiaires jusqu’à concurrence de 60 jours (jours de crédit) par exercice, étant entendu que ce nombre est exprimé en régime d’indemnisation de six jours par semaine.

Art. 6. De vergoeding-bouw wordt niet uitbetaald gedurende de periodes tijdens welke het recht op de vorstvergoeding openstaat, noch gedurende de rustperiodes vastgesteld in uitvoering van voormeld koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983, noch gedurende de rustperiodes vastgesteld bij een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.

Art. 6. L’indemnité-construction n’est pas payée pendant les périodes au cours desquelles le droit à l’indemnité-gel est ouvert, ni pendant les périodes de repos fixées en exécution de l’arrêté royal no 213 du 26 septembre 1983 précité, ni pendant les périodes de repos fixées par une convention collective de travail au sein de la Commission paritaire de la construction.

HOOFDSTUK IV. — Toekenningsvoorwaarden van de vergoeding-ontslag

CHAPITRE IV. — Conditions d’octroi de l’indemnité-licenciement

Art. 7. De vergoeding-ontslag wordt uitbetaald aan de in artikel 1 beoogde werklieden die ontslagen worden door een in datzelfde artikel 1 beoogde werkgever, waarbij ze minder dan drie jaar ononderbroken hebben gewerkt en die houder zijn van een kredietkaart-ontslag die hen door hun uitbetalingsinstelling werd bezorgd en voor het lopende dienstjaar geldig is.

Art. 7. L’indemnité-licenciement est payée aux ouvriers visés à l’article 1er licenciés par un employeur visé au même article 1er, au service duquel ils comptent moins de trois ans de service ininterrompu et qui sont détenteurs d’une carte de crédit-licenciement leur délivrée par leur organisme de paiement, valable pour l’exercice en cours.

De vergoeding-ontslag wordt uitbetaald, hetzij nadat al de in artikel 5 beoogde kredietdagen-bouw werden opgebruikt, hetzij onmiddellijk in het geval de begunstigde geen houder is van een legitimatiekaart ″rechthebbende″.

L’indemnité-licenciement est payée après épuisement des jours de crédit-construction, visés à l’article 5 ou immédiatement au cas où le bénéficiaire n’est pas détenteur d’une carte de légitimation ″ayant droit″.

Art. 8. Het aantal kredietdagen vermeld op de kredietkaart-ontslag, uitgedrukt rekening houdend met een regeling van zes vergoedbare dagen per week, wordt vastgesteld :

Art. 8. Le nombre de jours de crédit figurant sur la carte de crédit-licenciement exprimé en régime d’indemnisation de six jours par semaine, est fixé :

- op 20 dagen indien het gaat om een werkman die minder dan zes maanden ononderbroken in dienst was van de onderneming die hem ontsloeg;

- à 20 jours, s’il s’agit d’un ouvrier demeuré sans interruption pendant moins de six mois au service de l’entreprise qui l’a licencié;

- op 12 dagen indien het gaat om een werkman die van zes maanden tot minder dan een drie jaar ononderbroken in dienst was van de onderneming die hem ontsloeg;

- à 12 jours, s’il s’agit d’un ouvrier demeuré sans interruption entre six mois et moins de trois ans au service de l’entreprise qui l’a licencié.

De kredietkaart-ontslag wordt slechts eenmaal afgeleverd in de loop van het dienstjaar, en wel bij het eerste ontslag dat er recht op geeft.

La carte de crédit-licenciement n’est délivrée qu’une seule fois au cours de l’exercice et ce à l’occasion du premier licenciement y donnant droit.

Art. 9. De vergoeding-ontslag wordt niet uitbetaald gedurende de rustperiodes vastgesteld in uitvoering van voormeld koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983, noch gedurende de rustperiodes vastgesteld bij een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, indien de ontslagen werkman recht heeft op deze rustdagen.

Art. 9. L’indemnité-licenciement n’est pas payée pendant les périodes de repos fixées en exécution de l’arrêté royal no 213 du 26 septembre 1983 précité, ni pendant les périodes de repos fixées par une convention collective de travail conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, pour autant que l’ouvrier licencié a droit à ces jours de repos.

HOOFDSTUK V. — Bedrag van de aanvullende werkloosheidsuitkeringen

CHAPITRE V. — Montant des allocations complémentaires de chômage

Art. 10. De dagbedragen (uitgedrukt rekening houdend met een regeling van zes vergoedbare dagen per week) van de aanvullende uitkeringen die in de loop van deze overeenkomst worden uitgekeerd, belopen :

Art. 10. Les taux journaliers (en régime d’indemnisation de six jours par semaine) des allocations complémentaires payables pendant la durée de la présente convention s’élèvent à :

- 6,10 EUR, tot en met het conventioneel uurloon van de ongeschoolde werkman;

- 6,10 EUR, jusqu’au salaire horaire conventionnel du manœuvre inclus;

- 7,34 EUR, tot en met het conventioneel uurloon van de geoefende werkman;

- 7,34 EUR, jusqu’au salaire horaire conventionnel du spécialisé inclus;

- 9,69 EUR tot en met het conventioneel uurloon van de geschoolde werkman van de eerste graad;

- 9,69 EUR, jusqu’au salaire horaire conventionnel du qualifié de premier échelon inclus;

- 10,39 EUR, voor een conventioneel uurloon dat hoger is dan het conventioneel loon van de geschoolde werkman van de eerste graad.

- 10,39 EUR, pour un salaire horaire conventionnel supérieur au salaire conventionnel du qualifié de premier échelon.

Bovendien worden de dagbedragen berekend op basis van het door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening vastgestelde gemiddelde van de twee referte-uurlonen voor de werkloosheidscode.

En outre, les taux journaliers sont calculés sur la moyenne des deux salaires horaires de référence du code chômage, établi par l’Office national de l’emploi.

15432

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE HOOFDSTUK VI. — Betalingsmodaliteiten van de aanvullende werkloosheidsuitkeringen

CHAPITRE VI. — Modalités de paiement des allocations complémentaires de chômage

Art. 11. De vergoeding-bouw, de vorstvergoeding en de vergoedingontslag worden uitbetaald door de bij artikel 9 van de statuten van het ″Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″ beoogde uitbetalingsinstellingen, mits naleving van de procedures die ter zake worden vastgesteld door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, in gemeen overleg met de raad van bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid.

Art. 11. Le paiement de l’indemnité-construction, de l’indemnité-gel et de l’indemnité-licenciement est effectué par les organismes de paiement visés à l’article 9 des statuts du ″Fonds de sécurité d’existence des ouvriers de la construction″ en observant les procédures arrêtées par l’Office national de l’emploi, de commun accord avec le conseil d’administration du fonds de sécurité d’existence.

Art. 12. Het fonds voor bestaanszekerheid vordert van de werkgever de terugbetaling van de aanvullende vergoeding-bouw die de instellingen bedoeld in artikel 11 uitbetaald hebben aan de arbeiders die tijdelijk werkloos werden gesteld door die werkgever tijdens het lopende dienstjaar, behoudens de vergoeding-bouw die betrekking hebben op de eerste 25 kredietdagen.

Art. 12. Le fonds de sécurité d’existence réclamera à l’employeur le remboursement de l’indemnité complémentaire construction que les organismes visés à l’article 11 ont payée aux ouvriers mis en chômage temporaire par cet employeur pendant l’exercice en cours, sauf les indemnités-construction relatives aux 25 premiers jours de crédit.

Art. 13. Onverminderd de sancties toegepast krachtens het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en van artikel 20 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid mag de raad van bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid de werkman, die op de voorgeschreven wijze door zijn werkgever individueel teruggeroepen wordt, en die zich zonder geldige reden niet op het werk aanbiedt, van al de aanvullende werkloosheidsuitkeringen uitsluiten.

Art. 13. Sans préjudice des sanctions appliquées en vertu de l’arrêté royal du 25 novembre 1991 portant la réglementation du chômage et de l’article 20 de la loi du 7 janvier 1958 concernant les fonds de sécurité d’existence, le conseil d’administration du fonds de sécurité d’existence est autorisé à priver de la totalité des allocations complémentaires de chômage, l’ouvrier qui, ayant été rappelé individuellement par son employeur selon la procédure prescrite, ne se présente pas au travail sans motif valable.

Art. 14. In afwijking van de artikelen 11 en 12, betaalt het fonds voor bestaanszekerheid zelf de aanvullende werkloosheidsuitkeringen uit :

Art. 14. Par dérogation aux articles 11 et 12, le fonds de sécurité d’existence paie lui-même les allocations complémentaires de chômage :

a) aan de werklieden van 65 jaar of meer die houder zijn van een legitimatiekaart ″rechthebbende″ en die, ter wille van hun leeftijd, de hoofdwerkloosheidsuitkering niet genieten;

a) aux ouvriers détenteurs d’une carte de légitimation ″ayant droit″ âgés de 65 ans ou plus qui, en raison de leur âge, ne bénéficient pas de l’allocation principale de chômage;

b) eventueel aan de werklieden die houder zijn van een legitimatiekaart ″rechthebbende″ en die voor de toekenning van de hoofdwerkloosheidsuitkering zijn uitgesloten.

b) éventuellement aux ouvriers détenteurs d’une carte de légitimation ″ayant droit″ exclus de l’allocation principale de chômage.

Art. 15. De grensarbeiders die in België tijdelijk werkloos worden gesteld door een bij artikel 1 beoogde onderneming en die, krachtens artikel 71 van de verordening nr. 1408/71 van de E.E.G. van 14 juni 1971, de hoofdwerkloosheidsuitkeringen genieten in het land waar ze zijn tewerkgesteld, kunnen eveneens de overeenstemmende aanvullende uitkeringen verkrijgen wanneer ze de voorwaarden vervullend.

Art. 15. Les ouvriers frontaliers mis en chômage temporaire en Belgique par une entreprise visée à l’article 1er qui reçoivent, en vertu de l’article 71 du règlement no 1408/71 de la C.E.E. du 14 juin 1971, les allocations principales de chômage dans le pays où ils sont occupés, peuvent également obtenir les allocations complémentaires correspondantes, s’ils remplissent les conditions.

HOOFDSTUK VII. — Algemene bepalingen

CHAPITRE VII. — Dispositions générales

Art. 16. De bij artikel 23 van de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid voorziene patronale instelling is belast met de administratieve, boekhoudkundige en financiële organisatie van de verrichtingen die voortspruiten uit de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 16. L’organisme patronal prévu par l’article 23 des statuts du fonds de sécurité d’existence est chargé de l’organisation administrative, comptable et financière des opérations résultant de l’application de la présente convention collective de travail.

Art. 17. De bijzondere gevallen die niet op grond van de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst kunnen worden opgelost worden door de meest gerede partij voorgelegd aan de raad van bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid.

Art. 17. Les cas particuliers qui ne peuvent être résolus conformément aux dispositions de la présente convention collective de travail sont soumis par la partie la plus diligente au conseil d’administration du fonds de sécurité d’existence.

HOOFDSTUK VIII. — Geldigheidsduur

CHAPITRE VIII. — Durée de validité

Art. 18. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur. Ze treedt in werking op 1 oktober 2001 en houdt op van kracht te zijn op 30 september 2003.

Art. 18. La présente convention collective de travail est conclue pour une durée déterminée. Elle entre en vigueur le 1er octobre 2001 et expire le 30 septembre 2003.

Art. 19. In afwijking op artikel 18, zijn de bedragen die in deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn uitgedrukt in euro geldig vanaf 1 januari 2002.

Art. 19. Par dérogation à l’article 18, les montants exprimés en euro dans cette convention collective de travail sont valables à partir du 1er janvier 2002.

Voor de periode van 1 oktober 2001 tot en met 31 december 2001, gelden in plaats van de bedragen uitgedrukt in euro, de bedragen uitgedrukt in Belgische frank, overeenkomstig de volgende tabel :

Pour la période du 1er octobre 2001 au 31 décembre 2001, les montants exprimés en franc belge sont d’application au lieu des montants exprimés en euro, conformément au tableau suivant :

Artikel 10

Article 10

BEF 246 96 391 419

EURO 6,10 7,34 9,69 10,39

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006. De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 16 février 2006. Le Ministre de l’Emploi, P. VANVELTHOVEN


15433

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG


N. 2006 — 1017 [2006/200430] 16 FEBRUARI 2006. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de aanvullende vergoeding in geval van conventioneel brugpensioen (1)

F. 2006 — 1017 [2006/200430] 16 FEVRIER 2006. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 19 décembre 2002, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour les services des aides familiales et des aides seniors de la Communauté flamande, relative à l’indemnité complémentaire en cas de prépension conventionnelle (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap; Op de voordracht van Onze Minister van Werk,



Vu la demande de la Sous-commission paritaire pour les services des aides familiales et des aides seniors de la Communauté flamande; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de aanvullende vergoeding in geval van conventioneel brugpensioen.

Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 19 décembre 2002, reprise en annexe, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour les services des aides familiales et des aides seniors de la Communauté flamande, relative à l’indemnité complémentaire en cas de prépension conventionnelle.

Art. 2. 2. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 2. Notre Ministre de l’Emploi est chargé de l’exécution du présent arrêté.



ALBERT

ALBERT

Van Koningswege :

Par le Roi :





Bijlage

Annexe

Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap

Sous-commission paritaire pour les services des aides familiales et des aides seniors de la Communauté flamande

Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2002

Convention collective de travail du 19 décembre 2002

Aanvullende vergoeding in geval van conventioneel brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 18 februari 2003 onder het nummer 65468/CO/318.02)

Indemnité complémentaire en cas de prépension conventionnelle (Convention enregistrée le 18 février 2003 sous le numéro 65468/CO/318.02)

HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en op de werkgevers van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap. Onder ″werknemers″ wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk arbeiders- en bediendepersoneel dat tewerkgesteld is.

CHAPITRE Ier. — Champ d’application Article 1 . La présente convention collective de travail s’applique aux travailleurs et aux employeurs des services des aides familiales et des aides seniors de la Communauté flamande. Par ″travailleurs″, on entend : aussi bien les employés masculins et féminins que les ouvriers et les ouvrières qui sont embauchés.

HOOFDSTUK II. — Berekening van de aanvullende vergoeding in geval van conventioneel brugpensioen Art. 2. § 1. In geval de werknemer overgaat van een loopbaanvermindering of een halftijdse betrekking in het raam van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001 tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van 14 februari 2001 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, op het systeem van conventioneel brugpensioen op basis van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen (koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975) en de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 1999 betreffende de verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 maart 1997 betreffende het brugpensioen (Vlaamse Gemeenschap) (overeenkomst geregistreerd op 5 april 2000 onder het nummer 54534/CO/318.02), gebeurt de berekening van de aanvullende vergoeding op basis van het voltijds netto-referteloon.

CHAPITRE II. — Calcul de l’indemnité complémentaire en cas de prépension conventionnelle Art. 2. § 1er. Dans le cas où le travailleur passe d’une diminution de carrière ou d’un emploi à temps partiel dans le cadre de la convention collective de travail no 77bis du 19 décembre 2001 remplaçant la convention collective de travail no 77 du 14 février 2001 instaurant un système de crédit-temps, de diminution de carrière et de réduction des prestations de travail à mi-temps, au système de prépension conventionnelle sur la base de la convention collective de travail no 17 du 19 décembre 1974 instituant un régime d’indemnité complémentaire pour certains travailleurs âgés en cas de licenciement (arrêté royal du 16 janvier 1975 (Moniteur belge du 31 janvier 1975) et de la convention collective de travail du 17 décembre 1999 relative à la prolongation de la convention collective du 19 mars 1997 relative à la prépension (Communauté flamande) (convention enregistrée le 5 avril 2000 sous le numéro 54534/CO/318.02), le calcul de l’indemnité complémentaire se fait sur la base du salaire de référence net à temps plein.

er

15434


§ 2. In geval de werknemer overgaat van een volledige schorsing van de arbeidsprestaties in het raam van het tijdskrediet zoals voorzien in voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, op het systeem van het conventioneel brugpensioen op basis van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 en de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 1999, gebeurt de berekening van de aanvullende vergoeding op basis van het referteloon dat overeenstemt met het arbeidsregime voorafgaand aan de schorsing van de arbeidsprestaties.

§ 2. Dans le cas où le travailleur passe d’une suspension totale des prestations de travail dans le cadre du crédit-temps, comme prévu dans la convention collective de travail no 77bis susmentionnée, au système de la prépension conventionnelle sur la base de la convention collective de travail no 17 susmentionnée et de la convention collective de travail du 17 décembre 1999, le calcul de l’indemnité complémentaire se fait sur la base du salaire de référence correspondant au régime de travail précédant la suspension des prestations de travail.

HOOFDSTUK III. — Geldigheidsduur Art. 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2003. Zij is gesloten voor onbepaalde duur en kan opgezegd worden door één van de partijen, mits een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006.

CHAPITRE III. — Durée de validité Art. 3. La présente convention collective de travail entre en vigueur au 1er janvier 2003. Elle est conclue pour une durée indéterminée et peut être dénoncée par chacune des parties, moyennant un préavis de trois mois, notifié par lettre recommandée à la poste, adressée au président de la Sous-commission paritaire pour les services des aides familiales et des aides seniors de la Communauté flamande. Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 16 février 2006.



* FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N. 2006 — 1018

[2006/200438]

16 FEBRUARI 2006. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende de meldingsplicht contracten bepaalde duur en uitzendarbeid in uitvoering van artikel 8 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005 (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE F. 2006 — 1018

[2006/200438]

16 FEVRIER 2006. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 26 mai 2005, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour les métaux précieux, relative à l’obligation d’information contrats à durée déterminée et travail intérimaire en exécution de l’article 8 de l’accord national 2005-2006 du 26 mai 2005 (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de edele metalen;

Vu la demande de la Sous-commission paritaire pour les métaux précieux;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende de meldingsplicht contracten bepaalde duur en uitzendarbeid in uitvoering van artikel 8 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005.

Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 26 mai 2005, reprise en annexe, conclue au sein de la Souscommission paritaire pour les métaux précieux, relative à l’obligation d’information contrats à durée déterminée et travail intérimaire en exécution de l’article 8 de l’accord national 2005-2006 du 26 mai 2005.

Art. 2. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.




ALBERT

ALBERT

Van Koningswege :

Par le Roi :



Nota

Note

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

(1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.


15435

Bijlage

Annexe

Paritair Subcomité voor de edele metalen

Sous-commission paritaire pour les métaux précieux

Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005

Convention collective de travail du 26 mai 2005

Meldingsplicht contracten bepaalde duur en uitzendarbeid in uitvoering van artikel 8 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005 (Overeenkomst geregistreerd op 4 augustus 2005 onder het nummer 75978/CO/149.03)

Obligation d’information contrats à durée déterminée et travail intérimaire en exécution de l’article 8 de l’accord national 2005-2006 du 26 mai 2005 (Convention enregistrée le 4 août 2005 sous le numéro 75978/CO/149.03)

HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied

CHAPITRE Ier. — Champ d’application

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, de arbeiders en de arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de edele metalen.

Article 1er. La présente convention collective de travail s’applique aux employeurs, ouvriers et ouvrières des entreprises relevant de la compétence de la Sous-commission paritaire pour les métaux précieux.

Voor de toepassing van dit akkoord wordt onder ″arbeiders″ verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden.

Pour l’application de la présente convention collective de travail, on entend par ″ouvriers″ : les ouvriers et ouvrières.

HOOFDSTUK II. — Begripsomschrijving

CHAPITRE II. — Description de la notion

Art. 2. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden volgende begrippen als volgt gedefinieerd :

Art. 2. Pour l’application de la présente convention collective de travail on entend par :

— contracten van bepaalde duur : de arbeidsovereenkomst zoals voorzien in artikelen 9, 10, 11 en 11bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978);

— contrats à durée déterminée : les contrats de travail prévus aux articles 9, 10, 11 et 11bis de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail (Moniteur belge du 22 août 1978);

— uitzendarbeid : arbeid verricht door een uitzendkracht zoals gedefinieerd en gereglementeerd in de wet van 24 juli 1987 betreffende tijdelijke arbeid, uitzendarbeid en terbeschikkingstelling van werkkrachten aan gebruikers (Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1987) en alle collectieve arbeidsovereenkomsten in uitvoering van deze wet.

— travail intérimaire : travail effectué par un travailleur intérimaire comme défini et réglementé dans la loi du 24 juillet 1987 sur le travail temporaire, le travail intérimaire et la mise de travailleurs à la disposition d’utilisateurs (Moniteur belge du 20 août 1987) et toutes les conventions collectives de travail en exécution de cette loi.

HOOFDSTUK III. — Meldingsplicht

CHAPITRE III. — Obligation d’information

Art. 3. Behoudens wettelijke of conventionele beschikkingen die andere verplichtingen opleggen (bijvoorbeeld voorafgaande toestemming) moeten de ondernemingen die arbeiders aanwerven met een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde duur, een beroep doen op uitzendkrachten of een beroep doen op onderaanneming, voorafgaandelijk de ondernemingsraad of bij ontstentenis daarvan, de syndicale afvaardiging, of, bij ontstentenis daarvan de representatieve werknemersorganisaties hiervan in kennis stellen.

Art. 3. Sauf dispositions légales ou conventionnelles qui imposent d’autres obligations (par exemple une autorisation préalable), les entreprises embauchant des ouvriers avec un contrat de travail à durée déterminée et faisant appel à des intérimaires ou à la sous-traitance, doivent en informer au préalable le conseil d’entreprise ou à défaut, la délégation syndicale ou, à défaut, les organisations de travailleurs représentatives.

Art. 4. § 1. In geval van tewerkstelling van arbeiders met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur, dienen de ondernemingen de bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten inzake loon- en arbeidsvoorwaarden integraal toe te passen.

Art. 4. § 1er. En cas d’occupation d’ouvriers sous un contrat de travail à durée déterminée, les entreprises doivent appliquer intégralement les conventions collectives de travail existantes en matière de conditions de salaire et de travail.

§ 2. Indien een arbeider aangeworven wordt met een contract van onbepaalde duur na één of meerdere contracten van bepaalde duur, wordt de anciënniteit opgebouwd tijdens de contracten van bepaalde duur meegerekend, op voorwaarde dat er tussen deze verschillende contracten geen onderbreking is van meer dan 6 maanden.

§ 2. Lorsqu’un ouvrier est embauché sous un contrat à durée indéterminée après avoir effectué un ou plusieurs contrats à durée déterminée, l’ancienneté constituée à travers ces contrats à durée déterminée sera prise en compte, à condition qu’il n’y ait pas eu d’interruption de plus de 6 mois entre les différents contrats.

§ 3. In geval van uitzendarbeid, dienen de lonen van toepassing in de onderneming voor de functie of het werk waarvoor de uitzendkracht wordt tewerkgesteld, toegepast te worden en dit onverminderd de conventionele en wettelijke beschikkingen betreffende bedoelde contracten.

§ 3. En cas de travail intérimaire, les salaires applicables dans l’entreprise à la fonction ou au travail pour lequel l’intérimaire a été engagé doivent être appliqués et ce, sans préjudice des dispositions conventionnelles et légales relatives aux contrats visés.

§ 4. Teneinde oneigenlijk gebruik van uitzendarbeid te weren uit de sector worden uitzendcontracten omwille van tijdelijke vermeerdering van het werk, na een periode van 65 werkdagen omgezet in een contract van onbepaalde duur.

§ 4. Afin d’éviter les excès en matière de travail intérimaire dans le secteur, les contrats intérimaires suite à une augmentation temporaire du volume de travail, seront convertis en contrats à durée indéterminée après une période de 65 jours de travail.

15436


HOOFDSTUK IV. — Geldigheid Art. 5. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005 en wordt gesloten voor onbepaalde duur. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende de meldingsplicht contracten bepaalde duur en uitzendarbeid, algemeen verbindend verklaard via koninklijk besluit op 4 juli 2004 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 8 september 2004. Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzeg van drie maanden, betekend met een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Subcomité van de edele metalen en aan de in dat paritair subcomité vertegenwoordigde organisaties. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006.

CHAPITRE IV. — Validité Art. 5. La présente convention collective de travail entre en vigueur au 1er janvier 2005 et est conclue pour une durée indéterminée. Cette convention collective de travail remplace celle du 24 septembre 2003, conclue au sein de la Sous-commission paritaire des métaux précieux, relative à l’obligation d’information contrats à durée déterminée et travail intérimaire, rendue obligatoire par arrêté royal au 4 juillet 2004 et publiée au Moniteur belge le 8 septembre 2004.



Elle peut être dénoncée par une des parties moyennant un préavis de trois mois, signifié par lettre recommandée, adressée au président de la Sous-commission paritaire pour les métaux précieux et aux organisations siégeant à cette même sous-commission paritaire Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 16 février 2006.


[2006/200458]

16 FEBRUARI 2006. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juli 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de aanvulling van het dubbel vakantiegeld (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.


[2006/200458]

16 FEVRIER 2006. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 15 juillet 2005, conclue au sein de la Commission paritaire pour employés de l’industrie de l’habillement et de la confection, concernant le complément au double pécule de vacances (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijfParitair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf;

Vu la demande de la Commission paritaire pour employés de l’industrie de l’habillement et de la confection

Op de voordracht van Onze Minister van Werk,


Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi,


Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage o v e rg e n o m e n collectieve a r b e i d s o v e re e n k o m s t van 15 juli 200523 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijfParitair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de aanvulling van het dubbel vakantiegeldbetreffende de aanvulling van het dubbel vakantiegeld.

Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 15 juillet 200523 juin 1999, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire pour employés de l’industrie de l’habillement et de la confection, concernant le complément au double pécule de vacances.





ALBERT

ALBERT

Van Koningswege :

Par le Roi :



Nota

Note

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

(1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.


15437

Bijlage

Annexe

Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf

Commission paritaire pour employés de l’industrie de l’habillement et de la confection

Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juli 2005

Convention collective de travail du 15 juillet 2005

Aanvulling van het dubbel vakantiegeld (Overeenkomst geregistreerd op 9 augustus 2005 onder het nummer 76002/CO/215)

Complément au double pécule de vacances (Convention enregistrée le 9 août 2005 sous le numéro 76002/CO/215)

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf ressorteren.

Article 1er. La présente convention collective de travail s’applique aux employeurs et aux employés des entreprises ressortissant à la Commission paritaire pour employés de l’industrie de l’habillement et de la confection.

Art. 2. Jaarlijks wordt een aanvulling van het dubbel vakantiegeld verleend aan de bedienden.

Art. 2. Un complément au double pécule de vacances est octroyé annuellement aux employés.

De aanvulling wordt uitgekeerd samen met de betaling van de wedde van de maand december van het betrokken jaar.

Le complément est payé en même temps que le salaire du mois de décembre de l’année concernée.

Art. 3. Wanneer het loon van de bediende geen commissieloon omvat die volgens het bedrag van de handelsomzet wordt vastgesteld is de aanvulling van het dubbel vakantiegeld gelijk aan 90 pct. van de wedde van de maand december van het jaar waarvoor de aanvulling verschuldigd is.

Art. 3. Lorsque le salaire de l’employé ne contient pas de commission fixée en fonction du montant du chiffre d’affaires, le complément au double pécule de vacances est égal à 90 p.c. du salaire du mois de décembre de l’année pour laquelle l’allocation est due.

Wanneer de prestaties van de bediende in de loop van het beschouwde kalenderjaar evenwel gedurende meer dan dertig kalenderdagen in het totaal werden onderbroken voor om het even welke reden dan wordt de aanvulling van het dubbel vakantiegeld berekend naar rata van 7,5 pct. van de bruto wedden die door de werkgever werden betaald over het ganse kalenderjaar.

Lorsque les prestations de l’employé dans le courant de l’année civile considérée ont été interrompues pendant plus de 30 jours calendrier au total et ce pour n’importe quelle raison, le complément au double pécule de vacances est calculé à concurrence de 7,5 p.c. des rémunérations brutes payées par l’employeur sur toute l’année civile.

Art. 4. Wanneer het loon van de bediende een commissieloon omvat welke volgens het bedrag van de handelsomzet wordt vastgesteld wordt de bediende bij volledige prestaties in het beschouwde kalenderjaar een jaarloon gegarandeerd dat overeen komt met het toepasselijke baremaloon, verhoogd met 7,5 pct.

Art. 4. Lorsque le salaire de l’employé contient une commission fixée en fonction du montant du chiffre d’affaires, il est garanti à l’employé un salaire annuel correspondant au salaire barémique applicable, augmenté de 7,5 p.c., en cas de prestations complètes au cours de l’année civile.

Bij volledige prestaties gedurende het beschouwde kalenderjaar is het aan de in dit artikel bedoelde bedienden te garanderen bruto jaarloon gelijk aan twaalf maal het toepasselijke baremaloon van de maand december, verhoogd met 7,5 pct.

En cas de prestations complètes au cours de l’année civile considérée, le salaire brut annuel garanti de l’employé visé dans cet article est égal à douze fois le salaire barémique applicable au mois de décembre, augmenté de 7,5 p.c.

Wanneer de prestaties van de bediende in de loop van het beschouwde kalenderjaar evenwel gedurende meer dan dertig kalenderdagen in het totaal werden onderbroken voor om het even welke reden dat wordt het te garanderen bruto jaarloon, bedoeld in de vorige alinea, vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller gelijk is aan het aantal werkelijke prestatiedagen van de bediende en waarvan de noemer gelijk is aan het aantal normale prestatiedagen in het beschouwde kalenderjaar.

Lorsque les prestations de l’employé dans le courant de l’année civile considérée ont été interrompues pendant plus de 30 jours calendrier au total et ce pour n’importe quelle raison, le salaire brut annuel garanti, visé à l’alinéa précédent, est multiplié par une fraction dont le numérateur est égal au nombre de jours réellement presté par l’employé et dont le dénominateur est égal au nombre de jours de prestations normales dans l’année civile considérée.

Art. 5. In afwijking van de bepaling van de artikelen 2, 3 en 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, is het recht op de aanvulling van het dubbel vakantiegeld eveneens verworven door :

Art. 5. Par dérogation aux dispositions des articles 2, 3 et 4 de la présente convention collective de travail, le droit au complément au double pécule de vacances est également acquis par :

a) de bediende die tijdens het betrokken jaar en vóór de betalingsdatum die is vastgesteld bij artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, in dienst van de onderneming is getreden;

a) l’employé qui est entré au service de l’entreprise au cours de l’année concernée et avant la date de paiement fixée à l’article 2 de la présente convention collective de travail;

b) de bediende die tijdens het betrokken jaar de onderneming verlaat, behoudens in geval van ontslag om dringende reden, op voorwaarde dat hij minstens drie maanden dienst telt in de onderneming.

b) l’employé quittant l’entreprise au cours de l’année concernée, sauf en cas de licenciement pour motif grave, à condition qu’il ait au moins trois mois de service dans l’entreprise.

In deze beide gevallen wordt de aanvulling van het dubbel vakantiegeld vastgesteld pro rata van de door de bediende in de betrokken onderneming gepresteerde arbeidstijd tijdens het jaar waarvoor de aanvulling verschuldigd is.

Dans ces deux cas, le complément au double pécule de vacances est fixé au prorata du temps de travail presté par l’employé dans l’entreprise concernée au cours de l’année pour laquelle le complément est dû.

Art. 6. De hierboven bedoelde bepalingen doen geen afbreuk aan de rechten van de bedienden van de ondernemingen waar de werkgevers voorheen de verbintenis hadden aangegaan om aan hun personeel een voordeel van grotere omvang toe te kennen.

Art. 6. Les dispositions susmentionnées ne portent pas préjudice aux droits des employés des entreprises où les employeurs s’étaient engagés auparavant à octroyer à leur personnel un avantage plus important.

15438


Art. 7. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1999, betreffende de aanvulling van het dubbel vakantiegeld algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 29 september 2000. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2005 en is gesloten voor onbepaalde tijd. Elk van de contracterende partijen kan ze opzeggen mits een opzeggingstermijn van drie maanden, te betekenen bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006

Art. 7. La présente convention collective de travail remplace la convention collective de travail du 23 juin 1999, concernant le complément au double pécule de vacances, rendue obligatoire par l’arrêté royal du 29 septembre 2000. La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1er janvier 2005 et est conclue pour une durée indéterminée. Chacune des parties contractantes peut la dénoncer moyennant un préavis de trois mois, à notifier par lettre recommandée à la poste au président de la Commission paritaire pour employés de l’industrie de l’habillement et de la confection. Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 16 février 2006.



* FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG


N. 2006 — 1020 [2006/200436] 16 FEBRUARI 2006. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardigingen in uitvoering van artikel 16 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005 (1)

F. 2006 — 1020 [2006/200436] 16 FEVRIER 2006. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 26 mai 2005, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie, relative au statut des délégations syndicales en exécution de l’article 16 de l’accord national 2005-2006 du 26 mai 2005 (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het koetswerk; Op de voordracht van Onze Minister van Werk,


Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de statuut van de vakbondsafvaardigingen in uitvoering van artikel 16 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005. Art. 2. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 16 februari 2006.

Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 26 mai 2005, reprise en annexe, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie, relative au statut des délégations syndicales en exécution de l’article 16 de l’accord national 2005-2006 du 26 mai 2005. Art. 2. Notre Ministre de l’Emploi est chargé de l’exécution du présent arrêté. Donné à Bruxelles, le 16 février 2006.

ALBERT

ALBERT

Vu la demande de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi,

Van Koningswege :

Par le Roi :

De Minister van Werk P. VANVELTHOVEN




Bijlage

Annexe

Paritair Subcomité voor het koetswerk

Sous-commission paritaire pour la carrosserie



Statuut van de vakbondsafvaardigingen in uitvoering van artikel 16 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005 (Overeenkomst geregistreerd op 16 september 2005 onder het nummer 76429/CO/149.02)

Statut des délégations syndicales en exécution de l’article 16 de l’accord national 2005-2006 du 26 mai 2005 (Convention enregistrée le 16 septembre 2005 sous le numéro 76429/CO/149.02)

HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het koetswerk Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder ″arbeiders″ verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden.

CHAPITRE Ier. — Champ d’application Article 1 . La présente convention collective de travail s’applique aux employeurs, ouvriers et ouvrières des entreprises ressortissant à la Sous-commission paritaire pour la carrosserie. Pour l’application de la présente convention collective de travail, on entend par ″ouvriers″ : les ouvriers et les ouvrières. er


15439

HOOFDSTUK II. — Algemene beginselen

CHAPITRE II. — Principes généraux

Art. 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst, aangegaan in uitvoering van en overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende het statuut van de vakbondsafvaardigingen van het personeel der ondernemingen, op 24 mei en 30 juni 1971 afgesloten in de Nationale Arbeidsraad, regelt de oprichting en het statuut van de vakbondsafvaardigingen van het werkliedenpersoneel.

Art. 2. La présente convention collective de travail, conclue en exécution et conformément aux conventions collectives de travail concernant le statut des délégations syndicales du personnel des entreprises, conclues les 24 mai et 30 juin 1971 au sein du Conseil national du travail règle l’institution et le statut des délégations syndicales du personnel ouvrier.

Art. 3. De werkgevers erkennen dat hun georganiseerd werkliedenpersoneel bij hen vertegenwoordigd wordt door een vakbondsafvaardiging waarvan de leden aangewezen of verkozen zijn onder het georganiseerd werkliedenpersoneel van de onderneming.

Art. 3. Les employeurs reconnaissent que leur personnel ouvrier syndiqué est représenté auprès d’eux par une délégation syndicale dont les membres sont désignés ou élus parmi le personnel ouvrier syndiqué de l’entreprise.

Onder ″georganiseerd werkliedenpersoneel″ wordt verstaan : het werkliedenpersoneel aangesloten bij één der ondertekenende interprofessionele werknemersorganisaties van de voormelde overeenkomsten

Par ″personnel ouvrier syndiqué″, on entend : le personnel ouvrier affilié à une des organisations interprofessionnelles de travailleurs signataires des conventions pré-rappelées.

Art. 4. De werkgevers verbinden er zich toe op het personeel geen enkele druk uit te oefenen om het te beletten bij een vakbond aan te sluiten en aan de niet-aangeslotenen geen andere voorrechten dan aan de aangesloten arbeiders toe te kennen.

Art. 4. Les employeurs s’engagent à n’exercer aucune pression sur le personnel pour l’empêcher de s’affilier à un syndicat et à ne consentir aux ouvriers non syndiqués aucune autre prérogative qu’aux ouvriers syndiqués.

De vakbondsafvaardigingen verbinden er zich toe in de ondernemingen de praktijken van paritaire betrekkingen, die met de geest van deze collectieve arbeidsovereenkomst stroken, na te leven.

Les délégations syndicales s’engagent à observer dans les entreprises les pratiques de relations paritaires conformes à l’esprit de la présente convention collective de travail.

Art. 5. De werkgevers en de vakbondsafvaardigingen :

Art. 5. Les employeurs et les délégations syndicales :

- geven in alle omstandigheden blijk van een geest van rechtvaardigheid, billijkheid en verzoening die bepalend is voor de goede sociale betrekkingen in de ondernemingen;

- témoignent en toutes circonstances de l’esprit de justice, d’équité et de conciliation qui conditionne les bonnes relations sociales dans l’entreprise;

- leven de sociale wetgeving, de collectieve arbeidsovereenkomsten en het arbeidsreglement na en bundelen hun inspanningen teneinde de naleving ervan te verzekeren.

- respectent la législation sociale, les conventions collectives de travail et le règlement de travail et conjuguent leurs efforts en vue d’en assurer le respect.

HOOFDSTUK III. Oprichting en samenstelling van de vakbondsafvaardiging

CHAPITRE III. — Institution et composition de la délégation syndicale

Art. 6. Op schriftelijk verzoek van één of meerdere in het Paritair Subcomité voor het koetswerk vertegenwoordigde werknemersorganisaties, wordt in de bij artikel 1 bedoelde ondernemingen een vakbondsafvaardiging ingesteld, waarvan het aantal effectieve en plaatsvervangende afgevaardigden, op grond van het aantal in de onderneming tewerkgestelde arbeiders, als volgt wordt vastgesteld :

Art. 6. A la demande écrite d’une ou plusieurs organisations de travailleurs représentées à la Sous-commission paritaire pour la carrosserie, une délégation syndicale du personnel ouvrier est instituée dans les entreprises visées à l’article 1er dont le nombre de délégués effectifs et suppléants est fixé comme suit sur la base du nombre d’ouvriers occupés dans l’entreprise :

- 15 tot en met 30 arbeiders : 2 effectieve afgevaardigden,

- 15 à 30 ouvriers : 2 délégués effectifs,

- 31 tot en met 50 arbeiders : 3 effectieve afgevaardigden,

- 31 à 50 ouvriers : 3 délégués effectifs,

indien tenminste 25 pct. van de arbeiders hierom verzoeken;

si au moins 25 pour cent des ouvriers en font la demande;

- 51 tot en met 150 arbeiders : 4 effectieve afgevaardigden en 4 plaatsvervangende afgevaardigden.

- 51 à 150 ouvriers : 4 délégués effectifs et 4 délégués suppléants.

Voor de ondernemingen waar meer dan 150 arbeiders tewerkgesteld zijn, worden één bijkomende effectieve afgevaardigde en één bijkomende plaatsvervangende afgevaardigde aangewezen per begonnen schijf van 50 arbeiders.

Dans les entreprises comptant plus de 150 ouvriers, il est désigné un délégué effectif et un délégué suppléant supplémentaires par tranche entamée de 50 ouvriers.

Voor de ondernemingen met minder dan 15 arbeiders, zullen de meest betrokken representatieve werknemersorganisaties aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het koetswerk, de ondernemingen laten kennen waar een syndicale macht bestaat die een vakbondsafvaardiging rechtvaardigt.

Pour les entreprises comptant moins de 15 ouvriers, les organisations les plus représentatives de travailleurs intéressées font connaître à la délégation patronale représentée à la Sous-commission paritaire pour la carrosserie ou au président de la même sous-commission paritaire, les entreprises où existe une force syndicale justifiant une délégation syndicale.

De plaatsvervangende afgevaardigden wonen de vergaderingen van de afvaardiging en de audiënties slechts bij in geval van afwezigheid of verhindering van de effectieve afgevaardigden en in dezelfde verhouding.

Les délégués suppléants n’assistent aux réunions de la délégation et aux audiences qu’en cas d’absence ou d’empêchement des délégués effectifs et dans la même proportion.

Art. 7. Om het mandaat van afgevaardigde te kunnen uitoefenen moeten de leden van het werkliedenpersoneel aangesloten bij één der werknemersorganisaties, bedoeld bij artikel 3, aan volgende voorwaarden voldoen :

Art. 7. Pour pouvoir exercer le mandat de délégué, les ouvriers affiliés à une des organisations de travailleurs visées à l’article 3, doivent remplir les conditions suivantes :

1. 18 jaar oud zijn op het ogenblik van de aanwijzing; 2. sedert ten minste zes maanden in de onderneming tewerkgesteld zijn.

1. être âgés de 18 ans au moment de la désignation; 2. être occupés depuis au moins six mois dans l’entreprise.

Het mandaat neemt in ieder geval een einde op schriftelijk verzoek van de werknemersorganisatie die de kandidatuur van de afgevaardigde heeft voorgedragen.

En tout état de cause, le mandat prend fin à la requête écrite de l’organisation de travailleurs qui a présenté la candidature du délégué.

Indien het mandaat van een vakbondsafgevaardigde, om gelijk welke reden, een einde neemt tijdens de uitoefening van dit mandaat, heeft de werknemersorganisatie waartoe deze afgevaardigde behoort, het recht om, bij ontstentenis van een plaatsvervangende afgevaardigde, de persoon aan te duiden die het mandaat zal voleindigen.

Si le mandat d’un délégué syndical prend fin, pour quelque raison que ce soit, au cours de l’exercice de ce mandat l’organisation de travailleurs à laquelle ce délégué appartient a le droit, en l’absence d’un délégué suppléant, de désigner la personne qui achèvera le mandat.

15440


Art. 8. 1. De aangewezen of verkozen afgevaardigden, worden uitgekozen op grond van het gezag waarover zij bij de uitvoering van hun kiese opdrachten moeten beschikken en hun bevoegdheid welke een degelijke kennis van de onderneming en van de bedrijfstak omvat. De duur van de mandaten wordt op vier jaar bepaald; zij kunnen hernieuwd worden.

Art. 8. 1. Les délégués désignés ou élus, sont choisis sur la base de l’autorité dont ils doivent disposer dans l’exercice de leurs délicates fonctions et de leur compétence, qui comporte une bonne connaissance de l’entreprise et de la branche d’industrie. La durée des mandats est fixée à quatre ans; ils peuvent être renouvelés.

2. De vakbondsafgevaardigden worden aangewezen door de in het Paritair Subcomité voor het koetswerk vertegenwoordigde organisaties van werknemers, hetzij op grond van het aantal aangeslotenen, hetzij op grond van de stemresultaten van de verkiezingen in ondernemingsraad en/of het comité voor preventie en bescherming op het werk. Onderlinge regionale afspraken tussen werknemersorganisaties blijven onverminderd van toepassing.

2. Les délégués syndicaux sont désignés par les organisations des travailleurs représentées à la Sous-commission paritaire pour la carrosserie, soit sur la base du nombre de leurs affiliés, soit sur la base des résultats du vote enregistré lors des élections pour le conseil d’entreprise et/ou le comité pour la prévention et la protection au travail. Des accords mutuels régionaux entre les organisations de travailleurs resteront intégralement d’application.

De mandaten worden hernieuwd naar aanleiding van de verkiezingen voor de ondernemingsraden en de comités voor preventie en bescherming op het werk. De werknemersorganisaties beschikken, na deze verkiezingen, over een periode van zes maanden om tot de hernieuwing over te gaan.

Les mandats sont renouvelés à l’occasion des élections pour les conseils d’entreprise et les comités pour la prévention et la protection au travail. Les organisations de travailleurs disposent, après ces élections, d’une période de six mois pour procéder au renouvellement.

3. De werknemersorganisaties kunnen overeenkomen, dat, voor de ondernemingen waar verkiezingen georganiseerd worden voor de comités voor preventie en bescherming op het werk, de aanwijzing van de afgevaardigden wordt vervangen door verkiezingen.

3. Les organisations de travailleurs peuvent convenir que, pour les entreprises où sont organisées des élections pour les comités pour la prévention et la protection au travail, la désignation des délégués sera remplacée par des élections.

In deze gevallen worden verkiezingen georganiseerd, binnen de ondernemingen, gelijktijdig met deze voor de comités voor preventie en bescherming op het werk, met dien verstande dat alle maatregelen om de vrijheid en het geheim van de stemming te verzekeren, moeten genomen zijn.

Dans ces cas, des élections sont organisées dans les entreprises, en même temps que celles pour les comités pour la prévention et la protection au travail, étant bien entendu que toutes les dispositions doivent être prises pour assurer la liberté et le secret du vote.

De verkiezingsprocedure en de verdeling van de mandaten worden geregeld overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 betreffende de aanwijzing van de personeelsafgevaardigden in de comités voor preventie en bescherming op het werk, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 2 september 1994.

La procédure électorale et la répartition des mandats sont réglées conformément aux dispositions l’arrêté royal du 12 août 1994 concernant la désignation des délégués du personnel des comités pour la prévention et la protection au travail, publié au Moniteur belge du 2 septembre 1994.

Art. 9. Alle arbeiders van de onderneming kunnen stemmen, op voorwaarde dat zij :

Art. 9. Tous les ouvriers de l’entreprise peuvent voter, à condition :

- de leeftijd van 16 jaar bereikt hebben; - sedert ten minste drie maanden tewerkgesteld zijn in de onderneming.

- d’avoir atteint l’âge de 16 ans; - d’avoir été occupé depuis au moins trois mois dans l’entreprise.

HOOFDSTUK IV. — Bevoegdheid van de vakbondsafvaardiging

CHAPITRE IV. — Compétence de la délégation syndicale

Art. 10. De vakbondsafvaardiging wordt zo spoedig mogelijk ontvangen door de werkgever of zijn afgevaardigde, rekening houdend met de omstandigheden, naar aanleiding van :

Art. 10. La délégation syndicale est reçue par l’employeur ou son représentant aussitôt que possible selon les circonstances, à l’occasion de :

1. elke vraag betreffende :

1. toute demande concernant :

- de arbeidsbetrekkingen;

- les relations de travail;

- de onderhandelingen met het oog op het sluiten van collectieve overeenkomsten of akkoorden in de schoot van de onderneming zonder dat daarbij afbreuk wordt gedaan aan de collectieve overeenkomsten of akkoorden die op andere vlakken zijn gesloten;

- les négociations en vue de la conclusion de conventions ou d’accords collectifs au sein de l’entreprise, sans préjudice des conventions collectives ou accords conclus à d’autres niveaux;

- de toepassing in de onderneming van de sociale wetgeving, van de collectieve arbeidsovereenkomsten, van het arbeidsreglement en van de individuele arbeidsovereenkomsten;

- l’application dans l’entreprise de la législation sociale, des conventions collectives de travail, du règlement de travail et des contrats individuels de louage de travail;

- de toepassing van de loonschalen en van de classificatieregels;

- l’application des barèmes de salaires et des règles de classification;

- de naleving van de algemene beginselen bepaald in deze collectieve arbeidsovereenkomst;

- le respect des principes généraux précisés dans la présente convention collective de travail;

2. elk geschil of betwisting van collectieve aard dat zich in de onderneming voordoet of wanneer dergelijke geschillen of betwistingen dreigen te ontstaan;

2. tout litige ou différend de caractère collectif survenant dans l’entreprise ou en cas de menace de pareils litiges ou différends;

3. elk individueel geschil dat of elke individuele betwisting die niet kon worden opgelost na te zijn ingediend langs de gewone hiërarchische weg door de belanghebbende arbeider, op zijn verzoek bijgestaan door zijn vakbondsafgevaardigde.

3. tout litige individuel ou tout différend individuel qui n’a pu être résolu après avoir été présenté en suivant la voie hiérarchique habituelle par l’ouvrier intéressé assisté à sa demande par son délégué syndical.

HOOFDSTUK V. — Statuut van de leden van de vakbondsafvaardiging

CHAPITRE V. — Statut des membres de la délégation syndicale

Art. 11. Het mandaat van vakbondsafgevaardigde mag geen aanleiding geven tot enig nadeel voor diegene die het uitoefent. Dit betekent dat de afgevaardigden recht hebben op de normale promoties en bevorderingen van de categorie arbeiders waartoe zij behoren.

Art. 11. Le mandat de délégué syndical ne peut entraîner un préjudice quelconque pour celui qui l’exerce. Cela signifie que les délégués jouissent des promotions et avancements normaux de la catégorie d’ouvriers à laquelle ils appartiennent.

Faciliteiten Art. 12. De leden van de vakbondsafvaardiging kunnen, gedurende het normaal werkrooster, over de nodige tijd en faciliteiten beschikken om de in deze collectieve arbeidsovereenkomst omschreven vakbondsopdrachten en activiteiten collectief of individueel uit te oefenen.

Facilités Art. 12. Les membres de la délégation syndicale peuvent disposer, pendant l’horaire normal de travail, du temps et des facilités nécessaires pour l’exercice collectif ou individuel des missions et activités syndicales prévues par la présente convention collective de travail.

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE De kredieturen die voor het uitvoeren van hun opdracht nodig zijn, worden in gemeenschappelijk overleg op het vlak van de onderneming bepaald, met een minimum van twee uren per week per afgevaardigde. Deze uren worden bezoldigd op grond van het normaal gemiddeld loon van elke belanghebbende. De onderneming stelt een lokaal ter beschikking van de vakbondsafgevaardigden teneinde hen toe te laten hun opdrachten passend te vervullen. Bescherming tegen afdanking Art. 13. § 1. De effectieve en plaatsvervangende leden van de vakbondsafvaardiging mogen niet worden afgedankt om redenen die eigen zijn aan de uitoefening van hun mandaat. De werkgever die voornemens is een effectieve of plaatsvervangende vakbondsafgevaardigde om gelijk welke reden, met uitzondering van dringende redenen, af te danken, verwittigt voorafgaandelijk de vakbondsafvaardiging evenals de vakbondsorganisatie die de kandidatuur van deze afgevaardigde heeft voorgedragen. Deze verwittiging gebeurt bij aangetekend schrijven en heeft uitwerking op de derde dag volgend op de datum van de verzending. De betrokken vakbondsorganisatie beschikt over een termijn van zeven dagen om mee te delen dat zij de geldigheid van de voorgenomen afdanking weigert te aanvaarden. Deze mededeling gebeurt bij aangetekend schrijven. De termijn van zeven dagen neemt een aanvang op de dag waarop het door de werkgever toegezonden schrijven uitwerking geeft. Het uitblijven van reactie van de vakbondsorganisatie moet beschouwd worden als een aanvaarding van de geldigheid van de voorgenomen afdanking. Indien de vakbondsorganisatie weigert de geldigheid van de voorgenomen afdanking te aanvaarden, legt de meest gerede partij het geval voor aan het oordeel van het verzoeningsbureau van het Paritair Subcomité voor het koetswerk. Gedurende deze periode mag de maatregel tot afdanking niet worden uitgevoerd. Indien het verzoeningsbureau tot geen eenparige beslissing is kunnen komen binnen de dertig dagen na de aanvraag om bemiddeling, of indien het geschil bij hem niet aanhangig is gemaakt, wordt de betwisting betreffende de geldigheid van de redenen die door de werkgever worden ingeroepen om de afdanking te verantwoorden aan de arbeidsrechtbank voorgelegd. § 2. Dringende reden In geval van afdanking van een effectieve of plaatsvervangende vakbondsafgevaardigde wegens dringende redenen moet de vakbondsorganisatie daarvan onmiddellijk op de hoogte worden gebracht. § 3. Forfaitaire vergoeding Een forfaitaire vergoeding is door de werkgever verschuldigd in navolgende gevallen : - indien hij een effectieve of plaatsvervangende vakbondsafgevaardigde afdankt, zonder de in artikel 13, § 2, bepaalde procedure na te leven; - indien, op het einde van deze procedure, de geldigheid van de redenen van afdanking, rekening houdend met de bepaling van artikel 13, a, lid 1, door het verzoeningsbureau of door de arbeidsrechtbank niet wordt erkend; - indien de werkgever een effectieve of plaatsvervangende afgevaardigde heeft ontslagen wegens dringende redenen en de arbeidsrechtbank het ontslag ongegrond heeft verklaard; - indien de arbeidsovereenkomst werd beëindigd wegens zware fout van de werkgever die voor de effectieve of plaatsvervangende afgevaardigde een reden is tot onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst. Deze forfaitaire vergoeding is gelijk aan de bruto bezoldiging van één jaar, onverminderd de toepassing van de artikelen 39 en 40 van de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978). Interne en externe communicatie Art. 14. De vakbondsafvaardiging kan mondeling of schriftelijk overgaan tot alle mededelingen welke nuttig zijn voor het personeel, zonder dat zulks de organisatie van het werk mag verstoren. Deze mededelingen moeten van professionele of syndicale aard zijn. Op de arbeidsplaats en gedurende de werkuren kunnen voorlichtingsvergaderingen voor het personeel van de onderneming ingericht worden door de vakbondsafvaardiging. Deze vergaderingen kunnen slechts mits instemming van de werkgever doorgaan. Hij mag echter niet willekeurig zijn toestemming weigeren te geven. Communicatiefaciliteiten

15441

Les crédits d’heures sont fixés de commun accord sur le plan de l’entreprise avec un minimum de deux heures par semaine par délégué. Ces heures sont rétribuées au salaire moyen normal de chaque intéressé. L’entreprise met à la disposition des délégués syndicaux un local afin de leur permettre de remplir adéquatement leur mission. Protection contre le licenciement Art. 13. § 1er. Les membres effectifs et suppléants de la délégation syndicale ne peuvent pas être licenciés pour des motifs inhérents à l’exercice de leur mandat. L’employeur qui envisage de licencier un délégué syndical effectif ou suppléant, pour quelque motif que ce soit, sauf pour motifs graves, en informe préalablement la délégation syndicale ainsi que l’organisation syndicale qui a présenté la candidature de ce délégué. Cette information se fait par lettre recommandée produisant ses effets le troisième jour suivant la date de son expédition. L’organisation syndicale intéressée dispose d’un délai de sept jours pour notifier son refus d’admettre la validité du licenciement envisagé. Cette notification se fait par lettre recommandée. La période de sept jours débute le jour où la lettre envoyée par l’employeur produit ses effets. L’absence de réaction de l’organisation syndicale est à considérer comme une acceptation de la validité du licenciement envisagé. Si l’organisation syndicale refuse d’admettre la validité du licenciement envisagé, la partie la plus diligente a la faculté de soumettre le cas au bureau de conciliation de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie. L’exécution de la mesure de licenciement ne peut intervenir pendant cette période. Si le bureau de conciliation n’a pu arriver à une décision unanime dans les trente jours de la demande d’intervention ou s’il n’a pas été saisi du différend, le litige concernant la validité des motifs invoqués par l’employeur pour justifier du licenciement est soumis au tribunal du travail. § 2. Motifs graves En cas de licenciement d’un délégué syndical effectif ou suppléant pour motifs graves, la délégation syndicale doit en être informée immédiatement. § 3. Indemnité forfaitaire Une indemnité forfaitaire est due par l’employeur dans les cas suivants : - s’il licencie un délégué syndical effectif ou suppléant sans respecter la procédure prévue à l’article 13, § 2; - si, au terme de cette procédure, la validité des motifs du licenciement, au regard de la disposition de l’article 13, a, alinéa 1er, n’est pas reconnue par le bureau de conciliation ou par le tribunal du travail; - si l’employeur a licencié un délégué effectif ou suppléant pour motifs graves et que le tribunal du travail a déclaré le licenciement non fondé; - si le contrat de travail a pris fin en raison d’une faute grave de l’employeur, qui constitue pour le délégué effectif ou suppléant un motif de résiliation immédiate du contrat. L’indemnité forfaitaire est égale à la rémunération brute d’un an, sans préjudice de l’application des articles 39 et 40 de la loi du 3 juillet 1978 sur les contrats de travail (Moniteur belge du 22 août 1978). Communication interne et externe Art. 14. La délégation syndicale peut, sans que cela puisse perturber l’organisation du travail, procéder oralement ou par écrit à toutes communications utiles au personnel. Ces communications doivent avoir un caractère professionnel ou syndical. Des réunions d’informations du personnel de l’entreprise peuvent être organisées par la délégation syndicale sur les lieux de travail et pendant les heures de travail. Elles ne peuvent avoir lieu que moyennant accord de l’employeur. Celui-ci ne peut cependant pas refuser arbitrairement cet accord. Facilités de communication

15442


Art. 15. Gezien de nieuwe technologische evoluties zullen binnen de ondernemingen de werkingsfaciliteiten (bijvoorbeeld computer, fax, internet) ter beschikking worden gesteld voor de verkozen werknemersafgevaardigden in de ondernemingsraad (OR) en het comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW) en voor de vakbondsafgevaardigden, onder volgende voorwaarden :

Art. 15. Dans les entreprises et à la lumière des nouvelles évolutions technologiques, des facilités de fonctionnement (par exemple ordinateur, fax, internet) seront mises à la disposition des représentants des travailleurs élus en conseil d’entreprise (CE) et comité pour la prévention et la protection du travail (CPPT) et des délégués syndicaux, aux conditions suivantes :

- door de vakbondsorganisaties wordt een controlerecht voor de werkgever gewaarborgd op het gebruik en het misbruik ervan;

- les organisations syndicales garantissent à l’employeur un droit de contrôle sur l’utilisation et l’abus de ces moyens;

- de faciliteiten moeten reeds aanwezig zijn in de ondernemingen. De bepaling in dit artikel mag geen bijzondere investering inhouden voor de onderneming;

- les facilités doivent déjà être présentes dans l’entreprise. La disposition reprise dans le présent article ne peut entraîner d’investissement exceptionnel pour l’entreprise;

- de rechten en verplichtingen voor het gebruik van deze faciliteiten zijn dezelfde als voor de andere gebruikers in de onderneming;

- les droits et obligations relatifs à l’utilisation de ces facilités sont les mêmes que pour les autres utilisateurs dans l’entreprise;

- de bestaande sectorale -en ondernemings collectieve arbeidsovereenkomsten inzake het statuut van de vakbondsafvaardiging en de wetgeving betreffende de ondernemingsraden en de comités voor preventie en bescherming op het werk blijven onverkort van toepassing. Dit houdt onder andere in dat de mededelingen die via elektronische weg aan het personeel worden gericht vooraf aan de directie worden voorgelegd;

- les conventions collectives de travail sectorielles et d’entreprise en matière de statut de la délégation syndicale et la législation sur les conseils d’entreprise et les comités pour la prévention et la protection du travail restent intégralement applicables. Ceci suppose entre autres que les communications adressées au personnel par voie électronique, doivent préalablement être soumises à la direction;

- in paritair overleg zullen op ondernemingsvlak ook de gebruiksregels vooraf worden opgesteld.

- les règles d’utilisation seront également définies au préalable au niveau de l’entreprise via une concertation paritaire.

Indien blijkt dat voormelde regeling tot misbruiken leidt, kan de meest gerede partij deze opnieuw bespreekbaar maken op het niveau van het paritair subcomité.

S’il s’avère que la réglementation reprise ci-avant entraîne des abus, la partie la plus diligente pourra aborder le problème au niveau de la sous-commission paritaire.

Art. 16. De vrijgestelden van de vakbondsorganisaties kunnen, na akkoord van de werkgever, de vergaderingen bijwonen die de afgevaardigden onderling beleggen binnen de omheining van de onderneming alsmede de vergaderingen die er door de afgevaardigden worden ingericht.

Art. 16. Les délégués permanents des organisations syndicales peuvent, moyennant accord de l’employeur, assister aux réunions que les délégués tiennent entre eux dans l’enceinte de l’entreprise et aux réunions qui y sont organisées par les délégués.

Art. 17. In geval van noodzaak erkend door de vakbondsafvaardiging of door de werkgever, doen de partijen na de andere partij vooraf te hebben verwittigd, beroep op de vrijgestelden van hun respectieve organisaties. In geval van blijvend meningsverschil, dienen zij eveneens een dringend verhaal in bij het verzoeningsbureau van het Paritair Subcomité voor het koetswerk.

Art. 17. En cas de besoin reconnu par la délégation syndicale ou par le chef d’entreprise, l’autre partie ayant été préalablement informée, les parties font appel aux délégués permanents de leurs organisations respectives. En cas de désaccord persistant, elles adressent également un recours d’urgence au bureau de conciliation de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie.

HOOFDSTUK VI. — Paritaire commissie ″overleg″

CHAPITRE VI. — Commission paritaire ″concertation″

Art. 18. Bij betwisting op ondernemingsvlak over de installatie en/of werking van de vakbondsafvaardiging, kunnen hetzij de werkgever, hetzij de werknemersvertegenwoordigers beroep doen op de paritaire commissie ″overleg″. Deze commissie bestaat uit techniekers van de sociale partners, verbonden aan het Paritair Subcomité voor het koetswerk.

Art. 18. En cas de litige dans l’entreprise sur l’installation et/ou le fonctionnement de la délégation syndicale, soit l’employeur, soit les représentants des travailleurs pourront faire appel à la commission paritaire ″concertation″. Elle est composée de techniciens des partenaires sociaux, associés à la Sous-commission paritaire pour la carrosserie.

Deze commissie onderzoekt ter plaatse het probleem en formuleert een voorstel aan beide partijen, teneinde zo snel mogelijk tot een oplossing te komen.

Cette commission examinera le problème sur les lieux et formulera une proposition adressée aux deux parties, afin de trouver une solution dans les meilleurs délais.

HOOFDSTUK VII. —Opheffing van de collectieve arbeidsovereenkomst

CHAPITRE VII. — Remplacement de convention collective de travail

Art. 19. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2003 betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 juni 2004 (Belgisch Staatsblad van 13 juli 2004).

Art. 19. Cette convention collective de travail remplace la convention collective de travail du 8 juillet 2003 concernant le statut des délégations syndicales, rendue obligatoire par l’arrêté royal du 16 juin 2004 (Moniteur belge du 13 juillet 2004).

HOOFDSTUK VIII. — Slotbepalingen

CHAPITRE VIII. — Dispositions finales

Art. 20. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Art. 20. La présente convention collective de travail produit ses effets le 1er janvier 2005 et est conclue pour une durée indéterminée.

Zij kan slechts door één der partijen worden opgezegd mits een opzegging van zes maanden wordt gegeven.

Elle ne peut être dénoncée par une des parties que moyennant la remise d’un préavis de six mois.

De partij die het initiatief van de opzegging neemt, verbindt er zich toe de redenen van opzegging op te geven en tegelijkertijd amendementsvoorstellen in te dienen welke binnen één maand na de ontvangst in de schoot van het Paritair Subcomité voor het koetswerk, besproken worden.

La partie qui prend l’initiative de la dénonciation s’engage à en indiquer les motifs et à déposer en même temps les propositions d’amendements qui sont discutées au sein de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie, dans un délai d’un mois à dater de leur réception.

Art. 21. Tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de duur van de opzegging inbegrepen, gaan de meest representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties de verbintenis aan niet over te gaan tot staking of lock-out zonder dat door hun tussenkomst een voorafgaande verzoening werd betracht en desnoods door een dringend beroep te doen op het Paritair Subcomité voor het of het verzoeningsbureau ervan.

Art. 21. Pendant la durée de la présente convention collective de travail, y incluse la durée du préavis de dénonciation, les organisations les plus représentatives des employeurs et des travailleurs s’engagent à ne pas recourir à la grève ou au lock-out sans qu’il y ait eu une conciliation préalable à leur intervention, et, en cas de besoin, par un recours d’urgence à la Sous-commission paritaire pour la carrosserie ou à son bureau de conciliation.


15443

Art. 22. Speciale of in deze collectieve arbeidsovereenkomst niet voorziene gevallen worden door het Paritair Subcomité voor het koetswerk onderzocht. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006.

Art. 22. Les cas spéciaux ou non prévus par la présente convention collective de travail sont examinés par la Sous-commission paritaire pour la carrosserie. Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 16 février 2006.





N. 2006 — 1021 [2006/200450] 16 FEBRUARI 2006. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende de bijdrage aan het sociaal fonds in uitvoering van artikel 7 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005 (1)

F. 2006 — 1021 [2006/200450] 16 FEVRIER 2006. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 26 mai 2005, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour le commerce du métal, relative à la cotisation au fonds social en exécution de l’article 7 de l’accord national 2005-2006 du 26 mai 2005 (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel; Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende het bijdrage aan het sociaal fonds in uitvoering van artikel 7 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005. Art. 2. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 16 februari 2006.

ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28; Vu la demande de la Sous-commission paritaire pour le commerce du métal; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 26 mai 2005, reprise en annexe, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour le commerce du métal, relative à la cotisation au fonds social en exécution de l’article 7 de l’accord national 2005-2006 du 26 mai 2005. Art. 2. Notre Ministre de l’Emploi est chargé de l’exécution du présent arrêté. Donné à Bruxelles, le 16 février 2006.

ALBERT

ALBERT

Van Koningswege :

Par le Roi :

De Minister van Werk P. VANVELTHOVEN




Bijlage

Annexe

Paritair Subcomité voor de metaalhandel

Sous-commission paritaire pour le commerce du métal



Bijdrage aan het sociaal fonds in uitvoering van artikel 7 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005 (Overeenkomst geregistreerd op 20 oktober 2005 onder het nummer 76756/CO/149.04)

Cotisation au fonds social en exécution de l’article 7 de l’accord national 2005-2006 du 26 mai 2005 (Convention enregistrée le 20 octobre 2005 sous le numéro 76756/CO/149.04)

HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, de arbeiders en de arbeidsters van de bedrijven die behoren tot het Paritair Subcomité voor de metaalhandel. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder ″arbeiders″ verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden.

CHAPITRE Ier. — Champ d’application Article 1 . La présente convention collective de travail s’applique aux employeurs, aux ouvriers et ouvrières des entreprises ressortissant à la Sous-commission paritaire pour le commerce du métal. Pour l’application de la présente convention collective de travail, on entend par ″ouvriers″ : les ouvriers et les ouvrières.

HOOFDSTUK II. — Bijdrage Art. 2. In uitvoering van artikel 34, § 1, van de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid, gecoördineerd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005, wordt de bijdrage voor het sociaal fonds vanaf 1 januari 2006 gebracht op 3,55 pct. van de niet geplafonneerde bruto lonen van de arbeiders.

CHAPITRE II. — Cotisation Art. 2. En exécution de l’article 34, § 1er, des statuts du fonds de sécurité d’existence, coordonnés par la convention collective de travail du 26 mai 2005, la cotisation du fonds social est portée à partir du 1er janvier 2006 à 3,55 p.c. des rémunérations brutes non-plafonnées des ouvriers.

er

15444


Van hogervermelde bijdrage wordt 1,2 pct. van de brutobezoldigingen van de arbeiders voorbestemd om het sectoraal pensioenfonds te financieren, zoals werd bepaald in artikel 7 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005.

1,2 p.c. de la cotisation susmentionnée de la rémunération brute des travailleurs est prédestiné à financer le fonds de pension sectoriel, comme il a été prévu dans l’article 7 de l’accord national 2005-2006 du 26 mai 2005.

HOOFDSTUK III. — Slotbepalingen Art. 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst inzake de bijdrage aan het sociaal fonds van 4 juli 2001, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit op 4 september 2002 (publicatie Belgisch Staatsblad 30 november 2002), alsook de collectieve arbeidsovereenkomst inzake de bijdrage aan het sociaal fonds ingevolge het nationaal akkoord van 14 mei 2003, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit op 23 december 2003 (publicatie Belgisch Staatsblad 12 februari 2004), beiden gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel. Art. 4. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2006, en wordt gesloten voor onbepaalde tijd. Ze kan opgezegd worden door één van de partijen met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden, kenbaar gemaakt door een aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel. Deze opzegging kan pas van kracht worden op 1 januari 2007. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006.

HOOFDSTUK III. — Dispositions finales Art. 3. Cette convention collective de travail remplace le convention collective de travail cotisation au fonds social du 4 juillet 2001, rendue obligatoire par l’arrêté royal du 4 septembre 2002 (publication Moniteur belge du 30 novembre 2002) et la convention collective de travail cotisation au fonds social en conséquence de l’accord national du 14 mai 2003, rendue obligatoire par l’arrêté royal du 23 décembre 2003 (publication Moniteur belge du 12 février 2004), conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour le commerce du métal. Art. 4. La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1er janvier 2006, et est conclue pour une durée indéterminée. Elle peut être dénoncée par l’une des parties moyennant un préavis de six mois, notifié par lettre recommandée à la poste, adressée au président de la Sous-commission paritaire pour le commerce du métal. Ce préavis ne peut prendre force qu’à partir du 1er janvier 2007. Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 16 février 2006. Le Ministre de l’Emploi, P. VANVELTHOVEN



[2006/200681]

5 MAART 2006. — Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering in het kader van de afschaffing van de stempelcontrole (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.


[2006/200681]

5 MARS 2006. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage dans le cadre de la suppression du contrôle de pointage (1)

ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.

Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, § 1, derde lid, i, vervangen bij de wet van 14 februari 1961, en § 10, vervangen bij de wet van 27 december 2004;

Vu l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, notamment l’article 7, § 1er, alinéa 3, i, remplacé par la loi du 14 février 1961, et § 10, remplacé par la loi du 27 décembre 2004;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, inzonderheid op de artikelen 28, § 3, 3o, 30, derde lid, 7o, 42, § 2, 9o, 59quater, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 juli 2004, 63, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 juni 1992 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 mei 2000, 71, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 3 mei 1999 en 6 februari 2003, 72, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 februari 2003, 74, § 3, 79, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2004, 89, § 1, vervangen bij het koninklijk besluit van 27 mei 2002, 91, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 oktober 1992, 92, § 2, 94, § 2, vervangen bij het koninklijk besluit van 12 augustus 1994, 98bis, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 27 april 2001, 131bis, § 3, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 25 mei 1993 en vervangen bij het koninklijk besluit van 29 juni 2005, 163, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 maart 2003, en 164, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 januari 1999;

Vu l’arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage, notamment les articles 28, § 3, 3o, 30, alinéa 3, 7o, 42, § 2, 9o, 59quater, inséré par l’arrêté royal du 4 juillet 2004, 63, remplacé par l’arrêté royal du 29 juin 1992 et modifié par l’arrêté royal du 14 mai 2000, 71, modifié par les arrêtés royaux des 3 mai 1999 et 6 février 2003, 72, modifié par l’arrêté royal du 6 février 2003, 74, § 3, 79, modifié en dernier lieu par l’arrêté royal du 16 février 2004, 89, § 1er, remplacé par l’arrêté royal du 27 mai 2002, 91, modifié par l’arrêté royal du 2 octobre 1992, 92, § 2, 94, § 2, remplacé par l’arrêté royal du 12 août 1994, 98bis, inséré par l’arrêté royal du 27 avril 2001, 131bis, § 3, inséré par l’arrêté royal du 25 mai 1993 et remplacé par l’arrêté royal du 29 juin 2005, 163, modifié par l’arrêté royal du 12 mars 2003, et 164, remplacé par l’arrêté royal du 26 janvier 1999;

Gelet op de adviezen van het beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, gegeven op 12 mei 2005, 26 mei 2005, 9 juni 2005 en 17 november 2005;

Vu les avis du Comité de gestion de l’Office national de l’Emploi, donnés le 12 mai 2005, 26 mai 2005, 9 juin 2005 et 17 novembre 2005;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financïen, gegeven op 9 september 2005;

Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 9 septembre 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 25 november 2005;

Vu l’accord de Notre Ministre du Budget, donné le 25 novembre 2005;

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Gelet op advies 39.584/1 van de Raad van State, gegeven op 20 december 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1o, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : o

15445

Vu l’avis 39.584/1 du Conseil d’Etat, donné le 20 décembre 2005 en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 1o, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons :

Artikel 1. Artikel 28, § 3, 3 , van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering wordt vervangen door de volgende bepaling :

Article 1er. L’article 28, § 3, 3o, de l’arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage est remplacé par la disposition suivante :

« 3o de werknemers die vallen onder het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen, die een regeling van bestaanszekerheid genieten; ».

« 3o les travailleurs qui relèvent de la sous-commission paritaire pour le commerce de combustibles de la Flandre orientale, bénéficiaires d’un régime de sécurité d’existence; ».

Art. 2. Artikel 30, derde lid, 7o, van hetzelfde besluit wordt opgeheven. Art. 3. Artikel 42, § 2, 9o, van hetzelfde besluit wordt opgeheven. Art. 4. In artikel 59quater, § 3, eerste lid, 1o, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 juli 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

Art. 2. L’article 30, alinéa 3, 7o, du même arrêté est abrogé. Art. 3. L’article 42, § 2, 9o, du même arrêté est abrogé. Art. 4. A l ’article 59quater, § 3, alinéa 1er, 1o, du même arrêté, inséré par l’arrêté royal du 4 juillet 2004, sont apportées les modifications suivantes :

A) c) wordt opgeheven;

A) le c) est abrogé;

B) d) wordt vervangen door de volgende bepaling :

B) le d) est remplacé par la disposition suivante :

« d) de attesten van het zoeken naar werk, afgegeven door de werkgevers; ».

« d) les attestations de recherche d’emploi délivrées par les employeurs; ».

Art. 5. Artikel 63 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 juni 1992 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 mei 2000, wordt aangevuld met het volgende lid :

Art. 5. L’article 63 du même arrêté, remplacé par l’arrêté royal du 29 juin 1992 et modifié par l’arrêté royal du 14 mai 2000, est complété par l’alinéa suivant :

« De overbruggingsuitkeringen worden slechts toegekend indien de jongere voor de beschouwde maand een getuigschrift van aanwezigheid toevoegt bij zijn controlekaart. De jongere is niet vergoedbaar op de dagen waarop hij volgens het getuigschrift ongewettigd afwezig is. ».

« Les allocations de transition ne peuvent être octroyées que si le jeune joint le mois concerné un certificat de présence à sa carte de contrôle. Le jeune n’est pas indemnisable pour les jours où, d’après le certificat, il est absent sans motif légitime. ».

Art. 6. Een artikel 66bis, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd :

Art. 6. Un article 66bis, rédigé comme suit, est inséré dans le même arrêté royal :

« 66bis. § 1. De Rijksdienst kan inzonderheid door middel van het opvragen van een verblijfsbewijs overeenkomstig de navermelde regelen, nagaan of de volledig werkloze die onderworpen is aan de vereisten van artikel 66, eerste lid, werkelijk aan deze vereisten voldoet.

« 66bis. § 1. L’Office peut notamment, en demandant un certificat de résidence conformément aux règles reprises ci-après, vérifier si le chômeur complet qui est soumis aux conditions de l’article 66, alinéa 1er, remplit effectivement ces conditions.

De vraag om een verblijfsbewijs in te dienen, wordt aan de werkloze overgemaakt door middel van een gewone brief bevattende een formulier-verblijfsbewijs, goedgekeurd door het beheerscomité, en de mededeling dat de werkloze het verblijfsbewijs moet laten invullen uiterlijk de veertiende kalenderdag volgend op de datum van de verzending van de brief. De uitbetalingsinstelling wordt via elektronische weg op de hoogte gesteld van de vraag en van de datum vanaf dewelke het recht op uitkeringen afhankelijk is van de toevoeging van het ingevulde verblijfsbewijs.

La demande d’introduire un certificat de résidence est transmise au chômeur au moyen d’un courrier normal qui comprend un formulairecertificat de résidence, approuvé par le Comité de gestion ainsi que la communication informant le chômeur qu’il doit faire compléter le certificat de résidence au plus tard le quatorzième jour calendrier qui suit la date d’envoi de la lettre. L’organisme de paiement est informé par voie électronique de la demande et de la date à partir de laquelle le droit aux allocations dépend de l’ajout du certificat de résidence complété.

De werkloze moet zich met het formulier persoonlijk aanmelden bij de gemeente van zijn hoofdverblijfplaats, bij het werkloosheidsbureau bevoegd voor zijn hoofdverblijfplaats, of bij een instelling die door de minister, na advies van het beheerscomité, werd aanvaard. De attesterende overheid controleert de identiteit en bevestigt op het formulier vastgesteld te hebben dat de werkloze zich op de betreffende datum persoonlijk heeft aangemeld.

Le chômeur doit se présenter personnellement muni de son formulaire auprès de la commune de sa résidence principale, auprès du bureau du chômage compétent pour sa résidence principale ou auprès d’un organisme accepté par le Ministre après avis du Comité de gestion. L’autorité qui atteste vérifie l’identité et confirme sur le formulaire avoir constaté que le chômeur s’est présenté personnellement à la date concernée.

Het verblijfsbewijs wordt door de werkloze ingediend via de uitbetalingsinstelling samen met de controlekaart. Het verblijfsbewijs wordt beschouwd als een verantwoordingsstuk in de zin van artikel 160, § 1.

Le certificat de résidence est introduit par le chômeur via l’organisme de paiement, en même temps que la carte de contrôle. Le certificat de résidence est considéré comme une pièce justificative dans le sens de l’article 160, § 1.

§ 2. In geval van laattijdige aanmelding mag de uitbetalingsinstelling geen uitkeringen betalen vanaf de dag volgend op in § 1, tweede lid, vermelde veertiende kalenderdag tot de dag voorafgaand aan de dag waarop de werkloze :

§ 2. En cas de présentation tardive, l’organisme de paiement ne peut pas payer d’allocations à partir du jour qui suit le quatorzième jour calendrier mentionné au § 1er, alinéa 2, et ce, jusqu’au jour qui précède le jour où le chômeur :

1o ofwel zich blijkens het verblijfsbewijs laattijdig heeft aangemeld;

1o soit s’est présenté tardivement, d’après le certificat de résidence;

o

2 ofwel een uitkeringsaanvraag indient na een onderbreking van zijn uitkeringen gedurende ten minste vier weken, ten gevolge van een werkhervatting als loontrekkende of een vergoede periode van arbeidsongeschiktheid. Het voormelde beletsel geldt evenwel niet : o

1 voor de ononderbroken periode waarin de werkloze krachtens artikel 66, tweede lid, vrijgesteld is van de verplichting effectief in België te verblijven, voor zover de in § 1, tweede lid, vermelde veertiende kalenderdag zich in deze periode situeert;

2o soit a introduit une demande d’allocations après une interruption de son indemnisation pendant quatre semaines au moins suite à une reprise de travail comme salarié ou une période d’incapacité de travail indemnisée. L’obstacle précité ne vaut toutefois pas : 1o pour la période ininterrompue pendant laquelle le chômeur, en vertu de l’article 66, alinéa 2, est dispensé de l’obligation de résider effectivement en Belgique, pour autant que le quatorzième jour calendrier mentionné au § 1er, alinéa 2, soit situé au cours de cette période;

15446


2o indien de laattijdige aanmelding het gevolg is van de onmogelijkheid zich tijdig aan te melden ingevolge een opleiding aanvaard door de directeur;

2o si la présentation tardive résulte de l’impossibilité de se présenter à temps, suite à une formation acceptée par le directeur;

3o indien de directeur vaststelt dat de laattijdige aanmelding het gevolg is van overmacht. ».

3o si le directeur constate que la présentation est tardive par suite de force majeure. ».

Art. 7. In artikel 71 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 3 mei 1999 en 6 februari 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

Art. 7. A l’article 71 du même arrêté, modifié par les arrêtés royaux des 3 mai 1999 et 6 février 2003, sont apportées les modifications suivantes :

A) het eerste lid, 2o, wordt opgeheven;

A) l’alinéa 1er, 2o, est abrogé;

B) het tweede lid wordt vervangen door de volgende bepaling :

B) l’alinéa 2 est remplacé par la disposition suivante :

« De Minister bepaalt na advies van het beheerscomité de uitvoeringsmodaliteiten van de bepalingen van het voorgaande lid. »

« Le Ministre détermine, après avis du comité de gestion, les modalités d’exécution des dispositions de l’alinéa précédent. »

Art. 8. Artikel 72 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 februari 2003, wordt vervangen door de volgende bepalingen :

Art. 8. L’article 72 du même arrêté, modifié par l’arrêté royal du 6 février 2003, est remplacé par les dispositions suivantes :

« Art. 72. De deeltijdse werknemer met behoud van rechten, die aanspraak maakt op het genot van de inkomensgarantie-uitkering bedoeld in artikel 131bis, moet zich bij de gemeente aanmelden op het tijdstip dat hij de deeltijdse arbeid aanvat ten einde zijn controleformulieren van de lopende maand en van de drie daaropvolgende maanden te laten valideren. Nadien moet hij zich eenmaal om de drie maanden aanmelden ten einde zijn controlekaarten voor de volgende drie maanden te laten valideren.

« Art. 72. Le travailleur à temps partiel avec maintien des droits qui prétend au bénéfice de l’allocation de garantie de revenus visée à l’article 131bis, doit se présenter auprès de la commune au moment où il entame le travail à temps partiel, afin de faire valider ses formulaires de contrôle du mois en cours et des trois mois suivants. Il doit ensuite se présenter tous les trois mois pour faire valider ses cartes de contrôle pour les trois mois suivants.

Voor de toepassing van het voorgaande lid, kan de Minister de validering, bekomen bij andere instellingen, eveneens aanvaarden. »

Pour l’application de l’alinéa précédent, le Ministre peut également accepter la validation obtenue auprès d’autres organismes. »

Art. 9. In artikel 74 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :

Art. 9. A l’article 74 du même arrêté sont apportées les modifications suivantes :

A) § 3 wordt vervangen door de volgende bepalingen :

A) le § 3 est remplacé par les dispositions suivantes :

« § 3. Om uitkeringen te kunnen genieten moeten de havenarbeiders bedoeld in artikel 28, § 3, ingeschreven zijn en blijven bij de dienst voor arbeidsbemiddeling, bevoegd voor de categorie waartoe zij behoren en zich dagelijks aanmelden in het kantoor voor de havenarbeiders aangewezen door de bevoegde gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling.

« § 3. Pour pouvoir bénéficier des allocations, les travailleurs des ports visés à l’article 28, § 3, doivent être et rester inscrits auprès du service de placement compétent pour la catégorie à laquelle ils appartiennent et se présenter chaque jour au bureau pour les travailleurs des ports désigné par le service régional de placement compétent.

Om uitkeringen te kunnen genieten moeten de erkende zeevissers, vislossers en vissorteerders en de werknemers die vallen onder het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van OostVlaanderen bedoeld in artikel 28, § 3, ingeschreven zijn en blijven bij de dienst voor arbeidsbemiddeling, bevoegd voor de categorie waartoe zij behoren en zich één maal per maand aanmelden in het kantoor aangewezen door de bevoegde gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling.

Pour pouvoir bénéficier des allocations, les pêcheurs de mer reconnus, les débardeurs et les trieurs de poissons ainsi que les travailleurs qui relèvent de la sous-commission paritaire pour le commerce de combustibles en Flandre orientale, visés à l’article 28, § 3, doivent être et rester inscrits auprès du service de placement compétent pour la catégorie à laquelle ils appartiennent et se présenter une fois par mois au bureau désigné par le service régional de placement compétent.

De aanmelding bedoeld in de vorige leden gebeurt overeenkomstig de specifieke modaliteiten die door de Rijksdienst worden bepaald in overleg met de bevoegde gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling.

La présentation visée aux alinéas précédents s’effectue conformément aux modalités spécifiques déterminées par l’Office en concertation avec le service régional de placement compétent.

De voormelde werknemers zijn evenwel vrijgesteld van aanmelding indien zij zich niet ter controle kunnen aanmelden om een reden van overmacht die door de directeur wordt erkend.

Les travailleurs précités sont toutefois dispensés de présentation s’ils ne peuvent pas se présenter au contrôle pour un motif de force majeure accepté par le directeur.

De havenarbeider bedoeld in artikel 28, § 3, is bovendien vrijgesteld van aanmelding op de navermelde dagen :

Le travailleur des ports visé à l’article 28, § 3, est en outre dispensé de la présentation les jours suivants :

1o de verlofdagen en de feestdagen bedoeld in artikel 74, § 2;

1o les jours de congé et les jours fériés visés à l’article 74, § 2;

2o de dagen waarop hij zich niet ter controle kan aanmelden aangezien hij een geneesheer of een paramedicus heeft moeten raadplegen, op voorwaarde dat hij een attest indient waaruit deze raadpleging blijkt;

2o les jours où il ne peut se présenter au contrôle parce qu’il a dû se rendre à une consultation médicale ou paramédicale, à condition qu’il introduise un certificat attestant de cette consultation;

3o de dagen van afwezigheid toegestaan door het koninklijk besluit van 28 augustus 1963 betreffende het behoud van het normaal loon van de werklieden, de bedienden en de werknemers aangeworven voor de dienst op binnenschepen voor afwezigheidsdagen ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten, op voorwaarde dat hij een document ter rechtvaardiging van deze gebeurtenis indient;

3o les jours d’absence autorisés par l’arrêté royal du 28 août 1963 relatif au maintien de la rémunération normale des ouvriers, des travailleurs domestiques, des employés et des travailleurs engagés pour le service des bâtiments de navigation intérieure, pour les jours d’absence à l’occasion d’événements familiaux ou en vue de l’accomplissement de devoirs civiques ou de missions civiles, à condition qu’il introduise un document justificatif de cet évènement

4o de dagen waarop hij jaarlijkse vakantie neemt, ten belope van maximaal vier weken per jaar, en overeenkomstig de voorwaarden vastgesteld door de Rijksdienst. Een vrijstelling voor vakantiedagen die niet gedekt zijn door vakantiegeld kan slechts toegekend worden nadat de havenarbeider de dagen die gedekt zijn door vakantiegeld heeft uitgeput;

4o les jours où il prend des vacances annuelles, à concurrence de quatre semaines par an au maximum, et conformément aux conditions fixées par l’Office. Une dispense pour les jours de vacances qui ne sont pas couverts par un pécule de vacances, ne peut être accordée qu’au moment où le travailleur des ports a épuisé les jours couverts par un pécule de vacances;

5o de dagen waarop hij zich niet ter controle kan aanmelden ingevolge deelname aan studiedagen of een vormingssessie om zijn professionele, intellectuele, morele of sociale vorming te vervolmaken, op voorwaarde dat hij een attest indient dat de dagen van deelname vermeldt;

5o les jours où il ne peut pas se présenter au contrôle suite à la participation à des journées d’études ou une session de formation afin de parfaire sa formation professionnelle, intellectuelle, morale ou sociale, à condition qu’il introduise une attestation qui mentionne les jours de participation;

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE 6o de dagen waarop hij zich niet ter controle kan aanmelden ingevolge de uitoefening van een mandaat van gemeenteraadslid, provincieraadslid of van lid van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, of de functie van rechter in sociale zaken, op voorwaarde dat hij een attest indient ter rechtvaardiging van deze gebeurtenis. »; B) het wordt aangevuld met de volgende paragraaf :

15447

6o les jours où il ne peut pas se présenter au contrôle suite à l’exercice d’un mandat de conseiller communal, de conseiller provincial ou de membre du centre publique d’aide sociale, ou de la fonction de juge social, à condition qu’il introduise un document justificatif de cet événement. »; B) il est complété par le paragraphe suivant :

« § 4. Het beheerscomité kan, na overleg met de bevoegde gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling, een gedeeltelijke of een volledige vrijstelling van aanmelding verlenen aan de beroepscategorieën vermeld in § 3. »

« § 4. Le Comité de gestion peut, après concertation avec le service régional de placement compétent, octroyer une dispense partielle ou complète de présentation aux catégories professionnelles mentionnées au § 3. »

Art. 10. In artikel 79 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

Art. 10. A l’article 79 du même arrêté, modifié en dernier lieu par l’arrêté royal du 16 février 2004, sont apportées les modifications suivantes :

A) § 4, negende lid, wordt aangevuld als volgt : « Het prestatieformulier wordt samen met de gewone controlekaart, als controlekaart in de zin van artikel 71 van het koninklijk besluit beschouwd. »; B) § 4bis, eerste lid, wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 4bis. De werkloze kan overeenkomstig artikel 80, 3o, vrijstelling genieten van de toepassing van afdeling 8, indien hij aantoont dat hij ten minste 180 activiteitsuren in het kader van een plaatselijk werkgelegenheidsagentschap gepresteerd heeft in de loop van een referteperiode van zes kalendermaanden vóór de maand vanaf dewelke de vrijstelling wordt gevraagd. De vrijstelling geldt voor een periode van ten hoogste zes kalendermaanden, doch kan op vraag van de werkloze opnieuw worden toegekend indien hij opnieuw de voormelde voorwaarden vervult. »; C) § 10, derde lid, wordt vervangen door de volgende bepaling :

A) le § 4, alinéa 9, est complété comme suit : « Le formulaire de prestations, de même que la carte de contrôle normale, est considéré comme carte de contrôle dans le sens de l’article 71 de l’arrêté royal. »; B) le § 4bis, alinéa 1er, est remplacé par la disposition suivante : « § 4bis. Le chômeur peut conformément à l’article 80, 3o, bénéficier d’une dispense de l’application de la section 8, s’il montre qu’il a presté au moins 180 heures d’activité dans le cadre d’une agence locale pour l’emploi au cours d’une période de référence de six mois calendrier précédant le mois à partir duquel la dispense est demandée. La dispense est valable pour une période de maximum six mois calendrier, mais peut de nouveau être accordée à la demande du chômeur s’il remplit à nouveau les conditions précitées. »; C) le § 10, alinéa 3, est remplacé par la disposition suivante :

« In geval van tijdelijke arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een ongeval overkomen in het kader van een activiteit bedoeld in dit artikel, blijft de werkloze in afwijking van de artikelen 56, 58, 60, 61 en 62 van onderhavig besluit, gerechtigd op uitkeringen. »

« En cas d’incapacité temporaire de travail résultant d’un accident survenu dans le cadre d’une activité visée au présent article, le chômeur continue, par dérogation aux articles 56, 58, 60, 61 et 62 du présent arrêté, à avoir droit aux allocations. ».

Art. 11. In artikel 89, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 27 mei 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

Art. 11. A l’article 89, § 1er, du même arrêté, remplacé par l’arrêté royal du 27 mai 2002, sont apportées les modifications suivantes :

A) in het eerste lid, worden de woorden ″en 71, eerste lid, 2o″ vervangen door de woorden ″en 72″;

A) à l’alinéa 1er, les mots ″et 71, alinéa 1er, 2o″ sont remplacés par les mots ″et 72″;

B) het tweede lid wordt opgeheven.

B) l’alinéa 2 est abrogé.

Art. 12. In artikel 91 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 oktober 1992, wordt tussen het eerste en het tweede lid het volgende lid ingevoegd :

Art. 12. Dans l’article 91 du même arrêté, modifié par l’arrêté royal du 2 octobre 1992, l’alinéa suivant est inséré entre les alinéas 1er et 2 :

« De werkloze die deze vrijstelling geniet moet maandelijks een getuigschrift van aanwezigheid toevoegen bij zijn controlekaart. De werkloze is niet vergoedbaar op de dagen waarop hij volgens het getuigschrift ongewettigd afwezig is. »

« Le chômeur qui bénéficie de cette dispense doit joindre mensuellement un certificat de présence à sa carte de contrôle. Le chômeur n’est pas indemnisable les jours où il est, selon le certificat, absent sans motif légitime. »

Art. 13. In artikel 92, § 2, van hetzelfde besluit wordt tussen het eerste en het tweede lid het volgende lid ingevoegd :

Art. 13. Dans l’article 92, § 2, du même arrêté, l’alinéa suivant est inséré entre les alinéas 1er et 2 :

« De werkloze die deze vrijstelling geniet moet maandelijks, behalve voor de maanden waarin ingevolge vakantie geen lessen worden ingericht, een getuigschrift van aanwezigheid toevoegen bij zijn controlekaart. De werkloze is niet vergoedbaar op de dagen waarop hij volgens het getuigschrift ongewettigd afwezig is. ».

« Le chômeur qui bénéficie de cette dispense doit joindre mensuellement un certificat de présence à sa carte de contrôle, sauf pour les mois pendant lesquels les cours ne sont pas dispensés. Le chômeur n’est pas indemnisable les jours où il est, selon le certificat, absent sans motif légitime. ».

Art. 14. In artikel 94, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 12 augustus 1994, wordt vóór het eerste lid het volgende lid ingevoegd :

Art. 14. Dans l’article 94, § 2, du même arrêté, remplacé par l’arrêté royal du 12 août 1994, l’alinéa suivant est inséré avant l’alinéa 1er :

« § 2. De werkloze kan enkel uitkeringen genieten voor de maanden waarin hij bij zijn controlekaart een maandelijks attest toevoegt waaruit blijkt dat hij regelmatig de activiteiten opgelegd door het studieprogramma bijwoont. Dit attest is evenwel niet vereist voor de maanden waarin ingevolge vakantie geen lessen worden ingericht. ».

« § 2. Le chômeur peut uniquement bénéficier des allocations pour les mois pendant lesquels il joint une attestation mensuelle à sa carte de contrôle, dont il ressort qu’il participe régulièrement aux activités imposées par le programme d’études. Cette attestation n’est toutefois pas requise pour les mois pendant lesquels aucun cours n’est organisé suite à des vacances. ».

Art. 15. In artikel 98bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 27 april 2001, wordt het 2o opgeheven.

Art. 15. Dans l’article 98bis du même arrêté, inséré par l’arrêté royal du 27 avril 2001, le 2o est abrogé.

Art. 16. In artikel 131bis, § 3, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 25 mei 1993 en vervangen bij het koninklijk besluit van 29 juni 2005, wordt het 2o vervangen door de volgende bepaling :

Art. 16. Dans l’article 131bis, § 3, inséré par l’arrêté royal du 25 mai 1993 et remplacé par l’arrêté royal du 29 juin 2005, le 2o est remplacé par la disposition suivante :

« 2o zich gedurende die maand gedragen heeft naar de bepalingen van de artikelen 71 en 72, en naar de bepalingen genomen krachtens artikel 71; »

« 2o s’est conformé durant ce mois aux dispositions des articles 71 et 72 et aux dispositions prises en vertu de l’article 71; ».

Art. 17. Artikel 163 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 maart 2003, wordt opgeheven.

Art. 17. L’article 163 du même arrêté, modifié par l’arrêté royal du 12 mars 2003, est abrogé.

15448


Art. 18. In artikel 164, § 8, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 januari 1999, wordt in de inleidende zin van het derde lid het cijfer ″163″ vervangen door het cijfer ″162″.

Art. 18. A l’article 164, § 8, du même arrêté, remplacé par l’arrêté royal du 26 janvier 1999, le chiffre ″163″ est remplacé par le chiffre ″162″ dans la phrase introductive de l’alinéa 3.

Art. 19. Artikel 142 van de Programmawet van 27 december 2004 treedt in werking op 15 december 2005.

Art. 19. L’article 142 de la Loi-programme du 27 décembre 2004 entre en vigueur le 15 décembre 2005.

Art. 20. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 15 december 2005, met uitzondering van artikel 6 dat in werking treedt op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 20. Le présent arrêté produit ses effets le 15 décembre 2005, à l’exception de l’article 6 qui entre en vigueur le 1er jour du mois qui suit celui au cours duquel il aura été publié au Moniteur belge.

Artikel 163 van het voormeld koninklijk besluit van 25 november 1991, zoals van kracht op 30 juni 2004, blijft echter van toepassing tot het einde van de lopende arbeidsovereenkomst, op de werknemers die bij een beschermde werkplaats in dienst zijn getreden vóór 1 juli 2004 en die op 1 juli 2004 nog steeds in dienst zijn.

L’article 163 de l’arrêté royal précité du 25 novembre 1991, tel qu’en vigueur le 30 juin 2004, reste toutefois applicable jusqu’à la fin du contrat de travail en cours pour les travailleurs qui ont été engagés dans un atelier protégé avant le 1er juillet 2004 et qui sont toujours en service au 1er juillet 2004.

De inleidende zin van artikel 164, § 8, derde lid, van het voormeld koninklijk besluit van 25 november 1991, zoals van kracht op 30 juni 2004, blijft echter van toepassing tot het einde van de lopende arbeidsovereenkomst, op de werknemers die bij een beschermde werkplaats in dienst zijn getreden vóór 1 juli 2004 en die op 1 juli 2004 nog steeds in dienst zijn.

La phrase introductive de l’article 164, § 8, alinéa 3, de l’arrêté royal précité du 25 novembre 1991, tel qu’en vigueur le 30 juin 2004, reste toutefois applicable jusqu’à la fin du contrat de travail en cours pour les travailleurs qui ont été engagés dans un atelier protégé avant le 1er juillet 2004 et qui sont toujours en service au 1er juillet 2004.


Art. 21. Notre Ministre de l’Emploi est chargé de l’exécution du présent arrêté. Donné à Bruxelles, le 5 mars 2006.


ALBERT

ALBERT

Van Koningswege :

Par le Roi :



Nota

Note

(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Besluitwet van 28 december 1944, Belgisch Staatsblad van 30 december 1944; Wet van 14 februari 1961, Belgisch Staatsblad van 15 februari 1961; Wet van 27 december 2004, Belgisch Staatsblad van 31 december 2004; Koninklijk besluit van 25 november 1991, Belgisch Staatsblad van 31 december 1991.

(1) Références au Moniteur belge : Arrêté-loi du 28 décembre 1944, Moniteur belge du 30 décembre 1944; Loi du 14 février 1961, Moniteur belge du 15 février 1961; Loi du 27 décembre 2004, Moniteur belge du 31 décembre 2004; Arrêté royal du 25 novembre 1991, Moniteur belge du 31 décembre 1991.


[2006/200686]

5 MAART 2006. — Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering in het kader van de afschaffing van de stempelcontrole (1). De Minister van Werk,


[2006/200686]

5 MARS 2006. — Arrêté ministériel modifiant l’arrêté ministériel du 26 novembre 1991 portant les modalités d’application de la réglementation du chômage dans le cadre de la suppression du contrôle de pointage (1) Le Ministre de l’Emploi,

Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, § 1, derde lid, i, vervangen bij de wet van 14 februari 1961, en § 10, vervangen bij de wet van 27 december 2004;

Vu l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, notamment l’article 7, § 1er, alinéa 3, i, remplacé par la loi du 14 février 1961, et § 10, remplacé par la loi du 27 décembre 2004;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, inzonderheid op de artikelen 46, 57, 58, 66 en 71, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 3 mei 1999 en 6 februari 2003;

Vu l’arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage, notamment les articles 46, 57, 58, 66 et 71, modifié par les arrêtés royaux des 3 mai 1999 et 6 février 2003;

Gelet op het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering, inzonderheid op de artikelen 20, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 13 december 1996, 34, 38, 39, tweede lid, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 30 november 1995, 40 tot 52bis, 53 en 53bis;

Vu l’arrêté ministériel du 26 novembre 1991 portant les modalités d’application de la réglementation du chômage, notamment les articles 20, modifié par l’arrêté ministériel du 13 décembre 1996, 34, 38, 39, alinéa 2, inséré par l’arrêté ministériel du 30 novembre 1995, 40 jusqu’ au 52bis, 53 et 53bis;

Gelet op de adviezen van het beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, gegeven op 12 mei 2005, 26 mei 2005 en 9 juni 2005;

Vu les avis du Comité de gestion de l’Office national de l’Emploi, donné le 12 mai 2005, 26 mai 2005 et 9 juin 2005;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financïen, gegeven op 9 september 2005;

Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 9 septembre 2005;


15449

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 25 november 2005;

Vu l’accord de Notre Ministre du Budget, donné le 25 novembre 2005;

Gelet op advies 39.585/1 van de Raad van State, gegeven op 20 december 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1o, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Vu l’avis 39.585/1 du Conseil d’Etat, donné le 20 décembre 2005, en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 1o, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat;

Besluit :

Arrête :

Artikel 1. In artikel 20 van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 13 december 1996, wordt tussen het eerste en het tweede lid het volgende lid ingevoegd :

Article 1er. Dans l’article 20 de l’arrêté ministériel du 26 novembre 1991 portant les modalités d’application de la réglementation du chômage, modifié par l’arrêté ministériel du 13 décembre 1996, l’alinéa suivant est inséré entre les alinéas 1er et 2 :

« De in artikel 38, derde lid, voorziene vrijstelling voor vakantiedagen die niet gedekt zijn door vakantiegeld kan slechts toegekend worden nadat de werkloze de dagen die gedekt zijn door vakantiegeld heeft uitgeput. ».

« La dispense prévue à l’article 38, alinéa 3, pour les jours de vacances qui ne sont pas couverts par un pécule de vacances, ne peut être accordée qu’au moment où le chômeur a épuisé les jours couverts par un pécule de vacances. ».

Art. 2. In artikel 34 van hetzelfde besluit worden de woorden « eerste vier weken » vervangen door de woorden « eerste drie maanden ».

Art. 2. A l’article 34 du même arrêté, les mots « quatre premières semaines » sont remplacés par les mots « trois premiers mois ».

Art. 3. In artikel 38 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :

Art. 3. A l’article 38 du même arrêté sont apportées les modifications suivantes :

A) in het eerste lid, 1o, worden de woorden « eerste vier weken » vervangen door de woorden « eerste drie maanden »;

A) à l’alinéa 1er, 1o, les mots « quatre premières semaines » sont remplacés par les mots « trois premiers mois »;

B) het wordt aangevuld met het volgende lid :

B) il est complété par l’alinéa suivant :

« De werkloze is vrijgesteld van de verplichting ingeschreven te zijn als werkzoekende de dagen waarop hij jaarlijkse vakantie neemt, ten belope van maximaal vier weken per jaar, en overeenkomstig de voorwaarden vastgesteld door de Rijksdienst. ».

« Le chômeur est dispensé de l’obligation d’être inscrit comme demandeur d’emploi les jours où il prend des vacances annuelles, à concurrence de quatre semaines par an au maximum, et conformément aux conditions fixées par l’Office. ».

Art. 4. Artikel 39, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 30 november 1995, wordt opgeheven.

Art. 4. L’article 39, alinéa 2, du même arrêté, inséré par l’arrêté ministériel du 30 novembre 1995, est abrogé.

Art. 5. § 1. Het opschrift van hoofdstuk IX van hetzelfde besluit wordt door het volgend opschrift vervangen :

Art. 5. § 1er. L’intitulé du chapître IX du même arrêté est remplacé par l’intitulé suivant :

« Hoofdstuk IX - Bepalingen ter uitvoering van artikel 71 van het koninklijk besluit, betreffende de aangifte en de controle van de werkloosheidsperiodes »;

« Chapitre IX - Dispositions prises en exécution de l’article 71 de l’arrêté royal et relatives à la déclaration et au contrôle des périodes de chômage »;

§ 2. De onderverdeling van hoofdstuk IX van hetzelfde besluit in afdelingen wordt opgeheven.

§ 2. La répartition du chapitre IX en sections est supprimée.

§ 3. De artikelen 40 en 41 van hetzelfde besluit worden vervangen door de volgende bepalingen :

§ 3. Les articles 40 et 41 du même arrêté sont remplacés par les dispositions suivantes :

« Art. 40. De inhoud en het model van de controlekaart worden door het beheerscomité vastgesteld. »;

« Art. 40. Le contenu et le modèle de la carte de contrôle sont fixés par le Comité de gestion. »;

« Art. 41. De werkloze moet ten laatste de eerste effectieve werkloosheidsdag van de maand op zijn controlekaart zijn identiteit vermelden en de betreffende maand, behalve indien deze gegevens reeds werden ingevuld door de uitbetalingsinstelling of de werkgever.

« Art. 41. Au plus tard le premier jour effectif de chômage du mois, le chômeur doit mentionner son identité sur sa carte de contrôle ainsi que le mois concerné, sauf si ces données ont déjà été complétées par l’organisme de paiement ou par l’employeur.

De werkloze moet zijn kaart invullen overeenkomstig de richtlijnen verstrekt door de Rijksdienst, ondertekenen en ten vroegste op het einde van de maand overmaken aan zijn uitbetalingsinstelling. ».

Le chômeur doit compléter sa carte conformément aux directives données par l’Office, la signer et, au plus tôt à la fin du mois, la transmettre à son organisme de paiement. ».

§ 4. De artikelen 42 tot 52bis van hetzelfde besluit worden opgeheven. Art. 6. Hoofdstuk X van hetzelfde besluit, dat de artikelen 53 en 53bis bevat, wordt opgeheven. Art. 7. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 15 december 2005. Artikel 53 van het voormeld ministerieel besluit van 26 november 1991, zoals van kracht op 30 juni 2004, blijft echter van toepassing tot het einde van de lopende arbeidsovereenkomst, op de werknemers die bij een beschermde werkplaats in dienst zijn getreden vóór 1 juli 2004 en die op 1 juli 2004 nog steeds in dienst zijn.

§ 4. Les articles 42 à 52bis du même arrêté sont abrogés. Art. 6. Le chapitre X du même arrêté, et comprenant les articles 53 et 53bis, est abrogé. Art. 7. Le présent arrêté produit ses effets le 15 décembre 2005. L’article 53 de l’arrêté royal précité du 26 novembre 1991, tel qu’en vigueur le 30 juin 2004, reste toutefois applicable jusqu’à la fin du contrat de travail en cours pour les travailleurs qui ont été engagés dans un atelier protégé avant le 1er juillet 2004 et qui sont toujours en service au 1er juillet 2004. Bruxelles, le 5 mars 2006.

Brussel, 5 maart 2006. P. VANVELTHOVEN

P. VANVELTHOVEN

Nota

Note

(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Besluitwet van 28 december 1944, Belgisch Staatsblad van 30 december 1944. Wet van 14 februari 1961, Belgisch Staatsblad van 15 februari 1961. Wet van 27 december 2004, Belgisch Staatsblad van 31 december 2004; Koninklijk besluit van 25 november 1991, Belgisch Staatsblad van 31 december 1991. Ministerieel besluit van 26 november 1991, Belgisch Staatsblad van 25 januari 1992;

(1) Références au Moniteur belge : Arrêté-loi du 28 décembre 1944, Moniteur belge du 30 décembre 1944. Loi du 14 février 1961, Moniteur belge du 15 février 1961. Loi du 27 décembre 2004, Moniteur belge du 31 décembre 2004; Arrêté royal du 25 novembre 1991, Moniteur belge du 31 décembre 1991. Arrêté ministériel du 26 novembre 1991, Moniteur belge du 25 janvier 1992;

15450


GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP N. 2006 — 1024

[C − 2006/35336] 13 JANUARI 2006. — Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 houdende inrichting van het deeltijds beroepssecundair onderwijs

De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 20; Gelet op het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs-II, inzonderheid op artikel 71; Gelet op het decreet van 14 juli 1998 houdende diverse maatregelen met betrekking tot het secundair onderwijs en tot wijziging van het decreet van 25 februari 1997 betreffende het basisonderwijs, inzonderheid op artikel 2, 18°, en op artikel 96, § 5, ingevoegd bij het decreet van 14 februari 2003; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 houdende inrichting van het deeltijds beroepssecundair onderwijs, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 7 januari 1992, 9 juni 1993, 16 mei 1995, 27 mei 1997, 9 maart 2001, 21 maart 2003, 5 maart 2004 en 27 mei 2005; Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 juli 2005; Gelet op het protocol nr. 575 van 30 september 2005 houdende de conclusies van de onderhandelingen gevoerd in de gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X en van onderafdeling ″Vlaamse Gemeenschap″ van afdeling 2 van het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten; Gelet op het protocol nr. 340 van 30 september 2005 houdende de conclusies van de onderhandelingen gevoerd in het overkoepelend onderhandelingscomité bedoeld in het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs; Gelet op het advies 39.376/1 van de Raad van State, gegeven op 24 november 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming; Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1. In artikel 11, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 houdende inrichting van het deeltijds beroepssecundair onderwijs, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 januari 1992, wordt tussen het laatste en het voorlaatste lid het volgend lid toegevoegd : « De hierboven vermelde coëfficiënten worden verhoogd voorzover het een deeltijds leerplichtige leerling betreft. De omvang van deze verhoging is afhankelijk van de beschikbare begrotingskredieten. Voor de toepassing van deze bepaling wordt, uiterlijk tot het schooljaar dat eindigt in het kalenderjaar waarin de leeftijd van 20 jaar wordt bereikt, onder ″deeltijds leerplichtige leerling″ ook de leerling verstaan die na het einde van de leerplicht verder ononderbroken deeltijds beroepssecundair onderwijs volgt. » . Art. 2. In artikel 12, § 1, van hetzelfde besluit worden in het eerste lid de volgende woorden toegevoegd : « , onverminderd het in § 2 gestelde. » Art. 3. In artikel 12, § 2, van hetzelfde besluit wordt de volgende zin toegevoegd : « De uren die het resultaat zijn van de verhoging, bedoeld in artikel 11, § 2, voorlaatste lid, kunnen evenwel uitsluitend worden aangewend voor leerlingenbegeleiding onder vorm van trajectbegeleiding, georiënteerd naar werkplekervaring. » . Art. 4. In de artikelen 12, § 2, en 15 van hetzelfde besluit wordt het woord ″studiemeester-opvoeder″ vervangen door het woord ″opvoeder″. Art. 5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2005. Art. 6. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 13 januari 2006. De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE TRADUCTION MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE F. 2006 — 1024

[C − 2006/35336] 13 JANVIER 2006. — Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l’arrêté du Gouvernement flamand du 31 juillet 1990 portant organisation de l’enseignement secondaire professionnel à temps partiel

Le Gouvernement flamand, Vu la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, notamment l’article 20; Vu le décret du 31 juillet 1990 relatif à l’enseignement-II, notamment l’article 71; Vu le décret du 14 juillet 1998 contenant diverses mesures relatives à l’enseignement secondaire et modifiant le décret du 25 février 1997 relatif à l’enseignement fondamental, notamment l’article 2, 18°, et l’article 96, § 5, inséré par le décret du 14 février 2003; Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 31 juillet 1990 portant organisation de l’enseignement secondaire professionnel à temps partiel, modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 7 janvier 1992, 9 juin 1993, 16 mai 1995, 27 mai 1997, 9 mars 2001, 21 mars 2003, 5 mars 2004 et 27 mai 2005; Vu l’accord du Ministre flamand chargé du budget, donné le 8 juillet 2005; Vu le protocole n° 575 du 30 septembre 2005 portant les conclusions des négociations menées en réunion commune du Comité sectoriel X et de la sous-section ″Communauté flamande″ de la section 2 du comité des services publics provinciaux et locaux; Vu le protocole n° 340 du 30 septembre 2005 portant les conclusions des négociations menées au sein du Comité coordinateur de négociation visé au décret du 5 avril 1995 portant création de comités de négociation dans l’enseignement libre subventionné; Vu l’avis 39.376/1 du Conseil d’Etat, donné le 24 novembre 2005, en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat; Sur la proposition du Ministre flamand de l’Emploi, de l’Enseignement et de la Formation; Après délibération, Arrête : Article 1er. Dans l’article 11, § 2, de l’arrêté du Gouvernement flamand du 31 juillet 1990 portant organisation de l’enseignement secondaire professionnel à temps partiel, modifié par l’arrêté du Gouvernement flamand du 7 janvier 1992, l’alinéa suivant est inséré entre le dernier et l’avant-dernier alinéa : « Les coefficients mentionnés ci-dessus sont augmentés pour autant qu’il s’agisse d’un élève soumis à l’obligation scolaire à temps partiel. L’ampleur de cet augmentation dépend des crédits budgétaires disponibles. Pour l’application de cette disposition, on entend aussi par « élève soumis à l’obligation scolaire à temps partiel » l’élève qui après la fin de la scolarité obligatoire, au plus tard jusqu’à l’année scolaire qui se termine dans l’année civile pendant laquelle l’âge de 20 ans est atteint, poursuit sans interruption l’enseignement secondaire professionnel à temps partiel. ». Art. 2. A l’article 12, § 1er, alinéa premier, du même arrêté, les mots suivants sont ajoutés : «, sans préjudice des dispositions du § 2. » Art. 3. A l’article 12, § 2, du même arrêté, la phrase suivante est ajoutée : « Cependant, les heures qui résultent de l’augmentation visée à l’article 11, § 2, avant-dernier alinéa, peuvent uniquement être affectées à l’encadrement des élèves sous forme de parcours d’insertion, orienté vers l’expérience sur le lieu de travail. ». Art. 4. Dans les articles 12, § 2, et 15, du même arrêté, les mots « surveillant-éducateur » sont remplacés par le mot « éducateur ». Art. 5. Le présent arrêté produit ses effets le 1er septembre 2005. Art. 6. Le Ministre flamand qui a l’enseignement dans ses attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 13 janvier 2006. Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, Y. LETERME Le Ministre flamand de l’Emploi, de l’Enseignement et de la Formation, F. VANDENBROUCKE

15451

15452


COMMUNAUTE FRANÇAISE — FRANSE GEMEENSCHAP MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE F. 2006 — 1025 [C − 2006/29051] 17 FEVRIER 2006. — Décret portant assentiment à la Convention pour la sauvegarde du patrimoine culturel immatériel, adoptée le 17 octobre 2003 et faite à Paris le 3 novembre 2003 (1) Le Parlement de la Communauté franç aise a adopté et Nous, Gouvernement, sanctionnons ce qui suit : Article unique. La Convention pour la sauvegarde du patrimoine culturel immatériel, adoptée le 17 octobre 2003 et faite à Paris le 3 novembre 2003, sortira son plein et entier effet. Promulguons le présent décret, ordonnons qu’il soit publié au Moniteur belge. Bruxelles, le 17 février 2006. La Ministre-Présidente du Gouvernement de la Communauté franç aise, chargée de l’Enseignement obligatoire et de Promotion sociale, Mme M. ARENA La Vice-Présidente et Ministre de l’Enseignement supérieur, de la Recherche scientifique et des Relations internationales, Mme M.-D. SIMONET Le Vice-Président et Ministre du Budget et des Finances, M. DAERDEN Le Ministre de la Fonction publique et des Sports, C. EERDEKENS La Ministre de la Culture, de l’Audiovisuel et de la Jeunesse, Mme F. LAANAN La Ministre de l’Enfance, de l’Aide à la Jeunesse et de la Santé, Mme C. FONCK Note (1) Session 2005-2006. Documents du Conseil. — Projet de décret, n° 213-1. — Rapport, n° 213-2. Compte rendu intégral. — Discussion et adoption. Séance du 14 février 2006.

VERTALING MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP N. 2006 — 1025

[C − 2006/29051] 17 FEBRUARI 2006. — Decreet houdende instemming met de Conventie ter bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed, aangenomen op 17 oktober 2003 en opgemaakt in Parijs op 3 november 2003 (1)

Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Enig artikel. De conventie ter bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed, aangenomen op 17 oktober 2003 en opgemaakt in Parijs op 3 november 2003, zal volkomen gevolg hebben. Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. Brussel, 17 februari 2006. De Minister-Presidente, belast met het Leerplichtonderwijs en het Onderwijs voor Sociale Promotie, Mevr. M. ARENA De Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Vice-President en Minister van Begroting en Financiën, M. DAERDEN De Minister van Ambtenarenzaken en Sport, Cl. EERDEKENS De Minister van Cultuur, de Audiovisuele Sector en Jeugd, Mevr. F. LAANAN De Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. C. FONCK Nota (1) Zitting 2005-2006. Stukken van de Raad. — Ontwerp van decreet, nr. 213-1. — Verslag nr. 213-2. Integraal verslag. — Bespreking en aanneming. Vergadering van 14 februari 2006.


15453

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST — REGION DE BRUXELLES-CAPITALE MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

MINISTERE DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE

N. 2006 — 1026 [C − 2006/31109] 23 FEBRUARI 2006. — Ordonnantie houdende instemming wordt betuigd met het Samenwerkingsakkoord van 30 mei 2005 betreffende de meerwaardeneconomie gesloten tussen de Federale Staat, het Vlaams, het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duistalige Gemeenschap (1)

F. 2006 — 1026 [C − 2006/31109] 23 FEVRIER 2006. — Ordonnance portant assentiment est donné à l’Accord de coopération du 30 mai 2005 relatif à l’économie plurielle conclu entre l’Etat fédéral, la Région flamande, la Région wallonne, la Région de Bruxelles-Capitale et la Communauté germanophone (1)

Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Article 1er. La présente ordonnance règle une matière visée à l’article 39 de la Constitution.

Art. 2. Instemming wordt betuigd met het Samenwerkingsakkoord van 30 mei 2005 betreffende de meerwaardeneconomie gesloten tussen de Federale Staat, het Vlaams, het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duistalige Gemeenschap.

Art. 2. Assentiment est donné à l’Accord de coopération du 30 mai 2005 relatif à l’économie plurielle conclu entre l’Etat Fédéral, la Région flamande, la Région wallonne, la Région de BruxellesCapitale et la Communauté germanophone.

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaams, het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de meerwaardeneconomie Gelet op het artikel 35 van de Grondwet; Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid artikel 4, 6 en 92bis, § 1, ingevoegd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988, en gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993; Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, inzonderheid op artikel 42; Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming van de instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 55bis; Gelet op het decreet van de Waalse Gewestraad van 6 mei 1999 en het decreet van de Duitstalige Gemeenschapsraad van 10 mei 1999 houdende de uitoefening door de Duitstalige Gemeenschap van de bevoegdheden van het Waalse Gewest inzake Tewerkstelling en Opgravingen; Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 17 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 55 en 58; Gelet op de wet van 26 juni 2001 betreffende de instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaams, het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de sociale economie van 4 juli 2000; Gelet op Europese werkgelegenheidsrichtlijnen van 2003, bevestigd door de Europese Raad van 22 juli 2003 en herbevestigd door de Europese Raad van Brussel van 18 juni 2004, in het bijzonder de richtlijnen 7 en 10; Gelet op het federaal regeerakkoord van 8 juli 2003; Gelet op de regeringsverklaring van de Duitstalige Gemeenschap van 13 september 2004; Gelet op het Vlaamse regeerakkoord van 20 juli 2004; Gelet op het Waalse regeerakkoord van 19 juli 2004; Gelet op het Brussels regeerakkoord van 10 juli 2004; Gelet op het advies van de Raad van State nummer 30.431/1 van 4 oktober 2000; Gelet op het advies van de Raad van State nummer 38.873/1/V van 18 augustus 2005; Overwegende dat de Federale Staat, de Duitstalige Gemeenschap en de Gewesten van oordeel zijn dat de uitbouw van een sociale economie in het perspectief dient geplaatst van de uitbouw van een meerwaardeneconomie; Overwegende dat de Federale Staat, de Duitstalige Gemeenschap en de Gewesten hun gezamenlijk verbintenissen en ambities als bedoeld in het samenwerkingsakkoord voor sociale economie van 4 juli 2000, met het oog op een verdere versterking en uitbouw van de sociale economie en de meerwaardeneconomie wensen te herbevestigen en verder uit te bouwen; Overwegende dat het belangrijk is de economie in haar globaliteit te beschouwen waarbij niet alleen economische maar ook sociale, ecologische en ethische doelstellingen worden geïntegreerd. Ervan uitgaande dat men er ook voor moet zorgen dat er projecten ontwikkeld

Accord de coopération entre l’Etat fédéral, la Région flamande, la Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale et la Communauté germanophone relatif à l’économie plurielle Vu l’article 35 de la Constitution; Vu la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, notamment les articles 4, 6 et 92bis, § 1er, inséré par la loi spéciale du 8 août 1988, et modifié par la loi spéciale du 16 juillet 1993; Vu la loi spéciale du 12 janvier 1989 relative aux institutions bruxelloises, notamment l’article 42; Vu la loi du 31 décembre 1983 de réformes institutionnelles pour la Communauté germanophone, notamment l’article 55bis; Vu le Décret du conseil de la région wallonne du 6 mai 1999 et le décret du conseil de la Communauté germanophone du 10 mai 1999 concernant l’exercice par la Communauté germanophone des compétences de la Région wallonne en matière d’emploi et de fouilles; Vu les lois sur la comptabilité de l’Etat, coordonnées par l’arrêté royal du 17 juillet 1991, notamment les articles 55 à 58; Vu la loi du 26 juin 2001 portant assentiment à l’accord de coopération entre l’Etat fédéral, la Région Flamande, la Région Wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale et la Communauté germanophone relatif à l’économie sociale du 4 juillet 2000; Vu les lignes directrices européennes en matière d’emploi pour l’année 2003, approuvées par le Conseil européen du 22 juillet 2003 et confirmée par le Conseil européen de Bruxelles du 18 juin 2004, notamment les lignes directrices 7 et 10; Vu l’accord gouvernemental fédéral du 8 juillet 2003; Vu la déclaration gouvernementale de la Communauté germanophone du 13 septembre 2004; Vu l’accord gouvernemental flamand du 20 juillet 2004; Vu l’accord gouvernemental wallon du 19 juillet 2004; Vu l’accord gouvernemental bruxellois du 10 juillet 2004; Vu l’avis du Conseil d’Etat numéro 30.431/1 du 4 octobre 2000; Vu l’avis du Conseil d’Etat numéro 38.873/1/V du 18 août 2005; Considérant que l’Etat fédéral, la Communauté germanophone et les Régions estiment que le développement d’une économie sociale doit être envisagé dans la perspective du développement d’une économie plurielle; Considérant que l’Etat fédéral, la Communauté germanophone et les Régions souhaitent reconfirmer et développer plus avant leurs ambitions et engagements communs tels que précisés dans l’accord de coopération relatif à l’éco-nomie sociale du 4 juillet 2000, en vue du renforcement et du développement de l’économie sociale et de l’économie plurielle; Considérant qu’il est essentiel de considérer l’économie dans sa globalité en y intégrant non seulement des objectifs économiques, mais aussi des objectifs sociaux, environnementaux et éthiques. De ce fait, il faut donc veiller à développer des projets qui mettent davantage

15454


worden die de sociale objectieven zoals begeleiding, vorming of integratie van kansengroepen in de maatschappij meer beklemtonen. De contracterende partijen onderstrepen de noodzaak van nieuwe constructieve partnerships en een maatschappelijke dialoog voor de ontwikkeling van een zogenaamde meerwaardeneconomie; Overwegende dat dit samenwerkingsakkoord de waarde beklemtoont van initiatieven die maatschappelijke doelstellingen combineren met een economische dynamiek. Deze maatschappelijke doelstellingen situeren zich zowel op het vlak van de socio-professionele integratie van kansengroepen als op het vlak van het behoud of het herstel van de sociale cohesie, het bevorderen van gelijke kansen, het streven naar een interculturele samenleving, het duurzaam omgaan met het leefmilieu, het versterken van de banden tussen Noord en Zuid, enz.; Overwegende dat deze doelstellingen ook kunnen beschouwd worden als een belangrijke uitdaging voor de economie in haar totaliteit en dat ondernemingen een belangrijke rol en verantwoordelijkheid te vervullen hebben in het streven naar een meer duurzame ontwikkeling; Overwegende de synergieën tussen principes uit de reguliere en de sociale economie beter dienen te worden onderzocht, gesteund en gestimuleerd;

l’accent sur des objectifs sociaux tels que l’accompagnement, la formation ou l’intégration de publics particulièrement fragilisés au sein de la société. Les parties contractantes soulignent le besoin de nouveaux partenariats constructifs et d’un dialogue social pour le développement de l’économie plurielle; Considérant que le présent accord de coopération met l’accent sur la valeur des initiatives combinant des objectifs sociaux et une dynamique économique. Ces objectifs sociaux se situent tant au niveau de l’intégration socioprofessionnelle de groupes cibles qu’à celui du maintien ou du rétablissement de la cohésion sociale, de la promotion de l’égalité des chances, de la recherche d’une société inter-culturelle, du respect durable de l’environnement, du renforcement des liens entre le Nord et le Sud, etc.; Considérant que ces objectifs peuvent être appréhendés comme un défi important pour la vie économique dans sa totalité et que les entreprises peuvent remplir un rôle et une responsabilité importante dans la poursuite d’un développement plus durable;

Overwegende dat er nood bestaat aan modellen en instrumenten die zowel de maatschappelijke als de economische meerwaarde van initiatieven binnen de sociale economie en binnen de reguliere economie op objectieve wijze in kaart brengen;

Considérant qu’il existe un besoin de disposer de modèles et d’instruments permettant de donner un aperç u objectif de la plus-value tant sociale qu’économique des initiatives prises au sein de l’économie classique et de l’économie sociale;

Overwegende dat de diverse overheden hun ondersteuningsbeleid moeten oriënteren rekening houdend met de resultaten van de hierboven vermelde analyses;

Considérant que les diverses autorités doivent orienter leur politique de soutien en tenant compte des résultats des analyses susmentionnées;

Overwegende dat het naleven van de concurrentieregels ook vanuit deze invalshoek dient belicht te worden;

Considérant que le respect des règles en matière de concurrence doit également être considéré sous cet angle;

Overwegende dat de verdere uitbouw en structurele verankering van buurten nabijheidsdiensten met het oog op het invullen van collectieve of individuele behoeften op lokaal vlak belangrijke groeikansen op het vlak van werkgelegenheid bieden, en tevens een belangrijke bijdrage leveren in het versterken van de sociale cohesie, voornamelijk door hun kenmerkende participatieve aanpak;

Considérant que la poursuite du développement et l’ancrage structurel des services de proximité, en vue de satisfaire des besoins individuels et collectifs au niveau local, permettent une augmentation importante des possibilités d’emploi et que ces services contribuent dans une large mesure au renforcement de la cohésion sociale, principalement en raison de l’approche participative qui leur est caractéristique;

Overwegende dat de Federale Staat, de Duitstalige Gemeenschap en de Gewesten vanuit hun respectievelijke bevoegdheden initiatieven in die zin kunnen en moeten ondersteunen;

Considérant que l’Etat fédéral, la Communauté germanophone et les Régions peuvent et doivent soutenir des initiatives en ce sens dans le respect de leurs compétences respectives;

Overwegende dat het derhalve wenselijk is dat de Federale Staat, de Duitstalige Gemeenschap en de Gewesten in het kader van een wederzijdse afstemming van de beleidsmaatregelen, een gecoördineerde inzet van budget-taire middelen en een nauwgezette monitoring van de vooropgestelde doelstellingen, een samenwerkingsakkoord sluiten;

Considérant qu’il est dès lors souhaitable, dans le cadre d’une harmonisation mutuelle des dispositifs, d’une mise en œuvre coordonnée des moyens budgétaires et d’une élaboration d’un programme de suivi précis des objectifs fixés, que l’Etat, la Communauté germanophone et les Régions concluent un accord de coopération;

De Federale Staat, vertegenwoordigd door de Vice-eerste Minister, minister van Begroting en Overheidsbedrijven, de minister bevoegd voor Economie, de minister bevoegd voor Werk, de minister bevoegd voor Maatschappelijke Integratie en de staatssecretaris bevoegd voor Sociale Economie;

L’Etat fédéral, représenté par le Vice-premier Ministre, Ministre du Budget et des Entreprises publiques, le Ministre compétent pour l’Economie, le Ministre compétent pour l’Emploi, le Ministre compétent pour l’Intégration sociale, et la secrétaire d’état compétente pour l’économie sociale;

De Duitstalige Gemeenschap, vertegenwoordigd door haar Regering, in de persoon van de Minister-President, en van de Duitstalige minister bevoegd voor Werkgelegenheid;

La Communauté germanophone, représentée par son Gouvernement, en la personne du Ministre-Président et en la personne du Ministre germanophone compétent pour l’Emploi;

De Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van haar Minister-Presi-dent en van de Vlaamse minister bevoegd voor Sociale Economie;

La Région flamande, représentée par le Gouvernement flamand, en la personne de son Ministre-Président et en la personne du Ministre flamand compétent pour l’Economie sociale;

Het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door de Waalse Regering, in de persoon van de Minister-President en van de minister bevoegd voor Sociale Economie;

La Région wallonne, représentée par le Gouvernement wallon, en la personne de son Ministre-Président et en la personne du Ministre compétent pour l’économie sociale;

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, vertegenwoordigd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, in de persoon van haar MinisterVoorzitter en van de Brusselse minister bevoegd voor Economie en Tewerkstelling;

La Région de Bruxelles-Capitale, représentée par le Gouvernement de Bruxelles-Capitale, en la personne de son Ministre-Président et en la personne du Ministre bruxellois compétent pour l’Economie et l’Emploi;

Zijn het volgende overeengekomen :

Considérant que les synergies entre les principes de l’économie classique et ceux de l’économie sociale doivent être explorées, soutenues et stimulées davantage;

Ont convenu ce qui suit : CHAPITRE Ier. — Objectifs généraux et champ d’application

HOOFDSTUK I. — Algemene doelstellingen en toepassingsgebied

Article 1er

Artikel 1 § 1. De meerwaardeneconomie beschouwt de economie in haar globaliteit. Zij streeft niet alleen zuiver economische doelstellingen na, maar ook sociale, ecologische en ethische. Dit samenwerkingsakkoord is gebaseerd op twee pijlers van de meerwaardeneconomie: sociale economie en maatschappelijk verantwoord ondernemen.

er

§ 1 . L’économie plurielle considère l’économie dans sa globalité. Elle ne poursuit non seulement des objectifs purement économiques, mais aussi des objectifs sociaux, environnementaux et éthiques. Le présent accord de coopération est basé sur deux piliers de l’économie plurielle: l’é-conomie sociale et la responsabilité sociale des entreprises.


15455

§ 2. De Federale staat, de Duitstalige Gemeenschap en de Gewesten verbinden zich ertoe om samen inspanningen te leveren op het vlak van onderzoek, informatieverzameling en bevordering van de meerwaardeneconomie, dit teneinde : 1° de ontwikkeling van sociale-economie-initiatieven en bedrijven verder te ondersteunen; Sociale-economie-initiatieven en -bedrijven produceren goederen of leveren diensten die op de markt worden aangeboden, waarvoor een prijs wordt betaald en waarvoor een behoefte en cliënteel bestaat. Zij beogen continuïteit, rentabiliteit en duurzame ontwikkeling. Deze initiatieven en bedrijven eerbiedigen de volgende basisprincipes : voorrang van arbeid op kapitaal, beheersautonomie, dienstverlening aan de leden, aan de gemeenschap en aan de stakeholders, democratische besluitvorming, duurzame ontwikkeling met respect voor het leefmilieu. Binnen deze sociale-economie-initiatieven nemen de buurten nabijheidsdiensten een belangrijke plaats in; 2° de ondersteuning van het maatschappelijk verantwoord ondernemen, dit is een wijze van bedrijfsvoering waarbij in individuele ondernemingen en organisaties gestreefd wordt naar een duurzaam evenwicht tussen economisch succes en de sociale, ecologische en ethische aspecten waarmee ondernemingen in de sociale en reguliere economie geconfronteerd worden. § 3. De Federale staat, de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap verbinden zich er toe de synergieën tussen de sociale economie en het maatschappelijk verantwoord ondernemen zo veel mogelijk te stimuleren en te bewerkstelligen.

§ 2. L’Etat fédéral, la Communauté germanophone et les Régions s’engagent à associer leurs efforts sur le plan de la recherche, de la récolte des informations et de la promotion de l’économie plurielle, et ce en vue de : 1° poursuivre le développement d’initiatives et d’entrepri-ses d’économie sociale; Les initiatives et entreprises d’économie sociale produisent des biens ou livrent des services qui sont mis sur le marché, pour lesquels un prix est payé, et pour lesquels des besoins et une clientèle existent. Elles ont des objectifs de continuité, de rentabilité et de développement durable. Ces initiatives et entreprises respectent les principes de base suivants : la primauté du travail sur le capital, une autonomie de gestion, une finalité de service aux membres, à la collectivité et aux parties prenantes, un processus décisionnel démocratique, un développement durable respectueux de l’environnement. Les services de proximité occupent une place importante parmi ces initiatives d’économie sociale; 2° soutenir un esprit d’entreprise socialement responsable, à savoir une manière d’entreprendre par laquelle des entreprises individuelles recherchent un équilibre durable entre le succès économique et les aspects sociaux, écologiques et éthiques auxquels les entreprises de l’écono-mie sociale et classique sont confrontées.

HOOFDSTUK 2. — Gezamenlijke verbintenissen

CHAPITRE 2. — Engagements communs

Artikel 2 § 1. De contracterende partijen verbinden zich ertoe, elk binnen hun bevoegdheid, de nodige maatregelen te nemen en middelen vrij te maken met het oog op de ont wikkeling van de twee pijlers van de meerwaardeneconomie zoals bedoeld in artikel 1 van dit Samenwerkingsakkoord. § 2. De contracterende partijen verbinden zich ertoe volwaardige en duurzame werkgelegenheid en maximale kansen voor de kansengroepen voorop te stellen in de verdere ontwikkeling van deze twee pijlers. Hierbij zal behalve aan de langdurig werkzoekenden, specifiek aandacht worden besteed aan de duurzame integratie van de groep van leefloongerechtigden en de gerechtigden op financiële steun vanuit een loopbaanperspectief. Daarom verbinden de contracterende partijen zich ertoe om in de globaliteit van alle werkgelegenheidsmaatregelen een evenredige vertegenwoordiging van de groep van leefloongerechtigden en gerechtigden op financiële steun als objectief voorop te stellen en daarvoor maximale inspanningen te doen om dit te bereiken. De evenredigheid betreft het proportioneel aandeel van deze groep in de globale populatie van werkzoekenden. Er zal een opvolgingssysteem worden opgezet dat halfjaarlijks de precieze aard van de tewerkstellingsplaatsen die door de leefloongerechtigden en gerechtigden op financiële steun worden ingenomen, in kaart brengt, evenals de verschillende tewerkstellingsmogelijkheden die via de sociale economie worden geboden. Dit opvolgingssysteem zal gecontroleerd worden in het kader van de informatieuitwisseling die zal gebeuren binnen het netwerk van de administraties, als bedoeld in artikel 5, § 6, van dit samenwerkingsakkoord. § 3. De contracterende partijen herbevestigen hun gezamenlijke verbintenissen aangegaan in het kader van de nationale werkgelegenheidsconferentie van oktober 2003 om 12.000 bijkomende arbeidsplaatsen te creëren voor oktober 2007.

Article 2 § 1er. Les parties contractantes s’engagent, dans le cadre de leurs compétences respectives, à prendre les mesures nécessaires et à libérer des moyens en vue du développement des deux piliers de l’économie plurielle visés l’ar-ticle 1er du présent accord de coopération.

§ 3. L’Etat fédéral, les Régions et la Communauté germanophone s’engagent à stimuler et à réaliser au maximum les synergies entre l’économie sociale et la responsabilité sociale des entreprises.

§ 2. Lors du développement des deux piliers précités, les parties contractantes s’engagent à toujours considérer l’emploi à part entière et durable ainsi qu’un maximum de chances en faveur des groupes à risque. Dans ce cadre, au côté des chômeurs de longue durée, une attention particulière sera accordée, dans le cadre d’une perspective de carrière, à l’intégration durable du groupe des bénéficiaires du revenu d’intégration et des bénéficiaires d’une aide sociale financière. C’est pourquoi les parties contractantes s’enga-gent à consentir un maximum d’efforts en vue d’atteindre une représentation proportionnelle du groupe des bénéficiaires du revenu d’intégration et des ayants droit à une aide sociale financière dans l’ensemble des mesures en faveur de l’emploi. La proportionnalité porte sur la part proportionnelle de ce groupe dans la population globale des demandeurs d’emploi. Un système de monitoring semestriel sera mis en place afin d’identifier précisément la nature des emplois occupés par les bénéficiaires du revenu d’intégration et les ayants droit à une aide sociale financière ainsi que les différentes filières de l’économie sociale qui leur offrent des possibilités d’embauche. Ce système de monitoring sera supervisé dans le cadre de l’échange d’information qui aura lieu au sein du réseau des administrations visées à l’article 5, § 6, du présent accord de coopération. § 3. Les parties contractantes confirment à nouveau leurs engagements communs pris dans le cadre de la conférence nationale pour l’emploi d’octobre 2003 en vue de la création de 12.000 emplois supplémentaires d’ici octobre 2007.

Artikel 3

Article 3

§ 1. De contracterende partijen verbinden zich ertoe om zowel kwantitatieve als kwalitatieve operationele doelstellingen vast te stellen voor de twee pijlers van de meerwaardeneconomie Voor elk van de twee verbintenissen zoals bedoeld in artikel 2 van dit samenwerkingsakkoord zullen in overleg tussen de Federale Staat, enerzijds, en één of meerdere Gewesten en/of de Duitstalige Gemeenschap, anderzijds, zowel kwantitatieve als kwalitatieve operationele doelstellingen worden vastgesteld. Er zal een systeem worden opgezet om het naleven van de wederzijdse verbintenissen en het behalen van de door de contracterende partijen vooropgestelde doelstellingen op regelmatige tijdstippen op te volgen, evalueren en controleren. Dit systeem zal binnen het overlegcomité, zoals bedoeld in artikel 5 van het samenwerkingsakkoord, worden vastgelegd.

§ 1er. Les parties contractantes s’engagent à établir des objectifs opérationnels aussi bien quantitatifs que qualitatifs pour les deux piliers de l’économie plurielle. Pour chacun des engagements visés à l’article 2 du présent accord de coopération, des objectifs opérationnels tant quantitatifs que qualitatifs seront établis après une concertation entre d’une part l’Etat fédéral et une ou plusieurs Régions et/ou la Communauté germanophone. Un système visant à suivre, à évaluer et à contrôler en temps réguliers le respect des engagements mutuels et la réalisation des objectifs préconisés par les parties contractantes, sera mis en place. Ce système sera défini au sein du comité de concertation, visé à l’article 5 de l’accord de coopération.

§ 2. Elke overheid organiseert in haar schoot overleg met de verschillende stakeholders betreffende de meerwaardeneconomie.

§ 2. Toute autorité organise en son sein la concertation avec les stakeholders en ce qui concerne l’économie plurielle.

15456


Artikel 4 Om de vermelde doelstellingen zoals bedoeld in artikel 3, § 1, van dit samenwerkingsakkoord, te realiseren, verbinden de contracterende partijen zich ertoe de federale en de gewestelijke en gemeenschapsmaatregelen maximaal op elkaar af te stemmen zodat ze elkaar aanvullen en elkaar versterken. Hierbij zullen de volgende principes gehanteerd worden : 1° effectiviteit of het streven naar een effectief bereik van de beoogde doelgroepen en invulling van de doelstelling; 2° efficiëntie of het hanteren van een kosten-baten analyse op basis van zowel economische als maatschappelijke realisaties; 3° eenvoud of het vereenvoudigen en verduidelijken van onder meer administratieve procedures, maatregelen, wettelijke bepalingen, formaliteiten en uitbetalingmodaliteiten en dit zowel voor de gebruikers als voor bedrijven en de overheidsinstanties; 4° transparantie, hiermee informeren de contracterende partijen elkaar onderling en regelmatig, via de ingevolge artikel 5 opgezette structuren, over hun beslissingen en activiteiten; 5° zekerheid waarmee onder meer duidelijke interpretaties en zekere toepassingsperiodes worden nagestreefd; 6° opvolgingsmogelijkheden of duidelijke monitoring; 7° eenduidigheid in de terminologie en dit zowel in het beleid als in de communicatie inzake meerwaardeneconomie; 8° complementariteit of het onderling aanvullen en/of versterken van de verschillende maatregelen; 9° gerichte communicatie en waar mogelijk afstemming en geïntegreerde inzet van middelen; 10° participatie of het actief betrekken van alle stakeholders bij het uitstippelen van beleid en dit zowel op het niveau van de projecten als op beleidsniveau.

Article 4 Afin de réaliser les objectifs visés à l’article 3, § 1er du présent accord de coopération, les parties contractantes s’engagent à harmoniser au maximum les mesures fédérales et régionales et communautaires pour que celles-ci se complètent et se renforcent. Les principes suivants seront d’application :

Artikel 5 § 1. De ondertekenende partijen verbinden zich om bij de ondertekening van dit akkoord over te gaan tot de onmiddellijke oprichting van het Interministerieel Overlegcomité Meerwaardeneconomie, hierna genoemd het « Overlegcomité ». § 2. Het Overlegcomité functioneert in een geest van federale loyauteit en constructieve dialoog. Het is belast met : 1° de uitvoering en de opvolging van het samenwerkingsakkoord, inzonderheid het uitvaardigen en opvolgen van kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen; 2° het evalueren en omzetten in uitvoeringsmodaliteiten van de principes zoals bedoeld in artikel 4 van dit samenwerkingsakkoord; 3° de evaluatie van de uitvoering van het samenwerkingsakkoord en het geven van adviezen met betrekking tot de uitvoering van het samenwerkingsakkoord. § 3. In het Overlegcomité zetelen : — Voor de federale overheid : de minister bevoegd voor sociale economie, de minister bevoegd voor werk, de minister bevoegd voor economie, de minister bevoegd voor maatschappelijke integratie, de minister bevoegd voor personen met een handicap;

Article 5 § 1 . Les parties contractantes s’engagent, lors de la signature du présent accord de coopération, à créer immédiatement le Comité interministériel de concertation pour l’Economie plurielle, appelé ci-après le « Comité de concertation ». § 2. Le Comité de concertation fonctionne dans un esprit de loyauté fédérale et de dialogue constructif. Il est chargé de : 1° l’exécution et du suivi de l’accord de coopération, en particulier en ce qui concerne la détermination et le suivi des objectifs qualitatifs et quantitatifs; 2° l’évaluation des principes visés à l’article 4 du présent accord de coopération et leur transposition dans des modalités d’exécution; 3° l’évaluation de l’exécution de l’accord de coopération et l’émission d’avis relatifs à l’exécution de l’accord de coopération.

— Voor de Vlaamse overheid : de minister bevoegd voor sociale economie; — Voor de Waalse overheid : de minister bevoegd voor sociale economie; — Voor de Brusselse overheid : de ministers bevoegd voor sociale economie; — Voor de Duitstalige overheid : de minister bevoegd voor werkgelegenheid. § 4. Het secretariaat en de ermee verbonden werkingskosten van het Overlegcomité zijn ten laste van de federale Staat. § 5. 1° Het Overlegcomité komt minstens viermaal per jaar samen en rapporteert rechtstreeks aan de bevoegde regeringen. 2° Het Overlegcomité kan werkgroepen oprichten om de verbintenissen aangegaan in het kader van het huidige samenwerkingsakkoord, na te komen. § 6. Het Overlegcomité wordt bijgestaan door de federale cel sociale economie en door een op te richten werkgroep van de betrokken administraties, waar de in het kader van dit samenwerkingsakkoord noodzakelijke voorbereidingen, informatie-uitwisseling en administratieve stroomlijning kan gebeuren.

1° Effectivité ou l’ambition d’atteindre effectivement les groupes cibles visés et la réalisations des objectifs; 2° Efficacité ou la réalisation d’une analyse coûts-bénéfices sur la base des réalisations économiques mais aussi sociétales; 3° Simplicité ou la simplification et la clarification, entre autres, des procédures administratives, mesures, dispositions légales, formalités et modalités de paiement et ce, tant pour l’utilisateur que pour l’entreprise ou les instances publiques; 4° Transparence, de cette manière, les parties contractantes s’informent mutuellement sur une base régulière, de leurs décisions et activités, par le biais des structures mises en place en vertu de l’article 5; 5° Certitude par laquelle, entre autres, des interprétations précises et des périodes d’application certaines sont recherchées; 6° Possibilités de suivi ou monitoring clair; 7° Terminologie univoque et ce, tant dans la politique que dans la communication en matière d’économie plurielle; 8° Complémentarité ou l’adéquation et/ou le renforcement mutuel des différentes mesures; 9° Communication ciblée et lorsque c’est possible harmonisation et utilisation intégrée de moyens; 10° Participation ou l’association active de toutes les parties prenantes à l’élaboration de la politique, tant au niveau des projets qu’au niveau politique. er

§ 3. Siègent au Comité de concertation : — Pour les autorités fédérales : le ministre compétent pour le développement durable et l’économie sociale, le ministre compétent pour l’emploi, le ministre compétent pour l’économie, le ministre compétent pour l’intégration sociale, le ministre compétent pour les Personnes handicapées; — Pour les autorités flamandes : le ministre compétent pour l’économie sociale, — Pour les autorités wallonnes : le ministre compétent pour l’économie sociale; — Pour les autorités bruxelloises : les ministres compétents pour l’économie sociale; — Pour les autorités germanophones : le ministre compétent pour l’emploi. § 4. Le secrétariat et les frais de fonctionnement du Comité de concertation sont pris en charge par les autorités fédérales. § 5. 1° Le Comité de concertation se réunira au moins quatre fois par an et fait directement rapport aux Gouvernements compétents. 2° Le Comité de concertation peut décider de créer des groupes de travail afin de respecter les engagements pris dans le cadre du présent accord de coopération. § 6. Le comité de concertation est épaulé par la Cellule fédérale d’économie sociale et par un groupe de travail à créer réunissant les administrations concernées, où les préparatifs nécessaires dans le cadre du présent accord de coopération, l’échange d’information et les lignes directrices administratives peuvent prendre place.


15457

Artikel 6 § 1. De contracterende partijen verbinden zich ertoe samen te werken op het vlak van de verzameling en de verwerking van relevante statistische informatie met het oog op een beter inzicht in de meerwaardeneconomie. § 2. De contracterende partijen verbinden zich ertoe gezamenlijke initiatieven te nemen om wetenschappelijke modellen en instrumenten uit te werken die op basis van feitelijke gegevens zowel de economische als bredere maatschappelijke meerwaarde van initiatieven binnen de reguliere en sociale economie in kaart brengen.

Article 6 § 1er. Les parties contractantes s’engagent à collaborer pour recueillir et analyser les informations statistiques nécessaires à une meilleure connaissance de l’économie plurielle.

Artikel 7 § 1. De Federale Staat, enerzijds, en één of meerdere Gewesten en/of de Duitstalige Gemeenschap, anderzijds, verbinden zich ertoe om samen inspanningen te leveren ter versterking van sociale-economieinitiatieven. Hierbij zal aandacht gaan naar pro-actieve, indien mogelijk tijdelijke ondersteuning van startende sociale-economiebedrijven, naar de managementondersteuning en naar de informatieverstrekking.

Article 7 § 1er. L’Etat fédéral d’une part et une ou plusieurs Régions et/ou la Communauté germanophone d’autre part s’engagent à livrer des efforts communs en vue de renforcer les initiatives de l’économie sociale. La collaboration visera à soutenir le développement pro-actif, si possible temporairement, de nouvelles entreprises d’économie sociale, à soutenir leur management et à développer une communication de l’information. § 2. Les parties contractantes s’engagent à associer leurs efforts en vue de renforcer l’économie plurielle dans la vie économique. A cet égard, des actions d’impulsion seront mises sur pied en vue de soutenir des projets volontaires d’innovation en matière d’entrepreneuriat socialement responsable. § 3. Les parties contractantes se concertent en vue du développement et de l’harmonisation de mécanismes de soutien mis en œuvre en faveur des projets visés au §§ 1er et 2 du présent article. Ces mécanismes de soutien continueront à viser la professionnalisation du secteur de l’économie sociale. § 4. Les parties contractantes s’engagent à contribuer à une meilleure harmonisation de la communication au sujet de l’économie plurielle, afin de mieux faire connaître l’économie plurielle sous toutes ses facettes auprès d’un large public. Sur la base d’une stratégie cohérente, les moyens destinés à la communication dont dispose le secteur seront utilisés d’une manière plus ciblée et intégrée. Des actions de sensibilisation et de promotion bien réfléchies et planifiées seront menées en concertation. § 5. Les parties contractantes s’engagent à promouvoir, là où cela est possible, les domaines énumérés à l’article 1er dans le cadre des marchés publics, et ce dans les limites des possibilités offertes par les législations belge et européenne en la matière. Ces possibilités seront promues conjointement par les parties contractantes.

§ 2. De contracterende partijen verbinden zich ertoe om samen inspanningen te leveren ter versterking van de meerwaardeneconomie in het bedrijfsleven. Hiertoe zullen onder andere impulsacties worden opgezet ter ondersteuning van vrijwillige innovaties inzake maatschappelijk verantwoord ondernemerschap. § 3. De contracterende partijen verbinden zich ertoe overleg te plegen omtrent de verdere uitbouw en afstemming van de ondersteuningsmechanismen ten behoeve van de in §§ 1 en 2 van dit artikel bedoelde projecten. Deze ondersteuningsmechanismen zullen verder de professionalisering van de sector van de sociale economie beogen. § 4. De contracterende partijen verbinden zich er toe bij te dragen tot een betere stroomlijning van de communicatie inzake meerwaardeneconomie, teneinde de meerwaardeneconomie in al haar facetten bij een ruimer publiek bekend te maken. Op basis van een onderbouwde strategie worden de sectormiddelen bestemd voor communicatie meer gericht en geïntegreerd ingezet. Weloverwogen en planmatig voorbereide sensibiliserings- en promotieacties zullen in overleg worden opgezet. § 5. De ondertekenende partijen verbinden er zich toe, daar waar mogelijk, de in artikel 1 van dit samenwerkingsakkoord vermelde domeinen te promoten in het kader van overheidsopdrachten en dit binnen de mogelijkheden geboden door de Belgische en Europese wetgeving terzake. Deze mogelijkheden zullen door de ondertekenende partijen gezamenlijk worden gepromoot. § 6. 1° De contracterende partijen verbinden zich ertoe om op regelmatige tijdstippen hun verschillende respectievelijke reglementeringen te actualiseren, zodat onderlinge afstemming maximaal kan worden bewerkstelligd, onderlinge tegenspraak wordt tegengegaan en deze reglementeringen ondubbelzinnig en ononderbroken hun effect kunnen ressorteren; 2° De contracterende partijen verbinden zich tot het aanpassen van hun reglementeringen voor zover er tegenspraak zou ontstaan. § 7. De contracterende partijen verbinden zich tot een versterking van de structurele samenwerking tussen de lokale werkgelegenheidsactoren. § 8. De contracterende partijen verbinden zich ertoe het aantal activiteitencoöperatieven tot minimaal 1 per provincie uit te breiden. Een structurele erkenningsregeling voor de activiteitencoöperatieven zal worden uitgewerkt. § 9. De contracterende partijen verbinden zich tot het uitwerken van een actieplan ter bevordering, ondersteuning en promotie van het maatschappelijk verantwoord ondernemen. Artikel 8 § 1. Onder de voorwaarden bepaald in artikel 9 van dit samenwerkingsakkoord wordt voor het begrotingsjaar 2005 door de federale overheid een bedrag van 13.117.000,00 EUR voorzien ter cofinanciering van gezamenlijke inspanningen te leveren met de betrokken Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap volgens de volgende verdeling : 1° 55,7 % van deze federale middelen ter beschikking voor gezamenlijke initiatieven met het Vlaamse Gewest; 2° 33 % van deze federale middelen ter beschikking voor gezamenlijke initiatieven met het Waalse Gewest; 3° 10 % van deze federale middelen ter beschikking voor gezamenlijke initiatieven met het Brussels Hoofdstedelijk gewest; 4° 1,3 % van deze federale middelen ter beschikking voor gezamenlijke initiatieven met de Duitstalige Gemeenschap.

§ 2. Les parties contractantes s’engagent à prendre des initiatives communes afin de développer des modèles et des instruments scientifiques qui identifient, sur la base de données factuelles, la plus-value, tant sur le plan économique que sur le plan social au sens large, des initiatives prises au sein de l’économie classique et sociale.

§ 6. 1° Les parties contractantes s’engagent à actualiser de manière régulière leurs différentes réglementations respectives afin qu’une harmonisation maximale mutuelle puisse être effectuée, que les contradictions soient levées et que ces réglementations puissent produire leurs effets de manière ininterrompue et univoque; 2° Les parties contractantes s’engagent à harmonisre leurs réglementations dès que des contradictions apparaissent. § 7. En exécution de l’article 2, § 2, les parties contractantes s’engagent à renforcer la collaboration structurelle entre les acteurs locaux du marché de l’emploi. § 8. Les parties contractantes s’engagent à aboutir à une extension du nombre de coopératives d’activités à au moins 1 par province. Une réglementation d’agrément structurel pour les coopératives d’activités sera élaborée. § 9. Les parties contractantes s’engagent à élaborer un plan d’action visant à favoriser, à soutenir et à promouvoir la responsabilité sociale des entreprises. Article 8 § 1er. Dans les conditions fixées à l’article 9, les autorités fédérales prévoient pour l’année budgétaire 2005 un montant de 13.117.000,00 EUR, au cofinancement des efforts communs à livrer avec les Régions concernées et la Communauté germanophone selon la répartition suivante : 1° 55,7 % de ces moyens fédéraux sont mis à la disposition des initiatives communes avec la Région flamande; 2° 33 % de ces moyens fédéraux sont mis à la disposition des initiatives communes avec la Région wallonne; 3° 10 % des moyens fédéraux sont mis à la disposition des initiatives communes avec la Région de Bruxelles-Capitale; 4° 1,3 % de ces moyens fédéraux sont mis à la disposition des initiatives communes avec la Communauté germanophone.

15458


§ 2. Onder de voorwaarden bepaald in artikel 9 van dit samenwerkingsakkoord wordt voor het begrotingsjaar 2005 door de federale overheid bijkomend een bedrag van 2 miljoen EUR voorzien ter cofinanciering van gezamenlijke inspanningen te leveren in het kader van de buurten nabijheidsdiensten met de betrokken Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap volgens de volgende verdeling : 1° 55,7 % van deze federale middelen ter beschikking voor gezamenlijke initiatieven met het Vlaamse Gewest; 2° 33 % van deze federale middelen ter beschikking voor gezamenlijke initiatieven met het Waalse Gewest; 3° 10 % van deze federale middelen ter beschikking voor gezamenlijke initiatieven met het Brussels Hoofdstedelijk gewest; 4° 1,3 % van deze federale middelen ter beschikking voor gezamenlijke initiatieven met de Duitstalige Gemeenschap. § 3. Vertrekkend vanuit de middelen zoals vastgelegd in het begrotingsjaar 2005 wordt voor de periode 2006-2008 in functie van de beschikbare begrotingsmiddelen een financieel schema vastgelegd. De effecten van dit samenwerkingsakkoord zullen worden geëvalueerd vooraleer de begrotingsbesprekingen 2006, 2007 en 2008 worden aangevat. § 4. 1° Onverminderd artikel 9, § 3, van dit samenwerkingsakkoord, worden de bedragen als bedoeld in artikel 8, §§ 1 en 2 van hetzelfde samenwerkingsakkoord bij koninklijk besluit aan de betrokken overheden overgemaakt op basis van afzonderlijke conventies, die jaarlijks uiterlijk voor eind maart worden afgesloten. Deze overheden zijn met het beheer en de verdere toewijzing van deze middelen belast, teneinde een correcte uitvoering van de jaarlijks afgesloten conventies te waarborgen en voor zover de middelen worden gebruikt voor initiatieven die zowel bij federale als bij gewestelijke bevoegdheden aansluiten; 2° de subsidieperiode voor projecten gefinancierd in 2005 in het kader van het onderhavig samenwerkingsakkoord kan van start gaan op 1 januari 2005 of op een latere datum, zonder afbreuk te doen aan de andere beschikkingen van onderhavig samenwerkingsakkoord en wetgeving op het toekennen van subsidies. § 5. De in artikel 8, §§ 1 en 2, bedoelde bedragen zijn ten laste van de Rijksdienst voor Arbeidsbemiddeling, die overeenkomstig het artikel 7, § 1, litera u), van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders de opdracht heeft deze, overeenkomstig de bepalingen opgenomen in het in artikel 8, § 4, als bedoeld koninklijk besluit, te verdelen over de Gewesten. § 6. De verdeling van de middelen over bedoelde acties is indicatief en kan mits akkoord van de federale minister bevoegd voor sociale economie, door het betrokken Gewest of Duitstalige Gemeenschap worden herschikt indien kan worden aangetoond dat dit de realisatie van de in artikel 2, §§ 2 en 3 bedoelde doelstellingen dichterbij brengt. In voorkomend geval lichten de betrokken Gewesten of de Duitstalige Gemeenschap de federale overheid voorafgaandelijk in over de geplande herschikkingen. Artikel 9 § 1. Over de periode 2005-2008 voorzien de betrokken Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap ter cofinanciering van de gezamenlijke inspanningen vermeld in het artikel 8, § 1, van dit samenwerkingsakkoord, jaarlijks een ten opzichte van de begroting 1999 bijkomende financiële inspanning die minstens gelijk is aan het bedrag dat de federale overheid volgens de in artikel 8 van hetzelfde samenwerkingsakkoord bepaalde verdeelsleutel jaarlijks voorziet voor het in artikel 8, § 4, van hetzelfde samenwerkingsakkoord vermelde gezamenlijk programma in bedoelde periode. § 2. Voor het begrotingsjaar 2005 voorzien de Gewesten en de Duitstalige gemeenschap gezamenlijk een bijkomende financiële inspanning met betrekking tot de buurten nabijheidsdiensten ten opzichte van de voor het begrotingsjaar 2004 ingebrachte middelen in het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de sociale economie van 4 juli 2000, bekrachtigd door de wet van 26 juni 2001, ter cofinanciering van het in artikel 8, § 2, van dit samenwerkingsakkoord vermelde bedrag. § 3. Het bedrag dat de federale overheid volgens de in artikel 8 van dit samenwerkingsakkoord bepaalde verdeelsleutel voor cofinanciering van de in artikel 8, § 4, van hetzelfde samenwerkingsakkoord, bedoelde gezamenlijke acties in de betrokken Gewesten of de Duitstalige gemeenschap in een gegeven begrotingsjaar van de periode 2005-2008 inzet, kan nooit groter zijn dan de door het betrokken Gewest of de Duitstalige gemeenschap feitelijk gerealiseerde bedrag in dit begrotingsjaar.

§ 2. Dans les conditions fixées à l’article 9, un montant de 2 millions EUR est prévu par les autorités fédérales pour l’année budgétaire 2005 en vue du cofinancement des efforts communs devant être fournis dans le cadre des services de proximité avec les Régions concernées et la Communauté germanophone, selon la répartition suivante : 1° 55,7 % de ces moyens fédéraux sont mis à la disposition des initiatives communes avec la Région flamande; 2° 33 % de ces moyens fédéraux sont mis à la disposition des initiatives communes avec la Région wallonne; 3° 10 % des moyens fédéraux sont mis à la disposition des initiatives communes avec la Région de Bruxelles-Capitale; 4° 1,3 % de ces moyens fédéraux sont mis à la disposition des initiatives communes avec la Communauté germanophone. § 3. Sur la base des moyens fixés pour l’année budgétaire 2005 et en fonction des moyens budgétaires disponibles, un schéma financier sera établi pour la période 2006-2008. Une évaluation des effets de l’accord de coopération devra être effectuée avant d’entamer les négociations budgétaires pour 2006, 2007 et 2008. § 4. 1° Sans préjudice de ce qui a été fixé à l’article 9, § 3, les montants visés à l’article 8, §§ 1er et 2, les budgets prévus sont octroyés, par le moyen d’un arrêté royal, aux autorités concernées, sur base de conventions séparées qui doivent être annuellement conclues au plus tard en mars. Ils sont chargés de la gestion de ces moyens et de leur répartition, en vue de garantir une application correcte des conventions annuelles et pourvu que les moyens octroyés concernent des initiatives qui relèvent des compétences fédérales et régionales;

2° la période de subvention des projets financés en 2005 dans le cadre du présent accord peut débuter à la date du 1er janvier 2005 ou toute date postérieure, sans préjudice des autres dispositions de l’accord et des textes réglementant l’octroi de ces subventions. § 5. Les montants renseignés aux articles 8, §§ 1er et 2 sont à la charge de l’Office Nationale pour l’Emploi, qui, conformément à l’article 7, § 1er, litera u) de l’arrêté-Loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, a reç u la mission de partager ce montant entre les régions conformément à l’arrêté royal mentionné à l’article 8, § 4. § 6. La distribution des moyens en faveur des actions décidées peut être revue, par les Régions ou la Communauté germanophone, avec l’accord du Ministre fédéral compétent pour l’économie sociale, à condition que la région concernée ou la Communauté germanophone puisse démontrer que, grâce à cette révision, les objectifs visés à l’article 2, §§ 2 et 3 pourront être atteints plus facilement. Le cas échéant, les Régions concernées ou la Communauté germanophone soumettent aux autorités fédérales les modifications envisagées. Article 9 § 1er. Pour la période 2005-2008, en vue du cofinancement des efforts communs renseignés à l’article 8, § 1er de l’accord de coopération, les Régions concernées et la Communauté germanophone prévoient annuellement un effort financier supplémentaire par rapport au budget 1999 qui est pour le moins égal au montant que les autorités fédérales accordent à l’exécution du programme commun, visé à l’article 8, § 4 du même accord de coopération, pour la période concernée, selon la clé de répartition fixée à l’article 8 de ce même l’accord de coopération. § 2. Pour l’année budgétaire 2005, les Régions et la Communauté germanophone prévoient en commun un effort financier supplémentaire en matière de services de proximité par rapport aux moyens prévus pour l’année budgétaire 2004 par l’accord de coopération du 4 juillet 2000 entre l’Etat, les Régions et la Communauté germanophone relatif à l’économie sociale, confirmé par la loi du 26 juin 2001, en vue du cofinancement du montant mentionné à l’article 8, § 2 du présent accord de coopération. § 3. Durant une année budgétaire de la période 2005-2008, le montant que les autorités fédérales accordent. selon la clé de répartition fixée à l’article 8 du présent accord de coopération. en vue de cofinancer les actions communes dans les régions concernées ou la Communauté germanophone visées à l’article 8, § 4 de ce même accord de coopération, ne peut jamais être supérieur au montant réel réalisé par la région concernée ou la Communauté germanophone durant cette année budgétaire.


15459

Uiterlijk op 31 oktober van ieder jaar leggen de Gewesten en de Duitstalige gemeenschap aan de federale overheid een raming voor van de financiële middelen, in functie van de initiatieven die zij wenst te besteden aan de uitvoering van het samenwerkingsakkoord tijdens het volgend begrotingsjaar.

Chaque année et, au plus tard, le 31 octobre, les Régions et la Communauté germanophone communiquent aux autorités fédérales une prévision des moyens financiers en fonction des initiatives qu’elles souhaitent affecter à l’exé-cution de l’accord de coopération durant l’année budgétaire suivante.

§ 4. Uiterlijk op 28 februari van ieder jaar wordt door de Gewesten en de Duitstalige gemeenschap aan de federale overheid een verslag en een overzicht bezorgd van de middelen vastgelegd in het afgelopen begrotingsjaar. Het verslag moet op een omstandige manier voor elk initiatief de tot stand gebrachte realisaties toelichten, alsook de graad waarin de vastgelegde doelstellingen werden bereikt en de resultaten die dankzij de uitwerking van het initiatief werden behaald.

§ 4. Chaque année et, au plus tard, le 28 février, les Régions et la Communauté germanophone communiquent aux autorités fédérales un rapport et un aperç u des moyens engagés durant l’année budgétaire précédente. Le rapport présente de manière circonstanciée, pour chaque initiative, les réalisations effectuées, le degré d’accomplissement des objectifs fixés et les résultats concrets obtenus par la mise en œuvre de l’initiative.

§ 5. De federale overheid kan voorschotten toekennen aan de Gewesten en aan de Duitstalige gemeenschap. Deze voorschotten kunnen niet hoger zijn dan de 80 % van de in artikel 8, van dit samenwerkingsakkoord, vermelde bedragen en conform de in artikel 8, §§ 1 en 2, van hetzelfde samenwerkingsakkoord, bedoelde verdeelsleutel. De niettoegewezen bedragen zullen door de federale overheid worden teruggevorderd. De overige 20 % zal worden uitgekeerd na voorlegging van het in artikel 9, § 4, van dit samenwerkingsakkoord, bedoelde verslag en overzicht.

§ 5. L’Etat fédéral peut octroyer des avances aux Régions et à la Communauté germanophone. Ces avances ne peuvent être supérieures à 80 % des montants renseignés à l’article 8 du présent accord de coopération et conformément à la clé de répartition prévue à l’article 8, §§ 1er et 2. Les montants qui n’auront pas été attribués seront remboursés à l’Etat fédéral. Les 20 % restants seront versés après la présentation du rapport et de l’aperç u dont il est question à l’article 9, § 4, du présent accord de coopération.

Artikel 10

Article 10

De contracterende partijen verbinden zich ertoe om met betrekking tot de overige financiële middelen die door hen worden ingezet ter ondersteuning van de in artikel 1, § 2, van dit samenwerkingsakkoord, bedoelde domeinen elkaar binnen het Overlegcomité te informeren teneinde de in artikel 4, van hetzelfde samenwerkingsakkoord, bedoelde principes te respecteren.

Les parties contractantes s’engagent à s’échanger, au sein du comité de concertation, des informations au sujet des autres moyens financiers qu’elles affectent au renforcement des deux domaines cités à l’article 1er, § 2, du présent accord de coopération et ce, en vue de respecter les principes visés à l’article 4 de ce même accord de coopération.

HOOFDSTUK 3. — Verbintenissen van de Federale Staat

CHAPITRE 3. — Engagements de l’Etat fédéral

Artikel 11

Article 11

De Federale Staat verbindt er zich toe om zijn verbintenissen van de Federale Staat, als bedoeld in hoofdstuk 3 van het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de sociale economie van 4 juli 2000, bekrachtigd door de wet van 26 juni 2001, verder in te vullen, voor zover deze nog niet werden ingevuld, en indien nodig te actualiseren.

L’état fédéral s’engage à remplir davantage les engagements de l’Etat fédéral, tels qu’ils figurent au chapitre 3 de l’accord de coopération du 4 juillet 2000 entre l’Etat, les Régions et la Communauté germanophone relatif à l’éco-nomie sociale, approuvé par la loi du 26 juin 2001, pour autant qu’ils n’aient pas été remplis, et à les actualiser si nécessaire.

Artikel 12

Article 12

De federale overheid verbindt zich er toe een structureel overlegorgaan te creëren waarin de sector, de betrokken overheden en andere stakeholders van de sociale economie op formele wijze kunnen overleggen. Dit orgaan zal de sec-tor en andere betrokken stakeholders tegenover de federale overheid vertegenwoordigen en in die hoedanigheid advies verlenen met betrekking tot het federale beleid inzake sociale economie. De Koning bepaalt de samenstelling van dit overlegorgaan.

L’autorité fédérale s’engage à instituer un organe de concertation structurelle où le secteur, les autorités concernées et les autres parties prenantes pourront se concerter de manière formelle. Cet organe représentera le secteur et les autres parties prenantes à l’égard de l’autorité fédérale et, en cette qualité, rendra avis sur la politique fédérale en matière d’économie sociale. Le Roi détermine la composition de cet organe de concertation.

Article 13

Artikel 13 er

§ 1. De Federale Staat zal instaan voor de financiering van de in artikel 7, § 8, van dit samenwerkingsakkoord, bedoelde activiteitencoöperatieven gedurende een opstartfase van één jaar. De Federale Staat overlegt met de respectievelijke deelstaat over de op te starten initiatieven.

§ 1 . L’Etat fédéral assurera le financement des coopératives d’activités visées à l’article 7, § 8, du présent accord de coopération durant la phase de démarrage d’un an. L’Etat fédéral se concertera avec l’entité fédérée concernée au sujet des initiatives à lancer.

§ 2. De Federale Staat verbindt zich ertoe een wettelijk kader voor het statuut van de « ondernemer in loondienst » uit te werken.

§ 2. L’Etat fédéral s’engage à élaborer un cadre légal pour le statut « d’entrepreneur salarié ».

Artikel 14

Article 14

De Federale Staat verbindt zich ertoe om in overleg met de deelstaten het statuut van de vennootschap met sociaal oogmerk te wijzigen. De federale overheid engageert zich eveneens tot het ontwikkelen van specifieke ondersteunende maatregelen voor dit soort vennootschap teneinde de sociale en maatschappelijke meerwaarde die zij genereren, te bezoldigen.

L’Etat fédéral s’engage à modifier, en concertation avec les entités fédérées, le statut de société à finalité sociale. L’autorité fédérale s’engage également à développer des formules de soutien spécifique à ce type de société afin de rétribuer les plus-values sociales et sociétales qu’elles génèrent.

Artikel 15

Article 15

De Federale Staat engageert zich tot het actualiseren van de definitie van sociale inschakelingseconomie zoals opgenomen in artikel 59 van de wet van 26 maart 1999, om te komen tot een effectieve weerspiegeling van de realiteit van de sociale economie in België.

L’Etat fédéral s’engage à actualiser la définition du concept d’économie sociale d’insertion telle que mentionnée à l’article 59 de la loi du 26 mars 1999, afin qu’elle reflète effectivement la réalité de l’économie sociale en Belgique.

15460

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Artikel 16

Article 16

De federale overheid engageert zich tot het oprichten van een steunpunt Overheidsopdrachten. Dit steunpunt wordt belast met het informeren van de sociale-economie-ondernemingen over de mogelijkheden die geboden worden door overheidsopdrachten, en informeert de diverse overheden over de mogelijkheden die hen geboden worden om rekening te houden met het algemeen belang binnen hun openbare aanbestedingen.

L’autorité fédérale s’engage à mettre en place une structure d’appui marchés publics. Cette structure d’appui sera chargée d’informer les entreprises d’économie sociale sur les opportunités offertes par les marchés publics et les différents pouvoirs publics sur les différentes possibilités qui leur sont offertes pour prendre en compte l’intérêt général dans le cadre de leurs marchés publics.

HOOFDSTUK 4. — Gezamenlijke verbintenissen van de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap

CHAPITRE 4. — Engagements communs des Régions et des Communautés

Artikel 17

Article 17

De Gewesten en de Duitstalige gemeenschap verbinden zich ertoe om hun respectievelijke verbintenissen, zoals opgenomen in hoofdstuk 4 van het samenwerkingsakkoord tussen de Staat, de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de sociale economie van 4 juli 2000, bekrachtigd door de wet van 26 juni 2001, verder in te vullen, voor zover deze nog niet werden ingevuld, en indien nodig te actualiseren.

Les Régions et la Communauté germanophone s’enga-gent à remplir davantage leurs engagements respectifs, tels qu’ils figurent au chapitre 4 de l’accord de coopération du 4 juillet 2000 entre l’Etat, les Régions et la Communauté germanophone relatif à l’économie sociale, approuvé par la loi du 26 juin 2001, pour autant qu’ils n’aient pas été précisés, et à les actualiser si nécessaire.

Artikel 18

Article 18

De Gewesten en de Duitstalige gemeenschap verbinden zich ertoe om in het kader van hun bevoegdheden de voortzetting van de in artikel 7, § 8, van dit samenwerkingsakkoord, beoogde activiteitencoöperatieven te garanderen na afloop van de in artikel 13, § 1, van hetzelfde samenwerkingsakkoord, bedoelde periode van 1 jaar.

Les Régions et la Communauté germanophone s’engagent, dans le cadre de leurs compétences respectives, à garantir la continuité des coopératives d’activités visées à l’article 7, § 8, du présent accord de coopération au terme de la période d’un an prévue à l’article 13, § 1er de ce même accord de coopération.

Artikel 19

Article 19

De gewesten en de Duitstalige gemeenschap verbinden er zich toe om een structurele oplossing te zoeken voor de problematiek van de buurten nabijheidsdiensten. Het karakter van buurten nabijheidsdiensten als dienstverlenende voorzieningen die de leefkwaliteit van de gebruikers verhogen door in te spelen op relevante collectieve en persoonlijke behoeften, die duurzame arbeidsplaatsen creëren voor alle medewerkers, en die medewerkers en belanghebbenden op participatieve wijze betrekken bij de interne organisatie en de externe dienstverlening, moet bewaard blijven.

Les Régions et la Communauté germanophone s’enga-gent à rechercher une solution structurelle à la problématique des services de proximité. En ce qui concerne les services de proximité, il y a lieu de préserver leur caractère de prestataires de services qui améliorent la qualité de vie des usagers en répondant à des besoins collectifs et personnels pertinents, qui créent des emplois durables pour tous les collaborateurs et qui associent de manière participative les collaborateurs et les parties prenantes à l’organisation interne et à la prestation de services externe.

Artikel 20

Article 20

De Gewesten en de Duitstalige gemeenschap verbinden zich ertoe om mee te werken aan het actieplan betreffende maatschappelijk verantwoord ondernemen, zoals bedoeld in artikel 7, § 9, van dit samenwerkingsakkoord, alsook in de eigen Gewest een actieplan betreffende de ondersteuning en promotie van het maatschappelijk verantwoord ondernemen op te stellen.

Les Régions et la Communauté germanophone s’engagent à collaborer au plan d’action en matière de responsabilité sociale des entreprises visé à l’article 7, § 9, du présent accord de coopération et à élaborer dans sa propre région un plan d’action de soutien et de promotion de la responsabilité sociale des entreprises.

Artikel 21

Article 21

De budgettaire inspanningen die door de contracterende partijen in het kader van de artikelen 8 en 9 van dit samenwerkingsakkoord worden gedaan kunnen tevens worden beschouwd als publieke cofinanciering in het kader van het Europees Sociaal Fonds en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling.

Les efforts budgétaires consentis par les parties contractantes dans le cadre de l’article 8 et 9 du présent accord de coopération peuvent être considérés comme un cofinancement public dans le cadre du Fonds social européen et du Fonds européen pour le Développement régional.

Artikel 22

Article 22

De staatssecretaris voor Sociale Economie is belast met de coördinatie en het beheer van onderhavig samenwerkingsakkoord.

La Secrétaire d’Etat à l’Economie sociale est chargée de la coordination et de la gestion du présent accord de coopération.


15461

Artikel 23

Article 23

Dit Samenwerkingsakkoord treedt in werking op 1 januari 2005. Opgemaakt te Brussel, op........ in.... origine(e)l(e) exempla(a)r(en) (Nederlands, Frans, Duits) Voor de Federale Staat :

Le présent accord de coopération entre en vigueur le 1er janvier 2005. Fait à Bruxelles, le.......... en.... exemplaire(s) original(aux)(en néerlandais, franç ais, allemand) Pour l’Etat fédéral :

De Vice-Eerste Minister, Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE

Le Vice-premier Ministre et Ministre du Budget et des Entreprises publiques, J. VANDE LANOTTE



De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

La Ministre de l’Emploi, Mme F. VAN DEN BOSSCHE

De Minister van Maatschappelijke Integratie, C. DUPONT

Le Ministre de l’Intégration sociale, C. DUPONT

De staatssecretaris voor Sociale Economie, Mevr. E. VAN WEERT

La Secrétaire d’Etat à l’Economie sociale, Mme E. VAN WEERT

Voor de Duitstalige Gemeenschap :

Pour la Communauté germanophone :

De Minister-President van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, K.-H. LAMBERTZ

Le Ministre-Président de Gouvernement de la Communauté germanophone, K.-H. LAMBERTZ

Vice-Minister-president, Minister voor Tewerkstelling, B. GENTGES

Le Vice-Ministre-Président, Ministre de l’Emploi, B. GENTGES

Voor het Vlaamse Gewest :

Pour la Région flamande :

De Minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME

Ministre-Président du Gouvernement flamand, Y. LETERME

De Vlaamse Minister van Sociale Economie, Mevr. K. VAN BREMPT

La Ministre flamande de l’économie sociale, Mme K. VAN BREMPT

Voor het Waalse Gewest :

Pour la Région wallonne :

De Minister-President van de Waalse Regering, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE

Le Ministre-Président du Gouvernement wallon, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE

De Minister van Economie en Werk, J.-C. MARCOURT

Le Ministre de l’Economie et de l’emploi, J.-C. MARCOURT

Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest :

Pour la Région de Bruxelles-Capitale :

De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, C. PICQUE

Le Ministre-Président du Gouvernement de la région de Bruxelles-Capitale, C. PICQUE

De Minister van Tewerkstelling en Economie, B. CEREXHE

Le Ministre de l’Emploi et de l’Economie, B. CEREXHE

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. Brussel, 23 februari 2006. De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, C. PICQUE

Promulguons la présente ordonnance, ordonnons qu’elle soit publiée au Moniteur belge. Bruxelles, le 23 février 2006. Le Ministre-Président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé des Pouvoirs locaux, de l’Aménagement du Territoire, des Monuments et Sites, de la Rénovation urbaine, du Logement, de la Propreté publique et de la Coopération au développement, C. PICQUE

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL

Le Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé des Finances, du Budget, de la Fonction publique et des Relations extérieures, G. VANHENGEL

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, B. CEREXHE

Le Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé de l’Emploi, de l’Economie, de la Recherche scientifique et de la Lutte contre l’incendie et l’Aide médicale urgente, B. CEREXHE

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken, P. SMET

Le Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé de la Mobilité et des Travaux publics, P. SMET

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK

La Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargée de l’Environnement, de l’Energie et de la Politique de l’Eau, Mme E. HUYTEBROECK

Nota’s (1) Gewone zitting 2005-2006. Documenten van het Parlement A-218/1. Ontwerp van ordonantie. A)218/2. Verslag Integraal verslag : Bespreking, vergadering van woensdag 22 februari 2006. Aaneming, vergadering van donderdag 23 februari 2006.

Notes (1) Session ordinaire 2005-2006. Documents du Parlement A-218/1. Projet d’ordonnance. A)218/2. Rapport Compte-rendu intégral : Discussion, séance du mercredi 22 février 2006. Adoption, séance du jeudi 23 février 2006.

15462


MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST


N. 2006 — 1027 [C − 2006/31107] 23 FEBRUARI 2006. — Verordening houdende de algemene uitgavenbegroting van de Agglomeratie Brussel voor het begrotingsjaar 2006 (1)

F. 2006 — 1027

Artikel 1. Deze verordening regelt de aangelegenheden bedoeld bij artikel 166 van de Grondwet.

Article 1er. Le présent règlement règle les matières visées à l’article 166 de la Constitution.

Art. 2. Voor de uitgaven van de Agglomeratie Brussel wordt voor het begrotingsjaar 2006 een krediet geopend ten bedrage van :

Art. 2. Il est ouvert pour les dépenses de l’Agglomération de Bruxelles afférentes à l’année budgétaire 2006 un credit s’élevant au montant ci-après :

In duizend euro

Crédits non dissociés

[C − 2006/31107] 23 FEVRIER 2006. — Règlement contenant le budget général des dépenses de l’Agglomération de Bruxelles pour l’année budgétaire 2006 (1)

Vastleggingskredieten — Crédits d’engagement

Ordonnanceringskredieten — Crédits d’ordonnancement

135.749

135.749

En milliers d’euros

Niet-gesplitste kredieten

Art. 3. De Agglomeratie Brussel belast het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in haar naam en voor haar rekening uitgaven te doen, met inbegrip van eventuele uitgaven betreffende vorige jaren waarvoor geen enkel krediet kon worden geopend in de voorgaande agglomeratiebegrotingen.

Art. 3. L’Agglomération de Bruxelles confie à la Région de BruxellesCapitale la charge d’effectuer des dépenses en son nom et pour son compte, y compris d’éventuelles dépenses se rapportant à des années antérieures et pour lesquelles aucun crédit n’a pu être ouvert dans les budgets précédents de l’Agglomération.

Art. 4. Het uitgavenartikel 45.11 « Overdracht van inkomsten aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest » is niet limitatief.

Art. 4. L’article de dépenses 45.11 « Transfert de revenus à la Région de Bruxelles-Capitale » est non limitatif.

Art. 5. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2006.

TABEL

Art. 5. Le présent règlement entre en vigueur le 1er janvier 2006.

TABLEAU

15463

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. Brussel, 23 februari 2006.

Promulguons la présente ordonnance, ordonnons qu’elle soit publiée au Moniteur belge. Bruxelles, le 23 février 2006.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, C. PICQUE

Le Ministre-Président du Gouvernement de la Région de BruxellesCapitale, chargé des Pouvoirs locaux, de l’Aménagement du Territoire, des Monuments et Sites, de la Rénovation urbaine, du Logement, de la Propreté publique et de la Coopération au développement, C. PICQUE

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen,

Le Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé des Finances, du Budget, de la Fonction publique et des Relations extérieures,

G. VANHENGEL

G. VANHENGEL

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp,

Le Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé de l’Emploi, de l’Economie, de la Recherche scientifique et de la Lutte contre l’incendie et l’Aide médicale urgente,

B. CEREXHE

B. CEREXHE

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, en Openbare Werken,

Le Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé de la Mobilité et des Travaux publics,

P. SMET

P. SMET

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid,

La Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargée de l’Environnement, de l’Energie et de la Politique de l’Eau,

Mevr. E. HUYTEBROECK

Mme E. HUYTEBROECK

Nota’s

Notes

(1) Gewone zitting 2005-2006. Parlementaire documenten. — Ontwerp van verordening, nr. A-226/1. Verslag (verwijzing), nr. A-226/2. Integraal verslag. — Bespreking : vergaderingen van woensdag 22 en donderdag 23 februari 2006. — Aanneming : vergadering van donderdag 23 februari 2006.

(1) Session ordinaire 2005-2006. Documents parlementaires. — Projet de règlement, n° A-226/1. — Rapport (renvoi), n° A-226/2. Compte rendu intégral. — Discussion : séance des mercredi 22 et 23 février 2006. — Adoption : séance du jeudi 23 février 2006.

*


MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST N. 2006 — 1028 [C − 2006/31105] 23 FEBRUARI 2006. — Verordening houdende de Middelenbegroting van de Agglomeratie Brussel voor het begrotingsjaar 2006 (1)

F. 2006 — 1028

[C − 2006/31105] 23 FEVRIER 2006. — Règlement contenant le budget des Voies et Moyens de l’Agglomération de Bruxelles pour l’année budgétaire 2006 (1)

Artikel 1. Deze verordening regelt de aangelegenheden bedoeld bij artikel 166 van de Grondwet.

Article 1er. Le présent règlement règle les matières visée à l’article 166 de la Constitution.

Art. 2. Voor het begrotingsjaar 2006 worden de ontvangsten van de Agglomeratie Brussel geraamd op :

Art. 2. Pour l’année budgétaire 2006, les recettes de l’Agglomération de Bruxelles sont évaluées à :

in duizenden euro

en milliers d’euros

voor de lopende ontvangsten .....................................................

135.749

pour les recettes courantes ..........................................................

135.749

voor de kapitaalontvangsten .......................................................

—

pour les recettes en capital ..........................................................

—

hetzij samen

135.749

Art. 3. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2006.

soit ensemble

135.749

Art. 3. Le présent règlement entre en vigueur le 1er janvier 2006.

15464

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE TABEL

TABLEAU

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. Brussel, 23 februari 2006. De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking,

15465

C. PICQUE

Promulguons la présente ordonnance, ordonnons qu’elle soit publiée au Moniteur belge. Bruxelles, le 23 février 2006. Le Ministre-Président du Gouvernement de la Région de BruxellesCapitale, chargé des Pouvoirs locaux, de l’Aménagement du Territoire, des Monuments et Sites, de la Rénovation urbaine, du Logement, de la Propreté publique et de la Coopération au développement, C. PICQUE

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL

Le Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé des Finances, du Budget, de la Fonction publique et des Relations extérieures, G. VANHENGEL

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, B. CEREXHE

Le Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé de l’Emploi, de l’Economie, de la Recherche scientifique et de la Lutte contre l’incendie et l’Aide médicale urgente, B. CEREXHE

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, en Openbare Werken, P. SMET

Le Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé de la Mobilité et des Travaux publics, P. SMET

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK

La Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargée de l’Environnement, de l’Energie et de la Politique de l’Eau, Mme E. HUYTEBROECK

Nota’s

Notes

(1) Gewone zitting 2005-2006. Parlementaire documenten. — Ontwerp van verordening, nr. A-225/1. Verslag (verwijzing), nr. A-225/2. Integraal verslag. — Bespreking : vergaderingen van woensdag 22 en donderdag 23 februari 2006. — Aanneming : vergadering van donderdag 23 februari 2006.

(1) Session ordinaire 2005-2006. Documents parlementaires. — Projet de règlement, n° A-225/1. — Rapport (renvoi), n° A-225/2. Compte rendu intégral. — Discussion : séances des mercredi 22 et jeudi 23 février 2006. — Adoption : séance du jeudi 23 février 2006.

ANDERE BESLUITEN — AUTRES ARRETES FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR ET SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE [2006/00200]

[2006/00200] Geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus. — Benoemingen

Police intégrée structurée à deux niveaux. — Nominations

Bij ministerieel besluit van 24 februari 2006 wordt de heer Kris D’Hoore, commissaris van politie, aangewezen als werkend lid van de federale politie bij het controleorgaan bedoeld in artikel 44/7 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt.

Par arrêté ministériel du 24 février 2006, M. Kris D’Hoore, commissaire de police, est désigné en qualité de membre effectif représentant de la police fédérale auprès de l’organe de contrôle visé à l’article 44/7 de la loi du 5 août 1992 sur la fonction de police.

Bij ministerieel besluit van 24 februari 2006 wordt de heer Eddy Maes, hoofdcommissaris van politie, aangewezen als plaatsvervangend lid van de federale politie bij het controleorgaan bedoeld in artikel 44/7 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt. De besluiten treden in werking op 1 maart 2006.

Par arrêté ministériel du 24 février 2006, M. Eddy Maes, commissaire divisionnaire de police, est désigné en qualité de membre suppléant représentant de la police fédérale auprès de l’organe de contrôle visé à l’article 44/7 de la loi du 5 août 1992 sur la fonction de police. Les arrêtés entrent en vigueur le 1er mars 2006.

Overeenkomstig de gecoördineerde wetten op de Raad van State kan beroep worden ingediend binnen de zestig dagen na deze bekendmaking. Het verzoekschrift hiertoe dient bij ter post aangetekende brief aan de Raad van State, Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel, te worden toegezonden.

Conformément aux lois coordonnées sur le Conseil d’Etat, il peut être fait appel endéans les soixante jours après cette publication. La requête doit être envoyée, sous pli recommandé à la poste, au Conseil d’Etat, rue de la Science 33, 1040 Bruxelles.

15466


FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER

SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS

[2006/14037]

[2006/14037]

Afzonderlijke personeelsformatie

Cadre organique distinct

Nationale Orden

Ordres nationaux

Bij koninklijke besluiten van 2 februari 2006 zijn benoemd of bevorderd :

Par arrêtés royaux du 2 février 2006, sont nommés ou promus :

Leopoldsorde

Ordre de Léopold

Officier

Officier

De heer Lievens, Marc Philemon Jean Marie, eerste luitenant.

M. Lievens, Marc Philemon Jean Marie, premier lieutenant.

Ridder

Chevalier

De heer Arickx, Jan Alfons, attaché. De heer De Coninck, Freddy Denis Alfons, marconist. De heer Devrome, Frans Emiel Adolf, luitenant.

M. Arickx, Jan Alfons, attaché. M. De Coninck, Freddy Denis Alfons, radiotélégraphiste. M. Devrome, Frans Emiel Adolf, lieutenant.

Kroonorde

Ordre de la Couronne

Ridder

Chevalier

Mevr. Deblauwe, Vera Bertha, administratief assistent. De heer Defauw, Thierry August, administratief assistent. De heer Hallemeesch, Ronny Emile, scheepstechnicus.

Mme Deblauwe, Vera Bertha, assistant administratif. M. Defauw, Thierry August, assistant administratif. M. Hallemeesch, Ronny Emile, technicien naval.

Gouden Palmen

Palmes d’Or

De heer Deckmyn, Pierre Leon, technisch medewerker. De heer Germonpre, Norbert Jozef, matroos. De heer Haegheman, Leopold Isidoor Charles, technisch medewerker. De heer Nuyttens, Lucien Luc, kok (ingescheept). De heer Roosens, Roland Roger Corneel, matroos. De heer Vanbillemont, Redgy Julien, matroos.

M. Deckmyn, Pierre Leon, collaborateur technique. M. Germonpre, Norbert Jozef, matelot. M. Haegheman, Leopold Isidoor Charles, collaborateur technique.

Gouden Medaille

Médaille d’Or

De heer Van Campenhout, Michel Gustave, technisch medewerker. De heer Verschelde, Eddy Alfons Bertha, technisch medewerker.

M. Nuyttens, Lucien Luc, cuisinier (embarqué). M. Roosens, Roland Roger Corneel, matelot. M. Vanbillemont, Redgy, Julien, matelot.

M. Van Campenhout, Michel Gustave, collaborateur technique. M. Verschelde, Eddy Alfons Bertha, collaborateur technique.

Orde van Leopold II

Ordre de Léopold II

Ridder De heer Albrecht, Roland Joseph, technisch medewerker. De heer Jamain, Herbert Eduard, administratief medewerker. De heer Vandevelde, Eddy Jean Georges, scheepswerktuigkundige. De heer Vanhoorneweder, Eddy Theophiel Henri, technisch medewerker. De heer Viane, Frank Henri Jozef, technisch medewerker. De heer Vincke, Willy André, technisch medewerker. Zij nemen hun rang in de Orde in op 15 november 2005.

Chevalier M. Albrecht, Roland Joseph, collaborateur technique. M. Jamain, Herbert Eduard, collaborateur administratif. M. Vandevelde, Eddy Jean Georges, mécanicien de bord. M. Vanhoorneweder, Eddy Theophiel Henri, collaborateur technique. M. Viane, Frank Henri Jozef, collaborateur technique. M. Vincke, Willy André, collaborateur technique. Ils prennent rang dans l’Ordre à dater du 15 novembre 2005.



[2006/12055]

[2006/12055]

Personeel. — Eervol ontslag

Personnel. — Démission honorable

Bij koninklijk besluit van 11 mei 2005 wordt, met ingang van 1 mei 2006, eervol ontslag verleend uit zijn functies aan de heer Roger Dulieu, adviseur bij de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Het is hem vergund aanspraak op het definitief vroegtijdig pensioen te doen gelden.

Par arrêté royal du 11 mai 2005, démission honorable de ses fonctions est accordée, à partir du 1er mai 2006, à M. Roger Dulieu, conseiller au Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale. Il est admis à faire valoir ses doits à la pension anticipée.

15467

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID

SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE

[C − 2006/22201]

[C − 2006/22201]

14 FEBRUARI 2006. — Koninklijk besluit tot goedkeuring van de wijziging van de statuten van « [PARTENA] – Kinderbijslagfonds »

14 FEVRIER 2006. — Arrêté royal portant approbation de la modification des statuts de « [PARTENA] – Caisse de compensation pour allocations familiales »

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.

Gelet op de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, inzonderheid op artikel 26, derde lid;

Vu les lois coordonnées relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés, notamment l’article 26, alinéa 3;

Gelet op de beslissing van de gewone algemene vergadering van « [PARTENA] - Kinderbijslagfonds » van 15 juni 2005;

Vu la décision de l’assemblée générale ordinaire de « [PARTENA] – Caisse de compensation pour allocations familiales » du 15 juin 2005;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Sur la proposition de Notre Ministre des Affaires sociales, Nous avons arrêté et arrêtons :

Artikel 1. De wijziging van de statuten van « [PARTENA] Kinderbijslagfonds » aangenomen bij beslissing van zijn gewone algemene vergadering van 15 juni 2005, wordt goedgekeurd.

Article 1er. Est approuvée la modification des statuts de « [PARTENA] – Caisse de compensation pour allocations familiales », telle qu’adoptée par décision de son assemblée générale ordinaire du 15 juin 2005.

Art. 2. Onze Minister die de Sociale Zaken onder zijn bevoegdheid heeft is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 2. Notre Ministre qui a les Affaires sociales dans ses attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté.


ALBERT


ALBERT

Van Koningswege :

Par le Roi :

De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE

Le Ministre des Affaires sociales, R. DEMOTTE

Bijlage

Annexe

PARTENA – Kinderbijslagfonds

PARTENA – Caisse de compensation pour allocations familiales

Statuten

Statuts

De statuten van het kinderbijslagfonds worden als volgt gewijzigd : HOOFDSTUK I. — Benaming, zetel, doel, duur

Les statuts de la caisse sont modifiés comme suit : CHAPITRE Ier — Dénomination, siège, objet, durée

Artikel 1. De vereniging zonder winstoogmerk werd opgericht onder de vorm van een vereniging op grond van de wet van 27 juni 1921 betreffende de vereniging zonder winstoogmerk en de stichtingen, zoals meermaals gewijzigd (hierna genoemd de « V & Swet »). De vereniging draagt de naam : [PARTENA] - Kinderbijslagfonds - of [PARTENA] - Kinderbijslagfonds (voorheen Assubel en De Familie) of verkort [PARTENA] - Kinderbijslag,- vereniging zonder winstoogmerk, en in het Frans : [PARTENA] - Caisse de compensation pour allocations familiales – of [PARTENA] - Caisse de compensation pour allocations familiales (anciennement Assubel et La Famille) of verkort [PARTENA] - Allocations familiales, association sans but lucratif.

Article 1er. L’association sans but lucratif a été constituée sous la forme d’une association sur base de la loi du 27 juin 1921 relative aux associations sans but lucratif et aux établissements d’utilité publique, telle que modifiée à plusieurs reprises (dénommée ci-après la « loi A&F »). Cette association porte le nom de : [PARTENA] - Caisse de compensation pour allocations familiales ou [PARTENA] - Caisse de compensation pour allocations familiales (anciennement Assubel et La Famille) ou en abrégé [PARTENA] - Allocations familiales, association sans but lucratif, et en néerlandais, [PARTENA] - Kinderbijslagfonds ou PARTENA - Kinderbijslagfonds (voorheen Assubel en De Familie) ou en abrégé [PARTENA] - Kinderbijslag, vereniging zonder winstoogmerk.

De naam moet voorkomen in alle akten, facturen, aankondigingen, bekendmakingen, brieven, orders en andere stukken uitgaande van de vereniging, onmiddellijk voorafgegaan of gevolgd door de woorden « vereniging zonder winstoogmerk » of door de afkorting « v.z.w. », met nauwkeurige aanwijzing van de zetel.

Cette dénomination doit figurer dans tous les actes, factures, annonces, publications, courriers, commandes et toutes autres pièces émanant de l’association, immédiatement précédée ou suivie par les mots « association sans but lucratif » ou en abrégé « asbl », avec une indication précise du siège.

Art. 2. De zetel van de vereniging is gevestigd te 1000 Brussel, Kartuizersstraat 45, gerechtelijk arrondissement Brussel. In het belang van de leden en de rechthebbenden, kunnen maatregelen voor de deconcentratie van de uitvoeringsdiensten getroffen worden, inzonderheid door de oprichting van gewestelijke bureau’s waartoe op voorstel van de Raad van Bestuur door de Algemene Vergadering besloten werd.

Art. 2. Le siège de l’association est établi dans l’arrondissement judiciaire de Bruxelles, rue des Chartreux 45, à 1000 Bruxelles. Dans l’intérêt des affiliés et des attributaires, des mesures de déconcentration des services d’exécution peuvent être prises, notamment par la création de bureaux régionaux décidée par l’Assemblée Générale sur proposition du Conseil d’Administration.

Art. 3. De vereniging heeft tot doel de gezinsbijslag overeenkomstig de wetgeving betreffende de kinderbijslag voor werknemers uit te keren.

Art. 3. L’association a pour objet la distribution des prestations familiales conformément à la législation en matière d’allocations familiales pour travailleurs salariés.

Art. 4. De vereniging wordt opgericht voor onbepaalde duur.

Art. 4. L’association est constituée pour une durée indéterminée.

15468

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE HOOFDSTUK II. — De leden

CHAPITRE II. — Les affiliés

Art. 5. De volgende oprichters waren de eerste leden van de vereniging :

Art. 5. Les fondateurs suivants furent les premiers membres de l’association :

1. de heer Etienne Blondieau, industrieel, verblijvend te Vilvoorde, Harmoniestraat 46;

1. M. Etienne Blondieau, industriel, demeurant à Vilvorde, rue de l’Harmonie 46;

2. de heer René Boonen, industrieel, verblijvend te Brussel, Joseph IIstraat 166. Handelend in de hoedanigheid van borgstelling van : Van Hoegaerden, Boone en Compagnie, gewone commanditaire vennootschap, met sociale zetel te Brussel, Regentlaan 29;

2. M. René Boonen, industriel, demeurant à Bruxelles, rue JosephII 166. Agissant en sa qualité de porte-fort de : Van Hoegaerden, Boone et Compagnie, société en commandite simple, ayant son siège social à Bruxelles 29, boulevard du Régent

3. de heer Charles Clément, directeur zaakvoerder, verblijvend te Strombeek, Handelend in de hoedanigheid van borgstelling van : « La Nutricia », naamloze vennootschap, met zetel te Brussel (tweede district), Fransmanstraat 146;

3. M. Charles Clément, directeur gérant, demeurant à Strombeek, agissant en sa qualité de porte-fort de : « La Nutricia », société anonyme, ayant son siège à Bruxelles (deuxième district), rue Fransman 146;

4. Mr. Paul Crokaert, advocaat, stafhouder van de orde van advokaten, voorzitter van de naamloze vennootschap « Centrale social Patria », verblijvend te Elsene, Molièrelaan 184;

4. M. Paul Crokaert, avocat, bâtonnier de l’Ordre des avocats, président de la société anonyme « Centrale social Patria », demeurant à Ixelles, avenue Molière 184;

5. de heer Georges-Henri Croisy, commercieel directeur, verblijvend te Brussel, Maurice-Lemonnierlaan 101.

5. M. Georges-Henri Croisy, directeur commercial, demeurant à Bruxelles, boulevard Maurice-Lemonnier 101.

Handelend in de hoedanigheid van borgstelling van :

Agissant en qualité de porte-fort de :

Het grote Witte Huis, naamloze vennootschap, met sociale zetel te Brussel, Kiekenmarkt 32;

La grande Maison de Blanc, société anonyme, ayant son siège social à Bruxelles, Marché-aux-Poulets 32;

6. M. Hector Delflasse, directeur zaakvoerder, verblijvend te Brussel, Kogelstraat, nr 20. Handelend in de hoedanigheid van borgstelling van : Ons brood, coöperatieve vennootschap, met sociale zetel te Sint Jans Molenbeek, Reimond Styns straat 85-89;

6. M. Hector Delflasse, directeur gérant, demeurant à Bruxelles, rue du Boulet 20. Agissant en qualité de porte-fort de : Notre pain, société coopérative, ayant son siège social à Molenbeek-Saint-Jean, rue Reimond Styns 85-89;

7. M. Jules Demuynck, directeur, verblijvend te Vilvoorde, Schaerbeeklaan 204. Handelend in de hoedanigheid van borgstelling van : De nationale Ciragefabriek « Ca va seul », naamloze vennootschap, met sociale zetel te Vilvoorde;

7. M. Jules Demuynck, directeur, demeurant à Vilvoorde, avenue de Schaerbeek 204. Agissant en qualité de porte-fort de : La Fabrique nationale de Cirages « Ca va seul », société anonyme, ayant son siège social à Vilvorde;

8. M. Firmin de Windt, ondernemer, verblijvend te Vilvoorde, Zennelaan 62;

8. M. Firmin de Windt, entrepreneur, demeurant à Vilvorde, boulevard de la Senne 62;

9. M.Oscar Dubois, voorzitter van de vereniging zonder winstoogmerk, Centrale Commissie van Verzekeringen van Scholen en Katholieke Werken, verblijvend te Schaerbeek, Kesselsstraat 42. Handelend : a) In eigen naam; b) in de hoedanigheid van borgstelling van : 1° M. Vanderhofstadt, hiernagenoemd; 2° M. Joseph Depreter, decorateur, verblijvend te Brussel-Schaerbeek, Rogierlaan 92; 3° M. Alphonse Smeets, industrieel, verblijvend te Brussel, Slachthuislaan 26-27-28-29;

9. M.Oscar Dubois, président de l’association sans but lucratif, Commission centrale d’Assurance des Ecoles et Oeuvres catholiques, demeurant à Schaerbeek, rue Kessels 42. Agissant : a) En nom personnel; b) en qualité de porte-fort de : 1° M. Vanderhofstadt, ci-après nommé; 2° M. Joseph Depreter, décorateur, demeurant à BruxellesSchaerbeek, avenue Rogier, n° 92; 3° M. Alphonse Smeets, industriel, demeurant à Bruxelles, boulevard de l’Abattoir 26-27-28-29;

10. M. Robert Jonckheere, industrieel, verblijvend te Brussel, Molenbeekstraat, nr 151. Handelend als borgstelling van : de Vennootschap onder firma R. Jonckheere en Florizone, opgericht te Brussel, Molenbeekstraat 151;

10. M. Robert Jonckheere, industriel, demeurant à Bruxelles, rue de Molenbeek 151. Agissant en porte-fort de : Le Société en nom collectif R. Jonckheere et Florizone, établie à Bruxelles, rue de Molenbeek 151;

11. M. Georges Plissart, bestuurder, verblijvend te Etterbeek, Nerviërslaan 35. Handelend in de hoedanigheid van borgstelling van : « Ova » naamloze vennootschap, met sociale zetel te Etterbeek, Oudergemlaan 72;

11. M. Georges Plissart, administrateur, demeurant à Etterbeek, avenue des Nerviens 35. Agissant en qualité de porte-fort de : « Ova » société anonyme, ayant son siège social à Etterbeek, avenue d’Auderghem 72;

12. M. Paul Vander Hofstadt, industrieel, verblijvend te Schaerbeek, Quinauxstraat 7;

12. M. Paul Vander Hofstadt, industriel, demeurant à Schaerbeek, rue Quinaux 7;

13. M. Joseph Vanginderachter, brouwer, verblijvend te Merchtem (Brabant);

13. M. Joseph Vanginderachter, brasseur, demeurant à Merchtem (Brabant);

14. M. Lucien Wallemacq, bestuurder, verblijvend te Elsene, Terkamerenlaan 47. Handelend in de hoedanigheid van borgstelling van : De Naamloze vennootschap Frans Fils, met sociale zetel te Vorst, Van Volxemlaan 304;

14. M. Lucien Wallemacq, administrateur, demeurant à Ixelles, boulevard de la Cambre 47. Agissant en qualité de porte-fort de : La Société anonyme Frans Fils, ayant son siège social à Forest, avenue van Volxem 304;

15. M. Victor Waucquez, industrieel, verblijvend te Brussel, Kunstlaan 57. Handelend in de hoedanigheid van borgstelling van : 1° De Vennootschap onder firma Waucquez, Jules en Compagnie, met sociale zetel te Brussel, Huidvetterstraat 65. 2° M.Auguste De Broux, industrieel, verblijvend te Court-Saint-Etienne;

15. M. Victor Waucquez, industriel, demeurant à Bruxelles, avenue des Arts 57. Agissant en qualité de porte-fort de : 1° La Société en nom collectif Waucquez, Jules et Compagnie, ayant son siège social à Bruxelles, rue des Tanneurs 65. 2° M.Auguste De Broux, industriel, demeurant à Court-Saint-Etienne;

16. M. Léon Legrand, industrieel, verblijvend te Schaerbeek, Rogierlaan 34.

16. M. Léon Legrand, industriel, demeurant à Schaerbeek, avenue Rogier 34.

Kan lid worden elke werkgever, natuurlijke of rechtspersoon, die onder de toepassing van de gecoördineerde wetten betreffende de kinderbijslag voor werknemers valt, zonder geografische beperking.

Peut devenir affilié, tout employeur, personne physique ou morale, assujetti aux lois coordonnées relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés, sans limitation géographique.

De aansluiting mag niet geweigerd worden aan een werkgever die zich er toe verbindt alle bepalingen van de statuten en reglementen na te leven, op voorwaarde dat hij behoort tot de categorie van werkgevers waarvan in het voorgaande lid sprake is en hij bij geen ander Kinderbijslagfonds uitgesloten werd wegens tekortkoming aan zijn verplichtingen.

L’affiliation ne peut être refusée à un employeur qui s’engage à observer toutes les dispositions des statuts et règlements, pourvu qu’il appartienne à la catégorie d’employeurs dont il est question à l’alinéa précédent et qu’il n’ait pas été exclu d’une autre Caisse de Compensation pour manquement à ses obligations.

Art. 6. Het aantal leden is onbeperkt. Het mag evenwel niet lager zijn dan de minima bepaald bij of krachtens de gecoördineerde wetten betreffende de kinderbijslag voor werknemers en artikel 2 van de V&S-wet.

Art. 6. Le nombre des affiliés n’est pas limité. Toutefois, il ne peut être inférieur aux minima prévus par ou en vertu des lois coordonnées relatives aux allocations familiales des travailleurs et de l’article 2 de la loi A&F.


15469

Art. 7. De aanvraag tot aansluiting behelst de verbintenis alle bepalingen van de statuten en reglementen van de vereniging na te leven en wordt gericht aan de Directeur.

Art. 7. La demande d’affiliation comprend l’engagement d’observer toutes les dispositions des statuts et des règlements de l’association et est adressée au Directeur.

De Directeur beslist over de aanvraag en de beslissing wordt per gewone brief ter kennis van de belanghebbende gebracht. De aansluiting geldt voor een termijn bepaald door de wet of bij Koninklijk Besluit. Momenteel bedraagt die termijn 4 jaar en vangt aan de eerste dag van het kwartaal waarin de aansluiting ingaat.

Le Directeur statue sur la demande et la décision est notifiée à l’intéressé par simple lettre. L’affiliation est valable pour une durée fixée par la loi et par Arrêté Royal; actuellement cette durée est de 4 ans. Le délai de 4 ans commence à courir le premier jour du trimestre au cours duquel l’affiliation prend effet.

Art. 8. Het lidmaatschap vervalt ingevolge ontslag of uitsluiting. Het ontslag wordt, per ter post aangetekend schrijven, ingediend bij de vereniging. Het moet ingediend worden met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste dertig dagen; het wordt van kracht op het einde van het kwartaal tijdens hetwelk de opzeggingstermijn verstrijkt.

Art. 8. La qualité d’affilié se perd par démission ou par exclusion. La démission est adressée à l’association par lettre recommandée à la poste. Elle doit être donnée en respectant un préavis de trente jours au moins; elle sort ses effets à la fin du trimestre au cours duquel le délai de préavis expire.

De uitsluiting kan onverwijld door de Raad van Bestuur uitgesproken worden tegen de leden die ernstig tekortkomen bij het naleven van hun statutaire of wettelijke verplichtingen of die de beslissingen van de vereniging niet naleven. Zij wordt, per ter post aangetekend schrijven, ter kennis van het lid gebracht; zij wordt van kracht op het einde van het kwartaal tijdens hetwelk de kennisgeving ontvangen werd.

L’exclusion peut être prononcée sans délai par le Conseil d’Administration contre les affiliés qui contreviennent gravement au respect de leurs obligations statutaires ou légales ou qui ne respectent pas les décisions de l’association. Elle est notifiée à l’affilié par lettre recommandée à la poste; elle sort ses effets à la fin du trimestre au cours duquel la notification a été reç ue.

Het betrokken lid dient voorafgaandelijk uitgenodigd te worden om gehoord te worden door het bevoegde orgaan.

L’affilié concerné doit être préalablement invité à être entendu par l’organe compétent.

Art. 9. De gewezen leden, ontslagnemend of uitgesloten, en hun erfgenamen blijven de bijdragen verschuldigd die betrekking hebben op de periode die hun definitieve terugtrekking voorafgaat, onverminderd de gebeurlijke boeten, verhogingen en verwijlintresten.

Art. 9. Les anciens affiliés, démissionnaires ou exclus, et leurs héritiers restent redevables des cotisations afférentes à la période qui précède leur sortie définitive, sans préjudice des amendes, majorations et intérêts de retard éventuels.

Zij kunnen noch een deel van het maatschappelijk vermogen noch een of andere terugbetaling van de betaalde bedragen eisen.

Ils ne peuvent revendiquer aucune part du patrimoine social ou un remboursement quelconque des montants payés.

Art. 10. Op de zetel van de vereniging wordt door toedoen van de Raad van Bestuur een register van de leden bijgehouden dat, behoudens indien de vereniging een commissaris heeft benoemd, ter inzage zal liggen van de leden overeenkomstig de V&S-wet en haar uitvoeringsbesluiten. Dit register dient de naam, de voornamen en de woonplaats van de leden, of ingeval het een rechtspersoon betreft, de naam, rechtsvorm en het adres van de zetel, te vermelden. Verder dient de Raad van Bestuur alle beslissingen betreffende de toetreding, uittreding of uitsluiting van leden in te schrijven in dit register binnen dertig dagen nadat hij van de beslissing in kennis is gesteld.

Art. 10. Un registre des affiliés est tenu par le Conseil d’Administration au siège de l’association. Il sera mis à la disposition des affiliés conformément à la loi A&F et ses arrêtés d’exécution et ce, excepté si l’association a nommé un commissaire Ce registre doit reprendre le nom, les prénoms et le domicile des affiliés ou, s’il s’agit d’une personne morale, le nom, la forme juridique et l’adresse du siège. Le Conseil d’Administration doit y consigner toutes les décisions relatives à l’affiliation, la désaffiliation ou l’exclusion des affiliés dans un délai de trente jours après qu’il ait été informé de la décision.

HOOFDSTUK III. — Bestuur

CHAPITRE III. — Gestion

Art. 11. Het bestuur wordt toevertrouwd aan een Raad van Bestuur samengesteld uit ten minste 7 leden, met dien verstande dat het aantal bestuurders in elk geval altijd lager dient te zijn dan het aantal personen dat lid is van de vereniging. De bestuurders worden benoemd en, eventueel, ontslagen door de Algemene Vergadering. Ze mogen buiten de vereniging gekozen worden.

Art. 11. La gestion est confiée à un Conseil d’Administration composé de 7 membres au moins, étant entendu que le nombre d’administrateurs doit toujours être inférieur au nombre d’affiliés de l’association. Les administrateurs sont nommés et, le cas échéant, révoqués par l’Assemblée Générale. Ils peuvent être choisis en dehors de l’association.

De Algemene Vergadering mag aan de leden van de Raad van Bestuur presentiepenningen toekennen waarvan zij het bedrag vastlegt.

L’Assemblée Générale peut accorder aux membres du Conseil d’Administration, des jetons de présence dont elle fixe le montant.

Voor natuurlijke personen die in eigen naam optreden of voor vertegenwoordigers van rechtspersonen werd de leeftijdsgrens voor het uitoefenen van het mandaat van bestuurder vastgesteld op 70 jaar. De bestuurder die deze leeftijdsgrens bereikt tijdens de uitvoering van zijn mandaat, blijft in functie tot de eerstvolgende Algemene Vergadering die volgt op zijn zeventigste verjaardag.

Pour les personnes physiques qui agissent en leur nom propre ou pour les représentants de personnes morales, la limite d’âge pour l’exercice d’un mandat d’administrateur est fixée à 70 ans. L’administrateur qui atteint cette limite d’âge pendant l’exercice de son mandat, reste en fonction jusqu’à la première Assemblée Générale qui suit son septantième anniversaire.

Art. 12. De leden van de Raad van Bestuur worden voor een termijn van drie jaar gekozen.

Art. 12. Les membres du Conseil d’Administration sont nommés pour exercer un mandat d’une durée de trois ans.

De uittredende leden zijn herkiesbaar. Het mandaat van de bestuurders kan zonder beperking worden verlengd zolang de leeftijdsgrens, waarvan sprake is in artikel 11, niet werd bereikt.

Les membres sortants sont rééligibles. Le mandat d’administrateur peut être prolongé sans restriction aussi longtemps que la limite d’âge dont question à l’article 11 n’est pas atteinte.

Het mandaat neemt een einde :

Le mandat prend fin :

a. door het aflopen van de termijn van 3 jaar;

a. par l’arrivée du terme de 3 ans;

b. door het ontslag van de bestuurder betekend met een aangetekend schrijven aan de voorzitter van de Raad van Bestuur;

b. par la démission de l’administrateur, notifiée par lettre recommandée au président du Conseil d’Administration;

c. door de herroeping van het mandaat van de bestuurder, waarover beslist werd met een meerderheid van stemmen van de aanwezige en vertegenwoordigde leden in de Algemene Vergadering, naar aanleiding van een gewone of buitengewone vergadering van deze laatste;

c. par la révocation du mandat de l’administrateur, prononcée à la majorité des voix des membres présents ou représentés de l’Assemblée Générale, à l’occasion d’une réunion ordinaire ou extraordinaire de cette dernière;

d. door het overlijden van de bestuurder; e. ten gevolge een geval van overmacht dat zich voordoet, waardoor de bestuurder niet meer in staat is zijn mandaat uit te voeren.

d. par le décès de l’administrateur; e. à la suite de la survenance de tout cas de force majeure, empêchant l’administrateur de continuer à exercer son mandat.

15470


Art. 13. De Raad van Bestuur kiest in zijn midden een voorzitter en een of meer ondervoorzitters.

Art. 13. Le Conseil d’Administration choisit en son sein un président et un ou plusieurs vice-présidents.

De Raad van Bestuur wordt ingeval van afwezigheid van de voorzitter door de oudste ondervoorzitter voorgezeten. Bij afwezigheid van een ondervoorzitter wordt de Raad door de oudste aanwezige bestuurder voorgezeten.

En cas d’absence du président, le Conseil d’Administration est présidé par le plus âgé des vice-présidents. A défaut de vice-président, le Conseil est présidé par le plus âgé des administrateurs présents.

Art. 14. De Raad van Bestuur wordt door de voorzitter samengeroepen telkens de belangen van de vereniging het vergen. Hij moet samengeroepen worden wanneer een derde der bestuurders of een vijfde der leden hierom vraagt. Elke beslissing van de Raad van Bestuur wordt genomen bij volstrekte meerderheid der stemmende leden. Bij staking van stemmen, is de stem van de voorzitter van de vergadering beslissend.

Art. 14. Le Conseil d’Administration se réunit sur convocation du président aussi souvent que l’intérêt de l’association le demande. Il doit être convoqué lorsque un tiers des administrateurs ou un cinquième des membres en fait la demande. Toute décision du Conseil d’Administration est prise à la majorité absolue des votants. En cas de partage, la voix du président de l’assemblée est prépondérante.

Er worden notulen opgesteld die worden bewaard in een notulenregister dat, behoudens indien de vereniging een commissaris heeft benoemd, ter inzage zal liggen van de leden overeenkomstig de V&S-wet en haar uitvoeringsbesluiten. De notulen van de vergadering van de Raad van Bestuur worden door de voorzitter van de vergadering of, ingeval deze belet is, door ten minste twee bestuurders die aan de vergadering deelnamen, ondertekend.

Des procès-verbaux sont établis et conservés dans un registre de procès-verbaux qui pourra, sauf si l’association a nommé un commissaire, être consulté par les affiliés, conformément à la loi A&F et ses arrêtés d’exécution. Les procès-verbaux de la réunion du Conseil d’Administration sont signés par le président de l’assemblée ou, en cas d’empêchement de sa part, par au moins deux administrateurs ayant assisté à la réunion.

De uittreksels uit of de afschriften van deze notulen worden door de voorzitter of, ingeval deze belet is, door ten minste twee bestuurders voor echt en eensluidend verklaard.

Les extraits ou copies de ces procès-verbaux sont certifiés sincères et conformes par le président ou, en cas d’empêchement de sa part, par au moins deux administrateurs.

De bestuurders die belet zijn mogen zich schriftelijk door een ander bestuurder laten vervangen.

Les administrateurs empêchés peuvent charger, par écrit, un autre administrateur de les remplacer.

Nochtans zal een bestuurder niet meer dan 2 andere bestuurders mogen vertegenwoordigen.

Toutefois, un administrateur ne pourra représenter plus de 2 autres administrateurs.

Art. 15. De Raad van Bestuur beschikt over alle bevoegdheden die voor het bestuur van de vereniging noodzakelijk zijn. Alles wat niet uitdrukkelijk door de statuten of door de wet aan de Algemene Vergadering is voorbehouden, behoort, in principe, tot de bevoegdheid van de Raad van Bestuur. De bevoegdheden van de Raad omvatten o.m. het opstellen van de bijzondere reglementen voorzien bij artikel 24 der gecoördineerde wetten betreffende de kinderbijslag voor werknemers met uitzondering van dit betreffende de sancties waarvoor een opdracht van de Algemene Vergadering vereist is.

Art. 15. Le Conseil d’Administration dispose de tous les pouvoirs nécessaires à la gestion de l’association. Tout ce qui n’est pas explicitement réservé à l’Assemblée Générale par les statuts ou par la loi, relève en principe de la compétence du Conseil d’Administration. Les pouvoirs du Conseil comportent la rédaction des règlements spéciaux prévus à l’article 24 des lois coordonnées relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés, à l’exception de celui relatif aux sanctions, pour la rédaction duquel une délégation de l’Assemblée Générale est nécessaire.

De Raad van Bestuur richt in zijn midden, volgens een reglement dat hij bepaalt, een Bureau op bestaande uit ten minste twee bestuurders die belast zijn met het uitoefenen van het toezicht op het dagelijks bestuur van de Directeur. Tevens is het Bureau bevoegd om de personen aan te duiden die de vereniging zullen vertegenwoordigen in alle interne en externe overlegorganen. De Raad van Bestuur zal jaarlijks de bevoegdheden van het Bureau bepalen en haar de nodige machten verlenen tot uitoefening ervan.

Sur la base d’un règlement qu’il a adopté, le Conseil d’Administration désigne en son sein un Bureau composé d’au moins deux administrateurs qui sont chargés de contrôler la gestion journalière confiée au Directeur. Le Bureau est également compétent pour désigner les personnes qui représenteront l’association dans les organes de concertation internes ou externes. Chaque année, le Conseil d’Administration déterminera les compétences du Bureau et accordera les délégations de pouvoir nécessaires pour l’exercice de celles-ci.

De Voorzitter van het Bureau wordt aangeduid door de leden van het Bureau.

Le Président du Bureau est désigné par les membres du Bureau.

Het Bureau kan raadgevers uitnodigen om met louter raadgevende stem deel te nemen aan haar vergaderingen. De beslissingen van het Bureau worden genomen met gewone meerderheid van stemmen. De stemming is geldig welk ook het aantal aanwezige of stemmende leden zij. Ingeval van staking van stemmen is de stem van de voorzitter van het bureau doorslaggevend. Indien ten minste twee leden van het bureau zich verzetten tegen een aangenomen beslissing kan deze op hun uitdrukkelijk verzoek opgeschort worden waarna het eindoordeel zal genomen worden door de Raad van Bestuur besluitend bij gewone meerderheid. Elk jaar zal de Raad van Bestuur beslissen over de kwijting te verlenen aan de leden van het Bureau voor de uitoefening van hun functies.

Le Bureau peut inviter à ses réunions des conseillers-experts qui n’ont qu’une voix consultative. Les décisions du Bureau sont prises à la majorité simple des voix, quel que soit le nombre de ses membres présents ou votants. En cas de parité des suffrages, le vote du président du bureau a un caractère prépondérant. Toutefois, si deux membres au moins du bureau s’opposent à une décision prise, celle-ci peut, à leur demande expresse, être suspendue jusqu’à ce qu’une décision définitive soit prise par le Conseil d’Administration statuant à la majorité simple des voix. Chaque année, le Conseil d’Administration donnera décharge aux membres du bureau pour l’exercice de leur fonction.

De Raad van Bestuur vertrouwt de bevoegdheden van het dagelijks bestuur toe aan één directeur en beslist over zijn benoeming en ontslag.

Le Conseil d’Administration délègue les compétences de la gestion journalière à un directeur et décide de sa nomination et de sa révocation.

De Raad van Bestuur specificeert of deze personen alleen, gezamenlijk of als college kunnen handelen en dit zowel wat het intern dagelijks bestuur, als de externe vertegenwoordigingsmacht voor dat dagelijks bestuur, betreft.

Le Conseil d’Administration spécifie si ces personnes peuvent agir individuellement, conjointement ou en collège et, ce, aussi bien en ce qui concerne la gestion interne journalière que le pouvoir de représentation externe de celle-ci.


15471

Art. 16. De Raad van Bestuur vertegenwoordigt als college de vereniging in alle handelingen in en buiten rechte. Hij vertegenwoordigt de vereniging door de meerderheid van zijn leden. Onverminderd de algemene vertegenwoordigingsbevoegdheid van de Raad van Bestuur als college wordt de vereniging eveneens vertegenwoordigd door :

Art. 16. Le Conseil d’Administration représente collégialement l’association dans tous les actes judiciaires et extra-judiciaires. Pour ce faire, il réunit la majorité de ses membres. Sans préjudice de la compétence de représentation générale du Conseil d’Administration en collège, l’association est aussi représentée par :

a) twee bestuurders, die tevens lid zijn van het Bureau van de Raad, en die gezamenlijk handelen;

a) deux administrateurs actifs, membres du Bureau du Conseil, agissant conjointement;

b) de directeur belast met het dagelijks bestuur alleen handelend binnen de perken van het dagelijks bestuur;

b) le directeur chargé de la gestion journalière agissant seul dans les limites de la gestion journalière;

c) bijzondere volmachtdragers, behorend tot het personeel van de vereniging, die aangeduid en afgezet worden door de Raad van Bestuur, handelend binnen de perken van hun volmacht.

c) des mandataires particuliers, appartenant au personnel de l’association désignés et démis par le Conseil d’Administration, agissant dans les limites de leur mandat.

De bevoegdheden van het dagelijks bestuur behelzen al de handelingen die gewoonlijk nodig zijn tot het vervullen van de opdrachten waarmede de vereniging door de wet of de reglementen is belast overeenkomstig de door de Algemene Vergadering gegeven richtlijnen en die alle handelingen omvatten die normaal vereist zijn voor de uitvoering van de door de Algemene Vergadering en de Raad van Bestuur genomen beslissingen of voor de goede gang der diensten en namelijk :

Les pouvoirs de gestion journalière sont définis comme comportant tous les actes habituellement nécessaires pour l’accomplissement des missions imparties à l’association par la loi ou les règlements, en conformité avec les directives tracées par l’Assemblée Générale, ainsi que tous les actes normalement exigés pour l’exécution des décisions prises par l’Assemblée Générale et le Conseil d’Administration ou pour la bonne marche des services et notamment :

1. De betaalorders opmaken en ondertekenen en, in t algemeen, alle financiële verrichtingen tot stand brengen en afhandelen, alle gestorte bedragen in ontvangst nemen en hiervoor ontlasting geven, en alle nuttige maatregelen treffen, ingeval van belegging, binnen de gestelde grenzen, van geldmiddelen. Voor deze verrichtingen is de medeondertekening van een door de Raad van Bestuur aangestelde verantwoordelijke tweede persoon onontbeerlijk;

1. Etablir et signer les titres de paiement et, d’une manière générale, négocier et effectuer toutes opérations financières, percevoir toutes sommes versées, en donner décharge et prendre toutes mesures utiles en cas de placement de fonds dans les limites autorisées. Pour ces opérations, le contre-seing d’une seconde personne responsable désignée par le Conseil d’Administration est indispensable;

2. Aan de bevoegde overheden alle mededelingen of alle door de wetgeving geëiste inlichtingen doorzenden;

2. Adresser aux autorités compétentes toutes communications ou tous renseignements exigés par la législation;

3. Alle handelingen, zowel gerechtelijke als buitengerechtelijke, verrichten, met het oog op de verdediging van de belangen van de vereniging en op de inning en de invordering van de aan de vereniging verschuldigde sommen en inzonderheid :

3. Accomplir tous les actes aussi bien judiciaires qu’extra-judiciaires, en vue de la défense des intérêts de l’association et de la perception et du recouvrement des sommes dues à l’association et notamment :

a. in naam van de vereniging bij de rechtbanken in rechte op te treden zowel in hoedanigheid van eiser als van verweerder. De Raad van Bestuur wordt vertegenwoordigd door zijn voorzitter of door iemand, aangeduid door de Raad van Bestuur of door zijn voorzitter, uitgezonderd handelingen voor de Arbeidsrechtbanken en Arbeidshoven;

a. agir devant les tribunaux au nom de l’association tant en demandant qu’en défendant. Le Conseil d’Administration sera représenté par son président ou par une personne déléguée par le Conseil d’Administration ou par son président, à l’exception des actions devant les Tribunaux et Cours du Travail;

b. met de schuldenaars van de vereniging alle akkoorden sluiten met het oog op de uitvoering van de in haar voordeel gewezen vonnissen;

b. conclure avec les débiteurs de l’association tous les accords en vue de l’exécution des jugements rendus à son profit;

c. met alle rechtsmiddelen de in haar voordeel gewezen vonnissen uitvoeren, verschijnen in de akten van de rechtspleging door berusting of betwisting, opheffing verlenen van deze uitvoeringen;

c. exécuter par toutes voies de droit, les jugements rendus à son profit, comparaître aux actes de procédure en acquiesç ant ou en contestant, donner mainlevée de ces éxécutions;

d. de schuldvorderingen van de vereniging indienen ingeval van faling van haar schuldenaars;

d. produire les créances de l’association en cas de faillite de ses débiteurs;

4. De gerechtelijke beslissingen, waarbij de vereniging veroordeeld wordt, uitvoeren. Mag in geen geval, of op generlei wijze, voorkomen in het dagelijks bestuur het onderzoek van de opmerkingen door de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers gericht tot de vereniging betreffende haar administratief en financieel beheer, alsmede het antwoord op die opmerkingen;

4. Exécuter les décisions judiciaires portant condamnation de l’association. Ne peut en aucun cas ni d’aucune faç on figurer dans la gestion journalière l’examen des remarques adressées par l’Office National d’Allocations Familiales pour Travailleurs Salariés à l’association en ce qui concerne sa gestion administrative et financière ainsi que la réponse à ces remarques;

5. Bij hoogdringendheid en ten bewarenden titel, om het even welke maatregel treffen met het oog op de goede werking en het vrijwaren der rechten en belangen van de vereniging.

5. En cas d’urgence et à titre conservatoire, prendre toute mesure quelconque en vue du bon fonctionnement et de la sauvegarde des droits et des intérêts de l’association.

Art. 17. De bestuurders zijn slechts aansprakelijk voor het uitvoeren van hun mandaat. Zij gaan uit hoofde van hun bestuur, geen enkele persoonlijke verplichting aan met betrekking tot de verbintenissen der vereniging.

Art. 17. Les administrateurs ne sont responsables que de l’exécution de leur mandat. Ils ne contractent en raison de leur gestion, aucune obligation personnelle relative aux engagements de l’association.

Art. 18. Een commissaris die om de drie jaar aangesteld wordt door de Algemene Vergadering onder de leden van het Instituut van Bedrijfsrevisoren indien wettelijk vereist, is belast met het nazien van de door de Raad van Bestuur opgemaakte rekeningen. De Algemene Vergadering bepaalt desgevallend hun bezoldiging.

Art. 18. Un commissaire désigné tous les trois ans par l’Assemblée Générale parmi les membres de l’Institut des Réviseurs d’entreprise, dans la mesure où la loi l’impose, est chargé de la vérification des comptes établis par le Conseil d’Administration. Le cas échéant, l’Assemblée fixe leurs émoluments.

Desgevallend kan de Algemene Vergadering ook meerdere commissarissen aanduiden.

L’Assemblée Générale peut également désigner plusieurs commissaires.

De commissaris mag ten zetel van de vereniging kennis nemen van de boeken, de briefwisseling, de notulen en, in het algemeen, van alle geschriften van de vereniging, zonder deze te verplaatsen.

Le Commissaire peut prendre connaissance, sans les déplacer, au siège de l’association, des livres, de la correspondance, des procèsverbaux et en général, de toutes les écritures de l’association.

Hij brengt verslag uit over zijn opdracht bij de Algemene Vergadering.

Il fait rapport sur sa mission à l’Assemblée Générale.

15472

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE HOOFDSTUK IV. — Algemene vergadering

CHAPITRE IV. — Assemblée générale

Art. 19. De Algemene Vergadering is samengesteld uit al de leden. Elk jaar wordt een Algemene Vergadering gehouden binnen zes maanden na afsluiting van het boekjaar. De Raad van Bestuur brengt er verslag uit over de verrichtingen van de vereniging en legt er de rekening van het voorbije boekjaar en de begroting van het volgend boekjaar ter goedkeuring voor.

Art. 19. L’Assemblée Générale se compose de l’ensemble des affiliés. Une Assemblée Générale est tenue chaque année dans les six mois qui suivent la clôture de l’exercice. Le Conseil d’Administration y fait rapport sur les opérations de l’association, présente le compte de l’exercice écoulé et le budget du prochain exercice pour approbation.

De Algemene Vergaderingen worden door de Raad van Bestuur samengeroepen telkens als hij het nuttig acht voor de belangen van de vereniging; zij zullen eveneens samengeroepen moeten worden op uitdrukkelijk verzoek van een vijfde der leden schriftelijk gericht tot de voorzitter van de Raad.

Les Assemblées Générales sont convoquées par le Conseil d’Administration chaque fois qu’il le juge utile aux intérêts de l’association; elles devront également être convoquées sur demande expresse d’un cinquième des affiliés, demande qui sera adressée par écrit au président du Conseil.

De oproepingen die de agenda bevatten worden aan de leden gezonden per gewone brief die ten minste acht kalenderdagen voor de Vergadering aan de post toevertrouwd wordt. Er is geen verplichting al de leden individueel voor de Algemene Vergaderingen op te roepen indien hun aantal meer dan tweeduizend bedraagt. Wanneer van deze vrijstelling gebruik gemaakt wordt, gebeurt de oproeping ten minste veertien kalenderdagen op voorhand via een bekendmaking in het «Belgisch Staatsblad» en via een bekendmaking in ten minste twee dagbladen die verschijnen in de provincie waar de zetel van de vereniging gevestigd is.

Les convocations contenant l’ordre du jour seront adressées aux affiliés par simple lettre confiée à la poste huit jours calendrier au moins avant la réunion. Il n’y a pas d’obligation de convoquer individuellement aux Assemblées Générales tous les affiliés si ceux-ci sont au nombre de plus de deux mille. Lorsqu’il est fait usage de cette dispense, la convocation a lieu au plus tard quatorze jours calendrier à l’avance, par le biais d’une communication au «Moniteur Belge» ainsi que par une annonce dans deux quotidiens au moins, publiés dans la province où le siège de l’association se trouve établi.

De jaarlijkse gewone Algemene Vergadering zal elk jaar plaatsvinden op de 3de donderdag van elke maand juni om 10 uur op de zetel van de vereniging, Kartuizersstraat 45, te 1000 Brussel, of indien het een feestdag betreft, op de eerstvolgende werkdag.

L’Assemblée Générale ordinaire annuelle se tiendra chaque année le 3ème jeudi du mois de juin à 10h00 au siège de l’association, rue des Chartreux 45, à 1000 Bruxelles ou s’il s’agit d’un jour férié, le premier jour ouvrable qui suit.

Overeenkomstig artikel 21 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders dient er geen oproeping te gebeuren voor de jaarlijkse Algemene Vergadering.

Conformément à l’article 21 des lois coordonnées relatives aux allocations familiales pour travailleurs, il y a dispense de convocation à l’Assemblée Générale annuelle.

Wanneer er gebruik wordt gemaakt van deze vrijstelling van oproeping kan er op de Algemene Vergadering evenwel niet beslist worden over de wijziging van de statuten en evenmin over een punt dat niet op de agenda staat.

Lorqu’il est fait usage de cette dispense de convocation, l’Assemblée Générale ne peut se prononcer sur une modification des statuts et encore moins sur un point qui n’est pas à l’ordre du jour.

De agenda van elke jaarlijkse gewone Algemene Vergadering kan ten minste veertien dagen op voorhand bekomen worden op vraag van elk lid.

L’agenda de chaque Assemblée Générale ordinaire annuelle est disponible au moins quatorze jours à l’avance à la demande de chaque membre.

Zowel op de gewone Algemene Vergadering als op de buitengewone Algemene Vergadering bezit elk lid één stem. De leden kunnen zich nochtans laten vertegenwoordigen door een ander schriftelijk gemandateerd lid. De leden, rechtspersonen die de rechtspersoonlijkheid bezitten, kunnen zich eveneens laten vertegenwoordigen door een lid van hun bestuursorgaan, door een vennoot of door een schriftelijk gemandateerd lid van het kaderpersoneel.

Tant à l’Assemblée Générale ordinaire qu’à l’Assemblée Générale extraordinaire, chaque membre dispose d’une voix. Les affiliés peuvent cependant se faire représenter par un autre affilié muni des pouvoirs écrits. Les affiliés, personnes morales dotées de la personnalité juridique, peuvent aussi se faire représenter par un membre de leur Conseil d’Administration, par un associé ou par un membre de leur personnel de cadre muni de pouvoirs écrits.

Geen mandataris mag meer dan vijf leden vertegenwoordigen.

Aucun mandataire ne peut représenter plus de 5 affiliés.

De Raad van Bestuur kan de vorm van de volmachten bepalen en eisen dat deze op de maatschappelijke zetel ingediend worden ten minste drie dagen voor de Vergadering.

Le Conseil d’Administration pourra arrêter la forme des procurations et exiger que celles-ci soient déposées au siège social trois jours au moins avant l’Assemblée.

De Algemene Vergadering is behoudens andersluidende wettelijke of statutaire bepaling geldig samengesteld welk ook het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden zij en de beslissingen worden eveneens behoudens andersluidende wettelijke of statutaire bepaling bij meerderheid der stemmen genomen.

Sous réserve de disposition légale ou statutaire contraire, l’Assemblée Générale est régulièrement constituée quel que soit le nombre des affiliés présents ou représentés et les décisions sont prises, également sous réserve de disposition légale ou statutaire contraire, à la majorité des voix.

De Algemene Vergadering der leden is alleen bevoegd om over volgende onderwerpen te beraadslagen :

L’Assemblée Générale des affiliés est seule compétente pour délibérer et décider sur les objets suivants :

1° de wijziging van de statuten;

1° la modification aux statuts;

2° de benoeming en het ontslag van de bestuurders;

2° la nomination et la révocation des administrateurs;

3° de benoeming en het ontslag van de commissarissen en het bepalen van hun eventuele bezoldiging;

3° la nomination et la révocation des commissaires et la fixation de leurs émoluments éventuels;

4° de kwijting aan de bestuurders en de commissarissen;

4° la décharge à octroyer aux administrateurs et aux commissaires;

5° de goedkeuring van de begrotingen en de rekeningen;

5° l’approbation des budgets et des comptes;

6° de ontbinding van de vereniging of haar samensmelting met een andere vereniging;

6° la dissolution de l’association ou la fusion avec une autre association;

7° de oprichting van administratieve zetels en bijhuizen van de vereniging.

7° la mise en place de sièges administratifs et de succursales de l’association.

De Algemene Vergadering oefent verder alle andere machten uit die haar door de wet of door de statuten zouden worden toevertrouwd.

L’Assemblée Générale exerce tous les autres pouvoirs qui lui seraient conférés par la loi ou par les statuts.

Wanneer de vereniging niet meer dan vijfhonderd leden telt, kan de Algemene Vergadering slechts geldig over de wijzigingen in de statuten beraadslagen indien het voorwerp van deze wijzigingen speciaal in de oproeping vermeld is en indien de Vergadering twee derde van de leden verenigt. Een wijziging kan slechts aangenomen worden met een meerderheid van twee derde der stemmen en indien de wijziging betrekking heeft op het doel of de doeleinden van de vereniging kan de wijziging slechts aangenomen worden met een meerderheid van vier

Lorsque l’association ne compte pas plus de cinq cents affiliés, l’Assemblée Générale ne peut valablement délibérer sur les modifications aux statuts que si l’objet de celles-ci est spécialement indiqué dans la convocation et si l’Assemblée réunit les deux tiers des affiliés. Une modification ne peut être adoptée qu’à la majorité des deux tiers des voix et, si la modification concerne le ou les buts de l’association, elle ne peut être acceptée qu’à la majorité des quatre cinquièmes des voix. Si les deux tiers des affiliés ne sont pas présents ou représentés à la


15473

vijfde der stemmen. Indien de tweederden der leden niet aanwezig of vertegenwoordigd zijn op de eerste Vergadering, mag een tweede Vergadering samengeroepen worden ten minste vijftien dagen na de eerste Vergadering die kan beraadslagen welk ook het aantal aanwezige leden zij.

première Réunion, une seconde Réunion peut être prévue au moins quinze jours après cette première Réunion. Celle-ci pourra délibérer quel que soit le nombre d’affiliés présents.

Wanneer de vereniging meer dan vijfhonderd leden telt, beraadslaagt de Algemene Vergadering geldig over de wijzigingen in de statuten in dezelfde voorwaarden, met dien verstande dat zij niet moet voldoen aan het aanwezigheidsquorum van twee derde van de leden.

Lorsque l’association compte plus de cinq cents affiliés, l’Assemblée Générale délibère valablement sur les modifications aux statuts dans les mêmes conditions mais elle ne doit pas réunir les deux tiers des affiliés.

De Algemene Vergadering wordt voorgezeten door de voorzitter van de Raad van Bestuur. Bij afwezigheid van de voorzitter van de Raad, wordt het voorzitterschap waargenomen door de oudste ondervoorzitter van de Raad. Bij afwezigheid van de voorzitter en van de ondervoorzitter(s) wordt de Algemene Vergadering voorgezeten door de oudste aanwezige bestuurder. De Algemene Vergadering beraadslaagt over de voorstellen die haar door de Raad van Bestuur of door de leden gedaan worden en die op de agenda ingeschreven zijn.

L’Assemblée Générale est présidée par le président du Conseil d’Administration. En l’absence du président du Conseil, la présidence est assumée par le plus âgé des vice-présidents. En l’absence du président et des vice-président(s), l’Assemblée Générale est présidée par le plus âgé des administrateurs présents. L’Assemblée Générale délibère sur les propositions qui lui sont faites par le Conseil d’Administration ou par les affiliés et qui sont portées à l’ordre du jour.

Elk voorstel, ondertekend door ten minste een twintigste van de leden ingeschreven in het register der leden, moet op de agenda gebracht worden.

Toute proposition, signée par un vingtième au moins des affiliés inscrits sur la liste annuelle des affiliés, doit être inscrite à l’ordre du jour.

Er mogen evenwel beslissingen buiten de agenda getroffen worden, op voorwaarde dat er geen gebruik werd gemaakt van de hoger in dit artikel vermelde vrijstelling tot oproeping en op voorwaarde dat zij slechts op kwesties van administratief bestuur van de vereniging betrekking hebben en er geen beroep tegen aangetekend wordt tijdens de volgende Vergadering.

Toutefois, des décisions peuvent être prises en dehors de l’ordre du jour, à condition qu’il ne soit pas fait usage de la dispense de convocation prévue ci-avant dans l’article et à condition de ne porter que sur des questions de gestion administrative de l’association et sauf appel à l’Assemblée subséquente.

De beslissingen van de Algemene Vergadering worden opgenomen in notulen die bewaard worden in een notulenregister dat, behoudens indien de vereniging een commissaris heeft benoemd ter inzage zal liggen van de leden overeenkomstig de V&S-wet en haar uitvoeringsbesluiten. Afschriften of uittreksels, voor echt verklaard door de voorzitter of twee bestuurders, kunnen aan belanghebbende derden bezorgd worden.

Les décisions de l’Assemblée Générale sont consignées dans des procès-verbaux qui sont conservés dans un registre, mis à la disposition des affiliés, conformément à la loi A&F et à ses arrêtés d’exécution, sauf si l’association a nommé un commissaire. Des copies ou extraits, certifiés conformes par le président ou par deux administrateurs, peuvent être délivrés aux tiers intéressés.

HOOFDSTUK V. — Financiële bepalingen

CHAPITRE V. — Dispositions financières

Art. 20. De inkomsten van de vereniging bestaan uit :

Art. 20. Les ressources de l’association se composent :

1° bedragen die haar toekomen bij toepassing van de wetgeving op de sociale zekerheid;

1° des recettes qui lui reviennent en application de la législation relative à la sécurité sociale;

2° toelagen, giften of alle andere bedragen die zij zou kunnen genieten hetzij krachtens deze wetgeving, hetzij uit hoofde van om het even welke andere titel;

2° des subventions, des libéralités ou de toutes autres ressources dont elle pourrait bénéficier soit en vertu de cette législation, soit à tout autre titre;

3° bijdragen die de vereniging, eventueel, bij beslissing van de Raad van Bestuur van haar leden zou kunnen vragen om de administratiekosten te dekken.

3° des cotisations que, le cas échéant, l’association pourrait demander à ses affiliés, par décision du Conseil d’Administration pour couvrir les frais d’administration.

Art. 21. De vereniging stelt een reservefonds, een thesauriefonds voor de betaling van de gezinsbijslag, een fonds voor administratiekosten en een administratieve reserve samen, en het wendt die aan volgens de richtlijnen voorzien in de gecoördineerde wetten betreffende de kinderbijslag voor werknemers en haar uitvoeringsbesluiten.

Art. 21. L’association se constitue un fonds de réserve, un fonds de roulement pour le paiement des prestations familiales, un fonds pour frais d’administration et une réserve administrative et elle les utilisera selon les règles prévues par les dispositions des lois coordonnées relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés et de ses arrêtés d’exécution.

Art. 22. Elk lid is verplicht aan de vereniging de inlichtingen te verstrekken die zij nodig heeft om haar opdracht te vervullen en eventueel al de rechtvaardigende en al de boekhoudkundige stukken, die het mogelijk maken de juistheid van zijn verklaringen vast te stellen, ter beschikking van haar afgevaardigden te houden.

Art. 22. Chaque affilié est tenu de fournir à l’association les renseignements dont elle a besoin pour accomplir sa mission et de tenir à la disposition de ses délégués, toutes pièces justificatives et comptables éventuellement susceptibles d’établir l’exactitude de ses déclarations.

Indien het lid de nodige inlichtingen niet verstrekt, kan de vereniging deze ter plaatse inwinnen op kosten van het in gebreke zijnde lid.

A défaut par l’affilié de fournir les renseignements nécessaires, l’association peut les recueillir sur place aux frais de l’affilié défaillant.

15474


Art. 23. Elke bedrieglijke verklaring geeft aanleiding tot de toepassing van de sancties bepaald bij het reglement waarvan sprake in art. 24 van de samengeordende wetten betreffende de gezinsbijslag voor werknemers.

Art. 23. Toute déclaration frauduleuse donne lieu à l’application des sanctions fixées par le règlement dont question à l’article 24 des lois coordonnées relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés.

Bovendien kan het lid dat bedrog pleegt uit de vereniging gesloten worden, onverminderd de verplichting de onbetaald gebleven bijdragen en boeten te betalen.

En outre, l’affilié qui se rend coupable de fraude, peut être exclu de l’association, sans préjudice du paiement obligatoire de l’ensemble des cotisations restées impayées ainsi que des amendes.

Art. 24. De bijdragen dienen betaald te worden binnen de bij de wet en de reglementen bepaalde termijnen.

Art. 24. Le paiement des cotisations doit être effectué, dans les délais prévus par la loi et par les règlements.

Zo het lid nalaat binnen de gestelde termijnen de nodige inlichtingen te verstrekken voor de berekening van zijn bijdrage, kan de vereniging van ambtswege en op kosten van het in gebreke zijnde lid de nodige inlichtingenstaat doen opmaken.

Si l’affilié ne fournit pas, dans les délais fixés, les renseignements nécessaires au calcul de sa cotisation, l’association peut faire établir d’office aux frais de l’affilié défaillant l’état de renseignements nécessaires.

Het in gebreke gebleven lid moet de bij de gecoördineerde wetten en de reglementen bepaalde verhogingen, verwijlintresten en boeten betalen.

L’affilié défaillant est tenu de payer les majorations, intérêts de retard et amendes prévus par les lois coordonnées et les règlements.

Art. 25. Het maatschappelijk boekjaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december van elk jaar.

Art. 25. L’exercice social commence le 1er janvier et se termine le 31 décembre de chaque année.

De Raad van Bestuur stelt elk jaar de jaarrekening van het voorbije boekjaar op en legt deze samen met een voorstel van begroting voor het komende boekjaar binnen zes maanden na afsluiting van het boekjaar ter goedkeuring voor aan de jaarlijkse Algemene Vergadering. De jaarlijkse Algemene Vergadering zal zich uitspreken over de kwijting te verlenen aan de bestuurders en desgevallend de commissaris(sen) wat de uitoefening van hun mandaat betreft.

Chaque année, le Conseil d’Administration établit les comptes annuels de l’exercice écoulé. Dans les six mois qui suivent la clôture de l’exercice, il les soumet ainsi qu’un projet de budget pour l’exercice à venir, à l’approbation de l’Assemblée Générale annuelle. L’Assemblée Générale annuelle se prononcera sur la décharge à donner aux administrateurs et, le cas échéant, au(x) commissaire(s) en ce qui concerne l’exécution de leur mandat.

De boekhouding wordt gevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 17 van de V&S-wet en haar uitvoeringsbesluiten.

La comptabilité est effectuée conformément aux dispositions de l’article 17 de la loi A&F et de ses arrêtés d’exécution.

De jaarrekening wordt neergelegd in het dossier gehouden op de griffie van de Rechtbank van Koophandel overeenkomstig het bepaalde in artikel 26novies V&S-wet. Voor zover vereist wordt de jaarrekening tevens neergelegd bij de Nationale Bank overeenkomstig het bepaalde in artikel 17, § 6 van de V&S-wet en de desbetreffende uitvoeringsbesluiten.

Les comptes annuels sont déposés dans le dossier tenu au greffe du Tribunal de Commerce conformément à l’article 26novies de la loi A&F. Pour autant que ce soit requis, les comptes annuels sont également déposés à la Banque Nationale conformément à l’article 17, § 6 de la loi A&F et à ses arrêtés d’exécution.

HOOFDSTUK VI. — Ontbinding, vereffening, samensmelting

CHAPITRE VI. — Dissolution, liquidation, fusion

Art. 26. De Algemene Vergadering kan de ontbinding van de vereniging slechts uitspreken, indien het voorstel hiertoe uitdrukkelijk werd vermeld in de oproeping en twee derde van haar leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Is deze laatste voorwaarde niet vervuld, dan kan een tweede vergadering ten minste vijftien dagen na de eerste vergadering samengeroepen worden die geldig beraadslaagt welk ook het aantal aanwezige leden zij.

Art. 26. L’Assemblée Générale ne peut prononcer la dissolution de l’association que si la proposition de dissolution a été explicitement formulée et que si les deux tiers de ses affiliés sont présents ou représentés. Si cette condition n’est pas remplie, une deuxième réunion pourra être prévue au moins quinze jours après la première réunion qui délibérera valablement quel que soit le nombre d’affiliés présents.

Geen beslissing is aangenomen tenzij zij gestemd is met een meerderheid van vier vijfde der aanwezige of vertegenwoordigde leden.

Une décision ne sera adoptée que si elle est votée à la majorité des quatre cinquièmes des voix des membres présents ou représentés.

De Algemene Vergadering bepaalt terzelfdertijd de vereffening die onder de controle van de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers moet gebeuren. Zij benoemt een of meer vereffenaars die hun opdracht in bestendige samenwerking met genoemde Rijksdienst uitvoeren, zij stelt hun bevoegdheden vast en bepaalt eventueel hun bezoldigingen.

L’Assemblée Générale prévoit en même temps la liquidation, qui doit s’opérer sous le contrôle de l’Office National d’Allocations Familiales pour Travailleurs Salariés. Elle nomme un ou plusieurs liquidateurs qui effectueront leur mission en collaboration constante avec ledit Office, elle établit leurs pouvoirs et fixe leurs émoluments éventuels.

Vanaf de beslissing tot ontbinding vermeldt de vereniging in al haar stukken dat zij ″v.z.w. in vereffening″ is overeenkomstig artikel 23 van de V&S-wet.

A partir de la date de la décision de dissolution, tous les documents émanant de l’association mentionneront qu’elle est une «ASBL en liquidation», conformément à l’article 23 de la loi A&F.

Het vermogen van de vereniging zal worden besteed aan een doel dat nauw aansluit bij het doel van de vereniging.

L’actif de l’association sera transféré à un objet social proche des objectifs de l’association.

Art. 27. Tot de samensmelting met een ander vereniging kan door de Algemene Vergadering besloten worden in dezelfde voorwaarden als die bepaald voor de ontbinding van de vereniging.

Art. 27. La fusion avec une autre association peut être décidée par l’Assemblée Générale dans les mêmes conditions que celles prévues pour la dissolution de l’association.

HOOFDSTUK VII. — Slotbepalingen

CHAPITRE VII. — Dispositions finales

Art. 28. Voor alle bepalingen die niet voorzien werden in onderhavige statuten, dienen de v.z.w.-wet en haar uitvoeringsbesluiten in acht genomen te worden.

Art. 28. Pour toutes les stipulations qui ne sont pas prévues dans les présents statuts, il y a lieu de se conformer à la loi sur les ASBL et à ses arrêtés d’exécution.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 14 februari 2006.

Vu pour être annexé à Notre arrêté du 14 février 2006.

ALBERT

ALBERT

Van Koningswege :

Par le Roi :

De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE

Le Ministre des Affaires sociales, R. DEMOTTE

15475

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE, SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE ET ENVIRONNEMENT

[C − 2006/22244] 22 FEBRUARI 2006. — Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 2 februari 2005 tot erkenning van de laboratoria voor ontleding van en controle op de geneesmiddelen

[C − 2006/22244] 22 FEVRIER 2006. — Arrêté ministériel modifiant l’arrêté ministériel du 2 février 2005 relatif à l’agrément des laboratoires d’analyse et de contrôle des médicaments

De Minister van Volksgezondheid,

Le Ministre de la Santé publique,

Gelet op de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen, inzonderheid op de artikelen 6, § 1 en 13, gewijzigd bij de wet van 20 oktober 1998, en op artikel 15, § 3; Gelet op het koninklijk besluit van 6 juni 1960 betreffende de fabricage, de distributie in het groot en de terhandstelling van geneesmiddelen, inzonderheid op artikel 15, 2°, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 november 1985, 31 december 1992, 7 augustus 1995, 8 november 2001 en 27 februari 2003 en op artikel 39, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 februari 1961 en 27 februari 2003; Gelet op het koninklijk besluit van 22 september 1966 betreffende de voorwaarden en modaliteiten tot erkenning van de laboratoria voor ontleding van en controle op de geneesmiddelen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 september 1990, 23 januari 1992, 28 februari 1993 en 17 maart 1994; Gelet op het koninklijk besluit van 19 december 1997 betreffende de controle en de analyse van de grondstoffen die door de officina – apothekers gebruikt worden, inzonderheid op artikel 1, 2°, en artikel 8, 3°; Gelet op het ministerieel besluit van 26 juli 1976 betreffende de voorwaarden en modaliteiten tot erkenning van de laboratoria voor ontleding van en controle op de geneesmiddelen, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 1 maart 1988; Gelet op het ministerieel besluit van 2 februari 2005 tot erkenning van de laboratoria voor ontleding van en controle op de geneesmiddelen, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 28 november 2005,

Vu la loi du 25 mars 1964 sur les médicaments, notamment les articles 6, § 1er et 13, modifiés par la loi du 20 octobre 1998 et l’article 15, § 3; Vu l’arrêté royal du 6 juin 1960 relatif à la fabrication, à la distribution en gros des médicaments et à leur dispensation, notamment l’article 15, 2°, modifié par les arrêtés royaux des 5 novembre 1985, 31 décembre 1992, 7 août 1995, 8 novembre 2001 et 27 février 2003 et l’article 39, modifié par les arrêtés royaux des 10 février 1961 et 27 février 2003; Vu l’arrêté royal du 22 septembre 1966 relatif aux conditions et modalités de reconnaissance des laboratoires d’analyse et de contrôle des médicaments modifié par les arrêtés royaux des 7 septembre 1990, 23 janvier 1992, 28 février 1993 et 17 mars 1994; Vu l’arrêté royal du 19 décembre 1997 relatif au contrôle et à l’analyse des matières premières utilisées par les pharmaciens d’officine, notamment l’article 1er, 2°, et l’article 8, 3°; Vu l’arrêté ministériel du 26 juillet 1976 relatif aux conditions et modalités de reconnaissance des laboratoires d’analyse et de contrôle des médicaments, modifié par l’arrêté ministériel du 1er mars 1988; Vu l’arrêté ministériel du 2 février 2005 relatif à l’agrément des laboratoires d’analyse et de contrôle des médicaments, modifié par l’arrêté ministériel du 28 novembre 2005,

Arrête :

Besluit : Enig artikel. In artikel 1 van het ministerieel besluit van 2 februari 2005 tot erkenning van de laboratoria voor ontleding van en controle op de geneesmiddelen worden de woorden : « Het « Laboratorium voor Farmaceutische Microbiologie en Hygiëne van de Universiteit Antwerpen », Universiteitsplein 1, 2610 Wilrijk, bestuurd door Prof. Vanden Berghe, D., is erkend om de bacteriologische en virologische analyses van en de controles op de geneesmiddelen te verrichten. » vervangen door de woorden « Het « Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne van de Universiteit Antwerpen », Universiteitsplein 1, 2610 Wilrijk, bestuurd door Prof. Vanden Berghe, D. en Prof. Maes, L., is erkend om de bacteriologische en virologische analyses van en de controles op de geneesmiddelen te verrichten. ». Brussel, 22 februari 2006. R. DEMOTTE

Article unique. A l’article 1er de l’arrêté ministériel du 2 février 2005 relatif à l’agrément des laboratoires d’analyse et de contrôle des médicaments les mots : « Le « Laboratorium voor Farmaceutische Microbiologie en Hygiëne van de Universiteit Antwerpen », Universiteitsplein 1, 2610 Wilrijk, dirigé par le Prof. Vanden Berghe, D., est agrée pour effectuer les analyses de bactériologie et virologie et les contrôles des médicaments. » sont remplacés par les mots « Le « Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne van de Universiteit Antwerpen », Universiteitsplein 1, 2610 Wilrijk, dirigé par le Prof. Vanden Berghe, D. et le Prof. Maes, L., est agréé pour effectuer les analyses de bactériologie et virologie et les contrôles des médicaments. ». Bruxelles, le 22 février 2006. R. DEMOTTE

* FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE, SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE ET ENVIRONNEMENT

[C − 2006/22243]

[C − 2006/22243]

23 FEBRUARI 2006. — Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 3 juni 2003 houdende benoeming en aanwijzing van de voorzitters, leden en secretarissen van de Commissie voor de machtiging van de apothekers die bevoegd zijn om verstrekkingen te verrichten die tot de klinische biologie behoren

23 FEVRIER 2006. — Arrêté ministériel modifiant l’arrêté ministériel du 3 juin 2003 portant nomination et désignation des présidents, membres et secrétaires de la Commission d’habilitation des pharmaciens appelés à effectuer des prestations de biologie clinique

De Minister van Volksgezondheid, Gelet op het koninklijk besluit van 5 november 1964 tot vaststelling van de voorwaarden voor de machtiging van de apothekers die bevoegd zijn om verstrekkingen te verrichten die tot de klinische biologie behoren, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 mei 1965;

Le Ministre de la Santé publique, Vu l’arrêté royal du 5 novembre 1964 déterminant les conditions d’habilitation des pharmaciens appelés à effectuer des prestations de biologie clinique, notamment l’article 3, § 1er, remplacé par l’arrêté royal du 18 mai 1965;

15476


Gelet op het ministerieel besluit van 3 juni 2003 houdende benoeming en aanwijzing van de voorzitters, leden en secretarissen van de Commissie voor de machtiging van de apothekers die bevoegd zijn om verstrekkingen te verrichten die tot de klinische biologie behoren,

Vu l’arrêté ministériel du 3 juin 2003 portant nomination et désignation des présidents, membres et secrétaires de la Commission d’habilitation des pharmaciens appelés à effectuer des prestations de biologie clinique, Arrête :

Besluit : Artikel 1. In artikel 2, 1°, eerste streepje, van het ministerieel besluit van 3 juni 2003 houdende benoeming en aanwijzing van de voorzitters, leden en secretarissen van de Commissie voor de machtiging van de apothekers die bevoegd zijn om verstrekkingen te verrichten die tot de klinische biologie behoren, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

Article 1er. A l’article 2, 1°, premier tiret, de l’arrêté ministériel du 3 juin 2003 portant nomination et désignation des présidents, membres et secrétaires de la Commission d’habilitation des pharmaciens appelés à effectuer des prestations de biologie clinique sont apportées les modifications suivantes :

1° de vermelding « De heer Gielen, J., « Université de Liège » » wordt vervangen door de vermelding « De heer Chapelle, J.-P., « Université de Liège » »;

1° la mention « M. Gielen, J., Université de Liège », est remplacée par la mention « M. Chapelle J.-P., Université de Liège »;

2° de vermelding « De heer Chapelle, J.-P., « Université de Liège » » wordt vervangen door de vermelding « De heer Cavalier, E., « Université de Liège » ».

2° la mention « M. Chapelle, J.-P., Université de Liège » est remplacée par la mention « M. Cavalier, E., Université de Liège ».

Art. 2. In artikel 3 van hetzelfde ministerieel besluit wordt de vermelding « Gielen, J. » vervangen door de vermelding « Mardens, Y.″.

Art. 2. A l’article 3 du même arrêté ministériel la mention « Gielen, J. » est remplacée par la mention « Mardens, Y.″. Bruxelles, 23 février 2006.

Brussel, 23 februari 2006.

R. DEMOTTE

R. DEMOTTE

* FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE

[C − 2006/09206]

[C − 2006/09206]

Rechterlijke Orde

Ordre judiciaire

Bij ministerieel besluit van 8 maart 2006 is Mevr. Dijon, I., toegevoegd substituut-procureur des Konings in het rechtsgebied van het hof van beroep te Bergen, gemachtigd om het ambt bij de dienst documentatie en overeenstemming der teksten bij het Hof van Cassatie waar te nemen, voor een periode van maximum zes jaar, met ingang van 1 maart 2006. Het beroep tot nietigverklaring van de voormelde akte met individuele strekking kan voor de afdeling administratie van de Raad van State worden gebracht binnen zestig dagen na deze bekendmaking. Het verzoekschrift dient bij ter post aangetekende brief aan de Raad van State (adres : Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel), te worden toegezonden.

Par arrêté ministériel du 8 mars 2006, Mme Dijon, I., substitut du procureur du Roi de complément dans le ressort de la cour d’appel de Mons, est déléguée pour exercer des fonctions au sein du service de la documentation et de la concordance des textes auprès de la Cour de cassation, pour une période maximum de six ans prenant cours le 1er mars 2006. Le recours en annulation de l’acte précité à portée individuelle peut être soumis à la section d’administration du Conseil d’Etat endéans les soixante jours après cette publication. La requête doit être envoyée au Conseil d’Etat (adresse : rue de la Science 33, 1040 Bruxelles), sous pli recommandé à la poste.

* FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE


[C − 2006/11098] 23 FEBRUARI 2006. — Ministerieel besluit tot erkenning van een coöperatieve vennootschap De Minister van Economie,

[C − 2006/11098] 23 FEVRIER 2006. — Arrêté ministériel portant agréation d’une société coopérative Le Ministre de l’Economie,

Gelet op de wet van 20 juli 1955 houdende instelling van een Nationale Raad voor de Coöperatie, inzonderheid op artikel 5;

Vu la loi du 20 juillet 1955 portant institution d’un Conseil national de la Coopération, notamment l’article 5;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1962 tot vaststelling van de voorwaarden tot erkenning van nationale groeperingen van coöperatieve vennootschappen en van de coöperatieve vennootschappen, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 24 september 1986, 25 februari 1996 en 10 november 1996,

Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1962 fixant les conditions d’agréation des groupements nationaux de sociétés coopératives et des sociétés coopératives, modifié par les arrêtés royaux des 24 septembre 1986, 25 février 1996 et 10 novembre 1996,

Besluit :

Arrête :

Artikel 1. Wordt erkend in de commissie der landbouwcoöperaties met ingang van 1 februari 2006, de volgende coöperatieve vennootschap :

Article 1er. Est agréée dans la commission des coopératives agricoles, avec effet au 1er février 2006, la société coopérative suivante :

5143 CUMA DE LA MALADRIE scris, te Chimay

5143 CUMA DE LA MALADRIE scris, à Chimay

Ondernemingsnummer : 0461608251

Numéro d’entreprise : 0461608251

Art. 2. De erkenning vermeld in het vorige artikel, blijft geldig tot 31 mei 2007. Brussel, 23 februari 2006. M. VERWILGHEN

Art. 2. L’agrément mentionné à l’article précédent reste valable jusqu’au 31 mai 2007. Bruxelles, le 23 février 2006. M. VERWILGHEN

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE

15477


[C − 2006/11089] Wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet Erkenning. — Registratie

[C − 2006/11089] Loi du 12 juin 1991 relative au crédit à la consommation Agrément. — Enregistrement

Bij beslissing van 2 februari 2006, genomen in toepassing van de artikelen 74 en 75 van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet, worden de volgende met name hierna aangeduide personen erkend onder het nummer voor hun naam met het oog op het aanbieden of het toezeggen van leningen op afbetaling, overeenkomstig artikel 1, 11° van dezelfde wet :

Par décision du 2 février 2006, prise en application des articles 74 et 75 de la loi du 12 juin 1991 relative au crédit à la consommation, les personnes nommément désignées ci-après sont agréées sous le numéro en regard de leur nom en vue d’offrir ou de consentir des prêts à tempérament, conformément à l’article 1er, 11° de la même loi :

207715 ANTWERP FINANCE NV FRANKRIJKLEI 37 2000 ANTWERPEN ONDERNEMINGSNR. : 0464.459.655 207722 FASHION AND BUSINESS RUE DE LA FORET 56 6970 TENNEVILLE N° D’ENTREPRISE : 0447.016.283

Bij beslissing van 02 februari 2006, genomen in toepassing van de artikelen 74, 75 en 75bis van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet, wordt de volgende met name hierna aangeduide persoon geregistreerd onder het nummer voor zijn naam met het oog op het aanbieden of het toezeggen van kredietopeningen, overeenkomstig artikel 1, 12° van dezelfde wet :

Par décision du 2 février 2006, prise en application des articles 74, 75 et 75bis de la loi du 12 juin 1991 relative au crédit à la consommation, la personne nommément désignée ci-après est enregistrée sous le numéro en regard de son nom en vue d’offrir ou de consentir des ouvertures de crédit, conformément à l’article 1er, 12° de la même loi :

204043 FINANSBANK (HOLLAND) NV MAATSCHAPPELIJKE ZETEL : KARSPELDDREEF 6A, 1101 CJ AMSTERDAM BIJKANTOOR BELGIE : FRANKRIJKLEI 121, 2000 ANTWERPEN ONDERNEMINGSNR. : 0471.833.041

Bij beslissing van 7 februari 2006, genomen in toepassing van de artikelen 74 en 75 van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet, wordt de NV CREDIUM, Johan de Maegtstraat 19, 1673 Pepingen, ondernemingsnummer 0866.484.469,oorspronkelijk erkend onder de benaming CREDION NV, bevestigd onder het nummer 205.959 onder haar nieuwe benaming met het oog op het aanbieden of het toezeggen van leningen op afbetaling, overeenkomstig artikel 1, 11° van dezelfde wet.

Par décision du 7 février 2006, prise en application des articles 74 et 75 de la loi du 12 juin 1991 relative au crédit à la consommation, la NV CREDIUM, Johan de Maegtstraat 19, 1673 Pepingen, numéro d’entreprise 0866.484.469, initialement agréée sous la dénomination CREDION NV, est confirmée sous sa nouvelle dénomination sous le numéro 205.959 en vue d’offrir ou de consentir des prêts à tempérament, conformément à l’article 1er, 11° de la même loi.

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP [C − 2006/35368] 24 OKTOBER 2005. — Ministerieel besluit houdende oprichting en samenstelling van de commissie vrijstellingen leegstand woningen De Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening en de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, Gelet op het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, hoofdstuk VIII, afdeling 2, gewijzigd bij de decreten van 8 juli 1996, 8 juli 1997, 15 juli 1997, 7 juli 1998, 18 mei 1999, 30 juni 2000, 6 juli 2001, 7 mei 2004 en 24 december 2004, inzonderheid op artikel 42, § 3; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 15 juli 1997, 23 juli 1998, 6 oktober 1998, 13 december 2002, 4 juni 2004, 11 juni 2004 en 14 juli 2004, inzonderheid op artikel 16 § 2;

15478

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2004; Overwegende dat de Vlaamse Regering de Vlaamse ministers, bevoegd voor de Huisvesting en de Financiën, heeft opgedragen de Commissie Vrijstellingen Leegstand Woningen op te richten en de samenstelling en de werking ervan te regelen; Besluit : Artikel 1. § 1. De commissie vrijstellingen leegstand woningen, zoals bedoeld in artikel 42, § 3, van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 is samengesteld uit vijf leden. Deze leden worden als volgt aangewezen : Twee leden, aan te wijzen uit de Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen, afdeling Financiering Huisvestingsbeleid. Twee leden, aan te wijzen uit de Administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management, afdeling Financieel Management. Een gewestelijk ambtenaar uit een provinciale afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen; De voorzitter wordt jaarlijks afwisselend aangeduid uit de eerste en tweede categorie vermeld in het eerste lid. Voor alle leden wordt een plaatsvervanger aangeduid, die bij afwezigheid het lid vervangt. § 2. De leidende ambtenaar, respectievelijk van de Administratie Ruimtelijk Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen en van de Administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management, wijzen de leden en de plaatsvervangende leden aan. Art. 2. De Commissie Vrijstellingen Leegstand Woningen behandelt en beslist over de verzoeken tot vrijstelling waarin elementen van overmacht worden ingeroepen die niet gevat zijn onder de vrijstellingen van artikel 42, § 1 en § 2, van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996. De belastingplichtige kan zijn verzoek bij deze Commissie indienen binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de datum waarop hem de beslissing dat zijn bezwaarschrift geheel of gedeeltelijk werd afgewezen ter kennis werd gebracht overeenkomstig artikel 39, § 2, tweede lid, van het vermelde decreet. Het verzoek wordt per aangetekend schrijven gericht aan de Voorzitter van de Commissie. Het adres waaraan dit aangetekend schrijven moet worden gericht wordt vermeld in de beslissing waarmee het bezwaarschrift overeenkomstig artikel 39, § 2, tweede lid, van het vermelde decreet, geheel of gedeeltelijk wordt afgewezen. De Commissie Vrijstellingen Leegstand Woningen deelt haar beslissingen binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag mee aan de aanvrager en aan de betrokken administraties, vermeld in artikel 1, § 1. Art. 3. De Commissie Vrijstellingen Leegstand Woningen komt jaarlijks minstens vier keer samen om de in artikel 2 vermelde dossiers te behandelen en rapporteert hierover uiterlijk op 31 maart volgend op het werkjaar aan de Vlaamse ministers bevoegd voor de Huisvesting en de Financiën. Art. 4. De Commissie Vrijstellingen Leegstand Woningen stelt een huishoudelijk reglement op dat de interne wijze van besluitvorming en de interne organisatie regelt. Brussel, 24 oktober 2005. De Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, D. VAN MECHELEN De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, M. KEULEN

* MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP [S − C − 2006/35384 ] 6 FEBRUARI 2006. — Ministerieel besluit betreffende de vaststelling van het jaarprogramma 2006 voor de subsidiëring van projecten in het kader van het PRESTI 5-programma De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, Gelet op het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, inzonderheid op artikel 40, § 1, 1°, en 40, § 2, gewijzigd bij het decreet van 20 april 1994; Gelet op het decreet van 23 december 2005 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2006; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 december 2002 tot instelling en organisatie van een vijfde preventiestimulerend programma, inzonderheid op artikel 3; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2004 en 23 december 2005, Besluit : Artikel 1. § 1. Voor het jaarprogramma 2006 zijn volgende PRESTI 5-projecttypes subsidieerbaar : 1° demonstratieproject : project waarbij op zoek gegaan wordt naar een voorbeeld rond preventie van afval en emissies, en dat in een tweede fase getoond wordt aan een relevante doelgroep; 2° actieplanning : project waarbij concrete preventiemaatregelen worden gepland en uitgevoerd, die rechtstreeks een aantoonbare vermindering van afval en emissies verwezenlijken; 3° onderzoeksproject : project waarbij onderzoek wordt uitgevoerd naar preventiemaatregelen met betrekking tot vermindering van het ontstaan van afvalstoffen en emissies; 4° ervaringsuitwisseling : project waarbij de mogelijkheid gecreëerd wordt om ervaringen uit te wisselen in het kader van preventie van afval en emissies.

15479

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE § 2. Volgende PRESTI 5-projectthema’s zijn subsidieerbaar voor het jaarprogramma 2006 : 1° productontwikkeling : het minimaliseren van de milieu-impact over de hele levenscyclus van een product door gerichte keuzes te maken in het ontwerp ervan; 2° ketenbeheer : het dusdanig beheren van stofkringlopen in de economische productketen van grondstofproductieproces-product-afval, zodat deze stofkringlopen zo veel mogelijk op milieuverantwoorde wijze gesloten zijn en de energievoorziening zo veel mogelijk via duurzame energiebronnen verloopt; 3° meten is weten : het meten van de feitelijke milieubelasting door permanente analyse; het nagaan in welke mate vorderingen gemaakt worden bij het verbeteren van de milieuprestaties; 4° maatregelen en technieken : het doorvoeren van wijzigingen in productieprocessen, technische aanpassingen aan installaties; het toepassen van milieuvriendelijker technieken. Art. 2. De prioritaire doelgroepen voor het jaarprogramma 2006 zijn beroepsfederaties en bedrijfstakorganisaties, werkgeversorganisaties vertegenwoordigd in de SERV, Vlaams Agentschap Ondernemen en provinciale ontwikkelingsmaatschappijen, onderzoeks- en onderwijsinstellingen en organisaties die zich richten naar productontwikkeling. Art. 3. De oproepperiode voor het jaarprogramma 2006, zijnde de periode waarbinnen aanvragen tot subsidiëring kunnen worden ingediend, loopt van 1 maart 2006 tot en met 30 juni 2006. Brussel, 6 februari 2006. K. PEETERS

* MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP [C − 2006/35372] Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest. — Erkenning bodemsaneringsdeskundige Bij besluit van de OVAM van 23 februari 2006 wordt Recycling Assistance bvba, met als maatschappelijke zetel Drengel 34, te 2980 Zoersel, erkend als bodemsaneringsdeskundige van type 1 en dit voor een duur van vijf jaar.

* MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP [C − 2006/35361] Waterwegen en Zeekanaal N.V. — Extern Verzelfstandigd Agentschap. — Onteigeningen GRIMBERGEN. — Bij besluit van de Raad van Bestuur van het agentschap Waterwegen en Zeekanaal van 14 december 2005 is voorgeschreven dat de bepalingen van artikel 5 van de wet van 26 juli 1962 betreffende de onteigening ten algemenen nutte en de concessies voor de bouw van autosnelwegen, dienen te worden toegepast voor de onteigeningen door het agentschap Waterwegen en Zeekanaal N.V. op het grondgebied van de gemeente Grimbergen voor de aanleg van een exploitatieweg langsheen het Zeekanaal Brussel-Schelde. Het plan nr. C4/7633 ligt ter inzake bij de afdeling Zeekanaal - Oostdijk 110, te 2830 Willebroek. De te onteigenen percelen zijn gekend onder de volgende kadastrale gegevens : Grimbergen 1ste afdeling - sectie I - perceelsnummer(s)

10E+10F - 11F+11G - 11R 13d2 - 13c en 13h3

Bij besluit van 06 februari 2006 van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur werd het agentschap Waterwegen en Zeekanaal N.V. gemachtigd over te gaan tot onteigening. Deze besluiten kunnen worden aangevochten voor de Raad van State binnen een termijn van zestig dagen vanaf de kennisneming van de onteigening alsook voor de Vrederechter op het ogenblik dat de gerechtelijke fase wordt ingezet. Het verzoekschrift dient aangetekend te worden neergelegd bij de Raad van State samen met drie gewaarmerkte afschriften en bovendien zoveel afschriften als er tegenpartijen zijn (art. 85 van het procedurereglement van de Raad van State).

* MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP [2006/35315] Provincie Oost-Vlaanderen. — Ruimtelijke ordening LEBBEKE. — Bij besluit van 26 januari 2006 heeft de Bestendige Deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan « Binnengebied Kouterbaan, Aalstersestraat, Lange Molenstraat » van de gemeente Lebbeke, bestaande uit een plan bestaande toestand, een bestemmingsplan en stedebouwkundige voorschriften onthouden van goedkeuring.

15480

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP [C − 2006/35419] Het Gemeenschapsonderwijs Personeelsbeleid – Decreet Rechtspositie Personeelsleden Gemeenschapsonderwijs. — Bijkomende oproep tot deelname aan de opleiding voor het ambt van directeur, adjunct-directeur en onderdirecteur 2006-2007 Het Gemeenschapsonderwijs informeert geïnteresseerden dat aan alle instellingen van het Gemeenschapsonderwijs de omzendbrief : « Bijkomende oproep tot de kandidaten voor deelname aan de opleiding voor het ambt van directeur, adjunct-directeur en onderdirecteur 2006-2007 », wordt toegestuurd. In deze omzendbrief zijn de modaliteiten i.v.m. de kandidaatstelling voor deelname aan de opleiding voor het ambt van directeur, adjunct-directeur en onderdirecteur opgenomen. Ook een kandideringsformulier is toegevoegd. De uiterste datum voor inzending van de kandidaturen bij de scholengroep(en) is vastgelegd op 31 maart 2006. De omzendbrief kan ingekeken worden in iedere instelling van het gemeenschapsonderwijs en is ook terug te vinden op de website van het Gemeenschapsonderwijs http://www.gemeenschapsonderwijs.be Voor meer gedetailleerde informatie over deze oproep kan u terecht bij de centrale administratie van het Gemeenschapsonderwijs (het Gemeenschapsonderwijs, cel opleidingen voor selectie- en bevorderingsambten, Emile Jacqmainlaan 20, 1000 Brussel, tel. 02-79 09 467 OVERZICHT SCHOLENGROEPEN WAAR KANDIDATUREN KUNNEN INGEDIEND WORDEN Scholengroep 1 : Antwerpen (Antigon) Algemeen directeur : de heer Dirk Van de Vondel Administratief adres : Fr. Craeybeckxlaan 24 – 2100 Deurne Telefoonnummer : 03-360 82 90 Kandideringsformulier indienen op volgend adres : Hertoginstraat 17 – 2018 Antwerpen Scholengroep 2 : Kapellen – Kalmthout (Forum) Algemeen directeur : de heer Carlo Janssens Administratief adres : Sint-Catharinastraat 10 – 2940 Stabroek Telefoonnummer : 03-568 34 80 Scholengroep 3 : Brasschaat – Malle – Schoten (Agora) Algemeen directeur : de heer Eugene Claes Administratief adres : E. Blangenoisstraat 2 - 2900 Schoten Telefoonnummer : 03-658 52 31 Scholengroep 4 : Mortsel – Edegem – Lier (Kla4) Algemeen directeur : de heer Marc Lemmens Administratief adres : Mortselsesteenweg 54 – 2540 Hove Telefoonnummer : 03-454 67 70 Scholengroep 5 : Mechelen – Keerbergen – Heist-op-den-Berg Algemeen directeur : Mevr. Linda Van Achten Administratief adres : Vlieghavenlaan 1 - 3140 Keerbergen Telefoonnummer : 015-50 41 50 Scholengroep 6 : Boom – Niel – Willebroek (Rivierenland) Algemeen directeur : de heer Luc Van Gasse Administratief adres : Lindestraat 119 – 2880 Bornem Telefoonnummer : 03-889 08 00 Scholengroep 7 : Kempen Algemeen directeur : de heer Jan Michielsen Administratief adres : Grote Markt 52 – 2300 Turnhout Telefoonnummer : 014-47 10 60 Scholengroep 8 : Brussel Algemeen directeur : de heer Jacques Goris Administratief adres : Oudstrijderslaan 200 – 1140 Evere Telefoonnummer : 02-702 30 61 Scholengroep 9 : Asse – Wemmel – Halle (Ringscholen) Algemeen directeur : de heer Geert Frans Administratief adres : Zijp 18 – 1780 Wemmel Telefoonnummer : 02-460 47 97 Scholengroep 10 : Vilvoorde – Zaventem (Midden-Brabant) Algemeen directeur : de heer Robert Steuts Administratief adres : Waversesteenweg 41 - 3090 Overijse Telefoonnummer : 02-769 73 73 Scholengroep 11 : Leuven – Tienen Algemeen directeur : de heer Gunther Degroote Administratief adres : Redingenstraat 88 – 3000 Leuven Telefoonnummer : 016-31 45 70 Scholengroep 12 : Aarschot – Diest – Tessenderlo (Adite) Algemeen directeur : de heer Guy Beckx Administratief adres : Boudewijnvest 1A – 3290 Diest Telefoonnummer : 013-35 04 94 Scholengroep 13 : Lanaken – Tongeren – Sint-Truiden (Zuid-Limburg) Algemeen directeur : de heer Thys Lambert Administratief adres : Oude Kerkhofweg 1 3700 Tongeren

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Telefoonnummer : 012-24 20 00 Scholengroep 14 : Maasland Algemeen directeur : de heer Guy Cleuren Administratief adres : Halmstraat 12 – 3600 Genk Telefoonnummer : 089-84 99 00/01 Scholengroep 15 : Limburg Noord Algemeen directeur : de heer Louis Raymaekers Administratief adres : Sint-Margrietstraat 13 – 3582 Beringen Telefoonnummer : 011-42 77 95 Scholengroep 16 : Hasselt (Midden-Limburg) Algemeen directeur : de heer Willy Vanhove Administratief adres : A. Hertzstraat 2 – 3500 Hasselt Telefoonnummer : 011-85 87 40 Scholengroep 17 : Waasland Algemeen directeur : de heer Guy Van Lancker Administratief adres : Kerkstraat 153A – 9190 Stekene Telefoonnummer : 03-790 18 80 Scholengroep 18 : Dendermonde – Lokeren – Wetteren (Schelde – Dender – Durme) Algemeen directeur : de heer Hans Weyns Administratief adres : Zuidlaan 3 – 9200 Dendermonde Telefoonnummer : 052-25 17 72 Scholengroep 19 : Aalst – Denderleeuw – Ninove (Dender) Algemeen directeur : de heer Firmin Verbrugge Administratief adres : Welvaartstraat 70, bus 4 – 9300 Aalst Telefoonnummer : 053-76 91 40 Scholengroep 20 : Geraardsbergen – Zottegem (Zuidoost-Vlaanderen) Algemeen directeur : de heer Harry Willekens Administratief adres : Papiermolenstraat 103 – 9500 Geraardsbergen Telefoonnummer : 054-41 07 24 Scholengroep 21 : Avelgem – Oudenaarde – Ronse (Vlaamse Ardennen) Algemeen directeur : de heer Jacques Vanhamme Administratief adres : Dr. De Wolfplein 9 – 9700 Oudenaarde Telefoonnummer : 055-33 45 50 Scholengroep 22 : Gent (Panta Rhei) Algemeen directeur : de heer Jan De Maeyer Administratief adres : Ooievaarsnest 3, 9050 Gentbrugge Telefoonnummer : 09-272 77 77 Scholengroep 23 : Meetjesland Algemeen directeur : de heer Marc Desmidt Administratief adres : Beukenstraat 1 - 9900 Eeklo Telefoonnummer : 09-378 60 01 Scholengroep 24 : Deinze – Tielt – Waregem Algemeen directeur : de heer Daniël De Coninck Administratief adres : Polderdreef 42 – 9840 De Pinte Telefoonnummer : 09-280 73 10 Scholengroep 25 : Brugge (Brugge – Oostkust) Algemeen directeur : de heer Philip Vanhaverbeke Administratief adres : Rijselstraat 3B - 8200 Sint-Michiels Telefoonnummer : 050-63 17 61 Scholengroep 26 : Kortrijk (Mandel en Leie) Algemeen directeur : de heer Marc Casteleyn Administratief adres : Hugo Verrieststraat 68 – 8800 Roeselare Telefoonnummer : 051-26 75 50 Scholengroep 27 : Oostende Algemeen directeur : de heer Xavier Defrancq Administratief adres : L. Spilliaertstraat 29 – 8400 Oostende Telefoonnummer : 059-51 05 24 Scholengroep 28 : Westhoek Algemeen directeur : de heer Ronald Maurau Administratief adres : Kaaskerkestraat 22, bus 2 – 8600 Diksmuide Telefoonnummer : 051-50 50 50

15481

15482

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP [2006/35369] Departement Algemene Zaken en Financiën Personeel. — Benoeming Overwegende dat Mevr. Karolien Casier geslaagd is voor het vergelijkend examen voor de betrekking van adjunct van de directeur dat plaatsvond op 22, 23, 26, 27 en 28 november 2003 en 1, 2, 3, 4, 5, 7, 10 en 13 december 2003; Overwegende dat betrokkene op de 974e plaats gerangschikt werd; Gelet op het eindevaluatieverslag betreffende Mevr. Karolien Casier van 24 januari 2006 houdende geschiktverklaring voor vaste benoeming, wordt Mevr. Karolien Casier bij besluit van de secretaris-generaal van 15 februari 2006 met ingang van 1 januari 2006 benoemd in de graad van adjunct van de directeur bij het departement Algemene Zaken en Financiën van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

* MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP Departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw [C − 2006/35391] Private arbeidsbemiddeling Het afdelingshoofd van de afdeling Tewerkstelling van de administratie Werkgelegenheid heeft namens de Vlaamse minister van Werkgelegenheid bij besluit van 3 maart 2006 de erkenning, verleend aan de N.V. Moonen Interim, Markt 14, te 2440 Geel, om onder het nummer VG.790/BU de activiteit als bureau voor private arbeidsbemiddeling met inbegrip van uitzendactiviteiten in het Vlaamse Gewest voor onbepaalde duur uit te oefenen, met ingang van 6 maart 2006 ingetrokken.

Het afdelingshoofd van de afdeling Tewerkstelling van de administratie Werkgelegenheid heeft namens de Vlaamse minister van Werkgelegenheid bij besluit van 3 maart 2006 de erkenning, verleend aan de B.V.B.A. Oriënt Uitzendbureau, Kruishuisstraat 28, te 2300 Turnhout, om onder het nummer VG.956/BU de activiteit als bureau voor private arbeidsbemiddeling met inbegrip van uitzendactiviteiten in het Vlaamse Gewest voor onbepaalde duur uit te oefenen, met ingang van 6 maart 2006 ingetrokken.

* MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP Departement Leefmilieu en Infrastructuur

[C − 2006/35370] Wegen van het Vlaamse Gewest Wegen, onteigeningen, spoedprocedure NIJLEN. — Krachtens het besluit van 15 februari 2006 van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur zijn de bepalingen van artikel 5 van de wet van 26 juli 1962 tot instelling van een rechtspleging bij dringende omstandigheden inzake onteigeningen ten algemenen nutte, van toepassing voor de onteigeningen door het Vlaamse Gewest op het grondgebied van de gemeente Nijlen. Het plan 16DA G 019266 00 ligt ter inzage bij de administratie Wegen en Verkeer, afdeling Wegen en Verkeer Antwerpen, Copernicuslaan 1, bus 12, 2018 Antwerpen. Tegen het genoemde ministerieel besluit van 15 februari 2006 kan bij de Raad van State beroep worden aangetekend. Een verzoekschrift, voorzien van voldoende fiscale zegels, moet binnen zestig dagen via een aangetekende brief aan de Raad van State worden toegestuurd.

Indeling bij de gemeentewegen DILSEN-STOKKEM. — Bij besluit d.d. 15 februari 2006 van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur wordt de gewestweg N78-0 Vroenhoven - Maaseik - Venlo -parking P. Boutsenplein — tussen mp. 26.260 en mp. 26.357, gelegen op het grondgebied van de stad Dilsen-Stokkem, aan zijn bestemming van gewestweg onttrokken en ingedeeld bij de gemeentewegen.

15483


REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [2006/200810] Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de M. Daniel Blommaert, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux L’Inspecteur général, Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, modifié par le décret-programme du 19 décembre 1996 portant diverses mesures en matière de finances, emploi, environnement, travaux subsidiés, logement et action sociale, par l’arrêt de la Cour d’arbitrage no 81/97 du 17 décembre 1997, par le décret-programme du 17 décembre 1997 portant diverses mesures en matière d’impôts, taxes et redevances, de logement, de recherche, d’environnement, de pouvoirs locaux et de transports, par le décret du 27 novembre 1997 modifiant le Code wallon de l’Aménagement du Territoire, de l’Urbanisme et du Patrimoine, par le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, par le décret du 15 février 2001, par l’arrêté du Gouvernement wallon du 20 décembre 2001 relatif à l’introduction de l’euro en matière de déchets, par le décret du 20 décembre 2001 en vue de l’instauration d’une obligation de reprise de certains biens ou déchets, par le décret du 18 juillet 2002 modifiant le Code wallon de l’Aménagement du Territoire, de l’Urbanisme et du Patrimoine, par le décret du 19 septembre 2002 modifiant les décrets du 27 juin 1996 relatif aux déchets et du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement et le décret du 15 mai 2003 modifiant le décret du 11 septembre 1985 organisant l’évaluation des incidences sur l’environnement dans la Région wallonne, le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets et le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, par le décret du 16 octobre 2003, par le décret du 1er avril 2004 relatif à l’assainissement des sols pollués et aux sites d’activités économiques à réhabiliter; Vu le décret du 25 juillet 1991 relatif à la taxation des déchets en Région wallonne, modifié par le décret du 17 décembre 1992, le décret du 22 décembre 1994, le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, le décret-programme du 19 décembre 1996 portant diverses mesures en matière de finances, emploi, environnement, travaux subsidiés, logement et action sociale, le décret du 19 décembre 1996, le décret-programme du 17 décembre 1997 portant diverses mesures en matière d’impôts, taxes et redevances, de logement, de recherche, d’environnement, de pouvoirs locaux et de transports, le décret du 16 juillet 1998, le décret-programme du 16 décembre 1998 portant diverses mesures en matière d’impôts, de taxes, d’épuration des eaux usées et de pouvoirs locaux, le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes régionales directes, par l’arrêté du Gouvernement wallon du 20 décembre 2001 relatif à l’introduction de l’euro en matière de déchets, par le décret du 22 octobre 2003, par le décret du 1er avril 2004 relatif à l’assainissement des sols pollués et aux sites d’activités économiques à réhabiliter; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt no 94.211 du Conseil d’Etat du 22 mars 2001; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994 pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne, modifié par les arrêtés du Gouvernement wallon des 16 octobre 1997, 20 décembre 2001 et 13 novembre 2002; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et transporteurs de déchets autres que dangereux; Vu la demande introduite par M. Daniel Blommaert, le 19 décembre 2005; Considérant que le requérant a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé, Acte : Article 1er. § 1er. M. Daniel Blommaert, Alsemstraat 12, à 2050 Antwerpen, est enregistré en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux. L’enregistrement est identifié par le numéro 2006-01-06-01. § 2. Le présent enregistrement porte sur le transport des déchets suivants : - déchets industriels ou agricoles non dangereux. § 3. Le présent enregistrement exclut le transport des déchets suivants : - déchets inertes; - déchets ménagers et assimilés; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1; - déchets dangereux; - huiles usagées; - PCB/PCT; - déchets animaux; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2. Art. 2. Le transport des déchets repris à l’article 1er, § 2, est autorisé sur l’ensemble du territoire de la Région wallonne. Le transport n’est autorisé que lorsque celui-ci est effectué sur ordre d’un producteur de déchets ou sur ordre d’un collecteur enregistré de déchets. Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures. Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrant du respect des prescriptions requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables.

15484

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Art. 5. § 1er. Le présent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer. § 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : a) la description du déchet; b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres; c) la date du transport; d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des déchets; e) la destination des déchets; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur; g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur. § 3. La procédure visée au § 2 reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets visé à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets. Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport. Art. 7. § 1er. L’impétrant remet à la personne dont il a reçu des déchets une attestation mentionnant : a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social; b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des déchets; c) la date et le lieu de la remise; d) la quantité de déchets remis; e) la nature et le code des déchets remis; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets. § 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrant pendant cinq ans à disposition de l’administration. Art. 8. § 1er. L’impétrant transmet annuellement à l’Office wallon des déchets une déclaration de transport de déchets. La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets. § 2. L’impétrant conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans. Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrant transmet à l’Office wallon des déchets, en même temps que sa déclaration annuelle les informations suivantes : 1o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers et affectés au transport des déchets; 2o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport. Art. 10. Si l’impétrant souhaite renoncer, en tout ou en partie, au transport des déchets désignés dans le présent enregistrement, il en opère notification à l’Office wallon des déchets qui en prend acte. Art. 11. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 relatif aux transferts de déchets à l’entrée, à la sortie et à l’intérieur de la Communauté européenne, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrant la possibilité de faire valoir ses moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé. En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrant soit de nature à causer un retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrant n’ait été entendu. Art. 12. § 1er. L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans. § 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite de validité susvisée. Namur, le 6 janvier 2006. R. FONTAINE, Dr Sc.

* MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [2006/200811] Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de M. Eddy Van Looy, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux L’Inspecteur général, Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, modifié par le décret-programme du 19 décembre 1996 portant diverses mesures en matière de finances, emploi, environnement, travaux subsidiés, logement et action sociale, par l’arrêt de la Cour d’arbitrage no 81/97 du 17 décembre 1997, par le décret-programme du 17 décembre 1997 portant diverses mesures en matière d’impôts, taxes et redevances, de logement, de recherche, d’environnement, de pouvoirs locaux et de transports, par le décret du 27 novembre 1997 modifiant le Code wallon de l’Aménagement du Territoire, de l’Urbanisme et du Patrimoine, par le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, par le décret du 15 février 2001, par l’arrêté du Gouvernement wallon du 20 décembre 2001 relatif à l’introduction de l’euro en matière

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE de déchets, par le décret du 20 décembre 2001 en vue de l’instauration d’une obligation de reprise de certains biens ou déchets, par le décret du 18 juillet 2002 modifiant le Code wallon de l’Aménagement du Territoire, de l’Urbanisme et du Patrimoine, par le décret du 19 septembre 2002 modifiant les décrets du 27 juin 1996 relatif aux déchets et du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement et le décret du 15 mai 2003 modifiant le décret du 11 septembre 1985 organisant l’évaluation des incidences sur l’environnement dans la Région wallonne, le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets et le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, par le décret du 16 octobre 2003, par le décret du 1er avril 2004 relatif à l’assainissement des sols pollués et aux sites d’activités économiques à réhabiliter; Vu le décret du 25 juillet 1991 relatif à la taxation des déchets en Région wallonne, modifié par le décret du 17 décembre 1992, le décret du 22 décembre 1994, le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, le décret-programme du 19 décembre 1996 portant diverses mesures en matière de finances, emploi, environnement, travaux subsidiés, logement et action sociale, le décret du 19 décembre 1996, le décret-programme du 17 décembre 1997 portant diverses mesures en matière d’impôts, taxes et redevances, de logement, de recherche, d’environnement, de pouvoirs locaux et de transports, le décret du 16 juillet 1998, le décret-programme du 16 décembre 1998 portant diverses mesures en matière d’impôts, de taxes, d’épuration des eaux usées et de pouvoirs locaux, le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes régionales directes, par l’arrêté du Gouvernement wallon du 20 décembre 2001 relatif à l’introduction de l’euro en matière de déchets, par le décret du 22 octobre 2003, par le décret du 1er avril 2004 relatif à l’assainissement des sols pollués et aux sites d’activités économiques à réhabiliter; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt no 94.211 du Conseil d’Etat du 22 mars 2001; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994 pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne, modifié par les arrêtés du Gouvernement wallon des 16 octobre 1997, 20 décembre 2001 et 13 novembre 2002; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et transporteurs de déchets autres que dangereux; Vu la demande introduite par M. Eddy Van Looy, le 19 décembre 2005; Considérant que le requérant a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé, Acte : Article 1er. § 1er. M. Eddy Van Looy, Beelbroekhof 120, à 9040 Saint-Amandsberg, est enregistré en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux. L’enregistrement est identifié par le numéro 2006-01-06-02. § 2. Le présent enregistrement porte sur le transport des déchets suivants : - déchets industriels ou agricoles non dangereux. § 3. Le présent enregistrement exclut le transport des déchets suivants : - déchets inertes; - déchets ménagers et assimilés; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1; - déchets dangereux; - huiles usagées; - PCB/PCT; - déchets animaux; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2. Art. 2. Le transport des déchets repris à l’article 1er, § 2, est autorisé sur l’ensemble du territoire de la Région wallonne. Le transport n’est autorisé que lorsque celui-ci est effectué sur ordre d’un producteur de déchets ou sur ordre d’un collecteur enregistré de déchets. Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures. Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrant du respect des prescriptions requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables. Art. 5. § 1er. Le présent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer. § 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : a) la description du déchet; b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres; c) la date du transport; d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des déchets; e) la destination des déchets; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur; g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur. § 3. La procédure visée au § 2 reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets visé à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets.

15485

15486

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport. Art. 7. § 1er. L’impétrant remet à la personne dont il a reçu des déchets une attestation mentionnant : a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social; b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des déchets; c) la date et le lieu de la remise; d) la quantité de déchets remis; e) la nature et le code des déchets remis; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets. § 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrant pendant cinq ans à disposition de l’administration. Art. 8. § 1er. L’impétrant transmet annuellement à l’Office wallon des déchets une déclaration de transport de déchets. La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets. § 2. L’impétrant conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans. Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrant transmet à l’Office wallon des déchets, en même temps que sa déclaration annuelle les informations suivantes : 1o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers et affectés au transport des déchets; 2o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport. Art. 10. Si l’impétrant souhaite renoncer, en tout ou en partie, au transport des déchets désignés dans le présent enregistrement, il en opère notification à l’Office wallon des déchets qui en prend acte. Art. 11. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 relatif aux transferts de déchets à l’entrée, à la sortie et à l’intérieur de la Communauté européenne, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrant la possibilité de faire valoir ses moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé. En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrant soit de nature à causer un retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrant n’ait été entendu. Art. 12. § 1er. L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans. § 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite de validité susvisée. Namur, le 6 janvier 2006. R. FONTAINE, Dr Sc.

* MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [2006/200812] Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de M. Eddy Van Damme, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux L’Inspecteur général, Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, modifié par le décret-programme du 19 décembre 1996 portant diverses mesures en matière de finances, emploi, environnement, travaux subsidiés, logement et action sociale, par l’arrêt de la Cour d’arbitrage no 81/97 du 17 décembre 1997, par le décret-programme du 17 décembre 1997 portant diverses mesures en matière d’impôts, taxes et redevances, de logement, de recherche, d’environnement, de pouvoirs locaux et de transports, par le décret du 27 novembre 1997 modifiant le Code wallon de l’Aménagement du Territoire, de l’Urbanisme et du Patrimoine, par le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, par le décret du 15 février 2001, par l’arrêté du Gouvernement wallon du 20 décembre 2001 relatif à l’introduction de l’euro en matière de déchets, par le décret du 20 décembre 2001 en vue de l’instauration d’une obligation de reprise de certains biens ou déchets, par le décret du 18 juillet 2002 modifiant le Code wallon de l’Aménagement du Territoire, de l’Urbanisme et du Patrimoine, par le décret du 19 septembre 2002 modifiant les décrets du 27 juin 1996 relatif aux déchets et du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement et le décret du 15 mai 2003 modifiant le décret du 11 septembre 1985 organisant l’évaluation des incidences sur l’environnement dans la Région wallonne, le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets et le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, par le décret du 16 octobre 2003, par le décret du 1er avril 2004 relatif à l’assainissement des sols pollués et aux sites d’activités économiques à réhabiliter; Vu le décret du 25 juillet 1991 relatif à la taxation des déchets en Région wallonne, modifié par le décret du 17 décembre 1992, le décret du 22 décembre 1994, le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, le décret-programme du 19 décembre 1996 portant diverses mesures en matière de finances, emploi, environnement, travaux subsidiés, logement et action sociale, le décret du 19 décembre 1996, le décret-programme du 17 décembre 1997 portant diverses mesures en matière d’impôts, taxes et redevances, de logement, de recherche, d’environnement, de pouvoirs locaux et de transports, le décret du 16 juillet 1998, le décret-programme du 16 décembre 1998 portant diverses mesures en matière d’impôts, de taxes, d’épuration des eaux usées et de pouvoirs locaux, le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes régionales directes, par l’arrêté du Gouvernement wallon du 20 décembre 2001 relatif à l’introduction de l’euro en matière de déchets, par le décret du 22 octobre 2003, par le décret du 1er avril 2004 relatif à l’assainissement des sols pollués et aux sites d’activités économiques à réhabiliter;

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt no 94.211 du Conseil d’Etat du 22 mars 2001; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994 pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne, modifié par les arrêtés du Gouvernement wallon des 16 octobre 1997, 20 décembre 2001 et 13 novembre 2002; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et transporteurs de déchets autres que dangereux; Vu la demande introduite par M. Eddy Van Damme, le 16 décembre 2005; Considérant que le requérant a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé, Acte : Article 1er. § 1er. M. Eddy Van Damme, Komvest 40, à 8000 Brugge, est enregistré en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux. L’enregistrement est identifié par le numéro 2006-01-06-03. § 2. Le présent enregistrement porte sur le transport des déchets suivants : - déchets industriels ou agricoles non dangereux. § 3. Le présent enregistrement exclut le transport des déchets suivants : - déchets inertes; - déchets ménagers et assimilés; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1; - déchets dangereux; - huiles usagées; - PCB/PCT; - déchets animaux; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2. Art. 2. Le transport des déchets repris à l’article 1er, § 2, est autorisé sur l’ensemble du territoire de la Région wallonne. Le transport n’est autorisé que lorsque celui-ci est effectué sur ordre d’un producteur de déchets ou sur ordre d’un collecteur enregistré de déchets. Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures. Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrant du respect des prescriptions requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables. Art. 5. § 1er. Le présent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer. § 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : a) la description du déchet; b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres; c) la date du transport; d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des déchets; e) la destination des déchets; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur; g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur. § 3. La procédure visée au § 2 reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets visé à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets. Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport. Art. 7. § 1er. L’impétrant remet à la personne dont il a reçu des déchets une attestation mentionnant : a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social; b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des déchets; c) la date et le lieu de la remise; d) la quantité de déchets remis; e) la nature et le code des déchets remis; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets. § 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrant pendant cinq ans à disposition de l’administration. Art. 8. § 1er. L’impétrant transmet annuellement à l’Office wallon des déchets une déclaration de transport de déchets. La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets.

15487

15488

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE § 2. L’impétrant conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans. Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrant transmet à l’Office wallon des déchets, en même temps que sa déclaration annuelle les informations suivantes : 1o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers et affectés au transport des déchets; 2o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport. Art. 10. Si l’impétrant souhaite renoncer, en tout ou en partie, au transport des déchets désignés dans le présent enregistrement, il en opère notification à l’Office wallon des déchets qui en prend acte. Art. 11. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 relatif aux transferts de déchets à l’entrée, à la sortie et à l’intérieur de la Communauté européenne, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrant la possibilité de faire valoir ses moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé. En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrant soit de nature à causer un retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrant n’ait été entendu. Art. 12. § 1er. L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans. § 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite de validité susvisée. Namur, le 6 janvier 2006. R. FONTAINE, Dr Sc.

* MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [2006/200813] Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement des Transports Quoniam, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux L’Inspecteur général, Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, modifié par le décret-programme du 19 décembre 1996 portant diverses mesures en matière de finances, emploi, environnement, travaux subsidiés, logement et action sociale, par l’arrêt de la Cour d’arbitrage no 81/97 du 17 décembre 1997, par le décret-programme du 17 décembre 1997 portant diverses mesures en matière d’impôts, taxes et redevances, de logement, de recherche, d’environnement, de pouvoirs locaux et de transports, par le décret du 27 novembre 1997 modifiant le Code wallon de l’Aménagement du Territoire, de l’Urbanisme et du Patrimoine, par le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, par le décret du 15 février 2001, par l’arrêté du Gouvernement wallon du 20 décembre 2001 relatif à l’introduction de l’euro en matière de déchets, par le décret du 20 décembre 2001 en vue de l’instauration d’une obligation de reprise de certains biens ou déchets, par le décret du 18 juillet 2002 modifiant le Code wallon de l’Aménagement du Territoire, de l’Urbanisme et du Patrimoine, par le décret du 19 septembre 2002 modifiant les décrets du 27 juin 1996 relatif aux déchets et du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement et le décret du 15 mai 2003 modifiant le décret du 11 septembre 1985 organisant l’évaluation des incidences sur l’environnement dans la Région wallonne, le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets et le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, par le décret du 16 octobre 2003, par le décret du 1er avril 2004 relatif à l’assainissement des sols pollués et aux sites d’activités économiques à réhabiliter; Vu le décret du 25 juillet 1991 relatif à la taxation des déchets en Région wallonne, modifié par le décret du 17 décembre 1992, le décret du 22 décembre 1994, le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, le décret-programme du 19 décembre 1996 portant diverses mesures en matière de finances, emploi, environnement, travaux subsidiés, logement et action sociale, le décret du 19 décembre 1996, le décret-programme du 17 décembre 1997 portant diverses mesures en matière d’impôts, taxes et redevances, de logement, de recherche, d’environnement, de pouvoirs locaux et de transports, le décret du 16 juillet 1998, le décret-programme du 16 décembre 1998 portant diverses mesures en matière d’impôts, de taxes, d’épuration des eaux usées et de pouvoirs locaux, le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes régionales directes, par l’arrêté du Gouvernement wallon du 20 décembre 2001 relatif à l’introduction de l’euro en matière de déchets, par le décret du 22 octobre 2003, par le décret du 1er avril 2004 relatif à l’assainissement des sols pollués et aux sites d’activités économiques à réhabiliter; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt no 94.211 du Conseil d’Etat du 22 mars 2001; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994 pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne, modifié par les arrêtés du Gouvernement wallon des 16 octobre 1997, 20 décembre 2001 et 13 novembre 2002; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et transporteurs de déchets autres que dangereux; Vu la demande introduite par les Transports Quoniam, le 29 décembre 2005; Considérant que la requérante a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé, Acte : Article 1er. § 1er. Les Transports Quoniam, sis Z.A. La Touche, à F-53150 Neau, sont enregistrés en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux. L’enregistrement est identifié par le numéro 2006-01-06-04.

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE § 2. Le présent enregistrement porte sur le transport des déchets suivants : - déchets ménagers et assimilés; - déchets industriels ou agricoles non dangereux. § 3. Le présent enregistrement exclut le transport des déchets suivants : - déchets inertes; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1; - déchets dangereux; - huiles usagées; - PCB/PCT; - déchets animaux; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2. Art. 2. Le transport des déchets repris à l’article 1er, § 2, est autorisé sur l’ensemble du territoire de la Région wallonne. Le transport n’est autorisé que lorsque celui-ci est effectué sur ordre d’un producteur de déchets ou sur ordre d’un collecteur enregistré de déchets. Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures. Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrante du respect des prescriptions requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables. Art. 5. § 1er. Le présent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer. § 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : a) la description du déchet; b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres; c) la date du transport; d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des déchets; e) la destination des déchets; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur; g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur. § 3. La procédure visée au § 2 reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets visé à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets. Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport. Art. 7. § 1er. L’impétrante remet à la personne dont elle a reçu des déchets une attestation mentionnant : a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social; b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des déchets; c) la date et le lieu de la remise; d) la quantité de déchets remis; e) la nature et le code des déchets remis; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets. § 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrante pendant cinq ans à disposition de l’administration. Art. 8. § 1er. L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets une déclaration de transport de déchets. La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets. § 2. L’impétrante conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans. Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrante transmet à l’Office wallon des déchets, en même temps que sa déclaration annuelle les informations suivantes : 1o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers et affectés au transport des déchets; 2o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport. Art. 10. Si l’impétrante souhaite renoncer, en tout ou en partie, au transport des déchets désignés dans le présent enregistrement, elle en opère notification à l’Office wallon des déchets qui en prend acte. Art. 11. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 relatif aux transferts de déchets à l’entrée, à la sortie et à l’intérieur de la Communauté européenne, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrante la possibilité de faire valoir ses moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé.

15489

15490

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrante soit de nature à causer un retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrante n’ait été entendue. Art. 12. § 1er. L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans. § 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite de validité susvisée. Namur, le 6 janvier 2006. R. FONTAINE, Dr Sc.

* MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [2006/200836] Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de M. Jocelyn Baudour, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux L’Inspecteur général, Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, modifié par le décret-programme du 19 décembre 1996 portant diverses mesures en matière de finances, emploi, environnement, travaux subsidiés, logement et action sociale, par l’arrêt de la Cour d’arbitrage no 81/97 du 17 décembre 1997, par le décret-programme du 17 décembre 1997 portant diverses mesures en matière d’impôts, taxes et redevances, de logement, de recherche, d’environnement, de pouvoirs locaux et de transports, par le décret du 27 novembre 1997 modifiant le Code wallon de l’Aménagement du Territoire, de l’Urbanisme et du Patrimoine, par le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, par le décret du 15 février 2001, par l’arrêté du Gouvernement wallon du 20 décembre 2001 relatif à l’introduction de l’euro en matière de déchets, par le décret du 20 décembre 2001 en vue de l’instauration d’une obligation de reprise de certains biens ou déchets, par le décret du 18 juillet 2002 modifiant le Code wallon de l’Aménagement du Territoire, de l’Urbanisme et du Patrimoine, par le décret du 19 septembre 2002 modifiant les décrets du 27 juin 1996 relatif aux déchets et du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement et le décret du 15 mai 2003 modifiant le décret du 11 septembre 1985 organisant l’évaluation des incidences sur l’environnement dans la Région wallonne, le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets et le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, par le décret du 16 octobre 2003, par le décret du 1er avril 2004 relatif à l’assainissement des sols pollués et aux sites d’activités économiques à réhabiliter; Vu le décret du 25 juillet 1991 relatif à la taxation des déchets en Région wallonne, modifié par le décret du 17 décembre 1992, le décret du 22 décembre 1994, le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, le décret-programme du 19 décembre 1996 portant diverses mesures en matière de finances, emploi, environnement, travaux subsidiés, logement et action sociale, le décret du 19 décembre 1996, le décret-programme du 17 décembre 1997 portant diverses mesures en matière d’impôts, taxes et redevances, de logement, de recherche, d’environnement, de pouvoirs locaux et de transports, le décret du 16 juillet 1998, le décret-programme du 16 décembre 1998 portant diverses mesures en matière d’impôts, de taxes, d’épuration des eaux usées et de pouvoirs locaux, le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes régionales directes, par l’arrêté du Gouvernement wallon du 20 décembre 2001 relatif à l’introduction de l’euro en matière de déchets, par le décret du 22 octobre 2003, par le décret du 1er avril 2004 relatif à l’assainissement des sols pollués et aux sites d’activités économiques à réhabiliter; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt no 94.211 du Conseil d’Etat du 22 mars 2001; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994 pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne, modifié par les arrêtés du Gouvernement wallon des 16 octobre 1997, 20 décembre 2001 et 13 novembre 2002; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et transporteurs de déchets autres que dangereux; Vu la demande introduite par M. Jocelyn Baudour, le 23 décembre 2005; Considérant que le requérant a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé, Acte : Article 1er. § 1er. M. Jocelyn Baudour, rue de Tournai 31, à 7972 Quevaucamps, est enregistré en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux. L’enregistrement est identifié par le numéro 2006-01-06-05. § 2. Le présent enregistrement porte sur le transport des déchets suivants : - déchets inertes; § 3. Le présent enregistrement exclut le transport des déchets suivants : - déchets ménagers et assimilés; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1; - déchets industriels ou agricoles non dangereux; - déchets dangereux; - huiles usagées; - PCB/PCT; - déchets animaux; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2.

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Art. 2. Le transport des déchets repris à l’article 1er, § 2, est autorisé sur l’ensemble du territoire de la Région wallonne. Le transport n’est autorisé que lorsque celui-ci est effectué sur ordre d’un producteur de déchets ou sur ordre d’un collecteur enregistré de déchets. Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures. Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrant du respect des prescriptions requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables. Art. 5. § 1er. Le présent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer. § 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : a) la description du déchet; b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres; c) la date du transport; d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des déchets; e) la destination des déchets; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur; g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur. § 3. La procédure visée au § 2 reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets visé à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets. Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport. Art. 7. § 1er. L’impétrant remet à la personne dont il a reçu des déchets une attestation mentionnant : a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social; b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des déchets; c) la date et le lieu de la remise; d) la quantité de déchets remis; e) la nature et le code des déchets remis; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets. § 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrant pendant cinq ans à disposition de l’administration. Art. 8. § 1er. L’impétrant transmet annuellement à l’Office wallon des déchets une déclaration de transport de déchets. La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets. § 2. L’impétrant conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans. Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrant transmet à l’Office wallon des déchets, en même temps que sa déclaration annuelle les informations suivantes : 1o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers et affectés au transport des déchets; 2o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport. Art. 10. Si l’impétrant souhaite renoncer, en tout ou en partie, au transport des déchets désignés dans le présent enregistrement, il en opère notification à l’Office wallon des déchets qui en prend acte. Art. 11. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 relatif aux transferts de déchets à l’entrée, à la sortie et à l’intérieur de la Communauté européenne, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrant la possibilité de faire valoir ses moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé. En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrant soit de nature à causer un retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrant n’ait été entendu. Art. 12. § 1er. L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans. § 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite de validité susvisée. Namur, le 6 janvier 2006. R. FONTAINE, Dr Sc.

15491

15492

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [2006/200815] Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de la S.P.R.L. Chantier de Récupération de Wasmuel, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux L’Inspecteur général, Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, modifié par le décret-programme du 19 décembre 1996 portant diverses mesures en matière de finances, emploi, environnement, travaux subsidiés, logement et action sociale, par l’arrêt de la Cour d’arbitrage no 81/97 du 17 décembre 1997, par le décret-programme du 17 décembre 1997 portant diverses mesures en matière d’impôts, taxes et redevances, de logement, de recherche, d’environnement, de pouvoirs locaux et de transports, par le décret du 27 novembre 1997 modifiant le Code wallon de l’Aménagement du Territoire, de l’Urbanisme et du Patrimoine, par le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, par le décret du 15 février 2001, par l’arrêté du Gouvernement wallon du 20 décembre 2001 relatif à l’introduction de l’euro en matière de déchets, par le décret du 20 décembre 2001 en vue de l’instauration d’une obligation de reprise de certains biens ou déchets, par le décret du 18 juillet 2002 modifiant le Code wallon de l’Aménagement du Territoire, de l’Urbanisme et du Patrimoine, par le décret du 19 septembre 2002 modifiant les décrets du 27 juin 1996 relatif aux déchets et du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement et le décret du 15 mai 2003 modifiant le décret du 11 septembre 1985 organisant l’évaluation des incidences sur l’environnement dans la Région wallonne, le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets et le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, par le décret du 16 octobre 2003, par le décret du 1er avril 2004 relatif à l’assainissement des sols pollués et aux sites d’activités économiques à réhabiliter; Vu le décret du 25 juillet 1991 relatif à la taxation des déchets en Région wallonne, modifié par le décret du 17 décembre 1992, le décret du 22 décembre 1994, le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, le décret-programme du 19 décembre 1996 portant diverses mesures en matière de finances, emploi, environnement, travaux subsidiés, logement et action sociale, le décret du 19 décembre 1996, le décret-programme du 17 décembre 1997 portant diverses mesures en matière d’impôts, taxes et redevances, de logement, de recherche, d’environnement, de pouvoirs locaux et de transports, le décret du 16 juillet 1998, le décret-programme du 16 décembre 1998 portant diverses mesures en matière d’impôts, de taxes, d’épuration des eaux usées et de pouvoirs locaux, le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes régionales directes, par l’arrêté du Gouvernement wallon du 20 décembre 2001 relatif à l’introduction de l’euro en matière de déchets, par le décret du 22 octobre 2003, par le décret du 1er avril 2004 relatif à l’assainissement des sols pollués et aux sites d’activités économiques à réhabiliter; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt no 94.211 du Conseil d’Etat du 22 mars 2001; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994 pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne, modifié par les arrêtés du Gouvernement wallon des 16 octobre 1997, 20 décembre 2001 et 13 novembre 2002; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et transporteurs de déchets autres que dangereux; Vu la demande introduite par la S.P.R.L. Chantier de Récupération de Wasmuel, le 26 décembre 2005; Considérant que la requérante a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé, Acte : Article 1er. § 1er. La S.P.R.L. Chantier de Récupération de Wasmuel, sise route de Mons 71, à 7390 Wasmuel, est enregistrée en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux. L’enregistrement est identifié par le numéro 2006-01-06-06. § 2. Le présent enregistrement porte sur le transport des déchets suivants : - déchets inertes; § 3. Le présent enregistrement exclut le transport des déchets suivants : - déchets ménagers et assimilés; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1; - déchets industriels ou agricoles non dangereux; - déchets dangereux; - huiles usagées; - PCB/PCT; - déchets animaux; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2. Art. 2. Le transport des déchets repris à l’article 1er, § 2, est autorisé sur l’ensemble du territoire de la Région wallonne. Le transport n’est autorisé que lorsque celui-ci est effectué sur ordre d’un producteur de déchets ou sur ordre d’un collecteur enregistré de déchets. Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures. Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrante du respect des prescriptions requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables.

15493

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Art. 5. § 1er. Le présent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer. § 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : a) la description du déchet; b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres; c) la date du transport; d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des déchets; e) la destination des déchets; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur; g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur. § 3. La procédure visée au § 2 reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets visé à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets. Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport. Art. 7. L’impétrante remet à la personne dont elle a reçu des déchets une attestation mentionnant : a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social; b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des déchets; c) la date et le lieu de la remise; d) la quantité de déchets remis; e) la nature et le code des déchets remis; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets. § 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrante pendant cinq ans à disposition de l’administration. Art. 8. § 1er. L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets une déclaration de transport de déchets. La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets. § 2. L’impétrante conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans. Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrante transmet à l’Office wallon des déchets, en même temps que sa déclaration annuelle les informations suivantes : 1o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers et affectés au transport des déchets; 2o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport. Art. 10. Si l’impétrante souhaite renoncer, en tout ou en partie, au transport des déchets désignés dans le présent enregistrement, elle en opère notification à l’Office wallon des déchets qui en prend acte. Art. 11. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 relatif aux transferts de déchets à l’entrée, à la sortie et à l’intérieur de la Communauté européenne, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrante la possibilité de faire valoir ses moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé. En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrante soit de nature à causer un retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrante n’ait été entendue. Art. 12. § 1er. L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans. § 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite de validité susvisée. Namur, le 6 janvier 2006. R. FONTAINE, Dr Sc. MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [2006/200816] Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de la S.A. Transports & Manutention Deschieter, en qualité de collecteur et de transporteur de déchets autres que dangereux L’Inspecteur général,

15494

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, modifié par le décret-programme du 19 décembre 1996 portant diverses mesures en matière de finances, emploi, environnement, travaux subsidiés, logement et action sociale, par l’arrêt de la Cour d’arbitrage no 81/97 du 17 décembre 1997, par le décret-programme du 17 décembre 1997 portant diverses mesures en matière d’impôts, taxes et redevances, de logement, de recherche, d’environnement, de pouvoirs locaux et de transports, par le décret du 27 novembre 1997 modifiant le Code wallon de l’Aménagement du Territoire, de l’Urbanisme et du Patrimoine, par le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, par le décret du 15 février 2001, par l’arrêté du Gouvernement wallon du 20 décembre 2001 relatif à l’introduction de l’euro en matière de déchets, par le décret du 20 décembre 2001 en vue de l’instauration d’une obligation de reprise de certains biens ou déchets, par le décret du 18 juillet 2002 modifiant le Code wallon de l’Aménagement du Territoire, de l’Urbanisme et du Patrimoine, par le décret du 19 septembre 2002 modifiant les décrets du 27 juin 1996 relatif aux déchets et du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement et le décret du 15 mai 2003 modifiant le décret du 11 septembre 1985 organisant l’évaluation des incidences sur l’environnement dans la Région wallonne, le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets et le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, par le décret du 16 octobre 2003, par le décret du 1er avril 2004 relatif à l’assainissement des sols pollués et aux sites d’activités économiques à réhabiliter; Vu le décret du 25 juillet 1991 relatif à la taxation des déchets en Région wallonne, modifié par le décret du 17 décembre 1992, le décret du 22 décembre 1994, le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, le décret-programme du 19 décembre 1996 portant diverses mesures en matière de finances, emploi, environnement, travaux subsidiés, logement et action sociale, le décret du 19 décembre 1996, le décret-programme du 17 décembre 1997 portant diverses mesures en matière d’impôts, taxes et redevances, de logement, de recherche, d’environnement, de pouvoirs locaux et de transports, le décret du 16 juillet 1998, le décret-programme du 16 décembre 1998 portant diverses mesures en matière d’impôts, de taxes, d’épuration des eaux usées et de pouvoirs locaux, le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes régionales directes, par l’arrêté du Gouvernement wallon du 20 décembre 2001 relatif à l’introduction de l’euro en matière de déchets, par le décret du 22 octobre 2003, par le décret du 1er avril 2004 relatif à l’assainissement des sols pollués et aux sites d’activités économiques à réhabiliter; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt no 94.211 du Conseil d’Etat du 22 mars 2001; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994 pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne, modifié par les arrêtés du Gouvernement wallon des 16 octobre 1997, 20 décembre 2001 et 13 novembre 2002; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et transporteurs de déchets autres que dangereux; Vu la demande introduite par la S.A. Transports & Manutention Deschieter, le 19 décembre 2005; Considérant que la requérante a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé, Acte : Article 1er. § 1er. La S.A. Transports & Manutention Deschieter, sise rue de Douvrain 23Z, à 7011 Ghlin, est enregistrée en qualité de collecteur et de transporteur de déchets autres que dangereux. L’enregistrement est identifié par le numéro 2006-01-06-07. § 2. Le présent enregistrement porte sur la collecte et le transport des déchets suivants : - déchets inertes; - déchets ménagers et assimilés; - déchets industriels ou agricoles non dangereux. § 3. Le présent enregistrement exclut la collecte et le transport des déchets suivants : - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1; - déchets dangereux; - huiles usagées; - PCB/PCT; - déchets animaux; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2. Art. 2. La collecte et le transport des déchets repris à l’article 1er, § 2, sont autorisés sur l’ensemble du territoire de la Région wallonne. Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures. Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrante du respect des prescriptions requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables. Art. 5. § 1er. Le présent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer. § 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : a) la description du déchet; b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres; c) la date du transport; d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des déchets; e) la destination des déchets; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur; g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur.

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE § 3. La procédure visée au § 2 reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets visé à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets. Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport. Art. 7. § 1er. L’impétrante remet à la personne dont elle a reçu des déchets une attestation mentionnant : a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social; b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des déchets; c) la date et le lieu de la remise; d) la quantité de déchets remis; e) la nature et le code des déchets remis; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets. § 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrante pendant cinq ans à disposition de l’administration. Art. 8. § 1er. L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets une déclaration de collecte ou de transport de déchets. La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets. § 2. L’impétrante conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans. Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrante transmet à l’Office wallon des déchets, en même temps que sa déclaration annuelle les informations suivantes : 1o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers et affectés au transport des déchets; 2o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport. Art. 10. Si l’impétrante souhaite renoncer, en tout ou en partie, à la collecte ou au transport des déchets désignés dans le présent enregistrement, elle en opère notification à l’Office wallon des déchets qui en prend acte. Art. 11. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 relatif aux transferts de déchets à l’entrée, à la sortie et à l’intérieur de la Communauté européenne, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrante la possibilité de faire valoir ses moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé. En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrante soit de nature à causer un retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrante n’ait été entendue. Art. 12. § 1er. L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans. § 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite de validité susvisée. Namur, le 6 janvier 2006. R. FONTAINE, Dr Sc.

* MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [2006/200817] Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de M. César Conard, en qualité de collecteur et de transporteur de déchets autres que dangereux L’Inspecteur général, Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, modifié par le décret-programme du 19 décembre 1996 portant diverses mesures en matière de finances, emploi, environnement, travaux subsidiés, logement et action sociale, par l’arrêt de la Cour d’arbitrage no 81/97 du 17 décembre 1997, par le décret-programme du 17 décembre 1997 portant diverses mesures en matière d’impôts, taxes et redevances, de logement, de recherche, d’environnement, de pouvoirs locaux et de transports, par le décret du 27 novembre 1997 modifiant le Code wallon de l’Aménagement du Territoire, de l’Urbanisme et du Patrimoine, par le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, par le décret du 15 février 2001, par l’arrêté du Gouvernement wallon du 20 décembre 2001 relatif à l’introduction de l’euro en matière de déchets, par le décret du 20 décembre 2001 en vue de l’instauration d’une obligation de reprise de certains biens ou déchets, par le décret du 18 juillet 2002 modifiant le Code wallon de l’Aménagement du Territoire, de l’Urbanisme et du Patrimoine, par le décret du 19 septembre 2002 modifiant les décrets du 27 juin 1996 relatif aux déchets et du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement et le décret du 15 mai 2003 modifiant le décret du 11 septembre 1985 organisant l’évaluation des incidences sur l’environnement dans la Région wallonne, le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets et le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, par le décret du 16 octobre 2003, par le décret du 1er avril 2004 relatif à l’assainissement des sols pollués et aux sites d’activités économiques à réhabiliter;

15495

15496

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Vu le décret du 25 juillet 1991 relatif à la taxation des déchets en Région wallonne, modifié par le décret du 17 décembre 1992, le décret du 22 décembre 1994, le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, le décret-programme du 19 décembre 1996 portant diverses mesures en matière de finances, emploi, environnement, travaux subsidiés, logement et action sociale, le décret du 19 décembre 1996, le décret-programme du 17 décembre 1997 portant diverses mesures en matière d’impôts, taxes et redevances, de logement, de recherche, d’environnement, de pouvoirs locaux et de transports, le décret du 16 juillet 1998, le décret-programme du 16 décembre 1998 portant diverses mesures en matière d’impôts, de taxes, d’épuration des eaux usées et de pouvoirs locaux, le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes régionales directes, par l’arrêté du Gouvernement wallon du 20 décembre 2001 relatif à l’introduction de l’euro en matière de déchets, par le décret du 22 octobre 2003, par le décret du 1er avril 2004 relatif à l’assainissement des sols pollués et aux sites d’activités économiques à réhabiliter; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt no 94.211 du Conseil d’Etat du 22 mars 2001; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994 pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne, modifié par les arrêtés du Gouvernement wallon des 16 octobre 1997, 20 décembre 2001 et 13 novembre 2002; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et transporteurs de déchets autres que dangereux; Vu la demande introduite par M. César Conard, le 12 janvier 2006; Considérant que le requérant a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé, Acte : Article 1er. § 1er. M. César Conard, rue du Cimetière 7, à 6180 Courcelles, est enregistré en qualité de collecteur et de transporteur de déchets autres que dangereux. L’enregistrement est identifié par le numéro 2006-01-20-01. § 2. Le présent enregistrement porte sur la collecte et le transport des déchets suivants : - déchets inertes; - déchets industriels ou agricoles non dangereux. § 3. Le présent enregistrement exclut la collecte et le transport des déchets suivants : - déchets ménagers et assimilés; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1; - déchets dangereux; - huiles usagées; - PCB/PCT; - déchets animaux; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2. Art. 2. La collecte et le transport des déchets repris à l’article 1er, § 2, sont autorisés sur l’ensemble du territoire de la Région wallonne. Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures. Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrant du respect des prescriptions requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables. Art. 5. § 1er. Le présent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer. § 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : a) la description du déchet; b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres; c) la date du transport; d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des déchets; e) la destination des déchets; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur; g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur. § 3. La procédure visée au § 2 reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets visé à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets. Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport. Art. 7. § 1er. L’impétrant remet à la personne dont il a reçu des déchets une attestation mentionnant : a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social; b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des déchets; c) la date et le lieu de la remise; d) la quantité de déchets remis; e) la nature et le code des déchets remis;

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets. § 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrant pendant cinq ans à disposition de l’administration. Art. 8. § 1er. L’impétrant transmet annuellement à l’Office wallon des déchets une déclaration de collecte ou de transport de déchets. La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets. § 2. L’impétrant conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans. Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrant transmet à l’Office wallon des déchets, en même temps que sa déclaration annuelle les informations suivantes : 1o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers et affectés au transport des déchets; 2o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport. Art. 10. Si l’impétrant souhaite renoncer, en tout ou en partie, à la collecte ou au transport des déchets désignés dans le présent enregistrement, il en opère notification à l’Office wallon des déchets qui en prend acte. Art. 11. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 relatif aux transferts de déchets à l’entrée, à la sortie et à l’intérieur de la Communauté européenne, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrant la possibilité de faire valoir ses moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé. En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrant soit de nature à causer un retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrant n’ait été entendu. Art. 12. § 1er. L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans. § 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite de validité susvisée. Namur, le 20 janvier 2006. R. FONTAINE, Dr Sc.

* MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [2006/200818] Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de M. Frans Bosmans, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux L’Inspecteur général, Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, modifié par le décret-programme du 19 décembre 1996 portant diverses mesures en matière de finances, emploi, environnement, travaux subsidiés, logement et action sociale, par l’arrêt de la Cour d’arbitrage no 81/97 du 17 décembre 1997, par le décret-programme du 17 décembre 1997 portant diverses mesures en matière d’impôts, taxes et redevances, de logement, de recherche, d’environnement, de pouvoirs locaux et de transports, par le décret du 27 novembre 1997 modifiant le Code wallon de l’Aménagement du Territoire, de l’Urbanisme et du Patrimoine, par le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, par le décret du 15 février 2001, par l’arrêté du Gouvernement wallon du 20 décembre 2001 relatif à l’introduction de l’euro en matière de déchets, par le décret du 20 décembre 2001 en vue de l’instauration d’une obligation de reprise de certains biens ou déchets, par le décret du 18 juillet 2002 modifiant le Code wallon de l’Aménagement du Territoire, de l’Urbanisme et du Patrimoine, par le décret du 19 septembre 2002 modifiant les décrets du 27 juin 1996 relatif aux déchets et du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement et le décret du 15 mai 2003 modifiant le décret du 11 septembre 1985 organisant l’évaluation des incidences sur l’environnement dans la Région wallonne, le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets et le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, par le décret du 16 octobre 2003, par le décret du 1er avril 2004 relatif à l’assainissement des sols pollués et aux sites d’activités économiques à réhabiliter; Vu le décret du 25 juillet 1991 relatif à la taxation des déchets en Région wallonne, modifié par le décret du 17 décembre 1992, le décret du 22 décembre 1994, le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, le décret-programme du 19 décembre 1996 portant diverses mesures en matière de finances, emploi, environnement, travaux subsidiés, logement et action sociale, le décret du 19 décembre 1996, le décret-programme du 17 décembre 1997 portant diverses mesures en matière d’impôts, taxes et redevances, de logement, de recherche, d’environnement, de pouvoirs locaux et de transports, le décret du 16 juillet 1998, le décret-programme du 16 décembre 1998 portant diverses mesures en matière d’impôts, de taxes, d’épuration des eaux usées et de pouvoirs locaux, le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes régionales directes, par l’arrêté du Gouvernement wallon du 20 décembre 2001 relatif à l’introduction de l’euro en matière de déchets, par le décret du 22 octobre 2003, par le décret du 1er avril 2004 relatif à l’assainissement des sols pollués et aux sites d’activités économiques à réhabiliter; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt no 94.211 du Conseil d’Etat du 22 mars 2001; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994 pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne, modifié par les arrêtés du Gouvernement wallon des 16 octobre 1997, 20 décembre 2001 et 13 novembre 2002;

15497

15498

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et transporteurs de déchets autres que dangereux; Vu la demande introduite par M. Frans Bosmans, le 6 janvier 2006; Considérant que le requérant a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé, Acte : Article 1er. § 1er. M. Frans Bosmans, Komvest 40, à 8000 Brugge, est enregistré en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux. L’enregistrement est identifié par le numéro 2006-01-20-02. § 2. Le présent enregistrement porte sur le transport des déchets suivants : - déchets industriels ou agricoles non dangereux. § 3. Le présent enregistrement exclut le transport des déchets suivants : - déchets inertes; - déchets ménagers et assimilés; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1; - déchets dangereux; - huiles usagées; - PCB/PCT; - déchets animaux; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2. Art. 2. Le transport des déchets repris à l’article 1er, § 2, est autorisé sur l’ensemble du territoire de la Région wallonne. Le transport n’est autorisé que lorsque celui-ci est effectué sur ordre d’un producteur de déchets ou sur ordre d’un collecteur enregistré de déchets. Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures. Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrant du respect des prescriptions requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables. Art. 5. § 1er. Le présent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer. § 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : a) la description du déchet; b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres; c) la date du transport; d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des déchets; e) la destination des déchets; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur; g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur. § 3. La procédure visée au § 2 reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets visé à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets. Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport. Art. 7. § 1er. L’impétrant remet à la personne dont il a reçu des déchets une attestation mentionnant : a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social; b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des déchets; c) la date et le lieu de la remise; d) la quantité de déchets remis; e) la nature et le code des déchets remis; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets. § 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrant pendant cinq ans à disposition de l’administration. Art. 8. § 1er. L’impétrant transmet annuellement à l’Office wallon des déchets une déclaration de transport de déchets. La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets. § 2. L’impétrant conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans. Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrant transmet à l’Office wallon des déchets, en même temps que sa déclaration annuelle les informations suivantes : 1o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers et affectés au transport des déchets;

15499

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE 2o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport. Art. 10. Si l’impétrant souhaite renoncer, en tout ou en partie, au transport des déchets désignés dans le présent enregistrement, il en opère notification à l’Office wallon des déchets qui en prend acte. Art. 11. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 relatif aux transferts de déchets à l’entrée, à la sortie et à l’intérieur de la Communauté européenne, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrant la possibilité de faire valoir ses moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé. En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrant soit de nature à causer un retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrant n’ait été entendu. Art. 12. § 1er. L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans. § 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite de validité susvisée. Namur, le 20 janvier 2006. R. FONTAINE, Dr Sc.

* MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [2006/200819] Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de la « B.V.B.A. Vanhoeyveld B & M », en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux

L’Inspecteur général, Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, modifié par le décret-programme du 19 décembre 1996 portant diverses mesures en matière de finances, emploi, environnement, travaux subsidiés, logement et action sociale, par l’arrêt de la Cour d’arbitrage no 81/97 du 17 décembre 1997, par le décret-programme du 17 décembre 1997 portant diverses mesures en matière d’impôts, taxes et redevances, de logement, de recherche, d’environnement, de pouvoirs locaux et de transports, par le décret du 27 novembre 1997 modifiant le Code wallon de l’Aménagement du Territoire, de l’Urbanisme et du Patrimoine, par le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, par le décret du 15 février 2001, par l’arrêté du Gouvernement wallon du 20 décembre 2001 relatif à l’introduction de l’euro en matière de déchets, par le décret du 20 décembre 2001 en vue de l’instauration d’une obligation de reprise de certains biens ou déchets, par le décret du 18 juillet 2002 modifiant le Code wallon de l’Aménagement du Territoire, de l’Urbanisme et du Patrimoine, par le décret du 19 septembre 2002 modifiant les décrets du 27 juin 1996 relatif aux déchets et du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement et le décret du 15 mai 2003 modifiant le décret du 11 septembre 1985 organisant l’évaluation des incidences sur l’environnement dans la Région wallonne, le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets et le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, par le décret du 16 octobre 2003, par le décret du 1er avril 2004 relatif à l’assainissement des sols pollués et aux sites d’activités économiques à réhabiliter; Vu le décret du 25 juillet 1991 relatif à la taxation des déchets en Région wallonne, modifié par le décret du 17 décembre 1992, le décret du 22 décembre 1994, le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, le décret-programme du 19 décembre 1996 portant diverses mesures en matière de finances, emploi, environnement, travaux subsidiés, logement et action sociale, le décret du 19 décembre 1996, le décret-programme du 17 décembre 1997 portant diverses mesures en matière d’impôts, taxes et redevances, de logement, de recherche, d’environnement, de pouvoirs locaux et de transports, le décret du 16 juillet 1998, le décret-programme du 16 décembre 1998 portant diverses mesures en matière d’impôts, de taxes, d’épuration des eaux usées et de pouvoirs locaux, le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d’environnement, du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes régionales directes, par l’arrêté du Gouvernement wallon du 20 décembre 2001 relatif à l’introduction de l’euro en matière de déchets, par le décret du 22 octobre 2003, par le décret du 1er avril 2004 relatif à l’assainissement des sols pollués et aux sites d’activités économiques à réhabiliter; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt no 94.211 du Conseil d’Etat du 22 mars 2001; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994 pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne, modifié par les arrêtés du Gouvernement wallon des 16 octobre 1997, 20 décembre 2001 et 13 novembre 2002; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et transporteurs de déchets autres que dangereux;

15500

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Vu la demande introduite par la « B.V.B.A. Vanhoeyveld B & M », le 15 décembre 2005;

Considérant que la requérante a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé, Acte : Article 1er. § 1er. La « B.V.B.A. Vanhoeyveld B & M », sise Leuvensesteenweg 38, à 63191 Boortmeerbeek, est enregistrée en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux. L’enregistrement est identifié par le numéro 2006-01-20-03. § 2. Le présent enregistrement porte sur le transport des déchets suivants : - déchets inertes. § 3. Le présent enregistrement exclut le transport des déchets suivants : - déchets ménagers et assimilés; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1; - déchets industriels ou agricoles non dangereux; - déchets dangereux; - huiles usagées; - PCB/PCT; - déchets animaux; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2. Art. 2. Le transport des déchets repris à l’article 1er, § 2, est autorisé sur l’ensemble du territoire de la Région wallonne. Le transport n’est autorisé que lorsque celui-ci est effectué sur ordre d’un producteur de déchets ou sur ordre d’un collecteur enregistré de déchets. Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures. Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrante du respect des prescriptions requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables. Art. 5. § 1er. Le présent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer. § 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : a) la description du déchet; b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres; c) la date du transport; d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des déchets; e) la destination des déchets; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur; g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur. § 3. La procédure visée au § 2 reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets visé à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets. Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport.

15501

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Art. 7. § 1er. L’impétrante remet à la personne dont elle a reçu des déchets une attestation mentionnant : a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social; b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des déchets; c) la date et le lieu de la remise; d) la quantité de déchets remis; e) la nature et le code des déchets remis; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets. § 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrante pendant cinq ans à disposition de l’administration. Art. 8. § 1er. L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets une déclaration de transport de déchets. La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets. § 2. L’impétrante conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans. Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrante transmet à l’Office wallon des déchets, en même temps que sa déclaration annuelle les informations suivantes : 1o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers et affectés au transport des déchets; 2o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport. Art. 10. Si l’impétrante souhaite renoncer, en tout ou en partie, au transport des déchets désignés dans le présent enregistrement, elle en opère notification à l’Office wallon des déchets qui en prend acte. Art. 11. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 relatif aux transferts de déchets à l’entrée, à la sortie et à l’intérieur de la Communauté européenne, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrante la possibilité de faire valoir ses moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé. En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrante soit de nature à causer un retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrante n’ait été entendue. Art. 12. § 1er. L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans. § 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite de validité susvisée. Namur, le 20 janvier 2006. R. FONTAINE, Dr Sc.

* MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [2006/200863] Pouvoirs locaux Un arrêté ministériel du 24 février 2006 approuve la décision du 21 décembre 2005 par laquelle l’assemblée générale ordinaire des associés de la S.C.R.L. « Intercommunale de Santé publique du pays de Charleroi » nomme, en qualité d’administrateur, M. J.-Cl. Cheruy, conseiller communal de Charleroi, en remplacement de M. Cl. Despiegeleer.

Un arrêté ministériel du 1er mars 2006 approuve la décision du 22 décembre 2005 par laquelle l’assemblée générale extraordinaire des associés de la S.C.R.L. « Intercommunale de traitement de déchets » a décidé de modifier ses statuts et plus particulièrement les articles 6, 7, 14 et 31.

Un arrêté ministériel du 1er mars 2006 approuve la décision du 22 décembre 2005 par laquelle l’assemblée générale ordinaire des associés de la S.C.R.L. « Intercommunale de traitement de déchets » nomme le bureau « TCLM Dammekens, Lejuste & C° », S.C.R.L. en qualité de commissaire-réviseur.

15502

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Un arrêté ministériel du 1er mars 2006 approuve la décision du 9 décembre 2005 par laquelle l’assemblée générale ordinaire des associés de la S.C.R.L. « Seditel » a désigné en son point 3, M. Yves Moureau, en remplacement de M. Léopold Dejonghe, démissionnaire.

Un arrêté ministériel du 1er mars 2006 approuve la décision du 9 décembre 2005 par laquelle l’assemblée générale ordinaire des associés de la S.C.R.L. « Intercommunale Sedifin » a désigné M. F. Gille comme administrateur, en remplacement de M. J.-M. Heuse, décédé.

Un arrêté ministériel du 1er mars 2006 approuve la décision du 20 janvier 2006 par laquelle le conseil d’administration de la S.C.R.L. « Services promotion initiatives en province de Liège » décide de modifier l’article 77bis de son statut administratif et pécuniaire.

Un arrêté ministériel du 1er mars 2006 approuve la décision du 22 novembre 2005 par laquelle le conseil d’administration de la S.C.R.L. « Association intercommunale d’électricité du sud du Hainaut » a désigné en son point 05/45, M. Alain Vandromme en tant qu’administrateur, en remplacement de M. Yves Van Roos, décédé.

Un arrêté ministériel du 6 mars 2006 approuve la décision du 20 décembre 2005 par laquelle l’assemblée générale ordinaire des associés de la S.C.R.L. « Bureau économique de la province de Namur » nomme Mme Ginette Bodart, conseillère provinciale, en qualité de membre du conseil d’administration, en lieu et place de M. Michel Legros, démissionnaire.

SAINT-GHISLAIN. — Un arrêté ministériel du 24 février 2006 déclare recevable mais non fondé le recours introduit le 30 janvier 2006 par le collège des bourgmestre et échevins de la ville de Saint-Ghislain à l’encontre de l’arrêté du 19 janvier 2006 de la députation permanente du conseil provincial du Hainaut n’approuvant pas la délibération du 19 décembre 2005 du conseil communal de la ville de Saint-Ghislain établissant pour l’exercice 2006 une taxe sur la force motrice. Le même arrêté n’approuve pas la délibération du 19 décembre 2005 par laquelle le conseil communal de Saint-Ghislain établit, pour l’exercice 2006, une taxe sur la force motrice.

SAMBREVILLE. — Un arrêté ministériel du 24 février 2006 déclare recevable mais non fondé le recours introduit le 26 janvier 2006 par le collège des bourgmestre et échevins de la commune de Sambreville à l’encontre de l’arrêté du 12 janvier 2006 de la députation permanente du conseil provincial de Namur n’approuvant pas la délibération du 21 novembre 2005 du conseil communal de Sambreville établissant pour l’exercice 2006 une taxe sur les logements de superficie réduite et sur les logements loués meublés. Le même arrêté approuve la délibération du 21 novembre 2005 par laquelle le conseil communal de Sambreville établit, pour l’exercice 2006, une taxe sur les logements de superficie réduite et sur les logements loués meublés, à l’exception des dispositions relatives à la taxation des logements de superficie réduite offerts en location.

VISE. — Un arrêté ministériel du 22 février 2006 autorise la ville de Visé à acquérir, par voie d’expropriation pour cause d’utilité publique, les emprises ci-dessous décrites, nécessaires à l’établissement de la justice de paix sur le territoire de la ville de Visé : Ville de Visé, 1re division (Visé), rue Haute 34, parcelles cadastrées section C : - no 192 G, d’une contenance de 4 a 94 ca; - no 192 K, d’une contenance de 3 a 60 ca, appartenant à ING Belgique S.A., avenue Marnix 24, à 1000 Bruxelles. Le même arrêté prévoit qu’il sera fait application de la procédure d’extrême urgence en matière d’expropriation pour cause d’utilité publique, prévue à l’article 5 de la loi du 26 juillet 1962.

15503


BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST — REGION DE BRUXELLES-CAPITALE MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST


[C − 2006/31111] 16 FEBRUARI 2006. — Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering waarbij één ambtenaar van rang A3 tot lid van de directieraad van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp wordt aangewezen

[C − 2006/31111] 16 FEVRIER 2006. — Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale portant désignation d’un agent de rang A3 en qualité de membre du conseil de direction du Service d’Incendie et d’Aide médicale urgente de la Région de Bruxelles-Capitale Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale,

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, inzonderheid op artikel 40; Gelet op de wet van 16 maart 1954. betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11; Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 2002 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid op artikel 14; Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 juni 2003, waarbij ambtenaren van rang A3 als leden van de directieraad van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp worden aangewezen; Overwegende dat een lid van de directieraad het verlof voorafgaand aan het pensioen geniet vanaf 1 oktober 2005; Overwegende dat dient voorzien in de vervanging van de betrokkene om de goede werking te verzekeren van de directieraad van de DBDMH; Op voorstel van de Minister belast met Economie, Tewerkstelling, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp,

Vu la loi spéciale du 12 janvier 1989 relative aux institutions bruxelloises, notamment l’article 40; Vu la loi du 16 mars 1954 relative au contrôle de certains organismes d’intérêt public, notamment l’article 11; Vu l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 26 septembre 2002. portant le statut administratif en pécuniaire des agents des organismes d’intérêt public de la Région de BruxellesCapitale, notamment l’article 14; Vu l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 12 juin 2003 portant désignation d’agents de rang A3 en qualité de membres du conseil de direction du Service d’Incendie et d’Aide médicale urgente de la Région de Bruxelles-Capitale; Considérant qu’un membre du conseil de direction bénéficie du congé préalable à la pension depuis le 1er octobre 2005; Considérant qu’il convient de pourvoir au remplacement de l’intéressé afin de permettre le bon fonctionnement du conseil de direction du SIAMU; Sur la proposition du Ministre chargé de l’Economie, de l’Emploi, de la Recherche scientifique, de la Lutte contre l’Incendie et de l’Aide médicale urgente, Arrête :

Besluit : Artikel 1. De heer Alain Gibson, officier hoofddirecteur der interventies (rang A3) is aangewezen om de directieraad van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp aan te vullen. Art. 2. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2006. Art. 3. De Minister bevoegd voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp is belast met de uitvoering van dit besluit.

Article 1er. M. Alain Gibson, officier directeur en chef des interventions (rang A3) est désigné pour compléter le conseil de direction du Service d’Incendie et d’Aide médicale urgente de la Région de Bruxelles-Capitale. Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er janvier 2006. Art. 3. Le Ministre chargé de la Lutte contre l’Incendie et de l’Aide médicale urgente est chargé de l’exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 16 février 2006.

Brussel, 16 februari 2006. Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :

Pour le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale :

De Minister-Voorzitter, Ch. PICQUE

Le Ministre-Président, Ch. PICQUE

De Minister belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, B. CEREXHE

Le Ministre chargé de l’Emploi, de l’Economie, de la Recherche scientifique, de la Lutte contre l’Incendie et de l’Aide médicale urgente, B. CEREXHE

* MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST


[C − 2006/31085]

[C − 2006/31085]

Bekendmaking, bij uittreksel, van het besluit houdende erkenning van de B.V.B.A. GEOLAB als adviesbureau op het vlak van « Bodemverontreiniging » (Inhoud bepaald door het artikel 71 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunning en het artikel 67 van het besluit van 21 januari 1997 tot vaststelling van de uitbatingsvoorwaarden voor benzinestations). — Bodemverontreiniging

Publication par extrait de l’arrêté d’agréation de la S.P.R.L. GEOLAB en qualité de bureau d’étude en matière de « Pollution du sol » (Contenu déterminé par l’article 71 de l’ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d’environnement et l’article 67 de l’arrêté du 21 janvier 1999 fixant les conditions d’exploiter des stationsservice). — Pollution du sol

Bij ministerieel besluit van 8 november 2005, werd de B.V.B.A. GEOLAB erkend als adviesbureau op het vlak van Bodemverontreiniging voor een periode van vijftien jaar die loopt vanaf de datum van de kennisgeving van het besluit.

Par arrêté ministériel du 8 novembre 2005, la S.P.R.L. GEOLAB a été agréée en qualité de bureau d’étude en matière de Pollution du sol pour une période qui prend cours la date de la notification de l’arrêté pour une période de quinze ans.

De erkenning draagt het nummer AGR0100.

L’agrément porte le numéro AGR100.

15504




[C − 2006/31086] Bekendmaking, bij uittreksel, van het besluit houdende erkenning van de C.V.B.A. DLV MILIEUCONSULT als adviesbureau op het vlak van « Bodemverontreiniging » (Inhoud bepaald door het artikel 71 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunning en het artikel 67 van het besluit van 21 januari 1999 tot vaststelling van de uitbatingsvoorwaarden voor benzinestations). — Bodemverontreiniging

[C − 2006/31086] Publication par extrait de l’arrêté d’agréation de la S.C.R.L. DLV MILIEUCONSULT en qualité de bureau d’étude en matière de « Pollution du sol » (Contenu déterminé par l’article 71 de l’ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d’environnement et l’article 67 de l’arrêté du 21 janvier 1999 fixant les conditions d’exploiter des stations-service). — Pollution du sol

Bij ministerieel besluit van 8 november 2005, werd de C.V.B.A. DLV MILIEUCONSULT erkend als adviesbureau op het vlak van Bodemverontreiniging voor een periode van vijftien jaar die loopt vanaf de datum van de kennisgeving van het besluit. De erkenning draagt het nummer AGR099.

Par arrêté ministériel du 8 novembre 2005, la S.C.R.L. DLV MILIEUCONSULT a été agréée en qualité de bureau d’étude en matière de Pollution du sol pour une période qui prend cours la date de la notification de l’arrêté pour une période de quinze ans. L’agrément porte le numéro AGR099.



[C − 2006/31084] Bekendmaking, bij uittreksel, van het besluit houdende erkenning van de B.V.B.A. SANECO als adviesbureau op het vlak van « Bodemverontreiniging » (Inhoud bepaald door het artikel 71 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunning en het artikel 67 van het besluit van 21 januari 1999 tot vaststelling van de uitbatingsvoorwaarden voor benzinestations). — Bodemverontreiniging

[C − 2006/31084] Publication par extrait de l’arrêté d’agréation de la S.P.R.L. SANECO en qualité de bureau d’étude en matière de « Pollution du sol » (Contenu déterminé par l’article 71 de l’ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d’environnement et l’article 67 de l’arrêté du 21 janvier 1999 fixant les conditions d’exploiter des stationsservice). — Pollution du sol

Bij ministerieel besluit van 12 december 2005, werd de B.V.B.A. SANECO erkend als adviesbureau op het vlak van Bodemverontreiniging voor een periode van vijftien jaar die loopt vanaf de datum van de kennisgeving van het besluit. De erkenning draagt het nummer AGR0101.

Par arrêté ministériel du 12 décembre 2005, la S.P.R.L. SANECO a été agréée en qualité de bureau d’étude en matière de Pollution du sol pour une période qui prend cours la date de la notification de l’arrêté pour une période de quinze ans. L’agrément porte le numéro AGR101.



[C − 2006/31083] Bekendmaking, bij uittreksel, van het besluit houdende erkenning van de N.V. Société pour Hydraulique, l’Environnement et de la Réhabilitation als adviesbureau op het vlak van « Bodemverontreiniging» (Inhoud bepaald door het artikel 71 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunning en het artikel 67 van het besluit van 21 januari 1999 tot vaststelling van de uitbatingsvoorwaarden voor benzinestations). — Bodemverontreiniging

[C − 2006/31083] Publication par extrait de l’arrêté d’agréation de la S.A. Société pour Hydraulique, l’Environnement et de la Réhabilitation en qualité de bureau d’étude en matière de « Pollution du sol » (Contenu déterminé par l’article 71 de l’ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d’environnement et l’article 67 de l’arrêté du 21 janvier 1999 fixant les conditions d’exploiter des stations-service). — Pollution du sol

Bij ministerieel besluit van 16 december 2005, werd de N.V. Société pour Hydraulique, l’EN.V.ironnement et de la Réhabilitation erkend als adviesbureau op het vlak van Bodemverontreiniging voor een periode van vijftien jaar die loopt vanaf de datum van de kennisgeving van het besluit. De erkenning draagt het nummer AGR0102.

Par arrêté ministériel du 16 décembre 2005, la S.A. Société pour Hydraulique, l’Environnement et de la Réhabilitation a été agréée en qualité de bureau d’étude en matière de Pollution du sol pour une période qui prend cours la date de la notification de l’arrêté pour une période de quinze ans. L’agrément porte le numéro AGR102.



[C − 2006/31082]

[C − 2006/31082]

Bekendmaking, bij uittreksel, van het besluit houdende erkenning van de B.V.B.A. GEODIAGNOSTIC als adviesbureau op het vlak van « Bodemverontreiniging » (Inhoud bepaald door het artikel 71 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunning en het artikel 67 van het besluit van 21 januari 1999 tot vaststelling van de uitbatingsvoorwaarden voor benzinestations). — Bodemverontreiniging

Publication par extrait de l’arrêté d’agréation de la S.P.R.L. GEODIAGNOSTIC en qualité de bureau d’étude en matière de « Pollution du sol » (Contenu déterminé par l’article 71 de l’ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d’environnement et l’article 67 de l’arrêté du 21 janvier 1999 fixant les conditions d’exploiter des stations-service). — Pollution du sol

Bij ministerieel besluit van 19 januari 2006, werd de B.V.B.A. GEODIAGNOSTIC erkend als adviesbureau op het vlak van Bodemverontreiniging voor een periode van vijftien jaar die loopt vanaf de datum van de kennisgeving van het besluit.

Par arrêté ministériel du 19 janvier 2006, la S.P.R.L. GEODIAGNOSTIC a été agréée en qualité de bureau d’étude en matière de Pollution du sol pour une période qui prend cours la date de la notification de l’arrêté pour une période de quinze ans.

De erkenning draagt het nummer AGR0103.

L’agrément porte le numéro AGR103.


15505



[C − 2006/31088] Bekendmaking, bij uittreksel, van het besluit houdende erkenning van de N.V. DELTA SOL als ophaler van gevaarlijke afvalstoffen (Inhoud bepaald door het artikel 71 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunning en het artikel 16 van het besluit van 19 september 1991 houdende regeling van de verwijdering van gevaarlijke afvalstoffen. — Ophalers van gevaarlijke afvalstoffen

[C − 2006/31088] Publication par extrait de l’arrêté d’agréation de la S.A. DELTA SOL en qualité de collecteur de déchets dangereux (Contenu déterminé par l’article 71 de l’ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d’environnement et l’article 16 de l’arrêté du 19 septembre 1991 réglant l’élimination des déchets dangereux). — Collecteurs de déchets dangereux

Bij ministerieel besluit van 24 januari 2006 werd de N.V. DELTA SOL erkend als ophaler van gevaarlijke afvalstoffen voor een periode die loopt vanaf de dag van ondertekening voor een periode van vijf jaar.

Par arrêté ministériel du 24 janvier 2006 la S.A. DELTA SOL a été agréée en qualité de collecteur de déchets dangereux pour une période qui prend cours dès la date de la signature pour une période de cinq ans.



[C − 2006/31089] Bekendmaking, bij uittreksel, van het besluit houdende erkenning van de N.V. MEBROM als ophaler van gevaarlijke afvalstoffen (Inhoud bepaald door het artikel 71 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunning en het artikel 16 van het besluit van 19 september 1991 houdende regeling van de verwijdering van gevaarlijke afvalstoffen. — Ophalers van gevaarlijke afvalstoffen

[C − 2006/31089] Publication par extrait de l’arrêté d’agréation de la S.A. MEBROM en qualité de collecteur de déchets dangereux (Contenu déterminé par l’article 71 de l’ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d’environnement et l’article 16 de l’arrêté du 19 septembre 1991 réglant l’élimination des déchets dangereux). — Collecteurs de déchets dangereux

Bij ministerieel besluit van 24 januari 2006 werd de n.v. MEBROM erkend als ophaler van gevaarlijke afvalstoffen voor een periode die loopt vanaf de dag van ondertekening voor een periode van vijf jaar.

Par arrêté ministériel du 24 janvier 2006 la s.a. MEBROM a été agréée en qualité de collecteur de déchets dangereux pour une période qui prend cours dès la date de la signature pour une période de cinq ans.



[C − 2006/31087] Bekendmaking, bij uittreksel, van het besluit houdende erkenning van de N.V. ARGENTIA als ophaler van gevaarlijke afvalstoffen (Inhoud bepaald door het artikel 71 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunning en het artikel 16 van het besluit van 19 september 1991 houdende regeling van de verwijdering van gevaarlijke afvalstoffen. — Ophalers van gevaarlijke afvalstoffen

[C − 2006/31087] Publication par extrait de l’arrêté d’agréation de la S.A. ARGENTIA en qualité de collecteur de déchets dangereux (Contenu déterminé par l’article 71 de l’ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d’environnement et l’article 16 de l’arrêté du 19 septembre 1991 réglant l’élimination des déchets dangereux). — Collecteurs de déchets dangereux

Bij ministerieel besluit van 1 februari 2006 werd de N.V. ARGENTIA erkend als ophaler van gevaarlijke afvalstoffen voor een periode die loopt vanaf de dag van ondertekening voor een periode van vijf jaar.

Par arrêté ministériel du 1er février 2006 la S.A. ARGENTIA a été agréée en qualité de collecteur de déchets dangereux pour une période qui prend cours dès la date de la signature pour une période de cinq ans.



[C − 2006/31081] Bekendmaking, bij uittreksel, van het besluit houdende erkenning van de N.V. ARGENTIA als ophaler van afvaloliën (Inhoud bepaald door het artikel 71 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunning en het artikel 14 van het besluit van 19 september 1991 houdende regeling van de verwijdering van afvalolie. — Ophalers van afvalolie

[C − 2006/31081] Publication par extrait de l’arrêté d’agréation de la S.A. ARGENTIA en qualité de collecteur d’huiles usagées (Contenu déterminé par l’article 71 de l’ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d’environnement et l’article 14 de l’arrêté du 19 septembre 1991 réglant l’élimination des huiles usagées. — Collecteurs d’huiles usagées

Bij ministerieel besluit van 1 februari 2006 werd de N.V. ARGENTIA erkend als ophaler van afvalolie voor een periode die loopt vanaf de dag van ondertekening voor een periode van vijf jaar.

Par arrêté ministériel du 1 février 2006 la S.A. ARGENTIA a été agréée en qualité de collecteur d’huiles usagées pour une période qui prend cours dès la date de la signature pour une période de cinq ans.

15506




[C − 2006/31080] Bekendmaking, bij uittreksel, van de registratie van de heer CUVELIER, David, als vervoerder van afgedankte voertuigen (Inhoud bepaald door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 april 2004 betreffende het beheer van afgedankte voertuigen). — Brussels Instituut voor Milieubeheer. — Registratie als vervoerder van afgedankte voertuigen

[C − 2006/31080] Publication par extrait de l’enregistrement de M. CUVELIER, David, comme transporteur de véhicules usagés (Contenu déterminé par l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 15 avril 2004 relatif à la gestion des véhicules hors d’usage). — Institut bruxellois pour la gestion de l’Environnement. — Enregistrement comme transporteur de véhicules usagés

Bij de beslissing van 2 februari 2006 van de leidende ambtenaren van het B.I.M., werd de heer CUVELIER, David, wonende Ganzenweidestraat 241, te 1130 Brussel, geregistreerd onder het nummer ENRVHU trans-031 als transporteur van afgedankte voertuigen.

Par décision des fonctionnaires dirigeants de l’I.B.G.E. du 2 février 2006, M. CUVELIER, David, rue du Pré aux Oies 241, à 1130 Bruxelles, a été enregistrée sous le numéro ENRVHU trans-031 comme transporteur de véhicules usagés.



[2005/31396]

[2005/31396]

Toelatingen tot de stage. — Benoemingen Ontslagen. — Overdrachten. — Erratum

Admissions au stage. — Nominations Démissions. — Transferts. — Erratum

In het Belgisch Staatsblad van 16 juli 2004, blz. 55802, 9de uittreksels, lees : « de Jonge, Monica » in plaat voor « De Jonge, Monica ».

Au Moniteur belge du 16 juillet 2004, p. 55802, 9e extrait, lire : « de Jonge, Monica » au lieu de « De Jonge, Monica ».

OFFICIELE BERICHTEN — AVIS OFFICIELS KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS [C − 2006/18034]

CHAMBRE DES REPRESENTANTS [C − 2006/18034]

Vast Comité van toezicht op de politiediensten (Vast Comité P) Vacature van een ambt van griffier. — Oproep tot kandidaten

Comité permanent de contrôle des services de police (Comité permanent P). — Vacance d’une fonction de greffier Appel aux candidats

In het Belgisch Staatsblad van 27 februari 2006 (nr. 65, p. 10490) werd een oproep gepubliceerd tot de kandidaten voor het ambt van griffier van het Vast comité van toezicht op de politiediensten. De kandidaturen, met curriculum vitae, kunnen tot uiterlijk 27 maart 2006, bij ter post aangetekende brief worden gericht aan de voorzitter van de Kamer van volksvertegenwoordigers, 1008 Brussel.

Un appel aux candidats pour la fonction de greffier près le Comité permanent de contrôle des services de police a été publié au Moniteur belge du 27 février 2006 (n° 65, p. 10490). Les candidatures, accompagnées d’un curriculum vitae, peuvent être adressées par lettre recommandée à la poste, au président de la Chambre des représentants, 1008 Bruxelles, jusqu’au 27 mars 2006 au plus tard. Complémentairement à l’avis paru le 27 février 2006, il est ajouté que : 1. Les candidats attestent de leur nationalité belge, âge et domicile en Belgique sur la base d’une copie de leur carte d’identité.

Aansluitend bij de oproep van 27 februari 2006 wordt volgende toelichting verstrekt : 1. De kandidaten bewijzen hun Belgische nationaliteit, leeftijd en woonplaats in België aan de hand van een kopie van hun identiteitskaart. 2. Voor het bewijs van het genot van burgerlijke en politieke rechten bezorgen de kandidaten een bewijs van goed zedelijk gedrag. 3. De kandidaten bewijzen hun voldoende kennis van de andere landstaal aan de hand van een door SELOR afgeleverd attest in verband met voldoende kennis voor het niveau 1 van de betreffende taal. Kandidaten die hierover niet beschikken, zullen hun taalkennis kunnen bewijzen voor een examencommissie samengesteld uit 2 taalleraars van de Kamer. 4. De nuttige ervaring van ten minste twee jaar wordt bewezen aan de hand van attesten waaruit de beroepservaring blijkt op het domein van de politie- en inlichtingendiensten, op juridisch of administratief gebied of op een ander gebied dat dienstig is voor de uitoefening van het ambt. 5. De voorwaarde van loyaliteit, discretie en integriteit voor de verwerking van gevoelige gegevens is een feitenkwestie die bij de beoordeling van de ontvankelijkheid van de dossiers zal worden getoetst. 6. De wedderegeling van de griffier van het Vast Comité P : beginwedde S 53.508,83, eindwedde S 69.401,41 x factor 1,3728.

2. Pour la jouissance de leurs droits civils et politiques, les candidats doivent fournir un certificat de bonnes vie et mœurs. 3. Les candidats prouvent la connaissance suffisante de l’autre langue nationale à l’aide d’une attestation délivrée par le SELOR de la connaissance suffisante, pour le niveau 1, de la langue concernée. Les candidats qui ne disposent pas de cette attestation pourront démontrer leurs connaissances linguistiques devant une commission d’examen composée de 2 professeurs de langues de la Chambre. 4. L’expérience utile d’au moins deux ans sera vérifiée sur la base d’attestations prouvant une expérience professionnelle dans le domaine des services de police et de renseignements, dans les domaines juridique et administratif ou dans tout autre domaine utile pour l’exercice de la fonction. 5. Les conditions de loyauté, discrétion et d’intégrité requises pour le traitement de données sensibles sont une question de fait, vérifiée au moment de l’évaluation de la recevabilité des dossiers. 6. Le traitement du greffier du Comité permanent P : traitement de début de carrière : S 53.508,83, traitement de fin de carrière : S 69.401,41 x le coefficient 1,3728.

7. Over de geldigheid van de kandidaturen en van de vereiste stukken wordt beslist uiterlijk op 29 maart 2006.

7. Il sera décidé de la recevabilité des candidatures et des pièces exigées au plus tard le 29 mars 2006.

Bijkomende inlichtingen kunnen bekomen worden bij het Secretariaatgeneraal van de Kamer van volksvertegenwoordigers, te 1008 Brussel, tel. : 02-549 80 93, e-mail : [email protected]

Des renseignements complémentaires peuvent être obtenus au Secrétariat général de la Chambre des représentants à 1008 Bruxelles, tél. : 02-549 80 93, e-mail : [email protected]

15507

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE COUR D’ARBITRAGE [2006/200773] Extrait de l’arrêt n° 12/2006 du 25 janvier 2006 Numéro du rôle : 3335 En cause : la question préjudicielle relative à l’article 82 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, telle qu’elle a été modifiée par la loi du 4 septembre 2002, posée par le Tribunal de première instance de Liège. La Cour d’arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Melchior, après en avoir délibéré, rend l’arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par jugement du 7 janvier 2005 en cause de J. Bronckart contre la s.a. Fortis Banque, dont l’expédition est parvenue au greffe de la Cour d’arbitrage le 14 janvier 2005, le Tribunal de première instance de Liège a posé la question préjudicielle suivante : « L’article 82 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites interprété en ce sens qu’il ne concerne que les personnes physiques qui, à titre gratuit, se sont engagées ’ à titre de cautions personnelles ’ viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu’il crée une discrimination entre les personnes physiques qui, à titre gratuit, se sont engagées à garantir la (les) dette(s) du failli selon qu’elles sont engagées comme sûretés personnelles ou propter rem ? ». (...) III. En droit (...) B.1.1. La question préjudicielle porte sur l’article 82, alinéa 1er, de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, tel qu’il a été remplacé par l’article 29 de la loi du 4 septembre 2002. Cette disposition, telle qu’elle est applicable au litige pendant devant le juge a quo, était rédigée comme suit : « L’excusabilité éteint les dettes du failli et décharge les personnes physiques qui, à titre gratuit, se sont rendues caution de ses obligations ». B.1.2. Par son arrêt no 114/2004 du 30 juin 2004, la Cour a annulé l’alinéa 1er de l’article 82 précité de la loi du 8 août 1997. Elle a toutefois maintenu les effets de la disposition annulée jusqu’au 31 juillet 2005. L’article 9 de la loi du 20 juillet 2005 « modifiant la loi du 8 août 1997 sur les faillites, et portant des dispositions fiscales diverses » remplace l’article 82, alinéa 1er, par l’alinéa suivant : « Si le failli est déclaré excusable, il ne peut plus être poursuivi par ses créanciers ». La même loi organise, en ce qui concerne les cautions personnelles du failli, un système qui leur permet d’être déchargées de leur engagement par le tribunal, pour autant qu’elles répondent aux conditions prévues par l’article 80, alinéa 3, tel qu’il a été modifié par l’article 7 de la loi du 20 juillet 2005 précitée. Enfin, plusieurs dispositions transitoires règlent la situation des faillites en cours et non encore clôturées au moment de l’entrée en vigueur de la loi, soit le 7 août 2005. B.2. Il ressort des éléments de la cause que la question préjudicielle porte précisément sur le point de savoir si l’article 82, alinéa 1er, de la loi du 8 août 1997, tel qu’il est applicable au litige pendant devant le juge a quo, n’établit pas une différence de traitement qui serait injustifiée en ce qu’il décharge les seules personnes physiques qui se sont engagées comme cautions personnelles à l’exclusion de celles qui ont, en garantie de l’engagement d’un commerçant, consenti une hypothèque sur un immeuble dont elles sont propriétaires. La Cour limite son examen à cette différence de traitement. B.3. Les dispositions litigieuses font partie de la législation sur les faillites, qui vise essentiellement à réaliser un juste équilibre entre les intérêts du débiteur et ceux des créanciers. La déclaration d’excusabilité constitue pour le failli une mesure de faveur qui lui permet de reprendre ses activités sur une base assainie et ceci, non seulement dans son intérêt, mais aussi dans celui de ses créanciers ou de certains d’entre eux qui peuvent avoir intérêt à ce que leur débiteur reprenne ses activités sur une telle base, le maintien d’une activité commerciale ou industrielle pouvant en outre servir l’intérêt général (Doc. parl., Chambre, 1991-1992, no 631/1, pp. 35 et 36). Il ressort des travaux préparatoires que le législateur s’est soucié de tenir « compte, de manière équilibrée, des intérêts combinés de la personne du failli, des créanciers, des travailleurs et de l’économie dans son ensemble » et d’assurer un règlement humain qui respecte les droits de toutes les parties intéressées (Doc. parl., Chambre, 1991-1992, no 631/13, p. 29). Par la loi du 4 septembre 2002 modifiant la loi du 8 août 1997 sur les faillites, le Code judiciaire et le Code des sociétés, le législateur a entendu atteindre les objectifs originaires avec encore davantage d’efficacité (Doc. parl., Chambre, 2001-2002, DOC 50-1132/001, p. 1). B.4.1. En décidant de faire bénéficier certains coobligés du failli des effets de l’excusabilité accordée à celui-ci, le législateur s’écarte du droit patrimonial civil, en vertu duquel « les conventions légalement formées tiennent lieu de loi à ceux qui les ont faites » (article 1134, alinéa 1er, du Code civil) et « quiconque est obligé personnellement est tenu de remplir ses engagements sur tous ses biens mobiliers ou immobiliers, présents et à venir » (article 7 de la loi hypothécaire du 16 décembre 1851). Il convient d’examiner spécialement si la mesure litigieuse n’a pas de conséquences disproportionnées pour l’une des parties concernées par la faillite. B.4.2. Lorsque, spécialement en matière économique, le législateur estime devoir sacrifier l’intérêt des créanciers au profit de certaines catégories de débiteurs, cette mesure s’inscrit dans l’ensemble de la politique économique et sociale qu’il entend poursuivre. La Cour ne pourrait censurer les différences de traitement qui découlent des choix qu’il a faits que si ceux-ci étaient manifestement déraisonnables. B.5. La différence de traitement critiquée repose sur un critère objectif : la personne qui donne un immeuble en garantie ne risque de perdre que ce bien. Afin notamment que cette personne connaisse la portée de son engagement, l’article 76 de la loi hypothécaire prévoit que l’hypothèque doit être consentie en principe par acte notarié. La forme authentique est une condition essentielle de la validité de l’hypothèque en raison précisément de la gravité de l’engagement du débiteur qui exige une protection particulière. L’intervention d’un officier public spécialisé, et qui a une obligation de conseil et d’information, est justifiée parce qu’il s’agit d’actes techniques et complexes dont la rédaction ne peut être laissée aux parties.

15508

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE B.6. Le critère est pertinent à la lumière des objectifs mentionnés en B.3. En permettant que puissent être libérées de leurs obligations les personnes qui se sont engagées sur l’ensemble de leur patrimoine, le législateur entend protéger une catégorie de personnes qu’il considère de prime abord comme plus vulnérables que celles qui ne s’engagent qu’à concurrence d’un immeuble déterminé. B.7. Il relève de l’appréciation du législateur de décider si, malgré la différence mentionnée en B.5, il convient de protéger également ces dernières. Mais, en raison de cette différence, l’absence d’une telle protection ne peut être considérée comme incompatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution. B.8. La question préjudicielle appelle une réponse négative. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : L’article 82, alinéa 1er, de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, tel qu’il a été remplacé par la loi du 4 septembre 2002, en ce qu’il ne s’applique pas aux personnes physiques qui, à titre gratuit, ont consenti, en tant que garantie, une hypothèque sur un immeuble, ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, conformément à l’article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d’arbitrage, à l’audience publique du 25 janvier 2006. Le greffier, Le président, P.-Y. Dutilleux. M. Melchior.

ARBITRAGEHOF [2006/200773] Uittreksel uit arrest nr. 12/2006 van 25 januari 2006 Rolnummer 3335 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, zoals gewijzigd bij de wet van 4 september 2002, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Luik. Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 7 januari 2005 in zake J. Bronckart tegen de n.v. Fortis Bank, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 14 januari 2005, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, in die zin geïnterpreteerd dat het alleen betrekking heeft op de natuurlijke personen die zich kosteloos ’ als persoonlijke borgen ’ hebben verbonden, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het een discriminatie invoert onder de natuurlijke personen die zich kosteloos ertoe hebben verbonden zich borg te stellen voor de schuld(en) van de gefailleerde naargelang zij als persoonlijke zekerheden of propter rem gebonden zijn ? ». (...) III. In rechte (...) B.1.1. De prejudiciële vraag betreft artikel 82, eerste lid, van de faillissementswet van 8 augustus 1997, zoals vervangen bij artikel 29 van de wet van 4 september 2002. Die bepaling, zoals van toepassing op het geding voor de verwijzende rechter, luidde als volgt : « De verschoonbaarheid doet de schulden van de gefailleerde teniet en ontslaat de natuurlijke personen die zich kosteloos borg hebben gesteld voor een verbintenis van de gefailleerde van hun verplichtingen ». B.1.2. Met zijn arrest nr. 114/2004 van 30 juni 2004 heeft het Hof het eerste lid van het voormelde artikel 82 van de wet van 8 augustus 1997 vernietigd. Het heeft evenwel de gevolgen van de vernietigde bepaling gehandhaafd tot 31 juli 2005. Artikel 9 van de wet van 20 juli 2005 « tot wijziging van de faillissementswet van 8 augustus 1997, en houdende diverse fiscale bepalingen » vervangt artikel 82, eerste lid, door het volgende lid : « Indien de gefailleerde verschoonbaar wordt verklaard, kan hij niet meer vervolgd worden door zijn schuldeisers ». Dezelfde wet voorziet, voor de persoonlijke borgen van de gefailleerde, in een regeling die het hun mogelijk maakt van hun verbintenis te worden ontslagen door de rechtbank, op voorwaarde dat zij voldoen aan de voorwaarden bepaald in artikel 80, derde lid, zoals gewijzigd bij artikel 7 van de voormelde wet van 20 juli 2005. Ten slotte regelen verschillende overgangsbepalingen de situatie van de lopende faillissementen die nog niet zijn afgesloten op het ogenblik dat de wet in werking treedt, namelijk op 7 augustus 2005. B.2. Uit de elementen van het geding blijkt dat de prejudiciële vraag meer bepaald betrekking heeft op de vraag of artikel 82, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1997, zoals van toepassing op het geding voor de verwijzende rechter, geen onverantwoord verschil in behandeling invoert, in zoverre het alleen de natuurlijke personen ontslaat die als persoonlijke borgen gebonden zijn, met uitsluiting van diegenen die, tot waarborg van de verbintenis van een handelaar, een hypotheek hebben toegestaan op een onroerend goed waarvan zij eigenaar zijn. Het Hof beperkt zijn onderzoek tot dat verschil in behandeling. B.3. De in het geding zijnde bepalingen maken deel uit van de faillissementswetgeving, die in essentie ertoe strekt een billijk evenwicht tot stand te brengen tussen de belangen van de schuldenaar en de belangen van de schuldeisers. De verklaring van verschoonbaarheid vormt voor de gefailleerde een gunstmaatregel die hem in staat stelt zijn activiteiten op een aangezuiverde basis te hervatten, en zulks niet alleen in zijn belang maar ook in het belang van zijn schuldeisers of sommigen onder hen die belang erbij kunnen hebben dat hun schuldenaar zijn activiteiten op een dergelijke basis hervat, waarbij het voortzetten van een handels- of industriële activiteit bovendien het algemeen belang kan dienen (Parl. St., Kamer, 1991-1992, nr. 631/1, pp. 35 en 36).

15509

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat de wetgever « op een evenwichtige wijze rekening [heeft willen] houden met de gecombineerde belangen van de gefailleerde zelf, van de schuldeisers, de werknemers en de economie in zijn geheel » en voor een menselijke regeling heeft willen zorgen die de rechten van alle betrokken partijen in acht neemt (Parl. St., Kamer, 1991-1992, nr. 631/13, p. 29). Met de wet van 4 september 2002 tot wijziging van de faillissementswet van 8 augustus 1997, het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van vennootschappen heeft de wetgever beoogd met nog meer doeltreffendheid de oorspronkelijke doelstellingen te bereiken (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC 50-1132/001, p. 1). B.4.1. Door de beslissing bepaalde medeverbondenen van de gefailleerde het voordeel te laten genieten van de verschoonbaarheid die aan de gefailleerde is toegekend, wijkt de wetgever af van het burgerlijk vermogensrecht volgens hetwelk « alle overeenkomsten die wettig zijn aangegaan, [...] degenen die deze hebben aangegaan, tot wet [strekken] » (artikel 1134, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek) en « ieder die persoonlijk verbonden is, [...] gehouden [is] zijn verbintenissen na te komen, onder verband van al zijn goederen, hetzij roerende, hetzij onroerende, zo tegenwoordige als toekomstige » (artikel 7 van de hypotheekwet van 16 december 1851). Inzonderheid moet worden onderzocht of de in het geding zijnde maatregel geen onevenredige gevolgen doet ontstaan voor één van de bij het faillissement betrokken partijen. B.4.2. Wanneer de wetgever, in het bijzonder in economische aangelegenheden, oordeelt het belang van de schuldeisers te moeten opofferen in het voordeel van bepaalde categorieën van schuldenaars, past die maatregel in het geheel van het economisch en sociaal beleid dat hij wil voeren. Het Hof zou de verschillen in behandeling die het gevolg zijn van de beleidskeuzen die hij heeft gemaakt, alleen kunnen afkeuren indien die beleidskeuzen klaarblijkelijk onredelijk zouden zijn. B.5. Het bekritiseerde verschil in behandeling steunt op een objectief criterium : de persoon die een onroerend goed tot waarborg stelt, loopt enkel het risico dat goed te verliezen. Opdat onder meer die persoon de draagwijdte van zijn verbintenis kent, bepaalt artikel 76 van de hypotheekwet dat de hypotheek in beginsel bij notariële akte wordt toegestaan. De authentieke vorm is een noodzakelijke voorwaarde voor de geldigheid van de hypotheek, precies wegens de ernst van de verbintenis van de schuldenaar die een bijzondere bescherming vereist. Het optreden van een gespecialiseerd openbaar ambtenaar, die ertoe gehouden is advies en informatie te verstrekken, is gerechtvaardigd, daar het gaat om technische en ingewikkelde akten waarvan de redactie niet aan de partijen kan worden overgelaten. B.6. Het criterium is pertinent in het licht van de in B.3 vermelde doelstellingen. Door voor de personen die zich met heel hun vermogen hebben verbonden het mogelijk te maken van hun verplichtingen te worden ontslagen, wil de wetgever een categorie van personen beschermen die hij prima facie kwetsbaarder acht dan de personen die alleen ten belope van een bepaald onroerend goed gebonden zijn. B.7. Het behoort tot de beoordelingsbevoegdheid van de wetgever om te beslissen of ook deze laatsten moeten worden beschermd, ondanks het in B.5 vermelde verschil. Wegens dat verschil kan de ontstentenis van een dergelijke bescherming niet worden beschouwd als onbestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. B.8. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : In zoverre het niet van toepassing is op natuurlijke personen die kosteloos tot waarborg een hypotheek op een onroerend goed hebben toegestaan, schendt artikel 82, eerste lid, van de faillissementswet van 8 augustus 1997, zoals vervangen bij de wet van 4 september 2002, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 25 januari 2006. De griffier, De voorzitter, P.-Y. Dutilleux. M. Melchior.

ÜBERSETZUNG SCHIEDSHOF [2006/200773] Auszug aus dem Urteil Nr. 12/2006 vom 25. Januar 2006 Geschäftsverzeichnisnummer 3335 In Sachen: Präjudizielle Frage in Bezug auf Artikel 82 des Konkursgesetzes vom 8. August 1997 in der durch das Gesetz vom 4. September 2002 abgeänderten Fassung, gestellt vom Gericht erster Instanz Lüttich. Der Schiedshof, zusammengesetzt aus den Vorsitzenden M. Melchior und A. Arts, und den Richtern P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke und J. Spreutels, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Vorsitzenden M. Melchior, verkündet nach Beratung folgendes Urteil: I. Gegenstand der präjudiziellen Frage und Verfahren In seinem Urteil vom 7. Januar 2005 in Sachen J. Bronckart gegen die Fortis Bank AG, dessen Ausfertigung am 14. Januar 2005 in der Kanzlei des Schiedshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Lüttich folgende präjudizielle Frage gestellt: «Verstößt Artikel 82 des Konkursgesetzes vom 8. August 1997, dahingehend ausgelegt, dass er sich nur auf die natürlichen Personen, die sich unentgeltlich ’ als persönliche Bürgen ’ verpflichtet haben, bezieht, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er zu einer Diskriminierung führt zwischen den natürlichen Personen, die sich unentgeltlich dazu verpflichtet haben, für die Schulden des Konkursschuldners zu bürgen, je nachdem, ob sie als persönliche Sicherheiten oder propter rem gebunden sind?». (...) III. In rechtlicher Beziehung (...)

15510

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE B.1.1. Die präjudizielle Frage betrifft Artikel 82 Absatz 1 des Konkursgesetzes vom 8. August 1997, ersetzt durch Artikel 29 des Gesetzes vom 4. September 2002. In der auf den Streitfall vor dem vorlegenden Richter anwendbaren Fassung lautete diese Bestimmung folgendermaßen: «Aufgrund der Entschuldbarkeit erlöschen die Schulden des Konkursschuldners und werden natürliche Personen, die unentgeltlich für die Verpflichtungen des Konkursschuldners gebürgt haben, entlastet». B.1.2. In seinem Urteil Nr. 114/2004 vom 30. Juni 2004 hat der Hof Absatz 1 des vorgenannten Artikels 82 des Gesetzes vom 8. August 1997 für nichtig erklärt. Er hat allerdings die Folgen der für nichtig erklärten Bestimmung bis zum 31. Juli 2005 aufrechterhalten. Artikel 9 des Gesetzes vom 20. Juli 2005 «zur Abänderung des Konkursgesetzes vom 8. August 1997 und zur Festlegung verschiedener steuerrechtlicher Bestimmungen» ersetzt Artikel 82 Absatz 1 durch folgenden Absatz: «Wenn der Konkursschuldner für entschuldbar erklärt wird, kann er nicht mehr von seinen Gläubigern verfolgt werden». Dasselbe Gesetz sieht in Bezug auf persönliche Bürgen des Konkursschuldners ein System vor, wonach sie durch das Gericht von ihrer persönlichen Verpflichtung entbunden werden können, sofern sie die Bedingungen erfüllen, die in Artikel 80 Absatz 3 in der durch Artikel 7 des obengenannten Gesetzes vom 20. Juli 2005 abgeänderten Fassung vorgesehen sind. Schließlich regeln mehrere Übergangsbestimmungen die Situation laufender Konkurse, die zum Zeitpunkt des Inkrafttretens des Gesetzes, nämlich am 7. August 2005, noch nicht abgeschlossen waren. B.2. Aus den Elementen der Rechtssache geht hervor, dass die präjudizielle Frage sich auf die Frage bezieht, ob Artikel 82 Absatz 1 des Gesetzes vom 8. August 1997 in der Fassung, die auf die vor dem vorlegenden Richter anhängige Streitsache anwendbar ist, nicht einen Behandlungsunterschied einführe, der ungerechtfertigt sei, da er lediglich die natürlichen Personen, die sich als persönliche Bürgen verpflichtet hätten, von ihren Verpflichtungen entbinde, jedoch nicht diejenigen, die als Sicherheit für die Verpflichtungen eines Kaufmannes in eine Hypothek auf eine Immobilie eingewilligt hätten, deren Eigentümer sie seien. Der Hof beschränkt seine Prüfung auf diesen Behandlungsunterschied. B.3. Die fraglichen Bestimmungen sind Bestandteil der Konkursgesetzgebung, die im Wesentlichen dazu dient, einen billigen Ausgleich zwischen den Interessen des Schuldners und denjenigen der Gläubiger herzustellen. Die Entschuldbarkeitserklärung stellt für den Konkursschuldner eine Gunstmaßnahme dar, die es ihm ermöglicht, seine Tätigkeiten auf einer sanierten Grundlage wiederaufzunehmen, dies nicht nur in seinem Interesse, sondern auch im Interesse seiner Gläubiger oder einiger von ihnen, die ein Interesse daran haben können, dass ihr Schuldner seine Tätigkeiten auf einer solchen Grundlage wieder aufnimmt, wobei die Aufrechterhaltung einer kaufmännischen oder industriellen Tätigkeit außerdem dem Gemeinwohl dienen kann (Parl. Dok., Kammer, 1991-1992, Nr. 631/1, SS. 35 und 36). Aus den Vorarbeiten geht hervor, dass der Gesetzgeber «auf ausgeglichene Weise die miteinander verbundenen Interessen des Konkursschuldners selber, der Gläubiger, der Arbeitnehmer und der Wirtschaft in ihrer Gesamtheit [hat] berücksichtigen wollen» und für eine menschliche, die Rechte aller betroffenen Parteien wahrende Regelung sorgen wollte (Parl. Dok., Kammer, 1991-1992, Nr. 631/13, S. 29). Durch das Gesetz vom 4. September 2002 zur Abänderung des Konkursgesetzes vom 8. August 1997, des Gerichtsgesetzbuches und des Gesellschaftsgesetzbuches wollte der Gesetzgeber die ursprünglichen Ziele noch effizienter erreichen (Parl. Dok., Kammer, 2001-2002, DOC 50-1132/001, S. 1). B.4.1. Indem der Gesetzgeber beschlossen hat, gewisse Mithaftende des Konkursschuldners in den Genuss der Folgen der ihm gewährten Entschuldbarkeit gelangen zu lassen, weicht er vom zivilen Vermögensrecht ab, dem zufolge «alle gesetzlich eingegangenen Vereinbarungen [...] für diejenigen, die sie eingegangen sind, gesetzlich bindend [sind]» (Artikel 1134 Absatz 1 des Zivilgesetzbuches), und «jeder, der persönlich haftet, [...] mit all seinen beweglichen oder unbeweglichen, heutigen oder künftigen Gütern seine Verpflichtungen erfüllen [muss]» (Artikel 7 des Hypothekengesetzes vom 16. Dezember 1851). Es ist insbesondere zu prüfen, ob die fragliche Maßnahme keine unverhältnismäßigen Folgen für eine der vom Konkurs betroffenen Parteien hat. B.4.2. Wenn der Gesetzgeber, insbesondere in Wirtschaftsangelegenheiten, der Auffassung ist, die Interessen der Gläubiger zugunsten gewisser Kategorien von Schuldnern aufheben zu müssen, ist diese Maßnahme Bestandteil seiner globalen Wirtschafts- und Sozialpolitik. Der Hof könnte die Behandlungsunterschiede, die sich aus seinen Entscheidungen ergeben, nur ahnden, wenn sie offensichtlich unvernünftig wären. B.5. Der bemängelte Behandlungsunterschied beruht auf einem objektiven Kriterium, denn eine Person, die eine Immobilie als Sicherheit anbietet, läuft nur Gefahr, dieses Gut zu verlieren. Damit diese Person die Tragweite ihrer Verpflichtung kennt, sieht Artikel 76 des Hypothekengesetzes vor, dass die Hypothek grundsätzlich durch eine notarielle Urkunde gewährt wird. Die notarielle Form ist eine wesentliche Bedingung für die Gültigkeit der Hypothek wegen der Bedeutung der Verpflichtung des Schuldners, die einen besonderen Schutz erfordert. Das Auftreten eines spezialisierten öffentlichen Amtsträgers, dem eine Verpflichtung zur Beratung und Information obliegt, ist gerechtfertigt, weil es sich um technische und komplizierte Urkunden handelt, deren Abfassung nicht den Parteien überlassen werden kann. B.6. Das Kriterium ist sachdienlich im Lichte der in B.3 erwähnten Zielsetzung. Indem der Gesetzgeber es ermöglicht, dass die Personen, die sich mit ihrem gesamten Vermögen verpflichtet haben, von ihren Verpflichtungen entbunden werden können, möchte er eine Kategorie von Personen schützen, die er zunächst als stärker gefährdet ansieht als diejenigen, die sich nur in Höhe einer bestimmten Immobilie verpflichten. B.7. Es gehört zur Ermessensbefugnis des Gesetzgebers zu entscheiden, ob die Letztgenannten trotz des in B.5 erwähnten Unterschieds zu schützen sind. Doch aufgrund dieses Unterschieds kann das Fehlen eines solchen Schutzes nicht als unvereinbar mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung angesehen werden. B.8. Die präjudizielle Frage ist verneinend zu beantworten. Aus diesen Gründen: Der Hof erkennt für Recht: Insoweit Artikel 82 Absatz 1 des Konkursgesetzes vom 8. August 1997, ersetzt durch das Gesetz vom 4. September 2002, nicht auf natürliche Personen anwendbar ist, die unentgeltlich zur Sicherheit in eine Hypothek auf eine Immobilie eingewilligt haben, verstößt er nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung. Verkündet in französischer und niederländischer Sprache, gemäß Artikel 65 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Schiedshof, in der öffentlichen Sitzung vom 25. Januar 2006. Der Kanzler, Der Vorsitzende, P.-Y. Dutilleux. M. Melchior.

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE COUR D’ARBITRAGE [2006/200767] Avis prescrit par l’article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d’arbitrage a. Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 28 décembre 2005 et parvenue au greffe le 29 décembre 2005, un recours en annulation, à titre principal, des articles 8 à 48 et, à titre subsidiaire, des articles 13 à 15, 17, 19 à 34, 36, 40 et 42 de la loi du 3 juillet 2005 portant modification de certains aspects du statut des membres du personnel des services de police et portant diverses autres dispositions relatives aux services de police (publiée au Moniteur belge du 29 juillet 2005, deuxième édition) a été introduit, pour cause de violation des articles 10 et 11 de la Constitution, par A. Massin, demeurant à 4801 Stembert, Chemin de la Lande 81, J.-M. Rocks, demeurant à 4802 Heusy, avenue de Ningloheid 21, et E. Zune, faisant élection de domicile à 4000 Liège, rue Charles Morren 4. b. Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 13 janvier 2006 et parvenue au greffe le 16 janvier 2006, G. Alessandro, demeurant à 4610 Beyne-Heusay, rue du Bassin 19, a introduit un recours en annulation des articles 13, 17 et 48, 2o, de la même loi, pour cause de violation des articles 10 et 11 de la Constitution. c. Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 20 janvier 2006 et parvenue au greffe le 23 janvier 2006, un recours en annulation des articles 9, 11, 14, 17, 18, 22, 26, 27, 35, 44 et 47 de la même loi a été introduit, pour cause de violation des articles 10 et 11 de la Constitution, par J. Berckmans, demeurant à 1850 Grimbergen, Immelvoortstraat 15, B. Bastin, demeurant à 1340 Ottignies, rue du Tiernat 1, L. Stas, demeurant à 1450 Villeroux, rue de la Brasserie 7, et J.-Y. Stas, demeurant à 6210 Les Bons Villers, Drève de la Source 1. d. Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 20 janvier 2006 et parvenue au greffe le 23 janvier 2006, un recours en annulation de la même loi a été introduit, pour cause de violation des articles 10 et 11 de la Constitution, par l’a.s.b.l. Syndicat de la police belge, dont le siège est établi à 1060 Bruxelles, avenue Henri Jaspar 114/19, J.-L. Allard, demeurant à 1180 Bruxelles, avenue De Foestraets 18a, A. Anciaux, demeurant à 5580 Rochefort, rue de Busson 28, F. Arce, demeurant à 4257 Berloz, rue de Willine 52, A.-L. Bavier, demeurant à 7090 Ronquières, rue Jules Dekeyn 4, B. Beddegenoodts, demeurant à 3070 Kortenberg, Leuvensesteenweg 310/15, P. Boúúaert, demeurant à 8200 Bruges, Stockveldelaan 24, V. Bulté, demeurant à 9406 Ninove, Groenstraat 73a, J.-P. Callens, demeurant à 9300 Alost, Hof Leeuwergem 35, L. Caprasse, demeurant à 4190 Ferrières, Route de Renier 2, H. Chatin, demeurant à 5580 Rochefort, avenue de Ninove 182 B, H. Colin, demeurant à 5500 Furfooz, rue du Camp Romain 27, W. Cuypers, demeurant à 3201 Langdorp, Kersenstraat 23, M. De Beul, demeurant à 5300 Andenne, Chant d’Oiseaux 509, E. De Dorpel, demeurant à 1755 Gooik, Ekelendriesstraat 7, N. De Groof, demeurant à 2830 Willebroek, Bormstraat 39, P. De Scheemaeker, demeurant à 9090 Melle, Wautersdreef 1, S. Deberdt, demeurant à 3730 Hoeselt, Sitsingenstraat 4, N. Debrulle, demeurant à 4020 Liège, rue Joseph Dejardin 68, R. Dekelver, demeurant à 3090 Overijse, Waversesteenweg 174, P. Delmoitiez, demeurant à 1970 Wezembeek-Oppem, avenue des Cygnes Sauvages 20, F. Delvaux, demeurant à 7160 Piéton, rue du Centenaire 5, B. Delvigne, demeurant à 5580 Lessive, rue de l’Ile 19, E. Demaret, demeurant à 3401 Walshoutem, Vredestraat 14, P. Depuydt, demeurant à 2800 Malines, Brusselsesteenweg 476, S. Devriese, demeurant à 2980 Halle, Heiblok 6, W. Dobbeleire, demeurant à 2600 Berchem, Thaliastraat 56, C. Estienne, demeurant à 1030 Bruxelles, avenue Chazal 58, H. François, demeurant à 8400 Ostende, Zandvoordedorpstraat 84, C. Geerts, demeurant à 2390 Malle, Dokter Meeusstraat 9, D. Gossaert, demeurant à 8800 Roulers, Noordlaan 84, P. Grelet, demeurant à 1330 Rixensart, avenue des Ramiers 32, A. Gribbe, demeurant à 9310 Moorsel, Koebrugstraat 47, D. Guide, demeurant à 1020 Bruxelles, rue Léopold Ier 123, L. Guide, demeurant à 6470 Sivry, rue de La Louvière 14, W. Gysels, demeurant à 3550 Heusden-Zolder, Koerselsebaan 16, F. Haedens, demeurant à 9630 Zwalm, Steenweg 43, E. Haelewyn, demeurant à 8820 Torhout, Brildam 21, S. Haesen, demeurant à 3271 Averbode, Martenstraat 34, P. Helyn, demeurant à 1780 Wemmel, avenue Reine Elisabeth 14, L. Herbay, demeurant à 6970 Tenneville, Prelle 21, J.-C. Impens, demeurant à 9420 Aaigem, Eekhout 15, E. Inion, demeurant à 9000 Gand, Offerlaan 106, S. Jacquemin, demeurant à 1000 Bruxelles, rue de l’Abdication 13, B. Jeurissen, demeurant à 3700 Tongres, Coversstraat 42, P. Lallieu, demeurant à 7900 Leuze-en-Hainaut, rue du Gard 17, J.-C. Lambert, demeurant à 5651 Laneffe, Vieille Route 21, P. Lambert, demeurant à 4845 Jalhay, route de la Gileppe 12A, G. Laurent, demeurant à 7900 Leuze-en-Hainaut, chaussée de Tournai 3, D. Lauwers, demeurant à 2630 Aartselaar, Karel Van de Woestijnelaan 46, J. Lawaese, demeurant à 8620 Nieuport, Pieter Braechelaan 61, F. Le Fèvre, demeurant à 7700 Mouscron, chaussée d’Aelbeke 155, M. Lheureux, demeurant à 4052 Beaufays, route de l’Abbaye 108, D. Lizin, demeurant à 1342 Limelette, avenue du 11e Zouaves 17, E. Luyten, demeurant à 2040 Mortsel, Grotenhof 48, L. Magermans, demeurant à 4671 Saive, rue Nifiet 203, P. Mardulier, demeurant à 2600 Berchem, F. Bauduinstraat 1, G. Meynen, demeurant à 2950 Kapellen, Peedreef 33, V. Migeot, demeurant à 5000 Namur, rue Eugène Hambursin 37, D. Moulin, demeurant à 7730 Leers-Nord, rue de Néchin 4, L. Nijs, demeurant à 1640 Rhode-Saint-Genèse, Petite rue de la Source 8, M. Nowak, demeurant à 1120 Bruxelles, rue du Craetveld 137/37, E. Pappens, demeurant à 9700 Audenarde, Vontstraat 67, S. Peelaers-Pelsmaekers, demeurant à 2820 Bonheiden, Eksterveldlaan 59, D. Pellegrims, demeurant à 2820 Bonheiden, Waversteenweg 62, A. Poels, demeurant à 1090 Bruxelles, avenue Charles Woeste 97, I. Ringoot, demeurant à 9200 Termonde, Gentsesteenweg 180, B. Rodrique, demeurant à 7141 Carnières, rue Bughin 35, Y. Rouchet, demeurant à 4610 Beyne-Heusay, rue des Heids 9, E. Saint-Jean, demeurant à 5300 Vezin, rue de Montigni 475 A, A. Scheerens, demeurant à 2221 Heist-op-den-Berg, Dorpsstraat 53, L. Scholten, demeurant à 8572 Anzegem, Meerbeekstraat 18, M. Serneels, demeurant à 2860 Sint-Katelijne-Waver, Goorboslei 8/12, G. Tulmans, demeurant à 3920 Lommel, Eendrachtstraat 6, S. Van Bossele, demeurant à 9130 Kieldrecht, Olmenlaan 15, S. Van de Velde, demeurant à 9500 Grammont, Ruisenbroek 5, M. Van de Weygaerde, demeurant à 2530 Boechout, Oude Baan 11, V. Van Elewyck, demeurant à 1090 Bruxelles, avenue Charles Woeste 94, C. Van Mechelen, demeurant à 4837 Membach, rue Hubert Braun 29, P. Van Osselaer, demeurant à 9111 Belsele, Molenwijk 17, M. Van Pee, demeurant à 2800 Malines, Nokerstraat 35, A. Vandeput, demeurant à 3020 Herent, Mechelsesteenweg 710 A, F. Vandermesse, demeurant à 5070 Fosses-la-Ville, chaussée de Charleroi 15, T. Vandervelden, demeurant à 9050 Gentbrugge, Bernheimlaan 33, L. Vandierendonck, demeurant à 8800 Roulers, Ardooiesesteenweg 456, H. Vanhecke, demeurant à 9620 Zottegem, Gentse Steenweg 43, S. Verbeurgt, demeurant à 9630 Zwalm, Zuidlaan 26, B. Verelst, demeurant à 3120 Tremelo, Dennenlaan 10, P. Verplancke, demeurant à 8000 Bruges, Albrecht Rodenbachstraat 9, B. Verschelde, demeurant à 8520 Kuurne, Kortrijksestraat 94, D. Verstraete, demeurant à 8800 Roulers, Toekomststraat 11, P. Vervaet, demeurant à 9160 Lokeren, Pastorijstraat 11, P. Vollon, demeurant à 3300 Tirlemont, Verbindingstraat 13, W. Wellens, demeurant à 2220 Heist-op-den-Berg, Kleistraat 30, S. Willems, demeurant à 9000 Gand, Rooigemlaan 2/11, S. Wilputte, demeurant à 3401 Walshoutem, Vredestraat 14, J.-P. Adant, demeurant à 1050 Bruxelles, chaussée de Boondael 651, D. Authuys, demeurant à 1800 Vilvorde, Kursaalstraat 31, Y. Beckers, demeurant à 5020 Vedrin, rue G. Châtelain 15, S. Bielen, demeurant à 4470 Saint-Georges, rue de la Bourse 144, C. Billiau, demeurant à 2400 Mol, Luxemburglaan 7, P. Bodart, demeurant à 4053 Embourg, Voie de Liège 105, M. Bourguignon, demeurant à 5380 Fernelmont, rue Albert Ier 67, X. Breuls de Tiecken, demeurant à 1970 Wezembeek-Oppem, avenue Ter Meeren 5, A. Buis, demeurant à 5030 Sauvenière, chemin de Grand-Leez 5a, J.-P. Buyle, demeurant à 9860 Oosterzele, Marktwegel 8, M. De Boer, demeurant à 2640 Mortsel, De Valk 5, P. De Cafmeyr, demeurant à 3220 Holsbeek, Gobbelsrode 68, D. De Jonghe, demeurant à 8420 De Haan, Leeuwerikenlaan 13, A. De Meester, demeurant à 2800 Malines, Paardenstraatje 17, D. De Ridder, demeurant à 2520 Ranst, John van den Eyndelaan 8, A. De Ruyck, demeurant à 7700 Mouscron, rue des Fleurs 73, W. De Ryck, demeurant à 2030 Anvers, Successiestraat 3, C. Debrouwere, demeurant à 1090 Bruxelles, rue Dupré 53, P. Decamp, demeurant à 5000 Namur, avenue de la Plante 58, R. Delfosse, demeurant à 4100 Boncelles,

15511

15512

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE route du Condroz 76/27, A. Delplanque, demeurant à 7603 Bon-Secours, avenue de la Basilique 86, J.-P. Delval, demeurant à 4260 Fallais, rue de Bossiaux 21, D. Delzenne, demeurant à 7500 Tournai, rue Albert Asou 47/2, D. Demeyere, demeurant à 8550 Zwevegem, Lindelaan 31, C. Denayer, demeurant à 5020 Malonne, chaussée de Charleloi 599, R. Depraetere, demeurant à 3300 Tirlemont, Hoegaardenstraat 58, L. Deraedt, demeurant à 2100 Anvers, Schotensesteenweg 72, P. Dhondt, demeurant à 9660 Brakel, Vanakkerdries 16, P. Dubois, demeurant à 7640 Antoing, rue Neuve 18, J. Dufour, demeurant à 3001 Louvain, Narcissenlaan 13, D. Englebert, demeurant à 6950 Nassogne, Haute voie de Marche 45, M. Fontaine, demeurant à 4000 Liège, rue du gros Gland 15, J. François, demeurant à 3321 Outgaarden, Melkstraat 1, T. Frère, demeurant à 5190 Balâtre, rue des Blancs 28, E. Gevaert, demeurant à 8520 Kuurne, Harelbeeksestraat 72/412, G. Gillis, demeurant à 9300 Alost, Ouden Dendermondse Steenweg 256/2, B. Godar, demeurant à 7501 Orcq, Résidence Christine 3, S. Goethals, demeurant à 9100 Saint-Nicolas, H. Consciencestraat 97, M. Jorissen, demeurant à 3001 Heverlee, Willem de Croylaan 19, F. Lacomble, demeurant à 4052 Beaufays, Voie de l’air pur 48, M. Lamant, demeurant à 7530 Gaurain-Ramecroix, rue de la Fontaine 11, M. Leentjes, demeurant à 4000 Liège, rue de la Treille 21, R. Lemaire, demeurant à 2018 Anvers, Sint-Vincentiusstraat 69, C. Leybaert, demeurant à 3090 Overijse, Kersenbomenlaan 50, P. Libon, demeurant à 4530 Warnant-Dreye, place du Tilleul 4, C. Link, demeurant à 1330 Rixensart, rue Edouard Dereume 17, N. Lombart, demeurant à 4530 Vieux-Waleffe, rue Baillerie 8, P. Mahaut, demeurant à 1450 Gentinnes, rue des Maieurs 10, E. Mathonet, demeurant à 4610 Beyne-Heusay, rue de Magnée 118, J. Meert, demeurant à 9310 Moorsel, Kokstraat 55, N. Merckx, demeurant à 9250 Lebbeke, Zavel 41, E. Noel, demeurant à 5000 Namur, avenue Vauban 4, J.-P. Petitjean, demeurant à 4218 Couthuin, rue Pravée 15A, J. Pochet, demeurant à 5590 Ciney, route de Ocquier 47, C. Poeck, demeurant à 2610 Wilrijk, Koornbloemstraat 230, L. Raquet, demeurant à 7500 Tournai, ch. de Bouvignes 52, P. Remy, demeurant à 1180 Bruxelles, rue Beeckman 32, L. Roelandts, demeurant à 2820 Bonheiden, Vijverstein 10, C. Sougnez, demeurant à 4350 Remicourt, rue des Combattants 3, M.-G. Spitaels, demeurant à 1602 Vlezenbeek, Smidsestraat 12, M. Stuer, demeurant à 2560 Kessel, Torenvenstraat 35, R. Stylemans, demeurant à 9400 Ninove, Nederkouter Weg 3, P. Taton, demeurant à 6534 Gozée, rue des Renards 16, D. Tembuyser, demeurant à 9700 Audenarde, Dries ter Biest 15, X. Thiebaut, demeurant à 7911 Frasnes-les-Buissenal, Contrepré 8, P. Tittelbach, demeurant à 4550 Nandrin, rue sur Haies 59, B. Van Belleghem, demeurant à 1630 Linkebeek, rue du Hoek 34, H. Van den Bergh, demeurant à 2812 Muizen, Laurierlaan 13, P. Van den Boom, demeurant à 2940 Stabroek, Steemlandlaan 16, L. Van Herck, demeurant à 9406 Ninove-Outer, Kerkstraat 3, L. Van Lishout, demeurant à 2930 Brasschaat, De Aard 32, J. Van Looy, demeurant à 2288 Grobbendonk, Herenthoutsesteenweg 38, P. Van Tongerloo, demeurant à 9070 Destelbergen, Adrien De Grootestraat 17, J. Vanhecke, demeurant à 8550 Zwevegem, Van Halewynstraat 27, P. Vanhove, demeurant à 8860 Lendelede, Bauwelarestraat 12, J. Verbruggen, demeurant à 8500 Courtrai, Godfried Devreeselaan 33, P. Vrancken, demeurant à 3010 Louvain, Garestalaan 23, A. Ysewijn, demeurant à 9120 Beveren, Heiveldstraat 31, D. Van Rampelberg, demeurant à 8800 Roulers, Lijnwaadstraat 23, E. Nollet, demeurant à 2100 Anvers, Schotensesteenweg 60, J. Windels, demeurant à 9000 Gand, Kortrijksesteenweg 963, C. Asselman, demeurant à 5101 Erpent, rue du Grand Tige 19, E. Baekelmans, demeurant à 2660 Hoboken, Parijslaan 3, P. Bertrand, demeurant à 4672 Saint-Remy, Voie du Pont 24, I. Bombeke, demeurant à 9860 Scheldewindeke, Gaversesteenweg 35, J.-Cl. Braine, demeurant à 4020 Liège, quai du Roi Albert 22/13, L. Carels, demeurant à 8300 Knokke, Esdoornstraat 76, O. Caucheteux, demeurant à 7540 Quartes, Croisette 41, L. Ceulemans, demeurant à 2547 Lint, Kriekhof 8,P. Charles, demeurant à 4020 Liège, rue F. Dehousse 8, A. Chauvin, demeurant à 6060 Gilly, rue Deviller 8, F. De Costere, demeurant à 8500 Courtrai, Saint-Cloudlaan 8, E. Degrave, demeurant à 1560 Hoeilaart, Edgard Sohiestraat 69, G. Delrue, demeurant à 8680 Koekelare, Middelstraat 5b, J. Delvenne, demeurant à 4170 Comblain-au-Pont, Céromont 64, D. Feremans, demeurant à 1880 Kapelle-op-den-Bos, Oudstrijdersstraat 50, J.-M. Gehasse, demeurant à 4340 Awans, rue Alexandre Vanstapel 11, W. Gerits, demeurant à 3620 Lanaken, Arkstraat 43, H. Goven, demeurant à 5020 Temploux, rue des Comognes de Temploux 4, P. Hubeau, demeurant à 8530 Harelbeke, Berkenlaan 81, B. Jeusette, demeurant à 4280 Hannut, rue des Prés 5a, L. Mestdag, demeurant à 8000 Bruges, Colettijnhof 2, P. Priem, demeurant à 8790 Waregem, Stormestraat 37, J. Raman, demeurant à 9270 Laarne, Scheestraat 17, A. Rucci, demeurant à 4670 Blegny, rue de Virinol 1, A. Scheerlinck, demeurant à 2018 Anvers, Van Luppenstraat 27, M. Servais, demeurant à 6030 Marchienne-au-Pont, route de Beaumont 70, H. Stabel, demeurant à 2640 Mortsel, Maxlaan 27, M. Van den Meerssche, demeurent à 9310 Moorsel, Gevergemveldbaan 25, J.-P. Van der Auwelaer, demeurant à 5003 Namur, rue du Château 44, P. Van Helsland, demeurant à 9620 Zottegem, Bevegemstraat 6, J. Van Overdijn, demeurant à 1420 Braine-l’Alleud, rue des Genêts 12, D. Van Ruymbeke, demeurant à 7904 Tourpes, rue Bachy 3, L. Vandoorne, demeurant à 8956 Kemmel, Bergstraat 11, S. Verbeeck, demeurant à 3120 Tremelo, Meiboomlaan 26, G. Willemart, demeurant à 5001 Belgrade, rue de Balsamines 13, E. Wilmet, demeurant à 2800 Malines, Paardenkerkhofstraat 36, M. Wuyts, demeurant à 2200 Herentals, Beukenlaan 28, G. Bal, demeurant à 1070 Bruxelles, Petite rue des Loups 21, P. Barbieux, demeurant à 7540 Rumillies, rue de la Solitude 7, E. Beckers, demeurant à 1755 Gooik, Abbeloosstraat 1a, L. Berger, demeurant à 5150 Soye, rue du Vivier 8, P. Berlengé, demeurant à 9120 Melsele, Vossenstraat 15, J. Boone, demeurant à 1200 Bruxelles, chaussée de Stockel 247, R. Callewaert, demeurant à 8700 Tielt, Deinsesteenweg 168, R. Carette, demeurant à 7911 Moustier, Coquereaumont 36, J. Cours, demeurant à 9230 Wetteren, Oosterzelesteenweg 74, N. Creten, demeurant à 3400 Landen, Een Meilaan 8, W. Degroeve, demeurant à 2030 Anvers, Chicagostraat 30, A. Delcourt, demeurant à 6141 Forchies, rue Prisonniers de Guerre 28, A. Delcroix, demeurant à 1400 Nivelles, rue Théo Berthels 5/7, J. Delecluse, demeurant à 7640 Antoing, chemin du Triquet 8, A. Dewez, demeurant à 5101 Erpent, rue Joli Champ 6, F. Dorao, demeurant à 4000 Liège, rue Naniot 240, B. Famenne, demeurant à 1160 Bruxelles, avenue du Paepedelle 30/7, E. Hammels, demeurant à 2520 Ranst, Broechemsesteenweg 42, M. Hennuyez, demeurant à 7503 Froyennes, chaussée de Lannoy 149, P. Hublin, demeurant à 2110 Wijnegem, Kasteellei 48, M. Iterbeke, demeurant à 9840 De Pinte, Eeuwfeestwal 44, S. Josson, demeurant à 1653 Tourneppe, Hoogkouten 6, E. Lebon, demeurant à 5000 Beez, rue des Perdrix 15, J.-P. Lekens, demeurant à 8310 Bruges, Rapaertstraat 28, L. Leleux, demeurant à 7971 Wadelincourt, rue de Basecles 49, P. Lermytte, demeurant à 2100 Deurne, Schotensesteenweg 295, M. Messely, demeurant à 7540 Rumillies, rue Nouvelle 9, P. Neirynck, demeurant à 8800 Roulers, Klokkeputstraat 131, R. Prégaldien, demeurant à 4671 Housse, route de Housse 95, P. Raes, demeurant à 7830 Bassilly, rue de la Procession 34, M. Ruiters, demeurant à 2000 Anvers, Venusstraat 19/16, A. Sanquin, demeurant à 5190 Jemeppes-sur-Sambre, rue du Clair Chêne 45, J. Saume, demeurant à 1160 Bruxelles, rue de la Molignée 33, I. Schellis, demeurant à 3500 Hasselt, Oudstrijderslaan 18, L. Schoonbaert, demeurant à 9290 Overmere, Wilgenpark 26, F. Seyler, demeurant à 4500 Huy, chemin de la Haute Sarte 20, D. Van Essche, demeurant à 1410 Waterloo, Clos Las Cases 17, M. Van Lierde, demeurant à 9500 Grammont, Guilleminlaan 25, E. Vanden Eynde, demeurant à 1390 Grez-Doiceau, Sentier des Cinq Bonniers 15, C. Verboomen, demeurant à 3001 Heverlee, Jef Van Hooflaan 11, R. Vercauteren, demeurant à 9100 Beveren, L. Mortelmanssstraat 5, R. Walraet, demeurant à 9500 Grammont, Elzenstraat 3, W. Wels, demeurant à 2980 Halle-Zoersel, Brakenberg 51, et C. Wouters, demeurant à 3110 Rotselaar, Gildenstraat 17.

15513

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE e. Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 27 janvier 2006 et parvenue au greffe le 30 janvier 2006, P. Kaspers, demeurant à 4460 Grâce-Hollogne, avenue Louis de Brouckère 13, a introduit un recours en annulation de la même loi, en particulier de ses articles 11, 18, 32, 33 et 44, pour cause de violation des articles 10 et 11 de la Constitution. f. Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 27 janvier 2006 et parvenue au greffe le 30 janvier 2006, I. Dumoulin, demeurant à 4170 Comblain-au-Pont, Au Halleux 72, a introduit un recours en annulation de la même loi, en particulier de ses articles 9 et 35, pour cause de violation des articles 10 et 11 de la Constitution. Ces affaires, inscrites sous les numéros 3839, 3847, 3854, 3856, 3878 et 3879 du rôle de la Cour, ont été jointes. Le greffier, P.-Y. Dutilleux.

ARBITRAGEHOF [2006/200767] Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof a. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 28 december 2005 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 29 december 2005, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 8 tot 48 en, in ondergeschikte orde, van de artikelen 13 tot 15, 17, 19 tot 34, 36, 40 en 42 van de wet van 3 juli 2005 tot wijziging van bepaalde aspecten van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse bepalingen met betrekking tot de politiediensten (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 29 juli 2005, tweede editie), wegens schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, door A. Massin, wonende te 4801 Stembert, Chemin de la Lande 81, J.-M. Rocks, wonende te 4802 Heusy, avenue de Ningloheid 21, en E. Zune, die keuze van woonplaats doet te 4000 Luik, rue Charles Morren 4. b. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 13 januari 2006 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 16 januari 2006, heeft G. Alessandro, wonende te 4610 Beyne-Heusay, rue du Bassin 19, beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 13, 17 en 48, 2o, van dezelfde wet, wegens schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. c. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 20 januari 2006 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 23 januari 2006, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 9, 11, 14, 17, 18, 22, 26, 27, 35, 44 en 47 van dezelfde wet, wegens schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, door J. Berckmans, wonende te 1850 Grimbergen, Immelvoortstraat 15, B. Bastin, wonende te 1340 Ottignies, rue du Tiernat 1, L. Stas, wonende te 1450 Villeroux, rue de la Brasserie 7, en J.-Y. Stas, wonende te 6210 Les Bons Villers, Drève de la Source 1. d. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 20 januari 2006 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 23 januari 2006, is beroep tot vernietiging ingesteld van dezelfde wet, wegens schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, door de v.z.w. Vakbond van de Belgische politie, met zetel te 1060 Brussel, Henri Jasparlaan 114/19, J.-L. Allard, wonende te 1180 Brussel, De Foestraetslaan 18a, A. Anciaux, wonende te 5580 Rochefort, rue de Busson 28, F. Arce, wonende te 4257 Berloz, rue de Willine 52, A.-L. Bavier, wonende te 7090 Ronquières, rue Jules Dekeyn 4, B. Beddegenoodts, wonende te 3070 Kortenberg, Leuvensesteenweg 310/15, P. Boúúaert, wonende te 8200 Brugge, Stockveldelaan 24, V. Bulté, wonende te 9406 Ninove, Groenstraat 73a, J.-P. Callens, wonende te 9300 Aalst, Hof Leeuwergem 35, L. Caprasse, wonende te 4190 Ferrières, Route de Renier 2, H. Chatin, wonende te 5580 Rochefort, avenue de Ninove 182 B, H. Colin, wonende te 5500 Furfooz, rue du Camp Romain 27, W. Cuypers, wonende te 3201 Langdorp, Kersenstraat 23, M. De Beul, wonende te 5300 Andenne, Chant d’Oiseaux 509, E. De Dorpel, wonende te 1755 Gooik, Ekelendriesstraat 7, N. De Groof, wonende te 2830 Willebroek, Bormstraat 39, P. De Scheemaeker, wonende te 9090 Melle, Wautersdreef 1, S. Deberdt, wonende te 3730 Hoeselt, Sitsingenstraat 4, N. Debrulle, wonende te 4020 Luik, rue Joseph Dejardin 68, R. Dekelver, wonende te 3090 Overijse, Waversesteenweg 174, P. Delmoitiez, wonende te 1970 Wezembeek-Oppem, Wilde Zwanenlaan 20, F. Delvaux, wonende te 7160 Piéton, rue du Centenaire 5, B. Delvigne, wonende te 5580 Lessive, rue de l’Ile 19, E. Demaret, wonende te 3401 Walshoutem, Vredestraat 14, P. Depuydt, wonende te 2800 Mechelen, Brusselsesteenweg 476, S. Devriese, wonende te 2980 Halle, Heiblok 6, W. Dobbeleire, wonende te 2600 Berchem, Thaliastraat 56, C. Estienne, wonende te 1030 Brussel, Chazallaan 58, H. François, wonende te 8400 Oostende, Zandvoordedorpstraat 84, C. Geerts, wonende te 2390 Malle, Dokter Meeusstraat 9, D. Gossaert, wonende te 8800 Roeselare, Noordlaan 84, P. Grelet, wonende te 1330 Rixensart, avenue des Ramiers 32, A. Gribbe, wonende te 9310 Moorsel, Koebrugstraat 47, D. Guide, wonende te 1020 Brussel, Leopold I-straat 123, L. Guide, wonende te 6470 Sivry, rue de La Louvière 14, W. Gysels, wonende te 3550 Heusden-Zolder, Koerselsebaan 16, F. Haedens, wonende te 9630 Zwalm, Steenweg 43, E. Haelewyn, wonende te 8820 Torhout, Brildam 21, S. Haesen, wonende te 3271 Averbode, Martenstraat 34, P. Helyn, wonende te 1780 Wemmel, Koningin Elisabethlaan 14, L. Herbay, wonende te 6970 Tenneville, Prelle 21, J.-C. Impens, wonende te 9420 Aaigem, Eekhout 15, E. Inion, wonende te 9000 Gent, Offerlaan 106, S. Jacquemin, wonende te 1000 Brussel, Troonsafstandsstraat 13, B. Jeurissen, wonende te 3700 Tongeren, Coversstraat 42, P. Lallieu, wonende te 7900 Leuze-en-Hainaut, rue du Gard 17, J.-C. Lambert, wonende te 5651 Laneffe, Vieille Route 21, P. Lambert, wonende te 4845 Jalhay, route de la Gileppe 12A, G. Laurent, wonende te 7900 Leuze-en-Hainaut, chaussée de Tournai 3, D. Lauwers, wonende te 2630 Aartselaar, Karel Van de Woestijnelaan 46, J. Lawaese, wonende te 8620 Nieuwpoort, Pieter Braechelaan 61, F. Le Fèvre, wonende te 7700 Moeskroen, Aelbekesteenweg 155, M. Lheureux, wonende te 4052 Beaufays, route de l’Abbaye 108, D. Lizin, wonende te 1342 Limelette, avenue du 11e Zouaves 17, E. Luyten, wonende te 2040 Mortsel, Grotenhof 48, L. Magermans, wonende te 4671 Saive, rue Nifiet 203, P. Mardulier, wonende te 2600 Berchem, F. Bauduinstraat 1, G. Meynen, wonende te 2950 Kapellen, Peedreef 33, V. Migeot, wonende te 5000 Namen, rue Eugène Hambursin 37, D. Moulin, wonende te 7730 Leers-Nord, rue de Néchin 4, L. Nijs, wonende te 1640 Sint-Genesius-Rode, Bronstraatje 8, M. Nowak, wonende te 1120 Brussel, Kraatveldstraat 137/37, E. Pappens, wonende te 9700 Oudenaarde, Vontstraat 67, S. Peelaers-Pelsmaekers, wonende te 2820 Bonheiden, Eksterveldlaan 59, D. Pellegrims, wonende te 2820 Bonheiden, Waversteenweg 62, A. Poels, wonende te 1090 Brussel, Charles Woestelaan 97, I. Ringoot, wonende te 9200 Dendermonde, Gentsesteenweg 180, B. Rodrique, wonende te 7141 Carnières, rue Bughin 35, Y. Rouchet, wonende te 4610 Beyne-Heusay, rue des Heids 9, E. Saint-Jean, wonende te 5300 Vezin, rue de Montigni 475 A, A. Scheerens, wonende te 2221 Heist-op-den-Berg, Dorpsstraat 53, L. Scholten, wonende te 8572 Anzegem, Meerbeekstraat 18,

15514

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE M. Serneels, wonende te 2860 Sint-Katelijne-Waver, Goorboslei 8/12, G. Tulmans, wonende te 3920 Lommel, Eendrachtstraat 6, S. Van Bossele, wonende te 9130 Kieldrecht, Olmenlaan 15, S. Van de Velde, wonende te 9500 Geraardsbergen, Ruisenbroek 5, M. Van de Weygaerde, wonende te 2530 Boechout, Oude Baan 11, V. Van Elewyck, wonende te 1090 Brussel, Charles Woestelaan 94, C. Van Mechelen, wonende te 4837 Membach, rue Hubert Braun 29, P. Van Osselaer, wonende te 9111 Belsele, Molenwijk 17, M. Van Pee, wonende te 2800 Mechelen, Nokerstraat 35, A. Vandeput, wonende te 3020 Herent, Mechelsesteenweg 710 A, F. Vandermesse, wonende te 5070 Fosses-la-Ville, chaussée de Charleroi 15, T. Vandervelden, wonende te 9050 Gentbrugge, Bernheimlaan 33, L. Vandierendonck, wonende te 8800 Roeselare, Ardooiesesteenweg 456, H. Vanhecke, wonende te 9620 Zottegem, Gentse Steenweg 43, S. Verbeurgt, wonende te 9630 Zwalm, Zuidlaan 26, B. Verelst, wonende te 3120 Tremelo, Dennenlaan 10, P. Verplancke, wonende te 8000 Brugge, Albrecht Rodenbachstraat 9, B. Verschelde, wonende te 8520 Kuurne, Kortrijksestraat 94, D. Verstraete, wonende te 8800 Roeselare, Toekomststraat 11, P. Vervaet, wonende te 9160 Lokeren, Pastorijstraat 11, P. Vollon, wonende te 3300 Tienen, Verbindingstraat 13, W. Wellens, wonende te 2220 Heist-op-den-Berg, Kleistraat 30, S. Willems, wonende te 9000 Gent, Rooigemlaan 2/11, S. Wilputte, wonende te 3401 Walshoutem, Vredestraat 14, J.-P. Adant, wonende te 1050 Brussel, Boondaalsesteenweg 651, D. Authuys, wonende te 1800 Vilvoorde, Kursaalstraat 31, Y. Beckers, wonende te 5020 Vedrin, rue G. Châtelain 15, S. Bielen, wonende te 4470 Saint-Georges, rue de la Bourse 144, C. Billiau, wonende te 2400 Mol, Luxemburglaan 7, P. Bodart, wonende te 4053 Embourg, Voie de Liège 105, M. Bourguignon, wonende te 5380 Fernelmont, rue Albert Ier 67, X. Breuls de Tiecken, wonende te 1970 WezembeekOppem, Ter Meerenlaan 5, A. Buis, wonende te 5030 Sauvenière, chemin de Grand-Leez 5a, J.-P. Buyle, wonende te 9860 Oosterzele, Marktwegel 8, M. De Boer, wonende te 2640 Mortsel, De Valk 5, P. De Cafmeyr, wonende te 3220 Holsbeek, Gobbelsrode 68, D. De Jonghe, wonende te 8420 De Haan, Leeuwerikenlaan 13, A. De Meester, wonende te 2800 Mechelen, Paardenstraatje 17, D. De Ridder, wonende te 2520 Ranst, John van den Eyndelaan 8, A. De Ruyck, wonende te 7700 Moeskroen, Bloemenstraat 73, W. De Ryck, wonende te 2030 Antwerpen, Successiestraat 3, C. Debrouwere, wonende te 1090 Brussel, Dupréstraat 53, P. Decamp, wonende te 5000 Namen, avenue de la Plante 58, R. Delfosse, wonende te 4100 Boncelles, route du Condroz 76/27, A. Delplanque, wonende te 7603 Bon-Secours, avenue de la Basilique 86, J.-P. Delval, wonende te 4260 Fallais, rue de Bossiaux 21, D. Delzenne, wonende te 7500 Doornik, rue Albert Asou 47/2, D. Demeyere, wonende te 8550 Zwevegem, Lindelaan 31, C. Denayer, wonende te 5020 Malonne, chaussée de Charleloi 599, R. Depraetere, wonende te 3300 Tienen, Hoegaardenstraat 58, L. Deraedt, wonende te 2100 Antwerpen, Schotensesteenweg 72, P. Dhondt, wonende te 9660 Brakel, Vanakkerdries 16, P. Dubois, wonende te 7640 Antoing, rue Neuve 18, J. Dufour, wonende te 3001 Leuven, Narcissenlaan 13, D. Englebert, wonende te 6950 Nassogne, Haute voie de Marche 45, M. Fontaine, wonende te 4000 Luik, rue du gros Gland 15, J. François, wonende te 3321 Outgaarden, Melkstraat 1, T. Frère, wonende te 5190 Balâtre, rue des Blancs 28, E. Gevaert, wonende te 8520 Kuurne, Harelbeeksestraat 72/412, G. Gillis, wonende te 9300 Aalst, Ouden Dendermondse Steenweg 256/2, B. Godar, wonende te 7501 Orcq, Résidence Christine 3, S. Goethals, wonende te 9100 Sint-Niklaas, H. Consciencestraat 97, M. Jorissen, wonende te 3001 Heverlee, Willem de Croylaan 19, F. Lacomble, wonende te 4052 Beaufays, Voie de l’air pur 48, M. Lamant, wonende te 7530 Gaurain-Ramecroix, rue de la Fontaine 11, M. Leentjes, wonende te 4000 Luik, rue de la Treille 21, R. Lemaire, wonende te 2018 Antwerpen, Sint-Vincentiusstraat 69, C. Leybaert, wonende te 3090 Overijse, Kersenbomenlaan 50, P. Libon, wonende te 4530 Warnant-Dreye, place du Tilleul 4, C. Link, wonende te 1330 Rixensart, rue Edouard Dereume 17, N. Lombart, wonende te 4530 Vieux-Waleffe, rue Baillerie 8, P. Mahaut, wonende te 1450 Gentinnes, rue des Maieurs 10, E. Mathonet, wonende te 4610 Beyne-Heusay, rue de Magnée 118, J. Meert, wonende te 9310 Moorsel, Kokstraat 55, N. Merckx, wonende te 9250 Lebbeke, Zavel 41, E. Noel, wonende te 5000 Namen, avenue Vauban 4, J.-P. Petitjean, wonende te 4218 Couthuin, rue Pravée 15A, J. Pochet, wonende te 5590 Ciney, route de Ocquier 47, C. Poeck, wonende te 2610 Wilrijk, Koornbloemstraat 230, L. Raquet, wonende te 7500 Doornik, ch. de Bouvignes 52, P. Remy, wonende te 1180 Brussel, Beeckmanstraat 32, L. Roelandts, wonende te 2820 Bonheiden, Vijverstein 10, C. Sougnez, wonende te 4350 Remicourt, rue des Combattants 3, M.-G. Spitaels, wonende te 1602 Vlezenbeek, Smidsestraat 12, M. Stuer, wonende te 2560 Kessel, Torenvenstraat 35, R. Stylemans, wonende te 9400 Ninove, Nederkouter Weg 3, P. Taton, wonende te 6534 Gozée, rue des Renards 16, D. Tembuyser, wonende te 9700 Oudenaarde, Dries ter Biest 15, X. Thiebaut, wonende te 7911 Frasnes-les-Buissenal, Contrepré 8, P. Tittelbach, wonende te 4550 Nandrin, rue sur Haies 59, B. Van Belleghem, wonende te 1630 Linkebeek, Hoekstraat 34, H. Van den Bergh, wonende te 2812 Muizen, Laurierlaan 13, P. Van den Boom, wonende te 2940 Stabroek, Steemlandlaan 16, L. Van Herck, wonende te 9406 Ninove-Outer, Kerkstraat 3, L. Van Lishout, wonende te 2930 Brasschaat, De Aard 32, J. Van Looy, wonende te 2288 Grobbendonk, Herenthoutsesteenweg 38, P. Van Tongerloo, wonende te 9070 Destelbergen, Adrien De Grootestraat 17, J. Vanhecke, wonende te 8550 Zwevegem, Van Halewynstraat 27, P. Vanhove, wonende te 8860 Lendelede, Bauwelarestraat 12, J. Verbruggen, wonende te 8500 Kortrijk, Godfried Devreeselaan 33, P. Vrancken, wonende te 3010 Leuven, Garestalaan 23, A. Ysewijn, wonende te 9120 Beveren, Heiveldstraat 31, D. Van Rampelberg, wonende te 8800 Roeselare, Lijnwaadstraat 23, E. Nollet, wonende te 2100 Antwerpen, Schotensesteenweg 60, J. Windels, wonende te 9000 Gent, Kortrijksesteenweg 963, C. Asselman, wonende te 5101 Erpent, rue du Grand Tige 19, E. Baekelmans, wonende te 2660 Hoboken, Parijslaan 3, P. Bertrand, wonende te 4672 Saint-Remy, Voie du Pont 24, I. Bombeke, wonende te 9860 Scheldewindeke, Gaversesteenweg 35, J.-Cl. Braine, wonende te 4020 Luik, quai du Roi Albert 22/13, L. Carels, wonende te 8300 Knokke, Esdoornstraat 76, O. Caucheteux, wonende te 7540 Quartes, Croisette 41, L. Ceulemans, wonende te 2547 Lint, Kriekhof 8, P. Charles, wonende te 4020 Luik, rue F. Dehousse 8, A. Chauvin, wonende te 6060 Gilly, rue Deviller 8, F. De Costere, wonende te 8500 Kortrijk, Saint-Cloudlaan 8, E. Degrave, wonende te 1560 Hoeilaart, Edgard Sohiestraat 69, G. Delrue, wonende te 8680 Koekelare, Middelstraat 5b, J. Delvenne, wonende te 4170 Comblain-au-Pont, Céromont 64, D. Feremans, wonende te 1880 Kapelle-op-den-Bos, Oudstrijdersstraat 50, J.-M. Gehasse, wonende te 4340 Awans, rue Alexandre Vanstapel 11, W. Gerits, wonende te 3620 Lanaken, Arkstraat 43, H. Goven, wonende te 5020 Temploux, rue des Comognes de Temploux 4, P. Hubeau, wonende te 8530 Harelbeke, Berkenlaan 81, B. Jeusette, wonende te 4280 Hannuit, rue des Prés 5a, L. Mestdag, wonende te 8000 Brugge, Colettijnhof 2, P. Priem, wonende te 8790 Waregem, Stormestraat 37, J. Raman, wonende te 9270 Laarne, Scheestraat 17, A. Rucci, wonende te 4670 Blegny, rue de Virinol 1, A. Scheerlinck, wonende te 2018 Antwerpen, Van Luppenstraat 27, M. Servais, wonende te 6030 Marchienne-au-Pont, route de Beaumont 70, H. Stabel, wonende te 2640 Mortsel, Maxlaan 27, M. Van den Meerssche, wonende te 9310 Moorsel, Gevergemveldbaan 25, J.-P. Van der Auwelaer, wonende te 5003 Namen, rue du Château 44, P. Van Helsland, wonende te 9620 Zottegem, Bevegemstraat 6, J. Van Overdijn, wonende te 1420 Eigenbrakel, rue des Genêts 12, D. Van Ruymbeke, wonende te 7904 Tourpes, rue Bachy 3, L. Vandoorne, wonende te 8956 Kemmel, Bergstraat 11, S. Verbeeck, wonende te 3120 Tremelo, Meiboomlaan 26, G. Willemart, wonende te 5001 Belgrade, rue de Balsamines 13, E. Wilmet, wonende te 2800 Mechelen, Paardenkerkhofstraat 36, M. Wuyts, wonende te 2200 Herentals, Beukenlaan 28, H. Bal, wonende te 1070 Brussel, Korte Wolvenstraat 21, P. Barbieux, wonende te 7540 Rumillies, rue de la Solitude 7, E. Beckers, wonende te 1755 Gooik, Abbeloosstraat 1a, L. Berger,

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE wonende te 5150 Soye, rue du Vivier 8, P. Berlengé, wonende te 9120 Melsele, Vossenstraat 15, J. Boone, wonende te 1200 Brussel, Stokkelsesteenweg 247, R. Callewaert, wonende te 8700 Tielt, Deinsesteenweg 168, R. Carette, wonende te 7911 Moustier, Coquereaumont 36, J. Cours, wonende te 9230 Wetteren, Oosterzelesteenweg 74, N. Creten, wonende te 3400 Landen, Een Meilaan 8, W. Degroeve, wonende te 2030 Antwerpen, Chicagostraat 30, A. Delcourt, wonende te 6141 Forchies, rue Prisonniers de Guerre 28, A. Delcroix, wonende te 1400 Nijvel, rue Théo Berthels 5/7, J. Delecluse, wonende te 7640 Antoing, chemin du Triquet 8, A. Dewez, wonende te 5101 Erpent, rue Joli Champ 6, F. Dorao, wonende te 4000 Luik, rue Naniot 240, B. Famenne, wonende te 1160 Brussel, Papedelle 30/7, E. Hammels, wonende te 2520 Ranst, Broechemsesteenweg 42, M. Hennuyez, wonende te 7503 Froyennes, chaussée de Lannoy 149, P. Hublin, wonende te 2110 Wijnegem, Kasteellei 48, M. Iterbeke, wonende te 9840 De Pinte, Eeuwfeestwal 44, S. Josson, wonende te 1653 Dworp, Hoogkouten 6, E. Lebon, wonende te 5000 Beez, rue des Perdrix 15, J.-P. Lekens, wonende te 8310 Brugge, Rapaertstraat 28, L. Leleux, wonende te 7971 Wadelincourt, rue de Basecles 49, P. Lermytte, wonende te 2100 Deurne, Schotensesteenweg 295, M. Messely, wonende te 7540 Rumillies, rue Nouvelle 9, P. Neirynck, wonende te 8800 Roeselare, Klokkeputstraat 131, R. Prégaldien, wonende te 4671 Housse, route de Housse 95, P. Raes, wonende te 7830 Zullik, rue de la Procession 34, M. Ruiters, wonende te 2000 Antwerpen, Venusstraat 19/16, A. Sanquin, wonende te 5190 Jemeppes-sur-Sambre, rue du Clair Chêne 45, J. Saume, wonende te 1160 Brussel, Molignéestraat 33, I. Schellis, wonende te 3500 Hasselt, Oudstrijderslaan 18, L. Schoonbaert, wonende te 9290 Overmere, Wilgenpark 26, F. Seyler, wonende te 4500 Hoei, chemin de la Haute Sarte 20, D. Van Essche, wonende te 1410 Waterloo, Clos Las Cases 17, M. Van Lierde, wonende te 9500 Geraardsbergen, Guilleminlaan 25, E. Vanden Eynde, wonende te 1390 Graven, Sentier des Cinq Bonniers 15, C. Verboomen, wonende te 3001 Heverlee, Jef Van Hooflaan 11, R. Vercauteren, wonende te 9100 Beveren, L. Mortelmanssstraat 5, R. Walraet, wonende te 9500 Geraardsbergen, Elzenstraat 3, W. Wels, wonende te 2980 Halle-Zoersel, Brakenberg 51, en C. Wouters, wonende te 3110 Rotselaar, Gildenstraat 17. e. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 27 januari 2006 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 30 januari 2006, heeft P. Kaspers, wonende te 4460 Grâce-Hollogne, avenue Louis de Brouckère 13, beroep tot vernietiging ingesteld van dezelfde wet, in het bijzonder van de artikelen 11, 18, 32, 33 en 44 ervan, wegens schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. f. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 27 januari 2006 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 30 januari 2006, heeft I. Dumoulin, wonende te 4170 Comblain-au-Pont, Au Halleux 72, beroep tot vernietiging ingesteld van dezelfde wet, in het bijzonder van de artikelen 9 en 35 ervan, wegens schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Die zaken, ingeschreven onder de nummers 3839, 3847, 3854, 3856, 3878 en 3879 van de rol van het Hof, werden samengevoegd. De griffier, P.-Y. Dutilleux.

SCHIEDSHOF [2006/200767] Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Schiedshof a. Mit einer Klageschrift, die dem Hof mit am 28. Dezember 2005 bei der Post aufgegebenem Einschreibebrief zugesandt wurde und am 29. Dezember 2005 in der Kanzlei eingegangen ist, erhoben Klage auf Nichtigerklärung der Artikel 8 bis 48 und hilfsweise der Artikel 13 bis 15, 17, 19 bis 34, 36, 40 und 42 des Gesetzes vom 3. Juli 2005 zur Änderung bestimmter Aspekte der Rechtsstellung der Personalmitglieder der Polizeidienste und zur Festlegung verschiedener Bestimmungen bezüglich der Polizeidienste (veröffentlicht im Belgischen Staatsblatt vom 29. Juli 2005, zweite Ausgabe), wegen Verstoßes gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung: A. Massin, wohnhaft in 4801 Stembert, Chemin de la Lande 81, J.-M. Rocks, wohnhaft in 4802 Heusy, avenue de Ningloheid 21, und E. Zune, der in 4000 Lüttich, rue Charles Morren 4, Domizil erwählt hat. b. Mit einer Klageschrift, die dem Hof mit am 13. Januar 2006 bei der Post aufgegebenem Einschreibebrief zugesandt wurde und am 16. Januar 2006 in der Kanzlei eingegangen ist, erhob G. Alessandro, wohnhaft in 4610 Beyne-Heusay, rue du Bassin 19, Klage auf Nichtigerklärung der Artikel 13, 17 und 48 Nr. 2 desselben Gesetzes, wegen Verstoßes gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung. c. Mit einer Klageschrift, die dem Hof mit am 20. Januar 2006 bei der Post aufgegebenem Einschreibebrief zugesandt wurde und am 23. Januar 2006 in der Kanzlei eingegangen ist, erhoben Klage auf Nichtigerklärung der Artikel 9, 11, 14, 17, 18, 22, 26, 27, 35, 44 und 47 desselben Gesetzes, wegen Verstoßes gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung: J. Berckmans, wohnhaft in 1850 Grimbergen, Immelvoortstraat 15, B. Bastin, wohnhaft in 1340 Ottignies, rue du Tiernat 1, L. Stas, wohnhaft in 1450 Villeroux, rue de la Brasserie 7, und J.-Y. Stas, wohnhaft in 6210 Les Bons Villers, Drève de la Source 1. d. Mit einer Klageschrift, die dem Hof mit am 20. Januar 2006 bei der Post aufgegebenem Einschreibebrief zugesandt wurde und am 23. Januar 2006 in der Kanzlei eingegangen ist, erhoben Klage auf Nichtigerklärung desselben Gesetzes, wegen Verstoßes gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung: die VoG Syndicat de la police belge, mit Sitz in 1060 Brüssel, avenue Henri Jaspar 114/19, J.-L. Allard, wohnhaft in 1180 Brüssel, avenue De Foestraets 18a, A. Anciaux, wohnhaft in 5580 Rochefort, rue de Busson 28, F. Arce, wohnhaft in 4257 Berloz, rue de Willine 52, A.-L. Bavier, wohnhaft in 7090 Ronquières, rue Jules Dekeyn 4, B. Beddegenoodts, wohnhaft in 3070 Kortenberg, Leuvensesteenweg 310/15, P. Boúúaert, wohnhaft in 8200 Brügge, Stockveldelaan 24, V. Bulté, wohnhaft in 9406 Ninove, Groenstraat 73a, J.-P. Callens, wohnhaft in 9300 Aalst, Hof Leeuwergem 35, L. Caprasse, wohnhaft in 4190 Ferrières, Route de Renier 2, H. Chatin, wohnhaft in 5580 Rochefort, avenue de Ninove 182 B, H. Colin, wohnhaft in 5500 Furfooz, rue du Camp Romain 27, W. Cuypers, wohnhaft in 3201 Langdorp, Kersenstraat 23, M. De Beul, wohnhaft in 5300 Andenne, Chant d’Oiseaux 509, E. De Dorpel, wohnhaft in 1755 Gooik, Ekelendriesstraat 7, N. De Groof, wohnhaft in 2830 Willebroek, Bormstraat 39, P. De Scheemaeker, wohnhaft in 9090 Melle, Wautersdreef 1, S. Deberdt, wohnhaft in 3730 Hoeselt, Sitsingenstraat 4, N. Debrulle, wohnhaft in 4020 Lüttich, rue Joseph Dejardin 68, R. Dekelver, wohnhaft in 3090 Overijse, Waversesteenweg 174, P. Delmoitiez, wohnhaft in 1970 Wezembeek-Oppem, Wilde Zwanenlaan 20, F. Delvaux, wohnhaft in 7160 Piéton, rue du Centenaire 5, B. Delvigne, wohnhaft in 5580 Lessive, rue de l’Ile 19, E. Demaret, wohnhaft in 3401 Walshoutem, Vredestraat 14, P. Depuydt, wohnhaft in 2800 Mecheln, Brusselsesteenweg 476, S. Devriese, wohnhaft in 2980 Halle, Heiblok 6, W. Dobbeleire, wohnhaft in 2600 Berchem,

15515

15516

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Thaliastraat 56, C. Estienne, wohnhaft in 1030 Brüssel, avenue Chazal 58, H. François, wohnhaft in 8400 Ostende, Zandvoordedorpstraat 84, C. Geerts, wohnhaft in 2390 Malle, Dokter Meeusstraat 9, D. Gossaert, wohnhaft in 8800 Roeselare, Noordlaan 84, P. Grelet, wohnhaft in 1330 Rixensart, avenue des Ramiers 32, A. Gribbe, wohnhaft in 9310 Moorsel, Koebrugstraat 47, D. Guide, wohnhaft in 1020 Brüssel, rue Léopold Ier 123, L. Guide, wohnhaft in 6470 Sivry, rue de La Louvière 14, W. Gysels, wohnhaft in 3550 Heusden-Zolder, Koerselsebaan 16, F. Haedens, wohnhaft in 9630 Zwalm, Steenweg 43, E. Haelewyn, wohnhaft in 8820 Torhout, Brildam 21, S. Haesen, wohnhaft in 3271 Averbode, Martenstraat 34, P. Helyn, wohnhaft in 1780 Wemmel, Koningin Elisabethlaan 14, L. Herbay, wohnhaft in 6970 Tenneville, Prelle 21, J.-C. Impens, wohnhaft in 9420 Aaigem, Eekhout 15, E. Inion, wohnhaft in 9000 Gent, Offerlaan 106, S. Jacquemin, wohnhaft in 1000 Brüssel, rue de l’Abdication 13, B. Jeurissen, wohnhaft in 3700 Tongern, Coversstraat 42, P. Lallieu, wohnhaft in 7900 Leuze-en-Hainaut, rue du Gard 17, J.-C. Lambert, wohnhaft in 5651 Laneffe, Vieille Route 21, P. Lambert, wohnhaft in 4845 Jalhay, route de la Gileppe 12A, G. Laurent, wohnhaft in 7900 Leuze-en-Hainaut, chaussée de Tournai 3, D. Lauwers, wohnhaft in 2630 Aartselaar, Karel Van de Woestijnelaan 46, J. Lawaese, wohnhaft in 8620 Nieuwpoort, Pieter Braechelaan 61, F. Le Fèvre, wohnhaft in 7700 Mouscron, chaussée d’Aelbeke 155, M. Lheureux, wohnhaft in 4052 Beaufays, route de l’Abbaye 108, D. Lizin, wohnhaft in 1342 Limelette, avenue du 11e Zouaves 17, E. Luyten, wohnhaft in 2040 Mortsel, Grotenhof 48, L. Magermans, wohnhaft in 4671 Saive, rue Nifiet 203, P. Mardulier, wohnhaft in 2600 Berchem, F. Bauduinstraat 1, G. Meynen, wohnhaft in 2950 Kapellen, Peedreef 33, V. Migeot, wohnhaft in 5000 Namur, rue Eugène Hambursin 37, D. Moulin, wohnhaft in 7730 Leers-Nord, rue de Néchin 4, L. Nijs, wohnhaft in 1640 Sint-Genesius-Rode, Bronstraatje 8, M. Nowak, wohnhaft in 1120 Brüssel, rue du Craetveld 137/37, E. Pappens, wohnhaft in 9700 Oudenaarde, Vontstraat 67, S. Peelaers-Pelsmaekers, wohnhaft in 2820 Bonheiden, Eksterveldlaan 59, D. Pellegrims, wohnhaft in 2820 Bonheiden, Waversteenweg 62, A. Poels, wohnhaft in 1090 Brüssel, avenue Charles Woeste 97, I. Ringoot, wohnhaft in 9200 Dendermonde, Gentsesteenweg 180, B. Rodrique, wohnhaft in 7141 Carnières, rue Bughin 35, Y. Rouchet, wohnhaft in 4610 Beyne-Heusay, rue des Heids 9, E. Saint-Jean, wohnhaft in 5300 Vezin, rue de Montigni 475 A, A. Scheerens, wohnhaft in 2221 Heist-op-den-Berg, Dorpsstraat 53, L. Scholten, wohnhaft in 8572 Anzegem, Meerbeekstraat 18, M. Serneels, wohnhaft in 2860 Sint-Katelijne-Waver, Goorboslei 8/12, G. Tulmans, wohnhaft in 3920 Lommel, Eendrachtstraat 6, S. Van Bossele, wohnhaft in 9130 Kieldrecht, Olmenlaan 15, S. Van de Velde, wohnhaft in 9500 Geraardsbergen, Ruisenbroek 5, M. Van de Weygaerde, wohnhaft in 2530 Boechout, Oude Baan 11, V. Van Elewyck, wohnhaft in 1090 Brüssel, avenue Charles Woeste 94, C. Van Mechelen, wohnhaft in 4837 Membach, rue Hubert Braun 29, P. Van Osselaer, wohnhaft in 9111 Belsele, Molenwijk 17, M. Van Pee, wohnhaft in 2800 Mecheln, Nokerstraat 35, A. Vandeput, wohnhaft in 3020 Herent, Mechelsesteenweg 710 A, F. Vandermesse, wohnhaft in 5070 Fosses-la-Ville, chaussée de Charleroi 15, T. Vandervelden, wohnhaft in 9050 Gentbrugge, Bernheimlaan 33, L. Vandierendonck, wohnhaft in 8800 Roeselare, Ardooiesesteenweg 456, H. Vanhecke, wohnhaft in 9620 Zottegem, Gentse Steenweg 43, S. Verbeurgt, wohnhaft in 9630 Zwalm, Zuidlaan 26, B. Verelst, wohnhaft in 3120 Tremelo, Dennenlaan 10, P. Verplancke, wohnhaft in 8000 Brügge, Albrecht Rodenbachstraat 9, B. Verschelde, wohnhaft in 8520 Kuurne, Kortrijksestraat 94, D. Verstraete, wohnhaft in 8800 Roeselare, Toekomststraat 11, P. Vervaet, wohnhaft in 9160 Lokeren, Pastorijstraat 11, P. Vollon, wohnhaft in 3300 Tienen, Verbindingstraat 13, W. Wellens, wohnhaft in 2220 Heist-op-den-Berg, Kleistraat 30, S. Willems, wohnhaft in 9000 Gent, Rooigemlaan 2/11, S. Wilputte, wohnhaft in 3401 Walshoutem, Vredestraat 14, J.-P. Adant, wohnhaft in 1050 Brüssel, chaussée de Boondael 651, D. Authuys, wohnhaft in 1800 Vilvoorde, Kursaalstraat 31, Y. Beckers, wohnhaft in 5020 Vedrin, rue G. Châtelain 15, S. Bielen, wohnhaft in 4470 Saint-Georges, rue de la Bourse 144, C. Billiau, wohnhaft in 2400 Mol, Luxemburglaan 7, P. Bodart, wohnhaft in 4053 Embourg, Voie de Liège 105, M. Bourguignon, wohnhaft in 5380 Fernelmont, rue Albert Ier 67, X. Breuls de Tiecken, wohnhaft in 1970 Wezembeek-Oppem, Ter Meerenlaan 5, A. Buis, wohnhaft in 5030 Sauvenière, chemin de Grand-Leez 5a, J.-P. Buyle, wohnhaft in 9860 Oosterzele, Marktwegel 8, M. De Boer, wohnhaft in 2640 Mortsel, De Valk 5, P. De Cafmeyr, wohnhaft in 3220 Holsbeek, Gobbelsrode 68, D. De Jonghe, wohnhaft in 8420 De Haan, Leeuwerikenlaan 13, A. De Meester, wohnhaft in 2800 Mecheln, Paardenstraatje 17, D. De Ridder, wohnhaft in 2520 Ranst, John van den Eyndelaan 8, A. De Ruyck, wohnhaft in 7700 Mouscron, rue des Fleurs 73, W. De Ryck, wohnhaft in 2030 Antwerpen, Successiestraat 3, C. Debrouwere, wohnhaft in 1090 Brüssel, rue Dupré 53, P. Decamp, wohnhaft in 5000 Namur, avenue de la Plante 58, R. Delfosse, wohnhaft in 4100 Boncelles, route du Condroz 76/27, A. Delplanque, wohnhaft in 7603 Bon Secours, avenue de la Basilique 86, J.-P. Delval, wohnhaft in 4260 Fallais, rue de Bossiaux 21, D. Delzenne, wohnhaft in 7500 Tournai, rue Albert Asou 47/2, D. Demeyere, wohnhaft in 8550 Zwevegem, Lindelaan 31, C. Denayer, wohnhaft in 5020 Malonne, chaussée de Charleloi 599, R. Depraetere, wohnhaft in 3300 Tienen, Hoegaardenstraat 58, L. Deraedt, wohnhaft in 2100 Antwerpen, Schotensesteenweg 72, P. Dhondt, wohnhaft in 9660 Brakel, Vanakkerdries 16, P. Dubois, wohnhaft in 7640 Antoing, rue Neuve 18, J. Dufour, wohnhaft in 3001 Löwen, Narcissenlaan 13, D. Englebert, wohnhaft in 6950 Nassogne, Haute voie de Marche 45, M. Fontaine, wohnhaft in 4000 Lüttich, rue du gros Gland 15, J. François, wohnhaft in 3321 Outgaarden, Melkstraat 1, T. Frère, wohnhaft in 5190 Balâtre, rue des Blancs 28, E. Gevaert, wohnhaft in 8520 Kuurne, Harelbeeksestraat 72/412, G. Gillis, wohnhaft in 9300 Aalst, Ouden Dendermondse Steenweg 256/2, B. Godar, wohnhaft in 7501 Orcq, Résidence Christine 3, S. Goethals, wohnhaft in 9100 Sint-Niklaas, H. Consciencestraat 97, M. Jorissen, wohnhaft in 3001 Heverlee, Willem de Croylaan 19, F. Lacomble, wohnhaft in 4052 Beaufays, Voie de l’air pur 48, M. Lamant, wohnhaft in 7530 Gaurain-Ramecroix, rue de la Fontaine 11, M. Leentjes, wohnhaft in 4000 Lüttich, rue de la Treille 21, R. Lemaire, wohnhaft in 2018 Antwerpen, Sint-Vincentiusstraat 69, C. Leybaert, wohnhaft in 3090 Overijse, Kersenbomenlaan 50, P. Libon, wohnhaft in 4530 Warnant-Dreye, place du Tilleul 4, C. Link, wohnhaft in 1330 Rixensart, rue Edouard Dereume 17, N. Lombart, wohnhaft in 4530 Vieux-Waleffe, rue Baillerie 8, P. Mahaut, wohnhaft in 1450 Gentinnes, rue des Maieurs 10, E. Mathonet, wohnhaft in 4610 Beyne-Heusay, rue de Magnée 118, J. Meert, wohnhaft in 9310 Moorsel, Kokstraat 55, N. Merckx, wohnhaft in 9250 Lebbeke, Zavel 41, E. Noel, wohnhaft in 5000 Namur, avenue Vauban 4, J.-P. Petitjean, wohnhaft in 4218 Couthuin, rue Pravée 15A, J. Pochet, wohnhaft in 5590 Ciney, route de Ocquier 47, C. Poeck, wohnhaft in 2610 Wilrijk, Koornbloemstraat 230, L. Raquet, wohnhaft in 7500 Tournai, ch. de Bouvignes 52, P. Remy, wohnhaft in 1180 Brüssel, rue Beeckman 32, L. Roelandts, wohnhaft in 2820 Bonheiden, Vijverstein 10, C. Sougnez, wohnhaft in 4350 Remicourt, rue des Combattants 3, M.-G. Spitaels, wohnhaft in 1602 Vlezenbeek, Smidsestraat 12, M. Stuer, wohnhaft in 2560 Kessel, Torenvenstraat 35, R. Stylemans, wohnhaft in 9400 Ninove, Nederkouter Weg 3, P. Taton, wohnhaft in 6534 Gozée, rue des Renards 16, D. Tembuyser, wohnhaft in 9700 Oudenaarde, Dries ter Biest 15, X. Thiebaut, wohnhaft in 7911 Frasnes-les-Buissenal, Contrepré 8, P. Tittelbach, wohnhaft in 4550 Nandrin, rue sur Haies 59, B. Van Belleghem, wohnhaft in 1630 Linkebeek, Hoekstraat 34, H. Van den Bergh, wohnhaft in 2812 Muizen, Laurierlaan 13, P. Van den Boom, wohnhaft in 2940 Stabroek, Steemlandlaan 16, L. Van Herck, wohnhaft in 9406 Ninove-Outer, Kerkstraat 3, L. Van Lishout, wohnhaft in 2930 Brasschaat, De Aard 32, J. Van Looy, wohnhaft in 2288 Grobbendonk, Herenthoutsesteenweg 38, P. Van Tongerloo, wohnhaft in 9070 Destelbergen, Adrien De Grootestraat 17, J. Vanhecke, wohnhaft in 8550 Zwevegem, Van Halewynstraat 27, P. Vanhove, wohnhaft in 8860 Lendelede, Bauwelarestraat 12, J. Verbruggen, wohnhaft in 8500 Kortrijk, Godfried Devreeselaan 33, P. Vrancken, wohnhaft in 3010 Löwen, Garestalaan 23, A. Ysewijn, wohnhaft in 9120 Beveren, Heiveldstraat 31,

15517

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE D. Van Rampelberg, wohnhaft in 8800 Roeselare, Lijnwaadstraat 23, E. Nollet, wohnhaft in 2100 Antwerpen, Schotensesteenweg 60, J. Windels, wohnhaft in 9000 Gent, Kortrijksesteenweg 963, C. Asselman, wohnhaft in 5101 Erpent, rue du Grand Tige 19, E. Baekelmans, wohnhaft in 2660 Hoboken, Parijslaan 3, P. Bertrand, wohnhaft in 4672 Saint-Remy, Voie du Pont 24, I. Bombeke, wohnhaft in 9860 Scheldewindeke, Gaversesteenweg 35, J.-Cl. Braine, wohnhaft in 4020 Lüttich, quai du Roi Albert 22/13, L. Carels, wohnhaft in 8300 Knokke, Esdoornstraat 76, O. Caucheteux, wohnhaft in 7540 Quartes, Croisette 41, L. Ceulemans, wohnhaft in 2547 Lint, Kriekhof 8, P. Charles, wohnhaft in 4020 Lüttich, rue F. Dehousse 8, A. Chauvin, wohnhaft in 6060 Gilly, rue Deviller 8, F. De Costere, wohnhaft in 8500 Kortrijk, Saint-Cloudlaan 8, E. Degrave, wohnhaft in 1560 Hoeilaart, Edgard Sohiestraat 69, G. Delrue, wohnhaft in 8680 Koekelare, Middelstraat 5b, J. Delvenne, wohnhaft in 4170 Comblain-au-Pont, Céromont 64, D. Feremans, wohnhaft in 1880 Kapelle-op-den-Bos, Oudstrijdersstraat 50, J.-M. Gehasse, wohnhaft in 4340 Awans, rue Alexandre Vanstapel 11, W. Gerits, wohnhaft in 3620 Lanaken, Arkstraat 43, H. Goven, wohnhaft in 5020 Temploux, rue des Comognes de Temploux 4, P. Hubeau, wohnhaft in 8530 Harelbeke, Berkenlaan 81, B. Jeusette, wohnhaft in 4280 Hannut, rue des Prés 5a, L. Mestdag, wohnhaft in 8000 Brügge, Colettijnhof 2, P. Priem, wohnhaft in 8790 Waregem, Stormestraat 37, J. Raman, wohnhaft in 9270 Laarne, Scheestraat 17, A. Rucci, wohnhaft in 4670 Blegny, rue de Virinol 1, A. Scheerlinck, wohnhaft in 2018 Antwerpen, Van Luppenstraat 27, M. Servais, wohnhaft in 6030 Marchienne-au-Pont, route de Beaumont 70, H. Stabel, wohnhaft in 2640 Mortsel, Maxlaan 27, M. Van den Meerssche, wohnhaft in 9310 Moorsel, Gevergemveldbaan 25, J.-P. Van der Auwelaer, wohnhaft in 5003 Namur, rue du Château 44, P. Van Helsland, wohnhaft in 9620 Zottegem, Bevegemstraat 6, J. Van Overdijn, wohnhaft in 1420 Braine-l’Alleud, rue des Genêts 12, D. Van Ruymbeke, wohnhaft in 7904 Tourpes, rue Bachy 3, L. Vandoorne, wohnhaft in 8956 Kemmel, Bergstraat 11, S. Verbeeck, wohnhaft in 3120 Tremelo, Meiboomlaan 26, G. Willemart, wohnhaft in 5001 Belgrade, rue de Balsamines 13, E. Wilmet, wohnhaft in 2800 Mecheln, Paardenkerkhofstraat 36, M. Wuyts, wohnhaft in 2200 Herentals, Beukenlaan 28, H. Bal, wohnhaft in 1070 Brüssel, Petite rue des Loups 21, P. Barbieux, wohnhaft in 7540 Rumillies, rue de la Solitude 7, E. Beckers, wohnhaft in 1755 Gooik, Abbeloosstraat 1a, L. Berger, wohnhaft in 5150 Soye, rue du Vivier 8, P. Berlengé, wohnhaft in 9120 Melsele, Vossenstraat 15, J. Boone, wohnhaft in 1200 Brüssel, chaussée de Stockel 247, R. Callewaert, wohnhaft in 8700 Tielt, Deinsesteenweg 168, R. Carette, wohnhaft in 7911 Moustier, Coquereaumont 36, J. Cours, wohnhaft in 9230 Wetteren, Oosterzelesteenweg 74, N. Creten, wohnhaft in 3400 Landen, Een Meilaan 8, W. Degroeve, wohnhaft in 2030 Antwerpen, Chicagostraat 30, A. Delcourt, wohnhaft in 6141 Forchies, rue Prisonniers de Guerre 28, A. Delcroix, wohnhaft in 1400 Nivelles, rue Théo Berthels 5/7, J. Delecluse, wohnhaft in 7640 Antoing, chemin du Triquet 8, A. Dewez, wohnhaft in 5101 Erpent, rue Joli Champ 6, F. Dorao, wohnhaft in 4000 Lüttich, rue Naniot 240, B. Famenne, wohnhaft in 1160 Brüssel, avenue du Paepedelle 30/7, E. Hammels, wohnhaft in 2520 Ranst, Broechemsesteenweg 42, M. Hennuyez, wohnhaft in 7503 Froyennes, chaussée de Lannoy 149, P. Hublin, wohnhaft in 2110 Wijnegem, Kasteellei 48, M. Iterbeke, wohnhaft in 9840 De Pinte, Eeuwfeestwal 44, S. Josson, wohnhaft in 1653 Dworp, Hoogkouten 6, E. Lebon, wohnhaft in 5000 Beez, rue des Perdrix 15, J.-P. Lekens, wohnhaft in 8310 Brügge, Rapaertstraat 28, L. Leleux, wohnhaft in 7971 Wadelincourt, rue de Basecles 49, P. Lermytte, wohnhaft in 2100 Deurne, Schotensesteenweg 295, M. Messely, wohnhaft in 7540 Rumillies, rue Nouvelle 9, P. Neirynck, wohnhaft in 8800 Roeselare, Klokkeputstraat 131, R. Prégaldien, wohnhaft in 4671 Housse, route de Housse 95, P. Raes, wohnhaft in 7830 Bassilly, rue de la Procession 34, M. Ruiters, wohnhaft in 2000 Antwerpen, Venusstraat 19/16, A. Sanquin, wohnhaft in 5190 Jemeppes-sur-Sambre, rue du Clair Chêne 45, J. Saume, wohnhaft in 1160 Brüssel, rue de la Molignée 33, I. Schellis, wohnhaft in 3500 Hasselt, Oudstrijderslaan 18, L. Schoonbaert, wohnhaft in 9290 Overmere, Wilgenpark 26, F. Seyler, wohnhaft in 4500 Huy, chemin de la Haute Sarte 20, D. Van Essche, wohnhaft in 1410 Waterloo, Clos Las Cases 17, M. Van Lierde, wohnhaft in 9500 Geraardsbergen, Guilleminlaan 25, E. Vanden Eynde, wohnhaft in 1390 Grez-Doiceau, Sentier des Cinq Bonniers 15, C. Verboomen, wohnhaft in 3001 Heverlee, Jef Van Hooflaan 11, R. Vercauteren, wohnhaft in 9100 Beveren, L. Mortelmanssstraat 5, R. Walraet, wohnhaft in 9500 Geraardsbergen, Elzenstraat 3, W. Wels, wohnhaft in 2980 Halle-Zoersel, Brakenberg 51, und C. Wouters, wohnhaft in 3110 Rotselaar, Gildenstraat 17.

e. Mit einer Klageschrift, die dem Hof mit am 27. Januar 2006 bei der Post aufgegebenem Einschreibebrief zugesandt wurde und am 30. Januar 2006 in der Kanzlei eingegangen ist, erhob P. Kaspers, wohnhaft in 4460 Grâce-Hollogne, avenue Louis de Brouckère 13, Klage auf Nichtigerklärung desselben Gesetzes, insbesondere der Artikel 11, 18, 32, 33 und 44, wegen Verstoßes gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung.

f. Mit einer Klageschrift, die dem Hof mit am 27. Januar 2006 bei der Post aufgegebenem Einschreibebrief zugesandt wurde und am 30. Januar 2006 in der Kanzlei eingegangen ist, erhob I. Dumoulin, wohnhaft in 4170 Comblain-au-Pont, Au Halleux 72, Klage auf Nichtigerklärung desselben Gesetzes, insbesondere der Artikel 9 und 35, wegen Verstoßes gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung.

Diese unter den Nummern 3839, 3847, 3854, 3856, 3878 und 3879 ins Geschäftsverzeichnis des Hofes eingetragenen Rechtssachen wurden verbunden.

Der Kanzler,

P.-Y. Dutilleux.

15518

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE COUR D’ARBITRAGE [2006/200769] Avis prescrit par l’article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d’arbitrage Par arrêts nos 153.860, 153.862, 153.863 et 153.861 du 17 janvier 2006 en cause de M.-M. Calay contre le Fonds communautaire pour l’intégration sociale et professionnelle des personnes handicapées et de différentes parties intervenantes, dont les expéditions sont parvenues au greffe de la Cour d’arbitrage les 26 et 30 janvier 2006, le Conseil d’Etat a posé les questions préjudicielles suivantes : 1. « L’article 33 du décret du 3 juillet 1991 relatif à l’intégration sociale et professionnelle des personnes handicapées qui permet, pour la première occupation du cadre organique, de fixer les règles dérogatoires au statut, ne viole-t-il pas l’article 87, §§ 2 et 4, de la loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 août 1980, qui impose le passage par le S.P.R., ou à tout le moins l’exigence d’un concours déterminé par l’arrêté royal du 26 septembre 1994 fixant les principes généraux, notamment par son article 11, § 1er ? »; 2. « L’article 33 du décret précité du 3 juillet 1991 ne viole-t-il pas les articles 10 et 11 de la Constitution dans la mesure où il permet d’éviter l’examen objectif des candidatures par concours ou examen en fixant des règles dérogatoires ? ». Ces affaires, inscrites sous les numéros 3864, 3865, 3873 et 3885 du rôle de la Cour, ont été jointes. Le greffier, P.-Y. Dutilleux.

ARBITRAGEHOF [2006/200769] Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arresten nrs. 153.860, 153.862, 153.863 en 153.861 van 17 januari 2006 in zake M.-M. Calay tegen het « Fonds communautaire pour l’intégration sociale et professionnelle des personnes handicapées » en in zake verschillende tussenkomende partijen, waarvan de expedities ter griffie van het Arbitragehof zijn ingekomen op 26 en 30 januari 2006, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schendt artikel 33 van het decreet van 3 juli 1991 betreffende de sociale integratie van de gehandicapten en hun inschakeling in het arbeidsproces, op grond waarvan, voor de eerste bezetting van de personeelsformatie, regels kunnen worden bepaald die afwijken van het statuut, artikel 87, §§ 2 en 4, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, dat de bemiddeling van het V.W.S. oplegt, of op zijn minst de vereiste van een vergelijkend examen waarin is voorzien bij het koninklijk besluit van 26 september 1994 tot bepaling van de algemene principes, meer bepaald bij artikel 11, § 1, ervan ? »; 2. « Schendt artikel 33 van het voormelde decreet van 3 juli 1991 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre die bepaling het mogelijk maakt een objectief onderzoek van de kandidaturen via een vergelijkend examen of een examen te vermijden door afwijkende regels te bepalen ? ». Die zaken, ingeschreven onder de nummers 3864, 3865, 3873 en 3885 van de rol van het Hof, werden samengevoegd. De griffier, P.-Y. Dutilleux.

SCHIEDSHOF [2006/200769] Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Schiedshof In seinen Urteilen Nrn. 153.860, 153.862, 153.863 und 153.861 vom 17. Januar 2006 in Sachen M.-M. Calay gegen den «Fonds communautaire pour l’intégration sociale et professionnelle des personnes handicapées» und in Sachen verschiedener intervenierender Parteien, deren Ausfertigungen am 26. und 30. Januar 2006 in der Kanzlei des Schiedshofes eingegangen sind, hat der Staatsrat folgende präjudizielle Fragen gestellt: 1. «Verstößt Artikel 33 des Dekrets vom 3. Juli 1991 über die soziale und berufliche Eingliederung der Behinderten, aufgrund dessen für die erste Besetzung des Stellenplans vom Statut abweichende Regeln festgelegt werden können, gegen Artikel 87 §§ 2 und 4 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen, der die Vermittlung des Ständigen Anwerbungssekretariats auferlegt oder wenigstens eine Prüfung im Wettbewerbsverfahren im Sinne von Artikel 11 § 1 des königlichen Erlasses vom 26. September 1994 zur Festlegung der allgemeinen Grundsätze voraussetzt?»; 2. «Verstößt Artikel 33 des vorgenannten Dekrets vom 3. Juli 1991 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern diese Bestimmung es ermöglicht, eine objektive Untersuchung der Bewerbungen mittels einer Prüfung im Wettbewerbsverfahren oder einer Prüfung zu vermeiden, indem abweichende Regeln festgelegt werden?». Diese unter den Nummern 3864, 3865, 3873 und 3885 ins Geschäftsverzeichnis des Hofes eingetragenen Rechtssachen wurden verbunden. Der Kanzler, P.-Y. Dutilleux.

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE COMMISSIE VOOR HET BANK-, FINANCIEEN ASSURANTIEWEZEN

15519

COMMISSION BANCAIRE, FINANCIERE ET DES ASSURANCES

[2006/03172] Registratie als hypotheekonderneming overeenkomstig artikel 43bis van de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet

[2006/03172] Enregistrement comme entreprise hypothécaire conformément à l’article 43bis de la loi du 4 août 1992 relative au crédit hypothécaire

Bij beslissing van het Directiecomité van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 28 februari 2006 wordt geregistreerd als hypotheekonderneming de naamloze vennootschap « Union de Crédit pour le Bâtiment », waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is avenue Kléber 5, te 75798 Parijs. Deze onderneming mag hypothecaire kredietovereenkomsten sluiten in België via vestiging van een bijkantoor te 1000 Brussel, Adolphe Maxlaan 13-17.

Par décision du Comité de Direction de la Commission bancaire, financière et des assurances du 28 février 2006, il est procédé à l’enregistrement comme entreprise hypothécaire de la société anonyme « Union de Crédit pour le Bâtiment », dont le siège social est situé avenue Kléber 5, à 75798 Paris. Cet établissement peut octroyer des crédits hypothécaires par voie d’installation de succursale à 1000 Bruxelles, boulevard Adolphe Max 13-17.



[C − 2006/00090] 4 AUGUSTUS 2005. — Ministeriële omzendbrief aangaande het bijzonder rampenplan voor hulpverlening betreffende het ingeperkt gebruik van genetisch gemodificeerde micro-organismen. — Duitse vertaling

[C − 2006/00090] 4 AOUT 2005. — Circulaire relative aux plans particuliers d’urgence et d’intervention concernant les micro-organismes génétiquement modifiés. — Traduction allemande

De hierna volgende tekst is de Duitse vertaling van de omzendbrief van de Minister van Binnenlandse Zaken van 4 augustus 2005 aangaande het bijzonder rampenplan voor hulpverlening betreffende het ingeperkt gebruik van genetisch gemodificeerde micro-organismen (Belgisch Staatsblad van 21 december 2005), opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling bij het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy.

Le texte qui suit constitue la traduction en langue allemande de la circulaire du Ministre de l’Intérieur du 4 août 2005 relative aux plans particuliers d’urgence et d’intervention concernant les microorganismes génétiquement modifiés (Moniteur belge du 21 décembre 2005), établie par le Service central de traduction allemande auprès du Commissariat d’arrondissement adjoint à Malmedy.

FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST INNERES [C − 2006/00090] 4. AUGUST 2005 — Ministerielles Rundschreiben über die besonderen Noteinsatzpläne betreffend die genetisch veränderten Mikroorganismen ¨ bersetzung Deutsche U ¨ bersetzung des Rundschreibens des Ministers des Innern vom 4. August 2005 Der folgende Text ist die deutsche U über die besonderen Noteinsatzpläne betreffend die genetisch veränderten Mikroorganismen, erstellt von der Zentralen ¨ bersetzungen beim Beigeordneten Bezirkskommissariat in Malmedy Dienststelle für Deutsche U

4. AUGUST 2005 — Ministerielles Rundschreiben über die besonderen Noteinsatzpläne betreffend die genetisch veränderten Mikroorganismen An die Frau Provinzgouverneurin An die Herren Provinzgouverneure An die Frau Gouverneurin des Verwaltungsbezirks Brüssel-Hauptstadt Sehr geehrte Frau Gouverneurin, Sehr geehrter Herr Gouverneur, In der Sitzung vom 19. Dezember 2003 hat der Ministerrat beschlossen, die Provinzial- und Gemeindebehörden aufzufordern, besondere Noteinsatzpläne zu verfassen betreffend die Anwendung genetisch veränderter Mikroorganismen in geschlossenen Systemen, die in der Richtlinie 90/ 219/EWG, abgeändert durch die Richtlinie 98/81/EG vom 26. Oktober 1998 (Anhang 1 und 2), erwähnt sind. I. Definitionen Zuerst scheint es mir sinnvoll, einige Grundbegriffe zu präzisieren, wie sie in der oben erwähnten Richtlinie festgelegt worden sind. 1. Genetisch veränderte Mikroorganismen Der Ausdruck «genetisch veränderter Mikroorganismus», nachstehend GVM genannt, bezeichnet jede zelluläre oder nichtzelluläre mikrobiologische Einheit, die zur Vermehrung oder zur Weitergabe von genetischem Material fähig ist; hierzu zählen Viren, Viroide sowie tierische und pflanzliche Zellkulturen, deren genetisches Material in einer Weise verändert worden ist, wie es unter natürlichen Bedingungen durch Kreuzen und/oder natürliche Rekombination nicht vorkommt. (1)

15520

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE 2. Anwendung in geschlossenen Systemen Es handelt sich um eine Tätigkeit, bei der Mikroorganismen genetisch verändert werden oder GVM vermehrt, gelagert, transportiert, zerstört, beseitigt oder in anderer Weise verwendet werden und bei der spezifische Einschließungsmaßnahmen angewendet werden, um ihren Kontakt mit der Bevölkerung und der Umwelt zu begrenzen und ein hohes Sicherheitsniveau für die Bevölkerung und die Umwelt zu erreichen. (2) 3. Unfall Darunter versteht man jedes Vorkommnis, das eine bedeutende und unbeabsichtigte Freisetzung von GVM während ihrer Anwendung in geschlossenen Systemen mit sich bringt, die zu einer unmittelbaren oder späteren Gefahr für die menschliche Gesundheit oder für die Umwelt führen kann. (3) 4. Anwender Es handelt sich um jede natürliche oder juristische Person, die für die Anwendung von GVM in geschlossenen Systemen verantwortlich ist. (4) II. Information der Provinzial- und Gemeindebehörden Die Gemeindebehörden werden von der Anwesenheit eines Anwenders auf ihrem Gebiet durch die Anmeldung, die er in Anwendung der Richtlinie vorzulegen hat, informiert. Diese Anmeldung enthält mindestens die Informationen, die im Anhang V der Richtlinie Teil A, B beziehungsweise C je nach Klasse der Anwendung in geschlossenen Systemen aufgeführt sind und insbesondere alle Elemente, die gegebenenfalls zur Ausarbeitung eines besonderen Noteinsatzplans erforderlich sind. Der Anwender sendet den Provinzialbehörden eine Kopie der Anmeldung zu. ¨ nderung der in der Er informiert unverzüglich die Provinzial- und Gemeindebehörden über jede bedeutsame A Anmeldung enthaltenen Informationen. Eine Stellungnahme des Wissenschaftlichen Instituts für Volksgesundheit muss sowohl der Anmeldung als den ¨ nderungen deren Inhalts beigefügt werden. A III. Besondere Noteinsatzpläne 1. Für welche Betriebe müssen besondere Noteinsatzpläne erstellt werden? Die Richtlinie teilt die Betriebe, in denen Anwendungen in geschlossenen Systemen durchgeführt werden, in 4 Klassen ein: Klasse 1, Klasse 2, Klasse 3 und Klasse 4, wobei Letztere die Klasse ist, bei der ein Versagen der Einschließungsmaßnahmen zur höchsten Gefahr für den Menschen und die Umwelt führen kann. Besondere Noteinsatzpläne müssen erstellt werden: A. für die Betriebe, in denen Anwendungen in geschlossenen Systemen der Klassen 3 und 4 durchgeführt werden, B. für die Betriebe, in denen Anwendungen in geschlossenen Systemen der Klasse 2 durchgeführt werden, außer wenn auf Grund eines Bewertungsberichtes des Wissenschaftlichen Institutes für Volksgesundheit das Risiko so eingeschätzt wird, dass es die Ausarbeitung eines besonderen Noteinsatzplans nicht rechtfertigt, C. für die Betriebe, in denen Anwendungen in geschlossenen Systemen der Klasse 1 durchgeführt werden, sofern die Generaldirektion der Zivilen Sicherheit auf Grund eines Bewertungsberichtes des Wissenschaftlichen Institutes für Volksgesundheit einen entsprechenden Antrag stellt. 2. Interner Notfallplan Jeder Anwender, der in Anwendung der unter römisch III Nr. 1 aufgezählten Prinzipien verpflichtet ist, einen Notfallplan zu erstellen, muss dem Bürgermeister einen internen Notfallplan übermitteln. Dieser Plan beschreibt auf jeden Fall die Verfahren zur Identifizierung der Unfälle, die Maßnahmen, die innerhalb des Betriebes zu ergreifen sind, um den Menschen und die Umwelt vor den Auswirkungen eines Unfalles zu beschützen, und die Verfahren zur Benachrichtigung der betreffenden Behörden. Dem internen Notfallplan muss eine Stellungnahme des Wissenschaftlichen Instituts für Volksgesundheit beigefügt werden. 3. Besonderer Noteinsatzplan Der besondere kommunale Noteinsatzplan wird vom Bürgermeister je nach den in der unter römisch II erwähnten Anmeldung angegebenen Elementen erstellt. Er muss u.a. Folgendes umfassen: A. die geeigneten Maßnahmen zur Begrenzung und Beherrschung der Unfälle, so dass deren Auswirkungen auf ein Mindestmaß reduziert werden und die am Menschen und an der Umwelt verursachten Schäden in Schranken gehalten werden, B. die Vorgänge zur Information der Bevölkerung und der betroffenen Dienste und Behörden,

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE C. die bei Unfall anzuwendenden Maßnahmen zum Schutz der Bevölkerung und der Umwelt. Die besonderen kommunalen Noteinsatzpläne müssen dem Wissenschaftlichen Institut für Volksgesundheit zur Begutachtung und dem Gouverneur zur Billigung unterbreitet werden. Die Anwendung von GVM in geschlossenen Systemen, für die kein besonderer Noteinsatzplan erstellt ist, muss im allgemeinen Noteinsatzplan erwähnt werden. 4. Besonderer provinzialer Noteinsatzplan Der besondere provinziale Noteinsatzplan wird vom Gouverneur je nach den in der unter römisch II erwähnten Anmeldung angegebenen Elementen erstellt. Er muss u.a. Folgendes umfassen: A. die geeigneten Maßnahmen zur Begrenzung und Beherrschung der Unfälle, so dass deren Auswirkungen auf ein Mindestmaß reduziert werden und die am Menschen und an der Umwelt verursachten Schäden in Schranken gehalten werden, B. die Vorgänge zur Information der Bevölkerung und der betroffenen Dienste und Behörden, C. die bei Unfall anzuwendenden Maßnahmen zum Schutz der Bevölkerung und der Umwelt. Die besonderen provinzialen Noteinsatzpläne müssen dem Wissenschaftlichen Institut für Volksgesundheit zur Begutachtung und dem Gouverneur zur Billigung unterbreitet werden. IV. Technische und wissenschaftliche Hilfeleistung Es wird ein Abkommen zwischen dem Minister des Innern und dem Wissenschaftlichen Institut für Volksgesundheit - Dienst biologische Sicherheit und Biotechnologie - abgeschlossen. Das Abkommen regelt die jeweiligen Verpflichtungen der Generaldirektion der Zivilen Sicherheit und des Wissenschaftlichen Instituts für Volksgesundheit bei der Organisierung eines Hilfeleistungssystems im Rahmen der Richtlinie 98/81/EG über die Anwendung von genetisch veränderten Mikroorganismen in geschlossenen Systemen. Dieses System sieht Folgendes vor: 1. eine Hilfeleistung seitens des Wissenschaftlichen Instituts für Volksgesundheit bei der Durchführung der besonderen Noteinsatzpläne auf kommunaler, provinzialer und föderaler Ebene, und zwar: — auf Ersuchen der Föderal-, Provinzial- und Gemeindebehörden Stellungnahmen zu der Ausarbeitung und der ¨ berarbeitung der Noteinsatzpläne abgeben, U — Formulare, die zur Bewertung der besonderen Noteinsatzpläne bestimmt sind, ausarbeiten, — eine Stellungnahme über die Wirksamkeit der besonderen Noteinsatzpläne abgeben. 2. bei Unfall: — den Feuerwehrdiensten und den Einsatzeinheiten des Zivilschutzes wissenschaftliche und technische Fachkompetenz bieten, insbesondere für die biologischen Probenahmen vor Ort, einschließlich der Versorgung mit Probenahmematerial und der Weiterleitung der Probenahmen an die Analyselabors, — den Einsatzleiter bei der Aktivierung eines besonderen biologischen Noteinsatzplans beraten. 3. im Allgemeinen: — den Behörden Stellungnahmen und Empfehlungen erteilen zu allen Fragen in Sachen biologische Sicherheit im Zusammenhang mit genetisch veränderten beziehungsweise pathogenen Mikroorganismen. Das Wissenschaftliche Institut für Volksgesundheit organisiert einen Telefonbereitschaftsdienst, damit seine Dienste rund um die Uhr zu erreichen sind. Das Ersuchen um Hilfeleistung kann von der Generaldirektion der Zivilen Sicherheit, von einem Provinzgouverneur, von einem Bürgermeister oder von einem Feuerwehrdienst stammen: — in dringenden Fällen durch einen telefonischen Anruf an den Bereitschaftsdienst während der Dienstzeit unter der Nummer 02/642 51 11 und außerhalb der Dienstzeit an das Koordinations- und Krisenzentrum der Regierung unter der Nummer 02/506 47 11, wo die Handynummer des Bereitschaftsdienstlers erhältlich ist; — schriftlich in den anderen Fällen. Bei Unfall greift das Wissenschaftliche Institut für Volksgesundheit innerhalb einer Frist von einer Stunde nach dem Telefonanruf ein. In allen anderen Fällen erteilt das Wissenschaftliche Institut für Volksgesundheit seine Stellungnahmen und Empfehlungen schriftlich spätestens binnen 60 Kalendertagen ab Empfang des Ersuchens. Die Generaldirektion der Zivilen Sicherheit verpflichtet sich, die vom Wissenschaftlichen Institut für Volksgesundheit bei der Organisierung des oben erwähnten Hilfeleistungssystems getätigten Kosten zu übernehmen.

15521

15522

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Das Wissenschaftliche Institut für Volksgesundheit informiert die Generaldirektion der Zivilen Sicherheit über diese Ersuchen um Hilfeleistung. Letztere behält sich das Recht vor, die Begründheit des Ersuchens zu prüfen und falls erforderlich Korrekturmaßnahmen zu ergreifen. V. Mitteilung Der besondere Noteinsatzplan muss den Behörden und öffentlichen Hilfsdiensten, die von dem Unfall betroffen werden können, mitgeteilt werden, ohne dass diese einen Antrag stellen müssen; ferner muss er jeglichem anderen interessehabenden Antragsteller mitgeteilt werden. Bei Unfall ist der Betreiber verpflichtet, das 100-Zentrum und das Koordinations- und Krisenzentrum der Regierung unverzüglich zu informieren. Er teilt dem 100-Zentrum Folgendes mit: 1. die Umstände des Unfalls, 2. die Identität des GVM oder der Organismen sowie die freigesetzten Mengen, 3. die erforderlichen Elemente zur Bewertung der Auswirkungen des Unfalles auf die Gesundheit der gesamten Bevölkerung und auf die Umwelt, 4. die bereits getroffenen Maßnahmen. Das 100-Zentrum benachrichtigt die Noteinsatzdienste, die an dem besonderen Noteinsatzplan beteiligt sind. Ich bedanke mich im Voraus für das Weiterleiten dieses Rundschreibens an die Bürgermeister Ihrer Provinz. Der Minister des Innern P. DEWAEL Fußnoten (1) Artikel (2) Artikel (3) Artikel (4) Artikel

2 2 2 2

Buchstabe Buchstabe Buchstabe Buchstabe

a und b der Richtlinie. c der Richtlinie. d der Richtlinie. e der Richtlinie.



[C − 2006/00087] 21 SEPTEMBER 2005. — Omzendbrief met betrekking tot de nieuwe gemeenschappelijke vermeldingen die kunnen worden gebruikt in het geval van de afgifte van een Benelux-visum A, B, C of D + C en de nieuwe nationale vermeldingen die voor België moeten worden gebruikt in het geval van de afgifte van een visum D of een machtiging tot voorlopig verblijf. — Duitse vertaling

[C − 2006/00087] 21 SEPTEMBRE 2005. — Circulaire relative aux nouvelles mentions communes pouvant être utilisées en cas de délivrance d’un visa Benelux A, B, C ou D + C ainsi qu’aux nouvelles mentions nationales devant être utilisées pour la Belgique en cas de délivrance d’un visa D ou d’une autorisation de séjour provisoire. — Traduction allemande

De hierna volgende tekst is de Duitse vertaling van de omzendbrief van de Minister van Binnenlandse Zaken van 21 september 2005 met betrekking tot de nieuwe gemeenschappelijke vermeldingen die kunnen worden gebruikt in het geval van de afgifte van een Beneluxvisum A, B, C of D + C en de nieuwe nationale vermeldingen die voor België moeten worden gebruikt in het geval van de afgifte van een visum D of een machtiging tot voorlopig verblijf (Belgisch Staatsblad van 11 oktober 2005), opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling bij het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy.

Le texte qui suit constitue la traduction en langue allemande de la circulaire du Ministre de l’Intérieur du 21 septembre 2005 relative aux nouvelles mentions communes pouvant être utilisées en cas de délivrance d’un visa Benelux A, B, C ou D + C ainsi qu’aux nouvelles mentions nationales devant être utilisés pour la Belgique en cas de délivrance d’un visa D ou d’une autorisation de séjour provisoire (Moniteur belge du 11 octobre 2005), établie par le Service central de traduction allemande auprès du Commissariat d’arrondissement adjoint à Malmedy.

FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST INNERES [C − 2006/00087] 21. SEPTEMBER 2005 — Rundschreiben über die neuen gemeinsamen Angaben, die bei Ausstellung von Benelux-Visa A, B, C beziehungsweise D + C verwendet werden können, und über die neuen einzelstaatlichen Angaben, die für Belgien bei Ausstellung von Visa D oder vorläufigen Aufenthaltserlaubnissen verwendet ¨ bersetzung werden müssen — Deutsche U ¨ bersetzung des Rundschreibens des Ministers des Innern vom 21. SeptemDer folgende Text ist die deutsche U ber 2005 über die neuen gemeinsamen Angaben, die bei Ausstellung von Benelux-Visa A, B, C beziehungsweise D + C verwendet werden können, und über die neuen einzelstaatlichen Angaben, die für Belgien bei Ausstellung von Visa D oder vorläufigen Aufenthaltserlaubnissen verwendet werden müssen, erstellt von der Zentralen Dienststelle für ¨ bersetzungen beim Beigeordneten Bezirkskommissariat in Malmedy. Deutsche U

¨ DERALER O ¨ FFENTLICHER DIENST INNERES FO 21. SEPTEMBER 2005 — Rundschreiben über die neuen gemeinsamen Angaben, die bei Ausstellung von Benelux-Visa A, B, C beziehungsweise D + C verwendet werden können, und über die neuen einzelstaatlichen Angaben, die für Belgien bei Ausstellung von Visa D oder vorläufigen Aufenthaltserlaubnissen verwendet werden müssen I. Einleitung Die Benelux-Staaten haben beschlossen, die Angaben auf den Visummarken zu vereinfachen (1).

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Bereits seit dem 29. Juli 2004 sind für Benelux-Visa A, B, C und D + C neue Codes in Bezug auf die verschiedenen gemeinsamen Angaben anwendbar. Sie ersetzen die Angaben, die vormals in die Rubrik «Anmerkungen» einzutragen waren. Angesichts der Vielfalt dieser Codes im Vergleich zu den vorherigen Angaben enthält das ausgestellte Visum nun präzisere Informationen. Die neuen Codes, die die einzelstaatlichen Angaben darstellen, die für Belgien bei Ausstellung von Visa D oder vorläufigen Aufenthaltserlaubnissen verwendet werden müssen, finden hingegen erst seit dem 1. Oktober 2005 Anwendung (2). Diese neuen Codes werden in das Feld für einzelstaatliche Angaben («Anmerkungen») eingetragen und ersetzen somit die bisher dort vermerkten Verweise auf das Gesetz vom 15. Dezember 1980 (3). Zweck des vorliegenden Rundschreibens ist, Sie über die Bedeutung dieser neuen Visa-Codes zu informieren. Zudem müssen auch verschiedene Rundschreiben und Bekanntmachungen, die auf die Visa-Angaben verweisen, an diese neue Terminologie angepasst werden. II. In Bezug auf die gemeinsamen Angaben, die bei Ausstellung von Benelux-Visa A, B, C oder D + C verwendet werden können: Zur Erinnerung: — Visum A: Visum für den Flughafentransit: diese Visumkategorie berechtigt ihren Inhaber ausschließlich zur Durchreise über die internationale Transitzone eines Flughafens, also nicht zur Einreise in den Schengener Raum, — Visum B: Durchreisevisum, — Visum C: Visum für den kurzfristigen Aufenthalt, — Visum D + C: Visum für den längerfristigen Aufenthalt mit gleichzeitiger Gültigkeit als Visum für einen kurzfristigen Aufenthalt. Diese Visumkategorie ermöglicht einen Aufenthalt von mehr als 90 Tagen pro Halbjahr und erlaubt ihrem Inhaber sich während dreier Monate ab dem ersten Tag der Gültigkeit des Visums für den längerfristigen Aufenthalt frei in den Schengen-Staaten zu bewegen. Folgende Codes können verwendet werden: — BNL 1: nach Zustimmung durch die zentralen Behörden ausgestelltes Visum, — BNL 2: direkt ausgestelltes Visum, — BNL 3 + Name der Grenzübergangsstelle der Einreise und/oder Datum der Einreise: Dieser Code wird nur in Ausnahmefällen aus Sicherheitsgründen eingetragen, — BNL 4: nach Konsultation des vertretenen Staates in Vertretung ausgestelltes Visum, — BNL 5 + x Tage: Der Inhaber des Visums muss sich innerhalb von x Tagen bei der Polizei melden, — BNL 6: mit Ausnahme von mitreisenden Kindern, Bemerkung: Das Fehlen eines solchen Codes bedeutet, dass das Visum für alle im Pass eingetragenen Personen gilt. — BNL 7 + Name und Geburtsdatum des/der mitreisenden Kindes/Kinder: Wenn keine Sicherheit über das Verwandtschaftsverhältnis des Passinhabers gegenüber dem/den mitreisenden Kind/Kindern besteht, kann die Benelux-Vertretung in der Rubrik «Passnummer» die Zahl der mitreisenden Kinder und Name und Geburtsdatum des/der im Pass der begleitenden Person aufgeführten Kindes/Kinder eingetragen werden. Dieser Code und diese Angaben können eingetragen werden, um die Hinzufügung eines Namens im Reisedokument der das Kind/die Kinder begleitenden Person nach erfolgter Ausstellung des Visums zu verhindern, — BNL 8: Visum für eine medizinische Behandlung. Dem Code kann gegebenenfalls der Name des Krankenhauses zugefügt werden, — BNL 9: Die für den Erhalt eines einheitlichen Visums üblicherweise notwendige Reisekrankenversicherung ist nicht erforderlich. Zur Erinnerung: Grundsätzlich ist der Antragsteller gemäß Artikel 2 der Entscheidung des Rates der Europäischen Union vom 22. Dezember 2003 (4) verpflichtet, für den Erhalt eines einheitlichen Visums nachzuweisen, dass er im Besitz einer Reisekrankenversicherung ist, — BNL 10: Visum für einen Studienaufenthalt, — BNL 11: Visum im Rahmen der Familienzusammenführung, — BNL 12: Visum für eine berufliche Tätigkeit, — BNL 13: Visum für Geschäftszwecke, — BNL 14: Visum für Adoptionszwecke. III. In Bezug auf die einzelstaatlichen Angaben, die für Belgien bei Ausstellung von Visa D oder Aufenthaltserlaubnissen verwendet werden müssen: Folgende Codes müssen verwendet werden: — B1: V.A.E., befristeter Aufenthalt für die Dauer des Studiums - Artikel 58 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980, — B2: immatrikuliert bei ... (Name der Bildungseinrichtung), — B3: zugelassen zum Studium bei ... (Name der Bildungseinrichtung), — B4: Antrag auf Anerkennung der Gleichwertigkeit eines Diploms, — B5: Anmeldung zur Zulassungsprüfung, — B6: V.A.E. - befristeter Aufenthalt für die Laufzeit der Studienbörse + Laufzeit der Studienbörse, — B7: V.A.E. - befristeter Aufenthalt für die Dauer des Austauschs + Dauer des Austauschs,

15523

15524

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE — B8: private Lehranstalt - befristeter zeitweiliger Aufenthalt für die Dauer der Ausbildung bei ... (Name der Bildungseinrichtung) - Artikel 9 und 13 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980, — B9: Besuch des Sekundarunterrichts - befristeter Aufenthalt für die Dauer des Schuljahres - Artikel 9 und 13 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980, — B10: Familienzusammenführung Student - befristeter Aufenthalt für die Dauer des Studiums des Partners/des Vaters/der Mutter + Artikel 10bis des Gesetzes vom 15. Dezember 1980, — B11: Familienzusammenführung - Artikel 10 Absatz 1 Nr. 4 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980, — B12: Artikel 9 und 13 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 - befristeter Aufenthalt für die Dauer einer Tätigkeit, für welche die Pflicht zur Erlangung einer Arbeitserlaubnis oder einer Berufskarte aufgehoben wurde + Dauer des Auftrags, der Forschungsarbeit, des Vertrags, des Praktikums oder der Ausbildung, — B13: Artikel 9 und 13 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 - befristeter Aufenthalt von sechs Monaten selbständige Tätigkeit im Rahmen eines Assoziierungsabkommens, — B14: Artikel 9 und 13 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 - befristeter Aufenthalt für die Geltungsdauer der Arbeitserlaubnis, verlängert um einen Monat, — B15 - Artikel 9 und 13 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 - befristeter Aufenthalt für die Geltungsdauer der Berufskarte, — B16: Artikel 9 und 13 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 - befristeter Aufenthalt von acht Monaten, — B17: befristeter zeitweiliger Aufenthalt von einem Jahr - Artikel 9 und 13 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980, — B18: befristeter zeitweiliger Aufenthalt von sechs Monaten, — B19: zeitweiliger Aufenthalt - Zusammenwohnen - Artikel 9 und 13 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980, — B20: Familienzusammenführung - Artikel 40 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980, — B21: Familienzusammenführung - Artikel 10 Absatz 1 Nr. 1 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980, — B22: Familienzusammenführung - Rückreisevisum, — B23: befristeter zeitweiliger Aufenthalt von sechs Monaten zwecks Adoption + Verlängerung der Aufenthaltsdauer nach Zustimmung des Ausländeramts bei weit fortgeschrittenem Adoptionsverfahren auf Vorlage eines von der zuständigen zentralen Gemeinschafts- oder Föderalbehörde ausgestellten schriftlichen Nachweises, — B24: befristeter zeitweiliger Aufenthalt von einem Jahr - Reisen und Arbeiten - Artikel 9 und 13 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980, — B25: Königlicher Erlass vom 30. Oktober 1991 (Dieser Code muss auf allen Visa eingetragen werden, die Ausländern, die als Angehörige einer Botschaft, eines Konsulats, einer Vertretung oder einer internationalen Organisation nach Belgien entsandt werden, und den Mitgliedern ihrer Familie, das heißt Ehepartner und Kinder zu Lasten, ausgestellt werden). Achtung: In diesem Fall handelt es sich immer um Visa C, — B26: Rückkehrrecht: V.A.E. - Artikel 19 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980, — B27: Erlaubnis zur Rückkehr nach einem Jahr - V.A.E. - Artikel 9 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 + Königlicher Erlass vom 7. August 1995, — B28: Familienzusammenführung - Artikel 10 Absatz 1 Nr. 4 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 - Aufenthalt befristet auf den Aufenthalt des Ehepartners/Elternteils. IV. Rundschreiben und Bekanntmachungen: 1. Rundschreiben vom 28. Februar 1995 über das in Artikel 12bis des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 vorgesehene Verfahren und über das Aufenthaltsrecht der in Artikel 10 desselben Gesetzes erwähnten Ausländer (5): Römisch III Buchstabe C Nr. 2 ist wie folgt zu lesen: «Wenn der der Visumpflicht unterworfene Ausländer einen nationalen Pass vorlegt, der mit den Angaben «B11», «B21», «B28», «in Anwendung von Artikel 10 Absatz 1 Nr. 2 ausgestelltes Visum» oder «in Anwendung von Artikel 10 Absatz 1 Nr. 3 ausgestelltes Visum» versehen ist, muss die Gemeindeverwaltung die Zulässigkeit des Aufenthaltsantrags nicht mehr überprüfen, da alle erforderlichen Dokumente bereits vorgelegt und von der belgischen diplomatischen oder konsularischen Vertretung oder vom Ausländeramt überprüft wurden.» 2. Bekanntmachung vom 12. März 1996 in Bezug auf Ausländer, die im Rahmen der Artikel 10 und 40 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 nach Belgien kommen (6): Römisch II Buchstabe b) «Feld für nationale Vermerke - Anmerkungen» ist wie folgt zu lesen: «In dieses Feld wird eine der folgenden Angaben eingetragen: — «B21», — «Artikel 10 Absatz 1 Nr. 2, Gesetz vom 15. Dezember 1980 - Bedingungen für Option oder Wiedererlangung», — «Artikel 10 Absatz 1 Nr. 3, Gesetz vom 15. Dezember 1980», — «B11», — «B28», — «B20».» ¨ bereinkommens zur Durchführung des 3. Rundschreiben vom 15. April 1998 über die Anwendung des U ¨ bereinkommens von Schengen, unterzeichnet am 19. Juni 1991 und gebilligt durch das Gesetz vom 18. März 1993: U Buchstabe B Punkt 1.2.2 «Feld für einzelstaatliche Angaben - Anmerkungen» Absatz 2 ist wie folgt zu lesen: «Beispielsweise haben folgende belgische Angaben unterschiedliche Auswirkungen und betreffen jede eine spezifische Aufenthaltssituation: — «B11» bedeutet, dass der betreffende Ausländer ein Visum zur Familienzusammenführung aufgrund von Artikel 10 Absatz 1 Nr. 4 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 erhalten hat und die belgische Gemeindeverwaltung das in Artikel 26 des Königlichen Erlasses vom 8. Oktober 1981 beschriebene Verfahren einhalten muss. — «B17» bedeutet, dass der betreffende Ausländer die Erlaubnis erhalten hat, sich für die Dauer eines Jahres in Belgien aufzuhalten (Anwendung der Artikel 9 und 13 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980). In diesem Fall muss die Gemeindeverwaltung ihm eine Bescheinigung über die Eintragung im Fremdenregister (B.E.F.R.) ausstellen, die auf denselben Zeitraum befristet ist wie die V.A.E..»

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE 4. Rundschreiben vom 14. Juli 1998 über die Aufenthaltsbedingungen für EG-Ausländer und ihre Familienmitglieder und über die Aufenthaltsbedingungen für ausländische Familienmitglieder der belgischen Staatsangehörigen (7): — Kapitel I Buchstabe B - Aufenthaltsbedingungen für Familienmitglieder der EG-Ausländer - Punkt 2.b Absatz 3 ist wie folgt zu lesen: «In diesem Zusammenhang wird darauf hingewiesen, dass die Gemeindeverwaltung die Zulässigkeit des Niederlassungsantrags nicht mehr prüfen muss, wenn ein Ausländer, der der Visumpflicht unterliegt, einen nationalen Pass vorlegt, der mit einem Visum D mit der Angabe «B20» versehen ist, da die erforderlichen Dokumente bereits der zuständigen belgischen diplomatischen oder konsularischen Vertretung vorgelegt und von dieser oder vom Ausländeramt überprüft wurden.» — Kapitel II Buchstabe B - Aufenthaltsbedingungen für Familienmitglieder der EG-Ausländer - Punkt 1 Absatz 4 ist wie folgt zu lesen: «In Bezug auf den weiteren Verlauf des Verfahrens und in Bezug auf Ausländer, die der Visumpflicht unterliegen und einen gültigen nationalen Pass vorlegen, der mit einem Visum D mit der Angabe «B20» versehen ist, wird auf die Regeln in Kapitel I Buchstabe B Punkt 2.b verwiesen.» — Kapitel III Buchstabe B - Aufenthaltsbedingungen für Familienmitglieder der EG-Ausländer - Punkt 2.a Absatz 4 ist wie folgt zu lesen: «In Bezug auf den weiteren Verlauf des Verfahrens und in Bezug auf Ausländer, die der Visumpflicht unterliegen und einen gültigen nationalen Pass vorlegen, der mit einem Visum D mit der Angabe «B20» versehen ist, wird auf die Regeln in Kapitel I Buchstabe B Punkt 2.b verwiesen.» 5. Rundschreiben vom 15. September 1998 über den Aufenthalt von Ausländern, die in Belgien studieren möchten (8): — Teil III Titel I Kapitel I Buchstabe B - Vermerke auf der vorläufigen Aufenthaltserlaubnis: Absatz 2 ist wie folgt zu lesen: «Die Angabe «B2» bezieht sich auf die Vorlage einer Bescheinigung über die definitive Einschreibung seitens des Ausländers, «B3» auf die Bescheinigung über die Zulassung zum Studium, «B5» auf die Bescheinigung über die Anmeldung für eine Zulassungsprüfung und «B4» auf die Bescheinigung, die bestätigt, dass ein Antrag auf Anerkennung der Gleichwertigkeit von Diplomen eingereicht ist.» Absatz 3 ist wie folgt zu lesen: «In dem Sonderfall, in dem ein Ausländer den Primar- oder Sekundarunterricht besuchen kommt, müssen auf der vorläufigen Aufenthaltserlaubnis folgende Angaben eingetragen werden: — entweder «B2» beziehungsweise «B3», — oder «B9» beziehungsweise «B17».» — Teil III Titel I Kapitel II Buchstabe A Absatz 1 ist wie folgt zu lesen: «Aufgrund der Angabe «B2» auf der vorläufigen Aufenthaltserlaubnis, die im Pass des Ausländers angebracht ist, stellt der Gemeindebedienstete eine Bescheinigung über die Eintragung im Fremdenregister (B.E.F.R. - zeitweiliger Aufenthalt) aus, die dem Muster in Anlage 6 zum Königlichen Erlass vom 8. Oktober 1981 entspricht. Der Gemeindebedienstete muss hierbei keine ¨ berprüfungen vornehmen.» weiteren U — Teil III Titel I Kapitel II Buchstabe B Absatz 1 ist wie folgt zu lesen: «Gemäß Artikel 100 Absatz 3 des Königlichen Erlasses vom 8. Oktober 1981 händigt die Gemeindeverwaltung dem Ausländer, der eine vorläufige Aufenthaltserlaubnis mit den Angaben «B3», «B5» oder «B4» besitzt, eine Registrierungsbescheinigung (R.B.) Muster A aus, die dem Muster in Anlage 4 zum Königlichen Erlass vom 8. Oktober 1981 entspricht. Diese Registrierungsbescheinigung ist vier Monate ab dem Datum der Einreise ins belgische Staatsgebiet gültig.» — Teil V Titel I Absatz 1 ist wie folgt zu lesen: «Familienmitglieder eines Ausländers, der zwecks Studium in Belgien aufenthaltsberechtigt ist, die ihm nachkommen möchten, müssen in der Regel einen Pass besitzen, der mit einem Visum D (vorläufige Aufenthaltserlaubnis) mit der Angabe «B10» versehen ist.» — Teil VII Titel I Kapitel I Absatz 1 ist in fine wie folgt zu lesen: «In diesem Fall muss die vorläufige Aufenthaltserlaubnis, die gemäß den Artikeln 9 und 13 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 erteilt wird, folgende zwei Angaben enthalten: — «B2», — «B8».» ¨ berein6. Interministerielles Rundschreiben vom 10. Dezember 1998 über die Auswirkungen des Schengener U kommens im Bereich der Grenzkontrolle und der polizeilichen und gerichtlichen Zusammenarbeit (9): Titel II Kapitel II Buchstabe C «Ablesen der Visum-Vignette» Rubrik «Anmerkungen» Absatz 2 ist wie folgt zu lesen: «Beispielsweise haben folgende belgische Angaben unterschiedliche Auswirkungen und betreffen jede eine spezifische Aufenthaltssituation: — «B11» bedeutet, dass es sich um eine Familienzusammenführung handelt - Artikel 10 Absatz 1 Nr. 4 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980, — «B16» bedeutet, dass es sich um einen auf acht Monate befristeten Aufenthalt aufgrund der Artikel 9 und 13 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 handelt.» 7. Rundschreiben vom 22. Dezember 1999 über die Aufenthaltsbedingungen für bestimmte Staatsangehörige Mittel- und Osteuropas, die im Königreich eine wirtschaftliche Tätigkeit als Nichtlohnempfänger ausüben oder eine Gesellschaft gründen möchten (10): — Römisch II Punkt B.1 Absatz 3 ist wie folgt zu lesen: «Erfüllt ein MOE-Staatsangehöriger nachstehende Formalitäten, wird eine V.A.E. (nationales Visum, Kategorie D) mit der Angabe «B13» in seinem Pass angebracht.» 8. Jährlich veröffentlichte Bekanntmachung in Bezug auf den besonderen Fall der Rückreisevisa, die in den Sommerferien Ausländern erteilt werden, die nach Belgien zurückkehren, um das aufgrund von Artikel 10 beziehungsweise 40 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern begonnene Verfahren zur Familienzusammenführung fortzuführen: — Römisch II Buchstabe B Nr. 1 Buchstabe b) Feld für einzelstaatliche Angaben - Anmerkungen - ist wie folgt zu lesen: «B22».

15525

15526

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE — Römisch II Buchstabe B Nr. 2 Punkt 2.1 Buchstabe b) Feld für einzelstaatliche Angaben - Anmerkungen - ist wie folgt zu lesen: «B22». — Römisch II Buchstabe B Nr. 2 Punkt 2.2 Buchstabe b) Feld für einzelstaatliche Angaben - Anmerkungen - ist wie folgt zu lesen: «B20», «B21» beziehungsweise «B28». Der Minister des Innern P. DEWAEL Fußnoten ¨ (1) Entscheidung vom 29. Juli 2004 zur Anderung der Anlage 9 der Gemeinsamen Konsularischen Instruktion an die diplomatischen und berufskonsularischen Vertretungen und der Anlage 6b des Gemeinsamen Handbuchs (2) Vor dem 1. Oktober 2005 ausgestellte Visa D und vorläufige Aufenthaltserlaubnisse tragen also noch die Verweise auf das Gesetz vom 15. Dezember 1980. (3) Beispielsweise wird die Angabe «Artikel 10 Absatz 1 Nr. 4 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 Familienzusammenführung» durch die Angabe «B11» ersetzt. (4) Diese Entscheidung ändert Teil V Punkt 1.4 der Gemeinsamen Konsularischen Instruktion und Teil I Punkt 4.1.2 des Gemeinsamen Handbuchs ab. ¨ bersetzung Belgisches Staatsblatt vom 8. Mai 1996 (5) Belgisches Staatsblatt vom 31. März 1995, deutsche U ¨ (6) Belgisches Staatsblatt vom 27. März 1996, deutsche Ubersetzung Belgisches Staatsblatt vom 23. Mai 1996 ¨ bersetzung Belgisches Staatsblatt vom 31. August 1999 (7) Belgisches Staatsblatt vom 21. August 1998, deutsche U ¨ bersetzung Belgisches Staatsblatt vom 15. Dezember 1999 (8) Belgisches Staatsblatt vom 4. November 1998, deutsche U ¨ (9) Belgisches Staatsblatt vom 29. Januar 1999, deutsche Ubersetzung Belgisches Staatsblatt vom 19. April 2000 ¨ bersetzung Belgisches Staatsblatt vom 27. Mai 2000 (10) Belgisches Staatsblatt vom 4. Februar 2000, deutsche U



[C − 2006/00112] 7 DECEMBER 2005. — Omzendbrief ZPZ 25 - Procedures voor hernieuwing en aanwijzing « en régime » in het mandaat van korpschef. — Duitse vertaling

[C − 2006/00112] 7 DECEMBRE 2005. — Circulaire ZPZ 25 - Procédures de renouvellement et de désignation « en régime » du mandat de chef de corps. — Traduction allemande

De hierna volgende tekst is de Duitse vertaling van de omzendbrief ZPZ 25 van de Minister van Binnenlandse Zaken van 7 december 2005 betreffende de procedures voor hernieuwing en aanwijzing « en régime » in het mandaat van korpschef (Belgisch Staatsblad van 15 december 2005), opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling bij het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy.

Le texte qui suit constitue la traduction en langue allemande de la circulaire ZPZ 25 du Ministre de l’Intérieur du 7 décembre 2005 relative aux procédures de renouvellement et de désignation « en régime » du mandat de chef de corps (Moniteur belge du 15 décembre 2005), établie par le Service central de traduction allemande auprès du Commissariat d’arrondissement adjoint à Malmedy.

FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST INNERES [C − 2006/00112] 7. DEZEMBER 2005 — Rundschreiben ZPZ 25 - Verfahren zur Erneuerung des Mandats als Korpschef ¨ bersetzung und zur gewöhnlichen verordnungsgemäßen Bestellung zu diesem Mandat — Deutsche U ¨ bersetzung des Rundschreibens ZPZ 25 des Ministers des Innern vom Der folgende Text ist die deutsche U 7. Dezember 2005 über die Verfahren zur Erneuerung des Mandats als Korpschef und zur gewöhnlichen ¨ bersetzunverordnungsgemäßen Bestellung zu diesem Mandat, erstellt von der Zentralen Dienststelle für Deutsche U gen beim Beigeordneten Bezirkskommissariat in Malmedy.

7. DEZEMBER 2005 — Rundschreiben ZPZ 25 - Verfahren zur Erneuerung des Mandats als Korpschef und zur gewöhnlichen verordnungsgemäßen Bestellung zu diesem Mandat An die Frau Provinzgouverneurin An die Herren Provinzgouverneure An die Frau Gouverneurin des Verwaltungsbezirks Brüssel-Hauptstadt An die Frauen und Herren Bürgermeister An die Frauen und Herren Vorsitzenden der Polizeikollegien Zur Information: An den Herrn Generalkommissar der föderalen Polizei An den Vorsitzenden des Ständigen Ausschusses für die lokale Polizei Sehr geehrte Frau Gouverneurin, sehr geehrter Herr Gouverneur, Sehr geehrte Frau Bürgermeisterin, sehr geehrter Herr Bürgermeister, Sehr geehrte Frau Vorsitzende, sehr geehrter Herr Vorsitzender, 1. Einleitung Die fünfjährigen Mandate der erstbestellten Korpschefs der lokalen Polizei laufen langsam aus. Einige lokale Polizeizonen beginnen bereits damit, für die Erneuerung des Mandats ihres Korpschefs oder die gewöhnliche verordnungsgemäße Bestellung eines neuen Korpschefs ihre Vorschlagsakte, die zu diesem Zweck vom Gemeinderat beziehungsweise vom Polizeirat dem König vorzulegen ist, intensiv vorzubereiten.

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE 2. Vorschlagsakte Deswegen halte ich es für nützlich, dass den Zonen der lokalen Polizei je zwei Checklisten der Unterlagen, die in der Vorschlagsakte enthalten sein müssen, zugestellt werden, je nachdem, ob es sich um eine Erneuerung des Mandats als Korpschef oder eine gewöhnliche verordnungsgemäße Bestellung zu diesem Mandat handelt. Diese Listen sind vorliegendem Rundschreiben beigefügt (Anlagen 1 und 2). Zudem kann meine Verwaltung bei Bedarf weitere Unterlagen bei den Polizeizonen anfordern. 3. Rechtsvorschriften Ferner scheint es mir wichtig, den Polizeizonen die Liste der Gesetzes- und Verordnungstexte zu übermitteln, die auf die Erneuerung des Mandats als Korpschef beziehungsweise gewöhnliche verordnungsgemäße Bestellung zu diesem Mandat anzuwenden sind. Diese Listen sind ebenfalls vorliegendem Rundschreiben beigefügt (Anlagen 3 und 4). 4. Begründung der Verwaltungsakte Darüber hinaus möchte ich in Bezug auf die Vorschlagsakte zur gewöhnlichen verordnungsgemäßen Bestellung eines neuen Korpschefs Ihre besondere Aufmerksamkeit auf Artikel 48 GIP lenken. Darin wird nämlich bestimmt, dass der Korpschef der lokalen Polizei auf einen mit Gründen versehenen Vorschlag des Gemeinderats beziehungsweise des Polizeirats hin vom König für seine Funktion bestimmt wird. Durch diesen Artikel sind die lokalen Polizeizonen gesetzlich verpflichtet, ihre Vorschlagsakte zu begründen. Diese Pflicht ist übrigens eine Bestätigung der Artikel 2 und 3 des Gesetzes vom 29. Juli 1991 über die ausdrückliche Begründung der Verwaltungsakte, denen zufolge in jedem Verwaltungsakt im Sinne von Artikel 1 dieses Gesetzes die rechtlichen und faktischen Grundlagen für den Beschluss in angemessener Weise angegeben werden müssen. Der Akt ist erst dann ausreichend mit Gründen versehen, wenn einerseits daraus hervorgeht, dass die Ansprüche und Verdienste der Betreffenden tatsächlich miteinander verglichen worden sind, und andererseits die Gründe darin angegeben sind, die zu dieser Wahl geführt haben. Das Wahlgeheimnis, das gemäß Artikel 27 GIP sowohl von den Mitgliedern des Polizeirats als auch von den Mitgliedern des Gemeinderats infolge von Artikel 100 des neuen Gemeindegesetzes gewahrt werden muss, entbindet besagte Räte nicht von der ihnen obliegenden Verpflichtung, ihre Beschlüsse in angemessener Weise formell mit Gründen zu versehen, das heißt, die Gründe für ihre Wahl im Fall eines Vorschlags für eine Bestellung anzugeben. Die einfache Mitteilung des Abstimmungsergebnisses stellt folglich keine ausreichende Begründung dar. Der begründete Vorschlag, den die Auswahlkommission gemäß Artikel VII.III.41 RSPol nach Vergleich der Ansprüche und Verdienste zwecks Bewertung der für eine gewöhnliche verordnungsgemäße Bestellung des neuen Korpschefs in Frage kommenden Bewerber erstellt, unterliegt übrigens den gleichen gesetzlichen Verpflichtungen. 5. Spezifische Verwaltungsaufsicht ¨ brigen gehört die Kontrolle der Vorschlagsakten sowohl in Sachen Erneuerung des Mandats als Korpschef als Im U auch in Sachen gewöhnliche verordnungsgemäße Bestellung zum Zuständigkeitsbereich der besonderen Verwaltungsaufsicht, die durch Artikel 85 GIP eingerichtet worden ist. Die Ausübung dieser Aufsicht fällt in erster Instanz in den Zuständigkeitsbereich des Gouverneurs, der gegebenenfalls die Aufschiebung der Beschlüsse über Ernennungsvorschläge verkünden kann. 6. Kontakt Die verschiedenen vollständigen Vorschlagsakten müssen meiner Verwaltung per Einschreiben übermittelt werden: Generaldirektion Sicherheits- und Vorbeugungspolitik Direktion Polizeiverwaltung Boulevard de Waterloo / Waterloolaan 76 1000 Brüssel Weitere Informationen sind erhältlich über die E-Mail-Adresse der zuständigen Behörde: [email protected]. Brüssel, den 7. Dezember 2005 Der Minister des Innern P. DEWAEL

Anlage 1 — Checkliste für die Erneuerung des Mandats als Korpschef Die Vorschlagsakte zur Erneuerung des Mandats des Korpschefs einer Polizeizone muss folgende Unterlagen umfassen: 1. den an den Gemeinde- beziehungsweise Polizeirat gerichteten Antrag auf Erneuerung des Mandats, 2. das Datum des Königlichen Erlasses zur Bestellung des Korpschefs, 3. das Datum, an dem der Korpschef sein Mandat tatsächlich angetreten hat, zwecks Bestimmung des Datums, an dem das Mandat abläuft, 4. die Akte in Bezug auf die Endbewertung: ¨ bersichtsbericht (+ Datum der Einreichung), — den U — die Aktenstücke, die dem Mandatsinhaber zur Beurteilung seines Antrags auf Erneuerung relevant erscheinen, — alle Untersuchungen und Feststellungen, die die Generalinspektion der föderalen Polizei und der lokalen Polizei im Rahmen ihrer Aufträge gemacht hat, — alle Untersuchungen und Feststellungen, die auf Antrag des Vorsitzenden der Bewertungskommission gemacht worden sind, — den Bericht über die Endbewertung der Bewertungskommission, — den Briefwechsel im Rahmen der Endbewertung, 5. die mit Gründen versehene Stellungnahme des Gemeinderats beziehungsweise des Polizeirats (Artikel 49 GIP), 6. die mit Gründen versehene Stellungnahme des Bürgermeisters beziehungsweise des Polizeikollegiums (Artikel 49 GIP), 7. im Fall einer günstigen Endbewertung die Empfangsbestätigung für den Antrag auf mit Gründen versehene Stellungnahme beim Generalprokurator und beim Gouverneur (Nr. 2.1.3.5 des Rundschreibens GPI 43).

15527

15528

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Anlage 2 — Checkliste für die gewöhnliche verordnungsgemäße Bestellung des Korpschefs Die Vorschlagsakte für die gewöhnliche verordnungsgemäße Bestellung des Korpschefs muss folgende Unterlagen umfassen: 1. den in Vollzeitstellen umgerechneten Personalbestand der Polizeizone, Einsatzkader und Verwaltungs- und Logistikkader zusammen genommen, 2. den Beschluss zur Vakanterklärung der Stelle durch den Gemeinde- beziehungsweise Polizeirat, 3. die Bestimmung der Art der Auswahlkommission (lokale oder nationale Auswahlkommission) und gegebenenfalls ihrer Zusammensetzung durch den Gemeinde- beziehungsweise Polizeirat, 4. den von der Direktion der Mobilität und der Laufbahnverwaltung der föderalen Polizei veröffentlichten Bewerbungsaufruf für die vakante Stelle, 5. die vollständige Originalakte des beziehungsweise der vorgeschlagenen Bewerber: — den Nachweis, dass die Bewerbung fristgerecht und entsprechend den von der Direktion der Mobilität und der Laufbahnverwaltung der föderalen Polizei festgelegten Modalitäten eingeschickt wurde, — das in Artikel VI.II.19 § 1 Nr. 1 RSPol erwähnte Musterformular für die Bewerbung um die Mobilität und das in Artikel VI.II.13 Nr. 2 RSPol erwähnte Mobilitätsblatt, die in Anlage 2 beziehungsweise Anlage 3 zum Königlichen Erlass vom 20. November 2001 zur Bestimmung der Modalitäten über die Mobilität des Personals der Polizeidienste festgelegt sind, — den Lebenslauf, — einen Auszug aus der Geburtsurkunde, — ein kurzes Schreiben des Bewerbers, in dem er seine Ansprüche und Verdienste sowie seine Motivation zur Ausübung des betreffenden Mandats darlegt, — eine Bescheinigung der Behörde, aus der hervorgeht, dass der Bewerber Inhaber des erforderlichen Dienstgrads (ernannter Polizeikommissar oder Polizeihauptkommissar) ist, — für Nicht-Mandatsinhaber die Stellungnahme, wie sie in Artikel XII.VII.2 RSPol erwähnt ist (Standardformular für Stellungnahmen), und für Mandatsinhaber eine Bescheinigung der Behörde, dass zum Zeitpunkt des Bewerbungsaufrufs keine andere Zwischenbewertung im Sinne von Artikel VII.III.90 läuft, — eine Bescheinigung, aus der hervorgeht, dass der Bewerber keine schwere Disziplinarmaßnahme im Sinne von Artikel 5 des Gesetzes vom 13. Mai 1999 zur Festlegung des Disziplinarstatuts der Personalmitglieder der Polizeidienste erhalten hat, die nicht gelöscht ist (Artikel VII.III.20 RSPol), 6. den Beschluss der Auswahlkommission hinsichtlich der Zulässigkeit der Bewerbungen, 7. die Ergebnisse der Prüfungen des Typs «Assessment Center», einschließlich der mit Gründen versehenen Stellungnahmen, 8. den Beschluss der Auswahlkommission, mit dem die Ansprüche und Verdienste der Bewerber nach ihrer Anhörung im Hinblick auf die Beurteilung ihrer Eignung klassiert werden, 9. die Empfangsbestätigung für den Antrag auf mit Gründen versehene Stellungnahme beim Generalprokurator und beim Gouverneur (in entsprechender Anwendung von Nr. 2.1.3.5 des Rundschreibens GPI 43), 10. den mit Gründen versehenen Beschluss des Gemeinde- beziehungsweise des Polizeirats über den Bestellungsvorschlag, 11. eventuell den mit Gründen versehenen Beschluss des Bürgermeisters beziehungsweise des Polizeikollegiums zur Invorschlagbringung eines anderen Bewerbers.

Anlage 3 — Gesetzes- und Verordnungsgrundlagen in Bezug auf die Erneuerung des Mandats als Korpschef — Gesetz vom 7. Dezember 1998 zur Organisation eines auf zwei Ebenen strukturierten integrierten Polizeidienstes, insbesondere die Artikel 48, 49, 51 bis 52, — Gesetz vom 26. April 2002 über die wesentlichen Elemente des Statuts der Personalmitglieder der Polizeidienste und zur Festlegung verschiedener anderer Bestimmungen über die Polizeidienste, insbesondere die Artikel 74 bis 79, — Königlicher Erlass vom 31. Oktober 2000 zur Festlegung der Bedingungen und Modalitäten für die erste Bestellung in bestimmte Stellen der föderalen Polizei und der Generalinspektion der föderalen Polizei und der lokalen Polizei, — Königlicher Erlass vom 31. Oktober 2000 zur Festlegung der Bedingungen und Modalitäten für die erste Bestellung in bestimmte Stellen der lokalen Polizei, — Königlicher Erlass vom 30. März 2001 zur Festlegung der Rechtsstellung des Personals der Polizeidienste, insbesondere die Artikel VII.III.2 bis VII.III.7, VII.III.47, VII.III.48, VII.III.51, VII.III.52, VII.III.55 bis VII.III.57, VII.III.86 bis VII.III.93, VII.III.100 bis VII.III.132, XI.II.17, XI.II.18 und XI.III.27, — Ministerieller Erlass vom 28. Dezember 2001 zur Ausführung bestimmter Bestimmungen des Königlichen Erlasses vom 30. März 2001 zur Festlegung der Rechtsstellung des Personals der Polizeidienste, — Königlicher Erlass vom 19. April 2002 zur Festlegung spezifischer statutarischer Bestimmungen in Bezug auf Personen, die in bestimmte Stellen der föderalen Polizei, der lokalen Polizei und der Generalinspektion der föderalen Polizei und der lokalen Polizei bestellt sind, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 5. Dezember 2003, — Ministerieller Erlass vom 22. April 2003 zur Festlegung des Verfahrens zur administrativen Behandlung der im Gesetz vom 7. Dezember 1998 zur Organisation eines auf zwei Ebenen strukturierten integrierten Polizeidienstes erwähnten Angelegenheiten, — Rundschreiben vom 28. Februar 2005 in Bezug auf die Richtlinien über den Antrag auf Erneuerung des Mandats bestimmter Mandatsinhaber.

15529

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Anlage 4 — Gesetzes- und Verordnungsgrundlagen in Bezug auf die gewöhnliche verordnungsgemäße Bestellung zum Mandat eines Korpschefs — Gesetz vom 7. Dezember 1998 zur Organisation eines auf zwei Ebenen strukturierten integrierten Polizeidienstes, insbesondere die Artikel 48, 50 und 52, — Gesetz vom 26. April 2002 über die wesentlichen Elemente des Statuts der Personalmitglieder der Polizeidienste und zur Festlegung verschiedener anderer Bestimmungen über die Polizeidienste, insbesondere die Artikel 65 bis 73, — Königlicher Erlass vom 30. März 2001 zur Festlegung der Rechtsstellung des Personals der Polizeidienste, insbesondere die Artikel VII.III.1 bis VII.III.21, VII.III.28, VII.III.33 bis VII.III.59, VII.III.69 bis VII.III.77, XI.II.17 bis XI.II.18 und XI.III.27, — Ministerieller Erlass vom 28. Dezember 2001 zur Ausführung bestimmter Bestimmungen des Königlichen Erlasses vom 30. März 2001 zur Festlegung der Rechtsstellung des Personals der Polizeidienste, — Rundschreiben ZPZ 11 vom 21. Dezember 2000 über die Einrichtung der lokalen Polizei - Verwaltungstechnische Aspekte.

* FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER


[2006/14051] Examens met het Frans, Nederlands en Duits als voertaal voor de brevetten van beeroepsbekwaamheid voor het leidend en onderwijzend personeel der erkende rijscholen

[2006/14051] Examens en langue française, néerlandaise et allemande pour le brevet d’aptitude professionnelle du personnel dirigeant et enseignant des écoles de conduite agréées

Ter uitvoering van de voorschriften van het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor de erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen, wordt een nieuwe examenzittijd ingericht voor het bekomen van de brevetten van beroepsbekwaamheid II, III, IV en V. De examenzittijd begint op 1 april 2006. De inschrijvingsperiode voor deze zittijd wordt gesloten op 31 maart 2006. De inschrijvingsformulieren voor deze examens zijn ter beschikking bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer — Mobiliteit en Verkeersveiligheid, Directie Verkeersveiligheid, Dienst Rijbewijs, City Atrium, Vooruitgangstraat 56, 1210 Brussel. De kandidaten die zich lieten inschrijven na 30 januari 2006 moeten hun aanvraag tot inschrijving niet hernieuwen. Het inschrijvingsgeld voor het examen is vastgesteld op 25 S en dient vóór 31 maart 2006 gestort te worden op het rekeningnummer 6792006010-50 met vermelding van « RS/examen/naam en voornaam van de kandidaat ».

Conformément aux prescriptions de l’arrêté royal du 11 mai 2004 relatif aux conditions d’agrément des écoles de conduite de véhicules à moteur, une nouvelle session d’examens sera organisée en vue de l’obtention des brevets d’aptitude professionnelle II, III, IV et V. La session d’examens sera ouverte le 1er avril 2006. La période d’inscription à cette session sera close le 31 mars 2006. Les formulaires de demande d’inscription à ces examens sont disponibles au Service public fédéral Mobilité et Transports — Mobilité et Sécurité routière, Direction Sécurité routière, Service Permis de conduire, City Atrium, rue du Progrès 56, 1210 Bruxelles. Les candidats dont la demande d’inscription est postérieure au 30 janvier 2006 ne doivent pas renouveler leur demande. Le droit d’inscription à l’examen est fixé à 25 S et doit être versé avant le 31 mars 2006 au numéro de compte 679-2006010-50 avec la mention : « AE/examen/nom et prénom du candidat ».

* FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER


[C − 2006/14039] Directie Wegverkeer. — Dienst Voertuigen. — Omzendbrief van 15 februari 2006 betreffende sommige verbouwde voertuigen (cat. M1). — Erratum

[C − 2006/14039] Direction Circulation routière. — Service Véhicules. — Circulaire du 15 février 2006 relative à certains véhicules transformés (cat. M1). — Erratum

In de Nederlandse tekst van de omzendbrief van 15 februari 2006, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 15 februari 2006, bladzijde 8100, moet in de nummering na punt 28) in plaats van « 24), 25), 26), 27) », gelezen worden : « 29), 30), 31), 32) ». In de Franse tekst moet op bladzijde 8101 in punt B.5) het woord « conditions » vervangen worden door het woord « condition ». In punt B.10) moet na het woord « antirapprochement » het woord « conditions : » ingelast worden. In de Franse tekst moet op bladzijde 8102 in punt C.10) het woord « conditions » vervangen worden door het woord « condition ». In de Nederlandse tekst moet op bladzijde 8102 in punt C.10) het woord « voorwaarden » vervangen worden door het woord « voorwaarde ».

Dans le texte néerlandais de la circulaire du 15 février 2006, publiée au Moniteur belge du 15 février 2006, à la page 8100, dans la numérotation après le point 28), il faut lire « 29), 30), 31), 32) », au lieu de « 24), 25), 26), 27) ». Dans le texte franç ais, à la page 8101, au point B.5), il faut remplacer le mot « conditions » par le mot « condition ». Au point B.10) il faut insérer le mot « - conditions : » après le mot « antirapprochement ». Dans le texte franç ais, à la page 8102, au point C.10) il faut remplacer le mot « conditions » par le mot « condition ». Dans le texte néerlandais, à la page 8102, au point C.10) il faut remplacer le mot « voorwaarden » par le mot « voorwaarde ».

* FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE [2006/09194]

SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE [2006/09194]

Wet van 15 mei 1987 betreffende de namen en voornamen Bekendmakingen

Loi du 15 mai 1987 relative aux noms et prénoms Publications

Bij koninklijk besluit van 9 februari 2006 is machtiging verleend aan de heer Ait Moussa, Jawad Driss, geboren te Oostende op 25 juni 1982, wonende te Koksijde om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, zijn geslachtsnaam in die van « Tackoen » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.

Par arrêté royal du 9 février 2006, M. Ait Moussa, Jawad Driss, né à Ostende le 25 juin 1982, demeurant à Koksijde, a été autorisé, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Tackoen » après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.

15530


Bij koninklijk besluit van 9 februari 2006 is machtiging verleend aan de heer Broeder, Niki Cornelius Carolina, geboren te Lier op 9 februari 1981, wonende te Herenthout om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, zijn geslachtsnaam in die van « Switsers » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.

Par arrêté royal du 9 février 2006, M. Broeder, Niki Cornelius Carolina, né à Lierre le 9 février 1981, demeurant à Herenthout, a été autorisé, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Switsers » après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.

Bij koninklijk besluit van 9 februari 2006 is machtiging verleend aan Mevr. Capa, Fadime, geboren te Celtik (Turkije) op 1 mei 1978, wonende te Gent om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, haar geslachtsnaam in die van « Bektes » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.

Par arrêté royal du 9 février 2006, Mme Capa, Fadime, née à Celtik (Turquie) le 1er mai 1978, demeurant à Gand, a été autorisée, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Bektes » après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.

Bij koninklijk besluit van 9 februari 2006 is machtiging verleend aan de genaamde De Leyn, Aron Frank, geboren te Gent op 8 juli 1996, er wonende om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, zijn geslachtsnaam in die van « Depreitere » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.

Par arrêté royal du 9 février 2006, le nommé De Leyn, Aron Frank, né à Gand le 8 juillet 1996, y demeurant, a été autorisé, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Depreitere » après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.

Bij koninklijk besluit van 9 februari 2006 is machtiging verleend aan Mej. Delvalle Zotelo, Thalia, geboren te Leuven op 17 november 1999, wonende te Aarschot om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, haar geslachtsnaam in die van « Delvalle » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.

Par arrêté royal du 9 février 2006, Mlle Delvalle Zotelo, Thalia, née à Louvain le 17 novembre 1999, demeurant à Aarschot, a été autorisée, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Delvalle » après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.

Bij koninklijk besluit van 9 februari 2006 is machtiging verleend aan de heer De Smedt, Frederik Angelus Josée, geboren te Beveren op 3 december 1978, er wonende om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, zijn geslachtsnaam in die van « Smet » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.

Par arrêté royal du 9 février 2006, M. De Smedt, Frederik Angelus Josée, né à Beveren le 3 décembre 1978, y demeurant, a été autorisé, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Smet » après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.

Bij koninklijk besluit van 9 februari 2006 is machtiging verleend aan : Mevr. Duran, Gülay, geboren te Afyon (Turkije) op 10 juli 1967; Mej. Duran, Aysenur, geboren te Gent op 9 januari 2003; en Mej. Duran, Yanur Helin, geboren te Gent op 8 juni 2004, allen wonende te Gent om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, hun geslachtsnaam in die van « Yilmaz » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.

Par arrêté royal du 9 février 2006 : Mme Duran, Gülay, née à Afyon (Turquie) le 10 juillet 1967; Mlle Duran, Aysenur, née à Gand le 9 janvier 2003; et Mlle Duran, Yanur Helin, née à Gand le 8 juin 2004, toutes demeurant à Gand, ont été autorisées, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à leur nom patronymique celui de « Yilmaz » après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.

Bij koninklijk besluit van 9 februari 2006 is machtiging verleend aan Mevr. Geyik, Yeter, geboren te Elbistan (Turkije) op 20 juli 1978, wonende te Antwerpen om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, haar geslachtsnaam in die van « Bakir » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.

Par arrêté royal du 9 février 2006, Mme Geyik, Yeter, née à Elbistan (Turquie) le 20 juillet 1978, demeurant à Anvers, a été autorisée, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Bakir » après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.

Bij koninklijk besluit van 9 februari 2006 is machtiging verleend aan Mej. Kadiri, Fatima Kimberley, geboren te Antwerpen, district Borgerhout op 8 januari 1989, wonende te Brecht om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, haar geslachtsnaam in die van « Bondeweel » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.

Par arrêté royal du 9 février 2006, Mlle Kadiri, Fatima Kimberley, née à Anvers, district Borgerhout le 8 janvier 1989, demeurant à Brecht, a été autorisée, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Bondeweel » après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.

Bij Koninklijk besluit van 9 februari 2006 : is machtiging verleend aan de heer Pauwels, Giovanni, geboren te Brugge op 13 september 1985; en de genaamde Pauwels, Owen, geboren te Brugge op 28 augustus 2004, er beiden wonende om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, hun geslachtsnaam in die van « Teerlynck » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.

Par arrêté royal du 9 février 2006, M. Pauwels, Giovanni, né à Bruges le 13 septembre 1985; et M. Pauwels, Owen, né à Bruges le 28 août 2004, tous deux y demeurant, ont été autorisés, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à leur nom patronymique celui de « Teerlynck » après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.

Bij Koninklijk besluit van 9 februari 2006 is machtiging verleend aan : Mej. Sarvida, Mutya, geboren te Mandaluyong (Filippijnen) op 3 november 1988;

Par arrêté royal du 9 février 2006 : Mlle Sarvida, Mutya, née à Mandaluyong (Philippines) le 3 novembre 1988;

15531

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE de heer Sarvida, Paolo, geboren te Mandaluyong (Filippijnen) op 11 oktober 1990; en de genaamde Sarvida, Robbie, geboren te Oostende op 23 mei 1996, allen wonende te Oudenburg om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, hun geslachtsnaam in die van « Goethals » te veranderen, na afloop van zestig dagen te rekenen van deze bekendmaking.

M. Sarvida, Paolo, né à Mandaluyong (Philippines) le 11 octobre 1990; le nommé Sarvida, Robbie, né à Ostende le 23 mai 1996, tous demeurant à Oudenburg ont été autorisés, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à leur nom patronymique celui de « Goethals » après l’expiration du délai de soixante jours à compter de la présente insertion.

* FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE


[2006/09195] Wet van 15 mei 1987 betreffende de namen en voornamen Bekendmakingen

[2006/09195] Loi du 15 mai 1987 relative aux noms et prénoms Publications

Bij koninklijk besluit van 21 februari 2006 is machtiging verleend aan de genaamde Elorrieta Iglesias, Ivan, geboren te Elsene op 22 oktober 2002, wonende te Machelen, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, zijn geslachtsnaam in die van « Elorrieta Nieto » te veranderen, na afloop van 60 dagen te rekenen van deze bekendmaking.

Par arrêté royal du 21 février 2006, le nommé Elorrieta Iglesias, Ivan, né à Ixelles le 22 octobre 2002, demeurant à Machelen, a été autorisé, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Elorrieta Nieto », après l’expiration du délai de 60 jours à compterde la présente insertion.

Bij koninklijk besluit van 21 februari 2006 is machtiging verleend aan de genaamde Ferrero-Garcia, Océane Luli, geboren te Luik op 8 mei 1999, er wonende, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, haar geslachtsnaam in die van « Owoseni » te veranderen, na afloop van 60 dagen te rekenen van deze bekendmaking.

Par arrêté royal du 21 février 2006, la nommée Ferrero-Garcia, Océane Luli, née à Liège le 8 mai 1999, y demeurant, a été autorisée, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Owoseni », après l’expiration du délai de 60 jours à compter de la présente insertion.

Bij koninklijk besluit van 21 februari 2006 is machtiging verleend aan Mej. Carrera Valle, Amélie Amalia, geboren te Verviers op 6 oktober 1993, wonende te Dison, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, haar geslachtsnaam in die van « Carrera » te veranderen, na afloop van 60 dagen te rekenen van deze bekendmaking.

Par arrêté royal du 21 février 2006 Mlle Carrera Valle, Amélie Amalia, née à Verviers le 6 octobre 1993, demeurant à Dison, a été autorisée, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Carrera », après l’expiration du délai de 60 jours à compter de la présente insertion.

Bij koninklijk besluit van 17 februari 2006 is machtiging verleend aan de heer Lechien, Jean François, geboren te Aarlen op 11 juli 1975, wonende te Aarlen, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, zijn geslachtsnaam in die van « Chalon » te veranderen, na afloop van 60 dagen te rekenen van deze bekendmaking.

Par arrêté royal du 17 février 2006 M. Lechien, Jean François, né à Arlon le 11 juillet 1975, demeurant à Arlon, a été autorisé, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Chalon », après l’expiration du délai de 60 jours à compter de la présente insertion.

* FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE [2006/09162]

SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE [2006/09162]

Directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden. — Burgerlijke Stand Uittreksel overeenkomstig artikel 118 van het Burgerlijk Wetboek

Direction générale de la Législation et des Libertés et Droits fondamentaux. — Etat civil Extrait en conformité de l’article 118 du Code civil

Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Gent, gegeven op 12 januari 2006, is ten verzoeke van :

Un jugement du tribunal de première instance de Gand, rendu le 12 janvier 2006, à la requëte de :

de heer Speybroeck, Eric, wonende te 9810 Nazareth, Lakenmeerstraat 39;

M. Speybroeck, Eric, domicilié à 9810 Nazareth, Lakenmeerstraat 39;

Mevr. Crappe, Huguette, wonende te 9810 Nazareth, Lakenmeerstraat 39;

Mme Crappe, Huguette, domiciliée à 9810 Nazareth, Lakenmeerstraat 39;

de heer Speybroeck, Erwin, wonende te 9890 Vurste, Evenakkerstraat 8;

M. Speybroeck, Erwin, domicilié à 9890 Vurste, Evenakkerstraat 8;

de heer Speybroeck, Dirk, wonende te 2600 Berchem, Kardinaal Mercierlei 64/bus 4,

de heer Speybroeck, Dirk, domicilié à 2600 Berchem, Kardinaal Mercierlei 64/bus 4,

de afwezigheid uitgesproken ten aanzien van de heer Speybroeck, Bart, geboren te Gent op 22 december 1963, laatst woonachtig te 9000 Gent, Jan Van Gentstraat 6, alwaar hij van ambtswege geschrapt is.

a déclaré l’absence de M. Speybroeck, Bart, né à Gand le 22 décembre 1963, ayant demeuré en dernier lieu à 9000 Gand, Jan Van Gentstraat 6, d’où il a été radié d’office.

15532

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE


[2006/09190] Directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden. — Burgerlijke Stand Uittreksel overeenkomstig artikel 118 van het Burgerlijk Wetboek

[2006/09190] Direction générale de la Législation et des Libertés et Droits fondamentaux. — Etat civil Extrait en conformité de l’article 118 du Code civil

Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, gegeven op 17 januari 2006, is ten verzoeke van de heer Tulpin, Gilbert, wonende te 8450 Bredene, Nieuwstraat 26 en Mevr. Tulpin, Carine, wonende te 8460 Oudenburg, Eendenstraat 9, de afwezigheid uitgesproken ten aanzien van de heer Tulpin, Roger, geboren te Bredene op 21 maart 1947, laatst woonachtig te 8450 Bredene, Nukkerstraat 8.

Un jugement du tribunal de première instance de Bruges, rendu le 17 janvier 2006, à la requête de M. Tulpin, Gilbert, domicilié à 8450 Bredene, Nieuwstraat 26, et Mme Tulpin, Carine, domiciliée à 8460 Oudenburg, Eendenstraat 9, a déclaré l’absence de M. Tulpin, Roger, né à Bredene le 21 mars 1947, ayant demeuré en dernier lieu à 8450 Bredene, Nukkerstraat 8.

* FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE


[C − 2006/11118] Raad voor de Mededinging. — Kennisgeving. — Voorafgaande aanmelding van een concentratie. — Zaak nr. CONC-C/C-06/0012 : GB-Inno-BM S.A./Suez Tractebel S.A./Trasys S.A.

[C − 2006/11118] Conseil de la concurrence. — Avis. — Notification préalable d’une opération de concentration. — Affaire n° CONC-C/C-06/0012 : GB-Inno-BM S.A./Suez Tractebel S.A./Trasys S.A.

Zaak die in aanmerking kan komen voor een vereenvoudigde procedure. Op 8 maart 2006 ontving de Raad voor de Mededinging een aanmelding van een beoogde concentratie in de zin van artikel 12, § 1, van de wet tot bescherming van de economische mededinging, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 1 juli 1999 (Belgisch Staatsblad van 1 september 1999). Hierin werd meegedeeld dat de onderneming GB-Inno-BM S.A. de uitsluitende controle verwerft over de onderneming Trasys S.A. Volgens de aanmelding heeft de concentratie betrekking op de sector van informaticadiensten. De aangemelde concentratie kan in aanmerking komen voor een vereenvoudigde aanmeldingsprocedure zoals voorzien in de gezamenlijke mededeling van de Raad voor de Mededinging en het Korps Verslaggevers betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties (Belgisch Staatsblad van 11 december 2002). De Raad voor de Mededinging verzoekt belanghebbende derden hun eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen concentratie kenbaar te maken, bij voorkeur vóór 30 maart 2006. Deze opmerkingen kunnen per fax of per post, onder vermelding van referentie CONC-C/C-06/0012, aan onderstaand adres worden toegezonden: Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene Directie Regulering en Organisatie van de Markt Korps Verslaggevers North Gate III Koning Albert II-laan 16 B-1000 Brussel Fax 02-277 52 53

Cas susceptible d’être traité selon la procédure simplifiée. Le 8 mars 2006, le Conseil de la concurrence a reç u une notification de concentration au sens de l’article 12, § 1er de la loi sur la protection de la concurrence économique, coordonnée par arrêté royal du 1er juillet 1999 (Moniteur belge du 1er septembre 1999). Il en ressort que la S.A. GB-Inno-BM acquiert le contrôle exclusif de la société Trasys S.A. D’après la notification, la concentration se rapporte au secteur des services informatiques. Conformément à la communication conjointe du Conseil de la concurrence et du Corps des Rapporteurs relative à une procédure simplifiée de traitement de certaines opérations de concentration (Moniteur belge du 11 décembre 2002), il convient de noter que ce cas est susceptible d’être traité selon la procédure définie par ladite communication. Le Conseil de la concurrence invite les tiers concernés à transmettre leurs observations éventuelles sur l’opération de concentration de préférence avant le 30 mars 2006. Ces observations peuvent être envoyées par télécopie ou par courrier sous la référence CONC-C/C-06/0012 à l’adresse suivante : Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie Direction générale de la Régulation et de l’Organisation du Marché Corps des Rapporteurs North Gate III Boulevard du Roi Albert II 16 B-1000 Bruxelles Fax 02-277 52 53

AGENDA’S — ORDRES DU JOUR BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT

PARLEMENT DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE

[2006/20021]

[2006/20021]

Commissievergaderingen

Réunions de commission

Agenda

Ordre du jour

Donderdag 16 maart 2006, om 14 u. 30 m.

Jeudi 16 mars 2006, à 14 h 30 m

(Paleis van het Brussels Parlement - commissiezaal 206)

(Palais du Parlement bruxellois - salle de commission 206)

Commissie voor de Binnenlandse Zaken, belast met de Lokale Besturen en de Agglomeratiebevoegdheden

Commission des Affaires intérieures, chargée des Pouvoirs locaux et des Compétences d’Agglomération

Voorstel van ordonnantie (van de heren Jacques Simonet en Didier Gosuin) tot wijziging van artikel 71 van de nieuwe gemeentewet. — Aanwijzing van een rapporteur. — Bespreking — stemmingen.

Proposition d’ordonnance (de MM. Jacques Simonet et Didier Gosuin) modifiant l’article 71 de la nouvelle loi communale. — Désignation d’un rapporteur. — Discussion — votes.

15533

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Voorstel van ordonnantie (van de heren Jacques Simonet en Didier Gosuin) betreffende de voordracht van de burgemeesters. — Aanwijzing van een rapporteur. — Bespreking — stemmingen.

Proposition d’ordonnance (de MM. Jacques Simonet et Didier Gosuin) relative à la présentation des bourgestres. — Désignation d’un rapporteur. — Discussion — votes.

Voorstel van ordonnantie (van de heren Philippe Pivin en Didier Gosuin) tot wijziging van artikel 274 van de nieuwe gemeentewet. — Aanwijzing van een rapporteur. — Bespreking — stemmingen.

Proposition d’ordonnance (de MM. Philippe Pivin et Didier Gosuin) modifiant l’article 274 de la nouvelle loi communale. — Désignation d’un rapporteur. — Discussion — votes.

Voorstel van ordonnantie (van Mevr. Brigitte De Pauw en Mevr. Céline Fremault) tot wijziging van de nieuwe gemeentewet. — Aanwijzing van een rapporteur. — Bespreking — stemmingen.

Proposition d’ordonnance (de Mmes Brigitte De Pauw et Céline Fremault) modifiant la nouvelle loi communale. — Désignation d’un rapporteur. — Discussion — votes.

Voorstel van ordonnantie (van de heer Philippe Pivin) houdende aanvulling van artikel 14bis van de nieuwe gemeentewet. — Aanwijzing van een rapporteur. — Bespreking — stemmingen.

Proposition d’ordonnance (de M. Philippe Pivin) visant à compléter l’article 14bis de la nouvelle loi communale. — Désignation d’un rapporteur. — Discussion — votes.

Voorstel van ordonnantie (van de heren Philippe Pivin, Serge de Patoul en Mevr. Michèle Hasquin-Nahum) tot wijziging van artikel 326 van de nieuwe gemeentewet. — Aanwijzing van een rapporteur. — Bespreking — stemmingen.

Proposition d’ordonnance (de MM. Philippe Pivin, Serge de Patoul et Mme Michèle Hasquin-Nahum) portant modification de l’article 326 de la nouvelle loi communale. — Désignation d’un rapporteur. — Discussion — votes.

Voorstel van ordonnantie (van de heren Philippe Pivin, Serge de Patoul en Mevr. Michèle Hasquin-Nahum) tot invoeging van een artikel 328bis in de nieuwe gemeentewet. — Aanwijzing van een rapporteur. — Bespreking — stemmingen.

Proposition d’ordonnance (de MM. Philippe Pivin, Serge de Patoul et Mme Michèle Hasquin-Nahum) portant insertion d’un article 328bis dans la nouvelle loi communale. — Désignation d’un rapporteur. — Discussion — votes.

Voorstel van ordonnantie (van de heren Philippe Pivin, Serge de Patoul en Mevr. Michèle Hasquin-Nahum) tot invoeging van artikel 322 van de nieuwe gemeentewet. — Aanwijzing van een rapporteur. — Bespreking — stemmingen.

Proposition d’ordonnance (de MM. Philippe Pivin, Serge de Patoul et Mme Michèle Hasquin-Nahum) portant modification de l’article 322 de la nouvelle loi communale. — Désignation d’un rapporteur. — Discussion — votes.

Voorstel van ordonnantie (van de heer Bernard Clerfayt, Mevr. Françoise Schepmans en Mevr. Isabelle Molenberg) betreffende de ambtskledij en het ondersheidingsteken van de burgemeesters en de schepenen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. — Aanwijzing van een rapporteur. — Bespreking — stemmingen.

Proposition d’ordonnance (de M. Bernard Clerfayt, Mmes Françoise Schepmans et Mme Isabelle Molenberg) relative au costume et au signe distinctif des bourgmestres et échevins de la Région bruxelloise.

Voorstel van ordonnantie (van Mevr. Françoise Schepmans en Mevr. Caroline Persoons) tot wijziging van de nieuwe gemeentewet om het beginsel van de lokale democratie te versterken. — Aanwijzing van een rapporteur. — Bespreking — stemmingen.

Proposition d’ordonnance (de Mmes Françoise Schepmans et Caroline Persoons) modifiant la nouvelle loi communale afin de renforcer le principe de démocratie locale. — Désignation d’un rapporteur. — Discussion — votes.

— Désignation d’un rapporteur. — Discussion — votes.

* GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

COMMISSION COMMUNAUTAIRE COMMUNE DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE

[2006/20022]

[2006/20022]

Commissievergaderingen

Réunions de commission

Agenda

Ordre du jour

Woensdag 15 maart 2006, om 9 u. 30 m.

Mercredi 15 mars 2006, à 9 h 30 m

(Paleis van het Brussels Parlement — commissiezaal 201)

(Palais du Parlement bruxellois — salle de commission 201)

Commissie voor de Sociale Zaken

Commission des Affaires sociales

— Hoorzittingen van Mevr. Marie-Pierre Delcourt, directrice van Infor-Homes, en Mevr. Jaklien Vandermeulen, directrice van HomeInfo, betreffende de toestand van de rusthuizen in Brussel.

— Auditions de Mmes Marie-Pierre Delcourt, directrice d’InforHomes, et Jaklien Vandermeulen, directrice d’Home-Info, à propos de la situation des maisons de repos à Bruxelles.

15534


WETTELIJKE BEKENDMAKINGEN EN VERSCHILLENDE BERICHTEN PUBLICATIONS LEGALES ET AVIS DIVERS

Aankondigingen − Annonces

b) Beslissing. 3. Statutenwijzigingen om de statuten in overeenstemming te brengen met de voorgaande beslissingen en met de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen. Deze tweede vergadering zal geldig kunnen beslissen ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde aandeelhouders. De aandeelhouders worden verzocht zich te schikken in overeenstemming met de statutaire bepalingen. (8287) De raad van bestuur.

Arimco, naamloze vennootschap, B-3290 Diest, Bredastraat 6

VENNOOTSCHAPPEN − SOCIETES

S.A. Immo Acces, société anonyme, rue Brogniez 159, 1070 Bruxelles RNE 0419.742.952 Les actionnaires de la société anonyme « Immo Acces » sont priés d’assister à l’assemblée extraordinaire qui se tiendra en l’étude du notaire Liliane Verbruggen, à Anderlecht, place Bara 11, le 30 mars 2006, à 10 heures, ayant pour ordre du jour : 1. Transfert du siège social à Anderlecht, rue Van Soust, 262, A/1. 2. a) Confirmation de la conversion du capital en euros soit trente mille neuf cent quatre-vingt-six euros soixante-neuf cents (30.986,69 EUR). b) Suppression de la valeur nominale des actions. c) Augmentation du capital social à concurrence de trente et un mille treize euros trente et un cents (31.013,31 EUR) pour le porter à soixantedeux mille euros (62.000 EUR), sans émission d’actions nouvelles par prélèvement sur les plus-values réalisées de la société. d) Constatation de la réalisation effective de l’augmentation du capital ci-avant. 3. Refonte du texte en adoptant un nouveau texte des statuts. 4. a) Démission d’administrateur/décharge. b) Nomination d’administrateur. 5. Pouvoirs. (8286)

Le conseil d’administration.

Naamloze vennootschap Specialisten Center Maatschappelijke zetel te 3950 Bocholt, Kaulillerweg 39 RPR Hasselt Ondernemingsnummer 0440.208.170 BTW 440.208.170 Aangezien de buitengewone algemene vergadering, samengeroepen op zes maart 2006, om 10 uur, ten kantore van notaris Eerdekens, Stationsstraat 13A, te 3910 Bocholt, niet in getal was om te beslissen, wordt een tweede buitengewone algemene vergadering samengeroepen op éénendertig maart om tien uur op dezelfde plaats met dezelfde agenda : 1. Verlenging van het lopend boekjaar. a) Voorstel het lopend boekjaar te verlengen van 31 maart 2006 naar 31 december 2006. b) Voorstel tot aanpassing van de statuten om het boekjaar voortaan te laten lopen van 1 januari tot 31 december van elk jaar en om de gewone algemene vergadering te houden op (vast te leggen). 2. Doelwijziging om het doel uit te breiden. a) Kennisname van het bijzonder verslag van de raad van bestuur d.d. 7 februari 2006.

0442.586.650 RPR Leuven

De aandeelhouders worden uitgenodigd tot de buitengewone algemene vergadering, die gehouden zal worden op 30 maart 2006, om 16 uur, op de studie van de geassocieerde notarissen Edwin Van Laethem en Vincent Vroninks, te Elsene (B-1050 Brussel), Kapitein Crespelstraat 16. Agenda : 1. Goedkeuring van de jaarrekening per 30 september 2005. Bestemming van het resultaat. Kwijting aan de bestuurders. 2. Benoeming van bestuurders. 3. Vaststelling van de omzetting van het kapitaal in euro. 4. Lezing van het fusievoorstel en de verslagen bedoeld in de artikelen 694 en 695 van het Wetboek van vennootschappen, waarvan iedere aandeelhouder op de zetel kosteloos een afschrift kan verkrijgen, alsook van de tussentijdse cijfers per 30/09/2005. 5. Fusie van de N.V. ″ARIMCO″, te B-3290 Diest, Bredastraat 6, (0442.586.650 RPR Leuven), volgens de modaliteiten en tegen de voorwaarden bepaald in het fusievoorstel, door overneming van de N.V. ″ARNAUTS ENGINEERING″, te B-3290 Diest, Bredastraat 6, (BTW BE 0419.925.074 RPR Leuven), bij wijze van overgang onder algemene titel van het gehele vermogen van de overgenomen vennootschap, mits uitreiking aan de aandeelhouders van de overgenomen vennootschap van nieuw uit te geven aandelen, op basis van een staat van activa en passiva per 30/09/2005. Vanaf 1 oktober 2005 worden alle handelingen boekhoudkundig geacht te zijn verricht voor rekening van de overnemende vennootschap. 6. Kapitaalverhoging ingevolge de fusie door overname. 7. In het kader van de fusie, eventuele wijziging van het doel. 8. Verslagen van de bedrijfsrevisor en de raad van bestuur, overeenkomstig artikel 602 van het Wetboek van vennootschappen, over de inbreng in natura. Verhoging van het kapitaal ten belope van 70.000,00 EUR, door inbreng van een onroerend goed door de heer Eric ARNAUTS, te Diest, in ruil voor nieuwe aandelen 9. Kapitaalverhoging door incorporatie van 4.212,95 EUR, af te nemen van de beschikbare reserves en zonder creatie van nieuwe aandelen. 10. Actualisatie en omwerking van de statuten door de goedkeuring van een nieuwe integrale versie ter vervanging van de bestaande tekst, zowel om deze in overeenstemming te brengen met de genomen besluiten, als met het doel deze aan te passen aan het Wetboek van vennootschappen. 11. Delegatie van machten. 12. Vragen van de aandeelhouders. Deze vergadering zal geldig beraadslagen ongeacht het aantal vertegenwoordigde aandelen. Een kopie van de in de agenda vermelde stukken betreffende de inbreng in natura, en van de geactualiseerde versie van de statuten kan gratis bekomen worden op de zetel van de vennootschap. (8288) De raad van bestuur.

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Maes Industries, naamloze vennootschap, Kloosterdreef 13, 8510 Bellegem Ondernemingsnummer 0457.639.862 — RPR Kortrijk De aandeelhouders worden verzocht om de bijzondere algemene vergadering bij te wonen, die zal gehouden worden op 31 maart 2006, om 10 uur, op de zetel, met volgende agenda : 1. Bezoldiging. Zich gedragen naar de statuten. (8289)

A.K.P. Beheer, naamloze vennootschap, Tournebride 1, 3620 Lanaken Ondernemingsnummer 0413.833.969 Algemene vergadering op de zetel, op 31 maart 2006, om 16 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Eventuele statutaire benoemingen. Diversen. (8290)

Eurim Invest, naamloze vennootschap, Filips de Goedelaan 9, bus 1, 8000 Brugge Ondernemingsnummer 0464.837.658 Algemene vergadering op de zetel, op 1 april 2006, om 10 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (8291)

Van Eycken Apotheek-Optiek, naamloze vennootschap, Schoonaarde 58, 3290 Diest Ondernemingsnummer 0445.057.675 — RPR Leuven Algemene vergadering op de zetel, op 31 maart 2006, om 18 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (8292)

Herrebout Vermander, naamloze vennootschap, Heirweg 10, 8520 Kuurne Ondernemingsnummer 0430.003.473 Algemene vergadering op de zetel, op 1 april 2006, om 10 uur. Agenda : Goedkeuring van de jaarrekening per 31 december 2005. Kwijting aan bestuurders. Herbenoeming bestuurders. Zich schikken naar de statuten. (8293)

15535

resultaat. 4. Kwijting aan bestuurders en commissaris. 5. Rondvraag. Om aan de vergadering deel te nemen zich schikken naar de statuten. (8295)

Satellite, naamloze vennootschap, Passendalestraat 237, 8980 Passendale Ondernemingsnummer 0462.935.765 Algemene vergadering op de zetel, op 1 april 2006, om 18 uur. Agenda : 1. Verslag raad van bestuur. 2. Goedkeuring van de jaarrekening. 3. Bestemming resultaat. 4. Kwijting aan bestuurders. 5. Diversen. Aandelen te deponeren op zetel overeenkomstig de statuten. (8296)

Atelier 90, naamloze vennootschap, Waterloolaan 90, 1000 Brussel Ondernemingsnummer 0453.959.010 Algemene vergadering op de zetel, op 1 april 2006, om 11 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Varia. (8297)

Agetik Invest, naamloze vennootschap, Molenstraat 95, 3570 Alken Ondernemingsnummer 0455.116.575 — RPR Tongeren Jaarvergadering op 1 april 2006, om 18 uur, op de maatschappelijke zetel. — Agenda : Beraadslaging i.v.m. artikel 523 W. venn. Verslag raad van bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31 december 2005. Kwijting bestuurders. Ontslag en benoeming bestuurders. Zich schikken naar de statuten. (8298)

Koksijdse Investeringsmaatschappij, naamloze vennootschap, Kluislaan 17, 8670 Koksijde Ondernemingsnummer 0440.373.664 Algemene vergadering op de zetel, op 1 april 2006, om 11 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (8299)

Lasmatic, naamloze vennootschap, Vliegveld 43, 8560 Wevelgem Ondernemingsnummer 0425.868.305

Homarium, naamloze vennootschap, Koolkampstraat 9, 8740 Pittem Ondernemingsnummer 0416.745.058 Algemene vergadering op de zetel, op 1 april 2006. — Agenda : Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Herbenoeming bestuurders. Zich schikken naar de statuten. (8294)

Algemene vergadering op de zetel, op 1 april 2006, om 9 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening per 31 december 2005. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. Zich richten naar de statuten. (8300)

T.K. Consulting, naamloze vennootschap, Frilinglei 144, 2930 Brasschaat Ondernemingsnummer 0466.863.473 — RPR Antwerpen

Drukkerij Erasmus, naamloze vennootschap, Biezeweg 12, 9230 Wetteren Ondernemingsnummer 0401.071.244 — RPR Dendermonde Algemene vergadering op de maatschappelijke zetel, Biezeweg 12, Industriepark Kwatrecht, op 3 april 2006, om 14 uur. Agenda : 1. Verslag raad van bestuur en van de commissaris. 2. Goedkeuring van de jaarrekening per 31 december 2005. 3. Bestemming

De gewone algemene vergadering zal gehouden worden op 7 april 2006, om 17 uur, op de maatschappelijke zetel. — Dagorde : 1. Jaarverslag van de raad van bestuur. 2. Goedkeuring van de jaarrekening per 30 november 2005. 3. Aanwending van het resultaat. 4. Kwijting aan de bestuurders en accountant. 5. Ontslag en herbenoeming van bestuurders. 6. Rondvraag. Om aan de algemene vergadering te kunnen deelnemen dienen de aandeelhouders zich te schikken naar de statuten. (8301)

15536

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Anttron, naamloze vennootschap, Industrielaan 37, 8820 Torhout

Vanopan, naamloze vennootschap, Bedrijvencentrum, Ondernemingenstraat 3, 8630 Veurne

Ondernemingsnummer 0443.056.507 — RPR Brugge

Ondernemingsnummer 0402, 767.655 — RPR Veurne

Algemene vergadering op de zetel, op 1 april 2006, om 10 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. (8302)

Jaarvergadering op de zetel, op 1 april 2006, om 17 uur. Agenda : Bespreking en goedkeuring jaarrekening. Bestemming resultaat. Decharge bestuurders. (8309)

Astrid, naamloze vennootschap, Koningin Astridlaan 56, 3290 Diest

Hilite, naamloze vennootschap, Baron de Maerelaan 74, 8380 Zeebrugge


Ondernemingsnummer 0436.583.736 Algemene vergadering op de zetel, op 3 april 2006, om 21 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (8303)

Algemene vergadering op de zetel, op 1 april 2006, om 10 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (8310)

Bel-Technologies, naamloze vennootschap, Maricolenweg 36, 9255 Buggenhout Ondernemingsnummer 0451.330.013 — RPR Brugge

Westbouwbedrijf, naamloze vennootschap, Rijkswachtstraat 48, 8620 Nieuwpoort

Algemene vergadering op de zetel, op 30 maart 2006, om 11 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Eventuele statutaire benoemingen. Diversen. (8304)

Ondernemingsnummer 0415.856.321

Rogil Field Research, naamloze vennootschap, Eikenstraat 16, 3210 Linden

Algemene vergadering op de zetel, op 3 april 2006, om 15 uur. Agenda : 1. Bespreking van de jaarrekening. 2. Goedkeuring van de jaarrekening per 31 december 2005. 3. Kwijting aan bestuurders. 4. Ontslag en benoeming bestuurders. 5. Diversen. (8311)


Garage Modern Dendermonde, naamloze vennootschap, Steenweg op Grembergen 17, 9200 Dendermonde

Algemene vergadering op de zetel, op 3 april 2006, om 9 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen (8305)

Immo-Tuin, naamloze vennootschap, Kleingentstraat 23, 9070 Destelbergen



Ondernemingsnummer 0438.005.280 — RPR Brugge Algemene vergadering op de zetel, op 1 april 2006, om 14 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (8306)

All Beton, naamloze vennootschap, Domien Veysstraat 49, 8570 Vichte Ondernemingsnummer 0430.353.861 — RPR Kortrijk Algemene vergadering op de zetel, op 1 april 2006, om 11 uur. Agenda : 1. Verslag raad van bestuur. 2. Goedkeuring van de jaarrekening 31 december 2005. 3. Beraadslaging artikel 96, 6° W. venn. 4. Beraadslaging artikel 634 W. venn. 5. Bestemming resultaat. 6. Kwijting aan bestuurders. 7. Goedkeuring voorafgenomen bezoldiging bestuurders. 8 Diversen. Zich richten naar de statuten. (8307)

Meubelen Salaets, naamloze vennootschap, Houtvensesteenweg 20, 2230 Herselt

Vlasvezelbedrijf Leon Vandecasteele, naamloze vennootschap, Izegemsestraat 71, 8860 Lendelede Ondernemingsnummer 0412.691.052 — RPR Kortrijk

De aandeelhouders worden in jaarvergadering bijeengeroepen op de maatschappelijke zetel, op vrijdag 7 april 2006, om 10 uur. — Agenda : 1. Verslaggeving door het bestuursorgaan. 2. Goedkeuring van de jaarrekening afgesloten per 31 oktober 2005. 3 Resultaatsbestemming. 4. Kwijting aan de bestuurders. 5. Rondvraag. Om geldig aanwezig of vertegenwoordigd te zijn dienen de wettelijke en statutaire bepalingen nageleefd te worden. Neerlegging van de aandelen geschiedt op de maatschappelijke zetel. (8313)

De raad van bestuur.

Immo Stables, naamloze vennootschap, Molenkouterstraat 15, 9308 Aalst (Hofstade) Ondernemingsnummer 0464.451.539 — RPR Dendermonde

Ondernemingsnummer 0424.959.077 — RPR Brugge Algemene vergadering op de zetel, op 3 april 2006, om 20 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen. (8308)

Jaarvergadering op 1 april 2006, om 18 uur, op de zetel. Agenda : 1. Verslagen raad van bestuur. 2. Goedkeuring jaarrekening per 31 december 2005. 3. Bestemming resultaat. 4. Kwijting bestuurders. 5. Bestuurders : benoemingen, ontslagnemingen. 6. Varia. (8314)


15537

Intrawood, naamloze vennootschap, De Dries 80, 2930 Brasschaat

Febo Construct, naamloze vennootschap, Zetel : Pontstraat 80, 8791 Waregem-Beveren-Leie


Ondernemingsnummer 0438.963.404 — RPR Kortrijk


De aandeelhouders worden verzocht de buitengewone algemene vergadering bij te wonen die zal plaatsvinden op donderdag 30 maart 2006, om 11 uur, op het kantoor van notaris Frederic Maelfait, te 8530 Harelbeke, Stationsplein 2, met volgende agenda :

Huis Bossuyt, naamloze vennootschap, Wijmeriestraat 5, 8790 Waregem

a) Onderzoek van de volgende stukken en verslagen, waarvan de aandeelhouders kosteloos een afschrift konden verkrijgen : fusievoorstel, verslagen van de bestuurders en controleverslagen van de commissaris/bedrijfsrevisor, opgesteld overeenkomstig de artikelen 694 en 695 van het Wetboek van vennootschappen.

Ondernemingsnummer 0439.406.634 — RPR Kortrijk Jaarvergadering op 1 april 2006, om 10 uur, op de zetel. Agenda : 1. Jaarverslag. 2. Goedkeuring jaarrekening per 31 oktober 2005. 3. Kwijting aan de raad van bestuur. 4. Allerlei. Zich richten naar de statuten. (8316)

Socodix De Haard, coöperatieve vennootschap met beperkte aanprakelijkheid, Dr. A. Schweitzerplein 8, 1082 Sint-Agatha-Berchem Ondernemingsnummer 0403.263.345 Gewone algemene vergadering op de zetel van de vennootschap, op 8 april 2006, om 10 u. 30 m. — Dagorde : 1. Jaarverslag van de raad van bestuur. 2. Jaar-en resultatenrekening 2005. 3. Verslag van de commissaris-revisor. 4. Goedkeuring van de jaarrekening en de resultatenrekening. 5. Winstverdeling. 6. Kwijting aan de bestuurders, de controlerende vennoten en aan de zaakvoerder. 7. Kwijting aan de commissaris-revisor. 8. Benoeming van een bestuurder ter vervanging van Mevr. Georgette Herlinvaux, uittredend en herverkiesbaar. 9. Diversen. (8317)

Manique, naamloze vennootschap, Leefdaalstraat 21 (bureel 3), 2200 Herentals (Morkhoven) Ondernemingsnummer 0448.381.411 De aandeelhouders worden uitgenodigd deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering welke zal plaats hebben op 30 maart 2006, op het kantoor van notaris Johan Van Oekel, te Brasschaat, Bredabaan 252, om 16 u. 30 m., en met volgende agenda : 1. Omzetting van het maatschappelijk kapitaal in euro.

b) Besluit tot fusie overeenkomstig het voornoemde fusievoorstel, door overneming door de naamloze vennootschap « Isobar », overnemende vennootschap, waarvan de zetel gevestigd is te 8791 WaregemBeveren-Leie, Pontstraat 80, met ondernemingsnummer 0419.969.319 — RPR Kortrijk, van het gehele vermogen, zowel de rechten als de verplichtingen van de naamloze vennootschap « Febo Construct », overgenomen vennootschap. c) Kapitaalverhoging in diverse stappen in de overnemende vennootschap « Isobar » om het kapitaal te brengen van S 450.000,00 op S 1.070.000,00 mits uitgifte van 2.500 nieuwe aandelen. d) Verzesvoudiging van het aantal aandelen van de overnemende vennootschap « Isobar », zodat het totaal aantal aandelen gebracht wordt op 47.400. Wijziging van artikel 5 van de statuten. e) Uitbreiding van het doel van de overnemende vennootschap « Isobar » met de activiteiten van de overgenomen vennootschap « Febo Construct » die nog niet in het doel van de overnemende vennootschap « Isobar » zijn vervat. Wijziging van artikel 3 van de statuten. f) Aanpassing van artikel 18 van de statuten van de overnemende vennootschap aan de nieuwe bepalingen van het Wetboek van vennootschappen. g) Bevoegdheden te verlenen aan de raden van bestuur voor de uitvoering van de besluiten over de voorgaande punten van de agenda. h) Kwijting aan de bestuurders van de overgenomen vennootschap « Febo Construct ». i) Benoemingen. j) Varia. k) Machtiging. Coördinatie van de statuten.

(8319)

2. Kapitaalverhoging I. Verhoging van het maatschappelijk kapitaal door inbreng in speciën. Uitoefening van het voorkeurrecht. Onderschrijving en volstorting van de kapitaalverhoging. Vaststelling dat deze kapitaalverhoging verwezenlijkt werd. 3. Kapitaalverhoging II. Verslagen. Verhoging van het maatschappelijk kapitaal door inbreng in natura. Vaststelling dat de kapitaalverhoging verwezenlijkt werd. 4. Wijziging en modernisering van de statuten. 5. Ontslag en benoemingen. 6. Volmachten. De aandeelhouders worden verzocht zich te schikken naar de wettelijke en statutaire bepalingen terzake. Om tot de vergadering te worden toegelaten, dienen de aandeelhouders hun aandelen vijf volle dagen vóór de vergadering neer te leggen op de maatschappelijke zetel. (8318) De raad van bestuur.

Isobar, naamloze vennootschap, Zetel : Pontstraat 80, 8791 Waregem-Beveren-Leie Ondernemingsnummer 0419.969.319 — RPR Kortrijk De aandeelhouders worden verzocht de buitengewone algemene vergadering bij te wonen die zal plaatsvinden op donderdag 30 maart 2006, om 11 uur, op het kantoor van notaris Frederic Maelfait, te 8530 Harelbeke, Stationsplein 2, met volgende agenda : a) Rechtzetting materiële vergissing naar aanleiding van de buitengewone algemene vergadering van de overnemende vennootschap « Isobar » d.d. 3 december 2004 waarbij het kapitaal werd omgezet in euro. b) Omruilen van de aandelen in de overnemende vennootschap « Isobar » door toekenning van 3 nieuwe aandelen voor 1 oud aandeel, zodat het totaal aantal aandelen in de overnemende vennootschap « Isobar » op 5.400 wordt gebracht. c) Onderzoek van de volgende stukken en verslagen, waarvan de aandeelhouders kosteloos een afschrift konden verkrijgen : fusievoorstel, verslagen van de bestuurders en controleverslagen van de commissaris/bedrijfsrevisor, opgesteld overeenkomstig de artikelen 694 en 695 van het Wetboek van vennootschappen.

15538


d) Besluit tot fusie overeenkomstig het voornoemde fusievoorstel, door overneming door de naamloze vennootschap « Isobar », overnemende vennootschap, van het gehele vermogen, zowel de rechten als de verplichtingen van de naamloze vennootschap « Febo Construct » waarvan de zetel gevestigd is te 8791 Waregem-Beveren-Leie, Pontstraat 80, met ondernemingsnummer 0438.963.404 — RPR Kortrijk, overgenomen vennootschap. e) Kapitaalverhoging in diverse stappen in de overnemende vennootschap « Isobar » om het kapitaal te brengen van S 450.000,00 op S 1.070.000,00 mits uitgifte van 2.500 nieuwe aandelen.

ACVLHO, naamloze vennootschap, Baarleveldstraat 88, 9031 Gent Ondernemingsnummer 0405.311.926 Algemene vergadering op de zetel, op 1 april 2006, om 11 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening op 31 december 2005. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Zie statuten. (8323)

f) Verzesvoudiging van het aantal aandelen van de overnemende vennootschap « Isobar », zodat het aantal aandelen gebracht wordt op 47.400. Wijziging van artikel 5 van de statuten. g) Uitbreiding van het doel van de overnemende vennootschap « Isobar » met de activiteiten van de overgenomen vennootschap « Febo Construct » die nog niet in het doel van de overnemende vennootschap « Isobar » zijn vervat. Wijziging van artikel 3 van de statuten. h) Aanpassing van artikel 18 van de statuten van de overnemende vennootschap aan de nieuwe bepalingen van het Wetboek van vennootschappen.

E 40 Business Park, société anonyme, rue de Bruxelles 174, 4340 Awans Numéro d’entreprise 0473.001.395 Assemblée ordinaire, au siège social, le 31 mars 2006, à 11 heures. — Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Divers. (8324)

i) Bevoegdheden te verlenen aan de raden van bestuur voor de uitvoering van de besluiten over de voorgaande punten van de agenda.

Sogedyl, société anonyme, allée du Grand Cheniat 3, 6280 Loverval

j) Kwijting aan de bestuurders van de overgenomen vennootschap « Febo Construct ».

Numéro d’entreprise 0432.882.294

k) Benoemingen. l) Varia. m) Machtiging. Coördinatie van de statuten.

(8320)

Les actionnaires sont priés d’assister à l’assemblée extraordinaire, qui se tiendra en l’étude des notaires associés Pierre Nicaise et Benoît Colmant, à Grez-Doiceau, allée du Bois de Bercuit 14, le vendredi 31 mars 2006, à 10 h 30 m. Ordre du jour :

BTW 0405.465.047 RPR Veurne

a) Modification de l’objet social. Rapport du conseil d’administration exposant la justification détaillée de la modification de l’objet social auquel est annexé un état résumant la situation active et passive de la société ne remontant pas à plus de trois mois.

Buitengewone algemene vergadering

Rapport du commissaire sur l’état résumant la situation active et passive de la société joint au rapport du conseil d’administration.

Bloemmolens & Olieslagerijen van Diksmuide, maamloze vennootschap, Kleine Dries 6, 8600 Diksmuide

De aandeelhouders en de bestuurders worden uitgenodigd tot de buitengewone algemene vergadering op donderdag 30 maart 2006, te 10 uur, op het kantoor van notaris Hendrik Debucquoy te Diksmuide, Parklaan 6, met volgende agenda : 1. verplaatsing van de zetel van de vennootschap naar 8434 Middelkerke (Westende), Henri Jasparlaan 136; 2. bespreking van het voorstel tot ontbinding zoals toegelicht in het verslag opgemaakt door het bestuursorgaan - bespreking van de staat van activa en passiva en het daarbijhorend verslag van de bedrijfsrevisor; 3. bevestiging van de externe wettigheid door de notaris; 4. principieel besluit tot ontbinding en vereffening van de vennootschap; 5. ontslag bestuurders- benoeming van de vereffenaar(s) en bepaling van zijn/hun machten.

b) Constatation de la conversion du capital en euros. c) Mise en concordance du texte des statuts avec les résolutions qui précèdent et avec les dispositions nouvelles du Code de sociétés. En conséquence, refonte complète du texte des statuts; la dénomination, le siège et la durée demeurant inchangés. d) Pouvoirs. Le nouveau texte coordonné des statuts est à disposition des actionnaires au siège social. (8325)

Le conseil d’administration.

Valentin, société anonyme, rue des Foulons 76, 1000 Bruxelles Numéro d’entreprise 0403.153.180

Om deel te nemen moeten de aandeelhouders zich schikken naar de statuten. (8321) De raad van bestuur.

Assemblée ordinaire, au siège social, le 1er avril 2006, à 17 heures. Ordre du jour : 1. Approbation des comptes annuels arrêtés au 31 décembre 2005. 2. Affectation des résultats. 3. Décharge aux administrateurs. 4. Démissions et nominations. 5. Divers. (8326)

Pycoma, naamloze vennootschap, Baarleveldestraat 88, 9031 Drongen

Immobilière du Faulx, société anonyme, rue Chalmagne 29, 6120 Marbaix-la-Tour



Algemene vergadering op de zetel, op 27 maart 2006, om 15 uur. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening op 31 december 2005. Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Zie statuten. (8322)

Assemblée ordinaire, au siège social, le 31 mars 2006, à 10 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers. (8327)


15539

Altimar, société anonyme, avenue des Myrtilles 51, 1180 Bruxelles

Cofinim, société anonyme, avenue Maréchal Ney 32, 1180 Bruxelles



Assemblée ordinaire, au siège social, le 1er avril 2006, à 11 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers. (8328)

Assemblée ordinaire, au siège social, le 31 mars 2006, à 14 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Divers. (8334)

P.W. Consulting, société anonyme, place Rouppe 21, 1000 Bruxelles

PAM, société anonyme, sicav de droit belge, catégorie O.P.C.V.M.


Siège social : place Sainte-Gudule 19, 1000 Bruxelles Numéro d’entreprise : 0444.265.542

Assemblée ordinaire, au siège social, le 3 avril 2006, à 10 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Divers. (8329)

Jeanmart, société anonyme, rue Neuve 17, 4032 Chênée Numéro d’entreprise 0403.895.627

Avis de convocation aux actionnaires L’assemblée générale extraordinaire des actionnaires convoquée pour le 14 mars n’ayant pas atteint le quorum requis, les actionnaires sont invités à assister à l’assemblée générale extraordinaire des actionnaires de la société qui se tiendra le 31 mars 2006, à 11 h 45 m, au siège social à 1000 Bruxelles, place Sainte-Gudule 19, afin de délibérer et statuer sur l’ordre du jour suivant : A. Modifications statutaires.


Belgium Trans Express S.A., société anonyme, rue des Alouettes 96, 4042 Liers Numéro d’entreprise 0423.805.272


Rainbow Careers, société anonyme, avenue de Tervuren 37, 1040 Bruxelles Numéro d’entreprise 0421.805.686

Assemblée ordinaire, au siège social, le 30 mars 2006, à 11 heures. Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administrateurs. Divers. (8332)

Socodix Le Foyer, société coopérative à responsabilité limitée, place Dr. A. Schweitzer 8, 1082 Berchem-Sainte-Agathe Numéro d’entreprise 0403.263.345

Assemblée générale ordinaire, au siège social, le 8 avril 2006, à 10 h 30 m. — Ordre du jour : 1. Rapport de gestion. 2. Examen du bilan et du compte de résultats 2005. 3. Rapport du commissaire-réviseur. 4. Approbation du bilan et du compte de résultats. 5. Répartition du bénéfice. 6. Décharge aux administrateurs, aux associés du contrôle et au gérant. 7. Décharge au commissaire-réviseur. 8. Nomination d’un administrateur en remplacement de Mme Georgette Herlinvaux, sortant et rééligible. 9. Divers. (8333)

1. Proposition d’adapter le libellé de la politique de gestion des compartiments « PAM Equities European Small & Mid Caps » et « PAM Equities Euroland » pour les adapter à l’entrée en vigueur de l’euro et pour insister davantage sur l’univers européen en ce qui concerne le premier compartiment, sans modification de la politique de gestion quant au fond. 2. Proposition d’habiliter le conseil d’administration à créer des classes différentes d’actions conformément aux articles 5 et 6 de l’arrêté royal du quatre mars deux mille cinq relatif à certains organismes de placement collectif publics. 3. Proposition de prévoir que, pour les actions de distribution de certains compartiments, l’ensemble des revenus d’intérêts recueillis seront distribués aux actionnaires, sous déduction des rémunérations, commissions et frais leur incombant. 4. Proposition de prévoir la possibilité pour le conseil d’administration de mettre en circulation des fractions d’actions, pour autant que cette mise en circulation soit conforme aux dispositions légales et réglementaires. 5. Proposition de préciser les formalités à remplir par les détenteurs d’actions pour être admis à l’assemblée générale. 6. Proposition d’adapter la majorité des articles des statuts. Ces adaptations s’inscrivent principalement dans le cadre de la mise en conformité de la sicav à la loi du vingt juillet deux mille quatre relative à certaines formes de gestion collective de portefeuilles d’investissement. L’attention peut notamment être attirée sur ce qui suit : la précision que la société sera auto-gérée, l’introduction des nouvelles lignes de conduite (élargissement des catégories d’actifs autorisés) et des limitations en matière de politique d’investissement, la hausse du maximum des frais de gestion intellectuelle et administrative et des frais de conservation et, de manière plus générale, la mise en oeuvre du cadre juridique général déterminé par la loi du vingt juillet deux mille quatre susmentionnée. 7. Proposition de modifier les articles 1, 7 et 12 des statuts afin de les adapter au Code des sociétés et à l’entrée en vigueur de l’euro. A l’exception des modifications susvisées, il n’y a pas d’autres modifications substantielles aux statuts de la société. Le texte intégral du projet de nouveaux statuts est disponible gratuitement au siège social de la société, Place Sainte-Gudule 19, B-1000 Bruxelles, Belgique.

15540


B. Pouvoirs : Proposition de donner au conseil d’administration tous les pouvoirs nécessaires à l’exécution des décisions à prendre de l’ordre du jour et au notaire instrumentant tous les pouvoirs nécessaires à la coordination des statuts de la société. Pour avoir le droit d’assister ou de se faire représenter à cette assemblée, tout actionnaire devra effectuer le dépôt de ses titres au porteur au plus tard 3 jours ouvrables (soit le 27 mars 2006) avant la date de l’assemblée, auprès de l’organisme chargé du service financier : En Belgique : Petercam S.A., société de bourse, place Sainte Gudule 19, 1000 Bruxelles Au Pays-Bas : PETERCAM BANK N.V., 1075 HM Amsterdam, De Lairessestraat 180 En France : Crédit Agricole Investments Services, 91-93 boulevard Pasteur, 75710 Paris Cedex 15 En Suisse : PETERCAM Banque Privée (Suisse) S.A., Centre Swissair CP 1119 Route de l’Aéroport 31, 1211 Genève Le prospectus et le rapport annuel de PAM sont disponibles gratuitement au siège social de la société et des institutions mentionnées ci-dessus. (8335) Le conseil d’administration.

7. Voorstel om de artikelen 1, 7 en 12 van de statuten te wijzigen teneinde ze aan te passen aan het Wetboek van vennootschappen en aan de inwerkingtreding van de euro. Behalve de bovenvermelde wijzigingen zijn er geen andere belangrijke wijzigingen in de statuten van de vennootschap. De integrale tekst van het ontwerp van nieuwe statuten is gratis verkrijgbaar op de zetel van de vennootschap Sint-Goedeleplein 19, B-1000 Brussel, België. B. Machten Voorstel om alle machten te verlenen aan de raad van bestuur die nodig zijn voor de uitvoering van de te nemen beslissingen van de agenda en aan de instrumenterende notaris om de statuten van de vennootschap te coördineren. Om te worden toegelaten tot of vertegenwoordigd op de buitengewone algemene vergadering moeten de aandeelhouders aan toonder uiterlijk drie werkdagen vóór de datum van de vergadering (hetzij op 27 maart 2006) hun aandelen neerleggen op de zetel van de vennootschap of bij de instellingen die de financiële dienst verzekeren, met name : In België : PETERCAM N.V., beursvennootschap, Sint-Goedeleplein 19, 1000 Brussel In Nederland : PETERCAM BANK N.V., 1075 HM Amsterdam, De Lairessestraat 180

PAM, naamloze vennootschap, bevek naar Belgisch recht, categorie I.C.B.E. Maatschappelijke zetel : Sint-Goedeleplein, 19, 1000 Brussel Ondernemingsnummer : 0444.265.542 Oproepingsbericht aan de aandeelhouders Omdat de voor 14 maart 2006 bijeengeroepen buitengewone algemene vergadering van de aandeelhouders het vereiste quorum niet heeft bereikt, worden de aandeelhouders op een tweede buitengewone algemene vergadering van de aandeelhouders van de vennootschap uitgenodigd, die plaats zal vinden op de maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Sint-Goedeleplein 19, op 31 maart 2006, om 10 u. 45 m., om er te beraadslagen en te stemmen over de volgende agenda : A. Statutenwijzigingen 1. Voorstel om de beschrijving van de beleggingspolitiek van de compartimenten “PAM Equities European Small & Mid Caps” en “PAM Equities Euroland” aan te passen aan de inwerkingtreding van de euro en om het Europees universum nog meer te benadrukken wat betreft het eerste compartiment, zonder wijziging van de beleggingspolitiek ten gronde. 2. Voorstel om de raad van bestuur toe te laten verschillende aandelenklassen te creëren, overeenkomstig de artikelen 5 en 6 van het koninklijk besluit van vier maart tweeduizend en vijf, met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve beleggingen. 3. Voorstel te voorzien dat, voor de distributieaandelen van verschillende compartimenten, het geheel van de inkomsten uit intresten uitgekeerd zal worden aan de aandeelhouders, na aftrek van de daarmee verband houdende bezoldigingen, commissies en kosten. 4. Voorstel om de mogelijkheid te voorzien dat de raad van bestuur, conform de wettelijke en reglementaire beschikkingen, fracties van aandelen in omloop kan brengen. 5. Voorstel om de formaliteiten te preciseren die de aandeelhouders moeten vervullen om tot de algemene vergadering toegelaten te worden. 6. Voorstel om het merendeel van de artikels van de statuten aan te passen. Deze aanpassingen kaderen voornamelijk in het zich conformeren van de bevek aan de wet van twintig juli tweeduizend en vier betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles. Gewezen kan worden op o.a. het volgende : de bepaling dat de vennootschap zelfbeheerd zal zijn, de invoering van de nieuwe beleidslijnen (uitbreiding van de categorieën van toegelaten activa) en beperkingen inzake het beleggingsbeleid, de verhoging van het maximum van de kosten van het intellectuele en administratieve beheer en van de kosten van bewaring en, meer in het algemeen, implementatie van het algemeen juridisch kader geschetst door de bovenvermelde wet van twintig juli tweeduizend en vier.

In Frankrijk : Crédit Agricole Investments Services, 91-93 boulevard Pasteur, 75710 Paris Cedex 15 In Zwitserland : PETERCAM Banque Privée (Suisse) S.A., Centre Swissair CP 1119 Route de l’Aéroport 31, 1211 Genève Het prospectus en het jaarverslag van PAM zijn gratis beschikbaar op de hoofdzetel van de vennootschap en van de hierboven genoemde instellingen. (8335) De raad van bestuur.

Traflaco, naamloze vennootschap, Tieltstraat 144, 8760 Meulebeke 0413.542.870 RPR Kortrijk

Jaarvergadering op 7/04/2006, om 13 u. 30 m., op de zetel. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2005. Verslag commissaris - revisor. Bestemming resultaat. Ontslag en benoeming bestuurders. Kwijting bestuurders. Kwijting commissaris revisor. Aanvaarding vaste vertegenwoordiger. Rondvraag. (8431)

Stephano, naamloze vennootschap, Dorp 43, 9310 Baardegem 0443.248.230 RPR Dendermonde

Jaarvergadering op 3/04/2006, om 20 uur, op de zetel. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2005. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. (8433)

Seculux, naamloze vennootschap, Meerkensstraat 69, 3650 Lanklaar-Dilsen 0437.472.374 RPR Tongeren

Jaarvergadering op 3/04/2006, om 17 uur, op de zetel. Agenda : 1. Goedkeuring van de jaarrekening per 31/12/2005. 2. Bestemming van het resultaat. 3. Kwijting aan de raad van bestuur. 4. Vergoeding bestuurders. (8434)

15541

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Immo Caprice, naamloze vennootschap, Maastrichtersteenweg 149/13, 3500 Hasselt

MC Invest, naamloze vennootschap, Slakkenstraat 1A, 3650 Dilsen-Stokkem

0442.339.202 RPR Hasselt Jaarvergadering op 7/04/2006, om 14 uur, op de zetel. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2005. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders en beslissing over hun vergoedingen. Ontslagen en benoemingen. Diversen. (8435)

0430.246.666 RPR Tongeren

Jaarvergadering op 07/04/2006, om 20 uur, op de zetel. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2005. Bestemming resultaat. Ontslag en benoeming. Kwijting bestuurders. Varia. Zich richten naar de statuten. (8439)

Delus, naamloze vennootschap, Jan Welterslaan 13, 2100 Deurne

Amorimmo, naamloze vennootschap,

0425.283.632 RPR Antwerpen

Nederstraat 39, 9700 Oudenaarde RPR Oudenaarde 0449.100.201

Jaarvergadering op 7/04/2006, om 10 uur, op de zetel. Agenda : Jaarverslag. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2005. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Ontslag en benoeming bestuurders. Beraadslaging over de artikelen 94, 2de lid, 96, 6de lid, 633 en 634 van het Wetboek van vennootschappen. Varia. Zich richten naar de statuten. (8436)

Den Hogenkouter, naamloze vennootschap, Hoogveld 44, 9200 Dendermonde 0446.820.701 RPR Dendermonde Aangezien het wettelijk quorum niet werd bereikt op de buitengewone algemene vergadering van 13 maart 2006, worden de aandeelhouders uitgenodigd op de tweede buitengewone algemene vergadering van de vennootschap welke zal gehouden worden op het kantoor van notaris Patrice Bohyn te 9120 Beveren (Haasdonk), Perstraat 65, op maandag 3 april, om 10 uur, met agenda : 1. Omzetting kapitaal in euro, 2. (Her)formulering van onder meer de modaliteiten inzake : uitoefening voorkeurrecht; aflossing kapitaal; bijeenkomst, samenstelling, bevoegdheid en werking raad van bestuur; benoeming en bezoldiging bestuurders en commissarissen; bijeenkomst, werking en toelatingsvoorwaarden tot de algemene vergadering; winstverdeling, enz. 3. Aanneming van volledig nieuwe statuten overeenkomstig de te nemen besluiten en actualisering statuten. De aandeelhouders zullen zich schikken naar de statuten. (8437)


De aandeelhouders worden uitgenodigd tot de buitengewone algemene vergadering van 30/03/2006, om 20 uur, ter studie van notaris Lucie Vandermeersch, te Oudenaarde, Burgschelde 13, met als agenda : 1. jaarverslag; 2. goedkeuring jaarrekening per 31/12/2005; 3. kwijting bestuurders; 4. wijziging van de uitdrukkingsmunt van het kapitaal door omzetting ervan in euro; 5. kapitaalverhoging met S 767,34 om het kapitaal te brengen van S 855.232,66 op S 856.000,00 door incorporatie van beschikbare reserves tot beloop van voormeld bedrag van S 767,34; 6. hernieuwing bevoegdheid raad van bestuur tot verhoging kapitaal in het kader van toegestaan kapitaal. Deze machtiging zal tevens toekomen aan de te benoemen beherende vennoten van de omgezette commanditaire vennootschap op aandelen; 7. voorstel tot omzetting van de vennootschap in een commanditaire vennootschap op aandelen overeenkomstig artikel 774 e.v. W. Venn, zonder dat verandering wordt gebracht aan het maatschappelijk doel, de duur, de maatschappelijke naam, het getal en de personaliteiten van de vennoten, het statutaire kapitaal en de maatschappelijke reserves, noch aan de activa en passiva.Lezing verslag raad van bestuur en verslag bedrijfsrevisor; 8. ontslag van de raad van bestuur met het oog op de omzetting in commanditaire vennootschap op aandelen; 9. besluit dat de te verlenen kwijting aan de zaakvoerder(s) van de commanditaire vennootschap op aandelen m.b.t. het boekjaar per 31/12/2006, ook zal gelden als kwijting voor de raad van bestuur voor de periode van 01/01/2006 tot heden; 10. vaststelling statuten commanditaire ven nootschap op aandelen; 11. instemming beherende vennoten; 12. volmachten. Om toegelaten te worden tot de vergadering zich schikken naar de statuten. (8440)


Van Heurck, naamloze vennootschap, Eksterlaar 25, 2100 Antwerpen (Deurne)

Lumar, naamloze vennootschap,

RPR Antwerpen 0415.031.326

Demerstraat 14/1, 3500 Hasselt 0411.623.755 RPR Hasselt

De aandeelhouders worden opgeroepen tot de buitengewone algemene vergadering op het kantoor van geassocieerde notarissen Celis, Celis & Liesse te Antwerpen, Kasteelpleinstraat 59, op 31/03/06, om 14 u. 30 m., met volgende agenda : 1. Euroconversie. 2. Wijziging regeling kapitaalverhoging en -vermindering. 3. Toevoeging regeling aandelen in onverdeeldheid, in pand en opgesplitst met vruchtgebruik. 4. Wijziging regeling minimum aantal bestuurders, samenstelling, volmachten, aanwezigheids- en stemquora, notulen en afschriften en werking raad van bestuur. 5. Machtiging éénparig schriftelijk akkoord bestuurders. 6. Wijziging regeling externe vertegenwoordiging. 7. Wijziging controleregeling. 8. Wijziging regeling toelatingsvoorwaarden. 9. Toevoeging regeling notulen en afschriften algemene vergaderingen. 10. Machtiging verdagingsrecht algemene vergaderingen door bestuur. 11. Wijziging regeling winstverdeling, vervroegde ontbinding, verdeling liquidatiesaldo en woonstkeuze. 12. Aanpassing statuten aan vigerende wetgeving, volledige herwerking, herschrijving en hernummering statuten en vaststelling nieuwe tekst. 13. Benoeming commissaris. Om aan de vergadering deel te nemen worden de aandeelhouders verzocht zich te schikken naar artikel 15 der statuten en hun aandelen 5 dagen voor de vergadering te deponeren op de zetel. (8438)


Jaarvergadering op 3/04/2006, om 17 uur, op de zetel. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring jaarrekening. Kwijting bestuurders. (8441)

Weverij Konfektie Bruggeman, naamloze vennootschap, Vichtestraat 31A, 8553 Otegem 0416.666.864 RPR Kortrijk

Jaarvergadering op 31/03/2006, om 14 uur, op de zetel. Agenda : 1. Jaarverslag met inbegrip van de meldingen conform art. 523 Wb. Venn. 2. Goedkeuring jaarrekening en resultaatbestemming per 30/09/2005. 3. Kwijting bestuurders. 4. Bezoldiging bestuurders. 5. Bevestiging stand lopende rekening. 6. Waarderingsregels. 7. Statutaire benoemingen. 8. Diversen. (8442)

15542

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Wij bieden je een statutaire functie in een aangename en stimulerende omgeving met de nodige zelfstandigheid. De bruto maandelijkse aanvangswedde bedraagt 1.940,34 euro. Bovendien beschikt het bestuur over allerlei extra legale voordelen zoals maaltijdcheques, een hospitalisatieverzekering en een fietsvergoeding.

D & D Holding, naamloze vennootschap, Oostendesteenweg 143, 8480 Eernegem 0407.265.584 RPR Brugge Jaarvergadering op 7/04/2006, om 16 uur, op de zetel. Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 31/12/2005. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Goedkeuring weddes bestuurders. (8443)

Openbare Besturen en Technisch Onderwijs Administrations publiques et Enseignement technique

Deze betrekking staat open voor zowel mannen als vrouwen. De volledige functiebeschrijving en de aanwervingsvoorwaarden zijn te verkrijgen op de dienst Personeel & Organisatie of bij de gemeentesecretaris (telefoon : 013-67 01 14 of mail : [email protected] of [email protected] en 013-67 01 16 of mail : [email protected]) Solliciteren voor deze betrekking kan bij aangetekend schrijven vóór 7 april 2006 aan het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Laakdal, Kerkstraat 21, te 2430 Laakdal. Voeg in ieder geval een kopie van uw diploma en een curriculum vitae bij. (8337)

OPENSTAANDE BETREKKINGEN − PLACES VACANTES

Stad Tielt

Het stadsbestuur van Tielt gaat over tot de aanwerving van :

Stad Geel

• een statutair TECHNISCH ASSISTENT Bij het stadsbestuur van Geel wordt één halftijdse betrekking van educatief medewerker bibliotheek (niveau B 1-3) open verklaard en wordt een werfreserve van twee jaar aangelegd.

voor de GROENDIENST (D1-D3) (m/v) - voltijds • een statutair TECHNISCH ASSISTENT-METSER

De aanwervingsvoorwaarden zijn vastgesteld als volgt :

voor de WEGENDIENST (D1-D3) (m/v) - voltijds

— in het bezit zijn van een HOKT diploma;

• een gesco TECHNISCH BEAMBTE

— slagen in een aanwervingsexamen (schriftelijk/mondeling/ psycho-technisch).

voor de GROENDIENST (E1-E3) (m/v) - voltijds

Functiebeschrijving en bijkomende inlichtingen zijn te bekomen op de personeelsdienst van het stadsbestuur op het nummer 014-57 08 76.

Voor alle functies wordt een wervingsreserve aangelegd voor de duur van één jaar voor aanwerven van statutair en contractueel personeel.

De kandidaturen, vergezeld van een sollicitatiebrief, cv, afschrift van de diploma’s en een bewijs van goed gedrag en zeden, dienen aangetekend verstuurd aan het college van burgemeester en schepenen, Werft 20, te 2440 Geel, of tegen ontvangstbewijs afgegeven op de personeelsdienst van het stadsbestuur, uiterlijk 27 maart 2006.

De functiebeschrijving, de toelatings- en aanwervingsvoorwaarden en het examenprogramma zijn te bekomen via de website van Stad Tielt (www.tielt.be onder nieuws : vacatures) of bij het Stadsbestuur (Personeelsdienst), Tramstraat 2, 8700 Tielt (tel. 051-42 60 72 of e-mail : [email protected]).

Kandidaturen per e-mail worden niet aanvaard.

(8336)

Gemeente Laakdal

De schriftelijke kandidaturen aan de hand van het inschrijvingsformulier dienen samen met een afschrift van het getuigschrift of diploma, per aangetekend schrijven toe te komen bij het College van Burgemeester en Schepenen uiterlijk op 21 april 2006 (datum poststempel geldt als bewijs). (8338)

Laakdal is een middelgrote gemeente in de Antwerpse Kempen, ligt op de grens met de provincies Limburg en Brabant en is vlot bereikbaar via de E-313.

Gemeente Herzele

Het gemeentebestuur van Laakdal streeft naar een dynamische en kwaliteitsvolle dienstverlening en is op zoek naar een mobiliteits- en handhavingsambtenaar (B1/B3), in statutair verband (met wervingsreserve van 1 jaar) (2e oproep).

Herzele is een gemeente met bijna 17.000 inwoners, gelegen in ZuidOost Vlaanderen, poort van de Vlaamse Ardennen.

Je hoofdtaak bestaat in het voorbereiden, (mede) ontwikkelen en uitvoeren van het permanente proces van mobiliteits(beleids)planning om de efficiëntie van het mobiliteitsgegeven te verhogen en te komen tot een verbetering van de verkeersleefbaarheid en verhoging van de verkeersveiligheid. Je bent als ambtelijke coördinator verantwoordelijk voor alle aspecten rond mobiliteit en verkeer in de gemeente. Buiten de hoofdopdracht van mobiliteit en verkeer sta je ook in voor de opvolging van een consequent en effectief huisvestings- en handhavingsbeleid op het vlak van ruimtelijke ordening/milieu.

Het dynamisch team dat aan het roer staat van deze mooie woongemeente wordt uitgebreid met een aantal cruciale jobs. Het college gaat over tot de aanwerving in statutair verband en het aanleggen van een wervingsreserve voor de volgende functies : 1 voltijds beheerder socio-culturele infrastructuur (M/V) - niveau A 1 voltijds diensthoofd personeel en organisatie (M/V) - niveau A 1 voltijds cultuurbeleidscoördinator (M/V) - niveau A 1 voltijds huisvestingsambtenaar (M/V) - niveau B

Kandidaten dienen te beschikken over een HOKT diploma of daarmee gelijkgesteld (bv. kandidaatsdiploma). We vragen wel om binnen de 6 jaar na de aanstelling een bijkomende opleiding in verkeer/mobiliteit te behalen. Ervaring in de materie is niet noodzakelijk, maar wel gewenst.

1 voltijds technisch medewerker/controleur groendienst (M/V) niveau C

Deze functie staat ook open voor laatstejaarsstudenten. Zij moeten attesteren dat ze laatstejaarsstudent zijn.

1 voltijds technisch medewerker/controleur gebouwen en feestelijkheden (M/V) - niveau C

1 voltijds teamleider ruimtelijke ordening (M/V) - niveau B

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE 2 voltijds technisch assistenten/metser-plaveier (M/V) - niveau D De kandidaturen dienen samen met een curriculum vitae en een kopie van het vereiste diploma aangetekend te worden gezonden naar het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Herzele, Markt 20, te 9550 Herzele, uiterlijk op datum van 5 april 2006 (datum poststempel geldt als bewijs) of tegen ontvangstbewijs worden afgegeven op de personeelsdienst van het gemeentebestuur Herzele tot diezelfde datum. Info en algemene voorwaarden, examenprogramma, functiebeschrijving en functievoorwaarden kunnen bekomen worden op de personeelsdienst (Telefoon 053-60 70 42) of via e-mail worden opgevraagd op volgend adres : [email protected]. (8339)

Gemeente Overijse De gemeente Overijse gaat over tot de aanleg van een wervingsreserve voor (m/v) STATUTAIR BRANDWEERMAN. Uw taak : Uitvoeren van brandweeropdrachten (brandbestrijding en interventies), ziekenwageninterventies en de bijhorende ondersteunende taken (o.a. onderhoud van het materieel en het kazernement). Uw profiel : U bent in het bezit van : ofwel een diploma van het hoger secundair onderwijs of gelijkgesteld onderwijs; ofwel een diploma van het lager secundair onderwijs of gelijkgesteld onderwijs en u voldoet tevens aan volgende voorwaarden : - effectief operationeel lid zijn van een brandweerdienst; - houder zijn van het brevet van ambulancier en in het bezit zijn van een geldige badge “DGH” van het Ministerie van Volksgezondheid. Aanwervingsvoorwaarden : U dient te slagen in het aanwervingsexamen (lichamelijke, schriftelijke en mondelinge proef). Wij bieden u : Naast een veelzijdige, creatieve job in een aangename werkomgeving, een bezoldiging overeenkomstig de aanwervingsvoorwaarden, maaltijdcheques, gratis hospitalisatieverzekering en een aantrekkelijke vakantieregeling. Interesse ? Stuur uw sollicitatiebrief samen met cv en een kopie van het vereiste diploma en eventueel een kopie van de badge “DGH” naar het college van burgemeester en schepenen, Justus Lipsiusplein 9 te 3090 Overijse en dit uiterlijk op 29 maart 2006. Voor meer informatie en voor de volledige aanwervingsvoorwaarden kan u terecht bij de personeelsdienst, tel. : 02-785 33 40. (8340)

Karel de Grote-Hogeschool

15543

Code 2006/25/GEZ : Praktijklector Verpleegkunde in het departement Gezondheidszorg [40 % (SS 316)] Code 2006/26/H&B : Lector Frans in het departement Handelswetenschappen en Bedrijfskunde [50 % (SS 502)] Code 2006/27/H&B : Lector Frans in het departement Handelswetenschappen en Bedrijfskunde [50 % (SS 502)] Code 2006/28/H&B : Lector BTW & Douane/Budgetteren in het departement Handelswetenschappen en Bedrijfskunde [100 % (SS 502)] Code 2006/29/H&B : Lector Geïnformatiseerde Toepassingen in het departement Handelswetenschappen en Bedrijfskunde [30 % (SS 502)] Code 2006/30/H&B : Lector Informatica in het departement Handelswetenschappen en Bedrijfskunde [10 % (SS 502)] Code 2006/31/H&B : Lector Informatica in het departement Handelswetenschappen en Bedrijfskunde [50 % (SS 502)] Code 2006/32/IWT : Assistent Onderzoeker ICT in het departement Industriële Wetenschappen en Technologie [100 % (SS 502)] Code 2006/33/IWT : Praktijklector Autotechnologie in het departement Industriële Wetenschappen en Technologie [75 % (SS 316)] Code 2006/34/SAW : Lector van de bijscholingsmodule “Nederlands tweede taal” in de voortgezette lerarenopleiding basiseducatie (VOBE) in het departement Sociaal Agogisch Werk [100 % (SS 502)] In het Administratief & Technisch Personeelskader Code 2006/35/GEZ : Administratief medewerker bibliotheek in het departement Gezondheidszorg [50 % B11(SS 581)] Code 2006/36/GEZ : Administratief medewerker mediotheek in het departement Gezondheidszorg [100 % D12(SS 575)] Code 2006/37/HD : Medewerker van de directeur Hogeschooladministratie (hogeschooldiensten) [100 % A11(SS 585)] Code 2006/38/SAW :

In opvolging van de beslissing door het College van Bestuur d.d. 8 maart 2006 en in uitvoering van HOC-protocol 25 verklaart het hogeschoolbestuur van de v.z.w. Karel de Grote-Hogeschool, Katholieke Hogeschool Antwerpen, volgende ambten vacant in het statutaire kader : In het Onderwijzend Personeelskader Code 2006/22/DLO : Lector Pedagogische Wetenschappen in het departement Lerarenopleiding [45 % (SS 502)] Code 2006/23/DLO : Lector Pedagogische Wetenschappen in het departement Lerarenopleiding [55 % (SS 502)] Code 2006/24/DLO : Praktijklector Klassieke Talen in het departement Lerarenopleiding [15 % (SS 316)]

Administratief medewerker studenten- en puntenadministratie, stage- en eindwerkadministratie in het departement Sociaal Agogisch Werk [100 % C21(SS 579)] In opvolging van de beslissing door het College van Bestuur d.d. 8 maart 2006 verklaart het hogeschoolbestuur van de v.z.w. Karel de Grote-Hogeschool, Katholieke Hogeschool Antwerpen, volgende ambten vacant in het statutaire kader : In het Onderwijzend Personeelskader Code 2006/39/DLO : Praktijklector Lichamelijke Opvoeding in het departement Lerarenopleiding [30 % (SS 316)] In het Administratief & Technisch Personeelskader Code 2006/40/GEZ : Secretariaatsmedewerker Adjunct-departementshoofd Academische Zaken in het departement Gezondheidszorg [50 % B11(SS 581)]

15544


Algemeen : Solliciteer gemotiveerd met C.V. uiterlijk tegen 21 maart 2006 per e-mail (bij voorkeur) of per brief : Karel de Grote-Hogeschool t.a.v. Eric Offeciers, hoofd HRM, Van Schoonbekestraat 143, 2018 Antwerpen, e-mail : [email protected]. Geef zeker de vermelde code aan. Deze vacature wordt intern en extern (in het Belgisch Staatsblad) bekendgemaakt. Meer informatie over deze vacature (taakomschrijving, profiel, wijze van kandideren) vind je op onze website : http://www.kdg.be onder de rubriek ‘vacatures’. (8341)

Universiteit Antwerpen Aan de Universiteit Antwerpen is aan de Faculteit rechten volgende voltijdse functie vacant : ZELFSTANDIG ACADEMISCH PERSONEEL Familiaal vermogensrecht Opdracht : * u wordt belast met een onderwijsopdracht, die gedurende het academiejaar 2006-2007 bestaat uit volgende opleidingsonderdelen : “Familiaal vermogensrecht” (5 stptn – 50 cu) voor dagstudenten 3de bachelor rechten, “Familiaal vermogensrecht” (5 stptn – 25 cu) voor avondstudenten 3de bachelor rechten, “Practicum familiaal vermogensrecht” (3 stptn – 20 cu) 3de bachelor rechten, “Practicum familiaal vermogensrecht” (3 stptn – 20 cu) voor studenten 2de licentie, “Jaarverhandeling familiaal vermogensrecht” (3 stptn – 20 cu) voor studenten 2de licentie rechten en “Grondige studie burgerlijk recht 1” (10 stptn – 60 cu) voor studenten 3de licentie rechten. Vanaf het academiejaar 2007-2008 omvat deze volgende opleidingsonderdelen : “Familiaal vermogensrecht” (5 stptn – 50 cu) voor dagstudenten 3de bachelor rechten, “Familiaal vermogensrecht” (5 stptn – 25 cu) voor avondstudenten 3de bachelor rechten, “Practicum familiaal vermogensrecht” (3 stptn – 20 cu) 3de bachelor rechten, “Grondige studie en practicum familiaal vermogensrecht” (6 stptn – 45 cu) in de masteropleiding rechten, “Begeleiding van de masterproef” in de masteropleiding rechten en een nader te bepalen bijzondere studie (3 stptn – 30 cu) in de masteropleiding rechten * u bouwt onderzoek uit in dit vakdomein, inbegrepen het verwerven en beheren van extern gefinancierde onderzoeksfondsen * daarnaast neemt u ook een aantal taken op van dienstverlening. Profiel : * u bezit een doctoraat op proefschrift * uw manier van doceren is innoverend, competentie- en studentgericht, en u bent grensverleggend en vernieuwend in uw onderzoek. Wij bieden : * een voltijdse aanstelling in de graad van docent (of hoger, in functie van de academische kwalificaties en beroepservaring) * een tijdelijke aanstelling voor een periode van drie jaar, met uitzicht op een vaste benoeming mits gunstige evaluatie * datum van indiensttreding is 1 oktober 2006. Geïnteresseerd? U vult het verplichte sollicitatieformulier (via http://www.ua.ac.be/personeelsdienst of tel. : 03-265 31 54) in en bezorgt dit aangetekend of persoonlijk aan de Universiteit Antwerpen, Campus Middelheim, Departement Personeel (cel AP), Middelheimlaan 1, 2020 Antwerpen, uiterlijk op 21 april 2006. Voor meer inhoudelijke informatie kunt u terecht bij prof. Th. Vansweevelt, decaan Faculteit rechten, tel. 03-820 29 01. (8342)

Aan de Universiteit Antwerpen is aan de Faculteit rechten volgende voltijdse functie vacant : ZELFSTANDIG ACADEMISCH PERSONEEL Recht van de Europese Unie Opdracht : * u wordt belast met een onderwijsopdracht, die gedurende het academiejaar 2006-2007 bestaat uit volgende opleidingsonderdelen : “Recht van de Europese Unie” (4 stptn – 30 cu) verplicht vak in 1ste licentiaat voor dagstudenten PSW Politieke Wetenschappen en keuzevak in de master internationale betrekkingen en diplomatie – PSW, “Recht van de Europese Unie” (5 stptn – 22 cu) voor avondstudenten 2de bachelor rechten, “European Competition Law”

(3 stptn – 30 cu) voor studenten IELSP en “Introduction to the Legal Aspects of European Competition Rules” (6 cu) voor studenten van de master Economics of International Trade and European Integration – TEW. Vanaf het academiejaar 2007-2008 omvat het volgende opleidingsonderdelen : “Recht van de Europese Unie” (4 stptn – 30 cu) verplicht vak in 1ste licentiaat voor dagstudenten PSW Politieke Wetenschappen en keuzevak in de master internationale betrekkingen en diplomatie – PSW, “Recht van de Europese Unie” (5 stptn – 22 cu) voor avondstudenten 2de bachelor rechten, “European Competition Law” (3 stptn – 30 cu) voor studenten IELSP, “Introduction to the Legal Aspects of European Competition Rules” (6 cu) voor studenten van de master Economics of International Trade and European Integration EITEI – TEW, “Grondige studie en practicum kartelrecht” (6 stptn – 45 cu) in de masteropleiding rechten, “ Vergelijkend, Europees en internationaal handelsrecht” (3 stptn – 30 cu) in de masteropleiding rechten en “Begeleiding van de masterproef” in de masteropleiding rechten * u bouwt onderzoek uit in dit vakdomein, inbegrepen het verwerven en beheren van extern gefinancierde onderzoeksfondsen * daarnaast neemt u ook een aantal taken op van dienstverlening. Profiel : * u bezit een doctoraat op proefschrift * uw manier van doceren is innoverend, competentie- en studentgericht, en u bent grensverleggend en vernieuwend in uw onderzoek. Wij bieden : * een voltijdse aanstelling in de graad van docent (of hoger, in functie van de academische kwalificaties en beroepservaring) * een tijdelijke aanstelling voor een periode van drie jaar, met uitzicht op een vaste benoeming mits gunstige evaluatie * datum van indiensttreding is 1 februari 2007. Geïnteresseerd ? U vult het verplichte sollicitatieformulier (via http://www.ua.ac.be/personeelsdienst of tel. : 03-265 31 54) in en bezorgt dit aangetekend of persoonlijk aan de Universiteit Antwerpen, Campus Middelheim, Departement Personeel (cel AP), Middelheimlaan 1, 2020 Antwerpen, uiterlijk op 29 september 2006. Voor meer inhoudelijke informatie kunt u terecht bij prof. Th. Vansweevelt, decaan Faculteit rechten, tel. 03-820 29 01. (8343)

Aan de Universiteit Antwerpen is aan de Faculteit rechten volgende deeltijdse functies vacant : ZELFSTANDIG ACADEMISCH PERSONEEL (45 %) Geschiedenis van het privaatrecht (partim Romeins recht, partim ontwikkeling van het privaat recht) Opdracht : * de opdracht omvat taken van onderwijs, onderzoek en dienstverlening in het vakdomein privaatrecht * u verzorgt het opleidingsonderdeel “Geschiedenis van het privaatrecht” voor dagstudenten (8 stptn – 90 uur) en voor avondstudenten (8 stptn – 45 uur) in 1ste bachelor en 2de bachelor (overgangsjaar). Profiel : * u bezit een doctoraat op proefschrift * uw manier van doceren is innoverend, competentie- en studentgericht, en u bent grensverleggend en vernieuwend in uw onderzoek. ZELFSTANDIG ACADEMISCH PERSONEEL (10 %) Zee- en transportverzekering Opdracht : * de opdracht omvat taken van onderwijs, onderzoek en dienstverlening in het vakdomein zeeverzekeringsrecht * u verzorgt het opleidingsonderdeel “Zee- en transportverzekering” voor dagstudenten (3de licentiaat rechten – 5 stptn – 30 uur). Profiel : * u bezit een doctoraat op proefschrift * uw manier van doceren is innoverend, competentie- en studentgericht, en u bent grensverleggend en vernieuwend in uw onderzoek. ZELFSTANDIG ACADEMISCH PERSONEEL (10 %) Socialezekerheidsrecht Opdracht : * de opdracht omvat taken van onderwijs, onderzoek en dienstverlening in het vakdomein van het vergelijkend sociaal recht * u verzorgt voor het academiejaar 2006-2007 het opleidingsonderdeel “Vergelijkend sociaal recht, partim vergelijkend socialezekerheidsrecht” (22,5 cu) voor studenten van 3de licentiaat rechten en vanaf het academiejaar 2007-2008 “Internationaal en Europees Socialezekerheidsrecht” voor studenten van de masteropleiding.

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Profiel : * u bezit een doctoraat op proefschrift * uw manier van doceren is innoverend, competentie- en studentgericht, en u bent grensverleggend en vernieuwend in uw onderzoek. ZELFSTANDIG ACADEMISCH PERSONEEL (10 %) Sociaal recht (arbeidsrecht en socialezekerheidsrecht) Opdracht : * de opdracht omvat taken van onderwijs, onderzoek en dienstverlening in het vakdomein van het sociaal recht (arbeidsrecht en socialezekerheidsrecht) * u verzorgt de opleidingsonderdelen “Arbeidsrecht” (3 stptn – 15 cu) en “Socialezekerheidsrecht” (3 stptn – 15 cu) voor avondstudenten 3de bachelor rechten.

15545

Geïnteresseerd ? U vult het verplichte sollicitatieformulier (via http://www.ua.ac.be/personeelsdienstof tel. : 03-265 31 54) in en bezorgt dit aangetekend of persoonlijk aan de Universiteit Antwerpen aan de Universiteit Antwerpen, Campus Middelheim, Departement Personeel (cel AP), Middelheimlaan 1, 2020 Antwerpen uiterlijk op 21 april 2006. Voor meer inhoudelijke informatie kunt u terecht bij prof. E. Van Marck, decaan Faculteit geneeskunde, tel. 03-820 25 32. (8345)

Profiel : * u bezit een doctoraat op proefschrift * uw manier van doceren is innoverend, competentie- en studentgericht, en u bent grensverleggend en vernieuwend in uw onderzoek.

Aan de Universiteit Antwerpen is aan het departement TBW bij de Faculteit wetenschappen volgende voltijdse functie vacant :

ZELFSTANDIG ACADEMISCH PERSONEEL (10 %)

ZELFSTANDIG ACADEMISCH PERSONEEL

Fiscaal recht Opdracht : * de opdracht omvat taken van onderwijs, onderzoek en dienstverlening in het vakdomein van het fiscaal recht * u verzorgt het opleidingsonderdeel “Fiscaal recht” (6 stptn – 25 cu) voor avondstudenten 3de bachelor rechten. Profiel : * u bezit een doctoraat op proefschrift * uw manier van doceren is innoverend, competentie- en studentgericht, en u bent grensverleggend en vernieuwend in uw onderzoek. Wij bieden : * een deeltijdse aanstelling in de graad van docent (of hoger, in functie van de academische kwalificaties en beroepservaring) * een tijdelijke aanstelling van drie jaar * datum van indiensttreding is 1 oktober 2006. Geïnteresseerd ? u vult het verplichte sollicitatieformulier (via http:www.ua.ac.be/personeelsdienst of tel. 03-265 31 54) in, en bezorgt dit aangetekend of persoonlijk aan de Universiteit Antwerpen, Campus Middelheim, departement Personeel (cel AP), Middelheimlaan 1, 2020 Antwerpen uiterlijk op 21 april 2006 + voor meer inhoudelijke informatie kan u terecht bij prof. Th. Vansweevelt, decaan Faculteit rechten, tel. 03-820 29 01. (8344)

Aan de Universiteit Antwerpen is aan de Faculteit geneeskunde volgende voltijdse functie vacant :

Chemie en Voedingstechnologie (m/v) Opdracht : * u wordt belast met een onderwijsopdracht die bestaat uit meerdere van volgende opleidingsonderdelen : “Partim projectwerk” (3 stptn) in de 3de bachelor, “Chemische analysetechnieken” (6 stptn) in de 3de bachelor, “Katalyse en enzymologie” (5 stptn) in de 3de bachelor, “Toegepaste thermodynamica” (4 stptn) in de 2de bachelor en “Milieuchemie” (6 stptn) in de 3de bachelor * er wordt van u verwacht een nieuwe onderzoekslijn op te starten, gebaseerd op chemie of voedingstechnologie, waarbij er een toegevoegde waarde is naar minstens één van de te doceren vakken. Uw onderzoek moet enerzijds voldoende aanknopingspunten bezitten met gevestigde onderzoeksgroepen binnen de Universiteit Antwerpen, de VITO of een andere Vlaamse grensverleggend zijn om als aantrekkingspool voor onderzoekers en studenten te fungeren. De begeleiding van kennisinstelling en internationale samenwerking beogen en anderzijds voldoende innovatief en eindwerken en doctoraten en het aanvragen van Vlaamse, federale en Europese onderzoeksfinanciering maken deel uit van de onderzoekscomponent * u bezit expertise in het opstarten van multidisciplinair onderzoek met applicaties in luchtzuiveringstechnologie * daarnaast neemt u ook een aantal taken op van academische en wetenschappelijke dienstverlening binnen het departement.

GECOMBINEERDE FUNCTIE ZELFSTANDIG ACADEMISCH PERSONEEL

ZELFSTANDIG ACADEMISCH PERSONEEL

Diensthoofd Kinder- en Jeugdpsychiatrie (m/v)

Land- en bosbeheer (m/v)

Opdracht : * deze functie bestaat uit twee samenhangende aanstellingen, met name (a) een deeltijdse (60 %) ZAP – functie : * u neemt deel aan het graduaat – onderwijs en levert bijdragen in de modules “Mens en zijn Ontwikkeling”, “Kind en Groei”, “Psyche”, in de klinische lijn, het multiprofessioneel onderwijs, de wetenschappelijke vorming, in het oriëntatiejaar, in andere aanverwante onderwijsonderdelen en studierichtingen. U levert een bijdrage aan het postgraduaat-onderwijs en aan de opleiding van de geneesheer-specialisten in de opleiding Psychiatrie, in het bijzonder de kinder- en jeugdpsychiatrie * u coördineert en geeft leiding aan het onderzoek binnen de discipline en neemt deel aan het interdisciplinair onderzoek, en staat in voor het verwerven en het beheren van extern gefinancierde onderzoeksfondsen * u neemt taken op van wetenschappelijke en klinische dienstverlening (zie (b)) (b) de voltijdse functie van diensthoofd van een nog op te richten Antwerpse Universitaire dienst Kinder- en Jeugdpsychiatrie. Profiel : * u bent erkend specialist in de Psychiatrie, met tenminste 8 jaar ervaring in de discipline, en u bezit een doctoraat op proefschrift * u bezit bovendien bijzondere aantoonbare kennis en ervaring in de Kinder- en Jeugdpsychiatrie * uw manier van doceren is innoverend, competentie- en studentgericht, en u bent grensverleggend en vernieuwend in uw onderzoek. Wij bieden : * een aanstelling in de graad van docent (of hoger, in functie van de academische kwalificaties en beroepservaring) * een tijdelijke aanstelling voor een periode van drie jaar, met uitzicht op een vaste benoeming mits gunstige evaluatie * datum van indiensttreding is 1 oktober 2006.

Opdracht : * u wordt belast met een onderwijsopdracht die bestaat uit meerdere van volgende opleidingsonderdelen : “Bosbouw” (6 stptn) in de 3de bachelor, “Landinformatiesystemen” (5 stptn) in de 3de bachelor, “Hydrologie en klimatologie” (5 stptn) in de 3de bachelor, “Landschapsanalyse en –ecologie” (3 stptn) in de 3de bachelor en “Partim projectwerk” (3 stptn) in de 3de bachelor bachelor * er wordt van u verwacht een nieuwe onderzoekslijn op te starten, gebaseerd op landen bosbeheer, waarbij er een toegevoegde waarde is naar minstens één van de te doceren vakken. Uw onderzoek moet enerzijds voldoende aanknopingspunten bezitten met gevestigde onderzoeksgroepen binnen de Universiteit Antwerpen, de VITO of een andere Vlaamse kennisinstelling en internationale samenwerking beogen en anderzijds voldoende innovatief en grensverleggend zijn om als aantrekkingspool voor onderzoekers en studenten te fungeren. De begeleiding van eindwerken en doctoraten en het aanvragen van Vlaamse, federale en Europese onderzoeksfinanciering maken deel uit van de onderzoekscomponent * u bezit een expertise in het modelleren van aquatische en/of terrestische ecosystemen met applicaties in land en waterbeheer * daarnaast neemt u ook een aantal taken op van academische en wetenschappelijke dienstverlening binnen het departement. Profiel : * u bezit een diploma van tweede cyclus in de exacte of toegepaste wetenschappen én een doctoraat op proefschrift * academische en/of industriële onderzoekservaring is vereist * uw manier van doceren is innoverend, competentie- en studentgericht, en u bent grensverleggend en vernieuwend in uw onderzoek.

15546


Wij bieden : * een voltijdse aanstelling in de graad van docent (of hoger, in functie van de academische kwalificaties en beroepservaring) * een tijdelijke aanstelling voor een periode van drie jaar, met uitzicht op een vaste benoeming mits gunstige evaluatie * datum van indiensttreding is 1 oktober 2006. Geïnteresseerd ? u vult het verplichte sollicitatieformulier (via http://www.ua.ac.be/personeelsdienst of tel. 03-265 31 54) in, en bezorgt dit aangetekend of persoonlijk aan de Universiteit Antwerpen, Campus Middelheim, departement Personeel (cel AP), Middelheimlaan 1, 2020 Antwerpen uiterlijk op 21 april 2006 + voor meer inhoudelijke informatie kan u terecht bij Prof. L. D’Haese (tel. 03-265 32 85). (8346)

Gerechtelijke akten en uittreksels uit vonnissen Actes judiciaires et extraits de jugements

Bekendmaking gedaan overeenkomstig artikel 490 van het Strafwetboek Publication faite en exécution de l’article 490 du Code pénal

K.U.Leuven Voor de financiële diensten, verzekeringsdienst, zoeken wij een dossierbeheerder (m/v), graad 4 - VBA200614W.

Misdrijven die verband houden met de staat van faillissement Infractions liées à l’état de faillite

Doel van de functie Als dossierbeheerder van de Verzekeringsdienst verzorgt u - in een team van 4 medewerkers - de dienstverlening naar werknemers van de K.U.Leuven en derden toe, in hoofdzaak in het kader van ziekte- en brandverzekeringen. Opdrachten Beheren van brandverzekeringspolissen (opvolgen van wijzigingen, premieberichten, actualiseren van voorwaarden, contacteren van verzekeringsmaatschappijen,…). Opvolging van brandschadedossiers (aangifte, opvolging, beleggen van expertises, aanvraag bestekken,…). Beheren van schadedossiers van ziekte- en invaliditeitsverzekering (aangifte, opvolging, verzamelen attesten, berekening vergoedingen,…).

Correctionele rechtbank te Leuven De correctionele rechtbank te Leuven heeft d.d. 31 januari 2006, op tegenspraak, veroordeeld :

bij

vonnis,

Kumps, Ludo, geboren te Leuven op 28 januari 1970, wonend te 3000 Leuven, Fonteinstraat 135/28; wegens : Leuven, tussen 8 juli 2003 en 23 december 2004 niet naleven verplichtingen na faillissement; tot : een hoofdgevangenisstraf van drie maanden, met uitstel van de tenuitvoerlegging gedurende drie jaar;

Ondersteunen van collega’s bij beheer van schadedossiers sportongevallen en all-riskverzekering.

een geldboete van honderd euro met 40 opdeciemen gebracht op vijfhonderd euro, of een vervangende gevangenisstraf van één maand waarvan de helft met uitstel van de tenuitvoerlegging gedurende drie jaar;

Informatie verstrekken over bovengenoemde verzekeringen aan personeelsleden.

met : publicatie van huidig vonnis in het Belgisch Staatsblad overeenkomstig artikel 490 SWB.

Uitvoeren van administratieve taken (invoer en de updating van databanken, opmaak van statistieken,…).

Leuven, 6 maart 2006. Voor eensluidend uittreksel, afgeleverd aan de heer procureur des Konings : de waarnemend griffier-hoofd van dienst, (get.) C. Bollen. (8348)

Profiel U hebt een diploma hoger onderwijs van één cyclus (bij voorkeur richting verzekeringen). Enkele jaren relevante ervaring met bovengenoemde opdrachten vormen een pluspunt.

Tribunal de première instance de Charleroi

Administratieve vaardigheden en kennis van MS office zijn essentieel.

Du jugement contradictoire rendu par la dixième chambre correctionnelle du tribunal de première instance de Charleroi le 20 décembre 2005, jugement prononcé sur opposition recevable au jugement n° 2955/04, du 30 novembre 2004, il appert que le nommé :

U bent communicatief sterk, kan goed samenwerken in teamverband, u stelt zich klantgericht op. Een goede talenkennis (Nederlands, Engels en Frans) is een sterk pluspunt. Selectieproeven Preselectie op basis van elementen uit het profiel. Proeven en/of interviews in verband met bovengenoemde taken. Wij bieden Een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur aan. Hoe solliciteren ? Interesse ? Stuur dan uw gemotiveerde sollicitatie met curriculum vitae naar de Personeelsdienst ter attentie van Wim Hermans, Parijsstraat 72b, te 3000 Leuven, tel. : 016-32 83 74, fax : 016-32 83 10. E-mail : [email protected] De kandidaturen moeten binnen zijn op de Personeelsdienst uiterlijk op 31 maart 2006. Inzake rekrutering en aanwerving voert de K.U.Leuven een gelijke kansenbeleid. (8347)

Bastin, Christian Robert Claude, né à Couvin le 18 décembre 1953, mécanicien, domicilié à Châtelet (Châtelineau), rue Florent Malacord 144B, a été condamné à une peine unique de : douze mois d’emprisonnement avec un sursis simple de cinq ans et une amende de 1.000 EUR majorée de 40 décimes et élevée ainsi à 5.500 EUR ou un emprisonnement subsidiaire de trois mois; interdiction d’exercer une activité commerciale de cinq ans; interdiction d’exercice de cinq ans; du chef de : faux et usage de faux en écriture - particuliers; étant dirigeant de droit de la S.P.R.L. Auto Racing, société commerciale en état de faillite par jugement du 8 mai 2000, dans l’intention de retarder la déclaration de faillite, omis de faire aveu de celle-ci dans le délai légal; étant dirigeant de droit de la S.P.R.L. Auto Racing, société commerciale en état de faillite, omis de soumettre à l’assemblée générale, dans les six mois de la clôture de l’exercice, les comptes annuels;

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE étant dirigeant de droit de la S.P.R.L. Auto Racing, société commerciale en état de faillite, n’avoir pas tenu une comptabilité appropriée à la nature et l’étendue des activités de l’entreprise; étant dirigeant de droit de la S.P.R.L. Auto Racing, société commerciale en état de faillite, avec intention frauduleuse ou à dessein de nuire, détourné ou dissimulé une partie de l’actif; emission de chèques sans provision; escroquerie;

abus de confiance; et aux frais envers la partie publique taxés en totalité à 14,01 euros + 25 euros. Faits commis à Tournai (Vezon) et ailleurs dans l’arrondissement judiciaire de Tournai, entre le 1er janvier 2000 et le 10 septembre 2001, entre le 1er juin 2000 et le 11 octobre 2001, à Leuze-en-Hainaut (Thieulain), entre le 1er juin et le 31 décembre 2000. Publication au Moniteur belge en application de l’article 490 du Code pénal.

abus de confiance. Faits commis à Marcinelle, entre le 26 décembre 1995 et le 29 juillet 2004 (IC). Pour extrait conforme délivré au Ministère public, pour insertion le 15 janvier 2006. Cette décision qui n’a frappée d’aucun recours, est coulée en force de chose jugée. Charleroi, le 25 janvier 2006. Le greffier, (signé) B. Leclercq.

15547

(8349)

Du jugement contradictoire rendu par la dixième chambre correctionnelle du tribunal de première instance de Charleroi le 7 décembre 2005, il appert que le nommé :

Y a-t-il constitution de partie civile en la cause ? Oui. Pour extrait conforme délivré à la requête du Ministère public. Le greffier assumé, (signé) E. Vandennieuwembrouck. Le présent jugement est passé en force de chose jugée. Tournai, le 23 février 2006. Le greffier chef de service, (signature illisible).

(8351)

Bekendmaking gedaan overeenkomstig artikel 488bis e, § 1 van het Burgerlijk Wetboek Publication faite en exécution de l’article 488bis e, § 1er du Code civil

Sprio, Raymond, né à Aiseau le 13 avril 1958, garagiste, domicilié à 6200 Châtelet, rue des Sablières 252; a été condamné à une peine unique de un an d’emprisonnement principal avec sursis simple de trois ans et 500 euros d’amende × 5 soit 2.500 euros ou un mois d’emprisonnement subsidiaire avec sursis simple de trois ans : du chef de :

Aanstelling voorlopig bewindvoerder Désignation d’administrateur provisoire

Vredegerecht van het eerste kanton Aalst

étant dirigeant de droit ou de fait de sociétés commerciales en état de faillite, avec intention frauduleuse ou à dessein de nuire, avoir détourné ou dissimulé une partie de l’actif; étant dirigeant de droit ou de fait de sociétés commerciales en état de faillite, dans l’intention de retarder la déclaration de faillite omis de faire aveu de celle-ci dans le délai légal; comptes annuels - non soumission à l’assemblée générale;

Bij beschikking van Mevr. de vrederechter van het eerste kanton Aalst, d.d. 7 maart 2006, verklaart Bostoen, Anna Maria, geboren te Kortrijk op 20 april 1926, wonende te 9300 Aalst, Sint Janstraat 17, verblijvende in het Rustoord Sint-Job, te 9300 Aalst, Marktweg 20, niet in staat zelf haar goederen te beheren. Voegt toe als voorlopig bewindvoerder : Mevr. De Smet, Viviane, wonende te 3053XR Rotterdam (Nederland), Gentiaanstraat 50, met woonstkeuze te 9300 Aalst, Sint-Jansstraat 17.

comptes annuels - dépôt tardif; détournement d’objets saisis - par le saisi. Faits commis à Charleroi, entre le 30 juin et le 22 octobre 2002 (IC). Pour extrait conforme délivré au Ministère public, pour insertion le 2 janvier 2006.

Aalst, 7 maart 2006. De griffier : (get.) Luc Renneboog.

(62665)

Cette décision qui n’a été frappée d’un recours, est coulée en force de chose jugée. Charleroi, le 17 janvier 2006. Le greffier, (signé) Ch. Nicolas.

(8350)

Tribunal de première instance de Tournai Par jugement du tribunal de première instance, séant à Tournai (section correctionnelle), rendu contradictoirement le 25 janvier 2006;

Bij vonnis van 7 maart 2006 van Mevr. de vrederechter van het eerste kanton Aalst, verklaart De Moor, Nadine, geboren te Aalst op 27 december 1957, wonende te 9300 Aalst, Volksverheffingstraat 9, verblijvende te 9300 Aalst, Molendreef 61, niet in staat zelf haar goederen te beheren. Voegt toe als voorlopig bewindvoerder : Mevr. De Moor, Jenny, geboren te Aalst op 23 september 1961, wonende te 9300 Aalst, Biekorfstraat 98. Aalst, 7 maart 2006. De griffier : (get.) L. Renneboog.

(62666)

Michel, Eric, né à Tournai le 7 décembre 1971, domicilié à 7538 Tournai (Vezon), rue Général Leman 16; a été condamné :

Vredegerecht van het tweede kanton Aalst

avec sursis simple de trois à l’exécution de la condamnation à la peine d’emprisonnement;

- avoir omis de faire l’aveu de la faillite dans le mois de la cessation des paiements;

Bij vonnis van de vrederechter van het tweede kanton Aalst, verleend op 1 maart 2006, werd Blommaert, Alice, geboren te Lede op 21 februari 1915, verblijvende te Herdersem, Alfons De Cockstraat 12A, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Duquet, Willy, wonende te Erpe-Mere, Honegemstraat 41.

- avec une intention frauduleuse ou à dessein de nuire, avoir détourné ou dissimulé une partie de l’actif;

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Myriam Haegeman. (62667)

à huit mois d’emprisonnement du chef de : étant commerçant en état de faillite ou dirigeant de droit ou de fait :

15548

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Vredegerecht van het tweede kanton Antwerpen

Vredegerecht van het kanton Diest

Bij vonnis van de vrederechter van het tweede kanton Antwerpen, verleend op 28 februari 2006, werd volgende beslissing uitgesproken :

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Diest, d.d. 27 februari 2006, werd de heer Timmermans, Alfons Emiel, gepensioneerd boswachter, geboren te Molenbeek-Wersbeek op 4 februari 1925, wonende te 3461 Bekkevoort (Molenbeek-Wersbeek), Halensebaan 50, niet in staat verklaard zelf zijn goederen te beheren en werd hem toegevoegd als voorlopige bewindvoerder : Mr. Annita Reynders, advocaat, kantoorhoudende te 3290 Diest, Statiestraat 11-13.

Verklaart : Raynaud, Elisabeth, geboren te Merchtem op 2 februari 1924, wonende te 2000 Antwerpen, Fourmentstraat 15, thans verblijvende in ACZA Campus St-Elisabeth, Leopoldstraat 26, te 2000 Antwerpen, niet in staat zelf haar goederen te beheren. Voegt toe als voorlopige bewindvoerder : De Schryver, Yves, advocaat, kantoorhoudende aan de Peter Benoitstraat 32, te 2018 Antwerpen. Voegt toe als vertrouwenspersoon : Z.E. Inghels, Marie Louise Leonie, wonende te 2060 Antwerpen, Lange Kongostraat 41. Antwerpen, 8 maart 2006. Voor eensluidend uittreksel : de eerstaanwezend adjunct-griffier, (get.) Christiane Van Deuren. (62668)

Vredegerecht van het zesde kanton Antwerpen

Diest (Kaggevinne), 8 maart 2006. De hoofdgriffier : (get.) Beeten, Albert.

(62672)

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Diest, d.d. 27 februari 2006, werd Mevr. Verboven, Linde, geboren te Beringen op 6 mei 1981, gedomicilieerd te 3460 Bekkevoort, Provinciebaan 4, verblijvende in de Psychiatrische Kliniek Sint-Annendael, Vestenstraat 1, te 3290 Diest, niet in staat verklaard zelf haar goederen te beheren en werd haar toegevoegd als voorlopige bewindvoerder : Mr. Annita Reynders, advocaat, kantoorhoudende te 3290 Diest, Statiestraat 11-13. Diest (Kaggevinne), 8 maart 2006. De hoofdgriffier : (get.) Beeten, Albert.

Bij beschikking van de vrederechter zesde kanton Antwerpen, verleend op 1 maart 2006, werd De Bie, Jan, geboren te Antwerpen op 25 mei 1942, wonende te 2018 Antwerpen, Lange Leemstraat 145 b 14, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Luyten, Natalie, advocaat, kantoorhoudende te 2640 Mortsel, Mechelsesteenweg 115/2. Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 6 februari 2006. Antwerpen, 1 maart 2006. Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) Etelka Cornelis. (62669)

Bij beschikking van de vrederechter zesde kanton Antwerpen, verleend op 27 februari 2006, werd Marien, Joanna, geboren te Lommel op 26 oktober 1923, wonende te 2018 Antwerpen, Van Schoonbekestraat 54, in het RVT Lozanahof, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Luyten, Natalie, advocaat, kantoorhoudende te 2640 Mortsel, Mechelsesteenweg 115/2.

(62673)

Vredegerecht van het vijfde kanton Gent

Bij vonnis van de vrederechter van het vijfde kanton Gent, verleend op 7 maart 2006, werd Poep, Jozef, geboren te Aalst op 19 september 1962, zonder beroep, wonende te 9000 Gent, Forelstraat 101D, met voorstel tot ambtshalve schrapping op 27 december 2005, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Heymans, Marleen, advocaat, wonende te 9000 Gent, Gebroeders Vandeveldestraat 99. Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 22 februari 2006. Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) De Mil, Ina. (62674)

Vredegerecht van het eerste kanton Hasselt

Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 2 februari 2006. Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) Etelka Cornelis. (62670)

Bij vonnis van de vrederechter van het eerste kanton Hasselt, van 6 maart 2006, wordt over Darcis, Odette Josee, geboren te Hasselt op 13 maart 1941, wonende te 3500 Hasselt, Boomkensstraat 89, verblijvende te 3500 Hasselt, Virga Jesseziekenhuis, Stadsomvaart 11, aangesteld als voorlopige bewindvoerder : Cleeren, Anouk, advocaat te 3500 Hasselt, Guffenslaan 72.

Vredegerecht van het kanton Bilzen

Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) Baeyens, Veronique. (62675)

Antwerpen, 1 maart 2006.

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Bilzen, verleend op 3 maart 2006, werd Biesmans, Maria, geboren te Hoeselt op 2 juni 1924, wonende te 3600 Genk, Sledderloweg 91A, opgenomen in de instelling Medisch Centrum St-Jozef, Abdijstraat 2, te 3740 Bilzen, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Eycken, Marc, advocaat, kantoorhoudende te 3740 Bilzen, Maastrichterstraat 32, bus 1. Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 20 februari 2006. Bilzen, 3 maart 2006. Voor eensluidend uittreksel : de eerstaanwezend adjunct-griffier, (get.) Monique Dupont. (62671)

Vredegerecht van het kanton Izegem

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Izegem, verleend op 1 maart 2006, werd Verholle, Frans, geboren te Tielt op 19 juni 1943, wonende te 1853 Strombeek-Bever, Begonialaan 27, aangewezen als voorlopig bewindvoerder over de goederen van Landuyt, Mariette, geboren te Meulebeke op 2 juli 1917, wonende en verblijvende in het rusthuis Sint-Vincentius, Bonestraat 17, te 8760 Meulebeke. Izegem, 7 maart 2006. De griffier : (get.) Duthoo, Freddy.

(62676)

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Vredegerecht van het kanton Oudenaarde-Kruishoutem, zetel Oudenaarde

Beschikking d.d. 7 maart 2006, verklaart Leon Rogge, geboren te Oudenaarde op 14 december 1922, gedomicilieerd te 9700 Oudenaarde, Vlaanderenstraat 3, doch momenteel verblijvende A.Z. Oudenaarde, Minderbroederstraat 3, 9700 Oudenaarde, niet in staat zelf zijn goederen te beheren. Voegt toe als voorlopig bewindvoerder : Philippe Vande Weghe, Einestraat 22, 9700 Oudenaarde.

15549

Justice de paix du canton de Boussu

Suite à la requête déposée le 27 février 2006, par ordonnance du juge de paix du canton de Boussu rendue le 1er mars 2006, Delmotte, JeanMarie, né à Erbisœul le 15 juillet 1951, domicilié à 7800 Ath, rue de l’Industrie 9, se trouvant actuellement à 7300 Boussu, C.H.R. - clinique Saint-Joseph, hôpital de Warquignies, rue des Chauffours 27, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Delmotte, Carole, domiciliée à 7011 Ghlin, rue des Edelweiss 2. Pour extrait conforme : le greffier adjoint délégué, (signé) Doyen, Hélène. (62681)

Oudenaarde, 7 maart 2006. De eerstaanwezend adjunct-griffier : (get.) Baguet, Filip.

(62677) Justice de paix du troisième canton de Bruxelles

Vredegerecht van het kanton Overijse-Zaventem, zetel Zaventem

Bij beschikking van Mevr. de vrederechter van het kanton OverijseZaventem, zetel Zaventem, verleend op 8 maart 2006, werd Bodengien, Luc, geboren te Watermaal-Bosvoorde op 14 augustus 1960, wonende te 1930 Zaventem, Voorzorgsstraat 21, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Bodengien, Jean Claude, arbeider, wonende te 1820 Perk, Tervuursesteenweg 153. Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 20 februari 2006. Zaventem, 8 maart 2006. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Egerickx, Marcel. (62678)

Par ordonnance du juge de paix du troisième canton de Bruxelles du 9 février 2006, Pirard, Victorine, née à Uccle le 25 juin 1934, domiciliée à 1030 Bruxelles, boulevard Léopold III 19/43, résidant à l’établissement Institut Pacheco, rue du Grand Hospice 7, à 1000 Bruxelles, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Vandenplas, Félix, domicilié à 1140 Bruxelles, avenue des Anciens Combattants 95/52. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Freddy Bonnewijn. (62682)

Par ordonnance du juge de paix du troisième canton de Bruxelles du 9 février 2006, Putseys, Jacques, né à Etterbeek le 15 juillet 1952, domicilié à 1040 Bruxelles, rue de l’Orient 68, résidant à l’établissement institut Pacheco, rue du Grand Hospice 7, à 1000 Bruxelles, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Putseys, Pascal, domicilié à 1060 Bruxelles, rue Saint-Bernard 59. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Freddy Bonnewijn. (62683)

Justice de paix du canton d’Auderghem Justice de paix du canton de Forest Par ordonnance du juge de paix du canton d’Auderghem du 24 février 2006, M. Muller, Alexis, né le 23 décembre 1967 à Munich (R.F.A.), domicilié et résidant avenue du Paepedelle 26, bte 13, à 1160 Auderghem, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’une administrateur provisoire de ses biens, étant : M. Muller, Frédéric, domicilié à 5081 Meux, rue du Chainia 34. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Van Laer, Michel. (62679)

Par ordonnance du juge de paix du canton de Forest en date du 2 mars 2006, sur requête déposée le 2 février 2006, Chabot, Andrée Emerence Marcelle, née à Ixelles le 2 août 1926, domiciliée à 1190 Forest, avenue Everard 56/2G, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire, étant : Wauters, Sébastien, domicilié à 4900 Spa, rue du Jeu de Paume 2. Pour extrait certifié conforme : le greffier en chef, (signé) Paul Van Herzeele. (62684)

Justice de paix du canton de Beaumont-Chimay-Merbes-le-Château, siège de Beaumont

Justice de paix du canton de Herstal

Le juge de paix du canton de Beaumont-Chimay-Merbes-le-Château, siège de Beaumont, par ordonnance du 28 février 2006, a dit pour droit que Mme Bethencourt, Lucienne Lydie, veuve de Souris, Albert, née le 14 juillet 1917 à Chonville (France), domiciliée chaussée de Chimay 1, à 6500 Beaumont, est totalement hors d’état de gérer ses biens et lui a désigné en qualité d’administrateur provisoire de ses biens, Me Cuvelier, Philippe, avocat à 6530 Thuin, place Albert Ier 6.

Par ordonnance du juge de paix du canton de Herstal du 24 février 2006, la nommée Dechesne, Sophie, née à Wegnez le 20 février 1920, domiciliée et résidant à 4040 Herstal, Home Louis Demeuse, rue L. Demeuse 178, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Deliege, Danielle, domiciliée à 4680 Oupeye, rue André Renard 3/14.

Pour extrait conforme : Le greffier adjoint principal, (signé) Nicole Kustermans. (62680)

Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Depas, Marie-Paule. (62685)

15550


Par ordonnance du juge de paix du canton de Herstal du 22 février 2006, le nommé Paulus, Georges, né le 20 juin 1917 à Visé, domicilié à 4600 Visé, rue du Collège 13, et résidant à 4040 Herstal, au Doux Séjour, avenue de la Cité Wauters 71, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Paulus, Guy, assistant social, domicilié à 4600 Visé, allée des Paquerettes 7.

Par ordonnance du juge de paix du second canton de Tournai rendue le 6 mars 2006, M. Caucheteux, Léon, né le 27 avril 1934 à Hollain, retraité, domicilié à 7620 Brunehaut (Hollain), rue de Tournai 77, résidant au C.H.R.T., site la Dorcas, boulevard du Roi Albert 1, à 7500 Tournai, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de M. Caucheteux, Pierre, domicilié à 7540 Tournai (Kain), clos de l’Epinette 92.

Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) M.-P. Depas. (62686)

Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Danielle Delbart. (62691)

Justice de paix du second canton de Namur

Par ordonnance du juge de paix du second canton de Namur en date du 7 mars 2006, la nommée Dufourny, Arlette, née à Châtelineau le 10 septembre 1925, domiciliée et résidant à 5170 Lesve, rue Gilet Ville 37, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire, étant : Mme Fabienne Jennar, domiciliée à 5170 Lesve, rue Gilet Ville 37.

Par ordonnance du juge de paix du second canton de Tournai rendue le 6 mars 2006, M. Dehaudt, Auguste, né le 3 février 1958 à Avions-Pas de Calais, domicilié à 7520 Tournai (Templeuve), rue aux Pois 97, résidant au C.H.P. « Les Marronniers », pavillon « Les Pins », rue des Fougères 35, à 7500 Tournai, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Me Poncin, Corinne, avocate, dont le cabinet est établi à 7500 Tournai, rue Barre Saint-Brice 21. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Danielle Delbart. (62692)

Pour extrait certifié conforme : le greffier en chef, (signé) Annie Gregoire. (62687)

Justice de paix du canton de Péruwelz-Leuze-en-Hainaut, siège de Leuze-en-Hainaut

Par ordonnance de M. le juge de paix du canton de Péruwelz-Leuzeen-Hainaut, siège de Leuze-en-Hainaut, rendue le 6 mars 2006, M. Didier Pierre Ghislain Probe, né à Tournai le 12 août 1966, peintre, domicilié à 7900 Leuze-en-Hainaut, chemin du Vieux Pont 55, mais résidant actuellement à l’hôpital psychiatrique Saint-Jean de Dieu, avenue de Loudun 126, à 7900 Leuze-en-Hainaut, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Me Emmanuël Gilliaux, avocat, dont le cabinet est sis à 7900 Leuze-en-Hainaut, avenue de la Libération 48. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Delbecq, JeanClaude. (62688)

Justice de paix du premier canton de Schaerbeek

Par ordonnance du juge de paix du premier canton de Schaerbeek en date du 22 février 2006, la nommée Henry, Irma, née à Villers-devantOrval le 24 avril 1917, domiciliée à 1030 Schaerbeek, rue des Coteaux 297, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire, étant : Maistriau, Philippe, avocat, dont le cabinet est établi à 1030 Schaerbeek, avenue Paul Deschanel 120/3. Pour copie conforme : le greffier en chef, (signé) Geert Hellinckx. (62689)

Par ordonnance du juge de paix du second canton de Tournai rendue le 6 mars 2006, M. Lefebvre, Claude, né le 8 juillet 1941 à GaurainRamecroix, domicilié à 7500 Tournai, chaussée d’Antoing 20, résidant au C.H.P. « Les Marronniers », pavillon « Les Eglantiers », rue des Fougères 35, à 7500 Tournai, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Me Poncin, Corinne, avocate, dont le cabinet est établi à 7500 Tournai, rue Barre Saint-Brice 21. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Danielle Delbart. (62693)

Par ordonnance du juge de paix du second canton de Tournai rendue le 6 mars 2006, Mlle Moins, Rose-Marie, née le 1er juin 1985 à Mouscron, domiciliée à 7540 Tournai (Kain), chaussée d’Audenarde 224, résidant au C.H.P. « Les Marronniers », pavillon « Les Kiwis », rue des Fougères 35, à 7500 Tournai, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Vloebergs, Martine, avocat, dont le cabinet est établi à 7500 Tournai, rue de la Justice 5. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Danielle Delbart. (62694)

Par ordonnance du juge de paix du second canton de Tournai rendue le 6 mars 2006, M. Wilfart, Gérard, né le 7 mai 1938 à Blandain, domicilié à 7760 Celles-lez-Tournai (Molenbaix), place de Molenbaix 38, résidant au C.H.P. « Les Marronniers », pavillon « Les Eglantiers », rue des Fougères 35, à 7500 Tournai, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Me Poncin, Corinne, avocate, dont le cabinet est établi à 7500 Tournai, rue Barre Saint-Brice 21. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Danielle Delbart. (62695)

Justice de paix du second canton de Tournai Justice de paix du canton de Visé Par ordonnance du juge de paix du second canton de Tournai rendue le 6 mars 2006, M. Beghin, Alfred Henri, né le 18 janvier 1931 à Tournai, domicilié à 7500 Tournai, rue Mullier 52, résidant C.H.R.T., site hôpital, HG7, chambre 2703, boulevard Lalaing 39, à 7500 Tournai, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Me Pochart, Jean-Philippe, avocat, dont les bureaux sont établis à 7500 Tournai, rue Childéric 47.

Par ordonnance du juge de paix du canton de Visé rendue le 2 mars 2006, sur requête déposée le 17 février 2006, Mlle Priscilla Contino, née à Hermalle-sous-Argenteau le 21 octobre 1985, domiciliée rue des Ecoles 70, à 4600 Visé, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de M. Philippe Bessems, domicilié rue des Ecoles 70, à 4600 Visé.

Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Danielle Delbart. (62690)

Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) Darcis, MarieNoëlle. (62696)

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Justice de paix du premier canton de Wavre

Suite à la requête déposée le 20 février 2006, par ordonnance du juge de paix du premier canton de Wavre rendue le 1er mars 2006, Patinet, Yvonne, née à Biesmerée le 7 septembre 1913, domiciliée à 1300 Wavre, chaussée de Bruxelles 62, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Gustin, Yvonne, domiciliée à 1300 Wavre, chemin de Louvranges 82. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Smekens, Viviane. (62697)

15551

Dangis, Anne, geboren te Vilvoorde op 28 augustus 1921, gedomicilieerd Fred. Lintsstraat 33, 3000 Leuven, opgenomen PGC Vlamingenstraat 3, 3000 Leuven, verblijvend in rechte krachtens art. 488bis k) B.W. bij zijn voorlopige bewindvoerder, met ingang van 18 december 2002 ontslagen van de opdracht, gezien de beschermde persoon overleden is te Leuven op 18 december 2002. Leuven, 7 maart 2006. De griffier : (get.) Verbist, Veronique.

(62701)

Vredegerecht van het kanton Ronse Mainlevée d’administration provisoire Opheffing voorlopig bewind

De vrederechter van het kanton Ronse verleent op 7 maart 2006, de volgende beschikking :

Vredegerecht van het kanton Brasschaat

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Brasschaat, verleend op 8 maart 2006, werd een einde gesteld aan het voorlopig bewind van Mevr. Van Temsche, Diane, geboren te Brasschaat op 2 november 1950, O.C.M.W.-wasster, wonende te 2930 Brasschaat, Het Innemen 24, over de goederen van wijlen Mevr. Van Wijk, Johanna, geboren te Wouw (Nederland) op 9 augustus 1929, wonende te 2930 Brasschaat, Prins Kavellei 56, doch verblijvende te 2930 Brasschaat, Het Innemen 24, en overleden op 29 juni 2005. Brasschaat, 8 maart 2006. De hoofdgriffier : (get.) Ooms-Schrijvers, Maria.

Ronse, 7 maart 2006. Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) B. De Vriese. (62702)

(62698)

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Brasschaat, verleend op 8 maart 2006, werd een einde gesteld aan het voorlopig bewind van Mevr. Sacca, Angela, geboren te Messina (Italië) op 25 februari 1934, vennootschapsbeheerster, wonende te 2018 Antwerpen, Van Eycklei 4, over de goederen van wijlen de heer Dierckxsens, Francis Hildebert Rudolf Maria, geboren te Essen op 1 januari 1928, gedomicilieerd te 2018 Antwerpen, Van Eycklei 4, voorheen verblijvende in R.V.T. De Mick, Papestraat 30, te 2930 Brasschaat, laatst verblijvende te 1000 Brussel, Jean-Baptiste Depairelaan 11/45, en overleden op 7 februari 2006. Brasschaat, 8 maart 2006. De hoofdgriffier : (get.) Ooms-Schrijvers, Maria.

Verklaart Mr. Baudouin Piessevaux, advocaat, kantoorhoudende te 9600 Ronse, O. Decrolylaan 31, aangewezen bij beschikking van de vrederechter van het kanton Ronse, d.d. 8 november 2000 tot voorlopige bewindvoerder over Lamblin, Bernard, geboren te Ath op 15 december 1958, gedomicilieerd en verblijvende 7830 Silly, rue Wastinelle 19 (Rust- en Verzorgingstehuis « Les Jardins de la Sille »), ontslagen van de opdracht, gezien de beschermde persoon overleden is op 5 februari 2006.

(62699)

Vredegerecht van het kanton Haacht

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Haacht, verleend op 6 maart 2006, werd De Breucker, Els, advocaat met kantoor te 3080 Tervuren, de Robianostraat 4, aangewezen bij vonnis verleend door de vrederechter van het kanton Haacht op 10 mei 2004 (rolnummer 04A177-Rep.R. 832/2004), tot voorlopig bewindvoerder over Nobels, Marie Louise, geboren te Neris-Les-Bains (Frankrijk), op 10 januari 1915, wonende te 3120 Tremelo, Pater Damiaanstraat 39 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 18 mei 2004), met ingang van heden ontslagen van de opdracht, gezien de beschermde persoon overleden is te Tremelo op 29 januari 2006. Haacht, 7 maart 2006. De eerstaanwezend adjunct-griffier : (get.) De Keersmaecker, Marc. (62700)

Justice de paix du canton de Beauraing-Dinant-Gedinne, siège de Beauraing

Par ordonnance rendue le 14 février 2006, le juge de paix du canton de Beauraing-Dinant-Gedinne, siège de Beauraing. A constaté que la mesure d’administration provisoire des biens, prise par son ordonnance du 23 novembre 2003, à l’égard de Mme Giot, Denise, née le 1er juin 1907 à Winenne, retraitée, domiciliée home le « Clairval », rue du Forbo 15, à 5574 Beauraing (Pondrôme), cesse de produire ses effets de plein droit, suite au décès de la personne protégée précitée, survenu à Pondrôme, le 2 février 2006, en conséquence, le mandat de l’administrateur provisoire de Mme Remy, Annie, née le 28 mars 1945 à Winenne, domiciliée quartier de la Brasserie 9, à 5570 Beauraing (Winenne), a pris fin. Pour extrait conforme délivré : le greffier adj. ppal, (signé) Englebert, Joseph. (62703)

Justice de paix du canton de Binche

Par ordonnance de Mme le juge de paix du canton de Binche, en date du 7 mars 2006, il a été mis fin au mandat de Denis, Eric, avocat, domicilié à 6031 Monceau-sur-Sambre, rue de Dorlodot 21, en qualité d’administrateur provisoire de Desruennes, Alberta, née à Iwuy (France) le 29 juillet 1912, résidant de son vivant à 7141 Carnières, home « Notre-Dame », rue Dufonteny 13. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Maryline George. (62704)

Justice de paix du canton de Bruxelles Vredegerecht van het tweede kanton Leuven

Bij beschikking van de vrederechter van het tweede kanton Leuven verleend op 2 maart 2006, werd Timmerman, Koenraad, advocaat, kantoorhoudend Sneppenstraat 58, 3010 Leuven (Kessel-Lo), aangewezen bij beschikking verleend door de vrederechter van het tweede kanton Leuven op 1 januari 1999 tot voorlopig bewindvoerder over

Suite à la requête déposée le 27 février 2006, par ordonnance du juge de paix du canton de Bruxelles, rendue le 7 mars 2006, a été levée la mesure d’administration provisoire prise par ordonnance du 19 février 2002 et publiée au Moniteur belge du 6 mars 2002, à l’égard de Mme Evrard, Anna, domiciliée à 1000 Bruxelles, rue de Dinant 41, mais résidant aux Fondations Réunies, rue des Alexiens 45, 1000 Bruxelles. Cette personne étant décédée le 23 février 2006, il a été mis fin, en

15552


conséquence, à la mission de son administrateur provisoire, à savoir : M. Putzeys, Bruno, avocat, dont les bureaux sont établis à 1180 Bruxelles, avenue Brugmann 311. Pour extrait conforme délivré : le greffier adjoint délégué, (signé) Blanquart, Pascale. (62705)

Justice de paix du canton de troisième canton de Liège

Par ordonnance du juge de paix du troisième canton de Liège du 6 mars 2006, a été levée la mesure d’administration provisoire prise par ordonnance du 9 juillet 2002, et publiée au Moniteur belge du 26 juillet 2002, à l’égard de M. Hamraoui, Nadir, né le 19 août 1975 à Liège, actuellement incarcéré Prison de Namur, 5000 Namur.

Bij beschikking d.d. 23 februari 2006 van de vrederechter van het eerste kanton Aalst, verklaart Arijs, Alain, verblijvende in het Psychiatrisch Ziekenhuis Zoete Nood Gods, Reymeersstraat 13/A, te 9340 Lede, niet in staat zelf zijn goederen te beheren. Maakt op heden een einde aan de opdracht van Mevr. Flieberg, Lutgart, als voorlopig bewindvoerder van de heer Arijs, Alain, verblijvende in het Psychiatrisch Ziekenhuis Zoete Nood Gods, Reymeersstraat 13A, te 9340 Lede. Stelt ter vervanging aan Mr. Ben Roggeman, advocaat te 9400 Ninove, Koepoortstraat 11, met de bevoegdheid zoals bepaald in artikel 488bis 1, paragraaf 1 tot en met 5 B.W. Aalst, 8 maart 2006. De griffier : (get.) Renneboog, Luc.

(62710)

Cette personne n’ayant plus aucun revenu vu son emprisonnement. A été mis fin, en conséquence, à la mission de son administrateur provisoire, Me Herbiet, Jacques, avocat dont les bureaux sont établis avenue Blonden 33, 4000 Liège. Pour extrait conforme délivré : le greffier en chef, (signé) Rossillion, Joseph. (62706)

Par ordonnance du juge de paix du troisième canton de Liège du 6 mars 2006, a été levée la mesure d’administration provisoire prise par ordonnance du 6 novembre 1991, et publiée au Moniteur belge du 26 novembre 1991, à l’égard de M. Nianiot, Alain, né le 15 mars 1970 à Charleroi, établissement de Défense sociale, rue Despars 94, 7500 Tournai.

Vredegerecht van het tweede kanton Aalst

Bij beschikking van de vrederechter van het tweede kanton Aalst, verleend op 7 maart 2006, werd een einde gesteld aan de opdracht van De Muynck, Monique, wonende te 2060 Antwerpen, Stuivenbergstraat 8, als voorlopig bewindvoerder over Van Schoor, Wesley, geboren te Antwerpen op 26 oktober 1981, gedomicilieerd te Aalst, Klaproosstraat 14. De beschermde persoon kreeg als nieuwe voorlopig bewindvoerder toegevoegd : Vermeulen, Benjamin, advocaat, Leopoldlaan 32a, Aalst. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Myriam Haegeman. (62711)

Cette personne n’ayant plus aucun revenu à gérer vu son internement. A été mis fin, en conséquence, à la mission de son administrateur provisoire, Me Herbiet, Jacques, avocat dont les bureaux sont établis avenue Blonden 33, 4000 Liège. Pour extrait conforme délivré : le greffier en chef, (signé) Rossillion, Joseph. (62707)

Par ordonnance du juge de paix du troisième canton de Liège du 6 mars 2006, a été levée la mesure d’administration provisoire prise par ordonnance du 24 mai 2005, et publiée au Moniteur belge du 8 juin 2005, à l’égard de M. Terwagne, Daniel, né le 17 mai 1945, domicilié route de Coo 20A, 4970 Stavelot.

Bij beschikking van de vrederechter van het tweede kanton Aalst, verleend op 8 maart 2006, werd een einde gesteld aan de opdracht van Beeckman, Prosper, wonende te Erembodegem, Dom Modest Van Asschelaan 28, als voorlopig bewindvoerder over Van Haut, Cordula, geboren te Aalst op 16 mei 1939, gedomicilieerd te Erembodegem, Dom Modest Van Asschelaan 28. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Myriam Haegeman. (62712)

Rechtbank van koophandel te Deinze

Cette personne étant redevenue capable de gérer ses biens. A été mis fin, en conséquence, à la mission de son administrateur provisoire, Mme Terwagne, Sandra, employée, domiciliée rue Jean Pauly 136, 4432 Ans. Pour extrait conforme délivré : le greffier en chef, (signé) Rossillion, Joseph. (62708)

Remplacement d’administrateur provisoire Vervanging voorlopig bewindvoerder

Bij beschikking van deze zetel, d.d. 28 februari 2006, werd voornoemde vervangen als voorlopig bewindvoerder door De Grove, Ronny, zaakvoerder, wonende te 9820 Merelbeke, Burgemeester Van Gansberghelaan 19.

Vredegerecht van het eerste kanton Aalst

Bij beschikking van de vrederechter van het eerste kanton Aalst, d.d. 3 maart 2006, verklaart Veeckman, Vicky, wonende te 9400 Denderwindeke, Edingsesteenweg 495, aangewezen als voorlopig bewindvoerder over Van Muylem, Nadine, geboren te Ninove op 10 november 1955, wonende te 9400 Okegem, Prof. Van Vaerenberghstraat 25, verblijvende in het Psychiatrisch Ziekenhuis Zoete Nood Gods, te 9340 Lede, Reymeersstraat 13A, ontslagen van haar opdracht. Voegt toe als nieuwe voorlopige bewindvoerder aan de voornoemde beschermde persoon Van Muylem, Nadine : de heer Ruyssinck, Jo, advocaat te 9340 Lede, Kasteelstraat 44. Aalst, 8 maart 2006. De griffier : (get.) Renneboog, Luc.

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Deinze, verleend op 25 oktober 2004, werd De Grove, René, geboren te Sint-PietersLeeuw op 14 maart 1929, gepensioneerde, wonende te 9820 Merelbeke, Burgemeester Van Gansberghelaan 7, verblijvende R.V.T. De Lichtervelde, De Lichterveldestraat 1, te 9810 Nazareth-Eke, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Coolsaet, Gabrielle, wonende te 9820 Merelbeke, Burgemeester Van Gansberghelaan 7.

(62709)

Deinze, 8 maart 2006. Voor eensluidend uittreksel : de afgevaardigd hoofdgriffier, (get.) Dora Stevens. (62713)

Vredegerecht van het vierde kanton Gent

Bij beschikking van de vrederechter van het vierde kanton Gent, van 28 februari 2006, werd de opdracht van Van Kerrebroek, Raphaëlle, geboren te Merendree op 7 juni 1929, huisvrouw, wonende te 9000 Gent, Leeuwstraat 76, voorlopige bewindvoerder over de Brabander, Roger, geboren te Mariakerke op 7 april 1931, voorheen wonende te 9000 Gent,

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Fratersplein 9, en verblijvend te 9040 Gent (Sint-Amandsberg), Groot Begijnhof 85, en thans wonend te 9041 Gent (Oostakker), Gasthuisstraat 10, hiertoe aangesteld bij beschikking van 16 augustus 1996, beëindigd. Hij kreeg als nieuwe voorlopige bewindvoerder toegevoegd Mr. Robert De Gezelle, advocaat, kantoorhoudend te 9040 Gent (SintAmandsberg), Schoolstraat 3. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Christelle Aper. (62714)

Vredegerecht van het tweede kanton Oostende

15553

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton OverijseZaventem, zetel Overijse, verleend op 7 maart 2006, werd Mr. Antoon Dubois, advocaat, met kantoor te 3090 Overijse, Brusselsesteenweg 426, aangesteld als voorlopige bewindvoerder bij beschikking van het vredegerecht van het kanton Overijse-Zaventem, zetel Overijse, op 9 december 2003, rep. 1099/2003, over Mevr. Lea Tielemans, wonende te 1560 Hoeilaart, Groenendaalsesteenweg 32, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 16 december 2003, blz. 59361, onder nr. 71072, met ingang van 7 maart 2006 ontslagen van zijn opdracht. Voegen toe als nieuwe voorlopige bewindvoerder aan de voornoemde beschermde persoon Mevr. Lea Tielemans : Mr. Ceymeulen, Katrien, advocaat, kantoor te 3090 Overijse, Brusselsesteenweg 426. Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 23 december 2005. Overijse, 8 maart 2006.

Bij beschikking van de vrederechter van het tweede kanton Oostende, verleend op 31 januari 2006, werd Dany Eeckhout, bij beschikking verleend door de vrederechter van het kanton VeurneNieuwpoort, op 17 mei 2001 (rolnummer 01B42 - Rep.R. 618/2001) tot voorlopig bewindvoerder over Carlier, Martine, geboren te Veurne op 27 november 1970, wonende te 8630 Veurne, Noordstraat 136, (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 31 mei 2001, blz. 18150, onder nr. 63846) aangewezen, doch met ingang van heden ontslagen van haar opdracht. Voegt toe als nieuwe voorlopige bewindvoerder aan de voornoemde beschermde persoon Carlier, Martine : Rika Slabbinck, advocaat te 8400 Oostende, Koningstraat 104/8. Oostende, 6 maart 2006. De adjunct-griffier : (get.) Denolf, Conny.

(62715)

Bij beschikking van de vrederechter van het tweede kanton Oostende, verleend op 31 januari 2006, werd Dany Eeckhout, bij beschikking verleend door de vrederechter van het tweede kanton Oostende, op 17 juni 1994 (rolnummer 3177 - Rep.R. 1262/1994) tot voorlopig bewindvoerder over Verburgh, Jean-Marie, geboren op 24 augustus 1960, wonende te 8000 Koolkerke, Over de Vaartbeek 2, (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 30 juni 1994, blz. 17658, onder nr. 5387) aangewezen, doch met ingang van heden ontslagen van haar opdracht. Voegt toe als nieuwe voorlopige bewindvoerder aan de voornoemde beschermde persoon Verburg, Jean-Marie : Rika Slabbinck, advocaat te 8400 Oostende, Koningstraat 104/8. Oostende, 6 maart 2006. De adjunct-griffier : (get.) Denolf, Conny.

(62716)

De griffier : (get.) N. Vandeuren.

(62718)

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton OverijseZaventem, zetel Overijse, verleend op 7 maart 2006, werd Mr. Antoon Dubois, advocaat, met kantoor te 3090 Overijse, Brusselsesteenweg 426, aangesteld als voorlopige bewindvoerder bij beschikking van het vredegerecht van het kanton Overijse-Zaventem, zetel Overijse, op 7 oktober 2003, rep. 883/2003, over de heer Björn Schoonhoven, verblijvende te 3090 Overijse, Sint-Annastraat 102, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 27 oktober 2003, blz. 52177, onder nr. 69338, met ingang van 7 maart 2006 ontslagen van zijn opdracht. Voegen toe als nieuwe voorlopige bewindvoerder aan de voornoemde beschermde persoon Björn Schoonhoven : Mr. Ceymeulen, Katrien, advocaat, kantoor te 3090 Overijse, Brusselsesteenweg 426. Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 23 december 2005. Overijse, 8 maart 2006. De griffier : (get.) N. Vandeuren.

(62719)

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton OverijseZaventem, zetel Overijse, verleend op 7 maart 2006, werd Mr. Antoon Dubois, advocaat, met kantoor te 3090 Overijse, Brusselsesteenweg 426, aangesteld als voorlopige bewindvoerder bij beschikking van het vredegerecht van het kanton Overijse-Zaventem, zetel Overijse, op 13 januari 2004, rep. 101/2004, over de heer Pennie, Albert, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 3 februari 2004, blz. 6443, onder nr. 60868, met ingang van 7 maart 2006 ontslagen van zijn opdracht. Voegen toe als nieuwe voorlopige bewindvoerder aan de voornoemde beschermde persoon Albert Pennie : Mr. Ceymeulen, Katrien, advocaat, kantoor te 3090 Overijse, Brusselsesteenweg 426.

Vredegerecht van het kanton Overijse-Zaventem, zetel Overijse

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton OverijseZaventem, zetel Overijse, verleend op 7 maart 2006, werd Mr. Antoon Dubois, advocaat, met kantoor te 3090 Overijse, Brusselsesteenweg 426, aangesteld als voorlopige bewindvoerder bij beschikking van het vredegerecht van het kanton Overijse-Zaventem, zetel Overijse, op 2 december 2003, rep. 1050/2003, over Mevr. Leonia Rabout, wonende te 3090 Overijse, Waversesteenweg 365, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 16 december 2003, blz. 59363, onder nr. 71089, met ingang van 7 maart 2006 ontslagen van zijn opdracht. Voegen toe als nieuwe voorlopige bewindvoerder aan de voornoemde beschermde persoon Rabout, Leonia : Mr. Ceymeulen, Katrien, advocaat, kantoor te 3090 Overijse, Brusselsesteenweg 426. Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 23 december 2005. Overijse, 8 maart 2006. De griffier : (get.) N. Vandeuren.

(62717)

Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 23 december 2005. Overijse, 8 maart 2006. De griffier : (get.) N. Vandeuren.

(62720)

Vredegerecht van het kanton Sint-Truiden

Beschikking van de vrederechter van het kanton Sint-Truiden, verleend op 7 maart 2006, ontheffen Jenne, Luc, advocaat te 3800 SintTruiden, Beekstraat 9, aangesteld bij beschikking verleend door de vrederechter van het kanton Sint-Truiden op 25 februari 1997, ARV 8357.97 - Rep. 677.97, van zijn opdracht als voorlopige bewindvoerder over Booms, Martin, geboren te Meeuwen op 5 juli 1956, wonende te 3800 Sint-Truiden, Spoorwegstraat 28/101. Stellen aan als nieuwe voorlopige bewindvoerder Biets, Karine, advocaat, te 3890 Gingelom, Regentwijk 64.

15554


Stellen vast dat de opdracht van Mr. Jenne eindigt op de dag van aanvaarding door de nieuwe voorlopige bewindvoerder.

Justice de paix du canton d’Uccle

Sint-Truiden, 7 maart 2006. Voor eensluidend Derwael.

uittreksel :

de

hoofdgriffier,

(get.)

Marina (62721)

Justice de paix du canton de Dour-Colfontaine, siège de Dour

Par ordonnance du juge de paix du canton d’Uccle, en date du 1er mars 2006, il a été mis fin au mandat de Me Moussebois, Martine, avocate, dont le cabinet est sis à 1050 Bruxelles, rue Paul-Emile Janson 11, en sa qualité d’administrateur provisoire des biens de M. Depouille, Dominique, né à Cologne le 25 octobre 1969, domicilié à 4000 Liège 1, quai Saint-Léonard 38/41. Un nouvel administrateur provisoire a été désigné à cette personne protégée, à savoir : Me Collard, Pierre-Yves, avocat, ayant son cabinet à 4101 Jemeppe-sur-Meuse, rue A. de Lexhy 75.

Par ordonnance du juge de paix du canton de Dour-Colfontaine, siège de Dour, rendue le 24 février 2006, il a été mis fin au mandat de Me Cengiz-Bernier, Gülenaz, avocate, dont le cabinet est sis à 7080 Frameries, rue de France 47, en sa qualité d’administrateur provisoire des biens de Mme Wilmart, Marie-Louise, née le 3 janvier 1920 à Dour, domiciliée à 7370 Dour, home « Bon Accueil », rue des Andrieux 180, désignée à cette fonction, par ordonnance du 23 juin 2005, de M. le juge de paix du canton de Boussu, et a été désigné en remplacement M. Capouillez, Jean-Marie, domicilié à 4170 Comblain-au-Pont, Halleux 74. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Breuse, Brigitte. (62722)

Justice de paix du canton de Hamoir

Suite à la requête déposée le 16 février 2006, par ordonnance du juge de paix du canton de Hamoir S/O, rendue le 3 mars 2006, Mme Deleuze, Marie-Thérèse, veuve de Lardot, Yvan, née le 7 mars 1947, domiciliée rue de Logne 46, à 4181 Filot, a été pourvue d’un nouvel administrateur provisoire en la personne de Me Tordeur, Véronique, avocat, dont les bureaux sont sis rue de la Motte 41, à 4500 Huy, en remplacement de Mme Anne Dubois, dont les bureaux sont sis à 4500 Huy, rue Vankeerberghen 7. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Simon, Maryse. (62723)

Pour extrait conforme : le greffier adjoint délégué, (signé) De Weghe, Karin. (62726)

Justice de paix du canton de Virton-Florenville-Etalle, siège de Virton

Par ordonnance du juge de paix du canton de Virton-Florenville-Etalle, siège de Virton, rendue le 17 février 2006, Me Daniel Pirlet, notaire de résidence à Bastogne, rue des Trinitaires 11, a été déchargé de son mandat d’administrateur provisoire des biens de Hirsoux, Arlette, née le 9 mars 1947 à Bastogne, divorcée, domiciliée à Meix-devant-Virton, section Houdrigny, rue des Paquis 44, et a été remplacé par Me Séverine Lefevre, avocat à virton, rue des Combattants 30. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Gonry, Paul. (62727)

Bekendmaking voorgeschreven bij artikel 793 van het Burgerlijk Wetboek Publication prescrite par l’article 793 du Code civil Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving Acceptation sous bénéfice d’inventaire

Suite à la requête déposée le 22 février 2006, par ordonnance du juge de paix du canton de Hamoir S/O, rendue le 3 mars 2006, Mme Laboul, Denise, veuve de Gruslin, Joseph, née le 30 juin 1920 à Ocquier, domiciliée rue Doyard 23, à 4590 Ouffet, résidant Maison de repos & soins « Château d’Ochain », rue du Château 1, à 4560 Clavier, a été pourvue d’un nouvel administrateur provisoire en la personne de Me Tordeur, Véronique, avocat, dont les bureaux sont sis rue de la Motte 41, à 4500 Huy, en remplacement de Mme Anne Dubois, dont les bureaux sont sis rue Vankeerberghen 7, à 4500 Huy.

Suivant acte n° 06-286, déposé au greffe du tribunal de première instance de Liège le 9 mars 2006, Me Ann De Kerpel, avocat, ayant son cabinet à 1860 Meise, Wijnberg 22, agissant en sa qualité d’administrateur provisoire de Mme Doneux, Michèle, désignée par ordonnance du juge de paix du canton de Meise le 15 février 2006, a déclaré en cette qualité, accepter sous bénéfice d’inventaire la succession de M. Doneux, Arnold Jean, né à Andrimont le 24 juin 1915, de son vivant domicilié à Esneux, rue de l’Ourthe 6, et décédé le 31 décembre 2005 à Meise.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Simon, Maryse. (62724)

Les créanciers et les légataires sont invités à faire connaitre, par avis recommandé, leurs droits dans un délai de trois mois à dater de la présente insertion. Cet avis doit être adressé à Me Ann De Kerpel, préqualifiée. L’administrateur provisoire, (signé) Ann De Kerpel.

(8352)

Justice de paix du premier canton de Schaerbeek

Par ordonnance du juge de paix du premier canton de Schaerbeek, en date du 21 février 2006, il a été mis fin au mandat de De Man Mukenge, Thérèse, avocat, dont le cabinet est établi à 1180 Uccle, avenue Brugmann 451, en sa qualité d’administrateur provisoire de Hespeel, Carine, née à Schaerbeek le 15 novembre 1977, domiciliée à 1070 Bruxelles, chaussée de Mons 374. Un nouvel administrateur provisoire a été désigné à cette personne protégée, à savoir : Derveaux, Dominique, avocat, dont le cabinet est établi à 1050 Bruxelles, avenue Louise 109. Pour copie conforme : le greffier en chef, (signé) Geert Hellinckx. (62725)

Suivant acte n° 06-193 passé au greffe du tribunal de première instance de Neufchâteau le 9 mars 2006, Mme Michèle Baijot, clerc de notaire, domiciliée à Bertrix, chemin du Comité 8, agissant en vertu d’une procuration sous seing privé au nom de M. Marcel Louis Valentin Serge Collin, né à Liège le 22 juillet 1956, veuf de Frankard, Anne-Marie, domicilié à Esneux, avenue P. Van Hoegaerden 42, lui-même agissant en qualité d’administrateur légal des biens de son enfant mineur Collin, Catherine Anne Chantal, née à Liège le 7 août 1990, domiciliée avec lui dûment autorisé par ordonnance rendue par M. le juge de paix du canton de Sprimont le 20 février 2006, a déclaré accepter sous bénéfice d’inventaire, la succession de M. Frankard, Léon Lucien Gerard, né à Offagne le 20 août 1926, de son vivant domicilié à Bertrix, rue Docteur Lifrange 18, et décédé à Saint-Ode le 18 avril 2005.

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître, par avis recommandé, leurs droits dans un délai de trois mois à compter de la présente insertion à Me Bernard Champion, notaire à 6880 Bertrix, rue de la Fontinelle 38. Bertrix, le 9 mars 2006. (Signé) Bernard Champion, notaire.

(8353)

Volgens akte, verleden op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Gent, op 2 maart 2006, heeft Hülya Yurtay, te 9000 Gent, Oosteeklostraat 14, volmachtdrager, handelend ingevolge onderhandse volmacht haar verleend door de heer Liu, Wai Sang Leopard, geboren te Kwangtung (Volksrepubliek China) op 4 augustus 1948, wonende te 9830 Sint-Martens-Latem, Maenhoutstraat 39A, handelend in zijn hoedanigheid van ouder en wettelijke voogd van zijn minderjarige, bij hem inwonende dochter, Liu, Emerald Aurelia Laksmi, geboren te Oostende op 23 november 1991, verklaard, handelend in haar gezegde hoedanigheid voor en namens haar voormelde volmachtgever, en deze handelend in zijn gezegde hoedanigheid, voor en namens zijn minderjarig kind, te aanvaarden, onder voorrecht van boedelbeschrijving, de nalatenschap van wijlen haar moeder, Fack, Gaby Nicole, geboren te Albertstad (Zaïre) op 14 oktober 1953, in leven laatst wonende te 9830 Sint-Martens-Latem, Maenhoutstraat 39A, en overleden te Gent op 2 december 2005, volmachtdrager hiertoe gemachtigd zijnde bij beschikking, verleend door de vrederechter van het tweede kanton te Gent, op 10 februari 2006. De schuldeisers en de legatarissen worden verzocht hun rechten te doen kennen binnen de drie maanden, te rekenen vanaf de datum van deze bekendaking in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad, bij aangetekend bericht, gericht aan notaris Yves Tytgat, Zonnestraat 6, te 9000 Gent, alwaar voormelde volmachtgever woonstkeuze heeft gedaan. Voor de verzoekers, (get.) Yves Tytgat, notaris. (8354)

Rechtbank van eerste aanleg te Leuven

Bij akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Leuven, op 9 maart 2006, heeft : 1. Vanderroost, Patrick Joris, Maria, geboren te Mechelen op 21 november 1959, wonende te 3150 Haacht, Houtheide 48A, handelend in eigen naam; tevens handelend als gevolmachtigde voor de dertien hierna vermelde erfgenamen : Mevr. Uytterhoeven, Denise Maria Alphonsina, geboren te Putte op 11 mei 1950, wonende te 2800 Mechelen, Tervuursesteenweg 165 : handelend in haar hoedanigheid van voorlopig bewindvoerder, hiertoe aangesteld bij beschikking, verleend door de vrederechter van het kanton Aarschot, op 17 maart 2005, over de goederen van : 2. Vanderroost, Clementina Maria, geboren te Keerbergen op 15 juli 1925, wonende te 3140 Keerbergen, Dijlestraat 96, doch verblijvende te 3130 Begijnendijk, Liersesteenweg 165/171 (Zorgcentrum De Edelweis), beschermde persoon; 3. Walschaerts, Gustaaf, geboren te Mechelen op 20 april 1925, wonende te 2800 Mechelen, Galgestraat 57, handelend in eigen naam; 4. Vanderroost, Maria Yvonna, geboren te Keerbergen op 26 februari 1921, wonende te 2580 Putte, Kleistraat 12, handelend in eigen naam; 5. Vanderroost, Josephina Maria, geboren te Keerbergen op 9 januari 1928, wonende te 2800 Mechelen, Galgestraat 57, handelend in eigen naam; 6. Vanderroost, Denise Coletta Renée, geboren te Leuven op 3 mei 1956, wonende te Boortmeerbeek, Beringstraat 2, bus 3, handelend in eigen naam; 7. Vanderroost, Monique Maria Marcella, geboren te Leuven op 13 juni 1957, en haar echtgenoot : 8. Claes, Guido Jan Emiel, geboren te Bonheiden op 11 augustus 1955, samenwonende te Boortmeerbeek (Hever), Stationsstraat 88, beiden handelend in eigen naam; 9. Vanderroost, Diane Maria Louise, geboren te Mechelen op 11 augustus 1958, en haar echtgenoot :

15555

10. Vrijdaghs, Rudi Victor Elisa, geboren te Mechelen op 12 november 1958, samenwonende te Boortmeerbeek (Hever), Stationsstraat 86, beiden handelend in eigen naam; 11. Vanderroost, Nicole Paula Florentina, geboren te Mechelen op 2 mei 1961, wonende te 2223 Heist-op-den-Berg, Ommeweg 3, handelend in eigen naam; 12. Vanderroost, Luc, geboren te Mechelen op 11 juni 1962, wonende te 3150 Haacht, Wespelaarsebaan 53, handelend in eigen naam; 13. Vanderroost, Rita, geboren te Mechelen op 11 juni 1962, wonende te 3150 Haacht, Houtheide 48A, handelend in eigen naam; 14. Vanderroost, Vera Simonne Marcella, geboren te Mechelen op 1 april 1966, wonende te 3150 Haacht, Houtheide 48A, handelend in eigen naam, verklaard, onder voorrecht van boedelbeschrijving, de nalatenschap te aanvaarden van wijlen Vanderroost, Alfons René, geboren te Keerbergen op 28 maart 1923, in leven laatst wonende te 3140 Keerbergen, Dijlestraat 96, en overleden te Begijnendijk op 10 september 2004. De schuldeisers en legatarissen worden verzocht binnen de drie maanden, te rekenen van de datum van opneming in het Belgisch Staatsblad , hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen op het kantoor van Mr. Chris Van Edom, notaris te 3191 Boortmeerbeek (Hever), Hoogstraat 56. Leuven, 9 maart 2006. De adjunct-griffier, (get.) K. Grisez.

(8355)

Tribunal de première instance de Bruxelles Déclaration d’acceptation sous bénéfice d’inventaire devant le greffier du tribunal de première instance de Bruxelles, faite le 15 février 2006 : par : Mme Impens, Anne Françoise G.M.P., née à Ixelles le 11 juin 1964, et demeurant à 1040 Etterbeek, avenue Joseph Vandersmissen 39; en qualité de : mandataire en vertu d’une procuration sous seing privé ci-annexée, datée du 30 janvier 2006, et donnée par M. Debroux, Georges Jean Marie Joseph, né à Schaerbeek le 25 novembre 1964, et demeurant à 1040 Etterbeek, avenue Joseph Vandersmissen 39; agissant conjointement avec Mme Impens, Anne, en qualité de parents et détenteurs de l’autorité parentale sur les enfants mineurs : Debroux, Patrick, né à Ixelles le 15 février 1996; Debroux, Cyril, né à Bruxelles le 11 janvier 1999; Debroux, Aymeric, né à Bruxelles le 13 juillet 2001; autorisation : ordonnance du juge de paix du canton d’Etterbeek, en date du 7 février 2006; objet déclaration : acceptation sous bénéfice d’inventaire, à la succession de : Henrion, Edouard Jean Marie, né à Woluwe-Saint-Lambert le 18 juillet 1907, de son vivant domicilié à Woluwe-Saint-Lambert, boulevard Brandt Whitlock 18, bte 27, et décédé le 10 novembre 2005 à Woluwe-Saint-Lambert. Dont acte signé, après lecture. (Signé) Impens, Anne; J. Beeckman, greffier chef de service. (8356)

Tribunal de première instance de Huy L’an 2006, le 27 février, au greffe du tribunal de première instance de Huy, ont comparu : Lambot, Kathy Christiane, née à Huy le 15 février 1971, domiciliée à 4500 Huy, rue du Vieux Pont 26, agissant en sa qualité de mère et représentante légale de son enfant mineur : Content, Arnaud, né à Huy le 3 février 1997, fils du défunt, domicilié avec sa mère, laquelle est autorisée aux fins des présentes, par ordonnance du 12 septembre 2005 du juge de paix du premier canton de Huy, et qui restera annexée au présent acte;

15556


Resimont, Annick Louise Martine, née à Huy le 13 janvier 1966, domiciliée à 4520 Wanze, rue Alphonse Dassenois 5, agissant en sa qualité de mère et représentante légale de son enfant mineur : Content, Benjamin, fils du défunt, né à Liège le 9 octobre 1988, domicilié avec sa mère, laquelle est autorisée aux fins des présentes, par ordonnance du 9 février 2006, du juge de paix du premier canton de Huy, et qui restera annexée au présent acte, lesquelles comparantes ont déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de Content, Bernard Baudouin Albert, né à Saint-Mard le 26 mai 1962, de son vivant domicilié à Amay, rue François Droogmans 1/B, et décédé le 9 juillet 2005 à Amay. Conformément aux prescriptions du dernier alinéa de l’article 793 du Code civil, les comparantes déclarent faire élection de domicile en l’étude de Jacques Battaille, notaire de résidence à Huy, rue Vankeerberghen 35, où les créanciers et légataires sont invités à faire valoir leurs droits, par recommandés, dans les trois mois de la présente insertion. Dont acte signé, lecture faite par les comparantes et le greffier. (Signatures illisibles). (8357)

Tribunal de première instance de Mons Suivant acte dressé au greffe du tribunal de ce siège, le 8 mars 2006 : M. Vanderose, Sébastien Jean Marie, né à Mons le 9 janvier 1979, domicilié à 6762 Virton, rue Léon Colleaux 55 (Saint-Mard), a déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de Vandekerckhove, Jacqueline Marie-Thérèse, née à Bois-d’Haine, le 4 septembre 1956, en son vivant domiciliée à Mons, rue de Houdain 11/4, et décédée le 20 février 2006 à Boussu. Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître, par avis recommandé, leurs droits dans un délai de trois mois à compter de la date de la présente insertion. Cet avis doit être adressé à Me Marcel Bruyère, notaire de résidence à 7100 La Louvière, rue des Combattants 50. Le greffier, chef de service, (signé) Michel Chot. (8358)

Tribunal de première instance de Nivelles Suivant acte dressé au greffe du tribunal de première instance de Nivelles, en date du 6 mars 2006 : M. Huens, Georges André Henri Désiré, de nationalité belge, né à Nivelles le 20 octobre 1948, domicilié à 1400 Nivelles, rue de l’Enseignement 53, a déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de Mme Van Hiel, Berthe Henriette Marie, née à Anderlecht le 7 mars 1914, domiciliée de son vivant à 1460 Ittre, chaussée de Nivelles 3, et décédée à Ittre le 8 décembre 2005. Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits, par avis recommandé, dans les trois mois à compter de la date de la présente insertion à Me François Noé, notaire à 1400 Nivelles, chaussée de Mons 2. Nivelles, le 8 mars 2006. Pour copie conforme de la déclaration : le greffier chef de service, (signé) Lamotte, J.-M. (8359)

Tribunal de première instance de Verviers L’an 2006, le 7 mars, au greffe du tribunal de première instance de Verviers, a comparu : M. Jacob, Jean-Marie Gustave Adrien Joseph, né à Ottignies le 20 juin 1953, veuf de Roderburg, Mathilde, domicilié à Spa, rue de Barisart 150, agissant tant en nom personnel qu’en qualité de père et administrateur légal des biens de son enfant mineur d’âge, à savoir : Jacob, Laurent, né à Verviers le 7 janvier 1991, domicilié avec lui; dûment autorisé aux fins de la présente, par ordonnance de M. le juge de paix du canton de Spa, en date du 21 février 2006, laquelle restera annexée;

lequel comparant a déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de Mme Roderburg, Mathilde Hubertine, née à Eupen le 15 octobre 1957, domiciliée à Verviers, rue Marie-Henriette 119, et décédée à Verviers le 24 août 2005. Dont acte signé, lecture faite, par le comparant et le greffier. (Signé) J.-M. Jacob; M. Solheid. Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits dans un délai de trois mois à compter de la présente insertion, par pli recommandé, à Me Guyot, notaire à la résidence de Spa. Le greffier, (signé) M. Solheid. (8360) Gerechtelijk akkoord − Concordat judiciaire

Tribunal de commerce de Namur

Par jugement du 6 mars 2006, le tribunal de commerce de Namur a approuvé le sursis définitif de la S.A. La Réthorique, dont le siège social est établi rive de Meuse 28, à 5170 Profondeville, inscrite à la BanqueCarrefour des Entreprises sous le numéro 0441.714.838, pour une période de vingt-quatre mois à dater du jour du présent jugement. Namur, le 8 mars 2006. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) A.-P. Dehant.

(8361)

Faillissement − Faillite

Tribunal de commerce de Bruxelles

Le tribunal de commerce de Bruxelles a, par jugement du 1er mars 2006, prononcé le remplacement de Me Alain D’Ieteren, curateur de la faillite de la S.A. Société belge de Sécurité, ayant son siège social à 1040 Bruxelles, avenue de Tervueren 36, numéro d’entreprise 0426.537.803, à sa demande. Désigne comme curateur, Me Jean-Pierre Domont, avocat à 1180 Uccle, place Guy d’Arezzo 18, et Me Sophie Huart, avocat à 1180 Bruxelles, avenue Brugmann 396. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.M. Eylenbosch. (8362)

Rechtbank van koophandel te Brussel

De rechtbank van koophandel te Brussel heeft, bij vonnis van 1 maart 2006, de vervanging uitgesproken van Mr. Alain D’Ieteren, curator in het faillissement van de N.V. Société belge de Sécurité, met maatschappelijke zetel gevestigd te 1040 Brussel, Tervurenlaan 36, ondernemingsnummer 0426.537.803. Stelt aan als curator, Mr. Jean-Pierre Domont, advocaat te 1180 Ukkel, Guy d’Arezzoplein 18, en Mr. Sophie Huart, advocaat te 1180 Brussel, Brugmanlaan 396. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.M. Eylenbosch. (8362)

Rechtbank van koophandel te Dendermonde

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, zesde kamer, d.d. 6 maart 2006, werd het faillissement van Station Construct B.V.B.A., tankstation-carwash (bouw en renovatie), Mallaardstraat 29, 9400 Ninove, ondernemingsnummer 479.443.581, gesloten verklaard bij gebrek aan actief. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard.

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE In toepassing van artikel 74 van de faillissementswet wordt de uitvoering van het voormeld vonnis gedurende een maand geschorst vanaf de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. Identiteit van de persoon die als vereffenaar wordt beschouwd : de heer De Cuyper, Marnix, wonende te 9340 Lede, Essestraat 134. Voor eensluidend uittreksel : de afgevaardigd adjunct-griffier, (get.) S. Van Nuffel. (8363)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, zesde kamer, d.d. 6 maart 2006, werd het faillissement van Say Cheese B.V.B.A., kleinhandel in kaas, Parkstraat 29, 9100 Sint-Niklaas, ondernemingsnummer 478.764.878, gesloten verklaard bij gebrek aan actief. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. In toepassing van artikel 74 van de faillissementswet wordt de uitvoering van het voormeld vonnis gedurende een maand geschorst vanaf de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. Identiteit van de personen die als vereffenaars worden beschouwd : de heer Steven Van Driessche, wonende te 9100 Sint-Niklaas, Plezantstraat 59, en Mevr. Silvia Battaglia, wonende te 9100 Sint-Niklaas, Plezantstraat 59. Voor eensluidend uittreksel : de afgevaardigd adjunct-griffier, (get.) S. Van Nuffel. (8364)

15557

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Kortrijk, vijfde kamer, d.d. 1 maart 2006, werd het faillissement van Stefed B.V.B.A., Kortrijksesteenweg 253, te 8530 Harelbeke, ondernemingsnummer 0478.515.054, afgesloten wegens ontoereikend activa. De gefailleerde werd hierbij niet verschoonbaar verklaard. Als vermoedelijke vereffenaar wordt beschouwd : Mevr. Stephanie Kerherve, wonende te 59000 Lille (Frankrijk), rue Jean Jaures 27 F/11. De griffier, (get.) Ch. Busschaert. (Pro deo) (8367)

Rechtbank van koophandel te Leuven

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Leuven, d.d. 7 maart 2006, werd Van Kuyk, Patrick, geboren te Neerpelt op 20 maart 1971, wonende te 3000 Leuven, Hoegaardsestraat 121, en met als activiteiten : goederentransport, ondernemingsnummer 0708.809.385, in staat van faillissement verklaard. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter Faill. W. Curatoren : Mr. M. Dewael en Mr. K. Vanstipelen, advocaten te 3400 Landen, Stationsstraat 108A. Rechter-commissaris : J. Boon. Staking der betalingen : 6 maart 2006. Indienen der schuldvorderingen : tot en met 31 maart 2006, ter griffie dezer rechtbank.

Rechtbank van koophandel te Kortrijk

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Kortrijk, vijfde kamer, d.d. 8 maart 2006, werd, op bekentenis, failliet verklaard : Devulder, Michael Eddy R., geboren op 1 maart 1981, Kweekstraat 78, te 8560 Wevelgem, ondernemingsnummer 0860.875.988, schrijnwerk van hout of van kunststof; vervaardiging van artikelen van hout, van houten emballage, van metalen ramen, deuren, wanden en dergelijke; vervaardiging van meubels. Rechter-commissaris : Vervaeke, Mark. Curator : Mr. Montagne, plein 5, B2, 8500 Kortrijk.

Laurence,

President

Roosevelt-

Datum der staking van betaling : 24 februari 2006.

Nazicht der schuldvorderingen : 3 mei 2006, te 9 u. 30 m., zaal A, rechtbank van koophandel, gerechtsgebouw II, Beheerstraat 41, 8500 Kortrijk. Belangrijk bericht aan de belanghebbenden : om in voorkomend geval te kunnen genieten van de bevrijding waarvan sprake is in artikel 73 of in artikel 80 van de faillissementswet, moeten de natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde, ter griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring neerleggen die hun identiteit, hun beroep en hun woonplaats vermeld en waarin zij bevestigen dat hun verbintenis niet in verhouding met hun inkomsten en hun patrimonium is, en waarbij de stukken zijn gevoegd zoals bepaald is in artikel 72ter van de faillissementswet. (8365)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Kortrijk, vijfde kamer, d.d. 1 maart 2006, werd het faillissement van Van Acker Joseph B.V.B.A., Wullaerstraat 3, te 8720 Wakken, ondernemingsnummer 0435.265.229, afgesloten wegens ontoereikend activa. De gefailleerde werd hierbij niet verschoonbaar verklaard. Als vermoedelijke vereffenaar wordt beschouwd : de heer Serge Verzelen, voorheen wonende te 9870 Zulte, Staatsbaan 239, thans zonder gekende woon- of verblijfplaats. De griffier, (get.) Ch. Busschaert.

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Leuven, d.d. 7 maart 2006, werd B.V.B.A. Kameleon, met zetel te 3000 Leuven, Parijsstraat 11, en met als activiteiten : kleinhandel in kinderkleding, ondernemingsnummer 0446.479.815, in staat van faillissement verklaard. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter Faill. W. Curatoren : Mr. M. Dewael en Mr. K. Vanstipelen, advocaten te 3400 Landen, Stationsstraat 108A.

Indienen der schuldvorderingen ter griffie vóór 5 april 2006.

De griffier, (get.) Ch. Busschaert.

Uiterste datum voor neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen : 11 april 2006. De hoofdgriffier, (get.) M. Plevoets. (8368)

(8366)

Rechter-commissaris : J. Boon. Staking der betalingen : 6 maart 2006. Indienen der schuldvorderingen : tot en met 31 maart 2006, ter griffie dezer rechtbank. Uiterste datum voor neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen : 11 april 2006. De hoofdgriffier, (get.) M. Plevoets. (8369)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Leuven, d.d. 8 maart 2006, werd B.V.B.A. Artescriptum, met zetel te 3200 Aarschot, Brouwerijstraat 5, en met als activiteiten : vertaaldienst, ondernemingsnummer 0435.505.254, in staat van faillissement verklaard. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter Faill. W. Curatoren : Mr. M. Dewael en Mr. K. Vanstipelen, advocaten te 3400 Landen, Stationsstraat 108A. Rechter-commissaris : J. Boon. Staking der betalingen : 8 maart 2006. Indienen der schuldvorderingen : tot en met 31 maart 2006, ter griffie dezer rechtbank.

15558


Uiterste datum voor neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen : 11 april 2006. De hoofdgriffier, (get.) M. Plevoets.

(8370)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Tongeren, van 9 maart 2006, werd het faillissement, uitgesproken in datum van 19 juni 2000, op naam van Eerlings, Stefan, geboren op 20 februari 1971, te 3950 Bocholt, Kerkplein 12, RPR/ondernemingsnummer 0705.681.631, gesloten verklaard, bij gebrek aan actief. De gefailleerde werd verschoonbaar verklaard. De rechtbank heeft voor recht gezegd dat de vennootschap ontbonden is en vereffend wordt, dat de vereffening gesloten is, en dat overeenkomstig artikel 185 Venn.W. als vereffenaar wordt beschouwd : Eerlings, Stefan, Hoogstraat 24/1, te 3960 Bree.

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Tongeren, van 9 maart 2006, werd het faillissement, uitgesproken in datum van 22 mei 2000, op naam van Midest Benelux N.V., te 3600 Genk, Slingerweg 60, RPR/ondernemingsnummer 0460.870.952, gesloten verklaard, bij vereffening. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. De rechtbank heeft voor recht gezegd dat de vennootschap ontbonden is en vereffend wordt, dat de vereffening gesloten is, en dat overeenkomstig artikel 185 Venn.W. als vereffenaar wordt beschouwd : Hana, Reynout, te 3770 Riemst, Krijtstraat 27. Dossiernummer 3513. Voor eensluidend uittreksel : (get.) W. Meurmans, eerstaanwezend adjunct-griffier. (8375)

Tribunal de commerce de Liège

Dossiernummer 3525. Voor eensluidend uittreksel : (get.) W. Meurmans, eerstaanwezend adjunct-griffier. (8371)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Tongeren, van 9 maart 2006, werd het faillissement, uitgesproken in datum van 24 oktober 2005, op naam van B.V.B.A. La Donna, te 3700 Tongeren, Verenigde Natiënlaan 5, RPR/ondernemingsnummer 0466.261.380, gesloten verklaard, bij gebrek aan actief. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. De rechtbank heeft voor recht gezegd dat de vennootschap ontbonden is en vereffend wordt, dat de vereffening gesloten is, en dat overeenkomstig artikel 185 Venn.W. als vereffenaar wordt beschouwd : Onckelinx, Cindy, te 3700 Tongeren, Tongershuisstraat 57. Dossiernummer 4551.

Par jugement du 8 mars 2006, le tribunal de commerce de Liège a prononcé, sur aveu, la faillite de la S.P.R.L. La Palette d’Art, établie et ayant son siège social à 4000 Liège, rue de l’Université 45, pour les activités suivantes « fabrication et vente d’encadrements », inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0419.363.068. Curateurs : Me Pierre Cavenaile, avocat à 4000 Liège, place du Haut Pré 10, et Me Christine Bruls, avocat à 4000 Liège, rue Saint-Laurent 64. Juge-commissaire : M. Philippe Hault. Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunal de commerce de Liège, à 4000 Liège, ilôt Saint-Michel, rue Joffre 12, endéans les trente jours du jugement déclaratif de faillite. Le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances est fixé au mercredi 19 avril 2006. Pour extrait conforme : le greffier chef de service, (signé) Josette Tits. (8376)

Voor eensluidend uittreksel : (get.) W. Meurmans, eerstaanwezend adjunct-griffier. (8372)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Tongeren, van 9 maart 2006, werd het faillissement, uitgesproken in datum van 23 augustus 2004, op naam van Marlex B.V.B.A., te 3700 Tongeren, Binnenveldstraat 2, RPR/ondernemingsnummer 0473.035.346, gesloten verklaard, bij gebrek aan actief. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. De rechtbank heeft voor recht gezegd dat de vennootschap ontbonden is en vereffend wordt, dat de vereffening gesloten is, en dat overeenkomstig artikel 185 Venn.W. als vereffenaar wordt beschouwd : Houben, Marcelline, te 3700 Tongeren, Binnenveldstraat 2. Dossiernummer 4323. Voor eensluidend uittreksel : (get.) W. Meurmans, eerstaanwezend adjunct-griffier. (8373)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Tongeren, van 9 maart 2006, werd het faillissement, uitgesproken in datum van 18 september 2000, op naam van Delta B.V.B.A., te 3600 Genk, Winterbeeklaan 41, RPR/ondernemingsnummer 0457.109.530, gesloten verklaard, bij vereffening. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. De rechtbank heeft voor recht gezegd dat de vennootschap ontbonden is en vereffend wordt, dat de vereffening gesloten is, en dat overeenkomstig artikel 185 Venn.W. als vereffenaar wordt beschouwd : Cavalieri Nunzio, te 3600 Genk, Eendensquare 8. Dossiernummer 3577. Voor eensluidend uittreksel : (get.) W. Meurmans, eerstaanwezend adjunct-griffier. (8374)

Par jugement du 8 mars 2006, le tribunal de commerce de Liège a prononcé, sur aveu, la faillite de la S.P.R.L. C.A.P. Wallonie, en abrégé : « C.A.P. », établie et ayant son siège social à 4130 Esneux (Mery), zoning artisanal du Laveu, rue du Laveu 20/8, pour la vente de matériel professionnel pour casernes de pompiers et services d’incendie en industrie, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0478.236.922. Curateurs : Me Frédéric Kerstenne, avocat à 4000 Liège, boulevard d’Avroy 7c, et Me Pierre Ramquet, avocat à 4000 Liège, place Verte 13. Juge-commissaire : M. Jean-Paul Pruvot. Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunal de commerce de Liège, à 4000 Liège, ilôt Saint-Michel, rue Joffre 12, endéans les trente jours du jugement déclaratif de faillite. Le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances est fixé au mercredi 19 avril 2006. Pour extrait conforme : le greffier chef de service, (signé) Josette Tits. (8377)

Par jugement du 8 mars 2006, le tribunal de commerce de Liège a prononcé, sur aveu, la faillite de la S.P.R.L. Comex, établie et ayant son siège social à 4000 Liège, rue Louvrex 3, pour les activités suivantes « nettoyage à sec », sous la dénomination : « Top Net », inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0448.775.349. Curateurs : Me Pierre Cavenaile, avocat à 4000 Liège, place du Haut Pré 10, et Christine Bruls, avocat à 4000 Liège, rue Saint-Laurent 64. Juge-commissaire : M. Pierre Neuray. Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunal de commerce de Liège, à 4000 Liège, ilôt Saint-Michel, rue Joffre 12, endéans les trente jours du jugement déclaratif de faillite.

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances est fixé au mercredi 19 avril 2006. Pour extrait conforme : le greffier chef de service, (signé) Josette Tits. (8378)

Par décision du tribunal de commerce de Liège, du 28 février 2006, la faillite de la S.A. Secura, ayant son siège social à 4432 Alleur, rue G. Reynen 72, inscrite à la B.C.E. sous le numéro 0429.907.760, déclarée par jugement du 28 mai 1999, a été déclarée close et décharge a été donnée au curateur de sa mission. La société a été déclarée inexcusable et le liquidateur est M. Gilbert Jardin, rue du Zoning 42, à 4430 Ans. (Signé) Léon-Pierre Proumen, avocat.

(8379)

Par jugement du 6 mars 2006 a été déclarée ouverte, sur aveu, la faillite de Carstudio S.P.R.L., chaussée de Louvain 371, 1300 Wavre, B.C.E. 0450.139.881; activité : commerce de détail et pose de radios. Juge-commissaire : M. Pietquin, Bernard. Curateur : Me De San, Rodolphe, avocat, à 1330 Rixensart, avenue de Mérode 112. Date limite du dépôt des créances : dans les trente jours de la date de la faillite. Dépôt par la curatelle du premier procès-verbal de vérification des créances au greffe au plus tard le 24 avril 2006. Dit que les personnes physiques, qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire déclaration au greffe, conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : la greffière, (signé) Cl. François.

Par jugement du 28 février 2006, le tribunal de commerce de Liège a déclaré close, par liquidation, la faillite de feu Denise Marchot, ayant fait le commerce sous la dénomination : « Traveco », née à Paris le 18 mars 1925, et décédée le 12 avril 1995, de son vivant domiciliée avenue de la Libération 79, à 4630 Soumagne, faillite déclarée par jugement du 27 juillet 1967. Le tribunal a donné décharge aux curateurs de leur mission et dit la faillie inexcusable. Un curateur, (signé) Corneille Bastjaens, avocat, rue Dartois 7, à 4000 Liège. (8380)

15559

(8383)

Par jugement du 6 mars 2006 a été déclarée ouverte, par citation à comparaître, la faillite de Robine, Jean-Luc Pierre, rue du Vallon 66, 1332 Genval, B.C.E. 0693.652.839; date de naissance : 29 octobre 1961. Juge-commissaire : M. Pietquin, Bernard. Curateur : Me De San, Rodolphe, avocat, à 1330 Rixensart, avenue de Mérode 112. Date limite du dépôt des créances : dans les trente jours de la date de la faillite.

Tribunal de commerce de Mons

Dépôt par la curatelle du premier procès-verbal de vérification des créances au greffe au plus tard le 24 avril 2006.

Par jugement du 7 mars 2006, le tribunal de commerce de Mons a déclaré la faillite, sur aveu, Contrade S.A., dont le siège social est sis à 7850 Petit-Enghien, avenue du Commerce 5, RPM Mons 105503, B.C.E. n° 0423.198.825, exerçant les activités d’entreprise générale de construction et de menuiserie. Curateur : Me Etienne Francart, boulevard Dolez 67, 7000 Mons. Cessation des paiements : provisoirement le 7 mars 2006. Dépôt des déclarations de créances, pour le 6 avril 2006.

(8384)

Par jugement du 6 mars 2006 a été déclarée ouverte, sur aveu, la faillite de Domosound International S.P.R.L., avenue des Villas 6, 1340 Ottignies, B.C.E. 0454.536.258; activité : importation et commerce de gros de matériels audio visuels. Juge-commissaire : M. Pietquin, Bernard.

Les personnes physiques, qui se sont constituées sûreté personelle du failli ou de la faillie, ont le moyen d’en faire déclaration au greffe conforméement à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des créances, le 25 avril 2006. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) F. Baugnies.

Pour extrait conforme : la greffière, (signé) Cl. François.

(8381)

Curateur : Me Leplat, Gérard, avocat, à 1410 Waterloo, chaussée de Louvain 241. Date limite du dépôt des créances : dans les trente jours de la date de la faillite. Dépôt par la curatelle du premier procès-verbal de vérification des créances au greffe au plus tard le 24 avril 2006. Dit que les personnes physiques, qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire déclaration au greffe, conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites.

Tribunal de commerce de Nivelles

Pour extrait conforme : la greffière, (signé) Cl. François. Par jugement du 6 mars 2006 a été déclarée ouverte, sur aveu, la faillite de Châssis Conseils S.P.R.L., sous la dénomination « Renotec », rue de la Graignette 12, à 1420 Braine-l’Alleud, B.C.E. 0468.513.463; activité : commerce de détail et pose de châssis de fenêtres.

(8385)

Gerechtelijke ontbinding. — Dissolution judiciaire

Juge-commissaire : M. Remy, Philippe. Curateur : Me Jeegers, Christine, avocat, à 1330 Rixensart, avenue de Mérode 8. Dépôt par la curatelle du premier procès-verbal de vérification des créances au greffe au plus tard le 24 avril 2006. Dit que les personnes physiques, qui se sont constituées sûreté personnelle du failli, ont le moyen d’en faire déclaration au greffe, conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Pour extrait conforme : la greffière, (signé) Cl. François.

(8382)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel, afdeling Oostende, 3e kamer, d.d. 13 oktober 2005, werd de heer Johan Windels, advocaat te 8820 Torhout, aan de Karel de Ghelderelaan 5, als vereffenaar aangesteld van de B.V.B.A. Sigma Research and Management B.V.B.A., met zetel te 8210 Zedelgem, aan de Notenbosdreef 7, met ondernemingsnummer 0413.125.671. Eventuele schuldeisers dienen binnen de maand afgifte van schuldvordering door te voeren bij Mr. Johan Windels, te Torhout. De vereffenaar : (get.) Johan Windels.

(8386)

15560

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Huwelijksvermogensstelsel − Régime matrimonial

Le tribunal de première instance de Liège a homologué, en date du 6 mars 2006, l’acte contenant modification du régime matrimonial des époux : M. Halleux, Guy Pierre Nicolas Jean, né à Soumagne le 16 août 1957, et son épouse, Mme Thonon, Françoise Anne Lucie Marie, née à Limbourg le 3 juillet 1958, domicilié à 4630 Soumagne, rue du Maireux 66. (Signé) J. Meunier, notaire.

(8387)

Par requête, en date du 19 janvier 2006, M. Claude Emile Louis Delcourt, retraité, né à Schaerbeek le 17 juillet 1926, et son épouse, Mme Joseline Paula Francine Nicole Devos, sans profession, née à Frasnes-lez-Buissenal le 14 octobre 1953, tous deux de nationalité belge, domiciliés à Frasnes-lez-Anvaing, section de Frasnes-lez-Buissenal, rue Léon Desmottes 27, ont introduit devant le tribunal de première instance de Tournai une demande en homologation de l’acte modificatif de leur régime matrimonial; acte reçu par le notaire Sylvie Decroyer, en date du 19 janvier 2006. Le contrat modificatif comporte passage du régime légal de communauté vers le régime de séparation de biens. Le notaire, (signé) Sylvie Decroyer.

Par requête, en date du 3 mars 2006, M. Courtois, Claude Marie Pierre Emile, pensionné, né à Watermael-Boitsfort le 11 juin 1940 (numéro au registre national 40.06.11 119-45), et son épouse, Mme Thiebauld, Marie Bernadette Gabrielle Georgette Albertine Emmanuelle Julienne, puéricultrice, née à Ixelles le 15 octobre 1942 (numéro au registre national 42.10.15 118-93), demeurant et domiciliés ensemble à Heusy, rue Jean Baguette 23, vont introduire devant le tribunal de première instance de Verviers, une requête en homologation du contrat modificatif de leur régime matrimonial dressé par acte reçu par le notaire Jean-Luc Angenot, de Welkenraedt, en date du 23 février 2006, visant à effectuer un apport de tous leurs meubles meublants, de même que tous leurs immeubles, leurs comptes bancaires, le véhicule et les assurances-vie à la communauté universelle. Pour les époux Courtois-Thiebauld : (signé) Me Jean-Luc Angenot, notaire à Welkenraedt. (8388)

Suivant jugement prononcé le 8 février 2006 par la septième chambre du tribunal de première instance de Nivelles, le contrat de mariage modificatif du régime matrimonial entre M. Decleve, André Jean Roger, né à Mons le 27 mai 1945, et son épouse, Mme Vanhaeren, Viviane Marguerite, née à Ixelles le 28 juin 1944, domiciliés à Waterloo, drève des Chasseurs 22, dressé par acte de Me Guy Nasseaux, notaire associé à Waterloo le 21 juin 2005, a été homologué. Les époux Decleve-Vanhaeren ont adjoint accessoirement à leur régime de séparation des biens pure et simple une société d’acquêts limitée à la nue-propriété de deux immeubles. (Signé) G. Nassaux, notaire associé.

(8389)

Un jugement rendu par le tribunal civil d’Arlon, première chambre, le 20 janvier 2006, a homologué l’acte portant modification du régime matrimonial des époux, M. Patrick André Marie Kemp, ingénieur, né à Messansy le 29 juillet 1971, et Mme Florence Agnès Françoise Jacqueline Marianne Bosly, docteur en médecine, née à Lyon (France) le 17 juillet 1973, demeurant et domiciliés à Udange (Arlon), rue de Habergy 16, acte reçu par le notaire Philippe Bosseler, de résidence à Arlon, le 30 novembre 2005. Dans cet acte, les époux Kemp-Bosly ont déclaré vouloir changer leur régime matrimonial, à savoir le régime légal de communauté et adopter le régime de la séparation des biens pur et simple. (Signé) Philippe Bosseler, notaire à Arlon.

Suivant acte n° 05-353, répertoire 05-918, au greffe du tribunal de première instance de Nivelles, province de Brabant wallon, M. Masset, Thierry Jacky Gisèle Guy, né à Ixelles le 19 septembre 1964, célibataire n’ayant pas fait de déclaration de cohabitation, domicilié à 1490 CourtSaint-Etienne, drève des Deux Bois 11, agissant tant en son som qu’au nom de son oncle, M. Vanderstappen, Guy Willy Elie, né à Court-SaintEtienne le 13 décembre 1955, célibataire, handicapé à cent pour cent, domicilié à 1400 Nivelles, rue Sainte-Barbe 69. Issu du mariage de M. Albert Vanderstappen, décédé le 17 avril 1990, et de Mme Clémence Verdoot, décédée à Court-Saint-Etienne le 19 mai 2005, placé sous statut de minorité prolongée en vertu d’un jugement du tribunal de première instance de Nivelles du 11 mars 1981, a déclaré accepter sous bénéfice d’inventaire la succession de Mme Clémence Verdoot, prénommée. Les créanciers et légataire sont invités à faire connaître leurs droits dans un délai de trois mois à compter de la présente insertion à Me Pierre Paulus de Châtelet, notaire associé de résidence à Rixensart, rue de l’Eglise 34. (Signé) Pierre Paulus de Châtelet, notaire.

(8393)

Suivant jugement prononcé le 18 janvier 2006 par le tribunal de première instance de Neufchâteau, la convention modificative du régime matrimonial entre M. Thiry, André Marie Joseph Ghislain, né à Longvilly le 14 novembre 1956, et Mme Ersfeld, Ernestine Amélie, née à Wiltz (Grand Duché de Luxembourg) le 6 janvier 1963, domiciliés à Bastogne, Moinet 36, dressé par acte du notaire Joël Tondeur de Bastogne, en date du 27 octobre 2005, a été homologuée. La convention modificative ne comporte pas de modification du régime matrimonial existant (régime légal) mais apport d’un immeuble propre à la communauté. Bastogne, le 7 mars 2006. Pour extrait conforme : (signé) Joël Tondeur, notaire.

(8394)

(8390)

Par requête, en date du 14 février 2006, M. Degavre, Alfred Léopold Léon, pensionné, né à Renaix le 4 septembre 1939, et son épouse, Mme Vaucant, Agnès Marie Ghislaine, pensionnée, née à Quartes le 22 juin 1937, tous deux de nationalité belge, domiciliés ensemble à Frasnes-lez-Anvaing (Dergneau), rue de l’Eglise 8a, ont introduit devant le tribunal de première instance de Tournai une demande en homologation de l’acte modificatif de leur régime matrimonial; acte reçu par le notaire Sylvie Decroyer, à Frasnes-lez-Anvaing, le 14 février 2006. Le contrat modificatif comporte modification des articles 3 et 5 du contrat de mariage desdits époux et apport par chacun des époux de biens propres au patrimoine commun. Le notaire, (signé) Sylvie Decroyer.

(8392)

(8391)

Par requête en date du 21 février 2006, M. Jacques, Louis Emile Luc, né à Seraing le 12 février 1948 (NN 48.02.12 007-73), et son épouse, Mme Marin, Camelia, née à Bucarest (en Roumanie) le 16 juillet 1966 (NN 66.07.16 518-49), domiciliés à 4420 Saint-Nicolas, rue Hector Denis 101, ont introduit devant le tribunal civil de première instance de Namur, une requête en homologation du contrat modificatif de leur régime matrimonial dressé par acte reçu par le notaire Michel Coëme, à Tilleur, le 21 février 2006. La nature de la modification est la suivante : Accessoirement au régime de séparation de biens, les époux établissent entre eux une société d’acquêts qui sera régie par les articles 1427 à 1450 du Code civil (à l’exclusion formelle des articles 1398 à 1426 du Code civil). (Signé) L. Jacques; C. Marin.

(8395)

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Par requête en date du 23 février 2006, M. Sarhane, Mohammed, né à Casablanca (Maroc) le 28 février 1954, de nationalité belge (RN 54.02.28-115-96), et son épouse, Mme Bertrand, Béatrice Marie Ghislaine, née à Saint-Gérard le 27 septembre 1954, de nationalité belge (RN 54.09.27-196-94), domiciliés ensemble à 5640 Mettet, rue Albert Ier 47, ont introduit devant le tribunal civil de première instance de Namur, une demande en homologation du contrat modificatif de leur régime matrimonial, dressé par acte reçu par le notaire Michel Dumont, résidant à Charleroi, en date du 23 février 2006. Le contrat modificatif comporte l’adoption du régime de la séparation pure et simple des biens. Pour les requérants, (signé) Michel Dumont, notaire. (8396)

Suivant jugement prononcé en chambre du conseil du tribunal de première instance de Charleroi, en date du 2 février 2006, le contrat de mariage modificatif du régime matrimonial entre M. Vandenbergh, Jean-Marie Joseph René Ghislain, né à Thiméon le 27 septembre 1952 (RN 52.09.27-093-58), et son épouse, Mme Dubois, Raymonde Andrée Paulette, née à Luttre le 10 avril 1954 (RN 54.04.10-146-37), domiciliés ensemble à 6230 Thiméon, rue de l’Empereur 75, mariés sous le régime légal de la communauté, à défaut de mariage, tous deux de nationalité belge, dressé par acte du notaire Michel Dumont, résidant à Charleroi, en date du 24 août 2005, a été homologué. Le contrat modificatif porte sur l’apport à la communauté par M. Jean-Marie Vandenbergh, prénommé, d’un bien qui lui est propre, sis à Les Bons Villers, section de Wayaux, place Communale 4. Pour extrait conforme : pour les époux Vandenbergh-Dubois, (signé) Michel Dumont, notaire. (8397)

Par requête en date du 3 mars 2006, au tribunal de première instance de Bruxelles, M. Ouwerx, Jean Henri Julien, né à Tienen le 19 octobre 1927, et son épouse, Mme Van Hemelryck, Christiane Joséphine Adèle Marie Cornélie, née à Antwerpen le 22 juin 1930, domiciliés à Meise, Nieuwelaan 150, ont demandé l’homologation de leur contrat de mariage modificatif, par lequel Mme Van Hemelryck, a fait apport à la communauté d’un immeuble situé à : 1. Commune de Meise Une maison sise Nieuwelaan 150, cadastrée suivant extrait de la matrice cadastrale récent, section F, numéro 331/E/2 pour une superficie de trente-six ares, quarante-six centiares. Revenu cadastral : cinq mille sept cent cinquante et un (5.751,00). 2. Commune de Knokke-Heist Dans un immeuble à appartements multiples, sis Zeedijk 441, « Résidence Marnic », d’après titre cadastré section B, numéro 2/2/M/32 et 2/2/N/32, sur un terrain de trois cent quatre vingt-sept mètres carrés vingt décimètres carrés, actuellement cadastré section E, numéro 12, l’appartement A1/R au premier étage (côté droit vers Duinbergen) comprenant : en propriété privative et exclusive : hall d’entrée, salle à manger, living-room, cuisine avec terrasse et vide poubelle, chambre de bonne, un dégagement avec deux vestiaires et WC, deux chambres à coucher, dont une avec terrasse, salle de bains. Dans les sous-sols, la cave 6; en copropriété et indivision forcée : les cent et trois virgule soixante/millièmes indivis des parties communes de la « Résidence Marnic ». Pour les époux Ouwerx-Van Hemelryck, (signé) A. Verelst, notaire. (8398)

Suivant requête du 8 mars 2006, les époux Nicolas Nathalie Georges Marie Ghislain de Cock de Rameyen, retraité, né à Antwerpen le 15 septembre 1938, de nationalité belge, et Anne Louise Jacqueline Marie Ghislaine Morel de Westgaver, sans profession, née à Kortessem le 30 juin 1939, de nationalité belge, demeurant à 1470 Genappe, Thy 8, requerront du tribunal de première instance de Nivelles, l’homologation de l’acte portant modification de leur régime matrimonial reçu par le notaire Jacques Rijckaert, à Eupen, le 15 décembre 2005.

15561

Ce contrat modificatif comporte apport à la société accessoire pour un immeuble par l’époux d’un immeuble lui appartenant en propre. Eupen, le 13 mars 2006. Pour les époux de Cock de Rameyen — Morel de Westgaver, (signé) Jacques Rijckaert, notaire. (8399)

Durch Beschluss des Gerichts Erster Instanz in Eupen vom 15. November 2005 ist die Urkunde des Notars Jacques Rijckaert in Eupen vom 14. September 2005, enthaltend Abänderung des Güterstandes zwischen den Eheleuten Streicher, Hubert, Berater, geboren zu Thommen-Oudler am 12. Februar 1948, belgischer Staatsangehörigkeit, und seine Ehegattin Frau Aussems, Liliane Elisabeth Maria, Lizentiatin, geboren zu Eupen am 3. Juni 1952, zusammen wohnhaft in Eupen, homologiert worden. Diese Abänderungurkunde enthielt die Einbringung durch die Ehegattin einer ihr gehörenden Immobilie, in die neben ihrem Güterstand der Gütertrennung bestehende Gesellschaft, welche sie ausschließlich auf eine einzubringende Immobilie, auf deren Zubehör und Nebenanlagen beschränkt. Eupen, den 13. März 2006. Für die Eheleute Streicher-Aussems, (gez.) Jacques Rijckaert, Notar. (8400)

Bij verzoekschrift van 23 februari 2006 hebben de echtgenoten Herman Bollaert - Onghena, Gaby, samenwonende te 9190 Stekene (Klein-Sinaai), Abelendreef 3, voor de burgerlijke rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde een verzoekschrift ingediend tot homologatie van het contract, houdende grote wijziging van huwelijksvermogensstelsel, opgemaakt bij akte, verleden voor notaris Dominique De Kesel, te Sint-Niklaas, met standplaats Nieuwkerken-Waas. Het wijzigend contract bevat inbreng van eigen goed in het gemeenschappelijk vermogen. Voor de verzoekers, (get.) Dominique De Kesel, notaris te Nieuwkerken-Waas. (8401)

Bij verzoekschrift van 20 december 2005 hebben de heer Van Tieghem, Jo August, bediende, geboren te Oudenaarde op 4 maart 1977, nationaal nummer 77.03.04-243-14, en zijn echtgenote, Mevr. Francenne, Bénédicte Marie, bediende, geboren te Doornik op 11 juli 1976, nationaal nummer 76.07.11-068-83, samenwonende te 8587 SpiereHelkijn, IJzeren Bareel 55, bij de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk verzocht om de homologatie van de akte, verleden voor notaris Frank Ghys, te Kluisbergen, op 20 december 2005, houdende inbreng van een onroerend goed in het tussen hen bestaand wettelijk stelsel. Kluisvergen, 20 december 2005. De verzoekers, (get.) J. Van Tieghem; B. Francenne.

(8402)

Blijkens vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Tongeren, gewezen op februari 2006, werd gehomologeerd de akte, verleden voor notaris Filip Debucquoy, te Kinrooi, op 3 november 2005, waarbij de echtgenoten, de heer Henckens, Leonardus Arnoldus, gewezen gemeentesecretaris, geboren te Ophoven op 9 oktober 1929, en Mevr. Verbeek, Maria Hendrika Sophia, huisvrouw, geboren te Kessenich op 22 oktober 1929, wonende te 3640 Kinrooi (Ophoven), Venlosesteenweg 178, hun wettelijk huwelijksvermogensstelsel wijzigden, door inbreng in het gemeenschappelijk vermogen door elk van beide echtgenoten van persoonlijke onroerende goederen te Kinrooi (Ophoven). Voor de echtgenoten, (get.) F. Debucquoy, notaris te Kinrooi. (8403)

Volgens vonnis, uitgesproken op 21 februari 2006 door de zevende kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel, werd het wijzigend contract van het huwelijksstelsel tussen de heer Van Droogenbroeck, Joseph Louis, geboren te Sint-Agatha-Berchem op 7 november 1936, wonende te Wemmel, Hendrik De Keersmaekerlaan 5, en zijn echtgenote, Mevr. Meert, Annie Josepha Hermine, geboren te Brussel (Laken) op 9 februari 1942, wonende te Wemmel, Hendrik De Keersmaekerlaan 5, gehuwd te Brussel (Laken) op 5 juni 1965, onder het stelsel van gemeenschap van goederen beperkt

15562


tot de aanwinstens, volgens akte, verleden voor notaris Jacques Moyersoen, te Brussel, op 20 mei 1965, ongewijzigd tot op heden, opgemaakt door Mr. Pierre Van den Eynde, geassocieerd notaris, lid van de burgerlijke vennootschap onder de vorm van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, genaamd « Pierre Van den Eynde & Lorette Rousseau, geassocieerde notarissen », met maatschappelijke zetel te Sint-Joost-ten-Node, ondernemingsnummer 0472.271.224, RPR Brussel, op 29 september 2005, gehomologeerd. Dit wijzigend contract voorziet de inbreng in het gemeenschappelijk vermogen van de volle eigendom van twee onroerende goederen en de wijziging van een verblijvingsbeding. Voor eensluidend uittreksel : (get.) Pierre Van den Eynde, notaris. (8404)

Op verzoek van de heer Mario Witdoek en zijn echtgenote, Mevr. Sofie Debaene, wonende te 8830 Hooglede, Oude Rozebekestraat 23, werd een verzoekschrift ondertekend op 8 maart 2006, dat zal ingediend worden bij de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk, strekkende tot homologatie van de wijziging van het huwelijksvermogensstelsel, blijkens akte, verleden voor notaris Eveline De Vlieger, te Ichtegem, op 8 maart 2006. Voor de verzoekers, (get.) Eveline De Vlieger, notaris.

(8405)

Bij vonnis van 1 februari 2006 van de rechtbank van eerste aanleg te Tongeren, werd de akte houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel verleden voor notaris Thierry Velghe, te Maasmechelen, op 18 oktober 2005, tussen de heer Guy René Isabelle Jackmaert, inspecteur, geboren te Genk op 3 augustus 1958, en zijn echtgenote, Mevr. Martine Suzanne Jan Maria Opdekamp, bediende, geboren te Genk op 29 maart 1961, samenwonende te 3630 Maasmechelen, Rijksweg 182/3, waarbij hun bestaand stelsel van de wettelijke gemeenschap van goederen wordt behouden en er enkel een persoonlijk onroerend goed door Mevr. Martine Opdekamp, voormeld, wordt ingebracht in het bestaand gemeenschappelijk huwelijksvermogen, gehomologeerd. (Get.) Th. Velghe, notaris.

(8409)

Bij vonnis uitgesproken door de rechtbank van eerste aanleg te Tongeren, op 1 februari 2006, werd de akte gehomologeerd houdende wijziging van huwelijksvoorwaarden verleden voor notaris Dorine Merlo, te Rekem (Lanaken), op 24 oktober 2005, tussen de heer Reynders, Vital Paul Valère, arbeider, geboren te Maaseik op 19 april 1963, en zijn echtgenote, Mevr. Schuermans, Lydia Marie-Thérèse Hermine, arbeidster, geboren te Leut op 17 september 1964, samenwonende te 3630 Maasmechelen, Joseph Smeetslaan 118, bij deze akte brengt Mevr. Schuermans, Lydia, persoonlijke goederen in de gemeenschap. Voor de echtgenoten Reynders-Schuermans : (get.) Dorine Merlo, notaris te Rekem (Lanaken). (8410)

Bij verzoekschrift van 28 februari 2006, gericht aan de rechtbank van eerste aanleg te Leuven, hebben de heer Smets, Eddy Eduard Simon, zaakvoerder, geboren te Bierbeek op 14 april 1944, en zijn echtgenote, Mevr. Vandenbempt, Anny Ivonne Florentine, bediende, geboren te Opvelp op 30 oktober 1943, samenwonende te 3360 Bierbeek, Waversesteenweg 112, verzocht om de homologatie van de akte van wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel, verleden voor notaris Bruno Mariens, te Kortenberg, op 28 februari 2006, inhoudende inbreng van een eigen goed in de huwgemeenschap door één van beide partijen, zonder dat voor het overige het huwelijksvermogensstelsel wordt gewijzigd.

Bij verzoekschrift gedateerd van 9 februari 2006 hebben de heer Ludo Alfons Celina Van De Steene, varkenshouder (bestuurder van vennootschap) en Mevr. Greta Andrea Mariette Vermeulen, huishoudster, samenwonende te 9881 Aalter (Bellem), Spildoorn 6, voor de rechtbank van eerste aanleg te Gent, een verzoek ingediend tot homologatie van een akte wijziging huwelijksstelsel verleden voor notaris J. J. Goeminne, te Aalter, op 9 februari 2006, houdende toebedeling van een onroerend goed aan de heer Ludo Van De Steene. (Get.) Jean-Jacques Goeminne, notaris.

(8411)

Voor de verzoekers, (get.) Bruno Mariens, notaris te Kortenberg. (8406)

Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Gent van 5 januari 2006, werd gehomologeerd de akte verleden voor notaris Rudy Vandermander, te Evergem (Ertvelde), op 16 september 2005, houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel bestaande tussen de heer Bytebier, Alphons Victor Marie, geboren te Sint-MartensLatem op 12 januari 1949, en zijn echtgenote, Mevr. De Sutter, Monique Linda Marguerite, geboren te Blankenberge op 4 mei 1952, samenwonende te Sint-Martens-Latem, Baarle-Frankrijkstraat 54. De akte behelst handhaving van hun huwelijksvermogensstelsel doch met inbreng van een onroerend goed door de heer Alphons Byttebier, en een toedeling van het gemeenschappelijk vermogen aan de langstlevende. Voor de verzoekers : (get.) Rudy Vandermander, notaris.

(8407)

Bij vonnis van 1 februari 2006 van de rechtbank van eerste aanleg te Tongeren, werd de akte houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel verleden voor notaris Thierry Velghe, te Maasmechelen, op 20 september 2005, tussen de heer Alessandro Padedda, geboren te Maaseik op 11 januari 1976, en zijn echtgenote, Mevr. Mirella Voltolini, geboren te Maaseik op 25 februari 1973, samenwonende te 3630 Maasmechelen, Koning Albertlaan 218, waarbij hun bestaand stelsel van de wettelijke gemeenschap van goederen wordt behouden en er enkel een persoonlijk onroerend goed door Mevr. Mirella Voltolini, voormeld, wordt ingebracht in het bestaand gemeenschappelijk huwelijksvermogen, gehomologeerd. (Get.) Th. Velghe, notaris.

(8408)

Bij vonnis van 6 december 2005 heeft de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt, de akte gehomologeerd houdende de wijziging aan het huwelijksvermogensstelsel verleden voor notaris Dirk Seresia, te Overpelt, op 1 juni 2005, door de echtgenoten Agten, Petrus Hubertus Henricus, geboren te Eksel op 15 januari 1919, en Pinxten, Anne Maria, geboren te Overpelt op 8 februari 1921, samenwonende te Overpelt, Kapelstraat 21, gehuwd te Overpelt op 23 oktober 1945, onder het wettelijk stelsel bij ontstentenis van een huwelijkscontract. Overpelt, 9 maart 2006. Voor de echtgenoten : (get.) Dirk Seresia, notaris.

(8412)

Bij vonnis van 23 februari 2006 heeft de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk gehomologeerd, de akte wijziging huwelijksvermogensstelsel tussen de heer Declerck, Christ Alfons, anesthesist, geboren te Kortrijk op 17 augustus 1964, identiteitskaartnummer 230-0084181-05, nationaal nummer 640817-315-90, en zijn echtgenote, Mevr. Nuyttens, Sabine Marie Louise Alice, bediende, geboren te Waregem op 6 april 1966, identiteitskaartnummer 230-0084182-06, nationaal nummer 660406-344-17, samenwonende te 8870 Izegem, Leon de Fauwstraat 7, gehuwd onder het wettelijk stelsel bij gebrek aan huwelijkscontract, gewijzigd bij akte verleden voor notaris Luc Sagon, te Izegem, op 6 juli 2001, en bekrachtigd op 30 november 2001, verleden voor notaris Luc Sagon, te Izegem, op 2 december 2005, inhoudende het behoud van het wettelijk stelsel, doch met inbreng door Mevr. Sabine Nuyttens, van een persoonlijk onroerend goed in de huwgemeenschap. Izegem, 9 maart 2006. Voor de verzoekers : (get.) Luc Sagon, notaris te Izegem.

(8413)

BELGISCH STAATSBLAD — 15.03.2006 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Bij verzoekschrift neergelegd ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Veurne op 10 maart 2006, hebben de echtgenoten Patrick Monbailliu-Depickere, Monique, wonende te 8680 Koekelare, Dorpsstraat 57/9, de homologatie gevraagd van het contract houdende wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel, opgemaakt door Mr. Christophe Vandeurzen, geassocieerd notaris te Koekelare, op 15 februari 2006, deze akte omvat de inbreng van eigen roerende goederen zowel door de heer Patrick Monbailliu, als door Mevr. Monique Depickere, in het gemeenschappelijk vermogen.

15563

Volgens vonnis uitgesproken op 17 januari 2006, door de zevende kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel, werd de akte houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel tussen de heer Dirk Martin Clémentine Janssens, en Mevr. Katrien Marie Joseph Debeuckelaere, te 1980 Zemst, Weverstraat 101, verleden voor notaris Marc Grooten, te Humbeek (Grimbergen), op 16 augustus 2005, gehomologeerd. Voor gelijkluidend uittreksel : namens de echtgenoten JanssensDebeuckelaere, (get.) Marc Grooten, notaris. (8419)

Namens de echtgenoten Patrick Monbailliu-Depickere, Monique, (get.) Christophe Vandeurzen, geassocieerd notaris te Koekelare. (8414)

Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Tongeren, op 1 februari 2006, werd gehomologeerd de akte verleden voor notaris Frank Wilsens, ter standplaats te Wellen, op datum van 3 oktober 2005, tussen de heer Liefsoens, Urbain Ghislain Arthur, bediende, geboren te Hasselt op 5 januari 1948, nationaal nummer 480105-377-03, en zijn echtgenote, Mevr. Achten, Lisette Alphonsine, bediende, geboren te Hasselt op 22 januari 1949, nationaal nummer 490122-376-97, samenwonende te 3830 Wellen, Bloemenstraat 20. Houdende wijziging van hun huwelijksstelsel als volgt : De echtgenoten Liefsoens-Achten, oorspronkelijk gehuwd onder het stelsel van gemeenschap van aanwinsten krachtens huwelijkscontract verleden voor notaris Jean-Frederic Wilsens, te Wellen, op 13 september 1972, en hebben hun huwelijksstelsel aangepast door inbreng in het gemeenschappelijk vermogen van een onroerend goed. Wellen, 8 maart 2006. Namens de echtgenoten Liefsoens-Achten, (get.) F. Wilsens, notaris. (8415)

Bij vonnis der rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement Tongeren, op 16 november 2005, werd de akte verleden voor notaris Ghislain de Schaetzen, te Tongeren, op 26 januari 2005, houdende wijziging van hun wettelijk huwelijksstelsel, gehomologeerd betreffende de heer Huybrechts, Jean Bernard Marie, invalide, geboren te Tongeren op 22 april 1945, en zijn echtgenote, Mevr. Schellingen, Anny Theodoringe Marie Ghislain, zonder beroep, geboren te Hasselt op 25 februari 1947, samenwonende te 3700 Tongeren, Dijk 22. Tongeren, 9 maart 2006. Voor de echtgenoten : (get.) Ghislain de Schaetzen, notaris.

Onder Ravels, tweede afdeling, Weelde : perceel bouwgrond gelegen aan de Prinsenlaan, thans ten kadaster gekend wijk A, nummer 33/A, met een oppervlakte van dertien aren, drieënveertig centiaren. Voor de verzoekers : de echtgenoten Versmissen-Raeijmaekers, (get.) Filip Segers, notaris. (8420)

Bij verzoekschrift neergelegd ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Turnhout, op 7 februari 2006, hebben de echtgenoten, de heer Sneyers, Willy Jozef Victor, geboren te Wijnegem op 17 maart 1952, en Mevr. Sol, Godelieve Joanna Walter, geboren te Turnhout op 24 mei 1953, samenwonende te Oud-Turnhout, Van der Bekenlaan 4/1, oorspronkelijk gehuwd onder het wettelijk stelsel der gemeenschap van goederen ingevolge huwelijkscontract verleden voor notaris Jean Tournier, te Beverlo, op 27 september 1977, bij voormelde rechtbank om homologatie verzocht van de akte, verleden voor notaris Michel Eyskens, te Oud-Turnhout, op 7 februari 2006, waarbij voornoemde echtgenoten besloten hebben hun huwelijk verder te zetten onder het stelsel der scheiding van goederen. Oud-Turnhout, 8 maart 2006. (Get.) Michel Eyskens, notaris.

(8421)

Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen (8416)

Bij beschikking der rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement Tongeren, op 18 januari 2006, werd de wijziging van het huwelijksstelsel tussen de echtgenoten Reeckmans, Peter José François, geboren te Hasselt op 20 augustus 1969, en Brugmans, Marijke Armande Margriet, geboren te Lauw op 19 oktober 1966, wonende te 3870 Heers, Langstraat 6, gehuwd voor de ambtenaar van de burgerlijke stand te Heers op 15 februari 2002, ingevolge een akte verleden voor geassocieerd notaris Katharina Pragt, te Tongeren, op 15 september 2005, gehomologeerd. Tongeren, 8 maart 2006. Voor de echtgenoten : (get.) Katharina Pragt, notaris.

Bij verzoekschrift neergelegd ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Turnhout, op 27 februari 2006, hebben de heer Versmissen, Gilbert Magda, en Mevr. Raeijmaekers, Jolanda Antonetta Johanna Maria, wonende te Weelde (Ravels), Prinsenlaan 108, om homologatie verzocht van de akte van 7 februari 2006, verleden voor notaris Filip Segers, te Weelde (Ravels), inhoudende wijziging van huwelijksvoorwaarden. Deze wijziging betreft inbreng in het gemeenschappelijk vermogen door Mevr. Raeijmaekers, van volgend onroerend goed :

Op 10 februari 2006 hebben de heer Verbeeck, Romain Franciscus Joanna, havenarbeider, en zijn echtgenote, Mevr. Verhulst, Veerle Angela Maria Jozefa, logistiek assistente, samenwonende te 2180 Ekeren (Antwerpen), Lange Sterrestraat 45, ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen een verzoekschrift d.d. 22 juli 2004 neergelegd, strekkende tot homologatie van de akte, verleden voor notaris Joseph Van Roosbroeck, te Ekeren (Antwerpen), op 22 juli 2004, waarbij zij hun huwelijksvermogensstelsel wijzigden. Antwerpen, 23 februari 2006. Voor eensluidend uittreksel afgeleverd aan verzoekers : de griffier, (get.) A. Rasschaert. (8422)

(8417) Onbeheerde nalatenschap − Succession vacante

Bij vonnis gewezen door de tweede kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Leuven, op 23 januari 2006, werd de akte verleden voor notaris Denis Tuerlinckx, te Haacht, op 14 juli 2005, gehomologeerd, waarbij de heer Swiggers, Guido Armand Maria, landbouwer, geboren te Haacht op 15 mei 1955, en zijn echtgenote, Mevr. Sleyp, Nicole Leonie Louise, huisvrouw, geboren te Mechelen op 30 maart 1958, samenwonende te Haacht, Wilde Heide 59, de samenstelling van hun vermogens gewijzigd hebben, zonder te leiden tot vereffening van hun huwelijksvermogensstelsel. Voor de verzoekers : (get.) Tuerinckx, Bernard, notaris.

(8418)

Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Gent, derde burgerlijke kamer, van 17 juni 2004, werd Mevr. Van Keymeulen, Kaat, advocaat, met kantoor te 9041 Oostakker, Harlekijnstraat 9, wonende te 9090 Melle, Spiegelhof 3, nummer identiteitskaart 282 0028031 90, aangesteld als curator over de onbeheerde nalatenschap van de heer Van Landegem, Maurice Joseph Marie Livinus Julius, geboren te Merendree op 30 augustus 1921, laatst wonende te 9850 Nevele, Camille Van der Cruyssenstraat 23, overleden te Nevele op 19 december 2001. (Get.) Roel Mondelaers, notaris-plaatsvervanger. (8423)

15564


Par ordonnance du 3 mars 2006, le tribunal de première instance de Liège a déclaré la succession vacante de Mme Catherine Leopoldine, Dewandre, née le 2 mai 1911, domiciliée de son vivant à 4041 Vottem, Chaussée Brunehault 475, décédée à Herstal le 2 décembre 2005.

Rechtbank van eerste aanleg te Veurne

Me Claude Sonnet, avocate, à 4000 Liège, Place Verte 13, a été désignée en qualité de curateur à ladite succession.

Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Veurne, zevende kamer, verleend op 8 maart 2006, werd Mr. Veerle Develter, advocaat, Koninklijke baan 30, te De Panne, aangesteld als curator over de onbeheerde nalatenschap van Julien Albert Goes, geboren te Snaaskerke op 14 februari 1917, laatst wonende te Staden, Diksmuidestraat 40, overleden te Roeselare op 24 maart 2003, met last deze nalatenschap te beheren en te vereffenen.

Les créanciers et héritiers éventuels sont priés de se mettre en rapport avec le curateur dans les trois mois de la présente publication. (Signé) Claude Sonnet, avocat. (8424)

Par ordonnance du 3 mars 2006, le tribunal de première instance de Liège a déclaré la succession vacante de M. Etienne, Franciscus Dewulf, né à Ostende le 16 juin 1927, domicilié de son vivant à 4460 GrâceHollogne, rue Vert Vinave 127, décédé à Liège le 16 juillet 2004.

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht zich kenbaar te maken bij aangetekend schrijven, aan het adres van hogervermelde curator. De griffier, (get.) C. Coolsaet.

(8428)

Me Claude Sonnet, avocate à 4000 Liège, Place Verte 13, à été désignée en qualité de curateur à ladite succession. Les créanciers et héritiers éventuels sont priés de se mettre en rapport avec le curateur dans les trois mois de la présente publication. (Signé) Claude Sonnet, avocat. (8425)

Tribunal de première instance de Namur La troisième chambre du tribunal de première instance de Namur a désigné en date du 8 mars 2006, Me Saint-Remy, Wiwine, avocat à Namur, rue du Collège 12, en qualité de curateur à la succession vacante de Gregorics, Dezsoï Jozsef Jules, né à Namur le 13 avril 1960, de son vivant domicilié à 5100 Jambes, rue de l’Aurore 39, et décédé à Bouge le 10 août 2003, en remplacement de Me Wattiez, désignée par jugement du 11 janvier 2006. Namur, le 8 mars 2006. Le greffier chef de service, (signé) M. Delhamende.

Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Veurne, zevende kamer, verleend op 8 maart 2006, werd Mr. Sabine Wullus, advocaat, Boterweegschaalstraat 7, te Veurne, aangesteld als curator over de onbeheerde nalatenschap van Mélice Jean-Paul, geboren te Péruwelz op 29 oktober 1947, en laatst wonende te Koksijde, Lalouxlaan 2, bus 103, en overleden te Koksijde op 22 november 2004, met last deze nalatenschap te beheren en te vereffenen. De schuldeisers en legatarissen worden verzocht zich kenbaar te maken bij aangetekend schrijven, aan het adres van hogervermelde curator. De griffier, (get.) C. Coolsaet.

(8429)

(8426)

Rechtbank van eerste aanleg te Turnhout

Bij beschikking d.d. 8 maart 2006 op verzoekschrift verleend, heeft de rechtbank van eerste aanleg, zittinghoudende te Turnhout, eerste kamer, over de onbeheerde nalatenschap van wijlen de heer De Laet, Raphaël Franciscus Catharina Maria, geboren te Turnhout op 17 juni 1936, laatst wonende te Turnhout, Haagbeemdenplantsoen 71, en overleden te Turnhout op 18 december 2005 als curator aangesteld : Mevr. Eefje Hermans, advocate, de Merodelei 112, te 2300 Turnhout. De griffier-hoofd van dienst, (get.) J. Beliën. (8427)

Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Veurne, zevende kamer, verleend op 8 maart 2006, werd Mr. Thomas Bailleul, advocaat, Zuidstraat 39, te Veurne, aangesteld als curator over de onbeheerde nalatenschap van Leclerc, Hubert, geboren te Luik op 3 oktober 1920, in leven wonende te 8660 De Panne, Visserslaan 38/ 103, overleden te Veurne op 13 september 2005, met last deze nalatenschap te beheren en te vereffenen. De schuldeisers en legatarissen worden verzocht zich kenbaar te maken bij aangetekend schrijven, aan het adres van hogervermelde curator. De Griffier, (get.) C. Coolsaet.

Belgisch Staatsblad, Leuvenseweg 40-42, 1000 Brussel. − Moniteur belge, rue de Louvain 40-42, 1000 Bruxelles. Adviseur/Conseiller : A. VAN DAMME —âéèùïçà@ßä—

(8430)

pages

Recommend Documents